Inleiding op de boeken van de Bijbel Deel 1
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
Maarten Hertoghs
Alle schriftaanhalingen komen uit de HSV, tenzij anders aangegeven. Wat betreft de weergave van de woorden ‘Adonai’ en ‘JHWH’ het volgende: hoewel de auteur zelf een voorkeur heeft voor de dubbele ‘e’ (Heere), is vanwege de consistentie voor de schrijfwijze van de NBG-vertaling gekozen. De woorden ‘joden’ en ‘joods’ krijgen alleen een hoofdletter wanneer ze in een etnische context gebruikt worden. Titel: Inleiding op de boeken van het Oude Testament Auteur: Maarten Hertoghs © 2014 Uitgeverij Maatkamp, Zelhem Redactie: Petra Laagland Winder Omslag: HAS, Ede Productie & Distributie: CE EL ES (www.cross-link.nl) Fonds: Aan het Woord ISBN-13: 978 94 91706 19 6 Websites: http://www.uitgeverijmaatkamp.nl http://maartenhertoghs.wordpress.com Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Boeken die worden uitgegeven onder de fondsnaam ‘Aan het Woord’ bestaan uit titels van christelijke auteurs of vertalers, die hun boeken zelf uitgeven vanuit het beginsel dat de Bijbel het geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God is.
INHOUD
Voorwoord
Door prof. dr. Hendrik J. Koorevaar
Inleiding
Door Maarten Hertoghs
1. Algemene inleiding op het Oude Testament
13
2. De wet (de Pentateuch)
33
3. De historische boeken
69
4. De poëtische boeken
135
5. De profetische boeken (de grote profeten)
167
6. De profetische boeken (de kleine profeten)
205
Een algemene inleiding
Van Genesis tot Deuteronomium
Van Jozua tot Ester
Van Job tot Hooglied
Van Jesaja tot Daniël
Van Hosea tot Maleachi
Bijlagen
251
Geraadpleegde literatuur
257
Bij Uitgeverij Maatkamp verschenen ook: Wie heeft God gemaakt? ISBN: 9789063181390
Edgar Andrews € 19,90
De opname ISBN: 9789491706158
D. M. Panton € 12,50
De kroeg als Gods akker ISBN: 9789081950831
Gerard Vrooland € 15,95
De antichrist ISBN: 9789081950800
Arthur Pink € 21,50
Kom, Here Jezus ISBN: 9789086030262
Watchman Nee € 16,95
Leidraad bij Openbaring ISBN: 9789086030408
Watchman Nee € 12,00
Gods medearbeiders ISBN: 9789086030323
Watchman Nee € 16,00
Aan Hem gelijk ISBN: 9789086030392
Watchman Nee € 14,00
Geestelijk herstel ISBN: 9789086030354
Stephen Kaung € 11,00
De verovering van Kanaän ISBN: 9789491706073
Jessie Penn-Lewis € 11,50
Agapè leiderschap ISBN: 9789081950879
Peterson & Strauch € 11,50
Voorwoord Wat heeft een mens met het Oude Testament te maken? Alles. God is Schepper en de mens is naar Zijn beeld gemaakt. Daardoor is hij welkom in de schepping van God en is hij waardevol, omdat hij verantwoording van zijn leven aan de Schepper zal afleggen. Dat blijft waar, ook als iemand dat niet waar wil hebben. Daarom heeft God Abraham geroepen om in het land Kanaän, het land Israël, tot een zegen voor alle volken te zijn. In dat verlengde heeft God Israël geroepen om een priestervolk voor alle volken te zijn. Om die reden heeft Hij aan Israël Zijn wil geopenbaard - de tien woorden - en die verder uitgewerkt in Zijn wet. Wie uit de andere volken daarvan kennisneemt, zal bemerken hoe wijs die wet is en hoe nabij God is bij een volk dat met die wet wandelt. Het is mooi dat Maarten Hertoghs voor een breed publiek een Inleiding op de boeken van het Oude Testament (OT) in het Nederlands heeft geschreven. Hoe wil het OT tot mensen uit Nederland en Vlaanderen spreken? Het Nieuwe Testament (NT) is bij christenen redelijk goed bekend, maar velen zijn onzeker wat ze precies met het OT moeten doen. Psalmen en Jona zijn goed bekend, maar de rest? Bij sommigen is het OT enkel gezaghebbend als het NT dat bevestigt. Heb je het OT dan nog wel nodig? Het NT gaat heel anders met het OT om. Het toont aan dat de dingen die in het NT gebeuren, helemaal in overeenstemming met het OT zijn. Het OT - dat de nadruk legt op de wet van God en Mozes - is het uitgangspunt om de gebeurtenissen en de aanspraken in het NT te verifiëren en te rechtvaardigen. Het NT wil zich aan de hand van het OT bewijzen. Het NT is pas geldig en waar als het OT zegt dat het geldig en waar is. Met andere woorden: het NT zegt dat het OT de maatstaf en prioriteit is, en niet het NT. Telkens duiken opmerkingen op als ‘opdat vervuld wordt
wat geschreven staat in de Schrift’ of ‘de Schrift kan niet gebroken worden’. Mattheüs 1:23 en Johannes 10:35 zijn daar voorbeelden van. De Schrift van het NT is het OT. Volgens de oudtestamenticus Frank Crüsemann functioneert het OT als ‘waarheidsruimte’ van het NT. In het NT wordt de hoop van het OT bekrachtigd en opnieuw bevestigd. Als het NT zichzelf bewezen heeft door het OT, kan het OT niet opzijgeschoven worden. Anders wordt het boek, waaruit het NT zijn gezag heeft gekregen, weggedaan. Het NT zou zijn eigen gezagsbasis uitschakelen. Verwaarlozing van het OT of een negatieve houding ten aanzien van het OT levert niet alleen spanningen op met het OT, maar ook met het NT zelf. Paulus zegt tegen de christenen uit de volken dat zij geen afwijzende houding moeten hebben tegen de lijn van Gods volk in het OT: ‘Sommige takken van de edele olijf zijn weggesnoeid en takken van een wilde zijn erop geënt. U hebt als takken van de wilde olijf deel gekregen aan het sap van de edele olijf. Maar dat is nog geen reden om u boven de echte takken verheven te voelen. Als u dat wel doet, denk er dan aan: niet u draagt de wortel, maar de wortel draagt u’ (Rom. 11:17-18). De gelovigen uit de volken zijn (mede)takken en niet de wortel. Die wortel heeft te maken met de boodschap van het OT in verbinding met de joden, die door Jezus zijn einddoel bereikt. We kunnen het OT vergelijken met een romp en het NT met een hoofd. Zij vormen één lichaam. Het NT zonder een stevig OT wordt een waterhoofd. Het moet een gezond hoofd zijn dat op een gezond lichaam staat. De moderne cultuurfilosoof Francis Schaeffer wijst er met recht op dat de Bijbel niet met Christus als Verlosser, maar met God als Schepper begint. Het OT is voor velen onbekend en daarmee een nieuw boek. Het is de uitdaging bij uitstek voor het geestelijke en intellectuele leven. Het NT ziet zich niet als vervanging van het OT, maar bouwt daarop voort en voert het ten einde.
