ONZE SAMENLEVING EVOLUEERT SNEL…. WIE NIET VOORUIT DENKT BLIJFT ACHTER…. - de (r)evolutie van onze samenleving wordt bepaald door meerdere factoren waar we als individu of bedrijf weinig vat op hebben… (mondialisering/globalisering) - bijgevolg dienen we ons bewust te worden van onze eigen situatie en moeten we ons de vraag stellen: “of we goed bezig zijn”; - als individu…. - als onderneming…. - als overheid…. - de mogelijkheden waarover we kunnen beschikken zijn enorm toegenomen - onze wijze van verplaatsen, van communiceren en dialogeren, de ICT-toepassingen binnen de ondernemingen… maar dit brengt tevens nieuwe uitdagingen met zich mee….toegenomen complexiteit vereist meer kennis en inzicht om tijdig te kunnen reageren…
die bijwerking van kennis moet op alle gebieden plaatsvinden:
• het individu/de werknemer: schoolt zich bij/om zodat de nieuwe ICTtoepassingen hun weg vinden in het private en bedrijfsleven • de moderne bedrijfsleider : wordt er zich van bewust dat meer meten…..meer weten is…. en bijgevolg een voordeel geeft op de concurrentie – de taak van de ‘boekhouder’ wijzigt…(rapportering) – Analyseren, Interpreteren en (tijdig) Reageren => adviseren • de overheid moet mee in het verhaal van de globalisering - internationale uitwisseling van gegevens (geldstromen volgen) - anti-witwaswetgeving implementeren / internat. fraudebestrijding - ‘compliance’: een persoon of organisatie werkt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving door het nakomen van normen of het zich er naar schikken => uw boekhouder wordt de “eerstelijnscontroleur”….
2
MICHEL I & het ondernemerschap
Regeerakkoord Michel I (2014 – … 2019)
lastenverlaging:
- de regering Di Rupo voorzag in een lastenverlaging van 450 miljoen euro in 2015, 2017 en 2019 deze regering zal dit uitvoeren in:
2016: 900 miljoen euro 2019: 450 miljoen euro - voor bedrijven met ploegenarbeid - voor bedrijven met lage lonen - voor verlaging van de werkgeversbijdrage RSZ (33% naar 27%)
krachtlijnen regeerakkoord Het regeerakkoord: “de regering engageert zich om ons fiscaal systeem te hervormen, te vereenvoudigen en te moderniseren met het oog op een daling van de globale fiscale en parafiscale druk, zonder de budgettaire situatie te verslechteren”
“Tax shift” in plaats van een “tax lift”
Verschuiven van belastingen op arbeid naar belastingen op andere inkomsten; indirecte belastingen en ecofiscaliteit
Begroting in evenwicht tegen 2018; Herstelregering: ¾ besparingen en ¼ nieuwe inkomsten; Bedrijfsvriendelijke en ondernemingsvriendelijke overheid
Krachtlijnen regeerakkoord – programmawet natuurlijke personen
Programmawet 19.12.2014 1) niet indexering fiscale uitgaven: bevriezing op niveau van ajr 2014 voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2018 uitgaven m.b.t. federale belastingvermindering niet verbonden aan activiteitsinkomsten;
het pensioensparen 940 EUR (950 EUR betaald in ajr. 2015)
de giften 40 EUR Vrijstelling gereglementeerd spaarboekje 1.880 EUR …
niet:
de forfaitaire beroepskosten en het belastingkrediet voor lage activiteitsinkomsten
de investeringsaftrek (art. 201 WIB92) en het belastingkrediet voor O & O
Programmawet 19.12.2014 2) anticipatieve heffing pensioensparen (art. 171,2°, e WIB92)
van toepassing op 60 jarige leeftijd bij; - pensioenspaarrekeningen - pensioenspaarverzekeringen - de anticipatieve heffing op het individueel pensioensparen wordt verlaagd van 10 naar 8% vanaf het aanslagjaar 2016 - op basis van het opgebouwd pensioenkapitaal dd. 31.12.2014
zal de komende 5 jaar telkens 1% belasting geheven worden (2015-2019)
