Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cu/tuur en Wetenschap
RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Peppel
3o6,% Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Datum schoolbezoek Rapport vastgesteld te Utrecht op 14
Beuningen Gld 21NO 121958 21 februari 2011 april 2011
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Basisschool De Peppel 21 februari 2011
Inhoud 1
Inleiding — 5
2
Bevindingen — 7
3
Conclusie — 10 Bijlage — 11
pagina 3 van 12
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Basisschool De Peppel 21 februari 2011
Inleiding Op 21 februari 2011 heeft de inspectie basisschool De Peppel bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. De bijlage bij dit rapport bevat een overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Indien tijdens het onderzoek echter blijkt dat er mogelijk sprake is van zwakke of zeer zwakke onderwijskwaliteit, dan zet de inspectie het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek, na overleg met het bevoegd gezag, om in een kwaliteitsonderzoek.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op basisschool De Peppel naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Analyse van andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij: • schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd; • enkele groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; • gesprekken met de directie en de intern begeleider/zorgcoördinator zijn gevoerd. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. pagina 5 van 12
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Basisschool De Peppel 21 februari 2011
pagina 6 van 12
Rapport Onderzoek In het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Basisschool De Peppel 21 februari 2011
Bevindingen De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op basisschool De Peppel de kwaliteit van het onderwijs voor de meeste onderzochte indicatoren op orde is. Het betreft hier met name indicatoren die betrekking hebben op de aspecten opbrengsten en kwaliteitszorg. Naast de positief beoordeelde aspecten vraagt de inspectie aandacht voor een aspect waarvan de kwaliteit op onderdelen verbetering behoeft. Dit betreft zorg en begeleiding. Op De Peppel heerst een schoolklimaat waarbij sprake is van een grote taakgerichtheid en betrokkenheid van de leerlingen. Tijdens de klassenbezoeken bleek dat leerlingen en leraren met respect met elkaar omgaan. De school steekt veel energie in een bruisende en activerende schooltijd voor de kinderen. In het recente verleden heeft zij ook veel energie gestoken in het aanpassen van de taalmethode aan haar onderwijsconcept. Een concept waarbij wereldoriëntatie een centrale plaats inneemt. Waar mogelijk wordt de leerstof als geïntegreerde activiteit aangeboden. Zo kan vanuit een spreekbeurt of onderwerp bij wereldoriëntatie een bepaalde taalactiviteit vorm krijgen.
Toelichting De opbrengsten De eindopbrengsten liggen in zijn geheel in voldoende mate op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Dat is echter niet in alle jaren het geval. In 2009 en 2010 zijn de eindopbrengsten voldoende, in 2008 is dat niet het geval. Bij een nadere beschouwing van de eindopbrengsten blijkt verder dat ze in alle drie de jaren onder het landelijk gemiddelde van het Cito liggen. Gezien de kenmerken van de leerlingenpopulatie zouden betere eindopbrengsten tot de mogelijkheden moeten behoren, zeker als de school stijgende lijn die de eindopbrengsten nu vertonen weet vast te houden. Ook de tussentijdse resultaten liggen in voldoende mate op het niveau dat mag worden verwacht, zij het dat dit ook hier niet over de hele linie het geval is. De tussenopbrengsten voor technisch lezen in groep 3 zijn onvoldoende. De tussenopbrengsten voor technisch lezen in groep 4, voor rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en voor begrijpend lezen in groep 6 zijn voldoende. De inspectie beoordeelt indicator 1.4 (leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden) als onvoldoende, omdat de school voor de leerlingen die dit betreft geen realistisch en onderbouwd ontwikkelingsperspectief met daarvan afgeleide tussendoelen heeft vastgesteld. Omdat de school (nog) niet beschikt over een instrument om vast te kunnen stellen of de sociale competenties van de leerlingen op een niveau liggen dat mag worden verwacht, beoordeelt de inspectie indicator 1.5 niet.