Daarom vindt het NT het onnodig die dingen (opnieuw) te behandelen die reeds in het OT hun plaats hebben. De taak was immers aan te tonen dat Jezus van Nazareth de verwachte Gezalfde (Messias) uit het OT was. Heel het OT is voorbeeld en maatstaf voor een leven in geloof en zuiverheid (1 Kor. 10:6, 11). Het is Gods eeuwige boek. De ervaring heeft aangetoond dat als een christen zich het OT eigen maakt, zijn geestelijk leven veel sterker wordt. Hij krijgt een groeiend inzicht in het hele raadsbesluit van God. Het vacuüm wordt opgevuld. Het oude verleden ligt scherp en duidelijk vóór hem, zodat hij het latere verleden in het NT en het heden beter kan plaatsen. Het verleden is als een schat vóór hem uitgestald, zodat hij eruit kan putten. Jezus sluit Zijn leer door middel van gelijkenissen en Zijn uitwisseling daarover met Zijn leerlingen in Mattheüs 13 af met de uitspraak: ‘Daarom is iedere schriftgeleerde, die een leerling van het hemelse koninkrijk geworden is, gelijk aan een huisheer, die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt’ (Matt. 13:52). Jezus’ doel was om schriftgeleerden te hebben die tegelijk leerlingen van Gods Koninkrijk zijn. Het gaat om de hele voorraad, nieuw en oud, die Jezus bij Zijn leerlingen wil zien. Die voorraad is goed voor het geestelijke leven van de leerling zelf, maar ook als hij optreedt als huisheer voor anderen. Het doel van de studie van het OT is om een gezegende oude voorraad op te bouwen. In veel gevallen in het leven kan alleen de oude voorraad helpen. Jezus zelf heeft een schitterend voorbeeld gegeven in Mattheüs 4:1-11. Hij werd drie keer verzocht door de duivel. Drie keer versloeg Hij de vijand door een letterlijk citaat uit Deuteronomium (Deut. 6:13, 16; 8:3). De Heer van het Koninkrijk overwon door het gebruik van het woord van het Oude Verbond. Tot zijn 30e jaar heeft Hij de opdracht uitgevoerd Gods woord uit het boek Deuteronomium van buiten te leren, zoals in Deuteronomium 6:6-7 en 11:19
beschreven staat. Daaraan is licht verbonden (Deut. 30:1114). Jezus citeerde dit woord uit de wet, nadat Hij de Heilige Geest bij Zijn doop had ontvangen (Matt. 3:16-17). Het woord van God in het OT behoort tot de bediening van de Heilige Geest (Ef. 6:17). Het is belangrijk om het leven van de oude geloofshelden te kennen die uit het geloof in de opdracht en de belofte van God leefden. Abraham, de man van het geloof bij uitstek, wandelde in de weg van de Heer, door recht en gerechtigheid te doen (Gen. 18:19). Hij luisterde naar God en nam Zijn dienst in acht: Zijn geboden, Zijn inzettingen en Zijn wetten (Gen. 26:5). Door geloof ontstond gehoorzaamheid; door gehoorzaamheid ontstond geloof. Daardoor gaf God hem alles (Gen. 22:15-18). In Genesis 26:5 vinden we dezelfde woordenschat over de wet als in Deuteronomium 6:1-2 en 12:1. Abraham als man van het geloof wandelde in de wet van God, nog vóór de openbaring van die wet aan het volk Israël ten tijde van Mozes. Wie als leerling van het Koninkrijk bijvoorbeeld de reinheidswet en heiligheidswet in Leviticus 11-24 gaat bestuderen, zal veel vragen krijgen. Die zullen hem aansporen om inzicht te zoeken in de heiligheid van God. Hij zal diep respect krijgen voor Gods heiligheid en onder de indruk komen van de schoonheid daarvan. Hij zal begrijpen waarom Gods volk zoveel beschermende maatregelen in acht moest nemen om met Gods heiligheid in Zijn huis om te kunnen gaan. Ook zal hij een toenemend verlangen krijgen om een heilig leven met God te leiden. In dat proces zal hij bespeuren hoe het gezag van het Koninkrijk in hem of haar toeneemt. Hij wordt als de psalmist, die zich naar Gods wet uitstrekt. Ja, hij hijgt van verlangen naar Gods geboden (Ps. 119:131). Prof. dr. Hendrik J. Koorevaar, 9 november 2013
Inleiding ‘We must allow the Word of God to confront us, to disturb our security, to undermine our complacency and to overthrow our patterns of thought and behavior.’ ‘Wij moeten het Woord van God toelaten ons te confronteren, onze zekerheid te verstoren, onze zelfgenoegzaamheid te ondermijnen en onze denk- en gedragspatronen om te gooien’ (eigen vertaling). John Stott Authentic Christianity De basis voor deze inleiding op het Oude Testament is een reeks bijbelstudies over het Oude Testament die ik in onze gemeente gehouden heb in 2006. Het is prachtig dat dit uitgegroeid is tot een boek. Voor heel deze inleiding op het Oude Testament heb ik dankbaar gebruikgemaakt van de cursussen van Prof. Dr. Koorevaar. Met zijn toestemming heb ik aan het begin van elk hoofdstuk of boek een algemene verwijzing naar zijn cursussen gegeven. Het eerste hoofdstuk is een algemene inleiding. Daar ga ik in op enkele zaken die belangrijk zijn om te weten bij het lezen van het Oude Testament. Hier komen een tijdlijn, het ontstaan van het Oude Testament, de apocriefe boeken enzovoort aan bod. In de hoofdstukken 2 tot 6 worden alle boeken van het Oude Testament besproken. Inzake opbouw van boeken of bepaalde discussies heb ik keuzes gemaakt, omdat in een korte inleiding geen volledige discussies opgenomen moeten worden. Voor volledige discussies wil ik u doorverwijzen naar andere literatuur. De keuzes die ik gemaakt heb, zijn geen absolute waarheden. Wie beweert zuiver in leer te zijn, moet nog veel leren. Ik
