OPDRACHTENFORMULIER PAS OP Lucht- en lichtgevaar ZAAL 2 Op de grote vitrines in het midden van de zaal liggen rode lappen. Je mag ze optillen en de bijzondere boeken bekijken. 1. Waarom liggen die lappen op het glas van de vitrines? O om het spannend te maken O omdat rood zo mooi bij de omgeving kleurt O om het papier in de boeken tegen licht te beschermen O om de boeken tegen omkrullen te beschermen In de ronde vitrine in de hoek staan apothekerspotten. In de potten met een tuit werden vloeistoffen bewaard, zoals stroop en honing en in de ronde potten bijvoorbeeld gedroogde kruiden of specerijen. Een flink aantal is door het gebruik beschadigd. 2. Waar zitten de meeste beschadigingen? O aan de tuit O aan het handvat O aan de randen O in het midden ZAAL 3
Hoe worden in zaal 2 de voorwerpen beschermd? Kijk eerst goed rond, van plafond tot de vloer. Vul dan in. Meerdere antwoorden zijn goed. O O O O O ZAAL 4
door camera’s O op door een bewaker in lijsten in een vitrine aan een ketting leggen
afstand, op een verhoging, zetten O achter glas O vastbinden O in een kast O achter een reling
1. Wat is de temperatuur in zaal 4? De gemeten temperatuur is: …………. C 2. Wat is de luchtvochtigheid in zaal 4? De gemeten luchtvochtigheid is: ……… % 3. Hoe wordt de luchtvochtigheid geregeld? O O O O ZAAL 5
ramen staan open er staan emmers met water er staan luchtbevochtigers er is een afzuig-installatie
Op zaal 5 zie je wandvitrines die verduisterd zijn met gekleurd glas. Druk op de knop op de grond.
1. Wat staat er in de vitrines dat beschermd moet worden? ……………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………. 2. Tegen wat moet het beschermd worden? ……………………………………………………………………………. Als je naar de onderkant van de vitrines bij de ramen en aan de wand kijkt, zie je snoeren lopen. Een snoer is voor (de elektra) het licht. 3. Waar is het andere snoer voor? O O O O
zuurstof waterleiding alarm zenderontvangst
Naar zaal 17 kom je door in zaal 6 de trap af te gaan. Je komt dan in zaal 18. Loop terug naar zal 16. ZAAL 17 Voor het maken van de apparaten op zaal 17 zijn verschillende materialen toegepast. Dat is logisch want voor iets dat heel sterk moet zijn neem je bijvoorbeeld metaal, maar om op te zitten is stof natuurlijk veel aangenamer.
1. Uit welke materialen bestaat het toestel om de borstkas te verwijden van Gustav Zander? Aankruisen welke materialen je herkent: O metaal
O ivoor
O hout O stof O been
O leer O plastic O verf
2. Hoe stevig ze er ook uit zien, mensen mogen deze voorwerpen toch niet aanraken. Wat is het meest kwetsbaar aan de Zander voorwerpen? O O O O
het leer het (giet)ijzer de bekleding (stof) de schroeven
In de muren van elk gebouw zit vocht. Soms is het zo veel dat je het kunt zien. Op de muren zitten dan witte of zwarte plekken of de verf op de muur bladdert er vanaf. Het gebouw van Museum Boerhaave is heel erg oud, wel 400 jaar!
Ondanks dat het heel goed wordt onderhouden zie je vochtplekken. Waar vind je die in deze zaal? Vochtplekken zie je ………………………………………………………………………..
ZAAL 18
1. Loop door naar de meest rechtse vitrine vanaf de ingang in zaal 18 In de vitrine helemaal rechts zie je bovenin een hele serie kunstig nagemaakte mensenogen. Van welk materiaal zijn die ogen gemaakt? De ogen zijn van ……………………………….. gemaakt. 2. Waarom zijn ze niet van ijzer gemaakt?
Ze zijn niet van ijzer gemaakt omdat: ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… 3. Aan het plafond zitten allerlei doosjes en contactpunten om bijvoorbeeld elektra en licht te regelen. Er zijn ook dozen om brand te melden. Dat kan op twee manieren. Als er rook door de gaatjes in de doos komt gaat er een alarm af. Of als de lucht ineens erg warm wordt omdat de temperatuur plotseling heel snel omhoog gaat, wordt er alarm gemaakt. Welke twee melders in deze zaal zijn de brandmelders?
1.
3
5
2
4
6
Nummer …... en nummer ……. zijn brandmelders. 4. Waarom is dat zo?
Omdat:
………………………………………………………………………………………………… ZAAL 19 In deze zaal staan modellen van papier maché. Vertaald uit het Frans betekent dat ‘gekauwd papier’. Ze zijn met papier en lijm gevormd en daarna geschilderd. Toch is niet alles aan de modellen van geschilderd papier. Soms is er ander materiaal gebruikt.
Noem twee soorten ander materiaal. 1. …………………………………………… 2. …………………………………………… ZAAL 20
1. Meet de lichtsterkte in zaal 20? De meter geeft als lichtsterkte aan: ………………………………….
2. Hoe wordt het licht tegengehouden of juist versterkt in deze zaal? Versterkt door: ……………………………………………. Tegengehouden door:
……………………………………………
Kijk nu naar de vraag bij de foyer (koffieruimte)
ZAAL 21
1. Hoe wordt in zaal 21 de bezoeker in de gaten gehouden? Op twee manieren: 1. …………………………………………………………… 2. …………………………………………………………… 2. Op het plateau in zaal 21 staat een grote groen gekleurde magneet. Die magneet weegt veertien (14) ton. Weet jij hoeveel kilo dat is? Dat is ……………………. kilo. Een voorwerp dat zó zwaar is heeft extra ondersteuning nodig. Je kunt het niet zien, maar onder het plateau is met heipalen extra versterking aangebracht, anders zou de magneet echt door de vloer zakken! FOYER (koffieruimte) 1. Meet de lichtsterkte in de foyer (koffieruimte). Neem het apparaat uit de koffer en stel het in door …. De meter geeft als lichtsterkte in de foyer aan: …………………………………. Heb je deze meting ook al in zaal 20 gedaan? Zo niet, ga dan straks naar Zaal 20 en meet daar ook de lichtsterkte. 2. Bereken het verschil tussen zaal 20 en de foyer. lichtsterkte foyer: ….… lichtsterkte zaal 20: ……. Het verschil is: …….
Hoe komt dat verschil? Het verschil komt door: ………………………………………………................................ ……………………………………………………………………………………………………
In alle ruimten in het museum is dit bordje geplaatst. Je vindt het in alle gebouwen waar publiek loopt, meestal boven de deur. Wat betekent het? Het bordje betekent dat: ………………………………………………………………………………………………………… ENTREE
1. Wat is de temperatuur in de entree? De gemeten temperatuur is: ……………………….
C
2. Wat is de luchtvochtigheid in de entree? De gemeten luchtvochtigheid is: …………………… % 3. Hoe wordt de luchtvochtigheid geregeld? O de deuren staan open O ze sproeien met water O er staan luchtbevochtigers O er is een afzuig-installatie 4. Waarom is temperatuur en luchtvochtigheid in deze ruimte niet zo belangrijk als in de tentoonstellingszalen?
Omdat in de entree van het museum: ……………………………………………………………………