Terug naar de kern De VVD, PCG, D’66 en Gemeentebelangen hebben elkaar gevonden in een akkoord op hoofdlijnen. Op basis daarvan presenteren wij de gemeente het collegeprogramma 2010 – 2014. Bij de uitwerking staan we de komende bestuursperiode nadrukkelijk open voor standpunten, visies en wensen vanuit de gemeente. Met visie en bescheiden ambitie werken wij aan de toekomst van de gemeente. Dat willen wij in deze periode via vijf sporen realiseren: - nadenken over de toekomst van de gemeente tot 2030 en het project “Wij zijn Buren” afronden, - nadenken over de rol die het gemeentelijk apparaat moet spelen en daaraan gekoppeld de omvang ervan, - een grotere aanspraak maken op de eigen kracht van onze inwoners, - de gemeentelijke organisatie ombouwen van uitvoerder naar regisseur, - de begroting toekomstbestendig maken. Project “Wij zijn Buren” Het college zal dit project conform eerdere besluitvorming uitvoeren. De rol van het gemeentelijk apparaat De financieel-economische crisis waarin de hele wereld verkeert, treft ook de Nederlandse gemeenten. Net nu wij onze gemeentelijke financiën op orde hebben na het project Robuust Buren zien wij een forse korting in het Gemeentefonds op ons afkomen. Dit alles vergt creativiteit en bestuurskracht. Na de actie Robuust Buren kunnen we niet nog een keer de kaasschaaf hanteren. Willen we komen tot een toekomstbestendige begroting, dan zal de raad moeten beslissen welke taken wij als gemeentelijk apparaat wel en welke wij niet zullen doen. Deze discussie kan in twee ronden verlopen: - vaststellen welke taken wij moeten uitvoeren en welke wij willen blijven uitvoeren - vaststellen of de taken die we moeten en willen uitvoeren door het eigen apparaat moeten worden gedaan of dat we die ook kunnen realiseren door samenwerking met en/of uitbesteding aan andere partijen. Op grond hiervan kan vervolgens de noodzakelijke inhoud en omvang van het gemeentelijk apparaat en de kosten ervan worden vastgesteld. Eigen verantwoordelijkheid Wij moeten bezuinigen. Tegelijkertijd verwachten onze inwoners veel van de dienstverlening van de gemeente. Het college zet deze periode dan ook stevig in op het standaardiseren van werkzaamheden, het stellen van kaders, het vereenvoudigen van processen en procedures en het terugleggen van verantwoordelijkheden bij de initiatiefnemers. Dit houdt in dat een groter beroep op de zelfredzaamheid van onze ‘klanten’ wordt gedaan en de gemeente meer en meer een toetsende en regisserende rol op zich neemt. Eigen kracht aanspreken In deze bestuursperiode wil het college komen tot andere verhoudingen tussen gemeente en inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De afgelopen decennia is de overheid steeds meer verantwoordelijk gesteld voor het welzijn, de veiligheid en de redzaamheid van burgers. Lange tijd is de overheid meegegaan in deze trend door zich aangesproken te voelen door de vraag van de burger. De laatste jaren is duidelijk geworden dat deze trend niet duurzaam en betaalbaar is. Onze samenleving maakt op dit moment de omslag van een beschermende verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving waar sprake is van sociaal burgerschap. Waarin mensen niet alleen mee kunnen doen, maar ook actief meedenken en meehelpen.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
1
Voor gemeenten en professionals impliceert de participatiesamenleving nieuwe rollen: “Wat kan ik voor u doen, zodat u uw eigen problemen zelf en/of met inschakeling van anderen kunt oplossen?” Dat geldt zowel voor individuen als voor groepen inwoners. Het uitgangspunt is, dat inwoners zelf verantwoordelijk zijn. De gemeente neemt die verantwoordelijkheid niet over, maar faciliteert en stimuleert inwoners zelf tot oplossingen te komen. In situaties waarin inwoners daar niet toe in staat zijn, bieden wij een vangnet voor zover dat op het terrein van de gemeente ligt. De gemeente als regisseur Die ombuiging betekent ook een verandering in de dienstverlening van de gemeente. Het is niet alleen nodig vanwege forse noodzakelijke bezuinigingen, maar ook om de sociale samenhang te versterken. Samenleven in buurten en kernen biedt geborgenheid. Zeker als individuele burgers zich ook verantwoordelijk tonen voor hun fysieke en sociale omgeving. De wettelijke taken doen we correct en efficiënt. Daar waar het gaat om niet wettelijke taken, zetten wij in op behoud van belangrijke functies en kwaliteiten. Ook als we als gemeente meer naar de achtergrond treden. Dat vereist dat andere partijen bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen. En dat wij als gemeente transparant zijn in welke taken we wel doen en hoe we dat doen. Wat ons te doen staat is geen kwestie van simpel wat bakens verzetten. Het gaat om een succesvolle versobering, afbakening en verschuiving van verantwoordelijkheden. In de programma’s gaan wij daar concreter op in. Toekomstbestendige begroting Het college zal reeds bij de begroting 2011 beginnen met het toekomstbestendig maken van de begroting. Opzet collegeprogramma In dit collegeprogramma geven we aan hoe wij ons inzetten voor de gemeente voor de korte en lange termijn. We realiseren ons dat samenwerken met bewoners en partners in en buiten de gemeente onontbeerlijk is. Wij doen dan ook een beroep op hen om samen met het gemeentebestuur de schouders er onder te zetten. Want alleen dàn kunnen maatschappelijke resultaten worden geboekt.