Programmawet 19.12.2014 - bijgevolg zal het saldo van de heffing op 60 jaar nog 3% bedragen - op bedragen vanaf 2015 opgebouwd is er geen anticipatieve heffing maar dan wel heffing van 8% op 60-jarige leeftijd 3) Taxatieregime intercommunales
Intercommunales, samenwerkingsverbanden en projectverenigingen betalen voortaan vennootschapsbelasting - uitz. ziekenhuizen en waterdistributie - oude reserves zullen als ‘reeds belaste reserves’ worden beschouwd
4) De ‘slimme’ indexsprong (2%): 2,6 miljard euro
-
loonmatiging in de periode 2014 – 2015
-
verhoging van de forfaitaire aftrek van beroepskosten van werknemers
-
Een aanpassing zijn van de schalen van de bedrijfsvoorheffing vanaf 1.01.2015 (Kamercommissie Financiën, 19.11.2015, CRIV 54 COM 021,22)
- kostenbewijzers, zelfstandigen, vrije beroepers, landbouwers ,
bedrijfsleiders en meewerkende echtgenoten zijn uitgesloten
FORFAITAIRE BEROEPSKOSTEN BEZOLDIGINGEN WERKNEMERS
• Het algemeen kostenforfait waarop genieters van werknemersbezoldigingen recht hebben wordt verhoogd: een eerste keer voor de bezoldigingen toegekend of betaald vanaf 2015:
% schijven
AJ 2015
% schijven
AJ 2016
28,7%
0 – 5.710
29,35%
0 – 5.760
10%
5.710 – 11.340
10,50%
5.760 – 11.380
5%
11.340 – 18.880
8%
11.380 – 19.390
3%
> 18.880
3%
> 19.390
Maximum
3.950,00
Maximum
4.090,00
11
beslissing ministerraad 05.06.2015
5) wettelijk pensioen: verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd - naar 66 jaar in 2025 - naar 67 jaar in 2030 vervroegd pensioen
momenteel reeds verschuiving door de regering Di Rupo: vanaf leeftijd 61 jaar en loopbaan van 39 jaar
vanaf 2016: vanaf de leeftijd 62 jaar en loopbaan van 40 jaren
beslissing ministerraad 05.06.2015
ook invloed op contracten afgesloten in de tweede pijler en de SiGeDis gegevensdatabank
13
oprichting Nationaal Pensioencomité - berekening pensioen zal gebeuren op basis van de behaalde punten (in werking vanaf 2030) - het niet gemotiveerd tijdskrediet telt niet langer mee als gelijkgestelde periode alsook de loopbaanonderbreking - een jaar extra gemotiveerd tijdskrediet (totaal 48 maanden ipv de huidige 36 maanden) - instapleeftijd voor landingsbanen vanaf 1 januari 2015: 60 jaar *
afbouwen brugpensioen (werkloosheid met bedrijfstoeslag) - vanaf 2015 opgetrokken van 60 naar 62 jaar
- in de bouw (zware beroepen) of een lange loopbaan: - kan nog op 58 jaar ipv 56 jaar; vanaf 2017 wordt dit 60 jaar - bij collectief ontslag vanaf 2017 pas vanaf 60 jr ipv huidige 53 jr - recht op brugpensioen wordt vastgeklikt
oprichting Nationaal Pensioencomité 6) het aanvullend pensioen: de tweede pijler - openstellen voor overheidspersoneel - voor zelfstandigen zonder vennootschap komt er naast het VAPZ een tweede pijler met dezelfde kenmerken als voor de zelfst. bedrijfsleiders - vervroegde opname aanvullend pensioen wordt ontmoedigd door zwaarder te belasten
- de garantie dat werkgeversbijdragen 3,25 % moeten opbrengen en de eigen bijdragen 3,75% zou verdwijnen en afhangen van de evolutie van de marktrente - de uitkering via een rente i.p.v. een kapitaal wordt aangemoedigd
KRACHTLIJNEN REGEERAKKOORD – PROGRAMMAWET ONDERNEMERS
Wat doet de nieuwe regering voor ondernemers?
Liquidatiebonus: VVPR-Tertio Hervorming bijzondere aanslag geheime commissielonen Fiscaal pact en betere toegang fiscale ruling voor KMO’s Loonlasten verlaging : RSZ werkgever van 33% naar 25% Modernisering van de arbeidsmarkt: meer flexibiliteit Betalingsachterstand aanpakken Doorkijkbelasting of Kaaiman-taks Bevordering e-commerce Inperking verlaagd btw-tarief bouw ? …
Programmawet 19.12.2014
1) liquidatiereserve/VVPR-Tertio De mogelijkheid om pensioenreserve op te bouwen in de VS op voorwaarde dat de reeds belaste winsten worden gereserveerd tot op het ogenblik van de liquidatie:
enkel voor KMO-vennootschappen
art. 15 W. Venn.
