Op uw gezondheid!
MEDISCH BELEIDSPLAN 2004-2009 VOOR HET JEROEN BOSCH ZIEKENHUIS
‘s-Hertogenbosch Zomer 2004 Vereniging Medische Staf
Op uw gezondheid!!
prestatie door innovatie
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 2/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 3/152
INHOUDSOPGAVE
MEDISCH BELEIDSPLAN 2004-2009 Voorwoord Verantwoording Samenvatting
9 9 11 13
Missie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis
15
Medisch specialistische zorg
15
1.1 Visie op medisch specialistische zorg 1.2 Medisch specialistische zorg: Strategie en beleid 1.2.1 Uitbreiding (haemato-)oncologische behandelingen. 1.2.2 Interventiecardiologie. 1.2.3 Minimaal invasieve chirurgie. 1.2.4 Moleculair Biologische Diagnostiek 1.2.5 Overige aandachtspunten 1.3 Medisch specialistische zorg: Mensen/Stafleden 1.4 Medisch specialistische zorg: Middelen 1.4.1 Geneesmiddelen 1.4.2 Medische hulpmiddelen: exploitatiemiddelen en implantaten 1.4.3 Medische hulpmiddelen: investeringen 1.4.4 ICT en medische informatica 1.4.5 Nieuwbouw JBZ 1.5 Medisch specialistische zorg: Processen 1.6 Medisch specialistische zorg: Waardering door stafleden en ziekenhuispersoneel 1.7 Medisch specialistische zorg: Waardering door patiënten 1.8 Medisch specialistische zorg: Waardering door de maatschappij 1.9 Medisch specialistische zorg: Eindresultaten
Opleiden en wetenschappelijk onderzoek 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Visie op opleiden en onderzoek Opleiding en onderzoek: Strategie en Beleid Opleiding en onderzoek: Mensen/Stafleden Opleiding en onderzoek: Middelen Opleiding en onderzoek: Processen
15 16 17 21 22 24 27 29 30 30 31 31 32 33 33 34 35 35 35
37 37 37 38 40 41
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 4/152
2.6 Opleiding en onderzoek: Waardering door stafleden, (co)assistenten en personeel 2.7 Opleiding en onderzoek: Waardering door patiënten 2.8 Opleiding en onderzoek: Maatschappelijk belang 2.9 Opleiding en onderzoek: Resultaten
Kwaliteitsbeleid 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.6 3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3 3.8 3.9
Visie op kwaliteit Kwaliteit: Strategie en beleid Kwaliteit: Stafleden/Mensen Selectie van nieuwe stafleden Attitude van stafleden Functioneren van stafleden Kwaliteit: Middelen Veiligheid ICT als hulpmiddel bij de uitvoering van het kwaliteitsbeleid Patiëntenvoorlichtingsmateriaal Kwaliteit: Processen Kwaliteitsvisitatie door wetenschappelijke verenigingen Kwaliteitsprojecten Interne audits Protocollen en protocollenbeheer Het optimaal inzetten van beschikbare productiecapaciteit Kostenbewustzijn Bench mark Kwaliteit: Waardering door de VMS-leden en het JBZ Kwaliteit: Waardering door patiënten en stakeholders Klachtenregistratie en verwerking Exit enquêtes en patiëntentevredenheidsonderzoek Bereikbaarheid en gegevensverstrekking Kwaliteit: Waardering door de maatschappij Kwaliteit: Resultaten
Organisatie 4.1 Visie op organisatie 4.2 Organisatie: Strategie en beleid 4.2.1 Ziekenhuismanagement 4.2.2 Vakgroepen 4.2.3 GMSB
41 42 43 43
45 45 45 46 46 46 47 47 47 48 49 49 49 49 50 50 50 51 51 51 52 52 52 53 53 54
55 55 55 55 56 56
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 5/152
4.2.4 4.2.5 4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.5 4.5.1 4.5.2 4.6 4.7 4.8 4.9
Materiele belangen VMS- en JBZ-commissies Organisatie: Stafleden/Mensen Stafbestuur Specialist managers Organisatie: Middelen Organisatie: Processen Medische staf Materiele belangen Organisatie: Waardering door stafleden en ziekenhuispersoneel Organisatie: Waardering door de stakeholders Organisatie: Waardering door de maatschappij Organisatie: Resultaten
Relaties 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.5 5.5.1 5.5.2 5.6 5.7 5.8 5.9
57 58 59 59 59 60 60 60 61 61 62 62 62
63 Visie op relaties Relaties: Strategie en beleid Transmurale relaties Relaties met opleidingsinstellingen Relaties met ziekenhuizen in de regio Relatie met zorgverzekeraars Relatie met vertegenwoordigers uit de JBZ-organisatie Relatie met cliënten Relatie met koepelorganisaties Relatie met de media Relaties: Stafleden/Mensen Het Bestuur van de VMS De stafleden Relaties: Middelen Conventionele middelen Moderne communicatie middelen Het (regionaal) delen van middelen Relaties: Processen Thema bijeenkomsten Samenwerkingsprojecten Relaties: Waardering door VMS leden Relaties: Waardering door de stakeholders Relaties: Waardering door de Maatschappij Relaties: Resultaten
63 64 64 65 65 66 67 67 68 68 68 69 69 70 70 70 71 72 72 73 73 73 74 74
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 6/152
VAKGROEPEN Anesthesiologie Cardiologie Dermatologie Geestelijke Verzorging Geriatrie Gynaecologie en Obstetrie Heelkunde IC-Geneeskunde Interne Geneeskunde Kaakchirurgie Kindergeneeskunde Klinische Chemie en Haematologie Klinische Fysica KNO-heelkunde Longziekten Medische Microbiologie Medische Psychologie Neurologie Nucleaire Geneeskunde Oogheelkunde Orthopedie Pathologie Plastische Chirurgie Psychiatrie Radiologie Reumatologie Revalidatie Geneeskunde Urologie Ziekenhuisfarmacie
ADDENDA Addendum A – Samenstelling van de werkgroep Addendum B – Overzicht van erkende opleidingen in het JBZ Addendum C – Organogram Vereniging Medische Staf Addendum D – Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK)
INDEX
75 76 78 80 82 84 86 88 90 92 95 96 100 102 104 106 108 110 112 114 116 118 120 122 125 126 128 130 132 134
137 137 139 141 143
147
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 7/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 8/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 9/152
Medisch beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis Voorwoord Begin 2003 is de werkgroep medisch beleidsplan van start gegaan met de opdracht om een concept plan op te stellen. Visie en ambitie van de medische staf tot aan de ingebruikname van de nieuwbouw van Jeroen Bosch Ziekenhuis dienden in dit plan geformuleerd te worden. Het laatste concept, dat met inbreng van velen tot stand gekomen is, is met algemene stemmen aanvaard in de VMS-vergadering van juli 2004. Innovatie en evidence-based geneeskunde zijn belangrijke drijfveren voor het werken in het JBZ, zonder dat daarbij de basiszorg uit het oog verloren wordt. Maar goede zorg alleen is voor ons niet voldoende. In een ziekenhuis als het onze dienen wij ook zorg te dragen voor de zorg in de toekomst. Het intensiveren en uitbreiden van medisch specialistische opleidingen maakt hier onderdeel van uit. Wij blijven streven naar het verbeteren en het borgen van ons kwaliteitsbeleid ondanks de snel opeenvolgende bezuinigingen op het gebied van de gezondheidszorg Het gaat immers om de gezondheid van onze patiënten. Een beleidsplan is nooit af. Dit plan dient dan ook gezien te worden als leidraad voor ons handelen in de nabije toekomst. In de komende tijd zullen er ongetwijfeld weer veel ontwikkelingen op professioneel gebied zijn, die ons dagelijks handelen zullen beïnvloeden. Het plan biedt voldoende ruimte om op deze ontwikkelingen in te spelen. Aan ons allen nu de schone taak om dit plan te verwezenlijken. Dr. Simo J.L. Brada Voorzitter Vereniging Medische Staf Jeroen Bosch Ziekenuis ‘s-Hertogenbosch
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 10/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 11/152
Verantwoording Het Jeroen Bosch Ziekenhuis richt zich enerzijds op het verlenen van medisch specialistische zorg en anderzijds op het opleiden van mensen tot het verlenen van deze medisch specialistische zorg. Deze taken vormen daarom ook de hoofdlijnen van dit medisch beleidsplan Het medisch beleidsplan van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) kan niet los worden gezien van het strategisch beleidsplan van het JBZ en vice versa. Het voorliggende medisch beleidsplan is een gedetailleerde uitwerking van de hoofdlijnen voor medisch beleid zoals deze worden genoemd in het strategisch beleidsplan van het JBZ. Praktisch gezien betekent dit dat medisch beleidsplan en strategisch beleidsplan als complementaire documenten van het JBZ beschouwd moeten worden. De input voor het medisch beleidsplan is met name afkomstig van de vakgroepen zelf. Aan de hand van de beleidsplannen van de afzonderlijke specialismen is door de werkgroep een aantal speerpunten en een aantal aandachtspunten gedefinieerd die de medisch inhoudelijke basis vormen voor dit medisch beleidsplan. Door gerichte keuzes te maken binnen het aandachtsgebied medisch specialistische zorg hoopt de Vereniging Medische Staf (VMS) in de komende beleidsperiode een werkbare vorm van sturing voor beleid en jaarplannen te genereren waarmee doelgericht en effectief gewerkt kan worden. De vakgroepspecifieke beleidsplannen zijn bij wijze van naslagwerk aan dit beleidsplan toegevoegd echter de kern van het beleid is dat wat in het medisch beleidsplan staat beschreven. Opleiding en wetenschappelijk onderzoek vormen naast medisch specialistische zorg de tweede hoofdlijn voor het medisch beleidsplan. De input voor dit onderdeel van het medisch beleidsplan is met name verkregen via het dagelijks bestuur van de cluster Leerhuis waarin de leden van de VMS sterk vertegenwoordigd zijn. In zowel het strategisch als het medisch beleidsplan, een naadloze aansluiting. De ‘zijlijnen’ van dit medisch beleidsplan betreffen het kwaliteitsbeleid, de organisatie en de relaties gezien vanuit het perspectief van de VMS.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 12/152
Voor deze aspecten wordt zoveel mogelijk aangesloten bij landelijke ontwikkelingen op het gebied van prestatieindicatoren en bench marking en wordt met name gewerkt vanuit het geïntegreerd medisch specialistisch bedrijf (GMSB). Gezien dit landelijk referentiekader sluiten strategisch en medisch beleidsplan op deze items goed op elkaar aan. Het medisch beleidsplan is opgesteld volgens het model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) conform de richtlijnen van het JBZ. Het voordeel van deze aanpak is dat alle elementen die een rol spelen bij het opstellen en uitvoeren van beleid (visie, strategie en beleid, mensen, middelen, processen, waardering door klanten, waardering door personeel, waardering door maatschappij en resultaten) aan de orde komen. Voor de niet ingewijden in dit model is in Addendum B een korte toelichting opgenomen op de verschillende elementen van het model. Voor de 2 hoofdlijnen en de 3 zijlijnen van het medisch beleid zijn de verschillende elementen van het INK model achtereenvolgens belicht. Werkgroep Medisch BeleidsPlan Vereniging Medische Staf Jeroen Bosch Ziekenhuis ‘s-Hertogenbosch
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 13/152
Medisch beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis Samenvatting De missie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis is tweeledig namelijk het verlenen van medisch specialistische zorg van hoge kwaliteit enerzijds en anderzijds het ontwikkelen en overdragen van kennis door het doen van onderzoek en opleiden van nieuwe mensen. Het eerste deel van deze missie wordt uitgewerkt in hoofdstuk 1 dat handelt over de medisch specialistische zorgverlening. Uitgangspunt is dat de basiszorg op orde is waarna zaken als pluszorg, topreferente zorg en topzorg in beeld komen. De komende beleidsjaren tot aan de nieuwbouw wordt het vizier gericht op een viertal speerpunten te weten: oncologische en haematooncologische zorg, interventie cardiologie, minimaal invasieve chirurgie en moleculair biologische diagnostiek. Om tot verbetering van de bestaande zorgprocessen te komen moeten deze eerst goed in kaart worden gebracht. De output op zorggebied wordt afgemeten aan de prestaties van de overige leden van de Stichting Topklinische Ziekenhuizen (STZ) en de vastgestelde prestatie-indicatoren waarvoor de criteria van de wetenschappelijke verenigingen in acht worden genomen. De VMS van het Jeroen Bosch Ziekenhuis wil van het ziekenhuis een Teaching Hospital maken zoals dat beschreven is door de STZ. Het middel hiervoor is de cluster Leerhuis welke in 2003 van start is gegaan. Tot de opleidingen waarbij de VMS een actieve bijdrage wil leveren behoren die van (medisch) specialist, medisch ondersteunende beroepen en verpleegkunde. De VMS-leden dragen eveneens actief bij aan de nascholing van huisartsen. Naast het leveren van medisch specialistische zorg en opleiden wil de VMS van het JBZ een Kennis en Expertise Centrum op medisch (en verpleegkundig) gebied maken.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 14/152
De kwaliteitsvisie van de VMS berust op borging van behaalde kwaliteit en het streven deze continu te verbeteren. De eisen zoals geformuleerd door de wetenschappelijke verenigingen zijn daarbij richtinggevend. Daarnaast spelen de prestatie-indicatoren (Orde, IGz, VAZ, NVZ) en de zogenaamde Treeknormen een belangrijke rol bij het formuleren van de kwaliteitsdoelstellingen. De VMS van het JBZ wil zich profileren als een pro-actieve vereniging die tijdig inspeelt op interne maar vooral ook externe ontwikkelingen. Het concept van het geïntegreerd medisch specialistisch bedrijf (GMSB) wordt daarbij als uitgangspunt genomen. Hierin wordt de specialistmanager gezien als een belangrijke speler samen met de clustermanager. De VMS ziet het hebben van een uitgebreid netwerk van relaties als onontbeerlijk om goed te kunnen functioneren. Dit netwerk is gericht op het delen van kennis en (financiële) middelen. De huisarts wordt gezien als de belangrijkste externe relatie. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de relatie en wijze van communiceren met de zorgverzekeraar.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 15/152
Missie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) levert een breed scala aan state of the art en continu in kwaliteit toenemende medisch specialistische zorg gericht op patiënten uit haar regio. Voorts levert het ziekenhuis een wezenlijke bijdrage aan de kennisoverdracht noodzakelijk voor de opleiding van medisch specialisten en andere beroepsgroepen in de gezondheidszorg.
Medisch specialistische zorg 1.1
Visie op medisch specialistische zorg
De door het Jeroen Bosch Ziekenhuis geleverde medisch specialistische zorg heeft als fundament een effectieve basiszorg. Van vakgroepen wordt verwacht dat zij actief bijdragen aan het leveren van pluszorg, topreferente zorg en topzorg. Met basiszorg wordt die zorg bedoeld welke niet valt onder artikel 2 van de Wet Bijzondere Medische Voorzieningen (WBMV) en de ontwikkelingsgeneeskunde. Met dit zorgniveau moet elk specialisme in staat zijn zelf basale en veel voorkomende aandoeningen adequaat te behandelen volgens de richtlijnen van de betreffende beroepsgroep. Onder pluszorg wordt die zorg begrepen welke samenhangt met één of meerdere aandachts- c.q. verdiepingsgebieden die door één of meerdere vakgroepen zijn ontwikkeld (innovatie) en die binnen de eigen regio een profilerend karakter hebben. In deze zin kan pluszorg gezien worden als een uitbreiding van, of alternatief voor, de basiszorg welke een geïntegreerd onderdeel uitmaakt van de dagelijkse praktijkvoering. Topreferente zorg is zorg die, hoewel niet vallend onder artikel 2 van de WBMV, slechts door een beperkt aantal ziekenhuizen geleverd kan worden. Redenen hiervoor zijn de complexiteit, noodzakelijke know-how en hoge kosten (o.a. infrastructuur, kwaliteitseisen) die met de levering hiervan gemoeid
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 16/152
zijn. In het JBZ aanwezige voorbeelden van deze zorgvorm zijn longchirurgie, haemodialyse en de haematologische IC (HIC). Voor het leveren van topzorg zijn voorzieningen nodig die vallen onder artikel 2 van de WBMV. Het betreft hier duidelijke (supra-)regionale en topklinische activiteiten waarvoor van buiten de regio wordt verwezen.
1.2
Medisch specialistische zorg: Strategie en beleid
Voor alle vakgroepen geldt dat de eerste aandacht uitgaat naar de basiszorg zoals gedefinieerd door de desbetreffende beroepsgroep. Deze zorg moet zowel voor wat betreft het scala aan geboden diensten als de kwaliteit ervan op orde zijn en in voldoende mate geleverd kunnen worden alvorens aan uitbreiding gewerkt kan worden. Nieuwe werkwijzen die hun waarde in wetenschappelijke zin hebben bewezen moeten een verouderde aanpak tijdig vervangen. Nieuwe behandelmethoden kunnen leiden tot een aantal veranderingen in de – organisatie van de - zorg: Een verschuiving van klinische naar poliklinische zorg; Vermindering van het aantal ligdagen; Een toename van de complexiteit van de behandeling en afhankelijkheid van hulpmiddelen en geschoold personeel. Voor de komende beleidsperiode heeft het JBZ een beperkt aantal medisch inhoudelijke speerpunten geselecteerd. De strategische keuze voor deze speerpunten is gebaseerd op een aantal voor het JBZ wezenlijk belangrijke elementen te weten de multidisciplinaire benadering, versterken van de medisch inhoudelijke kwaliteiten van het JBZ en het ontwikkelen van nieuwe deskundigheid ter voorbereiding op de nieuwbouw van het ziekenhuis. Het JBZ staat voor een belangrijke verandering: de bouw en het betrekken van een volledig nieuw ziekenhuis. Het is van belang om hier met de keuze van speerpunten voor beleid rekening mee te houden en de nog voor ons liggende periode zo goed mogelijk te gebruiken om voorbereid te zijn op de nieuwe, state of the
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 17/152
art, werkwijze in het nieuwe ziekenhuis. Dit heeft geresulteerd in de volgende strategische keuzes voor deze beleidsperiode: Uitbreiding oncologische/haemato-oncologische behandelingen Interventiecardiologie Minimaal invasieve chirurgie Moleculaire Biologische Diagnostiek 1.2.1
Uitbreiding (haemato-)oncologische behandelingen.
Huidige situatie. Er worden per jaar in het JBZ ± 1800 nieuwe patiënten met invasieve tumoren en ± 160 patiënten met in-situ tumoren gediagnosticeerd en behandeld (data IKZ 2002). Demografische berekeningen geven een verwachte stijging in de bevolkingsgroei van 8 % tussen 2000 en 2015 met een verwachte groei van het aantal ouderen in de regio met + 55%. De incidentie van kanker neemt toe naarmate de leeftijd hoger wordt, de groep ouderen binnen de oncologie zal derhalve groeien. Behandeling van deze groep is vanwege comorbiditeit complexer. Geriatric assessment zal een vast onderdeel gaan vormen rond de behandeling van oudere kankerpatiënten. Bovenstaande geeft aan dat de overheid, verzekeraars en de ziekenhuizen hier naar de toekomst toe geld en middelen voor zullen moeten reserveren. Doelstellingen. Recent is het kwaliteitskader oncologische zorg van de Integrale kankercentra vastgesteld. Dit zal dan ook de leidraad zijn om de organisatie van de oncologie binnen het JBZ, mede in het kader van de fusie, de komende jaren gestalte te geven. Gestreefd zal worden naar verdere verbetering van afspraken tussen de verschillende locaties van het JBZ en binnen de regio (JBZ, Bernhoven, IKZ en UMC St. Radboud) over patiëntenstromen en behandelprotocollen. Nieuwe, vaak kostbarere, behandelingsmogelijkheden (i.e. “smart molecules”) zullen een toenemend belangrijke plaats verwerven. De oncologie JBZ zal zoveel mogelijk aansluiten bij ontwikkelingen op het gebied van palliatieve zorg en inzet van nurse practitioners in de zorg. Nieuwe ontwikkelingen (moleculaire diagnostiek, verfijning van MRI, PET-CT) zullen invloed hebben op de diagnostiek en (eerdere) behandeling van maligniteiten. Ook zijn er vergaande plannen voor de aanschaf van een PET-CT scan. De komende jaren zal duidelijk worden of het screenen naar maligniteiten (buiten het mammacarcinoom en cervixcarcinoom) i.e. prostaat-, long- en colo-rectaalcarcinoom van waarde is. Studies zullen worden gecontinueerd en waar
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 18/152
mogelijk worden uitgebouwd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar deelname aan studies binnen nationale en internationale studiegroepen. Vakgroepspecifieke actiepunten: Anesthesiologie - Verbetering intra-en extramurale pijnbestrijding d.m.v. optimaliseren consulentschap, verschuiven van epidurale naar meer subcutane toediening van medicatie in samenwerking met V.T.T. team. Chirurgie/mammacare - Verbeteren samenwerking BMC/CLZ met werkafspraken, taakverdeling, afstemming protocollen, gezamenlijk opereren en gecombineerde besprekingen (o.a. hepato-biliair en grote oncologische gastroenterologische chirurgie); - Verdere ontwikkeling Transanale Endoscopische Microchirurgie (TEM); - Laparoscopische chirurgie bij oncologische indicaties (colo-rectaal, maag); - Grote oncologische GE chirurgie (resectie levermetastasen, maag- en slokdarmresecties, pancreaschirurgie) met hierbij ook duidelijke afstemming binnen de ziekenhuizen in het IKZ; - Onderzoek naar de waarde van Radio Frequente Ablatie (RFA) van levermetastasen en (kleine) primaire mammacarcinomen; - Vaststellen waarde MRI bij pre-menopauzale patiënten met mammacarcinoom; - Multidisciplinaire gastro-enterologische spreekuren met GE artsen en radiotherapeuten; - Streven in de nieuwbouw naar afdeling GE chirurgie en GE interne op korte afstand zodat onderlinge consultatie en gezamenlijke visites te realiseren zijn. Gastroenterologie - Multidisciplinaire gastro-enterologische spreekuren met GE artsen en radiotherapeuten; - Streven in de nieuwbouw naar afdeling GE chirurgie en GE interne op korte afstand zodat onderlinge consultatie en gezamenlijke visites te realiseren zijn; - Ontwikkeling screening naar colorectale tumoren (lifetime risico ± 5 %) indien hierover landelijke consensus komt. Gynaecologie - Binnen het IKZ zijn er inmiddels vergaande afspraken voor een OOG (Gynaecologische Oncologie in de IKZ-regio) waarbij het JBZ zal gaan fungeren als ZOT (Ziekenhuis met Oncologische Taakstelling);
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 19/152
- Getracht zal worden om als OOG/IKZ te gaan functioneren als onderzoeksgroep, en waar mogelijk te participeren in de EORTC en/of landelijke studiegroepen. Hematologie/oncologie - Positionering als regionaal centrum voor hematologische intensieve zorg (HIC centrum) in samenwerking met het UMC Nijmegen; - Naast intensieve inductie chemotherapie voor leukemie en agressieve lymfomen zullen patiënten ook binnen 1-3 dagen na een perifere stamceltransplantatie c.q. beenmergtransplantatie worden overgenomen vanuit het transplantatiecentrum (UMC Nijmegen en UMC Utrecht); - Verzorgen deel vervolgopleiding aandachtsgebied hematologie (en mogelijk oncologie) na de opleiding tot internist in samenwerking met het UMC Nijmegen; - Met de komst van nieuwe geneesmiddelen tegen kanker (angiogeneseremmers, tyrosinekinaseremmers, specifieke antilichamen, orale cytostatica), zal de plaats van de klassieke i.v. chemotherapie in de toekomst wel eens kunnen wijzigen; - Inrichten apart dagdeel op het MOC voor patiënten die in studieverband worden behandeld met ondersteuning van verpleegkundig specialist oncologie en/of research nurse/nurse practioner; - Neo-adjuvante chemotherapie bij blaas-, mamma- , en oesophaguscarcinoom; - Behandelprotocollen tussen BMC/CLZ zoveel mogelijk op één lijn krijgen. Kindergeneeskunde - Positionering als regionaal centrum voor intensieve kinderhematooncologische zorg in samenwerking met de kinderoncologische afdeling van het UMC Nijmegen; - Voortzetting van de behandeling van kinderen met intensieve chemotherapie voor leukemie en lymfomen. Uitbreiding van de mogelijkheden voor behandeling in het JBZ van kinderen met intensieve chemotherapie voor solide tumoren en overname van kinderen kort na een perifere stamceltransplantatie c.q. beenmergtransplantatie vanuit het transplantatiecentrum (UMC Nijmegen). Longziekten - Registratie van patiënten met longcarcinoom op gebied van diagnose en therapie; - Automatisering van registratie gegevens;
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 20/152
- Uitbouw trialparticipatie (landelijk/EORTC verband) vooral op het gebied van niet-kleincellig bronchuscarcinoom; - Uitbouw behandelingsmogelijkheden in het bijzonder chemotherapie en endobronchiale therapie (diathermie); - Stimuleren van het lopende continuïteitsbezoek bij longcarcinoom patiënten; - Verdere scholing van verpleegkundigen m.b.t. longoncologie. Neurologie - Uitbreiden indicaties voor cytostatica bij primair inoperabele of recidief hersentumoren en hersenmetastasen; - Verdere ontwikkeling indicaties “gamma-knife” radiotherapie voor hersenmetastasen en hersentumoren in samenwerking met de radiotherapeuten en neurochirurgen uit Tilburg. Nucleaire Geneeskunde - De ondersteuning van de behandeling van haematooncologische patiënten met nieuwe preparaten voor radioimmunotherapie. De afdeling Nucleaire Geneeskunde ijvert voor uitbreiding van het aantal verpleegkamers voor therapie met radionucliden in de nieuwbouw. Tot het moment van de nieuwbouw zal zo nodig de bestaande I131kamer worden benut. Radiotherapie - Ontwikkelen dependance van het Bernard Verbeeten Instituut op het terrein van de nieuwbouw van het JBZ; - Verdere ontwikkeling indicaties “gamma-knife” radiotherapie voor hersenmetastasen en hersentumoren in samenwerking met de neurochirurgen uit Tilburg en de neurologen; - Brachytherapie bij het prostaatcarcinoom. Urologie - Verdere ontwikkeling laparoscopische chirurgie; - Gezamenlijke spreekuren op het MOC met de radiotherapie met name op het gebied van het prostaatcarcinoom; - Brachytherapie voor prostaatcarcinoom (met komst van de RT); - Neo-adjuvante chemotherapie bij het blaascarcinoom; - Fotodynamische therapie bij blaastumoren.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 21/152
1.2.2
Interventiecardiologie.
Klinische achtergrond. Coronarialijden kent een aantal uitingsvormen waarvan de stabiele angina pectoris en de zogenaamde acute coronaire syndromen (waaronder het hartinfarkt) de meest voorkomende en bekendste zijn. Naast medicamenteuze behandelingsvormen wordt bij deze aandoeningen veelvuldig gebruik gemaakt van zogenaamde percutane coronaire interventies. Ter plaatse van de aanwezige vernauwing in de kransslagader wordt een ballonnetje opgeblazen om zo de atherosclerotische plaque of het aanwezige bloedstolsel te doen verdwijnen (de zogenaamde Dotter-behandeling). Deze wordt al dan niet gevolgd door het inbrengen van een stent. De laatste jaren is duidelijk geworden dat, mits snel uitgevoerd, met name bij de acute behandeling van een hartinfarkt de percutane coronaire interventie (PCI) beter is dan het gebruik van alleen medicijnen. Huidige situatie. Op dit moment beschikt de minderheid van de ziekenhuizen in Nederland over de mogelijkheid tot PCI. Met name in de setting van een acuut myocardinfarkt betekent dit dat deze behandeling alleen geboden kan worden na (tijdconsumerend) transport van de patiënt naar een ander centrum. Dit kan de patiënt in een minder gunstige uitgangspositie plaatsen voor verder herstel en preventie van problemen in de toekomst. Doelstellingen. Het JBZ streeft ernaar PCI uiterlijk met het betrekken van de nieuwbouw als behandeling in te kunnen zetten binnen het eigen centrum. De doelgroep wordt gevormd door zowel patiënten met acute vormen van presentatie (de acute coronaire syndromen), als door diegenen met meer stabiele uitingen van coronarialijden (de stabiele angina pectoris). Voor patiënten met een acuut myocardinfarkt dient een snel toegepaste PCI de behandeling van keuze te worden. Voor patiënten met andere indicaties voor een PCI dient de inzetbaarheid ervan te leiden tot een belangrijke reduktie in de wachttijd tot interventie. Het volume van het op te zetten interventiecentrum moet dusdanig
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 22/152
zijn dat een 24-uurs service kan worden geboden in het geval van acute indicaties, ook voor patiënten van aangrenzende regionen. Introductie van de PCI-behandeling in het JBZ wordt gezien als een aanzet voor de verdere uitbouw van andere vasculaire interventietechnieken zoals die door andere specialismen (kunnen) worden uitgevoerd. Na implementatie van PCI zal de aandacht uitgaan naar de versterking van behandelingen als het plaatsen van stents, cerebrale trombolyse en dotterprocedures van de overige vaten. Actiepunten. Het opzetten van het interventiecentrum zal geschieden in nauwe samenwerking met de tertiaire verwijscentra. De inrichting van het nieuwe JBZ zal berekend moeten zijn op het verrichten van PCI’s. Naast inrichting van hartcatheterisatiekamers en scholing van ondersteunend personeel, is het aantrekken van gecertificeerde interventiecardiologen een eerste prioriteit. Door middel van natuurlijk beloop binnen de maatschappen cardiologie is dit te bereiken. Bovendien zullen enkele zittende cardiologen aanvullend worden opgeleid. Het verwerven en onderhouden van afdoende expertise zal echter bij gelijkblijvende formatie ten koste kunnen gaan van de huidige produktie; gezamenlijk overleg en gezamenlijke inzet van de cardiologen, de gehele medische staf, het ziekenhuisbestuur en de ziektekostenverzekeraars zal dit effect beperkt moeten houden. 1.2.3
Minimaal invasieve chirurgie.
