Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom
Uw kenmerk Uw brief Onderwerp:
Proces Vluchtelingenvraagstuk
lllll llllll lllll llll llllll 111111111111111111111111111111111
l
Ons kenmerk Beh . door Afdeling
U16-005257 A. de Vos Maatschappelijke Ontwikkeling, Maatschappij
Datum Doorkiesnr. Bijlage(n)
1 4 APR. 2016 0164-277342 1
Geachte leden en duoburgerleden van de gemeenteraad, Nederland kent al geruime tijd een verhoogde instroom van vluchtelingen. Het college en de gemeenteraad voeren daarom een gezamenlijk proces Vluchtelingenvraagstuk uit om te komen tot beantwoording van de volgende vraag: wil en kan de gemeente Bergen op Zoom een bijdrage leveren aan de opvang die verder gaat dan de wettelijke taakstelling en zo ja, op welke manier dan. Ons college en uw raad hebben afgesproken dat wij voor het beantwoorden van deze vraag een aantal stappen uitvoeren: Procesvoorstel Expertmeeting Uitwerken scenario's Voorstel voor consultatieronde Uitvoeren consultatieronde Besluitvorming gemeenteraad Op 9 maart 2016 heeft de expertmeeting plaatsgevonden. In het procesplan Vluchtelingenvraagstuk is afgesproken dat vervolgens een scenariodocument wordt opgesteld en aangeboden aan uw raad . Bijgaand vindt u dit scenariodocument Vluchtelingenvraagstuk. Dit document is bedoeld om u informatie te geven over de verschillende mogelijkheden die de gemeente heeft in het bieden van een bijdrage aan het vluchtelingenvraagstuk. In het document worden dit scenario's genoemd. De volgende scenario's zijn in het document uitgewerkt: de gemeente voert enkel de wettelijke taakstelling 'huisvesting statushouders'uit; de gemeente huisvest meer statushouders dan de wettelijke taakstelling ; er wordt een noodopvang voor vluchtelingen gevestigd in de gemeente; er komt een asielzoekerscentrum in de gemeente. Hoewel er op dit moment geen politiek draagvlak lijkt te zijn voor het scenario asielzoekerscentrum, is dit scenario wel uitgewerkt in het scenariodocument. Dit gelet op de afspraak in het procesplan dat u ook over dit scenario informatie krijgt. Per scenario is uitgewerkt wat de gevolgen van het scenario zijn op het gebied van huisvesting, taal en inburgering, maatschappelijke participatie, onderwijs, werk en inkomen, welzijn en gezondheid, veiligheid en financiën .
Jacob Obrechtlaan 4 4611AR Bergen opZoom E
[email protected]
Postbus 35 4600 AA Bergen op Zoom 1 www.bergenopzoom.nl
T140164 F (0164) 24 53 56 KvK 20169091
B nv BNG rek. nr. 28.50.00.942 B IBAN NL41BNGH 0285000942 B BIC: BNGHNL2G
Met het aanbieden van het scenariodocument is een volgende stap gezet in het proces Vluchtelingenvraagstuk dat wij gezamenlijk uitvoeren. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom ,
burgemeester,
GEMEENTE BERGEN OP ZOOM
Scenariodocument Vluchtelin envraa stuk Bergen op Zoom Gemeente
21-3-2016
-
1 2
3 4
Inhoudsopgave Inleiding 3 Vluchtelingenopvang tot 2016 4 2.1 Opvang in Nederland 4 7 2.2 Opvang in Bergen op Zoom Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom 8 Uitwerking scenario's: 9 4.1 Scenario 1: de gemeente voert de wettelijke taakstelling huisvesting statushouders uit
9 4.2
Scenario 2: de gemeente huisvest meer statushouders dan de wettelijke taakstelling
4.3
Scenario 3: er wordt een noodopvang voor vluchtelingen gevestigd in de gemeente.
15 18 4.4 Scenario 4: in de gemeente wordt een AZC gevestigd 5 Communicatie 6 Financiën
23 28 29
2
1 Inleiding Nederland kent al geruime tijd een verhoogde instroom van vluchtelingen. Deze situatie stelt het Rijk en de gemeenten voor een grote uitdaging en vraagstukken als: hoe gaan we hier mee om? Wat kan onze gemeente bijdragen en/of waarin moeten we bijdragen? Wat betekent dit vervolgens voor onze gemeente en vooral ook voor onze inwoners? Wat zijn de gevolgen voor de lange termijn op het gebied van wonen, werken, onderwijs, gezondheidszorg en omgeving? Het gemeentebestuur (college en gemeenteraad) wil onderzoeken hoe de gemeente Bergen op Zoom omgaat met de verhoogde instroom van vluchtelingen en wil beleid bepalen over de wijze waarop de gemeente bijdraagt aan dit vraagstuk. Hiervoor wil zij in gesprek met inwoners en maatschappelijke organisaties. De vraag die centraal staat, is: wil en kan de gemeente Bergen op Zoom een bijdrage leveren aan de opvang van vluchtelingen die verder gaat dan de wettelijke taakstelling en zo ja, op wat voor manier dan? Het gaat hierbij zowel om de opvang van vluchtelingen a1s het huisvesten van statushouders, die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Om tot een gedegen besluitvorming te komen , is informatie en advies ingewonnen, onder andere bij landelijke experts en lokale maatschappelijke organisaties. Eén van de stappen hierbij was het organiseren van een expertmeeting, die begin maart heeft plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst hebben college- en raadsleden informatie ingewonnen bij deskundigen over relevante thema's zoals huisvesting, financiën en maatschappelijke ondersteuning. Daarna volgt een consultatie van inwoners en maatschappelijke organisaties. Uiteindelijk neemt de gemeenteraad een besluit over de wijze waarop de gemeente Bergen op Zoom een bijdrage aan het vluchtelingenvraagstuk levert. Dat gebeurt naar verwachting in mei/juni. Dit document is bedoeld om informatie te geven over de verschillende mogelijkheden die de gemeente heeft in het bieden van een bijdrage aan het vluchtelingenvraagstuk. In dit document worden dit scenario's genoemd. De volgende scenario's zijn in het document uitgewerkt: • de gemeente voert enkel de wettelijke taakstelling 'huisvesting statushouders' uit; • de gemeente huisvest meer statushouders dan de wettelijke taakstelling ; • er wordt een noodopvang voor vluchtelingen gevestigd in de gemeente; • er komt een asielzoekerscentrum (AZC). Per scenario is uitgewerkt wat de gevolgen van het scenario zijn op het gebied van huisvesting, taal en inburgering, maatschappelijke participatie, onderwijs, werk en inkomen, welzijn en gezondheid, financiën en veiligheid. De uitwerking van de scenario's biedt de gemeenteraad input voor de consultatieronde met inwoners en maatschappelijke organisaties en biedt samen met de uitkomsten van de consultatie de benodigde informatie om een afgewogen besluit te kunnen nemen over de wijze waarop de gemeente Bergen op Zoom bijdraagt aan het vluchtelingenvraagstuk.
