Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform Logotechnisch Tanach-onderzoek en Thematische Studieprogramma’s vanuit Tora en Traditie, gericht op Joods leven in twee culturen en een modern-dynamisch en orthodox Jodendom.
OJOS is met IHC en Kunst en Wonen binnenkort een zelfstandige afdeling van de Stichting i.o.
Academia Ars Vitae
De Geschiedenis is onze Toekomst Tanach-onderzoek en mitswot in de kentering van onze tijd
“Let us not seek the Republican answer or the Democratic answer, but the right answer. Let us not seek to fix the blame for the past. Let us accept our own responsibility for the future.” John F. Kennedy
Onze brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst” plaatst het verleden in een onlosmakelijke verbinding met de Toekomst. De start van de Olam Hazèh wordt voorafgegaan door een evolutionair scheppingsproces dat – alle technische overeenkomsten ten spijt – haaks staat op hetgeen we op natuurwetenschappelijk, darwinistisch en neodarwinistisch wijze onder evolutie verstaan. Geen “toeval”, maar “een teleologisch (doeloorzakelijk) proces van Ein Sof de Oneindige niet-Iets - met een gerichte eindbestemming”, het Grote Plan als ontwikkelingsproces dat wij binnen ons onderzoek in fundamentele verbinding houden met Tanach en de Joodse tradities, dynamisch-energetisch en gericht op veranderingen van iedere tijd. Daarom ligt in dit “verre Verleden” ook onze “verre Toekomst”. Naast het evolutionaire scheppingsproces - de ontwikkeling van de mens “ha-adam aphar min ha-adamah“ – gebouwd van “stof uit de aarde” (Gen. 2, 7) inbegrepen1 - treffen we de geschiedenis als een aaneenrijging van “gebeurtenissen”. Hierop maakte A.J. Heschel ons attent. 1
Aphar staat voor gefragmenteerde materie - sterrenstof - die bestaat uit losse deeltjes, vergelijkbaar met de atomen en subatomaire deeltjes waaruit materie scheikundig is opgebouwd. Er moet een bindingskracht zijn, anders valt de materie uiteen. Als we met water van stof een kleibal maken en de klei droogt op, valt de bal uiteen. Het zal niet zonder reden zijn dat gesproken wordt over aphar en niet over ‘mud’, de klei van de boetseerder. De mens heeft de ‘nisjmat chajjiem’ als bindingskracht in de neus (het ademhalingsorgaan) geblazen gekregen door een ingreep (gebeurtenis) van G’dswege.
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
2
Het “heden” wordt bepaald door het b’rit van Chorev, het Eeuwige Verbond dat de Eeuwige met ons als ‘am JHWH sloot en waarop wij antwoordden: “na’aseh ve nisjma!”, de eed die zijn echo door de tijden voortplant en die ons voortdurend uitdaagt tot actieve deelname aan het b’rit , ons Partnerschap met de Eeuwige met het oog op tikkoen olam. Een persoonlijke, schokkende ervaring Onlangs las ik tijdens een Shabbat in de Midrash Rabbah een uitleg over het uitblijven van een ingreep van de Eeuwige om ons te bevrijden van onze vijanden (=antisemitisme van Edom). Een van de rabbijnen gaf als uitleg namens G’d: “Als Israël naar Mij zou luisteren, dan zou Ik met mijn hiel de persbak van Edom vertreden”. In het kader van de overweging inzake het toenemende antisemitisme in ons land en daarbuiten, zette deze uitspraak mij stil. Ik dacht: “Als we als Joods Volk nu eens allemaal opnieuw onze bijzondere positie als “dat ene volk, met die ene roeping tot ‘am JHWH, en onze geschiedenis- en toekomstverantwoordelijkheid” opnieuw zouden doordenken en verstaan en na erkenning van structureel falen de draad - B’’H - weer zouden opnemen, wat zouden we dan veel Licht van de Shechina in de wereld kunnen verspreiden. Deze inkeer zou ons niet tot de actiegroep ‘Verbeter de wereld’ maken, maar tot Licht dragende verbondspartners van de Eeuwige en zijn Tora. Zijn Boek, Tanach, die zo lijdt onder de wetenschappelijke en spirituele inflatie in onze tijd, zou worden gerevalueerd en de centrumpositie in ons leven innemen.” Is dat niet het luisteren waarop de rabbijn wees? We weten allemaal hoe het met ons gesteld is, als we eerlijk zijn en niet weglopen voor de waarheid van de dagelijkse Joodse werkelijkheid. Het volgende voorval onderstreept deze conclusie. Enkele dagen na deze shabbat vertelden goede vrienden die een bezoek aan Israël hadden gebracht dat zij geschokt waren door de provocaties t.o.v. de orthodoxeTorah-observers. Zij organiseerden op Jom Kippoerim in hun kibboets een barbecue met uitsluitend treife vlees, gecombineerd met melkproducten. Soortgelijke provocaties blijken geen uitzondering in steden als Tell Aviv die als een moderne stad te boek wil staan. “Als Israël naar Mij zou luisteren, dan zou Ik met mijn hiel de persbak van Edom vertreden”. De woorden van de Midrash zijn sindsdien niet meer uit mijn denken weggegaan. Wat is toch de oorzaak dat wij zulke slechte luisteraars zijn? Zijn het de klappen opgelopen in de geschiedenis? Is het een gebrek aan concrete visie op de toekomst? Of is het een inflatie van de Stem van de Eeuwige, die het Woord nam op Horeb, en direct aansluitend de ègèl zahav, het gouden kalf, moest constateren? Het is het ego, en niets dan het ego, dat door Spinoza conatus essendi, de natuurlijk zorg voor het eigen Zijn wordt genoemd. Menachem Mendel van Kotzk hield in de 18e eeuw zijn leerlingen reeds “het ego” voor als de permanente kracht die ons tot afgodendienst (= verbondsverlating en eigenzin) aanzet.2 Het enige antwoord dat we op de gestelde vragen kunnen geven is de verwijzing naar onszelf, naar de gesteldheid van ons ego, naar onze persoonlijke en collectieve verantwoordelijkheid voor de naleving van G’ds bedoelingen, van zijn Mitswot. Ons Tanach-onderzoek - op basis van een onderzoeksmethode die binnen de Joodse wetenschappen vrij onbekend is vestigt de aandacht op de eenheid van de Eindtekst zoals wij die vandaag kennen. Vanuit dit onderzoek benaderen we ook de 613 mitswot. We schenken extra aandacht aan die mitswot die doorgaans tot de vroegere Tempeldienst worden gerekend en non-actief zijn; mitswot die wellicht vandaag de dag op een andere wijze toch een belangrijke rol in de levensheiliging kunnen spelen.
Structuur van de brochure en mijn vijfdelige serie “Tanach in de kentering van onze tijd” Het eerste doel is methodisch de eenheid van Tora en Tanach aantonen, een eenheid die geweven is op de schering en de inslag van Naam (schering) en Kavod (inslag) van de Eeuwige. Het systeem dat we voor ons onderzoek gebruiken bevindt zich buiten de directe belangstelling van de universitaire bijbelwetenschappers. Het systeem dat wij in een uitgewerkte vorm gebruiken is in 1908 door Oskar Goldberg, een Joodse bijbelgeleerde, ontdekt voor de bestudering van Tora. In de tweede helft van de 20e eeuw is deze methode door de Oostenrijkse bijbelwetenschapper Claus Schedl uitgewerkt en gereed gemaakt voor de toepassing op de complete Tanach. Hij gaf het systeem de naam Kwantitatieve Logotechniek onder verwijzing naar de Masoreten.
2
De Frans-Joodse filosoof Emanuel Levinas, die een markante rol speelt in deze serie Tanach-studies heeft de westerse filosofie – op de lijn van Kotzk – getypeerd als een “egologie”, die hij, door de filosofie te beginnen bij de Ander, onder fundamentele kritiek heeft gesteld. Hoezeer dit van belang is voor de relatie tussen de Eeuwige en de mensheid zal uitgebreid aan de orde komen.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
3
In ons land heeft prof. dr. Casper Labuschagne, hoogleraar-emeritus aan de Rijks Universiteit Groningen het systeem verder uitgebouwd tot een kwalitatief numeriek systeem, om daarmee de prachtige getalsstructuren en de door de bijbelschrijvers gebruikte compositiesystemen voor Tanach te onderzoeken en de eenheid van Tanach met de Naam – JHWH en Kavod - als samenbinders, waarop Nachmanides reeds wees. Deze eenheid als tekst is onomstotelijk vast te stellen. Zo maken we met de Logotechiek een einde aan de hegemonie van de historisch-kritische bijbelwetenschappers, die Tanach zien als een aaneenrijging van losse en vreemde segmenten. Daardoor is Tanach van zijn kracht beroofd en verworden tot een boek uit de oudheid, een boek van vroeger, een boek dat door de moderne wetenschappen is achterhaald. Zie daar de inflatie van ons leven binnen het Verbond. De naam van het systeem is de “Kwantitatieve Logotechnische structuuranalyse”. Schedl’s werk is door Labuschagne voortgezet en via zijn en onze website voor iedereen ter beschikking (www.labuschagne.nl en www.joodsstudieplatform.eu) In relatie met Labuschagne werk ik aan de uitbreiding van het Logotechnische systeem door de methode naar twee zijden uit te bouwen. De eerste uitbreiding is de Kwalitatieve Logotechniek en de tweede uitbreiding betreft de verhouding tussen Tanach en de bètawetenschappen. Deze uitbreiding heb ik de naam Morfologische Logotechniek gegeven. Een van de hoofddoelen van het derde systeemdeel is de tegenstelling tussen Tora en wetenschappen te elimineren door Tora vanuit de getalscomposities te vergelijken met de getalsmatige onderzoeksresultaten van de exacte wetenschappen. Ons doel: revaluatie van de waarde van het Goede Boek dat door de moderne wetenschappers is afgebroken en de weg vrijmaken voor een hernieuwd leven bij Mitswot. Dat alles komt de kracht en het gezag van Tanach voor de moderne mens (ook de Joodse) ten goede. De gebeurtenissen zoals de mabboel en de roeping van Avraham op weg naar het Horebverbond spelen in de serie “Tanach in de kentering van onze tijd” een cruciale rol, net als de twee menstypen die – in combinatie met Genesis 1 en 2 – bijdragen aan een vernieuwde interpretatie van Tanach en wetenschappen. De afstammelingen van Noach – de goyim - vormden de eerste, regelgeleide menselijke beschaving op basis van de Noachidische Verordeningen van G’d. Zij ontwikkelden om redenen van natuurlijk-evolutionaire aard hun eigen goden. Abraham, de Vader van het Joodse Volk dat is geroepen om Tora, als het correctief voor goyim en hun natuurlijk-evolutionaire beschaving of barbarismen als tegenhanger van de Noachidische Verordeningen in de wereld uit te dragen. De taak voor Israël is daarom: laat zo uw Licht schijnen binnen de steeds nieuwe culturen (ook van de latere diaspora). Deze opdrachten3 aan ons als ‘am Adonai vormen ook onze denkwijze die bepalend is voor de studie “Mitswot in de kentering van onze tijd”. We eindigen deze brochure met een aanzet tot studie- en ontwikkelingsmogelijkheden en geven als laatste een uitgebreid overzicht over de leergang Mitswot; het project dat in het hart van ons Joodse leven staat, lange tijd duurt en ons helpt te volharden na de inwijding - de chanoeka – in ha-Derech, de weg van de heiliging van ons leven, met het oog op de verheffing van onze nesjomme en de verantwoordelijkheid voor Tikkoen Olam. Het is een intensieve en gezamenlijke studie voor allen, van welke Joodse richting dan ook. We horen immers allemaal bij elkaar in dat ene Volk van de Eeuwige dat iedere vorm van godsdienst overstijgt, zoals onze Wijzen ons hebben voorgehouden en ik omstandig zal beschrijven. Om dit alles is de brochure een dikke geworden, waarin veel te lezen staat. Graag geef ik aan de start van deze tekst het gebed en de hoop mee dat u bij het lezen net zo enthousiast wordt van de studie als wij zijn geworden door ons onderzoek en de beschrijving ervan. Onze hoop is dat u van harte met ons gaat meedoen: hetzij als student, hetzij als docent. Dat het Licht van de Shechina u daarover helderheid mag geven.
Baroech ha Shem! prof. drs. Gideon Benavraham,4 hoogleraar-emeritus “Systematische Hermeneutiek” 3
De mitswot zijn niet legalistisch, zoals het latere Romeinse recht, maar gericht op de heiliging van het leven dat door de mitswot “een goed leven” gaat worden. Opnemen van het “juk van de mitswot” is aanvaarding van de werkelijke vrijheid, omdat we vrij zijn keuzes te maken tussen doen en niet-doen, tussen ja en nee betreffende onze eetwijzen. De Halacha is dan ook het Wetboek van de Vrijheid, iets wat we nauwelijks beseffen en voor een niet-Jood nauwelijks begrijpbaar is. Het wordt echter legalistisch op het moment dat de Liefde van de Eeuwige die in het Horebverbond voor eeuwig vorm krijgt wordt vergeten en de traditie in een onbuigzaam conservatisme terecht is gekomen. G’d verhoede. 4 I am a Jewish philosopher and I have chosen using my Jewish name as a public sign of my Jewish identity, to be working as a Jew in the scientific community, according to the responsibility for a better world. Not using my Dutch common name is rooting in my desire to be totally Jewish, accepting this heavy position in an increasing antisemitic world. My Jewish name is a ‘badge of honour’ to me. Any questions about it, take a mail.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
4 Wat is het essentiële geheim van ons volk vanaf haar bestaan bij de Exodus?
Inhoudsopgave 5 1.
Tanachstudie in de kentering van onze tijd 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Heiliging van ons Joodse leven Jodendom als volk Diagram Derech Eretz Modern-dynamisch en orthodox Jood zijn volgens Tora en Traditie
2.
Beschavingsgeschiedenis ‘moderne mens’
3.
Structuuronderzoek Genesis 1 en 8
2.1 2.2 2.3
3.1 3.2 3.3
4.
Genesis 1 en 8: onderzoek van de structuurgetallen 1, 6, 9, 17 en 153 Exegese van Genesis 1, 1 met enkele bepalingen uit de Zohàr Mabboel en verder.
Openbaring, Horebverbond en geschiedenis 4.1 4.2 4.3
5.
Homo Noachidicus, de noachidische mens en de menselijke beschaving Noachidische Voorschriften Afgoderij, afsluiting van de openheid naar het “Onuitsprekelijke”
Homo Sinaiticus, de Sinaïtische mens en de persoonlijke veranderingen de eed: na’aseh ve nishmah, we zullen doen, we zullen horen Wat gebeurt er als wij lezen?
Joodse volk, afkomst en bestemming 5.1 5.2 5.3
DNA onderzoek naar afstammingslijn kohaniem Afkomst en bestemming Bespreking diagram
6.
Logotechnisch Tanach-onderzoek
7.
Cursus Bijbels Hebreeuws (extern)
8.
Aanvullende cursus Talmoed (extern)
6.1 6.2 6.3
Tanach als prachtig bouwwerk Systematische Tanach onderzoek Logotechniek bewijst onze traditie: Tora is de Naam van de Eeuwige uitgeschreven 6.3.1 kwantitatieve Logotechniek (structuurgetallen) 6.3.2 kwalitatieve Logotechniek (waardegetallen) 6.3.3 morfologische Logotechniek (scheppingsgetallen)
5
Het is mogelijk dat tijdens de ontwikkeling van de leerstof verandering worden aangebracht in de volgorde en plaatsing in de afleveringen.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
5
9.
Deelname onderzoeksprogramma 9.1 9.2 9.3 9.4
10.
Studieproject “Mitswot in de kentering van onze tijd” (langlopend project) 10.1 10.2 10.3 10.4 – 16
11.
voldoende vooropleiding voor deelname tijdsinvestering om aan Tanach-onderzoek mee te doen basiskennis van Hebreeuws Indien geen kennis van Hebreeuws, cursus Bijbels Hebreeuws verplicht module Inleiding Tanach (5 lessen) + inleiding Midrash Rabbah inleiding 613 Mitswot modulaire behandeling van de afzonderlijke mitswot
Praktische studie-informatie
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
6
I
Tanachstudie in de kentering van onze tijd
1.1
Heiliging van ons Joodse leven, opdracht voor onze persoonlijke vernieuwing en herstel van onze beschaving
Eerst even enkele fenomenen uit de westerse cultuur aan het woord. Het is een willekeurige greep uit veel mogelijkheden. - “De wereld gaat aan vlijt ten onder” schreef Max Dendermonde in 1954. De herstelwerkzaamheden en de herinrichting van de Europese beschaving (Amerika ingesloten) werden door hem kritisch onder de loep genomen. De mens zou het verliezen van zijn eigen prestatiedrang en aan zijn eigen bezitsdrang en economische crises ten onder gaan. - Wanneer we bedenken dat Nietzsche niet de G’d van Israël, maar de God van het Westen heeft doodverklaard, waardoor de westerse mens aan een onverzoenlijke schuld lijdt, voorspelt hij aan dat de cultuurnacht over de westerse kerk en samenleving gaat komen. “Wij zijn losgesneden van het Licht”, schrijft hij in Der Tolle Mensch. “Wij hebben God gedood en het bloed kleeft nog aan onze messen. Wie heeft de spons om deze daad uit te wissen?” Deze daad is onvergeeflijk, in zijn visie. - In “Het einde van de geschiedenis en de laatste mens” schreef in 1992 de Japanner Francis Fukuyama over een dreigende ondergang als er niets fundamenteels in de westerse samenleving zou veranderen. - Het laatste voorbeeld dat ik geef is Hugo Distler, de Duitse componist die in 1942 in Berlijn hoogleraar werd. In een van zijn motetten staat centraal: “Und es will Abend werden”, waarmee hij doelde op de nazi-nacht die over de cultuur zou komen. Hij kon deze spanning niet aan en pleegde zelfmoord. - Tussen deze historische momenten zweeft als een door ons niet te vergeven en niet te vernietigen herinnering de Sjoa, waardoor vanwege o.a. de Endlösung van het Jodenprobleem de nacht is gevallen over het westen, elk op hun eigen wijze voorzien door deze schrijvers. De centrale vraag en centrale constatering Hebben wij hier te maken met doemdenkers en schaar ik me door mijn keuze hen te citeren in hun rijen? Niets is minder waar. Of hebben we te maken met ‘profetische blikken uit de cultuurgeschiedenis” die ons uitdagen tot herbronning en ons dwingen tot de vraag: “Wat is toch de oorzaak van het opgaan, blinken en verzinken van culturen?” De uitleg van Psalm 82 door Franz Kafka is erg verhelderend. Tussen komen en gaan van grote en kleine culturen handhaaft zich door de tijd “een klein volkje”, dat geleerd heeft te leven met alle omstandigheden: van de grootste welvaart, tot de diepste ellende, van de rust van Eretz Israël, naar de ballingschap, van verstikkende getto’s in Rusland tot de diepste ontmenselijking tijdens de Sjoa; ontwikkelingen onder de hoede van de “Ewige Wiederkehr” door onze G’d, ondanks zijn ogenschijnlijke afwezigheid in deze onvergetelijke duistere dagen met een weg terug naar een hoopvolle toekomst. In de geschiedenis ligt immers onze Toekomst verankerd.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
7
Heiliging van ons Joodse leven Door de verbondenheid met de Eeuwige, zijn voorschriften en opdrachten om ons leven in te richten naar zijn bedoelingen, hebben wij de opdracht ons leven te heiligen. We hebben vaak de neiging te denken dat deze opdracht op de eerste plaats betrekking heeft op “wat we doen” (ethiek). Maar hierin vergissen we ons. ‘Heiliging naar de mitswot’ gaat op de eerste plaats over onszelf, over wie we zijn, over onze attitude in de wereld van onze verantwoordelijkheid (kawana, de Tora-gewijde levenshouding). Het werkwoord ‘heiligen’ heeft veel betekenissen. Een ervan, die voor ons als Joods volk veelzeggend is, is ‘afzonderen’ of ‘apart zetten’. Het lam dat bestemd is voor de komende Pesach, wordt tien dagen ervoor uit de kudde gehaald en apart gezet: geheiligd om Pesach-lam te zijn, de Eeuwige bijzonder gewijd. Zo zijn wij als ‘am JHWH apart gezet met een speciale wijding als volk met een dienstknechtsgestalte – de ‘ebed JHWH - onder “de families op de aarde”. Het verschil tussen ons het Pesach-lam is, dat de Eeuwige rondom ons geen hek met schrikdraad heeft gezet om ons het vluchten uit onze bestemming te beletten, maar ons de vrijheid heeft gegeven om onbelemmerd “Zijn volk te ZIJN”, of dat zelfs niet te willen zijn. Het is echter ons ‘zijn’, ons totale bestaan in denken en doen dat om heiliging vraagt: anders denken is anders doen. “Weest heilig want Ik ben heilig”, zegt de Eeuwige en daarmee verwijst Hij rechtstreeks naar onze bestemming: herschepping, weg van onze natuurlijk-evolutionaire overmacht, naar de gelijkenis met de Schepper (ki-demuthenu)! Toch moeten we niet denken dat de culturele ondergangsuitspraken van de schrijvers waarmee we begonnen aan ons als ‘am JHWH voorbij zullen gaan als we onze post verlaten. Hosea waarschuwt niet voor niets: “Mijn volk te gronde door gebrek aan kennis” (Hos. 2, 4). Deze kennis is gelijk aan het Duitse “bekennen”, met de ander verbinden in liefde en gerechtigheid. Denk aan de Bekennende Kirche in de nazitijd, die een protestkerk werd. Daarom kunnen we niet genoeg benadrukken dat we geen afstand mogen nemen van Tora en Mitswot die ons tot “Bekennende Menschen” maakt. Deze kennis (da’at) is het resultaat van de kracht van G’ds scheppende wijsheid (chokma) en inzicht (bina). 1.2 Jodendom als volk We zullen zien dat de westerse geschiedenis ons volksbestaan heeft gedevalueerd tot een Joodse godsdienst, de oudste van de drie monotheïstische godsdiensten in de wereld. Dat ons bestaan als volk onterecht onderbelicht is gebleven in de geschiedenis van de laatste 2000 jaar zullen we in onze 5-delige serie Tanach ruim toelichten. Historische twijfels over ons volksbestaan hakt er bij velen diep in. De stemmen die binnen ons eigen volk opgaan, als zouden we niet van historische betekenis zijn en geen verbinding hebben met de geschiedenis van het Oude Israël, zullen we hard weerleggen en wetenschappelijke ruimte scheppen o.a. voor het DNAonderzoek dat de historiciteit van de Aharonitische bloedlijn van de Cohen-families aantoont. Ons Joods volk is getekend door een open karakter vanaf de verbondssluiting tussen de Eeuwige en onze vader Abraham. “Alle volken van de aarde zullen door en in hem gezegend worden.” Onze recente geschiedenis bestaat – net als de oudste geschiedenis toen we tot een volk werden samengesmeed en in het bijzonder “volk van G’d” werden – uit Joden met een rechtstreekse bloedband met de Joodse geschiedenis (halachische afstamming en bestemming) uitgebreid met Joden, die via gioer volwaardig halachisch Jood werden, maar die slechts een indirecte band met de Joodse geschiedenis hebben en dus alleen direct deel hebben aan de bestemming. Dat geeft het dubbelsporige beeld van het Joodse volk vanaf haar ontstaan vanuit de Exodus. Dat een heel volk als de Khazaren gioer heeft gedaan, verstoort deze afstamming- en bestemmingsstructuur niet. De briefwisseling tussen de Joodse gemeenschap en de vorst van de Khazaren bewijst de overgang van de vorst tot het Ashkenazische Jodendom. Maar in die tijd gold de politieke praktijk van de “cuius regio, eius religio”. Het volk nam de godsdienst van de vorst over. De term staatsgodsdienst vindt hier een oorsprong. Hoe zit dat dan met de op persoonlijke titel op je nemen van het “juk van het Jodendom”? Er valt over de historische waarde van de Khazaren voor het Joodse volk heel wat te zeggen. Ik wijs hier graag naar de bewijsvoering die door Joodse historici is gevoerd. Het internet
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
8
heeft voldoende materiaal om een goed beeld te vormen. Voor mij geldt een duidelijk “nee” tegen de visie van Sand.6 1.3
Diagram van het Joodse volk: “afstamming, toetreding en bestemming”
Vooruitlopend op een bredere benadering een enkele opmerking over de structuur van het Joodse volk dat is opgebouwd uit Joden met ‘een bloedverwantschap’ (DNA-afkomst) en Joden met ‘een consensus-verwantschap’ (toetreding door een gioer van een goy) op basis van de Halachische voorwaarden, met geautoriseerde overeenstemming binnen en door het Beit Dien inzake de toetreding tot het Joodse volk.
