OP JACHT NAAR GELUK!
Een project van kunstenaar Jack van Mildert
2
Op jacht naar geluk In Lelystad moet het nieuwbouwproject Warande plaats bieden aan 8.500 woningen. Op uitnodiging van Stichting De Barak volgde beeldend kunstenaar Jack van Mildert het inrichtingsproces in Warande. Stopt investeren in geluk bij de grens van je eigen kavel of is er sprake van een gemeenschappelijk belang? Met zijn project ‘Pioniers van Warande – Op jacht naar geluk!’ onderzocht hij of het mogelijk en wenselijk is om in de nieuwe wijk, naast de ‘logische’ netwerken zoals riolering, water, licht en glasvezel, middels sociale interventies ook de eerste handvatten aan te reiken voor een sociaal netwerk.
3
Veldobservaties Als kunstenaar heb ik een grote belangstelling voor groeiprocessen. De ontwikkeling van Warande als nieuwe stadswijk is hier een voorbeeld van. Ik stond op de inklinkende zanderige hoogvlakte. Zag de eerste woningen verrijzen. Zat aan tafel met bewoners, sprak met de wethouder, planologen, sceptici en enthousiastelingen. Met zekerheid kan ik vaststellen dat een wijk bouwen een organisch proces is. Een complex verloop met veel agenda’s. In al deze informatie vond ik de kiem voor een beeldend voorstel. Een beeldend experiment dat zich voegt naar de aangetroffen attitude van de gemeente en de bewoners. Een gelukskunstwerk waar verschillende gebruiksfuncties aangegeven kunnen worden. Aan het begin van mijn onderzoek woonden er nog geen mensen in het gebied. Warande was slechts een grote opgeworpen zandvlakte waar reeënsporen het bezoek van de ‘voormalige’ gebruikers verraadden. Ook de kruipende loten van rietplanten lieten hun ware pioniersaard zien. Om de dertig centimeter wortelde zich een nieuwe stek alsof ze de enorme zandvlakte wilden vastleggen en terugveroveren. Maar voor de bouwrijp gemaakte gronden lagen andere plannen klaar. De uitbreidingsdrift van Lelystad is groot. Warande moet uiteindelijk plaats bieden aan 8.500 woningen in – en ik citeer de website van de gemeente – ‘een uitzonderlijk groene en waterrijke omgeving.’ Ze spreken dan ook niet van een gewone stadsuitbreiding maar van een ‘woonlandschap dat de stad aan de natuur bindt.’ Het laat zich raden dat daarvoor eerst de bestaande natuur en structuur moesten wijken.
4
Op jacht naar geluk
Op de verschillende websites van gemeente, makelaars en projectontwikkelaars is Warande al tot leven gekomen. Ook al is de werkelijkheid nog veel kaler, door bouwtekeningen en artist impressions lijkt het al heel wat. De naam warande duikt al op in middeleeuwse geschriften als men het heeft over een besloten of omheind jachtgebied. Een paar eeuwen later kom je de term ook tegen in de zin van lusthof. Ook in de hedendaagse Warande kan de toekomstige bewoner zijn geluk niet op. De tekstschrijvers van www.warande.nl laten daar in ieder geval geen twijfel over bestaan. Terwijl er weer een stukje Nederland wordt volgebouwd, verklaren zij zich onder het kopje Wonen in vrijheid nader: ‘In Warande vindt u de ruimte die steeds spaarzamer wordt in Nederland. Hier kunnen uw kinderen onbezorgd buitenspelen, op straat of in uw eigen tuin. In Warande ervaart u de vrijheid van het buitenleven, dicht bij de stad.’ In een tijd die gekenmerkt wordt als individualistisch word ik nieuwsgierig naar de toekomstige bewoners van Warande en hun mogelijke interesse in sociale samenhang van de wijk. Uit onderzoek blijkt dat sociale cohesie bijdraagt aan woonplezier en welbevinden. Als ik de website moet geloven dan wordt Warande een waar lusthof. Of daarmee de garantie kan worden afgegeven dat het gevoel van vrijheid en onbezorgd buiten spelen bij de koop is inbegrepen, valt sterk te betwijfelen. In het besloten jachtgebied van de warande moet de bewoner toch echt zelf en met elkaar op jacht naar geluk.