pagina 7 van 12
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Basisschool De Peppel 21 februari 2011
Zorg en begeleiding De school gebruikt een landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde dat is afgestemd op de kenmerken van de leerlingenpopulatie. De toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden ten minste één keer in de loop van de kleuterperiode en ten minste één keer in de leerjaren 3 tot en met 8 afgenomen bij alle leerlingen. De leraren van de kleutergroepen gebruiken bovendien gestructureerde observatie-instrumenten voor het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen op ondermeer het gebied van ontluikende geletterdheid en gecijferdheid. Daarom beoordeelt de inspectie indicator 7.1 als voldoende. De inspectie plaatst daarbij wel een aantal kanttekeningen. Tijdens het schoolbezoek bleek dat er op basisschool De Peppel verschillende formats voor de groepsplannen in omloop zijn. Er is in dit opzicht geen sprake van uniformering en een doorgaande lijn. Hierdoor vertoont het systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de leerlingen niet de gewenste samenhang. De tweede kanttekening betreft de omstandigheid dat de intern begeleider onvoldoende tijd heeft om te controleren of aan de voorwaarden is voldaan die erin moeten voorzien dat alle (zorg)leerlingen de extra hulp krijgen die ze nodig hebben. De school signaleert voldoende vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Zij beschikt over eenduidige criteria, waarmee is aangegeven wanneer leerachterstanden te groot zijn en/of de ontwikkeling stagneert. Deze criteria zijn voorhanden voor alle op de school gebruikte toetsen van het leerlingvolgsysteem, de gehanteerde observatie-instrumenten in de kleutergroepen en de methodeafhankelijke toetsen. De kwaliteit van de analyse van de verzamelde gegevens voor het bepalen van de aard van de extra zorg voor de zorgleerllngen is onvoldoende, omdat de inhoudelijke zorgvuldigheid waarmee de zorgvraag wordt geanalyseerd te wensen overlaat. Zodoende wordt de kern van de hulpvraag van de leerling (of van groepen leerlingen) onvoldoende in beeld gebracht. Uit de typering van de beginsituatie van de individuele handelingsplannen en groeps(handelings)plannen blijkt in teveel gevallen niet wat de hiaten in kennis en vaardigheden zijn. Als gevolg daarvan valt uit de typering van de beginsituatie niet goed op te maken wat de oorzaken van de achterstanden zijn. Hierdoor biedt de analyse te weinig input voor het (groeps)handelingsplan en draagt zij onvoldoende ertoe bij dat de hulpactiviteiten passen bij de aard van de problematiek van de (zorg)leerlingen. Hoewel niet van invloed op het oordeel voor indicator 8.2 zet de inspectie vraagtekens bij de frequentie van de groepsbesprekingen. Die vinden slechts twee maal per jaar plaats. De inspectie acht het wenselijk dat dit vaker gebeurt om voldoende te waarborgen dat de extra zorg die zorgleerllngen nodig hebben een passende invulling krijgt. De tekortschietende kwaliteit van de analyse leidt ertoe dat de basis voor een planmatige uitvoering van de zorg wankel is. Dit is echter niet doorslaggevend voor het beoordelen van indicator 8.3. De inspectie beoordeelt de planmatige uitvoering van de zorg als onvoldoende om een drietal redenen. Op de eerste plaats omdat niet alle leerlingen die extra, op een handelingsplan gebaseerde zorg ook krijgen. Dit is ook al geconstateerd tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek van juli 2004. Op de tweede plaats omdat uit teveel handelingsplannen niet valt op te maken welke concrete doelen men precies wil realiseren. En op de derde plaats omdat uit teveel handelingsplannen niet blijkt welke specifieke (ortho)-didactische aanpak de leraar voor ogen staat bij de uitvoering van de extra zorg. Hierdoor en als gevolg van de hiervoor genoemde reden is de handelingsplanning te weinig sturend voor het handelen van de leraren en/of eventueel andere bij de extra zorg betrokken functionarissen.
pagina 8 van 12
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek l Basisschool De Peppel 21 februari 2011
De inspectie wijst er bovendien en opnieuw op (zie ook het periodiek kwaliteitsonderzoek in juli 2004) dat de school niet kan aantonen dat er consequent en regelmatig wordt gewerkt aan de uitvoering van de zorg door de geplande hulp bijvoorbeeld op te nemen in een vorm van logboekregistratie. Deze omstandigheid hangt nauw samen met de tweede kanttekening die de inspectie plaatst bij de toelichting op het oordeel over indicator 7 . 1 . Ook hier heeft de intern begeleider te weinig zicht op de daadwerkelijke gang van zaken. Op schoolniveau ontbreken te zeer de mogelijkheden om de leraren te ondersteunen bij het begeleiden van juist zwakke leerlingen. Uit de evaluaties die de inspectie heeft ingezien blijkt dat de school nagaat of de doelen van de extra zorg zijn gerealiseerd. Uit diezelfde evaluaties blijkt ook dat dit leidt tot keuzes voor het vervolgtraject. Daarom beoordeelt de inspectie indicator 8.4 als voldoende. Ook hier vallen echter enige kanttekeningen bij te maken. Uit de evaluaties komt niet altijd even duidelijk naar voren of de bereikte resultaten in overeenstemming zijn met de doelen die aanvankelijk werden gesteld. Het ontbreken van concrete doelen bemoeilijkt dit ook. De kwaliteit van de evaluaties kan bovendien worden verbeterd als de school zich meer dan nu het geval is rekenschap geeft van de vraag welke factoren hebben bijgedragen aan hetgeen is bereikt.