1.4 Derech Eretz Geen enkele Jood kan zich onttrekken aan de fundamentele opdracht om mens te zijn: geliefd in de sjoel en op de markt. Dat vraagt om een positieve grondhouding, een houding die we nodig hebben om verder te komen op “de weg van het Land”. Deze vergelijkbare grondhouding vonden we ook al bij Menachem Mendel van Klotz. Leven in “de weg van het Land” heeft een basale relatie met de daden die gemiloet chassadiem worden genoemd. De koppeling met ‘chèsèd’ als liefde en gerechtigheid brengt het werkwoord ‘gamal’ binnen de afweging. Met gamal komen we tot de uitdrukking ‘ligmol chèsèd’ in de betekenis van ‘liefde en gerechtigheid veroorzaken’. Dat heeft tot gevolg dat gemiloet chassadiem “daden die liefde en gerechtigheid opwekken”. Tora en Talmoed laten er geen onduidelijkheid over bestaan: studie van Tora is het belangrijkste voor ons leven. Baroech ha Shem. Zo’n positieve grondhouding is echter niet vanzelfsprekend. We komen uit de natuurlijke menselijke ontwikkeling, de evolutie als schepping, met een natuurlijke houding om op te komen voor onszelf. We moeten overleven. “Opkomen voor mezelf” lijkt een moderne houding, maar het is de oudste houding waarmee we tijdens het evolutieproces mens zijn geworden en die juist moet veranderen in het licht van Tora. De “strijd voor het zelfbehoud” heeft elk natuurlijk mens in de greep. Wij hebben als Joden de opdracht om die strijd te staken en tot overgave te komen via de weg van het Land, de weg van de Tora, de weg van de Eeuwige terug te komen naar de Bron. Daarom raakt ons Tanach-studieprogramma ons allen. Er zijn binnen ons studie- en onderzoeksproject slechts twee vormen van menselijke beschaving waarop we ons richten: de Noachidische beschaving met de zeven Verordeningen en de Sinaïtische correctieve beschaving met Tora en Tanach met de 613 mitswot als instrumenten. Op beide wegen ontmoeten menselijke beschaving en transformatie van mens en werkelijkheid elkaar op weg naar het herstel van de geschiedprocessen tot de door de Eeuwige beoogde wereldsamenleving, met herstel van Tempel en Paleis in Jeruzalem. Een sprookje? Een nationalistische superioriteitswaan? Toch een mondiale staatsgreep waarvan men ons door de eeuwenheen beschuldigt? Nee ... het is de dienstknechtsgestalte inzake de bestemming van de totale schepping, de weg van Tora, de weg naar de eenheid van Olam ha Ba. We kijken verder naar het Talmoedische begrip dat vooraf gaat aan elke methodische studie van Tanach: 'derech eretz', letterlijk vertaald met: de weg van het land gaan. Het BT-Tractaat 5 “Avoth” noemt deze term “een algemene, respectvolle houding van de mens tegenover leven en schepping', een houding die aan de studie van Tora vooraf gaat en tijdens de studie niet mag ontbreken”. In het Talmoed-tractaat Pirkei Avot (Spreuken van de Vaderen) wordt deze term voor het eerst aangetroffen, om na deze basale betekenis, die voor ieder mens geldt, de liefelijkheid en noodzaak van Tora-studie te verbinden met 'het ingewijde leven in het land', zoals Tora dat bedoelt. Er zijn in de rabbijnse literatuur veel betekenissen voor deze term. Derech eretz wordt systematisch verder uitgebreid tot ‘derech eretz-rabah’ 6
zie mijn bespreking op onze website onder de noemer ‘artikelen’ (www.joodsstudieplatform.eu)
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
9
over leven in een seculiere wereld - en ‘derech eretz-zuta’ – over leven met fundamentele richtlijnen. Pirkei Avot 2,2
Rabban Gamaliel, de zoon van rabbi Judah ha-Nassi zei: „Groots is de studie van Tora als deze wordt gecombineerd met werk in de alledaagse werkelijkheid, want werken aan beiden zuivert ons denken, onze geest. Alle studie van Tora die niet wordt aangevuld met toepassing tijdens het dagelijkse werk is bestemd om onbelangrijk te blijven en veroorzaakt zonde. Laten allen die zich bezig houden met algemeen menselijk zaken dit doen alsof het rechtstreeks voor de Hemel was. Dan hebben we ook deel aan de verdienste van onze vaders en dragen we hun rechtvaardigheid in ons mee. Dan zal G’d ook tegen ons zeggen: ‘Ik keur je een grote beloning waardig, alsof jij dat allemaal zelf hebt gedaan’.”
In de 19e eeuw ontstond rondom deze termen een belangrijke ontwikkeling en organisatie van een nieuwe stroming door rabbi S.R. Hirsch in Frankfurt. Hij ontwikkelde het begrip tot nieuw concept: "Torah im derech eretz", waarin hij de dubbele positie die we als Joden hebben vaststelde: a. aandacht voor de seculiere cultuur b. handhaving van de Joodse halacha, hagada en minhagim. Uit deze beweging ontstond een vorm van geëngageerde neo-orthodoxie. Het Jodendom van onze tijd, de benadering van het dynamische Jodendom op ons studieplatform, sluit enigszins aan bij de orthodoxe, maar toch ook liberaliserende beweging met diep respect voor de halachische en haggadische tradities. 1.5 Modern-dynamisme en orthodox Jodendom volgens Tora en Traditie We hebben nu twee onvoorwaardelijke en methodische punten gevonden om straks de mitswot te bestuderen; punten die ons direct en persoonlijk bevragen: 1.5.1 1.5.2
Heb je de juiste houding om "de weg van het land" te gaan? Ben je open voor de uitleg van Tanach die is gericht op de verantwoordelijkheid voor de twee culturen: de seculiere en de Joodse cultuur?
* Het zal duidelijk zijn dat deze twee punten een uiteenstelling zijn van de "Torah im Derech Eretz" van rabbi Hirsch.
Hiermee komen we direct aan bij het hart van de identiteit van het Joodse volk en de betekenis van de mitswot voor onze plaats en taak als Joden in en voor de wereldsamenleving. De mitswot zijn echter eerst gegeven om onze zielen te verheffen; in gewone taal om "mens van G’d te worden", of een stapje verder met een passage uit het liberale ma'ariev: "om betere mensen te worden". Maar deze individuele heiliging, want dat is het, staat in dienst van het geheel: het volk dat leeft met de opdracht "Wees heilig want Ik, de Eeuwige uw G'd, ben heilig". De context van onze verklaringen van de mitswot is dus steeds te vinden in de heiligingsopdracht voor het gehele volk en de individuele Jood, ongeacht de religieuze, of niet-religieuze Joodse levenshouding. 1.6 Geschapen in het Beeld van G'd en naar zijn Gelijkenis In deel 3 van “Tanach in de kentering van onze tijd” heb ik positie gekozen bij Martin Buber, die in zijn boek “Urdistanz und Beziehung” be-tselem vertaalt door “in betrekking met G’d”. Dat geldt voor alle mensen, ongeacht de vraag of ze dat geloven of niet. Netjes gezegd: geschapen in het Beeld van (in betrekking met) G'd is de onontwijkbare 'condition humaine' zonder welke wij niet kunnen bestaan. Dat kan alleen maar rationeel en/of emotioneel worden ontkend, maar niet weerlegd. Worden “naar zijn Gelijkenis” (ki-demuthenu) kan niet zonder transformatie via Tora. Het Joodse volk is van oorsprong geen wereldgodsdienst, maar een volk met een speciale levensweg, een open relatie met de Eeuwige, uitgewerkt onder de bezielende leiding van Moshe, staatsman bij de Gratie G'ds, met een S’micha van Adonai - de "Stem die het Woord neemt uit het vuur dat niet verteert".7 7
In tegenstelling tot wat men gewoonlijk als basis voor godsdienst neemt – het Latijnse religio – heb ik de overtuiging gekregen dat religie om relatie gaat en wel om een vernieuwde relatie met G’d die ons samen bindt in een band, die in Tora de naam Verbond kreeg. De G’d van Israël is daarmee geen heidense godheid die te op grond van eigen inzichten tot “je god” kunt verheffen. Dat kan van alles zijn, zoals we bij de bespreking van afgoderij zullen zien. Religie heeft bij ons de betekenis vanuit het Latijnse werkwoord “re-ligare”, dat “opnieuw verbinden” betekent. Dat geldt zowel voor de verbinding tussen de individuele personen tot een volk, als collectieve en individuele verbinding met de Eeuwige: “Ik de Eeuwige
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
10
II
Beschavingsgeschiedenis van de ‘moderne mens’
De brandende doornstruik Wilmy Peeters (2000)
2.1 Homo Noachidicus, de Noachidische mens, drager van de menselijke beschaving De “evolutie als schepping” doet Tora geen geweld aan. De ontwikkeling van de mensheid is in vijf fasen gegaan, af te leiden uit de evolutionaire toename van de herseninhoud. Het Bijbelse scheppingsverhaal staat met deze geleidelijkheid niet op gespannen voet, want de bijbelschrijvers plaatsen alles na B’resjiet 1, 2 op een moment in de tijd dat de landbouw zich al had ontwikkeld. De cultuuropdracht om de aarde te bewerken en de omgang met de gewassen getuigen daarvan. Het volgende valt op. Er zijn 5 ontwikkelingsstadia tot aan de “anatomisch moderne mens”, de “homo sapiens”. De bijbelschrijvers tellen 5 eeuwen tot aan de 6e mens, de homo sapiens. De bijbelse structuur is gelijk aan de stadia die de menselijke stamboom doorliep.8 De ontwikkelingsstructuur verliep als volgt: één tak ging door en de andere takken stierven uit. De wetenschappers geven voor de overleving het geëigende vermogen tot aanpassing (adaptatie) aan de zich wijzigende ecologische of andere omstandigheden. De bijbelschrijvers geven voor de overleving een andere norm: de gerechtigheid voor G’d en mensen. Dat de Bijbel het proces van doorgaan en uitsterven een plaats geeft in de doelgerichtheid van de Schepper is duidelijk. De evolutie op basis van de struggle for life en de beste aanpassingsmogelijkheden, zoals we dat vinden binnen het Darwinisme en het neo-Darwinisme, verschilt fundamenteel van “onze evolutie als schepping”. Het gaat bij de bijbelschrijvers om een ander toekomstperspectief: het Plan van de Schepper met de mens als uitvoering van de gerechtigheid. Zodra de gerechtigheid versluierd raakt en verdwijnt, gaat de menselijke ontwikkeling (= de desbetreffende tak aan de menselijke stamboom) aan zichzelf ten onder
jouw G'd!” In deze zin verbindt religie zowel de sociopolitieke, als de cultische componenten van het leven als volk tot een eenheid. Het verbond van Horeb krijgt hiermee een uitvoerende, manifesterende betekenis. We zullen zien dat het Verbond identiek is aan een Verdrag dat in de oudheid tussen een grootvorst en een vazal werd gesloten. De gehoorzaamheid aan de bepalingen van het verdrag was een eis, waaraan niet te ontkomen viel, op straffe van de afgesproken sancties. Daarom moesten de verdragsbepalingen ook regelmatig worden voorgelezen en in het heiligdom van de godheid bewaard blijven. 8 Onze traditie telt de tien generaties van voor de vloed. Deze traditie hoeft niet in tegenspraak te zijn met de biologische ontwikkelingen die in 5 fasen is verdeeld. De bijbelschrijvers hebben ons vele malen meer en complexere zaken te vertellen in de eerste tien hoofdstukken van Tora dan menig wetenschapper weet en zal erkennen. Maar dat zal verder doordacht moeten worden.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
11
(Psalm 82, naar Kafka). De bijbelschrijvers maken een einde aan het evolutionistisch automatisme en geven aan de Schepper de macht van een actieve ingreep in deze ontwikkelingen. De Grote Vloed, de mabboel, moge aan de zichtbare kant een klimatologisch natuurverschijnsel zijn als de smelting van de laatste IJstijd. In het licht van de ‘evolutie als schepping’ op basis van Tora heeft het meer te zeggen. Noach, in wie gerechtigheid werd gevonden. Hij en de zijnen vormden “de ene tak aan de menselijke stamboom” die door het Plan van de Schepper geschikt werd bevonden om door te gaan: het ark van Noach-model dat ook door de natuurwetenschappen wordt gebruikt voor de modelontwikkelingen. Na de mabboel verscheen de 6e mens, die ik voor eigen rekening de naam “Homo Sapiens Noachidicus” heb gegeven, is een nadere bepaling van de homo sapiens, waarmee we ons in zowel de bijbelse, als de wetenschappelijke lijn bevinden. Als je dit eenmaal ontdekt, gaat er een wereld voor je open. De tegenstellingen tussen wetenschap en Tanach schrompelen ineen en laten een grote blijdschap en steeds toenemende nieuwsgierigheid achter. De “zesde mens” is de biologisch-complete ‘anatomisch moderne mens’, gereed om een regelgeleide menselijke samenleving te vormen, een cultuur te bouwen, de schepping te bewerken en te beheren op basis van Noachidische voorschriften van G’d, die aansluiten bij het menselijk vermogen om aan deze voorschriften gehoor te kunnen geven. Zeven verordeningen bepalen in de verdere samenleving onder de volken de grondslag van de beschaving, om bij handhaving van recht en gerechtigheid, de ingrediënten voor de overleving van culturen, veilig te stellen. 2.1.1 Noach was rechtvaardig, maar echter geen onbeschreven blad Omdat Noach uit de mensontwikkeling van de 5e fase voortkwam, zat het evolutionistische gevecht om te overleven hem, zijn zonen en alle mensen na hen in het bloed: de permanente struggle for life, de overlevingsdrang, de natuurkracht die alles beheerst, ons aan ons ego bindt en ons verhindert open te blijven naar de “Onuitsprekelijke” die de grenzen van onze menselijke kenvermogens overstijgt en ons - bij afwezigheid van een directe en ervaarbare relatie met de Onzichtbare en Onbekende Scheppende Macht – existentiële angst inboezemt. Onze angsten en gevoelens van onveiligheid staan tegenover deze Scheppende Kracht, het Onuitsprekelijke. Deze ‘oer-angsten’ zetten ons aan om alles te doen om er vat op te krijgen, het grijpbaar te maken door te begrijpen, en later in godsdienstige begrippen vast te leggen (dogmatiek). Zou de Grote Vloed voor de zesde mens – met het Vloedverhaal, verspreid over de hele wereld ook waar geen water te vinden is - niet de Tanach-vertelling zijn van de ondergang van de menselijke stamboom - op één na - in onze oer-angsten, onze werkelijke onveiligheid die de gerechtigheid doodt voor de eigen veiligheid, het biologische, darwinistisch-evolutionistische overlevingsmodel. Na de mabboel wil de Eeuwige aan deze oer-angst voor ieder mens die de nieuwe Noachidische Orde betreedt een einde maken. Maar dat zou nog wel even duren. Daarvoor moet de 7e mens zich hebben aangediend. 2.1.2 Zeven Noachidische Verordeningen De volgorde van de zeven Noachidische verordeningen is niet willekeurig, hoewel er een veelheid aan volgorden te vinden is voor wie op internet gaat kijken. De conclusie die wij uit deze volgorde, die ook in de Midrash wordt gevolgd, zullen trekken, maakt dat een andere volgorde de deur opent naar willekeur en de beoogde samenlevingsstructuur chaotiseert, waardoor opnieuw de biologische en existentiële oer-angst ontstaat. Dat lijkt nu juist niet de bedoeling van de Eeuwige. 2.1.3 Noachidische verordeningen 1. Avoda Zara: het verbod van afgodendienst 2. Birkat HaSjeem: 3. Sjefichoet Damiem: 4. Arajot:
het verbod van G’dslastering het verbod van moord het verbod van bloedschande
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
12
5. Gezel: 6. Ever Min Hachai:
het verbod van diefstal het verbod een lidmaat van een levend dier af te snijden
7. Diniem:
het gebod van rechtsspraak.
