Jaargang 3 nr. 10, 2012
Het andere vakblad voor de boomkwekerij
David Bömer, Grootgroenplus: Het is de markt die beslist welke beurzen levensvatbaar en succesvol zijn
Wat heeft de Floriade de boomkwekerijsector opgeleverd? • Vasteplantenkweker Stauden Peters • Select Plant • Buxus op de pijnbank • Essentaksterfte • Terugblik op vorstschade fruitboomkweker Cornelissen • Mysterieuze bal in boom • Noorse esdoorn • Calcium • Bodembemesting en bemonstering• GBM-actualiteit en onderzoek • Groen Op Wit Incl. gratis naslagwerk Groen Op Wit
Hereweg 344a 9651 AT Meeden T: 06-21804886 F: 0598-35 2232 www.boomkwekerijboneschansker.nl
DEN MULDER Boomteelt 5971NL Grubbenvorst T: 077 3662289 F: 077 3662784 www.denmulderboomteelt.com
leverancier van Buxusstek Sempervirens, Faulkner & Prunus Novita
www.wilbertstek.nl Smidstraat 1 - 6691 ES - Gendt Tel. 0481 - 425543 | Mob. 06 - 54255446 Fax 0481 - 422963 |
[email protected]
Vaste plantenkwekerij Eldertstraat 8 Zundert T: 076-5973026 F: 076-5972888
[email protected]
Van Aart Boomkwekerijen
Gespecialiseerd in (oude) fruitbomen en vormbomen Laan en sierbomen in container Varakker 4 4043 JZ Opheusden Tel: 0488-440136 Mob: 06-10017180 Fax: 0488-440567 www.corhuibers.nl
[email protected]
Voor al uw gewortelde stekken Gommelsestraat 2 5074 NG Biezenmortel T: +31 (0)135113396 F: +31 (0)135114183 M: +31 (0)651222823 www.hecostekcultures.nl
[email protected]
vander Rustenburgstraat 14 4681 DN Zundert F: 076-5971847 E:
[email protected]
Wencopperweg 64 3771 PP Barneveld T: 06-21582757 F: 0342-427039 www.wencopkwekerijen.nl
[email protected]
I: www.boomkwekerij-hereijgers-verhaard.nl
onteigening bemiddeling bij aan- en verkoop schade-expertise aan gewassen Prijzenregister Boomkwekerij
Groene Woud 33B 4731 GT Oudenbosch Tel/Fax 0031(0)165310190 www.vanaartboomkwekerijen.nl
[email protected]
Maalbergenstraat 12 4884 MT Wernhout T: 076 5972920 F: 076 597 0720 M: 06 221 171 25
Boomkwekerij L.B. Ruijgrok Gespecialiseerd in Buxus Laan- en vruchtbomen Langstraat 19 5863 BG Blitterswijck
[email protected] www.boomkwekerijendemaas.nl T: +31(0)478 531 545 F: +31(0)478 532 040
Hoofdstraat 74-76 4041 AE Kesteren T: 0488-482450 F: 0488-482858 E:
[email protected] www.bpboomkwekerijen.nl
verdelingen en spillen
BOOMKWEKERIJ MEIJS Laan-, park- en sierbomen Bosschebaan 23, 5384 VX Heesch T: 0412 451948 E:
[email protected]
Servennenstraat 5 5066 PS Moergestel T: 013-5131555 / 06-50874190 F: 013-5133819 www.jvanroesselboomkwekerij.nl
Handveredelingen van loofhout en coniferen
Loonseweg 31 5843AA Westerbeek T: 06-23205101 F: 0485-380144 E:
[email protected]
Gespecialiseerd in stek, p9,
Laan-, Sier- en Parkbomen Solitair en meerstammigen 100 ha. Volle grond en 4 ha. container
Gespecialiseerd in spillen en lichte laanbomen voornamelijk eigen wortel
Voor al uw volLegronds plantgoed van diverse sierheesters, o.a. Prunus laur. cult., Taxus, coniferen en Buxus.
Slikke rentmeesters
Hoornaar/Ellemeet T 0111 671735 www.vdslikke.nl
T: 06-13096086
Groot assortiment bos en haagplantsoen in container
“Onze kwaliteit is onze toekomst”
Engelandstraat 1b 6669 DX Dodewaard T: +31 (0)488 413 097 F: +31 (0)488 411 088
[email protected] www.batouwe.com
Zeer uitgebreid assortiment Koepelstraat 3 4884 MV Wernhout T: 076-5974349 M: 06-51519763 F: 076-5976152
[email protected]
Gespecialiseerd in laan- en sierbomen De Hel 9a 6668 LG Randwijk T: 0488-441181 F: 0488-441227 M: 06-13382255 E:
[email protected]
makes your world green Handelskwekerij G. Hoogenraad B.V. Rijksweg 30a 6744 WB Ederveen tel. 0318 571665
[email protected] www.hoogenraadplant.nl
Kwekerij 't Plantloon 300 Ha met o.a. Coniferen, Buxus, Prunus, Taxus, Kerstbomen en Rhododendrons. Zowel volle grond als potgekweekt. Eperweg 52 8167 L J Oene T: +31(0)578-641422 F: +31(0)578-641404
[email protected] www.debuurte.nl
Heesters in volle grond Biggelaarstraat 1
Kraaiheuvelstraat 1e 4885 KZ Achtmaal F: 076-5985337 M: 06-53925667 E:
[email protected]
4881 JA Zundert T: 076-5975071 M: 06-51426755 F: 076-5976708 E:
[email protected] www.boomkwekerijwillemsenbv.nl
Beekweg 27 7887 TN Erica T: 0591-301855 M: 06-21450704 www.weberstekcultures.com
Groot assortiment coniferen, buxus , taxus en prunus lauro in soorten Plantloonseweg 3 5171 RD Kaatsheuvel T: 0416 339996 F: 0416-348516
SGS -
Akkerstraat 2a 5084 HL Biest-Houtakker T: 0135054084 M: 0622777615
[email protected] www.vromanskwekerijen.nl
Gespecialiseerd in Cornus – Salix – bijzondere heesters De Hege Bouwen 1a 8566 JB Nijemirdum T: 0514-571809/ 06-22144806 F: 0514-593272
[email protected] www.eurodogwoods.com
Gespecialiseerd in teelt van vaste planten in pot Antoniusstraat 32 6011 SE Ell (L) Telefoon: +31 (0)495 555000 Fax: +31 (0)495 555001 E-mail:
[email protected] www.linderskwekerijen.nl
015 10
Voor al u gestokte Hedera's ‘Natuurlijk’ goed in Laanbomen
Breedstraat 20 5105 AE Dongen M: 06-51169308 F: 016-2850101
Volen 7 5812 AG Heide-Venray T: 0478- 581436 F: 0478-568219
[email protected] www.boomkwekerij-michels.nl
[email protected]
Boomkwekerij
H. KNOL B.V. Jodendijk 51, 7211 EM Eefde NL. E-mail:
[email protected]
Ruim assortiment van heesters, gespecialiseerd in heesters op stam Voorweg 139 2391 AJ Hazerswoude-Dorp M: 06 214 535 28 www.labanenzn.com
Gespecialiseerd in alle gangbare Rhododendrons, van 50 cm tot XL. Europaweg 269 7766 AJ Nieuw Schoonebeek T: 06-10393307 F: 0524-541239
[email protected] www.kerperien.nl
Gespecialiseerd in beworteld stek en plantgoed van Azalea japonica. Leucothoe in soorten, ook gepantenteerd Pieris japonica in soorten. Vaccineum vitis Idaea gepatenteerd. Grotebaan 6, 5428 NH Venhorst M: 06-53141408
[email protected]
Kwekerij Meuter Geusert 7a 6093 NR Heythuysen Tel. 0031-0653750573 www.kwekerijmeuter.nl
[email protected]
Gespecialiseerd in vaste planten in p9. Tevens kruiden, grassen en varens.
[email protected]
Gespecialiseerd in bijzondere coniferen.
Adviseurs voor: Bomen, Grootgroen, Flora&Fauna
Ongeworteld stek EversGroen Gerrit Achterbergstraat 13 4043 GH Opheusden Tel/Fax: 0488-428095 Mob: 06-21886091 Prijslijst: www.eversgroen.nl
Horstedijk 116 5973 PR Lottum
Onderzoek, advies, snoei ETW, ETT
Van Pallandtlaan 10 6998 AW Laag-Keppel T: 0314-642 221
[email protected] www.foreestgroenconsult.nl
T: 077-366 4080 F: 077-366 4081 E:
[email protected] I: www.rotjes.com
Telefoon: +31-575-540279
Laan van Mertersem 15 Breda, 076-520 3909
[email protected] www.b-vier.nl
Boomkwekerij Boomkwekerij
H. KNOL H. B.V. KNOL B.V. • 10 ha pot- en containerteelt, 6.5 ha recirculatie.
"Uw partner voor de beste start"
VOOR ALLE SOORTEN VARENS!
www.vitroplus.nl Tel: 0111-468088
Geusert 13 6093 NR Heythuysen (NL) T. +31 (0)475 49 86 00 F. +31 (0)475 49 86 09 E.
[email protected] I. www.bergs.nl
• 1.5 miljoen plantgoed/uitgangsmateriaal.
Boomkwekerijen "De Rutven" Wernhoutseweg 80A Inschrijvingsn Handelsvoorw 4884 AX Wernhout (NL) EG kwaliteit T: +31 (0)76 597 6046 EG Plantenpa Naktuinbouw F: +31 (0)76 597 7376 800024 Naktuinbouw Op al onze offertes en overeenkomsten zijn de HBN voor Nederland van toepassing
[email protected] www.knolplant.nl Arrondissementsrechtbank te ’s Gravenhage onder nummer 95/1994. Voor het buitenlan Betalingen binnen 45 dagen netto.
[email protected] www.rutven.nl
• 1.5 miljoen heesters en rozen als leverbaar product.
zwart
361
Kwekerij Van Laar van de Bijl Spillen en plantgoed voor de laanboomteelt Leyesterhegedyk 72 9077 TV Vrouwenparochie T: 0031 518 421640 F: 0031 518 421399
[email protected] www.friesespil.nl
Voor coniferen,taxus en laurierstruiken Fruithofstraat 22 6673 BL Andelst F: 0488-421504 T: 0621982294 E:
[email protected]
Oirschot T: 06-133 77 945 F: 0499-84 14 00 www.vangerwen boomkwekerij.nl
VERTROUWD MET BOMEN! Markweg 5 4856 AC Strijbeek T: 06 51856572 F:076 5613813 E:
[email protected] www.topbuxus.com
Broeksteeg 2 6732 GS Harskamp T 0318 - 654855 F 0318 - 479844
[email protected] www.flierboomverzorging.nl
Horsterdijk 116, 5973 PR Lottum, T 077 366 4080, F 077 366 4081, E
[email protected]
p e m nz d o k o raa .co kij or Be e vo jes l t
e tu ro ac w. w w
Gewortelde stek van Hebe - Rosa - Vinca sier-, en bodembedekkende heesters
14
Klaus Peters: 'Niet altijd enthousiast over de meerwaarde van bedrijven als Landgard en Flora Holland
Hij lijkt met zijn halflange haar niet echt op een kweker en zijn nonchalante halfopen geknoopte blouse doet niet echt een Duitser, maar eerder een rocker vermoeden. Toch is hij allebei: Duitser en vasteplantenkweker. Klaus Peters is de derde generatie van een van de grotere vasteplantenkwekers van Duitsland: Stauden Peters in Kranenburg, net over de Duitse grens bij Nijmegen. Klaus Peters
5
Colofon Boom in Business wordt 10 keer per jaar in een gemiddelde oplage van 3250 exemplaren verspreid onder boomkwekers en toeleveranciers. Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Postbus 569 Fransestraat 41 6500 AN Nijmegen 6524 HT Nijmegen T 024-3602454 F 024-3602464 Hoofdredacteur: Hein van Iersel (
[email protected]) Vakredactie: Ruud Jacobs (
[email protected]) Santi Raats (
[email protected]) Broer de Boer (
[email protected]) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Tess Nillesen Advertenties: David Scholte (
[email protected]) Peter Jansen (
[email protected]) Alberto Palsgraaf (
[email protected]) Abonnementen 64,- per jaar. De abonnementsperiode loopt tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. Voor opgave van een nieuw abonnement belt u met (024) 360 24 54. Op alle abonnementen zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze vindt u op www.boomzorg.nl/abonnement ISSN: 2211-9884 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Boom in Business c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Boom in Business wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.
6
12
Select Plant Laan- & Sierbomen Teelttechniek In Europa bestaat een systeem waarbij de overheid verplicht is boomkwekerijgewassen enerzijds te controleren op Q-organismen en anderzijds op kwaliteitsziekten en soortechtheid. De basiskeuring vormt de basis voor het vernieuwde Naktuinbouw Select Plant-systeem, waarmee de afnemer meer zekerheid krijgt over herkomst, soortechtheid en raszuiverheid.
50
De vorstschade toch ook nog iets positiefs opgeleverd: de ‘negenmaandenboom’ Reportage Eind maart/begin april 2012 begon
en verder Actueel 8
Nieuws
40
Bart Faassen over het belang van Groen
op Wit
fruitboomkweker Matthijs Cornelissen in de Flevopolder aan een gigantische
Ziekten & Plagen
entklus. Op een perceel van 9 hectare
48
Onderzoek naar minder vatbare klonen
werden zo’n 325.000 bevroren jonge
Fraxinus excelsior
peren opnieuw geënt. Hoe is allemaal verlopen?
Fotospread 26
Bal in de boom
Sortiment 34
De vlag hijsen voor de Noorse esdoorn –
deel 2
Teelttechniek 42
Calcium: een must voor jong,
snelgroeiend blad
46
Bodemanalyse en bemestingsstrategie
zijn maatwerk
55
Agrifirm Plant richt pijlen meer op de
boomkwekerij Column 45
Teelt, afzet, organisatie en markt
66
Hoofdredactioneel
inhoud 58
Everris Boom in Business-kerstdiner: ‘Verdient Nederland zijn eigen IPM?’ Forum Met het tweede Everris Boom in Business-kerstdiner is er sprake van een prille traditie. Vorig jaar was het thema ‘Vaders en hun bedrijfsopvolgers’. Dit jaar was het thema politieker van aard en meer geënt op de actualiteit. Boom in Business confronteerde de sector met de vraag: Verdient Nederland zijn eigen IPM?
28
Top of flop? Terugblik op zes maanden deelname aan de Floriade 2012 Achtergrond Zondag 7 oktober gingen de poorten van de Floriade 2012 definitief op slot. Gedurende een half jaar toonden in Venlo ook diverse bedrijven uit de boomkwekerijsector hun producten, kunde en kennis. Boom in Business vroeg enkele deelnemers naar hun bijdrage, het uiteindelijk behaalde resultaat, verbeterpunten en eventuele plannen voor de Floriade 2022.
20
'Terugkeer buxus op Het Loo zal nog jaren duren' Ziekten & Plagen Terwijl in Nederland de discussie over de aanpak van schimmelziektes in buxus soms hevig oplaait, heeft België inmiddels door middel van veredeling duurzame buxussoorten ontwikkeld die beter bestand zijn tegen de schimmels.
7
Nieuws
Sharon Dijksma
www.twitter.com/Boom_inBusiness
nieuwe
2012 had ook ‘groene’ lichtpuntjes. Robuuste hybridebuxus in de maak en de eerste ‘negenmaandenbomen’ afgeleverd. Ben wel benieuwd hoe de bv Boomkwekerij Nederland internationaal op de kaart blijft. De beste wensen voor 2013!
staatssecretaris Landbouw
Vakredacteur Ruud Jacobs
Sharon Dijksma (PvdA) - voormalig Tweede Kamerlid en staatssecretaris van Onderwijs - is door koningin Beatrix beëdigd als staatssecretaris van Landbouw op het ministerie van Economische Zaken. Dijksma - opvolger van de onlangs afgetreden Co Verdaas - was eerder staatssecretaris van Onderwijs in het kabinet-Balkenende IV en PvdA-Kamerlid van 1994 tot 2007 en later nog eens van 2010 tot 2012. In 2012 was Dijksma nog in de race om burgemeester van Nijmegen te worden. Die post ging toen uiteindelijk naar Hubert Bruls. Verdaas trad onlangs af vanwege een bonnetjesaffaire uit zijn periode als gedeputeerde in Gelderland.
Agrariër zoekt leverancier op social media Land- en tuinbouwers die actief zijn op social media, zijn daar steeds vaker op zoek naar hun leveranciers. 44% wil via social media informatie ontvangen van zijn leveranciers, 35% is er zelfs in geïnteresseerd om hen te ‘volgen’. Vorig jaar was dat nog respectievelijk 19% en 15%. Dit blijkt uit een online onderzoek van AgriDirect, uitgevoerd in november 2012, waaraan 800 boeren en tuinders deelnamen. Facebook en YouTube lijken voor agribusinessbedrijven de meest aangewezen kanalen om in contact te komen met hun afne-
8
mers. 55% van de boeren en tuinders die actief zijn op social media maakt gebruik van Facebook, 51% komt regelmatig op YouTube. Ter vergelijking: in 2011 was YouTube nog het populairst, gevolgd door Facebook. Ook worden discussiefora en Twitter steeds populairder. Daarentegen is Hyves ook in de agrarische sector op zijn retour met 33% in 2011 en nog maar 10% in 2012. Driekwart van de agrarische ondernemers op social media zet deze (ook) zakelijk in, voornamelijk om het nieuws uit de sector in de gaten te houden. Ook worden social media regelmatig gebruikt om nieuws over producten en machines te vernemen, contacten met collega’s te onderhouden of tips uit te wisselen. Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op onderzoek onder online georiënteerde land- en tuinbouwers. Telefonisch onderzoek van AgriDirect onder 350 agrariërs, uitgevoerd in november 2012 en representatief voor de totale populatie, laat echter zien dat 33% van alle agrariërs op social media te vinden is. Het effectieve bereik van genoemde kanalen is dus lager.
Nieuwe middelen tegen vruchtboomkanker Vruchtboomkanker veroorzaakt hoge kosten in de teelt van appel. Daardoor is er dringend behoefte aan uitbreiding van het aantal middelen tegen deze schimmel. PPO testte meerdere kan-
didaten. Het middelenpakket voor de beheersing van vruchtboomkanker (Neonectria ditissima) krimpt. Om nieuwe, goedwerkende middelen te vinden die een reële kans op toelating hebben, is door WUR/PPO Fruit van 2009 tot en met 2011 de werking van een aantal nieuwe middelen getest en vergeleken met de effectiviteit van een aantal bestaande middelen, die al dan niet in combinatie zijn toegepast. Merpan en het referentiemiddel Topsin M waren effectief tegen vruchtboomkanker. Topsin M werkte in de meeste gevallen beter dan Merpan. Op dit moment is Merpan het enige toegelaten middel in de proeven dat goed werkte tegen vruchtboomkanker. Neccal, Folicur en vier nieuwe middelen werkten onvoldoende tegen de schimmel. Van de vijf nieuwe middelen had er één wel een goede werking. Toelating van dit middel voor gebruik tegen vruchtboomkanker in de fruitteelt is daarom dringend gewenst. Bron: Groen Kennisnet
DLV PLant-cursus Kostprijzen opstellen Goed inzicht in de kostprijs is belangrijk om optimaal te kunnen ondernemen. DLV Plant organiseert in 2013 een cursus waarbij boomkwekers in twee dagdelen leren hoe ze zelf de kostprijs van hun producten kunnen bepalen en hoe de berekeningen gebruikt kunnen worden bij de bedrijfsvoering. De cursus wordt gegeven door Wil de Bresser, specialist economie en strategie bij DLV Plant. In de cursus wordt specifiek ingegaan op
Regio Venlo eist helderheid over aantal
Project sierappels en
bezoekers Floriade
-peren van start met
De directie van de Floriade moet volledige tekst en uitleg komen geven aan de Regio Venlo over het tekort van 9 miljoen euro. De gemeenten willen vooral helderheid over het aantal betalende bezoekers van de wereldtuinbouwtentoonstelling. Volgens Dagblad De Limburger blijkt uit vertrouwelijke stukken die de krant in bezit heeft, dat de kaartverkoop 5,5 miljoen euro minder heeft opgeleverd dan oorspronkelijk was begroot. Voor deze tegenvaller geeft de Floriade als verklaring dat er meer kaarten met korting en kinderkaarten zijn verkocht. Tijdens de sluitingsceremonie op 7 oktober maakte directeur Paul Beck nog bekend dat 2.046.684 bezoekers de poorten van de Floriade hebben gepasseerd. Daarmee zou het verwachte totaal van twee miljoen bezoekers ruimschoots zijn gehaald. Volgens de Limburgse krant sprak de directie zelfs het vertrouwen uit dat de Floriade daardoor uit de kosten zou komen. Maandag 3 december kwam reeds naar buiten dat de Floriade in totaal 9 miljoen euro tekort komt. Het miljoenentekort zou veroorzaakt zijn door tegenvallende uitgaven door de bezoekers. Zo was er minder parkeergeld binnengekomen en zijn ook de horecaopbrengsten lager uitgevallen dan waar de organisatie van tevoren op hoopte. De totale inkomsten bleven hierdoor uiteindelijk 7,5 miljoen euro achter bij de begroting. Aan de andere kant bleken de exploitatiekosten 1,4 miljoen euro hoger dan begroot. Ondanks aandringen van de Regio Venlo weigert de Floriade-directie inzage in de boeken. Burgemeester Antoin Scholten van Venlo, voorzitter van de Regio Venlo, betreurt dat er nog steeds geen helderheid is. Behalve kritiek op de directie, worden er door de Regio Venlo ook vraagtekens gezet bij de rol van de raad van commissarissen die toezicht houdt. Die heeft volgens Regio Venlo verzuimd om de vijf aandeelhoudende gemeenten tijdig te waarschuwen. Een extern bureau gaat in 2013 onderzoek doen naar de hele gang van zaken rond de Floriade. Raadsleden uit de vijf gemeenten van het samenwerkingsverband Regio Venlo blijken niet geïnformeerd, terwijl de betrokken gemeentebesturen in oktober al op de hoogte waren van het exploitatietekort van 9 miljoen, zo meldt Dagblad De Limburger. De gemeenteraden zijn pas begin december bijgepraat. De gemeenten van Regio Venlo die uiteindelijk opdraaien voor een mogelijk tekort van de Floriade hebben hiervoor in hun begrotingen geen geld gereserveerd. Welke bedragen de gemeenten extra zouden moeten gaan betalen, is nog niet duidelijk. Burgemeester Scholten liet verder doorschemeren dat de Floriade-directie niet wilde dat de rode cijfers nu al naar buiten kwamen. Volgens Floriade-directeur Paul Beck is het nog veel te vroeg en zullen de uiteindelijke cijfers pas medio 2013 bekend zijn. de verschillende kostenposten, zoals directe kosten, arbeidskosten, afschrijvingen, rente en algemene bedrijfskosten. Uitgangspunt bij de bepaling van de kostprijsberekening is de boekhouding (financiële jaarstukken) van het bedrijf. Uit deze stukken worden alle kostenposten gehaald
en toegedeeld naar het product. Deelnemers van deze cursus gaan ook zelf op hun laptop in Excel met een kostprijsprogramma van DLV Plant aan de slag. De cursus bestaat uit twee dagdelen van 13.30 uur tot 16.30 uur. Bij voldoende deelname wordt de cursus gegeven in de volgende regio's op onderstaande datums: • Brabant 15 + 29 januari 2013 • Limburg 17 + 31 januari 2013 • Gelderland 22 januari + 5 februari 2013 • Boskoop 24 januari + 7 februari 2013 De kosten voor de gehele cursus bedragen € 300 (excl. btw). Dit is inclusief het door DLV Plant ontwikkelde kostprijsprogramma. ZLTOleden kunnen contact opnemen met Helma Hoff (ZLTO) om te informeren naar de kortingsmogelijkheden. Voor meer informatie en aanmelding: DLV Plant - telefoon 0411-652525 of www.dlvplant.nl/boomteelt.
27 mille aan giften Met de overhandiging van een cheque van 27.386 euro van het Wageningen Universiteits Fonds is op 1 december de Arboretumstichting Wageningen gestart met de uitbreiding van de sierappel- en -perencollectie. Het bedrag zal ten goede komen aan een project om de collectie sierappels (Malus) en -peren (Pyrus) aan te vullen. Bovendien zal de informatie over deze collectie op een interactieve manier toegankelijk worden gemaakt onder het motto 'Appels en peren vergelijken'. Als eerste stap om de bomencollectie uit te breiden, plantten Verhoeff en Smit een nieuwe variëteit sierappel, de Malus hupehensis ‘Arie Mauritz’. Het Belmonte-arboretum bezit van oudsher een omvangrijke collectie sierappels, maar deze is toe aan vernieuwing. Bij de zoektocht naar nieuwe cultivars wordt gelet op bomen die beter ziekteresistent zijn. Ook wil het arboretum de genenbron van Nederlandse introducties zo goed mogelijk conserveren, zodat toekomstige kwekers die kunnen benutten. De Malus hupehensis ‘Arie Mauritz’ is een veelbelovende nieuwe Nederlandse variëteit die zowel mooi als sterk en gezond is. Uit het Cultuurwaardeonderzoek laanbomen 2009 -2011, dat de onderzoekers Bart van der Sluis en Jelle Hiemstra van Wageningen UR PPO Bomen in maart publiceerden, blijkt dat de sierappel Malus hupehensis ‘Arie Mauritz’ als beste is getest op grond van groeikracht, gezondheid, kroonopbouw en vruchtdracht.
Werkloosheid onder mbo groengediplomeerden toegenomen De werkloosheid onder mbo groen-gediplomeerden is met 7,1% in 2011 flink toegenomen ten opzichte van 3,9% in 2010. Mbo groengediplomeerden in 2011 bevinden zich anderhalf jaar na diplomering iets minder vaak in het vervolgonderwijs dan in 2010. Zo’n vier op de tien gediplomeerden van niveau 4 zijn na het mbo groen een hbo-opleiding gaan doen. Opvallend is dat anderhalf keer zo veel doorstudeerders hun weg vervolgen in het niet-groene hbo als in
9
Nieuws het groene hbo (23% tegenover 15%). Van de werkenden zijn acht op de tien in 2011 actief in de groene domeinen. Dit staat in het rapport Intredeposities van mbo'ers groen in 2011, opgesteld door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt in Nijmegen.