3
2 Vluchtelingenopvang tot 2016 2.1
Opvang in Nederland
Al eeuwen lang zijn er plaatsen op de wereld waar inwoners zich om uiteenlopende redenen niet veilig voelen en vluchten. En al even lang zijn er andere landen die deze mensen opvangen en voor kortere of langere tijd onderdak bieden. Vluchtelingen zijn er dus altijd geweest, maar door de recente (burger)oorlogen in het MiddenOosten en Afrika is de afgelopen tijd een ongekende stroom op gang gekomen. Ook Nederland vangt van oudsher asielzoekers op. Onderstaande tabel laat een overzicht zien van de instroom vanaf 1990:
De asielinstroom in Nederland Eerste aanvragen en gezinshereniging (x 1.000)
40 20
0 1995
1990
2000
2005
2010
2015
Grootste herkomstgroepen Voormalig Joegoslavië
': ~ 1990
2014
Irak
Somalië
~
·go
' 14
Afghanistan
Iran
.i'v-..__A ~ -Ä-..__ " '90
' 14
'90
'14
'90
Syrië
e...
'14
~ '90
' 14
Hoe verloopt het aanvragen van asiel?
Een asielzoeker vraagt asiel aan vanwege de (persoonlijke) situatie in zijn eigen land. Een asielzoeker krijgt een verblijfsvergunning als hij te vrezen heeft voor oorlog , vervolging of een onmenselijke behandeling . Deze beslissing neemt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
4
In de afbeelding hieronder is de asielprocedure schematisch weergegeven.
As ielzoeker komt ederla nd binnen
Reguliere opvang In asielzoekerscentrum (azc)
or
Verzoe Inge
Noodopvang
or
Crlslsnoodopvang
llr d
Huisvesting In gemeente Vertrek
t
z.........,." ""'-'
Registreren asielaanzoeker Een asielzoeker die Nederland binnenkomt, moet zich melden bij de Vreemdelingenpolitie. Die registreert zijn persoonlijke gegevens, zoals naam, geboortedatum en nationaliteit. Ook neemt de politie vingerafdrukken af bij alle nieuwkomers. Aanmelden asielzoeker Na de registratie gaat de asielzoeker naar het aanmeldcentrum van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in Ter Apel. Bij grote drukte kan dat ook ergens anders zijn . Op het aanmeldcentrum ondertekent de asielzoeker zijn asielaanvraag. Met de IND volgt een gesprek om zijn identiteit, nationaliteit en reisroute vast te stellen. De IND kijkt ook of iemand al in een ander land is geregistreerd. Een asielzoeker moet namelijk zijn procedure doorlopen in het land waar hij het eerst is geregistreerd. Dit is volgens afspraken in de Europese Unie. Rust- en voorbereidingstijd De asielzoeker krijgt onderdak. Dit regelt het COA. Daarnaast krijgt hij hulp van een advocaat en wordt hij medisch onderzocht. Ook plant de IND de asielprocedure in. Om bij te komen van zijn reis, krijgt een asielzoeker minstens 6 dagen de tijd . Daarna start de echte asielprocedure. Door de zeer hoge instroom zijn er wachttijden van bijna een half jaar ontstaan tussen de aanvraag van de asielvergunning en de start van de algemene asielprocedure. Eenmaal gestart wordt in de algemene asielprocedure in de meeste gevallen binnen acht dagen over de aanvraag beslist. Algemene asielprocedure De asielzoeker doorloopt bij de IND de algemene asielprocedure. Deze procedure duurt maximaal 8 dagen. Hierin doet de asielzoeker zijn verhaal en beoordeelt de IND zijn aanvraag. Soms kan de beoordeling niet binnen 8 dagen, omdat er meer tijd nodig is voor onderzoek. De asielzoeker komt dan in de verlengde asielprocedure.
5
Beslissing asielaanvraag Een asielzoeker hoort binnen 6 maanden van de IND of hij een verblijfsvergunning krijgt. De IND kan deze termijn nog met 9 maanden verlengen . Bijvoorbeeld bij grote drukte of als er meer onderzoek nodig is. In overleg met zijn advocaat kan de asielzoeker tegen deze beslissing in beroep gaan. Tijdelijke vergunning Krijgt de asielzoeker een tijdelijke verblijfsvergunning en is hij dus als statushouder erkend, dan is deze 5 jaar geldig. Op dat moment krijgt hij verschillende rechten en plichten. Zo heeft hij recht op huisvesting binnen een gemeente en moet hij een inburgeringsexamen afleggen. Vergunning voor onbepaalde tijd Na 5 jaar bekijkt de IND of een statushouder nog steeds bescherming nodig heeft. Is dat het geval? Dan krijgt de asielzoeker een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd . Hij mag dan de rest van zijn leven in Nederland blijven wonen . Bij een negatieve beslissing moet de asielzoeker Nederland verlaten. Dit gebeurt eventueel onder begeleiding van de Dienst Terugkeer & Vertrek.