Dit collegeprogramma volgt de indeling van de gemeentelijke Programmabegroting. In dit collegeprogramma formuleren we aanvullende of nieuwe ambities op de tien programma’s. Daarmee zetten we de huidige programma’s niet overboord. Integendeel, we geven nieuwe accenten, prioriteiten en richtingen aan.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
2
Programma 1
Bestuur en burger
Dienstverlening Het college maakt de komende vier jaar werk van een optimale organisatie van onze dienstverlening. Wij dragen daarmee uit dat mensen bij ons centraal staan. Het ondersteunen van hun zelfredzaamheid, vanuit wederzijds vertrouwen tussen overheid en burgers, bedrijven en instellingen staat daarbij voorop. Het college blijft overbodige regels en procedures schrappen en heft onnodige indieningvereisten op. Het gedrag is er op gericht om mensen snel, vriendelijk en goed te helpen. Wij ondersteunen onze medewerkers hierin en maken onze organisatie hiervoor verder klaar. De gemeente Buren sluit aan bij landelijke initiatieven als het Klantcontactcentrum, basisregistraties en de digitalisering van dienstverlening en processen. Hiermee bereiden wij ons voor op komende wettelijke verplichtingen. Met name een passende en goed doordachte invoering van het Klantcontactcentrum draagt bij aan een verdere verbetering van de dienstverlening en kan leiden tot veranderingen binnen onze bedrijfsvoering. Dit is een van de doelen van het college. Het college zorgt er voor dat burgers, bedrijven en instellingen hun zaken snel en zeker kunnen regelen. De organisatie praat en schrijft in begrijpelijke taal. Een van onze doelen deze periode is om inwoners online inzicht te geven in de gegevens die de overheid van hen heeft. Met behulp van een zaak-volgsysteem kan de inwoner in de nabije toekomst zelf zien wat de status van bijvoorbeeld een aanvraag is. Een hierop aansluitend doel is dat als gegevens eens opgevraagd zijn dit niet nogmaals gebeurt. Burgerparticipatie Wij betrekken inwoners bij de ontwikkeling en uitvoering van plannen en beleid. We zoeken inwoners actief op, bieden samenwerkingsmogelijkheden en ondersteunen de zelfwerkzaamheid van onze inwoners. Burgerparticipatie wordt passend gefaciliteerd. Ook nodigen we maatschappelijke organisaties uit inwoners verder te stimuleren om naar beste vermogen inzet te leveren.