We zeiden: elk mens voelt dat er meer is dan zijn eigen beperkte waarneming. Kortom, ieder mens heeft een open verbindingsmogelijkheid met de/het Transcendente. In het Grote Plan heeft Ein Sof “het vermoeden van meer dan het zichtbare” de mens geschonken. In zijn boek “De mens is niet alleen” noemt Abraham Joshua Heschel de Eeuwige “het Onuitsprekelijke” binnen het innerlijk besef van een werkelijkheid in de mens, die de zijne overstijgt.9 Wij brengen hier het “Onuitsprekelijke” in verbinding met de gevolgen van de angstgeleide dienst aan de goden. Ik gebruik hier het begrip afgod en afgoderij, ondanks het feit dat deze woorden voor het eerst in Leviticus voorkomen. Het begrip moeten we kennelijk hier zelf definiëren. Een afgod is een zelf gevormd, geprojecteerd, gefixeerd beeld van het Onuitsprekelijke – de in het gevoelsleven Aanwezige – op basis van de menselijke verbeelding en creativiteit. Hiermee leidt hij zijn angsten af en heeft hij de idee de controle over zijn bestaan te houden als zijn god hem gunstig gezind blijft. We proberen een tweede definitie die ook steunt op het Tanach-gegeven. De afgod is een ‘fixed image’, een vast beeld van willekeurig welk materiaal. Dat geldt ook voor een gefixeerd denkbeeld als “heilige overtuiging”, waarvoor je soms letterlijk door het vuur gaat, of anderen door het vuur laat gaan (moderne molochdiensten zijn er dus nog altijd). De geschonken openheid naar het Transcendente (dat wat buiten onze ‘menselijke huid’ is) is geblokkeerd door de verbeeldingskracht van het menselijke Ego, de activiteit die steeds weer tot afgoderij aanzet en G’d en mens tot concurrenten verklaart. 2.1.4 Verbod op afgoderij moet op de eerste plaats staan Als de mens de openheid naar het Onuitsprekelijke heeft dichtgetimmerd door een fixed image van welke aard dan ook, dan is hij overgeleverd aan zijn oer-ego, die zijn god zal blijken te zijn, tegenover de Eeuwige. Als de afgoden in de Noachidische samenleving hun intrede hebben gedaan en de mensen het Onuitsprekelijke voor zichzelf hanteerbaar hebben gemaakt, is het met de menselijke beschaving slecht gesteld. De Noachidische mens – gerepresenteerd in de goyim - is in zijn afgodendienst een “gesloten wezen” geworden, de gevangene van het ego dat hem angst inboezemende en de “open bestaanswijze naar het Onzegbare” heeft bewerkt, overgeleverd aan zijn onbewuste, vol eigenzinnige oplossingen om goden te maken en die macht te geven, om hem als mens te dienen in zijn angsten. Dat zal tot op vandaag voortduren en de toekomst beheersen, tenzij ...! Alle andere Noachidische Verordeningen worden voortaan geplaatst tussen de gesloten ego-structuur door de afgodendienst en de rechtvaardige rechtsspraak. De Verordeningen 2 t/m 6 kunnen na intrede van de afgoderij niet langer voldoen aan de bedoelingen van deze Verordeningen. Daarom is de rechtsspraak nodig als correctie op de afgoderij en de bijbehorende levenswijze (ethiek) en staat deze op de laatste, de zevende plaats, de plaats die de voortrap is voor de komende 7e mens: de homo sapiens sinaiticus. Daarom sluit ik willekeurigheid in de volgorde van de Noachidische Verordeningen uit. 2.2 Samenvatting Dat de Homo Noachidicus uit zichzelf totaal geen raad weet met de G’ddelijke Verordeningen voor de wereldbeschaving, verordeningen die van vader op zoon als opdracht moesten worden doorgegeven, blijkt uit het feit dat de Noachidische mensheid – alle gezamenlijke culturen (goyim) na Noach – volledig tot de dienst aan eigen ontworpen goden verviel (maan, zon en sterren, naast ongeveer 2000 kleinere afgoden). Dat is geen tijdelijke zaak, want zolang ons natuurlijk ego actief is op de basis van hoogmoed, trots en eigenzin verdwijnen de afgoden niet; zij veranderen door de eeuwen van karakter maar hebben steeds dezelfde effecten op beschavingen: vernietiging van de open relatie met het Onzegbare.
9
Heschel, A.J. De mens is niet alleen, Kok Kampen 2011. Voorwoord van rabbijn dr. Tzwi Marx.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
13
2.3 Modern afgodische beschaving Drijfveer van een afgodische beschaving is dus het egocentrisme, in weerwil van de Schepper die ons juist heeft bedoeld als mensen met een “belangeloos of curatief altruïsme” (term van mij, G.). De zorg voor de ander is niet geheel uit onze moderne beschaving verdwenen, maar is blijven steken in “de zorg voor de ander ten eigen bate”: een mutualistisch (wederkerig) altruïsme dat zegt: “Als ik iets voor jou doe, doe jij iets voor mij op het moment dat ik jou nodig heb.” Zo is de beschaving van de gesloten mens ontstaan op veiligstellen van het eigenbelang en overleven.10 2.3.1 Kernthema afgoderij De geblokkeerde weg naar zien van de Onuitsprekelijke bepaalt de persoonlijkheidsvorming in het licht van G’ds bedoeling, ook die van ons. We kunnen de kern van de afgoderij in alle eeuwen samenbrengen onder drie begrippen: hoogmoed, trots en ijdelheid. 1. Hoogmoed: ik ben baas over mijn leven, wat ik doe maak ik zelf uit; 2.Trots: ik ben beter dan jij; 3. Eigenzin: eis dat de ander zich voegt naar de wensen van mijn ik. Alle drie begrippen trekken samen in ons ‘ego als god’ tegenover ‘Anochi Adonai Eloheecha’ en ‘geen andere goden tegenover Mij’ met de aansturende ‘evolutionaire natuurkracht tot overleven’ als instrumentarium. We zullen het uitgebreid zien bij de bespreking van de Tien Woorden. ‘Afleren’ en ‘aanleren’ vormen de dialectiek voor een mens die door de opdracht tot heiliging is aangeraakt. 2.4 Mensdom met afgebroken antenne Het is opvallend dat de zeven Noachidische Verordeningen niets zeggen over de morele en religieuze instelling van de individuele mens over de overwinning van de neiging tot de struggle for life, ofwel opkomen voor het existentieel eigenbelang, van de goede en de kwade neigingen die in ons zijn. De grondlegger van de menselijke beschaving, Noach, bleek – in de bevoorrechte positie van overlevende en ontvanger van het Verbond - niet bestand tegen de “natuurkracht (ego) die zijn gang met ons wil gaan”. Noach kwam niet los van zijn natuurlijke inborst en bond zich aan de aarde, aan de druif, in plaats van aan de olijf of de vijg. Zijn binding aan de aarde wordt gesymboliseerd in zijn dronkenschap, die ook de karaktertrekken van zijn drie zonen open legde. De g’ddelijke Wet voor de goyim na Noach is: “Wie afgoderij bedrijft, bewerkt de eigen ondergang, ook al is water sinds de verbondsbepalingen voor G’d niet meer het instrument waarmee de ondergang wordt voltrokken. We zien dat bij Sedom en Gemora (vuur, zwavel en zout). Wij gaan dus niet aan vlijt ten onder, zoals Max Dendermonde schreef, maar aan de afgoderij van ons ego met onze infantiele begeerten, die onze oer-angsten lijken te hebben verdrongen, als ondergangsinstrumenten. Tenzij ....
10
Voor de rechtvaardiging van dit eigenbelang verwijs ik naar Spinoza’s begrip conatus essendi: de drijvende kracht op te overleven als menselijke natuur.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
14
De Purim-rol waarin we koningin Esther, door haar ultieme ethiek: “Kom ik om, dan kom ik om”. Ik haar houding is G’d manifest, ook al wordt Hij niet met Name genoemd”, aldus Levinas in zijn Talmoed-uiteg en de filosofie van de verantwoordelijkheid, waardoor een genocide op het Joodse volk is voorkomen.
III
Structuuronderzoek Genesis 1 en 8 3.1 3.2 3.3
Genesis 1 en 8: onderzoek van de structuurgetallen 1, 6, 9, 17 en 153 Exegese van Genesis 1, 1 met enkele bepalingen uit de Zohàr Mabboel en verder.
Deel 3 is tijdens de ontwikkeling van deel 3 “Tanach in de kentering van onze tijd” zodanig aangevuld en gewijzigd ten opzichte van het eerdere overzicht in de Brochure dat ik voor de drie genoemde delen verwijs naar deel 3 dat gereed is voor concept-publicatie op de website. *
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
15
IV
Bevrijdingsgeschiedenis naar een vernieuwd mensdom
4.1 Homo Sinaiticus, de Sinaïtische mens met Tora als correctief op de Noachidische beschaving Met de roeping van Abraham komt “de individuele mens van de hoop” in beeld. De nieuwe mens dient zich aan: de aartsvader van ons Volk heeft de openheid naar het Onzegbare behouden. Hij wordt de vader van de beschaving van de Toekomst en niet slechts “de vader van alle gelovigen”, zoals de twee monotheïstische godsdiensten hem noemen. De exoduslijn uit Ur, Charan en Egypte brengt zijn nageslacht bij de Berg van de Vernietiging, de Berg Chorev (ch-r-v is de stam van vernietigen), die de “evolutionaire natuurkrachten die hun gang met de mens willen gaan” zal vernietigen en ons zal transformeren en oproepen tot heiligen. Hieruit ontstaat het Volk Israël, dat door de Eeuwige tot zijn Volk - als instrument van deze Horeb vernieuwing - is verkozen, nadat men aanvaarding van de verkiezing via Moshe bevestigde: na’aseh ve nisjma - we zullen doen en we zullen horen. Het moment van “matan Torah en kabbalat Torah”, verbonden met het antwoord dat ieder individueel lid van het volk heeft gegeven, wordt gevolgd door allen die na hen komen (ieder lid van het Joodse volk wordt geacht zijn of haar instemming - als staande bij Horeb - te hebben betuigd), deed het nieuwe menstype ontstaan: de Homo Sinaiticus, de mens met de roeping om de menselijke beschaving terug te brengen bij de Onuitsprekelijke, door het Licht van Tora, over de volken met navolging van de Noachidische beschavingsverordeningen te laten schijnen, zodat in ieder mens weer het verlangen kan ontstaan naar een nieuwe, persoonlijke oriëntatie op het “Onuitsprekelijke” en de Eeuwige weer zal worden geëerd als de Ene, de Unieke, de G’d van alle mensen, de G’d van Israël. Zo zal ‘observing’ Tora de aansturende evolutionaire, egocentrische natuurkrachten die in ons hun gang willen gaan, vernietigen en een nieuwe samenleving bewerken met G’ds hulp (B’’H). Centrale levensopdracht voor de Homo Sinaiticus is zijn teshuva, de omkeer tot de Eeuwige en van daaruit de verandering van attitude – kawana - tot “het belangeloze curatieve altruïsme”, de zorg voor degenen die niets terug kunnen doen. Mede daarin bestaat immers de gelijkenis met de G’d van Israël zelf: de Bron van mededogen voor de weduwen en de wezen, voor de verbrijzelden en de nederigen van hart, zoals Jesaja zegt. Hiermee komt de egocentrische, evolutionaire wil tot zelfbehoud en overleven, waaraan de Noachidische mens verbonden bleef, tot een einde. Het gaat in het vervolg om de Ander, met de Eeuwige als de Gans Andere, gepersonifieerd in de Andere mens, met “het Gelaat dat ons aanziet”. Dat zal leiden tot een andere, een Toraïstische beschaving. De Homo Sinaiticus, gevormd tot het Joodse volk, is door de opdracht “Tora te ZIJN” en haar Licht te verspreiden onder de goy’im, de kritische instantie voor de huidige beschavingen geworden. Vinden we het gek dat er reactie komt? Het antisemitisme kleeft aan ons hoofd, hart en handen tijdens onze taakvervulling op de weg naar de Messiaanse Tijd, waar de volken tot erkenning van ons volk, als volk van de Eeuwige zal komen en wij onze dienstknechtgestalte in vrijheid een blijvende vorm mogen geven. De Frans-Joodse filosoof Emanuel Levinas (1905-1995) heeft vanuit zijn Joodse optiek de hele westerse wijsbegeerte onder kritiek gesteld. Zijn filosofie van de verantwoordelijkheid voor de Ander maakt een einde aan het denken vanuit het ego. Wij kunnen onszelf alleen maar verwerkelijken als we ‘het Gelaat dat ons aanziet’ in de ogen kijken en bereid zijn met het diepste respect verantwoordelijk te willen zijn voor de Ander. Dat de Ander een personificatie van G’d is, is een evidentie.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
16
De Homo Sinaiticus, samengevoegd tot het Joodse Volk, heeft een kritische functie voor de menselijke samenleving, maar stamt ook uit dezelfde menselijke beschaving met dezelfde natuurlijke trekkracht tot overleven. Onze Joodse verkiezing steunt dus niet op onze bijzondere ‘braafheid’, of gebrek aan neiging tot afgoderij. We zijn nog maar net uit de slavernij bevrijd, of het ègèl zahav, het gouden kalf is er al. Anders gezegd: de menselijke neiging tot zelfbehoud maakt een moordende Sint Vitusdans rondom ons ego. Niets evolutionair-menselijks is ons Joden vreemd. 4.2 Kadesh-Barnea en de afgoderij van de oerangst11 Bij de terugkeer van de mannen, die het Land van de Belofte moesten inspecteren vanuit een positieve blik op de vervulling van de beloften van de Eeuwige, die immers garant staat voor Zijn plannen, braken in het volk door hun negatieve verhalen de oer-angsten weer los. Deze oer-angsten vormen het woestijngedrag van het ‘hardnekkige’ volk. Weer is het de drang tot overleden, de menselijke natuurkracht, die met hen aan de haal gaat. De constante herhaling van deze houding leidt tot hun ondergang. Ook voor de Sinaïtische mens is de biologische overlevingsdrang dodelijk. Overlevingsdrang leidt terug naar de slavernij van Egypte. Daar weet je wat je hebt en nu weten we niet wat we krijgen. Maar voor de Homo Sinaïticus is er geen weg naar Egypte meer terug. Zij zijn de Rubicon, de Jordaan, overgestoken. Het is een keuze: of leven van de Belofte in het Land van de Belofte, of sterven in de “woestijn van de dood”. De Eeuwige laat de keuze aan ons, tot op zekere hoogte. Kaleb en Jehoshoea waren de enigen die niet door hun oer-angsten werden aangedreven. Zij zullen ook hun menselijke angsten hebben gekend, maar lieten zich er niet door beheersen en gaven zich over aan de beloften van de Eeuwige. “In hen was een andere geest”, staat er. Dat maakt de studie van Tora voor ons noodzakelijk waardoor we een “andere geest” ontwikkelen, zoals in Kaleb en Jehoshoea was. De profeten hebben de vinger op de zere ego-plekken gelegd. En afgoden dienen doen we nog steeds als moderne mensen, geïnfecteerd als we zijn met het moderne afgodenvirus: het politiek-liberale eigenbelang, of zelfs het fascistoïde “eigen volk eerst” en allerlei varianten. “Bijstand” is voor de politiek geen barmhartigheid, maar een politieke beschavingsnoodzaak, een kostenpost waaraan zo snel mogelijk een einde moet komen vanwege het collectieve economische eigenbelang van de Staat. Voor een curatief altruïsme is een wezenlijke verandering noodzakelijk. Daarin staan de vreemdeling, de weduwe en de wees hoog genoteerd op de lijst van warme hulp als een recht dat uit Tora tot hen komt. Ook wij zijn – levend in een gedeformeerde Noachidische beschaving - onze vrijheid kwijt, opgeofferd aan ons ‘primitieve gevecht om het zelfbehoud’ als individu en als volk, verzand in een breed spectrum van allerlei modern-afgodische verschijningsvormen. De vrijheid die we menen te hebben verworven is een schijnvrijheid die ons heeft geketend in de “natuurlijke neiging tot zelfbehoud”. We zullen daarom aan onszelf moeten werken om aan de druk van de afgoden te ontkomen. Dat is geen ‘reiniging van ons evolutionair-mentale leven’, maar ‘heiliging’ en dat is iets heel anders, zoals we zullen zien. Daarvoor zijn de mitswot nodig.
Resultaat van een zuivere Noachidische beschaving zonder aanvaarding van Tora als correctief: resultaat van de liberale Productie, Prestatie en Consumptie maatschappij (voortaan PPC-model).
11
De 0,7% van het BNP voor ontwikkelingssamenwerking heeft het moeten afleggen aan het eigenbelang eerst, onder het motto van “liberale dogma’s” van eigen kar trekken.