Inleiding. Minimaal invasieve chirurgie (MIC) zal in toenemende mate moeten worden toegepast. Dit is het geval omdat enerzijds aan de wens van de patiënt voor MIC tegemoet moet worden gekomen en anderzijds een groot opleidingsziekenhuis als het JBZ het zich niet kan veroorloven voorbij te gaan aan een “state of the art” behandeling van vele afwijkingen (= minimaal invasief). MIC is dus een “must” voor het in stand houden van een up-to-date opleiding en bestaande adherentie, zeker wanneer het JBZ hierin een supraregionale functie wil vervullen. Huidige situatie. Veel snijdende specialismen houden zich momenteel in het JBZ bezig met MIC. Er is een duidelijk stijgende tendens en een enkeling vervult momenteel een duidelijk supra-regionale functie. Hoewel er in het verleden incidenteel nieuwe apparatuur is aangeschaft is er pas recent JBZ breed gestructureerd onderzoek gedaan naar en ervaring opgedaan met nieuwe
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 23/152
sets instrumentarium Dit is gedaan op initiatief van de werkgroep Minimaal Invasieve Chirurgie. De inrichting van operatiekamers en randapparatuur is echter sterk aan vernieuwing toe en de nieuwbouw lijkt het juiste moment om de optimale voedingsbodem te creëren voor verdere groei van de minimaal MIC in het JBZ. Doelstellingen. Om in de toekomst geen adherentie te verliezen moet het JBZ de patiënt de modernste behandeling met de geringste morbiditeit kunnen aanbieden. Hiermee kan tevens het innovatieve karakter van het JBZ getoond worden. Om adequaat de laparoscopie te kunnen bedrijven moeten ten minste 4 zogenaamde “Endo-suites” worden ingericht. Dit zijn operatiekamers waar minimaal invasief geopereerd kan worden onder optimale condities. Aanschaf van de Da Vinci operatierobot is eveneens noodzakelijk wanneer het ziekenhuis voorop willen (blijven) lopen. De Da Vinci operatierobot is een apparaat dat in toenemende mate gebruikt zal worden bij minimaal invasieve ingrepen en zonder welke bepaalde ingrepen niet of zeer lastig mogelijk zijn. Toekomstverwachtingen per specialisme. Algemene Heelkunde Op dit moment worden de endoscopische technieken met name ingezet voor galblaas chirurgie, thoracoscopie en in toenemende mate voor de gastro-intestinale chirurgie. Bij dit laatste moet gedacht worden aan dunne en dikke darm chirurgie maar ook aan de TEM (Transanal Endoscopic Microsurgery), waarbij trans-anaal met name rectum afwijkingen kunnen worden behandeld, een techniek die in dit huis in toenemende mate wordt toegepast; In de toekomst zou laparoscopische antirefluxchirurgie en leverchirurgie tot de mogelijkheden kunnen gaan horen. Gynaecologie Gynaecologie is het specialisme dat aan de wieg heeft gestaan van de laparoscopie. Zowel diagnostische laparoscopien als laparoscopische sterilisaties behoren al decennia tot het tableau van de gynaecoloog; Recent echter is er ook binnen de gynaecologie een verdere endo- en laparoscopische ontwikkeling ingetreden. Enerzijds worden endoresecties in het cavum uteri uitgevoerd van diverse afwijkingen, anderzijds heeft ook de laparoscopie een enorme ontwikkeling doorgemaakt;
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 24/152
Adnex tumoren en extrauteriene graviditeiten worden toenemend laparoscopisch behandeld en ook lijkt er een plaats te zijn voor de laparoscopische hysterectomie; Een ander gebied dat steeds meer opkomt is de laparoscopische prolapschirurgie. Orthopaedie Ook binnen de orthopaedie worden endoscopische technieken al heel lang toegepast. In het begin was de arthroscopie van de knie alleen diagnostisch maar steeds meer wordt ook de behandeling via deze weg verricht tot aan kruisbandplastieken toe. Inmiddels is de moderne orthopaedisch chirurg in staat om in vrijwel alle gewrichten van het menselijk lichaam te kijken en wat te doen zodat ongeveer 30% van de operatietijd aan endoscopie wordt besteed. Urologie Ook urologen voeren al sinds de dertiger jaren van de vorige eeuw endoscopische ingrepen uit aan met name de blaas en prostaat, meer recenter ook aan ureter en nier. Van latere datum is de introductie van laparoscopische technieken die inmiddels niet meer zijn weg te denken. Voor de nefrectomie, pyelumplastiek, adrenalectomie en lymfklierdissecties wordt de laparoscopische benadering door de urologische gemeenschap tegenwoordig beschouwd als “State of the Art”; In ons ziekenhuis is ook veel ervaring met de laparoscopische radicale prostatectomie. De afdeling urologie vervult op laparoscopisch gebied een bovenregionale functie. Actiepunten In de nieuwbouw zullen bouwkundig aanpassingen moeten worden gemaakt ten behoeve van de “Endo-suites” en van de Da Vinci operatierobot. Omdat dergelijke aanpassingen in een later stadium veel moeilijker en kostbaarder zijn is het noodzakelijk daar nu al rekening mee te houden. Het is duidelijk dat overleg met ziektenkostenverzekeraars over financiering van bovengenoemde projecten op korte termijn zal moeten gaan plaatsvinden. Dit is zeer wezenlijk mede gezien het feit dat deze nieuwe technieken, waar aanzienlijke kosten mee gemoeid zijn, vooral voordeel opleveren voor de patiënt en de verzekeraars en niet direct voor het ziekenhuis zelf. 1.2.4
Moleculair Biologische Diagnostiek
Huidige situatie. Moleculair biologische diagnostiek is in opkomst door de opheldering van veel DNA- en RNA-sequenties enerzijds, en anderzijds door
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 25/152
de groei in kennis van biologische gevolgen van polymorfismen. De moleculair biologische diagnostiek in het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft een goede start gemaakt. Een steeds groter deel van de moleculair biologische analyses vindt plaats binnen het JBZ in het Multidisciplinair Laboratorium voor Moleculair Biologische Diagnostiek (MLMBD). Dit laboratoriumdeel voert DNA en RNA analyses voor de specialismen Klinische Chemie, Medische Microbiologie, Pathologie en de ziekenhuisapotheek. Het aantal analyses is de laatste jaren exponentieel gegroeid (zie figuur). In 2003 betrof dit: P ro duc t ie M LM B D erfelijke oorzaken van ziekten (1069); 30.000 aan- of afwezigheid van pathogene micro25.000 organismen en eventuele karakterisatie 20.000 daarvan (7427); V e rwa c ht 15.000 en afwijkingen in B e ha a ld enzymen betrokken 10.000 bij medicijn metabolisme (396). 5.000 De meeste analyses berusten op “real time 0 PCR”, waardoor snel kwantitatieve resultaten Jaar beschikbaar zijn. Doelstellingen. Het bieden van een analysepakket dat past bij een STZziekenhuis met medische zorg van een hoog professioneel niveau. Het analysepakket wordt momenteel uitgebreid met analyses waar grote vraag naar is en die tot dusverre door externe laboratoria werden uitgevoerd. Met name binnen de microbiologie betekent dit een grote uitbreiding. Nieuwe analyses zullen in pakketten voor ziektebeelden geïmplementeerd worden en omvatten ondermeer een luchtwegpakket, een liquorpakket, een klierpakket en een urogenitaal pakket. Ter identificatie van bacteriën (waaronder mycobacteriën) en resistenties van bacteriën en virussen zullen DNA sequentie analyses worden uitgevoerd. Naast bovenstaande zullen we een aantal meer specialistische analyses die momenteel aan academische ziekenhuizen of klinisch genetische centra worden uitbesteed in het JBZ gaan uitvoeren (goedkoper en sneller). Voorbeelden hiervan zijn CMV/EBV-monitoring,
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 26/152
translocatie detectie in leukemiën en klinisch genetische testen. Binnen de oncologie bijvoorbeeld betreffen het testen op erfelijke aanleg voor tumorgenese, typering van tumoren en het voorspellen van reacties op medicatie. Snelle uitslagen. De uitslag van bepaalde testen (dit betreft veelal microbiologisch, maar ook ander onderzoek) moet snel bekend zijn (in verband met behandeling en/of te nemen maatregelingen). Momenteel beperkt het handmatig opwerken van DNA de doorlooptijd van testen. Automatische DNA/RNA isolatie zal dit probleem oplossen. Zorgdragen voor informatie betreffende moleculair biologische achtergronden van ziekten en/of moleculair biologische diagnostiek. Deze informatievoorziening zou ons inziens een plaats behoren te krijgen in het nieuw op te richten “Kenniscentrum van het JBZ”. Praktische informatie betreffende analyses van het MLMBD zal verstrekt worden via de JBZ website. Het is van eminent belang dat de VMS en de Raad van Bestuur achter deze doelstellingen staan zodat zij de doorgroei van het MLMBD tot een laboratorium dat past binnen een STZ ziekenhuis faciliteren. Actiepunten. - Inventarisatie wensen clinici: om wensen en (on)mogelijkheden van moleculaire diagnostiek binnen het JBZ helder te krijgen zullen themabijeenkomsten met betrokken specialisten georganiseerd worden; - Klinisch genetische analyses: voor het uitvoeren van klinisch genetisch onderzoek en m.n.het borgen van professionele counseling in het JBZ zullen zal samenwerking gezocht worden met het Klinisch Genetisch Centrum te Nijmegen; - Investeringsaanvragen: Automatische DNA- en/of RNA-isolatie apparatuur. Dit heeft de hoogste prioriteit, want zonder automatische DNA-/RNA-isolaties staat de ontwikkeling stil en blijft de doorlooptijd van testen te lang;
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 27/152
Uitbreiding van de real-time analysecapaciteit en Aanschaf van een DNA sequentieanalyse apparaat. 1.2.5
Overige aandachtspunten
Naast de speerpunten is een groter aantal aandachtspunten benoemd waaraan de komende jaren aandacht dient te worden besteed. De selectie van deze aandachtspunten is gebaseerd op reeds lopend beleid en meer specialismespecifieke ontwikkelingen maar de keuze is tevens gebaseerd op de eerdergenoemde elementen als multidisciplinair handelen en de visie op het verlenen van medisch specialistische zorg in de nieuwbouw van het JBZ. Deze aandachtspunten zijn achtereenvolgens: Spoedeisende Hulp (SEH) In 2003 is de opleiding tot SEH-arts o.l.v. de vakgroep Heelkunde formeel van start gegaan. De organisatie van deze opleiding is echter nog niet uitgekristalliseerd en behoeft nog de nodige aandacht. Het betreft hier met name de uitwerking van de afspraken tussen de betrokken vakgroepen alsmede aandacht voor de infrastructuur van de SEH-afdeling op de GZG-locatie; Intensive Care Met de komst van de eerste intensivist in 1998 heeft de kwaliteit van zorg op de IC-afdeling een enorme sprong vooruit gemaakt. De VMS ziet het als haar taak dit zogenaamde level 1 kwaliteitsniveau middels een gezamenlijke inspanning vast te houden; Pre-operatieve screening Het vastleggen van de gezondheidstoestand, het onderkennen van de risicofactoren en het stellen van de indicatie om de patiënt pre-operatief te optimaliseren, teneinde de chirurgische en anesthesiologische behandeling beter te doorstaan, geeft aan dat de term preoperatief onderzoek te beperkt is, en dat het beter is om te spreken van preoperatieve anesthesiologische zorg. Dergelijke pre-operatieve zorg moet leiden tot een vermindering van de risico's op peri-operatieve morbiditeit en mortaliteit. Naast het verkrijgen van informatie in de pre-operatieve fase is het ook noodzakelijk om in deze fase informatie te geven aan de patiënt, conform de WGBO. Het moment waarop de risico inschatting door de anesthesioloog plaatsvindt, waarna het peri-operatief beleid wordt bepaald, geeft een goede aanleiding om te voldoen aan de eisen van de WGBO. In de komende beleidsperiode zal pre-operatieve screening en –zorg in het JBZ geïmplementeerd worden; Medium care/24 uurs recovery De patiëntenstroom tussen afdelingen van intensieve zorg zoals IC en operatie- c.q. verkoeverkamer wordt nog niet als optimaal beschouwd: er is een te grote afname in zorg en bewaking bij
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 28/152
de overgang van de intensive care naar de verpleegafdeling. Naast deze problematiek is er sprake van onvoldoende beschikbaarheid van postoperatieve zorg buiten de openstellingstijden van de verkoeverkamer (opmerkingen Commissie Kwaliteit in de Anesthesiologische Praktijk van de Nederlandse vereniging voor Anesthesiologie). In de komende beleidsperiode zal deze problematiek in goed overleg tussen Raad van Bestuur, Stafbestuur en de vakgroepen IC-Geneeskunde en Anaesthesiologie daadkrachtig worden opgepakt; High Care neonatologie Het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft in de samenwerking met de neonatale centra in Nijmegen en Veldhoven de erkenning als neonatologisch subcentrum verkregen. De uitbreiding van de hiervoor benodigde infrastructuur is inmiddels gerealiseerd en tav de personele capaciteit werd de vakgroep kindergeneeskunde, zoals vereist, uitgebreid met een tweede neonatoloog. Vanaf februari 2003 worden er post-IC/HC patiënten behandeld. De verdere uitbreiding verloopt gefaseerd. De financiering van de verpleegkundige capaciteit moet nog plaats vinden; Intensieve zorg na een herseninfarct De acute behandeling van CVApatiënten kan worden versterkt o.a. met de introductie van trombolyse. De aanwezige infrastructuur op de locaties GZG en Carolus zal hier op moeten worden aangepast en de vakgroepen Neurologie zullen hierover in organisatorische zin afspraken maken; Radiologische vasculaire interventietechnieken Er is een ontwikkeling gaande waarbij met behulp van minimaal invasieve radiologische interventietechnieken veel klinische (vasculaire) problematiek (ook in de acute fase) succesvol kan worden verholpen. De nieuwe therapie kan veelal in dagbehandeling uitgevoerd worden en is minder belastend voor de patiënt. Deze ontwikkelingen hebben in het radiologische vakgebied geleid tot subspecialisatie en hiervoor wordt in de nabije toekomst een speciale opleiding gestart. Voor deze ontwikkeling is een goede samenwerking met andere specialismen onontbeerlijk ((vaat)chirurgie, gastroenterologie, nefrologie, oncologie, neurologie, interne geneeskunde). Gezien de technische ontwikkelingen en de toename van o.a. vasculaire aandoeningen wordt een verdere verbreding van het vakgebied voorzien. De ontwikkelingen binnen het JBZ moeten leiden tot een Centrum voor Minimaal Invasieve Behandeling; Huisartsenlaboratorium De voorbereidingen voor het inrichten van een virtueel huisartsen laboratorium (Diagnostisch Centrum Noordoost Brabant) zijn inmiddels in een vergevorderd stadium. De VMS ondersteunt
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 29/152
dit gezamenlijk initiatief van de ziekenhuizen Bernhoven en Jeroen Bosch, en hun leden zullen waar nodig hun bijdrage leveren om dit initiatief tot een succes te maken; Zelfstandige Behandel Centra (ZBC’s) / privéklinieken De VMS ziet het ontstaan van ZBC’s en privé-klinieken als een onafwendbare ontwikkeling op het terrein van zorgaanbod in Nederland. In dit licht steunt de VMS ontwikkelingen op dit gebied voor zover dit in goed overleg met het JBZ, of beter nog onder auspiciën van het JBZ gebeurt, en voor zover de door het JBZ geleverde zorg er niet door wordt geschaad. Het staat VMS-leden vrij binnen dit kader aan dergelijke initiatieven mee te werken; Regionale functies Het JBZ beschikt over een aantal regionale functies zoals medische microbiologie pathologie, kaakchirurgie, nucleaire geneeskunde, reumatologie, haemodialyse, longchirurgie en in vitro fertilisatie (IVF). De VMS streeft naar behoud van het regionale karakter van deze voorzieningen en spant zich in om deze voorzieningen aan alle patiënten van de regio Noord-Oost Brabant ten goede te laten komen.
1.3
Medisch specialistische zorg: Mensen/Stafleden
De VMS-leden vormen de belangrijkste menselijke factor bij het verlenen van medisch specialistische zorg aan de individuele patiënt. De vertrouwensrelatie tussen patiënt en behandelaar wordt naast kundigheid van de behandelaar gezien als belangrijke voorwaarde voor het slagen van een behandeling. Het JBZ moet voor de VMS-leden voldoende uitdaging blijven bieden om hun vak op een hoog niveau uit te oefenen. De ambitie om naast basiszorg ook pluszorg en zelfs topzorg te bieden moet in het JBZ gerespecteerd en waar mogelijk ondersteund worden.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 30/152
1.4
Medisch specialistische zorg: Middelen
De beschikbaarheid van medische hulpmiddelen wordt gezien als een van de belangrijkste voorwaarden voor het leveren van medisch specialistische zorg. Tot deze middelen worden geneesmiddelen, implantaten, exploitatie goederen en medische investeringen gerekend. Inmiddels is ook de ICT niet meer weg te denken uit de medische praktijkomgeving. De VMS hecht aan de kwaliteit van deze middelen waaronder wordt begrepen tijdigheid, effectiviteit en zo gering mogelijke kosten. 1.4.1
Geneesmiddelen
Veel medische handelingen berusten op het gebruik van geneesmiddelen. Voor de levering hiervan is het JBZ afhankelijk van de Ziekenhuisapotheek NoordOost Brabant (ZANOB). De ziekenhuisapothekers van de ZANOB zijn allen lid van de VMS. Tot aan de nieuwbouw van het JBZ wordt door de ZANOB met medewerking van de VMS gewerkt aan: Uniformering van het voorschrijfbeleid binnen de JBZ-locaties; De implementatie van een elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) waarmee een 50 % reductie van het aantal foutieve recepten gehaald moet worden; Het opzetten van een op barcode gebruik gebaseerd toedieningsregistratiesysteem binnen de kliniek en uitbreiding ervan naar niet-verpleegafdelingen; Frequente rapportage van geneesmiddelengebruik per afdeling en cluster; Het ondersteunen van de implementatie van innovatieve geneesmiddelen zoals de ontwikkeling en implementatie van methoden om potentieel toxische geneesmiddelen beter te kunnen doseren (TDM van cytostatica); Met het oog op de nieuwbouw worden door de ZANOB de volgende voorbereidingen getroffen: De vestiging van een satellietapotheek per klinische vleugel van het ziekenhuis; Het opzetten van een geneesmiddeleninformatiecentrum als onderdeel van het kenniscentrum van het nieuwe ziekenhuis. Een deel van de toe te passen geneesmiddelen wordt gerekend tot de zogenaamde kostbare geneesmiddelen. Deze kunnen een onevenredig beslag op de beschikbare middelen leggen. In samenwerking tussen behandelaars en
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 31/152
ziekenhuisapothekers zal het gebruik van deze dure geneesmiddelen verder gerationaliseerd worden. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de Geneesmiddelencommissie. 1.4.2
Medische hulpmiddelen: exploitatiemiddelen en implantaten
De beschikbaarheid van medische hulpmiddelen is een belangrijke randvoorwaarde voor het uitvoeren van medische handelingen. Tot deze hulpmiddelen behoort het hele scala aan verbandmiddelen, naalden, spuiten, catheters, elektroden etc. Deze hulpmiddelen moeten geselecteerd worden op effectiviteit, kwaliteit en kosten. De VMS werkt mee aan een uniform gebruik van deze hulpmiddelen en oefent haar invloed uit middels vertegenwoordiging in de Materialencommissie. Een bijzondere categorie medische hulpmiddelen wordt gevormd door de implantaten. Beoordeling hiervan vereist een specialistische kennis die vaak alleen te vinden is bij de behandelaar. De VMS staat voor een objectief meetbare prijs/kwaliteitsverhouding van de in het JBZ toe te passen implantaten. Uniformiteit binnen het ziekenhuis wordt nagestreefd zonder ruimte voor innovatie te blokkeren. In goed overleg met de zorgverzekeraars wordt de toepassing van nieuwe vormen van implantaten voorbereid. 1.4.3
Medische hulpmiddelen: investeringen
Moderne medische zorg is voor een belangrijk deel afhankelijk van medisch technologische infrastructuur. De VMS oefent daarom direct invloed uit op het investeringsbeleid van het ziekenhuis inzake medische inventaris. Zij doet dit middels de stafCommissie Investeringen Medische Apparatuur (CIMA). De beide huidige CIMA-commissies van de oorspronkelijke ziekenhuis organisaties moeten uiterlijk 1 januari 2006 zijn geïntegreerd tot één commissie. Het door de VMS voorgestane investeringsbeleid berust op een vijftal peilers:
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 32/152
Handhaving van de bestaande medisch technologische infrastructuur c.q. voorzieningen voor zover deze nog passen binnen een moderne geneeskundige praktijk; Upgrading van bestaande medisch technologische infrastructuur c.q. voorzieningen naar de laatste stand der techniek indien dit aantoonbaar leidt tot verbetering van de behandelingsmogelijkheden voor patiënten; De introductie van nieuwe technologieën leidend tot versterking van diagnostiek dan wel behandeling Voor deze innovatieve investeringen geldt dat de verantwoordelijke vakgroep(en) achteraf verantwoording aflegt/afleggen voor de inzet van de beschikbaar gestelde investering. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een beperkte vorm van Health Technology Assessment (HTA); De financiële mogelijkheden van het ziekenhuis vormen een kader waarbinnen de keuzes gemaakt kunnen worden; Bij de aanschaf van investeringsgoederen wordt gestreefd naar uniformiteit binnen het JBZ. Ter ondersteuning van de uitvoering van dit beleid beschikt het ziekenhuis over een vakgroep Klinische Fysica waarvan de leden deel uit maken van de VMS. 1.4.4
ICT en medische informatica
Informatie en communicatie technologie is een inmiddels niet meer weg te denken onderdeel van de medische praktijkvoering. Door deelname van haar leden aan diverse adviescommissies op dit gebied oefent de VMS invloed uit op het ICT-beleid van het ziekenhuis. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis bevindt zich nog midden in een ontwikkeling van semi-handmatige verwerking van medische gegevens naar een volledig geautomatiseerd patiëntenbestand. Beide voormalige ziekenhuisorganisaties werken op dit gebied nog met verschillende, niet koppelbare deelsystemen. De benodigde infrastructuur voor een efficiënte elektronische gegevensuitwisseling, Medic@Net genaamd, is naar verwachting in 2004 gereed. In dit jaar is ook de selectie van het elektronisch patiëntendossier (EPD) bekend. De VMS streeft naar de implementatie van het EPD ruim voor de ingebruikname van het nieuwe ziekenhuisgebouw. Het beleid van de VMS inzake ICT-aangelegenheden is als volgt samen te vatten: Vanaf 2005 een begin maken met de invoering van een EPD; Koppeling van beide PACS-systemen gevolgd door integratie met het EPD;
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 33/152
Implementatie van één laboratorium informatiesysteem gevolgd door integratie met het EPD; Koppeling van het EPD met informatiesystemen van de eerste lijn; Ruimte voor initiatieven welke bijdragen aan een betere (d.w.z. snellere, meer betrouwbare en papierloze) uitwisseling van gegevens tussen behandelaars; Ondersteuning van het behandelproces middels zogenaamde kennissystemen. De VMS is van mening dat voor een goede aanpak van de twee laatstgenoemde beleidspunten coördinatie en de inbreng van bijzondere expertise van essentieel belang zijn. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft hierover momenteel nog niet de beschikking. In samenwerking met een academisch centrum kan hiertoe wellicht toegang verkregen worden. In het verlengde hiervan dient de mogelijkheid van de aanstelling van een medisch informaticus onderzocht te worden. 1.4.5
Nieuwbouw JBZ
Door middel van deelname in gebruikersgroepen en stuurgroep nieuwbouw neemt de medische staf intensief deel aan het ontwerpproces van de nieuwbouw voor het JBZ. Ten behoeve van de inbreng van specialisme-specifieke eisen in het nieuwbouwtraject is de zoveel mogelijk samenwerking tussen vakgroepen van belang, dit zal vanuit de VMS bewaakt worden. De VMS zal binnen eigen vergaderingen regelmatig de stand van zaken ten aanzien van de nieuwbouw evalueren en vanuit die rol het gehele proces zonodig trachten bij te sturen.
1.5
Medisch specialistische zorg: Processen
Moderne geneeskunde is complex en afhankelijk van een goede samenwerking tussen behandelaar en ziekenhuis (personeel en infrastructuur) alsmede tussen behandelaars van verschillende medische disciplines onderling. Deze situatie schept de behoefte zorgprocessen (voor alle deelnemers) inzichtelijk te maken. Nadat deze stap is gezet wordt het eenvoudiger processen te verbeteren (bijvoorbeeld efficiënter te maken) indien daartoe behoefte bestaat. In een dergelijk geval wordt gesproken van Business Proces Redesign (BPR). In de komende
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 34/152
beleidsperiode wil de VMS zich inspannen om samen met de organisatie de zorgprocessen binnen het JBZ door te lichten en aan de hand van de resultaten verder te optimaliseren. Hiertoe zal gebruik worden gemaakt van bench mark onderzoek zoals reeds uitgevoerd voor de organisatie van de OK op de verschillende locaties van het JBZ. Mede ter voorbereiding op het werken in het nieuwe JBZ zullen concepten als single stop visits verder worden uitgewerkt. Het JBZ is tevens voornemens om te participeren in de pilot van het landelijk programma “Sneller Beter” waar het gaat om processen gericht op optimalisatie van patiëntenlogistiek en verhoging patiëntveiligheid. Het uiteindelijk doel van deze inspanningen is het reduceren van wachttijden en doorstroomtijden en het bieden van een optimale service aan de patiënten met behoud van de kwaliteit van het totale zorgproces. 1.6 Medisch specialistische zorg: Waardering door stafleden en ziekenhuispersoneel De kwaliteit van de geleverde zorg hangt direct samen met de mate van motivatie van hen die de zorg leveren of op indirecte wijze daaraan bijdragen. De VMS gaat er van uit dat in zijn algemeenheid de volgende aspecten bijdragen aan de motivatie van de zorgverleners: De behandelingsresultaten en daaraan gekoppeld de tevredenheid van de patiënt; De werkomgeving tot uitdrukking komend in zaken als beschikbare ruimte, daglicht, aankleding, privacy etc.; De mogelijkheden van communicatie variërend van overleg, telefoon, e-mail tot internet; De mogelijkheden van persoonlijke ontwikkeling, zowel binnen het eigen vakgebied als daarbuiten; Last but not least de beloning in de vorm van honorarium of salaris die aan de geleverde prestatie verbonden is.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 35/152
De VMS wil aandacht besteden aan bovengenoemde aspecten en met andere stakeholders er zoveel mogelijk zorg voor dragen dat gebreken in bovengenoemde aspecten worden opgeheven dan wel worden geminimaliseerd. Concreet betekent dit voor de VMS een actieve betrokkenheid bij de nieuwbouwplannen van het ziekenhuis, ontwikkelingen op het gebied van ICT en de implementatie van nieuwe financiering- c.q. beloningsystemen. . 1.7
Medisch specialistische zorg: Waardering door patiënten
In de beoordeling van resultaten van de verleende zorg speelt de waardering door de patiënt een grote rol. De waardering voor de verleende medisch specialistische zorg kan met name worden afgelezen aan de adherentie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Gestreefd wordt naar tenminste behoud maar bij voorkeur uitbreiding van de adherentie van het JBZ. Dit door het aanbieden van een breed pakket aan state of the art medisch specialistische zorg. 1.8 Medisch maatschappij
specialistische
zorg:
Waardering
door
de
De maatschappelijke waardering van de door het JBZ verleende medisch specialistische zorg wordt enerzijds weerspiegeld en anderzijds ook weer beïnvloed door de media. In dit licht hecht de VMS belang aan regelmatige publicaties die betrekking hebben op de medisch specialistische ontwikkelingen binnen het JBZ. 1.9
Medisch specialistische zorg: Eindresultaten
De VMS ziet als eindresultaat voor de verleende medisch specialistische zorg dat het JBZ een gewaardeerd topklinische ziekenhuis is dat zich qua diversiteit en kwaliteit van de verleende medisch specialistische zorg tenminste kan spiegelen aan vergelijkbare opleidingsziekenhuizen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 36/152
Het JBZ heeft een constant dan wel toenemend omvangrijk adherentiegebied. Het JBZ is voor de regio een belangrijk verwijspunt voor medisch specialistische zorg waarin prestatie-indicatoren zoals complicatieregistratie zijn opgenomen. De VMS ondersteunt de registratie en publicatie van prestatie-indicatoren overeenkomstig de richtlijnen van de beroepsverenigingen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 37/152
Opleiden en wetenschappelijk onderzoek 2.1
Visie op opleiden en onderzoek
Het JBZ maakt deel uit van de groep grote opleidingsziekenhuizen verenigd in de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). De VMS onderschrijft geheel de STZnotitie Teaching Hospitals aangaande medisch onderwijs en opleidingen. Hiernaast worden een aantal andere postuniversitaire beroepsopleidingen verzorgd. Leden van de VMS zijn betrokken bij de nieuwe beroepsopleidingen van nurse practitioner en physician assistent. Het JBZ zet zich actief in voor het ontwikkelen van kennis door middel van wetenschappelijk onderzoek, al heeft dit een lagere prioriteit in vergelijking met de opleidingsfunctie. 2.2
Opleiding en onderzoek: Strategie en Beleid
Het JBZ wil als ‘Teaching Hospital’ tot één van de beste algemene opleidingsziekenhuizen behoren. De opleidingsactiviteiten hebben zowel betrekking op het initieel klinisch onderwijs, opleiding van artsassistenten, andere professionals in het ziekenhuis werkzaam en medische professionals werkzaam in de eerste lijn (m.n. huisartsen). Hiertoe onderhoudt het JBZ nauwe banden met overige opleidingsinstituten, waaronder de universiteiten, overige STZ-ziekenhuizen en overige regionale partners. Inherent aan het ziekenhuis als ‘kennisintensieve organisatie’ en Teaching Hospital is het uitvoeren van (patiëntgebonden) wetenschappelijk onderzoek.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 38/152
Het accent van de opleidingsfunctie ligt niet louter bij het opleiden van professionals die direct verantwoordelijk zijn voor aspecten van de patiëntenzorg maar heeft ook vakoverstijgende aspecten.. Bijna alle leden van de VMS zijn op een of andere manier betrokken bij het geven van onderwijs. Dit vereist een goed inzicht in de manier waarop mensen leren. Ook professionals die indirect bij patiëntenzorg zijn betrokken kunnen gebruikmaken van de opleidingsfuncties in het Teaching Hospital. Zo is er een management development traject voor leidinggevenden. In de oude situatie - en voor een deel is hier nog sprake van - zijn de opleidingsactiviteiten divers, fysiek gescheiden, decentraal georganiseerd en vertonen zij qua inhoud en structuur nog onvoldoende integrale samenhang. Om een adequate, structurele inbedding en stroomlijning van nagenoeg alle opleidingsprocessen te waarborgen heeft het Jeroen Bosch Ziekenhuis in 2003 het Leerhuis als aparte organieke eenheid ingericht. Deze is als cluster direct gepositioneerd onder de Raad van Bestuur. Bij het aantrekken van de nieuwe clustermanager zijn initiatieven ontplooid die bij moeten dragen aan een volledig operationele en integrale opleidingsfunctie voor het gehele JBZ. Accent hierbij werd in eerste instantie gelegd op (interne en externe) samenwerking, samenhang, communicatie en infrastructurele maatregelen. Alhoewel hier en daar nog rudimentair in aanleg, zijn de peilers voor de nadere opbouw en inrichting van het Leerhuis aanwezig. In 2008 zal het Leerhuis als volwaardig ‘onderwijsinstituut’ deel uitmaken van het ‘Kennis- en Expertisecentrum’ van het nieuwe Jeroen Bosch Ziekenhuis. 2.3
Opleiding en onderzoek: Mensen/Stafleden
De VMS-leden zijn verantwoordelijk voor het overdragen van medisch specialistische kennis. Dit aspect is een belangrijk selectiecriterium bij de werving van nieuwe leden van de medische staf. Het vooruitzicht te kunnen werken in een opleidingsziekenhuis maakt het JBZ tot een aantrekkelijke werkplek.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 39/152
Het verspreiden van medisch-specialistische opleidingen over de ziekenhuis locaties heen heeft prioriteit binnen de VMS. Met het oog hierop zijn er vertegenwoordigers van de voormalige medische staf van het CLZ in de Centrale OpleidingsCommissie opgenomen. Initiatieven van vakgroepen om met opleiden te starten worden door het Stafbestuur actief ondersteund. De leden van de Centrale OpleidingsCommissie behartigen de disciplineoverstijgende belangen rond onderwijs en opleiding in het JBZ. In de centrale opleidingscommissie hebben zitting de opleiders van klinische en ondersteunende specialismen, vertegenwoordigers namens de arts-assistenten en de clustermanager van het Leerhuis. De centrale opleidingscommissie heeft een dagelijks bestuur welke bestaat uit de decaan medisch onderwijs en opleidingen, 2 opleiders en de clustermanager. De decaan medisch onderzoek en opleidingen is als eerste verantwoordelijk voor het bevorderen van de algemene eindtermen van artsopleiding en vervolgopleidingen. Naast organisatorische aspecten hoort hierbij ook een verder docentprofessionalisering van de opleiders en de contacten met de externe partners (UMC, STZ, e.d.). Intern worden aanvragen van nieuwe opleidingen gesteund. Op de locatie Carolus betreft dit met name het opstarten van klinisch onderwijs ten behoeve van co-assistenten. VMS-leden leveren een bijdrage aan het ontwikkelen van medische kennis. Hierbij staat patiëntgebonden onderzoek centraal, in het bijzonder bij die categorie patiënten welke voornamelijk in grote algemene ziekenhuizen wordt gezien. Hierbij dient onderzoek in de zin van health technology assesment een duidelijke plaats te krijgen. De medisch ethische toetsingscommissie (METC) vormt een belangrijk element bij de uitvoering. De METC is ondergebracht binnen de activiteiten van het Leerhuis. De recent aangestelde secretaris zal als
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 40/152
ondersteuner behulpzaam zijn bij de verdere totstandkoming van het wetenschappelijk onderzoek in het JBZ. De centrale regierol hiertoe zal gevoerd worden door (leden van) het dagelijks bestuur van de centrale opleidingscommissie. Van hieruit zullen initiatieven worden ontplooid die het doen van wetenschappelijk onderzoek in het JBZ mogelijk maken. Samenwerking met andere professionals binnen het ziekenhuis kan hierbij een toegevoegde waarde hebben. 2.4
Opleiding en onderzoek: Middelen
Als kennisintensieve organisatie en als Teaching Hospital is het van belang dat de organisatie beschikt over specifieke voorwaarden die kennisontwikkeling en kennisontsluiting mogelijk maken. Het Leerhuis neemt daarin uiteraard een centrale plaats in, maar dient op haar beurt weer te beschikken over adequate faciliteiten. Hieronder vallen de medische bibliotheek (toekomstige mediatheek) en de nog te ontwikkelen JBZ-brede kennisinfrastructuur. De ontwikkelingen op het gebied van ICT & onderwijs spelen daarin een belangrijke (voorwaardenscheppende) rol. Tot op heden worden congresactiviteiten verzorgd door de (decentrale) clusters van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, regelmatig op persoonlijk initiatief. In de nabije toekomst zal het Leerhuis faciliteiten gaan creëren om congresactiviteiten vanuit een centrale positie in de organisatie mogelijk te maken. Hierbij moet met name gedacht worden aan de ondersteuning vanuit een-voor het gehele Leerhuis geldende-adequate bureaufunctie (‘back-office’). Uiteraard zal hierbij gezocht worden naar (externe) financieringsmogelijkheden (subsidies, derde geldstromen).