Programma 2
Openbare orde en veiligheid
Veiligheid Een veilige woon- en leefomgeving, daar zetten wij op in. Ten aanzien van de brandweer is onlangs in een regionale nulmeting vastgesteld dat er op een fors aantal punten nog verbeteringen gerealiseerd moeten worden. Het college stelt zich ten doel deze verbeteringen in de komende periode tot stand te brengen. Zorgelijk is het dat uit het regionaal dekkingsplan bleek dat onze brandweer in de dagsituatie slechts 69% van de gebouwen tijdig kan bereiken en in de avond-, nacht- en weekendsituatie is dat maar 63%. Wettelijk geldt voor beide situaties een norm van 80%. Vooral overdag is het niet altijd meer mogelijk om voldoende manschappen beschikbaar te hebben voor een uitruk. Beroepspersoneel moet dan inspringen. Hoewel investeringen in dit kader onvermijdelijk zijn zal vooral ook ingezet moeten worden op verdergaande samenwerking in het cluster Buren/Culemborg en in een verdere regionalisering binnen Gelderland Zuid. Alleen op die manier zijn de kosten naar de toekomst beheersbaar en kan de kwaliteit verzekerd blijven. Met betrekking tot de politie moeten we constateren dat door bezuinigingen de politie-inzet steeds vaker onder druk komt te staan. Met name bij evenementen die veel politie-inzet vergen is tijdige planning noodzakelijk. Bij onze vergunningverlening voor dergelijke evenementen is beschikbaarheid van de politie een voorwaarde. Sinds kort neemt de gemeente deel aan het Veiligheidshuis. Het Veiligheidshuis richt zich met een integrale aanpak op ex-gedetineerden, veelplegers, risicojeugd en daders en slachtoffers van huiselijk geweld. Afhankelijk van de effectiviteit van de aanpak zal de raad voorgesteld worden om deze deelname te continueren.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
3
In deze periode zullen wij de raad een keuze voorleggen m.b.t. de bestuurlijke boete. Hiermee kunnen we optreden tegen een aantal overtredingen uit de APV. Daarmee maken we het handhaven in de woon- en leefomgeving een stuk duidelijker. De eigen verantwoordelijkheid van de burgers komt ook bij veiligheid nadrukkelijk naar voren. Zo doen we een groter beroep op inwoners en organisaties om zelf beveiligingsmaatregelen te nemen. Omdat nog steeds heel veel politionele aandacht blijft uitgaan naar hinderlijke jeugdgroepen zal in samenwerking met het jeugdwerk naar effectieve maatregelen worden gezocht om overlast te voorkomen. De beleidsnota integrale veiligheid is in ontwerp gereed en zal de raad binnenkort ter vaststelling worden aangeboden. Hierin gaat bijzondere aandacht uit naar woninginbraken en jeugd.
Programma 3
Openbare ruimte, vervoer en infrastructuur
Beheer op peil De programma’s voor het beheer van de openbare ruimte, zoals wegen, riolering en openbaar groen evalueren wij periodiek. Daarbij zullen technische-, organisatorische-, en financiële mogelijkheden worden uitgeput om het meest optimale onderhoudprogramma uit te voeren. Besparingsmogelijkheden op de uitvoering van de beheersprogramma’s krijgen permanent aandacht. Daarbij staat een praktische aanpak centraal zonder het schrijven van onnodige beleidsnota’s. Korte directe lijnen tussen het college en de afdeling Ruimtelijk Beheer. Om de gemeente in de toekomst te behoeden voor grote uitgaven zullen, als het financieel mogelijk is, de onderhoudswerkzaamheden ieder jaar en sober geschieden. In overleg met het college zullen daartoe per jaar keuzes gemaakt worden. De noodzakelijke besparingen wil het College vooral halen uit het afstoten van bepaalde wegen, het op een verantwoorde wijze verwijderen van lichtmasten en vervangen van onderhoudsintensieve beplanting. Het onderhoud laten wij zoveel mogelijk uitvoeren door externe partijen. Daartoe zal een klein deskundig team het werk voorbereiden, opdragen en bewaken. Parkmanagement. Het College vindt het belangrijk om een goede relatie te onderhouden met het georganiseerde bedrijfsleven en heeft daartoe een medewerker in deeltijd vrijgemaakt. Wij stimuleren parkmanagement. Dat is alleen mogelijk als er middelen te beschikking staan die het bedrijfsleven zelf genereert, zoals bijvoorbeeld reclamebelasting. De gemeente zal op vragen en voor rekening van het bedrijfsleven medewerking verlenen. Het College zal, indien door het bedrijfsleven gewenst, het onderhoud van grijs en groen op de bedrijventerreinen overdragen, de veiligheid vergroten en het aanleggen van een glasvezelnetwerk stimuleren. Voor rekening van de gemeente komen alleen de kosten van ambtelijke ondersteuning. Landschapsontwikkelingsplan (LOP) en Nationaal landschap Het LOP is de gemeentelijke uitwerking van het landelijk geldende beleid uit de Nota Ruimte deel 4. In het LOP worden de wettelijk vereiste ontwikkelingen vastgelegd. Daarbij gaan we zoveel mogelijk uit van de bestaande kwaliteiten. Wij streven naar een balans tussen enerzijds het nationale landschap en anderzijds de economische belangen van de agrarische ondernemers en de uitbreidingsplannen van dorpen.