Docentendag Boomkwekerij op HAS krijgt vervolg De Docentendag Boomkwekerij – een initiatief van de Onderwijscommissie Boomkwekerij – die op 16 november op de HAS in Den Bosch is gehouden, krijgt een vervolg. Doel van deze eerste Docentendag was om de kennis van vakdocenten in het mbo en hbo te vergroten en kennis met elkaar uit te wisselen. Er waren 19 vakdocenten aanwezig en daarnaast nog tien andere deelnemers uit het werkveld van het onderwijs. Het centrale thema op deze dag was: innovaties in de sector en in het beroepsonderwijs. De inleidingen waren: • Innovatieve technische ontwikkelingen in de boomkwekerij door Ton Baltissen van PPO/ WUR • Ledverlichting door lector Jasper den Besten van de HAS Den Bosch • Informatie op Groen Kennisnet door Rob van Genderen van WUR • Hoe zou je leren voor studenten leuk kunnen maken? door Ardie van Honk van Prinsentuincollege • De Fruitacademie door Ad Verbogt van Rijnconsult • Visie LTO Nederland op de toekomst van het beroepsonderwijs in primaire sectoren door Erno Bouma van LTO Noord. De deelnemers deelden de mening dat zulke docentenbijeenkomsten één á twee keer per jaar moeten worden voortgezet. Jan van Leeuwen, voorzitter van de Onderwijscommissie, gaat hiermee nu verder aan de slag. Meer info: Erno Bouma -
[email protected].
10
M. van den Oever boomkwekerijen ontvangt ISO 26000-certificaat M. van den Oever boomkwekerijen in Haaren wordt donderdag 6 december als eerste Nederlandse boomkwekerij gecertificeerd volgens ISO 26000. De ISO 26000-norm borgt het maatschappelijk verantwoord ondernemen-beleid. 'Samen met twaalf andere, complementaire, agrarische bedrijven hebben wij het afgelopen jaar hard gewerkt aan de invulling hiervan', aldus directeur Harm Horlings.
ondernemen (Boot & Co), communicatie (Gebr. Van de Berk), logistieke organisatie (Rijnbeek en Zn), projectmatig werken (Huverba), ruimtelijke ordening en Greenport (M. van den Oever), kostprijsbewust werken (Fleuren) en afzet (La Serra). Ook zijn er trainingen gegeven bij Hutten catering, Plantion, Van Rijsingen, GrootGroenPlus Zundert, Van Kempen en Zn en Gebr. Jonkers. Voor het niveau 4-diploma waren ook Engels, Nederlands en rekenen verplichte onderdelen. In januari 2013 start de opleiding voor de tweede keer. Meer info: Corrie van Gestel (Helicon Bedrijfsopleidingen): 06-51786362.
Anthos wil uitgavenstop
Diploma's praktijkleergang Helicon uitgereikt Donderdag 22 november heeft bij Philips Fruittuin te Eindhoven de afsluiting plaatsgevonden van de Praktijkleergang Boomkwekerij van Helicon Bedrijfsopleidingen. Deze opleiding voor bedrijfsleiders en toekomstige bedrijfsleiders in de boomkwekerij is als pilot gestart in januari 2010. De geslaagde kandidaten hebben een mbo niveau IV-diploma teelt 4 (manager teelt of manager vershandel, logistiek en transport) ontvangen. De trainingen hebben allemaal in de praktijk plaatsgevonden en waren gekoppeld aan een specifiek onderwerp van het praktijkbedrijf. Behandelde thema's waren onder meer: hrm (Botden van Willegen), afdelingsplan (De Kuil), duurzaam
Het bestuur Boomkwekerijproducten van Anthos bepleit een uitgavenstop uit het financieringsfonds boomkwekerijproducten van het Productschap Tuinbouw. Het bestuur is ook van mening dat het bedrijfsleven op grond van reeds van kracht zijnde verordeningen zijn heffing aan het productschap moet betalen. Nu besloten is om de product- en bedrijfschappen op te heffen, moeten de afdrachten echter tot een minimum beperkt worden. Tegen de achtergrond van het feit dat in 2014 de product- en bedrijfschappen opgeheven worden, krijgt Anthos vragen uit zijn achterban of men nog op te leggen heffingsnota’s van het Productschap Tuinbouw moet betalen. Deze vraag is met name gerezen bij de bedrijven in de boomkwekerijsector, omdat die recentelijk verzocht zijn om hun opgave over het kalenderjaar 2011 in te dienen, op grond waarvan de heffingsaanslagen opgelegd kunnen worden. Gelet op de actualiteit van de discussies over de product- en bedrijfschappen betreurt het bestuur van Anthos het dat voor de boomkwekerijsector in zo’n laat stadium nog een heffingsaanslag over 2011 wordt opgelegd.
Desalniettemin is het van mening dat deze heffing moet worden afgedragen op basis van de Heffingsverordening Boomkwekerijproducten 2011, die bindend is voor het bedrijfsleven. De inkomsten worden vooral ingezet om reeds gedane uitgaven op het gebied van promotie, onderzoek, etc. te kunnen financieren. Voor de boomkwekerijsector is de heffingsverordening voor 2012 ook vastgesteld en op grond daarvan is het bedrijfsleven over dat kalenderjaar ook heffingsplichtig. Het bestuur van Anthos stelt zich echter op het standpunt dat de over dat jaar op te leggen heffing zo laag mogelijk moet uitvallen of zelfs op nul moet uitkomen. Om dat te bereiken, vindt Anthos dat met directe ingang geen uitgaven uit het PT-financieringsfonds voor de boomkwekerijsector meer mogen worden gedaan, met uitzondering van die uitgaven die voortvloeien uit reeds aangegane verplichtingen. De uitgavenstop moet ook voorkomen dat over het kalenderjaar 2013 bij het bedrijfsleven nog geheven gaat worden. Die doelstelling kan alleen worden bereikt indien het saldo van het financieringsfonds van de boomkwekerijsector toereikend is om alle nog lopende verplichtingen uit te kunnen dekken.
Collectieve beursdeelname voor Tuinbouw Zuid-Afrika maart 2013 Agentschap NL organiseert, samen met de Landbouwraad en de Nederlandse ambassade in Pretoria en Greenport Holland International, een Holland Paviljoen op de tuinbouwbeurs Undercover Farming Expo in Pretoria, Zuid-Afrika. Nederlandse bedrijven kunnen zich in dit paviljoen presenteren en gebruikmaken van de activiteiten die rondom de beurs worden georganiseerd. De beurs vindt plaats van dinsdag 5 tot en met donderdag 7 maart 2013. Op de beurs worden voor de Nederlandse deelnemers, naast het reguliere beursbezoek, individuele afspraken gemaakt met potentiële counterpartners. Meer info via
[email protected]
Uitbreidingsplannen
FloraMatchTM
boomkwekerij in de
berekent
lift
vrijgave nutriënten
Voor het eerst in vier jaar is het percentage boomkwekers met uitbreidingsplannen gestegen. Momenteel geeft ruim 10% van de boomkwekers aan plannen te hebben om uit te breiden of om zich op te laten volgen. Vorig jaar was dit nog krap 8%. Tegelijkertijd is het aandeel ‘stoppers’ in de boomkwekerijsector gedaald. In 2012 is dit gedaald naar 10,5%, waarmee het aandeel boomkwekers met beëindigingsplannen weer op hetzelfde niveau is als in 2009 en 2010. Met 12,7% was 2011 het jaar van het hoogste percentage ‘stoppers’ van de afgelopen vijf jaar. Van de boomkwekers met een bedrijfsgrootte van meer dan 12 hectare heeft 1 op de 5 uitbreidingsplannen. Dat is dubbel zo vaak als gemiddeld in de sector. Bovendien zijn in deze groep nauwelijks kwekers te vinden met plannen om het bedrijf af te bouwen of stop te zetten (1,3%). In het kader van de jaarlijkse BoomkwekerijScanner inventariseert AgriDirect onder andere de toekomstintenties van Nederlandse boomkwekers. Hiervoor werden in september en oktober 2012 ruim 2.200 boomkwekers in Nederland telefonisch benaderd. AgriDirect verzorgt direct marketing- en marktonderzoeksprojecten voor toeleveranciers en dienstverleners in de land- en tuinbouwsector.
uit Multicote Haifa Chemicals lanceert met FloraMatchTM nieuwe software die een toegevoegde waarde biedt aan de Multicote-productlijn. FloraMatchTM geeft de gecontroleerde vrijgave van nutriënten uit Multicote weer. De tool FloraMatchTM ondersteunt kwekers bij het berekenen van de hoeveelheid beschikbare voedingsstoffen voor hun specifieke teeltcondities per seizoen. Haifa ontwikkelde deze tool als een nieuw hulpmiddel om plantenvoeding te optimaliseren. FloraMatchTM maakt release-curven van verschillende Multicoteformules en berekent de vrijgave van nutriënten conform de verwachte bodem(substraat)temperatuur. Met de software zijn veronderstellingen verleden tijd, zodat de kweker de beschikbaarheid aan voedingsstoffen gedurende de hele teeltperiode nauwkeurig kan opvolgen. FloraMatchTM vergemakkelijkt de planning van het bemestingsschema met een simpele procedure. De kweker selecteert de gewenste Multicote-formule en de gemiddelde bodemtemperatuur per maand. Op basis van deze gegevens berekent de software de vrijgave van de verschillende hoofdelementen (N-P-K) uit Multicote. De software is voor iedereen toegankelijk via het online 'Knowledge center' op www.haifa-group.com.
11
Nieuw, laagdrempelig certificeringsschema moet klant meer zekerheid geven over met name herkomst Naktuinbouw introduceert in samenwerking met het bedrijfsleven Select Plant Laan- & Sierbomen In Europa bestaat een systeem waarbij de overheid verplicht is boomkwekerijgewassen enerzijds te controleren op Q-organismen en anderzijds op kwaliteitsziekten en soortechtheid. De basiskeuring vormt de basis voor het vernieuwde Naktuinbouw Select Plant-systeem, waarmee de afnemer meer zekerheid krijgt over herkomst, soortechtheid en raszuiverheid. Auteur: Hein van Iersel Helemaal nieuw is het bovenstaande niet. Naktuinbouw werkte een jaar samen met een werkgroep (laanboomkwekers, spillenkwekers, bos- en haagplantsoenkwekers, handelaren en eindafnemers) om dit programma op te zetten. Het nieuwe Naktuinbouw Select Plantprogramma is feitelijk de opvolger van het oude Certificeringsreglement Laan- & Sierbomen dat nog ruim uit de vorige eeuw stamt. Dit reglement is nog opgezet in een tijd dat de NAKBvermeerderingstuinen de enige toegelaten bron voor ent- en oculeerhout vormden. Bram Versprille van de, inmiddels verzelfstandigde, Vermeerderingstuinen Nederland Zeewolde meldt over dit oude systeem in een artikel in Boom in Business nummer 4 van 2012 dat de boomkwekers de NAKB verweten dat zij hun vanuit een ivoren toren zaken probeerden op te dringen. Dit systeem werd door boomkwekers als te bureaucratisch gezien. Toen in 1992 de verplichting op de helling ging om ent- en oculeerhout bij de Vermeerderingstuinen te bestellen, gingen boomkwekers vanwege het gemak en
12
de lagere kosten er dan ook snel toe over om eigen ent- en oculeerhout te verzamelen. Maar, zoals vaak, inmiddels lijkt ook hier de wal het schip gekeerd te hebben en is door de enorme aandacht van de laatste jaren voor herkomst, soortechtheid en gebruik van onderstammen een duidelijke behoefte gegroeid aan een modern en bedrijfsvriendelijk certificeringsschema dat veel meer uitgaat van zelfwerkzaamheid, maar de klant wel zekerheid geeft over een aantal belangrijke zaken. De laatste jaren is de sector natuurlijk geconfronteerd met stevige problemen ten gevolge van slechte controle op herkomst. Bekend is natuurlijk uitgestelde onverenigbaarheid, maar ook het oprukken van de nieuwe essentaksterfte en twijfels aan soortechtheid en raszuiverheid zorgen ervoor dat herkomst nog belangrijker wordt dan dat het in het verleden al was. Het tweede probleem van het oude Certificeringsreglement Laan- & Sierbomen is dat het heel erg veel in één systeem wilde vangen, ook zaken waar kweker en afnemer gemakkelijk zelf uit konden komen. In het oude reglement
stonden bijvoorbeeld ook normen voor opsnoeihoogten en kluitmaten, zaken die voor iedere afnemer heel makkelijk zelf te controleren zijn. Ik praat met keurmeester Ad Sonnemans van Naktuinbouw over het verschil tussen het oude Certificeringsreglement Laan- & Sierbomen en het nieuwe Naktuinbouw Select Plant Laan- & Sierbomen. Volgens Sonnemans is er door de problemen met onder andere uitgestelde onverenigbaarheid, verkeerde herkomstbronnen en soortechtheid en raszuiverheid nu weer vernieuwde aandacht voor gecertificeerde laanbomen, zeker nu je ziet dat de markt en met name de eindgebruikers er steeds meer naar gaan vragen. Naktuinbouw Select Plant Het nieuwe Select Plant-certificeringsschema wordt met ingang van het nieuwe keuringsseizoen 2013 geïntroduceerd, maar nu al zijn er spillenkwekers die op de invoering vooruitlopen. Sonnemans geeft een voorbeeld: ‘Het is voor een keurmeester onmogelijk om het verschil te zien tussen Quercus robur Fastigiata “Koster” en
Teelttechniek
bijvoorbeeld Quercus robur Fastigiata “Zeeland”.’ Als je als kweker Quercus robur Fastigiata ‘Koster’ wilt kweken, zul je eerst gecertificeerd enthout van een erkende herkomstbron, bijvoorbeeld de Vermeerderingstuinen, moeten kopen om een eigen moerhoek in te richten. Het blijft overigens ook in de toekomst mogelijk om bij de Vermeerderingstuinen materiaal in te kopen. De essentie van het nieuwe Naktuinbouw Select Plant-systeem is dat een kweker op papier en in het veld moet kunnen bewijzen dat hij zijn zaken goed voor elkaar heeft. Terugkomend op de zuileik Quercus robur Fastigiata ‘Koster’: heeft een kweker bijvoorbeeld plantmateriaal aangekocht onder Naktuinbouw Select Plant voor vierhonderd planten, dan kan hij natuurlijk geen vijfhonderd planten onder Select Plant-certificering verkopen. Diezelfde kweker moet in de kwekerij, maar ook tijdens het transport en op de kuilhoek de planten altijd precies terug kunnen vinden. Sonnemans en zijn collega’s gaan daar ook specifiek op controleren. Het is overigens zo dat de ondernemer zelf de certificeringskeuring kan uitvoeren als het personeel daartoe gekwalificeerd is. Inspecties op quarantaineziekten worden altijd door Naktuinbouw uitgevoerd. Bedrijven die kiezen voor het zelf uitvoeren, worden hierop gecontroleerd. Tijdens de groeiperiode wordt steekproefsgewijs een keuring uitgevoerd door een Naktuinbouw-keurmeester ter controle op de eigen keuringsresultaten van het bedrijf. Volgens Sonnemans zal daar niet veel gebruik van gemaakt worden. Op dit moment zijn er enkele kwekers die dit gaan doen. Onderdeel van het programma is de mogelijkheid
voor kwekers om de onder Naktuinbouw Select Plant gekweekte planten te voorzien van een eigen label met het Naktuinbouw Select Plantlogo. Kwekers moeten deelnemer zijn en hier overigens wel toestemming voor vragen en moeten tekenen voor bepaalde gebruiksvoorwaarden. Een kweker kan zelf bepalen welk deel van zijn productie hij onder Naktuinbouw Select Plant wil brengen. Het kan op bedrijfsniveau, maar ook op partijniveau. Het kan dus zo zijn dat een kwekerij van een bepaalde soort zowel Naktuinbouw Select Plant-gecertificeerde planten aanbiedt, als niet-gecertificeerde planten. Dit vereist een goede registratie in het kwekerijboek, aankoopbewijzen, certificaten en labeling op het perceel waarbij het voor Naktuinbouw absoluut duidelijk moet zijn welke partij voor Naktuinbouw Select Plant wordt opgegeven. Sonnemans: ‘Kwekers moeten zich realiseren dat ze voor aanvang van het keuringsseizoen aan moeten geven of ze deelnemer van Naktuinbouw Select Plant willen worden en voor welke planten. Certificering achteraf is niet mogelijk. Je kunt in de herfst of winter geen planten meer onder de certificering brengen omdat een keurmeester op dat moment niet meer kan controleren of het werkelijk om die soort/cultivar gaat.’ Naktuinbouw Elite Naktuinbouw Select Plant is een zogenaamd kwaliteit-plus-systeem waar kwekers zich vrijwillig voor in kunnen schrijven, en controleert slechts op een beperkt aantal eigenschappen die zijn vastgelegd in het reglement. Naast Naktuinbouw Select Plant heeft Naktuinbouw ook samen met
het bedrijfsleven het zogenaamde Naktuinbouw Elite-certificeringsschema ontwikkeld. Dit schema gaat uit van een complete controle van de gekweekte planten op alle inwendige en uitwendige kenmerken. Uniek voor dit programma is dat alleen met een zogenaamde piramidevermeerdering wordt gewerkt. Naktuinbouw levert onder meer op verzoek van de softfruit-plantensector vanuit het Naktuinbouw Toetscentrum virusvrije planten die door de plantenkwekers in vermeerderingsstappen vermeerderd kunnen worden en dan beschikbaar komen voor de professionele aardbei- en softfruit-kwekers. Naktuinbouw Elite is niet echt relevant voor boomkwekers, maar is wel belangrijk voor kwekers van framboos, braam en aardbeien. Hosta Naktuinbouw Select Plant draait eigenlijk al langer in de boomkwekerijsector, maar alleen in een apart programma voor hostakwekers. Op dit moment zijn er meer dan dertig kwekers die hun hosta’s onder Naktuinbouw Select Plant aanleveren. Doel van dit programma is controle op het HVX-virus (hostavirus X) voor export naar Amerika. Markt Een van de uitdagingen van Naktuinbouw is het bekendmaken van Naktuinbouw Select Plant Laan- & Sierbomen bij de afnemer; dit ondanks het feit dat er een vertegenwoordiging van de afnemers in de werkgroep zat. Sonnemans begrijpt dat wel: ‘Mensen denken heel snel “Naktuinbouw keurt, dus het zit goed”, maar beseffen niet dat er een enorm verschil is tussen de verplichte basiskeuring en een vrijwillige certificering als Naktuinbouw Select Plant Laan- & Sierbomen waarbij de kweker moet bewijzen dat een bepaalde plant de juiste herkomst of kwaliteit heeft.’
Ad Sonnemans
13
'Wij leveren misschien niet altijd de absoluut mooiste of goedkoopste planten, maar leveren over-all wel de beste prestatie' Stauden Peters in Kranenburg Duitsland: een handelsbedrijf dat ook nog kweekt Hij lijkt met zijn halflange haar niet echt op een kweker en zijn nonchalante halfopen geknoopte blouse doet niet echt een Duitser, maar eerder een rocker vermoeden. Toch is hij allebei: Duitser en vasteplantenkweker. Klaus Peters is de derde generatie van een van de grotere vasteplantenkwekers van Duitsland: Stauden Peters in Kranenburg, net over de Duitse grens bij Nijmegen. Auteur: Hein van Iersel
14
Reportage
Grassen zijn een van de specialismen van Stauden Peters.
Het bedrijf ligt net over de Nederlandse, of beter, óp de grens. Direct achter het tien hectare grote containerveld met vaste planten en grassen begint Nederland. Toch ademt alles onmiskenbaar Duitsland uit. Het interieur van de kantine is net wat degelijker dan de gemiddelde uitgeleefde, Nederlandse boomkwekerskantine. Als ik met Klaus Peters door het bedrijf loop, schieten zijn medewerkers hem aan en krijgt hij een levensgrote espressomachine overhandigd. Wat blijkt? Peters is voor de eerste keer weer op de zaak na een bezoek aan zijn vader die in Zuid-Afrika woont, en is in die vakantie jarig geweest. Het is misschien maar een klein ding, maar het zegt wel iets over het familiegevoel dat het bedrijf uitademt. Datzelfde familiegevoel blijkt ook uit de relatie met plantenman Luc Klinkhamer, die mij bij Klaus Peters heeft geïntroduceerd. Klinkhamer adviseert Klaus jr. maar eerder ook al vader Klaus sr. en opa Theo Peters. Eerst deed Klinkhamer dat
vanuit CNB New Plants, maar na zijn pensionering loopt dat gewoon door. Stauden Peters is ongeveer vijftig jaar geleden gestart als een kleine kwekerij van voornamelijk gladiolen. Al snel kwamen daar extra activiteiten bij, die met name werden geïnspireerd door postorderbedrijf Willemse, dat ook in Kranenburg een vestiging had. Peters begon meer en meer vaste planten voor Willemse te kweken. Belangrijke producten in die tijd waren onder andere Dianthus. Luc Klinkhamer hierover: ‘In die tijd waren de aantallen natuurlijk kleiner, maar vergis je niet. Ook in de jaren zestig werden moeiteloos 150.000 stuks van een soort verkocht.’ De postorderhandel werd zwaar bepaald door nieuwigheden. De klant moest jaar in, jaar uit weer verleid worden met nieuwe soorten die nog mooier of langer bloeiden of een bijzondere kleur hadden.
'Stauden Peters is ongeveer vijftig jaar geleden gestart als een kleine kwekerij van voornamelijk gladiolen' Klaus sr. Klaus jr. is jong, met dertig jaar zelfs heel jong. Zeker in vergelijking met mij als interviewer, of met Klinkhamer. Toch is hij al ruim twee jaar enig eigenaar van het bedrijf. Vader Klaus sr. is ongeveer twaalf jaar geleden uit het bedrijf gestapt wegens gezondheidsproblemen. Dat was een stap die min of meer samenhing met de ernstigste crisis van het bedrijf, namelijk het verdwijnen van postorderbedrijf Bakker als belangrijkste klant.
15
Reportage
In het bedrijf rijden overal van dit soort heftrucks rond. Veel ervan zijn uitgerust met aanbouwwerktuigen van eigen ontwerp. Klaus Peters daarover: ‘We kopen nooit nieuwe heftrucks. Alleen tweedehands.’
Als ik later met Klaus jr. door de kwekerij loop, legt hij me uit waar de kracht van zijn vader zat: ‘Mijn vader was altijd bezig om met zo weinig mogelijk kosten, zo veel mogelijk planten te produceren. Veel van de machines en vindingen die hij zelf verzon of ontwikkelde, gebruiken we nog steeds.’ De totale afhankelijkheid van postorderbedrijven en met name van Bakker heeft het bedrijf al jaren achter zich gelaten. Was er jaren geleden misschien wel voor negentig procent afhankelijkheid van één postorderbedrijf, nu wordt nog vijftig procent van de omzet gemaakt door de grote Duitse postorderbedrijven, als bijvoorbeeld Ahrens
16
& Sieberz. De focus van deze handel is nog hetzelfde. Nog steeds zijn nieuwigheden heel belangrijk. Tijdens het gesprek met Klaus jr. en Klinkhamer ‘verhuizen’ we daarom nogal eens van land naar land. Overal heeft Klinkhamer zijn contacten en contactjes die hem van interessante, nieuwe planten voorzien. In de koude kas staat bijvoorbeeld een complete serie primula’s met roosvormige bloemen, maar Klinkhamer is ook bezig met een nieuwe, Japanse aardorchidee die winterhard tot min zeven graden zou moeten zijn en op de foto even uitbundig bloeit als een tropische orchidee. Klaus Peters over de focus van Stauden Peters op nieuwe producten: ‘Ik sta al een aantal jaren niet op Plantarium, maar krijg
‘Ik sta al een aantal jaren niet op Plantarium, maar krijg wel steeds een prijs voor de nieuwigheden die we op de markt brengen’ wel steeds een prijs voor de nieuwigheden die we op de markt brengen.’ Dehner De klant waar Stauden Peters al meer dan veertig
bedrijven dat hem in staat stelt die capaciteit te leveren. Dekker Jacobs en Van Woudenberg Tuinplanten zijn daar de belangrijkste van. Volgens Peters is zijn bedrijf met name door deze bedrijven in staat een volledig sortiment beschikbaar te hebben.