5
Lelystad geeft lucht City branding moet de steden van een nieuw allure voorzien en de bewoners bewust maken van de uniciteit van hun woonomgeving. Zo onderneemt men in Vianen en is Heerhugowaard de ‘stad van kansen’. In Soest zoekt men ‘durf en drive’ en ‘het kán in Almere!’ (www.citymarketingonline.nl). Zoals iedere stad of streek heeft ook Lelystad de drang om zich te onderscheiden. De nieuwe slogan die de citymarketeers daarbij hebben bedacht is ‘Lelystad geeft lucht’. Warande draagt op een geheel eigen wijze bij aan dit motto. Kreten zoals ‘Wonen in vrijheid’ en ‘Wonen in een groene weelde’ ondersteunen de campagne. De ‘suggestie’ van ruimte wordt op vele plekken ingezet om woningbouwprojecten van een nieuw elan te voorzien. Ruimte in de meest ruime zin van het woord. Ruime kavels, wat vaak resulteert in ruim bebouwde kavels. Een ruimdenkende overheid met betrekking tot de invulling van de particuliere bouwwensen en ruimtebeleving in de directe woonomgeving (‘Landelijk wonen in een stadse omgeving’). Al deze ruimte is echter geen garantie voor een gevoel van vrijheid en de beleving van geluk. Het oude imago van Lelystad was verbonden aan het pionierschap. Toen aan het eind
van de jaren vijftig het water was verdreven en de bodem bouwgrond werd, was de ontginning van Oostelijk Flevoland een feit. Dit Nederlandse kunstje wakkerde een oergevoel aan: het pionieren. De drang naar vrijheid. Bezit nemen van het nieuwe land en het opbouwen van een nieuw bestaan. De eerste bewoners kwamen in 1967. Lang heeft men gezegd: ‘in Lelystad is het anders.’. Een van de grote verschillen met andere steden was dat er in de begintijd geen sociale structuur was. Je familie woonde er niet. Men was veel meer aangewezen op zichzelf en de buren. Een stad met een traditie in het los staan van een sociale structuur. Je zou het nog steeds terug kunnen vinden in de basishouding van de inwoners van het eerste uur. Zoals de gerichtheid om het leven naar hun eigen hand te zetten. In de jaren tachtig had Lelystad nog te maken met wegtrekkende bewoners, maar in de loop van de jaren negentig vond men daar een bestuurlijk antwoord op. Inmiddels is er weer sprake van groei en begint Lelystad steeds meer een gewone middelgrote stad te worden. Met de komst van nieuwe generaties en de instroom van nieuwe bewoners (waaronder import-ouderen) ontstaat een andere mentaliteit.
LSG-Rentray Lelystad: werken aan een nieuwe toekomst De aanvankelijk geïsoleerde justitiële jeugdinrichting LSG-Rentray Lelystad krijgt er met de komst van de wijk Warande nieuwe buren bij. De kunstenaar vroeg zich af of deze toekomstige buren iets voor elkaar betekenen. Want naast de volstrekt andere uitgangspunten om in het gebied te verblijven ontdekte hij een opmerkelijke parallel: beide groepen bouwen aan een nieuwe toekomst! Vanuit dit perspectief kunnen ze wellicht bijdragen aan verrijking van begrip en kennis. Ter voorbereiding op de gesprekken met de toekomstige bewoners is er met jongeren uit de justitiële jeugdinrichting LSG-Rentray Lelystad een traject doorlopen. De jongeren hebben in brainstormsessies nagedacht over het thema geluk en hoe geluk zich verhoudt tot je leefomgeving. Daarna hebben zij een houten ronde tafel gemaakt en deze voorzien van hun gelukskreten. Deze tafel en de resultaten van de workshops vormden de leidraad voor de Deurmatgesprekken met bewoners.