geloof dat de Bijbel het Woord van God is, maar beweer niet dat ik de Bijbel op elk vlak zuiver lees en interpreteer. Ik wil u graag nog twee tips bij het lezen meegeven. Zoek regelmatig afbeeldingen. Er worden plaatsen, gebouwen, bomen, enz. aangehaald die wij in onze westerse maatschappij niet echt kennen. Het zien van een afbeelding zorgt ervoor dat u dingen beter zult onthouden. Op internet vindt u een schat aan afbeeldingen. Ga maar eens op zoek bij afbeeldingen op Google (of een andere zoekmachine). Heel vaak vindt u een afbeelding niet in het Nederlands, maar wel in het Engels. Op http://www.biblica.com/bible/browsebooks 1 vindt u een lijst van bijbelboeken met de hoofdstukken. Als u daar op het gewenste hoofdstuk klikt, kunt u de Engelse vertaling van wat u zoekt in het juiste vers vinden. De tweede tip is voor mensen die willen weten hoe verzen in het Hebreeuws of Grieks staan, maar deze talen niet onder de knie hebben. Op http://www.scripture4all.org 2 kunt u gratis een ‘interlineair’ Bijbel bekijken (in pdf) of als programma downloaden en installeren. Een ‘interlineair’ Bijbel geeft woord per woord de Hebreeuwse of Griekse tekst met daaronder de vertaling in het Engels. In het programma dat gedownload kan worden, krijgt u ‘strongs’ en bijbehorende uitleg. Ik hoop dat God deze inleiding zal gebruiken om u meer kennis over en liefde voor Hem te geven. Maarten Hertoghs, 15 november 2013
1 2
Website bezocht op 11 oktober 2013. Website bezocht op 13 oktober 2013.
Hoofdstuk 1 Algemene inleiding op het Oude Testament 1. Tijdlijn (p. 14) 2. Canon (p 15) 3. Ontstaan van het Oude Testament (p. 17) 4. Apocriefen (p. 27) 5. Indeling van de Bijbel (p. 29) 6. Verbonden (p. 31) ‘Voor de schepping zou men naar waarheid hebben kunnen zeggen dat alles God was. Maar God schiep: Hij liet gebeuren dat dingen iets anders waren dan Hijzelf opdat ze, aldus onderscheiden, konden leren Hem lief te hebben en tot vereniging te komen, niet alleen maar hetzelfde te worden.’ C. S. Lewis Het probleem van het lijden Hoofdstuk 10: ‘De hemel’ Waarom moet een inleiding op de boeken van het Oude Testament beginnen met een algemene inleiding? Niemand zegt dat dat moet, maar ik heb ervoor gekozen. Het is goed eerst een beeld van bovenaf te hebben en daarna in te zoomen op de details. Vergelijk het met het bekijken van een schilderij. Het is lastig de details ervan goed te begrijpen als je niet eerst het totaalbeeld gezien hebt. Het Oude Testament is geen verzameling van losstaande boeken en hoofdstukken, maar vormt een geheel. In dit hoofdstuk wil ik dat totaalbeeld gestalte geven.
14
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
1. Tijdlijn 3 We vatten de koe stevig bij de horens met een tijdlijn. Een tijdlijn is een prima hulpmiddel om een totaalbeeld te krijgen. Bijlage 1, op p. 253 en 254, is een tijdlijn die ik zelf gemaakt heb, maar u bent natuurlijk vrij om eender welke tijdlijn te gebruiken. De tijdlijn in de bijlage is niet volledig. De eerste periode waarover de Bijbel spreekt, van Adam tot Abraham, staat er niet op. Er zijn veel verschillende ideeën over wanneer God alles maakte en over wanneer de zondvloed was. Enkele geopperde data: Schepping: - 3760 v. Chr. (volgens de Joodse jaartelling) - 4004 v. Chr. (volgens de telling van James Ussher 4) - 5654 v. Chr. (volgens een telling via de Septuaginta 5) Zondvloed: - 2204 v. Chr. (volgens de telling van Flavius Josephus 6) - 2348 v. Chr. (volgens de telling van James Ussher) - 3398 v. Chr. (volgens de telling via de Septuaginta) Welke telling is de juiste? Ik weet het niet. Misschien moeten we de schepping wel op 10.000 v. Chr. plaatsen … Ik geloof niet dat miljarden jaren geleden iets ontplofte en dat daaruit de aarde ontstond. En evenmin geloof ik dat een aap miljoenen jaren geleden op het idee kwam om mens te Geldend voor heel dit hoofdstuk: Koorevaar, H. J., Inleiding Oude Testament (BIB, Heverlee/Leuven, 2000), p. 17-103, 122. 4 Een Ierse, anglicaanse bisschop (1581-1656). De datum die hij berekende, werd enkele eeuwen als standaard genomen. 5 Een Griekse vertaling van het Oude Testament, gemaakt door 70 mensen tussen 250 en 50 v. Chr. 6 Een Joodse geschiedschrijver die leefde tussen 37 en 100 n. Chr. 3
15
Algemene inleiding op het Oude Testament
worden. Maar goed, die discussie moet hier niet gevoerd worden. We keren terug naar mijn eerder vermelde tijdlijn. We kunnen, om het onszelf gemakkelijk te maken, het Oude Testament in enkele belangrijke periodes verdelen: 1. Adam tot Abraham: God maakt een perfecte wereld die in zonde valt; de mens dwaalt steeds meer van God af. Bij de zondvloed is Noach de enige die God nog volgt. Ook in de tijd van Abraham lijkt de kennis van God heel ver weg. 2. Abraham tot Mozes: God kiest een volk, met als stamvaders Abraham, Isaäk en Jakob. Dit volk heeft de taak om God aan alle volken te verkondigen. 3. Mozes tot Jezus: het verhaal van het Joodse volk gaat voort. Het volk krijgt nu een eigen land en een eigen wet. Het heeft nog steeds de taak om God aan alle volken te verkondigen. Op een beknopte tijdlijn geplaatst: 5000
4000
3000 1
Schepping
2000
1000
2 Abraham Mozes
0 3 Jezus
2. Canon Alle boeken van het Oude Testament worden samen de canon van het Oude Testament genoemd. Canon betekent riet of richtsnoer. Dit betekent dus dat het Oude Testament, al die boeken van God, gezien wordt als een richtsnoer voor wat we geloven, denken en doen. Het Nieuwe Testament zegt het in 2 Timotheüs 3:16-17 zo:
16
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
‘Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust’ (HSV7). ‘Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig toegerust’ (NBV8).