Welke route doorloopt d e as ie lzoeke r in Nede rla nd? Een asielzoeker vraagt asiel aan vanwege de (persoonlijke) situatie in het land van herkomst. Een asielzoeker komt in aanmerl
en reDstntie De asielzoeker moet zich melden bo1 de Vreemdelmgenpolitie (AVIM). 0....-WO
hand v.m documenten en
gegewns zijn identiteit vastgesteld. Op het aanmeldcentrum ondenelent de asielzoeke< zijnasëaa....--en WO
eldgehoor afgenomen.
Alc emcne Asielprocedure De asielzoeker doorloopt bij de IND de algemene asielproced ure. Deze procedure duurt maximaal 8 ddgen. Hierin doet de asielzoek.e.- zijn
verhaal en wordt zijn aanvraag door de IND beoordeeld
1nw;1i: ' De asielzoelte" krijgt in het gewl van een positieYe beslis.sing een tijdelijke ~ V30 s jaa<. Op dat moment krijgt hij rechten en p&chten wat betreft (ond..- mee<) huiswsting en inburgering.
Vf!t'lengde asielprocedure
Soms bn het niet binnen 8 dagen omdat er meer tijd nodig is war onderzoek. De asielzoeker komt dan in 1
de verlengde. asielprocedure.
Be !;lissine:
De asielzoeker hoort van de IND of hij In aanmerking komt voor- e.en verblijfsvergunning of niet. In
overleg met zijn advocaat bn de asielzoeker tegen deze beslissing in beroep gaan.
Rust·· en voorbereidin:stijd Oe asielzoeker krijgt onde
Mw;~
Bij een neg•ne..... beslissing moet de asielzoeker Nederland verlaten, eventueel onder begeleiding van de l);enst Terugkeer & Vertrek (DT&V).
Vormen van opvang We kennen verschillende soorten opvang van asielzoekers: • Reguliere opvang: Een asielzoekerscentrum (AZC) dat door het COA wordt geëxploiteerd voor een termijn vanaf twee jaar met een opvangcapaciteit van 1500+ personen. Incidenteel worden recreatieparken, migrantenhuisvesting of vergelijkbare accommodaties benut. De exploitatie wordt deels door de verhurende eigenaar gevoerd (voor circa 300 - 800 personen). Het kan gaan om langdurige opvanglocaties (tot 30 jaar) en tijdelijke opvanglocaties (tot 5 jaar). Er wordt hard gewerkt om nieuwe AZC's mogelijk te maken. Dit gebeurt onder regie van het COA. Het uitgangspunt is om flexibel om
6
•
•
2.2
te gaan met 1500+, bijvoorbeeld door kleinere vestigingen van minstens 100+ als onderdeel van een grotere vestiging (satellietmodel). Noodopvang: locaties zoals hallen en locaties voor paviljoens die zes tot twaalf maanden opvang kunnen bieden aan +/- 300 of meer asielzoekers. Bij voorkeur in de directe nabijheid van een potentiële tijdelijke of reguliere opvanglocatie. Kabinet, VNG en IPO hebben een dwingend beroep gedaan op de provincies om onder regie van de commissarissen van de Koning in alle provincies een grote noodopvang locatie in te richten. Deze noodopvanglocaties hebben een omvang van 2.000 tot 2.500 en zijn in ieder geval nodig tot en met 2016. Met gemeenten wordt inmiddels ook overleg gevoerd over kleinere noodopvanglocaties. Huisvesting statushouders: Is een asielzoeker eenmaal als statushouder erkend, dan krijgt hij een tijdelijke verblijfsvergunning die vijf jaar geldig is. Op dat moment krijgt hij verschillende rechten en plichten, waaronder recht op huisvesting binnen een gemeente. De huisvesting van statushouders is een wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeenten. Door de komst van grote groepen vluchtelingen, neemt het aantal statushouders fors toe. Hierdoor lopen gemeenten achter op de taakstelling en verblijven er in de opvanglocaties van het COA veel statushouders.
Opvang in Bergen op Zoom
Vanwege de grote stroom van asielzoekers die wekelijks ons land bereikt, bestaat er een groot tekort aan opvangcapaciteit voor vluchtelingen die nog geen verblijfsstatus hebben. Het Rijk heeft daarom een dringende oproep aan gemeenten gedaan om noodopvang en crisisopvang beschikbaar te stellen. De gemeente Bergen op Zoom heeft in 2015 twee keer 72-uurs crisisopvang georganiseerd. Net als iedere gemeente heeft ook de gemeente Bergen op Zoom de wettelijke verplichting om statushouders te huisvesten en zorg te dragen voor maatschappelijke begeleiding . Hieronder is te zien wat de taakstelling van de gemeente Bergen op Zoom de afgelopen jaren was en voor 2016 is: Taak se t Il"mg hu1sves · fmg Status hou ders 2013 - 2016 Berg en op Zoom Jaar 2013 2014 2015 2016 Aantal 42 61 127 177 statushouders
Uit de tabel blijkt dat het aantal te huisvesten statushouders de afgelopen jaren fors is gestegen en de verwachting is dat het aantal nog fors gaat stijgen. Hoe verloopt huisvesting van statushouders in Bergen op Zoom: Wanneer asielzoekers in Nederland mogen blijven en dus een verblijfsvergunning krijgen, moet hun plek in het asielzoekerscentrum zo snel mogelijk ter beschikking komen voor nieuwe asielzoekers. Om die uitstroom op gang te houden, is in de Huisvestingswet vastgelegd dat de statushouders landelijk worden verdeeld naar inwonertal van de gemeente. iedere gemeente krijgt ieder half jaar een taakstelling . Het COA koppelt een statushouder aan de gemeente en stuurt daarover een bericht. Een medewerker van de gemeente zorgt voor een match tussen de statushouder en een huurwoning. De gemeente heeft hiervoor afspraken gemaakt met woningcorporatie Stadlander. De statushouder is verplicht het aanbod van een woning van een gemeente te accepteren. De statushouder wordt vervolgens uitgenodigd voor een inplaatsingsdag. Op deze dag vindt onder andere bezichtiging, oplevering en uitleg van de woning plaats en wordt tegelijkertijd de huurovereenkomst getekend. Op de inplaatsingsdag meldt de statushouders zich onder begeleiding van een tolk/ begeleider ook bij de gemeentelijke balie Publieksdiensten voor een eerste inschrijving of aangifte intergemeentelijke verhuizing . Daarnaast doet de statushouder een aanvraag levensonderhoud en een aanvraag overbruggings- en inrichtingskrediet bij de ISO Brabantse Wal.