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 41/152
In het toekomstige ‘kennis- en expertisecentrum’ zullen skillslabs worden ingericht. Deze bieden faciliteiten om in een moderne onderwijsomgeving op maat gesneden onderwijs aan te bieden. Hierin kan men, onder begeleiding of zelfstandig, vaardigheden aanleren op allerlei terreinen, waaronder communicatie, docentprofessionalisering en medisch/verpleegtechnisch handelen. In de nieuwbouw zal een moderne bouwkundige infrastructuur voor onderwijs en opleiding worden gerealiseerd. Hierbij zal er naast een goed vergadercentrum een modern auditorium worden gerealiseerd met moderne audiovisuele hulpmiddelen en ICT-voorzieningen. Het Leerhuis wordt centraal binnen de organisatie gepositioneerd. De bibliotheek dient uit te groeien tot een moderne mediatheekfunctie. 2.5
Opleiding en onderzoek: Processen
Bijna alle vormen van medisch onderwijs en opleidingen worden in nauw overleg met andere instituten uitgevoerd. De leden van de VMS verlenen volle medewerking bij opleidingsvisitaties voor de basisopleiding en de vervolgopleidingen. Zij doet dit met de overtuiging dat opleiden een dynamisch proces is waarbij goede evaluaties belangrijke ijkpunten vormen voor aanpassing van programma’s en verbeteringen. Aan de hand van een goede introductie in het JBZ is de voorwaardenscheppende rol van het Leerhuis voor een nieuwkomer in de organisatie duidelijk. Bij vertrek wordt het leerklimaat in het JBZ systematisch geëvalueerd. 2.6 Opleiding en onderzoek: Waardering door stafleden, (co)assistenten en personeel Als Teaching Hospital heeft het ziekenhuis in den lande een goede naam. Co-assistenten en arts-assistenten voor de vervolgopleidingen zijn gewaardeerde groepen die als vanzelfsprekend een onderdeel uitmaken van de organisatie. Vanwege de belangrijke plaats van opleiden hebben
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 42/152
de leden van de VMS ervoor gekozen om in het JBZ te willen werken. Een opleidingscultuur trekt mensen aan die zich willen blijven ontwikkelen en geeft het individu de mogelijkheid om tijdens de professionele loopbaan ook andere ambities dan alleen patiëntenzorg na te streven. Sociale ontmoetingen vinden plaats rond gemeenschappelijke vakoverstijgende leeractiviteiten. In deze zin bevordert leren het integratieproces van beide locaties. 2.7
Opleiding en onderzoek: Waardering door patiënten
Het JBZ streeft ernaar de waardering te verkrijgen van patiënten t.a.v. de opleidingsfunctie. Voor de patiënt brengt deze functie deels ongemak mee, doch door goede voorlichting moet duidelijk worden dat mede dankzij deze opleidingen het JBZ een professionele organisatie is met een hoog niveau van kennis en deskundigheid. Opleiden betekent onder andere dat de cliënt kan verwachten volgens de meest recente inzichten behandeld te worden. Ook het doen van eigen wetenschappelijk onderzoek draagt bij tot klimaat waarin evidence-based geneeskunde vanzelfsprekend is.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 43/152
2.8
Opleiding en onderzoek: Maatschappelijk belang
Medische opleidingen zijn tijdsintensief en derhalve kostbaar. De maatschappij zal in toenemende mate de ziekenhuizen vragen deze uitgaven goed te verantwoorden en meer inzicht willen krijgen in de geleverde kwaliteit van de opleidingen en onderzoek. De onderwijsinstituten en vakgroepen binnen de UMC’s, het Capaciteitsorgaan en de zorgverzekeraars zullen het JBZ waarderen als betrouwbare partner in de uitvoering van grote delen van klinisch gericht medisch onderwijs. 2.9
Opleiding en onderzoek: Resultaten
Binnen de STZ-ziekenhuizen neemt het JBZ een vooraanstaande plaats in betreffende onderwijs en opleidingen. Het aantal onderwijsplekken voor co-assistenten is fors gestegen en het aantal opleidingen is gegroeid. In toenemende mate zijn de stafleden op locatie Carolus betrokken bij deze ontwikkelingen. De docentprofessionalisering is goed op gang gekomen. In de lerende organisatie van het JBZ hebben professionals elkaar beter leren kennen en is de onderlinge betrokkenheid toegenomen. Verder zijn faciliteiten voor een toenemende productie met eigen wetenschappelijk onderzoek gerealiseerd.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 44/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 45/152
Kwaliteitsbeleid 3.1
Visie op kwaliteit
De door het Jeroen Bosch Ziekenhuis geleverde kwaliteit van (medisch specialistische) zorg voldoet uiteraard aan de eisen zoals vastgesteld door de respectievelijke beroepsverenigingen en de overheid (Kwaliteitswet Ziekenhuizen). Er bestaat een voortdurend streven deze kwaliteit te verbeteren. 3.2
Kwaliteit: Strategie en beleid
Het kwaliteitsbeleid van de VMS richt zich op de patiënt, de behandelaar en de veiligheid van de behandeling waarbij het begrip veiligheid ruim genomen moet worden. Kwaliteitsbevordering en kwaliteitsborging vormen de centrale thema’s van het kwaliteitsbeleid van de VMS. Om dit te bereiken kent de VMS een portefeuillehouder Kwaliteit die fungeert als aanspreekpunt voor de cluster Kwaliteit & Organisatie (CKO) en die samen met deze cluster VMS kwaliteitsprojecten initieert en begeleidt. Het kwaliteitsbeleid van de VMS richt zich primair op de medisch specialistische zorg. Doel is een hoog niveau van medisch specialistische zorg te bieden voor al diegenen die zich met een medische zorgvraag tot het JBZ wenden. Hierbij wordt tevens gestreefd naar optimale veiligheid, optimaal patiëntvriendelijke benadering die terug te vinden is in een correcte bejegening van de patiënt door medisch specialisten en ziekenhuispersoneel, alsmede een efficiënte patiëntendoorstroom.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 46/152
3.3
Kwaliteit: Stafleden/Mensen
Gezien de vooraanstaande rol van de VMS-leden bij het verlenen van medisch specialistische zorg en de opleiding van artsen en medisch specialisten worden aan hen hoge eisen gesteld. Als uitgangspunt worden daarbij de kwaliteitseisen van de beroepsvereniging genomen. SRC én BIG registratie zijn basisvoorwaarde voor zover van toepassing op de beroepsgroep. Aanvullende registratie is van toepassing in het geval van subspecialisatie. De VMS-leden zijn verplicht hun kennis en vaardigheden op peil te houden overeenkomstig de norm van hun beroepsgroep. 3.3.1
Selectie van nieuwe stafleden
De selectie van nieuwe stafleden wordt gezien als een kritisch moment waar het behoud en de verhoging van het totale kwaliteitsniveau van de medische staf betreft. In dit licht past het veel aandacht aan dit proces te schenken. In samenspraak met de Raad van Bestuur is een uitgebreide selectieprocedure opgesteld waarin de vacature houdende vakgroep en uiteindelijk de gehele VMS een beslissende stem hebben. Het proces wordt geleid door een VMS-lid als voorzitter van de selectiecommissie. Het besluit van de selectiecommissie leidt tot een voordracht voor toelating welke in principe door de Raad van Bestuur wordt overgenomen. 3.3.2
Attitude van stafleden
Het JBZ beschikt, naar Nederlandse maatstaven, over een grote medische staf waarin medici en niet-medici, allen academisch gevormd, samen werken om de missie van het ziekenhuis te realiseren. Gezien de diversiteit van haar leden is het niet vreemd dat er een voortdurend spanningsveld bestaat tussen locale (specialisme gerichte) belangen en gezamenlijke (ziekenhuis) belangen. Het Stafbestuur ziet het als een van haar belangrijkste taken eventuele verschillen van inzicht tussen (groepen van) stafleden te herkennen en te trachten deze te overbruggen. Van de VMS-leden wordt verwacht dat zij in deze de autoriteit van het door haar gekozen bestuur erkennen. Daarnaast neemt het Stafbestuur het initiatief bij het opstellen van gedragsregels en het ontwikkelen van methodes voor de evaluaties van de navolging hiervan.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 47/152
3.3.3
Functioneren van stafleden
Indien er aanwijzingen bestaan dat een staflid disfunctioneert op medisch inhoudelijk vlak dan wel op relationeel vlak kunnen Raad van Bestuur en Stafbestuur zich beroepen op de procedure voor disfunctionerende stafleden die onderdeel uitmaakt van het Document Medische Staf JBZ. In de komende beleidsperiode zal zonodig ervaring worden opgedaan met deze procedure, die is vastgesteld in november 2002. Uiterlijk in 2007 zal deze procedure worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
3.4
Kwaliteit: Middelen
3.4.1
Veiligheid
Aan medisch handelen zijn veelal hoge risico’s verbonden. Indien niet handelen een nog groter risico inhoudt worden de risico’s door patiënt en behandelaar geaccepteerd. De patient is zich hiervan meestal niet volledig bewust. Op de behandelaar rust de plicht de risico’s tot een minimum beperkt te houden. Dit betekent eerst een bewustwording van de veiligheidsrisico’s gevolgd door een analyse met aansluitend passende veiligheidsmaatregelen. De veiligheidsrisico’s rondom het medisch handelen hebben vaak betrekking op de zorg (omgaan met de patiënt), de farmacotherapie, de hygiëne en de fysische veiligheid zoals stralingsveiligheid en elektrische veiligheid. veiligheid van zorg. Het belangrijkste zorgrisico voor een klinische patiënt blijkt te worden wordt gevormd door medicatie(fouten), valincidenten en postoperatieve wondinfecties. Dit type incidenten kan worden wordt voorkomen door het nemen van maatregelen op unitniveau en een goede registratie door de MIP-commissie . Door protocollering en training van artsen en personeel worden zorgincidenten verder teruggedrongen. Ontwikkelingen op het gebied van ‘blame-free’ melden in de ziekenhuissetting zullen met belangstelling worden gevolgd en waar mogelijk in het JBZ ingevoerd; farmaceutische veiligheid Ongevallen met medicijnen komen in de praktijk van alledag vaak voor. Het betreft meestal verwisseling of foutieve dosering. In enkele gevallen is er sprake van fouten bij de toediening. Ook dit type incidenten wordt door de MIP-commissie geregistreerd en aan de hand van de bevindingen worden preventieve maatregelen genomen. De ziekenhuisapothekers van de ZANOB spelen hierbij een belangrijke rol.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 48/152
De overige VMS-leden leveren een bijdrage door een goede afweging te maken tussen noodzaak en risico’s van complexe behandelingen met medicijnen. Electronisch voorschrijven kan een essentiële rol spelen waar het gaat om reduceren van fouten in medicatie; ziekenhuishygiëne Door de explosieve toename van de kans op besmetting door micro-organismen (HIV, MRSA, hepatitis etc.) staat het aspect hygiëne sterk in de belangstelling. Het JBZ beschikt over een eigen dienst Hygiëne en Infectiepreventie die in nauw contact staat met de medisch microbiologen. De VMS conformeert zich aan landelijke richtlijnen op dit gebied waarbij gebruik gemaakt wordt van de eigen expertise bij de medisch microbiologen; fysische veiligheid Stralingsveiligheid en elektrische veiligheid zijn risico’s welke verbonden zijn aan het gebruik van medische apparatuur. Met de klinisch fysici beschikt het JBZ over eigen deskundigheid op dit gebied. M.b.t. de stralingsveiligheid volgt de VMS de Kernenergiewet. Bij de selectie van nieuwe stafleden wordt, indien de werkzaamheden van de kandidaat dit vereisen, gelet op de beschikbaarheid van een diploma Stralingveiligheid niveau 3M. De VMS wil i.s.m. het ziekenhuis een structuur opzetten waarbij bij voor de ingebruikname van een nieuwe behandelmethode eerst een integrale veiligheidsrisicoanalyse wordt uitgevoerd aangezien in de praktijk de hierboven genoemde veiligheidsaspecten vaak niet, te laat of afzonderlijk aan bod komen. 3.4.2
ICT als hulpmiddel bij de uitvoering van het kwaliteitsbeleid
De uitvoering van het kwaliteitsbeleid rondom medische specialistische zorg is in hoge mate afhankelijk van de beschikbaarheid van informatie over medische gegevens (o.a. van laboratorium- en röntgenonderzoek) en de verschillende processtappen van een behandeling. De informatie die wordt gegenereerd tijdens het zorgproces en die op elektronische wijze wordt opgeslagen (EPD: zie paragraaf 1.4.4) kan ook gebruikt worden om de kwaliteit van medische zorg te volgen en te bewaken. Gebruikmaking van ICT hulpmiddelen maakt het mogelijk zogenaamde prestatie-indicatoren te registreren en op efficiënte wijze te verzamelen. Andere toepassingen van ICT zijn te vinden in het beheer van
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 49/152
protocollen (wijzigingen bijhouden, distributie van gewijzigde protocollen) en in de communicatie tussen professionals (e-mail functie). De VMS steunt de ontwikkelingen binnen het JBZ op het gebied van het elektronisch netwerk (ziekenhuis netwerk: Medic@net) en participeert in de door het ziekenhuis ingestelde stuurgroep die deze ontwikkelingen begeleidt. In 2005 moeten alle VMS-leden de beschikking hebben over een e-mail adres en het gebruik ervan zal door de VMS worden bevorderd. In samenwerking met de cluster Kwaliteit en Organisatie zal onderzocht worden in hoeverre Medic@net en andere ICTtoepassingen ingezet kunnen worden om de kwaliteit van medisch specialistische zorg te bevorderen. 3.4.3
Patiëntenvoorlichtingsmateriaal
In het licht van patiëntgericht werken wordt veel aandacht besteed aan het samenstellen van voorlichtingsmateriaal om een patiënt tijdig te informeren over de aspecten van een behandeling.
3.5
Kwaliteit: Processen
3.5.1
Kwaliteitsvisitatie door wetenschappelijke verenigingen
De wetenschappelijke verenigingen houden regelmatig visitaties met als doel de kwaliteit van een vakgroep vast te stellen en op basis van de bevindingen verbetervoorstellen te doen. Deze visitaties kunnen samenvallen met de onderzoeken die gedaan worden met het oog op continuering van de erkenning van de opleiding. Het bestuur van de VMS werkt mee aan deze onderzoeken door het voeren van een gesprek met de visitatiecommissie. Een afschrift van het visitatierapport wordt in principe door de vakgroep vertrouwelijk aan het Stafbestuur ter beschikking gesteld. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kunnen zowel de betreffende vakgroep als het Stafbestuur een gesprek aanvragen. Desgewenst kan besloten worden de Raad van Bestuur bij het overleg te betrekken. 3.5.2
Kwaliteitsprojecten
De VMS-leden nemen actief deel aan landelijke kwaliteitsprojecten zoals die van de Orde van Medisch Specialisten (Vertrouwen in Zorg), het CBO (Doorbraak projecten) maar initiëren daarnaast ook zelf projecten.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 50/152
3.5.3
Interne audits
Het Stafbestuur heeft regelmatig (tweejaarlijks) een gesprek met een delegatie van alle vakgroepen van de VMS. In dit gesprek komt het functioneren van de vakgroep aan de orde waaronder zaken als samenstelling, beleid, productie, opleiding en ‘service-niveau’. Als input voor deze gesprekken wordt gebruik gemaakt van informatie die wordt verkregen vanuit de organisatie en vanuit collega vakgroepen over de genoemde punten welke jaarlijks via gestructureerde vragenlijsten worden verzameld. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt waarin o.a. de gemaakte afspraken worden vastgelegd. De VMS zal dit systeem van interne audits verder uitwerken en formaliseren. 3.5.4
Protocollen en protocollenbeheer
Door protocollering wordt getracht een uniform kwaliteitsniveau te bereiken dat inzichtelijk is en onafhankelijk van de behandelaar. Door o.a. VMS-leden zijn het afgelopen decennium vele medisch inhoudelijke protocollen geconcipieerd welke daarna in een vergadering van de Medische Staf zijn vastgesteld. Door het grote aantal, de fusie tussen Bosch Medicentrum en Carolus Liduina Ziekenhuis en het ontbreken van helderheid over protocoleigenaren én protocollenbeheer is het overzicht over het protocollenbestand momenteel onvolledig. De VMS zal de lopende initiatieven van het JBZ om te komen tot een effectief beheer voor medisch inhoudelijke protocollen, inhoudende het beschikbaar zijn én het periodiek evalueren en bijstellen, in de komende beleidsperiode actief ondersteunen en de eigen verantwoordelijkheid hierin nemen. Het door het JBZ hiertoe beschikbaar gestelde document beheerssysteem DKS-e wordt daarbij gezien als een belangrijk hulpmiddel. 3.5.5
Het optimaal inzetten van beschikbare productiecapaciteit
De beschikbare productiemiddelen in de zin van personeel en ruimte worden zo optimaal mogelijk ingezet door gebruik te maken van een verbeterde patiëntenplanningssystematiek (ten behoeve van verdeling klinische bedden, operatieprogramma’s, opnames, patiëntendoorstroom). Hiertoe zal een goed systeem dienen te worden gezocht en effectief moeten worden geïmplementeerd. In dit kader zullen bench mark onderzoeken worden ingezet waarin diverse logistieke trajecten worden vergeleken met die in vergelijkbare
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 51/152
ziekenhuisorganisaties (zie ook 3.5.7). Tevens zal gebruik worden gemaakt van business process redesign (BPR zie ook paragraaf 1.5) om een goed beeld te krijgen van de verbeterpunten en aan de hand daarvan zaken ook te optimaliseren 3.5.6
Kostenbewustzijn
Door beschikbaarheid van adequate en up-todate managementinformatie zijn de leden van de VMS meer direct betrokken bij de bedrijfsvoering van het ziekenhuis. Door kennis te hebben van kosten streven VMS leden ernaar ook bewuster keuzes te maken voor materialen en procedures met inachtneming van de medisch inhoudelijke onderbouwing als basis voor het zorgproces. 3.5.7
Bench mark
Het JBZ participeert in “ziekenhuisketen”-verband in bench mark onderzoek gericht op het evalueren van verschillende zorgprocessen/onderdelen van de ziekenhuisorganisatie in relatie tot vergelijkbare ziekenhuizen in Nederland. De resultaten van dit bench mark onderzoek worden gecommuniceerd binnen het JBZ en vervolgens waar mogelijk vertaald naar een interne toepassing gericht op versterking van de desbetreffende processen. Dit bench mark onderzoek is ingezet in 2003 en zal in de komende beleidsperiode met subsidie van het ministerie van VWS worden voortgezet in het kader van het landelijke programma ‘Sneller Beter’. Op basis van de resultaten van dit bench mark onderzoek zal worden bezien of deze wijze van periodieke toetsing van het handelen structureel beleid zal worden.
3.6
Kwaliteit: Waardering door de VMS-leden en het JBZ
De waardering van kwaliteit van zorg door de medewerkers van het JBZ en de leden van de VMS in het bijzonder wordt weerspiegeld in uitkomsten van medewerkerstevredenheidsonderzoek dat periodiek gedaan wordt en daarnaast ook het verloop in het personeelsbestand. De bereidheid MIP-meldingen te doen en het aantal MIP-meldingen zijn
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 52/152
eveneens een maat voor de waardering van VMS-leden en ziekenhuismedewerkers voor de kwaliteit van zorg. Binnen de VMS leveren de gesprekken met de vakgroepen in het kader van interne audit alsmede de stafvergaderingen en bijeenkomsten van specialistmanagers informatie op over de waardering van de kwaliteit van zorg. Deze informatie zal worden gehanteerd als stuurinformatie voor wat betreft kwaliteit van zorg, het clustermanagement speelt hierin een belangrijke rol. 3.7
Kwaliteit: Waardering door patiënten en stakeholders
3.7.1
Klachtenregistratie en verwerking
Een essentiële bron van informatie over de waardering van kwaliteit van zorg binnen het JBZ wordt gevormd door de registratie van klachten van patiënten. De onafhankelijke klachtencommissie draagt zorg voor deze registratie en verwerking van de klachten die binnenkomen. De Raad van Bestuur wordt op de hoogte gesteld van de adviezen die de klachtencommissie naar aanleiding van de klachtbehandeling opstelt. Indien deze adviezen relevant zijn voor de VMS wordt het Stafbestuur hiervan op de hoogte gesteld. Voor de VMS is deze wijze van informeren goed werkbaar, in de komende beleidsperiode zal deze wijze van werken worden gecontinueerd. 3.7.2
Exit enquêtes en patiëntentevredenheidsonderzoek
De waardering van het JBZ en de daar verleende zorg door patiënten wordt bepaald aan de hand van patiënttevredenheidsonderzoek dat periodiek wordt gehouden. Daarnaast worden met alle patiënten die binnen het ziekenhuis worden behandeld exit-interviews gehouden door medewerkers van het patiëntenvoorlichtingscentrum. Hiermee is reeds ervaring opgedaan op de locatie Carolus voor wat betreft de klinische patiënten. In de komende beleidsperiode zal dit verder worden uitgebouwd voor het gehele JBZ naar exit interviews met klinische en poliklinische patiënten. De VMS ondersteunt dit beleid van harte.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 53/152
3.7.3
Bereikbaarheid en gegevensverstrekking (snelheid van beschikbaarheid van medische informatie)
Het JBZ streeft ernaar de informatievoorziening aan haar stakeholders (medische professionals) zo adequaat en accuraat mogelijk te laten zijn door het hanteren van goed afgestemde elektronische methoden van gegevensuitwisseling. Aansluiting van computersystemen voor verwerking van patiëntengegevens en het bijhouden van up-to-date gegevensbestanden met betrekking tot patiënten en productie zijn hiertoe essentieel. Hierbij zullen de in het kader van wetgeving vereiste maatregelen gericht op bescherming van persoonsgegevens in acht worden genomen. Het JBZ draagt bij aan een helder gestructureerde en up-to-date invulling van de website van het JBZ, klanten en relaties kunnen via deze weg de eerste antwoorden op hun vragen krijgen en daarnaast ook de ingangen vinden tot meer informatie. De telefonische bereikbaarheid van het JBZ en de binnen deze organisatie vertegenwoordigde specialismen en stafafdelingen wordt geoptimaliseerd door het invoeren van een uniforme en heldere structuur voor telefoongebruik. De leden van de VMS dragen zorg voor bereikbaarheid door het dragen van mobiele telefoons en het inplannen van ruimte voor telefonische consultatie van buiten het ziekenhuis gedurende de dag. Het JBZ geeft periodiek een tijdschrift uit gericht op patiënten en relaties met daarin de laatste ontwikkelingen op medisch, organisatorisch en transmuraal gebied. Dit tijdschrift wordt opgesteld in samenwerking met de District Huisartsen Vereniging (DHV), Medisch Coördinerend Centrum (MCC) en andere relaties. De VMS levert een actieve bijdrage in het aanleveren van informatie ten behoeve van de website en het tijdschrift.
3.8
Kwaliteit: Waardering door de maatschappij
Het JBZ verleent in principe medewerking aan onderzoeken door externe partijen die gericht zijn op het vaststellen van de waardering van de kwaliteit van zorg in relatie tot andere ziekenhuizen. Hierbij wordt wel een kritische houding betracht ten aanzien van de publieke waarde en opzet van het desbetreffende onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn de jaarlijkse Elsevier enquête en het Consumentenbondonderzoek zoals dat in 2001-2002 heeft plaatsgevonden. De resultaten van dergelijke
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 54/152
onderzoeken worden intern gecommuniceerd en voor zover mogelijk zoveel mogelijk verwerkt in concreet beleid van het JBZ. 3.9
Kwaliteit: Resultaten
Het resultaat van het kwaliteitsbeleid betreffende de medisch specialistische zorg weerspiegelt zich in geringe wachttijden voor diverse behandelingen en als goede scores op de prestatie-indicatoren zoals geformuleerd door het samenwerkingsverband van OMS, IGz (Inspectie Gezondheidszorg), NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen) en VAZ (Vereniging van Academische Ziekenhuizen). De prestatie-indicatoren moeten zich binnen de door de wetenschappelijke verenigingen vastgestelde grenzen bewegen en voor de wachttijden wordt de grens gevormd door de zogenaamde Treeknormen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 55/152
Organisatie 4.1
Visie op organisatie
Het JBZ kent een actieve medische staf met een verenigingsstructuur die als serieuze, gelijkwaardige gesprekspartner voor organisatie en externe relaties zorgdraagt voor het bewaken en bevorderen van de mogelijkheden tot het verlenen van medisch specialistische zorg. De medische staf is verantwoordelijk voor het opstellen en bewaken van het medische beleid binnen het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De VMS en Raad van Bestuur dragen in het kader van het Geïntegreerd Medisch Specialistisch Bedrijf (GMSB) gezamenlijk zorg voor het realiseren van een optimale, efficiënte ziekenhuiszorg waarin de patiënt centraal staat. Met inachtneming van de eindverantwoordelijkheid van de Raad van functioneert de VMS als gelijkwaardig gesprekspartner in besluitvormingsprocessen betreffende het ziekenhuis, en in het bijzonder het primair proces binnen het ziekenhuis. De uitvoering van deze samenwerking is met name neergelegd bij het Stafbestuur n de specialistmanagers die beiden een heldere positie innemen binnen de organisatiestructuur van het JBZ. 4.2
Organisatie: Strategie en beleid
4.2.1
Ziekenhuismanagement
Het dagelijks bestuur van het ziekenhuis is in handen van een drie leden tellende Raad van Bestuur. Hierin zijn de werkterreinen Organisatie & externe relaties, Patiëntenzorg en Beheer vertegenwoordigd. De VMS steunt deze bestuurlijke driedeling. De Raad van Bestuur laat zich voor een deel van haar uitvoerende werkzaamheden ondersteunen door een viertal adjunct-directeuren die tezamen met de Raad van Bestuur en een vertegenwoordiging van het Stafbestuur de DirectieRaad (DiRa) vormen. Binnen de VMS bestaat nog geen onvoorwaardelijke steun voor dit besturingsconcept, met name waar het de
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 56/152
invloed en zelfstandigheid van de clusters betreft. Conform afspraken gemaakt ten tijde van de invoering van deze zogeheten ‘topstructuur’ zal dit besturingsconcept aan het begin van deze beleidsperiode worden geëvalueerd. De VMS zal een actieve rol spelen in deze evaluatie. 4.2.2
Vakgroepen
In het huidige JBZ zijn veel specialismen nog in twee vakgroepen vertegenwoordigd vanwege de relatief recente fusie van 2002. De Vereniging Medische Staf richt zich in de komende beleidsperiode op het bevorderen van intensieve samenwerking c.q. integratie tussen de vakgroepen binnen één specialisme. Ten tijde van het betrekken van de nieuwbouw (naar verwachting in 2009) zijn medisch specialisten per discipline verenigd op vakgroepniveau en bij voorkeur ook op maatschapniveau. In de aanloop naar deze integratie stimuleert de VMS de samenwerking tussen vakgroepen én de uitwisseling tussen vakgroepen. 4.2.3
GMSB
Het bestuur van de VMS voert tenminste maandelijks formeel overleg met Raad van Bestuur. In dit formeel overleg worden zowel zaken op het gebied van medisch beleid als zaken op het vlak van ziekenhuisorganisatie aan de orde gesteld. De voorzitter van het Stafbestuur heeft zitting in de Directieraad. In deze functie als lid van de Directieraad participeert hij of zij volledig in de voorbereiding van de besluitvorming, die uiteindelijk wordt geformaliseerd door de Raad van Bestuur. Als lid van de Directieraad is hij of zij volledig geïnformeerd over te nemen besluiten en handelt autonoom binnen de kaders van zijn bevoegdheden en legt verantwoording af aan de VMS. Het bestuur van de VMS evalueert en ontwikkelt haar betrokkenheid in het GMSB doorlopend.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 57/152
De Raad van Bestuur is in de rol van toehoorder aanwezig bij de vergaderingen van de VMS. Twee maal per jaar overlegt het Stafbestuur met de Raad van Toezicht van het ziekenhuis. Dit gebeurt in principe in aanwezigheid van de leden van de Raad van Bestuur. Alleen in geval van bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken. Onderwerpen voor het overleg zijn de algehele situatie van het ziekenhuis, de bestuurlijke organisatie van het ziekenhuis, bijzondere ontwikkelingen binnen de VMS en de medisch specialistische zorg. 4.2.4
Materiele belangen
De materiele belangen zijn met name onderwerp van aandacht voor de vrijgevestigde medisch specialisten binnen het JBZ. Voor het realiseren van de harmonisatie van afspraken in relatie tot materiele zaken is het van belang dat er één JBZ brede commissie wordt ingesteld waarin de vrijgevestigd medisch specialisten verenigd zijn. Deze commissie zal een bestuur aan moeten wijzen dat alle relevante onderwerpen in behandeling neemt (zelf dan wel via commissies). Een aandachtspunt daarbij is de relatie tussen genoemde commissie en het bestuur van de VMS. Het beleid aangaande interne verrekening van de honorarium lump sum van de beide voormalige ziekenhuisorganisaties wordt op elkaar afgestemd en uiteindelijk samengenomen in één transparante JBZ-brede regeling. In de komende beleidsperiode worden regelingen in het kader van doorberekening van kosten door de organisatie aan vrijgevestigd medisch specialisten geharmoniseerd. De uiteindelijke regelingen zijn transparant en uniform. De vrijgevestigd medisch specialisten en Raad van Bestuur werken hierin nauw samen en dragen gezamenlijke verantwoordelijkheid. De VMS-leden participeren actief in het maken van heldere afspraken over de invoering en verrekening van de DBC systematiek, hiertoe wordt een professionele onderhandelingssituatie voor de medisch specialisten nagestreefd. Er zal volop aandacht worden besteedt aan een goede afstemming van consequenties van de nieuwe financieringssystematiek voor de beroepsuitoefening van medisch specialisten. Ten aanzien van de – materiele - belangen van de medisch specialisten in dienstverband van het JBZ zal een collectief op ad hoc basis worden geactiveerd door het bestuur van de VMS. In het geval er onderwerpen zijn die het belang van alle dienstverbanders raken zal deze gezamenlijkheid worden gezocht om standpunten te bepalen gefaciliteerd door het bestuur van de VMS.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 58/152
4.2.5
VMS- en JBZ-commissies
Diverse thema’s binnen de VMS dan wel binnen het JBZ worden door commissies uitgewerkt dan wel bewaakt. Onderscheid bestaat tussen stafcommissies die direct voor de VMS werken en uit VMS leden bestaan en ziekenhuiscommissies die ten behoeve van het JBZ zijn ingesteld en bestaan uit zowel vertegenwoordigers van het JBZ als de VMS. In het derde jaar van de fusie heeft een aanmerkelijke reductie van het aantal stafcommissies plaats gevonden. Na deze sanering kent de VMS de volgende stafcommissies: Vacaturecommissie; Staf Commissie Investeringen Medische Apparatuur (zowel BMC als CLZ); Commissie Verevening (BMC) en Productie & Budget (CLZ); Necrologie Commissie; Werkgroep Medisch Beleidsplan; Kascommissie; Traumatologiecommissie. Het beleid van de VMS is er op gericht het aantal stafcommissies beperkt te houden en voor specifieke vraagstukken ad hoc werkgroepen samen te stellen die na hun rapportage weer ontbonden worden. De locatiegebonden commissies integreren in deze beleidsperiode z.s.m. tot één JBZ-brede commissie. Voor alle vaste stafcommissies wordt in de beleidsperiode voor zover nog niet beschikbaar een reglement opgesteld waarin minimaal de doelstelling, de samenstelling en de werkwijze van de commissie zijn vastgelegd. Van de commissies wordt jaarlijks gevraagd de beleidsvoornemens op schrift te stellen en verslag te doen van gerealiseerde plannen. Het JBZ kent anno 2003 een groot aantal ziekenhuiscommissies waarin ook VMS leden participeren. In het jaar 2004 zal er binnen het JBZ door de VMS en de cluster Kwaliteit en Organisatie een discussie worden opgestart over de noodzaak tot het instellen van ziekenhuiscommissies voor ontwikkeling en borging van kwaliteitsbeleid. Het is zinvol om nader te bepalen of het werk van ziekenhuiscommissies niet bij voorkeur uitgevoerd zou moeten worden binnen de lijnorganisatie van het ziekenhuis. Op basis van de uitkomsten van deze discussie zal een JBZ brede visie worden geformuleerd op inbedding van kwaliteitsbeleid in de organisatie en de rol van ziekenhuiscommissies daarbij. Aan de hand van deze visie zal getracht worden het bestand aan ziekenhuiscommissies te reduceren tot een beperkt aantal.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 59/152
4.3
Organisatie: Stafleden/Mensen
4.3.1
Stafbestuur
Teneinde de positie van de medische staf en de VMS goed te kunnen waarborgen en de rol van gesprekspartner en beleidsmaker goed te kunnen vervullen is het van groot belang dat er een goed bezet en functionerend bestuur is van de VMS. Ter facilitering van het bestuur alsmede de commissies is een goed uitgerust en voldoende bezet secretariaat (secretaresses en ambtelijk secretaris) noodzakelijk. Door middel van regelmatig terugkerende gezamenlijke medisch inhoudelijke en sociale activiteiten (bv. klinisch pathologische conferenties, introductiebijeenkomsten met de huisartsen, informele stafbijeenkomsten) wordt de band tussen de VMS-leden onderling en de band met andere medische professionals versterkt. De bestuursleden van de VMS hebben ieder hun eigen aandachtsgebied (‘portefeuille’) binnen het bestuur, aandachtsgebieden zijn o.a. commissies, kwaliteit, opleiding en medisch specialistische zorg. De bemensing van commissies wordt door één van de bestuursleden bewaakt en verzorgd. 4.3.2
Specialist managers
Kenmerkend voor het geïntegreerd medisch specialistisch bedrijf (GMSB) is het duale leiderschap van medische professional en ziekenhuismanager. Op het niveau van de vakgroep/cluster zijn dit de specialistmanager en de clustermanager. De VMS ondersteunt dit duale besturingsprincipe en wil daarbij een sterke positie voor de specialistmanager bewerkstelligen. In 2004 is er binnen de VMS een discussie gestart gericht op de bezinning op en eventueel versterking van de positie van de specialist manager binnen het JBZ. Bedoeling is meer helderheid te krijgen over bevoegdheden, verantwoordelijkheden en mandatering van de specialist manager teneinde de invulling van het duaal management verder te versterken. Daarnaast dient helder gemaakt te worden welke positie de specialist manager heeft ten opzichte van de diverse functionarissen c.q. gremia binnen het JBZ. Tot slot wordt gewerkt aan visie op
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 60/152
de positie van specialist managers als collectief binnen het JBZ, dit ook in relatie met de VMS. Deze positioneringdiscussie zal in 2004 worden afgerond en de conclusies zullen waar mogelijk in 2005 worden geïmplementeerd en geëffectueerd.