‘Wij onderhandelen één keer per jaar over de prijs en voor de rest niet'
Primula 'Blue Parade'
Primula 'Scarlet Parade'
jaar trots op is, is de Duitse tuincentrumketen Dehner. Deze keten heeft voornamelijk winkels in het zuiden van Duitsland en is in omzet ongeveer dubbel zo groot als Intratuin. Met Dehner wordt op een voor onze (Nederlandse) ogen bijzondere manier samengewerkt. Stauden Peters levert al ongeveer vijftien jaar het complete sortiment vaste planten voor deze keten, een sortiment dat bestaat uit 150 tot 200 soorten. Iedere afzonderlijke Dehner-winkel kan bestellingen ingeven in een centraal systeem. Stauden Peters zorgt er vervolgens voor dat deze bestellingen per afzonderlijke winkel op Deense karren worden geplaatst en afgeleverd bij één centraal Dehnerdistributiecentrum. Vandaar worden de planten
Primula 'Candy Parade'
Primula 'White Parade'
verder gedistribueerd naar de winkels. Klaus Peters: ‘Wij onderhandelen één keer per jaar over de prijs en voor de rest niet. Wat we wel hebben afgesproken, is exclusiviteit voor Dehner. Wij leveren dus, uitgezonderd pioenen en grassen, niets aan concurrenten van Dehner.’ Wat is de kracht van die langjarige, succesvolle samenwerking met Dehner? ‘Er zal best iemand zijn die een keertje betere of goedkopere planten kan leveren. Ons succes komt door het feit dat wij volledig ingesteld zijn op Dehner en hun een volledig sortiment kunnen leveren, doordat wij over-all dus een uitstekende prestatie leveren.’ Klaus Peters haast zich erbij te zeggen dat hij dat niet alleen kan. Er is een aantal (Nederlandse)
Het grote voordeel van een langjarige samenwerking met Dehner is verder dat Stauden Peters in staat is om ook werkelijk te investeren in de relatie. Een voorbeeld daarvan is het ontwikkelen van aparte trays om vrachtvolume te verkleinen. Peters: ‘Als je het vrachtvolume met enkele procenten kunt terugbrengen, heb je daar uiteindelijk allebei profijt van, maar je moet wel de tijd krijgen om je investering terug te verdienen.’ Het partnerschap met Dehner vertaalt zich ook op andere manieren. Stauden Peters maakt één keer per jaar een prijsafspraak met Dehner. Voor die prijs wordt verwacht dat het hele jaar door kwaliteit wordt geleverd, dus ook op momenten dat de eigen productie niet helemaal honderd procent is. Klaus Peters: ‘Als ik ergens planten weet te staan die mooier en beter zijn dan die we zelf hebben, dan kopen we die. Zelfs als dat ons netto geld kost.’ Bij levering aan Dehner hanteert Stauden Peters een minimum ordergrootte van zes planten per soort. Per winkel wordt zo veel mogelijk in volle karren geleverd en daar is het computersysteem ook volledig op ingericht. Het ict-systeem is op dit gebied volledig zelfdenkend en houdt rekening met de hoogte van de planten. Per week is Dehner goed voor ongeveer vier tot zes volle combinaties met vaste planten, waarbij er ongeveer 30.000 planten in de maat P9 in één combinatie gaan. Grassen Een van de erkende specialismen van Stauden Peters is ‘grassen’ en dan vooral grassen in drieen vijfliterpotten. Zeker op het gebied van Cortederia is Stauden Peters de grootste producent van Europa. Voor een deel worden die in Duitsland en Turkije opgekweekt. Probleem daarbij is dat grassen in het voorjaar, als het druk is in het tuincentrum, langzame starters zijn. Daarom worden sinds een aantal jaren de planten voorge-
17
Gouden eieren bestaan Altijd en overal toegang tot uw informatie
Overzicht door real-time voorraadbeheer
Alle onderdelen in 1 scherm onder handbereik
Gebruiksvriendelijk en betaalbaar
Makkelijk professionele offertes en voorraadlijsten maken Informeer uw klant via uw eigen klantenportal Boomkwekerij software die uw administratie en verkoop een stuk makkelijker maakt, waar en wanneer u maar wilt.
Powered by
Eenvoudig meer controle T +31 (0)172 23 54 44 | groenvision.com/boomkwekerij
Reportage
Hier moet ik in het voorjaar voor terugkomen volgens Klaus Peters: een containerveld boordevol pioenen. Als deze allemaal opkomen, is dat een fantastisch gezicht.
trokken op een eigen vestiging in Portugal. Oorspronkelijk werd hier samengewerkt met een lokale Portugese kwekerij met een Nederlandse eigenaar. Toen deze failliet dreigde te gaan, is het bedrijf overgenomen. Het bedrijf in Portugal is 20 hectare groot, waarvan 6 hectare exclusief is ingericht voor grassen. Het bedrijf produceert niet alleen in Portugal. Er wordt ook nauw samengewerkt met een Turks bedrijf. Dit bedrijf zorgt onder andere voor het stekken van de Cortederia’s en andere nieuwigheden die Peters samen met Henk de Jong van CNB en Luc Klinkhamer op de markt brengt.
Een derde belangrijke afnemersgroep bestaat uit de Europese grootwinkelbedrijven Grootwinkelbedrijven Een derde belangrijke afnemersgroep bestaat uit de Europese grootwinkelbedrijven. De producten die Stauden Peters hiervoor kweekt, zijn pioenrozen en grassen, waarbij het steeds om actieproducten gaat. Dus geen compleet sortiment, maar
een of twee soorten grassen of pioenrozen die op een afgesproken moment worden afgeleverd. Logistiek is zoiets topsport. Het gaat immers om vele tientallen volle combinaties die op een afgesproken moment in de winkel moeten staan. De organisatie van dergelijke leveringen is redelijk complex en daarnaast ook financieel riskant, mede doordat de kweker de volledige voorfinanciering moet doen. Een groot deel van zijn tijd is Peters bezig met inplannen en financieren. Klaus Peters rekent voor. ‘Als we praten over 5.000.000 planten per jaar, moet je rekening houden met zeker 3,5 miljoen euro voorfinanciering in potten, plantgoed, substraat, labels, etc.’ Dat is veel geld, zeker als je je realiseert dat het om een levend product gaat. In de winter van 2011 had Peters op het totale sortiment door vorst een inboet van dertig procent.
klant mist. Peters geeft een voorbeeld. Hij had een actie lopen, waarbij hij al in een vroeg stadium had aangegeven dat de bestelde planten door het onverwacht goede weer eerder dan afgesproken klaar zouden zijn. Toen dat vervolgens niet werd doorgegeven aan de klant, nam Peters zelf contact op en kon de order gelukkig nog eerder ingepland worden. Klaus Peters: ‘Het is belangrijk dat je zelf persoonlijk contact hebt en dat niet alles via tussenpersonen wordt gecommuniceerd.’ Peters geeft daarbij aan dat hij voor bijvoorbeeld pioenen en grassen in een luxepositie zit. ‘Bepaalde acties landen soms wel via drie of vier verschillende handelaren op mijn bureau.’
Actie De actiehandel wordt voor een belangrijk deel gedomineerd door partijen als Landgard en Flora Holland. Peters beseft het belang en het bestaansrecht van dit soort bedrijven maar is op zijn zachtst gezegd niet altijd enthousiast over de samenwerking omdat hij daardoor de –in zijn ogen- zo belangrijke communicatie met de eind-
19
'Terugkeer buxus op Loo zal nog jaren duren' België bijna klaar met ontwikkelen robuuste hybridebuxus
Willem Zieleman
Terwijl in Nederland de discussie over de aanpak van schimmelziektes in buxus soms hevig oplaait, heeft België inmiddels door middel van veredeling duurzame buxussoorten ontwikkeld die beter bestand zijn tegen de schimmels. Auteur: Dick van Doorn De laatste tijd wordt er veel gesproken over de schimmels die inmiddels wereldwijd buxus aantasten. Met name Cylindrocladium buxicola en Volutella buxii vormen een probleem. Ook in Nederland hebben sommige buxuskwekers en mensen die buxus in hun tuin hebben staan last van de schimmels. Paleis Het Loo in Apeldoorn laat alle Buxus sempervirens zelfs vervangen door Ilex crenata 'Dark Green'. Een ingrijpende beslissing, maar volgens Willem Zieleman, hoofd tuindienst van het paleis, wel nodig. Mogelijk kan op termijn een Belgische ontwikkeling bijdragen aan de terugkeer van buxus in de paleistuinen. Zo is de Belgische buxuskweker Didier Hermans van Herplant bvba bezig met het ontwikkelen van hybridebuxussen. ‘Of wij problemen hebben met Cylindrocladium? Iedereen heeft volgens mij problemen met deze schimmel. Amerika sinds vorig jaar ook al. En naast Cylindrocladium hebben veel kwekers ook last van Volutella buxii en Phytophthora’, aldus Hermans. Cylindrocladium is volgens hem echter wel de meest agressieve schimmelziekte. Als de struik eenmaal aangetast is, kan hij helemaal afsterven. Volgens Hermans hebben veel kwekers niet in de gaten dat Volutella, als Cylindrocladium eenmaal wondjes gemaakt heeft, daarna via deze
20
wondjes de struik verder aantast. Volutella heeft overigens ook een ingang via snoeiwondjes als het jonge schot gesnoeid is. ‘De meest kritieke fase is als het blad nat is, er schimmelsporen zijn en de temperatuur op een bepaald niveau is’, aldus Hermans. Goede samenwerking Op het bedrijf van Hermans is de Cylindrocladium-druk niet toegenomen. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat hij de maatregelen heeft genomen die uit het onderzoek in Europa naar voren zijn gekomen. ‘Wij als bedrijf zijn nogal nauw betrokken bij het Cylindrocladium buxicola-project hier in België.’ Dit vierjarige onderzoek is een samenwerking tussen wetenschappelijk en praktijkonderzoek. Hierin werken Ilvo (Instituut van landbouw- en visserijonderzoek), PCS (Praktijkcentrum Sierteelt) en buxuskwekers nauw met elkaar samen. In 2009 is het onderzoek begonnen en in 2013 wordt het afgerond. Hermans: ‘Door het onderzoek ben ik onder meer degelijke middelen gaan gebruiken (die in Vlaanderen toegelaten zijn) om de schimmel onder de duim te krijgen. Afhankelijk van het weer behandel ik mijn struiken zo'n zes à zeven keer per jaar. Dat is
vrij weinig, als je het vergelijkt met sommige Nederlandse kwekers die wel zo'n 20 keer per jaar bespuiten.’ Op www.buxuscare.com staan de middelen die Hermans gebruikt bij ziektes en plagen. ‘Wij mogen één middel gebruiken (Eminent) dat in Nederland niet gebruikt mag worden, maar andersom geldt dat wij bijvoorbeeld Mirage Plus niet mogen gebruiken.’ Toch is het volgens Hermans eigenlijk niet belangrijk welke middelen je nu wel of niet mag gebruiken. ‘Probleem is dat er nu vaak paniekbespuitingen plaatsvinden, terwijl het belangrijkste in deze situatie een gezamenlijke strategie is.’ Zo zijn er volgens de Belgische kweker heel veel andere maatregelen om een schimmelinfectie te voorkomen, bijvoorbeeld zo min mogelijk bovengronds beregenen. Verder zijn de bemesting en de ondergrond belangrijk. ‘Ik heb het idee dat in Nederland tot nog toe vooral is gekeken naar de middelen en de manier waarop je middelen spuit. Er moet volgens mij echter veel meer onderzoek komen naar de oorzaken. Hierbij moet er in Nederland een betere samenwerking komen tussen praktijkonderzoek, de bedrijven zelf en het wetenschappelijk onderzoek. Ik vind dat in België momenteel beter geregeld.’
Ziekten & plagen
Veredeling Volgens Hermans is de Belgische buxussector verbaasd over het feit dat Nederland tijdens de grote meeting van dit voorjaar met onderzoeksspecialisten in Londen op de Royal Horticulture Society (RHS) niet aanwezig was. Bijna alle landen waren
Didier Hermans
vertegenwoordigd, behalve Nederland. Ook Herplant doet proeven in het kader van het Belgische onderzoek. Zo zijn er de afgelopen jaren schimmelziektebestendige soorten geselecteerd uit de uitgebreide collectie van meer dan 200 soorten en cultivars op het bedrijf. ‘Uit
onderzoek is wel gebleken dat de sleutel niet ligt bij de huidige, massaal gekweekte Buxus sempervirens, maar bij andere, minder bekende soorten. Een nadeel is wel dat deze meer bestendige soorten een uitgesproken winterkleur hebben of dat de vorstresistentie niet optimaal is’, aldus Didier Hermans. Wat hem wel opviel is dat in Zuid-Frankrijk in wilde buxus weinig problemen met Cylindrocladium en Volutella zijn. ‘Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de luchtvochtigheidsgraad daar over het algemeen laag is.’ Herplant heeft samen met de onderzoekers inmiddels een aantal hybridebuxussen ontwikkeld die volgens Hermans zeker toekomst hebben. ‘Op termijn zullen we deze soorten op de markt brengen, maar eerst willen we nog onderzoeken of ze echt Cylindrocladium buxicola-bestendig zijn.’ Verder moet uit consumentenonderzoek blijken of ze commercieel gezien wel goed in de markt liggen en of deze hybridebuxus vorstbestendig genoeg is. Als al het onderzoek afgerond is, wil Hermans de hybridebuxus zeker in gaan zetten voor de consumentenmarkt. ‘Voor deze massamarkt kunnen we de hybride snel inzetten, voor de grotere (vorm)struiken zal dit meer tijd vergen, maar ook daarbij zullen we de hybride eventueel in gaan zetten.’
21
Ziekten & plagen
België heeft volgens Hermans met de keuze voor veredeling voor de meest duurzame optie gekozen. ‘Bij de aanpak van de schimmel moet je meer op lange termijn gaan denken; de inzet van middelen vind ik kortetermijndenken. En voor particulieren is bespuiten sowieso geen optie.’ Toch moet de inzet van middelen volgens Hermans wel beschikbaar blijven. ‘Het is natuurlijk wel vreemd dat het bespuiten van allerlei soorten eetbare producten gewoon toegelaten is en het bespuiten van een buxusstruik dan ineens ter discussie staat.’ Dat Paleis Het Loo voor Japanse hulst heeft gekozen, vindt Hermans wel erg ver gaan. ‘Ik vraag mij af of het de oplossing is. Ik vind deze soort niet zo geschikt voor lage hagen zoals op Het Loo. Verder zal er voor het gezond houden van de Japanse hulst evengoed een gewasbeschermingsplan moeten komen.’
‘Of wij problemen hebben met Cylindrocladium? Iedereen heeft volgens mij problemen met deze schimmel’ Speciale werkwijze Hoewel in België het onderzoek naar een buxus die veel beter bestand is tegen schimmelziektes volop loopt, heeft Paleis Het Loo door alle problemen met schimmelinfecties besloten om over te stappen op Ilex crenata 'Dark Green'. Ook de Nederlandse buxuskweker Adrie van Dun, directeur van Topbuxus uit Strijbeek, vindt deze stap enorm jammer. In totaal heeft Van Dun zo'n 50 hectare buxusstruiken. Hij kweekt alleen de struikjes zelf en richt zich niet op vormstruikjes. Hij levert aan alle afzetkanalen. In totaal staan er op het terrein van Van Dun zo'n 12 miljoen buxusstruiken. ‘Wij hebben geen last van de schimmels. Dit komt door onze manier van werken en selecteren. Wij zorgen ervoor dat de plantjes nooit aangetast worden.’ Als de cultivars nog klein zijn, begint hij al met een niet-chemisch gewasbeschermingsmiddel. Hij spuit de jonge buxussen zo'n zes keer per jaar op de conventionele manier van bovenaf. ‘Op kritische momenten, bij warm weer met een hoge luchtvochtigheidsgraad,
22
bespuit ik preventief met behulp van een speciale rijenspuit onder de struikjes door. Dit is zo'n twee à drie keer per jaar nodig.’ Als deze manier van werken bij Paleis Het Loo
René van Tol
was toegepast op het moment dat de eerste Cylindrocladium buxicola en Volutella buxii waren gevonden, dan hadden de buxussen volgens Van Dun niet gerooid hoeven worden. ‘Ze hebben
Adrie van Dun
mijns inziens te lang gewacht met de inzet van het juiste middel, op het juiste moment en op de juiste manier. Ze vertellen ook niet welk middel ze gebruikt hebben. Dat hebben wij wel gevraagd. Als we dat wisten, hadden we wellicht nog tijdig advies kunnen geven. Dan hadden de struiken nu geen kale onderkant gehad.’ Wat Van Dun verder stoort aan de hele discussie, is dat er mensen uit de wetenschappelijke hoek zijn die zeggen dat buxus zonder bespuitingen niet is te kweken. ‘Dat is dus echt onzin. Zojuist heeft Groeibalans in opdracht van Treeport Zundert een driejarige proef afgerond met grondverbeteraars waarin geen chemische middelen zijn gebruikt. Hieruit komen prachtige resultaten. Het verslag met de resultaten van deze proef is bijna klaar.’ Verder gebruikt Topbuxus steeds minder chemische middelen. Het gebruik van koper als bladmeststof is op zijn bedrijf de rode draad voor een buxusmonocultuur zonder schimmels. Kwaliteit grond Van Dun vindt het jammer dat Paleis Het Loo in Apeldoorn Ilex crenata 'Dark Green' gaat plan-
ten in plaats van buxus. Volgens hem heeft de kwaliteit van de grond ook grote invloed op de vitaliteit van buxusstruiken. ‘De bodem onder de planten is in principe 90 procent van het verhaal. De buxus die nu gerooid wordt, staat in de Koninginnetuin en de Koningstuin. Die grond is in geen dertig jaar vervangen. Hierdoor treedt structuurbederf op, waardoor Fusarium meer kansen krijgt. En dat geldt zeker als er sprake is van een (tijdelijke) periode met een natte grond.’ Als de grondkwaliteit voldoende is en er een duidelijk gewasbeschermingsplan is, kunnen er volgens de Strijbeekse buxuskweker net zo goed weer buxussen geplant worden in de tuinen van Paleis Het Loo. ‘Als ze vier à vijf keer per jaar bespuiten, hoeven ze in principe geen problemen te hebben. En dan hoeft het nog niet eens om een chemisch middel te gaan. Er zijn inmiddels ook biologische producten op de markt bij het gebruik waarvan je geen enkele aantasting zult zien.’ Ilex crenata 'Dark Green' is volgens Van Dun bovendien nog gevoeliger dan Buxus voor natte voeten. ‘En ze hebben ook eerder last van Phytophthora. Verder is Japanse hulst heel gevoelig voor spint, zeker tijdens een warme zomer. Deze spint is alleen te bestrijden met insecticiden en niet met biologische middelen.’ Een ander nadeel van Japanse hulst is dat je veel vaker moet snoeien. ‘Dat zal dus, indien Paleis Het Loo strak geschoren haagjes wil, zeker in de zomer veel meer werk betekenen.’ Opzet eigen onderzoek Voor het voorjaar van 2013 heeft Van Dun een recordaantal buxusplanten verkocht. ‘Wij hebben dus geen last van zowel de schimmels als van de negatieve invloed die dit zou kunnen hebben op de verkoop.’ Toevallig kreeg de buxuskweker onlangs wederom de vraag vanuit Frankrijk om voor een Frans kasteel zo'n 50.000 buxussen aan te leveren. ‘En die gaan we in het voorjaar van 2013 leveren. De tuinbeheerders van het Franse kasteel willen hiermee hun baroktuin verder uitbreiden met haagjes à la de tuinen van Paleis Het Loo.’ Vijf jaar geleden heeft Van Dun hiervoor de eerste buxus al geleverd. De kweker maakt zich wel zorgen over het onderzoek naar de schimmelsoorten. ‘Het buxusproject stopt dit jaar, omdat de PT-gelden voor het onderzoek afgebouwd worden.’ Hij is ook niet tevreden over sommige onderzoekskeuzes die de begeleidingscommissie van het buxusproject gemaakt heeft. Het buxusproject loopt al sinds 2007 en wordt dit jaar afgerond. Om die
reden heeft Van Dun samen met drie grote collega's de handen ineengeslagen om volgens hun eigen visie proeven aan te leggen. Deze proeven hebben als doel het verhogen van de plantweerstand tegen Cylindrocladium middels bodemverbeteraars en bladmeststoffen. De proeven staan onder supervisie van Cultus. ‘Het grote voordeel van deze opzet is dat wij als kwekers zelf bepalen wat we testen en niet afhankelijk zijn van 'gesponsorde producten'. We testen zodoende alleen producten met potentie, geen producten die onvoldoende werking hebben’, aldus Van Dun.
‘In Nederland moet een betere samenwerking komen tussen praktijkonderzoek, de bedrijven zelf en het wetenschappelijk onderzoek’ Boventuin Kenmerkend voor de zogenaamde formele tuin in de 17de eeuw is de strakke symmetrische aanleg. Zo ook bij Paleis Het Loo. Rond de middenas is een aantal perken (broderieparterres) gegroepeerd, ingevuld met geschoren buxushaagjes in decoratieve patronen, de zogeheten buxusparterres. Willem Zieleman, hoofd tuindienst van Paleis Het Loo, is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buxusstruiken. ‘In 2007 en 2008 zijn we, in het kader van de volledige renovatie van de tuinen van het paleis, begonnen met de Boventuin. Daarmee is de schimmelziekte mogelijk ook geïntroduceerd. In de jonge buxusstruikjes die we geplant hebben op dat moment zat waarschijnlijk al Cylindrocladium buxicola. Ze kunnen er visueel natuurlijk wel goed uitzien, maar toch schimmelsporen hebben.’ Volgens Zieleman hebben de oudere buxushagen de schimmelziekte vervolgens gekregen doordat in 2009 tijdens een stortbui zo'n 110 mm water viel, waardoor de Benedentuin onder water kwam te staan. Het water liep daarbij van de Boventuin naar de Benedentuin. ‘Uiteindelijk heeft de schimmelziekte zich over de hele tuin verspreid’, aldus het hoofd tuindienst. Totale renovatie Het vervangen van de buxusstruiken heeft in de eerste plaats te maken met de totale renovatie van de tuinen van Paleis Het Loo. ‘De keuze voor
23
Ziekten & plagen
Japanse hulst is daar een onderdeel van’, aldus Zieleman. ‘Wij hebben dit gedaan in nauw overleg met onze wetenschappelijk medewerkster, mevrouw Renske Ek, haar voorganger Ben Groen en de Rijksgebouwendienst.’ Naast het vervangen van de struiken in de parterres worden ook de kunststof randen vervangen, die nu na 30 jaar gebruik wel versleten zijn. ‘Deze worden vervangen door randen van cortenstaal. Verder wordt de beregeningsinstallatie in beide tuinen volledig vervangen.’ De grond onder de buxussen is volgens Zieleman ook nodig aan vervanging toe. ‘Die is volledig uitgemergeld. We geven uiteraard wel organische korrelmest bij de struiken, maar dat is op een gegeven moment niet meer voldoende.’ Zieleman denkt echter niet dat de oudere buxussen bevattelijker voor de schimmelinfectie werden doordat de grond de afgelopen decennia steeds slechter werd. ‘De oudere buxussen hebben het opgelopen van de jonge buxussen in de Boventuin. In 2010 is de Benedentuin overigens nog een keer blank komen te staan.’ Buxusmot De verschillende partijen die betrokken zijn bij de soortkeuze van de paleistuinen hebben gekozen voor Ilex crenata 'Dark Green', omdat deze soort het meeste op Buxus lijkt. ‘Naast de reden van volledige renovatie is er nog een andere reden waarom we voor het vervangen van de struiken hebben gekozen’, legt Zieleman uit. ‘De huidige
Aangetaste buxus in de tuin van Paleis Het loo.
24
buxusstruiken zijn inmiddels veel te hoog geworden. In een echte baroktuin zoals deze horen de struikjes zo'n 15 centimeter hoog én smal te zijn. In zowel de Koninginnetuin als de Koningstuin zijn de struiken inmiddels zo'n 50 à 60 centimeter hoog en breed.’ Nog een reden om voor Japanse hulst te kiezen, was voor Zieleman het feit dat naast de Cylindrocladium- en Volutellaaantasting die al in de struiken zit, op termijn het risico bestaat van aantasting door de buxusmot. ‘Deze zit al in de Betuwe en komt steeds dichterbij.’ Voorafgaand aan de beslissing om voor Japanse hulst te kiezen, hebben Zieleman en zijn team nog wel gekeken naar minder gevoelige buxusrassen als de Buxus sempervirens 'Green Velvet'. Helaas was deze soort ook gevoelig voor de schimmels. De tuindienst heeft dit zelf getest in de kwekerij van Het Loo. ‘Daarnaast hebben we ook gekeken naar een Duits onderzoek in Bad Zwischenahn, waarbij allerlei gangbare buxusrassen getest zijn op hun persistentie tegen de schimmelziektes. Ook daar kwam uit naar voren dat ze allemaal min of meer gevoelig zijn.’ Terugkeer buxus? In Bad Zwischenahn zijn naast Japanse hulst ook taxus- en thujarassen onderzocht. ‘Wij vonden die te afwijkend in vergelijking met buxus. Het moest wel een soort zijn die op buxus lijkt.’ Zieleman heeft kort geleden (van Dorus Rijkers, Cultus) ook gehoord over het Belgische onderzoek naar hybridebuxussoorten. ‘Op korte termijn is daar echter geen direct resultaat van te verwachten. Omdat de tuin op korte termijn gerenoveerd moest worden, konden we niet meer wachten totdat het onderzoek naar deze Cylindrocladium-ongevoelige buxussoorten afgelopen is.’ En al zou het Belgische onderzoek op tijd voltooid zijn, dan zit je volgens het hoofd tuindienst nog met de sporen van de schimmels in de grond. ‘Die blijven maar liefst vijf jaar latent aanwezig en kunnen in die periode overslaan op de jonge aanplant. Dus mochten we ooit besluiten om weer over te stappen op buxus, dan moet er sowieso een lange periode tussen zitten.’ Zieleman heeft er samen met de leverancier van de jonge buxusstruiken en Cultus alles aan gedaan om de schimmels onder de duim te krijgen. ‘We hebben het spuitschema iedere keer aangepast en verfijnd. Uiteindelijk gebruiken we nu zo'n zes middelen, onder meer Mirage, Daconyl en Flint. Dit jaar hebben we de schimmels door zo'n tien keer te bespuiten aardig weten te weren, maar in de jaren daarvoor
buxus. Dit onderzoek wordt ondersteund vanuit de praktijk, door fabrikanten, adviseurs en wetenschappelijk onderzoek en begeleid door tien buxuskwekers die de begeleidingscommissie van het project vormden.
moesten we soms om de tien dagen spuiten om het allemaal in orde te houden. En dat is een hele klus, als je dat moet doen voor 10.00 uur 's ochtends of 's avonds omdat er tussendoor uiteraard publiek aanwezig is. De tuin is er ook niet voor ingericht om er snel met een spuitboom overheen te gaan.’ Vorstgevoeligheid Zeer binnenkort begint de aannemer, als er geen sprake is van vorst, met het rooien van de buxussen in de Koninginne- en Koningstuin. Na de inplant, komend voorjaar, zal Zieleman volgens Cultus de jonge Ilex crenata 'Dark Green' ook in de gaten moeten houden. ‘Zo zijn bemesting en zuurgraad heel belangrijke zaken bij Japanse hulst’, aldus het hoofd tuindienst. Spint kan inderdaad ook een punt zijn, maar Ilex crenata 'Dark Green' heeft wel gladde bladeren en is daardoor bijvoorbeeld minder gevoelig dan Ilex crenata 'Convexa'. ‘Wij hebben nu drie jaar ervaring met de Ilex crenata 'Dark Green' en in die tijd hoefden de planten niet behandeld te
worden tegen ziekten en aantastingen.’ Zieleman denkt met de Japanse hulst geen problemen te krijgen op het vlak van vorstgevoeligheid. ‘Dit jaar was het in februari hier minus 23 graden Celsius en de Ilex crenata in de proefparterre en op de kwekerij heeft er geen enkele last van gehad. Ook kasteel Assumburg in Heemskerk, met 10.000 stuks van dit soort, meldde geen problemen.’ Zieleman beseft uiteraard wel dat het voor de kwekers onplezierig is dat de buxus er op Het Loo uit gaat. Aan de andere kant vindt hij dat ze moeten bekijken hoe ze de huidige problemen op kunnen lossen, eventueel in samenwerking met het buitenland. ‘Buxus is natuurlijk wel een belangrijk cultuurgoed. Het zou heel jammer zijn als het verloren gaat.’ Schimmel goed beheersbaar PPO Bomen en DLV Plant hebben met financiering door het Productschap Tuinbouw vanaf 2007 veel onderzoek gedaan naar Cylindrocladium in
René van Tol, manager Boomteelt bij DLV Plant, legt uit dat er niet alleen middelenonderzoek is geweest, maar ook veel onderzoek naar de ontwikkeling van de schimmel, diverse spuittechnieken en het voorkomen van aantastingen. ‘Zo heeft PPO Bomen onder meer in een kas infectieproeven uitgevoerd met een breed sortiment buxus om te kijken welke soorten minder gevoelig waren’, aldus Van Tol. ‘Naast het middelenonderzoek heeft DLV Plant onder meer proeven gedaan met afdekmaterialen in de vollegrond. We zoeken dus zeer breed naar oplossingen.’ Van Tol ziet de toekomst voor buxus positief tegemoet. ‘Zowel in onderzoek als in de praktijk blijkt Cylindrocladium goed beheersbaar.’ Hij legt uit dat allereerst de bodem, bodemstructuur en bemesting op orde moeten zijn. Verder is het een kwestie van op de juiste momenten spuiten met de juiste middelen. ‘Wij hebben zelf een waarschuwingsmodel, QMS Boomteelt, ontwikkeld en getest. Dit model geeft op basis van metingen in het gewas een beeld van de infectiedruk van schimmels zoals Cylindrocladium, maar bijvoorbeeld ook wanneer buxusbladvlo is te verwachten. Als je naar het model van afgelopen seizoenen kijkt, dan zie je vier à vijf pieken per jaar die aangeven dat de infectiedruk van Cylindrocladium hoog was’, legt Van Tol uit. Ook het ontwikkelingsstadium van het gewas, de plantafstand en de aanwezigheid van de schimmel bepalen of een bespuiting nodig is. Spuit je op het juiste moment met de juiste techniek en het juiste middel, dan kun je aantasting voorkomen of goed onder controle houden, aldus Van Tol. ‘Buxustelers kunnen met minder bespuitingen toe dan nu gangbaar is. Toch snap ik wel dat veel telers het risico op schade willen beperken en liever een keer te veel dan te weinig spuiten.’ Van Tol noemt Cylindrocladium momenteel beheersbaar. Het zou hem ook niet verbazen als de infectiedruk van Cylindrocladium ineens weer afneemt. ‘Je ziet ook andere ziekten opkomen en ineens weer minder worden. Kijk bijvoorbeeld naar buxustopmijt. Vijftien jaar geleden dachten we al dat we geen buxus meer konden kweken met het wegvallen van bepaalde middelen.’