Numeri 14
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
17
Jodendom is geen dogmatische levensbeschouwing, zeggen we. Maar is dat werkelijk zo als we naar de gespleten praktijk van ons Joodse volksbestaan in Nederland kijken? Wij hebben als Joden ook de vorming van het cultureel Calvinisme meegekregen, zoals alle religieuze en niet-religieuze stromingen in ons land. Vormen de gespletenheid van ons volk als mogelijk gevolg van deze invloeden, het onderlinge gekrakeel en vermijding van elkaar als kehillot niet het beste bewijs dat wij dagelijks tot ‘afgoderij’ neigen, een ‘afgodendienst’ die ons psychisch en spiritueel ketent aan de vasthoudendheid om onze “heilige overtuigingen” te kunnen bevechten; heilige overtuigingen die tot fixed images zijn geworden? Teshuva, kawana en kosher leven, met andere woorden “leven volgens de mitswot”, is voor ons de weg naar de werkelijke vrijheid. Het “Juk van het Jood-zijn” is niet een opgelegde last, maar een weg naar en de ervaring van de echte vrijheid. Het juk maakt ons weer tot een werkelijke “Homo Sinaiticus”, een kritische wegbereider voor de nieuwe beschaving, met de Mashiach als de koning van de vrede. 4.3 Conclusie Er is moed voor nodig om als mens volgens de Noachidische Verordeningen in onze technocratische en tot individualiteit verworden westerse en oosterse beschavingen te leven. Er is een nog groter moed nodig om in deze beschavingen als Jood ‘zichtbaar’ te blijven. Er is maximale moed nodig om in onze mondiale beschaving zichtbaar ‘modern-dynamisch’ en ook ‘orthodox’ Jood te zijn en te leven volgens de Schriftelijke en Mondelinge Tora. G’ds genadige kracht is nodig om niet te zwijgen “om Sions wil” en naar binnen toe te werken aan de eenheid van ons Volk in respectvolle aanvaarding van onze verscheidenheid. 3.3.1 Schrappen is eenvoudiger Schrappen van mitswot en buiten gebruik verklaren van bepalingen uit Tanach en Traditie is eenvoudiger dan deze op een modern-dynamische wijze opnieuw interpreteren en tot krachtbron laten blijven. Ik blijf protesteren tegen Joodse stromingen die onder eigen vaandel een nieuwe Halacha willen schrijven, waarin bijvoorbeeld varkensvlees niet langer categorisch verboden is. 3.3.2 Tanach, ook historische betrouwbaar Het is ook eenvoudiger Tanach te ontdoen van zijn historische betrouwbaarheid, dan te zoeken naar de werkelijke inhoud en zo de rijkdom van dat machtige literaire bouwwerk te ontdekken en het gezag ervan te erkennen. 3.3.3 Historiciteit van Israël als ‘am JHWH buiten kijf De historiciteit van Israël als volk en ons geroepen zijn als ‘am JHWH’ komt door deze praktijk van ontkrachting ernstig in gevaar. Publicaties als die van Prof. Shlomo Sand12 en anderen over kunstmatigheid van het Joodse volk werpen een smet op ons Joodse bestaan. Uit de tabel die ik u zal tonen en met u bespreken krijgen we hierover enige duidelijkheid. 4.3 Wat gebeurt er als wij lezen? We zwenken nu naar een totaal andere problematiek die alles te maken heeft met de effectiviteit van de omgang met Tora en de mitswot. Voor ons ligt de vraag “Wat gebeurt er als wij lezen?” Deze vraag is van groot belang omdat we in het onderzoek naar een antwoord ontdekken hoe de Verborgene uit zijn verborgenheid wil treden en zich aan ons via talmoed-tora wil tonen. Dat roept meteen de vraag op: ?Hoe dan? Is de taal waarin de bijbelschrijvers – te beginnen met Moshe - de overlevering beschreven dan toch de letterlijke en onfeilbare Openbaring van G’d, zoals de orthodoxe christenen belijden?” Zoals de Ruach ha Kodesh Moshe en de schrijvers na hem verrijkte met Chokma, de wijsheid die aan hun vakkennis een extra dimensie gaf, zo is het dezelfde Ruach ha Kodesh die ons wijsheid, inzicht en kennis wil geven bij onze Torastudie, opdat de Verborgene uit zijn verborgenheid kan treden en zich openbaart aan ons hart. Deze onthulling van de Shechina aan ons menselijk vermogen geeft groeikracht aan onze relatie met de Eeuwige. Op deze wijze verstaan we het begrip Openbaring van G’d. De Stem van de Eeuwige is dus niet los verkrijgbaar. Keren we terug naar onze vraag: “Wat gebeurt er als wij lezen?” 12
Sand, prof. dr. Shlomo, The Invention of the Jewish People, Verso London 2009.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
18
We kunnen deze vraag alleen verantwoord behandelen door hem voor te leggen aan de neurobiologie. Wat gebeurt er neurologisch als we een tekst lezen? Hoe slaat we de gelezen informatie op, hoe verwerken we dat en onder welke spanningsboog komen onze ervaringen nadat we de informatie hebben opgenomen en verwerkt? Neurobiologisch onderzoek (fMRI e.a.) heeft aangetoond wat in ons brein gebeurt als we lezen. Tijdens het lezen lichten delen van het brein op en kunnen onderzoekers vaststellen wat de effecten daarvan zijn op het gedrag van de lezer. We weten van hen dat de herinnering aan een eerder gelezen tekst dezelfde hersendelen kleurt als zij doen bij een eerste confrontatie. Dat betekent dat “herinnering aan een gelezen tekst” de opgeslagen tekst in ons brein reactiveert. Dat is van belang voor de memorisatie van korte teksten die een vormend karakter hebben. De intensiteit van de lezing van een tekstdeel is van belang voor de duur van de actualiteit in de hersenwerking, waaruit de ervaring wordt versterkt en de herinnering eraan steeds hechter wordt opgeslagen in de geheugendelen van ons brein. Neurobiologisch technisch maakt het niet uit welk boek we lezen. Het gaat om het proces van het lezen als neurologische activiteit, de verwerking, de opslag en de gedragsinvloeden. De invloed die de leeservaring heeft op het handelen is van een andere onderzoeksorde. De verbondenheid met het boek (je kan niet wachten om verder te lezen; iets in één adem uitlezen) bepaalt voor een belangrijk deel de intensiteit van de reacties, de opslag, de duur van de herinnering aan de inhoud van het boek. Er zijn boeken in mijn kast die ik jaren geleden heb gelezen, maar waarvan ik essentiele pagina’s direct kan terugvinden. Wanneer we een biografie lezen over een mens die onze diepe belangstelling heeft, dat zullen de reacties sterker zijn omdat we ons kunnen identificeren met de hoofdpersoon. Lezen we een boek dat tot doel heeft ons leven te veranderen en we zijn open voor deze doelstelling, dan zal ons brein – in samenwerking met elektrische en chemische factoren – maximaal werken zodat het doel wordt bereikt. Conclusie: ons brein heeft geen belang bij de tekst van het boek, maar wel bij de lezer van het boek en de neurologische processen die zich meetbaar afspelen vanuit de betrokkenheid van de lezer met de inhoud van het boek, of de hoofdpersoon. Hier is sprake van een relatie tussen de fictie van de tekst en de realiteit van de leeservaring. De identificatie tussen de lezer en de inhoud is uiteindelijk de subjectieve, bepalende factor voor de ervaring die levensvernieuwend kan zijn. Omdat het neurobiologisch er niet toe doet welke tekst wordt gelezen, maar wat de verbondenheid is met de inhoud van de tekst, mogen we zondermeer stellen dat lezen van Tanach dezelfde neurologische processen in ons brein bewerkt, dan welke willekeurige biografie ook. Het gaat om de relatie met de tekst. De identificatie met de hoofdpersoon van de roman versmalt de afstand tussen de fictieve, talige persoon tot we onszelf bijna ervoor in de plaats zetten. Zo dringt de romanpersoon ons denken binnen. Wanneer we kijken naar Tanach en we zijn overtuigd van het mysterie van de relatie die de Eeuwige met Tora heeft, dan komen we tot de identificatie met de inhoud. We lezen: “Want Ik weet welke gedachten Ik over u koester, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven”, zegt de profeet Jeremia namens de Eeuwige. Indringend komen deze woorden in mijn brein binnen en doen hun werk. De woorden van de profeet namens de Eeuwige worden opnieuw geactualiseerd. De delen van mijn brein lichten scherp op,
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
19
want ik ben opeens degene die is aangesproken. Als ik het boek sluit verzucht ik vol vreugde: “De Eeuwige koestert gedachten van vrede over mij en wil ook mij een hoopvolle toekomst geven”. De hechte verbondenheid met Tora maakt dat wij ons in persoon aangesproken weten door Hem die het Woord neemt in ons bewustzijn. Een emotionele reactie is het gevolg en mijn angst voor de toekomst neemt af naar mate ik dit woord mij toe-eigen en memoriseer. Zo heeft de Eeuwige zich aan mij geopenbaard en is Hij uit de verborgenheid getreden en heeft Hij het Woord genomen tijdens mijn studie van Tanach. Het is slechts een voorbeeld om op hoofdlijnen te zeggen wat er gebeurt als we ingaan op de uitdaging van de Eeuwige om Tora te studeren, zoals Joshua zei: dit wetboek mag niet wijken uit uw mond en uit uw hart, maar overpeins het dag en nacht, opdat je alles wat erin geschreven staat zult vervullen en dan zal je op je wegen voorspoedig zijn en je doel bereiken (Joz. 1,8). Ons Joodse leven als Partners binnen het Verbond, bijgestaan door de altijd tegenwoordige Shechina, raakt ons diep in ons individuele bewustzijn omdat we als enkeling tot het volk van Tora behoren en dus ook als enkeling mag worden aangesproken waar het volk als collectief wordt aangesproken. De neurologische processen werken als we de mitswot overdenken en tot ons nemen als instrument van heiliging. Hier stop ik met de globale indicatie. We zullen zien in de leerstof dat er een duidelijk verschil is in betekenis tussen de genotekst, de geschreven tekst zoals de schrijvers ons die hebben overgeleverd en de gnoseotekst (gnoseo is Grieks voor weten, kennis) de tekst die wij uit de geschiedenis in handen hebben gekregen. Dat laatste betekent: Al lezend ontstaat een nieuwe tekst, MIJN TEKST. De waarheid van deze uitspraak wordt dagelijks bewezen uit de grote verschillen in beoordelingen door diverse lezers van eenzelfde tekst. Het is wel van belang hoe de schrijvers hun “genotekst” hebben gemaakt, anders zouden we daar geen onderzoek naar hoeven doen. Maar uiteindelijk zijn Tora en Traditie persoonlijke boodschappen aan elk individu. Daarom dragen we de opdracht met ons mee om van de geschreven teksten en hun beschreven uitleggingen in de responsoria, al lezend onze persoonlijke, nieuwe teksten te maken. Dat alles vraag om een gedegen uitleg. Onze verbondenheid met de Eeuwige en zijn Tegenwoordigheid als inspirerende Shechina, maakt dat ons leesproces van Tanach ons dichterbij G’d brengt. Een steeds dieper verstaan van de tekst doet ons groeien als Jood en als ‘am Adonai. De G’d van Israël is niet los verkrijgbaar. Dat wil zeggen: de verborgen G’d openbaart zich als wij gehoorgeven aan zijn opdracht tot talmoet-tora. De opdracht tot dagelijks onderricht van Tora volgt aansluitend aan het Sjema. Deze koppeling is vol betekenis en opdracht. Daarom citeerde ik Jozua 1, 8 na de intocht in Kena’an. * 4.4 Bij de afbeelding van het brein De blauwe lijnen stellen de input-kanalen voor naar de diverse hersendelen voor de opslag van de leeseffecten en verwerkingen, naast andere reacties, zoals emoties en hormonale acties. Ze ziet de energieknopen oplichten. Zoals we in de Vijf delen hebben uitgewerkt is de schepping een volledig samenspel van dynamisch-energetische processen en gebeurtenissen. Ons denken en ons lopen worden door ‘stroompjes’ aangedreven van allerlei frequenties. Woede is van een andere frequentie dan een zachte streling, De reacties zijn ook veel van een zelfstandige soort. Sommige frequenties zijn zo hoog of zo laag dat ze door wetenschappers (nog) niet te meten zijn. Kortom: als lezen een energetisch proces is, dan is de Openbaring via lezen ook een energetisch proces. De hersencellen “vuren”. Het is metaforisch als een landschap in zware onweersbuien, zo vuren de cellen. Is het geen wonder dat de Woorden van de Eeuwige “vuren” op de Berg waar de Woord worden gesproken en overgedragen? Het brein van elk aanwezige werkt op volle toeren tijdens deze gebeurtenissen.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
20
V
Joodse volk, afkomst en bestemming
5.1 Over Joodse bloedlijn en nieuwkomers Vanuit het bovenstaande kunnen we inzake het Joodse Volk - bestaande uit de mensen van de Sinai - de lijnen door de geschiedenis trekken. Dat vraagt om aanvaarding van een vorm van historiciteit van Tanach die misschien niet overeenkomt met onze moderne visie op de historische wetenschappelijk benadering. Maar het is Tanach die ons inzicht geeft, Dat inzicht plaatst ons in het krachtenveld van geheel eigen, en niet te miskennen waarden. G’d geeft via Moshe de opdracht aan het Volk om een “koninkrijk van priesters en een heilige Natie” te zijn.13 Moshe en Aharon vormen de start van een bloedlijn die betrekkelijk zuiver is gebleven, mede omdat de hogepriester door zijn zoon werd opgevolgd, zodat de kohaniem uit het ene geslacht stammen tot in onze tijd, ook al doen zij geen dienst meer en noemen zij zich niet eens meer religieus. De naam Cohen is voldoende om aandachtspunt te zijn voor het DNA-onderzoek naar de werkelijkheid van Aharon en zijn geslacht tot aan Avraham en hun plaatsing in de tijd.
DNA – dubbele helix
Het genetisch onderzoek van dr Karl Skorecki, prof. Hammer en veel anderen hebben via een speciale “genetic marker” – het Cohen Model Haplotype (CMH-gen) - de afstammingslijn van Aharon aangetoond, een lijn die doorloopt tot tussen 3000 en 4000 jaar voor de gewone jaartelling. Het is een ingewikkelde procedure die niet zonder verzet is gebleven. Persoonlijke correspondentie met Skorecki, heeft mijn aarzelingen weggenomen en mij op de weg gezet van de dubbelsporigheid van het Joodse volk, zoals ik zal tonen.14 “Historische bewijsvoering via DNA-onderzoek is minder betrouwbaar dan archeologisch onderzoek”, zeggen sommige Joodse geleerden die elkaar op vooraf ingenomen standpunten bestrijden. Natuurlijk kunnen we geen volk op grond van specifiek DNA tot volk verheffen. Gelukkig hebben de biologen zelfs het begrip ‘ras’ laten vallen; een benaming die zoiets zou kunnen veronderstellen. De term “Joodse ras” gaat er niet meer in na de Sjoa. Het gaat in het CMH-onderzoek dan ook alleen om de vaststelling van de mannelijke afstammingslijn door de tijd, waarin wel degelijk sprake blijkt van verwantschap, bewaard in de naam Cohen.
13
Ex. 19, 6 Het Y-chromosomale onderzoek, een gen dat alleen via de mannelijke lijn wordt doorgegeven is traceerbaar in de zogenaamde Haplogroepen. Binnenkort zal ik mijn gecorrigeerde studiebrief hierover op de website plaatsen. Daarin informeer ik u uitgebreid over deze materie.
14
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
21
De grootste tegenspraak ondervindt het DNA-onderzoek van het CMH-gen door mensen als prof. Sand in zijn boek “The Invention of the Jewish People”, waarin hij de aanspraak op historiciteit van het huidige Joodse volk ontkent en de Joden uit Oost-Europa laat ontstaan uit de Khazaren, een Turkstalig nomadenvolk, dat om politieke redenen zich massaal tot het Ashkenazische Jodendom bekeerde. Tegenstanders van het DNA onderzoek, zoals Sand, beweren dat het huidige Jodendom uitsluitend een samenraapsel is van proselieten die zich tot de Joodse religie bekeerden. Van een historisch volk zou geen sprake zijn. Dat deze visie een politieke implicatie heeft en betrokken is op de weigering tot erkenning van de historische aanspraken op Eretz Israel moge duidelijk zijn. Ik ben tot de conclusie gekomen dat we oog moeten hebben voor de dubbelsporigheid van het Joodse volk. Het Judaïsme als Joodse religie doet het Joodse volk als volk geen geweld aan, tenzij we ons op de reeds genoemde bolwerken van devaluatie hebben verschanst. 5.2 Gioer en volledig lidmaatschap van het volk Volgens de Joodse traditie is iemand die als goy toetreedt tot het Jodendom Jood als alle andere Joden die uit de bloedlijn stammen. Zij zijn volledig lid van het Joodse volk en hebben indirect deel aan de totale Joodse geschiedenis, zodat ook zij met allen aansprakelijk zijn voor de aanvaarding van Tora bij Horeb. Het Joodse volk heeft dus twee sporen in zich: directe en indirecte afstamming en gezamenlijke bestemming door de tijd, op weg naar Olam ha Ba. De begrippen afstamming en bestemming veronderstel ik bekend mede op grond van het bovenstaande. Ik zal dat nu in een schema uiteenzetten. Afkomst en bestemmingsopbouw Joodse Volk Avraham
Ja'acov/Jehudah
Joodse volk van de Sinai,
meetrekkende volken uit Egypte
bloedlijn Individuele geriem
Aharon CDH
monarchie
ballingschappen
Khazaren als volk van geriem
achterblijvers in Eretz Israel
Diaspora
toetreding individuele gerim
toetreding goyim
bestemmingslijn
Voor het gehele Joodse volk, bestaande uit de beide ontwikkelingslijnen, bestaat de Tora als “onze essentie en onze bestemming” (Heschel).
•
De Schriftelijke Tora is bedoeld als Constitutie. Nebi’im en Chetubim vormen het eerste commentaar, na een lange tijd door de geschiedenis gebundeld in Tanach, voortgezet in de Mondelinge Tora. De Schriftelijke Tora wordt door Ezra, in opdracht van de Perzische koning
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
22
tot de nationale wetgeving van Israël en draagt voortaan de naam Wet van Moshe. De legalistische betekenis van Tora als wet is dus niet Grieks-Romeins, zoals we vaak hebben gedacht, maar Perzisch van oorsprong. De Perzische koning wilde namelijk in alle overwonnen gebieden nationale wetten hebben. Ezra, de priester-schrijver, ontving de opdracht voor Israël. Moshe kan na Ezra worden beschouwd als de ‘auctor honoris’, de ere-Schrijver.
•
Tanach heeft een lange geschiedenis. In de drie eeuwen voor onze jaartelling werden allerlei aan de Tanach - voor zover er al volledig sprake van was - vreemde geschriften toegevoegd. Na de verwoesting van de 2e Tempel vestigde het Sanhedrin, het Joodse rechtscollege, zich met toestemming van de Romeinen in Javnè. Volgens de overlevering zou aan het einde van de 1e eeuw g.j. in Javnè de Tanach zijn uitgebreid met Hooglied, Prediker en Esther en daar zijn afgesloten tot Palestijnse Canon. Voortaan telt Tanach 39 boeken.
De gedachte dat Tanach de ‘Palestijnse canon’ werd is niet Joods. Canon is een christelijk begrip dat vermoedelijk werd gebruikt door Hiëronymus, de vertaler van de christelijke bijbel in het Latijn, de Vulgata. Hij adviseerde de Synode van HippoRego en Carthago (eind 4e eeuw g.j.) de ‘Palestijnse canon’ te gebruiken en niet de Septuagint, vanwege de apocalyptische geschriften die daaraan waren toegevoegd. De latere Calvinistische reformatie heeft inderdaad afstand genomen van deze geschriften. Als wij het begrip ‘canon’ zouden gebruiken als ‘afgeronde gezaghebbende eenheid en enig richtsnoer voor het leven’ dan zouden wij de dynamische ontwikkelingen van de Mondelinge Tora hebben moeten verwerpen en was de vaart uit de rabbijns-Joodse Traditie gehaald. Deze dynamische kracht geeft ons vandaag de moed om ‘een modern-dynamisch en orthodox Jodendom’ te ontwikkelen dat stevig staat in onze wervelende toekomsttijd.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
23
VI
Logotechnisch Tanach-onderzoek
6.1
Systematische bevestiging Joodse Traditie: Tora is de Naam van de Eeuwige “In het domein van de geest is alleen hij die nieuwe wegen inslaat in staat om erfgenaam te zijn” A.J. Heschel15
Het citaat van Heschel bevestigt ons in het waagstuk om nieuwe wegen in te slaan en risico’s te nemen van verzet en verwerping. Waarom? Omdat we in staat willen zijn “erfgenaam” te zijn van het geweldige bouwwerk dat ons ter hand is gesteld door de geschiedenis van G’d en mensen: Tanach.
De volken zullen bij uw Licht wandelen
Vooruitlopend op de beschrijving van het Logotechnisch Tanach-onderzoek, zoals ons door prof. dr. Casper Labuschagne is overgedragen, willen we na het citaat van A.J. Heschel ook nog graag Dayan R. Evers citeren uit zijn boek “Talmoedisch denken”.16 Hij bevestigt op hoofdlijnen onze uitgangspunten en houding tegenover Tora en Tanach: openbaring en geschiedenis, mededeling en proces. 6.1.1
Twee citaten van Dayan R. Evers
Citaat 1 “Waarmee kunnen de woorden van Tora vergeleken worden? Met een huid, die aan een leerlooier gegeven wordt ter verdere bewerking. De leerlooier looit de huid en bewerkt het verder tot een prachtig voorwerp. De openbaring op de berg Sinaï is geen eenmalige historische gebeurtenis geweest, maar is een doorlopend proces. Volgens de Talmoedgeleerden is de Tora zowel direct
15 16
Heschel, A.J. aangehaald werk (a.w.) pag. 153 Evers, Rabbijn Mr. Drs. R. Talmoedisch denken, Amphora Amsterdam 1999
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
24
als indirect geopenbaard. Deels aan Mozes, deels indirect via G’ddelijke inspiratie bij latere geleerden.17 Citaat 2 “Het is de vraag waarom in de Rabbijnse theologie het harmonische denken overheerst. Onze Geleerden vatten de Tora op als de ‘blauwdruk’ van de wereld, het plan waarmee de wereld is geschapen. De fenomenen van de wereld zijn slechts in een harmonisch denkmodel te vatten, waarbinnen een aantal gebeurtenissen ‘logisch’ te verklaren zijn. Het merendeel van onze ervaringen, in de meest ruime zin, vallen toch buiten het strikt causale verklaringsidee. De woorden van de Tora en de structuur van de wereld onderhouden een mystieke relatie, zijn onderling afhankelijk. Vanuit de ‘wereld’ kunnen we aspecten van Tora begrijpen (dit aspect van Tora is overigens zó mystiek en verborgen dat slechts enkelen dit kunnen bevatten”.18 6.1.2 Enkele kanttekeningen Citaat 1 biedt ruimte aan het proceskarakter van Tora en de ontwikkeling naar de mondelinge overlevering. Geleerden hebben – met groot vakmanschap en geïnspireerd door de G’ddelijke Wijsheid, zoals Besalel en Oholiav (Ex.36) – aan de totstandkoming van de tekst zoals wij die kennen gewerkt. Dat geldt ook voor de andere geschriften die tezamen Tanach vormen, als eerste commentaar op Tora opweg naar de verdere “ontvouwing” van de geschonken Openbaring in de Mishna en de verdere geschriften. De eindredactie van Tanach, zoals we die sinds de tijd van Ezra en Javnè in handen hebben gekregen en laatstelijk bewerkt door de Masoreten in de 10e eeuw g.j. geeft alle ruimte voor de logotechnische analyses van de tekst. De numerieke tekstanalyse laat omgekeerd alle ruimte voor de rabbijns-harmonische benadering van de tekst. Dat heeft vooral betrekking op mijn onderzoek naar de Kwalitatieve Logotechniek, zoals duidelijk zal worden. Citaat 2 legt de verbinding tussen Tora en ‘wereld’. Ik begrijp uit dit citaat dat ‘wereld’ impliciet zowel schepping als wetenschap bedoelt. De causaliteit – oorzaak en gevolg – is in handen van de wetenschap, een weg die veelal langs Tora heen schiet. Behalve als we willens en wetens de Schepper en de oorzakelijke verbanden in de wereld met elkaar verbinden in een evolutionair proces, zoals ook rav Kook voorstond. Mijn tweede onderzoek betreft dan ook de derde vorm van de logotechniek, de “Morfologische Logotechniek” die de verborgen aanwezigheid van de Hebreeuwse Naamgetallen van de Eeuwige en zijn Kavod open legt en aan het Bestaan (met getalswaarde 26) bindt. De mysterievolle Verborgenheid ontslaat ons niet van de opdracht door studie en onderzoek de Eeuwige om vernieuwende kennis en inzichten als Openbaring te vragen. “G’d is niet los verkrijgbaar”, merkten we al eerder op. Tora is daarom ook de basis voor elk wetenschappelijk onderzoek van de totale werkelijkheid, van Kosmologie en Cultuur tot aan de grenzen van het Onuitsprekelijke. 6.1.3 Conclusie In het boek van Dayan Evers wordt, als ik hem goed heb begrepen, zondermeer ruimte geboden voor de logotechniek, zoals we op ons Platform willen onderrichten en waarvoor we niet-Joodse onderzoekers als Labuschagne zeer erkentelijk zijn. 6.2 Logotechnisch Tanach-onderzoek Op deze plaats moet ik kort zijn in de beschrijving. Het gaat hier om een verklaring van het begrip ‘Logotechnisch Tanach-onderzoek’ in het onderschrift bij de naam van OJOS. Wanneer we spreken over de Bijbel, dan hebben wij het over de Hebreeuwse bijbel, de Tanach. Wetenschappelijk bijbelonderzoekers doe-
17 18
Evers, rabbijn Mr. Drs. R., Talmoedisch Denken, Amphora Amsterdam, 1999, pag. 4. Evers, a.w. pag. 5
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
25
len in de meeste gevallen op de christelijke bijbel. Het wetenschappelijk bijbelonderzoek is alleen belangrijk voor ons waar het Tanach betreft. Waarom leggen we een nadruk op het “wetenschappelijke” van ons bijbelonderzoek? Omdat “wetenschappelijk” in ons geval staat voor “gedegen en betrouwbaar onderzoek dat zoveel als mogelijk is los staat van de private opvattingen van de onderzoeker”. Subjectiviteit is nooit uit te sluiten, daarover geen misverstand. Ook de universitaire bijbelwetenschapper zal werken met criteria waarmee hij zijn uitkomsten kan verantwoorden. De bijbelwetenschappen hebben vanaf de 18e eeuw een ontwikkeling doorgemaakt die niet altijd in het voordeel van de bijbel zelf uitpakte. Goethe had het zelfs over ‘een kleurige lappendeken’, toen hij over Tora sprak. Ik zal u de verschillende vormen van bijbelwetenschappen besparen. Samenvattend kunnen we zeggen dat het historisch-kritische onderzoek het meest bekend is. In deze discipline onderzoekt men de herkomst, de oude en reeds bestaande tekstfragmenten en de ontstaanstijd van de tekst. U hebt vast wel gehoord van de vier bronnen-hypothese of het vier documenten-onderzoek naar het ontstaan van Tora (anders even Googlen). De aanhangers van dit systeem zien 4 bronnen: twee op basis van het gebruik van de namen van G’d: E staat voor Elohiem, de J staat voor de schrijver die de naam JHWH veelvuldig als motief gebruikte. De derde is de P-bron, een priesterlijke bron en de vier is de D, de letter die verwijst naar de samensteller(s) van Deuteronomium. Ook verschillende Joodse bijbelgeleerden staan in deze traditie van onderzoek. Het is deze methode die de grootste waarheidsclaim legt. De eenheid van Tanach begon in beeld te komen toen in de literatuurwetenschappen, het structuralisme opkwam. Met begon ook de bijbel als literatuur uit te leggen. Het was een kritische methode die in ieder geval uitging van de tekst zoals die was overgeleverd, maar toch bleef aanleunen tegen het historisch kritisch onderzoek en fragmenteerde de teksten. Laten we er geen onduidelijkheid over laten bestaan: ik ben geen volgeling van deze methode en zal niemand aanraden zich daaraan uit te leveren. Tanach is meer waard dan “knippen en plakken”. * 6.2.1
Een Joodse geleerde hervindt het majestueuze bouwwerk
Ongetwijfeld geïnspireerd door onze traditie die van Tora zegt dat het een volledige uitwerking is van de Naam van de Eeuwige19, heeft Oskar Goldberg (1885-1953) in 1908 een werk gepubliceerd, dat een volkomen nieuw licht wierp op het Tora-onderzoek in de bijbelwetenschappen: “Die fünf Bücher Mosis – ein Zahlengebäude”. Eerder schreef hij zijn hoofdwerk “Die Wirklichkeit der Hebräer” over het Joodse leven in het licht van Tora. Goldberg trachtte aan de hand van de getalsstructuren van de tekst de g’ddelijke herkomst van Tora aan te tonen. Zijn aandacht voor de getalsstructuur van Tora was in zwang binnen het wetenschappelijk bijbelonderzoek, dat aan het einde van de 19e begin 20e eeuw beheerst werd door de historisch kritische methode. Binnen het Jodendom en daarbuiten was de kabbala actief, maar op een totaal andere wijze dan de bijbelwetenschap voorstaat. Dat wil niet zeggen dat de Hebreeuwse kabbala voor ons geen belangrijk oriëntatiepunt kan zijn, maar deze manier van omgang met Tanach is in veel gevallen uiterst speculatief en onwetenschappelijk. Goldberg heeft waarschijnlijk de deur geopend voor de Oostenrijkse wetenschapper Claus Schedl, die tot de conclusie kwam dat niet alleen Tora een bouwwerk was met een getalsstructuur, maar dat het gold voor de gehele Tanach. Schedl ontdekte een aantal essentiële compositiestructuren in Tanach. Hij is de grondlegger van de Logotechniek, een veelomvattend begrip dat door hem is uitgedacht.