Paulus spreekt over de Schrift en schrifttekst. Vergeet niet dat hij daarmee niet het Nieuwe Testament, maar wel het Oude Testament bedoelt. De meeste boeken van het Nieuwe Testament waren wel al geschreven toen Paulus de tweede brief aan Timotheüs schreef 9, maar het Nieuwe Testament als verzameling boeken bestond nog niet. Uit 2 Timotheüs 3:16-17 wordt duidelijk dat Paulus het Oude Testament belangrijk vond als middel om iemand te leren over God en over hoe iemand moest leven. Het was voor Paulus een canon, een richtsnoer voor het leven. De volgende verzen tonen aan dat ook Jezus het Oude Testament heel hoog achtte. Wat Mozes geschreven heeft, de eerste vijf boeken van onze Bijbel, zijn nodig voor een correct geloof in Jezus: ‘U moet niet denken dat Ik u bij de Vader zal aanklagen; Mozes, op wie u uw hoop hebt gevestigd, klaagt u aan. Als u Mozes zou geloven, zou u ook Mij geloven, hij heeft immers
7 Herziene Statenvertaling (Heerenveen, 2010). Alle in dit boek aangehaalde bijbelteksten komen uit deze vertaling, tenzij anders vermeld. 8 De Nieuwe Bijbelvertaling (Heerenveen, 2004). 9 In Inleiding op de boeken van het Nieuwe Testament vind u enkele bijlagen die een goed overzicht geven van de chronologie van het Nieuwe Testament en van Paulus’ leven.
Algemene inleiding op het Oude Testament
17
over Mij geschreven. Maar als u niet gelooft wat hij geschreven heeft, hoe zou u dan geloven wat Ik zeg?’ (Joh. 5:45-47) 10
Het Nieuwe Testament verwijst heel vaak naar het Oude Testament en gebruikt daarvoor ‘de Schrift’ of ‘de Schriften’. Enkele voorbeelden: - Mattheüs 26:54, 56 (Schriften) - Lucas 24:27 (Schriften) - Johannes 2:22; 7:42; 17:12; 20:9 (Schrift) - Handelingen 18:28 (Schriften) - Romeinen 1:2 (Schriften) - 1 Korinthiërs 15:3 (Schriften) - 2 Timotheüs 3:15 (Schriften) Ik heb bovenstaande teksten niet willekeurig gekozen. Wie de verzen gaat lezen, zal zien dat telkens verwezen wordt naar wat Jezus zei, deed of naar wat andere mensen Hem aandeden. Het Nieuwe Testament laat ons zien dat die dingen aangekondigd werden in het Oude Testament. Het is belangrijk te beseffen dat het Oude Testament een geheel vormt met het Nieuwe Testament. Als u een van de twee laat vallen, begrijpt u het andere niet meer. De canon, het richtsnoer, is heel de Bijbel. 3. Ontstaan van het Oude Testament In dit gedeelte houden we ons aan de boeken die de Hebreeuwse Bijbel heeft. Die zijn dezelfde als die in onze Bijbel. In punt vier gaan we in op andere boeken. Een heel belangrijke vraag is hoe het Oude Testament als groep boeken ontstaan is. Lag het op een mooie zomerochtend op het nachtkastje van koning David, met een 10
De Nieuwe Bijbelvertaling (Heerenveen, 2004).
18
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
begeleidend briefje: ‘Beste David, dit is het Oude Testament’? Of ging het toch anders … Bij de vraag hoe het Oude Testament ontstaan is, moeten we ons een paar deelvragen stellen: a) Wanneer zijn de verschillende boeken geschreven? b) Wie heeft uiteindelijk beslist uit welke boeken het Oude Testament mocht bestaan? Dit zijn vragen waar al enkele eeuwen over gediscussieerd wordt. Ik neem jullie mee in deze discussie, zonder jullie te laten verdrinken in details. (a) Wanneer zijn de verschillende boeken geschreven? De tijdlijn, waar ik mee begonnen ben, is grotendeels een antwoord op deze vraag. Elk boek staat daar met een datum. Toch verdient een aantal boeken wat meer uitleg. Pentateuch (Genesis tot Deuteronomium) Er is zeer veel discussie over wanneer de boeken van de Pentateuch geschreven zijn. Deze discussies worden voor een groot gedeelte bepaald door de manier waarop de wetenschappers naar de Bijbel kijken. Hieronder werk ik twee groepen uit. Deze groepen komen regelmatig terug in deze inleiding op het Oude Testament. Historisch-canonieke wetenschappers: deze wetenschappers houden vast aan het Oude Testament als het Woord van God. Zij zien in heel het Oude (en Nieuwe) Testament één God aan het werk. De God van Adam is de God van Abraham, van Mozes en van Paulus. Deze God laat Zich zien in de geschiedenis - door Zijn woord, door wonderen, door Jezus … De bijbelboeken zijn daar een weerslag van. Mensen hebben opgeschreven wat deze God allemaal gedaan
Algemene inleiding op het Oude Testament
19
heeft tijdens hun leven of wat God aan hen verteld heeft over de dingen die nog moeten komen. Volgens deze wetenschappers is de Pentateuch geschreven door Mozes. Deuteronomium 34 is een speciaal geval, waar we later nog op terugkomen (Deuteronomium, punt e). Historisch-kritische wetenschappers: deze wetenschappers geloven (misschien) wel in God, maar niet dat de boeken van het Oude Testament laten zien wie deze God werkelijk is. Voor hen zijn bijbelboeken het resultaat van eeuwenlange bewerkingen van verhalen. Zo is Daniël, volgens hen, pas laat geschreven en zijn de voorspellingen die erin staan, helemaal geen voorspellingen. U kunt het hiermee vergelijken: Ik schrijf nu een verhaal over 11 september 2001, maar ik schrijf het niet als een verslag van wat er gebeurd is. Ik schrijf het alsof het nog moet gebeuren. Ik doe alsof ik het al geschreven heb