25
Bal in de boom Het is bijna kerst. Tijd om ballen weer in de boom te hangen. In deze populier die wij troffen op weg naar Handelskwekerij De Buurte in Oene op de Veluwe is een enorm groot gezwel gegroeid (geschatte doorsnede minimaal één meter). Op de bal zitten zwamlichamen. De bal bestaat uit hout. Jitze Kopinga van Alterra (Wageningen Universiteit): ‘Deze tumoromvang zie je niet vaak op bomen. Vooral laten zitten en genieten, want als regel kunnen de bomen er zogezegd oud mee worden. Dit type gezwellen komt met enige regelmaat voor op diverse boomsoorten, zoals beuk, zomereik, berk, et cetera. Vaak is de oorzaak van deze ongecontroleerde niet meer te achterhalen. Bij tumorvormige blad- en takgallen zijn het doorgaans insecten en bij stamwoekeringen vaak schimmels, bacteriën of fytoplasma’s. De tumorveroorzakende bacteriën Xanthomonas populi en Agrobacterium tumefaciens geven een ander beeld en Taphrina-schimmels geven meer een heksenbezemachtige groei of een knobbel met veel kortloten. De aangetroffen houtrotschimmels zijn waarschijnlijk secundair, dus niet de eerste oorzaak van het gezwel.’
26
27
Top of flop? Ondernemers kijken terug op zes maanden deelname aan de Floriade 2012 Zondag 7 oktober gingen de poorten van de Floriade 2012 definitief op slot. Gedurende een half jaar toonden in Venlo ook diverse bedrijven uit de boomkwekerijsector hun producten, kennis en kunde. Boom in Business vroeg enkele deelnemers naar hun bijdrage, het uiteindelijk behaalde resultaat, verbeterpunten en eventuele plannen voor de Floriade 2022. Auteur: Ruud Jacobs
‘Meer werk- en ontwikkelruimte voor onze inzending’ H. Crooijmans & Zn bv – Reuver Hetty Crooijmans: ‘Voor wat betreft de vraag wat onze eigen inzending heeft opgeleverd: het was een decor voor overleg en bezoek met en van onze internationale en nationale relaties, ook nieuwe contacten, en een basis voor nieuwe ontwikkelingen voor de toekomst. Verder konden we interesses wekken van de consument, collega’s en de handel, kortom: een uitstekende promotiegelegenheid. Voor de boomkwekerijsector en dus ook voor ons is het lastig om het een en ander in geld of omzet uit te drukken, want zo kort na de Floriade is dat niet te meten. Dat zal de toekomst uitwijzen. Het paviljoen van de Raad voor de Boomkwekerij was bedoeld om interesse te wekken van de consument, een belangrijke klant van de sector, en het publiek voor te lichten over de positieve effecten van groen op het leven van alledag, maar ook over de moderne en gezonde teeltwijzen. Met behulp van ruim dertig deskundige vrijwilligers die het paviljoen dagelijks bemanden, hebben we publiek/consumenten meegenomen in de moderne wereld van de productie, afzet en toepassingen van groen/planten. We hebben zo de sector positief kunnen presenteren en bezoekers geïnformeerd over de dagelijkse, internationale aspecten en contacten van de Nederlandse boomkwekerij als wereldspeler, ofwel het economisch belang voor Nederland. En natuurlijk kan het altijd beter. Voor Beautiful Rose Valley geldt deels hetzelfde als voor de inzending van de Raad voor de Boomkwekerij. Alleen hebben we hier de gelegenheid gehad om het publiek volop te interesseren voor de roos als een gezond, mooi, houdbaar en fantastisch product voor tuin en openbaar groen. Voor wat betreft de eigen inzending kan ik zeggen dat we het zeker weer zouden doen omdat het een bijzonder platform biedt voor contacten met bestaande en nieuwe relaties wereldwijd, voor netwerken op allerlei niveaus en omdat het ons bedrijf en de sector zeker goeddoet. Ook voor het paviljoen van de Raad voor de Boomkwekerij geldt een ‘ja’, maar de tijd zal moeten leren of het mogelijk is om over tien jaar weer collectief en eventueel uit ‘collectieve middelen’ een dergelijke inzending te realiseren. Voor wat betreft hetgeen in 2022 anders zou moeten: een lastige vraag, maar natuurlijk hebben we vanuit de sector (Floriadecommissie, Raad voor de Boomkwekerij en de Cultuurgroep voor Rozen en Rozenonderstammen) onze deelname geëvalueerd. Deze evaluatie moet nog verwerkt en uitgewerkt worden en dan zullen mogelijke verbeterpunten ook aan de orde zijn. Voor onze eigen inzending kan ik in ieder geval aangeven dat we te zijner tijd een aantal zaken wat eerder zullen proberen op te pakken, zodat we meer werken ontwikkelruimte voor onze inzending hebben. Verder sta ik nog steeds achter de door ons gezamenlijk gekozen formule. Zo hebben we samen binnen het themaveld Relax and Heal de hoofdprijs van het themaveld gewonnen. Een geweldige beloning voor onze inzet!’
28
Achtergrond
‘Het gevraagde deelnemershandboek is nooit gekomen’ Boomkwekerij Gebr. Van den Berk - Sint-Oedenrode Anneke de Jong: ‘Onze inzending op het themaveld Environment bestond uit een tweedelige tuin, van elkaar gescheiden door een paviljoen. Het perceel was 850 m2 groot en gedeeltelijk formeel en deels natuurlijk aangelegd. Het paviljoen, met een grote Metasequoia in het midden, was 7 x 7 meter groot. Binnen in het paviljoen konden bezoekers, door met panelen te schuiven, zelf bomen uitkiezen voor een straat en een plein. Zo kon men direct zien wat voor effect bomen op het straatbeeld hebben. De inzending heeft veel leads opgeleverd. Duizenden mensen hebben in het paviljoen hun visitekaartje achtergelaten of gebruikgemaakt van de QR-codes. Deze QR-codes waren geplaatst bij de bomen en leidden de gebruikers naar een mobiele website waar men meer over de boomsoort kon lezen. Wat dit uiteindelijk zakelijk gaat opleveren, is moeilijk te zeggen. We zien de Floriade vooral als een langetermijninvestering en hebben onze inzending gebruikt als ondersteuning van overige pr- en marketingactiviteiten. De logistieke organisatie van de Floriade kan beter. In de opbouwfase kregen we slecht antwoord op onze vragen. Het gevraagde deelnemershandboek is een aantal malen toegezegd, maar is nooit gekomen. Ook hebben we regelmatig kritiek op de landeninzendingen gehoord. Een aantal daarvan was inderdaad onder de maat. De borders waren echter, ook aan het eind van het seizoen, prachtig. Ook de terreinindeling was goed, met een mooie hoofdstructuur. Ondanks alle inspanningen en het grote aantal manuren dat in de Floriade is gaan zitten, zijn we positief over onze deelname. We hebben het bedrijf goed zichtbaar kunnen maken voor een groot publiek en veel positieve reacties gekregen. Deze Floriade was de derde waaraan we deelnamen. Het ligt in de lijn der verwachting dat we er een volgende keer weer bij zullen zijn, maar het is natuurlijk moeilijk om tien jaar vooruit te kijken.’
‘Als kweker graag meer inspraak in het te kiezen assortiment’ Rijnbeek en Zoon bv Vaste planten - Boskoop Arno Rijnbeek: ‘Samen met vijftien andere kwekers hadden wij een gezamenlijke inzending, waarmee we alle vaste planten in de algemene gedeelten van de Floriade geplant hebben. Tot op heden heeft het direct nog niets opgeleverd. Echter, klanten reageren wel positief op het feit dat wij hier onze producten gepromoot hebben. Of we het nog een keer zo zouden doen of anders? Ja, wij vinden het belangrijk dat vaste planten gepromoot worden. Als kweker zouden wij wel graag meer inspraak hebben in het te kiezen assortiment dat in de algemene vakken geplant wordt, zodat het publiek de soorten ook makkelijker kan vinden om thuis in de tuin te planten.’
‘Legio verbeterpunten, maar iedere Floriade is uniek’ Bart Faassen bv - Tegelen Bart Faassen: ‘Als bedrijfsinzending van Bart Faassen Boomkwekerijen bv hebben wij in het basispark de Carpinushagen als sponsoring gerealiseerd en als Bart Faassen Tegelen bv hebben wij planten via Arcadis aan de Floriade geleverd. Wat het opgeleverd heeft, is grote bekendheid van de regio Venlo als boomkwekerijgebied. Klanten waren onder de indruk en we wachten met smacht op orders. Natuurlijk zal ik er in 2022 wederom veel energie in steken, ook al is het in een andere regio. Er zijn legio verbeterpunten, maar iedere Floriade is uniek en iedere regio pakt het anders aan.’
29
Achtergrond
‘Bij de grondwerkzaamheden is behoorlijk ‘gemodderd’ Den Mulder Boomteelt bv - Grubbenvorst Henk den Mulder: ‘Onze inzending bestond uit een bijzonder boomkwekerijsortiment, getoond in diverse kweekstadia en toepassingsmogelijkheden. Wat het uiteindelijk heeft opgeleverd, is moeilijk meetbaar, maar onze professionaliteit hebben we toetsbaar kunnen profileren. Uit de vele reacties blijkt dat onze planten als de meest vitale van de gehele Floriade werden bezien. Deze positieve uitslag van de toets is pure reclame voor onze onderneming. Wat er beter moet? De inzendingterreinen dienen minimaal een jaar eerder voor inplant vrijgegeven te worden. Het is van de gekke dat een tentoonstelling die één keer per tien jaar wordt gehouden, pas één jaar voor opening de mogelijkheid biedt om bomen aan te planten. Voor een goede ‘tentoonstelling’ dienen planten drie jaar van tevoren aangeplant te worden. Bij de grondwerkzaamheden is er op het huidige terrein behoorlijk ‘gemodderd’. De grond is door een veelal bureaucratisch, protocollaire aansturing van de uitvoering verslempt en verdicht. Ondanks dat het overwegend vorstvaaggronden betreft, is het toch gelukt de structuur te verpesten. De uitvoering van de Floriade 2022 zal derhalve beleidsbepalend moeten zijn. Een beetje gezond boerenverstand zou al wonderen verrichten. Deze Floriade lag nu in onze achtertuin; over vijf jaar bekijken we of we ook in 2022 weer meedoen.’ Heemskerk vaste planten - Noordwijk Gerard Heemskerk: ‘De waardering van de naar wij inschatten 300.000 mensen die door ons tuintje liepen, was hoog omdat mensen, daarnaar gevraagd, aangaven dat het een gemoedelijke, fleurige tuin was. Daarnaast hebben we ook in World Show Stage permanent hosta op pot geshowd en daarmee het product bij zeer velen onder de aandacht gebracht. Over wat het ons heeft opgeleverd, valt niet zomaar iets te zeggen omdat het vooral een presentatie van het eigen bedrijf is waarbij ook het vak onder de aandacht is gebracht. Wel waren er veel positieve reacties die contacten opleverden en, naar wij verwachten, beperkt directe, maar zeker op langere termijn, handel opleveren. Wij zijn als bedrijf overtuigd van presentaties op dit type tentoonstellingen. Of wij ook aan de volgende Floriade zullen deelnemen, zal afhangen van het protocol. Als dat even stug is als dat van deze editie, zullen we bedanken. Allereerst moet er een veel vriendelijker en werkbaarder protocol komen, want het nu gevoerde is zeer frustrerend en tegenwerkend. Meer fleur moet er ook zijn in de eerste maanden en dat kan door veel meer bloembollen te gebruiken. Tien hectare gras is leuk, maar kan in het voorjaar door bloembollen een kleurenpracht zijn. Dat heeft de eerste bezoekers teleurgesteld. Die komen geen tweede keer en hebben kandidaat-bezoekers negatief gemotiveerd om te gaan. Ik durf te zeggen dat deze fout 500.000 bezoekers heeft gekost, anders kan het toch niet dat de in basis mooiste Floriade op de beste plek ooit maar twee miljoen bezoekers telde? Vakgenoten moeten meer betrokken worden. Dat zal niet meevallen, want veel bedrijven geloven niet meer in ‘de kost voor de baat’, maar het is als basis noodzakelijk. Productinfo en bordjes zijn dan misschien storend, maar wel informatief. Dat moet absoluut veel beter.’
‘De regels omtrent de horeca mogen wat soepeler’ Boomkwekerij Ebben – Cuijk Toon Ebben: ‘Onze inzending op de Floriade is ontworpen als een sprookjesbos met meerstammige bomen, knotbomen, solitaire heesters en vaste planten. Het “paviljoen” was een Mongoolse, ronde tent, een zogenaamde Yurt of Ger geheten. Daaromheen zat een vlechtwerk van wilgentenen (Salix alba ‘Chermesina’), verbonden door vijf knotwilgen. Dit vlechtwerk symboliseert een kroon, met de vijf knotwilgen als kroonbomen die staan voor de vijf generaties Ebben - de vijfde generatie staat nu klaar - en de vijf gemeenten van het Land van Cuijk waarin Boomkwekerij Ebben al 150 jaar geworteld is. In samenwerking met de gemeenten, sponsoren en vrijwilligers van het Land van Cuijk is gezorgd voor een vrijwel dagelijkse bezetting en een ruim, gevarieerd aanbod van workshops en demonstraties. Door de Floriade zijn er meer contactmomenten met relaties geweest, een goede manier om te netwerken en kennis te delen. Uit de vele reacties en feedback blijkt dat mensen onze inzending hebben ervaren als een fijne beleving op het gebied van groen en een oase van rust en inspiratie. Ook een volgende keer zullen we gaan voor een samenwerking, zodat je met elkaar kunt zorgen voor een uitgebreid workshopprogramma en personele bezetting. Wij vonden het jammer dat we niet een combinatie konden maken met bijzondere verlichting - het is natuurlijk prachtig om de meerstammige bomen sfeervol uit te lichten - , want de avondopenstellingen waren beperkt. De regels omtrent de horeca mogen wat soepeler, zodat je er ook op de eigen inzending een feestje van kunt maken. Ook zouden we graag zien dat het geschikter zou zijn om de Floriade met relaties te bezoeken. Het is namelijk nogal tijdrovend om dit te voet te doen. Wellicht dat er meer aandacht zou kunnen zijn voor mobiliteit, bijvoorbeeld per fiets of golfkar, een uitdaging voor de nieuwe organisatie. Omdat de Floriade in 2022 niet in onze regio plaats zal vinden, zullen we er op een andere manier invulling aan gaan geven.’
30
‘Proberen meer productbeleving te creëren’ Rosa Mundo bv – Meerlo Geert Mooren: ‘Onze bijdrage bestond uit rozenaanplant in een vijftal tuinen met de supergezonde Flower Carpet-rozen. We hebben zeer veel positieve reacties gekregen en veel contacten voor de toekomst. Ook was er directe verkoop, maar het kwantum is moeilijk precies in te schatten. We zouden zeker een volgende keer weer meedoen, maar hóé kan ik nu nog niet zeggen. Een verbeterpunt: proberen meer productbeleving te creëren, vooral bij jonge mensen. Laat zien wat er met het product allemaal mogelijk is. Men moet zich kunnen identificeren met een product. Daardoor zal de interesse voor het product toenemen.’
‘De ‘vrijwillige’ bijdrage is niet genoeg op overgebracht’ Kwekerijen Decker-Jacobs bv - Heythuysen Sicco de Boer: ‘Wij zijn door de Floriade bv vier jaar geleden benaderd om de vaste planten te leveren voor de basisaanplant van het park. Deze vaste planten moesten ‘om niet’ geleverd worden. Het assortiment was reeds bepaald door de architecten van Arcadis, de bouwers van de Floriade. Wij hebben als bedrijf negentien collega-kwekers zover gekregen om aan deze vraag te voldoen. Daartoe is een stichting opgericht. De deelnemers van de stichting hebben elk een bijdrage geleverd, zodanig dat de aanvraag van 80.000 vaste planten kon worden gefinancierd. Na de eerste succesvolle levering en aanplant is zowel Arcadis als de Floriade bv overtuigd geraakt van de kennis en kunde van onze stichting en van de unieke samenwerking binnen de vasteplantensector. Deze positieve samenwerking met de stichting heeft ertoe bijgedragen dat uiteindelijk 190.000 vaste planten zijn aangeplant. De meeraantallen zijn tegen marktprijs bij de stichting ingekocht. Wat het ons oplevert, moet de komende jaren blijken. De samenwerking tussen de ontwerpers en ons als kwekers is meer dan uniek te noemen en krijgt de komende jaren hopelijk een vervolg in de aanleg van openbaar groen en dan met name in het gebruik van vaste planten hierin. Voor ons bedrijf zelf is er geen direct zakelijk voordeel. Wat betreft verbeterpunten voor 2022: De ‘vrijwillige’ bijdrage die wij geleverd hebben, is niet genoeg op de bezoeker overgebracht. Het prachtige park was voor een heel groot deel zo prachtig door het gebruik van de vaste planten in het openbaar groen. Dat is naar mijn idee niet goed gecommuniceerd met de bezoeker. Het product moet meer worden uitgediept. Het paviljoen van de boomkwekerij heeft pas met de presentatie van de rozen, en in de laatste vier weken met de presentatie van de vaste planten, veel naar de bezoeker kunnen uitdragen. Zonder deze planten had het paviljoen zijn doel gemist. In 2022 doen wij als bedrijf hoogstwaarschijnlijk weer mee. Er liggen dan veel mogelijkheden om in de verticale tuin en op balkons de toepassing van vaste planten te benadrukken. Een vasteplantenkweker in de buurt van Almere mag dan het voortouw nemen namens het collectief.’
‘Kies de boegbeelden per gewas’ Boomkwekerij Fleuren - Baarlo Han Fleuren: ‘We hadden een gezamenlijke inzending met Baumschule Lappen en de Vrienden van de Floriade door middel van het Vriendenbos met de fruithagen en de Keltische boomhoroscoop. Voor Fleuren was het Vriendenbos bij mooi weer dé plek om met klanten naar toe te gaan als startpunt en/of lunchbreak van hun Floriade-bezoek. Veel mensen en bedrijven zijn op een leuke wijze in contact gekomen met diverse aspecten van de fruitteelt en met name met de diversiteit aan fruitsoorten en rassen in Nederland. We zijn vaak vastgelegd door filmploegen en journalisten. Al met al hebben we louter positieve pr gehad. Hoe dit zich in de toekomst vertaalt, is voor Boomkwekerij Fleuren moeilijker te berekenen, maar voor Minitree.nl was het een megasucces. De website www.minitree.nl is net als www.minitree.de door de Floriade 35.000 keer bezocht door bezoekers die meer dan vier minuten op de site zijn gebleven! Ja, we zouden het zeker nog een keer zo doen. De vele contacten, ook met mede-exposanten, hebben voor veel dwarsverbanden gezorgd. Bij een volgende Floriade in de buurt zou ik voor 180 dagen een directeur aanstellen en er zelf iedere dag gaan staan. Voor een volgende Floriade adviseer ik om vooral in een vroeg stadium meer boomkwekerijvakgenoten te betrekken. Kies de boegbeelden per gewas, die met verve het verhaal kunnen uitdragen en betaal ze als sector daarvoor. De tomatenmensen hebben dit heel slim gedaan door Ton Janssen van Tasty Tom, generiek voor glasgroenten, in te zetten! Al met al moet ik zeggen dat zeker hier in het oosten van het land veel collega’s hun boompje hebben bijgedragen. Niet afwachten tot je gevraagd wordt, maar grijp zelf je kans, samen met collega’s.’
31
De groene standaard:
Klasmann GreenFibre Klasmann GreenFibre is een substraatgrondstof die wordt verkregen door het vervezelen van Naaldhoutchips. Tijdens het productieproces ontstaan door hoge druk temperaturen tot 125 °C, waardoor de Klasmann GreenFibre gehygiëniseerd en fysisch stabiel wordt. Klasmann GreenFibre wordt zonder verdere toevoegingen geproduceerd en is PEFC gecertificeerd.
zonder Klasmann GreenFibre Luchtcapaciteit (pF 1,0) 13 Vol. %
20 % Klasmann GreenFibre Luchtcapaciteit (pF 1,0) 22 Vol. %
35 % Klasmann GreenFibre Luchtcapaciteit (pF 1,0) 30 Vol. %
[email protected] www.klasmann-deilmann.nl
KD12.121_Anz_NL_190x135_RZ.indd 1
31.07.12 14:57
Voorraadtanks Leverbaar van 400 t/m 1500 liter Haspel opbouw mogelijk Prijzen vanaf €900,-
tl-412 400 liter tank 12 meter spuitboom Prijs: €2350,Gedragen veldspuiten Leverbaar met 400 - 600 - 800 - 1000 - 1200 en 1500 liter tankinhoud Boombreedtes: 12, 15 en 18 m. Standaard afgeleverd met SKL-keuring
tl-612 600 liter tank 12 meter spuitboom Prijs: €2850,-
tl-815 800 liter tank 15 meter spuitboom Prijs: €3990,-
speciaalbouw
“Prettige kerstdagen, Gelukkig nieuwjaar”
&
Direct leverbaar 100.000 Buxusstek ‘faulkner’
Heeft u een idee? wij denken graag met u mee! Onlangs afgeleverd: Containerveldspuit
T: 06 - 538 63 224 • E:
[email protected]
w w w. b e n s c h u i t e r t. n l
www.wilbertstek.nl Smidstraat 1 - 6691 ES - Gendt Tel. 0481 - 425543 | Mob. 06 - 54255446 Fax 0481 - 422963 |
[email protected]
Achtergrond
‘Er moet meer kleur in het park’ M. van den Oever Boomkwekerijen - Haaren Harm Horlings: ‘Als bedrijf hebben wij de berken beschikbaar gesteld voor het themaveld Green Engine, de bomen voor een aantal inzendingen en 450 bomen geleverd voor de aankleding van het park. Wat het uiteindelijk zakelijk heeft opgeleverd, kan ik niet zeggen omdat dat niet het directe doel was van onze deelname aan deze Floriade. De Floriade is vooral bedoeld als een middel om het publiek te tonen wat de Nederlandse tuinbouw allemaal kan en wil doen. Er zijn een paar dingen die in 2022 anders zouden kunnen en misschien ook wel moeten: 1. De inzendingen moeten eerder aangeplant worden. 2. Er moet meer kleur in het park en in de inzendingen komen van april t/m oktober. 3. De catering kan beter en met meer waar voor je geld. 4. Er moet meer informatie vooraf en tijdens de openstelling komen over het gebruikte assortiment. 5. Waarschijnlijk zijn we in 2022 weer een stuk verder op de digitale snelweg; daar kunnen we nog beter op inspelen. Als je mij vraagt ‘Zou je het nog een keer zo doen?’, dan is het antwoord volmondig ‘Ja, heel graag’, vooral omdat je in de afgelopen jaren zo ongelooflijk veel geleerd hebt. Die kennis zou ik zo weer in willen zetten. Het was voor mij een feest om te mogen doen, van het begin tot de sluiting aan toe.’
