THEMA DUURZAAMHEID
ARCHITECT UUR DIE BLIJFT Christoph Grafe, directeur van het VAi (Vlaams Architectuurinstituut) en Denis Dujardin, landschapsarchitect en docent stedenbouw, pleiten voor een culturele benadering van het begrip ‘duurzaamheid’. Zij beschouwen de duurzaamheidsgedachte ruimer dan een puur technologische revolutie en willen naar een mentaliteitswijziging die ons aanzet creatiever en zuiniger om te gaan met onze leefomgeving. Door Egon Verleye >
Duurzaamheid is een begrip dat overal te pas en te onpas opduikt. Media, politici en wetenschappers proberen ons ervan te overtuigen dat het belangrijk is om duurzamer te gaan bouwen. Maar wat houdt dit ‘duurzaam bouwen’ juist in? De indruk bestaat dat het er vooral op neer komt om zoveel mogelijk te investeren in duurzame bouwmaterialen en alternatieve energievoorzieningen. Architectuurtheoretici en stedenbouwkundigen staan eerder sceptisch tegenover deze ‘geïsoleerde’, materiële obsessie voor ‘groener bouwen’.
> Mentaliteitswijziging Binnen de academische wereld en onderzoeksgroepen voor duurzaam bouwen gaan er steeds meer stemmen op om de focus op de technische, materiële invalshoek van duurzaamheid te nuanceren en meer de aandacht te vestigen op het sociale en culturele aspect van duurzaamheid. Christoph Grafe,
directeur van het Vlaams Architectuurinstituut, is pleitbezorger van deze stelling. Hij staat dan ook kritisch tegenover het gratuit gebruik van de term ‘duurzaamheid’: “Het is een toverwoord geworden waarmee we ons onvermogen bezweren fundamenteel na te denken over hoe onze leefwijze zou moeten veranderen.” Het is duidelijk dat Grafe zich prioritair wil focussen op een veel omvangrijker en urgenter probleem dan het ‘ecologische gevaar’. De nakende bevolkingsexplosie verdient volgens hem een prominentere plaats op de agenda. Volgens Grafe is de huidige technologische aanpak één van kortstondig actionisme en wordt het tijd om een ruimer gezichtsveld te belichten; “Het is een illusie om te denken dat de vraagstukken van onze tijd –schaarste, vervuiling, de eindigheid van de grondstoffen– opgelost kunnen worden met technisch vernuft alleen.” Waar moet duurzaamheid dan wel over gaan? Volgens Grafe is er dringend nood aan een drastische mentaliteitswijziging: 9
Vai_DvA2011_KnackWeekend.indd 9
18/08/11 10:50
THEMA DUURZAAMHEID “Duurzaamheid vereist een heruitvinding van onze democratie. Deze moet zich baseren op nieuwe sociale contracten tussen geëmancipeerde burgers onderling met de overheid, waarin individuele verworvenheden en gemeenschappelijke belangen een nieuw evenwicht vinden. Dit zal zijn weerslag vinden in de richting van de leefomgeving.” De kiem voor deze culturele verandering ligt volgens Grafe bij de herinrichting van onze leefomgeving; “Een duurzame cultuur van wonen kan niet bestaan zonder een goed ontwikkelde cultuur van bouwen.” Dit laatste impliceert dus dat er in eerste instantie bij de bouwheren van vandaag een mentaliteitswijziging moet plaatsvinden. Denis Dujardin, landschapsarchitect en gastdocent landschap en stedenbouw aan diverse hogescholen, ziet hier een grote rol weggelegd voor projectontwikkelaars: “Je zou deze bezielers van de verkavelingcultuur moeten overtuigen om af te stappen van dat ‘hyperindividualistisch bouwen’ dat nu gangbaar is bij grote projecten.”
“Je kan nieuwe plaatsen zodanig inrichten dat mensen er gehecht aan raken.” Denis Dujardin
Projectontwikkelaars moeten, volgens Dujardin, beginnen inzien dat alternatieve woontypologieën als groepswoningbouw en meervoudig wonen de toekomst zijn voor een overbevolkt cultuurlandschap. Hij benadrukt dat het hierbij belangrijk is de gebruikers ervan te overtuigen dat deze alternatieven geen verlies aan privacy inhouden. “Projectontwikkelaars moeten inzien dat ze door het bouwen van een geconcentreerde, identificeerbare publieke ruimte een win-winsituatie kunnen creëren voor de woonkwaliteit van dat individuele wonen. Mij lijkt het dat wanneer mensen zich kunnen identificeren met een bepaalde wijk dit bijdraagt tot de levenskwaliteit.”
