Opleidingsplan opleiding revalidatiegeneeskunde Revalidatiecentrum Tolbrug / Jeroen Bosch Ziekenhuis
Opleidingsbeleid Tolbrug Lokaal Opleidingsplan revalidatiegeneeskunde
Revalidatiecentrum Tolbrug
Colofon Uitgave: Revalidatiecentrum Tolbrug Postbus 90153 5200 ME ‘s-Hertogenbosch Tel. 073 - 699 20 28 Fax. 073 - 699 28 95 Bezoekadres Tolbrugstraat 11 5211 RW ‘s-Hertogenbosch Titel Opleidingsbeleid Tolbrug opleidingsplan revalidatiegeneeskunde Auteur(s) opleider, Annette van Kuijk beleidsmedewerker, Marieke Piels Datum laatste versie versie 1, juni 2010
© Copyright 2010 Revalidatiecentrum Tolbrug Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder bronvermelding.
Opleidingsplan opleiding revalidatiegeneeskunde
1
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
2
Voorwoord
3
1.
4
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8.
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
Oriëntatie Marktoriëntatie Doelgroep Speerpunten opleiding Visie
Vormgeving van de opleiding Fasering Planning opleidingsactiviteiten Visuele weergave logistiek opleidingsproces & toetsing Duur Opleidingsactiviteiten Onderwijs & Onderzoek Evaluatie van de opleiding Communicatie binnen de opleiding
Organisatie van de opleiding Functies, taken en verantwoordelijkheden Functie eisen Randvoorwaarden Evaluatie inhoud opleidingsplan Risico-inventarisatie Fiattering, eigenaar, datering
4 4 4 5
6 6 8 9 8 9 10 12 12
15 15 17 17 18 18 18
Bijlagen
19
Relevante documenten Begrippen en afkortingen Productie
19 20 21
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Voorwoord Dit opleidingsplan beschrijft hoe de opleiding tot revalidatiearts binnen Revalidatiecentrum Tolbrug wordt vormgegeven. Het plan stuurt de opleiding en creëert duidelijke kaders op het gebied van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit voor de assistent in opleiding tot specialist (AIOS), medewerkers van Revalidatiecentrum Tolbrug, de centrale opleidingscommissie (COC) van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, het concilium van de Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) en de Centraal College Medische Specialismen (CCMS). Het opleidingsplan biedt voldoende ruimte aan op maat gestelde persoonlijke ontwikkelplannen voor de individuele AIOS. Het plan is uitgewerkt door de AIOS en de opleidingsgroep, dat wil zeggen medewerkers die direct betrokken zijn bij de opleiding. Zij dragen ook zorg voor het structureel evalueren en bijstellen van het opleidingsplan. Hiermee is het plan op elk moment een adequate afspiegeling van de dagelijkse praktijk. Onderliggend document kunt u lezen als een menukaart. Het document beschrijft op hoofdlijnen de opleiding en benoemt alles wat daarbij van belang is op inhoudelijk en organisatorisch gebied. In het opleidingsplan wordt verwezen naar achterliggende documenten in de vorm van modules en protocollen. In deze modules en protocollen wordt het opleidingsplan verder uitgewerkt. U kunt ze zien als de recepten. Heeft u naar aanleiding van dit document vragen, dan kunt u contact opnemen met de opleider of uw vragen sturen naar
[email protected]. Wij wensen u veel leesplezier toe!
Opleider en Directie Revalidatiecentrum Tolbrug
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
1. Oriëntatie 1.1.
Marktoriëntatie
In dit document wordt voor Revalidatiecentrum Tolbrug een vertaling gemaakt van landelijke en regionale kaders ten aanzien van de opleiding tot revalidatiearts naar een lokaal opleidingsplan voor de eigen organisatie.
Overzicht landelijke en regionale kaders Het landelijke opleidingskader voor de opleiding tot revalidatiearts wordt opgesteld door het Centraal College Medische Specialismen (CCMS). Het CCMS is verantwoordelijk voor de landelijke regelgeving en wordt getoetst door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het CCMS heeft landelijk het algemene kaderbesluit voor de opleiding tot specialist vastgesteld. Per specialisme stelt het CCMS een aanvullend specifiek besluit vast. Voor de revalidatie is dat het besluit Revalidatiegeneeskunde. Zowel het algemene kaderbesluit als de specifieke besluiten per specialisme zijn in 2009 herzien. Naast het CCMS is de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) ingesteld die de kaderbesluiten en specifieke besluiten toetst. De MSRC is tevens verantwoordelijk voor de visitaties van de verschillende opleidingsinstellingen. De MSRC delegeert deze bevoegdheid echter aan de specialistenverenigingen. Voor de revalidatiegeneeskunde betekent dit dat de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) de visitaties uitvoert. Hiertoe heeft de VRA een plenaire visitatiecommissie ingesteld. Zowel de CCMS als de MSRC zijn onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG). Binnen de VRA is gewerkt aan een landelijk competentiegericht opleidingsplan voor de revalidatiegeneeskunde. Dit opleidingsplan is uitgebreider en gedetailleerder dan het Besluit Revalidatiegeneeskunde van de CCMS. Het opleidingsplan genaamd “Beter” is eind 2009 in de algemene ledenvergadering van de VRA aangenomen. Tolbrug participeert in het regionale opleidingscircuit en van daaruit wordt samengewerkt met de Sint Maartenskliniek (SMK) te Nijmegen, Revalidatiecentrum (RC) Groot Klimmendaal te Arnhem, ziekenhuis Rijnstate te Arnhem en Universitair Medisch Centrum (UMC) Sint Radboud te Nijmegen. De landelijke kaders zijn voor het regionale opleidingscircuit Nijmegen-’s-Hertogenbosch-Arnhem vertaald naar een nieuw competentiegericht regionaal opleidingsplan voor de AIOS. Het opleidingsplan vermeldt in welke instelling in het regionale circuit de vereiste competenties en vaardigheden te verkrijgen zijn, hoe het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek regionaal georganiseerd zijn en welke regionale overlegvormen er zijn. Daarnaast wordt inzichtelijk aan welke verplichtingen de AIOS dient te voldoen ten aanzien van onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en overlegvormen. Het regionale leerplan bevindt zich in de conceptfase en zal naar verwachting voor eind van het jaar 2010 gereed zijn. In 2006 is Revalidatiecentrum Tolbrug voor de laatste keer gevisiteerd door de visitatiecommissie van de VRA. Deze heeft de erkenning voor de opleiding met vijf jaar verlengd tot 2011.
1.2.
Doelgroep
De opleiding tot revalidatiearts duurt 4 jaar. Revalidatiecentrum Tolbrug beschikt over twee opleidingsplaatsen in het regionale opleidingscircuit Arnhem – Nijmegen – ‘s-Hertogenbosch. Een AIOS revalidatiegeneeskunde volgt gedurende 1 jaar zijn opleiding in ’s-Hertogenbosch, de overige jaren worden in de Sint Maartenkliniek en het UMC Sint Radboud doorgebracht. Binnen Revalidatiecentrum Tolbrug wordt een half jaar opleiding gevolgd binnen de unit Neurorevalidatie en een half jaar binnen de unit Houding & Beweging. In beide stages vindt zowel ziekenhuisrevalidatie als poliklinische revalidatie plaats.
1.3.
Speerpunten opleiding
De speerpunten van het opleidingsplan revalidatiegeneeskunde sluiten aan bij de visie van Tolbrug als netwerkorganisatie en regionaal expertisecentrum (zie paragraaf 1.4). Als speerpunten voor de opleiding zijn de volgende competenties benoemd:
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
1.4.
Persoonlijk leiderschap Samenwerking (team, intern en extern netwerk) Communicatie
Visie
Revalidatiecentrum Tolbrug als netwerk organisatie Revalidatiecentrum Tolbrug kijkt voor de organisatie van de zorg over de muren van de eigen organisatie heen. Naast regionale samenwerkingsverbanden waarbij sprake is van een aanvullend zorgpakket dan wel een specialistisch pakket, kijkt het supra-regionaal. Revalidatiecentrum Tolbrug levert een actieve bijdrage aan landelijke ontwikkelingen, alsmede aan wetenschappelijk onderzoek. Om het functioneren van de revalidant in de maatschappij zo goed en zo snel mogelijk te verbeteren, wordt tijdens het revalidatieproces samengewerkt met instanties op het gebied van wonen, werken, scholing en tijdsbesteding. Verder biedt Revalidatiecentrum Tolbrug revalidatiegeneeskundige expertise buiten het revalidatiecentrum aan. Revalidatiecentrum Tolbrug vervult daarmee een belangrijke scharnierfunctie tussen zorginstelling en maatschappij. Revalidatiecentrum Tolbrug stelt zich transparant op en vindt een goede samenwerkingsrelatie met netwerkpartners, inclusief de financiers, belangrijk.
Revalidatiecentrum Tolbrug als regionaal expertisecentrum Revalidatiecentrum Tolbrug wordt in het verzorgingsgebied gezien als hét regionale expertisecentrum voor revalidatiezorg. Qua expertise - gebundeld in interdisciplinaire teams – en faciliteiten onderscheidt Revalidatiecentrum Tolbrug zich binnen de regio. Door innovatief te zijn en hierbij de relevante ontwikkelingen nauwgezet te volgen, blijft kennis en expertise gewaarborgd. De revalidant wordt op respectvolle wijze benaderd waarbij de behandeling gericht is op het verminderen van en het leren omgaan met beperkingen in het dagelijks functioneren waardoor de zelfredzaamheid vergroot wordt. De hulpvraag van de revalidant is leidend in de behandeling. In overleg met de revalidant wordt een individueel revalidatiebehandelplan opgesteld waarin afspraken zijn gemaakt over behandeldoelen en de frequentie en duur van de therapie.
Revalidatiecentrum Tolbrug als opleidingsinstelling Revalidatiecentrum Tolbrug wil een lerende organisatie zijn. Revalidatiecentrum Tolbrug is van mening dat arts-assistenten, al dan niet in opleiding, een stimulerende bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de revalidatiegeneeskunde in het centrum. Daarnaast beschouwt Tolbrug het als haar maatschappelijke taak om basisartsen op te leiden tot revalidatieartsen die zorg kunnen bieden conform de door Tolbrug omgeschreven visie op revalidatiezorg. Daarom hecht het revalidatiecentrum belang aan de opleiding tot revalidatiearts. Revalidatiecentrum Tolbrug streeft naar een volledige bezetting van de opleidingsplaatsen.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
2. Vormgeving van de opleiding 2.1.
Fasering
De activiteiten worden in chronologische volgorde beschreven conform de fasen van de opleiding. De fasering richt zich op de weergave van het logistieke proces (organisatie van de opleiding) en niet op de inhoud van de opleiding of de kwalificaties van medewerkers. A
B
C
PRÉ-AANMELDINGSFASE
WIE
Eerste maand start opleiding nieuwe AIOS (instromer) eerste gesprek mevr. Dr. I.J.M. de Groot en drs. D. van Kuppevelt met nieuwe assistent, kennismaking circuit & bespreekpunten: VRA melding MSRC melding (Opleidingsschema meegeven) Afspraak personeelszaken SMK (gezondheidsverklaring) Detacheringen / declaraties cursussen Aanmelding 1e jaarsbasiscursus Beleid oudere jaarsbasiscursus & extra cursus (1x buitenland, ISPO enz.) Portfolio / logboek voor Europees examen Inwerkprogramma UMCN, SMK & diensten SMK (compensatie) Voortgangsgesprekken & toetsing Algemene verwachtingen van assistenten Onderzoek Assistentengroep en taken Recht op verkortingsaanvraag opleiding Parttime werken
Hoogleraar, opleiders instroominstelling (SMK) & UMCN
AANMELDINGSFASE
WIE
Twee maanden voor start RcT aanmelden AIOS bij leerhuis conform beschreven procedures: aanmeldingstraject aanstellingsprocedure Twee weken voor start stage RcT gesprek opleider Visie opleiding Tolbrug & specifieke thema’s Algemene verwachtingen van assistenten Portfolio en persoonlijk opleidingsplan Modelinstructie Inwerkprogramma RcT/JBZ Voortgangs- & beoordelingsgesprekken & toetsen Referaat & organisatie refereeravond
Opleider & opleidingssecretariaat
Opleider & opleidingssecretariaat
INWERKFASE
WIE
Inwerkprogramma RcT eerste twee weken Introductie organisatie & medewerkers RcT Instructie werkwijze & ICT RcT Meelopen specifieke behandelprogramma’s stage RcT
Hoofdsupervisor & secretariaat BU
Introductie nieuwe medewerkers RcT Introductie vakgroep RG Eerste twee weken geen patiëntenzorg m.u.v. consulten ziekenhuis neurologie
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Hoofdsupervisor & medisch secretariaat
Inwerken door AIOS Houding en Beweging Overdracht patiëntenzorg Assistentenklapper Administratieve procedures unit neurologie
D
E
G:\VAKGROEP\RG\Arts-assistenten\AIOS-klapper Introductieprogramma leerhuis JBZ binnen 2 weken na start
Leerhuis
NEUROREVALIDATIE FASE
WIE
Dagelijkse begeleiding in unit neurorevalidatie Rooster AIOS unit-1 KPB’s & opdracht Evaluatie introductieperiode 1 maand na start Planning & uitvoering KPB’s & opdracht Voortgangsgesprek na 3 maanden (bij eerste-jaars AIOS ook opleider) Beoordelingsgesprek na 6 maanden
Hoofdsupervisor
Hoofdsupervisor AIOS Hoofdsupervisor & secretariaat opleiding Opleider & secretariaat opleiding
UITSTROOMFASE NEUROREVALIDATIE
WIE
Laatste 2 weken geen EPB’s
Hoofdsupervisor & Secretariaat BU Hoofdsupervisor & secretariaat BU AIOS Medisch typiste AIOS houding en beweging
Laatste week geen patiënten m.u.v. consulten ziekenhuis neurologie Afhandelen administratie patiëntenzorg Brieven AIOS hebben voorrang in administratieve verwerking Inwerken door AIOS Houding en Beweging in laatste week Overdracht patiëntenzorg Assistentenklapper Administratieve procedures unit houding en beweging G:\VAKGROEP\RG\Arts-assistenten\AIOS-klapper Controle op tijdige afhandeling administratie E
BU AIOS Houding en Beweging
Hoofdsupervisor
INWERKFASE HOUDING & BEWEGING
WIE
Inwerkprogramma RcT eerste week Introductie medewerkers Instructie werkwijze & ICT Meelopen specifieke behandelprogramma’s stage Instructie handonderzoek
Hoofdsupervisor & secretariaat BU
Introductie nieuwe medewerkers RcT Introductie vakgroep RG Geen patiëntenzorg m.u.v. consulten ziekenhuis houding & beweging Inwerken AIOS neurologie in eerste week Overdracht patiëntenzorg Assistentenklapper Administratieve procedures unit neurologische aandoeningen
G:\VAKGROEP\RG\Arts-assistenten\AIOS-klapper
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Hoofdsupervisor & secretariaat BU AIOS houding & beweging
F
G
HOUDING & BEWEGING FASE
WIE
Dagelijkse begeleiding in unit houding & beweging Rooster AIOS unit-2 KPB’s & opdracht Evaluatie introductieperiode 2de week na start Planning & uitvoering KPB’s & opdracht Voortgangsgesprek na 3 maanden (bij eerste-jaars AIOS ook opleider) Beoordelingsgesprek (AIOS & opleidingsinrichting) na 6 maanden
Hoofdsupervisor
UITSTROOMFASE HOUDING & BEWEGING
WIE
Laatste 2 weken geen EPB’s
Hoofdsupervisor & Secretariaat BU Hoofdsupervisor & secretariaat BU AIOS Medisch typiste AIOS houding en beweging
Laatste week geen patiënten m.u.v. consulten ziekenhuis Afhandelen administratie patiëntenzorg Brieven AIOS hebben voorrang in administratieve verwerking Inwerken nieuwe AIOS houding en beweging in laatste week Overdracht patiëntenzorg Assistentenklapper Administratieve procedures unit neurologie G:\VAKGROEP\RG\Arts-assistenten\AIOS-klapper Controle op tijdige afhandeling administratie
2.2.
Hoofdsupervisor AIOS Hoofdsupervisor & secretariaat opleiding Opleider & secretariaat opleiding
Hoofdsupervisor
Planning opleidingsactiviteiten
Relevant document: planning
2.3.
Duur De opleiding start elk jaar in maart en september. In maart en september vindt tevens wisseling van stageplek binnen RcT plaats door de zittende AIOS. Stage Neurorevalidatie: ziekenhuisfase & revalidatiedagbehandeling, duur 6 maanden Stage Houding & Beweging: ziekenhuisfase & revalidatiedagbehandeling, duur 6 maanden.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
2.4.
Visuele weergave logistiek opleidingsproces & toetsing
2.5.
Opleidingsactiviteiten
Basis opleidingsactiviteiten
Lokale themakaarten Lijnleren Modules Tolbrug: o intervisie o referaat (critical appraised topic) o organisatie refereeravond o vakgroepvergadering o opdracht o brief
Optionele opleidingsactiviteiten
Modules Tolbrug
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
2.6.