19
Nachmanides
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
26
Logotechniek wijst naar ‘woord-kunst’, ‘spraak-kunst’ en ‘compositie-kunst’. Hij schreef hierover een baanbrekend werk met als titel: “Baupläne des Wortes. Einführung in die biblische Logotechnik”, Wien 1974. Aangezien ‘tèchnè’ het Griekse woord voor techniek oorspronkelijk naar kunst verwees, is het begrijpelijk dat kunst en techniek in de Logotechniek samen gaan. Logos komt eveneens uit het Grieks en staat voor ‘woord’, zonder dat we de filosofische implicaties van de Logos meekrijgen. Nu wil het geval dat ‘tellen’ en ‘schrijven’ in het Hebreeuws van hetzelfde werkwoord stammen. Dat is heel wezenlijk voor de logotechniek. De Masoreten, een groep middeleeuwse Joodse geleerden in Palestina en Babylon, hebben de Hebreeuwse tekst van Tanach voorzien van klinkertekens (nikud) en leestekens (teamim, waaronder de tekens die de helft van een vers aangaven, de atnach, of versdeler). Maar aan het einde van ieder boek blijken de Masoreten ook te tellen en het midden aan te geven van het boek.
Voorbeeld van de masoretische klinker- en leestekens:
De rode tekens zijn de klinkertekens en de blauwe zijn de leestekens, Gen 1, 9
In de 10e eeuw van de gewone jaartelling werd in Tiberias de tekst van de Masoreten officieel vastgesteld en draagt nu de naam Masoretische tekst.
“Zonder te overdrijven kan hij (Schedl, Gid.) beschouwd worden als de vader van de numerieke structuuranalyse. Eerlijk gezegd is mijn eigen onderzoek in dit verband ondenkbaar zonder het baanbrekende werk van deze pionier, die de bestudering van de numerieke aspecten van de bijbeltekst op een wetenschappelijke basis heeft gezet”, zegt prof. dr. Casper Labuschagne in een van zijn inleidende artikelen over Logotechniek. 20 Hij is in ons land degene die de Logotechniek van Schedl heeft uitgewerkt tot een zelfstandige discipline in de bijbelwetenschappen. Hij schreef een aantal artikelen en boeken, waaronder een vierdelig commentaar op Deuteronomium op basis van de numerieke structuuranalyse. In het vervolg maakt u kennis met deze vorm van Tanach-onderzoek en de compositieleer waarin tellen van woorden leidt tot diepe inzichten in de structuren van de tekst. Met de logotechniek is een grote afstand genomen van de andere bijbelwetenschappelijke methodes die zich bezighouden met ‘knippen en plakken’. In een grote eerbied voor de tekst en de schrijvers van Tanach komen we tot de ontdekking hoe de bijbelschrijvers elke willekeur hebben uitgesloten en volgens vaste structuurgetallen en patronen de tekst hebben gecomponeerd. 6.2.2. Kwantitatieve Logotechniek Voor alle duidelijkheid nogmaals gezegd: de Logotechniek en de numerieke structuuranalyse van de Hebreeuwse tekst van Tanach heeft geen relatie met Kabbalà, anders dat het gebruik van de getalsstructuren. De inhoudelijke verschillen zijn zo groot, dat we hier op de verschillen niet kunnen ingaan. Dat wordt mede 20
Voor zijn inleidende en uitgebreide artikelen en boeken wijs ik u met nadruk op zijn website waar we schitterende analyses kunnen vinden en mogen gebruiken: www.labuschagne.nl.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
27
veroorzaakt door het subjectieve karakter van mystieke mensen, die als kabbalist geen Jood hoeven zijn, noch hoeven leven bij de Traditie, of die te kennen. Nee, in de numerieke structuuranalyse gaat het uitsluitend om de opbouw van de tekst, zoals die door de bijbelschrijvers nauwkeurig is gekozen. Wij trachten op grond van de aanwijzingen van de Masoreten over de schouders van de professionele tempel- en paleisschrijvers door de eeuwen mee te kijken en ons te verwonderen met de diepst denkbare verwondering over zoveel literaire schoonheid en inspiratie uit de wijsheid van G’d, die hun vakmanschap heeft aangevuld (zie beneden). Nu naar de getalsanalyse. We weten allen dat het getal 7 een bijzonder getal is. Het komt ongeveer 390 keer voor in Tanach, maar ook buiten-bijbelse bronnen spreken over 7 als het magische getal. Omdat de Hebreeuwse letters ook een getal uitdrukken zijn we aangekomen bij het gezamenlijke werkwoord schrijven en tellen: woorden kunnen we lezen en automatisch betekenis geven, getallen kunnen we optellen en uit de getalsvergelijking bijdragen aan een zekere mate van objectieve betekenisgeving. Zo is de numerieke structuuranalyse een wetenschappelijk instrument ten dienste van de uitleg van Tanach, de begripsvorming en toepassing naar het leven van alle tijden en plaatsen. Voorbeeld van een Logotechnische analyse is de Naam van de Eeuwige. We kunnen het Onuitsprekelijke uitdrukken in de letters J-H-W-H. Geen verbindende klinkers, want deze zouden van het Onuitsprekelijke een afgod maken, door het geheimenis te fixeren in de Uitspreekbare Naam en dat is de mensvernietigende eigenschap van een afgod. In plaats van letters kunnen we ook de getalswaarden gebruiken en schrijven 10 + 5 + 6 + 5. Wanneer we het totaal nemen is dat 26, het grote Naamsgetal van de Eeuwige, Hij zij gezegend. Op basis van een grammaticale vorm tellen we voor de Naam van de Eeuwige ook 17, het kleine Naamsgetal van de Eeuwige, Hij zij gezegend. Nog een belangrijk woord verbinden we aan het Naamsgetal dat we kennen uit het Sjema: Echad, Een. De waarde van de letters echad is samen 13. Wanneer we de passage uit Sjema bij elkaar optellen krijgen we in woorden: “de Eeuwige is Een”. Samen vormen zij de beide getalswaarden 26 + 13 = 39. Hier is de eerste ontmoeting met de zorgvuldige compositie van Tanach, die waarschijnlijk tot het eind van de eerste eeuw van de gewone jaartelling op completering heeft moeten wachten: de Sanhedrinvergadering in Javnè. De samenstellers hebben misschien bewust sommige boeken in twee delen gesplitst om het getal 39 te krijgen, het aantal boeken waaruit Tanach bestaat. Nu kijken we naar een eenvoudig, maar betekenisvol effect van de dienst die de Logotechniek levert aan de uitleg en het begrip van de eenheid van Tanach. De eenvoudige opening van de numerieke structuuranalyse vertelt ons dat Tanach een eenheid is, die het Sjema als kern heeft: de Eeuwige is Een: JHWH Echad = 39 als structuurgetal. Deze aanvangsanalyse laat ons direct zien hoe dicht we bij de schrijvers zijn gekomen en hoe we hun bewust gekozen compositieleer kunnen volgen. We kunnen nu deze logotechniek nog wat nader specificeren. Het gaat in deze vorm van Logotechniek om de aantallen woorden en letters, maar ook om het zogeheten “mathematische midden” een term die we aan de Masoreten ontlenen. We komen daarop later terug. Daarom heet deze vorm de kwantitatieve logotechniek of kwantitatieve numerologische structuuranalyse.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
2 1
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
28
6.3
Psalm 23 als voorbeeld van de Kwantitatieve Logotechniek Algemene werkwijzer 1. bekijk rustig de tekst. 2. lees daarna de 1e aantekeningen aan de linker zijde van de tekst 3. tel de woorden na 4. lees daarna de 2e aantekeningen aan de linker zijde van de tekst 5. tel de woorden na 6. bekijk het mathematische midden (rode tekst in kader) 7. daarna pas leest u de korte uitleg
Psalm 23 [De verwijzing naar de auteur laten we hier buiten de telling, omdat het een op zichzelf staand probleem is.] Vanaf rode woord JHWH tot aan de drie woorden in het vierkant tellen we 26 woorden
מ֖י ֵ צנִי עַל־ ֵ֑ רבִּי ְ ַדּשֶׁא י ֶ֭ ת6֣בּ ְנא ִ
ד ִו֑ד ָ ל ְ מ ְזמ֥)ר ִ
2 ח ָסֽר׃ ְ א ֶ ע֗י לֹ֣א ִ ר ֹ֝ יְה ָו֥ה
מעַן ַ֣ ל ְ צדֶק ֶ֗֝ ע ְגּלֵי־ ְ מ ַ ב ְ חנִי ֵ֥ ב֑ב ַֽי ְנ ֵ -שׁ֥י יְשׁ ִ פ ְ ַנ
3 ה ֵֽלנִי׃ ֲ ַת ְינ-֣מנֻח ְ
ר֗ע ָ ר֤א ָ א֘י ִ מוֶת לֹא־ ָ֡ ל ְ צ ַ בּ ֵג֪יא ְ 9֨ל ֵ א ֵ כּֽי־ ִ ַגּ֤ם
Vanaf blauwe woord tot aan het einde tellen we 26 woorden
4 שׁמֽ"׃ ְ
מנִי ֻֽ ח ֲ המָּה ְי ַֽנ ֵ֣ !֗תּ ֶ ע ְנ ַ שׁ ְ מ ִ ֝! וּ ֥ ט ְ ב ְ שׁ ִ ד֑י ִ מּ ָ ע ִ תּ֥ה ָ א ַ כִּי־ שׁ֗י ִ שּׁמֶן רֹ֝א ֶ֥ ב ַ תּ ָ שּׁ ְנ ַ֖ דּ ִ ר֑י ָ ר ְ צ ֹ ח֗ן ֶ֥נ גֶד ָ ל ְ שׁ ֻ פנַ֨י ׀ ָ ל ְ A֬ר ֹ ֲתּע ַ
Want u bent bij mij! Deze 3 woorden vormen op grond van de Masoretische aanzetten het ‘mathematische midden’ met aan weerszijden het getal 26
6.4
ח ָיּ֑י ַ מ֣י ֵ רדְּפוּנִי כָּל־ ְי ְ ֭חסֶד ִי ֶ֣ ָב ו:֤א֤> ׀ ט ַ
5׃
6 רוָ ָיֽה׃ ְ ס֥י ִ ,כּ
מֽים׃ ִ ָארֶ( י ֹ֣ ל ְ בּבֵית־ ְי֝הוָ֗ה ְ תּ֥י ִ ב ְ שׁ ַ ְו atnach
teken voor de helft van de tekst
Korte uitleg numerieke analyse 6.4.1 Totaal aantal woorden en vervlechting 26 + 3 + 26 = 55 6.4.2 Structuurgetallen Het getal 26 is het structuurgetal dat de Naam JHWH in de tekst vervlecht. Het getal 26 is tevens een van de structuurgetallen voor de Kabod, de Heerlijkheid van de Eeuwige. Over 55 komen we nog te spreken. Logotechnisch verdelen we 55 in 23 en 32 die elk staan voor de Heerlijkheid van de Eeuwige. Zo zien we dat zowel de Naam als de Heerlijkheid van de Eeuwige in de tekst is gecomponeerd.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
29
6.4.3 Het Mathematische Midden De Masoreten hebben in de Codex waarop vrijwel elke Hebreeuwse tekst terug gaat, ons getoond dat zij woorden verzen en letters telden. Maar zij zochten ook naar het juiste midden: het mathematische midden. In deel 1 van Tanach ... zullen we dat behandelen. Dat is ook hier het geval. Het vormt het hart van de psalm van waaruit we de uitleg gaan doen. Op deze manier wordt iedere willekeur de pas af gesneden en laten ook psalmen geen dichterlijke vrijheden toe. De teksten in de beide andere kleuren komen in de volgende Inleiding aan de orde. 6.4.4 Vergelijking tussen Psalm 22 en 23 op basis van het mathematische centrum De plaats van de psalm binnen de structuur van het eerste boek van de Psalmen (1-41) is van betekenis. Zonder hier de analyse te maken van Psalm 22 is het van belang om te weten dat het in het centrum van deze Psalm gaat over “Mijn G’d, waarom heb je mij verlaten?” 6.4.5 Conclusie We zien dat de beide mathematische middens elkaars tegenstelling vormen en niet toevallig naast elkaar staan, maar bewust zo is gecomponeerd. Het heeft veel weg van een weefsel met schering en inslag. U kunt er even naar kijken. In de eerste Inleiding zullen we het verder bespreken. Einde van het voorbeeld dat zal worden herhaald in het eerste deel van Inleiding Tanach.