7
Durven loslaten Voor de stadsuitbreiding hoopt men een grote verscheidenheid aan bouwwensen aan te trekken. Toekomstige bewoners worden uitgedaagd om hun ideale woonideeën te verwezenlijken. De bouwregels van weleer zijn flink opgerekt. Maar hoeveel ruimte is er eigenlijk om je dromen gerealiseerd te krijgen? Blijft de inspraak van de bewoners verbonden aan de grenzen van hun eigen kavel of hebben ze ook invloed op hun leefomgeving? Hoeveel ruimte biedt deze vrijheid hun? Mag het beloofde parkbos wijken voor een voetbalveld als daar een draagvlak voor blijkt te zijn? Mag een asfaltweg worden vervangen door een zandpad als de aanwonenden dit zouden willen? Het vrijlaten van bewoners is heel relatief constateert Ben Kaptein, stedenbouwkundige van de gemeente Lelystad. ‘Kijk eens naar de techniek. Neem dat zandpad. Dan zal je zien dat er vanuit de regelgeving en techniek gesteigerd zal gaan worden. De regelgeving, die beperkt heel veel. We kunnen dus wel zeggen ‘we geven de bewoners alle ruimte’ maar dat is dus eigenlijk helemaal niet zo.’ Wethouder Jop Fackeldey, portefeuillehouder van onder andere volkshuisvesting,
economie en toerisme en kunst & cultuur vindt niet dat je de hoofdlijnen moet gaan aanpassen op wat een groep bewoners toevallig vindt. ‘Als je als overheid een goed basisplan neerlegt moet je zo eigenwijs durven zijn om de hoofdlijnen vast te houden. Anders blijf je onderhandelen. Maar in alle details moet je kunnen afwijken! Als gemeente moet je met dit soort zaken leren omgaan. Voor de komende jaren zal dat de uitdaging zijn, durven loslaten.’ Daarom begint het volgens Rin van Keulen, teamleider projecten van het gemeentelijk ingenieursbureau, met het bieden van ruimte en de creativiteit om met elkaar te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn binnen de marge. ‘Natuurlijk is er de wet en de regelgeving, maar denk niet in beperkingen. Denk in mogelijkheden!’
8
‘Voor de komende jaren zal dat de uitdaging zijn, durven loslaten.’
Tussen autonomie en gemeentelijke grip De terugtrekkende overheid brengt bij alle partijen een veranderingsproces op gang. De vrijheid van het speelveld verschilt per gemeente. Maar de overheid lijkt ook in een spagaat te komen. Want hoe om te gaan met deze pseudo-vrijheid als men toch ook de regie wil houden? Is een randvoorwaardenscheppende overheid genoeg in dit proces? De verwarring tussen meer autonomie en gemeentelijke grip is groot. Het ideeëngoed van architecten zoals John Habraken en Carel Weeber (Het Wilde Wonen) hebben invloed gehad op het vrije bouwen. Al is de dagelijkse realiteit voor deze voorvechters van het stochastische bouwen meestal niet verrassend genoeg. De vrijheid waarin men mag bouwen resulteert dan ook niet automatisch in de vernieuwende architectuur waar men op had gehoopt. Beperkt budget en fantasieloosheid bij de opdrachtgevers is schering en inslag. De geboden ruimte vertaalt zich maar wat vaak naar excessen op de eigen kavel, zonder dat er een verbinding wordt aangegaan met de omgeving en het publieke domein. Een proces dat dan geruststellend ‘eenheid in verscheidenheid’ genoemd wordt.
Om toch nog lijn te krijgen in de aangeboden vrijheid zoeken gemeente en planbureaus veelal naar woonthema’s en bieden ruimte aan kleinschalige woonvormen, particulier opdrachtgeverschap, welstandsvrij bouwen en gewild wonen. De roep van de burger dicteert ruimte voor een onderscheidende leefstijl en woonomgeving. In Warande heeft men gekozen voor een middenweg. De overheid is de kapitein op het schip van het stramien, de infrastructuur, woonthema’s en openbare voorzieningen. De bewoners krijgen zoveel mogelijk de ruimte om de rest in te vullen. De innovatie die Warande laat zien, overtreft alles wat eerder in deze stad gedaan is, maar zou waarschijnlijk nog spannender en vooruitstrevender kunnen worden als men nog meer ruimte biedt aan experimentele bouwplekken. Maar de eerste stappen zijn gezet. De gemeente Lelystad staat, ietwat onwennig, open voor meer inspraak, hanteert lossere interpretatie van de bouwregels en welstand en ze creëert ruimte om te experimenteren en daarmee ook om fouten te maken. Wie geld heeft, richt zijn eigen geluk in.