Onderwijs & Onderzoek
A. Onderwijs De AIOS volgen in hun opleiding verschillende vormen van onderwijs. Deze vormen worden hieronder weergegeven en toegelicht. Landelijk VRA Scholingsprogramma (basiscursus) Inhoud: Centraal landelijk onderwijs (basiscursussen), verplicht voor elke AIOS. Frequentie: 2 dagen per maand Deelnemers: alle AIOS revalidatiegeneeskunde Programma: Scholingsprogramma Wetenschappelijke dagen van de VRA Inhoud: Wetenschappelijke dagen van de VRA, bestaande uit een wetenschappelijk programma en de VRA vergaderingen. Beide zijn verplicht voor AIOS. Frequentie: Voorjaar (1 dag) en najaar (2 dagen) Deelnemers: leden VRA Programma: http://www.revalidatiegeneeskunde.nl/ Regionaal Centrale onderwijsmiddag Inhoud: Centraal regionaal onderwijs verplicht voor AIOS opleidingscircuit. In cyclus van 4 jaar in totaal 8 blokken van vijf middagen op locatie SMK. Elk blok wordt afgesloten met een kennistoets en beoordeling van het blok door assistenten. Revalidatieartsen van Tolbrug verzorgen een aantal blokken. De stof is verdiepend ten opzichte van het VRA scholingsprogramma. Frequentie: 1x per maand op vrijdag van 13.30-17.00 uur Deelnemers: alle AIOS van het regionale opleidingscircuit Programma: Onderwijs 1e deel 2010 Centraal onderwijs 1e deel 2010 Regionale refereeravonden opleidingscircuit Inhoud: Themagerichte voordrachten over gespecialiseerde multidisciplinaire programma’s en ontwikkelingen op revalidatiegeneeskundig vlak Frequentie: 5x per jaar Deelnemers: Revalidatieartsen, A(N)IOS, PA’s van het regionale opleidingscircuit Programma: Schema refereeravonden 2009 Lokaal JBZ (Discipline Overstijgend Onderwijs) Programma: Discipline Overstijgend Onderwijs 2010 Klinische Pathologische Conferenties Inhoud: medisch inhoudelijk multidisciplinair thema Frequentie: 3 á 4 keer per jaar Deelnemers: alle AIOS (incl. Tolbrug) en stafleden JBZ Evidence Based Medicine (EBM) Inhoud: Beoordelen medische literatuur Frequentie: 3 a 4 keer per jaar Deelnemers: AIOS JBZ, vrijwillige deelname AIOS Tolbrug Overige onderwijsactiviteiten leerhuis Inhoud: Discipline overstijgend onderwijs Frequentie: m.i.v. nieuwbouw 2011 elke woensdagmiddag Deelnemers: AIOS en stafleden JBZ; op vrijwillige basis voor AIOS Tolbrug Lokaal Tolbrug Programma:
Intervisie Inhoud: Frequentie: Deelnemers:
Onderwijsopleiding Tolbrug2009_2010 Programma onderwijs competenties leiderschap, communicatie, en samenwerking 6x per jaar op dinsdag van 16.00-17.30 uur AIOS, ANIOS, stafleden, PA’s en poliverpleegkundigen
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Lokaal Onderwijs Inhoud: beleidsmatige onderwerpen zoals financiering van de zorg (DBC’s), kwaliteit (certificering) en wetgeving Frequentie: 2x per maand op dinsdag van 16.00-17.00 uur Deelnemers: AIOS, ANIOS, stafleden, PA’s en poliverpleegkundigen, geïnteresseerde medewerkers Casuïstiek bespreking Inhoud: bespreken probleem aan de hand van PICO systematiek Frequentie: elke 2de en 4de dinsdag van de maand 17.00-17.30 Deelnemers: AIOS., ANIOS, PA, poliverpleegkundigen, stafleden Referaat Inhoud: referaat volgens Critical Appraised Topic systematiek Frequentie: 4x per jaar op dinsdag van 16.00-17.00 uur na lokaal opleidingsoverleg Deelnemers: AIOS, ANIOS, stafleden, PA’s en poliverpleegkundigen Vakgroepvergadering Inhoud: Businessunit overstijgend revalidatiegeneeskundig medisch beleid en organisatie Frequentie: elke eerste dinsdag van de maand Deelnemers: Revalidatieartsen en AIOS Refereeravond Brabantse Revalidatiecentra (niet verplicht) Inhoud: Voordrachten en literatuurbeoordeling van medisch inhoudelijke zaken & ontwikkelingen op gebied revalidatiegeneeskunde en basis medische zorg Frequentie: 1x per maanden Deelnemers: revalidatieartsen, A(N)IOS, PA’s Brabantse revalidatiecentra. Alle revalidatieartsen van revalidatiecentrum Tolbrug zijn actief bij de opleiding betrokken. Zij zijn minimaal 4 keer per jaar aanwezig bij het lokaal onderwijs op dinsdagmiddag (m.u.v. de stafleden die uitsluitend werkzaam zijn op locatie Oss) volgens een aanwezigheidsrooster dat één van de hoofdsupervisoren beheert. De opleider, de hoofdsupervisoren, en AIOS zijn structureel uitgepland voor het lokaal onderwijs. De revalidatieartsen nemen deel aan de regionale refereeravonden van het opleidingscircuit. Er zijn behoudens de opleider, structureel 3 stafleden vanuit Tolbrug aanwezig. Ook hiervoor is een rooster gemaakt dat wordt beheerd door één van de hoofdsupervisoren.
B. Onderzoek In ons opleidingscircuit wordt uitgegaan van het doen van wetenschappelijk onderzoek leidend tot een publicatie in een internationaal peer-reviewed tijdschrift. Dissertatie is alleen een verplichting voor de AIOSKO’s. In alle gevallen zal een orale of posterpresentatie voor een nationaal (VRA) of internationaal forum worden gegeven. Om de kansen tot publicatie optimaal te maken, wordt door AIOS (bij voorkeur) een onderwerp gekozen dat in het verlengde ligt van een van de promotieprojecten in het opleidingsnetwerk. Slechts bij uitzondering en met goede motivatie (bijvoorbeeld goede kansen op nieuw promotieonderzoek) kan hiervan worden afgeweken. Het onderwerp wordt uiteindelijk vastgesteld door de AIOS in overleg met de hoogleraar revalidatiegeneeskunde. De primaire begeleiding wordt alleen gegeven door een gepromoveerde revalidatiearts die bovendien actief is in het wetenschappelijk onderzoek. In praktijk zal dit bij voorkeur de onderzoekscoördinator zijn van het revalidatiecentrum waar een groot deel van de opleiding wordt genoten, dan wel één van de stafleden in het UMC Sint Radboud. De hoogleraar revalidatiegeneeskunde in het UMC Sint Radboud is in alle gevallen begeleider ‘op afstand’ en als academisch opleider eindverantwoordelijk. Indien de onderzoekscoördinator in het betreffende centrum geen opleider is, wordt tevens de opleider in de begeleidingsgroep betrokken. Bij bewegingswetenschappelijk (lab) onderzoek wordt bovendien de senioronderzoeker die verantwoordelijk is voor het bewegingslab in UMC Sint Radboud e/o Sint Maartenskliniek in de begeleidingsgroep opgenomen. Dit is uitgewerkt in het regionale opleidingsplan. In concreto betekent dit de AIOS die hun opleidingsjaar in Revalidatiecentrum Tolbrug doorlopen hun onderzoek verrichten in het UMC Sint Radboud of in de Sint Maartenskliniek. De AIOS heeft in Revalidatiecentrum Tolbrug structureel tijd ter beschikking voor het doen van onderzoek(inclusief reistijd). De opleider en/of plaatsvervangend opleider van Revalidatiecentrum Tolbrug maakt deel uit
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
van de begeleidingsgroep en volgt en beoordeelt de voortgang van het onderzoek gedurende het betreffende opleidingsjaar in Tolbrug.
2.7.
Evaluatie van de opleiding
Zie ook paragraaf 2.8 Communicatie binnen de opleiding. B. Individueel opleidingstraject AIOS
A. Doeltreffendheid & Deskundigheid In hoeverre zijn de gestelde opleidingsdoelen door AIOS gehaald? Per opleidingsjaar zijn tenminste 10 KPB’s uitgevoerd, waarvan tenminste 4 team KPB’s; Competenties blok- en lijnleren - zoals beschreven in persoonlijk ontwikkelingsplan - zijn behaald, rekening houdend met opleidingsjaar waarin AIOS zich bevindt; Voldoende beoordeling organisatie refereeravond & referaat; Gemiddeld voldoende beoordeling regionaal blokonderwijs.
B. Doelmatigheid In hoeverre werkte AIOS doelmatig (efficiency conform DBC, organisatie van eigen werk)? Brieven en teamverslagen zijn tijdig en accuraat verwerkt; Administratie patiëntenzorg is op orde (Hamerslag, DBC registratie, startformulier, spreekuurformulier).
C. Tevredenheid AIOS In hoeverre is de AIOS tevreden over zijn/haar opleiding? Voldoende beoordeling AIOS conform de beoordeling opleidingsinrichting MSRC; Voldoende beoordeling opleidingsinstelling (DIRECT) (zie opleidingsbeleid JBZ). Voldoende beoordeling opleider en supervisoren (EFFECT) (zie opleidingsbeleid JBZ).
D. Klantgerichtheid In hoeverre sloot de opleiding aan bij de wensen en behoeften van de AIOS? EFFECT & DIRECT (zie opleidingsbeleid JBZ). Actueel Zelfevaluatiekader en jaarlijks POP opleidingsinstelling
2.8.
Communicatie binnen de opleiding
A. Besprekingen organisatie opleiding In relatie tot de kwaliteit van de opleiding zijn binnen het opleidingscircuit de volgende overlegvormen afgesproken: Landelijk Overleg Opleiders en Concilium Doel: Volgen landelijke ontwikkelingen opleidingsbeleid CCMS; Toetsing en afstemming regionale opleidingsplannen aan landelijke vereisten. Frequentie: 1x per jaar, op woensdag van 16.00 – 18.30 uur op wisselende locatie door het land (1 uur voorbereidingstijd) Deelnemers: Alle opleiders revalidatiegeneeskunde Regionaal Circuitopleidersoverleg Doel: Volgen ontwikkeling AIOS over regionale instellingen heen; Toetsing en afstemming opleidingsschema’s regionale opleidingsinstellingen; Toetsing en afstemming lokale opleidingsplannen aan regionale opleidingsplan; Toetsing en aanscherping regionale opleidingsplan aan landelijke kaders. Frequentie: 5x per jaar op dinsdag van 15.00 – 18.00 uur (3x Nijmegen, 1x ’sHertogenbosch, 1x Arnhem). Het overleg wordt gekoppeld aan de refereeravonden van het opleidingscircuit.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Deelnemers: Voorbereiding:
Notulen:
Alle opleiders en de plaatsvervangende opleiders van het regionale opleidingscircuit Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgedragen (o.a. regionaal opleidingsplan, cursorisch onderwijs, opleidingsroosters, organisatie wetenschappelijk onderzoek). G:\VAKGROEP\RG\Opleiding\OpleidingRG\agenda¬ulen opleidersoverleg\regionaal
Circuitopleidingsoverleg Doel: Evaluatie en afstemming opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) in circuitverband. Frequentie: 2x per jaar (1x in de vorm van AIOS-middag; 1x op maandag van 16.00-18.00 uur) Deelnemers: opleiders, (hoofd)supervisoren, AIOS Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgedragen (o.a. opleidingsplan, cursorisch onderwijs, opleidingsroosters, organisatie wetenschappelijk onderzoek AIOS). Notulen: G:\VAKGROEP\RG\Opleiding\OpleidingRG\agenda¬ulen opleidingsoverleg\regionaal
Lokaal JBZ Centrale Opleidings Commissie (COC) van het JBZ Doel: Evaluatie en afstemming opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) in JBZ verband. Frequentie: 5x per jaar op maandag van 17.00 – 18.30 uur Deelnemers: leerhuis, opleiders JBZ (inclusief Tolbrug) Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgedragen (o.a. lokaal opleidingsplan, discipline overstijgend onderwijs). Notulen: G:\VAKGROEP\RG\Opleiding\OpleidingRG\COC Lokaal Tolbrug Lokaal opleidingsgroep overleg Doel: Volgen van AIOS in hun ontwikkeling over opleidingsjaar heen; Evaluatie en afstemming opleidingszaken in circuitverband; Toetsing en aanscherping lokaal opleidingsplan aan landelijke en regionale kaders. Frequentie: 4x per jaar (1x per kwartaal) Deelnemers: opleider en hoofdsupervisoren Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgedragen (o.a. lokaal opleidingsplan, cursorisch onderwijs, opleidingsroosters). Notulen: G:\VAKGROEP\RG\Opleiding\OpleidingRG\agenda¬ulen opleidersoverleg\lokaal
Lokaal opleidingsoverleg Revalidatiecentrum Tolbrug Doel: Evaluatie en afstemming opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) in circuitverband. Frequentie: 4x per jaar (1x per kwartaal) Deelnemers: AIOS, opleider, plv. opleider, revalidatieartsen Notulen: G:\VAKGROEP\RG\Opleiding\OpleidingRG\agenda¬ulen opleidingsoverleg\lokaal
B. Besprekingen in kader individuele opleidingstraject AIOS
Startgesprek AIOS Doel: Frequentie: Deelnemers: Formulier:
Dit gesprek wordt voor start opleidingsjaar gehouden. tenminste 1x voor start stagejaar AIOS, opleider persoonlijk ontwikkelingsplan AIOS en portfolio
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Voortgangsgesprekken AIOS Doel: Bewaken voortgang persoonlijk ontwikkelingplan en competenties AIOS. Frequentie: tenminste 1x 3 maanden na start stage jaar, zo nodig vaker door het opleidingsjaar heen Deelnemers: AIOS, (hoofd)supervisor(en) Formulier: voortgangsgesprek en portfolio
Beoordelingsgesprekken AIOS Doel: beoordeling voortgang persoonlijk ontwikkelingsplan en competenties AIOS. Frequentie: 1x per 6 maanden, aan eind van opleidingshalfjaar Deelnemers: AIOS, opleider, (hoofd)supervisor(en) Formulier: beoordelingsformulier opleiding MSRC, 360 graden feedback, A/B/C formulier, portfolio
Beoordelingsgesprekken opleiding Doel: evaluatie en beoordeling opleiding & opleidingsgroep RcT Frequentie: 1x per jaar aan eind van het opleidingsjaar in RcTin aansluiting op het beoordelingsgesprek AIOS Deelnemers: AIOS & opleider Formulier: EFFECT/DIRECT & evaluatieformulier opleiding AIOS MSRC.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
3. Organisatie van de opleiding 3.1.
Functies, taken en verantwoordelijkheden
Opleider De opleider is de manager van de opleiding en voert met alle AIOS het periodieke beoordelingsgesprek. De opleider draagt zorg voor een goede kwaliteit van de opleiding en is eindverantwoordelijk voor de organisatie van de opleiding. Daarnaast stelt de opleider zich tot doel het opleidingsaanbod actueel te houden. Plaats in de organisatie De opleider is verantwoordelijk voor het organisatorische en inhoudelijke beleid van de opleiding; De opleider geeft leiding aan de opleidingsgroep en ziet erop toe dat de leden van de opleidingsgroep aan hun verplichtingen voldoen; De opleider adviseert namens de opleidingsgroep de directeur en de vakgroep. Taken en verantwoordelijkheden De opleider is verantwoordelijk voor het organisatorische en inhoudelijke opleidingsbeleid; De opleider bewaakt de continuïteit van de opleiding bij aan/afwezigheid van de revalidatieartsen die voor de opleiding werkzaam zijn; De opleider legt schriftelijk de taken en verplichtingen van de opleidingsgroep vast; De opleider neemt actief deel aan onderwijsactiviteiten; De opleider ziet erop toe dat de AIOS een portfolio bijhoudt en controleert of het portfolio voldoet aan de opleidingseisen; De opleider is verantwoordelijk voor de beoordeling, de vrijstelling en het opleidingsschema; De opleider onderhandelt met de organisatie over de randvoorwaarden waarbinnen de opleiding plaatsvindt; De opleider verstrekt de MSRC op haar verzoek te allen tijde alle gevraagde informatie over de opleiding; De opleider meldt alle relevante wijzigingen in de organisatie of structuur van de opleiding aan de MSRC; De opleider is betrokken bij alle communicatie naar de MSRC, COC en het opleidingscircuit; De opleider stelt (mede) jaarplannen op ten aanzien van de opleiding.
Plaatsvervangend opleider De plaatsvervangend opleider vervangt de opleider bij diens afwezigheid en zorgt daarmee dat de continuïteit van de opleiding gewaarborgd blijft. Plaats in de organisatie Bij afwezigheid van de opleider treedt de plaatsvervangend opleider in de rechten en plichten van de opleider; De plaatsvervangend opleider maakt deel uit van de opleidingsgroep.
Hoofdsupervisoren Om meer regie te verkrijgen over de kwaliteit van de stages binnen RcT en de specifieke taken en verantwoordelijkheden van de supervisoren, wordt per businessunit één hoofdsupervisor aangewezen die de regie voert over de opleiding binnen de betreffende businessunit. De hoofdsupervisoren overleggen elk kwartaal met de opleider met als doel afstemming en verbetering van het opleidingsplan. De opleider zit deze vergadering voor en blijft eindverantwoordelijk voor de opleiding en het opleidingsplan. Er worden in totaal 3 hoofdsupervisoren aangesteld voor Neurorevalidatie, Houding & Beweging en Kinderrevalidatie. Plaats in organisatie De hoofdsupervisoren zijn onderdeel van de opleidingsgroep. Taken en verantwoordelijkheden Eerste aanspreekpunt voor AIOS t.a.v. supervisie;
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
De hoofdsupervisor is verantwoordelijk voor het voortgangsgesprek met de AIOS en neemt deel aan de beoordelingsgesprekken; Heeft een gedelegeerde verantwoordelijk voor de inhoud van de stage gedurende het opleidings halfjaar, zowel wat betreft de organisatie, de kwaliteit, als de kwantiteit (het aantal patiënten dat gezien wordt door de AIOS); Bewaakt de continuïteit van de opleiding bij aan/afwezigheid van de revalidatieartsen in de betreffende businessunit die voor de opleiding werkzaam zijn; Bewaakt dat een AIOS kan voldoen aan de opleidingseisen (verwerven van kennis en vaardigheden per diagnosegroep zowel in kwaliteit als kwantiteit); Ziet erop toe dat de leden van de opleidingsgroep van de betreffende businessunit aan hun verplichtingen voldoen.