in 1999 en voorspel dat er op 11 september 2001 twee vliegtuigen zullen crashen in de WTC-torens in New York. Zo zien historisch-kritische wetenschappers bijvoorbeeld het boek Daniël. Als een boek dat later is geschreven, maar dat men voordoet als eerder geschreven. Met deze stelling wordt, mijns inziens, de Bijbel tot een leugenachtig boek gemaakt. Een naam die u bij de historisch-kritische wetenschappers moet onthouden, is Julius Wellhausen. Hij kwam in 1878 met de theorie van de bronnensplitsing. Hij paste deze toe op de Pentateuch. Wellhausen was sterk beïnvloed door de evolutiegedachte en vooral door Edward Tylor 11. Het basisidee was dat een godsdienst altijd begint bij animisme 12, want men ging ervan uit dat alle primitieve volkeren animistisch waren. Daarna wordt een godsdienst polytheïstisch (geloof in meerdere goden) en als laatste Lees hierbij: Richardson, D., De eeuwigheid in hun hart (Novapres, Hoenderloo, 2002), p. 133-142. 12 Het geloof dat alle dingen (bomen, dieren, stenen …) een ziel hebben. 11
20
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
monotheïstisch (geloof in één God). In diezelfde gedachte gaat men er ook van uit dat de godsdienst van het volk Israël zo geëvolueerd is. Er is een evolutie geweest van animisme naar polytheïsme, maar daar vinden we niets van terug in het Oude Testament. Wellhausen stelde dat er van polytheïsme nog wel sporen terug te vinden zijn, maar dat de meeste sporen eruit gehaald zijn door monotheïstische priesters. Zijn bronnensplitsing kwam hierop neer: eerst werd een aantal verhalen (bijv. het scheppingsverhaal) opgeschreven door iemand. Wellhausen gaf de auteur de naam ‘Jahwist’, omdat deze altijd ‘Jahweh’ als naam voor God gebruikte. Hij schreef in de tijd van David. Daarna kwam de Elohist, die gebruikte altijd de naam ‘Elohim’ voor God, circa 100 jaar later. Die schreef op zijn beurt weer verhalen (bijv. ook een stuk scheppingsverhaal). Iemand anders maakte van de verhalen van Jahwist en Elohist één verhaal. Wellhausen noemde dit JER. De ‘R’ staat voor ‘redactie’, dus degene die de verhalen samenvoegde. Daarna kwamen ook nog D (van Deuteronomist) die Deuteronomium schreef en P (van Priester) die de grootste delen van Leviticus, Numeri en Genesis schreef. Deze laatste was degene die, volgens Wellhausen, probeerde alle polytheïstische stukken uit de Pentateuch te halen. Hierna kwam ook weer een redacteur. Zo kwam Wellhausen tot ‘JEDPR’. Laat ons deze theorie even toepassen op het scheppingsverhaal. Ooit werd het scheppingsverhaal verzonnen door een primitief volk dat geloofde dat een boom een ziel heeft. Dit verhaal werd later opgeschreven door iemand uit datzelfde volk (Jawhist), maar die wijzigde wel een en ander, want hij geloofde in verschillende goden. Aan dat opgeschreven verhaal voegde later iemand een stuk toe (Elohist) en dat werd door nog iemand anders samengevoegd tot één verhaal (redactie). Hierna haalde iemand die geloofde in één God alle verwijzingen naar meerdere goden uit dat scheppingsverhaal weg (Priester). En
Algemene inleiding op het Oude Testament
21
als laatste heeft nog iemand dat verhaal wat bijgewerkt tot het scheppingsverhaal dat we nu kennen (redactie). Al deze aanpassingen gebeurden over een periode van 450 jaar, tussen ongeveer 850 en 400 v. Chr. Het scheppingsverhaal is dus een vaak gewijzigde mythe … De theorie van Wellhausen is vaak bijgewerkt, maar de kern ervan is tot op heden heel normaal. Lees maar eens wat de NBV in de inleiding op Genesis schrijft: ‘(…) een langdurig proces van overleveren en redigeren (…).’ 13 Dit is de theorie van Wellhausen. Het vreemde aan deze theorie is dat het al lang duidelijk is geworden dat veel primitieve volkeren nooit animisme of zelfs polytheïsme hebben aangehangen. 14 Dat haalt het vertrekpunt van de theorie van Wellhausen onderuit! Als het vertrekpunt niet klopt, zou de hele theorie verworpen moeten worden. Sta mij toe dit te vergelijken met een eenvoudig voorbeeld: een dokter heeft enkele patiënten onderzocht die ziek zijn geworden nadat ze een andere zieke begroet hadden met een kus. Hij concludeert hieruit dat je een zieke nooit mag begroeten met een kus, maar altijd een hand moet geven. Later blijkt dat juist door het geven van handen meer microben overgaan dan door het geven van een kus. De dokter heeft dus een verkeerde conclusie getrokken. Hoe gek zou het zijn als men die ene dokter zou blijven geloven en op scholen zou leren dat je zieken nooit met een kus mag begroeten! Helaas gebeurt hetzelfde met die theorie van Wellhausen. Hij baseerde zijn theorie op iets waar men ondertussen van heeft bewezen dat het fout is. Toch houdt men zijn theorie vast. In 1947 werden de Dode-Zeerollen gevonden. De Dode-Zeerollen zijn een collectie handschriften van circa 850 documenten, inclusief verschillende handschriften van de De Nieuwe Bijbelvertaling (Heerenveen, 2004). Lees hierbij: Richardson, D., De eeuwigheid in hun hart (Novapres, Hoenderloo, 2002), p. 133-142. 13 14
22
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