4.4
Organisatie: Middelen
Ten behoeve van het bestuur van de VMS wordt getracht het aantal bestuursleden op tenminste 5 maar bij voorkeur 7 te houden. Indien dit niet haalbaar blijkt zal een roulatieschema voor vakgroepen worden opgesteld teneinde het Stafbestuur voldoende omvang te laten houden om zijn functie goed uit te kunnen oefenen. De maandelijkse VMS nieuwsbrief fungeert als een functionele informatiebron voor de leden van de VMS. Het bestuur van de VMS stelt jaarlijks beleidslijnen op die door de VMS moeten worden geaccordeerd. De realisatie van dit beleid wordt jaarlijks geëvalueerd vooraf aan het opstellen van de nieuwe lijnen. De leden van de Vereniging Medische Staf betalen contributie die wordt aangewend om de vergoedingen voor bestuursleden, de honorering van de ambtelijk secretaris, de secretariaatskosten en opleidings- en advieskosten t.b.v. de (leden van) de VMS te financieren. Ten aanzien van de vergoedingen voor bestuursleden en honorering ambtelijk secretaris wordt tevens een bijdrage van de Raad van Bestuur ontvangen.
4.5
Organisatie: Processen
4.5.1
Medische staf
Er zullen gesprekken worden gevoerd door het bestuur van de VMS met de verschillende vakgroepen met de intentie de plannen voor samenwerking en integratie te inventariseren, te concretiseren en uiteindelijk ook de intensiveren. Faciliteringsverzoeken in relatie hiermee zullen zoveel als mogelijk concreet worden uitgevoerd c.q. ingevuld.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 61/152
4.5.2
Materiele belangen
De doorberekening van kosten aan vrijgevestigd medisch specialisten voor diensten uitgevoerd door het ziekenhuis zal worden gevat in één JBZ-brede transparante uniforme regeling. Hiertoe wordt een harmonisatietraject in gang gezet door vertegenwoordigers van de VMS en de organisatie. Het harmonisatietraject is uiterlijk december 2004 afgerond. De uiteindelijke regelingen maken deel uit van het document medische staf JBZ en worden geïmplementeerd waarbij uitzonderingen worden geregistreerd en gecommuniceerd aan de beheerders van de regelingen. In de komende beleidsperiode dient te worden gekomen tot één vorm van interne verdeling van de honorariumlumpsum voor het gehele JBZ. De scheiding tussen de budgetten van voormalig BMC en CLZ dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk bij het aflopen van deze beleidsperiode te worden opgeheven. Een belangrijke voorwaarde hierbij zal zijn de intensivering van de samenwerking dan wel de integratie van de vakgroepen. Deze balans zal continue worden bewaakt.
4.6 Organisatie: Waardering door stafleden en ziekenhuispersoneel Het bestuur van de VMS en het daaraan gekoppelde secretariaat vormen een goed bereikbaar geheel dat op accurate en betrouwbare wijze zorgdraagt voor behandeling van vraagstukken vanuit het JBZ dan wel de VMS en communicatie daaromtrent. De overige geledingen binnen het JBZ weten het Stafbestuur en het secretariaat te vinden in geval van vragen. De VMS leden participeren actief in ziekenhuiscommissies en bij ziekenhuisbrede activiteiten. De belangstelling van de leden voor VMS-bijeenkomsten en stafcommissies wordt gezien als belangrijke graadmeter voor de waardering van de stafleden voor het beleid en de activiteiten van de vereniging. Het verenigingsbestuur streeft naar een optimalisering van de waardering door stafleden waarbij het belang van de medische staf als geheel prevaleert boven het belang van individuele leden. Naast waardering door stafleden streeft het Stafbestuur naar waardering door medewerkers van het ziekenhuis. De intensieve samenwerking met
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 62/152
het ziekenhuismanagement, die het besturingsconcept met zich meebrengt, vereist investering in een goede relatie met de betrokken partijen. 4.7
Organisatie: Waardering door de stakeholders
De waardering door de stakeholders voor de VMS en de organisatie van de zorg komt tot uiting in de goede relatie die de VMS onderhoudt met deze partijen. 4.8
Organisatie: Waardering door de maatschappij
Het JBZ is een goed toegankelijk ziekenhuis waarin de patiënt op duidelijke wijze zijn of haar weg kan vinden en op een efficiënte en patiëntvriendelijke wijze geholpen wordt. De waardering komt tot uiting in behoud c.q. verruiming van de adherentie van het JBZ en in een goede relatie met de patiënten- en consumentenorganisaties in de regio. Verder staat de VMS open voor contacten met de media om op deze wijze het maatschappelijk belang van een goed toegankelijke gezondheidszorg te benadrukken. 4.9
Organisatie: Resultaten
De VMS rapporteert door middel van het jaarverslag van de VMS over de activiteiten van de vereniging. De medisch inhoudelijke ontwikkeling worden tweejaarlijks in een apart medisch inhoudelijk supplement bij de jaarverslagen uitgebracht en wordt samengesteld uit de jaarverslagen van de verschillende vakgroepen. Het jaarverslag van de VMS rapporteert tevens over de beleidslijnen van de VMS en de daarop behaalde resultaten. De financiële positie van de VMS wordt aan de hand van een jaarrekening verantwoord door de penningmeester.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 63/152
Relaties 5.1
Visie op relaties
De VMS is zich ervan bewust dat zij haar doelstellingen niet kan bereiken zonder hulp van anderen. Anderzijds beschikt de VMS met haar leden over kennis en uitvoerende mogelijkheden die voor andere partijen van belang zijn. Om die reden werkt de VMS aan het opbouwen en onderhouden van goede contacten met andere partijen die op het gebied van de gezondheidszorg actief zijn. Uiteindelijk doel is het creëren van een zorgcontinuüm binnen de regio. Tot de onderscheiden partijen, waarvan sommige ook wel aangeduid met de term stakeholders, behoren: De eerste en derde lijn inclusief het Medisch Coördinerend Centrum (MCC); Opleidingsinstellingen waaronder universitaire centra en STZziekenhuizen; Ziekenhuis Bernhoven waarmee het JBZ een regio vormt; Zorgverzekeraars, met name VGZ en CZ; Overheidsinstellingen zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGz); Vertegenwoordigers van in het JBZ werkende beroepsgroepen zoals de OndernemingsRaad (OR) en de Verpleegkundige Advies Raad (VAR); Vertegenwoordigers van de patiënten in de vorm van de Cliënten Advies Raad (CAR); Koepelorganisaties zoals de Orde van Medisch Specialisten (OMS), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Stichting Topklinische Ziekenhuizen (STZ) en Nationaal Platform Consumenten Federatie (NPCF); Vertegenwoordigers van de media.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 64/152
5.2
Relaties: Strategie en beleid
De VMS onderhoudt via haar bestuur contacten met de stakeholders van het JBZ. Doel van deze contacten is het uitwisselen van informatie en het uitoefenen van invloed op processen die zich buiten de VMS afspelen. De contacten vinden in principe plaats tijdens bijeenkomsten waarvan verslagen worden gemaakt. Namens de VMS kan het Stafbestuur, een delegatie hiervan of in bijzondere gevallen een delegatie van gewone leden aan het overleg deelnemen. Een afschrift van het verslag wordt aan het Stafbestuur ter beschikking gesteld. 5.2.1
Transmurale relaties
De zorg rondom patiënten beperkt zich in veel gevallen niet tot de medisch specialistische zorg zoals deze in het ziekenhuis wordt verleend. Veelvuldig is er sprake van een keten van zorgprocessen binnen en buiten het ziekenhuis die idealiter zodanig georganiseerd zijn dat een vloeiend optimaal zorgcontinuüm ontstaat. Het JBZ realiseert zich dat dit laatste zeker nog niet het geval is maar acht het werken aan een zorgcontinuüm wel uitermate belangrijk gezien de toenemende vergrijzing en het realiseren van efficiënt gebruik van voorzieningen. In dit kader wordt intensief gewerkt aan het maken en ten uitvoer brengen van transmurale samenwerkingsafspraken met de diverse zorgorganisaties in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis. Dit komt binnen de ziekenhuismuren ook tot uiting in de samenwerking met diverse professionals vanuit externe geledingen die de intramurale zorg met hun kennis en expertise versterken (bv. Palliatieve consulenten). De VMS wil in de komende beleidsperiode de bestaande relaties met de derde en vooral de eerste lijn versterken daar de relatie van de ziekenhuisorganisatie hiermee het meest direct relevant is. De VMS intensiveert de relatie met de eerste lijn (m.n. huisartsen) en maakt afspraken over verwijsmethoden
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 65/152
en (digitale) toegankelijkheid van het ziekenhuis voor de collegae uit de eerste lijn. Met een vertegenwoordiging van de Districts HuisartsenVereniging (DHV) wordt samen met de directeur van het MCC op bestuurlijk niveau vier keer per jaar overleg gevoerd. De VMS onderhoudt de relatie met de derde lijn (verzorgingshuizen, GGz) en intensiveert deze ten behoeve van de patiëntendoorstroom (dit in relatie tot toenemende vergrijzing van de populatie). 5.2.2
Relaties met opleidingsinstellingen
De VMS hecht eraan om de ambities aangaande onderwijs en opleiden goed af te stemmen met de overige aanbieders op dit terrein, in het bijzonder de betreffende UMC’s en de andere STZ-ziekenhuizen. Recent is de landelijke verdeling in academische onderwijs- en opleidingsregio’s (AOOR) tot stand gekomen. Hierbij is het JBZ ingedeeld in de AOOR rond het UMC St Radboud, van oudsher onze belangrijkste partner voor onderwijs en de meeste opleidingen. Uitdrukkelijk is bij de indeling de mogelijkheid open gehouden om andere, vaak in verleden gerealiseerde, samenwerkingsverbanden te respecteren. Samenwerking in de AOOR gebeurt aan de hand van de te realiseren onderwijs- en opleidingsprogramma’s. Hierbij kan goed gebruik worden gemaakt van elkaars mogelijkheden. Het valt te verwachten dat de samenwerking binnen een AOOR de komende periode in belangrijke mate zal toenemen, zowel op organisatorisch als professioneel gebied. Voor het JBZ zijn er goede mogelijkheden zich verder te profileren als Teaching Hospital. Goed onderwijs en goede opleidingen dienen samen te gaan met een goede financiering. Inmiddels zijn er passende afspraken omtrent het klinisch onderwijs ten behoeve van de co-assistenten gerealiseerd. Ook de instroom van extra uitbreidingsplaatsen komt in een constructief overleg tussen de AOOR partners en zorgverzekeraars tot stand. Goede samenwerking is ook op termijn de beste garantie voor een gezonde financiële situatie rond opleiden. 5.2.3
Relaties met ziekenhuizen in de regio
De VMS hecht eraan om de hoge ambities aangaande de ontwikkeling van regionale functies af te stemmen met de overige partners in de regio teneinde het zorgaanbod in de regio zo goed mogelijk te spreiden. De VMS hecht aan een voortzetting en intensivering van de bestaande relaties van diverse vakgroepen met de ziekenhuizen in de regio. Hierbij staat de kwaliteit van patiëntenzorg op de voorgrond. Onderhandelingspunten worden vooraf
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 66/152
onderling afgestemd. Bespreken van de onderhandelingspunten met vertegenwoordigers van de ziekenhuizen in de regio vindt plaats in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de VMS (betreffende vakgroepen). Het structureel overleg met het Stafbestuur van ziekenhuis Bernhoven (ROB, Regionaal Overleg stafBesturen)) is in goed overleg verplaatst naar het gezamenlijk overleg tussen beide ziekenhuizen in de regio Noordoost Brabant (ROZ, Regionaal Overleg Ziekenhuizen). Vanuit het bestuur van het JBZ is de adjunct directeur verantwoordelijk voor evaluatie van het afgesloten contract m.b.t. de economische onderdelen. De vakdeskundige is verantwoordelijk van voor de contacten in de klinische praktijk. Aan het contractueel afgesproken jaarlijks overleg dient uitvoering te worden gegeven in een overleg bestaande uit vertegenwoordigers van het management en de betrokken vakgroepen. 5.2.4
Relatie met zorgverzekeraars
De VMS erkent de zorgverzekeraar als belangrijke factor in het faciliteren van de medisch specialistische zorg binnen het JBZ die in de nieuwe financieringssystematiek met DBC’s en marktwerking ook een steeds belangrijker onderhandelingspartner wordt. De VMS profileert zich derhalve als een gelijkwaardig gesprekspartner in alle vormen van overleg tussen ziekenhuis en zorgverzekeraars. Vertegenwoordigers van de VMS zijn aanwezig bij alle overlegvormen tussen JBZ en zorgverzekeraars. Binnen de VMS worden onderhandelingspunten richting zorgverzekeraars vooraf onderling afgestemd. De contacten tussen zorgverzekeraars en medisch specialisten verlopen derhalve in principe via de vaste stafvertegenwoordiging. In voorkomende gevallen kunnen individuele medisch specialisten in een overleg worden uitgenodigd om een toelichting te geven op een voor hun specialisme specifiek onderdeel in de onderhandelingen. Het ziekenhuis kent twee vormen van structureel formeel overleg met de zorgverzekeraars. Beide overlegvormen worden respectievelijk aangeduid met strategisch en tactisch overleg. Een vertegenwoordiging van het VMS-bestuur en de vrijgevestigde VMS-leden is in principe alleen bij het eerstgenoemde overleg aanwezig. Het verschil tussen beide overlegvormen is in de praktijk echter niet altijd even duidelijk.Om deze reden streeft de VMS naar een vertegenwoordiging in alle overlegvormen met de zorgverzekeraars.Doel van deze aanwezigheid is het direct vernemen van standpunten van verzekeraars en deze beïnvloeden, en het verstrekken van met name medisch inhoudelijke informatie die voor de besluitvorming van belang kan zijn.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 67/152
5.2.5
Relatie met vertegenwoordigers uit de JBZ-organisatie
De VMS is zich bewust van de rol van medewerkers en verpleegkundigen in het bijzonder binnen het totale beleid van het JBZ. Vanuit dit besef hecht de VMS aan het onderhouden van goed en intensief contact met de vertegenwoordiging van deze geledingen. De contacten met de clustermanagers zijn nog zeer beperkt wat gezien hun rol binnen de JBZ-organisatie als onwenselijk wordt beschouwd. In de beleidsperiode zal gezocht worden naar een manier om de communicatie met de clustermanagers te verbeteren. De VMS, met name vertegenwoordigd door het Stafbestuur, onderhoudt intensieve contacten met de OR en de VAR teneinde bij beleidsvorming en praktijkvoering de belangen van alle betrokken partijen binnen het JBZ zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Het bestuur van de VMS betrekt hun standpunten bij het ontwikkelen van beleid resp. voorbereiden van besluitvorming. Drie tot vier maal per jaar overlegt het Stafbestuur met de OndernemingsRaad van het ziekenhuis.Onderwerpen voor dit overleg zijn de algehele situatie van het ziekenhuis, de organisatie van het ziekenhuis, afstemming inzake specifieke adviesaanvragen van de Raad van Bestuur en de relatie tussen ziekenhuismedewerkers en VMS-leden. De communicatie met de Verpleegkundige AdviesRaad zal voorlopig nog alleen op ad hoc basis plaats vinden. 5.2.6
Relatie met cliënten
De VMS is van mening dat de cliënt een belangrijke bijdrage levert aan het ontwikkelen van ziekenhuis- en medisch beleid. De VMS onderhoudt regelmatig contact met de Cliënten AdviesRaad (CAR) van het JBZ in het kader van afstemming van standpunten en signalering van knelpunten. Het Stafbestuur wil zich middels de CAR laten informeren over activiteiten van het Nationaal Patiënten en Consumenten Platform (NPCP) die voor het JBZ van belang zijn.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 68/152
5.2.7
Relatie met koepelorganisaties
De VMS hecht waarde aan de visie van koepelorganisaties in landelijke beleidszaken en wil zich spiegelen aan deze visie. De VMS volgt de ontwikkelingen bij koepelorganisaties en vertaalt deze, voor zover van toepassing, naar de JBZ situatie. Vertegenwoordigers van de VMS participeren in vergaderingen en bijeenkomsten van koepelorganisaties die van belang zijn voor het JBZ. De VMS maakt gebruik van de expertise van koepelorganisaties bij het voorbereiden van beleid en bepalen van standpunten. 5.2.8
Relatie met de media
Het JBZ onderhoudt via de afdeling Communicatie goede contacten met de media zowel lokaal als landelijk en tracht via deze weg de nieuwe ontwikkelingen en activiteiten van het JBZ naar buiten te brengen. Ook de leden van de VMS spannen zich in om nieuwe ontwikkelingen dan wel belangwekkende andere zaken die voor (potentiële) cliënten van belang kunnen zijn op de juiste wijze via de media naar buiten te brengen. In de media blijft de bevolking van het adherentiegebied geïnformeerd over de dynamiek van het JBZ. Leden van de VMS dragen hier actief aan bij door ontwikkelingen die van belang kunnen zijn voor brede communicatie te signaleren en deze af te stemmen met de afdeling Communicatie van het JBZ. Indien contacten met de media rechtstreeks met leden van de VMS verlopen dragen deze er zorg voor dat zij de afdeling Communicatie van het JBZ hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte stellen. In alle gevallen behouden de medische professionals in deze contacten hun professionele autonomie, de rol van de afdeling Communicatie betreft de wijze van communiceren en de organisatie daaromheen. Drie tot vier keer per jaar heeft het Stafbestuur overleg met de afdeling Communicatie van het ziekenhuis. Dit overleg is bedoeld om afstemming te verkrijgen m.b.t. de onderwerpen die vanuit de VMS richting media gecommuniceerd moeten worden en de wijze waarop dit dient te gebeuren.
5.3
Relaties: Stafleden/Mensen
Het onderhouden van relaties is mensenwerk. Voor de VMS verloopt het onderhouden van de relaties op verschillende niveau’s. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen bestuurlijke en vakinhoudelijke contacten.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 69/152
5.3.1
Het Bestuur van de VMS
Het Stafbestuur onderhoudt relaties op bestuurlijk niveau met de belangrijkste stakeholders zoals in paragraaf 5.2 genoemd. De VMS-bestuursleden nemen actief deel aan de diverse overlegvormen waarbij het VMS-beleidsplan en het medisch beleidsplan een leidraad zijn voor de te geven inbreng. De resultaten van het overleg worden besproken in de Stafbestuursvergaderingen en indien daartoe aanleiding bestaat worden de VMS-leden geïnformeerd of geconsulteerd via stafvergadering en/of nieuwsbrief. In een aantal gevallen kan het Stafbestuur haar vertegenwoordiging overdragen aan een gewoon lid waarvan bekend is dat deze goed thuis is in de materie of omwille van continuïteit. Voorbeelden hiervan zijn de vertegenwoordiging binnen STZ-verband en de contacten in het kader van opleiding en onderzoek (UMCN, Alysis, CWZ en JBZ). 5.3.2
De stafleden
Voor het onderhouden van een aantal contacten is de VMS vrijwel geheel afhankelijk van haar leden. De contacten met de eerste lijn (huisartsen, verloskundigen etc.) worden hierbij als de belangrijkste beschouwd. De contacten zijn vrijwel altijd vakinhoudelijk van aard. De VMS wil deze contacten stimuleren door de beschikbaarheid van communicatiemiddelen (telefoon, e-mail, toegang tot Medic@net; zie paragraaf 5.4) te bevorderen en het maken van goede afspraken inzake het gebruik ervan. Aangezien contacten tussen mensen vergemakkelijkt worden wanneer men elkaar beter kent werkt de VMS van harte mee aan bijeenkomsten die voor deze beroepsgroepen georganiseerd worden en organiseert zij zelf jaarlijks een aantal themabijeenkomsten waarvoor collega’s van de eerste lijn uitgenodigd worden. Behoudens de contacten met de eerste lijn vervullen de VMS-leden ook een belangrijke rol bij het onderhouden van contacten met de onderscheiden beroepsverenigingen. De VMS steunt leden die binnen hun beroepsgroep bestuurlijk actief zijn en is er zich hierbij van bewust dat op deze wijze vanuit het JBZ indirect invloed op landelijk niveau uitgeoefend kan worden en dat dit bijdraagt aan een positieve beeldvorming van het JBZ.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 70/152
5.4
Relaties: Middelen
Voor het onderhouden van contacten staan diverse middelen ter beschikking uiteenlopend van een lijfelijke bijeenkomst tot geavanceerde communicatiemiddelen waarbij gebruik gemaakt wordt van het internet. Daarnaast beschikt het JBZ over (medische hulp)middelen waarvoor bij enkele stakeholders belangstelling bestaat voor medegebruik. 5.4.1
Conventionele middelen
De VMS ziet het belang in van de conventionele middelen voor het onderhouden van contacten zoals vergaderingen, periodieken en telefonie. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat deze methoden van communiceren een aantal aspecten bezitten die niet vervangbaar zijn zoals de non-verbale communicatie tijdens vergaderingen, de toevalsfactor en aantrekkingskracht van tijdschriften en de directe terugkoppeling bij telefoongesprekken. Deze aspecten zijn echter niet voor elk communicatie doel van belang en rechtvaardigen dan niet de nadelen die aan de conventionele werkwijzen verbonden zitten zoals het arbeidsintensief zijn, de hoge druk en distributiekosten en slechte bereikbaarheid. Om die reden wil de VMS waar mogelijk gebruik maken van meer geavanceerde alternatieven. 5.4.2
Moderne communicatie middelen
De VMS rekent tot de moderne haar ter beschikking staande communicatie middelen: Elektronische post (e-mail). Eind 2004 zijn alle VMS-leden aangesloten op het ziekenhuis netwerk Medic@net. Hiervan wordt gebruik gemaakt voor de distributie van de maandelijkse en incidentele stafstukken. m.u.v. de VMS-Nieuwsbrief. Het gebruik van e-mail voor het uitwisselen van informatie tussen VMS-leden zal worden aangemoedigd en het Stafbestuur vervult hierbij een voorbeeldfunctie. Het e-mail middel zal ook ingezet worden t.b.v. de communicatie met de collega’s uit de eerste (en derde) lijn. Om wildgroei te voorkomen en efficiënt gebruik van het middel te bevorderen zal door de VMS een gedragscode voor het gebruik van e-mail worden opgesteld;
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 71/152
Mobiele telefonie (GSM). Vele VMS-leden beschikken over mobiele telefoontoestellen (cellular telephones) en maken hier binnen de ziekenhuisomgeving gebruik van. Formeel is het gebruik van GSMtoestellen binnen een aantal kritische klinische afdelingen niet toegestaan. Het ziekenhuismanagement zal worden gevraagd te onderzoeken of het gebruik van GSM-toestellen onder bepaalde voorwaarden voor het gehele ziekenhuis kan worden vrijgegeven. Het gebruik van mobiele telefonie kan met name voor het contact met huisartsen een uitkomst bieden. De VMS zal onderzoeken onder welke voorwaarden mobiele nummers van VMSleden voor gebruik door huisartsen kunnen worden vrijgegeven; WEB-site. Informatie bestemd voor patiënten zal worden gepubliceerd op de WEB-pagina’s van het ziekenhuis. De VMS wil in 2006 beschikken over een eigen (afgeschermde) WEB-site of een via het Medic@net te bereiken map. De eigen site of map is bedoeld voor verenigingsnieuws en medisch inhoudelijke informatie, indien mogelijk ook bestemd voor collega’s van de eerste en derde lijn (o.a. behandelprototcollen en – adviezen).Een uitgewerkt plan van aanpak en richtlijnen voor gebruik moeten in 2005 gereed zijn; Geavanceerde WEB-toepassingen. Het WEB kan gebruikt worden voor een aantal bijzondere toepassingen zoals enquêtering, overdracht van beeldinformatie en het downloaden van programmatuur en informatie bestanden.De VMS wil zich actief op dit gebied gaan opstellen en bezien in hoeverre gebruik t.b.v. verenigingsactiviteiten tot de mogelijkheden behoort. 5.4.3
Het (regionaal) delen van middelen
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis beschikt als grote organisatie over een uitgebreide (medisch technologische) infrastructuur. De VMS gaat er van uit dat in principe al haar leden hier toegang tot hebben ongeacht de locatie waar zij werkzaam zijn. Beperkende factoren zijn de bezetting van de middelen, beschikbaarheid van ondersteunend personeel en de bij de potentiële gebruiker aanwezige kennis en ervaring. VMS-leden worden gestimuleerd van elkaars faciliteiten en kennis gebruik te maken voor de behandeling van hun patiënten. Historische barrières worden daarbij niet als excuus aanvaard.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 72/152
Voor een aantal investeringen zoals positron emissie tomografie (PET), gamma camera, haemodialyse- en PCR-apparatuur (polymerase chain reaction) geldt dat deze een regionale functie hebben. Deze apparatuur staat in principe ook ter beschikking voor patiënten buiten het verzorgingsgebied van het JBZ, met name voor patiënten die voor medische zorg zijn aangewezen op ziekenhuis Bernhoven. Behoudens voor de tweede lijns zorg kunnen medisch technologische faciliteiten (zoals inspanningsonderzoek, echografie, longfunctieonderzoek, endoscopisch onderzoek) ook ingezet worden t.b.v. de eerste lijn, met name de huisartsenzorg. De VMS staat positief tegenover gebruik van de JBZinfrastructuur door de eerste lijn vooropgesteld dat de aanvrager aantoonbaar in staat is onderzoeksresultaten op hun merites te beoordelen. VMS-leden zijn bereid de hiervoor noodzakelijke nascholing te verzorgen.
