- ABO - AEC - Aedex - Aerzen - Agentschap Ondernemen - AIB Vinçotte - Air Vision - AJK alytico - Anatec - Ando Consult - Applitek - Aqua Expo - Aquavia - Arcadis Belgium NV s NV - Asset - ATC - ATE Benelux - ATH - ATM - Autoworld - Avecom - Axtron - Bartec - BASE Belgroma/Grontmij - Benticare - Besam - Besri - BEST - Best Environnement sprl - Betech londeau - Blue Planet Academy & Consulting BVBA - Bond Beter Leefmilieu - Bongaert mental Consulting NV - Bruel § Kjaer - Brutys - BTST Energy-Partner - BTW - Bückman Society Belgium - BVL Warmtepompen-Airco-Ventilatie-Solar - BVMO - BVQI - CARBON lieusanering-Universiteit Gent - Charle - Chemiphar - ChemLab - Chemviron Carbon - Ciba Metius B - Confocus - Consultes - ConTeyor - csb - CSE - D-Water - DATS 24 - dBA-Plan - De m België BVBA - Denoso - Depaepe - Desotec - Destructo - Devos-François - Deweer - Dexia naldson - Dow - Dräger - DT-Fix BVBA - DTA - Dupont Dow - Dusseldorf Messe - Eandis Vision bvba - Ecobouwer BVBA - Ecobuild - EcoFill - EcoFusion bvba - Ecolas - Ecomaster W - EHSAL-EMS - Eijkelkamp - Ekotek Stradus - Electrabel - Elventi - Mtech - EMK - Empteasy logistics - Entsorga (promot) - Enviro Consult - Enviro+ - EnviroChemie - Environmental - ERC - ERM - - Ernst & Young - ESA - Esher - Etathome - Etersol - Euro Index - Eurofins r NV (Commotie) - Faculty Club - FDB - Feryn - Filtermat - FLIR Commercial Systems - FOD eers Offset - Geldof hout - General recycling - Geolab - Geologica - Geosan - Geosan NV Groep T - Grondreiniging Limburg - Grontmij Vlaanderen - Group Vanheede - Groupe des truments - Haskoning Belgium - HDLP - Project T & T SA - Hemmis - Herbruiklijn - Hitachi - IFEST - Imbema - IMOG - Impuls BVBA - Indaver - Infrared Services BVBA - Instituut voor - Jan Van Dievel & Co bvba - Janssens Containerdienst - JET Inter - JoSi Consult Comm. V. laps - Kluwer - KPMG - Krohne Belgium NV - KU Leuven - Leuven Research & Development ec - Laborex - Landré - Lannoo - Lapere - Lavastore - LBT-BLT - Lebon & Gimbrair - Lechler M-Tech - Machiels - Mahy Frères - Marine Motors - Martin’s Hotels - Matco - Mava - MCM ulab Nl - Milieulink - Milieutechniek - Milltronics - Miplan - modulyss - MOL NV - Mourik Norit - Norsonic - Ockham (em-tech) - Oldham - Olear Benelux - OmnicomMediaGroup EFC Belgium - Péruweld - PIH - Plastic Omnium - Polem - Polimetal - Pollutec - POM Westrecia - Primaco - Profex - Prominent - Promotie Binnenvaart Vlaanderen VZW - Protect on Wallonne - Remotec - Resco Trade - Rimeco - Rittal - RUG-milieusan - S.Air - Safety Shop Omdat het magazine ecoTips twintig jaar bestaat, ngen - Seepex - Seghers BT - Seghersnodigden Services - sep - Sercolab SERTIUS - Servaco SET - SGS wij onze stakeholders uit om -hun visie te publiceren in deze- jubileum-editie. Hoe zien- zij de verdere ontwikkeling van een duurzaam netwerk. y - Soils - Solare - SolarPro bvba - Soll Cress Sorest-B NV - Spirotech Belgiëindustrieel bvba - Stabo En vooral, hoe denken zij dat we dit sneller én duurzamer kunnen bewerkstelligen. - Sustenuto - Task -Betere Tauw nv - Technum - Tema een - Testo - Tetra - Textra - The Outsider-... technologie, nieuwe toepassingen, innovatief concept,Pak een goed idee of een commercieel plan Of hebben- ze wijze raad Participatiefonds voor de dames en heren politici die straks weer COP21Economie zullen bevolken in Parijs? revi NV - Trividend - 2MPact Vlaams Voor De Sociale - TWZ Deze uitneembare katern vol ‘goede gedachten’ is het resultaat. Breda - Van Doorne Metaal - Van Gansewinkel - Van Houtum - Van Vooren - Van Welden andenbroele - Vandergoten NV - Vanheede Environment Group - VBS - VEL - Verschoore - Vinçotte - VIREG-anre - VITO - Vlamex Network vzw - VlaO - Vlérick - VMM - VMW - Voka Met dank aan alle auteurs Guido Redant - Wanson - Waste Control - Watco/Sita - Water Matters - Waterleau - Waters - Watson september 2015 & Partners Milieu-Consulting - Willems milieuadvies - Wolfsberg - WWT - Zuko - Zurich
Twintig jaar ecoTips Wie schrijft die blijft
CAYMAN BLUE
People, Planet, Profit and ... Pleasure! Als het op duurzaamheid
aankomt, hebben we met z’n allen al belangrijke stappen
gezet: producenten brengen innovatieve oplossingen,
consumenten staan er al
eens vaker bij stil of ze wel verantwoorde keuzes ma-
ken. Duurzame producten of
diensten die evenveel ‘plezier’ verschaffen maken dan ook de beste kans!
Wat als … duurzaamheid ook gewoon tof was?
Het Leuvense marktonderzoekbureau IVOX ondervroeg begin dit jaar duizend Belgen naar hun perceptie over duurzaamheid. Wat blijkt? Een vierde raakt geïrriteerd van het woord alleen al! Eén derde lijdt aan zogenaamde ‘duurzaamheidsmoeheid’. Dit klinkt niet meteen motiverend voor de vele ondernemers die inspanningen doen om verantwoorde producten of diensten aan te bieden. Geen twijfel dat duurzaam de toekomst is. Het komt er wel op aan dit op een aanstekelijke manier naar buiten te brengen. Duurzaamheid wordt blijkbaar (nog) vaak in verband gebracht met offers of toegevingen. Een wagen zonder CO2-uitstoot? Graag!
Lionel Borra en Sabine Simoens, respectievelijk COO en communicatieverantwoordelijke bij Cayman Blue. Maar niet als de batterij om de 50 km moet opladen … Een ecologisch wasproduct? Alleen als het witter dan wit wast! Terecht of niet, een duurzaam product succesvol in de markt zetten, vraagt een aangepaste aanpak en vooral een andere visie op de communicatie. MVO: mededelen > delen > activeren > participeren > inspireren
Het duurzame product moet minstens even goed zijn als de ‘onverantwoorde’ variant. Maar ook als het duurzaamheidsaspect nog niet 100% op punt staat, hoef je niet te wach-
augustus-september 2015 | 4
Duurzaamheid anno 2015
12
PLANET PEOPLE Duurzaamheid ging Maar duurzaamheid in het begin vooral gaat over veel meer over ecologie dan ‘groen’: ook de relatie met de werknemers, (zakenpartners), buurtbewoners, … moet mee in het duurzaamheidsverhaal
PROFIT Duurzaamheid en economie Bedrijven hebben ook sneller oog voor duurzaamheid als ze daar meer rendement uit halen.
PLEASURE Duurzaamheid en consumentenbelang Niemand is tegen duurzaamheid… voor zover het niet ten koste gaat van comfort en kwaliteit!
ten. Het gaat immers niet louter om ‘communiceren over duurzaamheid’, maar over ‘duurzaamheid delen’ met alle belanghebbenden. De aanstekelijkheid van duurzaamheid
Integere communicatie is belangrijker dan het doel op zich. Kan je aantonen wat er precies duurzaam is? De nodige certificaten voorleggen? Dan kan je je daarmee al onderscheiden van de concurrentie. Niemand is immers tégen duurzaamheid! Meer nog dan te focussen op de duurzame eigenschappen – People, Planet, Profit - kan je de andere voordelen in de verf zetten. De P van Pleasure zou wel eens de doorslaggevende factor kunnen zijn, zelfs voor de bewuste consument. “Onze bloemen blijven minstens een week fris en fleurig. En ja, ze zijn ook lokaal geteeld zonder pesticiden.” Duurzaam zou de norm moeten zijn. Er net niet te expliciet over communiceren komt des te sterker over. Het gaat niet meer louter om ‘communiceren over duurzaamheid’. Wie erin slaagt duurzaamheid op een aanstekelijke manier te delen, heeft pas een concurrentieel voordeel!
CO2LOGIC
Vermindering van de klimaatimpact, een prioriteit voor bedrijven Onlangs berekende de Universiteit van Stanford dat de reële kost voor de maatschappij van een ton CO2 220 US dollar
bedraagt. Als men weet dat België ongeveer 116 megaton CO2-
equivalenten per jaar uitstoot(1) , dan vertegenwoordigt de
‘sociale kost’ van de klimaatverandering in België ongeveer 5% van het BBP(2) .
Daarom is het cruciaal om te beseffen dat wij ‘met z’n allen’ de kost van klimaatveranderingen zullen dragen. ‘We zitten in hetzelfde schuitje’! Carbon Disclosure Project
Het Carbon Disclosure Project (CDP) vertegenwoordigt meer dan 822 investeerders met 92 triljoen investeringen wereldwijd. Het CDP vraagt aan alle beursgenoteerde bedrijven om hun CO2-uitstoot en acties ter vermindering daarvan publiek te maken. Ongeveer de helft van onze BEL20-bedrijven rapporteert zijn CO2-uitstoot via deze weg. Voor investeerders is dit belangrijk want CO2-uitstoot is een risico en bovendien direct gelinkt aan de fossiele brandstofafhankelijkheid. Het is geen geheim dat fossiele brandstofprijzen niet zo – en dat is een understatement – stabiel zijn en daar houden investeerders niet van. Dankzij deze transparantie op vlak van brandstofverbruik kunnen ze hun risico’s beter inschatten.