Opleidingsgroep De opleidingsgroep zorgt voor het creëren en het in stand houden van een gunstig opleidingsklimaat, waarmee wordt bedoeld dat de voorwaarden aanwezig zijn waaronder een opleiding tot stand kan komen en in stand kan blijven met een zo groot mogelijk rendement voor de individuele AIOS. De opleidingsgroep bestaat uit de opleider en alle revalidatieartsen werkzaam in de betrokken units die tevens supervisor zijn. Plaats in de organisatie De opleidingsgroep maakt onderdeel uit van de vakgroep revalidatiegeneeskunde. Taken en verantwoordelijkheden opleidingsgroep Algemeen Zij dragen zorg voor de dagelijkse begeleiding van de AIOS; Zij houden tenminste 4 maal per jaar een vergadering met de AIOS uitsluitend ter bespreking van opleidingszaken; Zij houden regelmatig stafbesprekingen, klinische conferenties en refereerbijeenkomsten waarin in beginsel alle leden van de opleidingsgroep aanwezig zijn; Zij houden in het kader van onderlinge toetsing probleemoplossende patiëntbesprekingen; Zij dragen er zorg voor dat de AIOS zijn verplichtingen kan nakomen. Met betrekking tot patiëntenzorg Zij zien erop toe dat de door de AIOS verzorgde ziektegeschiedenissen en medische correspondentie aan de door de beroepsgroep te stellen eisen voldoet en dat bij belangrijke beslissingsmomenten in de behandeling de aantekening geplaatst wordt dat in overleg met de met name genoemde specialist tot een bepaald beleid is besloten; Zij geven uitsluitend aanwijzingen die relevant zijn voor en in het belang zijn van de opleiding en van de patiëntenzorg en houden rekening met de vorderingen in de vakbekwaamheid van de AIOS; Zij zien er regelmatig op toe dat de door de AIOS verrichtte werkzaamheden voldoen aan de algemene competenties alsmede de specialismengebonden competenties en houden supervisie op de AIOS. Met betrekking tot opleiding en onderwijs Zij besteden voldoende tijd aan de opleiding en nemen daarmee samenhangend werkzaamheden op zich; Zij participeren actief in voor de opleiding verplichte onderwijsactiviteiten; Zij dragen zorg voor voldoende contact tussen de AIOS en andere medisch specialisten. Met betrekking tot bij- en nascholing Zij houden hun kennis en inzicht als medisch specialist op peil door het regelmatig deelnemen aan geaccrediteerde bij- en nascholingsactiviteiten; Zij volgen systematisch geaccrediteerde bijscholing met didactische aspecten ten behoeve van de opleiding. Met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling Zij bevorderen klinisch wetenschappelijk onderzoek van de leden van de opleidingsgroep en de AIOS hetgeen blijkt uit publicaties en voordrachten; Zij waarborgen dat minimaal 1 van de leden van de opleidingsgroep op de betreffende locatie aanwezig en beschikbaar is voor de AIOS.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
3.2.
Functie eisen
Specifieke functie-eisen opleider & plaatsvervangend opleider
Tenminste 5 jaar geregistreerd als revalidatiearts en actief als revalidatiearts werkzaam; Hij/zij neemt verantwoordelijkheid voor inhoudelijke en organisatorische beleid van de opleiding; Hij/zij beschikt over een didactische houding blijkens uit respect voor de AIOS en de ruimte die deze krijgt om zijn stijl te ontwikkelen, relativeringsvermogen en flexibiliteit; Hij/zij beschikt over didactische kwaliteiten herkenbaar in een goede feedback, goede communicatie, aanzetten tot reflectie en in het vermogen vaardigheden over te dragen; Hij/zij beschikt over didactische kennis ten aanzien van didactische methoden, achterliggende theorieën en over de context waarbinnen de opleiding zich moet afspelen; Hij/zij heeft aantoonbare interesse in onderwijskundige aspecten, blijkend uit lidmaatschap van onderwijskundige tijdschriften, het bijwonen van onderwijskundige conferenties en het volgen van didactische cursussen; Hij/zij beschikt over organisatorische kwaliteiten. De opleider dient een goede teamleider en goede onderhandelaar met de organisatie te zijn; Hij/zij is wetenschappelijk actief en heeft wetenschappelijke interesse; Hij/zij is bereid coassistenten en AIOS op te leiden; Hij/zij is in een voor het betreffende medisch specialisme erkend opleidingsinrichting werkzaam op een zodanige wijze dat hij/zij eindverantwoordelijk als opleider daadwerkelijk en naar behoren kan dragen; Hij/zij is lid van de VRA; Hij/zij voert gestructureerd overleg met andere relevante hulpverleners; Hij/zij maakt deel uit van en geeft leiding aan de opleidingsgroep en legt de specifieke taken en verplichtingen van de leden van de opleidingsgroep schriftelijk vast.
Specifieke functie eisen (hoofd)supervisoren
Hij/zij is bereid coassistenten en AIOS op te leiden; Hij/zij heeft de “teach the teachers” cursus gevolgd; Hij/zij beschikt over een didactische houding blijkens uit respect voor de AIOS en de ruimte die deze krijgt om zijn stijl te ontwikkelen, relativeringsvermogen en flexibiliteit; Hij/zij beschikt over didactische kwaliteiten herkenbaar in een goede feedback, goede communicatie, aanzetten tot reflectie en in het vermogen vaardigheden over te dragen; Leden van de opleidingsgroep voldoen bij uitoefening van het specialisme aan kwaliteitseisen van de betreffende Wetenschappelijke Medisch Specialisten Vereniging; Leden hebben elk een gedifferentieerd activiteiten- en belangstellingsterrein binnen het vakgebied van het betreffende specialisme terwijl hun gezamenlijke kennis en vaardigheden elkaar aanvullen; Zij ondersteunen de opleiding en de aanvraag daarvoor en zijn op de hoogte van de opleidingseisen alsmede de eindtermen van de opleiding; Hij/zij is lid van de VRA; Hij/zij voert gestructureerd overleg met andere relevante hulpverleners.
3.3.
Randvoorwaarden
Randvoorwaarden om het opleidingsplan uit te voeren op het gebied van materiële, personele en externe voorzieningen.
A. Materiële voorzieningen Abonnement VRA basiscursusklapper; Tijdschriften en boeken Bibliotheek basiscursusboeken Bibliotheek boeken categorie indeling Abonnement tijdschriften Werkplek AIOS
B. Personele voorzieningen Opleidingssecretariaat: 0,05 fte (2 uur/week) Opleider 0,1 fte; toelage 6%
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Hoofdsupervisoren 0,15 fte (3x 2 uur/week); toelage 3% p.p. C. Productie Voor programma AIOS is opleiding leidend. AIOS is productie neutraal. Productie AIOS komt op conto van supervisor. AIOS telt niet mee in de productie- en formatieberekening van de businessunit. Daardoor komt voor de businessunit dokterstijd vrij die ingezet kan worden bijv. ten behoeve van kwaliteitsontwikkeling. Bij uitval AIOS is businessunit verantwoordelijk voor de continuïteit en kwaliteit van de zorg (zie bijlage 3). AIOS heeft 60 minuten inclusief 15 minuten supervisie voor eerste polikliniek bezoek (EPB) AIOS heeft 30 minuten inclusief 15 minuten supervisie voor herhalingspolikliniek bezoek (HPB)
D. Externe voorzieningen (zie opleidingsbeleid JBZ) Introductiebijeenkomst AIOS JBZ Discipline overstijgend onderwijs JBZ / Brabant Medical School Beschikbaarheid medisch bibliotheek JBZ, digitaal 24 uur tijdschriften beschikbaar Ondersteuning leerhuis & COC JBZ Assistentenvereniging de Unie Vertrouwenspersoon AIOS leerhuis
3.4.
Evaluatie inhoud opleidingsplan
A. Procesindicatoren Jaarlijks DIRECT conform beleid JBZ Jaarlijks zelfevaluatiekader en POP instelling ter toetsing in COC conform beleid JBZ
B. Resultaatindicatoren Jaarlijks DIRECT en EFFECT conform beleid JBZ
3.5.
Risico-inventarisatie
Stafleden die voldoen aan competenties opleider/ plaatsvervangend opleider Onderzoeksklimaat revalidatiecentrum Tolbrug Productie versus opleiding binnen businessunits
3.6.
1
Fiattering, eigenaar, datering
BEHEERASPECT
NAAM
FUNCTIE
Auteur 1 Auteur 2 Verifieerder 11 Verifieerder 2 Eigenaar Beheerder
tekst tekst tekst tekst tekst tekst
tekst tekst tekst tekst tekst tekst
Versienummer Ingangsdatum
1 15-06-2010
Vervaldatum Evaluatiedatum
4 jaar 2 jaar
Vastgesteld CB Vasgesteld VG Rev GNK
PARAAF
DATUM
datum 15-06-2010 01-06-2010 Juni 2014 Juni 2012
Met verifieerder wordt bedoeld: diegene die het behandelprogramma heeft tegengelezen en van commentaar voorzien.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Bijlagen Relevante documenten In het kader van de opleiding revalidatiegeneeskunde zijn de volgende documenten en formulieren van belang.
Documenten Kaderbesluit CCMS Toetsingskader CCMS Beleidsregels opleiding MSRC Besluit revalidatiegeneeskunde
(landelijk voor alle specialismen) (landelijk voor alle specialismen) (landelijk voor alle specialismen) (landelijk voor specialisme revalidatiegeneeskunde)
Landelijk Opleidingsplan Revalidatiegeneeskunde VRA (in conceptfase) Leerplan Opleidingscircuit Revalidatiegeneeskunde Nijmegen-’s-Hertogenbosch-Arnhem (concept)
Formulieren Besluit formulieren ten behoeve van de opleiding tot medisch specialist Formulier 'Aanmelden als AIOS' Formulier 'Aanvraag vrijstelling' Formulier melding wijziging (deeltijd, onderbreking, gewijzigd opleidingschema) gedurende medischspecialistische opleiding Aanvraagformulier overgangsbepalingen Kaderbesluit (AIOS) Evaluatieformulier opleiding voor assistent-geneeskundigen. Dit formulier wordt jaarlijks door de AIOS met de opleider(sgroep) ingevuld ter evaluatie van de opleiding. Formulier driemaandelijkse voortgangsgesprekken Formulier voor driemaandelijkse voortgangsgesprekken tussen AIOS en opleider. Voortgangsgesprekken zijn verplicht in het eerste jaar van de opleiding. Dit formulier vervangt niet het A/B-formulier. Formulier A/B Jaarlijkse beoordeling van de AIOS door de opleider en zijn medewerkers nadat de vereiste voortgangsgesprekken hebben plaatsgevonden. De AIOS moet deze forumlieren zelf in zijn/ haar portfolio bewaren. Indien er twijfel bestaat of de AIOS geschikt en/ of in staat is de opleiding voort te zetten, moet en de A/B formulieren WEL aan de MSRC worden opgestuurd. Formulier C Geschiktheidverklaring aan het einde van de opleiding.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Begrippen en afkortingen AIOS AIOSKO ANIOS BU CAT CCMS COC DBC DOO EBM EPB FTE ICT ISPO JBZ KNMG KPB MDO MSRC PA Rc RcT RG SMK UMC UMCN VRA VWS
Assistent In Opleiding tot medisch Specialist Assistent In Opleiding tot medisch Specialist en Klinisch Onderzoeker Assistent Niet In Opleiding tot medisch Specialist Business Unit Critical Appraised Topic Centraal College Medisch Specialisten Centrale Opleidings Commissie Diagnose Behandeling Combinatie Discipline Overstijgend Onderwijs Evidence Based Medicine Eerste Poliklinische Bezoek Fulltime Equivalent Informatie- en Communicatie Technologie International Society for Prosthetics and Orthotics Jeroen Bosch Ziekenhuis Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunde Korte Praktijk Beoordeling Multi Disciplinair Overleg Medisch Specialisten Registratie Commissie Physician Assistant Revalidatiecentrum Revalidatiecentrum Tolbrug Revalidatiegeneeskunde Sint Maartenskliniek Universitair Medisch Centrum Universitair Medisch Centrum Sint Radboud Nijmegen Vereniging van Revalidatieartsen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Productie Uitgangspunten: AIOS is productieneutraal; Productie businessunit wordt berekend aan hand van formatie stafleden. Dokter doet 50% direct en 50% indirect. Productie = productie staflid = productiestaflid +AIOS Voorbeeld Roostering spreekuur dag: Ochtend spreekuur (direct) 4 uur Middag: administratie (indirect) 4 uur dag spreekuur 8.30 9.00 9.30 10.00 10.30 11.00 11.30 12.00
EPB totaal HPB totaal SV over
staflid zonder AIOS EPB 1 EPB1 EPB2 EPB2 EPB3 EPB3 EPB4 EPB4 HPB1 HPB2 HPB3 HPB4 HPB5 HPB6 HPB7 HPB8
staflid met EPB3 EPB3 HPB5 sv EPB4 EPB4 HPB6 sv HPB7 sv HPB8 sv
4 8
2 4 6x 15 min 2x 15 min
Voorbeeld Consulten: MDO ingeroosterd bij staflid; daarnaast directe tijd consulten ingeroosterd. consulten Staflid zonder AIOS aantal/week tijd direct/indirect direct/week ingeroosterd neuro 6/week 45 min/consult 2 h; 15 min H&B
4/week
45 min/consult
1.5 h
sv sv
AIOS EPB1 EPB1 EPB1 sv EPB2 EPB2 EPB2 sv HPB1 sv HPB2 sv HPB3 sv HPB4 sv 2 4
Met AIOS ingeroosterd SV 60 min 1. 15 min SV 30 min 1 uur
Over neuro: 1.15 uur/week; H&B 1 uur/week De tijd die over is kan afhankelijk van de afspraken binnen de businessunit ingezet worden voor kwaliteit en ontwikkeling; indien structureel ingezet voor productie, is risico bij uitval assistent voor businessunit. Als niet ingezet voor productie kan uitval assistent nl. volledig opgevangen worden door staf.