- te beoordelen op einde boekjaar van aanleg liquidatiereserve - te beoordelen op geconsolideerde basis
- op basis van de boekhoudkundige winst na belastingen, jaarlijks geheel of gedeeltelijk aan te leggen
Programmawet 19.12.2014 liquidatiereserve/VVPRbis
te boeken op een afzonderlijke passiefrekening ‘liquidatiereserverekening’ en mag niet dienen tot grondslag voor enige beloning of toekenning
Invoering van een anticipatieve heffing van 10% (evt eindheffing)
vanaf het ajr 2015
niet aftrekbaar als beroepskost (art.198 WIB92) bij ontbinding van de vennootschap is de liquidatiebonus die afkomstig is uit de reserverekening vrij van RV en PB
Programmawet 19.12.2014 liquidatiereserve/VVPRbis
belasting 10% op ogenblik van reservatie belaste reserves, daarna is onbelaste uitkering enkel mogelijk bij liquidatie
indien dividenduitkering < 5 jaar vanaf reservering: bijkomende roerende voorheffing tbv 15% (samen 25%)
indien uitkering
= of > 5 jaar maar vóór de vereffening:
bijkomende roerende voorheffing tbv 5% (samen 15%)
de periode van 5 jaar vangt aan vanaf de laatste dag van het boekjaar waarin de liquidatiereserve wordt aangelegd
Programmawet 19.12.2014 liquidatiereserve/VVPRbis Vb. Vennootschap sluit af op 31.12 boekjaar 2014: liquidatiereserve aangelegd t.b.v. 50.000 boekjaar 2015: liquidatiereserve aangelegd t.b.v. 75.000
AV besluit op 20 april 2020 een dividend toe te kennen van 65.000 euro afkomstig van de liquidatiereserve dividend 50.000: 5% RV dividend 15.000: 15% RV
ONTWERP VAN PROGRAMMAWET 21.05.2015: OVERGANGSMAATREGEL LIQUIDATIERESERVE AANSLAGJAREN 2012 EN 2013: ARTIKEL 541 WIB92 - vervolg op de overgangsmaatregel van artikel 537 WIB92: was beperkt tot de belaste reserves die ten laatste op 31 maart 2013 waren goedgekeurd: in de praktijk de reserves tot en met aanslagjaar 2012. - artikel 184quaterWIB92: de liquidatiereserve wordt een afzonderlijke aanslag van 10% vanaf aanslagjaar 2015. De aanslagjaren 2013 en 2014 worden toegevoegd door toepassing van een “bijzondere” liquidatiereserve. - de bijzondere liquidatiereserve dient ten laatste te worden aangelegd op de datum van afsluiten van het boekjaar waarin de bijzondere aanslag is betaald - de bijzondere aanslag is definitief verworven voor de schatkist 22
overgangsmaatregel liquidatiereserve aanslagjaren 2012 en 2013
Ontwerp van Programmawet 21 mei 2015 Artikel 184quater en 541 WIB92 - kleine vennootschappen (art. 15 W. Venn.) de gewone en de bijzondere liquidatiereserve afzonderlijke aanslag (10%) op de liquidatiereserve heeft plaats per kohier via de aangifte liquidatiereserve aanslagjaar 2015 vennootschapsbelasting. Afsluitingen vanaf 31/12/2014 tot en met 30/12/2015 De boeking van de bijzondere liquidatiereserve heeft plaats ten laatste tegen 31/12/2015 (indien per kalenderjaar) aanslagjaar 2013 Bijzondere liquidatiereserve
De betaling van de bijzondere aanslag heeft plaats ten laatste tegen 30/11/2015 De bijzondere aanslag moet worden betaald aan het ontvangkantoor met vermelding art. 541 WIB92, aanslagjaar, een bijzondere aangifte
De boeking van de bijzondere liquidatiereserve heeft plaats ten laatste tegen 31/12/2016 (indien per kalenderjaar) aanslagjaar 2014 De betaling van de bijzondere aanslag heeft plaats ten laatste tegen 30/11/2016 De bijzondere aanslag moet worden betaald aan het ontvangkantoor met vermelding art. 541 WIB92, aanslagjaar, een bijzondere aangifte Onder voorbehoud van eventuele wijzigingen n.a.v. de stemming van de wet in het parlement.