Tenach. 15 Deze handschriften zijn ontdekt tussen 1947 en 1956 in een elftal grotten in de buurt van Qumran, een plaats ten noorden van de Dode Zee en ongeveer 12 kilometer ten zuidwesten van Jericho. Ze dateren uit de periode van 200 v. Chr. tot ongeveer 100 n. Chr. De handschriften zijn erg belangrijk, omdat het ongeveer de enige geschreven bronnen zijn over de joodse wereld uit die tijd. De handschriften zijn vooral van groot belang voor het onderzoek naar de oorspronkelijke tekst van het Oude Testament. De handschriften uit de 9e eeuw (de masoretische teksten) sluiten vrij nauwkeurig aan bij de handschriften die in Qumran zijn gevonden. Nu komt mijn punt: Wellhausen stelt dat in 450 jaar tijd de tekst zo’n vijf keer veranderd en bijgewerkt is. Dit wordt niet ondersteund door de vergelijking tussen de DodeZeerollen en de masoretische teksten. Er zit ongeveer 800 jaar tussen deze handschriften en in die 800 jaar is er niets veranderd aan de tekst. Een opvallend verschil met de vijf vermeende ingrijpende wijzigingen die tussen 850 en 400 v. Chr. doorgevoerd zouden zijn. Er kan natuurlijk aangevoerd worden dat in de eerste acht eeuwen van onze jaartelling het Oude Testament vastlag en dat het dus moeilijker was om nog zaken te veranderen, maar waarom zou men rond 600 v. Chr. wel ingrijpende tekstwijzigingen toegestaan hebben? Job Het is erg onduidelijk wanneer Job geschreven is. Er worden dieren in Job 40:10-41:25 beschreven die, als we ze zouden tekenen, verdacht veel zouden lijken op afbeeldingen van sommige dinosaurussen. Dit doet denken aan een oude schrijfdatum. Men schat dat Job ergens in de tijd van Abraham leefde of zelfs nog ervoor. Ik kom daar in het stuk over Job nog op terug. 15
Zo noemen de Joden wat wij het Oude Testament noemen.
Algemene inleiding op het Oude Testament
23
Psalmen 16 Dit is het enige boek dat duidelijk over een heel lange periode geschreven is. Er is zeker één psalm van Mozes (Ps. 90) en misschien de daaropvolgende ook. Er zijn veel psalmen van David (Ps. 3, 145 en nog veel daartussen; de kans is groot dat ook Psalm 1 en 2 van David zijn, maar dat staat er niet bij). Er zijn twee psalmen van Salomo (Ps. 72, 127). Er zijn ook psalmen van Asaf, Heman, Ethan en de Korachieten. De laatst geschreven psalmen zijn waarschijnlijk Psalm 137 (in de tijd van de Babylonische ballingschap) en Psalm 126 (na de ballingschap). Als Psalm 126 inderdaad kort na de ballingschap geschreven is, betekent het dat de psalmen zijn geschreven tussen ongeveer 1400 v. Chr. (Mozes) en ongeveer 500 v. Chr. (een tijd na de ballingschap). Iemand, we weten niet wie, heeft de psalmen bij elkaar gehaald en ze in een bepaalde volgorde gezet. Kronieken Kronieken (dat bij ons na Koningen komt) komt in de Hebreeuwse canon als laatste. Het boek (of boeken, zo u wilt) begint bij Adam (de schepping) en eindigt met het einde van de ballingschap (ongeveer 500 v. Chr.). Het is het enige boek dat zo veel van de geschiedenis beschrijft. Een aantal historisch-canonieke (als u vergeten bent wat historischcanoniek ook alweer was, moet u enkele bladzijden terugbladeren) wetenschappers zien dit boek als de afsluiting van het Oude Testament. Kronieken is eigenlijk zo’n beetje een samenvatting van alle boeken. Het is geschreven in de periode dat het volk terug in Israël was, dat er een nieuwe tempel stond en dat Jeruzalem herbouwd werd. In deze Koorevaar, H. J., Wijsheidscanon 2: Psalmen, Job, Spreuken, Prediker, Hooglied (BIB, Heverlee/Leuven, 2000), p. 119. 16
24
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
periode (rond 420 v. Chr.) leefden Ezra en Nehemia. De Joden geloven dat dit het laatst geschreven boek van het Oude Testament is. Zij worden bijgevallen door de Reformatoren (Luther en zijn vrienden). De datering van Kronieken wordt vooral de laatste 200 jaar sterk aangevallen. Historisch-kritische wetenschappers denken dat Kronieken veel later is geschreven, namelijk in de eerste eeuw v. Chr. Het is wetenschappelijk onderuitgehaald dat dit zo is, omdat bepaalde woorden en uitdrukkingen uit de Perzische tijd (6e4e eeuw v. Chr.) komen. Aan de taal van een verhaal kan gezien worden of het in deze tijd geschreven is of veel vroeger. Zelfs als een verhaal van 200 jaar geleden in onze huidige spreektaal omgezet zou worden, dan zou u nog steeds grote verschillen merken in hoe mensen, huizen, kledij, voorwerpen, sociale gebruiken, enz. beschreven worden. (b) Vorming van de oudtestamentische canon Nu we een aantal bijbelboeken en hun waarschijnlijke schrijfdatum hebben bekeken, kunnen we de vraag stellen wie er beslist heeft welk boek in het Oude Testament mocht. Er zijn vier ideeën over wanneer de boeken bijeengebracht zijn: 420 v. Chr., 160 v. Chr., 100 v. Chr., 90 n. Chr. De eerste datum is in mijn ogen de meest logische en eigenlijk ook meest bijbelgetrouwe. Dit is de tijd waarin de Kronieken werden geschreven en alle boeken klaar waren. Ezra en Nehemia leefden in deze periode. We vinden een verwijzing naar Nehemia en aanwijzingen voor deze datum in 2 Makkabeeën. 17 Zie 2 Makkabeeën 2:13: 18 ‘Ook in de geschriften en in de gedenkschriften volgens Nehemia De boeken van de Makkabeeën worden in punt 4 (apocriefen) verder besproken. 18 Oussoren, P. & Dekker, R., Buiten de vesting (Uitgeverij Skandalon, Vught, 2009), p. 142. 17