In paragraaf 4.1 wordt verder toegelicht hoe de gemeente Bergen op Zoom de huisvesting en begeleiding van statushouders vorm geeft.
7
3 Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom Op 27 november 2015 is door het Rijk en gemeenten het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom gesloten. Dit is een akkoord tussen Rijk en gemeenten dat vluchtelingen (statushouders en asielzoekers) en alle partners in het veld moet ondersteunen, omdat het belang van een snelle doorstroom van statushouders om samenwerking vraagt. In dat kader zijn verruimende maatregelen afgesproken tussen Rijk en gemeenten. Het Rijk en de gemeenten hebben in het landelijke Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom een aantal afspraken gemaakt. Er is onder andere afgesproken dat er een landelijke regietafel Verhoogde Asielinstroom komt en dat er daarnaast regionale regietafels worden georganiseerd die bijdragen aan een integrale benadering van de opvang van asielzoekers en huisvesting van statushouders. De commissarissen van de Koning zijn gevraagd om een rol te spelen in de organisatie van de regionale regietafels. Maatregelen voor de korte termijn: Asielopvang: uitbreiding capaciteit met aandacht voor kleinschaligheid Uitbreiding noodopvanglocaties; Huisvestingsvoorziening: o Extra huisvesting voor 14.000 statushouders bovenop de bestaande voorraad; o Subsidieregeling per 1 februari 2016 voor de duur van 5 jaar voor alle verhuurders; o Inzet Rijksvastgoed; o Uitbreiding rol corporaties bij panden van derden (beheer & exploitatie); o Gemeentelijk Versnellingsarrangement (GVA) om tijdelijke huisvestingsoplossing te bieden voor maximaal 10.000 statushouders.
Organisatie: procesversnelling Na verkrijgen verblijfsvergunning direct inschrijven in Basisregistratie Personen (BRP). Is voorwaarde voor snelle doorstroom; Betere uitwisseling van gegevens in relatie tot nareizende gezinsleden van statushouders; Komst Regietafels in elke provincie, onder leiding van CvdK. Deelnemers zijn in ieder geval: gemeenten, COA, provincie en veiligheidsregio's. Maatregelen voor de middellange termijn: Blijven is meedoen: investeren in integratie en werktoeleiding in gemeenten Verhoging van het budget Maatschappelijke begeleiding 2016-2017 van € 1.000 naar€ 2.370 per statushouder; Participatieverklaring als start van de inburgering en gekoppeld aan Maatschappelijke begeleiding; Compensatie T-1 bij Participatiewet: € 50 miljoen; Taskforce Werk en Integratie Vluchtelingen ; Komst onderwijs-ondersteuningsteam dat zoekt naar passende oplossingen bij knelpunten als leerlingenvervoer, onderwijsachterstanden en kwaliteit onderwijs; Inventarisatie inhoudelijke en financiële knelpunten op gebied van gezondheid en zorg.
Omdat er zaken zijn blijven liggen voor de middellange termijn, streeft men naar het afsluiten van een tweede bestuursakkoord komend voorjaar. Belangrijke punten voor een tweede bestuursakkoord zijn inburgering en integratie en de zaken die daarmee samenhangen zoals scholing, werk en zorg .
8
4 Uitwerking scenario's: In dit hoofdstuk worden vier scenario's uitgewerkt, waarvoor de gemeente kan kiezen als bijdrage aan het vluchtelingenvraagstuk. Het gaat om de volgende vier scenario's: 1. 2. 3. 4.
De gemeente voert de wettelijke taakstelling 'huisvesting statushouders' uit; De gemeente huisvest meer statushouders dan de wettelijke taakstelling ; Er wordt een noodopvang voor vluchtelingen gevestigd in de gemeente; In de gemeente wordt een asielzoekerscentrum (AZC) gevestigd .
Scenario 1 is een wettelijke verplichting en moet worden uitgevoerd. Als gekozen wordt voor een scenario's 2, 3 of 4 , dan komen deze bovenop scenario 1. Per scenario worden de volgende thema's uitgewerkt: huisvesting, taal en inburgering, maatschappelijke participatie, onderwijs en scholing, werk en inkomen, welzijn en gezondheid, financiën en veiligheid . Bij de diverse scenario's wordt aangegeven wat de aandachtspunten zijn .
4.1
Scenario 1: de gemeente voert de wettelijke taakstelling huisvesting statushouders uit
Omschrijving scenario Net als alle andere gemeenten, vangt de gemeente Bergen op Zoom sinds jaren statushouders op. Echter door de komst van grote groepen vluchtelingen, neemt het aantal statushouders fors toe. De uitvoering van de taakstelling vraagt daarom op een aantal onderdelen door de forse toename om herbezinning en vernieuwing . Scenario 1: de gemeente voert de wettelijke taakstelling huisvesting statushouders uit Wie is verantwoordelijk voor: Gemeente Huisvesting x Taal en inburgerinq x x Participatie Onderwijs x x Werk en inkomen Welzi jn en qezondheid x Veiligheid x
COA
Huisvesting De huisvesting van statushouders is een wettelijke verantwoordelijkheid van gemeenten. De gemeenten krijgen ieder halfjaar door het Rijk een taakstelling opgelegd van het aantal te huisvesten statushouders. Deze taakstelling wordt naar inwonertal over de gemeenten verdeeld . Als een gemeente aan het eind van het half jaar niet volledig aan haar taakstelling heeft voldaan, dan kan de provincie als toezichthouder ingrijpen. In het uiterste geval kan de provincie dan de statushouders huisvesten namens burgemeester en wethouders en ten laste van de gemeente.