23
Programmawet 19.12.2014 2) de aanslag geheime commissielonen: nieuwe invulling voorheen toegepast bij:
het niet naleven van de ficheverplichting (bezoldigingen, erelonen, commissies, VAA, enz..)
verdoken meerwinsten die niet terug te vinden zijn in het resultaat van de vennootschap
de in artikel 53, 24°, bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard
Programmawet 19.12.2014 aanslag geheime commissielonen: nieuwe invulling
voorrang aan belasting in hoofde van de genieter: art. 219, 6e lid WIB92: geen fiche maar de kosten of voordelen van alle aard werden door de genieter opgenomen in een tijdige en regelmatige aangifte (in België of het buitenland) art. 219, 7e lid WIB92: geen fiche en geen aangifte door de genieter maar de verkrijger werd ‘op ondubbelzinnige’ wijze kenbaar gemaakt binnen de twee jaar en zes maanden volgend op 1 januari van het desbetreffende aanslagjaar steeds voorrang om te belasten in hoofde van de genieter in de PB, en dit zowel n.a.v. spontane als van rechtzettingen n.a.v. een controle bij spontane rechtzetting: geen sanctie bij controle: sanctie via boete of belastingverhoging (bij de genieter in de PB)
tarief niet-verantwoorde kosten en voordelen: 100% (+ ACB = 103%) indien de verkrijger een nat. persoon is 50% (+ ACB = 51,5%) indien de verkrijger een rechtspersoon is niet verantwoorde kosten die aan de aanslag geheime commissielonen worden onderwerpen zijn aftrekbaar als beroepskost de verwerping van de beroepskost (zoals voorheen) is afgeschaft MAAR: onverminderd de toepassing van art. 49 WIB92 !
tarief verdoken meerwinsten verdoken meerwinsten zijn slechts aan de bijzondere aanslag onderworpen indien zij niet het gevolg zijn van een verwerping van de beroepskosten: 100% (+ ACB = 103%) indien de verdoken meerwinsten niet terug opgenomen zijn in de boekhouding 50% (+ ACB = 51,5%) indien de verdoken meerwinsten wel terug opgenomen zijn in de boekhouding 26
re-integratie mag gebeuren in een later boekjaar, zelfs als de 3-jarige aanslagtermijn is verstreken moet wel spontaan gebeuren: vennootschap mag niet in kennis zijn gesteld van specifieke administratieve onderzoeksdaden => enkel nog « een vergoedend karakter » op het vlak van de I.B.
spontane regularisatie van verdoken omzet en er is nog geen aankondiging: -
tarief bijzondere aanslag 51,5 % bijkomende vennootschapsbelasting BTW boete en NI geen boete (art. 445 WIB92) geen belastingverhoging (art. 444 WIB92) geen strafrechterlijke sanctie (art. 449 WIB92)
niet spontane regularisatie van verdoken omzet: reeds een aankondiging: -
tarief bijzondere aanslag 103 % bijkomende vennootschapsbelasting BTW boete en NI boete (art. 445 WIB92) belastingverhoging (art. 444 WIB92) strafrechterlijke sanctie (art. 449 WIB92) 27
Programmawet 19.12.2014 3) landbouwsector De steunmaatregelen aan de landbouw worden permanent landbouwers /nat. personen (PB en BNI/np)
belastingvrijstelling van de betaalde intrest/kapitaalsubsidies in het kader van de steun om IMVA en MVA aan te schaffen of tot stand te brengen voor landbouwers/vennootschappen: (VB en BNI-venn)
afzonderlijke belasting tegen 5% van de betaalde intrest /kapitaalsubsidies in het kader van de steun om IMVA en MVA aan te schaffen
belastbare grondslag mag niet in mindering worden gebracht met de aftrekken zoals bedoeld in art. 199 tot 206 WIB92 en met de verliezen van het boekjaar zelf
Regeerakkoord Michel I Horeca & flexi-jobs: - arbeidskostenvermindering voor de eerste 360 overuren ipv 180 overuren(bruto wordt netto) - Invoering flexi jobs in de horeca: voor wie al elders vier vijfde werkt is het mogelijk onbeperkt bij te klussen in de horeca (nettoloon plus 25 % werkgeversbijdragen)
- studentenarbeid wordt soepeler: 3 uur telt voor volledige dag met max 50 dagen per jaar zou 400 uur worden (8 uur/dag) ipv 50 dagen - het
aantal dagen gelegenheidsarbeid wordt uitgebreid van 100 naar 200 dagen per werkgever
Regeerakkoord Michel I tijdelijke werkloze werknemers krijgen vanaf 2015 een lagere uitkering de uitkering wordt teruggebracht van 70 % van het loon naar 65 % (idem als voor de crisis)