Klimaatconferentie & nationale inspanningen
In december 2015 zal de internationale klimaatconferentie in Parijs de wereldleiders opnieuw samenbrengen om tot een akkoord te komen rond een maximum temperatuurstijging van 2°C. Bij de eerdere klimaatconferenties na Kyoto kwam men nooit tot bindende afspraken. Dit is niet verwonderlijk. Post-industriële landen, industriële en/of toekomstige industriële landen kunnen immers geen CO2-verplichtingen opleggen aan industriële landen of ontwikkelingslanden met andere socio-economische prioriteiten... Wat echter wel het effect is van de jaarlijkse internationale klimaatconferenties, is de bewustmaking die ervoor zorgt dat klimaatinspanningen geen tijdelijke ‘trend’ zijn maar een globale uitdaging die we dringend moeten aanpakken. In de laatste vijf jaar kan men duidelijk observeren dat elk land zijn eigen doelstelling begint op te maken. Ook grootmachten zoals de VS & China hebben de nodige – weliswaar nog bescheiden – ambities. Deze landen accepteren dan wel geen verplichtingen opgelegd door derden, maar ze weten wel heel goed dat hun competitiviteit ervan afhangt. Supply chain & het sneeuwbaleffect
Een paar jaar geleden verplichtte Wallmart zijn grootste leveranciers om hun CO2-uitstoot te rapporteren en partner te worden in het verminderen van de CO2-uistoot. Dit is maar het topje van de ijsberg. Sommige bedrijven krijgen dergelijke vragen nu ook al van hun klanten. Het realiseren van een CO2-verminderingen in de ‘supply chain’ is een van de meest efficiënte acties. Het systeem bestaat al in Ne-
Antoine Geerinckx is mede-oprichter van CO2logic en Naturalogic. derland (de CO2-prestatieladder) en geeft gunningsvoordelen aan bedrijven die hun CO2-uitstoot kennen en acties ondernemen om deze te verminderen. Het gunningsvoordeel wordt een soort competitief voordeel waardoor aannemers er belang bij hebben om hun CO2-uitstoot aan te pakken. Besluit
In de laatste drie jaar komt de druk om klimaatverantwoordelijker te ondernemen uit alle hoeken. Die convergentie zorgt voor een momentum dat de verandering zal versnellen. Als de maatschappelijke kost begrepen wordt en dit ertoe bijdraagt dat consumenten, aankopers (B2B), overheden en investeerders allemaal in dezelfde richting kijken, dan is de kans groot dat we snel vooruitgang zullen boeken, ‘omdat we allen in hetzelfde schuitje zitten’.
(1) zonder LULUCF, met inbegrip van de uitstoot verbonden aan het verschil tussen bebossing/herbebossing en ontbossing. Bron: Nationale inventaris voor broeikasgasemissies, 2014. (2) Bron: Wereldbank, 2013.
augustus-september 2015 | 4
De hamvraag is niet of deze cijfers 100% accuraat zijn. Wel van belang is de vraag wie die kost van de klimaatverandering uiteindelijk zal betalen? Hoe men het ook bekijkt, de huidige en toekomstige generaties zullen de rekening voorgeschoteld krijgen. Dit is vandaag reeds het geval, niet via een ‘klimaatbijdrage’ of ‘CO2-tax’ maar via indirecte kosten zoals stijgende grondstofprijzen en dus duurdere voeding. Als een oogst in Oekraïne (of ergens anders) mislukt door plotse droogtes of zware onweders, dan stijgen de graanprijzen. Als zware stormen een frequent fenomeen worden, dan zorgen ze ook voor meer schade. De verzekeringsmaatschappijen zullen dit op één of andere manier doorrekenen…
13
DEC
Bodemsaneerder wordt ruimtecreëerder Op 18 september werd in de Haven van Antwerpen feest gevierd. GRC Kallo, het allereerste
grondreinigingscentrum in Vlaanderen, blies twintig kaarsjes uit. GRC werd opgericht in
1995 door DEME en de Vlaamse MilieuHolding. Het was toen een gedurfde investering, gezien de investeringsbeslissing werd genomen nog voor het bodemdecreet van kracht was.
Maar met de bodemwetgeving aan de ene kant en de technologische mogelijkheden (een
grondreinigingsfabriek) om die wetgeving waar te maken aan de andere kant, ontstond een volledig nieuwe industriële activiteit : de bodemsanering. In die twintig jaar was ik een bevoorrechte getuige van een Vlaanderen dat werk maakte van het opruimen van de vuiligheid die in het verleden her en der werd achtergelaten. Oude kankerplekken zoals de arseenfabriek in Bocholt, Carcoke te Zeebrugge, La Floridienne in Gent, werden ambtshalve opgeruimd. De petrochemie nam haar verantwoordelijkheid en kuiste haar verontreinigde sites op: Esso startte met al haar tankstations, Total pakte Amocofina in Antwerpen en de zuurteerfabriek in Ertvelde aan. En vele kmo’s werden bij overdracht verplicht hun vuile gronden schoon te maken.
augustus-september 2015 | 4
Dirk Ponnet is algemeen directeur van DEC NV.
14
We leven absoluut in een properder Vlaanderen. Ik kan met mijn zoon zowaar vissen in de Schelde en met mijn dochter flaneer ik langs een helemaal niet meer stinkende Ketelvest in Gent. Twintig jaar geleden was dit voor mij als kleine jongen ondenkbaar. Met de bodem die stukje voor stukje properder wordt, evolueert de bodemsaneerder ook mee. Logisch, want de acute noodzaak om vuile gronden te saneren, is er dikwijls niet meer. Er zijn nog duizenden hectare verontreinigde gronden in Vlaanderen. Maar de burger ziet geen brandende hoop banden meer liggen, geen druipende teerbrokken meer en penetrante PAKs-geuren ruik je nog maar zelden. Vandaag zijn er andere redenen waarom men bodem saneert. We leven niet meer met ouders, kinderen en grootouders een gans leven in dezelfde woning. Meer éénoudergezinnen en gezondere senioren zorgen ervoor dat er steeds meer nood is aan woningen. Kwalitatieve woningen, liefst met wat groen en toch op wandelafstand van bakker en slager gelegen. Bedrijven die in woongebied liggen, kunnen nauwelijks meer uitbreiden of dienen te verhuizen omdat we vinden dat ze er niet meer passen. Waardoor er nood is aan extra kmozones en industriegebieden. Ook natuur heeft een specifieke plaats gekregen in het landschap. Nooit eerder werd op zo’n grootschalige manier een gans gebied als de Prosperpolder, de Kruibeekse polder en het Zwin – al dan niet omwille van door Europa verplichte natuurcompensatie – omgeturnd tot natuurgebied.
De druk op de open ruimte wordt steeds groter. Er is plaats nodig om te wonen, te werken, te ontspannen. En dit alles op de beperkte oppervlakte die Vlaanderen ter beschikking heeft. Dàt zijn de nieuwe uitdagingen voor de bodemsaneerder. Van een aannemer in bodemsaneringswerken, groeit die uit tot een ruimte-creëerder: - samen met een projectontwikkelaar de historische, industriële site van Bekaert in Zwevegem omturnen tot het groene en gezellige woongebied Leanderhof. - de oude stortplaatsen van Arcelor Mittal in Sint-Gillis-Waas versneld opvullen om er een 18 holes golfterrein van te maken. - de Antwerpse blackpoint Petroleum-Zuid ontwikkelen tot een duurzaam bedrijventerrein voor innovatieve ondernemingen. - van een 55 meter hoge gipsberg in Zelzate een energieproducerende Zonneberg maken. Creatief omgaan met verloederde bodem. Dat is het nieuwe werkterrein van de bodemsaneerder. Bodemsanering is steeds een multidisciplinaire discipline geweest, een combinatie van chemie, bouwkunde en techniek. Als nieuwe ruimte-creëerder wordt het nog boeiender, want er komt nu ook ruimtelijke planning, prefinanciering en communicatie aan te pas. Complexer en moeilijker, maar over nog eens twintig jaar zullen we dan niet alleen een properdere bodem, maar ook een aangenamere woon-, werk- en speelomgeving hebben. Ik zie dat wel zitten, gaan golfen met mijn kleinkinderen… in een golfkarretje op zelfgeproduceerde zonne-energie…
ECOTIPS
De natuur der dingen 1/750.000 (1) . Zoeken we op internet de kortste weg tussen De
Panne en Het Zoute, dan komen we op circa 85 km (2) . De wan-
delaar die nauwgezet het vasteland volgt, doet er meer dan
het dubbele over (3) . Een en ander is ook van toepassing op het klimaatdebat.
Jawel, 2°C is een realistisch cijfer om het anthropogeen impact te kwantificeren. Maar veel hangt af van de (tijd)schaal waarop men dit bekijkt. In ‘De menselijke maat’(4) en in ‘De wetenschap van de aarde’(5) vinden we evidentie voor temperatuurvariaties van een heel andere orde: van -10°C tot +22°C. Hetzelfde geldt voor het waterpeil, dat met 12 cm zou gestegen zijn. Op 18 september blokletterde De Standaard(6) ‘Vlaanderen lijdt al onder de klimaatverandering’. De eerder geciteerde geologen(4, 5) hebben het over variaties tot... 200 meter! Waar lijdt Vlaanderen dan onder: het landschappelijk element of de mens die zich niet (snel genoeg) aanpast aan zijn evoluerende omgeving? debrie(4)eT
Guido Redant is uitgever van het magazine ‘ecoTips, trends in sustainability’.
Wat we daaruit leren? Eén vaststelling is alvast, dat de planeet Aarde flexibel genoeg is (resilient) om zijn plan te kunnen trekken. Die heeft al meer meegemaakt dan 12 cm waterstijging. Niet de planeet is bedreigd, maar wel het species ‘homo sapiens’ moet op zijn tellen passen. En dat bereikt homom sapiens niet (alleen) door de temperatuurstijging (proberen) tegen te houden. ‘Het klimaat’ is veel meer dan alleen maar ‘temperatuur’. Aan 2°C meer zullen we ons heus wel aanpassen. Of we ons ook aan 10 miljard bewoners zullen aanpassen, dàt is een ander paar mouwen. Daarbij komen de zes F-woorden in beeld: food, feed, fuel, fiber, fine chemicals and fertilizers. De industrie heeft dit al langer begrepen. Niet enkel de ‘eindige’ beschikbaarheid van energie, grondstoffen en elementen is een issue, maar vooral ook de ‘selectieve’ beschikbaarheid ervan. Met initiatieven als het Emission Trading System (ETS) werden derdewereldlanden actief betrokken. Met het Global Reporting Initiative (GRI) nemen bedrijven naast economische ook ecologische en sociale parameters mee in hun profilering. Corporate Social Responsibility (CSR) ver-
sterkt de globalisering. Verenigingen als de ‘World Business Council for Sustainable Development’ en, om het dichter bij huis te houden ‘The Shift’, ‘exChange’ en ‘Ondernemers voor Ondernemers’ zetten zwaar in op het sociaal debat. De consument daarentegen, kiest eieren voor zijn geld. Dat zou anders kunnen, mochten ‘duurzaam-gecertificeerde’ bedrijven beloond worden voor hun inspanningen. Als die ‘incentives’ dan ook nog eens de consument ten goede komen, zouden we gemakkelijker overstappen van ‘easy adapters’ naar een ‘early majority’(7). Dat dit niet gebeurt, is vooral een gevolg van het feit dat politici enkel politieke keuzes maken: in Vlaanderen, in België, in de hele wereld. Politieke keuzes zijn keuzes voor macht. In ‘macht’ staat ‘energie’ centraal. Een stelling van wijlen Prof. Dr. J. Rutgers (UGent) was: “Als we onbeperkt over energie kunnen beschikken, kunnen we onbeperkt alles oplossen. We kunnen dan zelfs goud uit de oceanen halen”. Daarom pleit ecoTips voor meer fundamenteel energie-onderzoek: het supersmart grid-concept van het Potsdam Institute for Climate Impact Research(8) is maar een klein voorbeeld. Wat met kernfusie? Of integrale valorisatie van zonne-energie? We krijgen negenduizend keer meer energie binnen - 9.000 ! - dan we nodig hebben(9) en we doen daar niets mee? Ook dit is een gevolg van ‘machtsspelletjes. Daarom roep ik alle partners, politici en stakeholders op om tijdens COP21 fundamentele keuzes te maken. Beloon de bedrijven die de globale maatschappij vooruit helpen. En stimuleer fundamenteel onderzoek waardoor de beschikbare energiebronnen onbeperkt gevaloriseerd kunnen worden. Wie daar vandaag niet voor kiest, heeft morgen misschien geen kiezers meer.