Wanneer een vluchteling een statushouder is geworden, koppelt het COA de statushouder aan een gemeente en stuurt de gemeente een informatieprofiel over de statushouder. Hierin staat informatie die belangrijk is voor de huisvesting in de gemeente, zoals grootte van het gezin, land van herkomst, taal , opleiding en werkervaring . De gemeente krijgt dit informatieprofiel toegezonden. Een medewerker van de gemeente zorgt vervolgens voor een match tussen de statushouder en een huurwoning. De statushouder wordt daarna uitgenodigd voor een inplaatsingsdag. Op deze dag vindt onder andere bezichtiging, oplevering en uitleg van de woning plaats en wordt tegelijk de huurovereenkomst getekend. De statushouder is verplicht het aanbod van een woning van een gemeente te accepteren.
9
Gemeenten maken voor woonruimte vooral gebruik van het woningaanbod van sociale huurwoningen van woningcorporaties. De gemeente Bergen op Zoom heeft in 2014 prestatieafspraken gemaakt met woningcorporatie Stadlander voor de huisvesting van statushouders in de reguliere woonvoorraad . In 2015 werd echter bij het realiseren van de steeds stijgende huisvestingstaakstelling statushouders tegen grenzen aangelopen. Er wordt daarom gezocht naar nieuwe oplossingen binnen de reguliere sociale huurwoningenvoorraad, maar ook naar extra tijdelijke huisvestingsvoorzieningen. Bij zowel reguliere als eventuele tijdelijke extra huisvestingsvoorzieningen gelden de volgende kaders: de gemeente voert de regie en faciliteert waar mogelijk partners op het gebied van (tijdelijke) huisvesting, maar heeft zelf geen huisvestende rol; de woonlasten zullen moeten passen binnen de financiële mogelijkheden van statushouders. Hierbij dient te worden uitgaan van het bijstandsniveau; het Bouwbesluit is het kader waarin de minimumvoorwaarden staan vermeld waaraan huisvesting moet voldoen; de Omgevingswet geeft het kader voor o.a. vergunningen, brandveiligheid, bestemming . In het Bestuursakkoord is opgenomen dat het Rijk, gemeenten en woningcorporaties er aan hechten om op korte termijn extra huisvestingscapaciteit voor statushouders te realiseren. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de doorstroming van statushouders die nog opgevangen worden in een asielzoekerscentrum. Aangezien een grote groep statushouders in de opvang wacht op huisvesting in een gemeente en er in bepaalde regio's sprake is van krapte op de woningmarkt, zijn er door het Rijk drie verruimende maatregelen afgesproken: Subsidieregeling huisvesting statushouders: subsidieregeling voor uitbreiding van de woningvoorraad voor minimaal 5 jaar. In het kader van deze regeling is onder voorwaarden voor de verhuurder een financiële eigen bijdrage van € 6.250 beschikbaar per gehuisveste statushouder. De voorziening dient zodanig gerealiseerd te worden dat in de bijstand de kostendelersnorm kan worden toegepast en er geen recht op huurtoeslag ontstaat. De subsidieregeling is op 1 februari 2016 in werking getreden; Het Rijk maakt het verhuren mogelijk van Rijkspanden uit de bestaande voorraad aan gemeenten ten behoeve van het huisvesten van statushouders; Het Rijk maakt het mogelijk dat corporaties onder voorwaarden diensten mogen leveren aan bewoners van gebouwen die door derde partijen beschikbaar zijn gesteld voor de huisvesting van statushouders. Onder te leveren diensten vallen het bijhouden van de administratie, het schoonmaken van collectieve ruimten en huismeesterwerkzaamheden. Aandachtspunt: • In 2015 werd bij het realiseren van de steeds stijgende huisvestingstaakstelling statushouders tegen grenzen aangelopen. Er wordt daarom gezocht naar nieuwe oplossingen binnen de reguliere sociale huurwoningenvoorraad, maar ook naar extra tijdelijke huisvestingsvoorzieningen. Taal en inburgering Statushouders moeten Nederlands leren spreken en weten hoe de samenleving in elkaar zit. Dat heet inburgeren. Hiervoor geldt een verplicht inburgeringexamen. Tijdens het inburgeren moeten statushouders laten zien dat ze de Nederlands taal voldoende spreken en begrijpen. Daarnaast moeten ze weten hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit. Om dat te bewijzen, leggen ze het inburgeringexamen af. Slagen ze, dan zijn ze ingeburgerd en krijgen ze een inburgeringdiploma. Statushouders kunnen geld lenen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor de cursus en het examen. Zij hoeven de lening niet terug te betalen als ze binnen drie jaar inburgeren. Sinds 2013 zijn de statushouders zelf verantwoordelijk voor hun inburgering en moeten zij dus zelf een cursus zoeken. Er zijn in Bergen op Zoom drie aanbieders voor de cursussen: Kellebeek, Sagenn en EBC. EBC biedt ook versnelde trajecten inburgering en NT2 (Nederlands als tweede taal) staatsexamen voor middel- tot hoogopgeleiden. Alle drie de aanbieders hebben het vereiste keurmerk van 'Blik op Werk' en verzorgen ook de aanvraag voor de lening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor de statushouders.