> Dierbaar is duurzaam Impliceert voorgaande redenering dat we vanaf nu met een schone lei van voor af aan moeten beginnen? Neen. Zonder dat we er veel aan moeten doen zijn gelukkig heel wat gebouwen en stedelijke ontwikkelingen reeds duurzaam. Stedenbouw met de sloophamer is geen oplossing om te komen tot duurzaam wonen en bouwen. Het potentieel van het bestaand patrimonium moet gemaximaliseerd worden en aangevuld met nieuwe architecturale ingrepen. De wisselwerking tussen het onroerend erfgoed en innovatieve architectuur moet de leefbaarheid van de gebouwde ruimte garanderen voor de huidige en toekomstige generaties. Een gelijkaardige dialectiek is nodig tussen de bebouwde en open ruimte. Op die manier is natuurbehoud steeds een vorm van landschapsarchitectuur. Grafe en Dujardin leggen allebei de nadruk op de emotionele en mentale waarde die gebruikers aan gebouwen, omgevingen, landschappen koppelen.
“Gebouwen en steden waarmee we ons emotioneel verbinden –waarvan we houden– zijn de beste vorm van duurzame leefomgeving.” beweert Grafe. Een passiefhuis waarin je je niet lekker voelt heeft geen toekomst. Architecturale kwaliteit is geen kwestie van een (luxueuze) saus over het functionele bouwwerk. Het is een basisvoorwaarde om te komen tot duurzame steden. Ook Dujardin deelt die mening; “Een plek is pas duurzaam wanneer ze gekoesterd wordt.” Bij het ontwikkelen van stedenbouwkundige projecten is het volgens hem belangrijk om te ontwerpen vanuit zogenaamde ‘punten’ in plaats van ‘lijnen’. “Deze punten kunnen verschillende vormen aannemen. Bij het IGLO-project (2005, D. Dujardin ism Technum, Linkeroever Antwerpen, stedenbouwkundig project met als doel verschillende generaties dichter bij elkaar te brengen) is dit ‘punt’ een straat, die als rode draad doorheen de wijk mensen tot ontmoetingen brengt. Eigenlijk heeft deze straat meer weg van een plein, waaraan allerlei sociale componenten gekoppeld zijn.” Het beste voorbeeld van duurzame stadsontwikkeling is volgens Denis Dujardin de aanwezigheid van pleinen: “Pleinen zijn eigenlijk de basis voor stedenbouwkundige kwaliteit. Het zijn in feite plaatsen waar mensen voortdurend –gewild en ongewild– elkaar ontmoeten. Ze vormen een concentratie van open ruimte en bebouwing die perfect samengaat.” Pleinen kunnen volgens Dujardin beschouwd worden als ‘dierbare punten’ in het landschap. Doordat ze geworteld zijn in onze gemeenschappelijke geschiedenis en een forum bieden voor sociale en culturele ontmoetingen, zijn pleinen volgens Dujardin uitermate duurzaam en gelden ze als voorbeeld voor woonvormen op macro - en microniveau. Hij concludeert: “Als stedenbouwkundig ontwerper moet je op een manier te werk gaan waarbij je het centrale en het dierbare –naar analogie met een plein– kan bewerkstelligen op een hedendaagse manier.” Is dergelijke emotionele verknochtheid aan een plek of gebouw –met het oog op duurzaam bouwen– ook mogelijk bij nieuwbouwprojecten? Het antwoord van Dujardin is resoluut ja! “Je kan nieuwe plaatsen zodanig inrichten dat mensen er gehecht aan raken.” Hij vermeldt hierbij het belang van de zogenaamde ‘omgevingspsychologie’, een manier om de ruimte en gebruikers te benaderen die volgens hem te weinig aan bod komt bij opleidingen Architectuur & Stedenbouw. “Men moet jonge architecten en stedenbouwkundigen leren nadenken over het begrip ruimte: hoe ervaren mensen een ruimte, hoe worden ruimtes beleefd en vooral, hoe reageert de psyche op een ruimte.”