(1) Nieuwe Wereldatlas, De Procure (2) http://www.mappy.be (3) http://www.dekust.be/kustwandelroute/ontdekderoute (4) Salomon Kroonenberg, De menselijke maat, Atlas 2006, ISBN 10-90-450-1464-5 (5) Manuel Sintubin, De wetenschap van de aarde, Acco 2009, ISBN 978-90-334-7073-8 (6) De Standaard, 18 september 2015 (7) Ivan Van de Cloot, ecoTips 06(2012)16 (8) Johan Lilliestam, ecoTips 03(2009)18 (9) https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonne-energie
augustus-september 2015 | 4
De Belgische kust is 65 km lang. Althans, gemeten op schaal
15
EXCHANGE
Private sector development: de weg is lang, maar er is hoop Wat er zich de voorbije maanden steeds intensiever afspeelt, is onthutsend. Massaal veel vluchtelingen kruipen op gammele boten richting Europa. Mogelijk nog veel meer mensen vatten vanuit Syrië over land de al even barre toch aan. Italië en Griekenland zeggen nu al geruime tijd dat ze de stroom niet langer aankunnen. Hongarije tracht zijn grenzen te vrijwaren met metershoge prikkeldraad. En zelfs het almachtige Duitsland zegt niet langer “Das schaffen Wir”. Dat er op korte termijn binnen Europa iets moet gebeuren, is duidelijk. Echter, fundamentele oplossingen op lange termijn moet elders worden gezocht.
Op vlucht voor burgeroorlog en terreur
Bijzonder veel asielzoekers komen dezer dagen uit Syrië, op de vlucht voor het moordende geweld van diverse milities. Ook uit onder meer Egypte, Irak, Mali, Niger stromen vluchtelingen naar Fort Europa toe, verjaagd door oorlog, geweld of vervolging in hun thuisland. Voor Syrië, waar getrouwen van het Assad-regime, vertegenwoordigers van ISIS en de incoherente groep van rebellen nu angst en terreur zaaien, lijkt een militaire interventie nog niet meteen in de maak. Begrijpelijk: de internationale coalitie is niet eensgezind (zie de positie van Rusland) en vele landen vrezen een herhaling van het scenario in Afghanistan en Irak. Vluchten wegens economische redenen
augustus-september 2015 | 4
Heel wat vluchtelingen laten hun thuisland ook achter zich uit economische noodzaak. Kijk naar een land als Senegal. Een burgeroorlog sloeg in de Casamance (het Zuiden van het land, afgesneden van de hoofdstad door Gambia) diepe wonden. Al jaren laat Dakar de regio aan zijn lot over. De werkloosheid is er torenhoog, inwoners vinden geen manier om voor zichzelf en hun gezinsleden een toekomst te garanderen. Een boot richting Tenerife is voor hen de laatste strohalm. Voor dergelijke vluchtelingen zou een beter functionerende staat, gekoppeld aan een goed ontwikkelde private sector, een wereld van verschil kunnen maken.
16
Belang van ondernemerschap in het Zuiden
Gezonde en goed draaiende kmo’s en coöperaties zijn in heel wat ontwikkelingslanden de enige verschaffers van werkgelegenheid. Een dynamische zakensector is bijgevolg een
basisvoorwaarde voor armoedebestrijding, voor het creëren van inkomens én voor de creatie van waardig werk, ook voor vrouwen en jongeren. Die zakensector geneert ook mee de middelen om r de gezondheidszorg en het onderwijs mee vorm te geven en te financieren. Dat laatste aspect brengt ons bij een paradox: we merken in het Zuiden dikwijls veel zin voor initiatief, maar helaas ontbreekt het veel ondernemers aan de juiste managementkennis om een project te doen slagen. Private Sector Development
Het is goed dat er binnen de internationale ontwikkelingssamenwerking almaar meer consensus bestaat over het feit dat “private sector development” sterke ondersteuning verdient. Instanties zoals BRS, Incofin en het recent door onder andere Vredeseilanden opgerichte Kampani zijn belangrijk omdat zij bedrijven uit het Zuiden via microfinanciering in staat stellen om een doorstart mogelijk te maken. Behalve verse financiële middelen, hebben deze bedrijven echter ook nood aan kennis. Vaak hebben ze wel het potentieel om vooruitgang te boeken, maar ontbreekt het hen aan de middelen om expertise van buitenaf bereiken. KMO’s uit het Zuiden versterken met kennis
Vandaar dat een organisatie als Exchange vzw inzet op het versterken met kennis van kmo’s in het Zuiden. Op vraag van deze bedrijven en socio-economische organisaties stuurt deze non-profit jaarlijks meer dan tweehonderd ondernemers en professionals uit het Noorden voor een korte periode naar het Zuiden om op vrijwillige basis hun kennis delen met de ondernemers ter plaatse. Ex-
Stijn Van Bosstraeten is projectcoördinator bij Exchange vzw. change werkt daarbij vraaggestuurd: het zijn de bedrijven zelf die hun noden formuleren. Denk daarbij niet alleen aan klassieke managementvraagstukken zoals algemeen bedrijfsbeheer, financieel management en boekhouding, marketing en communicatie, export of personeelsbeheer, maar ook aan “handson” advies: nieuwe recepten voor de bakkerij of de slagerij, nieuwe technieken binnen de meubel- of kledingsector, verbeterde processen in de agro-industrie, et cetera. Van PSD naar PS4D?
Er is nog een bijzonder veel marge om het ondernemersklimaat in het Zuiden te verbeteren. Zo kunnen en moéten bedrijven ginds ook een actieve rol gaan opnemen om ontwikkeling te bevorderen. Bedrijven kunnen mee het ondernemersklimaat van een land gaan beïnvloeden, ze kunnen er voor betere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden zorgen en hebben tenslotte ook een kernrol in het creëren van een groene economie. De weg is lang. Maar er is hoop.
EY BELGIUM
Circularity, an opportunity offered by nature The consumption of the current earth population of 7,3 billion people requires 1,5 earths. The United Nations predicts
that the population will grow to 9 billion by 2050, deman-
ding three earths to answer human needs. The WWF ‘Living Planet Report 2014’ learns us that during the past forty
years, human demand has been higher than nature’s capa-
city to renew resource stocks which has led to a devastating drop of more than 50% in biodiversity (the Living Planet
Index (LPI)). The effects of this drop are diverse and are not
bound by borders or regions; it is a universal problem that threatens the survival of us all and requires a global answer, vision and action plan.
What if we would renew our resource stock from the products we produce and consume? This is what is currently known as the circular economy: instead of disposing products, re-use, re-assembly, upcycling and recycling extend the lifetime of the virgin materials we extract. To re-enforce this, divergent business models and consumption patterns are introduced which are directed towards service delivery rather than a transfer of ownership to consumers. The direct benefit to producers in marketing products that are easily repairable, maintainable and exchangeable is obvious. Furthermore, due to lower investments, consumers get more flexibility to reach out to products and services. In addition to the effect on production and consumption, a circular economy also creates new employment opportunities.
Production and consumption have created a tremendous amount of waste. Not all of this waste has been properly handled, creating serious pollution of air, earth and water with underestimated effects on health and the food supply chain. In big parts of the world open dumpsites and uncontrolled landfills are still common practice. Simultaneously, technological advancements offer possibilities to treat this waste and extract resources which can replace virgin materials in the production chain. In other words, waste is a resource for the future. Current human choices and investments predominantly take into account the expected economical return. Nevertheless, our choices also affect society and the environment. A growing number of techniques make it possible to put a value on societal and ecological effects, allowing a balanced choice. The logical path towards the future: policies and policy instruments (such as eco-taxation, Extended Producer Responsibility, et cetera) should be adapted across the earth to: 1) stimulate and put into practice the circular economy while at the same time discourage linear production and consumption;
Kurt Wellens is a Director at EY Belgium Cleantech and Sustainability Services (EY CaSS). 2) handle the negative and positive potential of waste. Ensure that all waste is properly handled, stored and treated to maximize the return in resources; 3) provide good governance, financing, monitoring and enforcement; 4) carefully assess economic opportunities ensuring investments only take place when there is a clear balance in expected economic, societal and ecological value (e.g. energy solutions). Only if we dare to take responsibility and use our human capability of finding and applying circular solutions which properly balance economic, societal and ecological effects, we might be able to re-enforce nature’s capacity to provide resource stocks up to at least a level matching the aspirations of mankind. This is not just a matter of choice, it is a bare necessity if we want to survive, as we only have one planet and nowhere else to go…
augustus-september 2015 | 4
Isn’t it about time to push for a revolution in the way we produce, consume and evaluate investments? Since the industrial revolution, our production and consumption pattern has been based upon a linear ‘take – make – dispose’ model. If the first paragraph learns us one thing, it is that this linear model has passed its validity date.
17
FEDUSTRIA
Timmeren aan een beter klimaat Het subsidiebeleid hernieuwbare energie, ingegeven door Europese doelstellingen
EU 20/20/20, legde de voorbije jaren een enorme druk op de grondstof hout. Onder het
voorwendsel van ‘duurzame energieproductie’ verdwijnen immers gigantische hoeveelheden prachtige, kostbare houtgrondstof in energiecentrales voor de productie van zogenaamde ‘groene’ energie en dit in ruil voor torenhoge subsidies. Men lijkt te vergeten dat het beleid inzake hernieuwbare energie tot stand kwam met als bedoeling CO2-emissies terug te drin-
gen. Het antwoord van de hout- en meubelsector is dan ook eenvoudig: gebruik hout! Hout
slaat immers koolstof op, zodoende gaat het gebruik van hout de klimaatverandering tegen.
De absurditeit van de biomassa-subsidiepolitiek
Ingrid Hontis is coördinator Milieu, Energie en Techniek bij Fedustria.
De voorbije jaren zag de hout- en meubelsector haar kostbare grondstof hout alsmaar sneller verdwijnen richting zwaar gesubsidieerde biomassacentrales. De gevolgen bleven niet uit: dit ongelijk speelveld leidde tot spanningen op de markt en een almaar toenemende druk op de grondstof hout, waardoor belangrijke investeringen in de hout- en meubelsector op de helling kwamen te staan. Fedustria vzw vertegenwoordigt de Belgische bedrijven uit de hout-, meubel- en textielsector. Wij pleiten voor een efficiënt gebruik van hout, waarbij de materiaalvalorisatie van biomassa beschouwd wordt als prioritair. Het gesubsidieerd verbranden van houtgrondstof, vaak in oude en allesbehalve efficiënte energiecentrales, staat haaks op dit principe van een efficiënt grondstoffengebruik en kan dan ook in geen geval als ‘duurzaam’ beschouwd worden. Stilaan stellen we vast dat de tegenstand inzake dit biomassasubsidiebeleid alsmaar groeit, zowel binnen als buiten Europa. Desalniettemin blijven gigantische biomassacentrales de kop opsteken, waarmee het voortbestaan van een ganse industriële sector zwaar gehypothekeerd wordt.
augustus-september 2015 | 4
Hout: een duurzame grondstof die bovendien de klimaatverandering tegengaat!