H:\PDF2\Opleidingsplan Tolbrug_100615.doc
Module matrix opleiding revalidatiegeneeskunde Revalidatiecentrum Tolbrug (RCT) A. Overzicht modules revalidatiecentrum Tolbrug
2
1 Patiëntgerelateerde modules
3
1.1 Algemene, patiëntgerelateerde modules 1.2 Specifieke patiëntgerelateerde modules Neurologie 1.3 Specifieke patiëntgerelateerde modules Houding en Beweging
4 11 12
2 Niet-patiëntgerelateerde modules
15
2.1 Algemene niet-patiëntgerelateerde modules
16
B. Lokale themakaarten
22
1. Themakaarten neurologie
23
1.1 THEMAKAART 1: Niet aangeboren hersenletsel bij volwassenen (inclusief cerebrovasculair accident) 23 1.2 THEMAKAART 3: Neuromusculaire aandoeningen 26
2. Themakaarten Houding en Beweging
30
2.1 THEMAKAART 2: Dwarslaesie 2.2 THEMAKAART 4: Amputatie onderste extremiteit: transtibiaal, knie-exarticulatie of transfemorale amputatie 2.3 THEMAKAART 5 Gewrichtsgerelateerde aandoeningen/reumatische aandoeningen 2.4 THEMAKAART 6: Chronische Pijn 2.5 THEMAKAART 7: Multi-trauma-patiënten
30
C. Beoordelingsinstrumenten
51
3.1 KPB Algemeen 3.2 Korte Praktijk Beoordeling Poli 3.3 Korte Praktijk Beoordeling Team 3.4 Korte Praktijk Beoordeling Referaat 3.5 Korte Praktijk Beoordeling Casuspresentatie
52 53 54 55 56
35 39 43 47
1
A. Overzicht modules revalidatiecentrum Tolbrug 1. Patiëntgerelateerde Modules Algemeen
Neurologie
Houding & Beweging
Consult
Spasticiteitspreekuur
HAND spreekuur
MDO
Spierziektenspreekuur
CAMP spreekuur
Gesprek met patiënt
Expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel
Triage overleg pijnrevalidatie
Teams
Multiple sclerose MDO
Diabetisch voetspreekuur
Technisch- en schoenspreekuur (TSU/SSU)
Consulten Verpleeghuis Consulten Voorburg (GGZ)
(gehele stage RCT)
Correspondentie 2. Niet patiënt gerelateerde Modules Casusbespreking (PICO) Referaat (CAT) Intervisie Organisatie regionale refereeravond Medische staf Project zorgverbetering / vernieuwing
Blauw = nog in bewerking
2
1 Patiëntgerelateerde modules 1.1 Algemene patiëntgerelateerde modules 1.1.1. Consult 1.1.2. MDO 1.1.3. Gesprek patiënt 1.1.4. Teams 1.1.5. Technisch- en schoenspreekuur (TSU/SSU) 1.1.6. Correspondentie 1.2 Specifieke patiëntgerelateerde modules Neurologie 1.2.1. Spasticiteitspreekuur 1.2.2. Spierziektenspreekuur 1.2.3. Expertisecentrum Niet-Aangeboren Hersenletsel 1.2.4. Multiple Sclerose MDO 1.2.5. Consulten verpleeghuis 1.3 Patiëntgerelateerde modules Houding & Beweging 1.3.1. Interdisciplinaire handenspreekuur (HAND) 1.3.2. Multidisciplinaire amputatiespreekuur (CAMP) 1.3.3. Triage overleg pijnrevalidatie 1.3.4. Diabetisch voetspreekuur 1.3.5. Consulten Voorburg (GGZ)
3
1.1 Algemene, patiëntgerelateerde modules
1.1.1. Consult Wanneer in stage: gedurende volledige stagejaar (zowel neuro als houding en beweging) Methodiek: ICF Leerdoelen 1) Medisch Handelen Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied in de acute fase goed en waar mogelijk evidence-based toe De AIOS geeft blijk dat hij verstoorde basisfuncties kan verklaren uit de pathofysiologie De AIOS benoemt klachten en bevindingen in termen van functies, activiteiten en participatie De AIOS benoemt de rol van persoonsgebonden en omgevingsgebonden factoren De AIOS geeft blijk dat hij / zij conform ICF model kan denken en juiste conclusies heeft getrokken op basis van (differentiaal) diagnose, onderzoeken, ziekteverloop en behandeling. De AIOS verkrijgt en integreert van relevante gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek en andere bronnen zoals familie, artsen en andere hulpverleners 2) Communicatie De AIOS verwoordt op bondige, gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen (patiënt, familie als hulpverleners) zowel schriftelijk als verbaal De AIOS is in staat zowel naar hulpverleners, patiënt als familie, adequaat uitleg te geven over bevindingen en reden waarom wel/geen verdere behandeling wordt voorgesteld De AIOS geeft blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: verslag anamnese, lichamelijk onderzoek, probleemlijst, differentiaaldiagnose, aanvullend onderzoek, beloop, samenvatting en interpretatie, adviezen consulten De statusvoering is actueel en leesbaar. 3) Samenwerking AIOs is in staat een intercollegiale consultaanvraag adequaat en tijdig ( < 24 uur) te beantwoorden AIOS kent het protocol intercollegiaal consult JBZ en handelt hiernaar De AIOS functioneert adequaat in teamverband en herkent en respecteert daarbij de verschillende hiërarchische en functionele rollen.; Laat zien meningen van anderen te respecteren, te overwegen, en accepteren; Bouwt actief mee aan goede verstandhouding en samenwerking met andere disciplines Uit zich positief over prestaties collega’s; Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang; Blijft meedenken en levert bijdragen, ook wanneer er geen direct sprake is van eigen belang. 4) Maatschappelijk handelen De AIOS heeft begrip voor de situatie van de patiënt (ook in uitzonderlijke omstandigheden) en diens sociale achtergrond. De AIOS toont belangstelling voor de persoonlijke omstandigheden van de patiënt en zijn omgeving en is zich bewust van de mogelijke gevolgen van ziekte voor gezinsleden en de verder omging (inclusief werkomgeving) van de patiënt. De AIOS houdt met deze omstandigheden rekening bij onderzoek, advies, behandeling en begeleiding Kent en herkent maatschappelijke oorzaken en gevolgen van aandoening, en bespreekt deze zover relevant; Herkent en erkent fouten / incidenten in zorg en maakt deze bespreekbaar. De AIOS kan omgaan met de juridische aspecten van het systeem van de gezondheidszorg en handelt in overeenstemming hiermee 5) Organisatie Is in staat onder tijdsdruk te werken en prioriteiten in urgentie te bepalen Heeft inzicht in de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken specialisten en de organisatie;
4
Heeft inzicht in het functioneren van het gezondheidssysteem en het maatschappelijk krachtenspel; Is zich bewust van de effectiviteit en kosten van bepaalde diagnostiek en behandeling; Weegt de individuele nood af versus het collectieve belang. 6) Professionaliteit Toont zichtbare inzet, betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel t.a.v. zowel de organisatie als de patiëntenzorg; Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden; Kent de grenzen van eigen competentie voor functioneren als revalidatiearts en handelt daarbinnen Gaat adequaat om met eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen. Aandachtspunten voor supervisor Communicatie patiënt en familie - het inlichten van patiënt en/ of familie/omgeving is vermeld in medische status Tijdens overdracht van consult kan de AIOS: - hoofd- van bijzaken onderscheiden - benoemt reële differentiaal diagnose - benoemt expliciet die zaken uit de probleemlijst die van belang zijn - doet voorstellen voor aanvullend onderzoek - betrekt de prognose van patiënt in het gevoerde beleid - neemt verantwoordelijkheid voor het gevoerde beleid - benoemt eigen twijfels over diagnostisch en therapeutisch handelen - is actief bij de selectie te bespreken patiënten bij lopende consulten - kan uit de voeten met instructie om patiënten zonodig kort en bondig te bespreken - maakt problemen organisatie zorg bespreekbaar (samenwerking andere specialisten, wachtlijsten) Beoordelingsinstrument: KPB poli
5
1.1.2. MDO Wanneer in stage: gedurende volledige stagejaar (zowel neuro als houding en beweging) Methodiek: ICF Leerdoelen 1) Communicatie De AIOS verwoordt op bondige, gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen Geeft bondig en adequaat uitleg over bevindingen en reden waarom wel/geen verdere behandeling wordt voorgesteld Beantwoordt een vraag binnen het MDO adequaat Geeft blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: doet schriftelijk verslag MDO (samenvatting en adviezen aanvullend onderzoek & behandeling) De statusvoering is actueel en leesbaar. 1) Samenwerking De AIOS functioneert adequaat in teamverband en herkent en respecteert daarbij de verschillende hiërarchische en functionele rollen.; Laat zien meningen van anderen te respecteren, te overwegen, en accepteren; Bouwt actief mee aan goede verstandhouding en samenwerking met andere disciplines Uit zich positief over prestaties collega’s; Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang; Blijft meedenken en levert bijdragen, ook wanneer er geen direct sprake is van eigen belang. 2) Maatschappelijk handelen De AIOS is op de hoogte van de persoonlijke omstandigheden van de patiënt en zijn omgeving en diens sociale achtergrond en is zich bewust van de mogelijke gevolgen van ziekte voor gezinsleden en de verder omging (inclusief werkomgeving) van de patiënt. Kent en herkent maatschappelijke oorzaken en gevolgen van aandoening, en bespreekt deze zover relevant; Houdt met deze omstandigheden rekening bij onderzoek, advies, behandeling en begeleiding Herkent en erkent fouten / incidenten in zorg en maakt deze bespreekbaar. Kan omgaan met de juridische aspecten van het systeem van de gezondheidszorg en handelt in overeenstemming hiermee 3) Organisatie De AIOS heeft inzicht in de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken specialisten en de organisatie; Heeft inzicht in het functioneren van het gezondheidssysteem en het maatschappelijk krachtenspel; Is zich bewust van de effectiviteit en kosten van bepaalde diagnostiek en behandeling; Weegt de individuele nood af versus het collectieve belang. 4) Professionaliteit De AIOS toont zichtbare inzet, betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel t.a.v. zowel de organisatie als de patiëntenzorg; Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden; Kent de grenzen van eigen competentie voor functioneren als revalidatiearts en handelt daarbinnen Gaat adequaat om met eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen en die van anderen. Beoordelingsinstrument: KPB team
6
1.1.3. Gesprek met patiënt Wanneer in stage: (gedurende volledige stagejaar (zowel neuro als houding en beweging) Methodiek: gesprekstechniek Leerdoelen 1) Communicatie De AIOS creëert een voor de patiënt veilige omgeving met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie; Heeft een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht sekse, seksuele geaardheid, levensfase, sociaaleconomische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur of levensovertuiging, en ongeacht de aard, prognose, en het stadium van gezondheidsprobleem of aard van de beperking; Verwoordt, adviseert en informeert de patiënt en familie op een adequate en effectieve wijze met als doel de patiënt en zijn gezinssysteem zo veel mogelijk te betrekken bij de besluitvorming over het diagnostisch en therapeutisch beleid; Geeft bondig en adequaat uitleg over bevindingen en reden waarom wel/geen verdere behandeling wordt voorgesteld; Geeft blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: doet schriftelijk verslag van gesprek (samenvatting en adviezen aanvullend onderzoek & behandeling); statusvoering is actueel en leesbaar. 2) Maatschappelijk handelen De AIOS is op de hoogte van de persoonlijke omstandigheden van de patiënt en zijn omgeving en diens sociale achtergrond en is zich bewust van de mogelijke gevolgen van ziekte voor gezinsleden en de verder omging (inclusief werkomgeving) van de patiënt; Kent en herkent maatschappelijke oorzaken en gevolgen van aandoening, en bespreekt deze zover relevant; Houdt met deze omstandigheden rekening bij onderzoek, advies, behandeling en begeleiding; Beschikt over adequate kennis en past deze toe in de dagelijkse praktijk Somatische, psychische en sociale structuur en functies van mensen individueel en i onderlinge relaties De levensfasen en mogelijke verstorende factoren daarin Menselijk gedrag in verschillende omstandigheden met name in probleemsituaties en bij verschillende culturele achtergronden Beschikt over kennis en inzicht met betrekking tot de volksgezondheid en past deze toe in de dagelijkse praktijk: Het belang van zowel preventie van langdurige arbeidsongeschiktheid als gevolg van arbeidsongeschiktheid De relatieve omvang van ziekte handicap en sterfte en verdeling daarvan in de bevolking Determinanten van volksgezondheid waaronder demografische, culturele, sociale en economische factoren Complicaties van chronische ziektebeelden Kan omgaan met de juridische aspecten van het systeem van de gezondheidszorg en handelt in overeenstemming hiermee. 3) Professionaliteit De AIOS onderkent eigen gevoelens, normen en waarden in relatie tot existentiële vragen over leven, dood, ziekte en gezondheid en kan omgaan met medisch-ethische vragen; Gaat adequaat om met eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen van zichzelf en die van anderen; Kent de grenzen van de gegeven situatie, eigen competentie voor functioneren als revalidatiearts en handelt daarbinnen; Is in staat eigen morele standpunten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae te verantwoorden Herkent en erkent fouten / incidenten in zorg en maakt deze bespreekbaar. Beoordelingsinstrument: KPB poli
7
1.1.4. Teams
1.1.5. Technisch- en schoenspreekuur (TSU / SSU)
8
1.1.6. Correspondentie Wanneer in stage: gedurende volledige stagejaar (zowel neuro als houding en beweging) Methodiek: ICF Leerdoelen 1) Medisch Handelen Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence-based toe De AIOS geeft blijk dat hij verstoorde basisfuncties kan verklaren uit de pathofysiologie De AIOS benoemt klachten en bevindingen in termen van functies, activiteiten en participatie De AIOS benoemt de rol van persoonsgebonden en omgevingsgebonden factoren De AIOS geeft blijk dat hij / zij conform ICF model kan denken en juiste conclusies heeft getrokken op basis van (differentiaal) diagnose, onderzoeken, ziekteverloop en behandeling. Dit wordt kort, bondig en op heldere wijze weergegeven: de integratie van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek. Aandachtspunten Medische Diagnose: - Is volledig en accuraat weergegeven o.b.v. de beschikbare gegevens. AIOS gaat actief op zoek naar deze gegevens als deze niet direct beschikbaar zijn Voorgeschiedenis: - Is chronologisch en volledig weergegeven met vermelding van jaar ziekte/operatie. (Tip: controleer op volledigheid o.a. m.b.v. oudere correspondentie. Zie ook in de PC en verwijs typiste hiernaar, vul ontbrekende gegevens aan). Hulpvraag: - De relevante hulpvraag van patiënt en /of verwijzer wordt duidelijk weergegeven Anamnese: - De relevante, ernstige hoofdklacht(-en) is kort beschreven - De huidige status-quo is duidelijk vermeld - De ziektegeschiedenis is bondig en adequaat weergegeven Activiteiten en participatie - De relevante bevindingen uit anamnese in termen van activiteiten en participatie zijn benoemd - De eventuele rol van persoonsgebonden en omgevingsgebonden factoren is benoemd Onderzoeksbevindingen en conclusies - Bevindingen lichamelijk onderzoek zijn bondig en volledig beschreven - Bevindingen van diagnostiek zijn helder en volledig weergegeven; d.w.z. vermeldt ook data aanvullend onderzoek en vermeldt kort de conclusie. Bespreking: - revalidatiediagnose is kort beschreven - therapie en in het kort het verloop staan beschreven - behandeldoelen zijn volgens SMART principes geformuleerd Follow-up - gepland follow-up beleid is goed aangegeven - de reden van follow-up is aangegeven 2) Communicatie De AIOS doet adequaat schriftelijk verslag over patiëntencasus De AIOS geeft in de praktijk blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van het schrijven van brieven betreffende de revalidatiebehandeling. Aandachtspunten voor supervisor Communicatie patient en familie - het inlichten van patiënt en/ of familie/omgeving is vermeld Helderheid brief - De brief is compact - Aanhef brief is correct - De brief heeft een logische opbouw conform de bestaande :sjablonen adressering aan huisarts, aanvang, medische diagnose, hulpvraag, voorgeschiedenis, anamnese, bevindingen lichamelijk onderzoek, activiteiten, externe factoren, revalidatiediagnose, beleidbespreking en samenvatting
9
-
kopie gestuurd aan: Specialisten waar patiënt onder controle is (of recent nog was) Huisarts - De brief bevat geen irrelevante informatie - Overbodig jargon is vermeden - Dicteer de brief namens de specialist die supervisor was en vermeldt daarvan de naam. Patiënt wordt teruggezien door: (naam van specialist bij wie patiënt bekend is) Samenvatting - Revalidatiediagnose is puntsgewijs beschreven (geen nadere toevoegingen als therapie noodzakelijk) 3) Organisatie Binnen 2 weken na eerste polikliniekbezoek of einde behandeling moet de brief gedicteerd zijn en bij de huisarts en andere behandelaars binnen zijn! Tot slot aandachtspunten bij dicteren: - Bandjes verkrijgbaar op secretariaat revalidatiegeneeskunde. - Digitale correctie brieven vindt plaats door AIOS en supervisor - Er mogen geen statussen van de polikliniek meegenomen worden naar huis. Deze brief bevat de informatie die ik graag heb als ik de volgende arts ben die de patiënt ziet Beoordelingsinstrument: KPB brief
10
1.2 Specifieke patiëntgerelateerde modules Neurologie
1.2.1. Spasticiteitspreekuur 1.2.2. Spierziektenspreekuur 1.2.3. Expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel 1.2.4. Multiple Sclerose MDO 1.2.5. Consulten Verpleeghuis
11
1.3 Specifieke patiëntgerelateerde modules Houding en Beweging
1.3.1. Interdisciplinair Handenspreekuur (HAND) Wanneer in stage: stage houding & beweging; elke derde donderdag van de maand, 17.30 Methodiek: Interdisciplinair overleg/casusbesprekingen met reumatoloog, revalidatiearts, plastisch chirurg, handtherapeut en patiënt Leerdoelen Op welke competenties wordt een beroep gedaan: 7) Communicatie Toont begrip en respect voor afwijkende standpunten, omgangsvormen, emoties en gewoontes; De lichaamstaal, de gebaren, de non-verbale communicatie zijn effectief en correct. Weet inbreng kort en duidelijk te verwoorden zodat er goed overleg is tussen disciplines terwijl er rekening wordt gehouden met vakjargon t.o.v. patiënt. Praat niet over het hoofd van patiënt heen. 8) Samenwerking Neemt actief deel aan overleg (Brengt eigen expertise en meningen in); Bereidt overleg adequaat voor met handtherapeut en RA Laat zien meningen van anderen te respecteren, te overwegen, en accepteren; Bouwt actief mee aan goede verstandhouding en samenwerking met andere disciplines Uit zich positief over prestaties collega’s; Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang; Blijft meedenken en levert bijdragen, ook wanneer er geen direct sprake is van eigen belang. 9) Maatschappelijk handelen Kent en herkent maatschappelijke oorzaken en gevolgen van aandoening en bespreekt deze zover relevant tijdens overleg; Herkent en erkent fouten / incidenten in zorg en maakt deze bespreekbaar. 4) Organisatie Heeft inzicht in de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken specialisten en de organisatie; Heeft inzicht in het functioneren van het gezondheidssysteem en het maatschappelijk krachtenspel; Is zich bewust van de effectiviteit en kosten van bepaalde diagnostiek en behandeling; Weegt de individuele nood af versus het collectieve belang. 5) Professionaliteit Toont zichtbare inzet, betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel t.a.v. zowel de organisatie als de patiëntenzorg; Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden; Kent grenzen van eigen competentie en handelt daarbinnen Gaat adequaat om met eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen.
Beoordelingsinstrument: KPB team
12
1.3.2. Multidisciplinair Amputatiespreekuur (CAMP) Wanneer in stage: stage houding & beweging; 1x/maand, woensdagochtend Methodiek: multidisciplinair spreekuur met RA, orthopedisch instrumentmaker, fysiotherapeut en patiënt Leerdoelen Op welke competenties wordt een beroep gedaan: 1) Medisch handelen Beschikt naar de stand van het vakgebied over adequate parate kennis over amputaties en de gevolgen en complicaties hiervan; Kan adequaat protheserecept opstellen aan de hand van overleg tussen OIM, FT en patiënt, dat past bij het participatieniveau van de patiënt Kan (multidisciplinair) behandelplan en behandeltraject opstellen, evalueren en bijstellen z.n. Past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal goed en evidence-based toe; d.w.z. o de conclusies uit onderzoek en anamnese zijn correct; o levert effectieve en ethisch verantwoorde zorg. 2) Communicatie Toont begrip en respect voor afwijkende standpunten, omgangsvormen, emoties en gewoontes; De lichaamstaal, de gebaren, de non-verbale communicatie zijn effectief en correct. Weet inbreng kort en duidelijk te verwoorden zodat er goed overleg is tussen disciplines terwijl er rekening wordt gehouden met vakjargon t.o.v. patiënt. Praat niet over het hoofd van patiënt heen. 3) Samenwerking Neemt actief deel aan overleg (Brengt eigen expertise en meningen in); Laat zien meningen van anderen te respecteren, te overwegen, en accepteren; Bouwt actief mee aan goede verstandhouding en samenwerking met andere disciplines Blijft meedenken en levert bijdragen. 4) Maatschappelijk handelen Kent en herkent maatschappelijke oorzaken en gevolgen van aandoening en bespreekt deze zover relevant tijdens overleg; Herkent en erkent fouten / incidenten in zorg en maakt deze bespreekbaar. 5) Organisatie Heeft inzicht in de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken disciplines Heeft inzicht in het functioneren van het gezondheidssysteem en het maatschappelijk krachtenspel; Is zich bewust van de effectiviteit en kosten van bepaalde diagnostiek en behandeling; 6) Professionaliteit Toont zichtbare inzet, betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel t.a.v. zowel de organisatie als de patiëntenzorg; Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden; Kent grenzen van eigen competentie en handelt daarbinnen Gaat adequaat om met eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen.