onbeperkt bijverdienen na pensionering
nu: minstens 65 jaar en loopbaan van 42 jaar dit wordt vanaf de wettelijke pensioenleeftijd (65 jaar) OF een loopbaan van 45 jaar
gewaarborgd loon voor zieke werknemers opgetrokken van 1 naar 2 maand (60 dagen) (uitgesteld tot 2016 op vraag werkgevers)
ONTWERP VAN PROGRAMMAWET (21 MEI 2015) Voordelen voor startende ondernemingen vanaf 1 juli 2015 1)Vrijstelling doorstorting van bedrijfsvoorheffing Bezoldigingen toegekend vanaf 1 juli 2015 Micro-ondernemingen
Kleine ondernemingen
Voorwaarden - Netto omzet
< € 700.000,00
- Balanstotaal
< € 350.000,00
-Max. aantal werknemers
10
Tussen €700.000,00 – € 7.300.000,00 Tussen € 350.000,00 – € 3.650.000,00 50
Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing
20%
10%
31
ONTWERP VAN PROGRAMMAWET 21 MEI 2015 Voordelen voor startende ondernemingen vanaf 1 juli 2015
2) Taxshelter: belastingvermindering voor kapitaalinbreng - enkel voor particulieren die nieuwe aandelen kopen van een startende KMO-onderneming (of deelneming via startersfonds) - bij oprichting of kapitaalsverhoging binnen de 4 jaar na de oprichting - een belastingvermindering in de personenbelasting voor wie aandelen van een startende onderneming koopt - vennootschappen opgericht vanaf 1.01.2013 en volstorting van de aandelen Micro-ondernemingen
Kleine ondernemingen
Voorwaarden - Netto omzet
< € 700.000,00
- Balanstotaal
< € 350.000,00 10
Tussen €700.000,00 – € 7.300.000,00 Tussen € 350.000,00 – € 3.650.000,00 50
30% van het geïnvesteerde bedrag
45% van het geïnvesteerde bedrag
- Max. aantal werknemers Belastingvermindering in de personenbelasting
32
ONTWERP VAN PROGRAMMAWET Voordelen voor startende ondernemingen vanaf 1 juli 2015 2) Taxshelter: belastingvermindering voor kapitaalinbreng - een maximale investering van 100.000 EUR per belastingplichtige; - de onderneming mag op deze wijze maximaal 250.000 EUR ophalen; - maximaal 30% van het kapitaal van de onderneming bestaat uit dergelijk kapitaal; - de aandelen minstens 4 jaar aanhouden. uitgesloten: - managementvennootschappen, patrimoniumvennootschappen, beleggings-, thesaurie- en financieringsvennootschappen - vennootschappen die met deze fondsen een kapitaalvermindering doorvoeren of een dividend uitkeren - bedrijfsleiders die aandelen kopen van de eigen vennootschap. 33
ONTWERP VAN PROGRAMMAWET Voordelen voor startende ondernemingen vanaf 1 juli 2015 3) Belastingvoordeel voor crowdfunding - toestaan van een lening via crowdfunding geeft aanleiding tot vrijstelling van roerende voorheffing op de toegekende intresten op de eerste schijf van 15.000 EUR/jaar voor een maximale periode van 4 jaar - ook voor bedrijfsleiders die een lening toestaan aan hun onderneming - voor kleine en middelgrote ondernemingen - starters die maximaal 4 jaar oud zijn
34
ONTWERP VAN PROGRAMMAWET Voordelen voor startende ondernemingen vanaf 1 juli 2015 3) belastingvoordeel voor crowdfunding Leningen toegestaan door een particulier, met tussenkomst van een crowdfundingplatform, aan: Microondernemingen
Kleine ondernemingen
Middelgrote ondernemingen
Voorwaarden - Netto omzet
< € 700.000,00
Tussen € 700.000 – € 7.300.000
Tussen € 7.300.000 – € 40.000.000
- Balanstotaal
< € 350.000,00
Tussen € 350.000 – € 3.650.000
Tussen € 3.650.000 – € 20.000.000
- Max. aantal werknemers Voordeel
10 50 50 Vrijstelling van roerende voorheffing op de verkregen intresten, beperkt tot een schijf van €15.000 per jaar voor een maximumperiode voor 4 jaar 35
ANDERE MAATREGELEN VOOR ONDERNEMINGEN
1) de Btw-vrijstelling wordt verhoogd van 15.000 EUR naar 25.000,00 EUR omzet per jaar
Het plafond waaronder de jaaromzet van een kleine onderneming moet vallen om van de vrijstelling van btw-aangifte te kunnen genieten, wordt van 15.000 euro naar 25.000 euro per jaar opgetrokken. Alle sectoren, met uitzondering van de bouw- en horecasector, kunnen voor deze vereenvoudigingsregeling kiezen. De uitbreiding gaat in vanaf 1 januari 2016. Vanzelfsprekend is de betaalde BTW ook niet aftrekbaar.