10
Vai_DvA2011_KnackWeekend.indd 10
18/08/11 10:50
INFO EN RESERVATIE WWW.DAGVANDEARCHITECTUUR.BE
“GEBOUWEN EN STEDEN WAARMEE WE ONS EMOTIONEEL VERBINDEN –WAARVAN WE HOUDEN– ZIJN DE BESTE VORM VAN DUURZAME LEEFOMGEVING.” Christoph Grafe
Open Leercentrum Gent, Sum Project © Stad Gent
OPENGESTELDE GEBOUWEN Antwerpen KENDALL, van pakhuis naar duurzame kantooromgeving Met de realisatie van ‘de KENDALL’ bewijst bouwheer SD WORX dat duurzaam bouwen en herbestemming hand in hand gaan. Het voormalige 19de eeuwse stapelhuis is door het ontwerp van architectenbureau Stramien en het advies van studiebureau Cenergie omgevormd tot een energiezuinig kantoorgebouw. Met de combinatie van allerhande passieve technieken en van een luchtdichte geïsoleerde schil aan de binnenzijde van het gebouw, is ‘de KENDALL’ een toonbeeld voor milieuvriendelijk verbouwen. KENDALL kantoorgebouw, 2010
Giststraat, 2000 Antwerpen Arch Stramien cvba (Architec- tuur en Ruimtelijke Planning), i.s.m. Cenergie cvba (duur- zaam bouwen)
RONDLEIDINGEN Sint Niklaas Voorbeeld voor moderne uitvaartcentra: Crematorium Heimolen Claus & Kaan Architecten laat met Heimolen zien dat moderne, minimalistische architectuur een perfect opvangnet kan zijn voor menselijke emoties. Bij een crematorium denk je misschien niet meteen aan ‘duurzaamheid’, maar Heimolen bewijst dat het één het ander niet hoeft uit te sluiten. Zo beschikt het gebouw over een warmtewisselaar, die ervoor zorgt dat de warmte van de verbrandingsovens herbruikt wordt. Daarnaast heeft het complex een eigen waterfiltersysteem dat aangesloten is op het open watersysteem van de vijvers op de begraafplaats. Ovengebouw en ontvangstgebouw, 2008
Waasmunsterse Steenweg 9100 Sint niklaas Arch Claus & Kaan Architecten • Reservatie verplicht
Gent Open Leercentrum op de campus van Gent De basis van een duurzaam ontwerp is steeds de inplanting en oriëntatie. Deze werd voor het Open Leercentrum grotendeels bepaald door de inschakeling in het masterplan van de campus Schoonmeersen van de Hogeschool Gent. De zuidelijke gevel is voornamelijk massief opgebouwd met relatief kleine glaspartijen. Alle andere gevels zijn beglaasd in functie van maximaal daglicht. De binnengevel, die zuidwaarts gericht is, wordt beschermd tegen oververhitting door de membraanconstructie en de aanplanting van de bomen op de dakterrassen die in de zomer een extra filter vormen. Bijkomend zijn speciale technieken gebruikt in functie van regenwaterrecuperatie, daglichtsturing van de verlichting. Er werd geopteerd om geen koeling te voorzien, maar met het ventilatiesysteem kan een beperkte nachtkoeling worden gerealiseerd.
Kust, Oostende Krekengebied In het krekengebied worden heel wat veranderingen doorgevoerd. 630 ha wordt heringericht om de natuur en het milieu te beschermen. De stad Oostende werkt daarvoor samen met de Vlaamse Landmaatschappij. Er komt meer ruimte voor fietsers en wandelaars en de natuur kan er opnieuw rustig op haar plooi komen. Het krekengebied omvat een vijftal gebieden in Oostende en Oudenburg. Het betreft de Zwaanhoek, de Grote en Kleine Keignaert, het gebied met de Zoutekreek, Sluiskreek en Straatkreek, de Kleiputten van Snaaskerke en het toekomstige stadsrandbos tussen de Grintweg en de A10. Veel van de gronden zijn volgens het gewestplan natuurgebied, maar kennen momenteel geen natuurbeheer. Op termijn moeten deze gronden effectief ingericht en beheerd worden als natuurgebied. Het natuurinrichtingsproject zal die overgang begeleiden.
Open Leercentrum, 2009
Schoonmeersstraat 9000 Gent Arch Baro & SumProject 11
Vai_DvA2011_KnackWeekend.indd 11
18/08/11 10:50
THEMA DUURZAAMHEID De stad Oostende zal het stadsrandbos verder aanleggen. Het is de bedoeling dat een zone van 150 ha langzamerhand omgevormd wordt tot bos. Hier en daar zijn open plekken met riet, water en graslandjes voorzien. Het bos zal een ideale plek zijn om de drukte van de stad te ontvluchten. Er komt ook een wandel- en fietspad. De privacy van de omliggende woningen wordt zoveel mogelijk gerespecteerd.