‘Ga meer actief op zoek naar bedrijven die passen binnen het concept’ BVB Substrates – Grubbenvorst Werner Hendriks: ‘BVB Substrates kijkt met plezier terug op een mooi halfjaar Floriade. Meerdere redenen hebben ons als bedrijf destijds doen besluiten om deel te nemen. Onze deelname heeft meerdere doelen gediend. Eén van onze vier vestigingen, Euroveen te Grubbenvorst, ligt op een steenworp afstand van de Floriade. Je zou kunnen zeggen dat de Floriade in de achtertuin van Euroveen lag. Daarbij komt dat we ons, als een van de belangrijkste wereldspelers op substraatgebied, verantwoordelijk voelden om onze vaak onderbelichte branche te vertegenwoordigen op de world horticulture expo: de Floriade. Diverse, nieuwe plannen, ideeën en uitdagingen heeft BVB weten te koppelen en te integreren in het Floriade-paviljoen At The Foundation Of Growth. Dit is niet alleen gedaan ter promotie van ons bedrijf, maar tevens ter promotie van de gehele bedrijfstak van substraatproducenten, met daarnaast als achterliggend doel om richting de consument de bewustwording van het gebruik van een goede potgrond te creëren. Immers, het substraat is de basis van de groei. Momenteel evalueert BVB Substrates de deelname aan de Floriade. Nu, enkele maanden na de Floriade, kunnen we zeggen dat de Floriade ons veel goeds gebracht heeft. Te noemen zijn natuurlijk de vele nieuwe en bestaande (inter)nationale businesscontacten. Hieruit hopen we voldoende spin-off te genereren. Verder bekijken we een aanpassing van het businessmodel ten voordele van de kleinere afnemers en is het begrip BVB Substrates, als specialist op substraatgebied, hierdoor nogmaals bevestigd. Dit levert zakelijk niet direct iets op, maar is wel iets waar BVB trots op is. Op de vraag ‘Zou u het nog een keer zo doen?’, is het antwoord ontkennend. Naast het feit dat BVB het anders zou aanpakken, hebben wij als bedrijf nog enkele tips voor de gemeente Almere, onder meer: ga meer actief op zoek naar bedrijven die passen binnen het concept! Op de Floriade in Venlo zijn helaas veel concessies gedaan ten aanzien van het oorspronkelijke concept, die afbraak deden aan inzendingen die wél binnen het concept pasten. Tot in 2022!’
De rondvraag onder enkele deelnemers uit de boomkwekerijsector laat zien dat hun aanwezigheid op de wereldtuinbouwtentoonstelling in Venlo veelal (nog) niet direct in harde euro’s kon worden ingewisseld. De behaalde winst ligt met name in bedrijfs-pr, promotie van de sector en zijn producten en ook in het creëren van maatschappelijk draagvlak.
33
De vlag hijsen voor de Noorse esdoorn: Deel 2 Superboom heeft veel volgers Het sortiment Noorse esdoorns leeft blijkbaar onder de volgers van dit feuilleton: een aantal lezers reageerden op mijn vorige artikel van dit feuilleton over de Noorse esdoorns. Een aantal daarvan vroeg behandeling van enkele CV’s van Noorse esdoorns die de vorige keer niet aan bod geweest zijn, en anderen hadden specifieke wensen over te behandelen nieuwe geslachten. Dat doet mij heel veel deugd. Hierbij draai ik uw aangevraagde plaatje over deze superbomen. Auteur: Jan P.Mauritz Botanische informatie Het geslacht Acer is voor het eerst beschreven door de Franse botanicus Joseph Pitton de Tournefort (1656-1708), die naast expedities om nieuwe soorten te ontdekken veel werk heeft verricht in de vereenvoudiging van de classificatie van planten op basis van bloeiwijzen. Zodoende heeft hij de weg gebaand voor Linnaeus, die veel van de geslachtsnamen en beschrijvingen van Tournefort dankbaar overnam in zijn Genera Plantarum van 1737 en het Species Plantarum van 1753. Het geslacht Acer is zo groot, zo complex en zo divers, dat vrijwel alle grote namen in de botanie, zoals Tournefort, Linnaeus, Thunberg (1793), De Candolle (1824), Bentham & Hooker (1862), Rehder (1905), Hu & Cheng (1948), Bean (1970) en Krüssmann (1976), er iets of meer over geroepen hebben en/of gepubliceerd hebben. In 1976 is door dr. P.C. de Jong, een Nederlandse esdoornspecialist bij uitstek, op basis van een
34
omvangrijke studie van het geslacht Acer een onderverdeling gemaakt in maar liefst veertien secties waarvan er negen weer onderverdeeld zijn in twee of drie series. Hoezo complex, die Acerclan?! Om met betrekking tot deze complexe materie toch licht in de duisternis te werpen, is Maples of the World in 1994 verschenen, een botanisch boekwerk geschreven door Dick M. van Gelderen, bovengenoemde Piet C. de Jong en Herman J. Oterdoom, met de ordening van het genus Acer. Even terug naar de verzoeknummers: als aanvulling op het vorige deel nog twee Noorse makkers, te weten de Acer platanoides ‘Autumn Blaze’ en Acer platanoides ‘Eurostar’ uit uw lijstje van zeven waarvan onder andere de CV’s ‘Reitenbachii’ en ‘Superform’ ook deel uitmaakten.
‘Waarom nu, achteraf, deze twee wel aan ons voorstellen, JP? Kon dat niet direct in de vorige editie?,’ vraagt Willem. ‘En waarom deze twee?’ Nou, Willem, dat zal ik vertellen. Deze bomen hebben allebei bijzonderheden die niets met hun kenmerken en toepassingsmogelijkheden te maken hebben, namelijk door menselijke invloeden op deze bomen. Gezeik dus eigenlijk en daarom heb ik ze toen bewust overgeslagen! Nu, op basis van verzoeknummers, dan toch. De ene z’n CV-naam is identiek aan een CV van een andere esdoornsoort en lijkt daarnaast ook sterk op een CV van weer nog een andere esdoornsoort en de ‘Eurostar’ is kwekersrechtelijk beschermd wat inhoudt dat niet iedereen deze boom zomaar mag vermeerderen en kweken. Acer platanoides ‘Autumn Blaze’ Bij deze makker is de CV-naam zoals het hoort: met hoofdletter en tussen komma’s. Het is een vrij nieuwe cultivar van boomkwekerij
Sortiment
De bergesdoorn of gewone esdoorn; Acer pseudoplatanus en CV’s Binnen de systematische indeling van het Regnum Vegetabile - het Plantenrijk behoort het geslacht Acer tot de orde van de Sapindales en daarbinnen tot de familie van de Aceraceae: de esdoornfamilie. Deze familie bestaat uit slechts twee geslachten: Acer en Dipteronia. Bijzonder is dat het geslacht Acer zeer uitgebreid is met ongeveer 120 verschillende soorten met honderden species verdeeld over deze soorten, een fors aantal ssp’s (ondersoorten), vars en forma’s en dan nog een berg cultuurvariëteiten. Daarentegen is het geslacht Dipteronia heel klein en bestaat het uit slechts twee species: Dipteronia sinensis en Dipteronia dyeriana. De naam Acer is afgeleid van het Griekse woord ac = ‘scherp’, wat slaat op de scherpe lobben van het blad. Voor de liefhebbers onder u: de naam Dipteronia komt ook uit het Grieks en is een samenvoeging van di = ‘twee’ en pteron = ‘vleugel’ en verwijst naar de bekende zaden voorzien van twee zaadvleugels - Samara’s heten die gevleugelde nootvruchten. Weet u nog uit de vorige editie? - die ook zo kenmerkend zijn voor neef Acer. Vooral de grootte en de hoek tussen de vleugels zijn belangrijke kenmerken bij de determinatie van esdoorns. Jeffers uit Amerika, die de boom selecteerde uit een groep zaailingen. Het is een sterke, snelgroeiende boom met een smalle, piramidale kroon in zijn jonkheid tot smal ovaal bij het ouder worden. De boom vormt een goed doorgaande stam, the central leader zoals Amerikaanse boomkwekers dat fenomeen noemen. De boom reikt tot 20 22 meter hoogte onder ideale omstandigheden en dat is voor deze makker vooral op de drogere, voedingsrijke gronden. Het blad is als van de soort, maar opvallend heldergroen en gezond. De herfstkleur is oranjerood en dan lijkt het wel of de boom in brand staat. De hele boom straalt een enorme gezondheid uit en is heel goed toepasbaar als straatboom, ook in niet al te brede profielen. Nu dan het gezeik, Willem. Er bestaat ook een Acer x freemanii AUTUMN BLAZE, die eigenlijk correct benaamd Acer x freemanii ‘Jeffersred’ heet. AUTUMN BLAZE, in kapitalen geschreven en zonder komma’s, is een handelsnaam en die mag wel toegepast worden, maar het zaait verwarring. Verwarring en verwisseling ontstaat ook vaak met
Acer rubrum ‘Autumn Flame’, een CV van de rode esdoorn met een meer dan spectaculaire en indrukwekkende herfstkleur. Bovenstaande bomen komen op een later moment in dit feuilleton voor. Ze zijn het meer dan waard om aan u voor te stellen! Acer platanoides ‘Eurostar’ Een selectie uit een Noorse esdoorn die in 1977 in Bennekom gevonden was en sinds 1983 in een klonentoets van ‘De Dorschkamp’ (voorloper van Alterra) beoordeeld is. In 1992 is er kwekersrecht aan ‘De Dorschkamp’ op verleend en vervolgens is een licentie afgegeven voor productie en verkooprechten aan boomkwekerij Martin van de Bijl Boomkwekerijen in de Betuwe. Deze licentie is vervolgens overgegaan naar Brienissen Bomen BV in Opheusden. De boom kwam uit een klonentest met 27 CV’s van andere makkers als beste uit de bus, maar is vrij onbekend bij het overgrote deel van de vakbroeders omdat de boom beperkt beschikbaar is. Het is een grote boom die tot 20 meter hoogte gaat met een kaarsrechte, doorgaande spil met een regelmatige kroonopbouw met relatief dunne en opgaande takken met een takhoek van ca. 45°. Zowel in lengte- als in diktegroei een topper die toch geen zware takken, gaffels of zuigers vormt, als je hem tenminste niet verminkt bij het onderhoud. De boom loopt erg laat uit, de brede bladeren hebben vaak wat onduidelijke, wijdgetande lobben, lichtgroen verlopend naar donkerdere tinten en daardoor is er minder schade door late nachtvorsten mogelijk. De boom stelt beduidend minder eisen aan de bodem dan zijn broers en is prima geschikt als straat- en laanboom in het harde stadsklimaat, maar ook prima toepasbaar in landschappelijke beplantingen, op bedrijventerreinen en hij kan ook nog goed tegen de wind. Een waardevolle boom dus, mits er voldoende bodemvruchtbaarheid is en dat is logisch. Je mag van een boom niet verwachten dat hij goed groeit zonder hem te vreten te geven, toch?! Zo, dat was de beantwoording van de verzoekjes. En dan nu naar de hoofdpersoon van dit deel van het feuilleton: de Acer pseudoplatanus en zijn CV’s. De soortnaam pseudoplatanus behoeft geen verdere uitleg. Deze esdoorn behoort in sectie VIII Acer en draagt de officiële botanische naam Acer pseudoplatanus L. (1753). Binnen de sectie Acer vallen onder andere ook de bekende soort Acer saccharum en de minder bekende soorten als
Acer monspessulanum en Acer opalus en de, voor op enkele stervelingen na, totaal onbekende en in Europa niet in cultuur te vinden Acer heldreichii ssp. trautvetteri, een middelgrote boom tot 17 meter hoogte uit de Kaukasus, genoemd naar E.R. Von Trauvetter (1809-1889), de directeur van de botanische tuin in St. Petersburg. Er zijn ca. dertig CV’s van Acer pseudoplatanus, die het gebruik van deze boom goed mogelijk maken als parkboom, maar ook als bomen in de private omgeving en als straaten laanboom in steden en dorpen, op bedrijventerreinen, fabriekscomplexen en landschappelijke beplantingen; een superboom dus! Kenmerken Het natuurlijk verspreidingsgebied van bergesdoorns strekt zich uit over de gematigde klimaatzone van Midden- en Zuid-Europa en dan met name in de bergachtige gebieden, vandaar de naam bergesdoorn. Het Hartzgebergte, de Kaukasus, de Pyreneeën, de Alpen, de Karpaten en het noordelijk Griekse berggebied zijn de locaties bij uitstek waar onze vriend het naar zijn zin heeft. De boom is niet inheems in ons land. Niet dus, ondanks allerlei pogingen van puriteinen om dat wel zo te laten zijn - ‘Huppakee, weer een paar vijanden erbij, JP!’ - en is ook niet inheems in Engeland, Ierland, België, Noord-Frankrijk, NoordDuitsland en Scandinavië. De boom heeft zich wel een plek verworven in deze landen, en méér dan, groeit er weelderig en heeft zich volledig aangepast aan de omstandigheden daar en verjongt zich ook daar. Aan de andere kanten van de grote zeeën hebben de bergesdoorns zich ook succesvol gevestigd en zijn ook daar geheel ingeburgerd. Dan gaat het dus over Noord-Amerika, maar ook over Australië en Nieuw-Zeeland. Bergesdoorns zijn machtig grote bomen, tot ruim 35 meter hoog en hoger in zijn optimum. De machtige, koepelvormige kroon is meestal tot ca. 80% van de hoogte breed, met een onregelmatig gevormde kroon. De boom is niet echt veeleisend voor wat betreft zijn standplaats, maar wel ijzersterk waardoor hij zelfs met mindere leefomstandigheden in leven blijft. De boom vormt machtige en imposante stammen en gesteltakken die schitterend in zilverachtig grijze, oranjebruine, kleine tot middelgrote onregelmatig gevormde schorspaatjes afschilfert. In zijn natuurlijke gebied zijn de stammen vrij kort en dik en drager van circa zeven enorme gestel-
35
Sortiment
takken. Deze gesteltakken zijn aan de onderzijde ook prachtig afschilferend, wittig grijs, geelgroen van kleur, verlopend tot olijfgroen en schuin afstaand vanaf de centrale stamspil. En dan een van de belangrijkste morfologische kenmerken van de esdoorns: de tegenoverstaande knopstand en dus ook bladstand. De knoppen van de bergesdoorn zijn groen op grijsbruine twijgen; groene knoppen in tegenstelling tot de rode knoppen van zijn noordelijk levende neef. De grote, matglanzende of doffe, groene, handvormig ingesneden bladeren hebben meestal drie tot vijf en soms zeven ingesneden en grote toegespitste lobben met een grof gezaagde of een getande bladrand. De dikke bladeren zijn variabel met een bladlengte van 6 tot 20 cm en een bladbreedte van 10 tot wel 18 cm en soms nog groter. Het blad hangt aan een dikke, meestal roodgroene bladsteel zonder melksap. ‘Niet meer vergeten, hè, zonder en met melksap.’ De kleur is meestal donkergroen aan de bovenzijde met aan de bladvoet vaak een wat blauwige tint die hogerop vervaagt. De onderzijde van het blad is grijsgroen of blauwig lichtgroen, met beharing in de nerfoksels. De herfstkleur is doffig geel tot goudgeel en minder imposant dan bij platanoides. De bloemen van bergesdoorns zijn groengeel tot geel van kleur, gebundeld in hangende tot wel 14 cm lange trossen of tuilen en verschijnen in april, mei, juni, afhankelijk van de CV. De overbekende gevleugelde nootvruchten, samara’s genaamd, staan bij de bergesdoorn in een rechte tot scherpe hoek ten opzichte van elkaar. De platte nootvruchten zitten tussen de twee delen van de vleugel dicht bij elkaar. Elke noot heeft zijn eigen vleugel, maar samen worden ze door de wind meegenomen. Deze schitterende propellers zorgen voor een grote verspreiding van de zaden. Het wortelgestel is diepgaand met veel mooie, fijne wortels en zo krachtig, dat het elk type beplanting onder de kroonprojectie fel beconcurreert. De boom groeit van nature op steenachtige locaties, in de bergen met weliswaar de nodige voeding, maar toch, en kan daarom ook toegepast worden in verhardingen. Er zijn tal van CV’s speciaal geselecteerd om deze toepassing nog te verbeteren en dat is aardig gelukt. Ten slotte stelt de boom niet al te hoge eisen aan de bodem, maar op natte en koude bodems gaat het niet goed. De boom gaat niet dood, maar laat wel aan zijn verschijning zien dat ie ’t heel slecht naar z’n zin heeft. Gebruik Bergesdoorns hebben een brede toepasbaarheid
36
Acer pseudiolatanus 'Atropurpureum' winterbeeld.
in de openbare ruimte, mits met het bovenstaande goed rekening gehouden wordt en de juiste CV voor de toepassing benut wordt. Deze CV’s blijven, in tegenstelling tot die van zijn Noorse broer, veelal niet kleiner dan de soort op enkele uitzonderingen na, zoals de bonte ‘Brilliantissimum’ tot 15 -20 meter hoog en veel toepasbaarder dan de soort. Bergesdoorns verdragen luchtvervuiling en het stedelijk milieu heel goed, maar gedijen ook op fabrieksterreinen en industrieparken. Overig gebruik en andere wetenswaardigheden Het hout van esdoorns is waardevol vanwege een grote toepasbaarheid, alleen niet voor de bouw en constructie. Het hout is licht van kleur, heeft een fijne structuur en wordt onder andere gebruikt voor vloeren omdat het mooi gevlamd is en slijtvast. Vaak heeft het hout een fraaie golftekening en is het daardoor zeer geschikt voor de fineerfabricage. In juwelierszaken, waar zilveren en gouden sierraden uitgestald staan, zijn de vitrinekasten vaak van esdoornhout. De bekende vioolbouwer Antonio Stradivarius (1644-1737) was de eerste die esdoornhout toepaste voor de kam van de viool. Ook tegenwoordig worden er nog muziekinstrumenten van esdoornhout vervaardigd. Het hout is daarnaast ook uitermate geschikt voor allerlei keuken-, sport- en tekengereedschap en wordt veel gebruikt voor het vervaardigen van speelgoed. Het paard van Troje was volgens de overleveringen ook gemaakt van esdoornhout. In de middeleeuwen geloofde men dat de esdoorns bescherming boden tegen hek-
Acer pseud. 'Atropurpureum' blad onderzijde.
sen. Daarom werden in verschillende delen van Duitsland en omringende landen huizen en schuren met esdoorntakken versierd. Esdoornhout zou ook blikseminslag voorkomen en mollen verdrijven. In de Elzas probeerde men er vleermuizen mee op afstand te houden en in de Vrijstaat Beieren geloofde men dat grote bladeren aan de esdoorns een goede oogst voorspelden. En zo zijn er nog honderden verhalen en anekdotes te vertellen waarin esdoorns een belangrijke rol spelen. Het sortiment Zoals u van mij gewend bent, krijgt u de door mij geselecteerde bomen uit het aanbod van Acer pseudoplatanus, gewoon omdat ik die bomen de moeite waard vind om aan u voor te stellen en omdat ik de penvoerder ben van dit feuilleton en u de consument.
Acer pseudoplatanus ‘Almira’ Een vrij nieuwe, Nederlandse selectie waarvan de moederboom in Wageningen staat. Het is een goed groeiende boom met een steil opgaande takstand waardoor er een fraaie, smalle en later bredere, piramidale kroon ontstaat. De boom kan 20 meter hoog worden, heeft fraai donkergroen blad en stelt nauwelijks eisen aan zijn standplaats. Natte en koude gronden worden verdragen evenals wind en verhardingen. Prima toepasbare stadsboom. Acer pseudoplatanus ‘Atropurpureum’ Aha, weer een rooie. Ik houd van rood, maar dat wisten jullie al! Een oude selectie van 1883 van de boomkwekerijen van Späth in de buurt van Berlijn. Helaas zijn er niet meer dan nog enkele van deze relicten van deze kwekerij zichtbaar daar. Het bedrijf van 1720 is na de Tweede Wereldoorlog opgedeeld door het ijzeren gordijn en in 1967 helaas gesloten. Heel veel nieuwe selecties bomen zijn te danken aan de familie Späth en ook vele selecties dragen hun naam,
en terecht! ‘De boom, JP,’ roept de redactie van NWST. ‘Je loopt weer weg!’ Een geweldige boom, die ondanks zijn rode blad wel 25 - 30 meter hoog kan worden met een tot 15 meter brede, kegelvormige kroon die op oudere leeftijd afrondt. Het vijflobbige blad loopt roodbruin uit en vervolgens is de bovenzijde van het blad donkergroen met een schitterende, diep roodpaarse onderzijde met geelgroene nerven. De samara’s zijn ook schitterend donkerrood van kleur. Verdere eigenschappen als van de soort en aanvullend is deze boom zeewindbestendig. Dit is wel een verschijning, hoor, beste vrinden; wat een beauty! Acer pseudoplatanus ‘Bruchem’ Een vrij nieuwe, Nederlandse cultivar, gevonden in de Gelderse gemeente Bruchem. Het is een goed groeiende boom met een mooie doorgaande stam met een smalle jeugdfase die breder uitzet tot eirond. Het blad is aan de onderzijde blauwgrijs van kleur. Het is absoluut
een aanwinst in het sortiment. Acer pseudoplatanus ‘Erectum’ Deze zeer goede CV heeft een synoniem: ‘Nachtegaalpein’. Nou, dat verwijst naar Den Haag en naar een der grootste dendrologische directeuren in de gemeentelijke groendiensten van Nederland: de heer S.G.A. Doorenbosch. Hij selecteerde de boom in 1955 uit een partij bomen die op genoemd Nachtegaalplein aangeplant stonden. Het is een grote boom tot 20 - 25 meter hoog met een zuilvormige kroon die later smal eivormig wordt. Bijzonder aan deze boom is dat de heel grote bladeren aan vrij korte stelen hangen. Het erg grote blad is donkergroen aan de bovenzijde en grijs behaard aan de onderzijde. De boom geeft heel veel vruchten en is zeer windvast. Verdere eigenschappen als van de soort, dus een zeer goede boom voor in de smalle profielen in het openbaar domein.
Darnley's Esdoorn.
37
Sortiment
Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'.
Acer pseud. 'Brilliantissimum'.
Acer pseudoplatanus blad en vruchten.
Acer pseud. 'Princeton Gold'.
Acer pseudoplatanus ‘Leopoldii’ Deze selectie komt van onze zuiderburen en is in 1864, door Vervaene vernoemd naar de Belgische koning Leopold I. Een goed gezonde en groeiende boom tot ca. 17 - 20 meter hoog en bijzonder vanwege zijn bladkleur. Het jonge blad is bij uitrollen roze gekleurd en later is het blad donkergroen met witte strepen en vlekken waarbij vaak een beperkte, roze besprenkeling het werkstuk afmaakt. Deze kleurstelling is heel stabiel en laat het hele jaar door mensen zich verwonderen over wat de natuur te bieden heeft. Een geweldige boom op een bijzondere solitaire plek heeft mijn voorkeur.
38
Acer pseudoplatanus ‘Negenia’ Wederom een Nederlandse selectie uit 1948 door de Naktuinbouw in het handelsverkeer gebracht. Een bijzonder goede, gezonde en krachtige groeiwijze tot 2 - 22 meter hoog met een zeer regelmatige groeiwijze naar een breed piramidale kroonvorm. De bladeren zijn groot donkergroen met een fraaie, rode bladsteel. De nootvruchten zijn ook fraai. De boom stelt bijzonder weinig eisen aan zijn standplaats en verdraagt zelfs beroerde plekken waar anderen het zeil laten zakken. De windbestendigheid is ook zeer goed en beter dan die van andere CV’s, waardoor de toepassingen van deze boom vergroot worden.
Acer pseudoplatanus ‘Prince Camille de Rohan’ Een aantal zal nu zeggen: ‘Een bekende naam’, en inderdaad, Fürst Camille Rohan is de geestelijk vader van Fagus sylvatica ‘Rohanii’ die in dit feuilleton al eerder voorbijkwam bij het deel over de Europese beuken. De boom is een verbeterde versie van ‘Leopoldii’ voor wat betreft de bladkleuring, waarbij ook meer roze in het blad zit en blijft zitten. Voor de rest gewoon vergelijkbaar. Maar wie voor bont gaat, neem dan deze als je hem kunt vinden. Een schitterende boom! Acer pseudoplatanus ‘Rotterdam’ Deze wederom Nederlandse selectie is verbonden aan de oud-directeur van de plantsoenendienst in Rotterdam, de botanicus en tuinarchitect H.W
Acer pseudoplatanus ‘Worley’ Een gele makker, geselecteerd in 1879 in Duitsland door botanicus H.M. Willkomm en in het handelsverkeer geïntroduceerd door de koopman Ohlendorff in 1893 in Hamburg. Het is een middelgrote boom tot 12 - 15 meter hoog met een onregelmatige, breed eivormige kroon. Het blad is bijzonder, loopt goudgeel uit en verloopt naar zacht geelgroen en hangt aan een roze bladsteel. De bladrand is sterk gezaagd, sterker dan bij de soort en 12 tot 20 cm groot. Het is gewoon de beste gele, die andere kleurbroeders verdrongen heeft van het toneel. De boom toepassen als solitair of in groepen in grote groenstroken en parken. Als straat- en laanboom goed toepasbaar, maar een laan met tweehonderd van deze makkers is wat over de top! Afsluitend Dat was het dan: een rondje bergesdoorns. Wat zijn het toch fantastische bomen voor allerlei toepassingen in de openbare en private ruimte. Ga maar eens zoeken in de gebergten die bovenaan in dit deel staan, zoals de Zwitserse Alpen. Enorme, majesteitelijke makkers, gewoon in een Alpenweide met de koeien eromheen. Geweldig, wat een imposante bomen, maar ook in steden als Lugano, Klagenfurt en Maribor. Daar staan exemplaren in de stadsparken; daar ril je van, zo groot. Zo mooi en zo onvergetelijk. Ik hoop dat ik u met dit deel weer geïnspireerd en gestimuleerd heb om met andere ogen naar die bergesdoorns te kijken en als u de kans krijgt ze te gebruiken; ze zijn het meer dan waard! De groeten van Dipteronia chinensis vruchten.