De
kwaliteitszorg
Tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek van juli 2004 bleek dat de kwaliteitszorg nog te weinig cyclisch van aard was. Tijdens het huidige onderzoek komt de inspectie tot de conclusie dat basisschool De Peppel zich op dit punt heeft weten te verbeteren. Er is nu wel sprake van een cyclisch systeem van kwaliteitszorg. De school kent de kenmerken van haar leerlingenpopulatie, heeft deze vertaald in de onderwijsbehoeften van haar doelgroep en verbindt daaraan conclusies voor de inrichting van het onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn de inspanningen van de school om de taalmethode die zij gebruikt op een verantwoorde manier aan te passen aan haar onderwijsconcept. Een ander voorbeeld van de vertaalslag die de school heeft gemaakt, betreft de aanpak van het onderdeel wereldoriëntatie. De school meet de eind- en tussenopbrengsten met behulp van landelijk genormeerde toetsen en evalueert deze. Zij trekt uit deze evaluaties conclusies voor haar schoolontwikkeling en legt deze vast. Zij evalueert tevens of de kwaliteit van het onderwijsleerproces voldoet aan hetgeen zij daarover heeft vastgelegd in het schoolplan en andere documenten (jaarplannen). Directie en team doen dit op een volledige (dat wil zeggen dat alle kwaliteitsaspecten van het onderwijsleerproces aan de orde komen) en betrouwbare (met een gestandaardiseerd instrument) wijze en trekken ook hieruit conclusies voor de schoolontwikkeling. Bovengenoemde evaluaties liggen ten grondslag aan de verbeteractiviteiten (onder meer op het gebied van technisch lezen) waar de school aan werkt. De keuzes die zij in dit verband maakt, zijn opgenomen in een meerjarenplanning. Omdat de doelen van de verbeteractiviteiten meetbaar en concreet zijn uitgewerkt en de school ook feitelijk aan haar verbeteractiviteiten werkt, beoordeelt de inspectie indicator 9.4 als voldoende.
pagina 9 van 12
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Basisschool De Peppel 21 februari 2011
Dit oordeel is ook van toepassing op het borgen van de kwaliteit van het onderwijs. De school heeft de afspraken en procedures die zijn gericht op het behoud daarvan vastgelegd en gaat voldoende systematisch na of iedereen dienovereenkomstig werkt. Zij informeert de verschillende belanghebbenden in voldoende mate over de kwaliteit van het onderwijs, alsmede over de effecten van de verbeteractiviteiten. Dat blijkt uit de schoolgids en de informatie die op de website van de school is te vinden. Daaruit blijkt tevens dat de informatie die de school verschaft actueel en inzichtelijk is en voldoende is afgestemd op de doelgroep. Op grond van dit alles beoordeelt de inspectie indicator 9.6 eveneens als voldoende.
Conclusie De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op basisschool De Peppel voor wat betreft de aspecten opbrengsten en kwaliteitszorg op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden slechts een beperkt tekortkomingen kent. De kwaliteit van het aspect zorg en begeleiding kan echter verbeterd worden. De inspectie handhaaft het reeds toegekende basisarrangement. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. De inspectie concludeert tevens dat de naleving van de wet- en regelgeving voor de standaard gecontroleerde onderdelen op orde is.
pagina 10 van 12
Rapport Onderzoek In het kader van het vierjaarlijkse bezoek ] Basisschool De Peppel 21 februari 2011
Bijlage In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2009. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2009 op www.onderwiisinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Kwaliteitsaspect 7a Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde Instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerllngen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
pagina 11 van 12
Rapport Onderzoek In het kader van het vierjaarlijkse bezoek 21 februari 2011
Basisschool De Peppel
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces, 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
N a l e v i n g W e t - en r e g e l g e v i n g nee NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NTlB In de schoolgids Is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO). NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art, 16, lid 1 en 3, WPO). NT2B In het schoolplan is Informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO). NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT3B In het zorgplan is Informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 19, lid 2, WPO). NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t / m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
pagina 12 van 12