INFO EN RESERVATIE WWW.DAGVANDEARCHITECTUUR.BE
Aansluitend wordt het Fort Napoleon bezocht. In 1995 werd de eerst fase van de restauratie uitgevoerd onder leiding van ingenieur Wim Van der Schueren. De tweede fase werd begeleid door de architecten Govaert en Vanhoutte. Wandeling • Plaats: Oostende -Fortstraat 128 • Tijdstip: 14u-15u-16u • Duur: 1u • Prijs: 5 Euro • www.fortnapoleon.be
Fietstocht
• www.dekustkijktverder.be
• Plaats: De Lange Schuur, Stuiverstraat 599, 8400 Oostende • Tijdstip: 14u • Duur: 2u • Prijs: 8 Euro • www.vlm.be
Ruimtelijke omgeving Duin en Zee & Fort Napoleon Duin en Zee heeft enerzijds een gebouwencomplex en anderzijds een attractieve buitenomgeving door haar ligging midden in de duinen en vlak bij zee en strand. Bij het uitvoeren van de omgevingswerken lag de nadruk op de symbiose tussen jeugd en groen, met als doel natuurherstel en het behoud van open ruimte voor spelende kinderen.
Leefbare haven Zeebrugge Doel van dit project is zoveel mogelijk de hinder vanuit de haven van Zeebrugge, op de omliggende dorpen te verminderen en te dempen. Dit gebeurt door ondermeer door tal van landschappelijke ingrepen. Neem deel aan een fietstocht en ontdek hoe een havengebied ook een landschappelijke meerwaarde te bieden heeft. Fietstocht langsheen verschillende kleinere projecten waar telkens de landschappelijke impact van de haven werd aangepakt. Fietstocht • Plaats: Zeedijk 68, Knokke-Heist (ter hoogte van Natuurreservaat Baai Van Heist) • Tijdstip: 14u • Duur: 2u • Prijs: 8 Euro • Reservatie verplicht
Nieuwe publicatie Naar een groen en dynamisch stedengewest Duurzaam wonen & bouwen, Team DO (DAR, Afd. Stafdienst van de Vlaamse Regering) Vlaanderen zet sterk in op duurzaam wonen en bouwen. Eind 2004 startte de Vlaamse overheid het transitieproces duurzaam wonen en bouwen op om een fundamentele verandering (transitie) op gang te brengen naar een manier van wonen en bouwen die beantwoordt aan de principes van duurzame ontwikkeling. Twee doelstellingen stonden daarbij centraal: een langetermijnvisie ontwikkelen met het vizier op 2030, en een breed maatschappelijk vernieuwingsnetwerk opzetten. Dit jaar volgden nog twee nieuwe initiatieven die de transformatie van Vlaanderen naar een Groen en Dynamisch Stedengewest - een ambitie die werd geformuleerd in het plan Vlaanderen in Actie - mee moeten bevorderen. Begin maart ondertekenden minister-president Kris Peeters en de vijf Vlaamse provincies een samenwerkingsovereenkomst voor de ondersteuning van vijf provinciale steunpunten duurzaam wonen en bouwen. Deze steunpunten zullen in hun provincie uitgroeien tot de gespreks- en adviespartner inzake duurzaam wonen en bouwen voor een zo breed mogelijke doelgroep. Op korte termijn zal de Vlaamse Regering ook een Vlaamse maatstaf voor duurzaam wonen en bouwen goedkeuren. Dit instrument zal het referentiekader worden voor duurzaam wonen en bouwen in Vlaanderen. De Vlaamse overheid wil ondertussen uiteraard ook het goede voorbeeld geven via concrete realisaties in haar eigen gebouwen. Zo werd een handleiding opgesteld met een geïntegreerde waarderingsmethode voor de eigen kantoorgebouwen. Deze referentiegids, die in december 2010 geactualiseerd werd, maakt het mogelijk kantoorgebouwen te beoordelen op het vlak van duurzaamheid. De Vlaamse overheid heeft al enkele voorbeeldkantoorgebouwen gerealiseerd: zo is er onder meer het Centraal besturingsgebouw voor het Dijle- en Zennebekken in Leuven van de Vlaamse Milieumaatschappij, dat gebouwd werd conform de passiefhuisstandaard en met veel aandacht voor het water- en materialengebruik. En heel recent werd in Leuven ook het ambitieuze Vlaams Administratief Centrum (VAC) in gebruik genomen, dat de maximale score behaalt volgens de handleiding kantoorgebouwen. Daarnaast hebben ook de sociale huisvestingsmaatschappijen al bewezen dat zij een voortrekkersrol spelen, en ook bij scholenbouw en in de zorgsector worden grote inspanningen geleverd voor duurzaam wonen en bouwen. De Vlaamse overheid zal dit najaar een staalkaart presenteren van enkele vooruitstrevende realisaties via een voorbeeldenboek dat de eigen goede praktijken in de kijker zet. Bedoeling is om duurzaam wonen en bouwen meer bekendheid te geven. Naast publieke gebouwen, wordt in de publicatie ook sterk de nadruk gelegd op het woon- en verblijfsaspect via projecten in de sociale huisvesting, de zorgsector en toeristische verblijfscentra. Alle aspecten van duurzaamheid worden belicht aan de hand van een tiental reportages van zowel nieuwbouwprojecten als herbestemmingen van bestaand patrimonium. Voor meer info over bovenstaande initiatieven kan u mailen naar