5.5
Relaties: Processen
Het onderhouden van relaties met andere partijen verloopt middels een aantal processen zoals overleg, voordrachten en projecten. Afhankelijk van de aard van de contacten en het gezamenlijk doel wordt van een of een combinatie van deze processen gebruik gemaakt. 5.5.1
Thema bijeenkomsten
De VMS organiseert periodiek interactieve bijeenkomsten omtrent een maatschappelijk thema bedoeld voor eigen leden, medische professionals uit andere sectoren en verpleegkundigen. Op deze wijze poogt de VMS om te komen tot uitwisseling van standpunten en het ontwikkelen van kennis over standpunten en wensen vanuit verschillende beroepsgroepen. Externe inleiders zorgen voor de aanzet van een brede interactieve discussie tussen en met elkaar. In 2003 werd een eerste debat georganiseerd rondom het thema euthanasie. Deze activiteit zal gedurende de beleidsperiode tenminste eens per jaar worden voortgezet waarbij met diverse gremia binnen en buiten het ziekenhuis samenwerking zal worden gezocht (o.a. VAR, DHV).
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 73/152
5.5.2
Samenwerkingsprojecten
Met de externe relaties van de VMS lopen verschillende projecten. De VMS wil zich bewust zijn van de projecten die lopen en de zin en het rendement ervan. Daartoe worden deze projecten en de status ervan jaarlijks geïnventariseerd. Twijfelachtige en niet goed lopende projecten moeten door het Stafbestuur en de leden beoordeeld worden. Deze beoordeling kan leiden tot stopzetting of beëindiging van medewerking door de VMS.
5.6
Relaties: Waardering door VMS leden
VMS-leden worden gestimuleerd zelf relaties met externe partijen op te bouwen en te onderhouden en zonodig hierbij door het Stafbestuur ondersteund.. De doelgroepen waar het hier om gaat zijn met name de huisartsen en de beroepsverenigingen. Dit biedt voor de vereniging de mogelijkheid op grote schaal relaties aan te knopen en te onderhouden om zich hierdoor goed geïnformeerd te weten en zonodig invloed uit te kunnen oefenen.. Bovendien zal naar verwachting de waardering bij de leden voor de activiteiten op dit gebied van het Stafbestuur hierdoor toenemen. 5.7
Relaties: Waardering door de stakeholders
Zoals in paragraaf 5.2 is uitgewerkt onderhoudt het Stafbestuur relaties met de belangrijkste stakeholders van het JBZ. Het onderhouden van een goede relatie wordt beschouwd als een wederzijdse blijk van waardering. Het Stafbestuur reageert op alle informatie die door de stakeholders aan de VMS ter beschikking wordt gesteld en informeert deze gevraagd en ongevraagd over activiteiten van haar leden en belangrijke vorderingen van de vereniging. Daarnaast organiseert de VMS regelmatig themabijeenkomsten waarvoor ook de stakeholders worden uitgenodigd.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 74/152
5.8
Relaties: Waardering door de Maatschappij
Het leveren van medisch specialistische zorg wordt door de VMS gezien als een activiteit van hoge maatschappelijke waarde. In dit licht wordt veel waarde gehecht aan maatschappelijke waardering. Deze wordt o.a. afgelezen uit wat de media over het JBZ schrijven. De VMS staat open voor contacten met de media waarbij zij zich aansluit bij het protocol van het ziekenhuis. Naast de media staat de VMS ook open voor contacten met politici en bestuurders, zowel op lokaal en provinciaal niveau als wel op landelijk niveau. Met het oog op kwalitatief goede (en voor het JBZ gunstige) besluitvorming wordt in deze contacten getracht geïnteresseerden goed te informeren over het ziekenhuis in z’n algemeenheid en de VMS-leden in het bijzonder. Speciale aandacht gaat nog uit naar organisaties die opkomen voor het belang van de patiënt zoals het Nationaal Patiënten en Consumenten Platform en de Consumentenbond. 5.9
Relaties: Resultaten
Als resultaat van haar inspanningen op het gebied van relaties ziet de VMS het bestaan van goede structurele overlegvormen met genoemde partijen en daarmee een stevig zorgcontinuüm in de regio.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 75/152
Vakgroepen Op de volgende pagina’s wordt een profielschets gegeven van de vakgroepen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis die tezamen de Vereniging Medische Staf vormen. De vakgroepen zijn ingedeeld per specialisme en het geschetste beeld vindt ook per specialisme plaats. Allereerst wordt ingegaan op de integratiestatus voor zover er nog geen sprake is van één JBZ-brede vakgroep. Een kort statistisch overzicht van bezetting (specialisten en assistenten), productie en de taken van het specialisme completeert het beeld. Voorts wordt ingegaan op een aantal onderwerpen als ontwikkeling van het vakgebied, opleiding en wetenschappelijk onderzoek, multidisciplinaire samenwerking, kwaliteitsbeleid en klantgerichtheid. De eigen visie van de vakgroepen op deze onderwerpen wordt gegeven.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 76/152
Anesthesiologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Anesthesiologie (BMC en CLZ) die een beperkte mate van samenwerking hebben. Er vinden oriënterende gesprekken plaats maar door onzekerheden in de toekomst wordt nog niet gestreefd naar integratie op korte termijn. Van fusie tussen beide vakgroepen is sprake bij het betrekken van de nieuwbouw. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s:
9 8 0 0
5,7 6 0 0
Productie EAC (BMC) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
300 280 10
Taken Het kunstmatig teweeg brengen van een toestand waarin potentieel nadelige prikkels niet, of sterk afgezwakt, tot het centraal zenuwstelsel kunnen doordringen ter preventie van schadelijke gevolgen. (BMC: ook met behulp van locoregionale technieken.); Het leveren van pre-, per- en postoperatieve anesthesielogische zorg; Opvang traumatologi, spoedeisende hulp (SEH) en reanimatie; Intensive care; Tot de subspecialisaties van het specialisme behoren: pijnbestrijding (BMC: o.a. benigne en maligne pijn, epiduraal anesthesie bij de partus etc.) en kinderbronchologie,. Professionele ontwikkelingen Het opzetten van medium care of recovery afdeling. De beschikbaarheid over 24uurs recovery faciliteiten worden gezien als essentieel voor adequate patientenzorg in een STZ ziekenhuis. Huidige situatie voldoet momenteel niet aan de professionele standaard. Tevens essentieel voor het verkrijgen van opleiding in een teaching hospital; Preoperatieve screening wordt mede in het licht van de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO) gezien als een speerpunt van beleid. Wetenschappelijke activiteiten Momenteel wordt onderzoek verricht op het gebied van regionale technieken (BMC). Dit wordt in de toekomst uitgebreid met een multicenter trial. Blijft ondergeschikt aan de directe patientenzorg. Nieuwe middelen en methoden voor de anesthesiologische praktijkvoering worden onderzocht en met oude bestaande middelen en methoden vergeleken. Overige relevante onderzoeksrichtingen zijn: postoperatieve pijnbestrijding met intra veneus toedienbare COX-2 remmers.(Dynastat). Met als voordeel minder arbeidsintensief voor verpleegkundigen (2 x per 24 uur toedienen)
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 77/152 Opleiding De vakgroep anesthesiologie BMC overweegt te starten met de opleiding anesthesiologie. De aanvraag is voorlopig afgewezen. vanwege het ontbreken van een 24-uurs recovery en een pre-operatieve polikliniek. Dit is inmidels de vierde visitatie die hier op wijst. Desondanks lukt het niet om i.s.m. de JBZ-organisatie hierin verandering aan te brengen. De anesthesiologie BMC participeert in het onderwijsprogramma intensive care voor de arts-assistenten interne geneeskunde. Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van de polikliniek pijnbestrijding is er samenwerking met de specialismen Interne Geneeskunde, Neurologie, Revalidatie, Heelkunde, Huisartsengeneeskunde, Orthopaedie en Neurochirurgie. Daarnaast wordt nauw samengewerkt met de vakgroep IC-geneeskunde en het samenwerkingsverband Spoedeisende Geneeskunde. Kwaliteitsbeleid Het specialisme zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Dit gebeurt o.a. door het ontwikkelen van een complicatie registratie. Automatisering van en dataaquisitie bij geleverde behandelingen worden gezien als belangrijke voorwaarden om te komen tot een goede kwaliteit. Vanuit de BMCvakgroep wordt herhaaldelijk aangedrongen op het opzetten van pre-operatieve screening en 24-uurs recovery. Het op peil houden van het kennisniveau binnen de afdeling vindt o.a. plaats door het drie tot vier maal per jaar verzorgen van een afdelings brede refereeravond (BMC). Klantgerichtheid De vakgroepen Anesthesiologie dragen zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Daarnaast is er aandacht voor preoperatieve screening en voorlichting.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 78/152
Cardiologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Cardiologie (BMC en CLZ) die een zekere mate van samenwerking hebben. De visie op de integratie is verwoord in het document 'toekomstvisie en beleidslijnen 2003-2008' dat door beide vakgroepen is opgesteld. Er is een Genootschap Bossche Cardiologen opgericht met als doel het houden van gezamenlijke refeeravonden en gestructureerd inhoudelijk overleg over het integratietraject Beide vakgroep zien een intensiever contact tussen het stafbestuur en de vakgroepen als een aandachtspunt m.b.t. verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen de vakgroepen.en het realiseren van de vakinhoudelijke ambitites. Er wordt gestreefd naar één organisatie per 01-01-2007. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s * ) stijging verwacht
7 8 5 4
4 4 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
12.500 6.000 2.300 1.300 60 450* 18.000 11.000
Taken Diagnose en behandeling van patiënten met zowel acute als chronische aandoeningen aan hart en bloedvaten op een kwalitatief topniveau met behoud van adequaat volume; Een uitgebreide beschrijving van de taken van de vakgroepen Cardiologie is te vinden in het document 'toekomstvisie en beleidslijnen 2003-2008' van de gezamenlijke vakgroepen cardiologie GZG/WAZ/CLZ Professionele ontwikkelingen Ontwikkeling van interventiecardiologie (PTCA) in het JBZ (zie ook het document 'toekomstvisie en beleidslijnen 2003-2008’); Verfijning en uitbreiding echocardiografisch laboratorium; Instellen van adolescentenpoliklliniek congenitale hartaandoeningen; Uitbreiding implementatie biventriculaire pacemakers en toepassing ICD Wetenschappelijke activiteiten De vakgroepen van het specialisme cardiologie ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Momenteel beperkt eigen onderzoek door de omvang van de praktijk, wel deelname aan internationale studies. Opleiding De BMC-vakgroep Cardiologie is in het bezit van een erkenning voor de B-opleiding. Beide vakgroepen staan positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zullen, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 79/152 Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van nucleaire myocardperfusiescans wordt samengewerkt met de vakgroep Nucleaire Geneeskunde. De vakgroep Klinische Fysica is als ondersteunend specialisme betrokken bij kunstmatige hartstimulatie (pacemaker technologie). Samen met de specialismen Neurologie, Chirurgie en Interne Geneeskunde wordt gewerkt aan een zogenaamde Vaatpoli. De cardiologen zijn samen met chirurgen, intensivisten, internisten en anesthesisten betrokken bij de opleiding van SEH-artsen. De BMCvakgroep Cardiologie is betrokken bij de valpoli van de afdeling Geriatrie. Kwaliteitsbeleid De vakgroep Cardiologie zet zich in voor het op topniveau uitoefenen van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INK-kwaliteitssysteem als kader. Een terugkerend thema is de vervanging van klinische zorg door poliklinische zorg (zie ook Document Toekomstvisie en Beleidslijnen 2003-2008). Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. De klantgerichtheid van het specialisme wordt verbeterd door het reorganiseren van de Acute Opvang van patiënten via een observatie-unit. Gevolg: het bekorten van de opnametijd. Tevens het toegankelijk maken van echocardiografie voor de huisarts. Verdere verbetering wordt bereikt door het runnen van een Hartfalenpolikliniek; betere voorlichting en begeleiding van een patiënt met hartfalen heeft betere kwaliteit van leven en vermindering van het aantal opnames tot gevolg. De realisatie van het project thuistrombose wordt gezien als een belangrijke stap voorwaarts in de dienstverlening aan de patiënten.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 80/152
Dermatologie Profiel Het specialisme wordt in het JBZ vertegenwoordigd door één vakgroep Dermatologie (stadsmaatschap). De poliklinische zorg wordt verleend op de locatie WAZ van waaruit consulten worden verleend t.b.v. klinische patiënten op de GZG en Carolus locatie. Op de locatie Liduina wordt nog door een externe dermatoloog voor 2 uren per week poliklinische zorg verleend. Bij vertrek van deze collega wordt deze zorg door de stadsmaatschap overgenomen. Formatie Productie FTE: (BMC) 4,3* EAC (BMC) 9.700** * Opnamen 40 Personen 5 AIO’s 0 Dagverpleging 5** AGNIO’s 0 Verpleegdagen 1.700 * ) exclusief 0,2 fte c.q. 1 persoon op locatie Liduina **) stijging verwacht Taken Diagnose en behandeling van patiënten met huidaandoeningen; Diagnose en behandeling van patiënten met geslachtsziekten; Dermatochirurgie; Cosmetische dermatologie. Professionele ontwikkelingen Uitbreiden behandelmethoden (behoud en verbreding patiëntenpopulatie, verhoging kwaliteit). Voorbeelden zijn uitbouw dagbehandeling (ulcera cruris, eczeem, psoriasis); Verder uitbouwen cosmetische activiteiten en laserbehandelingen, ook van varices, samen met plastici en chirurgen. Dit vereist de beschikbaarheid van een moderne gecombineerde vaat-/pigmentlaser of IPL, huidtherapeute en verdere subspecialisatie van de dermatologen; Digitalisering fotografie, patientenfotografie voor evalueren beloop/therapie en ook voor intercollegiaal overleg. Hiervoor is de beschikbaarheid van digitale foto/videoapparatuur en software noodzakelijk (ondersteuning ICT afdeling bij leerproces); Het uitbouwen van oncologische zorg o.a. door het opzetten fotodynamische therapie (PDT) voor (pre)maligne afwijkingen; Als nieuwbouw betrokken wordt, moet er op de polikliniek dermatologie de mogelijkheid komen voor dagbehandeling en lichttherapie en het opzetten van sclerocompressietherapie onder duplexgeleiding. Deze activiteiten vereisen naast subspecialisatie binnen de groep dermatologen gespecialiseerde verpleegkundigen (decubitus, dagbehandeling) en medische hulpmiddelen als mobiele duplexapparatuur, lichtbron t.b.v. PDT. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep Dermatologie is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroep Dermatologie ondersteunt
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 81/152 wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. De vakgroep neemt deel aan projecten ulcus cruris via Universitair Medisch Centrum Nijmegen. Ten behoeve van diverse wetenschappelijke bijeenkomsten wordt casuistiek uitgewerkt en gepresenteerd. Opleiding De vakgroep voldoet aan opleidingseisen en voert een actieve lobby bij de universitaire opleiding van het UMC Nijmegen om met opleiden te starten. Een visitatie is in 2004 gepland. De vakgroep Dermatologie staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken.. Multidisciplinaire samenwerking Er is een goede samenwerking met diverse specialismen op ad hoc basis (reumatologie,kindergeneeskunde, plastische chirurgie, chirurgie, pathologen, internisten, geriaters). Multidisciplinair overleg ronde auto-immuunziekten reeds gestart met reumatologen, internisten en kinderartsen. De maandelijkse PA-bespreking met de pathologen zal opgestart worden in 2004. Binnen de decubituscommissie is er een nauwe samenwerking met de plastisch chirurgen en algemeen chirurgen. Kwaliteitsbeleid De vakgroep Dermatologie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied, wil voldoen aan kwaliteitseisen WetenschappelijkeVereninging voor Dermatologie (NVDV). Er wordt doorlopend via kleine of grotere projecten gewerkt aan kwaliteitsverbeteringe. Belangrijk instrument hiervoor zijn visitatierapporten NVDV. Een belangrijk aandachtsgebied in dit verband is de reductie van decubitus bij klinische patiënten. Overige kwaliteitsinitiatieven zijn genoemd onder professionele ontwikkelingen. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Activiteiten die de dienstverlening aan de patiënt moeten verbeteren zijn verbetering van de telefonische bereikbaarheid van de polikliniek, de contacten met de thuiszorg, een transmuraal protocol t.b.v. ulcus cruris patient, verkorting van de wachtlijst, optimaliseren van de verslaggeving en uitbreiding van de cosmetiekvoorziening.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 82/152
Geestelijke Verzorging Profiel De vakgroepen Geestelijke Verzorging, sinds 2004 werkzaam op de drie klinische locaties van het JBZ, vormen een integraal onderdeel van de ziekenhuiszorg. Er is sprake van een nauwe samenwerking die binnen afzienbare tijd moet uitmonden in het samengaan van beide vakgroepen. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AIO’s
2,6 3 0
1 1 0
Taken De vakgroepen Geestelijke Verzorging komen tegemoet aan de levensbeschouwelijke vragen en religieuze wensen van patiënten, en leveren hiermee een bijdrage aan de processen van verwerking en genezing, respectievelijk. aan de palliatieve en terminale zorg in ruime zin. Anderzijds levert de geestelijke verzorging een bijdrage aan de identiteit van het ziekenhuis in het algemeen en aan de kwaliteit van de zorgcultuur in het bijzonder. Tot de taken van het specialisme behoren: - Het aangaan en onderhouden van individuele patiëntcontacten (op de verpleegafdeling, en in toenemende mate ook poliklinisch en via huisbezoek); - Het uitvoeren van de 24uurs bereikbaarheidsdienst; - Het organiseren van en zelf voorgaan in liturgie; - Het organiseren van en zelf deelnemen aan ethische reflectie; - Het deelnemen aan commissies en werkgroepen; - Het (mede) beheren van Kapel en Stilteruimte. Professionele ontwikkelingen Reagerend op de maatschappelijke ontwikkelingen betreffende de gezondheidszorg, en als ondersteuning van landelijke ontwikkelingen binnen de geestelijke verzorging als discipline, oriënteren de vakgroepen zich op een wenselijke vorm en inhoud van accreditatie (bijv. rouw- en stervensbegeleiding en liturgie, naast bijv. supervisie, registratie en visitatie). Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroepen GV is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroepen ondersteunen uiteraard het (belang van) wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ, met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. De vakgroepen leveren in voorkomende gevallen wel een bijdrage aan de ziekenhuiscultuur middels bijvoorbeeld voordrachten, maar zelf doet zij geen wetenschappelijk onderzoek. Opleiding De theologische en pastorale opleidingen zijn uitgenodigd gebruik te maken van de stagemogelijkheden die de vakgroep GV binnen het JBZ biedt. Met regelmaat wordt hiervan gebruik gemaakt.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 83/152
Multidisciplinaire samenwerking De vakgroepen GV zijn onderdeel van het cluster Paramedische en Psychosociale Zorg: hierbinnen vindt globale afstemming van beleid plaats. Er is regelmatig overleg op het niveau van de leidinggevenden met de vakgroepen Medische Psychologie en de dienst Medisch Maatschappelijk Werk. Op het niveau van de directe patiëntenzorg is er deelname aan de diverse vormen van multidisciplinair overleg. Kwaliteitsbeleid De vakgroepen GV zetten zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. De kwaliteit binnen het specialisme wordt in toenemende mate geborgd door monitoring, verslaglegging en collegiaal overleg. Er wordt gehecht aan het herkenbaar en persoonlijk aanwezig zijn op de verpleegafdeling. Klantgerichtheid De vakgroepen dragen zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt als mens centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan, in toenemende mate met concrete succesfactoren, maatstaven en normen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 84/152
Geriatrie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Geriatrie. Op consultbasis verleent de vakgroep ondersteuning aan alle vakgroepen binnen het JBZ. De leden van de vakgroep hebben een dienstverband met het ziekenhuis. Formatie FTE: (BMC) Personen AGIO’s AGNIO’s * ) stijging verwacht
2 2 3 2
Productie EAC (BMC) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
800*) 350 500*) 6.700
Taken Houdt zich bezig met de preventie, diagnostiek en behandeling van de geriatrische patient, gekenmerkt door een complex ziektebeeld door veelal interacterende somatische en psychiatrische problematiek; Specifieke aandachtsgebieden van de vakgroep zijn dementie, ziekte van Parkinson, depressie bij ouderen, incontinentie voor urine en vallen. Professionele ontwikkelingen Zorg voor ouderen is een belangrijk aandachtspunt uit het medisch beleidsplan. In het kader van de voortgaande vergrijzing zal geriatrische problematiek toenemen in het ziekenhuis en is uitbreiding van geriatrische kennis noodzakelijk. Dit vraagt een toenemende consultatie/deskundigheidsbevordering op niet-geriatrische afdelingen; Het innoveren en verbeteren van de klinische, poliklinische en consultatieve diagnostiek, behandeling en zorg. Wetenschappelijke activiteiten Wetenschappelijk onderzoek is gerelateerd aan directe patientenzorg. Naar de mening van de vakgroep is fundamenteel wetenschappelijk onderzoek voorbehouden aan universiteiten. De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Onderzoeksrichtingen van de vakgroep Geriatrie zijn neurodegeneratieve aandoeningen en gedragsstoornissen. Opleiding De vakgroep Geriatrie is in het bezit van een erkenning voor drie opleidingsplaatsen. De vakgroep staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. De vakgroep Geriatrie draagt actief bij aan de vergroting van geriatrische kennis binnen het gehele JBZ middels bij-en nascholing van de verschillende disciplines Zij wil een herkenbaar kenniscentrum zijn voor de specialistiche zorg voor de oudere geriatrische patienten.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 85/152 Multidisciplinaire samenwerking Binnen het Centrum voor Geheugenproblematiek wordt samengewerkt met neurologen, medische psychologen en de Geestelijke Gezondheidszorg ‘s-Hertogenbosch GGz circuit ouderen.). Binnen het concept valpoli bestaat intensieve samenwerking met orthopaeden, cardiologen, neurologen, oogartsen, KNO-artsen, internisten en fysiotherapeuten. Voor de realisatie van een polikliniek voor urine incontinentie wordt samengewerkt met urologen en gynaecologen. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor vakgebied. Er wordt invulling kwaliteitssysteem als kader. Er bijstelling van zaken. Voorbeeld bij incontinentieproblematiek.
het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKvindt strukturele borging plaats door evaluatie en van een kwaliteitsinitiatief is de vraaggestuurde zorg
Klantgerichtheid De vakgroep Geriatrie draagt zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 86/152
Gynaecologie en Obstetrie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Gynaecologie en Obstetrie (BMC en CLZ) die een goede onderlinge samenwerking hebben. Er zijn gezamenlijke afspraken over werkwijze, structuren en protocollen. Ook is er gezamenlijk overleg m.b.t. bouwplannen, budgetten en de visie op het vak . Voorbeelden zijn het opzetten van een (transmuraal) verloskundig samenwerkingsverband in Den Bosch (vanuit locatie Carolus worden patiënten met de klacht langdurige infertiliteit doorverwezen naar locatie WAZ (IVF kliniek)), het inwerken van 2e lijnsverloskundigen en het inzetten hiervan. Het werken op één locatie biedt mogelijkheden voor uitbreiding opleiding, afstemming diensten, het opzetten van een bevallingskliniek en er zal meer tijd zijn voor reflectie en kennisuitwisseling. Er is nog geen termijn bekend waarbinnen bij maatschappen fuseren. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s
7,5 8 5 3
4,5 5 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
7.100 2.400 750 9.600
4.400 1.900 400 6.100
Taken Gynaecologie:diagnose en behandeling van aandoeningen van de vrouwelijke geslachtsorganen (w.o. ook oncologie en bekkenbodemchirurgie); Het onderzoek en de behandeling van infertiliteit (IVF); Obstetrie oftewel verloskunde; zorg dragen voor controle en begeleiding van zwangere vrouwen (w.o. perinatologe echografie) en de partus van deze vrouwen. Daarnaast ook de zorg voor vrouwen ingestuurd door verloskundigen en huisartsen. Professionele ontwikkelingen Een grotere vakgroep biedt meer mogelijkheden voor specialisatie. Door taakverdeling kan er meer gedaan worden aan zorgvernieuwing; Het aantrekken van verloskundigen. Hiervoor dient een duidelijke funktie taakomschrijving opgesteld te worden; Het opleiden van verloskundigen. Het betreft hier O&G-verpleegkundigen die worden opgeleid tot verloskundigen via opleidingsmogelijkheden in Belgie. Er dienen duidelijke afspraken gemaakt te worden omtrent deze vorm van opleiding; Het inrichten van themaspreekuren met als doel efficientere en betere zorg, zoals het colposcopie spreekuur, de fertiliteitskliniek, het seksuologie spreekuur en het oncologisch spreekuur; Minimaal invasief behandelen van patienten met urine-incontinentie d.m.v. de Tension free Vaginal Tape (TVT); Streven naar opzetten van geavanceerde fetale echoscopie (type 1 en 2 echo’s), en in de toekomst mogelijk zelfs van invasieve prenatale diagnostiek in samenwerking met een erkend centrum.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 87/152 Wetenschappelijke activiteiten De vakgroep Gynaecologie/Obstetrie ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Voor details wordt verwezen naar het beleidsplan van de vakgroepen Gynaecologie en Obstetrie. Opleiding De BMC-vakgroep verzorgt het niet-universitaire deel van de specialistische opleiding in Nijmegen. De vakgroep is voornemens om de opleiding uit te breiden. De vakgroep Gynaecologie en Obstetrie staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken.. Multidisciplinaire samenwerking Vanuit het vakgebied Obstetrie is er een nauwe samenwerking met de neonatologen van de vakgroep Kindergeneeskunde. Binnen de polikliniek seksuologie en psychosomatische gynaecologie (GZG) is er een nauwe samenwerking met de vakgroepen Medische Psychologie en Urologie. Er is samenwerking met de afdeling urologie op het gebied van de vruchtbaarheidsonderzoeken en -behandelingen. Deze vorm van samenwerking vindt al plaats op het gebied van de IVF met het St. Elisabethziekenhuis te Tilburg. De vakgroep Gynaecologie en Obstetrie neemt deel aan het samenwerkingsverband Multidisciplinair Oncologisch Centrum (MOC). Sinds meerdere jaren participeren de vakgroepen in een regionaal oncologische samenwerkingsverband (ROGO). Dit samenwerkingsverband in de IKZ-west regio centraliseert de radicale gynaecologische chirurgie naar het Tweestedenziekenhuis te Tilburg, al waar ook het Bernard Verbeeteninstituut (radiotherapie) gevestigd is. De overige gynaecologische tumoren worden op locaties geopereerd. Binnenkort zal een nieuw samenwerkingsverband (OOG) worden gestart met een grotere regio en oncologische centrumfunctie, verspreid over twee locaties te weten het Tweestedenziekenhuis Tilburg en het Catharina ziekenhuis Eindhoven. De opzet van deze samenwerking voldoet aan de kwaliteitseisen opgesteld door de landelijke werkgroep oncologische gynaecologie (WOG). Kwaliteitsbeleid De vakgroepen Gynaecologie/Obstetrie zetten zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INK-kwaliteitssysteem als kader. Er is een complicatieregistratie. Lopende kwaliteitsprojecten zijn het doorbraakproject ‘reductie van infectie bij sectio caesarea’ en verbetering van de. kwaliteit van de infertiliteitsbehandeling door intra uteriene inseminatie bij de geselecteerde patientengroep. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Er worden zogenaamde exit interviews afgenomen bij de klinische patiënten (CLZ). Er ligt een initiatief ter verbetering van de klantgerichtheid. (informatieverstrekking - wachttijdverkorting/-beheersing – bejegening).