36
ANDERE MAATREGELEN VOOR ONDERNEMINGEN
2) Verhoogde investeringsaftrek voor digitale investeringen in beveiliging digitale investeringen worden aangemoedigd via een uitbreiding van de verhoogde investeringsaftrek voor investeringen die dienen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie en voor de digitale betalings- of factureringssystemen. Enkel kmo’s en microvennootschappen kunnen van deze maatregel genieten.
37
ANDERE MAATREGELEN: IN DE PIJPLIJN 3) verhoging maaltijdcheques • Max. tussenkomst werkgever per maaltijdcheque gaat van 5,91 naar 6,91 euro • Max. aftrekbaar bedrag in hoofde werkgever per maaltijdcheque gaat van 1 naar 2 euro • Vanaf 1.01.206 (ook voor de RSZ)
4) niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen • verhoging van 2.695 euro naar 2.755 euro (NG) • vanaf 1.01.2016 (ook voor de RSZ: van 3.100 naar 3.169 euro)
38
DE PB AANGIFTE – AJR 2015 • 1 belastingaangifte • vanaf ajr 2015 deels gewestelijke invulling: vak IX en vak X • de federale bevoegdheden: – de codes worden voorafgegaan door 1 of 2
• de gewestelijke bevoegdheden: – de codes worden voorafgegaan door een 3 of 4
39
welk gewest is bevoegd voor de opcentiemen? • dit wordt bepaald door de plaats (gewest) waar de belastingplichtige op 1 januari van het ajr zijn fiscale woonplaats heeft gevestigd (art.5/1 §2 BFW en nieuw art. 2 §1, 15° WIB92)) = LOCALISATIECRITERIUM
• 1.01.ajr is bijgevolg bepalend voor het hele belastbaar tijdperk • stel: – iemand verhuist op 24.12.2014 van Oostende naar Namen is op 1.01.2015 inwoner van Wallonië: • betaalt daardoor Waalse opcentiemen op zijn gereduceerde belasting staat over de inkomsten van 2014
40
VOORBEELD • Jan is een bpl. die alleen wordt belast • hij woont in Antwerpen • hij heeft volgende inkomsten in 2014 – netto-beroepsinkomen: 50.000 euro – aftrekbaar onderhoudsgeld: 3.000 euro – pensioensparen: 940 euro – gift: 100 euro – dienstencheques: 1.000 euro – ingehouden BV: 17.000 euro
• netto beroepsinkomen: - onderhoudsgeld: • netto globaal belastb. ink.
50.000 - 3.000 47.000
41
federale belasting basisbelasting op gez.bel. Inkomen: vermindering wegens bel. vrije som: hoofdsom: totaal federale belastingen
gewestbelasting
18.912,50 - 1.767,50 17.145,00 17.145,00
gereduceerde belasting Staat: 74,01 % => 12.689,02 gewestelijke opcentiemen: (74,01 x 35,117%= 25,99 %)
4.455,98
vermindering gift (45%): Vermindering pensioensparen (30%) vermindering dienstencheques (30%) federale belasting
- 300,00 4.155,98
totale belasting bedrijfsvoorheffing aanv. gem.bel. (8%) te betalen:
- 45,00 - 282,00
12.362,02 16.518,00 - 17.000,00 +1.321,44 839,44
42
welk gewest is bevoegd voor de belastingvermindering voor de eigen woning?