Beoordelingsinstrument: KPB poli
13
1.3.3. Triage overleg pijnrevalidatie 1.3.4. Diabetisch voetspreekuur 1.3.5. Consulten Voorburg (GGZ)
14
2 Niet-patiëntgerelateerde modules 2.1 Algemene niet-patiëntgerelateerde modules 2.1.1. Casusbespreking (PICO) 2.1.2. Referaat (CAT) 2.1.3. Intervisie 2.1.4. Organisatie regionale refereeravond 2.1.5. Medische staf 2.1.6. Project zorgverbetering / vernieuwing
15
2.1 Algemene niet-patiëntgerelateerde modules
2.1.1. Casusbespreking Wanneer in stage: Elke 2de en 4de dinsdag van de maand Methodiek: ICF en ordenend principe voor de revalidatiegeneeskundige praktijk (PICO) Leerdoelen Op welke competenties wordt beroep gedaan: 1) Medisch handelen Beschikt naar de stand van het vakgebied over adequate parate kennis met een directe relevantie voor klinisch redeneren in de meest en minder frequent voorkomende situaties; Heeft kennis van relevante bronnen om klinische kennis in minder voorkomende situaties op korte termijn te actualiseren; Past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal goed en evidence-based toe; d.w.z. o de conclusies uit onderzoek en anamnese zijn correct; o levert effectieve en ethisch verantwoorde zorg. 2) Communicatie Verheldert een probleem; Structureert en vat accuraat samen volgens het ICF model; Luistert actief; Vraagt verduidelijking bij onduidelijke en vage antwoorden / vragen; Toont begrip voor afwijkende standpunten, omgangsvormen en gewoontes. 3) Samenwerken Draagt informatie over patiënten zorgvuldig over; Vraagt feedback aan collega’s; Reageert adequaat op feedback. 4) Kennis en wetenschap Onderbouwt de zorg op wetenschappelijke wijze; Beschouwt medische informatie kritisch. 5) Maatschappelijk handelen Kent en herkent determinanten van ziekte; Kent de gestelde kwaliteitseisen / richtlijnen; Gaat ethische discussies over micro- en macrozorg niet uit de weg. 6) Organisatie Is zich bewust van de effectiviteit en kosten van diagnostiek en behandeling; Besteedt beschikbare middelen voor patiëntenzorg verantwoord, d.w.z. kiest voor de minst kostbare optie bij gelijkwaardigheid van alternatieven; Werkt conform de daarvoor gestelde kwaliteitseisen / richtlijnen; Treft in verwarrende situaties maatregelen om orde op zaken te stellen. 7) Professionaliteit Gaat goed om met feedback; Vraagt om feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden. Beoordelingsinstrument: KPB casuspresentatie
16
2.1.2. Referaat Wanneer in stage: elk half jaar Methodiek: Critical Appraised Topic Leerdoelen: Op welke competenties wordt beroep gedaan: 1) Medisch handelen heeft kennis van relevante bronnen om klinische kennis op korte termijn te actualiseren. 2) Communicatie Verheldert een probleem / vraagstelling; Legt een begrip duidelijk en gestructureerd uit m.b.v. PowerPoint presentatie; o dia’s ter ondersteuning dwz niet voorlezen van..., o Contact met zaal, intonatie, tempo, woordkeus Houdt rekening met begripsvermogen luisteraars; Geeft de gelegenheid tot vragen stellen; Vraagt verduidelijking bij onduidelijke en vage vragen / antwoorden; Vat samen wat hij / zij begrepen heeft en toets of dit klopt; De lichaamstaal, de gebaren, de non-verbale communicatie zijn effectief en correct; o Presentatie, houding, uitstraling, boeiend? Toets of de boodschap goed is begrepen; Neemt maatregelen als de informatie niet duidelijk is; Observeert gedrag, emoties en andere non-verbale signalen en betrekt deze bij vervolg; Toont begrip en respect voor afwijkende standpunten, omgangsvormen, emoties en gewoontes. 3) Kennis & wetenschap Ziet dat informatie ontbreekt, gaat op zoek naar aanvullende informatie; Beschouwt medische informatie kritisch; weet juiste vragen te stellen, zoekt doelmatig, beoordeelt de kwaliteit van de literatuur door rationele (bij voorkeur EBM) onderbouwing en besluitvorming, Gebruikt verschillende manieren om ingewikkelde problemen aan te pakken en relevante informatie te verkrijgen, Maakt onderscheid tussen informatie over de feiten en meningen en interpretaties; Onderbouwt zorg op wetenschappelijke wijze; Weegt nieuwe wetenschappelijke inzichten in de eigen werksituatie; Bevordert de verbreding van en ontwikkelt wetenschappelijke vakkennis. 4) Organisatie Is zich bewust van effectiviteit en kosten van bepaalde diagnostiek en behandeling; Gebruikt informatietechnologie effectief voor optimale bij- en nascholing; o Kan met powerpoint een presentatie vormgeven; o Technische aspecten: lay-out dia’s, heldere agenda, afgebakend onderwerp, o vermijd afdwalen, gebruik pointer Treft in verwarrende situaties maatregelen om orde op zaken te stellen; Bewaakt tijd; Bereid zich adequaat voor. 5) Professionaliteit Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden. Beoordelingsinstrument: KPB referaat.
17
2.1.3. Intervisie Wanneer in stage: elke 2 maanden Methodiek: Leerdoelen: Op welke competenties wordt beroep gedaan: 1) Medisch handelen Houdt rekening met aard, sekse, cultuur, omstandigheden, vermogens en toestand van de patiënt bij vraagstelling en onderzoek; De patiënt wordt voldoende begeleid bij het noodzakelijke meewerken aan zijn behandeling. 2) Communicatie Luistert actief; Geeft ruimte voor feedback en bespreking verwachtingen en, resultaten; Motiveert en nodigt uit tot inbreng bespreking verwachtingen, resultaten; Toont begrip voor afwijkende standpunten, omgangsvormen en gewoontes; Reageert op lichaamstaal (non-verbaal) en verbale signalen met relevante vragen; Vraagt verduidelijking bij onduidelijke en vage antwoorden /vragen; Structureert en vat accuraat samen; Verheldert een probleem. 3) Samenwerken Helpt collega’s en biedt hulp aan (brengt expertise in); Geeft collega’s op constructieve wijze feedback; Vraagt feedback aan collega’s en reageert adequaat op feedback; Signaleert en benoemd conflicten in een professionele relatie op constructieve wijze; Werkt actief mee aan een oplossing (doet iets om spanningen in een groep te verminderen); Laat zien meningen van een ander te respecteren, overwegen en accepteren. 4) Maatschappelijk handelen Kent risicofactoren voor dreigend disfunctioneren en anticipeert hierop; Treedt adequaat op bij incidenten in de zorg (meldt en makt bespreekbaar). 5) Organisatie Organiseert werk naar balans in patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling; Is aanspreekbaar voor medewerkers en op de hoogte van wat er speelt. 6) Professionaliteit Toont bij zijn / haar functie passend fatsoen en respect; Gaat adequaat om met feedback; Gaat adequaat om met eigen emoties, normen en waarden en vooroordelen; Kent grenzen van eigen competentie en handelt daarbinnen. Beoordelingsinstrument: POP, 360 graden feedback; half jaarlijkse beoordeling.
18
2.1.4. Organisatie regionale refereeravond Wanneer in stage: jaarlijks in december Methodiek: projectplan organisatie refereeravond Leerdoelen: Op welke competenties wordt beroep gedaan: 1) Communicatie Houdt rekening met begripsvermogen medewerkers bij organisatie; Toetst of de boodschap goed is begrepen; Neemt maatregelen als de informatie niet duidelijk is; Geeft de gelegenheid tot vragen stellen; Vraagt verduidelijking bij onduidelijke en vage vragen / antwoorden; Houdt rekening met interesses en begripsvermogen luisteraars; Vat samen wat hij / zij begrepen heeft en toets of dit klopt; Observeert gedrag, emoties en andere non-verbale signalen en betrekt deze bij vervolg; Toont begrip en respect voor afwijkende standpunten, omgangsvormen, emoties en gewoontes; De lichaamstaal, de gebaren, de non-verbale communicatie zijn effectief en correct o Organisator / gastvrouw / voorzitter. 2) Samenwerking Stemt met collega AIOS taak en rolverdeling af; Stemt met secretariaat tijdstip en taken secretariële en logistieke ondersteuning af; Staat open voor feedback. 3) Kennis en wetenschap Ziet dat informatie ontbreekt, gaat op zoek naar aanvullende informatie; Bevordert de verbreding van en ontwikkelt wetenschappelijke vakkennis; Faciliteert en bevordert het leren van collega’s en andere medische deskundigen; Participeert actief in het regionale refereercircuit. 4) Organisatie Bereid zich tijdig en adequaat voor o Selectie onderwerp: relevantie voor praktijkvoering o Nodigt inhoudsdeskundigen actief uit om aanwezig te zijn; Geeft inhoudelijk leiding aan organisatie refereeravond o Bepaalt programma en benadert sprekers, o Neemt gedragen besluit, o Geeft secretariaat opdracht tot organisatie locatie, catering, uitnodiging, o Stimuleert sprekers tot actieve participatie en samenwerking; Is aanspreekbaar voor medewerkers en op de hoogte van wat er speelt; Gebruikt informatietechnologie effectief voor optimale bij- en nascholing; Treft in verwarrende situaties maatregelen om orde op zaken te stellen; Geeft leiding aan uitvoering refereeravond o Is gastvrouw / heer, o Zit refereeravond voor, o Bewaakt tijd (houdt sprekers op respectvolle wijze aan tijd), o Is aanspreekbaar voor sprekers en op de hoogte van wat er speelt. 5) Professionaliteit geeft onzekerheden of onduidelijkheden aan Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden
Beoordelingsinstrument: KPB organisatie refereeravond
19
2.1.5. Medische staf Wanneer in stage: elke eerste dinsdag van de maandag Methodiek: Leerdoelen Op welke competenties wordt een beroep gedaan: 1) Communicatie Toont begrip en respect voor afwijkende standpunten, omgangsvormen, emoties en gewoontes; De lichaamstaal, de gebaren, de non-verbale communicatie zijn effectief en correct. Weet inbreng kort en duidelijk te verwoorden 2) Samenwerking Kan conflicten in een professionele relatie hanteren; Werkt actief mee aan een oplossing hiervan; Neemt actief deel aan overleg (Brengt eigen expertise en meningen in); Laat zien meningen van anderen te respecteren, te overwegen, en accepteren; Vraagt feedback aan collega’s en reageert adequaat op feedback; Geeft collega’s op constructieve wijze feedback; Uit zich positief over prestaties collega’s; Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang; Blijft meedenken en levert bijdragen, ook wanneer er geen direct sprake is van eigen belang. 3) Maatschappelijk handelen Kent de strekking van de WGBO, WBP en gedragsregels van KNMG en VRA; Herkent en erkent fouten / incidenten in zorg en maakt deze bespreekbaar. 4) Organisatie Heeft inzicht in de rollen en verantwoordelijkheden van de specialisten en de organisatie; Heeft inzicht in het functioneren van het gezondheidssysteem en het maatschappelijk krachtenspel; Is zich bewust van de effectiviteit en kosten van bepaalde diagnostiek en behandeling; Weegt de individuele nood af versus het collectieve belang. 5) Professionaliteit Bereid zich adequaat voor; Toont zichtbare inzet, betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel t.a.v. zowel de organisatie als de patiëntenzorg; Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden; Gaat adequaat om met eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen.
Beoordelingsinstrument: halfjaarlijkse beoordeling, A/B formulier
20
2.1.6. Project zorgverbetering / zorgvernieuwing Wanneer in stage: elk half jaar Methodiek: Afhankelijk van gekozen onderwerp. Critical Appraised Topic Leerdoelen: Op welke competenties wordt beroep gedaan: 1) Medisch handelen Heeft kennis van relevante bronnen om klinische kennis op korte termijn te actualiseren; Kan relevant onderwerp selecteren, medisch inhoudelijk dan wel organisatorisch; Relevante richtlijnen of bestaande protocollen worden gebruikt; Komt tot goed beargumenteerde klinische besluitvorming of adviezen voor de praktijk na gedegen onderzoek. 2) Communicatie Verheldert een probleem / vraagstelling; Beschrijft duidelijk doel van het project, beloop en uitkomstmaten; Kan kort en bondig mondeling resultaten van het project overdragen en toelichten aan supervisoren; Kan in discussie goed argumenten onderbouwen gebaseerd op onderzoek. 3) Samenwerking Oriënteert zich op lopende projecten en betrekt zo nodig andere disciplines. 4) Kennis & wetenschap Ziet dat informatie ontbreekt, gaat op zoek naar aanvullende informatie; Beschouwt medische informatie kritisch; o weet juiste vragen te stellen, o zoekt doelmatig, o beoordeelt de kwaliteit van de literatuur door rationele (bij voorkeur EBM) onderbouwing en besluitvorming, o Gebruikt verschillende manieren om ingewikkelde problemen aan te pakken en relevante informatie te verkrijgen, o Maakt onderscheid tussen informatie over de feiten en meningen en interpretaties; Onderbouwt zorg op wetenschappelijke wijze; Weegt nieuwe wetenschappelijke inzichten in de eigen werksituatie; Bevordert de verbreding van en ontwikkelt wetenschappelijke vakkennis. 5) Organisatie Is zich bewust van effectiviteit en kosten van bepaalde diagnostiek en behandeling; Bewaakt tijd/ werkt efficiënt; Bereidt zich adequaat voor; Geeft duidelijk eigen grenzen aan en onderneemt waar nodig actie. 6) Professionaliteit Vraagt feedback aan collega’s en reageert daar adequaat op; Volgt niet klakkeloos meningen of adviezen van deskundigen en belanghebbenden; gaat vertrouwelijk om met patiëntgegevens Beoordelingsinstrument: KPB referaat
21
B. Lokale themakaarten
1 Themakaarten neurologie 1.1 Niet aangeboren hersenletsel 1.2 Neuromusculaire aandoeningen
2 Themakaarten houding en beweging 2.1 Dwarsleasie 2.2 Ampuaties en prothesiologie onderste extremiteit 2.3 Gewrichtsgerelateerde aandoenongen / rheumatische aandoeningen 2.4 Chronische pijn 2.5 Multi-trauma
22
1. Themakaarten neurologie
ICC/SU niveau 4
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
-
1
1
RC Tolbrug
UMC Sint Radboud
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU
RC Sint Maartenskliniek
Rijnstate
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
Vereist eindniveau
RC Groot Klimmendaal
1.1 THEMAKAART 1: Niet aangeboren hersenletsel bij volwassenen (inclusief cerebrovasculair accident)
Medisch handelen De AIOS bezit adequate algemene kennis van NAH naar de stand van het vakgebied. De AIOS kent de epidemiologie van de oorzaken van NAH
De AIOS kent de anatomie en pathofysiologie van NAH
De AIOS kent de diagnostiek (CT, MRI) en classificaties van de verschillende vormen van NAH De AIOS kent de prognose van NAH ten aanzien van neurologisch en functioneel herstel De AIOS kent de behandelmogelijkheden in de acute fase bij acuut hersenletsel De AIOS kent de problemen bij mantelzorgers (partner, kinderen) van NAHpatiënten De AIOS kent voor de gebruikelijke hulpmiddelen en voorzieningen bij NAH, de indicatie en organisatie De AIOS bezit adequate kennis over de specifieke gevolgen van NAH naar de stand van het vakgebied De AIOS kent de epidemiologie, anatomie en pathofysiologie, diagnostiek, prognose en behandeling van de volgende gevolgen van NAH o Taalstoornissen o Cognitieve stoornissen o Urologische problematiek o Visusproblemen o Vermoeidheid o Stemmingsproblemen o Seksuele problemen o Spasticiteit De AIOS kent de behandeling van beperkingen t.a.v. o o o o o
Communicatie Mobiliteit Persoonlijke verzorging Zelfstandig wonen Tijdsbesteding
1 1 1
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU
ICC/SU niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC
ICC/SU niveau 4
-
ICC SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1 1 1 1 1 1 1 1 KRB PRB SU
1 1 1 1 1
ICC PRB SU
ICC/SU niveau 4 ICC/SU niveau 3
niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 4 ICC/SU
niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 3 niveau 3
23
Mogelijkheden t.a.v. (her)start arbeid De AIOS bezit adequate kennis van de complicaties van NAH naar de stand van het vakgebied: De AIOS kent de epidemiologie, anatomie en pathofysiologie, diagnostiek, prognose en behandeling van onderstaande complicaties zowel in de acute, als in de chronische fase o Spasticiteit o Decubitus De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en evidence-based toe Anamnestische vaardigheden De AIOS neemt een gestructureerde anamnese af met aandacht voor de specifieke gevolgen en complicaties van NAH. Onderzoeksvaardigheden De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek De AIOS maakt bij de gegevensverzameling gebruik van (evidence based) meetinstrumenten, zo mogelijk specifiek voor NAH. Behandelvaardigheden De AIOS stelt aan de hand van gegevensanalyse een (multidisciplinair) behandelplan en behandeltraject op, incl.: noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen CBR procedure De AIOS evalueert het opgestelde revalidatieplan en stuurt waar nodig bij De AIOS beheerst de volgende behandelvaardigheden op de aangegeven niveaus: o Blaasbeleid opstellen o Darmbeleid opstellen o Preventief decubitusbeleid opstellen o Begeleiding geven t.a.v. seksualiteit o
1 1 B
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU
Niveau 4 Niveau 4
KRB
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU
KRB PRB (SU)
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB
IC PRB
ICC
KRB PRB
ICC PRB
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB KRB KRB KRB PRB SU KRB
ICC ICC ICC PRB SU
Niveau 4 Niveau 4 Niveau 4 Niveau 4
KRB KRB KRB KRB
ICC ICC ICC PRB SU
-
-
KRB
-
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU -
Niveau 4
ICC PRB SU ICC PRB SU -
Niveau 4
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU PRB KRB SU KRB
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU (PRB) (SU)
4 4 4 4 4
o
Fenoliseren / Botoxbehandeling onderbeen
4
o
Voorschrijven spasmolytica
4
o
Behandeling neurogene pijn
4
o
Intra-articulaire injectie schouder
4
o
1
Trachea canule schoonmaken en verwisselen Instellen conservatieve behandeling spasticiteit
o
niveau 1
1
4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
24
o Opstellen beleid t.a.v. bijvoeding De AIOS vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe.