18
De oplossing ligt voor de hand: enerzijds zorgen dat er minder CO2 in de atmosfeer terecht komt en anderzijds CO2 uit de atmosfeer halen en opslaan. Hout is uniek in die zin dat het beide oplossingen aanreikt. Bomen halen immers CO2 uit de atmosfeer; via fotosynthese wordt koolstof opgeslagen in het hout en zuurstof vrijgegeven. Het koolstof dat de boom tijdens zijn groei opslaat, blijft vastge-
houden in de latere houten producten en dit gedurende hun volledige levensduur, ook na hergebruik en recyclage. Zo blijft een groot volume aan koolstof voor lange tijd opgeslagen. Hoe langer het hout wordt gebruik en hergebruikt, hoe langer het koolstof vasthoudt. Het gebruik van hout vormt met andere woorden een eenvoudige en doeltreffende manier om klimaatverandering tegen te gaan. Het houtafval dat niet meer in aanmerking komt voor hergebruik of recyclage, kan dienen als een koolstofneutrale brandstof in energie-efficiënte installaties. Pas bij verbranding geeft het hout de opgeslagen hoeveelheid CO2 weer vrij; intussen kregen nieuwe bomen de kans om te groeien. Bovendien stimuleert een stijgend gebruik van hout de ganse bedrijfskolom hout om nieuwe bomen aan te planten en de bossen verantwoord te beheren. Gebruik meer hout!
De koolstofcyclus van hout en houten producten loopt enkel optimaal wanneer de toepassing van hout precies in deze volgorde gerespecteerd wordt. Energetische valorisatie van hout zou bijgevolg slechts mogen worden toegelaten voor houtfracties die aan het einde van hun levenscyclus gekomen zijn en niet meer geschikt zijn voor recyclage. Dit noemt men ook wel ‘de ladder van Lansink’ of het gecascadeerd gebruik van hout. Dit cascadeprincipe vormt één van de bouwstenen van zowel het Vlaamse Materialenbeleid als van het Europese afvalbeleid. De hout- en meubelindustrie dringt erop aan dat deze principes ten alle tijden gerespecteerd worden. Door tegelijkertijd in te zetten op een verhoogd gebruik van hout, timmert men aan een beter klimaat!
GRAPHIUS
Samen voor duurzaamheid Vraag aan de volgende tien mensen die je tegenkomt wat volgens hen de beste uitvinding ooit is. De kans is groot dat het wiel een aantal keer genomineerd wordt. Computers, dat is ook een populair antwoord. En er zit altijd wel een lolbroek bij die “toiletpapier” antwoordt. Wel, zo gek is dat nog niet …
In onze ogen is papier in het algemeen immers een uitvinding die niet te evenaren is. Sinds de mens heeft geleerd om papier te maken, zijn de communicatiemogelijkheden van de mensheid fundamenteel uitgebreid. En wij bij Graphius kunnen het weten, want als een van de grootste vellendrukkers van Europa rolt er jaarlijks 12.000 ton papier van onze persen. Begrijp ons niet verkeerd. Wij geloven in de combinatie van verschillende mediakanalen. Print, audiovisuele en nieuwe media kunnen hand in hand gaan. Maar papier blijft altijd een centrale rol spelen. Meer zelfs, nu de mailboxen hun verzadigingspunt bereikt hebben, zien we dat papier terug aan een opmars bezig is.
ISO9001 op zijn beurt bevestigt de efficiënte werking van Graphius. Van boeman tot inspiratiebron
De bedrijfswereld werd in het verleden vaak ten onrechte aanzien als de grote boosdoener. The Shift verandert dat perspectief. Duurzaam ondernemen is ook maatschappelijk verantwoord ondernemen: het houdt meer in dan het louter ecologische aspect. We mogen het sociale gegeven niet uit het oog verliezen. De bedrijfswereld staat steeds vaker stil bij de contemporaine maatschappelijke en politieke problemen. Zoals het hoort. Als we de neuzen in dezelfde richting krijgen en allemaal aan hetzelfde zeel trekken, kunnen we beslist een aanzienlijk verschil maken.
Duurzame ideeën delen
Daarom wil Graphius als onderdeel van The Shift elk bedrijf aansporen om haar bedrijfsvoering aan te passen en een inspiratiebron te vormen voor haar werknemers. Zij zullen het goede voorbeeld op hun beurt doorgeven aan hun kinderen thuis. Uit het creatief potentieel van toekomstige generaties nieuwe energie putten, dàt is onze volgende stap om de toekomst van duurzaam ondernemen samen veilig te stellen.
augustus-september 2015 | 4
Thomas Dewitte is online sales en marketing coördinator bij Graphius.
Papier heeft een aantal specifieke eigenschappen die we gerust als milieuvoordelen mogen bestempelen. Het is een recycleerbaar materiaal dat ook nog eens biologisch afbreekbaar is. De grondstoffen voor papierproductie zijn hernieuwbaar en komen rechtstreeks uit de natuur. Door duurzaam en efficiënt met die grondstoffen om te springen, past onze filosofie perfect binnen het duurzaamheidsnetwerk The Shift. Via die organisatie wil Graphius haar duurzame ideeën delen met andere bedrijven. Onze eerste stap? Niet blind zijn voor onze ecologische voetafdruk. Graphius is zich bewust van haar invloed op het milieu. We brengen dan ook alles in stelling om eventuele negatieve effecten strikt te minimaliseren. Graphius maakt doordachte keuzes in elke stap van het productieproces en investeert in duurzame ontwikkelingen. Een optimaal milieuvriendelijke productie is ons streefdoel. Zo waren we een van de allereersten die van start gingen met een pers die volledig alcoholvrij drukt. Sindsdien hebben we een hele waslijst aan actiepunten rond ecologie gerealiseerd. Begin 2016 willen we het ISO14001certificaat behalen, een bewijs van onze aanhoudende zorg voor milieumanagement.
19
GROEN
Niet meer rond de hete brij draaien Eind februari van dit jaar trok de Europese Commissie haar oorspronkelijke voorstel rond circulaire economie in. Na
forse kritiek van het Europees Parlement, de Raad van Ministers, ngo’s en het progressieve bedrijfsleven capituleerde de verantwoordelijke Commissaris Timmermans. De argumentatie veranderde van ‘onhaalbaar’ naar ‘niet ambitieus ge-
noeg’. Hij beloofde voor het eind van dit jaar met een nieuw voorstel te komen. Daarin zal naast de afvalzijde ook aandacht zijn voor de productzijde om zo ‘de volledige cirkel’
augustus-september 2015 | 4
rond te maken.
20
De milieucommissie van het Europees parlement bleef niet bij de pakken zitten en nam in juni nog een ambitieus rapport aan waarin ze haar visie op de circulaire economie uiteenzet. De centrale eisen zijn minder afval, betere productontwikkeling, minder afhankelijkheid van import van ruwe materialen en meer creatie van groene jobs. Het rapport kreeg de goedkeuring van een grote, partij-overschrijdende meerderheid en mikt duidelijk hoger dan het oorspronkelijke commissievoorstel. Zo wil het Parlement dat de EU volledig duurzaam moet produceren tegen ten laatste 2050 en zijn er bindende doelstellingen voor het reduceren van afval uitgezet tegen 2025. Vanaf 2020 is het apart inzamelen van biologisch afbreekbaar afval verplicht. Er moet een einde komen aan het verbranden van recycleer- en composteerbaar afval. Het rapport roept ten slotte op dat de EU tegen 2030 minimaal 30% efficiënter gebruik moet maken van hulpbronnen ten opzichte van het referentiejaar 2014. Jammer genoeg slaagden de centrumrechtse, voornamelijk christendemocratische, politieke krachten er in om deze doelstelling voor hulpbronnenefficiëntie niet bindend te maken, terwijl iedereen weet dat enkel verplichte doelstellingen voor de nodige innovatieve veranderingen zorgen. Of toch minstens sneller resultaat boeken. Ook het toepassen van het circulaire concept in openbare aanbestedingen is vrijwillig aan de lidstaten overgelaten, wat een gemiste kans is.
De circulaire economie zal verder consumentenrechten versterken met concrete maatregelen om ‘geplande veroudering of stukgaan’ van producten tegen te gaan. Daarbij aansluitend zullen producenten voor de herstellingskosten moeten opdraaien zolang het product onder garantie valt, tenzij het defect werd veroorzaakt door verkeerd gebruik. De levensduur van het product, de herbruikbaarheid en recycleerbaarheid moeten verbeterd worden. En heel belangrijk: giftige chemische stoffen moeten van de productielijn verbannen om recyclage te vergemakkelijken. Met deze voorstellen combineren we milieubescherming met innovatie en jobcreatie en stimuleren we de transitie naar een duurzaam en innovatief economisch beleid. Het wordt tijd dat ook de Commissie dit inziet en deze ‘window of opportunity’ aanneemt. De Commissie becijferde zelf dat een ambitieus circulaire economie pakket tot ongeveer 600 miljard per jaar kan besparen. Dat is vijf keer meer dan de meest optimistische voorspelling voor de financiële voordelen van het geplande EU-VS vrijhandelsverdrag! Tegelijkertijd, als de EU haar doelstelling voor hulpbronnenefficiëntie tegen 2030 zou halen, dan zou het Europees Bruto Binnenlands Product met 1% toenemen en zouden er twee miljoen extra jobs gecreëerd worden. Indicatieve schattingen van de economische winst voor Vlaanderen wijzen op besparingen op materiaalkost van 2 tot 3,5% van het Vlaamse BBP en de creatie van 27.000 bij-
Bart Staes is lid van het Europees Parlement voor Groen. komende jobs, zowel voor hoog- als laaggeschoolden(1). Berekeningen van de Commissie tonen aan dat een ambitieus circulaire economie-pakket een half miljoen nieuwe jobs zou kunnen opleveren in de EU. Het zou tevens ongeveer 600 miljard euro kunnen besparen door efficiënter gebruik van grondstoffen en een daling van 2-4% broeikasgasuitstoot. De Commissie kan het zich niet permitteren dit duidelijke signaal van het Europees Parlement te negeren en moet de kans nemen om een transitie te maken naar een toekomstbestendig, duurzaam, economisch beleid.We houden Commissaris Timmermans aan zijn belofte om een ambitieus pakket af te leveren tegen het einde van dit jaar.
http://www.vlaamsmaterialenprogramma.be/overons/in-cijfers
(1)
MTECH
Via motivatie naar een duurzamer industrieel netwerk Begin 2015 besliste de Vlaam-
se Regering verder te werken aan de projecten en doel-
stellingen van Vlaanderen in Actie, maar niet langer
onder de merknaam ViA. De volledige werking van ViA
zal voortaan deel uitmaken
van Visie 2050, het langetermijnbeleid van de Vlaamse Regering.
Begin 2015 besliste de Vlaamse Regering dat de projecten en doelstellingen van ViA voortaan deel zullen uitmaken van het langetermijnbeleid van de Vlaamse Regering. Via een “transversale beleidsnota Vlaanderen 2050” (Visie 2050) is bepaald hoe ze dat langetermijnbeleid wil verwezenlijken. Het “wensbeeld voor alle Vlamingen” steunt op drie pijlers: een nieuwe economie, een inclusieve samenleving en dat binnen de ecologische grenzen van onze planeet.