voorbeeld Gent 01/01/2015 Eigen woning in Aarlen
Eigen woning in Gent
woning in Aarlen verkocht, verhuisd en woning gekocht in Gent (= effectieve woonplaats) Vlaams gewest bevoegd voor woningen in Aarlen en Gent
43
WAT IS EEN “EIGEN WONING” ? woning waarvan de belastingplichtige eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of bezitter is én die hij:
1) 1)
ofwel zelf betrekt ofwel zelf niet betrekt omwille van één van volgende redenen : - beroepsredenen - sociale redenen - wettelijke of contractuele belemmeringen - stand van de (ver)bouwwerkzaamheden
44
WAT IS GEEN EIGEN WONING ? 1ste geval : beroepsmatig gebruik van de woning gedeelte van de woning dat beroepsmatig gebruikt wordt door bpl. of door één van de gezinsleden voorbeeld 80% woning privé –
20% woning beroep
Intr en kap privé gedeelte : eigen woning gewest Intr en kap beroep gedeelte : niet eigen woning federaal SSV : 80% is voor eigen woning gewest SSV : 20% is voor niet eigen woning federaal
45
voorbeeld Antwerpen 01/01/2015 woning in Antwerpen 100% beroepsmatig gebruikt woning in Antwerpen 100% beroepsmatig gebruikt
woning in Antwerpen wordt 100% eigen woning
federaal
woning in Antwerpen wordt 100% eigen woning
Vlaams Gewest
46
WAT IS GEEN EIGEN WONING ?
2de geval : woning betrokken door derden
het gedeelte van de woning dat door derden (die geen deel uitmaken van het gezin) wordt betrokken (kosteloos of tegen vergoeding) Vb. deel van de woning wordt verhuurd aan studenten
47
welk gewest is bevoegd voor de belastingvermindering voor de eigen woning? voorbeeld
Gent 01/01/2015
Eigen woning in Aarlen
Woning in Aarlen wordt verhuurd
- woning in Aarlen wordt verhuurd – verhuisd - woning gehuurd in Gent (= effectieve woonplaats) Eigen woning in Aarlen
Vlaams Gewest
Woning in Aarlen wordt verhuurd
federaal
48
WAT MET LENING EN SSV ALS STATUS EIGEN WONING WIJZIGT IN LOOP VAN HET JAAR ?
voorbeeld alleenstaande bpl. verhuurt zijn enige woning van 01/01/2014 tot en met 15/07/2014. Zelf woont hij tot dan in de woning van zijn partner. Vanaf 16/07/2014 verlaat hij zijn partner en verhuist naar zijn woning. Datum aflossing 02/01/2014 05/02/2014 10/03/2014 01/04/2014 02/05/2014 04/06/2014 08/07/2014 31/07/2014 01/09/2014 01/10/2014 02/01/2014 06/12/2014
SSV
300
Kapita al
intreste n
500 502 504 506 508 510 512 514 516 518 520 522
300 298 296 294 292 290 288 286 284 282 280 278
federale verminderingen
gewestelijke verminderingen 49
overzicht van de verschillende tijdsperiodes:
Voor 01.01.1993
vanaf 01.01.2005 tot 31.12.2013 vanaf 01.01.1993 tot 31.12.2004
vanaf 01.01.2014 tot 31.12.2014 vanaf 01.01.2015
50
Aanslagjaar 2014
FEDERALE REGELING VOOR DE ‘NIET-EIGEN’ WONING
GEWESTELIJKE REGELING VOOR DE EIGEN WONING
vanaf het aanslagjaar 2015
vanaf het aanslagjaar 2015
lening tot 31.12.2013
lening vóór 2015
- aftrek woonbonus (AEEW) - MT (min 30 %) - toepasselijk op INT, KA en LV
belastingvermindering woonbonus - MT (min 30 %) INT, KA, LV
belastingvermindering woonbonus
- Belastingvermindering BS - MT (min 30 %) - toepasselijk op KA - LV
belastingvermindering bouwsparen - MT (min 30 %)
belastingvermindering bouwsparen - MT (min 30 %)
bijkomende intrestaftrek
Belastingvermindering bijkomende intrestaftrek
Belastingvermindering bijkomende intrestaftrek
- MT (min 30 %)
- MT (min 30 %)
- MT (min 30 %)
belastingvermindering LTS - tarief van 30 %
en vanaf 01.01.2014 belastingvermindering LTS
- toepasselijk op KA - LV
- tarief van 30 % -
gewone intrestaftrek (INT) – ten belope van belastbare onroerende inkomsten
- MT (min 30 %) INT, KA, LV
(facultatief)
en vanaf 01.01.2014 gewone intrestaftrek
lening vanaf 01.01.2015 belastingvermindering woonbonus - vast tarief 45 % BHG 40 % V.G. en W.G. belastingvermindering bouwsparen – vast tarief 45 % BHG 40 % W.G. Belastingvermindering bijkomende intrestaftrek – vast tarief 45 % BHG 40 % W.G.