Communicatie De AIOS luistert goed en verkrijgt doelmatig relevante patiënteninformatie
4 B
KRB
-
Niveau 4
KRB
ICC
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 3
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
Niveau 4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
KRB PRB SU -
ICC PRB SU ICC
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU -
ICC PRB SU ICC
B
KRB PRB
PRB
-
KRB PRB
PRB
B
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
3 4
-
-
-
PRB
PRB
-
ICC SU
ICC/SU Niveau 4
-
ICC SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
De AIOS communiceert adequaat met patiënten met dysartrie, afasie en/of cognitieve stoornissen door gebruik van de juiste communicatiehulpmiddelen en structuur. De AIOS bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie
4
De AIOS is in staat in heldere en begrijpelijke taal informatie over te brengen aan patiënt en familie over behandelinterventies, prognose, het toekomstperspectief en de (on)mogelijkheden na NAH. Samenwerking De AIOS overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners
4
De AIOS neemt deel aan een neurologisch MDO en/of leidt deze bespreking De AIOS leidt een multidisciplinaire bespreking van het revalidatieteam Maatschappelijk handelen De AIOS bevordert de gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel. De AIOS kent de risicofactoren voor hart- en vaatziekten en adviseert patiënten hun leefstijl aan te passen ten gunste van hun gezondheid. De AIOS registreert overbelasting van mantelzorger Organisatie De AIOS verricht consultatie in verpleeghuizen De AIOS start het natraject na een (ziekenhuis)opname vanwege NAH adequaat op en functioneert in de ketenzorg. Professionaliteit De AIOS toont bij zijn functie passend fatsoen en respect, met name ook bij mensen met cognitieve, gedragsmatige en emotionele stoornissen.
4
4 4
4
Niveau 4
ICC/SU Niveau 4
ICC/SU Niveau 4
ICC/SU Niveau 3
25
RijnState
UMC Sint Radboud
ICC PRB SU ICC PRB SU
SU Niveau 4 SU Niveau 4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
De AIOS kent de anatomie en pathofysiologie van NMA, waaronder onderscheid laesie upper motorneuron, lower motorneuron, zenuw- en spierniveau. De AIOS kent de neurologische symptomen die kunnen voorkomen bij de volgende diagnosen binnen de NMA bij kinderen en volwassenen: HMSN Myotone dystrofie M. Duchenne/Becker ALS/PSMA SMA FSHD Postpoliosyndroom. M. Guillain-Barré De AIOS kent de prognose en beloop van de diverse NMA op neurologisch en functioneel gebied. De AIOS kent de revalidatiegeneeskundige behandeling van stoornissen en beperkingen bij NMA op gebied van: Mobiliteit: De AIOS kent aard en verkrijgbaarheid van loophulpmiddelen, orthopedisch schoeisel, orthesen, aanpassingen en buitenvervoer bij NMApatiënten. Persoonlijke verzorging: De AIOS kent aard en verkrijgbaarheid van hulpmiddelen en aanpassingen bij NMA-patiënten. Wonen: De AIOS kent mogelijke vormen van wonen en zorg bij NMA.
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
Tijdsbesteding: De AIOS kent aard en verkrijgbaarheid van hulpmiddelen (incl. fondsen zoals Prinses Beatrixfonds) en aanpassingen bij NMA-patiënten, voor huishouden, schrijven en hobbies. De AIOS kent de gevolgen van NMA als chronische ziekte voor zelfbeeld/ontwikkeling van kinderen/volwassenen en de transitieproblematiek. De AIOS kent de laatste levensfase bij snel progressieve NMA en de impact daarvan op de mantelzorger. De AIOS kent de belangrijkste patiëntenvereniging VSN en het voorlichtingsmateriaal en de website
1 1
RC Tolbrug
RC Groot Klimmendaal KRB PRB SU KRB PRB SU
Vereist eindniveau
Medisch handelen De AIOS bezit adequate algemene kennis van NMA naar de stand van het vakgebied De AIOS kent de etiologie, erfelijkheid en epidemiologie van NMA.
RC Sint Maartenskliniek
1.2 THEMAKAART 3: Neuromusculaire aandoeningen
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
Niveau 4
PRB SU
Niveau 2
PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
SU
SU Niveau 4
(PRB) (SU)
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
1
26
van de VSN. De AIOS bezit adequate kennis van de specifieke gevolgen van NMA naar de stand van het vakgebied De AIOS kent van dysfagie: pathofysiologie van het slikproces slikadviezen aanpassing voeding oraal (consistentie, energieverrijkt) sondevoeding via PEG-sonde De AIOS kent van dysartrie: pathofysiologie compensatiemiddelen: schrijven, ondersteunende communicatieapparatuur, computer De AIOS kent de behandelmogelijkheden van kwijlen: medicatie bestraling botuline-injectie De AIOS kent bij parese en vermoeidheid: de principes van belasting en belastbaarheid de principes van spiertraining De AIOS kent van de cardiomyopathie: epidemiologie symptomatologie prognose richtlijnen tav doorverwijzing/behandeling De AIOS kent van de ademhalingsproblemen: epidemiologie pathofysiologie symptomatologie diagnostiek prognose (functionele gevolgen en follow-up) behandeling en preventie (o.a. air stacken) De AIOS kent van obstipatie: algemeen advies: voeding, vocht, beweging medicatie: laxantia, microklysma’s De AIOS bezit adequate kennis van de complicaties van NMA naar de stand van het vakgebied
De AIOS kent van ondervoeding: risico’s (verminderde weerstand, decubitus) behandeling De AIOS kent van de scoliose: anatomie diagnostiek prognose (functionele gevolgen en follow-up) behandeling en preventie De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en evidence-based toe. Anamnestische vaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels een gestructureerde anamnese met aandacht voor o.a. algemene anamnese (beloop) specifieke gevolgen: ademhaling, cardiale problematiek, dysfagie/dysartrie, defeacatie,
4
KRB PRB SU
-
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
-
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
-
SU Niveau 4
KRB SU Alleen kind
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
-
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
-
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
-
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
1
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
SU Niveau 3 SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU (ICC) PRB SU
KRB PRB SU
-
SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
4
PRB SU
B
4
27
voeding/gewicht RAP-domeinen sociale anamnese De AIOS maakt bij de gegevensverzameling gebruik van evidence based meetinstrumenten als de Functionele classificatie van Brooke, Hammersmith’s assesment of motor ability, de Egen-schaal, de Motor Function Measure Onderzoeksvaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels onderzoek:
4
KRB PRB SU
-
SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
SU Niveau 4 SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU (ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB
ICC
KRB PRB
De AIOS beheerst de behandelvaardigheden Intraarticulaire injectie bij frozen shoulder
4
(SU)
B
De AIOS vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe.
B
ICC PRB SU ICC PRB SU
SU niveau 3 SU niveau 4 SU niveau 4
(ICC) PRB SU (PRB) (SU)
De AIOS levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU -
Communicatie De AIOS luistert goed en verkrijgt doelmatig relevante patiënteninformatie
B
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
SU niveau 4 SU niveau 4
PRB SU
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU SU
PRB SU
ICC PRB SU
SU niveau 4 SU niveau 4 SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
B
KRB PRB
ICC PRB
SU niveau
PRB SU
(ICC) PRB
Lichamelijk onderzoek: o Algemeen lichamelijk onderzoek o Neurologisch onderzoek o Orthopedisch onderzoek o Loopanalyse o Handfunctieonderzoek Aanvullend onderzoek o Conventioneel röntgenonderzoek
Behandelvaardigheden: De AIOS stelt aan de hand van gegevensanalyse een (multidisciplinair) behandelplan en behandeltraject op, incl.: noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen CBR procedure De AIOS evalueert het opgestelde revalidatieplan en stuurt waar nodig bij
De AIOS communiceert adequaat met patiënten met dysartrie. Samenwerking De AIOS draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg
4
4
B
De AIOS heeft adequate kennis over multidisciplinaire spreekuren betreffende NMA.
4
De AIOS heeft adequate kennis van de Revalidatie Adviescentra van de VSN
4
Kennis en wetenschap De AIOS vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe. Maatschappelijk handelen De AIOS heeft oog voor zelfbeeld/ontwikkeling van kinderen/volwassenen met NMA als chronische ziekte en transitieproblematiek zie ook themakaart kinderrevalidatie. Organisatie De AIOS draagt zorg voor een adequate
PRB SU
PRB SU PRB SU
PRB SU
SU
(ICC) PRB SU (ICC) PRB SU (ICC) PRB SU (ICC) PRB SU (ICC) PRB SU PRB SU
28
samenwerking rondom de patiënt. De AIOS kent de belangrijkste patiëntenvereniging VSN en het voorlichtingsmateriaal en de website van de VSN Professionaliteit De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en evidence-based toe. De AIOS levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg rekening houdend. De AIOS kan emoties hanteren bij beslissingen rond het levenseinde.
SU
SU
4
B
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
B
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU
B
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU -
SU niveau 4 SU niveau 4
PRB SU
(ICC) PRB SU (ICC) PRB SU
B
SU
PRB SU
P.M. : (…): incidenteel voorkomend ICC revalidatiecentrum Tolbrug betreft vooral MS patiënten NMA zorg in kader opleiding revalidatiecentrum Tolbrug betreft revalidatie voor volwassenen
29
2. Themakaarten Houding en Beweging
De AIOS kent de diagnostiek van een dwarslaesie naar niveau en compleetheid volgens de ASIA-criteria en De AIOS kent de (functionele) prognose van de verschillende ASIA classificaties
De AIOS kent de mate van wetenschappelijke onderbouwing van verschillende methoden die toegepast worden om een dwarslaesie (gedeeltelijk) te genezen als corticosteroïden, stamceltherapie etc. De AIOS bezit adequate kennis van de specifieke gevolgen van een dwarslaesie naar de stand van het vakgebied: De AIOS kent op het gebied van de behandeling van wervelfracturen: indicaties en principes van conservatieve en operatieve behandeling het begrip stabiliteit risico’s en late complicaties indicaties overleg orthopeed of neurochirurg De AIOS kent van het neurogeen blaaslijden: verschillende typen, epidemiologie, anatomie en pathofysiologie en diagnostiek prognose (functionele gevolgen en follow-up) behandeling (intermitterend katheteriseren, behandeling incontinentie, blaasstimulator, wel/niet behandelen UWI) De AIOS kent van de neurogeen gestoorde darm: epidemiologie, epidemiologie, anatomie en pathofysiologie en diagnostiek prognose (functionele gevolgen en follow-up) behandeling en preventie (oorzaken incontinentie /obstipatie, mogelijke hulpmiddelen) De AIOS kent van seksualiteit / fertiliteit: epidemiologie, anatomie en pathofysiologie en diagnostiek
1
-
ICC
1
-
1
RC Tolbrug
ICC
RC Sint Maartenskliniek
-
UMC Sint Radboud
1
Rijnstate
RC Groot Klimmendaal
Medisch handelen De AIOS bezit adequate algemene kennis van een dwarslaesie naar de stand van het vakgebied. De AIOS kent de epidemiologie, anatomie en pathofysiologie van een dwarslaesie
Vereist eindniveau
2.1 THEMAKAART 2: Dwarslaesie
ICC Niveau 4 ICC Niveau 4
KRB PRB SU KRB PRB
-
ICC
ICC Niveau 4
KRB PRB
-
(ICC)
ICC Niveau 3
KRB PRB SU
1
-
(ICC)
ICC Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB Niveau 1
1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
-
ICC PRB Niveau 1 ICC PRB Niveau 1ICC PRB Niveau 1
30
prognose (functionele gevolgen en follow-up) behandeling (mogelijke hulpmiddelen) De AIOS kent van spinale spasticiteit: epidemiologie, epidemiologie, anatomie en pathofysiologie en diagnostiek prognose (functionele gevolgen en follow-up) behandeling en preventie: o conservatieve maatregelen (incl. buiklig) o medicamenteuze maatregelen (hiërarchie incl. Baclofenpomp) De AIOS kent van de overige secundaire gevolgen de pathofysiologie, diagnostiek, prognose en behandeling: neurogene heterotope ossificaties autonome dysregulatie syringomyelie pijn De AIOS kent van cervicale dwarslaesies de behandeling van gestoorde handfunctie o onderzoek o conservatief beleid o operatieve technieken (indicatie) beperkte communicatie o omgevingsbesturing o Lucy of andere communicatieindersteunende apparatuur De AIOS kent de behandeling van beperkingen t.a.v. mobiliteit: o lopen, loophulpmiddelen o rolstoelen o vervoersmogelijkheden (buitenvervoer) persoonlijke verzorging o technieken en training zelfstandig wonen o woningaanpassingen o woonvormen tijdsbesteding o arbeidsmogelijkheden o vrije tijdsbesteding De AIOS bezit adequate kennis van de complicaties van een dwarslaesie naar de stand van het vakgebied. De AIOS kent van decubitus: epidemiologie, epidemiologie, anatomie en pathofysiologie en diagnostiek prognose (functionele gevolgen en follow-up) behandeling: o anti-decubitusvoorzieningen (matras, kussen etc.) o wondbehandeling (incl. diverse verbandmaterialen met indicaties, operatie indicaties /indicatie overleg plastisch chirurg) o preventiebeleid
1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
-
1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
-
1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
1
31
De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en evidence-based toe. Anamnestische vaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels een gestructureerde anamnese met aandacht voor o.a. algemene anamnese specifieke gevolgen: wervelfracturen, blaas, darm, decubitus, seksualiteit/fertiliteit spasticiteit, genitale en circulatoire problematiek en overige sec. gevolgen RAP domeinen FIM classificatie sociale anamnese met tevens aandacht voor seksualiteit Onderzoeksvaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels onderzoek: Lichamelijk onderzoek: o Algemeen lichamelijk onderzoek o Systematisch onderzoek neurologisch niveau van de dwarslaesie volgens ASIA-criteria o Spasticiteit, contracturen, nietdwarslaesie gerelateerde neurologische stoornissen o Decubitus beoordelen, classificeren, meten en registreren o Verschijnselen autonome dysregulatie onderkennen o Looptesten o Handfunctietesten (VLT, GRT, COPM) Aanvullend onderzoek o Conventioneel röntgenonderzoek o CT- en MRI-onderzoek van de wervelkolom Behandelvaardigheden: De AIOS relateert de prognose en het toekomstperspectief van de patiënt aan de ASIA criteria
B
4
-
(ICC)
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
4
-
(ICC)
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
5
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB
De AIOS stelt aan de hand van gegevensanalyse een (multidisciplinair) behandelplan en behandeltraject op, incl.: noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen CBR procedure De AIOS evalueert het opgestelde revalidatieplan en stuurt waar nodig bij
4
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1ICC PRB Niveau 1
4
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB
De AIOS beheerst het behandelarsenaal t.a.v. de onderstaande specifieke gevolgen en complicaties: Blaas Darm Decubitus / huid Seksualiteit
4
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB Niveau 1 ICC PRB Niveau 1
32
Luchtwegen Spasticiteit Pijn Circulatie Handen De AIOS levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg
Communicatie AIOS voert aan de hand van de gegevensanalyse een prognosegesprek met patiënt en zijn of haar omgeving. AIOS legt aan de hand van gegevensanalyse een multidisciplinair behandelplan uit aan patiënt en zijn of haar omgeving AIOS leidt een multidisciplinair teambespreking mbt diagnostiek, prognose en behandelplan betreffende een dwarslaesie patiënt. Kennis en wetenschap AIOS onderscheidt de nieuwste inzichten betreffende diagnostiek, prognostiek en behandeling van de dwarslaesie patiënt naar relevantie en waarde Maatschappelijk handelen AIOS onderkent en plaatst de revalidatie aspecten rond de dwarslaesie patiënt binnen een brede maatschappelijke context. Organisatie AIOS werkt effectief en doelmatig binnen de organisatie rond de dwarslaesie patiënt. AIOS stuurt de indicatie tot revalidatiebehandeling van de dwarslaesie patiënt met in acht neming van patiëntgebonden factoren en wachtlijsten cq bezettingsgraad Professionaliteit AIOS handelt rond de zorg van de dwarslaesie patiënt adequaat zelfstandig naar bevoegdheid en bekwaamheid en vraagt daar waar nodig supervisie
B
-
-
ICC Niveau 4
KRB PRB SU
-
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB
ICC PRB Niveau 1 ICC PRB Niveau 1 -
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB SU
-
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB SU
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB
ICC PRB Niveau 1 ICC PRB Niveau 1
3
-
-
ICC Niveau 3
KRB PRB SU
ICC PRB Niveau 1
PM: in Groot Klimmendaal en Revalidatiecentrum Tolbrug worden wel (incomplete) dwarslaesie patiënten gezien, maar in te kleine aantallen om dit structureel voor opleiding in te kunnen zetten. Wel kan AIOS kennis opgedaan tijdens dwarslesie stage teopassen en onderhouden
Kritische beroepssituaties Acute zorg kunnen regelen in de ziekenhuisfase (mictie en defaecatie; adviezen ter preventie van decubitus, et cetera) Functionele prognostiek op basis van laesieniveau Hanteren secundaire gevolgen van dwarslaesie (autonome dysregulatie; heterotope ossificatie; syringomyelie).