[email protected]
Fort Napoleon, Oostende, Architectuurburo Govaert & Vanhoutte © Stefan Dewickere
Vai_DvA2011_KnackWeekend.indd 12
12
18/08/11 10:50
Uitreiking Cultuurprijs Architectuur 2010-2011 Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege reikt op zaterdag 8 oktober de Cultuurprijs van de Architectuur uit. De Vlaamse Gemeenschap heeft een traditie in het uitreiken van Cultuurprijzen. Het zijn kwaliteitslabels en de overheid wil daarmee blijk geven van erkenning voor het culturele belang van het werk van de laureaten. Bovendien zijn het stimuli van de verschillende cultuurdisciplines en verhogen ze het culturele bewustzijn. Vanaf het seizoen 2010-2011 zetten de Vlaamse Cultuurprijzen ‘nieuwe stijl’ de verschillende sectoren meer in de kijker. Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege besliste daarom vanaf het seizoen 2010-2011 de prijzen op een sectorevenement uit te reiken. De Cultuurprijs voor Architectuur wordt uitgereikt op de vooravond van de Dag van de Architectuur. • Datum: zaterdag, 8 oktober 2011 om 20u • Organisator: Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media. • Locatie: deSingel, internationale kunstcampus • Adres: Desguinlei 25, 2018 Antwerpen • www.vai.be of www.cultuurprijzen.be
VIBE (Vlaams Instituut voor Bio-ecologisch Bouwen en Wonen Duurzaam bouwen is goed, biologisch bouwen is beter Najaarscampagne van VIBE In 1981 werd het Genootschap voor Gezond Bouwen en Wonen, de voorloper van VIBE, opgericht. 30 jaar later is het bio-ecologisch bouwen actueler dan ooit. De 30ste verjaardag wordt daarom gevierd met een campagne die het hele najaar zal inpalmen. Verspreid over de herfst biedt VIBE een ruime waaier aan cursussen, vormingen en studiedagen aan. Zoals elk jaar zal VIBE ook aanwezig zijn op beurzen als Passive House (Brussel, 12-13 september) en Hout & Groen Wonen (Antwerpen, 19-20 november) en is er ook een bioecologische VIBE-tour tijdens de Ecobouwers Opendeur van BBL (5-6 & 11-13 november ).
Presentatie vlugschrift DIERBAAR IS DUURZAAM
Naar een duurzame cultuur van het bouwen Een specifiek aspect dat in de komende jaren aandacht moet krijgen is de invulling van de wens naar een duurzamere architectuur en stedenbouw. Vandaag wordt het duurzaamheidsbegrip vaak zuiver bouwtechnisch benaderd, zij het in de vorm van experimenten met passiefhuizen, zij het door de toepassing van gesofisticeerde technologieën in grotere gebouwen. Ondertussen bestaat er een reëel gevaar dat de wens om het eigen huis gereed te maken voor de toekomst door het volledig in te pakken in dikke isolerende lagen, het aanzien van de steden en het landschap in de komende jaren volledig gaat veranderen. De ontwikkelingen in andere Europese landen doen vermoeden dat dit op termijn ook in Vlaanderen zichtbaar zal zijn in bouwkundige aanpassingen aan privéhuizen, maar waarschijnlijk ook aan openbare gebouwen. Het is zaak om hierop nu te anticiperen. Het initiëren van een geïnformeerd publiek debat over de mogelijke gevolgen van deze ontwikkeling voor de cultuur van het bouwen moet één van de belangrijke taken voor het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) zijn. Het is ook een uitdaging omdat de wens naar een bouwkundige aanpassing van het eigen huis diep geworteld is in een land waar het kleinschalige eigen woningbezit dominant is. Het gaat hier niet alleen om ecologische, maar ook om sociale duurzaamheid. Christoph Grafe, Directeur VAi Dit is een fragment uit het vlugschrift rond culturele duurzaamheid (auteur Christoph Grafe), dat gelanceerd wordt tijdens de uitreiking van de cultuurprijs voor architectuur op zaterdag 8 oktober 2011.
www.vibe.be
13
Vai_DvA2011_KnackWeekend.indd 13
18/08/11 10:50