Via de volwasseneneducatie zorgt de gemeente voor een educatief aanbod voor onder andere volwassenen die na het slagen voor het inburgeringexamen hun taalvaardigheid willen vergroten . In de regio waartoe de
10
gemeente Bergen op Zoom behoort en waarvoor de gemeente Breda centrumgemeente is, is hiervoor een overeenkomst afgesloten met het ROG. Ook de bibliotheek ontvangt hiervoor subsidie. Aandachtspunt: • Statushouders zijn zelf verantwoordelijk om een inburgeringcursus te zoeken. Het is belangrijk om over de begeleiding van statushouders bij het zoeken naar een inburgeringcursus afspraken te maken met de organisatie die de maatschappelijke begeleiding verzorgt. Maatschappelijke participatie Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van statushouders. Maar die verantwoordelijkheid houdt niet op bij het aanbieden van een woning. De statushouder kan zeker in het begin moeite hebben met het zelfstandig wonen en leven in Nederland. Om de statushouder hierin te ondersteunen, organiseren gemeenten ook maatschappelijke begeleiding . Maatschappelijke begeleiding bestaat uit: 1. woonbegeleiding: het regelen van praktische zaken bij de huisvesting zoals aanvragen toeslagen, bijstand, scholen voor kinderen etc; 2. maatschappelijke begeleiding : het wegwijs maken in een gemeente en doorverwijzen naar juiste reguliere voorzieningen (hulp bij trauma's, begeleiding naar werk, taalcursussen, inburgeringscursussen). In de gemeente Bergen op Zoom wordt de maatschappelijke begeleiding uitgevoerd door Stichting Welzijn Zuidwesthoek. De Stichting Welzijn Zuidwesthoek heeft een aantal professionele krachten in dienst maar werkt vooral met vrijwilligers. Het Rijk en een aantal gemeenten hebben samen het instrument participatieverklaring voor nieuwkomers ontwikkeld. Doel van deze participatieverklaring is om aan nieuwkomers het belang van de integratie in de Nederlandse samenleving te benadrukken. In de participatieverklaring staan begrippen als vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit centraal. Met het ondertekenen van de participatieverklaring tonen nieuwkomers hun betrokkenheid bij de Nederlandse samenleving en hun bereidheid om daar actief aan bij te dragen. Minister Asscher heeft in een kamerbrief van november 2015 aangegeven dat het participatieverklaringstraject een verplicht onderdeel van het inburgeringsexamen wordt. Hiervoor is een wetswijziging nodig. De minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid heeft echter voorgesteld dat gemeenten, vooruitlopend op deze wetswijziging , het participatieverklaringstraject onderbrengen in de maatschappelijke begeleiding. Aandachtspunten: • Bestuursakkoord: gemeenten ontvingen€ 1.000,- euro per statushouder voor de maatschappelijke begeleiding. Omdat dit bedrag lager is dan de kosten die daadwerkelijk worden gemaakt, is in het Bestuursakkoord afgesproken dat het budget voor de maatschappelijke begeleiding en integratie in 2016 en 2017 wordt verhoogd naar€ 2.370,- per volwassene. Er wordt bekeken hoe dit verhoogde budget in Bergen op Zoom wordt ingezet. • Maatwerk: de maatschappelijke begeleiding van statushouders dient altijd afgestemd te zijn op de behoefte van de statushouder zelf. Kenmerkend voor de gemeente Bergen op Zoom is dat in voorafgaande jaren statushouders met Somalische achtergrond zich hier gehuisvest hebben. De statushouders die zich nu vestigen zijn veelal van Syrische afkomst. De verschillen in afkomst zien we terug in kenmerken als analfabetisme tot statushouders met een hoog academisch opleidingsniveau. • Extra aandacht voor specifieke groepen: de ervaring leert dat de integratie van sommige groepen, zoals de Somalische gemeenschap, extra inspanning vergt. In Bergen op Zoom is een werkgroep opgericht waarin verschillende maatschappelijke instellingen en gemeente samenwerken om de integratie van de Somalische gemeenschap te verbeteren . • Samenwerking: statushouders moeten een plek in de gemeenschap verwerven en de kans krijgen om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Bij de opvang en integratie van statushouders zijn veel partijen betrokken. Om deze reden is reeds gestart met een traject om de samenwerking tussen diverse gemeentelijke afdelingen, ISO Brabantse Wal , stichting Welzijn Zuidwesthoek, Stadlander en WijZijn Traversegroep te vergroten. Dit traject krijgt een vervolg , waarbij ook de samenwerking met andere organisaties wordt gezocht. Hierbij is ook aandacht voor de bijdrage die statushouders zelf aan de samenleving kunnen geven.