Niveau na 6 maanden
Niveau na 3 maanden
Streefniveau einde stage
THEMAKAART 2: Dwarslaesie
Vereist eindniveau
4 4 4
33
Kennis Verplicht: VRA scholingsprogramma “Dwarslaesie” Documentatie centraal onderwijs Blok Spinale en wervelkolompathologie Handboek Dwarslasierevalidatie; van Asbeck et al. CBO richtlijn “Decubitus” Internationale standaard voor neurologische en functionele classificatie van dwarslesiepatienten (ASIA-boekje)
4
Aanvullend: Handboek Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking; Gianotten et al. Website: NVDG Toetsing: Mondelinge en schriftelijke toetsing Vaardigheden Ziekenhuisfase: Intercollegiale consulten (ICC) bij acute (< 2 weken) dwarslaesie. Revalidatiefase: klinische opnames (KRB) recente (<3 mnd.) dwarslaesie poliklinische revalidatie (PRB) van patiënten met dwarslaesie. Toetsing: KPB
4
4 4
34
De AIOS kent de pathogenese van amputaties van de OE (traumatisch, vasculair, neoplasmata) De AIOS kent de mogelijkheden voor aanvullende diagnostiek bij een bedreigd been
De AIOS kent de verschillende amputatieniveaus en de daarbij horende functionele prognose De AIOS kent het preoperatieve klinisch beeld, met name ook vooral de verschijnselen van vaatlijden: Klachten Lichamelijke verschijnselen De AIOS kent het postoperatieve klinisch beeld Klachten Lichamelijke verschijnselen De AIOS kent voor amputaties de gebruikelijke hulpmiddelen en voorzieningen: Indicatie Organisatie De AIOS bezit adequate kennis van de specifieke gevolgen van amputaties van de onderste extremiteit naar de stand van het vakgebied. De AIOS kent van fantoompijn en -gevoel: epidemiologie pathofysiologie diagnostiek prognose (functionele gevolgen & follow-up) behandeling en preventie De AIOS kent van stomppijn: epidemiologie pathofysiologie diagnostiek prognose (functionele gevolgen & follow-up) behandeling en preventie De AIOS heeft kennis van prothesemogelijkheden per amputatieniveau: voor- en middenvoet Syme (enkelexarticulatie)
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU
ICC SU
ICC PRB SU Niveau 4 ICC PRB SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
SU niveau 1
ICC SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
1
1
UMC Sint Radboud ICC PRB SU Niveau 4 ICC PRB SU Niveau 4 ICC PRB SU Niveau 4 ICC PRB SU Niveau 4 ICC SU Niveau 4
Rijnstate
RC Tolbrug
RC Sint Maartenskliniek
Medisch handelen De AIOS bezit adequate algemene kennis van amputaties van de onderste extremiteit naar de stand van het vakgebied De AIOS kent de epidemiologie van amputaties van de OE
RC Groot Klimmendaal
Vereist eindniveau
2.2 THEMAKAART 4: Amputatie onderste extremiteit: transtibiaal, knieexarticulatie of transfemorale amputatie
35
transtibiaal knie-exarticulatie transfemoraal heupexarticulatie hemipelvectomie De AIOS kent de behandeling t.a.v. beperkingen mobiliteit: o lopen, loophulpmiddelen o rolstoelen o vervoersmogelijkheden (buitenvervoer) persoonlijke verzorging o technieken en training zelfstandig wonen o woningaanpassingen tijdsbesteding o arbeidsmogelijkheden o vrije tijdsbesteding De AIOS bezit adequate kennis van de complicaties van amputaties van de onderste extremiteit naar de stand van het vakgebied. De AIOS kent van de postoperatieve complicaties: wondinfecties, neuromen, gestoorde (secundaire) wondgenezing epidemiologie pathofysiologie (risicofactoren) diagnostiek prognose (functionele gevolgen & follow-up) behandeling De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en evidence-based toe. Anamnestische vaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels een gestructureerde anamnese met aandacht voor o.a.: preoperatief o premorbide functioneren o co-morbiditeit o contra-laterale been o pijnklachten o sociale anamnese o verwachtingen van de patiënt postoperatief o premorbide functioneren o co-morbiditeit o pijnklachten (fantoompijn en stomppijn) o complicaties & stompproblemen o sociale anamnese incl. seksualiteit o verwachtingen van de patiënt o prothese: draagduur, draagcomfort, pasvorm, uitlijning o lopen (afstand, hulpmiddel) Onderzoeksvaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels onderzoek: Lichamelijk onderzoek pre-operatief Beoordeling van (bijkomende) factoren van invloed op amputatieniveau (contracturen & doorbloeding)
1 1 1
-
-
4
PRB
-
-
-
4
PRB
-
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
-
ICC (SU)
ICC
-
ICC (SU)
1
B
36
balans en evenwicht beoordeling kwaliteit houdings- en bewegingsapparaat analyse psychische toestand (leerbaarheid) Lichamelijk onderzoek post-operatief stompconditie; wondinspectie contracturen; gewrichtsmobiliteit extremiteit Klinimetrie Aanvullend onderzoek indicatie en beoordeling o lab. en röntgenonderzoek o x-foto van amputatiestomp o botscan Behandelvaardigheden: De AIOS stelt aan de hand van gegevens analyse een (multidisciplinair) behandelplan en behandeltraject op, incl.: noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen CBR procedure De AIOS evalueert het opgestelde revalidatieplan en stuurt waar nodig bij De AIOS beheerst het behandelarsenaal t.a.v. de onderstaande specifieke gevolgen e complicaties: Wondbeleid
Stompvorming: liner/compressie o indicatie en begeleiding Immediate en delayed fitting o indicatie en begeleiding Pijnbehandeling o voorschrijven medicatie o injectie neuroom Opstellen prothese receptuur voor amputatie: o voor- en middenvoet o Syme o transtibiaal o knie exarticulatie o transfemoraal o heup exariculatie o
hemipelvectomie
Analyse looppatroon, fitting koker en prothese uitlijning
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
-
ICC PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU Niveau 3
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB
ICC PRB
ICC PRB
PRB KRB
ICC PRB
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU IC PRB SU
KRB PRB
ICC PRB
KRB PRB
ICC PRB
KRB PRB
ICC PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU Niveau 4 ICC PRB niveau 4 ICC PRB Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
-
-
2
-
2
-
-
2
3
KRB PRB SU KRB PRB SU
PRB SU
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU Niveau 4 ICC PRB SU
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
4
5
3
2
4 4 4 4 4 2
De AIOS levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg.
B
De AIOS vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe.
B
ICC PRB SU
KRB PRB SU
-
PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU
37
Niveau 4
Communicatie AIOS geeft informatie over te verwachten beloop van het revalidatieprocesrekening houdend met de functionele prognose en aandacht voor de verwerking van de patiënt. Samenwerking AIOS overlegt met de chirurg over het amputatieniveau tijdens een pre-operatief consult. AIOS overlegt met betrokkenen instrumentmaker, therapeuten, patiënt, chirurg) over de prothesetraining. Maatschappelijk handelen AIOS past kennis toe ter preventie van vaatlijden door voorlichting over preventieve mogelijkheden. AIOS past kennis toe met betrekking tot CBR wen WMO in de begeleiding en behandeling van amputatiepatiënten Organisatie AIOS heeft inzicht in de ketenzorg en regionale afspraken omtrent amputatiezorg. Professionaliteit AIOS toont betrokkenheid bij mensen met vaatlijden en organiseert zijn werkzaamheden hierbij op professioneel adequaat niveau.
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB
ICC PRB SU
4
-
ICC
ICC
-
ICC
4
KRB PRB
ICC PRB
ICC PRB
KRB PRB
ICC PRB
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU PRB SU
ICC PRB SU PRB SU Niveau 3
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC PRB SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
38
RC Groot Klimmendaal
Rijnstate
UMC Sint Radboud
1
PRB SU
(PRB) SU
SU Niveau 2
-
PRB SU
1
PRB SU
PRB SU
SU niveau
-
PRB SU
4
PRB SU
PRB SU
SU
-
PRB SU
RC Tolbrug
Vereist eindniveau
Medisch handelen De AIOS bezit adequate algemene kennis van een reumatische ziektebeelden naar de stand van het vakgebied De AIOS kent epidemiologie, anatomie en pathofysiologie, differentiaal diagnostiek, medicamenteuze behandelmogelijkheden en prognostiek van de volgende beelden: reumatoïde artritis artritis psoriatica SLE sclerodermie primaire en secundaire artrose, inclusief polyartrose sarcoidose polymyalgia rheumatica Morbus Bechterew Jicht De AIOS bezit adequate kennis van de specifieke gevolgen van een reumatische ziektebeelden naar de stand van het vakgebied De AIOS kent de prognose van: ontstekingsbeelden: tendinitis, peritendinitis, tenosynovitis, bursitis, synovitis gewrichtsbeschadiging, erosies bewegingsbeperking, contractuur noduli en tophi deformiteiten: o swanneck o boutonnière o ulnaire drift o volaire subluxatie o radiocarpale collaps o reumatische voet met subluxatie MTP’s specifieke beelden: o epicondylitis elleboog o tendovaginitis stenosans vingers o Syndroom van De Quervain o Syndroom van Tietze o bursitis subacromialis en capsulitis adhaesiva schouder o bursa trochanterica syndroom heup De AIOS kent de behandelmogelijkheden van bovengenoemde beelden: gewrichtssparende adviezen o ergonomie o (loop)hulpmiddelen o lichaamsgebonden hulpmiddelen (schoenaanpassingen en orthesen)
RC Sint Maartenskliniek
2.3 THEMAKAART 5 Gewrichtsgerelateerde aandoeningen/reumatische aandoeningen
39
lokale behandeling o injecties o applicaties Ft o gerichte verwijzing ivm operatieve mogelijkheden De AIOS bezit adequate kennis van de complicaties van rheumatische ziek naar de stand van het vakgebied De AIOS kent de volgende complicaties en de prognose ervan: carpaal tunnel syndroom erosies peesrupturen ligamentaire instabiliteit De AIOS kent de behandeling van bovengenoemde complicaties gewrichtssparende adviezen o ergonomie o (loop)hulpmiddelen o lichaamsgebonden hulpmiddelen (schoenaanpassingen en orthesen) gerichte doorverwijzing voor operatieve behandeling (gewrichtsvervanging, arthrodese, synovectomie en metatarsalia kopresectie, ulnakopresectie) De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en evidence-based toe Anamnestische vaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels een gestructureerde anamnese met aandacht voor o.a. pijn (VAS score) voorkeursplaatsen gewrichten symmetrie ochtendstijfheid ontstekingsverschijnselen (roodheid, zwelling, warmte) duur klachten samenhang met andere ziekten (huid, darm) RAP domeinen Onderzoeksvaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels onderzoek: De AIOS beheerst het lichamelijk onderzoek: o Algemeen lichamelijk onderzoek o Systematisch neurologisch onderzoek o Systematisch orthopedisch onderzoek De AIOS vraagt zonodig aan en beoordeelt o conventioneel röntgenonderzoek o botscintigrafie o laboratorium onderzoek(BSE, Rose test, APF en ANA test, HLA-B 27, urinezuur) De AIOS kent meetinstrumenten zoals goniometrie en dynamometrie De AIOS diagnosticeert de volgende verschijnselen: ontstekingsbeelden: tendinitis, peritendinitis, tenosynovitis, bursitis, synovitis gewrichtsbeschadiging, erosies
1
PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 3
-
PRB SU
1
PRB SU
ICC PRB SU
SU 4
-
PRB SU
PRB SU
SU
SU
-
SU
4
PRB SU
ICC PRB SU
SU
-
PRB SU
3 1 1 1
PRB SU
PRB SU
SU niveau 3
-
PRB SU
4
PRB SU
PRB SU
SU niveau
-
PRB SU
1
-
40
bewegingsbeperking, contractuur noduli en tophi deformiteiten: o swanneck o boutonnière o ulnaire drift o volaire subluxatie o radiocarpale collaps o reumatische voet met subluxatie MTP’s specifieke beelden: o epicondylitis elleboog o tendovaginitis stenosans vingers o Syndroom van De Quervain o Syndroom van Tietze o bursitis subacromialis en capsulitis adhaesiva schouder o bursa trochanterica syndroom heup Behandelvaardigheden De AIOS stelt a.h.v. de gegevensanalyse een adequate behandelplan en traject op gericht op beperkingen t.a.v. mobiliteit, persoonlijke verzorging, zelfstandig wonen en tijdsbesteding. De AIOS evalueert het opgestelde revalidatieplan en stuurt waar nodig bij De AIOS beheerst de volgende behandelvaardig heden t.a.v. specifieke gevolgen op de aangegeven niveaus: o stelt door anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullendonderzoek een voorlopige diagnose en verwijst zo nodig naar reumatoloog o lokale injecties (marcaïne, corticosteroïden) opstellen receptuur lichaamsgebonden hulpmiddel (schoenaanpassing en orthesen (pols/nek/knie) o verwijzing naar neuroloog, orthopeed of plastisch chirurg. o is in staat een multidisciplinair behandelplan op te stellen bij complexere reumatische aandoeningen met een sterk invaliderend karakter Communicatie De AIOS communiceert adequaat met patiënten en hun partners over de aard van de aandoening, de prognose en de verschillende behandelmogelijkheden. De AIOS communiceert adequaat met het multidisciplinaire team betreffende de aard van de aandoening, de prognose en de behandelopties. Tijdens dit overleg wordt een behandelplan opgesteld. Samenwerking De AIOS overlegt adequaat met de overige medisch specialisten die de patiënt behandelen (reumatoloog, orthopedisch chirurg, plastisch chirurg, neuroloog). Dit houdt zowel in het kritisch navragen bij twijfels over een diagnose, als het op de hoogte houden van eventuele verandering in het revalidatiebeleid Maatschappelijk handelen De AIOS is op de hoogte van de verschillende patiëntenverenigingen, en verwijst de patiënt adequaat o
4
PRB SU
PRB SU
SU
4
PRB SU
PRB SU
SU
-
PRB SU
(PRB, SU) -
4
PRB SU
SU
SU
-
(SU)
4
PRB SU PRB SU
(SU)
SU
-
-
ICC PRB SU
SU
-
PRB SU
-
(PRB, SU)
4
4
PRB SU
SU PRB
SU
4
PRB SU
ICC PRB SU
SU
4
PRB SU
PRB SU
SU
-
PRB SU
4
PRB
ICC PRB
SU
-
PRB
3
PRB SU
PRB SU
SU
-
PRB SU
4
PRB SU
PRB SU
SU
-
PRB SU
(PRB, SU)
41
hiernaar. De AIOS is op de hoogte van de impact die een reumatische aandoening kan hebben op de rolvervulling van een patiënt, en zal alle wegen zoeken en wijzen ter preventie hiervan.
3
PRB SU
PRB SU
SU
-
PRB SU
PM UMC Sint Radboud beperkte groep; wel artritiden, tendinitiden i.h.a. Sint Maartenskliniek: Gewrichtsgerelateerde aandoeningen/reumatische aandoeningen geen structureel aanbod, wel komt deze problematiek zijdelings aan bod bij andere diagnosegroepen.
Revalidatiecentrum Tolbrug: diagnose groep wordt vooral gezien gerelateerd aan arm‐hand problematiek en voetproblematiek
Kritische beroepssituaties Functionele prognostiek bij inflammatoire gewrichtsaandoeningen (RA, SA, et cetera) en daarbij passende advisering en/of behandeling. Deelname multidisciplinair spreekuur. Sturing teambehandeling bij progressieve reumatische aandoeningen Kennis Verplicht: VRA scholingsprogramma “Gewrichtsziekten” VRA scholingsprogramma “Orthopedische schoen” VRA scholingsprogramma “Pijn en somatoforme stoornissen” Handboek Rheumatologie en klinische immunologie; Bijlsma et al.