Programma 4
Lokale economie
Bedrijvigheid Op bescheiden wijze moeten we bij de vier hoofdkernen Maurik, Lienden, Buren en Beusichem bedrijfslocaties blijven ontwikkelen, bestemd voor vestiging of verplaatsing van lokale ondernemers. Deze bedrijfslocaties bestemmen voor “lichte” activiteiten eventueel in combinatie met wonen. Op deze wijze voorzien wij in een behoefte die op bedrijventerreinen zoals Medel niet aangeboden worden.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
4
Het College vindt het bedrijfsleven een belangrijke motor voor de lokale economie en zal de regelgeving en vergunningen zoveel mogelijk vereenvoudigen. De mogelijkheden die de Crisis en Herstelwet bieden zullen wij zoveel mogelijk benutten ten gunste van het lokale bedrijfsleven. Agrarische ondernemers zullen wij, binnen de wettelijke kaders, zoveel mogelijk faciliteren bij hun uitbreidings- of inkrimpings verzoeken. Specifieke regelgeving zoals de geurverordening zal in balans tussen bedrijf en omgeving ontstaan waarbij rekening wordt gehouden met de agrarische belangen die in het buitengebied voorrang krijgt. Recreatie en toerisme Deze bestuursperiode streven we ook naar extra werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector. Wij zien uit naar mogelijkheden om een regio-overstijgende trekker binnen te halen waarmee de toeristisch-recreatieve sector een stevige impuls krijgt. Het College wil in overleg met de samenleving aldaar het vestingstadje Buren steviger op de kaart zetten. Daar waar mogelijk grijpen we kansen aan om de watersportrecreatie in onze gemeente nog aantrekkelijker te maken. Dit kan bijvoorbeeld door afzonderlijke wateren en plassen in verbinding te brengen met open water. Dit geldt ook voor de nieuwe plannen nabij het Lingemeer.
Programma 5
Onderwijs
Onderwijs is de basis voor onze jonge inwoners om op te groeien tot sociaal en economisch redzame burgers. Een ononderbroken leer- en ontwikkelingslijn vanaf peuterleeftijd tot en met de leeftijd waarop een startkwalificatie gehaald is, is bijzonder belangrijk. College spant zich in om samenwerking te bevorderen tussen de instellingen, die in de verschillende leeftijdsfases een rol spelen. Drie speerpunten vinden wij belangrijk: • Huisvesting. Huisvesting van de basisscholen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Kwaliteit en bereikbaarheid zijn van belang. Goed onderhoud en nieuwe investeringen staan voorop. Inzet zal ook zijn om – samen met andere maatschappelijke partners – meervoudig gebruik van accommodaties mogelijk te maken. Brede scholen hebben de toekomst. Doordecentralisatie wordt doorgezet. • Voorkomen en bestrijden van achterstanden. Aanbod van voorschoolse educatie en samenwerking tussen onderwijs en andere organisaties is daarvoor van groot belang. • Leerplicht en kwalificatie. Voldoende scholing (en diploma’s) zijn onmisbaar op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Spijbelen, uitval en voortijdig schoolverlaten worden met kracht bestreden.
Programma 6
Maatschappelijke voorzieningen
Uitgangspunten De gemeente kan niet onbegrensd tegemoetkomen aan de wensen en verlangens uit de samenleving. Een herverdeling van verantwoordelijkheden is op zijn plaats: Inwoners: steeds meer zelf aan zet. Niet alleen vragen om voorzieningen en ingrepen door de gemeente, maar ook zelf bedenken, mee organiseren, betalen en uitvoeren. Datzelfde geldt voor instellingen en verenigingen. Gemeente: niet alles zelf doen/oplossen. Wel zo nodig een basis of vangnet bieden. Initiatieven en vernieuwing stimuleren. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Iedereen doet mee! Iedereen moet mee doen! Focus op inzet en verantwoordelijkheid voor het eigen leven. Het college wil breken met de benadering die uitsluitend de nadruk legt op beperkingen en risico’s. Als je 65 wordt ben je niet vanzelfsprekend onderwerp van gemeentelijk sociaal beleid. Dat wordt je pas wanneer je dusdanige beperkingen ondervindt dat deelname aan de maatschappij daardoor niet meer zonder hulp kan.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
5