11
Onderwijs en Scholing De Leerplichtwet geldt voor alle kinderen in Nederland. Zodra kinderen in Nederland komen , vallen zij onder de leerplicht en wordt onderwijs voor hen georganiseerd. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor huisvesting van een onderwijsvoorziening. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs. Voor statushouders zijn de verschillende vormen onderwijs als volgt geregeld : • Voorschoolse educatie: gemeenten hebben de wettelijke taak om een aanbod te doen van vroeg- en voorschoolse educatie voor peuters tussen 2,5 en 4 jaar met een risico op een taalachterstand . • Primair onderwijs: schoolbesturen moeten het onderwijs voor kinderen van statushouders verzorgen. In samenspraak met de gemeente kan de keuze gemaakt worden voor de inrichting van een schakelklas. De kinderen worden in deze klas gedurende een jaar met name bijgespijkerd op de Nederlandse taal. Na dit jaar stromen de kinderen door naar het reguliere basisonderwijs. Het primair onderwijs in Bergen op Zoom kent op dit moment geen schakelklassen die specifiek gericht zijn op kinderen van statushouders. • Voortgezet onderwijs: de scholen kunnen ervoor kiezen de nieuwkomers eerst onderwijs te bieden in een internationale schakelklas. Hier worden nieuwkomers tussen 12 en 18 jaar gedurende 1,5 tot 2 jaar voorbereid op doorstroming naar het reguliere onderwijs. In Bergen op Zoom is er een Internationale Schakelklas. De Internationale Schakelklas valt onder het ROC West-Brabant. Sinds 1 januari van dit jaar is de Internationale Schakelklas gehuisvest in het pand van het voormalige Bergse VMBO aan de Nobellaan 25 en telt zo'n 135 leerlingen. Zij zijn afkomstig uit heel West-Brabant en een deel van de provincie Zeeland. De leerlingen nemen twee jaar deel aan de schakelklas om de basisbeginselen van de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. Daarna stromen zij door naar het reguliere onderwijs. Door toename van het aantal statushouders is de Internationale Schakelklas gegroeid. • Middelbaar beroepsonderwijs en Hoger onderwijs: studerende statushouders moeten, net als reguliere studenten, voldoen aan de instroomeisen van een opleiding . Ze maken net als reguliere studenten aanspraak op studiefinanciering en betalen het wettelijk collegegeld . • Vervoer: voor het eventuele vervoer van deze leerlingen naar/van school geldt de verordening leerlingenvervoer van de gemeente waar zij verblijven . Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs worden bekostigd op basis van het aantal leerlingen dat zij op 1 oktober van het voorafgaande jaar hadden. Omdat onderwijs aan kinderen die een andere taal spreken extra aandacht vraagt, kunnen de basisscholen een beroep doen op een aantal extra financiële middelen van het Rijk. Voor het voorgezet onderwijs zijn er twee regelingen voor aanvullende bekostiging van asielzoekerskinderen: Regeling eerste opvang vreemdelingen Regeling nieuwkomers VO Voor de huisvestingskosten van het basisonderwijs is de huisvestingsverordening van de gemeente van toepassing . De gemeente kan daarnaast een financiële bijdrage leveren vanuit de onderwijsachterstandenmiddelen (OAB). Aandachtspunten: • Afstemming met schoolbesturen: de gemeente gaat met de schoolbesturen in gesprek om eventuele knelpunten en signalen te inventariseren en waar nodig gezamenlijk tot een oplossing te komen . • Bestuursakkoord: in het bestuursakkoord is onder andere voor onderwijs aangegeven dat in de komende maanden in beeld wordt gebracht welke aanvullende maatregelen nodig zijn . Dit wordt gevolgd. Werk en Inkomen Op de dag dat de statushouder geplaatst wordt in de gemeente Bergen op Zoom doet hij of zij een aanvraag levensonderhoud en een overbruggings- en inrichtingskrediet bij de ISO Brabantse Wal. Het inrichtingskrediet is bedoeld voor stoffering van de woning en aanschaf van huisraad . Naast de kosten voor de inrichting worden tevens de kosten van de 1e maand huur aan de verhuurder van de statushouder overgemaakt. Als de statushouder een uitkering aanvraagt, wordt een intakegesprek gehouden. Als tijdens dit gesprek blijkt dat hij of zij kan werken, dan gaat hij of zij een re-integratietraject aan. Dat kan een werkervaringsplaats zijn of 12
participatieplaats. Bij participatie van statushouders is participatie op de arbeidsmarkt en volledige zelfredzaamheid het hoogste doel. Echter, niet alle statushouders zijn hetzelfde of hebben dezelfde achtergrond. Sommige statushouders kunnen direct ondersteund worden ten behoeve van de re-integratie op de arbeidsmarkt, terwijl voor andere vrijwilligerswerk of het voorkomen van isolement het hoogst haalbare is. Iemand die de taal niet spreekt (zoals de meeste statushouders), wordt met rust gelaten tot hij of zij aan zijn inburgeringsverplichting heeft voldaan of tot het taalniveau voldoende is en hij of zij een re-integratietraject kan volgen. Aandachtspunten : Inkomen • Gemeenten krijgen een budget van het Rijk om alle gemeentelijke inkomensvoorzieningen van te betalen. Dit is de gebundelde uitkering voor de inkomensvoorziening van uitkeringsgerechtigden (het BUIG-budget). Dit budget is niet toereikend , een deel van de kosten blijft voor rekening van de gemeente als eigen risico. Als er sprake is van een (verwacht) tekort, hoger dan het eigen risico op dit budget, kan de gemeente een beroep doen op het Rijk voor een aanvullende uitkering (vangnetuitkering 2015). Het is aannemelijk dat door de toename van het aantal statushouders, het aantal mensen met een bijstandsuitkering toe zal nemen. Aangezien gemeenten achteraf worden gecompenseerd voor een hogere instroom in de Participatiewet, moeten gemeenten de hogere kosten binnen de Participatiewet zelf voorfinancieren . Daarom is in het Bestuursakkoord afgesproken dat het Rijk gemeenten inter-temporaal tegemoet komt in de voorfinanciering van kosten in de Participatiewet door de hogere instroom van statushouders ten opzichte van het voorgaande jaar. Voor de verdeling van dit budget over de gemeenten zal gewerkt worden met een specifieke verdeelsystematiek, buiten het bestaande verdeelmodel, die nader zal worden uitgewerkt in overleg tussen Rijk en gemeenten. • De gemeente verstrekt aan statushouders een inrichtingskrediet en betaalt de kosten van de 1e maand huur. De kosten hiervan zullen stijgen bij een toename van het aantal statushouders. Werk • De gemeente Bergen op Zoom hanteert geen doelgroepenbeleid. Wij beogen de diversiteit van de burgers te bedienen door middel van algemeen beleid. Dit doen wij door intensief samen te werken met onze samenwerkende partners, door het stimuleren van de eigen kracht van de burger en de voorzieningen zo effectief mogelijk in te zetten. Door de toestroom van statushouders in onze gemeente zullen mogelijk nieuwe vraagstukken ontstaan die ons dwingen goed te kijken of een algemeen beleid voor iedereen (dus ook voor de statushouders) werkt. Door de taalbarrières, opleidingsachterstanden en de culturele kloof zijn de kansen op de arbeidsmarkt voor de statushouder minder gunstig dan voor onze andere inwoners. Om de talenten van de statushouders optimaal te benutten en hun kansen en perspectief op de arbeidsmarkt te vergroten, kan overwogen worden om (als nodig) specifiek beleid voor de statushouder te ontwikkelen. • Hoewel de statushouders onbeperkt toegang tot de arbeidsmarkt hebben, is er toch sprake van een langdurige bijstandssituatie (40% volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau en Vluchtelingen Werk Nederland) . Dat is ongewenst voor gemeenten en werkgevers, maar vooral voor statushouders zelf. Werkgevers kunnen met statushouders goede werknemers op alle opleidingsniveaus in huis halen, ook in sectoren waar vacatures moeizaam vervuld worden . Dit vraagt aandacht.