10
Een uitschieter en een gemiste kans Om meer betrokkenheid te creëren zou je eigenlijk eerst potentiële bewoners moeten vinden om je dan gezamenlijk te buigen over de inrichting van een wijk. Een mooi voorbeeld hiervan is het proces dat vooraf ging aan de ontwikkeling van acht waterwoningen die in collectief particulier opdrachtgeverschap zijn gebouwd. Het is een positieve uitschieter waarin duidelijk wordt hoe gemeente en bewoners de nieuwe ruimte met elkaar definiëren. Maar een lange adem is vereist! Gemeente Lelystad heeft zich ten doel gesteld om beter naar haar burgers te luisteren. Zo kan je met een goed idee op ‘de zeepkist gaan staan’. In 2006 trok Freddy van Arnhem de stoute schoenen aan en beklom in het gemeentehuis het publiekspodium
om uiting te geven aan een lang gekoesterde droom. Ze hield een hartstochtelijk pleidooi om in de stadsuitbreiding ruimte te maken voor drijvende woningen. Haar betoog werd enthousiast ontvangen door de aanwezige raadsleden en wethouders. Ze werd aangespoord om haar plannen uit te werken. Haar actie werd opgepikt door de pers. Al snel vond ze medestanders en het resulteerde uiteindelijk in de oprichting van de stichting Drijf in Lelystad. ‘De gemeente heeft goed naar ons geluisterd maar je merkt wel dat men het ook lastig vindt. De meeste wetten en organisatiestructuren zijn niet ingericht op de burger die inspraak wil. Er zijn zoveel procedures en je hebt met veel verschillende partijen te maken. Zoals de gemeente, het Waterschap,
11
milieubewegingen of het verkeersbureau. Het is een spannend en dynamisch proces dat soms leidt tot oververhitting, maar de wil om er uit te komen is er. Het hele traject kost je wel veel tijd. Heel veel tijd!’ Na acht jaren van inzet ziet het er naar uit dat de kavels dit jaar ‘drijfrijp’ worden opgeleverd. De gemeentelijke regelgeving is als experiment zoveel mogelijk aan de kant geschoven. De regels worden tijdens het proces en in dialoog met de waterbewoners ontwikkeld. Samen hebben zij naar een geschikte plek gezocht om acht drijvende woningen te realiseren. De waterplas die tevens gaat dienen als waterberging moet nog worden gegraven. Ook bijzonder in deze situatie is dat de locatie die hiervoor is uitgekozen is, geen pacht- maar koopgrond
is. De kopers hebben naast het water de bodem van de plas in bezit. De toekomstige bewoners hebben ook inspraak gehad bij de keuze van de straatnaam en bij de aanleg van de directe omgeving zoals de oevers en het aangrenzende parkbos. Over de sociale samenhang zijn de toekomstige bewoners zeer te spreken. ‘We hebben al zo’n lang voortraject met elkaar doorgemaakt dat ik mijn toekomstige buurtbewoners nu al beter ken dan de mensen in mijn huidige straat. We kijken allemaal met heel veel plezier uit naar de nabije toekomst.’ aldus dus de frontvrouw van de stichting. Ben Kaptein, stedenbouwkundige bij de gemeente Lelystad, waarschuwt dat ook aan deze nieuwe trend risico’s kleven. ‘In het
nieuwe duurzame bouwen zoals je dat tegen komt in sommige Vinex-wijken, doen zich weer nieuwe problemen voor. De eerste bewoners hebben mee gesleuteld aan hun ideale wijk, maar als de eerste generatie wegtrekt dan ontstaan er vaak spanningsvelden tussen de achterblijvers en de nieuwkomers.’ In het licht van deze uitspraak zou je kunnen zeggen dat hoe hechter de band tussen de pioniers des te ingewikkelder is het integratieproces van de tweede- of derdegeneratie bewoners. Maar het zou ook een opmaat kunnen zijn naar een meer organisch in te richten wijk waar ook volgende generaties bewoners ruimte krijgen om te sleutelen aan de wijk. Een wijk zou nooit het predikaat ‘opgeleverd’ moeten krijgen. Er zouden elementen aanwezig moeten zijn