Peter De Bruyne is milieuadviseur bij het adviesbureau M-tech. Primordiaal in de realisatie van meer duurzaamheid in de praktijk is de rol en de actie- en samenwerkingsbereidheid van de zogenaamde maatschappelijke stakeholders, partners of relevante actoren op het terrein. Hun dimensie kan internationaal, Europees, Belgisch en binnen Vlaanderen zijn en de diversiteit ervan is groot: overheden, ondernemerswereld, sociale partners, burgers, innovatieve spelers, het brede middenveld, onderzoekscentra, financiers… Ook hun belangen en dynamiek zijn vaak verschillend. Daarbij komt het begrip co-creatie naar voor, waarbij in gedeeld eigenaarschap en op een dynamische wijze wordt samengewerkt rond een gezamenlijke langetermijnvisie. Daarbij wordt gesteld dat een terughoudende overheid meer ruimte geeft voor het vrije initiatief, maar tegelijk meer gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid vraagt. Kern van de zaak is tot een daadwerkelijke ontwikkeling en realisatie te komen van al die plannen, doelstellingen en goede voornemens in de praktijk. Een belangrijke hefboom hiertoe is motivatie. Motivatie is datgene wat een individu of groep aanzet tot een bepaald gedrag of ook nog het gevoel dat aanzet tot het beginnen én afmaken van een taak. Om dus effectief te komen tot een duurzamer samenleving in al zijn
aspecten is het van belang dat alle betrokkenen gemotiveerd worden, gemotiveerd zijn en gemotiveerd blijven. Die nodige motivatie is een cocktail van onder andere volgende elementen: - geven en nemen van verantwoordelijkheden; - op prijs stellen van initiatief; - transparant informeren; - openstaan voor nieuwe ideeën; - wederzijds begrip en inlevingsvermogen; - afspreken van concrete doelstellingen; - creëren van rechtszekerheid; - efficiënt tewerk gaan; - geven van waardering; - staan voor een positieve en oplossingsgerichte ingesteldheid; - uitoefenen van een voorbeeldfunctie; - evalueren en bijsturen. Mochten we hier allemaal wat langer bij stilstaan en daarbij af en toe in de spiegel (durven) kijken, dan zou onze motivatie alvast worden aangewakkerd. En zonder twijfel komt een duurzamer samenleving in al zijn aspecten vanzelf een stuk dichterbij als we gemotiveerd worden/zijn/blijven en daardoor ook zelf de anderen motiveren.
augustus-september 2015 | 4
Vlaanderen in Actie (kortweg ViA), het programma waarmee de Vlaamse Regering haar ambities op lange termijn wou waarmaken, voorzag met het oog op een duurzamer industrieel netwerk het Actieplan Nieuw Industrieel Beleid. Om dit te verwezenlijken zijn volgende vier pijlers voorzien: - de economische pijler, met clusters van bedrijven, kennisinstellingen en onderwijs, gericht op de creatie van de Fabriek van de Toekomst; - de innovatie-pijler, die specifiek gericht is op die innovatie die transformatie bewerkstelligt; - de sociale pijler, gericht op competentieontwikkeling en een nieuwe arbeidsorganisatie; - de infrastructuur-pijler, die de aantrekkingskracht van Vlaanderen voor de industrie van de toekomst verhoogt en de verankering ervan versterkt.
21
N-VA
Milieudossiers: te moeilijk voor de politiek? Als we het over de milieuproblematiek hebben, hebben we het per definitie over de toekomst
van onze samenleving. Ook politiek zou zich per definitie met die toekomst moeten bezighouden. Dat is helaas niet steeds zo. De perceptie van het ogenblik is te belangrijk voor de korte
termijn, lees “tot aan de volgende verkiezingen”. Politici zoeken dus thema’s die op korte ter-
mijn zichtbare resultaten opleveren. Dat wil nog wel eens lukken met natuurdossiers - zicht-
baar en tastbaar - of de vervuiling van oppervlaktewater, maar het klimaatdossier, fijn stof, straling en noem maar op, zijn vaak te abstract. Niet alleen voor de politici trouwens, maar ook voor de mensen.
augustus-september 2015 | 4
Wilfried Vandaele is ondervoorzitter van het Vlaams Parlement (N-VA) en senator.
22
Zeg ik hiermee dat de politiek de milieuthema’s links laat liggen? Nee, want alle partijen besteden in hun programma in veel of weinig paragrafen aandacht aan de thematiek en ze hebben ook alle een aantal parlementsleden die zich met de thema’s bezighouden. Hoewel je de echte ‘vakspecialisten’ op een paar vingers kunt tellen. In de huidige samenstelling van de parlementen is het zelfs niet noodzakelijk zo dat de groene partijen op dat vlak boven de andere uitblinken. Een gegeven is wel dat onze Vlaamse en federale regeringen geen inspanningen willen leveren die verder gaan dan wat anderen doen. ‘Level playing field’ en ‘no gold plating’ zijn de ordewoorden. Op ons eentje kunnen we de milieuproblemen inderdaad niet oplossen. Daar is een internationale, zelfs mondiale aanpak voor nodig. ‘No gold plating’ dus. En als bedrijven verhuizen naar andere landen, waar minder strenge normen gelden, dan is het milieu daar ook niet bij gebaat, integendeel. Het speelveld is dus liefst zo gelijk mogelijk. Maar laat dat geen wet van Meden en Perzen zijn. Sommige van onze bedrijven - een Umicore bijvoorbeeld - zouden de lat maar wat graag iets hoger gelegd zien. Wie die hoge lat aankan, heeft immers een voorsprong op de concurrentie. In tijden van werkloosheid en besparingen willen burger en politiek vooral de economie extra kansen geven. De keuze tussen een bos - Ferraris of niet - en de uitbreiding van een transportfirma is dan snel gemaakt. Het morele argument dat we onze planeet in goede conditie aan het nageslacht moeten doorgeven, lijkt onvoldoende krachtig om de bevol-
king en de politici tot actie te bewegen. De horizon ligt te veraf. Maar we leven minder gezond en minder lang door fijn stof en ozon. De factuur voor ziektekosten en werkverlet stijgt. Onze bedrijven kunnen onvoldoende proper oppervlaktewater capteren en voelen het tekort aan grondwater. De opbrengst van landbouwgewassen daalt door te hoge ozonconcentraties. De opwarming van de aarde verplicht ons tot zware investeringen om straks de fikse zomerbuien op te vangen en onze voeten droog te houden nu de zeespiegel stijgt. Vandaag morren we over honderdduizenden politieke vluchtelingen. Maar tegen 2050 verwachten we 150 miljoen migranten als gevolg van de klimaatverandering. We moeten dus echt op de lange termijn denken. Met de huidige stand van de wetenschap en de informatiestromen kan niemand zeggen dat hij niet op de hoogte is. Met name voor de milieubeweging blijft het een opdracht om het milieudiscours te stofferen met concrete voorbeelden dicht-bij-de-mensen. En tot slot, voor wie er aan twijfelde: ik ben een Vlaams-nationalist en dat kan je in mijn definitie niet zijn zonder ook ecologist te zijn. Wie zich inspant voor het welzijn van zijn gemeenschap, of met een gezwollener term “zijn volk”, kan niet anders dan bezorgd zijn voor het milieu. Wat voor zin heeft het immers om te bouwen aan de toekomst van onze kleinkinderen als die straks geen schone lucht meer kunnen ademen?
PAVOCO
Systeemveranderingen: naar een glo(k)ale economie In 1952, mijn geboortejaar, waren er circa 2,5 miljard aardbewoners, nu zijn we met meer
dan 7,3 miljard! Geen enkele generatie voor de mijne heeft het aantal wereldburgers weten verdrievoudigen. En we evolueren tegen 2050 naar 10 miljard aardresidenten.
De gevolgen van onze lineaire economie, nog voor circa 80% gebaseerd op fossiele grondstoffen, zijn ondertussen genoegzaam bekend: verzuring en verontreiniging (onder meer met plastics) van onze oceanen, verlies van biodiversiteit en uiteraard de wereldwijde verandering van het klimaat, om er maar enkele te noemen. Toen ik begin van de zeventiger jaren aan de (R)UGent bewust koos voor een toen ‘kersverse’ milieurichting waren de milieuproblemen in het bijzonder nog lokaal tot regionaal. Ondertussen zijn ze jammer genoeg echt mondiaal geworden. Dé uitdaging voor de 21ste eeuw zal er derhalve in bestaan grondige systeemveranderingen door te voeren inzake energie, productie en consumptie, stadsen plattelandsontwikkeling (met inbgrip van het landbouw-voedselsysteem) en inzake mobiliteit. Deze systeemveranderingen zijn zich trouwens volop aan het voltrekken en leiden in snel tempo tot een ‘nieuwe economie’ met volgende kenmerken: - ze is glo’k’aal: hiermee wordt bedoeld globaal en terzelfdertijd lokaal. Zeker op het vlak van voeding is er duidelijk een trend naar lokaal, authentiek, seizoensgebonden geproduceerd voedsel zonder gebruik van pesticiden. Boerenmarkten en kopen op de (stads-)boerderij om de hoek (al dan niet online) scoren goed; - ze is ‘rapido-complex’, digitaal en mobiel verbonden. Dit gegeven dienen we positief aan te wenden om veel sneller dan vroeger informatie en kennis te delen.
- ze is ‘smart’: huishoudtoestellen, het elektriciteitsnet, voertuigen, robots,…alles en iedereen (ook de burger) wordt slimmer. We spreken over het internet of things. 3D-printers laten ons toe grondstoffen, transporten en tijd uit te sparen; drones maken precisielandbouw mogelijk. Ook van de nanotechnologie met onder meer de toepassing van materialen als grafeen (licht én sterk) wordt veel verwacht. - ze is circulair, waarbij we conform de C2C-gedachte de abiotische en biotische kringlopen maximaal gescheiden houden. We kunnen de kringlopen tevens verkorten door bijvoorbeeld zelf sojaproducten en insecten te eten in plaats van rundsvlees. - ze is bio-gebaseerd. Biomassa zal meer en meer aan de basis liggen van chemische en farmaceutische producten, van materialen (bioplastics en andere) en energie. Hierbij is mogelijk een belangrijke rol weggelegd voor micro-algen. - ze is gebaseerd op delen en samenwerken. Zeker voor de nieuwe generaties is het ‘beschikken over’ belangrijker dan het ‘bezitten van’. Dit is een gunstige trend die de weg effent voor de uitwerking van meer product-dienst combinaties. - ze is gestoeld op beleving. Zeker voor de retail is dit een belangrijke uitdaging, nu toch meer en meer online gekocht wordt. Misschien kan een full-3D-beleving in jouw living binnenkort een alternatief vormen voor een weinig duurzame vliegtuigreis naar een exotisch oord! - ze is geïnspireerd door creatieve, innovatieve businessmodellen met zogenaamde ‘shared value’ het is te zeggen die naast een economische meerwaarde voor de initiatiefnemer ook een meerwaarde creëren voor de maatschappij als geheel. We kunnen maar hopen dat al deze onderling verbonden ontwikkelingen voldoende snel gaan en als puzzelstukken vlot in elkaar
Marc De Pauw is ecotrendwatcher en strategisch adviseur sustainability.
passen. Met grote belangstelling wordt anno 2015 ook uitgekeken naar de evolutie van de batterijtechnologie. Als daarin op korte termijn belangrijke stappen voorwaarts gezet worden, zoals het verbeteren van de energiedichtheid, ligt de weg open om de elektriciteit opgewekt door intermitterende duurzame energiebronnen zoals wind en zon op te slaan en efficiënter te benutten. Dit zal meteen een doorbraakmoment vormen voor de verduurzaming van onze mobiliteit (e-mobility). Ten slotte zou ik er nog wel op willen wijzen dat we niet alleen op technologische innovaties zullen moeten rekenen om onze planeet leefbaar te houden maar dat dit voor ieder van ons belangrijke gedragsveranderingen zal vergen. Het stemt me echter hoopvol dat velen daarmee al volop bezig zijn. Zelfs meer dan vele politici soms beseffen!
augustus-september 2015 | 4
Al die mensen hebben behoeften en verlangens eigen aan onze soort, zij het dat er natuurlijk bijzonder grote verschillen zijn in de ‘persoonlijke ecologische voetafdruk’ bij het vervullen van die behoeften. Feit is dat de zogenaamde ‘Earth Overshoot Day’ dit jaar weeral wat vroeger viel dan vorig jaar met name op 13 augustus laatstleden.