Vink, die de boom in 1944 selecteerde. Het is een goed groeiende boom met een opvallend ruwe stam, schitterend. De kroonvorm verloopt van smal piramidaal naar breed opgaand. Het is een boom voor heel slechte groeicondities, windbestendig, ook tegen zeewind, en kan dus ook prima in het kustgebied aangeplant worden. ‘Rotterdam’ gaat gewoon verder. Niet lullen en zeuren, gewoon groeien. En dat doe ie! Acer pseudoplatanus ‘Spring Gold’ Een Nederlandse selectie uit 1991 van K.W. Verboom uit Boskoop. Deze CV is een verbetering van de welbekende ‘Brilliantissimum’ met zijn roze naar geeloranje verlopende bladkleur. ‘Spring Gold’ is een zogenaamde sport uit de
bovengenoemde en groeit beter en wordt groter, tot 6 - 7 meter, en heeft zelfs een mooiere uitstraling dan de CV ‘Prinz Handjery’ die ook zo’n oranjegele broeder is voor in particuliere tuinen, kantoortuinen, daktuinen en kleine openbare parken. Vanwege de lichte bladkleur kunnen alle drie CV’s bij felle zon het blad verbranden. Houd daar rekening mee bij de aanplant. Ik sluit dit deel van het feuilleton af met een bijzondere: een gele, die met vele namen te boek staat, ook bij zichzelf respecterende dendrologische broeders. De CV-naam is ‘Worley’. En die naam wordt vreselijk vaak foutief geschreven, zoals Worlei, Woorly, Worly, Woorleei, Worleeyi, enz.
De auteur Jan P. Mauritz is unit manager Bomen en Beplanting bij Cyber bv.
39
Kwaliteitshandsboek voor bos- en haagplantsoen
GROEN OP WIT
Groen op Wit in een nieuw jasje Naslagwerkje voor gebruiker van grootgroenproducten opnieuw gedrukt Tien jaar geleden gaf uitgeverij NWST, uitgever van Boom-in-Business, het boekje Groen op Wit uit, een naslagwerk voor de klanten van bosen haagplantsoenkwekers. Joost van Iersel, voormalig GrootGroenPlus-voorzitter, stond garant voor de tekst. Nu ligt er een herziene uitgave in een nieuw jasje. Auteur: Ruud Jacobs Omdat er na al die jaren nog steeds vraag was naar dit naslagwerkje, heeft de Cultuurgroep van bos- en haagplantsoen in samenwerking met PPH besloten dit kwaliteitshandboek in een herziene druk opnieuw uit te geven. Vakblad Boom-inBusiness stelt een aantal vragen aan Bart Faassen, voorzitter van de Cultuurgoep van bos- en haagplantsoenkwekers. Waarom is dit een belangrijk naslagwerk? ‘We constateren dat bij onze afnemers steeds minder kennis aanwezig is van het door ons gekweekte product. We willen graag zo inzichtelijk mogelijk maken wat de kwaliteitsaanduidingen in ons vakjargon betekenen voor de uitwendige kwaliteit en sortering van het plantsoen.’
40
Wat proberen jullie als Cultuurgroep bos- en haagplantsoen met dit boekje te bereiken? ‘We willen het als leidraad gebruiken bij kwaliteitsaanduidingen. Graag zien wij dat de bestekschrijvers, kwekers, hoveniersbedrijven en beplantingmaatschappijen een vaste leidraad hebben om duidelijkheid te verschaffen over de uitwendige kwaliteit tegenover de eindverbruiker en controlerende instanties. Openheid en transparantie, zodat hierover geen discussies gevoerd hoeven te worden. In de keten worden onder druk van de prijs nog steeds te vaak aanpassingen in de kwaliteit gemaakt. Wij staan als Cultuurgroep voor duidelijkheid. We zijn het eigenlijk spuugzat om de zwarte piet toegeschoven te krijgen, als er ergens in de keten iemand een aanpassing maakt in de kwaliteit ten faveure van geld.
‘In het geval van dit naslagwerk, Groen op Wit, gaat het zoals eerder genoemd met name om uitwendige kwaliteit’ Er zijn te veel zwakke schakels in de keten. In deze keten speelt de kweker een ondergeschikte rol, doch als het fout gaat heeft hij het gedaan. Dat willen we als Cultuurgroep bestrijden. In het geval van dit naslagwerk, Groen op Wit, gaat het zoals eerder genoemd met name om uitwendige kwaliteit. Er wordt ook hard gewerkt aan openheid en transparantie met betrekking tot de genetische kwaliteit, want dat is voor de
Actueel
GROEN OP WIT
Corylus avellana
NL
gewone hazelaar
GB
hazel Haselnuss
D FR
Vergelijkbare soorten zijn:
IT
GROEN OP WIT
noisettier nocciolo commune
NL
Quercus robur
GB D FR
Vergelijkbare soorten zijn:
Corylus colurna
IT
inlandse eik english oak Stieleiche chene pedoncule farnia
Quercus petraea 1
1
Bijzonderheden
Bijzonderheden
Vertakt redelijk goed. 1+1 is soms al enigszins vertakt.
Eik heeft van nature een penwortel. Wortel is zeer gevoelig voor vorst. Let op met inkuilen.
Fijn wortelgestel.
2
2
Productinformatie
Productinformatie
2 jarige zaai is soms een goed alternatief voor verplant.
Kan als zaailing zeer goed verwerkt worden. Wortelhalsdoorsnede van >8 mm is soms zelfs enigszins vertakt. 1+0
1+1
1 + 1 af 2t
1 + 2 af 2t
1 + 2 af 3t
1+0
1+1
1+1
1+2
spil
h. 60 - 80 cm
h. 60 - 100 cm
h. 70 - 90 cm
h. 80 - 100 cm
h. 70 - 90 cm
h. 30 - 50 cm
h. 50 - 80 cm
h. 60 - 100 cm
h. 80 - 120 cm
h. 150 / 175 cm
15
‘Ook bestekschrijvers, hoveniers en overheden wordt gevraagd dit boekwerkje te hanteren’ gehele keten een nog lastiger verhaal. Buiten dit boekje hebben we als Cultuurgroep bos- & haagplantsoen ook een ‘greendeal’ geïnitieerd die de problemen in de keten zal gaan determineren. Hiervan houden we u graag op de hoogte.’ Kunnen we de beschrijvingen beschouwen als een soort officiële norm op het gebied van bosen haagplantsoen? ‘Met name de leeftijdsaanduidingen gerelateerd aan de vertakking en de wortel willen we duidelijk aangegeven hebben.’
Zou de boomkwekerijsector werk moeten maken van meer van dit soort kwaliteitshandboeken? ‘Voor bomen en kluitplanten is het eenvoudiger om je een goed beeld te vormen van wat het product precies allemaal inhoudt. Dat kunnen de verschillende culturen wel eens ter overweging meenemen.’
28
raad, zodat eenieder die duidelijkheid aan zijn klanten wil verschaffen dit kan verspreiden. Ook bestekschrijvers, hoveniers en overheden wordt gevraagd dit boekwerkje te hanteren. Onze Cultuurgroep staat voor duidelijkheid en transparantie, wat we middels dit boekje wederom willen onderstrepen.’
Hebt uzelf in dezen ook voorstellen? ‘Dat laat ik graag aan het initiatief van de diverse cultuurgroepen over.’ Hoe gaan jullie Groen op Wit verspreiden? ‘We hadden het heel graag op de Floriade gepresenteerd en uitgedragen, maar helaas is dat niet gelukt. Ook een presentatie op GrootGroenPlus zat er niet in. Nu zullen we het mede middels vakblad Boom-in-Business verspreiden en er zijn nog exemplaren bij de Cultuurgroep op voor-
Bart Faassen
41
Na stikstof, fosfaat en kalium wordt nu het voedingselement calcium beschreven. Calcium is een belangrijke voedingsstof voor vele boomkwekerijproducten, omdat het veel in celwanden aanwezig is. In dit artikel kunt u lezen dat calcium een essentieel onderdeel is van elke plant en daardoor onmisbaar in het bemestingsplan. Auteur: René Krikke
Calcium: een must voor jong, snelgroeiend blad Voedingselementen voor het voetlicht (4) Opname en functie in de plant De plant neemt calcium op als een tweewaardig positief geladen ion (Ca2+). Calcium is het enige element dat alleen door de worteltoppen wordt opgenomen. De opname van calcium is een passief proces. Dat wil zeggen: calcium gaat met de waterstroom mee de wortels in en wordt zo via de houtvaten omhoog getransporteerd naar actief verdampende delen. Eenmaal op de plaats van bestemming in de plant wordt calcium opgeslagen in de vacuolen (opgelost of in de vorm van calciumoxalaatkristallen) of in de celwandruimte (met name de middenlamel van de celwand bevat calciumpectinaat). Eenmaal door de plant opgenomen calcium ligt dus vast en is dan immobiel in de plant. Het calcium in de vacuole zorgt voor osmotische waarde en voorkomt toxiciteit van andere elementen indien deze in te hoge mate worden opgenomen. Dit laatste speelt vooral een rol in de wortels van boomkwekerijproducten. In de celwand zorgt calcium voor versteviging van de wand en doorlatendheid. De opname van calcium wordt sterk beïnvloed door andere positief geladen ionen zoals magnesium, kalium, ammonium en natrium. Hoge gehalten aan een of meerdere van deze elementen kunnen de calciumopname sterk verminderen. Gebrek- en overmaatverschijnselen Vooral jong, snelgroeiend blad heeft calcium nodig. Daarbij komt dan nog eens de slechte herverdeling van calcium in de plant. Een gebrek aan
42
calcium uit zich als eerste in de jonge delen van de plant. De eerste symptomen van calciumgebrek zijn roodverkleuring van het blad, waarna de toppen van de bladeren afsterven. Cornus alba bijvoorbeeld verkleurt in de herfst te vroeg bij calciumgebrek. Eerst verkleuren de bladranden aan de top van de scheuten rood. Het bladgedeelte tussen de nerven ziet er opgebold uit en verkleurt eveneens rood. In ernstigere gevallen sterven de groeipunten af, terwijl de ogen in de oksels nog wel uitlopen. Een gewas als Juniperus is ook gevoelig voor calciumgebrek en ontwikkelt dan zilvergrijze, gedrongen groeipunten die hard en stekelig aanvoelen. De planten blijven bij calciumgebrek smal en kort. Een gewas als Chamaecyparis is minder gevoelig voor calciumgebrek. Calciumovermaat leidt bij de meeste boomkwekerijgewassen niet tot duidelijke symptomen. Soms zijn magnesium en/of kalium gebrekverschijnselen zichtbaar door overmatige bemesting met calcium. Ook kunnen hoge concentraties aan calcium in de plant ervoor zorgen dat fosfaat met calcium neerslaat en kunnen er problemen met de energievoorziening in de plant ontstaan. Tegelijkertijd zal de opname van diverse spoorelementen worden bemoeilijkt (met name ijzer en mangaan).
Calcium in de grond en in substraat In grond varieert het calciumgehalte (op gewichtsbasis); van minder dan 0,5% in zeer zandige grond tot meer dan 25% op kalkrijke kleigronden. Een gehalte van meer dan 3% betekent vaak dat er vrij CaCO3 (calciumcarbonaat) aanwezig is in de grond. Er zijn echter ook grondsoorten die calcium als CaSO4 (calciumsulfaat = gips) bevatten. Deze gronden hebben geen hoge pH, in tegenstelling tot gronden met veel calciumcarbonaat. Het is niet het calcium dat pH-verhoging veroorzaakt maar het carbonaat molecuul (CO32-). Calcium in kleigronden zorgt niet alleen voor plantenvoeding maar zorgt ook voor een goede structuur doordat het calcium tussen de kleiplaatjes een sterke mate van stabilisatie geeft. Die kleiplaatjes kunnen positief geladen ionen binden. De mate van bezetting van die kleiplaatjes wordt CEC genoemd, ofwel de bindingscapaciteit voor positief geladen ionen, en dit geeft aan in hoeverre stabilisatie door calcium in kleigrond plaatsvindt. Zo’n 50 tot 75% van de CEC dient met calcium bezet te zijn om een goede levering van Ca uit de grond te krijgen. Bij meer dan 75% bezetting met calcium komt de opname van kalium en magnesium in de knel. De mate waarin calcium opneembaar is voor het gewas hangt af van de uiteindelijke concentratie aan calcium in het bodemvocht, de pH, de CEC, het type klei en de aanwezigheid van andere positief geladen ionen.
Teelttechniek
In veenachtige substraten wordt een bepaald aantal kilo’s calciumcarbonaat (koolzure kalk) per m3 potgrond toegevoegd, afhankelijk van de gewenste pH voor het gewas en de samenstelling van de potgrond. Als er veel bicarbonaat in het uitgangswater zit kan de basisbemesting voor calciumcarbonaat daarop worden aangepast. Laat u van uw substraat een monster analyseren, dan wordt er in het laboratorium een extract gemaakt. In het extract wordt onder andere calcium gemeten. De streefwaarde in dat extract voor boomkwekerijgewassen met een lage bemestingsbehoefte ligt tussen de 1.2 en 1.8 mmol/l Ca. Voor boomkwekerijgewassen met een normale bemestingsbehoefte ligt het streefcijfer tussen de 1.4 en 2.2 mmol/l Ca. Voor boomkwekerijgewassen met een hoge bemestingsbehoefte ligt het streefcijfer tussen de 1.7 en 2.5 mmol/l Ca. Voor sommige gewassen hanteren we gewasspecifieke streefwaarden. Calcium in meststoffen Calcium zit zoals reeds vermeld in diverse kalkhoudende meststoffen en in gips. In de meeste kalkmeststoffen zit calciumcarbonaat. In de grond zorgt CO32- voor het pH verhogende effect, want het reageert in het bodemvocht met daar aanwezig zuur (H+). Naast calciumcarbonaat draagt ook magnesiumcarbonaat (MgCO3 – koolzure magnesiakalk) bij aan het pH verhogende effect. Voor een goede werking van de kalkmeststoffen moet de kalk fijn gemalen zijn en goed door de grond worden gemengd.
Skimmia japonnica.
Er zijn ook kalkmeststoffen verkrijgbaar die worden gemaakt uit algen, bijvoorbeeld koraalalgen (zeewierkalk, Maërl). Deze meststoffen rekenen we voor wat betreft het pH verhogende effect tot de koolzure magnesiakalk. De werking van een kalkmeststof wordt aangegeven als neutraliserende waarde. Dit wordt uitgedrukt in een getal, wat aangeeft hoeveel ml zoutzuur door 1 gram van de kalkmeststof kan worden geneutraliseerd. Soms is koolzure kalk als basisbemesting niet gewenst, als de pH in de grond of in het substraat bijvoorbeeld al aan de hoge kant is. In dat geval valt een koolzure kalk bevattende meststof af als calciumbron. Gips bevat ongeveer 17% Ca en is in dat geval een alternatieve calciumhoudende basismeststof. Met gips wordt ook ongeveer 22% zwavel (S) aangevoerd. Gips heeft ook nog een licht verzurend effect.
Cornus alba bijvoorbeeld verkleurt in de herfst te vroeg bij calciumgebrek.
43
Teelttechniek
Laag calciumgehalte Hoog calciumgehalte Coniferen Araucaria araucana 3.5 5.3 Chamaecyparis lawsoniana ‘Elwoodii’ 4.9 7.0 Juniperus horizontalis ‘Wiltonii’ 5.2 7.2 Picea abies 3.9 5.4 Ericaceeën Calluna vulgaris ‘H.E. Beale’ 2.6 4.5 Rhododendron ‘Blaauw’s Pink’ 4.1 7.4 Loofhoutgewassen Acer pseudoplantanus 8.0 24.8 Magnolia lilliflora ‘Nigra’ 7.3 20.4 Prunus tribola 7.1 14.0 Rosa ‘Queen Elizabeth’ 6.5 20.5 Skimmia japonica (Rubella) 7.2 13.7 Viburnum Tinus 1.7 6.2 Tabel calciumgehalte in het blad (in gram Ca per kg drogestof) van enkele boomkwekerijgewassen.
Calciumgehalte Gewassen met een laag bemestingsnivo 1.5 Araucaria, Chamaecyparis, Picea, Calluna, traag groeiende Acer, Magnolia, Prunus Gewassen met een normaal bemestingsnivo Rosa, Juniperus, snel groeiende Rhododendron, Viburnum
1.8
Gewassen met een hoog bemestingsnivo 2.1 Skimmia, Syringa, Thuja, snel groeiende Ilex, Pyracantha Tabel Calcium streefwaarden in substraat (in millimol Ca per liter substraat).
Een snelle calciummeststof is kalksalpeter (Ca(NO3)2), waarmee ook snel opneembare stikstof meekomt. Calcium is ook vaak als nevenelement aanwezig in samengestelde, fosfaathoudende meststoffen. Verschillende organische meststoffen en bodemverbeteraars bevatten ook enkele procenten calcium. Zelfs met producten als GFT-compost of groencompost wordt calcium aangevoerd. Deze gehalten variëren echter sterk.
Het calciumgehalte in boomkwekerijgewassen Het calciumgehalte in boomkwekerijgewassen varieert sterk. Bij coniferen is het percentage Ca in de drogestof in het algemeen lager dan bij loofhoutgewassen. Wanneer er te weinig Ca is opgenomen, ondanks voldoende bemesting kan een aantal keer worden gespoten met een 0.5% kalksalpeter oplossing of een 0.5% calciumchloride oplossing. Na de bladbespuiting het gewas afregenen. Er worden voor verschillende gewassen standaard voedingsoplossingen gebruikt, waarin het calciumgehalte uiteenloopt van 1.5 tot 2.5 millimol per liter water. We gaan er dan van uit dat er met iedere gietbeurt meststoffen worden meegegeven. Gebruikt u hard water als gietwater - slootwater, bronwater eventueel in combinatie met recirculatiewater - dan wordt daarmee vaak al voldoende Ca aangevoerd. René Krikke is werkzaam bij Relab den Haan onderzoekslaboratorium.
Calciumgebrek Hortensia.
44
Teelt, afzet, organisatie en markt Zo, nu de beide boomkwekerijbeurzen (Plantarium en GrootGroenPlus) weer zijn geweest, mogen we de balans opmaken. Allebei leuke beurzen met een mooi, breed en verschillend sortiment. Opvallend zijn toch altijd weer de vele noviteiten die worden getoond, en nu maar hopen dat er voor de kwekers genoeg uit voortkomt.
De laatste jaren zie ik de verschillen tussen de bedrijven dan ook groter worden Onderweg zie en hoor ik veel positieve, maar ook negatieve geluiden uit de markt. Hoe moeten we hiermee omgaan? Gewoon de kop in het zand en je ervoor afsluiten, of toch proberen de markt als kans te blijven zien? Uitdagingen zullen er altijd zijn en positivisme brengt sowieso meer werkvreugde. In een wat moeilijkere markt vallen de toppers meer op. De laatste jaren zie ik de verschillen tussen de bedrijven dan ook groter worden. Eigenlijk heeft het niets met omvang te maken, maar alles met hoe je je product kweekt, afzet, organiseert en voor welke markt /klanten je zo druk in de weer bent! In de vollegrond zie je de laatste jaren een tekort ontstaan aan kerstbomen. Daaraan is een aantal factoren debet. Maar betekent dit dan dat we er met z’n allen maar weer meer gaan opzetten? Vraag en aanbod liggen vaak dichter bij elkaar dan we denken. Je ziet het momenteel in de vollegronds coniferen gebeuren en het lijkt of er geen bodemprijzen meer bestaan.
Maar betekent dit dan dat we er met z’n
allen maar weer meer gaan opzetten? Mijn advies zal dan ook zijn: - Probeer een breed klantenbestand op te bouwen. - Richt je aandacht meer op je klant; probeer zeker te zijn van een goed product. - Maak een marketingplan: wat wil je telen, voor wie, welke landen, ga ik kijken bij mijn eindklant? - Neem maatregelen tegen de winter, of huur een kas bij. - Denk na over een collectief-verkoper die jouw product onder de aandacht brengt. - Probeer je op meerdere teelten te focussen, om je risico wat te spreiden. - Neem je kostprijs nog eens kritisch onder de loep: wat kost het me nu precies en wat is uiteindelijk ons rendement?
Ton Groenewegen (4-6-1964), gehuwd en twee kinderen, woont in Oisterwijk. 1984-1998: bedrijfsleider bij een tweetal bedrijven in de boomkwekerijsector, qua personeel variërend in grootte van 5 tot 10 fte (man/vrouw) op de Zuid-Hollandse eilanden. 1998-2007: zelfstandig ondernemer op boomkwekerij in Haaren. Vanaf 1984 altijd potgekweekt product gemaakt. 2008 tot heden: technisch commercieel adviseur boomkwekerij bij Joh. Vos Capelle B.V. in Sprang-Capelle.
Groeien willen we allemaal, maar laten we dit doen door een gezonde bedrijfsvoering en niet omdat we nog wat grond of kasruimte over hebben! Met vriendelijke groet, Ton Groenewegen (Technisch commercieel adviseur)
[email protected]
45
Bodemanalyse en bemestingsstrategie zijn maatwerk Bodemvruchtbaarheid centraal bij aanpak van nieuw aan te planten of vaststaande percelen In de winterperiode zijn er op veel bedrijven minder gewaswerkzaamheden. Een plan van aanpak van nieuw aan te planten percelen of vaststaande percelen is een actueel item. Auteur: Hans Pijpers Elk perceel vereist zo zijn eigen voorbereiding. Bodemvruchtbaarheid staat daarbij centraal. Let daarbij op: • De chemische toestand; de aanwezigheid en verhouding van mineralen in de bodem. • De fysische toestand; de verhouding tussen lucht, water en bodemdelen. • De biologische toestand; een gezond bodemleven is belangrijk voor de mineralisatie en brengt lucht in de bodem. In de praktijk zien we diverse typen bodemanalyses voorbijkomen. Op het gebied van stikstofbemonstering wordt er vaak gesproken over een N-totaalwaarde en over N-leverend vermogen van het perceel. Bij de interpretatie van deze gegevens zien we vaak dat ervan uit wordt gegaan dat de stikstofwaarde die vermeld staat bij het N-leverend vermogen ook daadwerkelijk beschikbaar komt in het groeiseizoen. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Deze waarde is vaak een berekende waarde. In de praktijk kunnen factoren als mineralisatie, temperatuur, neerslag en bodemlevenactiviteit deze waarde beïnvloeden. Wat extra inzicht kan geven in de hoeveelheid stikstof die beschikbaar komt uit de totale bodemvoorraad, is
46
het C/N-quotiënt. Dit getal geeft de verhouding van koolstof en stikstof in de bodem weer en geeft een indicatie van de mate waarin stikstof vrijkomt. Een laag C/N-quotiënt (lager dan 12) geeft aan dat er verwacht mag worden dat er meer N vrijkomt. Een hoog C/N-quotiënt (hoger dan 18) geeft aan dat er verwacht mag worden dat er relatief minder N beschikbaar komt uit de totale bodemvoorraad. Wat kun je hiermee? Bij de keuze tussen organische of dierlijke mestaanvoer, of juist een mix daarvan, kan dit een goede leidraad zijn. Stel: je hebt een perceel met een hoog C/Ngetal en een behoorlijke N-voorraad, maar het N-leverend vermogen is aan de lage kant. Dit zien we vaker op percelen waarop meerdere jaren alleen compost is toegepast. Bij dit soort percelen heeft het dan de voorkeur om een jaar niet alleen compost aan te voeren, maar voor een combinatie te kiezen: een bemesting met drijfmest, waaruit de stikstof grotendeels beschikbaar komt op korte termijn, in combinatie met compost. Een ander bekend voorbeeld zijn percelen waarop jarenlang veel dierlijke (drijf)mest uitgereden is. Deze percelen kenmerken zich door hoge
fosfaat- en/of kaliwaarden en een lager C/Ngetal. Drijfmest heeft een geringe bijdrage op de aanvoer van effectieve organische stof. Zeker op zandgronden met een lager organischestofpercentage zal aanwezige of aangevoerde stikstof sneller uitspoelen. Juist op deze percelen is het verstandig om ook te werken met meststoffen zoals vaste mest, compost of champost. Zo
Teelttechniek
Mest-/compostsoort
Ton product
N-totaal
P205
K20
Drijfmest vleesvarkens 43 306 179 306 Varkensdrijfmest; dikke, 11 133 213 71 rulle fractie na mestscheiding Drijfmest rundvee 27 117 43 165 Vaste mest slachtkuikens 5 142 79 105 GFT-compost* 6 51 22 38 Champost* 8 45 28 67 Tabel 1: Sturing op aanvoer van effectieve organische stof: hoeveelheid product (ton mest/compost) nodig voor de aanvoer van 850 kg effectieve organische stof en de daarin aanwezige hoeveelheid mineralen (N, P2O5 en K2O). Dit is vergelijkbaar met de e.o.s.-aanvoer van een geslaagde groenbemester. (Bron: www.kennisakker.nl)
Figuur 1: Uitleg klei-humuscomplex
komen mineralen gelijkmatiger vrij, over meerdere jaren. Tijdens het groeiseizoen kan dan alsnog worden bijgestuurd met kunstmeststoffen. Een hoge kaliwaarde in de bodem kan de opname van magnesium uit de bodem tegenwerken. Let hierop bij uw productenkeuze; overmaat van compost of champost kan tevens tot overmatige kaliaanvoer leiden. Door op deze manier een bemestingsstrategie op te stellen voor een perceel, kan er vaak efficiënter bemest worden en makkelijker een keuze uit meststoffen worden gemaakt. Maar ook kan
er zo gerichter effectieve organische stof (e.o.s.) worden aangevoerd. Het aanvoeren van effectieve organische stof is nodig om de jaarlijkse afbraak van organische stof te compenseren, maar heeft ook andere voordelen, zoals vochtbuffering, structuurverbetering, voedingsbron voor bodemleven en mineralenbuffering. De jaarlijkse hoeveelheid e.o.s. die wordt afgebroken, is vaak enkele procenten van het percentage organische stof van een perceel. De hoeveelheid e.o.s. verschilt nogal per type mest- of compostsoort. In Tabel 1 is van enkele producten te zien hoeveel product nodig is om 850 kg e.o.s. aan te wenden. Ter indicatie: op een zandgrond met een organischestofgehalte van 2% mag een afbraak van ongeveer 1500 kg e.o.s. per jaar verwacht worden. De theoretische afbraak is per perceel te berekenen.
te houden, terwijl er tevens weinig mineralen aangevoerd worden. Bedenk wel dat ook gewasresten van boomkwekerijgewassen en akkerbouwgewassen kunnen bijdragen aan de aan- en afvoer. Rotatie van boomteelt met akkerbouwgewassen kan dan ook een goede werkwijze zijn om mineralen efficiënt te benutten. Belangrijk is dat er goed naar de uitgangssituatie wordt gekeken. Veel meststoffen, of het nu om dierlijke, organische of kunstmest gaat, zijn niet goed of slecht, zolang ze maar in de juiste hoeveelheid en de juiste omstandigheden worden gebruikt. Een andere parameter die iets zegt over het vermogen om mineralen te binden in de bodem, is de cation exchange capacity, ook wel aangeduid als CEC. De CEC komt tot stand doordat kleimineralen en organische stof een negatief geladen oppervlak hebben dat positief geladen ionen zoals calcium, magnesium, kalium, natrium en waterstof aan zich bindt. Met name de verhouding waarin deze elementen gebonden zitten in de bodem, is een belangrijke leidraad bij de keuze van aan te voeren organische en kunstmeststoffen.