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 88/152
Heelkunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Heelkunde (BMC en CLZ) die een geringe mate van samenwerking hebben. De wil om beter samen te werken is bij beide vakgroepen aanwezig. Er is behoefte aan een procesbegeleider. M.b.v. kleine projecten moet de samenwerking geïntensiveerd worden, bv het gezamenlijk organiseren van refereeravonden en de uitwisseling van chirurgen tussen beide locaties. Een belangrijke stap voor intensievere samenwerking is het gezamenlijk opstellen van een businessplan voor de chirurgie. Het kunnen werken op één locatie wordt gezien als voorwaarde voor intensivering van de samenwerking ten behoeve van de klinische zorg. Er is nog geen termijn bekend waarbinnen bij maatschappen fuseren. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s CHIVO longchirugie
8,5 9 12 6 1,0
6 6 0 0 -
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
17.200 3.000 1.400 23.200
15.700 1.800 1.000 11.600
Taken Het verlenen van een breed scala aan heelkundige zorg bij patiënten met een aandoening waarvoor een chirurgische ingreep geïndiceerd is; Tot de taken behoren het stellen van de diagnose, het voorbereiden en uitvoeren van de ingreep alsmede het verlenen van de noodzakelijke nazorg; De vakgroepen kennen de volgende specialisaties: algemene heelkunde, vaatchirurgie, gastro-enterologie, traumatologie, longchirurgie (GZG), accesschirurgie (GZG), oncologische chirurgie en minimaal invasieve chirurgie (laparoscopische chirurgie). Professionele ontwikkelingen Het uitbouwen van grote chirurgische ingrepen (GZG). De mogelijkheden hiertoe zijn sterk afhankelijk van verhoging van het aantal opengestelde IC bedden; Het uitvoeren van sentinel node biopsie. Het uitbreiden van laparoscopische en endovasculaire chirurgie (GZG). Infrastructurele randvoorwaarden dienen meegenomen te worden in het nieuwbouwplan van het JBZ; Minimaal Invasieve Vasculaire Chirurgie. Steeds meer vaatchirurgische aandoeningen worden met minder belastende verrichtingen gedaan. Electieve aneurysmata worden volgens de endovascular aneurysmal repair (EVAR) procedure behandeld. Een behandeling die aanzienlijk minder belastend is voor patiënt en ziekenhuis, en nog in een beperkt aantal klinieken wordt gedaan. Naast de electieve ingrepen, worden ook geruptureerde aneurysmata volgens de EVAR procedure uitgevoerd. Ook voor stenoserend vaatlijden wordt meer en meer gebruikt gemaakt van minimaal invasieve technieken. Een nieuwe ontwikkeling hierin is de viabahn: een gecoverde stentgraft, die
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 89/152 iliacofemoraal geplaatst kan worden als alternatief voor een bypass. Een goede samenwerking met de afdeling radiologie is hierin onontbeerlijk. Het opzetten en uitbouwen van een endovasculair centrum past in het streven om cardiovasculair en perifeer vasculair een topreferent verwijzingscentrum te worden. Minimaal Invasieve Darmresecties kunnen binnenkort binnen het GZG worden uitgevoerd. Wetenschappelijke activiteiten Vakgroepen Heelkunde hechten belang aan wetenschappelijk onderzoek en wil dit onderling afstemmen en voor zover mogelijk gezamelijk uitvoeren. De vakgroepen ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Opleiding De BMC-vakgroep Heelkunde is in het bezit van de erkenning voor Algemene Chirurgie en Longchirurgie. Het onderwerp opleiding dient verder gestalte te krijgen in het businessplan. De vakgroepen Heelkunde staan positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zullen, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van de traumatologie wordt onder andere samengewerkt met de vakgroep Orthopaedie. De Heelkunde neemt deel aan het samenwerkingsverband MOC. De algemeen chirurgen zijn samen met cardiologen, intensivisten, internisten en anesthesisten betrokken bij de opleiding van SEH-artsen. Samen met neurologen, cardiologen en internisten wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een vaatpoli. Kwaliteitsbeleid De vakgroep Chirurgie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKkwaliteitssysteem als kader. Concrete voorbeelden zijn de mamma-care poli en het project haemofigulantie. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Voorbeelden zijn de mamma-care poli, informatievoorziening afgestemd op de behoefte van de patiënt en vermindering van het aantal opnamedagen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 90/152
IC-Geneeskunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep werkzaam op de GZG-locatie. De intensivisten hebben een dienstverband met het ziekenhuis. De BMC-vakgroep Anesthesiologie participeert in de vakgroep IC-Geneeskunde. Op de Carolus locatie met een gecombineerde IC/CCU wordt de medisch specialistische zorg geleverd door de CLZ-vakgroep Anesthesiologie. In voorkomende gevallen wordt vanuit de vakgroep ICGeneeskunde ondersteuning verleend aan de IC/CCU. Formatie FTE: (BMC) Personen AGIO’s AGNIO’s
4 4 5,5 2
Productie EAC (BMC) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
600 0 3.900
Taken Optimale en voortdurende bewaking, behandeling en verpleging van patiënten met meervoudig orgaanfalen a.g.v. ziekte, een operatieve ingreep of een trauma; Opvang van acute patiënten op de SpoedEisende Hulp (SEH); Preoperatieve optimalisatie van patiënten; Het uitvoeren van reanimaties. Professionele ontwikkelingen Het opzetten van een medium care afdeling op voorwaarde dat er voldoende verpleging beschikbaar is en er door het OK-centrum voldoende productie gegenereerd wordt; Het opstellen van een (JBZ-breed) beleidsplan Acute Geneeskunde na het op sterkte brengen van het team intensivisten; De totstandkoming van een dergelijk beleidsplan is met name belangrijk voor de vakgroepen IC-Geneeskunde, Anesthesiologie en Heelkunde; Het beoefenen van de zogenaamde preventieve geneeskunde i.s.m. de vakgroepen Anesthesiologie en Heelkunde. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep IC-Geneeskunde is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan de directe patiëntenzorg. De vakgroep ondersteunt en initieert wetenschappelijk onderzoek met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Tot de onderzoeksrichtingen behoren sepsis en ARDS. Opleiding De vakgroep is niet in bezit van een opleidingserkenning. Er wordt opleiding verzorgd i.s.m. de BMC-vakgroep Interne en op basis van het zogenaamde followship. De vakgroep staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 91/152 Multidisciplinaire samenwerking In samenwerking met chirurgen, cardiologen en internisten wordt een bijdrage geleverd aan de opleiding tot spoedeisende hulp-arts. Binnen het thema Acute Geneeskunde wordt op de SEH-afdeling samengewerkt met chirurgen, anesthesisten, cardiologen, internisten en neurologen. Op het gebied van de preoperatieve optimalisatie en postoperatieve zorg wordt met diverse snijdende specialismen samengewerkt. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgrbied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid met het INK-model als kader. Verdere kwaliteitsinitiatieven zijn de implementatie van een patienten datamanagementsysteem (PDMS) en de MICU, d.w.z. het transport van beademde patiënten tussen ziekenhuizen binnen de regio. Klantgerichtheid De vakgroep IC-Geneeskunde draagt zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de indivuduele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren, maatstaven en normen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 92/152
Interne Geneeskunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Interne Geneeskunde (BMC en CLZ) die een beperkte mate van samenwerking hebben. Op het gebied van de oncologie/haematologie, nefrologie en maag-, darm- en leverziekten (MDL) is er samenwerking in de zin van wederzijdse doorverwijzing en patiëntgebonden overleg. Voor het vakgebied gastro-enterologie (MDL) is een gemeenschappelijk beleidsplan ontwikkeld, en is er een gezamenlijke dienstenstructuur. Er is regulier maatschapsbestuuroverleg over o.a. opleiding, nieuwbouw, vakinhoudelijke afstemming van protocollen c.q. werkwijzen tussen subspecialisaties en thema’s als vasculaire poli en diabetes carrousel. Op de langere termijn wordt gedacht aan samenwerking op financieel gebied met als doel te komen tot een maatschapsfusie. Het werken op een enkele locatie wat betreft de klinische zorg wordt door een van de vakgroepen gezien als voorwaarde voor intensivering van de samenwerking. Een termijn voor fusie is nog niet bekend. Formatie Productie FTE: (BMC/CLZ) 14 6,4 EAC (BMC/CLZ) 15.300 6.400 Personen 15 8 Opnamen 2.600 1.300 AGIO’s 17 0 Dagverpleging 2.900 900 AGNIO’s 0 2 Verpleegdagen 26.500 11.200 Taken Het verlenen van hoogwaardige medische zorg op het gebied van interne geneeskunde en gastro-enterologie. Tot de subspecialisatie behoren diabetes, nefrologie/dialyse (BMC), endocrinologie, haemato-oncologie, en vasculaire geneeskunde; Het opleiden van arts-assistenten en co-assistenten. Het doen van onderzoek en publiceren; Verrichtingen uitgevoerd op de chemokamer of het Multidisciplinair Oncologisch Centrum (MOC): chemotherapie, bifosfonaattoediening, ascitespunctie, aderlating en transfusies; Verrichtingen uitgevoerd op de functieafdeling: endoscopieen (incl. ERCP), manometrie, pH-meting slokdarm, (beenmerg)puncties, aderlatingen en overige functietesten; Verrichtingen uitgevoerd op de dialyseafdeling (locatie GZG): haemodialyse, peritoneaal dialyse en haemofiltratie. Professionele ontwikkelingen Algemeen: registreren van complicaties; protocollen op intranet, optimaliseren van ICT tbv het zorgproces (o.a. aanvraagbeleid, registratie, medicatie). Inventariseren mogelijkheden EPD; Diabetologie/endocrinologie: Reorganisatie van de diabeteszorg: het vergroten van de inbreng van de diabetes vepleegkundigen. Uitbreiding behandeling radio-actieve farmaca bij schildklierziekten; Oncologie: verbetering ondersteunende en palliatieve zorg. Plaatsbepaling van immunotherapie, perifere stamceltrans-plantatie, groeifactoren, orale chemotherapie en het vernieuwen van het software-pakket voor registratie van de oncolo-
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 93/152 gische patiënt en verslaglegging van de oncologiebespreking. Inzet nursepractioner. Registratie hematologische IC (BMC); Gastro-enterologie: patientvriendelijke logistiek van onderzoeken. Multidisciplinaire polidiagnostiek: slik-, procto-, IBD-poli. Regiofunctie GE-tumoren, Echo-endoscopie. Voedingsteam. Vastleggen endoscopien en de ontwikkeling en afkadering van de rol van MDL-verpleegkundige; Vasculaire poli: verder ontwikkelen en uitbouwen (o.a. automatisering en vaatlab); Nefrologie (BMC): toepassing van nieuwe dialysetechnieken zoals HDF-on line, biocompatibele kunstnieren en vloeistoffen, plasmafiltratie, en BVM en kT/V online bepaling. Opzetten multidisciplinaire pre-dialyse poli, nachtelijke hemodialyse, vakantie- en thuisdialyse. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroepen Interne geneeskunde is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek van belang voor het kwaliteitbeleid en van belang voor de opleiding van artsassistenten. Doel is het schrijven van wetenschappelijke publicaties en het presenteren van onderzoek op congressen en symposia. Het onderzoek is vooral van klinische aard en is zowel zelf geinitieerd als afkomstig van samenwerkende academische centra of industrie. Opleiding De BMC-vakgroep beschikt over een opleidingserkenning algemene interne en is bezig met de invoering van de nieuwe NIV-opleidingseisen. Recent of op korte termijn start de opleiding voor gastro-enteroloog, nefroloog en hemato-oncoloog. De CLZ-vakgroep start op korte termijn met opleiden. Beide vakgroepen willen de bestaande opleiding van co-assistenten en scholing AGIO's verder uitbouwen. De vakgroepen Interne Geneeskunde participeren in de opleiding van SEH-artsen. Ze staan positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en informeren naar zinvolle mogelijkheden (o.a. i.s.m. NIV) Multidisciplinaire samenwerking Binnen de oncologie/hematologie is er samenwerking met radiotherapeuten (Bernard Verbeeten Instituut) en bijna alle JBZ-vakgroepen. Samen met cardiologen, neurologen en chirurgen wordt vaatpoli gehouden. De vakgroepen zijn met anesthesiologen, intensivisten, cardiologen, chirurgen en neurologen betrokken bij de afdeling IC en SEHopleiding. Er is samenwerking met chirurgen, radiologen en fysiotherapeuten op het gebied van de proctocologie, slikpoli, IBD-patiënten (M. Crohn) en patiënten met een prikkelbaar darmsyndroom. De diabetische voet-poli wordt gedaan i.s.m. orthopaeden, chirurgen, revalidatieartsen en radiologen en samen met chirurgen en in de toekomst radiologen worden shuntbesprekingen gehouden t.b.v. dialyse patiënten. Kwaliteitsbeleid De beide vakgroepen zetten zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. De BMC-vakgroep heeft een beleidsplan conform het INK-model opgesteld met als kernpunten kwalitatief goede zorg, patiëntvriendelijkheid en samenwerking met andere zorgaanbieders. Daarnaast actieve kennisoverdracht (opleiden) aan medewerkers, co-assistenten en specialisten in opleiding. Er wordt deelgenomen aan diverse zorgvernieuwingsprojecten (wachtlijstdifferentiatie, doorstroomproject, IBDverpleegkundigen, pre-dialyse traject, nachtelijke hemodialyse, 24 uurs endoscopie-
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 94/152 dienst), en visitaties en certificering (afdeling Dialyse). De CLZ-vakgroep zal kennis nemen van het INK-kwaliteitssysteem als kader voor kwaliteitsbeleid. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. De diabetes carrousel, nachtelijke dialyse en de vaatpolikliniek zijn voorbeelden van klantgerichte intitiatieven van de vakgroepen Interne Geneeskunde. Mogelijkheden om andere zorgverleners (huisartsen) en zorgafnemers te enqueteren worden onderzocht.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 95/152
Kaakchirurgie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Kaakchirurgie die werkzaam is op de locatie GZG en ziekenhuis Bernhoven. Formatie FTE: (BMC) Personen AGIO’s AGNIO’s
4,2 5 0 1
Productie EAC (BMC) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
6.300 1500 250 400
Taken Het verrichten van alle kaakchirurgische behandelingen met uitzondering van oncologische ingrepen. Professionele ontwikkelingen Het verrichten van narcodontie; Het ontwikkelen van de vakgroep tot Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT); Het starten met laserbehandelingen voor slijmvliesproblematiek. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. De vakgroep verricht momenteel geen wetenschappelijk onderzoek. Opleiding De vakgroep verzorgt geen opleiding noch stages in het kader van de opleiding. De vakgroep staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Multidisciplinaire samenwerking De vakgroep kent geen structurele multidisciplinaire samenwerking met andere vakgroepen. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied.Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKkwaliteitssysteem als kader. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 96/152
Kindergeneeskunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Kindergeneeskunde (BMC en CLZ) die regelmatig contact hebben. De leden van de BMC-vakgroep zijn vrijgevestigd en de leden van de CLZ-vakgroep hebben een dienstverband. Er worden over en weer consultaties verricht. De samenwerking met de andere echelons wordt geharmoniseerd. Protocollen worden uitgewisseld en gemeenschappelijk gemaakt. Er is een soepel overnamebeleid bij opnamestops maar er is geen gemeenschappelijke dienst. Onderwerpen van tweemaandelijks overleg zijn o.a. het opzetten van een gezamenlijk bijscholingsprogramma voor de verpleegkundigen, het gezamenlijk starten van nieuwe projecten en het verder uitwerken van aandachtsgebieden. Er wordt naar gestreefd om bij het betrekken van de nieuwbouw fysiek als één vakgroep te werken met gedeelde diensten, zorgtaken en onderwijstaken en uniform honoreringssysteem. Ter bevordering van de samenwerking is de komst van een procesbegeleider zeer gewenst. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen6 AGIO’s AGNIO’s
6 6 5 2
4 6 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
4.700 1.700 600 10.500
2.800 1.200 100 5.300
Taken Diagnosticeren, behandelen en begeleiden van ziektebeelden, zowel acuut als chronisch, bij kinderen en jeugdigen (0-18 jr); Kennisoverdracht intern aan arts-assistenten en co-assistenten, extern aan 1e lijn, jeugdgezondheidszorg en andere echelons; Aandachtsgebieden binnen het vakgebied zijn neonatologie, gastro-enterologie, hemato-oncologie, endocrinologie, immunologie-infectieziekten, diabetes (gezamenlijk), eetstoornissen, incontinentieproblematiek (gezamenlijk), spraak-taalproblemen, cystic fibrosis, syndroom van Down, leer- en gedragsstoornissen (o.a. ADHD) en reumatologie. Professionele ontwikkelingen De post-IC/HC functie op het gebied van neonatologie (BMC-vakgroep) zal worden uitgebreid nu de verbouwing is gerealiseerd en 2 neonatologen deel uitmaken van de vakgroep. Voorwaarde is de beschikbaarheid van voldoende financiën; Het verbeteren en goed toegankelijk maken van verpleegkundige en medische protocollen met goede ICT-ondersteuning; Aanhakend bij de ziekenhuisbrede plannen worden de supraregionale hematooncologische activiteiten uitgebreid in samenhang met aanpalende aandachtsgebieden immunologie, infectieziekten en reumatologie; Verder ontwikkelen van het gezamenlijk Kinder-Incontinentie-Team (KIT) als regionaal expertisecentrum waaronder opzetten van een multidisciplinair spreekuur en klinische droogbedtrainingen. Hiervoor moeten incontinentieverpleegkundigen opgeleid worden en de formatie pedagogisch medewerkers worden uitgebreid;
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 97/152 Opzetten endocrinologiepolikliniek met de mogelijkheid om in dagbehandeling functietesten uit te laten voeren; Opzetten van een gezamenlijke allergologie-polikliniek en een supraregionaal Down-team. Wetenschappelijke activiteiten De vakgroepen Kindergeneeskunde beschouwen het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek als een aanvulling op directe patiëntenzorg en ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ. In het kader van opleiding en in het verlengde van bepaalde speerpunten wordt wetenschappelijk onderzoek geïnitieerd en gestimuleerd. De onderzoeksprojecten van het BMC op het gebied van immunologie-infectieziekten en het Down-syndroom worden zo mogelijk verbreed naar het JBZ. Opleiding De BMC-vakgroep is in het bezit van een opleidingserkenning tot kinderarts. Beide vakgroepen verzorgen een co-assistentschap. De vakgroepen staan positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zullen waar mogelijk of wenselijk hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Beide vakgroepen stimuleren de opleiding van gespecialiseerde verpleegkundigen ( o.m. CARA, incontinentie, hematologie, epilepsie, cystic fibrosis). Multidisciplinaire samenwerking Een Spraak-Taal-Team functioneert nu op beide locaties en zal t.z.t. één team zijn waarin KNO-artsen, medisch psychologen, maatschappelijk werkers, logopedisten en kinderartsen samenwerken. In het gezamenlijk KIT-team werken fysiotherapeuten, psychologen, pedagogen, urologen en kinderartsen samen. In het HAIO-team (hematologie, auto-immuunziekten, immunologie, oncologie) wordt samengewerkt met psychologen, pedagogen, (gespecialiseerde) verpleegkundigen, diëtisten, maatschappelijk werk, fysiotherapeuten. Binnen het regionale project Integrale Vroeghulp (vroegsignalering van jonge kinderen met (dreigende) ontwikkelingsachterstanden) wordt met vele externe instellingen samengewerkt. De vakgroepen Kindergeneeskunde zijn betrokken bij diverse speciale poliklinieken zoals klinische genetica, kindercardiologie, kinderendocrinologie, diabetes, cystic fibrosis, kinderen met leer- en gedragsproblemen, kinderrevalidatie, spierziekten, syndroom van Down, hemato-oncologie, eetteam, reumatologie en CARA. In dit verband wordt afhankelijk van het overleg met verschillende specialismen samengewerkt, Verdere samenwerking is er binnen de thema’s kindermishandeling, reanimatie en kindvriendelijkheid en -veiligheid van de organisatie. Kwaliteitsbeleid De vakgroepen Kindergeneeskunde zetten zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid met het INK-kwaliteitssysteem als kader. Speciale vakgerichte initiatieven zijn het KITteam en transmurale samenwerking met MCC over de aanpak van CARA, ADHD en obesitas.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 98/152 Klantgerichtheid Een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat wordt nagestreefd. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete prestatie-indicatoren, maatstaven en normen. Exit-enquêtes, (poliklinisch en klinisch) moeten op alle locaties gebruikt worden. Multidisciplinaire benadering (spreekuren, overleg) moet erop gericht zijn snel tot een juist behandelplan te komen zonder overbodig onderzoek. De vakgroepen streven naar goed gestructureerde spreekuren met voldoende ruimte voor telefonisch contact, geen wachttijden en het voorkomen dat spreekuren geannuleerd worden.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 99/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 100/152
Klinische Chemie en Haematologie Profiel Het specialisme kent formeel binnen het JBZ nog twee vakgroepen. De vakgroepen functioneren volledig als één geïntegreerde vakgroep met één specialistmanager en één managementteam. Er is gezamenlijk overleg , onderlinge consultatie, afstemming van protocollen, gezamelijke diensten en projecten, samenwerking op het gebied van opleiding en verdeling van aandachtsvelden. Op korte termijn wordt accordatie van het integratiedocument door Raad van Bestuur OR en VMS verwacht zodat de implementatie ervan ter hand kan worden genomen. Dit moet leiden tot volledige integratie van de laboratoriumorganisatie. Ingebruikname van de nieuwbouw moet leiden tot verdere reductie van het aantal organisatorische eenheden c.q. reorganisatie en verdergaande mechanisering. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AIO’s
4 4 1
2 2 0
Taken Het laboratorium verricht klinisch chemisch en hematologisch onderzoek in lichaamsmaterialen en adviseert over laboratoriumaanvragen, interpretatie van uitslagen en vervolgonderzoek binnen de kliniek en buiten de klinie;. Subspecialisaties van de algemene klinische chemie zijn endocrinologie, allergie, moleculair biologische diagnostiek (o.a. PCR: polymerase chain reaction), immunologie en semenanalyse; Subspecialisaties van de algemene haematologie zijn haemato-oncologie, bloedtransfusie, haemostase en trombose; De vakgroep speelt een leidende rol bij de oprichting van een Huisartsenlaboratorium. Professionele ontwikkelingen Implementatie van een nieuw laboratoriuminformatiesysteem voor alle locaties (samen met de Medische Microbiologie), waardoor uniformiteit en uitwisseling van uitslagen, analyses en gegevens vereenvoudigd en versneld worden; Het opzetten van een virtueel huisartsenlaboratorium, tezamen met ziekenhuis Bernhoven; Intensiveren van de samenwerking met de trombosedienst Bernhoven; Vergroting van het laboratorium met de mogelijkheid tot verdere subspecialisatie; Toename automatisering, robotisering en het gebruik van point of care apparatuur; Het bevorderen van geprotocolleerd en electronisch aanvragen. Wetenschappelijke activiteiten De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ en heeft de wens om een eigen wetenschappelijke lijn te ontwikkelen. Investering in patiëntenzorg heeft echter ten allen tijde prioriteit. De vakgroep participeert in wetenschappelijk onderzoek, tezamen met andere vakgroepen zoals met interne geneeskunde: onderzoek naar Latent
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 101/152 Autoimmuun Diabetes in Adults (LADA) en met kindergeneeskunde: onderzoek naar immuundeficienties bij Down Syndroom. Opleiding De vakgroep heeft de erkenning als A opleidingsinstituut. Tezamen met ziekenhuis Bernhoven zal getracht worden een B-opleiding te starten. De vakgroep staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Multidisciplinaire samenwerking Binnen het multidisciplinair laboratorium voor moleculair biologische diagnostiek wordt nauw samengewerkt met de vakgroepen Medische Microbiologie, Pathologie en Ziekenhuisfarmacie. Op het gebied van transfusiegeneeskunde wordt geparticipeerd in de VMS-Transfusiecommissie (een laboratoriumspecialist is voorzitter). Op het gebied van stolling en hemostase en hemato-oncologie wordt samengewerkt met de vakgroepen Interne Geneeskunde en collegae van ziekenhuis Bernhoven. Samen met internisten en kinderartsen worden endocrinologische functietesten uitgevoerd. De vakgroep Klinische Chemie en haematologie neemt deel aan de werkgroep vasculitis en systeemziekten van het JBZ i.s.m. Rheumatologie, Interne Geneeskunde, Neurologie, Longziekten en Dermatologie. Met de CLZ-vakgroep Gynaecologie bestaat samenwerking op het gebied van intra uterine inseminaties. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van professionele kwaliteit en het kwaliteitssysteem. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid met het INKkwaliteitssysteem als kader. De BMC-vakgroep is gecertificeerd door CCKL-test. De CLZ-vakgroep in 2004 met een audit ter verkrijging van deze accreditatie. De trombosedienst is gecertificeerd volgens richtlijnen van de Federatie Nederlandse Trombosediensten. Binnen de vakgroepen is de adviesgroep Kwaliteit actief. Interne audits worden regulier uitgevoerd. Tevens neemt de vakgroep deel aan externe kwaliteitsbewaking middels enquêtes. Een kwaliteitsinitiatiet is het op alle werkplekken toegankelijk maken van het DKS systeem ter bevordering van papierloos werken. Verder is voor de toekomst de toediening en uitgifte van bloedprodukten d.m.v. elektronische patientenidentificatie gewenst (analoog aan medicatieveiligheid). Tot slot kan in dit verband het doorbraakproject haemovigilantie (“meer grijze cellen, minder rode cellen”) genoemd worden. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Algemene initiatieven in dit verband zijn het aanpakken van de verbeterpunten n.a.v. klantentevredenheidsonderzoek (o.a. (poli)klinische bloedafname), het adequaat reageren op klachten en fouten en de ingebruikname van een elektronisch registratie- en meldsysteem. Een specifiek initiatief is het opzetten van een Huisartsenlaboratorium ter verbetering van het serviceniveau aan huisartsen en patiënten verbeteren.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 102/152
Klinische Fysica Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Klinische Fysica werkzaam voor de locaties GZG en WAZ. Door de vakgroep is in 2002 een kadernotitie ‘Medische Technologie in het JBZ’ opgesteld. Het daarop gebaseerde voorstel is in 2003 door VMS en directieraad geaccepteerd. Uitwerking van het voorstel tot concrete plannen is gereed in het voorjaar van 2004. Naar verwachting is de implementatie van het plan van aanpak, dat moet leiden tot een uniform beleid op het gebied van medische technologie binnen het JBZ, begin 2005 voltooid. Formatie FTE: (BMC) Personen AIO’s
2 2 1
Taken De vakgroep geeft directe ondersteuning aan het primaire zorgproces waar het de toepassing van fysische methoden, instrumentatie en medische informatietechnologie betreft; Het geven van advies inzake de toepassing van medische technologie en inrichting van de medisch-technologische infrastructuur. Dit op basis van fysische, technische en financieel-economische deskundigheid; Optreden als coordinerend stralingsdeskundige ioniserende straling; Het verzorgen van de beschikbaarheid van medische hulpmiddelen; Het bevorderen van het doelmatig, juist en veilig gebruik van medische hulpmiddelen. Professionele ontwikkelingen Het tot stand brengen van een heldere koppeling tussen Medisch Beleidsplan en het Investeringsplan Medische Inventaris. Voorwaarde hierbij is de beschikbaarheid van een bruikbaar medisch beleidsplan; De implementatie van Health Technology Assessment bij innovatieve investeringen. Hiervoor is i.s.m. de TU Eindhoven een bruikbare methodiek ontwikkeld; Meer aandacht voor veiligheid bij de toepassing van medische hulpmiddelen (toepassing veiligheidsanalyse).. Hiervoor zijn meer voor dit doel getrainde medewerkers nodig; Ondersteuning van nieuwe technologien zoals PET, MRI, feed back haemodialyse, hartstimulatie etc. E.e.a. is mede afhankelijk van het enthousiasme van de betrokken medisch specialisten. Wetenschappelijke activiteiten De vakgroep voert in beperkte mate zelf wetenschappelijk onderzoek uit op diverse terreinen en ondersteunt andere vakgroepen op het gebied van instrumentatie en statistiek. De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Het accent ligt op het gebied van beeldvormende technieken en hartstimulatie. Daarnaast wordt aandacht geschonken
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 103/152 aan ontwikkeling van het eigen vakgebied. In de rol van ondersteunend specialisme wordt door de vakgroep Klinische Fysica geen enkele onderzoeksrichting bij voorbaat uitgesloten. Opleiding De vakgroep beschikt vanaf 1998 over een opleiding erkend door de Nederlandse vereniging voor Klinische Fysica (NVKF). Het grensvlak tussen academisch opgeleide klinisch fysici en ambitieuze technici op hbo-niveau is aan het vervagen (m.u.v. wetenschappelijke activiteiten) Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van fysische technieken en stralingsveiligheid is er nauwe samenwerking met de vakgroep Nucleaire Geneeskunde en in mindere mate met de vakgroep Radiologie. Binnen de Commissie Investeringen Medische Apparatuur (CIMA) en in het kader van investeringsprojecten is er sprake van samenwerking met bijna alle BMCvakgroepen van het JBZ. Binnen het project minimaal invasieve chirurgie is er samenwerking met algemeen chirurgen, gynaecologen en urologen. Samen met oogartsen, kno-artsen en neurologen wordt gewerkt aan een Centrum voor Zintuigpathologie. Op het gebied van laserveiligheid is er samenwerking met dermatologen, kaakchirurgen, orthopaedisch chirurgen, oogartsen en urologen. Kwaliteitsbeleid De vakgroep streeft naar het leveren van diensten op basis van een hoge en constante kwaliteit. Bedoelde diensten dragen (indirect) bij aan de kwaliteit van door het JBZ geleverde zorg. De vakgroep zet zich in voor borging van de kwaliteit van de door haar geleverde diensten. Dit gebeurt door ISO certificatie en INK positiebepaling. In 2004 is de cluster gecertificeerd volgens de nieuwe ISO 9000:2000 norm. Tweejaarlijks wordt in samenwerking met de cluster Kwaliteit en Organisatie een INK-positiebepaling uitgevoerd. Uitbreiding van het kwaliteitssysteem naar het gehele JBZ maakt deel uit van het integratieplan. De vakgroep is bereid haar ervaringen op kwaliteitsgebied met andere vakgroepen te delen. Klantgerichtheid De vakgroep Klinische Fysica wil goed bereikbaar zijn voor vragen over de toepassing van medische technologie en het beheer van medische inventaris. Hiertoe behoren: het geven van on line inzicht in de geregistreerde medische inventaris middels de Ultimo Client module, het afsluiten van zogenaamde Service Level Agreements (SLA's) met de (belangrijkste) klanten en het op maat en systematisch verzorgen van Training en Instructie inzake de meest voorkomende medische apparatuur. Tweejaarlijks wordt een klanttevredenheidonderzoek gehouden als onderdeel van het ISO 9000 gecertificeerde kwaliteitssysteem.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 104/152
KNO-heelkunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen KNO-heelkunde (BMC en CLZ) die een intensieve mate van samenwerking hebben. De huidige samenwerking omvat tevens het gezamenlijk verrichten van diensten, het gezamenlijk gebruik van apparatuur. Op de middenlange termijn wordt er gewerkt aan harmonisatie van de protocollen. Het werken op één locatie biedt meer mogelijkheden om de samenwerking verder te intensiveren maar er is nog geen termijn bekend waarbinnen bij maatschappen fuseren. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s
3,7 4 0 0
2,3 2 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
8.900 4500 1.400 1.100
4.100 300 450 750
Taken Diagnose en behandeling van patiënten met keel-, neus- en / of oorheelkundige problemen; Subspecialisaties zijn otologie, foniatrie, rhinologie, spraak-taal stoornissen, vestibulogie en OSA; De BMC-vakgroep beschikt over bijzondere faciliteiten voor audiologie en logopedie. Professionele ontwikkelingen Het verkrijgen / inzien van testuitslagen op alle locaties van het ziekenhuis, bijvoorbeeld ten behoeve van het evenwichtsonderzoek. Dit vereist uitbreiding van het Medic@net; Nieuwe beleidsontwikkelingen zijn cosmetische (functionele) aangezichtschirurgie, traanwegchirurgie, slaapstoornissen, slaap-apnoe diagnostiek en evenwichtsdiagnostiek. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroepen KNO-heelkunde is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroepen KNO-heelkunde ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. De BMC-vakgroep participeert in multicenter-onderzoeken (NATAN, KNOOP). Opleiding De BMC-vakgroep KNO is voornemens op de middenlange termijn met opleiden te starten. De vakgroepen KNO staan positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zullen, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken..