23
POM WEST-VLAANDEREN
Duurzaam en pragmatisch Op de United Nations Sustainable Development Summit eind september in New York werden
zeventien nieuwe doelstellingen voor duurzame ontwikkeling geformuleerd. Naast de eer-
dere millenniumdoelstellingen die zich concentreerden op armoedebestrijding wordt nu de
focus gelegd op onder meer duurzaam waterbeheer en energie, duurzame economische groei, duurzame industrialisering, duurzame consumptie en klimaatverandering. De rol voor het bedrijfsleven wordt hierbij groot. Op Belgisch niveau formuleerde The Shift recent samen met het UN Global Compact Network Belgium en een tachtigtal Belgische bedrijven en NGO’s een ‘Boodschap van Belgische Captains of Society ter ondersteuning van COP 21 (de United Nations Climate Change Conference of the Parties) die in december 2015 doorgaat in Parijs met het oog op een nieuw klimaatveranderingsakkoord om de opwarming van de aarde tegen het eind van de 21ste eeuw te beperken tot maximum 2°C. Deze Captains of Society sporen de Belgische delegatie aan om een ambitieuze klimaatovereenkomst te stimuleren en om samen concrete acties op touw te zetten om o.a. de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 terug te schroeven met 40 tot 70% ten opzichte van 2010.
augustus-september 2015 | 4
Philippe Tavernier is Algemeen Coördinator Duurzame Economie bij de POM West-Vlaanderen.
24
Goed nieuws
Eveneens in september werd de ’ 2015 Corporate Responsibility Barometer for Belgium’ gepubliceerd. Deze studie van Antwerp Management School, de Universiteit Antwerpen en Louvain School of Management toont dat er ten opzichte van 2011 bij de respondenten (een tweehonderdtal bedrijven) een opmerkelijke vooruitgang werd geboekt in de domeinen van ‘mensenrechten’, ‘milieu’, ‘arbeidsrelaties en -voorwaarden’ evenals qua ‘consumenten en klantenissues’. Enkel op het vlak van ‘de ontwikkeling van lokale gemeenschappen’ boekt het bedrijfsleven geen echte vooruitgang ten opzichte van de resultaten van de vorige barometer. Uit de barometer blijkt verder dat de klimaatverandering, de stakeholderdialoog, de uitputting van grondstofvoorraden en het gebrek aan geschoolde werkkrachten tot de grote uitdagingen voor de toekomstige tien jaar behoren. Slecht nieuws
De goed-nieuws show rond duurzaam ondernemen en duurzame ontwikkeling werd echter evenzeer in deze periode overschaduwd door het ‘Volkswagengate’ met de vervalsing van emissieresultaten van de volkswagendieselmotoren. De geloofwaardigheid van het bedrijfsleven en van deze sector die duurzaamheid door technologische innovatie predikt, krijgt hiermee een flinke dreun. Het illustreert dat Green Marketing voor een aantal bedrijven nog steeds symbool staat voor goedkope ‘Greenwashing’. Er blijft duidelijk nood aan een intensere controle van duurzaamheidsverklaringen. ISO26000 staat voor veel bedrijven model voor hun duurzaamheidsengagement, maar het blijft een richtlijn en als dusdanig een vrijwillig aftoetsingskader voor bedrijven omtrent hun duurzaamheidsbeleid. De richtlijn is niet certificeerbaar en biedt geen enkele garantie naar conformiteit met regelgeving en wettelijke verplichtingen. De certificeerbare varianten op deze
richtlijn zoals de MVO-prestatieladder en de IQ Net SR10 (Social Responsability Management System) breken daarbij op dit ogenblik in België zeker nog niet echt door. Meer pragmatisch
Als pragmatisch managementsysteem rond duurzaamheid is het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen, ontwikkeld op het niveau van - en in samenwerking met - de bedrijven, nog een witte merel. Het Charter staat model voor duurzaam ondernemen in de dagdagelijkse praktijk en in al zijn facetten. Hier primeren haalbare acties en investeringen op niveau van het doorsnee Vlaamse bedrijf met zowel een impact naar het milieu, de veiligheid en de arbeidsomstandigheden en met doorgaans een economische return op korte termijn. Duurzaam Ondernemen staat hier voor 3P³ : People, Planet en Prosperity/Profit, maar evenzeer Produts, Processes en Perfomance Indicatoren en tenslotte zeker Participation, Policy en vooral Passie… Maatschappelijk engagement
Trends in de recente actieplannen zijn dat bedrijven intens werken aan hun maatschappelijk engagement via het ondersteunen van de lokale economie, via ondersteuning van het onderwijs, via het stimuleren van gezonde voeding en sportieve teambuildingsactiviteiten (vaak voor een goed doel). Deelnemers tonen ook aan dat op bedrijventerreinen werk kan gemaakt worden van verbetering van biodiversiteit. Qua energiebesparing wordt volop ingezet op LED-verlichting, reductie van persluchtdrukken, restwarmtevalorisatie, CO2-compensatie door ondersteuning van bosaanplanting en energiemonitoring… en ook de andere thema’s zoals communicatie, risicobeheersing, omgeving, ketenbeheer en mobiliteit illustreren de creativiteit in de actieplannen en de duurzame aanpak van de enthousiaste deelnemers. ‘Duurzaam = gewoon doen’ blijft de stelregel.
SIRRIS
Bedrijven met een duurzame langetermijnstrategie denken
vandaag al na over hoe ze morgen zullen ondernemen. Stil-
staan is immers geen optie, maar waar staan ze momenteel al en waar moeten ze naartoe? Schijnbaar eenvoudige vragen in een steeds complexer wordende context...
Jeroen Deleu is directeur Strategy & Corporate Development bij Sirris.
Internet of Things, met elkaar communicerende machines, een zelf-lerend productieapparaat op basis van ‘big data’, maar ook doorgedreven recyclageprogramma’s, circulaire innovatie en nieuwe, hierop ingestelde businessmodellen worden in snel tempo realiteit. Ze drijven de trend naar digitalisering, verduurzaming en flexibilisering verder. Deze technologische uitdagingen waarmee bedrijven vandaag worden geconfronteerd, kunnen een verregaande invloed hebben op de bedrijfsvoering – van management tot productie. En allemaal vereisen ze een respons vanuit een gezonde langetermijnstrategie. Bedrijven moeten dus nu al producten en diensten ontwikkelen waarvan hun klanten vandaag nog niet weten dat ze die morgen nodig hebben! Bovendien moeten die producten en diensten ook nog worden gemaakt, op de markt gebracht en verkocht. Anderzijds moeten die bedrijven vandaag presteren, rendabel zijn en producten op de markt brengen die aanslaan bij hun klant. Ze hebben niet de tijd noch de mankracht om zich ook bezig te houden met de producten, diensten of systemen van de toekomst. Willen we industrie in België een duurzame toekomst geven, dan moeten onze bedrijven zich omvormen tot wendbare, hoogtechnologische organisaties met een verbonden, slim en duurzaam productieapparaat en efficiënte processen. Ten slotte zal het bedrijf van de toekomst het niet langer alleen kunnen rooien, maar deel uitmaken van een netwerk van organisaties. Zo’n netwerk creëert immers ruimte voor flexibele samenwerking en laat toe risico’s te spreiden. Een dergelijke mission impossible tot een goed einde te brengen, vraagt om een duidelijke visie op innovatie en een strategie om deze uit te voeren. Geen evidente opdracht door het acute gebrek aan tijd en middelen waarmee menig bedrijf kampt om het omvangrijke aanbod aan innovaties en het snel-
tempo waarmee dit aanbod evolueert te kunnen vatten. Wie morgen ergens wil komen en blijven, moet bovendien weten waar hij vandaag staat. Bedrijven moeten dus eerst hun huidige positie kennen tegenover de markt en de state of the art. Dankzij een dergelijke benchmark kunnen ze een strategie uitbouwen en nieuwe ideeën voor toekomstige innovaties ontwikkelen. Om bedrijven te helpen inzicht te verwerven en de grote trends te begrijpen, biedt Sirris, het collectief centrum voor de technologische industrie, samen met Agoria, de federatie van de technologische industrie, een referentiekader waarbinnen bedrijven nieuwe ideeën kunnen ontwikkelen: het Masterplan Innovation. Dit Masterplan, door meer dan honderd bedrijven gevalideerd, helpt bedrijfsleiders verder bij vragen die hen ‘s nachts wakker houden rond de producten, fabricagetechnieken en bedrijfsstrategieën van morgen. Het Masterplan is opgebouwd rond drie, nauw verbonden elementen, elk met hun eigen trends en patronen: business of the future, factory of the future en product/service of the future. De ‘business of the future’ is een weergave van de impact van maatschappij, economie en technologie op hoe bedrijven waarde creëren, capteren en afleveren. ‘Products/services of the future’ zal een antwoord formuleren op de vraag welke functies en kenmerken in producten en diensten nodig zullen zijn voor succes in de economie en markten van de toekomst. De ‘factory of the future’ ten slotte moet een antwoord bieden op vragen rond de capaciteiten die fabrieken in de toekomst zullen nodig hebben en op vragen over de mogelijkheid de producten van de toekomst te maken binnen de context van deze ‘businesses’ van de toekomst. Binnen dit kader kunnen ondernemingen hun huidige positie benchmarken en zo nieuwe ideeën voor toekomstige innovaties ontwikkelen. Zo kunnen ze in functie van hun activiteiten, grootte, infrastructuur de voor hen meest gepast richting kiezen om op een duurzame manier toekomstgericht te innoveren. http://www.sirris.be/nl/masterplan-innovatie-als-kader-voor-toekomst-van-technologische-industrie
augustus-september 2015 | 4
Duurzaam ondernemen is futureproof ondernemen
25
SOCIALE INNOVATIEFABRIEK
Lang leve technologie... en sociale innovatie Lang leve de technologie! Hoera voor innovatie! Beide helpen ons om zorgzamer met onze
planeet om te gaan. Want elke dag ademen, eten, wonen en werken, dat doet wat met onze planeet en ons klimaat.