die de speelvrijheid garanderen voor nieuwe bewoners. Die ruimte ligt dan waarschijnlijk niet meer in de te bebouwen ruimte maar veel meer in het publiek domein en de sociale structuren van de wijk. De gevonden vrijheid van de Waterbewoners staat in schril contrast met de zeer beperkte keuzevrijheid voor de bewoners van de huurwoningen. Het is jammer dat de verantwoordelijke wooncorporatie zich niet heeft laten inspireren door de ‘vrijheidsgeest’ die Warande zo graag wil uitdragen. In Enschede laat wooncorporatie De Woonplaats met de HuurWensWoningen zien hoe het ook kan. De toekomstige bewoners mochten niet alleen beslissen hoe de indeling van hun huis zou worden, maar kregen ook de vrije hand in het aangezicht van de woning. Bert Timmen, teamleider
13
participatie en transitie bij de Woonplaats, vertelt over de nieuwe manier waarop wooncorporaties mee kunnen groeien met de markt. ‘Betrokkenheid van de bewoners bij de wijk is de sleutel tot samenhang. Dat merken we zowel in oude als nieuwe wijken. Zo ontstond het fenomeen HuurWensWoning. Bij een nieuwbouwproject hebben we huurders een budget gegeven van zo’n anderhalve ton om, in samenwerking met een architect, hun woonwensen vorm te geven. De een maakt er een woonwerkplek van, de andere bouwt een vide, enz. De mensen zijn actief betrokken. Door de uitvoering collectief aan te besteden bleef er geld over dat besteed werd aan extra woonaccessoires of een huurkorting. We investeren in de sociale samenhang en het welzijn van de mensen. Deze manier van werken maakt onderdeel uit van ons beleid. Mensen blijven langer wonen op een plek die naar hun zin is. Dat gaat verder dan je eigen woning. Dat is geen liefdadigheid maar we zien dat de betrokkenheid ook zakelijk rendeert. Als je bedenkt dat de gemiddelde mutatie (wisseling van huurder per woning) ongeveer 3000 euro kost en mensen door dit soort investeringen langer blijven wonen op één plek, dan is dat puur winst. Daarnaast zie je dat het aantal onderhoudsmeldingen aan
de woning en omgeving afneemt. De huur wordt op tijd betaald. Het aantal bewoners met huurschulden neemt drastisch af en de vastgoedwaarde stijgt.’ Men kan nog wat leren van deze pionierende wooncorporaties. Zij zijn bezig zich steeds meer te verplaatsten in hun afnemers. Het rendeert in beter afgestemde woonwensen en er wordt een inhaalslag gemaakt op het sociale vlak. Ze investeren veel in bewonersparticipatie en proberen de beleving van nieuwbouw- en renovatiewijken op te krikken door te investeren in talentontwikkeling en bewustwording van de eigen mogelijkheden. In Enschede blijkt deze ‘zachte’ investering van steeds groter belang te worden in zowel de bedrijfsvoering van de wooncorporatie alsmede de betrokkenheid van de gemeente.
14
Geluk Toch hoor ik van verschillende kanten dat de gemeente Lelystad niet te veel bemoeienissen wil met betrekking tot sociale cohesie en geluk. Uit recent onderzoek blijkt dat inwoners van deze stad de sociale kwaliteit van hun buurt beoordelen met een 5,9. Je zou dat kunnen opvatten als een pleidooi voor meer gemeentelijke bemoeienissen. Waarschijnlijk is de gemeente bang versleten te worden als betuttelend en weggezet te worden als niets geleerd te hebben van de voorgaande bouwperiodes, toen men wijken bouwden met oog op een homogene samenstelling en het creëren van sociaal evenwicht. Maar blijft het investeren in geluk beperkt tot de grenzen van eigen huis en tuin? In hoeverre zien we een verband tussen gemeenschappelijkheid, geluk en woongenot? De toegenomen leefbaarheid in herstructureringswijken laten zien hoe effectief participatieprojecten met bewoners kunnen zijn. Voor Warande is het zeker nog niet te laat! De wijk staat immers nog in de kinderschoenen en wil de gemeente over vijftien jaar niet het verwijt krijgen dat er sprake is van sociale verwaarlozing dan moet ze nu instappen. Er is met de verschillende informatieavonden al een begin gemaakt om de bewoners te benaderen.