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 105/152 Multidisciplinaire samenwerking Binnen het spraak-taal team is er samenwerking met de kinderartsen, medisch psychologen, maatschappelijk werk en logopedie. De in ontwikkeling zijnde neonatale gehoorscreening vindt plaats i.s.m. kinderartsen-neonatologen en de klinisch audioloog van het Instituut voor Doven. Binnnen het project Centrum voor Zenuw- en Zintuigdiagnostiek wordt er samengewerkt met neurologen, oogartsen en klinisch fysici. Op het gebied van slikstoornissen wordt er samengewerkt met de disciplines radiologie, neurologie en logopedie. De vakgroepen KNO zijn op ad-hoc basis betrokken bij het Multidisciplinair Oncologisch Centrum. Kwaliteitsbeleid De vakgroepen KNO zetten zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKkwaliteitssysteem als kader. Er is gestart met het protocolleren van de zorginhoud. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. De BMC-vakgroep is voornemens de poliklinische functie KNO op locatie Liduina heropenen. Vakinhoudelijke kwaliteitsinitiatieven zijn het stroomlijnen tot "single-visit" voor bepaalde diagnose / klachten groepen (bv gehoorstoornissen, stemklachten, spraak-taalstoornissen) en het in dagopname behandelen van kinderen met middenoorproblemen d.m.v. het plaatsen van "buisjes". Laatstgenoemd initiatief vervangt de huidige poliklische behandeling, waardoor optimalisatie van de zorg plaatsvindt m.b.v. verpleegkundigen en spelleidsters.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 106/152
Longziekten Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ een vakgoep met een intensieve regionale samenwerking met vakgroep Bernhoven Ziekenhuis. Vakinhoudelijke afstemming van protocollen, gebruikmaking van hulpmiddelen en instrumentarium. Formatie FTE: (BMC) Personen AGIO’s AGNIO’s
5 5 0 0
Productie EAC (BMC) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
4.800 1.100 550 11.700
Taken Diagnose en behandeling van patiënten met zowel acute als chronische longaandoeningen. Professionele ontwikkelingen Ontwikkeling centrumfunctie oncologie met name gericht op longchirurgie en chemotherapie grotendeels in europees en nationaal trialverband, opstarten endobronchiale ingrepen; Op diagnostisch gebied het verder uitbreiden en intensiveren van de behandeling van COPD in samenwerking met de longverpleegkundige; Apneu in samenwerking met de vakgroep Neurologie in de vorm van slaapregistratie; Uitbreiding van de capaciteit van de PET-scan alsmede ook daarbij gebruikmaken van een endo/echo apparaat. Wetenschappelijke activiteiten Uitvoering van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroep Longziekten ondersteunt het wetenschappelijk onderzoek binnen JBZ met in achtneming van het belang van de directe patiëntenzorg en in het kader van de opleiding. Chemotherapeutische behandeling in europees trialverband, daarnaast ook farmacotherapie bij COPD en astma in trialverband. Opleiding Inmiddels is toestemming voor opleiding en wordt in oktober 2003 hiermee gestart. De vakgroep longziekten staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe medische professionals en zal indien mogelijk hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. 1 x per kwartaal is er een provinciale bijeenkomst van de Noord-Brabantse longartsenvereniging met gezamenlijke refereeravonden en inhoudelijk overleg omtrent verschillende facetten van de longziekten. Eisen refereeravonden en cursistenonderwijs in kader van opleiding.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 107/152 Multidisciplinaire samenwerking In het kader van de oncologie samenwerking met de radiotherapeut en het multidisciplinair oncologisch centrum. Verder ten aanzien van de COPD in samenwerking met de afdeling diëtetiek, revalidatie en longverpleegkundige. Neuromusculaire aandoeningen in samenwerking met de afdeling revalidatie, vakgroep neurologie en kindergeneeskunde. Op het gebied van de immunologie multidisciplinaire werkgroep immunologie. Kwaliteitsbeleid Vakgroep longziekten wordt periodiek gevisiteerd in het kader van de kwaliteit en opleiding. Er wordt gestreefd naar een complicatieregistratie in samenwerking met de afdeling ICT, alsmede ook de beroepsgroep longziekten. Er zijn vakgroepbrede besprekingen en verder wordt aan het kwaliteitbeleid invulling gegeven met behulp van de INK-kwaliteitssysteem als kader. Klantgerichtheid Er wordt gestreefd naar een patiëntvriendelijke organisatie bij ontvangst en behandeling op de polikliniek alsmede ook de functieafdelingen. Door de beschikbaarheid van de röntgenfoto’s door digitalisering (PACS) alsmede digitale beschikbaarheid van laboratoriumgegevens is er een aanzienlijke verbetering van de klantgerichtheid.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 108/152
Medische Microbiologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Medische Microbiologie die werkzaam is op alle locaties van het JBZ en daarnaast de locaties Oss en Veghel van het ziekenhuis Bernhoven. De efficiëntie kan verhoogd worden door uitwisseling van bepalingen met de CLZ-vakgroep Klinische Chemie en Haematologie. Bij de ingebruikname van het nieuwe ziekenhuis wordt gestreefd naar één loket voor deze laboratoria. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s
4,1 5 1 0
Taken Het diagnotiseren van pathologie ontstaan door de werking van micro-organismen ten behoeve van specialisten huisartsen en derden (Bijvoorbeeld GGD); Adviseren bij behandeling en diagnostiek van infectieziekten; Preventie van ziekenhuisgerelateerde infecties en advisering in hygiëne vraagstukken; Het geven van leiding aan laboratoriumonderzoek aangaande infectieziekten; Bewaking van de kwaliteit van het antibioticum beleid en het gebruik ervan in het ziekenhuis. Professionele ontwikkelingen De implementatie van een nieuw laboratorium informatiesysteem (LIS) voor alle laboratoria van het JBZ. Papierloos werken op het laboratorium. Elektronische communicatie met aanvragers, ordermanagement en EDI-fact; Het snel verbeteren van de materiaalstroom tussen de locaties GZG en Carolus; Uitbreiding van moleculaire technieken, real time PCR (polymerase chain reaction), sequentie analyse en inzet van robot. Op de middenlange termijn moeten alle parasitologische bepalingen op één locatie door de artsen-microbioloog worden uitgevoerd en vindt er uitwisseling plaats van fertiliteitsonderzoek met de vakgroep Klinische Chemie. Alle semenanlyse wordt uitgevoerd door de klinisch chemici; Het tot stand brengen van online uitwisseling van gegevens met aanvragers inzake aanvraag en onderzoek. Wetenschappelijke activiteiten De vakgroep is zeer betrokken bij het uitvoeren van toegepast wetenschappelijk onderzoek. De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Met de apotheek wordt onderzoek verricht naar de kwaliteit van het gebruik van antibiotica op de klinische afdelingen (Switch therapie). Samen met de GGD wordt onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het afhandelen van prikaccidenten en de kwaliteit van de uitvoering van de
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 109/152 infectieziektenwet. Met de huisartsen wordt het antibioticumgebruik bij urineweginfecties onderzocht. De vakgroep onderhoudt banden met Pamgene, een bedrijf, gevestigd op het terrein van de locatie GZG, dat zich op commerciële basis bezig houdt met genetisch onderzoek. Opleiding De vakgroep is bevoegd de B-opleiding voor artsen-microbioloog te verzorgen. De vakgroep staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien van toepassing, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Multidisciplinaire samenwerking Binnen het multidisciplinair laboratorium voor moleculair biologische diagnostiek.(PCR-techniek) wordt nauw samengewerkt met de vakgroepen Klinische Chemie en Haematologie, Pathologie en Ziekenhuisfarmacie. Samen met de vakgroep Klinische Chemie en Haematologie en ziekenhuis Bernhoven wordt een virtueel Huisartsenlaboratorium opgezet. Binnen het project moleculaire diagnostiek wordt samengewerkt met internisten, longartsen, kinderartsen en neurologen. Op het gebied van ziekenhuishygiëne en infectieopreventie wordt nauw samengewerkt met intensivisten, algemeen chirurgen en orthopaedisch chirurgen. De vakgroep Medische Microbiologie participeert in het onderwijs aan assistent-internisten, co-assistenten, ziekenhuis hygiënisten en het curriculum van de analistenschool. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Doel is het in 2005 verkrijgen van CCKL-accreditatie voor klinische laboratoria. In dit verband wordt in 2004 met het systeem van interne audits gestart. Voorts registratie van het antibioticum beleid (boekje) als ziekenhuisprotocol. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid m.b.v. het INK-kwaliteitssysteem als kader. Het medisch microbiologisch laboratorium is lid van de stichting kwaliteitsbewaking medische microbiologie (SKMM). Concrete vakinhoudelijke initiatieven zijn reductie van wondinfecties bij gewrichtsvervangende operaties (doorbraakproject), FTTO urineweginfecties. Wat betreft prikaccidenten is door de vakgroep een protocol prikaccidenten uitgewerkt, er is een meldpunt prikaccidenten ingesteld en gestart met het project meldingsplicht prikaccidenten. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Concrete plannen zijn verbetering van elektronisch communicatie, versnellen van de rapportage en vereenvoudiging van het aanvragen. Betrekken van de eerste lijn bij de besluitvorming inzake het virtueel Huisartsenlaboratorium.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 110/152
Medische Psychologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Medische Psychologie (BMC en CLZ) die intensief samenwerken op het gebied van o.a. opleiding, registratie en automatisering. De beide vakgroepen voeren gezamenlijk werkoverleg en maken gezamenlijk voorlichtingsmateriaal. De invulling opleiding wordt over beide locaties geregeld en men doet gezamenlijke projecten. Er is een werkgroep samengesteld die zich bezig houdt met de ontwikkeling van gezamenlijk beleid en de organisatiestructuur. Ook vindt afstemming plaats van de landelijke protocollen. Er zijn nog geen concrete integratieplannen. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AIO’s ANIO’s
5,3 8 1 2
2,2 3 0 1
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
900 0 110 0
400 0 20 0
Taken Op het gebied van diagnostiek: onderzoek doen naar de relatie tussen zowel gedrag en ziekte als gedrag en gezondheid; Behandeling: Het doen van interventies ter bevordering van gezondheid, herstel van ziekte of hierme leren omgaan; Tot de core-business van de Medische Psychologie behoren o.a. psychodiagnostiek en behandeling (psychotherapie); Eveneens tot de core-business van het vak behoren het verzorgen van de opleiding tot klinisch psycholoog en de bijscholing van medewerkers; Tot slot behoren het doen van wetenschappelijk onderzoek, deelname aan MDO’s, beinvloeding van het therapeutisch klimaat en deelname aan zorgvernieuwingsprojecten tot het takenpakket van de vakgroep; Subspecialisaties zijn: kinder- en jeugdpsychologie, revalidatiepsychologie, neuropsychologie, psycho-geriatrie, psycho-oncologie en sexuologie. Professionele ontwikkelingen Project kinder incontinentie (KIT); project spraak-taal stoornissen (STT); Extra aandacht voor enuresis nocturna trainingsprogramma, oncologie (o.a. Herstel & Balans) en diabetologie (kinderen en volwassenen); cursus Klachthantering; cursus Leven met hart voor Gezondheid; bijdrage aan de Valpoli; Het gebruik van biofeedback- en neurofeedback apparatuur bij behandelingen; Reumatologie dagbehandeling; Neuropsychologisch onderzoek (NPO) in dagbehandeling; Het opzetten van een diagnostisch centrum in de nieuwbouw van het ziekenhuis. Hiervoor heeft de vakgroep meer testassistentie nodig (Volgens de normen van de PAZ, een assistent op twee formatie psycholoog).
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 111/152 Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroepen Medische Psychologie is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroepen Medische Psychologie ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Binnenkort start wetenschappelijk onderzoek door de klinisch psycholoog in opleiding. Overige relevante onderzoeksrichtingen.betreffen de behandelingsresultaten van reumadagbehandeling en onderzoek neurologie. Opleiding De BMC-vakgroep is in het bezit van een erkenning voor het opleiden tot klinisch psycholoog en sexuoloog. De opleiding omvat o.a. wetenschappelijk onderzoek, psychodiagnostiek, behandeling en management. De vakgroepen leveren een bijdrage in de opleiding van de arts-assistenten in opleiding. Multidisciplinaire samenwerking De polikliniek seksuologie en psychosomatische gynaecologie wordt gehouden i.s.m. de vakgroepen Gynaecologie en Urologie. Samen met chirurgen en revalidatieartsen wordt gewerkt aan het project posttraumatische dystrofie. De vakgroep werkt in het SpraakTaal team samen met kinderartsen, KNO-artsen, logopedisten en maatschappelijk werk. Het thema kinder incontinentie (KIT) wordt samen met kinderartsen, urologen en fysiotherapeuten, pedagogisch medewerksters uitgevoerd. NPO dagbehandeling, de stroke–unit en cognitief functieonderzoek wordt uitgevoerd i.s.m. neurologen, klinische afdelingen, logopedisten, fysiotherapeuten en maatschappelijk werk. Samen met internisten, pastorale zorg, maatschappelijk werk, longartsen, chirurgen wordt gewerkt binnen het Multidisciplinair Oncologisch Centrum (MOC). In het reuma dagopname project wordt samengewerkt met reumatologen. . Kwaliteitsbeleid De vakgroep Medische Psychologie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INK-kwaliteitssysteem als kader. Het project gastroenterologie is een voorbeeld van een kwaliteitsproject. Klantgerichtheid De vakgroepen Medische Psychologie dragen zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 112/152
Neurologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Neurologie (BMC en CLZ) die een structurele samenwerking hebben. Het betreft hier het gezamenlijk afstemmen van diensten, afstemming m.b.t. de behandeling van CVA-patiënten en het opstellen van protocollen. Beide vakgroepen werken aan het opzetten van een slaaplaboratorium. De nieuwbouw van het JBZ en het werken op één locatie wordt gezien als voorwaarde voor intensivering van de samenwerking ten behoeve van de klinische zorg. Er is nog geen termijn bekend waarbinnen beide maatschappen fuseren. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s
6,6 7 1 3
2,4 2 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
7.500 1.000 600 15.300
4.300 600 200 7.000
Taken Diagnose en behandeling van patiënten met (acute) aandoeningen aan het zenuwstelsel; Als subspecialisatie wordt genoemd de Klinische neurofysiologie (EEG, EMG, VEP, BAEP, SGEP, Duplex); Verdere onderscheiden aandachtsgebieden binnen de neurologie zijn neurooncologie, neurologische IC-geneeskunde, neuromusculair MS (multiple sclerose), ziekte van Parkinson, slaapstoornissen, epilepsie , kinderneurologie en behandeling van CVA-patiënten in een stroke-unit. Professionele ontwikkelingen De aanschaf van digitale apparatuur zorgt voor verbetering van de apparatuursituatie en standaardisatie van de verslaglegging; De beschikbarheid van een vaste MRI op de locatie Carolus; Registratie van onderzoeken en behandelingen d.m.v. de DBC-systematiek.. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroepen Neurologie is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroepen Neurologie ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Opleiding De BMC-vakgroep Neurologie is in bezit van een erkenning voor het opleiden van neurologen. De vakgroep Neurologie staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 113/152 Multidisciplinaire samenwerking Voor de behandeling van CVA-patienten binnen een strokeunit wordt intensief samengewerkt met fysiotherapeuten, logopedisten, cardiologen, medisch psychologen, maatschappelijk werkers, radiologen, revalidatieartsen en de liaisonverpleegkundige. Met dezelfde groep professionals wordt samengewerkt in het kader van gespecialiseerde poli’s zoals er zijn voor multiple sclerose, ziekte van Parkinson en TIA. Binnen het centrum voor zenuw- en zintuigdiagnostiek. wordt samengewerkt met oogartsen, knoartsen en klinisch fysici. Op het gebied van de neurochirurgie wordt samengewerkt met neurochirurgen van het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg. Kwaliteitsbeleid De vakgroep Neurologie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKkwaliteitssysteem als kader. Voorbeelden van vakinhoudelijke kwaliteitsinitiatieven zijn het opzetten van een slaaplaboratorium, de TIA-poli, de ms-poli, de bewegingsstoornissen poli, het opzetten van trombolyse behandeling bij CVA-patiënten en het werken aan de "verkeerde bedproblematiek" i.s.m. de verpleeghuizen, patiënttevredenheidsenquêtes en het verbeteren vande kwaliteit van het multi-disciplinaire overleg. De genoemde specialistische poliklinieken dragen bij aan een hogere kwaliteit van de neurologische zorg. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Concrete initiatieven in dit verband zijn verbeteren van wachtlijstbeheer, het stroomlijnen van de patiëntenlogistiek en invoering van “time management” op de poliklinieken (o.a. het reserveren van 20 minuten voor een nieuwe patiënt).
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 114/152
Nucleaire Geneeskunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Nucleaire Geneeskunde. Het specialisme vervult een regionale functie. De leden van de vakgroepen zijn in dienstverband. Formatie Productie FTE: (BMC) 2,7*) EAC (BMC) 7.000 Opnamen (klin. ther.) 130 Personen 2**) AGIO’s 0 AGNIO’s 0 * ) Er wordt de komende jaren een stijging van 10 % voorzien (toename PET/CTonderzoek, afname longperfusiescans) ** ) De invulling van de 0,7 fte vacature stagneert. Na uitbreiding met 0,3 fte wordt een nieuwe wervingscampagne gestart. Taken Het toepassen van radioactieve stoffen ten behoeve van diagnostiek en behandeling van ziekten; Het invulling geven aan de regionale functie van de afdeling met betrekking tot nucleair geneeskundige zorg. Professionele ontwikkelingen Het uitvoeren van sentinel node procedures, ook voor andere ziekenhuizen; Het aanschaffen van een PET/CT-scanner i.s.m. de BMC-vakgroep Radiologie. De explotatie van een PET/CT camera. Het uitbreiden van het aantal radionuclide therapiekamers. Noodzakelijke investering bedraagt 2,5 M€ en formatie uitbreiding met 0,2-0,3 FTE. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. Na uitbreiding van de formatie met 1,0 fte en in samenhang met de introductie van een PET/CT scanner zal meer aandacht aan onderzoek worden gegeven. Dit in samenwerking zowel met andere afdelingen binnen het JBZ als met instituten buiten het JBZ (IKZ, VU etc.). De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. De vakgroep neemt deel aan het evalueren van de klinische waarde van nieuwe technieken en radiofarmaca voor onderzoek en behandeling van patiënten. Daarnaast wordt onderzoek van derden met behulp van radioactieve stoffen ondersteund. Opleiding De vakgroep verzorgt nog geen opleiding maar staat hier wel positief tegenover. De aanvraag loopt. De vakgroep vervult een rol in de cardiologieopleiding. De vakgroep staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 115/152
Multidisciplinaire samenwerking In het kader van het PACS-project wordt samengewerkt met de afdeling Radiologie. De opsporing van schildwachtklieren en evaluatie van de waarde van deze nieuwe techniek gebeurt i.s.m. chirurgen van het JBZ en ziekenhuis Bernhoven. De vakgroep werkt mee aan het Annexine project van de firma Theseus samen met de afdeling Longziekten. De introductie en evaluatie van de PET/CT techniek vindt plaats in nauwe samenwerking met de disciplines radiologie, oncologie, longziekten e.a.. Met de vakgroepen Klinische Fysica en Ziekenhuisfarmacie wordt gewerkt aan kwaliteitsbevordering binnen de nucleaire geneeskunde. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKkwaliteitssysteem als kader. Een belangrijk kwaiteitsinitiatief is de realisatie en implementatie van een kwaliteitshandboek. De leden van de vakgroep nemen actief deel kwaliteitsvisitaties van de Nederlandse vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (NVNG). Klantgerichtheid De vakgroep draagt zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Kwaliteitsinitiatieven zijn uitvoering van een klanttevredenheidsonderzoek en verkorting van de wachttijd voor onderzoek op terrein van cardiologie en het bewegingsapparaat.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 116/152
Oogheelkunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Oogheelkunde (BMC en CLZ) die intensief samenwerken. Er is behoefte aan een procesbegeleider bij het bepalen van een plan van aanpak voor de verdere integratie. De huidige samenwerking omvat overleg / het gezamenlijk verrichten van diensten voor weekenden en feestdagen/ het werven van nieuwe collegae / doorverwijzingen van specifieke diagnostiek en therapie / protocollen / samenvoegen diagnostische mogelijkheden / opzet samenwerking in ZBC. De vorming van één maatschap wordt voorzien bij het betrekken van de nieuwbouw. De invoering van DBC's wordt hiervoor mede als stimulans gezien. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s * ) stijging verwacht
6 7 0 0
4 5 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
15.500 10.700 90 90* 1.500* 1.400 200 200
Taken De vakgroep draagt zorg voor diagnostiek en behandeling (ook chirurgisch) van pathologische aandoeningen van het oog en oogheelkundige strukturen in haar volle omvang; Bijzondere aandachtsgebieden zijn achtersegment chirurgie waaronder de ablatiochirurgie en vitrectomie (alleen BMC-vakgroep), oculoplastische chirurgie en cataract chirurgie; Verdere aandachtsgebieden zijn strabologie en strabismuschirurgie, uveitis en glaucoom; Vanuit CLZ-vakgroep wordt refractie chirurgie op de locatie Liduina beoefend; De BMC-vakgroep kent de oogheelkundige aandachtsgebieden diagnostische ultrasonografie, oncologie en systeemaandoeningen, elektrofysiologie, medische aanpassingen van contactlenzen en low vision onderzoek; Screening ter detectie en preventie van oogheelkundige ziektebeelden. Professionele ontwikkelingen Het inspelen op het vervullen van een brede regiofunctie en het vergroten van de adherentie voor de oogheelkunde. De hiervoor benodigde medisch specialistische capaciteit moet verkregen worden door het afstoten van taken naar hulppersonen zoals bijvoorbeeld optometrist en orthoptist; De onder taken genoemde aandachtsgebieden uitbouwen naar subspecialisaties. Voorwaarden zijn de beschikbaarheid van benodigde medewerkers (kennis een aantal) en medische apparatuur; Uitbreiden van refractiechirurgie en ocuplastische chirurgie en uitvoeren van photodynamische therapie. Overwogen wordt hiervoor gebruik te maken van de ZBC-constructie (Zelfstandig BehandelCentrum).
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 117/152 Wetenschappelijke activiteiten De vakgroepen Oogheelkunde ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Opleiding De BMC-vakgroep Oogheelkunde is voornemens op korte termijn met opleiden te starten. De vakgroep Oogheelkunde staat zeer positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals als optometristen en maakt hier gebruik van TOA's (technisch oogheelkundig assistent). Multidisciplinaire samenwerking Binnen het centrum voor zenuw- en zintuigdiagnostiek (aanvullend elektrofysiologisch onderzoek) wordt samengewerkt met KNO-artsen, neurologen en klinisch fysici. Samen met de internisten wordt de oogheelkundige screening van diabetes patienten en oogheelkundig onderzoek bij patienten met schildklieraandoeningen uitgevoerd. Samen met de kinderartsen vindt oogheelkundige screening van prematuren plaats. Met de KNO-artsen en radiologen wordt een project voor traanwegchirurgie ontwikkeld. Kwaliteitsbeleid De vakgroepen Oogheelkunde zetten zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INK-kwaliteitssysteem als kader. De BMC-vakgroep Oogheelkunde heeft het beleidsplan "Het oog op ...2000-2005" geschreven. Dit plan wordt ondersteund door de CLZ-vakgroep Oogheelkunde. Een welomschreven kwaliteitsinitiatief is de complicatie- en resultaatregistratie van cataract chirurgie. Klantgerichtheid Zorg dragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete kritische succesfactoren / maatstaven en normen. Zowel het verschuiven van klinisch opereren naar dagopname als het vervangen van dagopname door poliklinische behandeling (een opvang van patiënten nabij het OK-complex is noodzakelijk). Openen buitenpolikliniek in Bommels Gasthuis naast de reeds bestaande poli en OK in Boxtel (loopt). Om de kwaliteit van de verwijzingen te verbeteren en de wachttijd voor de polikliniek te verminderen is in 2001 een transmuraal oogzorg project gestart. In samenwerking met huisartsen, optometristen en orthoptisten is een verwijsprotocol gemaakt. De komende jaren wordt dit verder geoptimaliseerd.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 118/152
Orthopedie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één volledig geïntegreerde vakgroep Orthopaedie De leden ervan zijn verenigd in een stadsmaatschap. De gezamenlijke jaarlijkse organisatie van een orthopaeden congres in ‘s-Hertogenbosch was een belangrijke stimulans voor het fusieproces. Formatie FTE Personen AGIO’s AGNIO’s
7,8 7 0 3
Productie EAC Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
12.400 2.000 1.800 13.800
Taken Diagnose en behandeling van patiënten met afwijkingen aan het steun- en bewegingsapparaat van het specialisme; Diagnose en behandeling van patiënten met afwijkingen aan het steun- en bewegingsapparaat in de acute fase (traumatologie); Bijzondere belangstelling voor prothesiologie met hieraan gerelateerde revisiechirurgie, arthoscopische chirurgie, sportletsels, wervelkolomaandoeningen, reumachirurgie, en kinderorthopaedie. Professionele ontwikkelingen De vakgroep Orthopedie heeft zich aangesloten bij de door de WHO (World Health Organisation) uitgeroepen "Bone and Joint"-decade; De directe beschikbaarheid van röntgenfoto's door digitalisering van de afdeling radiologie (PACS-project); Uitbreiding van het aantal FTE's orthopaedisch chirurgen om de huidige uitstroom uit de regio van orthopaedische patienten (ijna 25%!) tegen te gaan; Toenemende subspecialisatie en het uitbreiden van diagnose gerelateerde multidisciplinaire spreekuren. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep Orthopaedie is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroep Orthopaedie ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Onderzoeksrichtingen van de vakgroep zijn prothesiologiie, arthroscopiche chirurgie, traumatologie en wervelkolom pathologie. Opleiding De vakgroep Orthopaedie is voornemens op korte termijn met opleiden te starten. De vakgroep Orthopaedie staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken..
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 119/152 Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van de traumatologie (inclusief traumatologie bespreking) wordt intensief samengewerkt met algemeen chirurgen en anesthesiologen. Binnen het “Joint Care” project en de schouderpolikliniek wordt nauw samengewerkt met fysiotherapeuten. Het zogenaamde reumaspreekuur wordt samen met de vakgroep Reumatologie verzorgd. Samen met reumatologen, revalidatieartsen en plastisch chirurgen wordt een handspreekuur gehouden. Het sportspreekuur vindt plaats samen met de sportarts en fysiotherapeuten. Kwaliteitsbeleid De vakgroep Orthopedie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKkwaliteitssysteem als kader. Voorbeelden van vakinhoudelijke intiatieven zijn het opzetten van de polikliniek osteoporose (doelstelling: 50% reductie 2e fractuur), het houden van een symposium schouderpoli ten behoeve van de eerste lijns fysiotherapie, deelname aan het doorbraakproject “Post operatieve wondinfecties” en wervelkolo inspuitingen bij osteoporotische wervelinzakkingen, in samenwerking met radiologen, internisten, en reumatologen. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Door uitbreiding beddencapaciteit (locatie GZG) en een efficiënt werkende opnameplanning (locatie Carolus) worden operaties zelden uitgesteld. Door koppeling van patiëntnummers en computersystemen wordt de klantgerichtheid sterk verbeterd. De klantgerichtheid wordt verder verbeterd door het veelvuldig houden van patiëntenevaluaties.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 120/152
Pathologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Pathologie die voor de gehele regio werkzaam is vanuit de locatie Groot Ziekengasthuis. De dienstverlening blijft regionaal. Als zodanig heeft de fusie voor de vakgroep Pathologie weinig consequenties. De vakgroep Pathologie staat positief tegenover de fusie vanuit het oogpunt dat het eenvoudiger werken is met gefuseerde vakgroepen binnen het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Formatie FTE Personen AGIO’s AGNIO’s
4 4 1 0
Taken Het doen van onderzoek naar de onderliggende oorzaken, de aard en de gevolgen van ziekteprocessen, waarbij het accent ligt op het vaststellen van functionele en anatomische afwijkingen bij organen; Het doen van histologisch onderzoek, (cervix) cytologisch onderzoek en het verrichten van obductie behoren tot de nevenwerkzaamheden van de vakgroep Pathologie. Professionele ontwikkelingen De implementatie van bedrijfsautomatisering waaronder spraakherkenning; Het in eigen beheer nemen van het mortuarium; Het vergroten van de aandacht voor obducties; Formatieuitbreiding met 0,6 fte vanwege groei werkzaamheden; Gebruik maken van DPS (beheer geautoriseerde rapporten). Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep Pathologie is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroep Pathologie ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Opleiding De vakgroep Pathologie heeft een opleidingserkenning. De vakgroep Pathologie staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken.. Multidisciplinaire samenwerking Binnen de opzet van het Multidisciplinair Oncologisch Centrum (MOC) wordt met vrijwel alle medisch specialistische vakgroepen samengewerkt. Daarnaast is er samenwerking met de vakgroepen Medische Microbiologie, Klinische Chemie en Haematologie, en Ziekenhuisfarmacie binnen het multidisciplinair laboratorium voor moleculair biologische diagnostiek.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 121/152
Kwaliteitsbeleid De vakgroep Pathologie streeft naar een hoogwaardig niveau van dienstverlening waarin de zorg voor kwaliteit volledig is geïntegreerd. In dit kader is de vakgroep bezig met het opstellen van een kwaliteitssysteem conform de richtlijnen van de CCKL en NVVP. Verder wordt actief deelgenomen aan de landelijke werkgroep t.b.v. het opzetten kwaliteitszorg (WOK). Er is deelname aan externe kwaliteitstoetsing en visitatie door CCKL heeft plaats gevonden. Klantgerichtheid De vakgroep Pathologie verstaat onder klantgerichtheid het zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Een voorbeeld van het klantgericht werken is de deelname van de vakgroep aan de zogenaamde mammapoli die er op gericht is de uitslag binnen 3 werkdagen beschikbaar te hebben.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 122/152
Plastische Chirurgie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee afzonderlijke maatschappen die vakinhoudelijk als één vakgroep Plastische Chirurgie optreden. Er is niet aangegeven wanneer beide maatschappen fuseren. Formatie FTE (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s
2,0 2 0 0
2,0 2 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
2.200 320 600 1.450
2.500 250 1.300 850
Taken Het versterken, herstellen of nieuw vormen van verloren gegane of misvormde lichaamsdelen ; Tot het aandachtsgebied van de plastische chirurgie behoren reconstructieve chirrurgie (na oncologische chirurgie), trauma chirurgie, genitale chirurgie, microvasotomie, reumachirurgie, chisis en cosmetische chirurgie; Professionele ontwikkelingen De vakgroep Plastische Chirurgie wil de komende jaren het aantal behandelmogelijkheden op het gebied van hoofd-hals, schisis en brandwonden uitbreiden Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep Plastische Chirurgie is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroep Plastische Chirurgie ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Opleiding De vakgroep Plastische Chirurgie is voornemens op de middenlange termijn met opleiden te starten. De vakgroep Plastische Chirurgie staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van decubitusbeleid wordt door de vakgroep Plastische Chirurgiein het kader van een zogenaamd doorbraakproject samengewerkt met dermatologen en revalidatieartsen Kwaliteitsbeleid De vakgroep Plastische Chirurgie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid op basis van het INK-kwaliteitssysteem. Verder wordt deelgenomen aan het doorbraakproject inzake decubitusbeleid.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 123/152 Klantgerichtheid De vakgroep Plastische Chirurgie draagt zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Concrete plannen zijn het ontwikkelen en verbeteren van patiënteninformatie en het verkorten van de wachttijden.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 124/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 125/152
Psychiatrie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Psychiatrie werkzaam binnen de Psychiatrische Afdeling in een Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) op de locatie Carolus. De PAAZ functioneert onder auspicien van de GGz ’s-Hertogenbosch, de stafleden binnen deze afdeling zijn in dienst van de GGz. In de nieuwbouwsituatie van hetJBZ zal de PAAZ samen met de GGz worden samengevoegd in een Regionaal Geestelijk GezondheidsCentrum (RGC) conform de landelijke richtlijnen voor ziekenhuispsychiatrie. Dit RGC zal worden gesitueerd bij het nieuwe JBZ echter maakt hier geen direct onderdeel van uit. Ten tijde van het opstellen van het voorliggend beleidsplan, medio 2004, wordt er in overleg tussen JBZ en GGz gewerkt aan het beleidsplan en de verdere uitwerking van de organisatie van de psychiatrische zorg binnen het nieuw te vormen RGC. Vanwege de onduidelijkheid over de uiteindelijke uitkomst is ervoor gekozen om in dit medisch beleidsplan nog geen beleidsvoornemens op te nemen voor de ziekenhuispsychiatrie. Op het momet dat de RGC plannen hun definitieve status hebben verkregen zullen deze alsnog worden opgenomen in het medisch beleidsplan JBZ.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 126/152
Radiologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Radiologie (BMC en CLZ) die regelmatig samenwerken. Op korte termijn willen beide vakgroepen een gemeenschappelijk (medisch) beleidsplan opstellen. Er is sprake van gezamenlijk overleg, onderlinge verwijzing, afstemming van protocollen, gezamelijke diensten en projecten, samenwerking op gebied van opleiding en subspecialisatie. Er is een fusiecoördinator benoemd en de mogelijkheid van maatschapfusie op korte termijn wordt onderzocht. Het betrekken van de nieuwbouw van het ziekenhuis wordt gezien als uiterste moment voor de maatschapfusie. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s
10 11 7 0
3,5 + 1 4,5 0 0
Taken Het toepassen van stralingsenergie voor diagnostiek en therapie. Het specialisme kent de aandachtsgebieden interventieradiologie, kinderradiologie, radiologie van maag-darm-lever ziekten, mammadiagnostiek, neuroradiologie, radiologie van skelet en weke delen, thorax, hart en bloedvaten en nier en urinewegen; Opgesplitst naar in te zetten afbeeldings modaliteiten wordt onderscheid gemaakt in rontgenonderzoek, computertomografie, echografie en kernspinresonantie (MRI). Professionele ontwikkelingen Koppeling van de PACS-systemen van BMC en CLZ; Continu MRI-onderzoek mogelijk op locatie Carolus (CLZ-vakgroep); Versterking CT capaciteit op locatie GZG (BMC-vakgroep); Verdere digitalisering van de afbeeldingmodaliteiten en opname van alle afbeeldingapparatuur in een geïntegreerd netwerk (PACS); Percutane gastrostomie, traanbuisdilatatie, PTCD, dilatatie urineleider, Dotterdilatatie, stentplaatsing perifere vaten en endovasculair inbrengen van aortastents (wsl. vanaf 2004/2005 ook in acute fase). Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Opleiding De BMC-vakgroep is in het bezit van een erkenning voor het opleiden van radiologen. Beide vakgroepen staan positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische'
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 127/152 professionals en zullen, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van de aortastent plaatsing wordt nauw samengewerkt met de vaatchirurgen. Binnen het project mammacare wordt intensief samengewerkt met chirurgen, internist-oncologen en pathologen. Binnen het zogenaamde slikteam wordt samengewerkt met KNOartsen, logopedisten, gastroenterologen en revalidatie-artsen. Het PACS-project wordt samen met de nucleair geneeskundigen uitgevoerd. Vasculaire en non-vasculaire minimaal invasieve Interventie radiologie maakt deel uit van het vaatteam en werkt samen met en ondersteunt meerdere vakgroepen, waaronder Chirurgie, Interne geneeskunde (oncologie, gastro-entereologie, nefrologie), Orthopedie, Oogheelkunde, Gynaecologie en Urologie. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid m.b.v. het INKkwaliteitssysteem als kader en invoering van documentbeheersysteem van DKSEnterprise. De implementatie van het digitaliseringproject (PACS) wordt beschouwd als een kwaliteitsproject. Beide vakgroepen Radiologie willen over gaan tot het hanteren van een gelijksoortig systeem voor mammografie ter verbetering van de diagnostische kwaliteit. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 128/152
Reumatologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep werkzaam op de locatie WAZ. De vakgroep vervult een regionale functie. De leden ervan zijn in dienstverband. Formatie FTE: (BMC) Personen AGIO’s AGNIO’s
4 5 0 0
Productie EAC (BMC) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
3.200 100 550 1.700
Taken Diagnostiek en behandeling van patiënten met inflammatoire, niet-inflammatoire en niet-traumatische aandoeningen van het bewegingsapparaat en patiënten met vasculitis en systeemziekten; Overige aandachtsgebieden zijn kinderreumatologie, botstofwisselingsziekten, handpathologie en systemische auto-immuunziekten Professionele ontwikkelingen Uitbouwen "Early Artritis Clinic" binnen regio NOB. Voorwaarden zijn adequate poliklinische voorzieningen en goede en snelle communicatie met de eerste lijn; Uitbouwen van reumadagbehandeling/teambehandeling binnen regio NOB. Momenteel ontwikkeld voor groepsbehandeling van patiënten met RA. In de toekomst ook voor patiënten met andere reumatische aandoeningen; Ontwikkeling naar ambulant reumacentrum. Dit is van groot belang voor chronische patiënten met een uitgebreid zorgtraject waarbij de zorg die geleverd wordt door deelnemende disciplines vaak niet goed op elkaar is afgestemd Voorwaarden zijn adequate ruimtelijke voorzieningen en personele ondersteuning; Ontwikkelen echografie binnen de reumatologie voor snelle diagnostiek en diagnostische en therapeutische ingrepen ( puncties van gewrichten bij o.a. bacteriële arthritiden, radioactieve synovectomieen en corticosteroidtherapie); Door toename gebruik agressieve reumamedicatie (o.a. biologicals) is werkdruk fors toegenomen. Wetenschappelijke activiteiten Voor de vakgroep is directe patiëntenzorg primair. Wetenschappelijk onderzoek wordt zoveel mogelijk ondersteund aangezien deelname aan onderzoek kwaliteitsverhogend werkt bij de primaire patiëntenzorg. De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. De vakgroep reumatologie participeert in patiëntgebonden wetenschappelijk onderzoek, vaak in samenwerking met het academisch referentiecentrum. Opleiding De vakgroep Reumatologie heeft momenteel geen opleiding. In eerste instantie wordt participatie in opleiding interne geneeskunde nagestreefd. In gezamenlijk overleg met de BMC-vakgroep interne geneeskunde is een notitie over de opleiding verschenen. De
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 129/152 vakgroep hoopt op korte termijn een vaste stageplaats reumatologie binnen de opleiding tot internist te kunnen realiseren. Op langere termijn wordt participatie in opleiding tot reumatoloog nagestreefd. (gedeelde opleiding met academisch opleidingscentrum). De vakgroep wil de functie "nurse practitioner" en "physician assistent" binnen de reumatologie tot ontwikkeling brengen i.v.m. gestegen werkdruk. (o.a. t.b.v. triage op polikliniek (inflammatoir- niet-inflammatoir) en begeleiding bij behandeling met "biologicals" (anti-TNF) en poliklinische begeleiding chronische reumapatiënten en medicijnbewaking. Multidisciplinaire samenwerking Uitbreiding reumadagbehandeling i.s.m. medische psychologie, maatschappelijk werk en fysio- en ergotherapie. Ontwikkelen van regionale functie betreffende specifieke handproblematiek i.s.m. plastische chirurgie, orthopedie en revalidatiegeneeskunde. In samenwerking met kinderartsen verder ontwikkelen van de kinderreumatologie, waarbij momenteel een gezamenlijk spreekuur plaatsvindt. Verder ontwikkelen multidisciplinaire (reumatol., interne, neurol., pulmonol., dermatol. en lab.) werkgroep immunologie om te komen tot een protocollaire aanpak bij de diagnostiek en behandeling van patiënten met gecompliceerde auto-immuunaandoeningen/systeemziekten. Komen tot een multidisciplinaire (reumatol., interne, geriatrie, orthopedie, chirurgie, gynaecol. en radiol.) behandeling van patiënten met osteoporose en osteoporotische fracturen. Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INK-kwaliteitssysteem als kader. (Zie ook het rapport "Reumatologie in de regio NOB"). Het opstellen van richtlijnen en protocollen betreffende diagnostiek en behandeling van reumatische aandoeningen. Het komen tot een uniform beleid betreffende laboratoriumcontroles bij gebruik DMARD's. Het ontwikkelen van voorlichtingsfolders en het verstevigen van contacten met de patiëntenvereniging. Het implementeren van een transmurale richtlijnvoor de behandeling van reumatische arthritis (samenwerking huisartsspecialist). Het verstevigen van de relatie met de eerste lijn c.q. het aanbieden van diagnostische functies binnen de reumatologie en het verzorgen van nascholing eerste lijn. Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Het ontwikkelen van enquête m.b.t. (on)tevredenheid van de patiënt binnen de polikliniek reumatologie. De organisatie van de polikliniek verbeteren en hierdoor de wachttijd verkorten. Zorgtrajecten beter op elkaar laten afstemmen (medewerking andere disciplines noodzakelijk). Reeds langere tijd wordt regelmatig overlegd met de plaatselijke reumapatiëntenvereniging. Knelpunten worden besproken en zo mogelijk opgelost. Het is de bedoeling de reumapatiënten (leden van de patiëntenvereniging) een vaste plaats te geven bij het kwaliteitsbeleid van de vakgroep reumatologie. De reumapatiëntenvereniging participeert reeds bij de reumadagbehandeling.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 130/152
Revalidatie Geneeskunde Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ één vakgroep Revalidatiegeneeskunde die werkzaam binnen het Revalidatiecentrum Tolbrug op de locatie Groot Ziekengasthuis. Het revalidatiecentrum staat organisatorisch los van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De revalidatieartsen maken deel uit van de Vereniging Medische Staf van het JBZ. Formatie FTE: (BMC) Personen AGIO’s AGNIO’s
5,2 6 2 1
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
? ? ? ?