Gelukkig kunnen we allemaal investeren in groene energie en zonnepanelen. En als dat niet lukt, dan weet toch iedereen dat je ook een groene energie coöperatie kan opstarten met de buurt? Biologische, lokale voeding kopen kan in elke supermarkt of bij de bioboer om de hoek. En werken kan je van thuis uit om verplaatsingen te vermijden of je neemt de fiets of elektrische wagen. Je huis is natuurlijk goed (na)geïsoleerd én heeft een slimme thermostaat om de verwarming optimaal te regelen. Hersenloos consumeren, dat heb je ook al afgeleerd. In plaats van alsmaar nieuwe spullen te kopen, ben je aan het delen, lenen en repareren geslagen. En dankzij de Europese Unie, die al sinds 1985 een beleid in functie van een rationeler energiegebruik installeerde, dragen je huishoudapparaten een energielabel én weet je perfect hoeveel je auto verbruikt en uitstoot. Yeah right!
augustus-september 2015 | 4
De afgelopen decennia hebben we in sneltempo natuurlijke hulpbronnen opgebruikt, energievoorraden uitgeput en ecosystemen aangetast, alleen maar om onze levenskwaliteit te behouden (althans in onze Westerse landen). En dat ondanks de inspanningen op vlak van wetenschap, technologie en industrie om groene of milieuvriendelijker oplossingen te ontwikkelen. Allerlei innovatieve oplossingen zijn beschikbaar op de markt maar ze worden te weinig gebruikt: te complex, te duur, te omslachtig, niet sexy of ze missen hun impact.
26
Conclusie: met technologie alleen komen we er niet! Technologie moet doordringen in het leven van mensen. Het moet toegankelijk, betaalbaar, gebruiksvriendelijk, praktisch haalbaar en sociaal gewenst zijn. Ja, ingenieurs moeten technologische oplossingen bedenken. Maar we hebben evenzeer nood aan nieuwe designs, processen en business modellen om tot een industrieel model te komen
dat werkt en dat écht het verschil kan maken op vlak van klimaat. Innovatie moet slim inspelen op het gedrag en de levensstijl van mensen, anders blijft een groene levensstijl en greentech enkel toegankelijk voor de ‘eco-chic happy few’, zoals Leonardo Di Caprio. En dat industrieel model kan alleen maar groeien in een stimulerende institutionele context. Als individu moet je keuzes maken en je levensstijl aanpassen. Je in de buurt engageren, een energiecoöperatieve oprichten, je huis isoleren, spullen delen in plaats van kopen, resoluut voor lokaal en bio kiezen,… Ook werknemer en werkgever moeten samen (radicaal) innoveren. In plaats van oplossingen te bedenken vanuit het perspectief van de organisatie (wat kunnen wij met onze infrastructuur, onze kennis en competenties?), vertrekken vanuit de maatschappelijke uitdagingen. What’s the business of your business? Wat beteken ik eigenlijk voor mijn klant en de omgeving? Wordt die beter van mijn product of dienst? Dat betekent vaak dat je moet loslaten of opnieuw beginnen, zoals de transformatie van Umicore, de geboorte van Alpro uit een klassieke voedingsproducent, de diversificatie van Van Marcke die naast installaties en producten voor warmte en water ook leningen verstrekt om te kùnnen kiezen voor efficiënte oplossingen. Maar evengoed aan Cambio autodelen, Fermet of Peerby. En dan: politici moeten gaan voor het algemeen belang en de lange(re) termijn. Heroriënteer subsidies: weg van fossiele brandstoffen (zoals bijvoorbeeld bedrijfswagens of petrochemie) naar duurzame alternatieven. Investeer in infrastructuur die duurzaam leven mogelijk maakt: openbaar vervoer, slimme energienetten. Stimuleer ondernemerschap met een echte ‘meerwaarde’. Pioniers in België effenen voor jou het pad. Sociaal innovatoren en ondernemers brengen innovaties op de markt die een maatschappe-
Caroline Godts is kennismanager bij de Sociale InnovatieFabriek. lijk verschil maken. Ze nemen geen genoegen met een financieel gezond bedrijf, maar willen ook impact op de maatschappelijke, politieke of institutionele systemen. Ze gaan niet in concurrentie maar co-creëren om het beste uit zichzelf en anderen te halen. Tegen die ontwikkeling zeg ik wèl welgemeend: yeah, right!
THE SHIFT
Captains of Society voor COP21 De klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen van de 21ste eeuw. Hoe we erop reageren, zal onze manier van leven en werken in de komende jaren bepalen. Maar het brengt ook talloze mogelijkheden voor socio-economische vooruitgang met zich mee. Door de klimaatverandering tegen te gaan, beschermen we de biodiversiteit op aarde en de mensheid zelf.
We vinden dat we de verantwoordelijkheid dragen om actief mee te werken aan de wereldwijde inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen (BKG’s) terug te dringen en om de leiding te nemen in de overgang naar een koolstofarme, klimaatbestendige economie. Om dat te doen, willen wij klimaatoplossingen en -innovaties bieden in onze praktijken, activiteiten en ons beleid. We sporen de Belgische delegatie voor COP 21 aan om een ambitieuze klimaatovereenkomst te stimuleren. We reiken de hand aan de Belgische overheden om samen concrete acties op touw te zetten en om andere wereldleiders en bedrijven te overtuigen van een ambitieus klimaatakkoord. Onze visie en verbintenissen voor een klimaatovereenkomst zijn de volgende: - We ondernemen vrijwillig acties om de ecologische en de CO2-voetafdruk te verminderen door onze eigen huidige uitstoot van BKG’s en/of ons energieverbruik aan te pakken. Daarbij werken we samen met de toeleveringsketens en de sectoren. - We zijn het eens over de nood aan inspirerende en betekenisvolle wereldwijde acties en een eensgezinde communicatie daarover. Wij zijn ambassadeurs voor klimaatactie, met de focus op oplossingen en economische opportuniteiten. We zullen helpen bij het sensibiliseren van de publieke opinie. - We zullen klimaatrisico’s actief beheren en integreren in de besluitvorming - niet in het minst om groeimogelijkheden te realiseren. Sabine Denis en David Leyssens zijn CEO bij The Shift.
- We zullen stappen ondernemen om efficiënte strategieën te implementeren. Zo maken we niet alleen ons bedrijf, maar ook de samenleving veerkrachtiger. Daarom steunen we de Belgische delegatie in hun opzet om een legaal bindend globaal klimaatakkoord te onderhandelen dat de volgende principes ondersteunt: - Het Parijs-akkoord moet een duidelijk signaal zijn voor beleidsmakers en investeerders op alle niveaus dat onze globale economie sneller moet evolueren naar een koolstofarme economie, aangedreven door hernieuwbare energie. - Zoals onlangs verklaard door de G7, stellen we voor om de hoogste waarde van de recentste IPPC-aanbeveling als doelstelling te nemen. Dat wil zeggen, de uitstoot van BKG’s tegen 2050 terugschroeven met 40 tot 70% ten opzichte van 2010. Dat wetenschappelijk onderbouwd langetermijndoel moet zeker in het Parijs-akkoord staan. Europa moet zich bij dit engagement aansluiten en zo zijn leiderspositie in de strijd tegen de klimaatverandering behouden. Daarom moet Europa, in het kader van een succesvol Parijsakkoord, zijn doelstellingen voor uitstootvermindering tegen 2030 en 2050 verstrengen. - Het Parijs-akkoord moet ook de basis leggen voor de integratie van een systeem voor CO2-heffingen in de landen met de grootste uitstoot. Dat moet gepaard gaan met het uitdoven van alle bestaande CO2-subsidies. - België moet elk jaar bijdragen tot het Green Climate Fund in overeenstemming met het Kopenhagen-akkoord. Door de overgang naar een koolstofarme economie op een economisch duurzame manier te versnellen zal er groei en werkgelegenheid gecreëerd worden in zowel de ontwikkelings- als de ontwikkelde landen. We zullen minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en dus van geïmporteerde energie. Uitstel is geen optie: het is niet alleen duur, maar zal ook de socio-economische vooruitgang in de weg staan. We roepen de Belgische delegatie op om in te stemmen met wereldwijde maatregelen, een consistent beleid op te stellen en een nuttig, innovatief kader te ontwikkelen. Een volledig, geïntegreerd en ambitieus klimaatakkoord in Parijs over verlaging, aanpassing en financiering — in combinatie met een duidelijk politiek engagement van de wereldleiders — is de sleutel tot het versnellen van die overgang. We moeten deze kans met beide handen grijpen.
De actuele lijst van ondertekenaars kan geraadpleegd worden op www.theshift.be
augustus-september 2015 | 4
De United Nations Climate Change Conference of the Parties 21 (COP 21), die in december 2015 in Parijs doorgaat, wil een nieuw soort klimaatveranderingsakkoord tot stand brengen. Een akkoord dat de wereld op weg helpt naar een koolstofarme, duurzame toekomst en dat ervoor zorgt dat de temperatuur op aarde met minder dan 2°C stijgt tegen 2100.
27
VINCOTTE
Corporate Social Responsibility: alles draait rond reputatie Uit de meest recente Corporate Sustainability Barometer for Belgium (onderzoek uitgevoerd binnen de BASF Deloitte Elia
Chair on Sustainability, 2015) blijkt dat de hoop op een verbeterde reputatie nog steeds de belangrijkste drijfveer is voor een bedrijf om een engagement op te nemen richting Corporate Social Responsability.
fataal voor de reputatie van een bedrijf.
augustus-september 2015 | 4
Dit was ook al het geval in een gelijkaardig onderzoek uitgevoerd in 2011. Frappant is dat wanneer bij diezelfde bedrijven gepeild wordt naar hun belangrijkste uitdagingen vandaag en in de komende tien jaar reputation management helemaal niet voorkomt in de top vijf. Terwijl in een studie uitgevoerd door Deloitte in 2014 zowat 88% van de ondervraagde bedrijfsleiders aangeven specifiek bezig te zijn met het beheersen van het risico op reputatieschade (Global Survey on Reputation Risks, Deloitte, 2014). Hieruit concluderen dat bedrijven die zich profileren rond duurzaamheid zich onvoldoende bewust zijn van het risico op reputatieschade is wellicht een brug te ver, maar toch kan hieraan niet genoeg aandacht gegeven worden.