Het college wil: • De individuele redzaamheid van inwoners met beperkingen zoveel mogelijk versterken met eigen inzet en betrokkenheid van hun sociale omgeving. Dus: zoveel mogelijk jezelf redden en je omgeving aanspreken voor hulp en ondersteuning. • Dat collectieve voorzieningen aan zet komen als het individueel niet (meer) lukt. • Het Wmo-loket met partners uitbouwen. Nu staat toegangsbewaking voor individuele voorzieningen centraal. Voor de toekomst staat ons een zgn. maatschappelijke krachtcentrale voor ogen. Eén punt voor alle vragen over wonen, welzijn en zorg. • Mantelzorg en vrijwilligerswerk waar nodig ondersteunen. Openbare gezondheidszorg. Elke inwoner is verantwoordelijk voor zijn eigen gezondheid. Het college wil met name inzetten op preventie. De GGD is hierin onze gemeentelijke uitvoerder. Bij de uitvoering wordt kritisch gestuurd op resultaten en een efficiënte aanwending van de beschikbare middelen. Centrum jeugd en gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin is vóór alles een netwerk en een manier van werken en dient in 2011 ingevoerd te worden. Het is geen nieuwe instelling. De ontwikkeling van het CJG gebeurt regionaal. De invulling voor Buren moet passend zijn bij de vraag en de kenmerken van onze gemeente. Ouders en kinderen zullen straks gebruik kunnen maken van drie lokale contactpunten van het CJG. Ook krijgen zij telefonisch en digitaal toegang tot het CJG. Jeugd- en jongeren Jongerenbeleid loopt als een van de centrale thema’s door dit programma heen. Specifiek vindt het college dat ontwikkelingskansen voor jeugd niet alleen moeten worden beschermd maar vooral ook verder moeten worden ontwikkeld. Het college wil daarop regie voeren én faciliteren. Het college wil vertrouwen en verantwoordelijkheid voor de jongere zelf en voor elkaar benadrukken. Ook ouders moeten worden aangesproken in hun rol als opvoeders. Het college stelt zich als doel om jongeren op een positieve manier te benaderen en hen te laten participeren in de samenleving. Dorpshuizen en kulturhusen. De gemeente is niet meer “uitvoerende exploitant” of eindverantwoordelijke bij dorpshuizen. Wij willen zoveel mogelijk functies loskoppelen van gebouwen en locaties. Een multifunctionele opzet van accommodaties draagt bij aan intensiever gebruik van de beschikbare voorzieningen. Bijvoorbeeld de Brede School “breed” invoeren in onze gemeente. Ons doel is het combineren van maatschappelijke voorzieningen in één gebouw. Sport In de gemeente Buren wordt veel gesport. Dat gebeurt in verenigingsverband, bij sportscholen en ongeorganiseerd. Sporten is gezond, goed voor sociale ontwikkeling en samenhang. Gemeente en sportorganisaties spelen daarbij hun eigen rol en vullen elkaar aan. Voor het college staat de komende jaren centraal: • Stimuleren van jeugd om te sporten. Sport en bewegen moet van jongs af aan een deel van het dagelijks leven zijn. Scholen, verenigingen en gemeente werken samen aan een gevarieerd aanbod. • Versterken van de sportorganisaties door ondersteuning van vrijwilligers en de vorming van een sportkoepel. Een sportkoepel kan hét samenwerkingsverband worden waarin beheer van accommodaties, aantrekken sponsoring en subsidies, organisatie van evenementen samen worden gebracht. • De gemeente neemt niet meer de vaste lasten voor haar rekening maar stimuleert -ook financieel- vernieuwingen. De primaire verantwoordelijkheid en initiatief ligt bij de sportorganisaties. Gemeentelijk sportbudget wordt vooral ingezet op vernieuwende initiatieven en investeringen.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
6
Kunst en Cultuur. Cultuurdeelname zorgt, net als sport, voor een grotere sociale samenhang tussen inwoners en voor ontplooiing van het individu. In onze gemeente houden vrijwilligers veel cultuur in stand. Het college vindt het belangrijk dat jeugd de kans krijgt om kennis te maken met en deel te nemen aan kunstactiviteiten. Het beschikbare budget wordt dan ook met name gericht op kunstzinnige vorming en culturele ontwikkeling van de jeugd. Voor volwassenen vinden wij dat zij hun eigen verantwoordelijkheid hierin nemen. Openbaar bibliotheekwerk Scholen maken gebruik van de regionale Basisbibliotheek. Ook een aantal inwoners is er lid van. Wij gaan de gemeentelijke bijdrage aan de openbare bibliotheek ter discussie stellen. In het kader van Robuust Buren is namelijk reeds besloten dat er bezuinigd moet worden op het beschikbare budget.