Maar het risico blijft dat de focus op de wijk verslapt als de actieve bemoeienissen die gekoppeld zijn aan de bouwprocessen, zijn afgerond. De gemeentelijke flexibiliteit bij het inrichten van je kavel geeft nog geen garantie voor geluk en sociale samenhang in de wijk. Volgens wethouder Jop Fackeldey ligt het geluk binnen jezelf. ‘De sociale structuur van de wijk bedenken is iets wat de Rijksdienst deed, ik geloof er niet in. In de jaren zeventig vonden we dat we het geluk moesten regelen. Nu moeten we randvoorwaarden organiseren waarbinnen het kan gaan ontstaan en zo nodig een zetje geven. Waar kunnen we, als er een mooi initiatief ontstaat, van zeggen hier moeten we een steentje bijdragen. Hopelijk gaat men het geluk ook vinden binnen deze wijk. Er gaan hier vast bijzondere dingen gebeuren. ‘Lelystad geeft lucht’ is daarbij een leidend thema, we geven de ruimte en de lucht om dingen te proberen. De ruimte om je eigen geluk te vinden. Nu moeten we er met elkaar naar op zoek gaan. Je organiseert iets en je kijkt wat er gebeurt. Soms lukt het en wordt het opgepakt, soms lukt het niet maar er is beweging. Mooi meegenomen. Je moet aanleidingen verzinnen om met elkaar te kunnen praten en te experimenteren.’
15
16
Uitleg over Deurmatgesprekken en de asterisk Hoe kijken de toekomstige bewoners tegen geluk en het nut om samen te investeren in de sociale samenhang van de wijk aan? Van Mildert ontwikkelde hiervoor het format Deurmatgesprekken. Door middel van deze Deurmatgesprekken is hij de dialoog aangegaan met bestuurders en toekomstige bewoners. Op een toetsenbord kom je de asterisk (*) tegen. Deze zit meestal boven de 8. Dit teken wordt ook wel gebruikt om een jaartal van een geboorte aan te duiden, net zoals een kruisje voor een jaartal het sterfjaar aanduidt. Je hebt een vijf- en een zestakkige variant. De vijftakkige is uitgevoerd in graskleurig tapijt met aan het eind van iedere tak een deurmat. Op het ronde deel van de asterisk is een ronde gelukstafel met vijf stoelen geplaatst. Ter voorbereiding op de Deurmatgesprekken bezocht de kunstenaar de aan het Warande grenzende justitiële jeugdinrichting LSG-Rentray Lelystad. Samen ontwikkelden zij een workshop waarin gekeken werd wat de basis voor geluk zou kunnen zijn en wat het belang is van sociale integratie. Uiteindelijk bouwden de jongeren een gelukstafel die werd voorzien van gelukskreten. Deze tafel en de gelukskreten vormden zowel letterlijk als figuurlijk het uitgangspunt van de Deurmatgesprekken met bestuurders en bewoners tijdens het project ‘Pioniers van Warande – Op jacht naar geluk!’.
17
Deurmatgesprekken
Betrokkenheid in Warande
Om te kijken hoe de toekomstige bewoners tegen geluk en het nut om samen te investeren in de sociale samenhang van de wijk aankijken, heb ik het format Deurmatgesprekken ontwikkeld. Middels deze Deurmatgesprekken ben ik de dialoog aangegaan met bewoners. De meest gehoorde motivatie om mee te werken aan deze gesprekken was om andere bewoners te leren kennen. Andere terugkerende thema’s waren het hebben van inspraak op de inrichting van de openbare ruimte en op activiteiten die de betrokkenheid bij de wijk vergrootte.
Er liggen kansen om een actief beleid te ontwikkelen voor participatietrajecten. Dit zou in alle stadia van de wijk geïntegreerd moeten zijn. De inzet van sociaal wijkmanagement, kunstenaars en in het bijzonder van Community-Art zouden hierbij prachtige middelen kunnen zijn. Het kan worden ingezet om de sociale cohesie te stimuleren en bewonersinitiatieven aan te zwengelen.