28
Het is een gemeenplaats dat reputatie te voet komt, maar te paard gaat. Maar enkele recente voorbeelden tonen aan dat het verdwijnen van de reputatie met de snelheid van een galopperend paard vaak nog een understatement is, zeker bij issues rond corporate social responsibility. “Dieselgate” bij Volkswagen doet de hele automobielsector op zijn grondvesten daveren, de problematiek rond kinderarbeid bij de Indiaase kandlagrijs -kasseien tast de geloofwaardigheid van de hele natuursteensector aan. Ook binnen de textielsector zijn voorbeelden te vinden. Het in de markt zetten van een vage, niet onderbouwde, niet transparante of niet gevalideerde claim rond CSR-aspecten, in welke P van de klassieke triple P dan ook, zal de betrokkene vroeg of laat zuur opbreken. De claim wordt door één of andere belangengroep of officiële inspectie-instantie ontkracht, het betrokken bedrijf verliest zijn geloofwaardigheid en het hek is van de dam. Beschuldigd worden van greenwashing is
Het wordt de producent en de consument niet bepaald gemakkelijk gemaakt. Er bestaan meer dan vijfhonderd geregistreerde milieulabels, minder dan 20% van deze labels wordt extern gecontroleerd. Het aantal verpakkingen waarop woorden als “green” of eco-friendly” gedrukt staat is niet te tellen. Alleen al voor de bouwsector bestaan op zijn minst een tiental systemen om duurzaamheidsaspecten te meten. Financiële resultaten dienen gevalideerd te worden door een bedrijfsrevisor alvorens ze gepubliceerd worden. Waarom is dergelijke insteek niet volledig ingeburgerd voor de publicatie van cijfers, claims en uitspraken rond people en planet? Gelukkig zijn er initiatieven die in deze richting gaan: GRI4 voorziet en stimuleert de externe validatie van het duurzaamheidsrapport, binnen het EU-ETS systeem is validatie van de CO2-emissies door een onafhankelijke derde verplicht, het koninklijk besluit rond milieuboodschappen op bouwproducten legt op dat de milieuboodschap dient geverifieerd te worden door een externe partij alvorens ze kan opgenomen worden in de federale databank, de initiatieven rond de Product Environmental Footprint en de Organisational Environmental Footprint voorzien in externe verificatie. Ook bestaan er ISO-standaarden die duidelijk beschrijven waaraan milieuboodschappen dienen te voldoen en auditeerbare systemen rond de introductie van een CSR beleid (SR10 bijvoorbeeld). Desalniettemin blijkt de drempel om hun milieu-gerelateerde boodschappen te laten valideren door een externe, onafhankelijke partij voor veel bedrijven vaak te hoog. De bijkomende kost is een vaak gehoord argument. Maar deze kost weegt niet op tegen de mogelijke
Kurt Gutschoven is Business Unit Manager Environment, Safety and Sustainability bij Vinçotte.
reputatieschade die kan optreden wanneer zou blijken dat de claim toch niet zo stevig blijkt te zijn dan oorspronkelijk gedacht. Externe validatie door een onafhankelijke partij kan ook een verrijking zijn: een frisse kijk, boeiende invalshoeken rond materialiteit, verscherping van de aandacht. Er is helemaal niks mis mee om de inspanningen die men doet om meer duurzaam te worden te gaan uitspelen om een reputatie te verstevigen. Of zelfs reputatie als voornaamste driver voorop te stellen. Het wordt echter een gevaarlijk spel indien zou blijken dat de kaarten die uitgespeeld worden getrukeerde kaarten zijn. Externe, onafhankelijke validatie van uitspraken of gepubliceerde data rond CSR is dan ook een essentieel onderdeel van risicomanagement rond reputatie. Alles draait om geloofwaardigheid.
WATERGROEP
Duurzame water-op-maat-oplossingen De Watergroep maakt water op maat. Vandaag, voor de generatie van morgen. Dat is onze
missie, waar we elke dag met meer dan 1.450 medewerkers naar streven. En dat doen we voor onze drie pijlers: drinkwater, afvalwater en industriewater. Om ook in de toekomst verder te groeien als een toonaangevend publiek waterbedrijf, is het belangrijk dat we blijven inzetten op duurzaamheid en technologische voorsprong.
Continue watervoorziening garanderen
Boudewijn Van De Steene is directeur-generaal van De Watergroep.
Om in de toekomst voldoende kwaliteitsvol water te kunnen leveren, zijn investeringen in onze infrastructuur noodzakelijk. Heel wat van onze leidingen zijn aangelegd kort na de Tweede Wereldoorlog en zijn dus aan vervanging toe. De komende jaren drijven we daarom het investeringsbudget fors op, zodat we de investeringspieken van de komende jaren onder controle houden. Het eindresultaat: lekker en gezond kraantjeswater. Dat product willen we de komende jaren nog meer gaan promoten bij al onze klanten met het project ‘drinKraantjeswater’. Hierin richten we ons in eerste instantie naar scholen, gemeenten en gezinnen. De boodschap is klaar: kraantjeswater is een lekker, gezond, kwaliteitsvol en milieuvriendelijk product. Afvalwaterbeheer voor gemeenten
Duurzaam waterbeheer trekt De Watergroep ook door in haar andere activiteiten. Sinds 2003 helpen we onze gemeenten-vennoten bij hun afvalwaterbeheer. Zo zijn we intussen actief in meer dan zestig Vlaamse gemeen-
ten met Riopact, een samenwerking van De Watergroep en Aquafin. Door ons uitgebreide werkterrein, kunnen we een ruimere visie op het zuiveren van afvalwater ontwikkelen. Ons streefdoel is in deze gemeenten de Europese Kaderrichtlijn Water, die de lidstaten verplicht duurzaam met water om te springen te halen. Water is de bron van alle leven, en speelt een belangrijke rol op het vlak van de volksgezondheid. Het is dan ook een kostbaar goed. Water-op-maat voor bedrijven
Heel wat bedrijven zijn grote waterverbruikers, maar beschouwen het beheer van hun waterhuishouding niet als een kernopdracht. Hierin speelt de business unit Industrie & Services van De Watergroep een belangrijke rol. Zij brengt de interne waterstromen van het bedrijf in kaart en werkt op basis van de aanwezige bronnen milieuvriendelijke alternatieven uit die het waterverbruik optimaliseren. Deze optimalisatie gaat meestal hand in hand met aanzienlijke besparingen bij oppompen, verwerken en lozen van water. De beschikbare bronnen kunnen grondwater of oppervlaktewater zijn, maar ook afvalwater of herbruikbaar proceswater. Grote namen als Oleon & Fuji Oil, Vlevico (Colruyt Group), Taminco en Rousselot vertrouwden hun interne waterstromen al toe aan De Watergroep. Technologische voorsprong
Om efficiënt en toekomstgericht te werken, houdt De Watergroep constant de vinger aan de pols op het vlak van de nieuwste technologische ontwikkelingen. “Wij vinden het belangrijk deze kennis in huis te hebben om ook in de toekomst te kunnen instaan voor een duurzame drinkwaterbevoorrading en water-op-maat-oplossingen,” besluit Boudewijn Van De Steene. “En we hopen dat we dit als openbaar nutsbedrijf ook in de toekomst kunnen blijven doen.”
augustus-september 2015 | 4
De Watergroep groeide de voorbije honderd jaar uit van een klassiek drinkwaterbedrijf, naar een integraal publiek waterbedrijf met diensten in de volledige waterketen. Boudewijn Van De Steene, directeur-generaal van De Watergroep: “Onze kerntaak, drinkwater leveren aan bijna drie miljoen klanten verspreid over West- en Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg is nochtans geen evidentie. Met meer dan 1.450 medewerkers zorgen we ervoor dat er bij onze klanten 24 uur per dag, zeven dagen per week drinkwater uit de kraan stroomt. Een duurzaam beheer van ons netwerk is daarbij essentieel. En dat doen we bij De Watergroep letterlijk van bron tot tap. Via brondossiers, waterveiligheidsplannen en waterleveringsplannen houden we continu de kwaliteit en de kwantiteit van ons drinkwater in de gaten.”
29
A&M Industrial Pumps - Aannemingen Carmans NV - AB Communications NV - ABESIM - Akwadok - Albetra - Alcontrol - Allied Colloids - Alter Eco - Amelior - AMINAL - Ana Archimedes - Arion Milieuadvies - Arjowiggins - Artesis Hogeschool Antwerpen - Artexis - BBL - BCO Milieulabo - Becewa - BECO - Belconsulting - Belgische Afvalstoffenbeurs - B - Biffa (APTC) - BIG - Bio-Dynamics NV - BioDynamic - Biotech - Biotim - BIWM - Blei - Bl Recycling NV - Booy - BOPRO NV - Boralit - Bosatec - Bouwen & Milieu - BOVA Environm Laboratoriee - Bureau De Fonseca - Bureau Veritas - Burges Geoconsult - Business & EXPO+entsorga - Carestotel BVBA - Caron Vector - Cebec RQ - Cegeka - Centrum voor Mili - Cimpro - CKZ A - CKZ W Vl - Claeys Gebr. - CO2logic - Cobbaert - Cobelpa - Comet - ComM Neef - Debree - DEC - DEC NV - Degrémont - Deha - Deloitte & Touche - Den Boer Econorm - Dhulst-Monard - Dimed - Dinamec - Dirkse - Distrigas - DLV - DLV Belgium - DNV - Don - easyFairs - Ecca-Laboratorium NV - Eco-Point International BV - eco-scan bvba - Eco-V Ecorem - Ecorem NV - Ecosan - Ecosol - Ecotech - Ecover Belgium NV - Ecovision - EDF - EDW - ENCON - Encon Ingenieursbureau - Energy ITC - Energy-service.be - Energyspot - Engels l Resources Management - Enviroplan - Enviroplus - Envisan - Envitec - EPAS - EPB Lipa Belgium NV - Eurosym - Eurowaste - Exco Hotel KVK NV - Exequtes Holding NV - Factor Volksgezondheid - Fortis Private Equity Belgium NV - FOST Plus - 4 Technics - Geberit - Ge GfE - GOM-p5(2004) - GPG/m-real - GRC - DEC - Greenbridge - Greenfish - Groene Poort - G Verts/ALE - Parlement Européen (Bureau ASP 07H145) - Hach Lange - Haecon - Hanna Inst - HITMA - Hobre - i-Cleantech - i-Theses - IBEVE - Ideal Fibres & Fabrics Wielsbeke NV - IFAT Permanente Vorming-UGent - Intellisol NV - Intermes - IPAS - ISI - Isoproc Innoviso - IVC - K.U.Leuven campus Kortrijk-Postacademische Vorming - KBC - Kelma - Keure - Kiwa - Kl - KU Leuven c/o iMinds-Distrinet - KUL/Lucina - KULAK - Lab Support - Labobel - Laborelec lhoist - Limoco - Lisec - Lloyd’s Register EMEA - Logisticon - Lovap - LUC-HIKMO - M-Real - M cvba - Ménart - Mercator - Merck - Metis - MFJ - Milieuconsulent Jan Feryn BVBA - Milieu - MSM - MT&S - MTD - N-Viro Tech - Neu engineering - NH Gent Belfort - NH HOTELS - N - Open Universiteit - Optimus - Orbid - OTT - Otwee - OVAM - OVMB - Pantarein - PCA - PE Vlaanderen - Potenkapper - Power-Link - Universiteit Gent - PPG Coatings Belux NV - Pr - Protos - Pumps & Valves - QUESS bvba - Rasenberg - RCA Group NV - RDC - Recitech - Regio - Saneco - Scandic Antwerp - Scantec Industries NV - Scoribel - Sede - Seeghers aannemin shiftN cvba - Siemens - Silt - Silvamo - Sint Lieven - SITA recyc - SITA remedi - Skalar - Sobry - Stad Gent - Stadsbader NV - Sterling - STIP - Storama - Structual Enpac - Studio Spark Coast - Therméclair - 3E nv - 3E nv - Tractebel Engineering NV - Trans Vanheede - Trevi - Tr Typhoon - UGA - UIA - VAL-I-PAC - Valorfrit - Valorlub - Value Added Europe - Valvan - Van - Van Wynsberghe - Vanas - Vandecasteele Houtimport - Vandelanotte Milieuadvies - Va Constructie NV - Vertalingen Leuridan - VFD Fügro - Viban BVBA - VIBE vzw - Vigotec - VIK - Kamer van Koophandel Limburg - Volvo - Vormingsinstituut - Waassolar bvba - WAM Marlow - Wayfarer - Welders - Werner & Mertz Benelux NV - WES - Westenwind - Wiels