Programma 7
Werk en inkomen
Sociale zaken / minimabeleid Ook hier staat de eigen verantwoordelijkheid, regie over het eigen leven en de zelfredzaamheid van de burger centraal. Inwoners die (tijdelijk) niet in staat zijn om in hun eigen levensonderhoud te voorzien, ontvangen een uitkering. Waar nodig worden zij actief begeleid naar werk en participatie. Jongeren van 16 tot 27 jaar die niet naar school gaan en geen werk hebben, wordt een werk- of leeraanbod of een combinatie van beide aangeboden. De investering in duurzame arbeidsinschakeling van de jongere staat daarbij voorop. Starters en zelfstandigen kunnen onder bepaalde voorwaarden tijdelijk financiële ondersteuning krijgen. Werkgevers bieden we advies en ondersteuning voor behoud en versterking van werkgelegenheid. We geven voorlichting over het minimabeleid en de schuldhulpverlening. Inwoners met problematische schulden worden zo snel mogelijk geholpen. Burgers die (tijdelijk) niet (voldoende) in staat zijn tot beheer van hun financiën bieden we inkomensbeheer. Inwoners met een minimuminkomen komen niet alleen in aanmerking voor een vergoeding van bijzondere- en noodzakelijke kosten, maar ook voor een vergoeding van sociale, culturele- en sportactiviteiten. Op het gemeentelijke minimabeleid wordt in principe niet bezuinigd.
Programma 8
Milieu
Het college wil op het gebied van milieu voornamelijk inzetten op het uitvoeren van wettelijke taken. Een uitzondering maken wij voor duurzaamheid en klimaatbeleid. Duurzaamheid Duurzaamheid is een belangrijk afwegingspunt bij al ons doen en laten. De afgelopen jaren zijn er op landelijke schaal veel subsidieregelingen gemaakt. Mede gelet op de huidige conjunctuur en de enorme run op deze regelingen ligt het voor de hand dat deze financiële injectiebronnen op korte termijn zijn opgedroogd. Op de schaal van Buren wordt op dit moment een bescheiden budget (€ 25.000) ingezet om een aantal kleine (praktische) projecten te starten. Wanneer deze aanpak succesvol blijkt te zijn, kan deze lijn worden doorgezet. De gemeentelijke inzet zal op het gebied van duurzaamheid vooral zijn gericht op het informeren, stimuleren en faciliteren van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden. Het college ziet het als een uitdaging om binnen de beperkte middelen initiatieven op het gebied van duurzaamheid te stimuleren. Regionale uitvoeringsdienst (RUD) Vanuit de landelijke afspraken wordt gewerkt aan de vorming van regionale uitvoeringsdiensten voor vergunningverlening en handhaving. Vooralsnog zal eerst milieu naar een regionale uitvoeringsdienst
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
7
gaan. Vanuit deregulering pleiten wij er voor alle Wabo taken te laten uitvoeren door de RUD, mits deze samenwerking ons efficiency voordelen oplevert. Basis voor de vorming van RUD’s is dat gemeenten een deel van hun takenpakket bij deze regionale dienst onderbrengen. De inzet is om de RUD’s begin 2012 van start te laten gaan. De gemeente Buren participeert actief bij de totstandkoming hiervan. Het college ziet samenwerking als noodzaak voor verdere professionalisering en versterking van de kwaliteit van vergunningverlening en handhaving. Dat zal vooral behaald worden door synergievoordelen, meer efficiency en kennisdeling. Daarnaast biedt samenwerking ook goede kansen voor efficiënter werken. In de aanloop naar de vorming van de RUD zal het college de raad nog uitnodigen met haar de prioriteiten voor de komende tijd vast te leggen. De prioriteiten bepalen mede hoeveel effect de vorming van de RUD voor de gemeente zal hebben.