Tevens was men nieuwsgierig naar het doel en werk van de kunstenaar in Warande. De mogelijkheid van een kunstzinnige bijdrage werd besproken. Men staat daar in het algemeen niet afwijzend tegenover. Als opties noemt men een toevoeging aan of ingreep in het landschap. Ook worden een meditatieve plek, een ontmoetingsplek of amfitheater genoemd. Tevens wordt in een aantal gesprekken duidelijk dat de meeste mensen vinden dat contact tussen de verschillende bewoners uit de bewoners zelf dient te komen, maar dat het goed is om activerende structuren aan te bieden die men naar eigen inzicht mag inzetten en uitwerken.
Het zou ideaal zijn als deze betrokkenheid van de bewoners zelf uitgaat en de overheid alleen hoeft te faciliteren. Maar ik zou eerder pleiten voor een actievere houding. Niet in de rol van een bemoeizuchtige maar een geïnteresseerde en betrokken overheid. Waarom zou men wel investeren in de ‘logische netwerken’ zoals riolering, water en licht en niet de eerste handvatten aanreiken voor een sociaal netwerk? Ik pleit voor een gezamenlijke investering van bewoners, gemeente en wooncorporaties in een woonomgeving waarin je in gesprek blijft met elkaar en mogelijkheden onderzoekt en waar de sociale infrastructuur aangereikt wordt die nodig is om het bewustzijn te ontwikkelen om een samenleving te zijn. Een wij-k-gevoel te creëren.
18
19
Naast het N.U.T. (zie volgende pagina) ontwierp van Mildert nog twee ontmoetingsplekken die in de inrichtingsplannen van Warande zijn opgenomen. Gebaseerd op de mobiele gesprektafel in de vorm van een asterisk die hij gebruikte tijdens de Deurmatgesprekken (zie vorige pagina), ontwikkelde hij twee permanente ontmoetingsplekken voor de wijk.
20
21
N.U.T. (Nader Uit te werken Trefpunt)
Gebaseerd op de input van de bewoners, op het groeimodel van de wijk en de wens van de gemeente om bewoners een bepaalde mate van vrijheid te geven om hun leefomgeving in te richten, heb ik voor Warande een beeldend concept ontwikkeld. Een locatie met een basisinrichting die nog niet geheel gedefinieerd is. Bewoners en gebruikers worden uitgedaagd om betekenis en bestemming te geven aan deze plek van algemeen nut. Het NUT (Nader Uit te werken Trefpunt) is een wijkgerichte ontmoetingsplek die kan meegroeien met de wensen en de creativiteit van de bewoners. Maar het NUT moet zich nog bewijzen! Het bestaansrecht zal dan ook in de loop van de tijd door de huidige en toekomstige bewoners getoetst en ingevuld kunnen worden. Het NUT kan worden gezien als een autonoom kunstobject of landmark, maar overspannen met een zeil zou het een feesttent voor een wijkfeest kunnen zijn. Hang je er een decordoek op dan zou het zich kunnen transformeren tot een amfitheater of muziekkapel. De gebruiksmogelijkheden wachten erop om ontdekt te worden maar zijn in dit stadium nog niet verder uitgewerkt. Door middel van een participatietraject zou ik de komst van het NUT willen begeleiden en met bewoners, een schoolklas, een staatscomité of de wijkraad de gebruiksmogelijkheden willen onderzoeken en daar door middel van wijkactiviteiten vorm aan geven. Dan pas kunnen we toetsen of een ge-zamenlijke invulling van het NUT een bijdrage levert aan de jacht op Geluk! Jack van Mildert is kunstenaar en gedurende het project ‘Pioniers van Warande – Op jacht naar geluk’ verbonden aan Warande als jachtopziener. Lelystad/Arkel, 2011
22
De Barak, Culturele broedplaats Lelystad De Barak, culturele broedplaats van Lelystad, organiseert op verzoek van de gemeente Lelystad, kunstprojecten in het nieuwbouwwijk
Om deze doelstellingen te bereiken geeft De Barak gedurende de bouw van Warande, per jaar een aantal (inter-)nationaal bekende kunstenaars
Warande. Doel is om aan de nieuw te bouwen en te bewonen omgeving gelijktijdig een culturele identiteit mee geven door de ontwikkeling van kunstprojecten die de nieuwe bewoners en het
de opdracht een project te realiseren. Het accent dat op elk thema wordt gelegd is afhankelijk van de ontwikkelingen in Warande op dat moment.