6.5 Kwalitatieve Logotechniek Met veel dank aan prof. Labuschagne ben ik voorzichtig een onderzoek gestart naar de mogelijkheid van een samenhangend onderscheid tussen een kwantitatieve en een kwalitatieve logotechniek, of kwalitatieve numerologische structuuranalyse. Ik zal in het 3e deel van Inleiding Tanach met u kijken naar de uitspraak “ani adonai eloheecha” (Ik ben de Eeuwige, je G’d); de uitspraak vormt vanwege de afzonderlijke letterwaarde een “getalsverzameling” met als som de getalswaarde van 153. Hoe bijzonder deze uitspraak is en van welk kwalitatief belang deze uitspraak is in relatie tot andere uitspraken en begrippen met dezelfde getalswaarde zal ik u in dat 3e deel laten zien. 6.5.1 Een formule als voorproefje Een klein woord dat past als opening van de Kwalitatieve Logotechniek is het Hebreeuws voor damp: ‘ed = alef + daleth = 1 – 4 in Genesis 2. Deze damp heeft te maken met de formatie van de mens, zeggen de componisten van Tora. We kijken nu naar ‘adam, mens of mensheid en zien de alef + daleth + mem. Hun letterwaarden zetten we uiteen, zonder deze op te tellen en vinden 1 - 4 - 40. We zien hier de kwaliteit als formule 1 – 4 terugkeren. 6.5.2 Nog een voorbeeld Nog een laatste voorbeeld waarin we hetzelfde resultaat zien, is het Hebreeuws woord voor waarheid: ‘emeth. De analyse van dit woord is alef – mem – tav = 1 – 40 – 400. Omdat we niet optellen, maar alleen de structuur van de woordcompositie bekijken, zien we opnieuw, zij het in eenheid, tiental en honderdtal dezelfde formule 1 – 4 terugkomen. De vragen naar de betekenis en de verdere frequentie van deze formule 1 – 4 is niet te vermijden als we er serieus werk van maken. Op een later moment zal ik daarop dieper ingaan. 6.5.3
Een essentie verandering bij wegstrepen van de Aleph, de 1
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
30
Hier nu een vraag van kwalitatieve aard: “Wat gebeurt er als we de alef (= 1) wegstrepen uit de steeds naar voren tredende formule?” We nemen het laatste woord ‘emeth, waarheid, als proef. We strepen de 1 weg en houden de formule 40 – 400 over. De letters met de getalswaarde 40 en 400 zijn mem en tav. Zij vormen het woord m-t = ‘meth’, dood. ‘Waarheid’ verandert in ‘dood’ op het moment dat we de alef = 1 weglaten. Dat kan ons leiden naar twee gedachten die hout snijden. De 1e gedachte is: weglaten van de 1 geeft een essentiële verandering van het desbetreffende begrip; een fundamentele kwaliteitsverandering dus. 6.5.4 De Aleph in de structuuranalyse De 2e gedachte is: “Wat is de kracht en de betekenis van de ‘alef = 1’ in de structuuranalyse? Heeft het te maken met het feit dat Tora begint met een beth = 2 en niet met een 1?” Het antwoord is ja, maar daar kan ik hier niet verder op ingaan. Beide vragen zullen we behandelen in de Inleidende modules. Hier laten we het bij. We zullen zien dat deze structuur op vitale momenten in de compositie boven komt drijven. 6.6 Morfologische Logotechniek Er volgt nu een tweede poging tot verbreding van de Logotechniek, maar dan in relatie tot de vormen en inhouden binnen de schepping. Mijn nog niet voltooide studie over de vraag naar de relatie tussen Tora en natuur- en cultuurwetenschappen, met als titel “Evolutie als schepping” past m.i. zonder bezwaar binnen de vorm- en inhoud beheersende logotechniek. Ik geef u een enkel voorbeeld. Het hoofdgetal van de Eeuwige is 26 op grond van de Kwantitatieve Logotechniek. Ook in de Kwalitatieve Logotechniek speelt het een centrale rol. Hoe kan het ook anders. In de Morfologische Logotechniek zoeken we naar de aanwezigheid van het gevonden getal 26, het hoofdgetal van de G’dsnaam, en naar de plaats en functie binnen de wetenschappen. Het was een verrassend moment om binnen de wetenschappelijke wiskunde het Naamsgetal van de Eeuwige te vinden, zowel kwalitatief, als kwantitatief. Straks een uitwerking van deze ontmoeting. Het tweede voorbeeld is het getal 4, het getal van de wiskundige en natuurkundige uitgebreidheid, ruimtelijkheid of oppervlakte. We kennen het uit ons dagelijkse leven: de 4 kwartieren in een uur, de 4 kwadranten in een cirkel, de vier windstreken etc. De 4 komt dus in de cultuur regelmatig voor. In de biochemische wetenschappen vinden we het in het DNA dat uit 4 stofjes bestaat en verantwoordelijk is voor het ontstaan van leven en onze erfelijkheid. De geleerden zijn nog naarstig op zoek naar de 1 als de ene kracht die - zoals dat in het wetenschappelijk jargon heet – codeert voor het eiwit waaruit leven ontstaat. Ergo: er zijn 4 stofjes verbonden met voor de wetenschappers een onbekende factor 1. We schrijven dat in een formule: de x als symbool voor de onbekende factor levert als het om DNA gaat: X – 4 (de 4 bekende stofjes). Hier komt de 1 – 4 formule uit de kwalitatieve logotechniek in Tora weer in beeld. 6.6.1
21
Het wiskundevoorbeeld 26 uitgewerkt De Franse wiskundige Pierre de Fermat poneerde omstreeks 1637 een theorema21 dat pas in de loop van de vorige eeuw door wiskundigen werd opgelost. Hij ging op zoek naar een wiskundig getal dat tussen een kwadraat en een derde macht zou staan. Hij vond uiteindelijk 25 (5 x 5 = 52) en 27 (3 x 3 x 3 = 33). Zo kwam hij tot de conclusie dat het getal 26 het enige getal is in het wiskundig universum dat tussen een kwadraat als ‘oppervlak’ en een derde macht als ‘inhoud’ voorkomt. Hij kon dan ook niet anders dan constateren dat hij het bewijs had geleverd voor de uniekheid van het getal 26, dat nergens op deze positie in het wiskundige universum voorkomt. Het kwadraat en de derde macht in de wiskunde bestaan als twee vormen die basaal zijn voor de schepping, in verbinding van en verwijzend
een theorema vatten we simpel op als een wiskundige stelling
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
31
naar het grote Naamsgetal van de Eeuwige, maar dan moet je daar wel kennis van hebben. We treffen vergelijkbare vormgevende bijzonderheden aan rondom het getal 26 in tal van andere wetenschappelijke disciplines: biologie, muziekleer, natuurkunde, scheikunde etc. De conclusie die ik in mijn studie voorlopig heb getrokken is: 26 zal de koppeling tussen Scheppende Instantie en Natuur als Substantie een blijvende kwaliteit geven. Wanneer we bedenken dan het Hebreeuws voor “bestaan” ook 26 is, dan is de relatie wat mij betreft boven ieder toeval verheven. De vormgevende getallen binnen de morfologische logotechniek zijn duidelijk identiek aan die van Tanach. De Naam, JHWH en Kabod, de heerlijkheid van G’d, zijn compositorisch met het zelfde naams- en kwaliteitsgetal (k-b-d = 26) in de Tanach-tekst geweven en hebben zo Tanach met G’d en zijn heerlijkheid verbonden. De bijbelschrijvers hebben op een fantastische wijze deze compositie gemaakt en ons de mogelijkheid geschonken om de Naam van de Eeuwige al studerend te ontmoeten in de tekst. Nu blijkt via de Morfologische Logotechniek dat het Naamsgetal van de Eeuwige - 26 - tezamen met veel andere getallen die ook voor Tanach cruciaal zijn, zich in de wetten van de ‘evolutie als schepping’ heeft geweven. Hoe kan dat? 6.6.2 Een nieuwe vraagstelling onvermijdelijk Nu staan we voor de vraag: “Hoe is de positie van 26 als uniek getal in het (wiskundig) universum terecht gekomen?” Het bewijs van Fermat bleek te kloppen. Deze deelvraag vormt een onderdeel van de centrale vraag: “Is de natuur gemaakt volgens voorafgaande wetten, of heeft de natuur tijdens ‘de evolutie als schepping’ de natuurwetten zelf geschapen, waardoor afwijkende mutaties konden ontstaan en goede lijnen konden doorgroeien?” Toegespitst op het laatste voorbeeld stellen we de vraag: “Heeft de kosmos het unieke getal 26 in het (wiskundig) universum geweven en op deze eenmalige positie gebracht, of is 26 de stille, verwijzende presentie van de Aanwezige, die door de Scheppende Instantie, de Ontwerper van de evolutionaire wetten van de kosmos22 juist op die unieke positie is gezet en met welk doel?” Dat brengt ook ‘de wetenschap’ in een bijzondere verhouding tot de kwantitatieve en kwalitatieve Logotechniek, de numerologische structuren die de Tanach kruisen, of zich er juist bij aansluiten. Maar, als er tussen Kosmos en Tanach, tussen Nature en Nurture, een getalsverbinding blijkt te zijn, dan zouden we aan beide kanten van het ‘= teken’ dezelfde oorsprong moeten erkennen. Dat zou kunnen betekenen dat ‘groot vakmanschap’ zich paart aan ‘de Geest van Wijsheid’. Onze Joodse traditie leert dat de Schepping door Wijsheid is geformeerd. Dan hebben de “compositie van de Evolutie als schepping” en de “compositie van Tanach” eenzelfde aanvullende bron: de Geest van Wijsheid, de Ruach ha Qodesh die boven de wateren zweefde en broedde op het ontwerp, met Wijsheid als aansturende kracht voor de evolutionaire vormgeving van kosmos en leven23. Die Geest van Wijsheid geeft de Eeuwige ook aan Besalel en Oholiav, een toevoegde bron van Inspiratie aan hun bijzondere vakmanschap bij de bouw van de Tabernakel. Exodus 36 benadrukt steeds maar het vakmanschap van de mensen die eraan werken. Alleen de beide met naam genoemde mannen beschikken over een aanvullende, inspiratieve Wijsheid, als G’ddelijke toevoeging aan hun excellent vakmanschap en hun eigenschappen om ook anderen te onderrichten.24 6.7 Terug bij de numerologische structuuranalyse en het schrijvers-vakmanschap Zouden de schrijvers van de Bijbel ons met de beschrijving in Exodus 36 niet juist hebben laten weten dat hun luisterend oor voor de mondelinge overleveringen en hun vakkundig compositiewerk niet de enige bronnen waren waaruit men putte? Was men zich extra bewust van de toegevoegde, inspiratieve Wijsheid als de aanvullende G’ddelijke begaafdheid die zij ontvingen, zoals Besalel en Oholiav, waardoor uit zoveel verschillende hard werkende “harten en handen” verdeeld over de eeuwen, zo’n majestueus en sluitend bouwwerk kon ontstaan? 22
Ik gebruik “Ontwerper” niet op een wijze zoals de aanhangers van het Intelligent Design, een systeem waar ik op grote afstand van sta. 23 Ondanks alle tegenspraak van biologen als Richard Dawkins houden wij vast aan de evolutie als schepping met een doel: het teleologisch-antropisch principe. Zie voor een uitleg Wikipedia. 24 Ex. 36
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
32
De ‘evolutie van de kosmos’ en de ‘evolutie van Tanach’ treffen elkaar in de Bron van wijsheid, met dien verstande dat de schrijvers van Tanach zich aan het sluitstuk van de menselijke evolutie bevinden en Tanach uit mensenhanden door excellent en geïnspireerd vakmanschap is vervaardigd op basis van wetmatigheden en getalsstructuren, in overeenkomst met de totale Schepping, zoals de wetenschappen steeds verder voor ons zullen openleggen. Het zijn vragen die op verder onderzoek aansturen. We zullen met u de drievoudige Logotechniek laag voor laag behandelen en trainen. 6.7.1 Kritische zelfreflectie Nadat het enthousiasme voor de numerologische structuuranalyse mij meer dan ooit in de greep kreeg o.a. na het contact met Labuschagne en ik mijn onvoltooide studie, waarin getalsstructuren een wezenlijk onderdeel vormen, zag ik de mogelijkheden om de Logotechniek te verbreden. Ik heb geen gelegenheid genomen om deze beide varianten te toetsen, dus blijf ik open en kritisch kijken naar de haalbaarheid en waarheid van het systeem, dat daarmee een breder terrein kan bestrijden en de Bijbel op een andere wijze aan de wetenschap kan binden en omgekeerd. Dat is mijn diepste verlangen. 6.8 Na de wetenschappelijke analyse komt de Joodse uitleg We aanvaarden na de Nebi’im en de Chetubim de Mondelinge Tora als voortzetting en gezaghebbende uitleg van de Schriftelijke Tora, ofschoon de Mishna een eigen taal spreekt en weinig direct naar de Schriftelijke Tora verwijst. Wij beperken ons in de leergang “Mitswot in de kentering van onze tijd” in principe tot de Midrash Rabbah en de commentaren van Rashi. Vanuit deze beide hoofdbronnen gaan we waar nodig naar Talmoed Tractaten en Wijzen uit verschillende tradities. Maar als we een modern-dynamisch orthodox systeem willen ontwikkelen, hebben we primaire en grote aandacht voor de Halacha in de actualiteit. De eerste Inleiding handelt dan ook over deze actualiteit: het recente politieke debat over de koshere slacht, als waarschijnlijke voorloper van een vervolg en van nog ingrijpender wetgeving inzake een verbod op brit mila, als we het erbij zouden laten zitten en onze zwakte als geminimaliseerde Joodse samenleving. Veel geleerden van Joodse en niet-Joodse wetenschappen kunnen ons behulpYehuda ha Nassi, samensteller van de Mishna zaam zijn bij het onderzoek van Tanach en het leven naar de geëngageerde Joodse levenswijze, zoals ‘derech eretz’, en de reeds genoemde neo-orthodoxe beweging van rav. Hirsch. We denken ook aan de Vier Talmoedlessen van Levinas, een Joods filosoof die ons veel te zeggen heeft. Andere namen als Maimonides, Buber en Rozenzweig ontbreken ook niet op het appèl. Vele Wijzen hebben onze Traditie vorm gegeven en ons behoed voor de ondergang. Voor de Sjoa hebben zij ons niet kunnen behoeden, maar wel voor de vasthoudendheid van Tora. Namen als Jehudah ha-Nassi, Hillel en Sjammai, en vele anderen tot op vandaag dragen zorg voor een doorgaande traditie. Het Latijnse woord traditie is verwant aan doorgeven en dus doorvertalen naar nieuwe tijden. Dat maakt het orthodoxe Jodendom modern en dynamisch, vol levenslust en bewustzijn van plaats en functie in de veranderende tijden waarin wij leven
.
Rabbi Akiba, een man van groot respect
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
33
Hiermee eindigen we de inhoudelijke afdeling van deze Brochure ter voorbereiding van de 5 delen “Inleidding Tanach” en de leergang “Mitswot in de kentering van deze tijd”.
Cursus Bijbels Hebreeuws (extern) Deze cursus stelt u in staat aan het einde ervan Tanach in het Hebreeuws te lezen en te begrijpen. De hele opleiding is online te volgen. Er zijn ook ondersteunende mondelinge lesdagen. De docent Bijbels Hebreeuws is: Jochanan Murre te Middelburg [Voor degenen die willen meedoen met het OJOS-Logotechnisch onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma is kennis van het Hebreeuws noodzakelijk.]
Aanvullende lessen Talmoed (extern) Voor het onderzoeksprogramma zijn er ook aanvullende lessen Talmoed. De docent is nog niet bekend. We zijn er over in gesprek. Deze lessen strekken tot aanbeveling in verband met de Talmoedische basis in de uitleg van Tanach en Traditie. De lessen Talmoed vormen een zelfstandige leergang die u apart kunt volgen. Het spreekt bijna vanzelf dat we deze leergang Talmoed ook aan andere studieprogramma’s zullen koppelen. Dat geldt zeker de opleiding tot Studieverantwoordelijke van een Tanach-studiekring op regionaal niveau.
Onderzoeksprogramma Logotechniek Tanach Het onderzoeksprogramma behelst het onderzoek van de afzonderlijke boeken van Tanach door middel van de Logotechnische methode op drie niveaus: Literaire tekstanalyse Tanach 1. Kwantitatieve Logotechniek onderzoekt de numerieke structuur van de bijbeltekst en brengt de getalsstructuren in beeld als hulp de uitleg van de tekst en voorbereiding voor het tweede niveau: 2. Kwalitatieve Logotechniek onderzoekt de inhoudelijke betekenissen op basis van dezelfde numerologische structuuranalyse. 3. Morfologische Logotechniek onderzoekt de aanwezigheid van Tanach-structuurgetallen binnen de evolutie als schepping. Deelname aan dit onderzoeksprogramma vraagt om werkelijke belangstelling voor de literaire structuren van de Bijbel en de bereidheid zelfstandig teksten te onderzoeken. De resultaten zullen worden gebundeld als groepsresultaten. Hebreeuws is in het begin van de leerperiode voor het systeem nog niet echt noodzakelijk, omdat het uitsluitend om leren tellen van woorden gaat en het zoeken naar het mathematische midden van de tekst. Bovendien is speciale software daarvoor beschikbaar. Daarna wordt de taalstructuur, opbouw en grammatica van belang in verband met de interpretatie en uitleg. Wij willen deze respectvolle en betrouwbare methode toegankelijk maken voor een bredere kring dan alleen universitaire studenten. Het is onze opdracht als Joden dagelijks met Tora bezig te zijn. Is het niet fan-
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
34
tastisch om zo toegewijd en analytisch de Tanach-tekst te revalueren en er nieuwe liefde voor te kweken. In de Tanach is er een unieke kan het Onuitsprekelijke in zijn Verborgenheid te ontmoeten? Thematische Studies De Logotechnici geven hun bevindingen door aan degenen die onze opleiding gaan volgen voor leiden van een regionale Tanach-studiekring, die op hun beurt via deze kringen de individuele belangstellenden uit elke Joodse gezindte en andere belangstellenden toerusten. Leergang “Miswot in de kentering van onze tijd” volgt een eigen, individuele structuur, zoals boven is duidelijk gemaakt. Mitswot, de ethische opdracht voor “Torastudie als een doel in zich” Zegt onze traditie niet dat Tora leren een doel in zich is voor ons allen? Dat kan op verschillende manieren. Wij hebben binnen ons OJOS een werkwijze ontwikkeld die uw zelfwerkzaamheid bevordert met direct effect op de doorgaande ontwikkeling van ons Joodse leven en opdrachten. Maak een serieuze afweging of dit voor u een goede weg is. Er zijn tenslotte vele wegen die naar Jeruzalem leiden. Als u de eerste Inleiding Tanach hebt bestudeerd, hebt u een duidelijk beeld of u op deze wijze met de tekst van Tanach wilt leren studeren en toepassen. OJOS is slechts een van de vele mogelijkheden om verder te groeien in kennis van Tanach en uw Joodse leven te verrijken. Toch hebben we de indruk dat onze aanpak een zeker uniek karakter heeft en wetenschappelijke (diepgaande) benadering combineert met een eigentijdse toepassing gebonden aan een orthodoxe uitleg. Het ziet er allemaal en beetje ingewikkeld uit. Laat u dat niet afschrikken. De lessen en de bijbehorende chatmogelijkheden geven een afdoende ondersteuning. Dus, het blijft de moeite van de investering waard.
Vakmanschap en (Wijsheid) Licht, factoren bij de bouw van het Misjkan
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
35
VII
Algemene studie-informatie
Opleiding en leergangen 1. Een korte opleiding “Studieverantwoordelijke voor Regionale Tanach-studiekringen”, als ondersteuning voor kille of groep waartoe men behoort. 2. Losse thematische studieprogramma’s bestemd voor individuele toerusting. Persoonlijke online toerusting is een eenvoudige opleidingsmogelijkheid. Daarbij zijn kedusha en kawana de belangrijkste aspecten voor ons Joodse leven, om daarin te investeren. 3. Begeleidende studiedagen We denken in de nabije toekomst aan: 1. regionale huiskamerstudies 2. studie- en ontmoetingsdagen op nog te bepalen locaties Maak een serieuze afweging of dit voor u een weg is om verder te groeien kennis van Tanach en uw Joodse leven te verrijken.
Programma leergang “Mitswot in de kentering van deze tijd”
7.1
Tanach 1
7.1.1 Algemene Inleiding positie van het Jodendom in de kentering van onze tijd, naar aanleiding van het politie ke debat over het koshere slachten 7.1.2 Transnationalisering van het migrantenbeleid met effect op de Joodse samenleving als volk in de Diaspora 7.1.3 Onderzoek naar nieuwe mogelijkheden voor het Joodse volk in de diaspora door europeanisering en globalisering 7.1.4 Effecten op de Joodse opdracht met het oog op Tikkoen Olam 7.1.5 Opdracht: ontwikkel 7 goede vragen n.a.v. de inhoud van deze aflevering.
7.2
Tanach 2
7.2.1 Van Onderschrift naar Onderzoek 7.2.2 Wetenschap bij het Licht van Tora 7.2.3 Ontwikkeling van de mens in het evolutionaire Plan van G’d
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
36
7.2.2 Noachidische mens en de Vloed 7.2.2.1 ontwikkeling dynamisch mensbeeld (de 6e mens) 7.2.2.2 trektocht naar het Midden-Oosten 7.2.2.3 Laatste IJstijd als laatste wereldomvattende ramp 7.2.3 Kanttekeningen bij de Mabboel, de Vloed 7.2.3.1 literaire structuur van het verhaal verbazingwekkend 7.2.3.2 logotechnische analyses, herhaling bijzondere getallen 7.2.3.3 leeftijden die geen leeftijden zijn? 7.2.4.3 Tweeëntwintig voorvaderen en hun betekenis. 7.2.4 Opdrachten 7.2.4.1 Ontwikkel 7 vragen die u zichzelf stelt bij de inhoud van deze aflevering 7.2.4.2 Zet de inhoud van deze aflevering door trefwoorden en –begrippen te gebruiken in een structuur (outline).
7.3
Tanach 3
7.3.1 Noachidische Verordeningen en afsluitende kanttekeningen Mabboel 7.3.2 Olijftak verdrinkt in de wijn 7.3.2.1 een kwalitatieve logotechnische analyse van de olijftak in de snavel van de duif 7.3.2.2 dronkenschap van Noach 7.3.3 Zonen van Noach, gedragstypes van de Noachidische mens 7.3.4 Afronding noachidische informatie 7.3.5 De mens als een creatief wezen 7.3.5.1 Wat gebeurt er in ons brein? 7.3.5.2 de schrijvende mens en zijn tekst 3.5.3 de lezende mens en zijn tekst 7.3.6 Kwantitatieve Logotechnische analyse van Shoftiem/Rechters 9, 8 – 15 (Labuschagne) 7.3.6.1 analyse 7.3.6.2 toepassing 7.3.7 Opdrachten 7.3.7.1 Ontwikkel 7 vragen die u zichzelf stelt bij de inhoud van deze aflevering 7.3.7.2 Schrijf een kort opstel over “de G’d van Israël is niet los verkrijgbaar”, over de kernpositie van Tora en de opdracht tot studie.
7.4
Tanach 4
7.4.1 Roeping van Avraham 7.4.1.1 Avraham, de nieuwe mens in een open bestaan, open voor het Onzegbare 7.4.1.2 Maan, sterren, zon en moloch beheersers van de afgodische culturen 7.4.1.3 Maancultus nog steeds in tact 7.4.2 Het sterfbed van Ja’acov en het Sjema 7.4.3 Homo Sinaïticus: de 7e mens en Tora 7.4.4 ‘Ani Adonai Eloheecha’: een kwalitatief logotechnische analyse (Gideon) 7.4.5 Israël als Tempelstaat: een vernieuwde cultuuropdracht 7.4.6 Babylonische Talmoed tractaat Joma 10a: “Wie doet de laatste zet?” Onze geschiedenis tot een einde. Bespreking op basis van de uitleg van de frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1905-1995)
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
37
7.4.7 Opdrachten 7.4.7.1 Ontwikkel 7 vragen die u zichzelf stelt bij de inhoud van deze aflevering 7.4.7.2 De traditie leert dat Ezau, Edom en Rome een en dezelfde fenomenen zijn, maak dan een korte studie over de actuele aanwezigheid van Edom in onze wereldpolitiek. De aanwijzing die u krijgt is: Rome is door het christendom gekerstend, maar niet gedood. Nu het christendom tanende is, blijkt Rome springlevend. Gebruik hierbij de rabbijnse dissussie uit Joma 10a.
7.5
Inleiding Tanach 5
7.5.1 Terug bij B’reshiet: kwalitatieve en morfologische logotechnische analyses Genesis 1 - 3 7.5.1.1 hoofdstuk 1: driehoeksgetallen en hun volmaaktheid 7.5.1.2 hoofdstuk 2: schepping van de mens en ons DNA 7.5.1.3 hoofdstuk 3: de bomen en de oorzaak voor de zoekende mens 7.5.2 De mens zoekende G’d 7.5.3 De ultieme ethiek toont de G’d die zich verbergt (Esther) 7.5.4 Opdrachten 7.5.4.1 samenvattende evaluatie van de leergang Tanach 7.5.4.2 feedback om de opleiding te verbeteren.
Modulaire behandeling van de mitswot
7.1 613 mitswot, een modulair overzicht (voorlopig) Aangezien de heiliging van het leven als Jood een strikt persoonlijke aangelegenheid is, hebben wij besloten aan het einde van de bespreking van de afzonderlijke Modules en hun onderdelen geen vragen en opgaven te maken. Het is de bedoeling dat intensief en meditatief bezig zijn met de mitswa en de toepassing tot bloei komt in het eigen dagelijkse leven. Opdrachten tot aanleren en afleren van zaken die behoren tot de kring van “de natuurkracht die zijn gang met ons wil gaan” en ons aan ons ego wil kuisteren dat streeft naar louter zelfbehoud, treffen we in de desbetreffende mitswa onmiskenbaar aan. Op deze wijze hebt u aan uw eigen vragen meer dan aan onze antwoorden.
Chat-sessies Per module is er een mogelijkheid om een skype-chatsessie aan te vragen. Dat gebeurt op afspraak. Even een telefoontje of een mail en het wordt geregeld.
Module 1 1.1 Introductie Joodse rechtsontwikkeling en geschiedenis 1.2 S’micha van Moshe 1.3 ‘Aseret ha-Dewarim (Tien Woorden) Module 2 2.1 We tellen 2 + 611 = 613 mitswot 2.2 Verdeling van actuele en niet-actuele mitswot op basis van de samenstelling van Rambam 2.3 Bespreking van de groepsindeling in relatie tot onze tijd
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
38
Module 3 Over G’d Over Tora Module 4 Over tekenen, symbolen, gebeden en zegeningen Over het gemeenschapsleven Module 5 Over huwelijk, scheiding, familie en relaties Module 6 Over Shabbat en feesten Module 7 Over Kasjroet Module 8 Cultureel-economische bepalingen Module 9 Rechtspleging: civiel- en strafrecht (1) Module 10 Rechtspleging: civiel- en strafrecht (2) Module 11 Interreligieuze contacten en uitspraken Module 12 Overige mitswot
Studiebelasting en “meeloffer”-ingrediënten
1.