Programma 9
Wonen
Wonen in Buren Tot 2015 worden 1300 woningen bijgebouwd. De maatschappij verandert snel waardoor het moeilijk wordt om ver vooruit te kijken. Bestemmingsplannen moeten de nodige flexibiliteit bezitten om snel op ontwikkelingen in de markt te kunnen inspelen. Kortom, vraaggericht bouwen, waartoe wij onze huidige woonvisie zo snel mogelijk aan gaan passen. De woonvisie zal energiezuinig bouwen stimuleren door niet meer te focussen op maximale verkoopprijs maar op woonlasten. Zuinig energiegebruik wordt beloond. Daarnaast zal het College bouwplannen voorrang verschaffen die in de toekomst eenvoudig te veranderen zijn op de dan heersende woningbehoefte. (levensloopbestendig en duurzaam) Particulier opdrachtgeverschap stimuleren wij waarbij de gemeente faciliteert door inzet van kennis. De kosten daarvan brengen wij ten laste van de initiatiefnemers. Voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en zorg willen wij binnen onze gemeente zoveel mogelijk clusteren in de vier grotere kernen. Daarbuiten stimuleren wij het ontwikkelen van zorg/woonplannen die zelfstandig geëxploiteerd kunnen worden en de clusters niet beconcurreren. Het ontwikkelen van nieuwbouw- en herstructureringsplannen kost te veel tijd. De niet declarabele kosten rijzen de pan uit. Het is noodzakelijk om meer sturend te gaan werken, rekeninghoudend met de belangen van de omgeving zoals die wettelijk is geregeld. Het College wil zich hieraan houden. Bij ieder plan zullen wij afwegen of het wettelijk kader voldoende is of dat meer inspraak gewenst is. Interne processen worden per afdeling en tussen afdelingen onderling, in het kader van de bezuinigingsoperatie, opnieuw tegen het licht gehouden. Uitgangspunt is constructieve samenwerking, klantvriendelijk, oplossingsgericht, afspraken nakomen. Wabo – Wet administratieve bepalingen omgevingsdiensten De wet Wabo wordt medio 2010 ingevoerd. Bij het inrichten en implementeren in de organisatie zullen wij alleen de wettelijke taken uitvoeren. Verschillende bouwactiviteiten worden vergunningsvrij. De beoordeling en verantwoordelijkheid komt exclusief bij het bevoegd gezag te liggen. In de meeste gevallen is dat de gemeente. Het College draagt zorg voor het aanstellen van een vergunningcoördinator die de aanvrager na invoering van de wet Wabo met alle vragen en informatie over de voortgang van het vergunningentraject bijstaat. Deze vaste contactpersoon zorgt ervoor dat achter de schermen alles op tijd verloopt inclusief integrale bijdragen – vaak binnen de gemeente, maar in veel situaties ook van andere instanties.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
8
Vergunningenbeleidsplan en Handhavingbeleidsplan De ontwikkelde systematiek voor vergunningen en handhaving biedt ruimte om te sturen op prioriteiten. Ook de intensiteit is variabel te kiezen. Dit moet leiden tot minder ergernis en een klantvriendelijker aanpak. Het College wil hierin sturend kunnen optreden. De afdeling V en H zal binnen twee jaar deels opgaan in het RUD en deels ondergebracht worden bij een andere afdeling binnen de organisatie. Daarmee vervalt de functie van afdelingshoofd. Certificering van adviseurs Deeladviezen en onderzoeken worden in de toekomst niet meer getoetst door de gemeente indien de ingediende gegevens van de aanvrager voldoen aan vooraf verstrekte kwaliteitseisen. Deze eisen hebben o.a. betrekking op het kennisniveau van de betreffende adviseur of onderzoeker. Welstandscommissie Met de Wabo komt er meer ruimte voor vergunningsvrij bouwen. Daarbij is wel de randvoorwaarde gesteld dat bestemmingsplannen voldoende actueel moeten zijn. Met de komst van de Wabo zal de Welstandsnota geactualiseerd worden. Wij willen welstandsvrije gebieden aanwijzen. Voor de stad Buren en de beschermde stads- en dorpsgezichten zullen wij nog met een Welstandscommissie blijven werken. Daarnaast zullen er zones aangewezen worden waar de adviesrol van de Welstandscommissie lichter weegt en het College bij verschil in zienswijze beslist. Monumentencommissie Met de Wabo komt er meer ruimte voor vergunningsvrij bouwen. Bovendien zal de advisering over monumenten – op enige termijn – bij de gemeente als enige bevoegd gezag blijven liggen. Naast de randvoorwaarde van voldoende actuele bestemmingsplannen moet het gemeentelijk monumentenbeleid goed op orde zijn. Met de komst van de Wabo gaan we dit actualiseren. We gaan de monumentencommissie qua opzet en taak vereenvoudigen. De advisering wordt anders georganiseerd met een kleinere commissie.