Uit de tabel is onder andere af leiden dat er, indien meerdere jaren alleen drijfmest wordt aangewend, weinig e.o.s. wordt aangebracht. Compost en champost laten zien dat er relatief weinig product nodig is om de e.o.s. op peil
Auteur Hans Pijpers is teeltadviseur bij Cultus Agro Advies bv.
47
Hoop doet leven voor de essentaksterfte Onderzoek naar minder vatbare klonen Fraxinus excelsior Op zijn website van Arconox heeft Thale Roosien een voorjaarsartikel uit Baumzeitung geplaatst dat resultaten laat zien in verschil in vatbaarheid tussen verschillende klonen van Fraxinus excelsior. Hoop doet leven, volgens hem. We moeten niet teveel doemdenken over de essentaksterfte. Is er goede hoop? Auteur: Santi Raats In Duitsland en Noorwegen sterven met name jonge essen aan essentaksterfte. Bij oudere essen sterven alleen takken af. In Nederland is de ziekte nog niet zo lang geleden gearriveerd. Maar we hebben in Denemarken gezien dat de vestiging van de ziekte veel tijd inneemt: zo’n twaalf jaar geleden waren er de eerste tekenen van essentaksterfte in Denemarken, en gingen er nog geen essen dood. Inmiddels sterven in Denemarken sinds een paar jaar ook grote, door de schimmel verzwakte essen in bossen na een genadeklap van de Armillaria-schimmel die via de wortel binnentreedt. Essentaksterfte is dus serious business. Thale Roosien gelooft in het spoedig kunnen creëren van resistente soorten. ‘Het is interes-
48
sant om te zien dat essentaksterfte momenteel als rampzalig wordt beschouwd, maar dat is niet terecht. Inderdaad is de essentaksterfte een grote bedreiging voor zaailingpopulaties in bossen en landschappelijke beplantingen. Maar we moeten met de zoektocht naar minder vatbare klonen onze merites tellen.’ Volgens Roosien is er geen reden om niet te geloven dat er volop toekomst is voor de es in de openbare ruimte. ‘Door heel Europa worden de onderzoeken opgepakt, dat stemt positief. Duitse en Deense onderzoeksresultaten wijzen op de aanwezigheid van minder vatbare klonen. Jitze Kopinga, Sven de Vries en Fons van Kuik werken aan onderzoeken die aansluiten op de Duitse en Deense onderzoeken en waar-
schijnlijk zullen we al eind dit jaar horen hoe het er in Nederland voor staat.’ Eerder Deens onderzoek liet zien dat de meeste exemplaren van Fraxinus excelsior vatbaar zijn voor de essentaksterfte. In elk geval behoren Fraxinus angustifolia 'Raywood' en Fraxinus excelsior tot soorten die vaak vatbaar zijn. Een paar procent daarvan lijkt echter resistent te zijn. Professor E.D. Erik Kjaer, PhD, coördinator en hoofd van Refolana (research-school voor bos, landschap en planning) van de Universiteit Kopenhagen, en zijn medewerkers, hebben van 2007 tot 2009 ziektesymptomen beoordeeld op twee verschillende locaties met geënte planten
Ziekten & plagen
Jitze Kopinga vertelt hoe Nederland meehelpt in de zoektocht naar minder vatbare klonen: ‘De Deense onderzoekers hebben in hun eigen proefvelden gekeken naar ziektegevoeligheid. De Duitse onderzoekers hebben kunstmatig geïnoculeerd, dus besmet met de schimmel. Bij het Centrum Genetische Bronnen Nedeland hebben we dit jaar hetzelfde gedaan als de Denen, gekeken naar ziektegevoeligheid in onze eigen proefvelden. Wij hebben ons daarbij beperkt tot de inlandse es. We hebben veel variatie gevonden: aantastingspercentages van 0 tot 100 verdeeld over meer dan 200 verschillende klonen. We hebben goede hoop dat we met circa 15 tot 20 procent van dit aantal klonen verder aan de slag kunnen. In theorie zijn er al klonen beschikbaar met een grote tolerantie, maar voordat we ze voor iedereen beschikbaar willen stellen willen we ook iets meer kunnen zeggen over negatieve zaken zoals de gevoeligheid voor bastwoekerziekte. Mogelijk zal Fons van Kuik vanuit PPO dit jaar nog kunstmatige infectieproeven inzetten. Omdat dit veldproeven zijn in plaats van labproeven, duurt het wat langer voordat de proeven resultaten laten zien. Op 12 november gaan we met een paar onderzoekers in dit project naar Litouwen. Daar komen Europese onderzoekers aan het essentaksterven bij elkaar om elkaar wederzijds te informeren over de stand van zaken in eigen land. We hopen er weer wat te kunnen opsteken dat we kunnen gebruiken in volgende onderzoeken in Nederland.’ Uit de proefveldresultaten van Wageningen Universiteit komt een aantal kloonnummers naar voren als gunstig, zoals Altena. Westhof’s Glorie en Eureka zijn middenmoters. PPO en CGN moeten hierover nog de cijfers naast elkaar leggen, dus is het nog te voorbarig om deze bevindingen tot de overwinningen te rekenen. van 39 geselecteerde klonen van de inheemse Fraxinus excelsior. ‘Wij observeerden een verband tussen sterke vatbaarheidsverschillen en bladveroudering. Bomen die vroeg hun blad verliezen zouden daarbij minder vatbaar zijn voor de ziekte. De resultaten wekken de indruk dat een klein gedeelte van de essenpopulatie een substantiële resistentie bezit tegen de ziekte. Dit gedeelte is waarschijnlijk te klein om te voorkomen dat de essenpopulatie in de meeste essenbossen ten onder gaat, maar is wel van belang voor verder onderzoek.’ Het Duitse onderzoek rapporteerde ook sterke genetisch bepaalde verschillen met betrekking tot vatbaarheid voor de schimmel Chalara fraxinea.
Thale Roosien
Fons van Kuik
Prof. Dr. Rolf Kehr, HAWK Hogeschool Göttingen waarschuwt: ‘Je moet niet te rooskleurig denken over de essentaksterfte. Er is wel degelijk een probleem. In natuurlijke gebieden zal de es uiteindelijk (op natuurlijke wijze) wel overleven. Maar het kweken van resistente soorten en variëteiten zal even duren. Ook al zal op korte termijn een es resistent blijken, dan duurt het nog enige tijd voordat deze kan worden toegepast in de openbare ruimte. Dat er in Nederland ook in eigen land onderzoek wordt gedaan is logisch en zal zeker bijdragen aan de kennis over deze ziekte.’ Jitze Kopinga
49
Vorstschade in de polder heeft twee gezichten Peren opnieuw in de groei, appels grotendeels gesneefd Het is eind maart/begin april 2012 als fruitboomkweker Matthijs Cornelissen in de Flevopolder met een grote ploeg Polen aan een gigantische entklus begint. Op een perceel van 9 hectare - even buiten Biddinghuizen - worden zo’n 325.000 bevroren jonge peren opnieuw geënt. Een ‘werkje’ dat nog niet vaak op een dergelijk grote schaal is vertoond. Tijd om eind 2012 nog eens terug te gaan, om te horen en te zien hoe alles in de polder is verlopen. Auteur: Ruud Jacobs Eind november, de polder oogt leeg en verlaten en de meeste akkers zijn reeds omgeploegd. Dat geldt zeker niet voor de percelen van Maatschap Cornelissen. Waar negen maanden geleden nog tientallen Poolse handen uit de mouwen werden
50
gestoken, toont Matthijs Cornelissen trots het resultaat van enkele weken noeste arbeid. Van de 325.000 opnieuw geënte peren is bijna alles geslaagd en opnieuw aan de groei gegaan. ‘Daar waar geen bamboestok staat, is het niet goed
gegaan, maar zoals je ziet is bijna alles gelukt. Ik denk zo’n 95 procent.’ Volgens Cornelissen zijn de bastenten die hij met zijn werknemers vanaf 1 april tot half april heeft gezet, het best uit de verf gekomen. ‘We zijn half maart begonnen met
plakenten ofwel Engelse copulaties. Later zijn we overgestapt op bastenten. Die laatste zijn uiteindelijk veel regelmatiger en uniformer geworden.’ Om zijn nieuw uitgelopen perenbomen tegen een nieuwe vorstaanval te beschermen, heeft
Cornelissen tussen de bomen de lange rijen ingezaaid met Japanse haver. ‘Het is een prima groenbemester die ook goed werkt tegen aaltjes. Dit gewas groeit snel bij lage temperaturen.’ Maatschap Cornelissen werd in maart geconfron-
teerd met de desastreuze gevolgen van enkele bijzonder strenge nachtvorsten van begin februari. Nachtelijke temperaturen van min 21 graden waren duidelijk te veel voor jonge perenbomen. De keuze bestond uit rooien en versnipperen of
51
Reportage
Rooien van het perceel appelbomen met vorstschade.
de gok wagen en opnieuw enten. Voor de eerste optie gold een geheide strop van ruim 1 miljoen euro; bij de tweede moest men de gok wagen met extra werk en kosten voor het opnieuw enten. De fruitboomkweker koos voor het laatste en achteraf niet geheel zonder succes. ‘Bijna al deze peren – 75% Conference en 25% Beurré Alexander Lucas – zijn nu verkocht aan binnenlandse fruittelers. De extra tijd en energie die we hierin hebben gestoken, is het allemaal meer dan waard geweest. En dit betekent ook de redding van ons bedrijf.’ Perentekort Volgens Cornelissen ontstaat er als gevolg van de strenge vorst begin februari – met voorafgaand een redelijk milde december- en januari-
52
Perceel peren dat opnieuw is geënt.
Appels In tegenstelling tot het perceel peren, zijn even verderop de jonge appelbomen in wording bepaald niet ongeschonden uit de (vorst)strijd gekomen. Een groot deel van de eind november reeds gerooide boompjes is absoluut niet meer geschikt voor de handel en verdwijnt uiteindelijk in de versnipperaar. Wat overblijft, gaat veelal als tweede soort in de verkoop. Cornelissen: ‘Bij de appels was het voor ons niet meteen duidelijk in hoeverre ze nu vorstschade hadden opgelopen. We hebben daarom alles laten staan en gedacht, dat komt nog wel goed met de soorten als Golden Delicious, Najdared en Jonagold. Niet veel later bleek toch dat het merendeel is bevroren en zijn ze onregelmatig uitgelopen. In het voorjaar na de eerste warme dagen zag je ze zo wegvallen. Overal zag je snotplekken op de bast, dode plekken waardoor het sap niet meer naar boven kan.’
'We zijn half maart begonnen
De gerooide appelbomen worden geselcteerd op kwaliteit.
maand – volgend jaar in Nederland een tekort aan jonge perenbomen. ‘Voor de perenbomen die in de boomgaarden uitvallen, zijn er straks te weinig nieuwe bomen beschikbaar. De overige fruitboomkwekers – uitgezonderd in Limburg en Zeeland – hebben als gevolg van de vorstschade
het grootste deel van hun teelt vernietigd.’ Door het verwachte tekort op de markt denkt Cornelissen ondanks extra kosten voor personeel en nieuwe enten, uiteindelijk toch nog goed te kunnen boeren. ‘Onze verkoopprijzen zullen zo’n 20 procent hoger liggen dan in andere jaren.’
met plakenten ofwel Engelse copulaties. Later zijn we overgestapt op bastenten’ Negenmaandenbomen Ondanks alle ellende heeft de vorstschade toch ook nog iets positiefs opgeleverd: de ‘negenmaandenboom’. Begin april heeft maatschap Cornelissen op een aangrenzend perceel winterhandveredelingen van verschillende appelrassen aangeplant. ‘In het voorjaar en de zomer hebben we dit perceel door middel van een fertigatiesysteem kunnen bemesten. Er is veel vraag naar deze soort en daarom kunnen we deze eenjarigen nu in november al verkopen.’ De appelboompjes die dit jaar als eerste of tweede kwaliteit weggaan, worden handmatig uitgestoken. De rest blijft nog een jaar staan. Volgens Cornelissen wegen de hogere prijzen die dit jaar voor de ‘negenmaandenbomen’ op tafel worden gelegd, zeker op tegen de extra kosten voor het meerwerk (onder meer het pluizen van de toppen om de vertakkingen op gang te brengen en handmatig blad verwijderen). Procentueel gezien zouden de betere exemplaren volgend jaar weliswaar zo’n 20 procent meer opleveren, maar om het ontstane financiële gat enigszins te dichten kiest Cornelissen toch voor levering dit jaar.
Matthijs Cornelissen en Pieter Schalk bekijken het perceel peren dat opnieuw is geënt.
53
Reportage
‘Het zal niet meevallen om dat gat dicht te krijgen, maar gelukkig hebben we binnen ons bedrijf ook nog een deel fruitteelt’ van zo’n 1,2 miljoen euro raamt, heeft zo zijn bedenkingen bij het binnenhalen van een eventuele schadevergoeding. ‘Een vergoeding wordt denk ik een moeilijk verhaal, en als het geld er al wel komt, is mijn verwachting dat het nog jaren zal duren.’ Het één jaar later kunnen leveren, slaat volgens Cornelissen wel een flink gat in zijn begroting. ‘Het zal niet meevallen om dat dicht te krijgen, maar gelukkig hebben we binnen ons bedrijf ook nog een deel fruitteelt. Het fruit houdt ons dit jaar op de been. Weliswaar hebben we daar minder opbrengsten, maar wel goede prijzen.’ Het rooien van de negenmaandenbomen.
‘Onze verkoopprijzen zullen zo’n 20 procent hoger liggen dan in andere jaren’ Vorstschade Volgens Pieter Schalk, door Cornelissen ingeschakeld om de uiteindelijke vorstschade te bepalen, is de schade in de polder heel extreem te noemen. ‘In mijn hele carrière als taxateur heb ik dit
De nieuwe enten zijn goed uiteglopen.
54
nog niet eerder meegemaakt. De beslissing van Matthijs om opnieuw te enten, is goed geweest. Het is een goede les voor een volgende keer, ook voor de appels. Wat dit jaar bij de peren is gebeurd, had ook bij de appels gekund en dan was het ook hier goed gekomen.’ Nu rest Cornelissen bij de appels een vervelende rooiklus die uiteindelijk alleen maar geld kost in plaats van oplevert. Volgens Schalk lopen er nog steeds gesprekken met het ministerie over vergoeding van de schade. Cornelissen, die voor zijn hele bedrijf een totale niet verzekerde vorstschade
Eerste kwaliteit negenmaandenbomen met rode lintjes.
Japanse haver tussen de jonge perenbomen.
‘Goede nieuwe middelen op komst’ Fabrikanten komen begin 2013 met nieuwe interessante gewasbeschermingsmiddelen voor de boomkwekerij, melden Harry Roerink en Kees Overheul van Agrifirm Plant. Het is nu vanwege de toelating nog net te vroeg om ze bekend te maken, maar er is wel iets te vertellen over de soort middelen en de teelten waarvoor ze werken. Beiden leggen uit hoe gecompliceerd de weg naar nieuwe een toelating is. Auteur: Ria Dubbeldam ‘Soms ontstaat de indruk dat een fabrikant zomaar een nieuw middel op de markt kan introduceren. Hij voegt wat stoffen bij elkaar en klaar is Kees! De werkelijkheid is heel anders’, benadrukt Harry Roerink, senior kenniscoördinator bij Agrifirm Plant. Hij wil graag uit de doeken doen hoe het dan wel in zijn werk gaat. ‘Een nieuw middel ontwikkelen is een proces van minimaal tien jaar. Dat bestaat uit onderzoek, testen en nog eens testen. De chemieconcerns houden natuurlijk geheim wat ze precies doen. Maar tijdens een rondleiding heb ik wel eens in een basisstoffendepot kunnen kijken, waar een enorme hoeveelheid stoffen in buisjes wordt bewaard en een robot heen en weer racet om de gewenste stoffen te zoeken voor het maken van nieuwe combinaties.’ Brede insteek En dan begint het testen. Verrassend is dat er vooraf niet specifiek wordt gezocht naar een nieuw middel voor een bepaald probleem in een teelt of gewas. De insteek is om zo breed mogelijk te beginnen: is de combinatie geschikt als herbicide, fungicide of insecticide? En voor welke gewassen is het mogelijk interessant? Ook
al zijn veel eigenschappen van middelen goeddeels bekend, het duurt toch wel vijf jaar voordat uitgekristalliseerd is welke middelen veelbelovend zijn. Van de potentieel interessante stoffen die na vijf jaar over zijn, moet voor de toelating onderzocht worden of deze binnen de wettelijke normen voor belasting van de volksgezondheid en het milieu vallen. De werking van de stoffen wordt onderzocht door onafhankelijke externen op acht locaties, het zogenoemde deugdelijkheidonderzoek. Hier worden de mogelijke nieuwe middelen vergeleken met bestaande middelen. Aanmelding Ctgb Als een fabrikant na negen jaar weet dat hij een mogelijk nieuw middel in handen heeft, wordt dit aangemeld bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Nu volgt er een spannende periode van 180 dagen, waarin het product beoordeeld wordt op de inhoud van het bijgeleverde dossier. Bij Agrifirm Plant starten maximaal twee jaar voor de toelating van het middel de zogenoemde instaptoetsen. Dan komen Agrifirm Plant-mensen als
Kees Overheul, specialist boomteelt en openbaar groen, in beeld om te bekijken welke nieuwe middelen interessant kunnen zijn voor Agrifirm Plant. Hij moet een selectie maken uit datgene wat er wordt aangeboden: ‘Je kunt nu eenmaal niet alles op de plank hebben.’ De demonstraties tijdens de instaptoetsen zijn ook het moment om kritische vragen te stellen. ‘Als er nog aan het wettelijk gebruiksvoorschrift wordt gesleuteld, kun je bespreken of het voorgestelde tijdstip van toediening wel het beste is en of dat wellicht anders getimed moet worden’, geeft Overheul als voorbeeld. ‘De producten die Agrifirm Plant in het pakket opneemt, worden nauwkeurig gevolgd. Na een seizoen gebruik evalueren we bij onze klanten hoe het gegaan is. Valt het effect van het middel tegen, dan kijken we hoe we de advisering kunnen aanpassen, zodat het middel het volgende jaar beter presteert. Die manier van werken is een echte Agrifirm-aanpak.’ Roerink vult aan: ‘We werken zo al meerdere jaren in de akkerbouw en bollenteelt. In de boomkwekerij, een relatief nieuwe en groeiende afzetmarkt waarin we flink investeren, willen we deze aanpak ook gaan opzetten.’
55
Teelttechniek
Profileren in boomkwekerij Agrifirm Plant is zich sowieso sterk aan het profileren in de boomkwekerij. De Ziekten & Plagen Dag die in augustus in Haaren (Noord-Brabant) is gehouden, was daar een goed voorbeeld van. Overheul: ‘We hebben die dag voor het eerst georganiseerd samen met andere businesspartijen. Boomkwekers konden die dag bijvoorbeeld kennismaken met nieuwe middelen onder code, middelen die naar verwachting voor september 2013 op de markt komen. De dag was een groot succes: 400 bezoekers. Dat hadden we niet verwacht; we hadden vooraf gerekend op zo’n 200 mensen.’ De tweede activiteit dit jaar, de veldbijeenkomst boomteelt bij boomkwekerij M. Willemsen en Zn. in het Betuwse Echteld in september, was volgens Overheul ook erg geslaagd. ‘Het was een echt regionaal Agrifirm-feestje met ongeveer 100 bezoekers.’ Nieuwe activiteiten staan alweer voor de deur: de Agrifirm-klantenbijeenkomsten in januari en februari. Dan gaat Overheul bijvoorbeeld in op de nieuwe middelen. ‘In het eerste kwartaal van 2013 komen interessante middelen los. Opvallend is dat de boomkwekerij de laatste tijd steeds beter bediend wordt. Dat heeft zeker te maken met de goede economische positie van de sector’, zegt Overheul.
56
Kees Overheul (links) en Harry Roerink.
Verruiming kleine teelten Maar er is meer. LTO heeft lange tijd gepleit voor verruiming van het begrip kleine teelten. Dit is belangrijk, want het is de enige manier om voor deze teelten een adequaat middelenpakket beschikbaar te houden. Het ministerie van Economische Zaken heeft eind oktober ingestemd met de verruiming van het begrip kleine teelten. Voor de boomkwekerij betekent dit dat teelten
‘Soms ontstaat de indruk dat een fabrikant zomaar een nieuw middel op de markt kan introduceren’
cola (zwarte taksterfte) bij buxus komt een aanvullend middel. Er zijn nu drie curatieve middelen. Folicur zou het vierde middel kunnen worden. Folicur heeft een brede toelating in de boomkwekerij, maar wordt tot nu toe weinig tot niet ingezet in de teelt van buxus. Een aandachtspunt van Folicur is wel dat het middel binnen 48 uur na de infectie door deze schimmel verspoten moet zijn. Het komt er dus op aan heel goed de bladnatperiode en infecties in de gaten te houden. DLV Plant is bezig met de ontwikkeling van een BOS-systeem voor deze schimmel in buxus (een waarnemings- en waarschuwingssysteem).
‘In het eerste kwartaal van 2013 komen interessante middelen los’
met een totaal areaal tot 5000 hectare nu als ‘klein’ worden bestempeld. Fabrikanten mogen via een zijdelingse toelating middelen op de markt brengen, wat gemakkelijker en goedkoper kan. Bij zo’n toelating gaat het om middelen die voor een ander gewas al een toelating hebben en wat betreft voedselveiligheid en milieu gescreend zijn.
Gemak en zekerheid Via deze zijdelingse toelating kunnen er versneld nieuwe middelen voor de boomkwekerij op de markt komen. ‘We verwachten veel van een bodemherbicide, dat een mengsel is van twee werkzame stoffen met een toelating in de akkerbouw’, wil Overheul vast verklappen. ‘Het middel heeft een breed spectrum en een lange werkingsduur van 13 weken. Het wordt een belangrijk middel dat een gat kan opvullen. Het heeft het in demo’s goed gedaan, beter dan het huidige Butisan S.’
‘Een nieuw middel ontwikkelen is een proces van minimaal tien jaar’ Agrifirm Plant kiest dus bij voorkeur middelen die klanten gemak en zekerheid bieden. Een voorbeeld daarvan is ook Flint, een strobilurine, een preventief en breedwerkend fungicide tegen diverse schimmelziekten. Overheul: ‘Het is een veilige vervanging van de strobilurines Kenbyo en Ortiva, die in veel teelten worden gebruikt, maar soms niet veilig zijn. Deze middelen vragen om een nauwkeurig gebruik. En een vergissing is zo gemaakt. Met Kenbyo kun je Acer platanoides de ‘herfst’ in spuiten en datzelfde geldt voor Ortiva met Malus.’
Verder met convenant Een uitdaging in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de komende tijd is dat alle partijen in de boomkwekerij een vervolg geven aan het Convenant Gewasbescherming 20032010. Overheul: ‘De ambitie van het convenant was om 95 procent reductie in milieubelasting te realiseren ten opzichte van 1998. De boomkwekerij is uitgekomen op een reductie van 87 procent. We zijn een eind gekomen, maar we zijn er dus nog niet. De sector is momenteel met LTO bezig om nieuwe milieuafspraken te maken. Dat vinden we als Agrifirm Plant belangrijk. Het is goed om de regie zelf in handen te houden.’ Overheul vervolgt: ‘Onze rol in dit geheel is om te kijken en te adviseren hoe we gewasbeschermingsmiddelen zo slim mogelijk kunnen inzetten. We kijken bijvoorbeeld naar middelen die goed werken en op de Milieumeetlat van het CLM minder milieubelastingspunten hebben. We willen tijd maken om te zoeken naar manieren om de milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen verder terug te dringen, met kwekers om de tafel gaan zitten en samen kijken naar de gunstigste bemesting en gewasbescherming.’
Tegen de schimmelziekte Cylindrocladium buxi-
57
De locatie voor de tweede editie van het Boom in Business-kerstdiner was symbolisch te noemen: restaurant De Heksendans in Berg en Dal, nog geen vijftig meter van Duitsland, met afstand de grootste afnemer van Nederlandse boomkwekerijproducten. Op deze locatie kwamen veertien vertegenwoordigers van de boomkwekerijsector, ondernemers en bestuurders, bij elkaar. Vertegenwoordigers van de Evenementenhal waren wel uitgenodigd, maar haakten vanwege het beladen onderwerp af. Ook vertegenwoordigers van Anthos, PPH en Plantarium lieten op het laatste moment verstek gaan door files en slechte weersomstandigheden.