Algemene inleiding op het Oude Testament
25
worden deze dingen verhaald, en hoe hij, als hij een bibliotheek aanlegt, de boekrollen over de koningen en profeten verzamelt, alles van David, en brieven van koningen over wijngeschenken.’ En ook 2 Makkabeeën 2:14: 19 ‘Zo heeft ook Judas alles wat door de oorlog die ons is geschied, uiteengevallen was, verzameld en is dat bij ons (…).’ Hier wordt verteld hoe Nehemia een bibliotheek aanlegde met boeken over koningen, geschriften van profeten en van David en ook nog brieven van koningen. Het lijkt erop dat Nehemia de boeken van het Oude Testament bij elkaar gebracht heeft. Het is weliswaar opmerkelijk dat de wet hier niet genoemd wordt. Het lijkt vergezocht dat de wet bij de geschriften van de profeten gesteld wordt, onder het motto dat Mozes een profeet was. De tweede datum (160 v. Chr.) wordt genomen op basis van 2 Makkabeeën 2:14. Dat vers gaat over Judas 20 die ‘die boeken’ na de oorlog weer bij elkaar gebracht heeft. Dat was rond 160 v. Chr. Er is een groot probleem met deze visie, want we lezen in Makkabeeën niet dat Judas besliste welke boeken er goed waren, maar dat hij ze weer verzamelde na de oorlog. Als u het mij vraagt, herstelde hij het werk dat Nehemia gedaan had en besliste hij niet welke boeken tot het Oude Testament behoorden. De voorkeur van de historisch-kritische wetenschappers gaat uit naar ongeveer 100 v. Chr. Volgens hen werd het boek Daniël in de 2e eeuw v. Chr. geschreven. In deze eeuw mondde de oorlog van de Makkabeeën uit in een onafhankelijke Hasmonese staat. Dat lijkt een goede gelegenheid om de Tenach samen te stellen en elke groep (Tora, Profeten, Geschriften) te voorzien van een afsluitingstekst. Ibid, p. 143. Deze Judas is een Makkabeeër. De Makkabeeën voerden een vrijheidsstrijd tegen de Syriërs.
19 20
26
Inleiding op de boeken van het Oude Testament Wet Profeten Geschriften
Deuteronomium 34:10-12 Maleachi 3:22-24 Prediker 12:9-14
Het probleem met deze visie is dat geen van de genoemde afsluitingsteksten duidelijk uit een latere periode stamt dan de verzen die eraan voorafgaan. Als laatste wordt 90 n. Chr. ook als mogelijkheid gezien, omdat er toen een bijeenkomst was van belangrijke joodse leraren in Jamnia. Zij discussieerden over het behoud van enkele boeken, met name Prediker, Hooglied, Ester, Ezechiël en Spreuken. 21 Deze boeken werden door sommigen niet helemaal aanvaard. Ook in 200 n. Chr., toen de Misna werd afgesloten, is er nog over boeken gediscussieerd. Eigenlijk houdt deze discussie alleen steek als er al sprake was van een groep boeken. Een vergelijking: als ik zeg dat ik de boeken van C. S. Lewis gelezen heb, weet u dan welke boeken ik bedoel? Misschien zult u mij vragen of ik ook de nieuwste heb gelezen. Als ik daarentegen zeg dat ik de Narnia-reeks van C. S. Lewis gelezen heb, dan weet u normaal gesproken dat ik er zeven gelezen heb. Als u niet dom wilt overkomen, zult u me niet vragen of ik de nieuwste gelezen heb … Als Paulus of Jezus ergens tussen 25 en 60 n. Chr. spreekt over de Schrift(en), lijkt het wel erg logisch dat ze ervan uitgaan dat hun toehoorders weten over welke boeken ze spreken. Indien niet, dan zouden ze verduidelijken welke boeken ze juist bedoelen. Op basis hiervan meen ik te mogen zeggen dat in de tijd van Jezus en Paulus al vastlag welke boeken behoorden tot de Schrift(en). Dat sluit 90 en 200 n. Chr. uit als mogelijke data.
Dit zijn de antilegomena (anti = tegen, legein = spreken), oftewel de betwiste boeken. Raymond R. Hausoul geeft de moeilijkheden met deze boeken aan: http://issuu.com/raymond_hausoul/docs/de_vorming_van _de_canon/1 (p. 25; website bezocht op 10 oktober 2013). 21
Algemene inleiding op het Oude Testament
27
Het zal duidelijk zijn dat ik geloof dat de Schrift door Nehemia verzameld werd. De andere voorgestelde data kunnen mij niet overtuigen. 4. Apocriefen De apocriefe (letterlijk: verborgen) of deuterocanonieke (letterlijk: ‘tweederangs’ canonieke) boeken zijn een aantal boeken die niet te vinden zijn in de Hebreeuwse en protestantse bijbels, maar wel in die van de rooms-katholieke kerk. Het gaat om de volgende boeken: Tobit, Judit, Ester (Grieks), 1 Makkabeeën, 2 Makkabeeën, Wijsheid (van Salomo), Wijsheid van Jezus Sirach, Baruch, Daniël (Grieks), Gebed van Manasse. De oosters-orthodoxe kerk heeft zelfs nog meer boeken: 3 en 4 Makkabeeën, Psalmen van Salomo, Bel en de Draak … Het is niet duidelijk hoe deze boeken in de christelijke bundels terecht gekomen zijn. De protestanten in de 16e eeuw hadden een lijst bezwaren tegen de apocriefe boeken. Op basis daarvan hebben ze besloten deze boeken uit de Bijbel te halen. Zedelijke bezwaren Judit: in dit boek gebruikt Judit lichamelijke verleiding om haar doel te bereiken (Judit 10:4; 12:10-20). Dit is geen bijbelse houding. Zij bedient zich ook van leugens om haar doel te bereiken. Leerstellige bezwaren Aanvullingen op Ester: Ester doet aan zelfpijniging (Aanvulling D, vers 10). Dit gaat in tegen 1 Koningen 18:2829 (Baälpriesters) en Kolossenzen 2:23 (zelfbedachte godsdienst).