Programma 10
Bedrijfsvoering
De afgelopen jaren is de bedrijfsvoering verbeterd tot een goed niveau van beheersing. Verdere verbeteringen voeren wij daarom nu heel gericht door. Daarbij maken wij telkens de afweging of noodzaak, effect en kosten van de investeringen in verhouding zijn. De komende jaren zetten we in op kwaliteit door aan te sluiten op trends als verzakelijking, efficiënter en doelgerichter werken. Concreet gaat het dan om: • Prestatiegerichtheid en concrete doelen stellen • Prestatie indicatoren voor dienstverlening (kwaliteitshandvesten) • Begrijpelijke taal • Juridische kwaliteitszorg • Financieel beheer Door nadrukkelijker een beroep te doen op burgers, dorpsgemeenschappen, instellingen en bedrijven kan de rol van de gemeente worden verkleind. Wij zullen de organisatie daarop aanpassen. Over vier jaar kent Buren een front office voor integrale dienstverlening, een beleidsteam voor integrale advisering van college en raad, een regie- en uitvoeringsteam voor contractsturing en uitvoeringscontrole. Voor de overige uitvoeringstaken streven wij efficiencywinst na door samenwerking, uitbesteding en inbesteding. Voor de aansturing door het MT van de organisatie zijn op termijn minder mensen nodig. De medewerkers Wij zien veel veranderingen in de dienstverlening, processen en de organisatie. Het gaat dan niet alleen om de ontwikkeling van dienstverlening. Het gaat ook om nieuwe taken die bij gemeenten worden neergelegd en tegelijkertijd het afstoten van bestaande taken. Dat betekent dat medewerkers de komende jaren hun werk anders doen, ander werk doen of ergens anders gaan werken. Daar is een flexibele organisatie voor nodig met een zakelijke manier van omgaan met medewerkers: duidelijke resultaatverwachtingen en sturen op prestaties. Het vereist van
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
9
medewerkers andere vaardigheden omdat de taken en vraagstukken binnen de overheid complexer worden. Dit vraagt om hoger opgeleide medewerkers. Medewerkers zijn de sleutel tot succes. Zowel in het directe contact met burgers, bedrijven en instellingen, als op de achtergrond door het doelmatig en klantgericht inrichten van processen. Dat vraagt om medewerkers die in begrijpelijke woorden praten en schrijven. Wij zullen investeren in onze medewerkers door scholing, opleiding en loopbaanoriëntatie. Ook omdat we de komende jaren te maken krijgen met vergrijzing en langer doorwerken. Samenwerking Er is een breed scala aan ontwikkelingen rond samenwerking, zeker in regioverband. Samenwerking is voor ons echter geen doel op zich. Het moet meerwaarde hebben in dienstverlening, processen of financieel. Wij steken in op samenwerking en laten ons daarbij leiden door de meerwaarde. Initiatieven waar wij concreet nu al op in zetten zijn onder andere: • Regionale ICT-samenwerking • Samenwerking Brandweer • Samenwerking Regionale Uitvoeringsdiensten Overige mogelijkheden gaan wij verkennen. Met Lingewaal en Neder-Betuwe is een succesvolle ICT-samenwerking tot stand gekomen. Op basis hiervan zoeken we naar een uitbouw in verdere samenwerking. Met Neder-Betuwe hebben we de voorkeur uitgesproken om als eerste met elkaar te zoeken naar verdere ambtelijke samenwerking bij uitvoeringstaken. Financiën Voor de financiering van nieuwe beleidswensen hanteren we voor zover mogelijk het ‘nieuw voor oudprincipe’, waardoor voor nieuw beleid begrotingsruimte kan worden gevonden. Als bij de begroting en kadernota vrije bestedingsruimte is, komen wij met voorstellen voor de invulling van de vrije ruimte, zonder dat daarvoor verplichtingen zijn aangegaan. Daarmee blijft het voor de raad mogelijk zijn eigen afwegingen te maken Om het huidige voorzieningenniveau op peil te houden, verhogen we voor zover dit is toegestaan de onderscheiden lokale heffingen en belastingen met minimaal het inflatiepercentage. Gemeentehuis We onderzoeken het aantal noodzakelijke werkplekken voor onze eigen organisatie in het gemeentehuis. Daarbij zoeken we naar mogelijkheden om structureel ruimte te bieden aan werkplekken voor eerdergenoemde intergemeentelijke samenwerking(en). De daaraan verbonden huisvestingskosten berekenen we binnen de nieuwe samenwerkingsvormen door. Daarnaast worden alle mogelijkheden voor incidentele verhuur van vergaderruimten en de daarbij behorende faciliteiten aan derden benut.
Collegeprogramma 2010-2014, mei 2010, gemeente Buren
10