Studiebelasting Inleiding Tanach a. De Inleidende module bestaat uit 5 uitgebreide lessen van ongeveer 30 pagina’s als niet eenvoudige, maar toch goed volgbare leerstof b. We gaan bij de berekening van de studiebelasting uit van degenen die niet, of niet meer, gewend zijn aan een meer dan oppervlakkige studie. i. bestudering van de tekst: 3 weken per les bij 1 uur studietijd per dag ii. verwerken van de inhoud door uitwerking van de opdrachten: onbepaald
2.
Studiebelasting modules Mitswot a. Iedere module is opgebouwd uit afzonderlijke lessen. De omvang van de lessen is afhankelijk van de onderwerpen waaruit de modules zijn samengesteld (zie boven 1.b) b. De afzonderlijke lessen waaruit de module is samengesteld hebben een gemiddelde omvang van tenminste 10 – 15 pagina’s. i. bestudering van de tekst: 1 les per veertien dagen bij 1 uur studietijd per dag
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
39
ii. resterende tijd is bedoeld als ‘meditatieve momenten’ om het bestudeerde te integreren in uw levenspraktijk iii. opdrachten bestaan uit voor u zelf zoeken naar relevante vragen en die naar uw eigen praktijk vertalen iv. in een skype-chatsessie kunt u over een of meer vragen die u heeft van gedachten wisselen. 3. Studiekosten: “lesjeem Sjamajiem” (Pro Deo)25 Aangezien we na het wegvallen van de tempeldienst nu zelf verantwoordelijk zijn voor de vervanging van de offers die we de Eeuwige d.m.v. de priesters brachten, zullen we tegenover de Eeuwige en elkaar moeten tonen dat we begrepen hebben dat we een volk van Priesters zijn, een heilige Natie. Het meeloffer was het eenvoudigste offer dat voor iedereen was op te brengen, arm of rijk, jong of oud, individueel, maar ook door het hele volk gezamenlijk, volgens rav. Evers. Mijns inziens wordt ook de vervangende offerdienst (werken en bidden) echter integraal beheerst door: het beste geven wat je hebt met inzet van alle gaven en talenten die we hebben ontvangen. Voor de een is dat leerstof schrijven voor de studie Tanach, voor de ander is dat juist bestuderen ervan. Alles staat in het teken van de heiliging van het leven als individu en als volk, gericht op de bouw van een betere wereld, die “onaf” in onze handen is gelegd. 3.1 Gratis ontvangen mist een stimulans om het serieus te nemen Voor ons als overtuigde Joden heeft studie van Tora en Tanach eigenlijk geen stimulans nodig, anders dat vanuit onze Joodse nesjomme. In de accentuering “lesjeem Sjamajiem” in het Latijn het ons bekende Pro Deo, wat afgevlakt is tot “gratis”. Mijn inbreng in OJOS is een ingrediënt voor het gezamenlijke meeloffer “lesjeem Sjamaijiem”, Pro Deo, in de volle bandbreedte van de betekenis: een werk voor de Eeuwige. Dat betekent voor mij dat ik mijn kennis, ervaring en tijd – voor zover ik niet op andere wijzen in mijn levensonderhoud moet voorzien – beschikbaar stel voor ontwikkeling van materiaal voor de studie van Tora en Tanach. Hiermee stel ik u in staat uw bijdrage aan het meeloffer te leveren door er mee aan de slag te gaan en er voor de ontwikkeling van uw eigen leven, ons volk en de schepping het goede uit te halen en dat te laten uitbotten tot nieuwe vrucht. 3.2 Studiekosten Natuurlijk zijn er hoge kosten gemoeid met de ontwikkeling en het draaiend houden van OJOS. Dat begrijpt iedereen. Toch komen wij terug op de eerder aangegeven studiekosten op grond van de zojuist geschetste doelen. Laat iedereen zich vrij voelen in te schrijven. Het zal zijn als met het man in de woestijn: als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt komt niemand te kort en heeft niemand teveel.
Natan ()נתן Wanneer we naar het Hebreeuwse natan kijken en dat als leidraad hanteren dan zien we in dit werkwoord geven iets heel bijzonders. Natan ()נתןis een stijlfiguur die we ook in onze taal kennen: een palindroom. Een palindroom is een woord dat je van achter naar voren en van voren naar achteren kunt lezen, zonder dat het veranderd. Kijk nog maar naar natan ()נתן. Nu de inhoudelijke bijzonderheid: als we natan ( )נתןnaar de voorkant lezen is het “geven”, maar wanneer we het vanaf de achterkant lezen is het “ontvangen”. In het Hebreeuws zijn op deze wijze “geven” en “ontvangen” niet van elkaar te scheiden. Wie dus geeft wat de Ander nodig heeft, ontvangt wat hij of zij zelf nodig heeft. Hiermee is natan ( )נתןeen begrip dat wederzijdse verantwoordelijkheid voor elkaar principieel stelt. 25
Met dank aan rabbijn Evers voor zijn uitleg en toepassing van Parsja Tsav 5772 die mij raakte in mijn verantwoordelijkheid voor het meeloffer. Zo kwam ik opnieuw bij dubbelzijdige betekenis van het palindroom natan ()נתן, geven.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
40
3.4 Kostenindicatie Als we bij hoge deelname € 7,00 per onderdeel per deelnemer zouden krijgen, zijn we uit de kosten en erg dankbaar dat we dit mogen doen. 3.5 Bijbels Hebreeuws en Talmoed De kosten voor deelname aan de opleidingen Bijbels Hebreeuws en Talmoed vallen buiten de regeling onder 3.1 en 3.2 omdat deze opleiding niet intern wordt geregeld. Maar wie weet verandert dat in de toekomst tot eenzelfde “meeloffer”-concept. 3.6 Betaling bijdragen De betaling van de vrije “meel”-bijdragen loopt erg eenvoudig via I-deal
4. Aanvang studie en studietempo 4.1 de opleiding start pas op het moment dat 25 studenten hebben ingeschreven voor de Inleiding Tanach 4.2 de modulaire opleiding is groepsgewijs: 25 studenten per groep. 4.3 De groep wordt onderverdeeld in 5 subgroepen van 5 personen i.v.m. de chat-sessies als gespreksmogelijkheid. 4.4 Een keer per kwartaal is per agenda een studiezondag op een nader vast te stellen locatie 4.5 de leergang bestaat uit 12 modules leergang 4.6 het studietempo stelt u zelf vast.
5. Opleiding Studieverantwoordelijke “Regionale Tanach-studiekringen” 5.1 de programmering moet nog worden vastgesteld 5.2 de Inleiding Tanach en de leergang “Mitswot in de kentering van deze tijd” moeten zijn gevolgd 5.3 het moet duidelijk zijn dat u de Masoretische basisbegrippen van de logotechnische analyse beheerst aan het einde van deze opleiding.
U kunt zich inschrijven via het formulier op de weblog.
Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform Logotechnisch Tanach-onderzoek en Thematische Studieprogramma’s vanuit Tora en Traditie, gericht op Joods leven in twee culturen en een modern-dynamisch en orthodox Jodendom.
De leerstof en de artikelen kunt u downloaden via de OJOS-website. Mocht u belangstelling hebben voor de opleiding “Ervaringsdeskundige Hermeneutische Counseling” omdat u op het terrein van de gevoelsproblemen zelf ervaring hebt opgedaan en hiervan graag een zelfstandig beroep wilt maken, ga dan naar de website www.hermeneutische-counseling.nl en u treft alle informatie. Voor verdere vragen:
[email protected].
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
41
Bijlage Mitswot Mitswot in de kentering van onze tijd
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
42
Mitswot verdeeld in groepen CCA betekent een positieve mitswa (die nu ook buiten Israël uitgevoerd kan worden) CCN is de negatieve mitswa (die nu ook buiten Israël uitgevoerd kan worden). CCI betekent dat deze mitswa alleen in de Staat Israël uitgevoerd kan worden. * De mitswot zonder codering zijn nu op de een of andere manier op dit moment nog niet, of gedeeltelijk nog niet uit te voeren.
Groep 1: Over G’d 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Weet en geloof dat G’d bestaat (Ex. 20:2; Deut. 5:6) (CCA 1). Je mag niet geloven dat er meerdere goden bestaan naast de Eeuwige Zelf (Ex. 20:3) (CCN 8). Spreek geen G’dslastering uit. Daar staat de doodstraf op (Ex. 22:27) (negatief). Heilig de Naam van G’d (Lev. 22:32) (positief). Ontheilig de Naam van G’d niet (Lev. 22:32) (CCN 155). Geloof en weet dat G’d Één is, een complete Eenheid (Deut. 6:4) (CCA 2). Heb G’d lief (Deut. 6:5) (CCA 3). Vrees G’d en dien Hem (Deut. 6:13; 10:20) (CCA 4). Je mag G’d niet verzoeken (Deut. 6:16) (negatief). Wandel in Zijn goede en rechtvaardige wegen (volg Zijn instructies op) (Deut. 28:9) (CCA 6).
Groep 2: Tora 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Eert de oud(er)en en de wijzen (Lev. 19:32) (CCA 17). Leer/bestudeer de Thora en onderwijst hem (Deut. 6:7) (CCA 14). Hang G’d aan (Deut. 10:20) (CCA 16). Voeg niets aan de Thora toe, zowel aan de geschreven Thora als aan de door traditie overgeleverde interpretatie (de Mondelinge Thora; die terug gaat op Mozes, die heeft deze op Sinaï ontvangen) (Deut. 13:1) (CCN 159). Doe ook niets van de Thora af (Deut. 13:1) (CCN 160) (daarbij hoort ook weer de Mondelinge Tho ra; deze gaat terug op Mozes, die heeft deze op Sinaï ontvangen) Iedereen moet een Thorarol voor zichzelf schrijven (Deut. 31:19) (CCA15).
Groep 3: tekenen, symbolen, gebeden en zegeningen 17. 18. 19. 20. 21.
Iedere man moet besneden (Brit Mila) zijn, ieder mannelijke nakomeling moet besneden worden (Gen. 17:12; Lev. 12:3) (CCA47). Maak gedenkkwasten (Tsietsiet) met blauwpurperen (Techelet) draad aan de hoeken van je kleding (Num. 15:38) (CCA10). Bind een gebedsriem (Tefillin) om het hoofd (Deut. 6:8) (CCA9). Bind een gebedsriem (Tefillin) om je arm (Deut. 6:8) (CCA8). Bevestig een Messuza op je deurposten en poorten van je huis (Deut. 6:9) (CCA12). Het gaat dan eigenlijk om het perkamentrolletje met de betreffende handgeschreven teksten uit de Thora. Deut. 6: 4- 9 en 11: 13- 20.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
43
22. Dien G'd / Bid tot G´d (Ex. 23:25; Deut. 6:13) (CCA7) Het woord ‘dienen’ in de Thora moet je volgens de Talmud vertalen met ‘bidden tot’. 23. Lees het ‘Shema Yisrael’ iedere morgen en iedere avond (Deut. 6:7) (CCA11). 24. Spreek de zegeningen(dankgebed) na de maaltijden (Birkat haMazon) uit (Deut. 8:10) (CCA13). 25. Leg geen steen neer / richt geen steen op voor aanbidding (van afgoden) (Lev. 26:1) (CCN 161).
Groep 4: over Gemeenschapsleven 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 49. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58.
Heb alle mensen van het Verbond (van G’d met Israël) lief (Lev. 19:18) (CCA60). Kijk niet toe wanneer iemand in gevaar verkeert, maar biedt daadwerkelijk hulp aan (Lev. 19:16) (CCN 82). Roddel niet over iemand en strooi geen laster (lashon hara) (betekent letterlijk boze tong) rond (Lev. 25:17) (CCN 48). Verspreid geen leugens/onwaarheden over iemand (ook lashon hara) (Lev. 19:16) (CCN 77). Wees in je hart niet haatdragend (Lev. 19:17) (CCN 78). Neem geen wraak (Lev. 19:18) (CCN 80). Heb / draag geen wrok (Lev. 19:18) (CCN 81). Zet geen Israëliet te schande / Beschaam geen Israëliet (Lev. 19:17) (CCN 79). Vervloek geen andere Israëliet (Lev. 19:14) (CCN 45). Geef eenvoudige zielen (personen) geen reden te vallen. Daar valt ook onder het aanleiding geven om te zondigen (Lev. 19:14) (CCN 76). Berisp iemand die zondigt (Lev. 19:17) (CCA72). Ontlast je buurman van zijn lasten en help hem zijn dieren af te laden / te lossen (Ex. 23:5) (CCA 70). Bied hulp met het opnieuw opbinden van de lading op het dier van je buurman (Deut. 22:4) (CCA 71). Laat een dier, wanneer het gevallen is door de zware last, niet hulpeloos liggen (Deut. 22:4) (CCN 183). Onderdruk of benauw geen wees of een weduwe. Laat hen niet lijden (Ex. 22:21) (CCN 51). Keer niet terug om een vergeten schoof van het land op te halen. Dit zelfde principe geldt ook bij fruitbomen (Deut. 24:20) (negatief) (CC10). Houd je niet in wanneer je een arme onderhoudt en geef hem wat hij nodig heeft (Deut. 15:7) (CCN 62). Geef liefdadigheids gaven (tsedeka) naar je vermogen (Deut. 15:11) (CCA 38). Heb de Geer lief (Deut. 10:19) (CCA 61) Spreek geen kwaad over de Geer (Ex. 22:20) (CCN 49) Licht de Geer niet op (Ex. 22:20) (CCN 50) Trouw niet met een niet-Jood (Deut. 7:3) (CCN 19). Vorder de schuld van een vreemdeling/buitenlander in (Deut. 15:3) (positief). Leen een vreemdeling met rente (Deut. 23:21) (positief).
Groep 5: huwelijk, scheiding, familie en relaties 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65.
Eer je vader en moeder (Ex. 20:12) (CCA 41). Sla je vader of moeder niet (Ex. 21:15) (CCN 44). Vervloek je vader of moeder niet (Ex. 21:17) (CCN 46). Respecteer/vrees je vader en moeder (Lev. 19:3) (CCA 42). Wees vruchtbaar en vermenigvuldig je (Gen. 1:28) (CCA 43). Een gecastreerde (eunuch) mag niet met een Joodse vrouw trouwen (Deut. 23:2) (CCN 136). Een onwettig kind (bastaard/mamzer) mag niet met een Joodse vrouw trouwen (Deut. 23:3)
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
44
69. 70. 73. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106.
(CCN 137). Er mogen geen prostituees in Israël zijn. Dit betekent dat er geen geslachtgemeenschap mag plaatsvinden buiten een huwelijk, (dat is gesloten door een formele huwelijkssluiting (kiddushin) en door middel van een huwelijks verklaring (ketubah)) (Deut. 23:18) (CCN 133). Trouw een vrouw door middel van de Kiddushin (formele huwelijkssluiting (door rabbijn)) (Deut. 24:1) (CCA 44). Onthoud geen voedsel, kleding en echtelijke rechten aan je vrouw (Ex. 21:10) (CCN 42). Scheiding mag alleen middels officiële scheidingspapieren (een Get; dat is een scheidbrief) plaatsvinden (Deut. 24:1) (positief). Een man mag niet met zijn ex-vrouw hertrouwen, wanneer zij na de scheiding hertrouwd is geweest (Deut. 24:4) (CCN 134). Wanneer een vrouw kinderloos weduwe wordt, mag ze alleen met haar zwager hertrouwen (Deut. 25:5) (CCN 135). Trouw met de weduwe van je overleden broer wanneer zij kinderloos waren (Deut. 25:5) (CCA 45). Wanneer de zwager weigert te trouwen moet de weduwe van zijn overleden broer, hem vrijstellen van de hier boven genoemde zwagerwet (Deut. 25:7-9) (CCA 46). Onthoud je bij verwante familieleden van dingen, als kussen, omhelzen, lonken en aanrakingen, die tot incest kunnen leiden (Lev. 18:6) (CCN 110). Pleeg geen incest met je moeder (Lev. 18:7) (CCN 112). Pleeg geen mannelijke geslachtsverkeer (sodomie) met je vader (Lev. 18:7) (CCN 111). Pleeg geen incest met je vaders vrouw (Lev. 18:8) (CCN 113). Pleeg geen incest met je zus (Lev. 18:9) (CCN 127). Pleeg geen incest met de dochter van je vaders vrouw (Lev. 18:9) (CCN 128). Pleeg geen incest met de dochter van je zoon (Lev. 18:10) (CCN 119). Pleeg geen incest met de dochter van je dochter (Lev. 18:10) (CCN 119) Pleeg geen incest met je dochter (CCN 120). Dit gebod staat niet letterlijk zo in de Thora, maar het is uit andere geboden op te maken. Pleeg geen incest met de zus van je vader (Lev. 18:12) (CCN 129). Pleeg geen incest met de zus van je moeder (Lev. 18:13) (CCN 130). Pleeg geen incest met de vrouw van je vaders broer (Lev. 18:14) (CCN 125). Pleeg geen mannelijke geslachtsverkeer met je vaders broer (Lev. 18:14) (CCN 114). Pleeg geen incest met de vrouw van je zoon (Lev. 18:15) (CCN 115). Pleeg geen incest met de vrouw van je broer (Lev. 18:16) (CCN 126). Pleeg geen incest met je vrouw’s dochter (Lev. 18:17) (CCN 121). Pleeg geen incest met de dochter van je vrouw’s zoon (Lev. 18:17) (CCN 122). Pleeg geen incest met de dochter van je vrouw’s dochter (Lev. 18:17) (CCN 123). Pleeg geen incest met je vrouw’s dochter (Lev. 18:18) (CCN 131). Heb geen gemeenschap met een vrouw in haar menstruatie periode (Lev. 18:19) (CCN 132). Heb geen gemeenschap met een vrouw van een ander (Lev. 18:20) (CCN 124). Heb geen mannelijke geslachtsverkeer (sodomie) met een man (Lev. 18:22) (CCN 116). Heb geen gemeenschap met een dier (Lev. 18:23) (CCN 117). Een vrouw mag geen gemeenschap hebben met een dier (Lev. 18:23) (CCN 118). Castreer geen man(netje). Geen man, geen mannetje van een dier; huisdier, wild dier of gevogelte (Lev. 22:24) (CCN 143).
Groep 6: Shabbat en feesten 108. Reis op de Shabbat niet buiten de grenzen van je woon/verblijfplaats (Ex. 16:29) (CCN 7). 109. Heilig de Shabbat (Ex. 20:8) (CCA 19). 110. Werk niet (doe geen melacha) op de Shabbat (Ex. 20:10) (CCN 6). 111. Rust op de Shabbat (Ex. 23:12; 34:21) (CCA 20). 112. Vier de verplichte feesten; Pesach, Shavuot en Sukkot (Ex. 23:14) (positief).
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
45
113. Verblijd/verheug je op de feesten (Deut. 16:14) (CCA 21). 115. Verwijder alle gist (chamets) op de vooravond van Pesach uit je huis (Ex. 12:15) (CCA 22). 116. Rust op de 1e dag van de Pesach (Ex. 12:16; Lev. 23:7) (CCA 25). 117. Werk niet (doe geen melacha) op de 1e dag van de Pesach (Ex. 12:16; Lev. 23:6-7) (CCN 147). 118. Rust op de 7e dag van de Pesach (Ex. 12:16; Lev. 23:8) (CCA 27). 119. Werk niet (doe geen melacha) op de 7e dag van de Pesach (Ex. 12:16; Lev. 23:8) (CCN 148). 120. Eet ongezuurde broden (matses) op de 1e avond van Pesach (Ex. 12:18) (CCA 23). 121. Er mag geen gist (chamets) in je bezit zijn tijdens alle dagen Pesach. Dit geldt voor iedere Israëliet. (Ex. 12:19) (CCN 3). 122. Eet tijdens Pesach geen voedsel wat gist (chamets) bevat (Ex. 12:20) (CCN 5). 123. Eet tijdens Pesach geen gist (chamets) (Ex. 13:3) (CCN 4). 124. De gist (chamets) mag tijdens Pesach niet in iemands huis aanwezig zijn Ex. 13:7) (CCN 2). 125. Vertel tijdens de eerste avond van Pesach over de uittocht uit Egypte en spreek er met elkaar over (Ex. 13:8) (CCA 24). 126. Eet geen gist (chamets) na de middag van de 14e Nissan (Deut. 16:3) (CCN 104). 127. Tel de 49 dagen vanaf het oogsten van de Omer (eerste schoof van de gerste oogst) (tijdens Pesach) tot Shavuot (Wekenfeest) (Lev. 23:15) (CCA 26). 128. Rust op Shavuot (Lev. 23:21) (CCA 28). 129. Werk niet (doe geen melacha) op de Shavuot (Lev. 23:21) (CCN 149). 130. Rust op Rosh Hashana (nieuwjaarsfeest) (Lev. 23:24) (CCA 29). 131. Werk niet (doe geen melacha) op de Rosh Hashana (Lev. 23:25) (CCN 150). 132. Luister naar het geluid van de shofar (ramshoorn) tijdens Rosh Hashana (Num. 29:1) (CCA 30). 133. Vast op Yom Kippur (Grote Verzoendag) (Lev. 23:27) (CCA 32). 134. Eet of drink niet tijdens Yom Kippur (Lev. 23:29) (CCN 152). 135. Werk niet (doe geen melacha) tijdens Yom Kippur (Lev. 23:31) (CCN 151). 136. Rust op Yom Kippur (Lev. 23:32) (CCA 31). 137. Rust op de 1e dag van de Sukkot (loofhuttenfeest) (Lev. 23:35) (CCA 34). 138. Werk niet (doe geen melacha) op de 1e dag van de Sukkot (Lev. 23:35) (CCN 153). 139. Rust op de 8e dag van Sukkot (Shemini Atzeret) (Lev. 23:36) (CCA 37). 140. Werk niet (doe geen melacha) op de Shemini Atzeret (Lev. 23:36) (CCN 154). 141. Neem tijdens de Sukkot een palmtak met 3 verschillende planten (Lev. 23:40) (CCA 36). 142. Woon de 7 dagen van Sukkot in een loofhut (Sukkah) (Lev. 23:42) (CCA 35). 142. Woon de 7 dagen van Sukkot in een loofhut (Sukkah) (Lev. 23:42) (CCA 35). Groep
7: Kasjroet
143. Je moet in staat zijn reine dieren, aan de hand van kenmerken, van onreine dieren te onderscheiden (Lev. 11:2) (positief). 144. Eet geen vlees van onreine dieren (Lev. 11:4) (CCN 93). 145. Je moet in staat zijn reine vissen, aan de hand van kenmerken, van onreine vissen te onderscheiden (Lev. 11:9) (positief). 146. Eet geen onreine vissen (Lev. 11:11) (CCN 95). 147. Je moet in staat zijn rein gevogelte, aan de hand van kenmerken, van onrein gevogelte te onderschei den (Deut. 14:11) (positief). 148. Eet geen onrein gevogelte (Lev. 11:13) (CCN 94). 149. Je moet in staat zijn aan de hand van kenmerken reine sprinkhanen van onreine te onderscheiden (Lev. 11:21) (positief). 150. Eet geen worm die je in het fruit vindt (Lev. 11:41) (CCN 98). 151. Eet geen kruipende dieren (wemelend gedierte, dat op de aarde zich beweegt) (Lev. 11:41-42) (CCN 97). 152. Eet geen ongedierte (wemelend gedierte, dat op de aarde wriemelt) (Lev. 11:44) (CCN 100). 153. Eet geen wemelend gedierte uit het water (Lev. 11:43 and 46) (CCN 99).