85 0 0 0
Taken Het zorg dragen voor het optimaal biologisch, functioneel en sociaal herstel van een patiënt na een ziekte of aandoening; Subspecialisaties van de revalidatiegeneekunde richten zich op kinderen en neurologische pathologie; Speciale aandacht gaat uit naar patieneten met een beenamputatie, arm-hand letsel en wervelkolomproblematiek. Professionele ontwikkelingen Het uitbreiden van behandeling van CVA-revalidanten; Het uitbreiden van behandeling van neuromusculaire aandoeningen bij zowel volwassenen als kinderen; Het uitbreiden van behandeling van patiënten met chronische pijn. Wetenschappelijke activiteiten De vakgroep heeft sterk de wil om aan te sluiten bij de ontwikkeling van wetenschappelijk onderzoek (academisering revalidatiegeneeskunde). De vakgroep ondersteunt wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de directe patiëntenzorg. Opleiding De vakgroep is in het bezit van een erkenning tot opleiden. De vakgroep staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Multidisciplinaire samenwerking Binnen het zogenaamde ‘Slikteam’ wordt samengewerkt met KNO=artsen, logopedisten, maag-, darm- en leverartsen en radiologen. Op het gebied van decubitusbeleid (toekomstig doorbraakproject) wordt met name samengewerkt met de vakgroepen Dermatologie en Plastische Chirurgie.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 131/152 Kwaliteitsbeleid De vakgroep zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid mbv het INKkwaliteitssysteem als kader. Klantgerichtheid Klantgerichtheid betekent voor de vakgroep Revalidatiegeneeskunde het zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 132/152
Urologie Profiel Het specialisme kent binnen het JBZ twee vakgroepen Urologie (BMC en CLZ) die niet op structurele basis samenwerken. Ook zijn er geen gezamelijke diensten. De wil om samen te werken is bij beide vakgroepen, vooral bij de jonge urologen aanwezig. Samenwerking tussen jonge urologen is er vooral op het gebied van de laparoscopische chirurgie, waarbij er gezamenlijk op beide locaties wordt geopereerd. Er is een begin gemaakt met de afstemming van protocollen. Er is sprake van uniformering van hulpmiddelen en instrumentarium. Op de middenlange termijn moet dit uitmonden in volledige integratie van beide vakgroepen. Voor ingebruikname van de nieuwe locatie zal het natuurlijk verloop in beide vakgroepen ervoor gezorgd hebben dat er een nieuwe geïntegreerde maatschap is ontstaan. Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AGIO’s AGNIO’s
3,2 4 4 1
2,5 3 0 0
Productie EAC (BMC/CLZ) Opnamen Dagverpleging Verpleegdagen
5.200 950 650 5.700
2.800 800 500 3.300
Taken Het verlenen van een breed scala aan zorg betreffende de urologische patient [de urologie legt zich toe op (hoofdzakelijk) chirurgische behandeling van ziekten van nieren, de afvoerwegen daarvan, blaas, alsmede geslachtorganen van de man]; Het stellen van de diagnose, verrichten van aanvullende onderzoeken (echo nieren/prostaat, cystoscopie, urodynamica), het voorbereiden en uitvoeren van de ingreep alsmede het verlenen van de noodzakelijke nazorg; De volgende subspecialisaties kunnen genoemd worden: algemene urologie, oncologische urologie, minimaal invasieve urologie (laparoscopie, endoscopie), kinderurologie en functionele urologie. Professionele ontwikkelingen Ontwikkelen laparoscopische urologie (op locaties GZG en Carolus). Voorwaarde zijn de aanschaf van laparoscopisch instrumenatrium en aanpaasing van de Okruimte; Incontinentie poli (op locaties GZG en Carolus). Voorwaarde is een dekkende afspraak met de zorgverzekeraars over de financiering; Het opleiden van een PA (physician assistent). De PA werkt reeds op beide locaties; Uitbreiding van minimaal invasieve urologische behandelingen met TUM-T (TransUrethral Microwave Therapy), ESWL (Extracorporal Shock Wave Lithotripsy) en (holmium) laser. Wetenschappelijke activiteiten Beide vakgroep urologie hechten sterk aan weteschappelijk onderzoek, doch dit is ondergeschikt aan de directe patientenzorg. De vakgroepen urologie ondersteunen wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ met inachtneming van het belang van de
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 133/152 directe patiëntenzorg. Op het gebied van de oncologische urologie neemt de BMCvakgroep deel aan de evaluatie van oncologische behandelingen in Europees verband (EORTC). Voorts zijn er wetenscahppelijke activiteiten op het gebied van de urologische laparoscopie. Opleiding De BMC-vakgroep is in het bezit van de erkenning voor de opleiding tot uroloog. Het ligt in de bedoeling deze uit te breiden na de fusie van beide vakgroepen. De vakgroep urologie staat positief tegenover ontwikkelingen m.b.t. nieuwe 'medische' professionals en zal, indien mogelijk, hier in de nieuwe beleidsperiode gebruik van maken. Een ondersteunend geneeskundige (PA) is reeds in opleiding. Multidisciplinaire samenwerking Op het gebied van de urologische oncologie wordt nauw samengewerkt met pathologen, radiotherapeuten (Bernard Verbeeten Instituur), internist-oncologen. Samen met gynaecologen en fysiotherapeuten wordt de incontinentie problematiek aangepakt. Binnen het Kinder Incontinentie Team (KIT) wordt samengewerkt met kinderartsen, kinderfysiotherapeuten, medisch psychologen en pedagogen. De mogelijkheden voor het aantrekken van een kinderuroloog worden onderzocht. Samen met medisch psychologen en gynaecologen wordt gewerkt aan de polikliniek sexuologie. Op het gebied van traumatologie bestaat samenwerking met algemeen chirurgen, anesthesisten en radiologen. Kwaliteitsbeleid De vakgroep urologie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied. Er wordt invulling gegeven aan het kwaliteitsbeleid m.b.v. richtlijnen van de Nederlandse Vereninging voor Urologie. Voorbeelden van vakinhoudelijke kwaliteitsinitiatieven zijn de incontinentie poli en de minimaal invasieve therapie ter behandeling prostaatobstructie (TUM-T). Klantgerichtheid Zorgdragen voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. Voorbeelden van klantgerichte initiatieven zijn de incontinentie poli; een informatievoorziening afgestemd op de behoefte van de patiënt, verbetering van patienteninformatie en –folders en de introductie van een oncologie verpleegkundige op polikliniek (locatie Carolus).
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 134/152
Ziekenhuisfarmacie Profiel De Ziekenhuisapotheek Noordoost Brabant (ZANOB) is een zelfstandige stichting die diensten verleent voor alle locaties van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De ziekenhuisapothekers vormen een regionaal georienteerde vakgroep met een backoffice die gesitueerd is op de Carolus locatie. Er zijn frontoffices gevestigd in een depot in de instellingen (Naast het JBZ wordt farmaceutisceh zorg verleend aan Ziekenhuis Bernhoven, GGz 's-Hertogenbosch, de Van Neynselstichting, Cello en Verpleeghuis Liduina te Boxtel). Formatie FTE: (BMC/CLZ) Personen AIO’s
7,5 8 2
Taken Het bereiden en verstrekken van medicijnen en het verlenen van faramceutische zorg aan aangesloten instellingen; Aandachtsgebieden: aseptische bereidingen van cytostatica, totale parenterale voeding, medicatiecassettes, etc. Steriele en niet-steriele bereiding van geneesmiddelen (Werken ook als vangnet voor bereidingen in de eerste lijns farmacie; Endotoxinetesten uitvoeren en microbiologische onderzoeken verrichten. (voornamelijk gericht op eigen bereiding); Distributie en medicatiebewaking/beoordeling. (Veel aandacht voor medicatieveiligheid met vaste normen zoals 100% EenheidsAfleverVerpakkingen. Toediening middels de door de apotheek verstrekte medicatieverantwoordingslijsten; Therapeutic drug monitoring en toxicologisch onderzoek. (Bijzondere analyses ook voor ziekenhuizen buiten de regio); Farmaceutisch analytisch onderzoek van grondstoffen en eigen bereide producten. Professionele ontwikkelingen Opzetten toedieningsregsitratiesysteem met gebruik barcode, ook op andere plaatsen dan de verpleegafdelingen. Uniformering van voorschrijfbeleid tussen GZG en Carolus wordt belangrijk geacht (toepassing FTTO’s); Het starten met een elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) waardoor 50 % reductie van het aantal foutieve recepten; Het ontwikkelen van methoden om potentieel toxische geneesmiddelen beter te kunnen doseren (TDM can cytostatica); Starten van een i.v. additive service t.b.v. de afdelingen IC en neonatologie; Passen en meten: rationaliseren gebruik dure geneesmiddelen; Opzetten transferpunt communicatie eerste en tweede lijn i.v.m. opname- en ontslagmedicatie en meewerken aan een huisartsenformularium. Het starten van een geneesmiddeleninformatiecentrum in de kennislaag van het nieuwe ziekenhuis; Het opzetten van een poliklinische apotheek. (De implementatie hiervan is gepland in de nieuwbouw van het JBZ; Een vestiging van een satellietapotheek per verpleegtoren in het nieuwe JBZ.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 135/152
Wetenschappelijke activiteiten Voor de ziekenhuisfarmacie dient het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ondergeschikt aan directe patiëntenzorg. Het onderzoek moet klinisch gericht zijn. Bij samenwerking met universiteiten wordt aansluiting gezocht bij de Universiteit Utrecht. Het management van het JBZ ontwikkelt een vorm van wetenschapsbeleid waarbinnen zaken zoals trials gecoördineerd moeten worden. Met de vakgroep neurologie wordt onderzoek voorbereid dat mogelijk ook tot promotie kan leiden. Onderzoeksrichting(en) binnen het vakgebied zijn farmacogenetisch onderzoek en de toxicologische screeningsmethoden. Daarnaast therapeutic drug monitoring van relevante geneesmiddelen, farmacokinetiek, houdbaarheidsonderzoek van eigen producten. Opleiding De ziekenhuisfarmacie bezit een erkende opleiding. De ziekenhuisapothekers verzorgen bij- en nascholing.. Stagiairs van Universiteiten en Hogescholen. w.o. van nieuwe opleidingen zoals farmakundigen. Multidisciplinaire samenwerking Voor de apotheek is het van belang dat alle vakgroepen integreren en fuseren i.v.m. een uniform voorschrijfbeleid. Er is specifiek samenwerking met de afdeling Nucleaire Geneeskunde (kwaliteitsbeleid en bereiding radiofarmaca), het Multidisciplinair Oncologisch Centrum en de vakgroep Medische Microbiologie (o.a. in Antibioticaboekje). Kwaliteitsbeleid De ziekenhuisfarmacie zet zich in voor het optimaliseren van de patiëntenzorg binnen het vakgebied (certificaten voor ISO-9002, GMP en CCKL). Ondernemingsbreed wordt het INK-model toegepast. Tot de specifieke kwaliteitsprojecten behoren: het starten met EVS, protocollenbeheersysteem (DKS), chargebereidingsvoorschriften systeem (PROAZ), doorbraakprojecten Medicatie Veiligheid en Postoperatieve wondinfecties, switchproject antibiotica, antibioticaboekje en intern elektronisch formularium. De ZANOB neemt deel aan externe kwaliteitsprogramma's tbv klinisch-farmaceutische analyses, farmaceutisch analytische programma's en de toxicologie van de KNMP en KKGT en aan alle intercollegiale toetsing middels visitaties van de NVZA Klantgerichtheid De Ziekenhuisapotheek draagt zorg voor een patiëntvriendelijke organisatie waarin de individuele patiënt centraal staat. Bijbehorende doelstellingen worden verwoord in het beleidsplan met concrete succesfactoren/maatstaven en normen. De ZANOB verstaat onder klant de patiënt, de arts en andere zorgverlener en de instelling. Op alle drie de niveaus moet klanttevredenheid worden gemeten. De klantgerichtheid wordt o.a verbeterd door het dagelijks bijhouden van de deellijsten op alle afdelingen, het aanleveren van opnamemedicatie, het genereren van ontslagmedicatie, het beschikbaar stellen van gestandaardiseerde informatie over geneesmiddelen en het gebruik van geneesmiddelen.De ZANOB wil farmaceutische thuiszorg opzetten waardoor de ziekenhuisapotheek een aantal producten en eigen bereidingen mag leveren aan andere dan opgenomen patiënten.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 136/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 137/152
Addenda Addendum A – Samenstelling van de werkgroep De VMS-werkgroep verantwoordelijk voor de totstandkoming van het medisch beleidsplan bestond uit de volgende leden: Dr. A.J.J. Maas (voorzitter werkgroep), klinisch fysicus - bestuur VMS Mw. dr. A.A. Heins-van Valburg, ambtelijk secretaris bestuur VMS Dr. I.P.T. van Bebber, algemeen chirurg Dr. L.P.A. Bom, orthopaedisch chirurg Dr. S.J.L. Brada, internist – voorzitter bestuur VMS Dr. M.C.G. Daniëls, cardioloog –specialist manager Drs. W.J. Hardon, neuroloog – specialist manager Dr. J.H. Hoekstra, kinderarts – decaan Leerhuis Dr. A.A.M.J. Hollander, internist – specialist manager Dr. G.C.M. Kusters, klinisch chemicus – specialist manager Drs. E.C.M. Schavemaker, cardioloog – specialist manager Drs. B.P. Schrier, uroloog – specialist manager
Dit medisch beleidsplan is tot stand gekomen met redactionele bijdragen van: Dr. H.P. Beerlage, uroloog Dr. M.C.G. Daniëls, cardioloog Dr. M.H.A. Hermans, moleculair bioloog (Multidisciplinair Laboratorium Moleculair Biologische Diagnostiek) Dr. J.H. Hoekstra, kinderarts, decaan cluster Leerhuis Dr. G.C.M. Kusters, klinisch chemicus Dr. J.F.M. Pruijt, internist/oncoloog Dr. G. Weers – Pothoff, arts-microbioloog
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 138/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 139/152
Addendum B – Overzicht van erkende opleidingen in het JBZ (Medisch)-specialistische vervolgopleidingen in het JBZ 1. Cardiologie 2. Geriatrie 3. Chirurgie 4. Gynaecologie/obstetrie 5. Interne geneeskunde 6. Kindergeneeskunde 7. Klinische chemie 8. Klinische fysica 9. Longchirurgie (CHIVO-vervolgopleiding) 10. Longziekten 11. Pathologie 12. Maag-, darm- , en leverziekten 13. Medische microbiologie 14. Medische psychologie 15. Neurologie 16. Psychiatrie (met GGz) 17. Radiologie 18. Revalidatiegeneeskunde 19. Spoedeisende hulp (SEH) 20. Urologie 21. Ziekenhuisfarmacie Klinisch deel van de basisopleiding (co-assistentschappen) 1. Cardiologie (onderdeel co-schap interne geneeskunde) 2. Chirurgie 3. Geriatrie 4. Gynaecologie/obstetrie 5. Interne geneeskunde (ook op locatie Carolus) 6. Kindergeneeskunde (ook op locatie Carolus) 7. Longziekten (onderdeel co-schap interne geneeskunde) 8. Neurologie (ook op locatie Carolus) 9. Orthopaedie (onderdeel co-schap chirurgie) 10. Plastische chirurgie (onderdeel co-schap chirurgie) 11. Urologie (onderdeel co-schap chirurgie)
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 140/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 141/152
Addendum C – Organogram Vereniging Medische Staf
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 142/152
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 143/152
Addendum D – Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK)
1.
Leiderschap Onder leiderschap verstaat het INK-model het vermogen een missie te formuleren en de organisatie zodanig aan te sturen dat deze gehaald wordt.
Men leidt een volk slechts door het een toekomst te tonen: een leider is een koopman in verwachtingen. Napoleon Bonaparte
2.
Strategie & beleid Strategie en beleid zijn de vertalingen van de eerder vastgestelde missie naar de doelen die daarbij voor ogen staan en de wijze waarop deze uitgevoerd dient te worden.
Geen wind waait gunstig voor hem, die niet weet welke haven hij zal aandoen. Michel Eyquem Montaigne
3.
Stafleden Het INK-aspect human resources is hier vertaald in stafleden. Dit zijn de tot de VMS behorende leden die beschikken over de noodzakelijke kennis en vaardigheden en de wijze waarop ze deze inzetten voor het uitvoeren van de missie en het bereiken van de gestelde doelen.
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 144/152
Een machine kan het werk doen van vijftig gewone mensen. Geen enkele machine kan het werk doen van één bijzonder mens. Elbert Hubbard
4.
Middelen Middelen zijn de roerende en onroerende goederen die nodig zijn om de missie uit te voeren en de gestelde doelen te bereiken. Ook de omstandigheden waaronder de handelingen plaats vinden kunnen strikt genomen tot de middelen gerekend worden.
De roem van grote mannen moet altijd afgemeten worden aan de middelen waarvan ze zich bediend hebben, om hem te bereiken. François, hertog de La Rochefoucauld
5.
Processen Processen worden gevormd door ketens van handelingen, direct en indirect nodig voor onderzoek en behandeling van ziektebeelden. In de moderne gezondheidszorg is sprake van een complex samenspel van handelingen en hun onderlinge interacties. Er is bijna voortdurend sprake van een competitie tussen een orgaangerichte en een holistische benadering.
Het stellen van diagnoses is een van de meest verbreide ziekten. Karl Kraus
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 145/152
6.
Waardering door stafleden en ziekenhuis personeel Waardering van de organisatie door stafleden en ziekenhuis personeel wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor het uitvoeren van de missie en het bereiken van de gestelde doelen. De organisatie moet deze waardering bevorderen en regelmatig peilen.
Men bewondert altijd het werk waarin men zijn eigen gedachten terugvindt. Mme Necker de Saussure
7.
Waardering door patiënten en partners De mate van waardering van de organisatie door patiënten en partners vormt een belangrijke indicator voor de mate waarin de gestelde doelen bereikt zijn. Onderzoek naar de verwachtingen en bereikte waardering voorzien de organisatie van noodzakelijke stuurinformatie.
Een goede patiënt is iemand die, als hij een goede dokter gevonden heeft, bij hem blijft tot hij dood gaat. Oliver Wendell Holmes
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 146/152
8.
Waardering door de maatschappij Gezondheidszorg is een maatschappelijk goed. Strikt genomen is de maatschappij financier van de verleende zorg. Waardering van de organisatie door de maatschappij is voorwaarde voor het voortbestaan van de organisatie.
Indien er geen dokters waren, zouden we minder ziektes hebben maar eerder doodgaan. William Emmet Moore
9.
Eindresultaten De eindresultaten laten zien in hoeverre de gestelde doelen bereikt zijn en de missie volbracht is. Veelal worden de eindresultaten uitgedrukt in productie- en winstcijfers. Voor het product medische zorg zijn deze grootheden echter ontoereikend.
De tragiek van het bestaan ligt mede in het besef dat men meer had willen verrichten en dat men het ook beter had willen doen. Isaac Arend Diepenhorst
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 147/152
INDEX anesthesiologie....18, 28, 76, 77, 90 Bernhoven....17, 29, 63, 66, 72, 95, 100, 101, 106, 108, 109, 115, 134 BPR...................................... 33, 51 budget ........................................ 58 CAR..................................... 63, 67 cardiologie ..............13, 22, 78, 115 cluster ....11, 13, 30, 38, 45, 49, 58, 59, 83, 103, 137 clustermanagers ......................... 67 commissies .........31, 57, 58, 59, 82 communicatie.....32, 34, 38, 41, 49, 61, 67, 68, 70, 108, 109, 128, 134 dermatologie .........80, 81, 101, 130 DHV .............................. 53, 65, 72 eerste lijn ...33, 37, 64, 69, 72, 109, 128, 129 EPD.......................... 32, 33, 48, 92 financiën .................................... 96 geestelijke Verzorging ............... 82 geriatrie...................79, 84, 85, 139 GMSB.................12, 14, 55, 56, 59 gynaecologie....18, 23, 86, 87, 101, 111, 127, 139 heelkunde......23, 27, 77, 88, 89, 90 huisartsen.....13, 28, 37, 59, 64, 69, 71, 73, 86, 94, 101, 108, 109, 117 IC-Geneeskunde ............ 28, 90, 91 IGz ................................. 14, 54, 63 integratie 32, 33, 56, 60, 61, 76, 78, 100, 116, 132 interne ....14, 18, 28, 38, 50, 51, 52, 57, 61, 77, 92, 93, 100, 109, 128, 129, 139 interventie ............................ 13, 21 kaakchirurgie ....................... 29, 95
kindergeneeskunde.. 19, 87, 96, 97, 139 klinische chemie 25, 100, 101, 108, 109, 120 klinische fysica.... 32, 79, 102, 103, 115 KNO-Heelkunde ...................... 104 kwaliteit. 13, 14, 15, 16, 27, 30, 31, 34, 35, 43, 45, 48, 49, 51, 52, 53, 59, 65, 77, 79, 80, 82, 83, 87, 101, 103, 107, 108, 113, 117, 121, 127 leerhuis. 11, 13, 38, 39, 40, 41, 137 logistiek...................................... 93 longziekten . 19, 101, 106, 115, 139 MCC......................... 53, 63, 65, 97 medicatieveiligheid .......... 101, 134 medisch specialistische zorg11, 13, 15, 27, 29, 30, 35, 45, 46, 49, 54, 55, 57, 59, 64, 66, 74, 90 medische microbiologie .... 25, 100, 101, 108, 109, 120, 135 medische psychologie . 83, 87, 110, 111 minimaal invasieve . 13, 23, 28, 88, 103, 127, 132, 133 moleculair biologische .. 13, 25, 26, 100, 101, 109, 120 neonatologie ................. 28, 96, 134 neurologie 20, 28, 77, 79, 101, 106, 112, 113, 139 nieuwbouw................................. 33 nucleaire geneeskunde 20, 79, 103, 114, 115, 135 NVZ ............................... 14, 54, 63 OMS..................................... 54, 63 oncologie17, 19, 26, 28, 86, 92, 93, 96, 97, 100, 101, 106, 107, 110, 112, 115, 116, 127, 133
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 148/152
oogheelkunde........... 116, 117, 127 opleiding 15, 19, 22, 27, 28, 37, 39, 41, 46, 49, 50, 59, 69, 75, 76, 77, 78, 79, 81, 86, 87, 89, 90, 91, 92, 93, 95, 97, 100, 101, 103, 106, 107, 109, 110, 111, 114, 126, 128, 133, 135 OR ............................... 63, 67, 100 orthopaedie .....24, 77, 89, 118, 139 ouderen .......................... 17, 84, 85 pathologie ...29, 108, 118, 120, 130 patiënt ....21, 22, 23, 24, 27, 28, 29, 34, 35, 42, 45, 47, 49, 55, 62, 74, 77, 79, 81, 83, 85, 87, 88, 89, 91, 93, 94, 95, 98, 101, 105, 109, 111, 113, 115, 117, 119, 121, 123, 127, 129, 130, 131, 133, 135, 145 patiëntenlogistiek............... 34, 113 plastische chirurgie .... 81, 122, 129 prestatie-indicatoren 13, 14, 36, 48, 54, 98 productie .............43, 50, 53, 75, 90 protocollen ...18, 49, 50, 86, 92, 96, 100, 104, 106, 110, 112, 116, 126, 129, 132 psychiatrie........................ 125, 139 Raad van Bestuur.....26, 28, 38, 46, 47, 49, 52, 55, 56, 57, 60, 67, 100 radiologie ...89, 105, 115, 118, 126, 127 radiotherapie ........................ 20, 87
reumatologie.... 29, 81, 96, 97, 128, 129 revalidatie........................... 77, 130 SEH 27, 76, 79, 89, 90, 91, 93, 139 Sneller Beter......................... 34, 51 specialistmanager ......... 14, 59, 100 specialistmanagers ..................... 55 Stafbestuur .. 28, 39, 46, 47, 49, 50, 52, 55, 56, 57, 60, 61, 64, 66, 67, 68, 69, 73 stakeholders. 35, 52, 53, 62, 63, 64, 69, 70, 73 teaching hospital 13, 37, 38, 40, 41, 65 technologie ........... 32, 79, 102, 103 transmuraal............. 53, 81, 86, 117 UMC ............ 17, 19, 39, 43, 65, 81 urologie ................ 24, 87, 132, 133 VAR ............................... 63, 67, 72 VAZ ..................................... 14, 54 veiligheid.......... 45, 47, 48, 97, 102 VMS.. 9, 11, 13, 14, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 41, 42, 45, 46, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 100, 101, 102, 137 ziekenhuisfarmacie.. 101, 109, 115, 120, 134, 139 zorgverzekeraars ..... 31, 43, 65, 66, 132
Medisch Beleidsplan 2004-2009 voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis pag. 149/152