28
Inleiding op de boeken van het Oude Testament
2 Makkabeeën: in dit boek wordt gebeden voor de doden (2 Mak. 12:42, 44-45). Dit gaat in tegen Lucas 16 en Hebreeën 9:27. Het gaat zelfs in tegen een ander apocrief boek (Wijsheid van Jezus Sirach 38:21). Wijsheid van Jezus Sirach: hier wordt gezegd dat goede werken een verzoeningseffect hebben (Sirach 3:3). Dit gaat in tegen Spreuken 10:12, Jakobus 5:20 en 1 Petrus 4:8. Geschiedkundige bezwaren Judit: Nebukadnessar regeert in Ninevé als koning van Assur (Judit 1:1). Historisch gezien klopt dit niet, want hij regeerde over Babel, een tijd nadat Ninevé verwoest was. Judit: de Israëlieten keren terug naar Jeruzalem in de tijd van Nebukadnessar (Judit 4:1-10). Zij keerden zo’n 60 jaar na zijn regering pas terug. Bezwaren vanwege een bedrieglijke titel Wijsheid (van Salomo): in dit boek (vooral in Wijsheid 7-9) wordt ons voorgehouden dat Salomo het boek schreef. Dit boek werd in 100 v. Chr. geschreven. Salomo leefde in de 10e eeuw v. Chr. Het lijkt mij vrij lastig 9 eeuwen na je dood een boek te schrijven. Bezwaren vanwege een melding van canonieke boeken 2 Makkabeeën: Nehemia heeft een bibliotheek aangelegd in zijn tijd en diezelfde boeken werden in de tijd van de auteur weer bijeengebracht (2 Mak. 2:13-14). De auteur laat daarmee zelf zien dat zijn boek niet behoort tot de boeken die Nehemia bijeenbracht. Als we ervan uitgaan dat Nehemia het Oude Testament afsloot, hoort 2 Makkabeeën in ieder geval niet tot de canonieke boeken!
Algemene inleiding op het Oude Testament
29
Deze bezwaren doen niet af aan de waarde van de apocriefe boeken. Het zijn boeken die geloofsverdiepend kunnen zijn. De boeken van C. S. Lewis of Watchman Nee kunnen ook geloofsverdiepend werken, maar horen daarom nog niet bij de canon. Dat is niet anders met de apocriefen. 5. Indeling van de Bijbel De boeken van ons Oude Testament zijn dezelfde als die van de Hebreeuwse Tenach. Het woord ‘Tenach’ is een verwijzing naar de indeling van de boeken. Eerst komt de wet of Tora (T), dan de profeten of Nebiim (N) en als laatste de geschriften of Chetoebim (CH). Zoals uit het schema duidelijk wordt, verschilt de indeling van de Tenach significant van onze indeling. Het is een vreemde erfenis uit de geschiedenis. De protestantse bijbelmakers hebben de boeken van de Tenach genomen, maar de indeling van de Septuaginta. Er is geen echt goede verklaring meer te vinden voor deze combinatie. De ‘Rollen’ (onderdeel van de Chetoebim) lijken misschien willekeurig gegroepeerd te zijn. De bindende factor is dat ze op feestdagen helemaal voorgelezen werden. - Ruth: wekenfeest (Sjawoe’ot) - Hooglied: paasfeest (Pesach) - Prediker: Loofhuttenfeest (Soekot) - Klaagliederen: negende van de elfde (Tisha B’Av) 22 - Ester: lotenfeest (Poerim)
De negende dag van de elfde maand (Tisha B’Av) is een tragische dag voor de Joden. Zowel de eerste als de tweede tempel werd op deze dag verwoest. Deze dag wordt elk jaar herdacht. 22
30
Inleiding op de boeken van het Oude Testament Tenach
Oude Testament
Tora - Wet 1. Genesis 2. Exodus 3. Leviticus 4. Numeri 5. Deuteronomium
Wet 1. Genesis 2. Exodus 3. Leviticus 4. Numeri 5. Deuteronomium
Nebiim - Profeten a. Voorste profeten 6. Jozua 7. Richteren 8. Samuël 9. Koningen b. Achterste profeten 10. Jesaja 11. Jeremia 12. Ezechiël 13. Twaalfprofetenboek
Historische boeken 6. Jozua 7. Richteren 8. Ruth 9. 1 Samuël 10. 2 Samuël 11. 1 Koningen 12. 2 Koningen 13. 1 Kronieken 14. 2 Kronieken 15. Ezra 16. Nehemia 17. Ester
Chetoebim - Geschriften a. Dichterlijke boeken 14. Psalmen 15. Job 16. Spreuken b. Rollen 17. Ruth 18. Hooglied 19. Prediker 20. Klaagliederen 21. Ester c. Geschiedkundige boeken 22. Daniël 23. Ezra - Nehemia 24. Kronieken
Poëtische boeken 18. Job 19. Psalmen 20. Spreuken 21. Prediker 22. Hooglied Profeten 23. Jesaja 24. Jeremia 25. Klaagliederen 26. Ezechiël 27. Daniël 28.-39. 12 kleine profeten (Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefanja, Haggaï, Zacharia, Maleachi)
Algemene inleiding op het Oude Testament
31
6. Verbonden De Bijbel is eigenlijk het verhaal van hoe God probeert samen te leven met de mens. Dit is zeer moeilijk, omdat die mens (wij dus) steeds in de fout gaat tegenover God. In de hele Bijbel vinden we diverse verbonden tussen God en mens. Een verbond is het samengaan van twee of meer partijen, onder bepaalde voorwaarden. Het is een afspraak die de partijen aan elkaar bindt, zoals een huwelijk. De Bijbel toont ons het huwelijk als iets dat blijvend is. In de Bijbel zien we dat God dit ook probeert met de mens. Eigenlijk zou een betere naam voor Oude en Nieuwe Testament, het Oude en Nieuwe Verbond zijn. Zo moet u de Bijbel zien, als het verslag van God die op weg probeert te gaan met de mens, die Zijn liefde voor de mens duidelijk wil maken. Hieronder volgt een opsomming van de verbonden die tussen God en mensen gesloten werden: 1 2 3a 3b 4a 4b 5 6
Adam Noach Abraham ’’ Sinaï Levieten David Aankondiging nieuw verbond
Gen. 2:16-17; 3:22 Gen. 9:8-17 Gen. 15:13 Gen. 17:8, 10, 11; 18:19 Ex. 19:5-6; 24:6-8 Num. 25:12-13 2 Sam. 7:12-16 Jer. 31:31-34
Het nieuwe verbond werd in Jeremia aangekondigd en gesloten door Jezus’ sterven aan het kruis.