gebied met elkaar verbinden. De Barak is verantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van het kunstprogramma en is daarmee een autonome culturele broedplaats. De Barak werkt met thema’s die te maken heb-
De Barak is vernoemd naar de houten boerderijbarak die vroeger in het gebied stond. Een overzicht van de projecten die De Barak heeft georganiseerd zijn te bezichtigen in de virtuele tentoonstellingsruimte www.debarak.nl.
ben met de transformatie van het landschap tot woonwijk en de processen die de nieuwe bewoners daarin bezighouden. Waar mogelijk worden
Sinds maart 2011 heeft De Barak ook een fysiek informatiepunt aan de Boterbloemhof 31 in Warande. Op maandag en vrijdag zijn medewer-
samenwerkingsverbanden aangegaan met andere culturele en educatieve instellingen in Lely-
kers van 10:00 tot 16:00 aanwezig om informatie te verstrekken over de projecten en om ideeën
stad waarbij de volgende elementen van belang zijn: pionieren, historisch kader, landschappelijke transformatie, stedelijke ontwikkeling en demografische processen
die bij de bewoners leven ten aanzien van de culturele identiteit van hun wijk te bespreken. De dagelijkse leiding is in handen van Elias Tieleman, te bereiken via
[email protected].
Concept en copyright © 2011: Jack van Mildert Vormgeving: Pino Design, Arnhem Fotografie: Jack van Mildert met uitzondering van pag. 6 (LSG-Rentray Lelystad), pag. 10 en 11 (Stichting Drijf In Lelystad), pag. 15.1 (Peter den Adel), pag. 5.2, 16, 18, 22 (De Barak) en pag. 21 (gemeente Lelystad). Met dank aan: de (toekomstige) bewoners van Warande, Stichting Drijf In Lelystad, De Barak, Elias Tieleman, Sietske Werners, Judith Flapper, LSG-Rentray Lelystad en in het bijzonder Martijn Visser en Diana Bronstijn, gemeente Lelystad en in het bijzonder Jop Fackeldey, Kees Bergonje, Ben Kaptein, Rin van Keulen, Joselie Ruimers, Jesse Snijders en Heidi Boon, Marjolein Pors, Richard van Zijll de Jong, Peter en Els den Adel en Marianne Christiansen.
Jack van Mildert Kerkeind 5 4241 XB Arkel 0183 565024 www.waarisjackvanmildertmeebezig.nl
Investeer in geluk!
Beeldend kunstenaar Jack van Mildert ontwikkelde enkele concrete producten die kunnen worden ingezet om de sociale samenhang en gemeenschappelijk geluk te stimuleren: a. sociale schutting met praatluiken b.de minder vrijblijvend sociale schutting met praatplateau c. picknicktafel Deze geluk versterkende hulpmiddelen worden door jongeren van
A
de jeugdinrichting LSG-Rentray op bestelling in de houtwerkplaats gebouwd. De productie- en levertijd wordt in nadere overeenstemming uitgewerkt. Er dient rekening gehouden te worden met het feit dat de productie onderdeel is van het behandeltraject van de jongeren en niet commercieel van aard is. Let op: bewoners die geluksproducten afnemen en in gebruik gaan nemen krijgen mogelijk te maken met: •
een verbeterd wijkgevoel
•
een verhoogd woongenot
•
sociale insluiting
•
geluksbeleving in het algemeen, in het bijzonder in Warande
•
kans op verhoogde economische waarde van huis en kavel
Meer informatie, prijzen en bestellingen:
[email protected]
N.U.T. Bent u geïnteresseerd om een bijdrage te leveren aan het N.U.T. van Warande of wilt u op de hoogte blijven van de activiteiten? Geeft u zich dan op bij De Barak via www.debarak.nl of per mail:
[email protected]
B
C