58
Door de beurzen de bomen niet meer zien Everris Boom in Business-kerstdiner rond het thema ‘Verdient Nederland zijn eigen IPM?’ Met het tweede Everris Boom in Business-kerstdiner is er sprake van een prille traditie. Vorig jaar was het thema ‘Vaders en hun bedrijfsopvolgers’. Dit jaar was het thema politieker van aard en meer geënt op de actualiteit. Boom in Business confronteerde de sector met de vraag: Verdient Nederland zijn eigen IPM? Auteurs: Hein van Iersel en Ruud Jacobs
59
Forum
In een periode dat de wereld in een hoog tempo internationaler wordt, lijkt in Nederland het tegenovergestelde te gebeuren. Waren er eerst twee beurzen voor de boomteeltsector, nu al zijn er minimaal vijf. Het gevaar bestaat dat de buitenlandse klant daarmee door de beurzen de boom niet meer ziet en afhaakt. Het is de vraag of dit te ondervangen is met één nationale beurs waar de complete boomteeltsector zich kan presenteren. Dit realiseren zal geen eenvoudige klus zijn omdat dan meteen de vraag om de hoek komt kijken wat dit betekent voor de bestaande beurzen en wat voor een beurs dit moet zijn: en beurs voor handelaren (wat Plantarium ooit geweest is) of voor producenten? Daarnaast is een beurs die interessant is voor institutioneel groen, niet per se interessant voor boomkwekerijproducten die uiteindelijk worden afgezet via tuincentra, bouwmarkten en postorderbedrijven. Een van de belangrijke argumenten om tot een gemeenschappelijke beurs te komen, zou erin kunnen liggen dat in een tijd dat het Productschap Tuinbouw en PPH worden opgeheven en gemeenschappelijkheid dus in een rap tempo wordt afgebroken, het extra belangrijk is om als sector één gezicht naar buiten te presenteren. Aftrap De aftrap van de discussie werd gegeven door Harm Horlings, directeur van M. van den Oever Boomkwekerijen in Haaren. Hij is een fervent voorstander van één overkoepelende beurs en staat met M. van den Oever al enige jaren niet meer op de bekende beurzen als GrootGroenPlus. ‘Wij zijn als Nederland een echt boomkwekerijland. Ergens tussen de 50 en 55 procent van de wereldhandel in boomkwekerijproducten komt via Nederlandse bedrijven tot stand. En van de 100 procent die in Nederland wordt geproduceerd, wordt 65 tot 70 procent geëxporteerd. We hadden PPH. We verliezen ook het Productschap, waarin we over de zes miljoen euro collectief geld konden beschikken. Euro’s die we uit konden geven aan promotieactiviteiten en technisch onderzoek. We breken dus in een sneltreinvaart alle goede zaken af die we ooit hebben opgebouwd. Aan de andere kant zie ik dat we massaal naar IPM toe trekken. Daar staan op dit moment al zo’n vijftig Nederlandse bedrijven. Daarnaast staan er ook Nederlandse bedrijven op Poolse, Russische, Franse en Italiaanse beurzen. We doen dus veel, maar op de een of andere manier komen we in Nederland niet tot één beurs die laat zien wat de Nederlandse
60
De deelnemers aan het Boom in Business-kerstdiner 2012: David Bömer Voorzitter GrootGroenPlus en boomkweker Gabriele Friedrich TASPO-Redaktion Guido Linders BVB Substrates Hans Jochems Treeport Zundert en boomkweker Hans van Hage Biologische rozenkwekerij De Bierkreek Harm Horlings M. van den Oever Boomkwekerijen Henk Huibers Bestuur Tree Centre Opheusden Hens Hinloopen Mankar Benelux Jack Goossens Bestuur Flora Holland en boomkweker Klaus Peters Stauden Peters Kranenburg (D.) Nico Rijnbeek Rijnbeek and Son Peter Maessen Docent HAS Den Bosch Petra Nouws Treeport Zundert en boomkweker Toon Ebben Boomkwekerij Ebben Thema: ‘Nederland verdient zijn eigen IPM’ Stelling 1 Bestuurders van de regionale vakbeurzen moeten over hun schaduw heen durven stappen en in het belang van de sector de discussie aan durven gaan over één bovenregionale beurs waar de totale sector zich in kan herkennen en die de potentie heeft om de (buitenlandse) klant nog meer naar zich toe te trekken. Dat hoeft geen jaarlijks terugkerende beurs zijn, maar deze kan ook iedere vier of vijf jaar plaatsvinden. Door op die nationale beurs te werken met regionale paviljoens zullen de bestaande, regionale beurzen daar zelfs sterker van worden. Stelling 2 Een boomkwekerijbeurs dient te worden aangestuurd door de sector zelf en niet door een commerciële organisatie. Alleen dan zullen de belangen van de standhouders en bezoekende klanten het best gediend zijn. Stelling 3 Het feit dat de echt grote partijen niet of slechts amper te vinden zijn op de Nederlandse boomkwekerijbeurzen, maar wel op IPM of in Neurenberg, is er het beste bewijs van dat Nederland dringend verlegen zit om een eigen ‘IPM’. Stelling 4 De boomkwekerijsector in Nederland is georganiseerd in een aantal regionale productiecentra met hun eigen specialismen. Het is niet meer dan logisch dat beurzen op dezelfde manier zijn georganiseerd omdat iedere beurs zijn eigen, unieke klantendoelgroep heeft. Stelling 5 ‘Nederland verdient zijn eigen IPM’ is het best te vertalen door prominent aanwezig te zijn op IPM.
boomkwekerij te bieden heeft. En dat doen we omdat we lokale activiteiten hebben in Boskoop, Zundert, Opheusden en nu ook in Venray. Verder hebben we ook nog allerlei open dagen.’ Volgens Horlings kan het allemaal een stuk effectiever. Horlings benadrukt dat zo’n gezamenlijke beurs zeker niet elk jaar hoeft te worden georganiseerd. ‘Het mag om de twee jaar, drie jaar of misschien wel om de vijf jaar. Maar laten we alsjeblieft de gelegenheid pakken om een keer als Nederland te laten zien wat we met elkaar kun-
nen. Volgens Horlings is dit verhaal niet nieuw en werd dit 25 jaar geleden ook al verteld. Over de locatie van één gezamenlijke beurs voor de boomkwekerijsector heeft Horlings een uitgesproken mening: ‘Je moet dit doen op een plek met voldoende hallen, zodat je geen dure tenten hoeft te bouwen, waar je mensen kunt ontvangen, waar je hotelfaciliteiten hebt en waar je redelijk dicht bij een vliegveld zit en dus internationaal bereikbaar bent.’
David Bömer, de nieuwe voorzitter van GrootGroenPlus, deelt de mening van Horlings niet direct. Volgens hem staan er tegenover de zaken die wegvallen, ook nieuwe ontwikkelingen zoals Treeports, Greenports, samenwerkingsverbanden en onderlinge contacten tussen kwekers, die intensiever worden. ‘Daarmee zie ik wel dat de zaak aan het veranderen is. En volgens mij ten goede. Wat is dan de beweegreden om hier enthousiast over te worden?’ Ook Hans Jochems, boomkweker en bestuurder van Treeport Zundert is het niet eens met de stelling van Horlings. Jochems beaamt dat een overkoepelende beurs de beste optie zou zijn, maar waagt te betwijfelen of dit realiseerbaar is. Jochems: ‘Je zou ook kunnen stellen dat het nog te goed gaat. Alle beurzen draaien nog en kunnen bekostigd worden. Als er verlies gedraaid gaat worden, verandert dat wel.’ Linders van BVB herkent dit: ‘Het is niet te verwachten dat de bestaande beursorganisaties gaan bewegen.’ David Bömer, voorzitter GrootGroenPlus en boomkweker.
Merk Nederland is net zo’n sterk merk als IPM
Hans Jochems, Treeport Zundert en boomkweker.
Horti Fair Volgens vasteplantenkweker Nico Rijnbeek is het grote probleem dat iedereen toch zijn eigen, lokale beurs overeind wil houden. ‘Ik heb eerder ook al geroepen dat Plantarium meer met Horti Fair zou moeten gaan samenwerken, want de mensen hebben maar een bepaalde tijd om beurzen te bezoeken. Plantarium wordt wel belangrijker, maar waarom dan toch niet groter en gecentraliseerd met Zundert en Opheusden in een grote beurs? Waarom zie je dat in Essen alles wel samen staat? Alles staat op de IPM en deze beurs trekt daardoor tussen de 50.000 en 60.000 bezoekers. En in Nederland op Plantarium, als ze een goede beurs draaien, hebben ze 14.000 vakbezoekers en 2000 particulieren. En dan wordt er weer geroepen: “Hoera, we stijgen weer wat.” Dan zijn er vijftig mensen meer gekomen.’ Eerder dit jaar lieten de organisaties van de groene vakbeurzen GrootGroenPlus in Zundert en Expo TCO in Dodewaard weten tevreden te zijn over de bezoekersaantallen van de laatste edities. Zo trok de nieuwe vakbeurs Expo TCO over twee dagen 2.730 bezoekers en op GrootGroenPlus kwamen 7.252 bezoekers af. Dit laatste betekende dat het aantal bezoekers was gestegen met 231. Rijnbeek: ‘Zevenduizend bezoekers is nog steeds geen aantal. In Venray zijn drieduizend bezoekers geweest. Waar praten we dan over?
61
Forum
Gabriele Friedrich, TASPO-Redaktion.
‘Het is niet te verwachten dat de bestaande beursorganisaties gaan bewegen’ Als ik kijk naar het bezoek aan buitenlandse beurzen, dan zie ik hoe langer hoe meer ook Amerikanen naar Essen komen. Dat stijgt ieder jaar weer. Dat geldt ook voor Plantarium, maar waarom kunnen we het dan niet nog groter en interessanter maken door Opheusden en Zundert erbij te zetten? Je moet ook eens kijken hoeveel mensen er bijvoorbeeld dubbel staan in Boskoop en in Zundert.’ Petra Nouws van Treeport Zundert zet vraagtekens bij de zienswijze van Rijnbeek: ‘Hoeveel Amerikanen zouden naar Nederland komen om alleen Nederlandse bedrijven te bezoeken? Nee, die Amerikanen gaan naar IPM omdat ze daar bedrijven uit heel Europa en van ver daarbuiten vinden. Je kunt je dus ook afvragen: IPM is zo internationaal, kun je dan met alleen een Nederlandse beurs datzelfde bereiken? Dan moet je de beurs ook weer openstellen voor buitenlandse bedrijven en is dat wat je wil? Want dan ben je weer een directe concurrent van IPM.’ Henk Huibers, bestuurslid van TCO Opheusden, wil hierbij graag aansluiten. ‘Nederland is een toeleverancier van onder andere Duitsland en de andere landen om ons heen. Ik ben het wel eens met de stelling dat de sector versnipperd raakt door kleinere beurzen. Maar als je alles in één grote beurs zou samenvoegen, komt die kleine kweker uit Opheusden of Boskoop daar dan nog wel staan? Dat betwijfel ik.’
Harm Horlings, M. van den Oever Boomkwekerijen.
Kleine kwekers Hans Jochems denkt dat zeker de kleine kwekers zullen afhaken vanwege hogere prijzen, de grotere afstand en omdat ze de gemoedelijkheid van een kleinere, regionale beurs gaan missen.’ Hans van Hage van biologische rozenkwekerij De Bierkreek deelt die zorg deels en oppert het idee om te bekijken of je als Nederlandse boomkwekerijsector op de IPM niet beter voor de dag kunt komen. ‘Bijvoorbeeld via een Holland House.’ Voor Jack Goosens van kwekerij Gova en bestuurder van Flora Holland is het duidelijk op welke beurs hij gaat staan. ‘Ik sta niet op IPM voor mijn Duitse klanten. Ik sta er voor al mijn klanten en of ze nu uit Frankrijk komen, uit Engeland of de rest van Europa, ik sta er voor de hele range van
Henk Huibers, Bestuur Tree Centre Opheusden.
62
mijn klanten en die komen daar in Essen. Voor mij zijn er eigenlijk maar twee beurzen belangrijk. Dat zijn IPM en Aalsmeer. Daar komt de internationale wereld. En al de rest valt af als ik moet bezuinigen of moet kiezen.’ Volgens Petra Nouwen ligt het echt niet aan de bestuurders van de beurzen dat die beurzen overeind blijven. ‘Het zijn de ondernemers die daar willen staan. Die zorgen ervoor dat er een beurs is. De bestuurders zorgen er alleen maar voor dat die beurs georganiseerd wordt.’ En zolang de lokale beurzen in de ogen van de standhouders voldoende boomkwekerijvakgericht publiek weten te trekken, zal er niet snel iets veranderen. ‘Het is de klant die beslist.’ David Bömer is het daarmee hartgrondig eens: ‘Het is de markt die
Klaus Peters, Stauden Peters Kranenburg (D.)
beslist welke beurzen levensvatbaar en succesvol zijn.’ Wie is de baas? Toon Ebben gooit de knuppel in het hoenderhok. ‘Het lijkt wel alsof de beursorganisatoren de baas zijn.’ Beursbestuurder Bömer is het hier niet mee eens, maar bij veel andere aanwezigen is dat een schot in de roos. Zonder man en paard te noemen is het gevoel toch dat het belang van de beurzen groter is dan dat van de kwekers of de bezoekers. Dat geldt volgens de aanwezigen al helemaal voor de commerciële beursorganisatoren, zoals Van der Most. Van der Most heeft de intentie uitgesproken om volgend jaar de boomkwekerijbeurs los te koppelen van de tuinbouw
Nico Rijnbeek, Rijnbeek and Son.
Hans van Hage, Biologische rozenkwekerij De Bierkreek
en in september een aparte boomkwekerijbeurs te houden. Van der Most zoekt daarmee de directe confrontatie met TCO en GrootGroenPlus.
‘Van der Most trakteert ons op een hapje en een sapje, maar vergeet ons te trakteren op klanten’ Wat kun je winnen, wat kun je verliezen? Harm Horlings, zo fel aan het woord in het begin van de discussie, lijkt langzaam zijn interesse in de discussie te verliezen. De discussie wordt in
zijn ogen veel te negatief gevoerd, te veel vanuit het bestaande, waarbij steeds voorop staat: wat kun je verliezen? en niet: wat kun je winnen? Probleem is natuurlijk dat de stap naar één landelijke beurs een heel grote is. Het is niet te verwachten dat het initiatief daarvoor van de bestaande partijen komt. Hoogstens zouden deze partijen afspraken kunnen maken om zo veel mogelijk beurzen in dezelfde week te houden, zoals in 2012 gedaan is tussen TCO en GrootGroenPlus. Henk Huibers en David Bömer, bestuurders van respectievelijk TCO en GrootGroenPlus, bevestigen dat dit ook voor 2013 de bedoeling is. Toon Ebben wil ook een duit in het zakje doen. Voor Ebben is IPM helemaal niet de ideale beurs waar anderen hem voor houden. Hij ziet veel meer in een beurs à la Galabau in Neurenberg of de Dag van de Openbare Ruimte in Houten. Alles wat er in Nederland aan boomkwekerijbeurzen wordt gehouden, voldoet daar in zijn ogen niet aan. Naast aantallen bezoekers gaat het dan ook om de kwaliteit van de bezoekers. Iedereen herkent het beeld van de folders, pennen en stickers verzamelende beursbezoeker. Sommige beurzen lijken daar zelfs speciaal op aan te koersen. Toon Ebben over Venray: ‘Van der Most trakteert ons op een hapje en een sapje, maar vergeet ons te trakteren op klanten.’ Hens Hinloopen van Mankar, dat onder andere bespuitingsapparatuur ontwikkelt en levert, doet jaarlijks wel tien beurzen en is het daar niet mee eens. Venray was voor hem wel een goede beurs. Ook Horti Fair wordt redelijk breed als een mindere beurs gezien. Volgens Linders van BVB is deze beurs zelfs ten dode opgeschreven omdat de primaire klant daar niet meer komt. Diezelfde
63
Forum
klant komt vervolgens wel naar IPM. Voor Linders is dit een teken om met al zijn commerciële mensen aanwezig te zijn in Essen, zelfs zonder daar een eigen stand te hebben. Overigens is Linders positief over de kans voor een eigen Nederlandse beurs: ‘Het merk Nederlands is net zo sterk als het merk IPM.’ Ook de bestaande boomkwekerijbeurzen krijgen een veeg uit de pan. Toon Ebben waagt zich te betwijfelen of dit allemaal zo effectief is. ‘Waar gaat het om? Gezellig bij elkaar zijn
Jack Goossens, Bestuur Flora Holland en boomkweker.
Petra Nouws, Treeport Zundert en boomkweker.
64
met eensgezinde bedrijven of echt netwerken?’ Onderuit Iedereen lijkt het eens met de stelling van Bömer dat de markt uiteindelijk beslist. De vraag is natuurlijk hoe je daarmee om moet gaan. Op dit moment ligt bijvoorbeeld Horti Fair zwaar onder vuur. Zowel Guido Linders als Nico Rijnbeek zien deze beurs jaar op jaar terugboeren. Voor Linders, directeur bij BVB Substrates, is dat een
probleem. Hij wil graag op beurzen gaan staan waar hij zijn grote klanten kan ontmoeten, en dat lijkt steeds lastiger te worden. Linders, die naast substraat voor kwekers ook potgrond aan retailers en bouwmarkten levert, signaleert daarnaast een andere trend. Veel klanten in het retailkanaal bezoeken steeds minder beurzen. Daarnaast zie je in het retailkanaal een enorme concentratie. Steeds minder inkopers beslissen over steeds meer winkels. Nico Rijnbeek is stellig hierover: ‘Veel van deze retailers zijn geen ondernemers meer te noemen. Doordat de inkopers van franchiseorganisaties bepalen wat er in de winkels (tuincentra) komt, hebben de ondernemers minder invloed op het sortiment.’ Wat voor het consumentenproduct geldt, geldt op een andere manier ook voor het institutionele product. Toon Ebben: ‘Ik ben alleen interessant voor mijn klant als hij bij mij een compleet sortiment kan aftekenen, dus van Acer tot Zelkova.’ Een beurs voor institutioneel groen is daarnaast een totaal andere beurs dan een retailbeurs. Dit is er ook de reden van dat IPM Essen voor Ebben een mindere beurs is en hij eerder inzet op Neurenberg. Toon Ebben: ‘Bij ons gaat het om de verbeelding. Wij hebben de architecten en projectontwikkelaars nodig. Die wil ik op een beurs tegenkomen.’ Anders Door internet, social media, is het aantal manieren waarop je contact kunt hebben met de klant sterk veranderd. Je zou je dus kunnen afvragen of een beurs nog wel van deze tijd is en wat het doel van een beurs is. Vroeger ging het echt om nieuwe producten, nieuwigheden en nieuwe klanten. Inmiddels lijkt dat voor veel aanwezigen veranderd te zijn in netwerken en relaties onderhouden. Voor de enige Duitse kweker en ondernemer van het gezelschap, Klaus Peters, is dat er een bewijs voor dat je terughoudend moet zijn met beurzen. Het is volgens hem beter om te investeren in bestaande klanten. Daarnaast geldt volgens Peters dat de echte beurs de beurs op het bedrijf is. Linders heeft recent fors ingezet op de beurs in Venray en heeft parallel aan deze beurs samen met Agrocultuur en Flora Holland een eigen symposium gehouden. Dergelijke initiatieven hebben volgens Linders wel toekomst. Hoe nu verder? Voor het forum was niet geheel toevallig ook Hans Maessen van HAS Den Bosch uitgenodigd. Als er een voedingsbodem is voor een gemeenschappelijke en nationale boomkwekerijbeurs,
Hens Hinloopen, Mankar Benelux.
dan is het wellicht een idee om een student hier onderzoek naar te laten verrichten. Petra Nouws van Treeport Zundert vindt dat een goed idee: ‘Maar zorg dan wel voor een student die niet zelf uit de sector komt en die onbevangen tegen de problematiek aan kan kijken.’ Peter Maessen belooft dat hij in het eerstkomende managementoverleg een voorstel voor een onderzoek zal parachuteren. Het forum, tussentijds onderbroken door een uitgebreid hutspotkerstdiner, werd dit jaar gesponsord door Everris. Tijdens en zeker ook nog na het eten van de pure Hollandse kost is er door de aanwezige deelnemers uitgebreid
Peter Maessen, Docent HAS Den Bosch
Guido Linders, BVB Substrates.
gesproken en zeker ook geluisterd naar elkaars ideeën. Zonder dat er uiteindelijk één gezamenlijke conclusie kan worden getrokken, was de mening van de meeste deelnemers dat het goed is dat er over dit onderwerp nader en uitgebreider is gediscussieerd. Conclusie De vraag ‘Verdient Nederland zijn eigen IPM?’ werd tijdens het Everris Boom in Businesskerstdiner door de meeste aanwezigen met ‘ja’ beantwoord. Duidelijk minder eensgezindheid bestond over de haalbaarheid, de frequentie, de
weg daarnaartoe en het type beurs waarnaar we zouden moeten streven. Het feit dat Nederland nu zo’n fijnmazig netwerk heeft van beurzen die een belangrijk deel van hun succes halen uit de regio waar ze worden gehouden, heeft daar mede schuld aan. De conclusie van deze discussie is dat er op dit moment weinig initiatieven zijn om de bv Boomkwekerij Nederland internationaal uit te dragen. Dat is jammer, want dat betekent dat de kosten per individueel bedrijf voor marketing en promotie zullen toenemen.
Toon Ebben , Boomkwekerij Ebben.
65
Samen voor ons eigen Ik ben ondernemer, net als de meeste van de lezers van deze rubriek, dus normaal is het niet zo mijn gewoonte om Mao Zedong te citeren. Deze algemeen erkende boef is bekend door de slogan ‘laat honderd bloemen bloeien’. Meneer Zedong gebruikte deze spreuk om nieuwe initiatieven in de Chinese samenleving op gang te brengen.
Het speelveld is al met al behoorlijk kaal door het vertrek van PPH en PT Die oproep heeft de boomteeltsector ook nodig en als ik me niet vergis is die eigenlijk ook al gaande. Het speelveld is al met al behoorlijk kaal door het vertrek van PPH, PT en alle indirecte gevolgen die dat vervolgens heeft op organisaties die daar weer afhankelijk van zijn. Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld wat dit gaat betekenen voor onderzoek dat in Wageningen wordt uitgevoerd. Wat blijft daarvan over?
De tijd is nog niet rijp of het gaat nog te goed in de sector Persoonlijk denk ik dat het allemaal wel mee gaat vallen. Je ziet nu al kleine zaailingen opkomen in dat vrijgemaakte bos. Allemaal nog heel pril en voorzichtig, maar het begin is er. Ik was vorige week bij een vergadering van toeleveranciers van gewasbeschermingsmiddelen. Zij concludeerden – niet zonder reden – dat zij bij onderzoek naar middelen en middelengebruik altijd de tweede viool hebben gespeeld, terwijl zij vaak dichter bij de kweker staan dan de erkende onderzoeksinstituten. Wellicht is dat een slechte basis voor zwaar wetenschappelijk onderzoek, maar in deze tijd zijn draagvlak, contact met en herkenning bij de ondernemer ook bepaald niet onbelangrijk.
maar aan het eind van het verhaal moet er
Misschien is eigenbelang wel het toverwoord
wel geld verdiend worden
voor de komende periode Terugkomend op die gewasbescherminghandelaren. Zij zien voor zichzelf een sterkere rol bij onderzoek. Is dat slecht? Ik denk het niet. Natuurlijk staat bij hen eigenbelang voorop, maar wellicht is dat wel het toverwoord voor de komende periode. Allemaal leuk, die hooggestemde idealen, maar aan het eind van het verhaal moet er wel geld verdiend worden. Wat bedoel ik nou te zeggen met heel deze blablabla van woorden: de toekomst zit in private samenwerkingsverbanden en misschien wel in eigenbelang. ‘Samen voor ons eigen’ was in 1980 de slogan van de Tegenpartij van Jacobse en Van Es, de alter ego’s van Van Kooten en De Bie. Misschien moeten de LTO’s en andere belangenbehartigers van deze wereld deze slogan omarmen en iets van hun o zo sympathieke en hoogdravende idealen inleveren. Ik wil niemand bang maken, maar ik heb de afgelopen weken aan wat willekeurige boomkwekers gevraagd wat de bond voor hem of haar betekent. Daar werd ik niet blij van. Heel veel meer dan een veelzeggend stilzwijgen of een aarzelend ‘kweenie’ kwam er meestal niet. Voordat ik nu weer een boos of teleurgesteld telefoontje van de bond krijg:
66
Allemaal leuk, die hooggestemde idealen,
natuurlijk is de bond nodig, maar blijf a.u.b. dicht bij de ondernemer. Hoe lastig het bovenstaande is, wordt pijnlijk geïllustreerd door het expertpanel dat wij organiseerden over beurzen in de boomteelt. Iedereen beseft dat daar iets moet gebeuren, omdat dit anders consequenties heeft voor de internationale positie van de sector, maar de tijd is nog niet rijp of het gaat nog te goed in de sector om dat besef om te zetten in actie. Ik wens u een groeizaam en gelukkig 2013 onder het motto ‘samen voor ons eigen’. Met vriendelijke groet, Hein van Iersel,
[email protected] Hoofdredacteur
worden
Wij zijn er trots op u te kunnen mededelen dat onze goedlopende bedrijven, na 6 jaar intensief samenwerken, per 1 januari 2013 zullen worden samengevoegd tot 1 bedrijf. De samenvoeging is een logische stap na de intensieve samenwerking die we de laatste jaren met elkaar opgebouwd hebben. Veel zal er niet veranderen. Behalve dat wij nog beter op vragen uit de markt kunnen inspelen, efficiënter gaan werken en wij onze dienstverlening aan leveranciers en afnemers nog verder gaan optimaliseren.
Via deze weg wensen wij u
een Gelukkig, Gezond en Succesvol Nieuw Jaar
[email protected]
0172 – 217040
[email protected]
076 - 5972532
[email protected]
www.springbv.nl