belastingvermindering LTS- tarief van 30 %
gewone intrestaftrek - belastingvermindering - MT (min 30 %) ten belope van belastbare onroerende inkomsten andere dan eigen woning
Belastingvermindering 40 % V.G. Wallonië en Brussel: geen belastingvoordeel meer
51
Indien optie vroegere regeling: gewone intrestaftrek – tarief van 12,5 %
VLAAMSE WOONBONUS VANAF 1.01.2015 • beperking van de bedragen per jaar per bpl.: – basisbedrag: 1.520 euro (ipv 2.280 euro) – toeslag enige woning 760 euro (10 jaar) – toeslag kinderlast 80 euro – totaal: 2.360 euro – deze bedragen worden niet geïndexeerd – belastingvoordeel tegen 40% ipv tegen marginaal tarief (min. 30%)
– => belastingvoordeel wordt niet langer bepaald door hoogte inkomen – ook van toepassing bij heropname vanaf 1.01.2015 52
PERMANENTE INDEXATIESTOP VLAAMS GEWEST vanaf aanslagjaar 2016 van alle bedragen die in aanmerking komen voor een Vlaams belastingvoordeel voor de ‘eigen’ woning (woonbonus, lange termijnsparen, bouwsparen, enz.) de bedragen worden bevroren op het niveau van aanslagjaar 2015 voor de lopende en de nieuwe leningen
in de artikelen die betrekking hebben op de ‘eigen’ woning (art. 14537 – art. 14546 WIB 92) zijn de maximumbedragen opgenomen zoals die van toepassing waren voor het aj. 2015 • Wallonië en Brussel: geen indexatiestop voorbeeld korf LTS: (NG) bedrag = 1.500 euro • federale korf = 2.260 euro • Vlaamse korf = 2.280 euro • Waalse + Brusselse korf = 2.290 euro 53
OVERZICHT: GEWESTELIJKE WOONBONUS
lening afgesloten t.e.m. 31.12.2014 lening afgesloten vanaf 1.01.2015 voor de drie gewesten
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
basisbedrag
2.280,00
1.520,00
toeslag enige woning
760,00
760,00
760,00
760,00
toeslag kinderlast
80,00
80,00
80,00
80,00
totaal
3.120,00
2.360,00
tarief
MT
40%
2.290,00 2.290,00
3.130,00 3.130,00
40% 54
45%
WANNEER IS DE HYPOTHECAIRE LENING AFGESLOTEN? de datum van de authentieke akte in aanmerking nemen wanneer de lening is aangegaan ter vervanging van een bestaande lening (herfinancieringslening); de datum van de authentieke akte van de oorspronkelijke lening is bepalend (= voortzetting) – het origineel stelsel blijft van toepassing vermits er dient gekeken naar de datum van afsluiten van de oorspronkelijke lening
herfinanciering in 2015 van lening van vóór 2015 blijft recht geven op de ‘oude’ woonbonus herfinanciering kan bij instelling gevestigd binnen EER de herfinancieringslening mag niet meer bedragen dan het nog verschuldigd saldo van de oorspronkelijke lening een wederbeleggingsvergoeding vormt geen intrest
55
WANNEER IS DE HYPOTHECAIRE LENING AFGESLOTEN? een heropname van een bestaand krediet wordt fiscaal als een nieuwe lening behandeld er is geen authentieke akte vereist is vb een heropneming in het kader van een kredietopening; de datum waarop het kredietaanbod wordt aanvaard (= nieuwe lening) => indien nieuwe lening of wederopneming vanaf 1.01.2015 dan is steeds de nieuwe regeling van toepassing)
definitieve keuze in jaar van heropname door beide partners • zie brochure Wegwijs in de Vlaamse personenbelasting voor uw vastgoed http://www.vlaanderen.be/nl/bouwen-wonen-enenergie/lenen/belastingvermindering-voor-de-enige-en-eigen-woningwoonbonus • zie tevens FAQ site FOD Financiën : http://financien.belgium.be/nl/ 56
Uw vragen en opmerkingen?
Deze presentatie werd opgemaakt in algemene termen op basis van de beschikbare informatie. De inhoud en interpretatie kan door nieuwe wetgeving, rechtspraak, … volledig wijzigen. In geen geval kunnen de auteur noch de organisator aansprakelijk gesteld worden voor mogelijke fouten die kunnen optreden ten gevolge van de interpretatie van deze informatie. Op basis van deze algemene informatie kan geen concrete situatie worden beoordeeld.