Niveau na 6 maanden
Niveau na 3 maanden
Streefniveau einde stage
Vereist eindniveau
4
4 4
4
Aanvullend: Handboek Orthopedsich maatschoeisel in de medische praktijk; Postema et al. Handboek Rehbiliation of the hand; surgery and therapy; Hunter et al. Toetsing: Mondelinge en schriftelijke toetsing Vaardigheden Intra-articulaire injecties gewricht onder supervisie. Diagnostiek van complicaties Toetsing: KPB
4 4
42
Medisch handelen De AIOS bezit adequate algemene kennis van chronische pijn naar de stand van het vakgebied. De AIOS kent de epidemiologie van chronische pijnsyndromen
RC Tolbrug
RC Sint Maartenskliniek
UMC Sint Radboud
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU
SU Niveau 4 SU Niveau 4 SU Niveau 4 SU Niveau 4
PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
-
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
-
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 4 SU Niveau 2
PRB SU
PRB SU
PRB SU
PRB SU
1
De AIOS kent de diagnostiek (rode vlaggen) die adequaat is bij een chronisch pijnsyndroom
1
De AIOS kent de prognose van chronische pijnsyndromen en het toekomstperspectief voor de chronische pijn revalidant. De AIOS kent en herkent de symptomen die kunnen voorkomen bij het chronisch pijnsyndroom in ruimere zin en in engere zin: specifieke en aspecifieke lage rug- en nekklachten CRPS type 1 failed back surgery syndroom fibromyalgiesyndroom whiplashsyndroom chronische aspecifieke nek/schouder/armklachten neuropathische pijn reumatische pijn De AIOS kent de psychosomatische klachten bij chronisch pijnsyndromen hyperventilatie IBS palpitaties hoofdpijn De AIOS kent de psychische en psychiatrische oorzaken en gevolgen bij een chronisch pijnsyndroom depressie angststoornis posttraumatische stressstoornis persoonlijkheidstoornissen De AIOS kent de sociaal culturele aspecten die een rol spelen bij chronische pijnsyndromen
1
1
Rijnstate
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
1
De AIOS kent de pathofysiologie bij chronische pijnsyndromen
De AIOS kent de verschillende therapievormen die bij chronische pijn toegepast kunnen worden zoals cognitief gedragsmatige revalidatie, w.o. ACT de operante aanpak graded activity graded exposure motivational interviewing manuele therapie
RC Groot Klimmendaal
Vereist eindniveau
2.4 THEMAKAART 6: Chronische Pijn
PRB SU
PRB SU PRB SU PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU
43
De AIOS kent de denkmodellen van de cognitief gedragsmatige revalidatie: het zelfmanagement model bio-psycho-sociale model het gevolgenmodel het ICF model attitude hulpverlener pijnmechanismen, centraal/perifeer. De AIOS kent de mogelijkheden voor secundaire preventie.
De AIOS bezit adequate kennis van de specifieke gevolgen van een chronisch pijnsyndroom naar de stand van het vakgebied. Biomedisch niveau: de vicieuze cirkel van pijn en spierspanning en verhoogde arousal met als gevolg overactiviteit van het sympathische zenuwstelsel deconditionering door vermijding Sociaal maatschappelijk niveau: beperkingen t.a.v. vervullen sociaal maatschappelijke rol Psychologisch niveau: psychiatrische/ psychologische oorzaken en/of gevolgen van chronisch pijnsyndroom (angst, depressie, agressie etc) Relationeel niveau: sexueel relatie met partner en kinderen arbeidssituatie De AIOS bezit adequate kennis van de complicaties van een chronisch pijnsyndroom naar de stand van het vakgebied De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en evidence-based toe. Anamnestische vaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels een gestructureerde anamnese met aandacht voor o.a. algemene anamnese specifieke pijnanamnese sociale anamnese activiteiten niveau psychologische aspecten coping stijl life events De AIOS maakt bij de gegevensverzameling gebruik van rode en gele vlaggen (Multi-factoriële diagnostiek). Onderzoeksvaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens van een patiënt middels onderzoek, met aandacht voor: Lichamelijk onderzoek: o algemeen lichamelijk onderzoek o neurologisch onderzoek o bewegingsapparaat, houding, rug, beenlengte (orthopedisch onderzoek)
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
PRB SU
1
KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
PRB SU
1
KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
B
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 3
PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU
PRB SU
ICC PRB SU
44
triggerpoints spiertonus autonome reacties lichaamsschema oogcoördinatie en stabiliteit/instabiliteit nek bij whiplash Aanvullend onderzoek o röntgenonderzoek o CT- en MRI- onderzoeken Behandelvaardigheden: De AIOS stelt aan de hand van gegevensanalyse vast welke behandelvorm voor een revalidant het meest geschikt is en kan bepalen in welk WPNniveau de revalidant ingedeeld wordt. De AIOS coacht de revalidant in het weer herwinnen van de regie over zijn/haar eigen leven/gezondheid. De AIOS geeft coaching op het gebied van primaire en secundaire preventie. o o o o o
De AIOS kent de mogelijke (hulp)middelen die bij het chronisch pijnsyndroom ingeschakeld kunnen worden (orthesen, korsetten, TENS) en weet waar / hoe deze te verkrijgen zijn AIOS beheerst de volgende Pijnbehandelingen: Pijnmedicatie Behandeling van neurogene pijn Injecties o intra-articulaire injectie schouder o bursa trochanterica o knie De AIOS heeft aandacht voor seksuele problemen Communicatie De AIOS leert de communicatieve moeilijkheden, die vaak gepaard gaan met chronische pijnsyndromen en de complexe psychosociale gevolgen, doeltreffend te hanteren. Samenwerking De AIOS overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners en leert de regionale afspraken rond de zorg bij chronische pijn. De AIOS woont multidisciplinair pijnoverleg bij.
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU
PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU Niveau 3
PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 1
PRB SU
PRB SU
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 1 SU
PRB SU
PRB SU
PRB SU
PRB SU
KRB PRB SU
PRB SU
SU
PRB SU
ICC PRB SU
KRB PRB SU
-
-
-
-
4
KRB PRB SU
PRB SU
SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
SU
PRB SU
ICC PRB SU
B
KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 4
PRB SU
PRB SU
4
KRB PRB SU -
SU
-
PRB
-
ICC
ICC Niveau 4 SU
-
ICC
SU PRB
ICC PRB SU
4
4
PRB SU
SU
PRB SU
De AIOS levert effectief intercollegiaal consult.
B
De AIOS geeft uitleg aan patiënt en relevante anderen over chronische pijnsyndromen en de mogelijkheden en doelen van de revalidatie. De AIOS draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
B
KRB PRB SU
PRB SU
SU Niveau 4
-
PRB SU
1
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
SU Niveau 4 SU
PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
Maatschappelijk handelen De AIOS kent en herkent de determinanten van ziekte De AIOS kent en herkent de ontwikkeling van een chronisch pijnsyndroom en de invloed daarvan op de sociaal maatschappelijke rol die een revalidant heeft. Ook wordt de rol die de maatschappij heeft op de
4
PRB SU
45
ICC PRB SU ICC PRB SU
Chronische pijn Kritische beroepssituaties De concepten van “rode en gele vlaggen” bij pijn kennen en kunnen toepassen. Gedragsveranderingbereidheid van de patiënt kunnen inschatten en daaraan kunnen werken. Plaatsbepaling moderne pijnbestrijdingstechnieken. Kennis Verplicht: VRA scholingsprogramma “pijn en somatoforme stoornissen” VRA scholingsprogramma “Handltel / complex Regionaal Pijn Syndroom Documentatie centraal onderwijs Blok Onderste extremiteit CBO richtlijn “CRPS” CBO richtlijn “Diagnostiek en behandeling van aspecifiek lage rugklachten” CBO richtlijn: “Whiplash” Boek: De pijn de baas; Winter Boek: Pijn vanuit een neurowetenschappelijk perspectief; van Cranenbrug. Handboek: Chronische pijn en revalidatie; Vlaeyen et al.
Vereist eindniveau
THEMAKAART 6:
SU Niveau 4 SU
PRB SU PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
Niveau na 6 maanden
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
Niveau na 3 maanden
De AIOS kent de risicofactoren voor het ontwikkelingen van een chronisch pijnsyndroom (primaire preventie) en adviseert revalidanten een leefstijl aan te passen ten gunste van hun gezondheid (secundaire preventie).
B
Streefniveau einde stage
individuele revalidant onderkent (stress door veranderingen in de maatschappij, nieuw zorgstelsel, nieuwe sociale wetgeving etc.). De AIOS bevordert de gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel.
4 4 4 4
Aanvullend: Boek: Handbook of pain management; Melzack and Wall Boek: Ziek zijn zonder ziekte; Va Houdenhove Boek: Omgaan met moeilijke mensn; Hoogduin en Hoogduin Boek: Chronisch vermoeidheidssyndroom; Bleyenberg Boek: Gedragsverandering bij lage rugklachten; Vlaeyen& Heuts Toetsing: Mondelinge en schriftelijke toetsing Vaardigheden Beschrijving van een casus (chronische pijnproblematiek) volgens leerplansystematiek, waarbij vooral de communicatie en coördinatie van het revalidatieproces bovengemiddelde aandacht en inspanning vereiste (de ‘hoofdpijncasus’ waar je veel van geleerd hebt). Met patiënt nagaan of deze baat te verachten heeft van een revalidatiebehandeling. Verwachtingen verhelderen en motiveren. Kunnen inschatten of een patiënt open staat voor revalidatiebenadering. Toetsing: KPB
4
4
3
46
Rijnstate
UMC Sint Radboud
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4 ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU ICC PRB SU
De AIOS kent de principes van primaire traumaopvang en de behandeling tijdens de ziekenhuisfase De AIOS bezit adequate specifieke kennis van de gevolgen van een trauma naar de stand van het vakgebied. De AIOS kent de indicaties van aanvullend onderzoek: lab, klinische neurofysiologie, röntgenonderzoek, skeletscintigrafie, CT-scan, EMG, MRI, neuropsychologisch onderzoek en kan de uitkomsten interpreteren. De AIOS kent de prognose ten aanzien van het verloop en herstel voor de patiënt voor wat betreft de functiestoornissen, activiteiten en participatie. De AIOS kent de initieel ingestelde behandelingen ingesteld door collega specialisten en kent de daaruit voortvloeiende belastbaarheid van de letsels en patiënt. De AIOS bezit adequate kennis van de complicaties van trauma naar de stand van het vakgebied: De AIOS kent de volgende complicaties van ongevallen en initieel ingestelde behandelingen: CRPS-type I Decubitus Stoornissen in de fractuurgenezing: o Delayed union o Malunion o Pseudoarthrose o Osteïtis Posttraumatische arthrose Pijn Loge syndromen Contracturen (o.a. Volckmann) Neurogene heterotope ossificatie Postcontusioneel syndroom Posttraumatisch stress syndroom Zenuwletsels. De AIOS kent de prognose van de eventueel opgetreden complicaties
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU KRB PRB
ICC PRB SU ICC PRB
ICC SU Niveau 4 ICC SU
KRB PRB
ICC PRB SU ICC PRB
De AIOS kent de revalidatiebehandeling van bovengenoemde complicaties.
1
1
-
KRB PRB
RC Tolbrug
RC Groot Klimmendaal
1
Vereist eindniveau
Medisch handelen De AIOS bezit adequate algemene kennis van Multitrauma naar de stand van het vakgebied De AIOS kent de ongecompliceerde en gecompliceerde genezingsprocessen aangaande letsels van het steun en bewegingsapparaat De AIOS kent het verloop en functionele herstel van trauma patiënten.
RC Sint Maartenskliniek
2.5 THEMAKAART 7: Multi-trauma-patiënten
47
SU
SU
Niveau 4
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC/SU Niveau 4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
4
KRB PRB
ICC PRB
ICC
KRB PRB
ICC PRB
1
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB
ICC SU
KRB PRB
ICC SU
KRB PRB
ICC SU
KRB PRB
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB
De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied op het deelgebied van de traumatologie goed en evidencebased toe. Anamnestische vaardigheden: De AIOS neemt een gestructureerde anamnese af, met aandacht voor de specifieke gevolgen en complicaties bij de ongecompliceerde en gecompliceerde casus Onderzoeksvaardigheden: De AIOS verzamelt adequaat gegevens middels lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek van de specifieke gevolgen van een trauma naar de stand van het vakgebied. De AIOS stelt de indicaties tot aanvullend onderzoek: lab, klinische neurofysiologie, röntgenonderzoek, skeletscintigrafie, CT-scan, EMG, MRI, neuropsychologisch onderzoek en interpreteert de uitkomsten De AIOS verzamelt adequaat gegevens middels lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek van de traumatologische complicaties naar de stand van het vakgebied. Behandelvaardigheden: De AIOS stelt aan de hand van gegevensanalyse een (multidisciplinair) behandelplan en behandeltraject op, incl.: noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen CBR procedure De AIOS evalueert het opgestelde revalidatieplan en stuurt waar nodig bij De AIOS beheerst de volgende behandelvaardigheden op de aangegegeven niveau’s van ondergenoemde complicaties van ongevallen en initieel ingestelde behandelingen: CRPS-type I Decubitus Stoornissen in de fractuurgenezing: o Delayed union o Malunion o Pseudoarthrose o Osteïtis Posttraumatische arthrose Pijn Loge syndromen Contracturen (o.a. Volckmann) Neurogene heterotope ossificatie Postcontusioneel syndroom Posttraumatisch stress syndroom Zenuwletsels. Communicatie De AIOS luistert goed en verkrijgt doelmatig relevante patiënteninformatie
B
De AIOS communiceert adequaat met patiënten door gebruik van juiste communicatiemiddelen en -structuur
4
De AIOS bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie
4
SU
48
SU KRB PRB SU
SU ICC PRB SU
ICC SU
KRB PRB
KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4 ICC SU Niveau 4 ICC SU Niveau 4 ICC SU Niveau 4
KRB PRB
B
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
B
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU
4
KRB PRB SU
ICC PRB SU
ICC SU Niveau 3
KRB PRB
ICC PRB SU
4
-
ICC
ICC SU
-
ICC
4
-
ICC
ICC
-
ICC
4
KRB PRB SU KRB PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU
ICC SU
KRB PRB
ICC SU Niveau 4
KRB PRB
ICC PRB SU ICC PRB SU
De AIOS verwijst adequaat.
B
De AIOS levert effectief intercollegiaal consult.
B
De AIOS draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg.
B
Maatschappelijk handelen De AIOS kent en herkent de maatschappelijke oorzaken en gevolgen van een multitrauma voor een patiënt. De AIOS kent de risicofactoren voor dreigend disfunctioneren in de toekomst en anticipeert hierop in de behandeling De AIOS registreert de (over)belasting van de mantelzorger Organisatie De AIOS kent de rollen en verantwoordelijkheden van de specialisten werkzaam op de intensive care De AIOS start het natraject na een (ziekenhuis)opname vanwege multitrauma adequaat op en functioneert in de ketenzorg Professionaliteit De AIOS toont bij zijn functie passend fatsoen en respect t.a.v. multitrauma patiënten en hun omgeving. De AIOS handelt adequaat zelfstandig naar bevoegdheid en bekwaamheid en vraagt waar nodig supervisie
B
Multi-trauma-patiënten
Kritische beroepssituaties Functionele prognostiek zo spoedig mogelijk, dus direct zodra medisch stabiele situatie is bereikt. Hanteren (diagnostisch en therapeutisch) van multisysteem pathologie, aangezien bij multitrauma vaak veel specialismen zijn betrokken (chirurgie, orthopedie, neurologie, psychologie/psychiatrie, neurologie, interne geneeskunde, et cetera) Kennis Verplicht: VRA scholingsprogramma “Handletsels (& CRPS)” VRA scholingsprogramma ”Multitrauma en brandwonden” VRA scholingsprogramma “Plexus en perieer zenuwletsel” Documentatie centraal onderwijs Blok Bovenste extremiteit
Vereist eindniveau
THEMAKAART 7:
KRB PRB KRB PRB KRB PRB
SU ICC PRB SU
ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU ICC PRB SU
Niveau na 6 maanden
B
Niveau na 3 maanden
4
Streefniveau einde stage
De AIOS brengt in heldere en begrijpelijke taal informatie over aan patiënt en familie over revalidatiegeneeskundige behandelinterventies, prognose en het toekomstperspectief. Samenwerking De AIOS overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners
4 4
4
49
Documentatie centraal onderwijs Blok Onderste extremiteit Handboek Letsels van he steun en bewegingsapparaat; van der Werken Handboek: Orthopedie; Verhaar et al., Aanvullend: Toetsing: Mondelinge en schriftelijke toetsing Vaardigheden Deelnemen aan multidisciplinair overleg aangaande traumapatient. Het verrichten van anamnese en lichamelijk onderzoek bij (multi)trauma patient. Het opstellen van een functionele prognose nav revalidatiediagnose bij de (multi) traumapatient. Toetsing KPB
4 4 4
50
C. Beoordelingsinstrumenten
3.1.
KPB Algemeen
3.2.
KPB poli
3.3.
KPB team
3.4.
KPB referaat
3.5.
KPB casuspresentatie
3.6.
KPB brief
3.7.
KPB organisatie refereeravond
51
3.1 KPB Algemeen I.
Korte Praktijk Beoordeling (KPB) revalidatie JBZ
Beoordelaar:
*
Plaats : Poli / Team / Visite / MDO / Referaat / Organisatie refereren
AIOS: *
Onderwerp:
Complexiteit : Gering
Matig
Groot
*
Competenties : Datum:
*
Handtekening supervisor:
omcirkelen wat van toepassing is
Advies/ Opmerkingen:
N I-----------I-----------I-----------I-----------I Wat is er goed:
Wat kan er beter:
N I-----------I-----------I-----------I-----------I Wat is er goed:
Wat kan er beter:
N I-----------I-----------I-----------I-----------I Wat is er goed:
Wat kan er beter:
52
3.2 Korte Praktijk Beoordeling Poli
53
3.3 Korte Praktijk Beoordeling Team
54
3.4 Korte Praktijk Beoordeling Referaat
55
3.5 Korte Praktijk Beoordeling Casuspresentatie
56
57