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
46
154. 155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169.
Eet geen gevleugelde insecten (Deut. 14:19) (CCN 96). Eet geen vlees van verscheurde dieren (terefah/treifa) (Ex. 22:30) (CCN 87). Eet niet het vlees van dieren die uit zichzelf zijn gestorven (Deut. 14:21) (CCN 86). Slacht het vee, hert en gevogelte dat gegeten moet worden volgens de slachtvoorschriften (shechita) (Deut. 12:21) (CCA 48). Eet geen ledemaat wat genomen is van een levend dier (Deut. 12:23) (CCN 90). Slacht het jong van een dier niet op dezelfde dag als zijn ouder (Lev. 22:28) (CCN 108). Neem geen moedervogel weg tezamen met het(/de) jong(en) (Deut. 22:6) (CCN 189). Wanneer je een nest leeghaalt, moet je de moedervogel laten gaan (Deut. 22:6-7) (CCA 74). Kook geen vlees in de melk (Ex. 23:19) (CCN 91). Eet geen vlees tegelijk met melk (Ex. 34:26; 23:19) (CCN 92). Eet niet van de dijader (die kromp) (Gen. 32:32) (CCN 1). Eet geen talgvet (dat o.a. de ingewanden bedekt (chelev); dat zijn verboden diervetten (Lev. 7:23) (CCN 88). Eet geen bloed (Lev. 7:26) (CCN 89). Bedek het bloed van de gejaagde/neergeschoten dieren (geen huisdieren maar bijvoorbeeld een hert) en gevogelte (Lev. 17:13) (CCA 49). Eet en drink niet als een veelvraat en een donkaard (rebellerend tegen zijn vader en moeder) (Lev. 19:26; Deut. 21:20) (CCN 106).
Groep 8: Cultureel-economische bepalingen 170. 171. 172. 173.
Benadeel de ander niet bij koop en verkoop (Lev. 25:14) (CCN 47). Je mag bij een lening aan een Israëliet geen rente vragen (Lev. 25:37) (CCN 54). Leen niet iets met rente. Dit zou de lener tot zonden brengen (Deut. 23:20) (CCN 55). Doe niet mee aan woekerpraktijken tussen de lener en geldschieter; niet als borg, niet als getuige, niet als schrijver/opsteller die de contracten tussen de lener en de woekeraar opmaakt (Ex. 22:24) (CCN 53). 174. Leen aan arme mensen (Ex.22:24; Deut. 15:8) (CCA 62). Het wordt gezien als verplichting ondanks dat er staat “indien”. 175. Eis van een arme man niet dat hij de schuld aflost wanneer jij weet dat hij je niet kan betalen. Dwing hem niet (Ex.22:24) (CCN 52). 176. Neem geen zaken in onderpand waarmee een persoon zijn eten mee moet bereiden (Deut. 24:6) (CCN 58). 177. Neem niets met geweld in onderpand (Deut. 24:10) (CCN 59). 178. Neem niet iets in onderpand als de eigenaar dat voorwerp nodig heeft (Deut. 24:12) (CCN 61). 179. Geef het verpande voorwerp weer aan de eigenaar terug (Deut. 24:13) (CCA 63). 180. Neem niets in onderpand van een weduwe (Deut. 24:17) (CCN 60). 181. Fraudeer niet tijdens het afwegen of afmeten van iets (Lev. 19:35) (CCN 83). 182. Wees er van overtuigt dat jouw gewichten en je weegschaal correct zijn (Lev. 19:36) (positief). 183. Heb geen onnauwkeurige meetinstrumenten en gewichten in je bezit (Deut. 25:13-14) (CCN 84). 184. Treuzel niet met het uitbetalen van salarissen (Lev. 19:13) (CCN 38). 185. Het is de ingehuurde werker toegestaan van de producten die hij gemaaid, geoogst heeft te eten (Deut. 23:25-26) (CCA 65). 186. De ingehuurde werker mag niet meer van de door hem gemaaide, geoogste producten nemen dan dat hij opkan (Deut. 23:25) (CCN 187). 187. De ingehuurde werker mag niet van de producten eten wat nog niet geoogst is (Deut. 23:26) (CCN 186). 188. Betaal het salaris van de werknemer uit op de juiste tijd (Deut. 24:15) (CCA 66). 202. Muilkorf een dier niet wanneer het op het land werkt, zodat hij ervan kan eten en ervan kan genieten (Deut. 25:4) (CCN 188).
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
47
Groep 9: Rechtspleging: civiel- en strafrecht (1) 203. 204. 205. 206.
Een man moet doen wat hij gezegd heeft (Deut. 23:24) (CCA 39). Zweer niet onnodig (Ex. 20:7) (CCN 29). Breek geen eed en zweer niet vals (Lev. 19:12) (CCN 31). Handel bij het annuleren van een gelofte volgens de regels die in de Thora zijn uiteengezet (Num. 30:2-17) (CCA 40). 207. Verbreek geen gelofte (Num. 30:3) (CCN 184). 208. Zweer alleen bij de Naam van HaShem (Deut. 10:20) (positief). 209. Vertraag niet in het vervullen van geloften, gebrachte geloften of het vrijwillige offeren (Deut. 23:22) (CCN 185). 217. Scheld in het 7e jaar de schuld kwijt aan mensen waaraan jij geleend hebt (Deut. 15:2) (CCA 64). 218. Eis geen uitgeleende zaken terug nadat het Shabbatsjaar voorbij is (Deut. 15:2) (CCN 57). 219. Schroom niet om, vanwege de instelling van het Shabbatsjaar, aan armen uit te lenen (Deut. 15:9) (CCN 56). 227. Stel in iedere gemeenschap van Israël rechters en gezagsdragers aan (Deut. 16:18) (positief). 228. Je mag geen rechter aanstellen, die de Thora niet goed kent, ook niet als hij een specialist is in andere takken van wetenschap (Deut. 1:17) (CCN 64). 229. Oordeel (voer de wet uit) in zaken van koop en verkoop (Lev. 25:14) (CCA 67). 232. Beslis over zaken m.b.t. erfenissen/erfgoed (Num. 27:8-11) (CCA 73). 239. Vervloek een rechter niet (Ex. 22:27) (CCN 63). 241. Leg geen valse getuigenis af (Ex. 20:13) (CCN 39). 243. Een overtreder/misdadiger mag niet getuigen (Ex. 23:1) (CCN 75). 245. Hoor geen verklaringen aan van de ene partij, als de andere partij niet aanwezig is (Ex. 23:1) (CCN 65).
Groep 10: Rechtspleging: civiel- en strafrecht (2) 247. Beslis niet over een zaak op grond van één getuigenverklaring (Deut. 19:15) (CCN 73). 252. Doe geen rechtsuitspraak die onrechtvaardig is (Lev. 19:15) (CCN 69). 253. Trek belangrijke/invloedrijke mensen niet voor in een rechtszaak (Lev. 19:15) (CCN 70). 254. Neem geen steekpenningen aan (Ex. 23:8) (CCN 71). 255. Wees niet bang voor slechte mensen in een rechtszaak (Deut. 1:17) (CCN 72). 256. Trek de arme, uit medelijden, niet voor bij een rechtszaak (Ex. 23:3; Lev. 19:15) (CCN 66). 257. Verdraai niet het recht van vreemdelingen (geeriem) of wezen (Deut. 24:17) (CCN 68). 258. Verdraai niet het recht van een wetsovertreder (Ex. 23:6) (CCN 67). 261. Aanvaard de uitspraken iedere Hoger Gerechtshof in Israël (Deut. 17:11) (positief). 262. Rebelleer niet tegen de uitspraken van het Gerechtshof (Deut. 17:11) (CCN 158). 263. Maak op het dak(terras) een borstwering/hek (Deut. 22:8) (CCA 75). 264. Laat niets onbeheerd achter waar iemand zich aan zou kunnen verwonden/bezeren (Deut. 22:8) (CCN 190). 270. Verwijder geen grens(afscheidings)palen (de omheining van een stuk eigendom) (Deut. 19:14) (CCN 85). 271. Zweer niet vals bij het ontkennen van iemands eigendomsrecht (Lev. 19:11) (CCN 30). 272. Ontken niet onterecht iemands eigendomsrecht (Lev. 19:11) (CCN 36). 273. Vestig je nooit in Egypte (Deut. 17:16) (CCN 192). 274. Steel nooit iemands persoonlijke eigendommen (Lev. 19:11) (CCN 34). 275. Breng gestolen goederen terug naar de eigenaar (Lev.5:23) (CCA 68). 276. Breng verloren goederen terug naar de eigenaar (Deut. 22:1) (CCA 69). 277. Druk geen gevonden goederen achterover (Deut. 22:3) (CCN 182). 278. Doodt geen onschuldig persoon (Ex. 20:13) (CCN 32).
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
48
279. Je mag geen Israëliet kidnappen (Ex. 20:13) (CCN 33). Volgens de Talmud refereert dit vers naar het stelen van een persoon (samen met Lev. 19:11 wat over bezittingen gaat) 280. Je mag niet iemand met geweld beroven (Lev. 19:13) (CCN 35). 281. Je mag niet iemand bedriegen (Lev. 19:13) (CCN 37). 282. Je mag niet iets begeren wat van een ander is (Ex. 20:14) (CCN 40). 283. Heb geen lust naar wat van een ander is (Deut. 5:18) (CCN 41). 284. Geef niet toe aan slechte gedachten en beelden/blikken (Num. 15:39) (CCN 156). 305. Overschrijd het aantal door de wet vastgestelde slagen niet. Bij alleen verdenking mag je niet slaan (Deut. 25:3) (CCN 43).
Groep 11: interreligieuze contacten en uitspraken 310. Profeteer niet leugenachtig/vals (Deut. 18:20) (CCN 175). 312. Maak geen (uitgesneden) afbeelding (van een afgod). Maak het zelf niet en laat het niet door een ander maken (Ex. 20:4) (CCN 9). 313. Maak geen (uitgesneden) afbeelding voor versiering, ook al wordt het niet aanbeden (Ex. 20:20) (CCN 144). 314. Maak geen afgoden/afgodsbeelden, ook niet voor anderen (Ex. 34:17; Lev. 19:4) (CCN 10). 315. Gebruik/bezit geen versieringen of enige object wat bestemd is voor of afkomstig is van afgoderij (Deut. 7:25) (CCN 17). 316. Maak geen gebruik van een afgod of van bijbehorende objecten/versieringen, offeranden of plengoffers (Deut. 7:26) (CCN 18). 317. Drink geen wijn van afgodendienaars (Deut. 32:38) (CCN 15). 318. Aanbid geen afgod op de manier zoals het gewoonlijk aanbeden wordt (Ex. 20:5) (CCN 12). 319. Buig je niet neer voor een afgod, ook niet als dat niet de gewoonlijke manier van aanbidding ervan is (Ex. 20:5) (CCN 11). 320. Profeteer niet in de naam van een afgod (Ex. 23:13; Deut. 18:20) (CCN 27). 321. Luister niet naar iemand die in de naam van een afgod profeteert (Deut. 13:4) (CCN 22). 322. Breng de kinderen van Israël niet op een dwaalspoor die tot afgoderij leidt (Ex. 23:13) (CCN 14). 323. Verleidt geen Israëliet tot afgoderij (Deut. 13:12) (CCN 23). 324. Vernietig afgoderij en alles wat er bij hoort (Deut. 12:2-3) (positief). 325. Heb de aanzetter tot afgoderij niet lief (Deut. 13:9) (CCN 24). 326. Blijf de aanzetter tot afgoderij haten (Deut. 13:9) (CCN 25). 328. Een persoon die hij probeerde tot afgoderij aan te zetten, mag niet pleiten voor vrijspraak van de aanzetter (Deut. 13:9) (CCN 26). 330. Zweer niet in de naam van een afgod tegenover zijn aanbidders en breng zijn aanbidders niet in een positie dat zij dat doen (Ex. 23:13) (CCN 13). 331. Wek niet iemands interesse op voor afgoderij (Lev. 19:4) (CCN 16). 332. Neem geen inzettingen van afgodendienaars over, noch hun gewoonten (Lev. 18:3; Lev. 20:23) (CCN 21). 335. Doe niet aan waarzeggerij (onein) (door tijden goed of slecht te benoemen aan de hand van astrologie) (Lev. 19:26) (CCN 166). 336. Doe niet aan voorzeggingen (nachesh) die gebaseerd zijn op tekenen en voortekenen door gebruik van talismannen en bezweringen (Lev. 19:26) (CCN 165). 337. Raadpleeg geen geesten (ovoth) (Lev. 19:31) (CCN 170). 338. Maak geen gebruik van tovenaars (yid'onim) (Lev. 19:31) (CCN 171). 339. Praktiseer geen magisch gebruik van kruiden, stenen en andere objecten die mensen gebruiken (kisuf) (Deut. 18:10) (CCN 168). 340. Praktiseer geen magische praktijken (kessem) (Deut. 18:10) (CCN 167). 341. Doe niet aan bezweren (van slangen en schorpioenen) (chover chaver) (Deut. 18:11) (CCN 169). 342. Ondervraag geen (waarzeggende)geest (ob) (Deut. 18:11) (CCN 172). 343. Zoek geen contact met doden (meetiem) (Deut. 18:11) (CCN 174).
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
49
344. Raadpleeg geen tovernaar (yid´oni) (Deut. 18:11) (CCN 173). 345. Verwijder je gehele baard niet, zoals de afgodendienaars dat doen(Lev. 19:27) (CCN 177). 346. Scheer de rand van je hoofdhaar niet rond af, zoals afgodische priesters dat doen (Lev. 19:27) (CCN 176). 347. Maak geen insnijdingen in je vlees als uiting van rouw zoals afgodendienaars dat doen (Lev. 19:28; Deut. 14:1) (CCN 28). 348. Tatoeëer je lichaam niet, zoals afgodendienaars dat doen (Lev. 19:28) (CCN 163). 349. Maak geen kale plek voor een dode (Deut. 14:1) (CCN 164). 350. Plant geen boom ter aanbidding (Deut. 16:21) (negatief). 351. Richt geen paal (pilaar) op voor aanbidding (Deut. 16:22) (CCN 162). 352. Bewijs afgodendienaars geen genade (Deut. 7:2) (CCN 20).
Groep 12: overige mitswot 358. Kruis geen dieren van verschillende soorten met elkaar (volgens de Talmud geldt dit ook voor vogels) (Lev. 19:19) (CCN 142). 359. Bezaai een stuk land niet met verschillende zaden (Lev. 19:19) (CCN 107). 360. Eet na het planten van een fruitdragende boom de eerste 3 jaar niet van zijn vruchten (Lev. 19:23) (CCN 105). 364. Laat onder één juk nooit verschillende soorten dieren samenwerken (Deut. 22:10) (CCN 180). 365. Een man mag geen vrouwenkleding dragen (Deut. 22:5) (CCN 179). 366. Een vrouw mag geen mannenkleding dragen (Deut. 22:5) (CCN 178). 367. Draag geen kleding die van wol en linnen tezamen gemaakt is (Deut. 22:11) (CCN 181). 368. Je moet de eerstgeboren jongen vrij kopen (Pidyon ha-Ben) (Ex. 13:13; Ex. 34:20; Num. 18:15) (CCA 54). 369. Koop de eerstgeborene van een ezel vrij (Ex. 13:13; Ex. 34:20) (CCA 55). 370. Breek de nek van de eerstgeborene van een ezel, als hij niet is vrijgekocht (Ex. 13:13; Ex. 34:20) (CCA 56). 371. Koop de eerstgeborene van een rein dier niet vrij (Num. 18:17) (CCN 109). 458. Je mag niet iets vernietigen van het Heiligdom, synagogen of leerhuizen. Wis/verwijder nooit de heilige namen (van G’d). Ook heilige geschriften mogen niet vernietigd worden (Deut. 12:2-4) (CCN 157). 518. Eet geen brood gemaakt van het nieuwe graan vóórdat de Omer van gerst is geofferd op de tweede dag van Pesach (Lev. 23:14) (CCN 101). 519. Eet geen geroosterd koren van het nieuwe graan vóórdat de Omer van gerst is geofferd op de twee de dag van Pesach (Lev. 23:14) (CCN 102). 520. Eet geen verse graankorrels van het nieuwe graan vóórdat de Omer van gerst is geofferd op de tweede dag van Pesach (Lev. 23:14) (CCN 103). 533. Belijdt tegenover de Eeuwige iedere zonde die je gepleegd hebt, op het moment dat je een offer brengt en op andere momenten(Num. 5:6-7) (CCA 33). 611. Herinner je altijd wat Amalek gedaan heeft (Deut. 25:17) (CCA 76). 612. Het kwaad dat Amalek ons heeft aangedaan, mag niet vergeten worden (Deut. 25:19) (CCN 194). 613. Vernietig het zaad, de nakomelingen, van Amalek (Deut. 25:19) (CCA 77).
De instructies van Tora gelden voor eeuwig “Onderhoud dan zijn inzettingen en zijn geboden, die ik u heden opleg, opdat het u en uw kinderen na u wel ga en opdat gij lang leeft in het land, dat de Eeuwige, uw God, u geven zal voor altijd.” (Deut. 4:40).
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham
Brochure “De Geschiedenis is onze Toekomst – Tanach-onderzoek en mitswot in de kanteling van onze tijd”
50
We zullen ons af en toe de vraag stellen of de mitswot die uitsluitend op de tempeldienst betrekking hebben, voor ons in onze tijd ook nog zeggingskracht hebben. Het meeloffer uit de bovenstaande tekst mag daarvan een voorbeeld zijn. Bij de aanvang van de leergang zullen we deze Groepsindeling onderverdelen in Negatieve en Positieve Mitswot. Het persoonlijke karakter beheersen tekst en toelichting. Het zijn immers onze persoonlijke heiligingsopdrachten. Daarom volgen we in eerste instantie de uitleggingen van Midrash Rabbah, Rashi en andere Wijzen en zullen we adequate vragen ontwikkelen in plaats van antwoorden geven. Het gaat immers om “het leven bij de Mitswot in de kentering van onze tijd” en niet om een hoeveelheid kennis aan te kweken.
Tot slot De inhoud per deel van Tanach in de kentering van onze tijd kan verschillen van de hier aangegeven onderwerpen. Tijdens het onderzoek en de beschrijving ervan stuiten we telkens op nieuwe en zeer belangrijke uitkomsten. De omvang van deel 3 is tot een kleine boekvorm uitgegroeid vanwege een noodzakelijk ingelast kwalitatief logotechnisch onderzoek over B’reshiet 1, 1-12 en 8, 11. Noodzakelijk voor een goede analyse van mabboel.
Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform Logotechnisch Tanach-onderzoek en Thematische Studieprogramma’s vanuit Tora en Traditie, gericht op Joods leven in twee culturen en een modern-dynamisch en orthodox Jodendom.
© Open Joods Onderzoeks- en Studieplatform (OJOS) – prof. drs. Gideon Benavraham