Welzijn en Gezondheid Statushouders zijn inwoners van de gemeente. Dit betekent dat zij gebruik maken van het welzijns- en zorgaanbod binnen de gemeente. De maatschappelijke begeleiding heeft onder andere als taak om de statushouders wegwijs te maken in het zorgaanbod binnen de gemeente.
Veel voorkomende gezondheidsproblemen onder statushouders zijn: • fysieke gevolgen van ondergaan geweld; • chronische en vaak onbegrepen pijnklachten; • psychische en psychiatrische problemen: depressie, angst en posttraumatische stressstoornis; • problematiek rond seksualiteit en voortplanting ; • opvoedingsproblemen.
13
Aandachtspunten : • Kennis en samenwerking: een slechte gezondheid vormt een belemmering om in te burgeren. Daarom is het belangrijk dat statushouders tijdens de maatschappelijke begeleiding wegwijs worden gemaakt in het zorgen welzijnsaanbod binnen de gemeente. Maar ook dat er tussen zorg- en welzijnsaanbieders goede afspraken worden gemaakt over signalering en doorverwijzing. • Bestuursakkoord : bij toename van het aantal statushouders neemt ook het beroep op gezondheidszorg, jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning binnen de gemeente toe. In het Bestuursakkoord is opgenomen dat hierover in het 2de Bestuursakkoord afspraken worden gemaakt. Dit aanvullende bestuursakkoord wordt in het voorjaar van 2016 verwacht.
Veiligheid Veiligheid behoort tot de taak van gemeente en politie. In de afgelopen jaren heeft de reguliere opvang en huisvesting van statushouders, conform de wettelijke taakstelling, niet voor grote problemen gezorgd in Bergen op Zoom. Wel is duidelijk dat sommige doelgroepen meer begeleiding vragen dan andere. Een te grote concentratie van één bepaalde groep statushouders, met dezelfde etnische achtergrond, huisvesten in één buurt kan spanningen in de buurt veroorzaken . Essentieel is gebleken dat het voor een goede acceptatie en harmonisatie in een buurt niet alleen noodzakelijk is de statushouders te begeleiden, maar ook de huidige bewoners van de buurt. Mogelijke risico's : • Onrust in de buurt; • Beperkte en/ of geen acceptatie door de huidige buurtbewoners; • Onvoldoende aanpassing door statushouders; • Polarisatie in de buurt; Mogelijke maatregelen: • Voorlichting buurtbewoners; • Begeleiding statushouders; • Voorkomen van te grote concentratie. Risiconiveau : • Laag
14
4.2
Scenario 2: de gemeente huisvest meer statushouders dan de wettelijke taakstelling
Omschrijving scenario In dit scenario huisvest de gemeente meer statushouders dan zij wettelijk moet. Dit kan in overleg met het COA. Hierdoor wordt de druk op de opvanglocaties minder, waardoor er wellicht minder opvanglocaties nodig zijn. Het hangt echter wel van het aantal extra te huisvesten statushouders af, of dit ook daadwerkelijk leidt tot een substantiële vermindering van de druk. Ook deze extra statushouders worden inwoner van de gemeente en het proces van toewijzing gebeurt hetzelfde als bij de wettelijke taakstelling . De gemeente wordt ook voor deze extra statushouders verantwoordelijk voor huisvesting en maatschappelijke begeleiding. Zoals bij scenario 1 is aangegeven vraagt de toename van het aantal wettelijk te huisvesten statushouders reeds op een aantal onderdelen om herbezinning en vernieuwing . In deze paragraaf wordt aangegeven wat er daarnaast extra nodig is wanneer er wordt gekozen voor scenario 2: de gemeente huisvest meer statushouders dan de wettelijke taakstelling. Scenario 2: de gemeente huisvest meer statushouders dan de wettelijke taakstelling
Wie is verantwoordelijk voor: Huisvesting Taal en inburqerinq Participatie Onderwijs Werk en inkomen Welzijn en qezondheid Veiligheid
Gemeente
COA
x
x
x x x x x
Huisvesting: Naast wat er in paragraaf 4.1 is beschreven voor huisvesting in scenario 1, moet bij het scenario 2 worden toegevoegd dat het huisvesten van extra statushouders nog meer aandacht vraagt. Extra aandachtspunten: • Bij het huisvesten binnen de reguliere voorraad is het risico dat er minder aanbod van sociale huurwoningen voor reguliere huurders overblijft. Om aan het scenario te voldoen binnen de huidige sociale woningvoorraad zullen er aanzienlijk minder woningen beschikbaar komen voor reguliere huurders die een woning zoeken en voor de andere bijzondere doelgroepen. • De toename van het aantal statushouders, vraagt om nieuwe oplossingen. Dit is nog meer nodig bij het huisvesten van meer statushouders dan de wettelijke taakstelling . Er wordt daarom gezocht naar nieuwe oplossingen binnen de reguliere sociale huurwoningenvoorraad, maar ook naar extra tijdelijke huisvestingsvoorzieningen indien de gemeente verdringing van andere woningzoekenden wil vermijden. • Een risico is dat er minder sprake zal zijn van spreiding , met als gevolg dat er meer concentratie in zowel de reguliere als de semipermanente gemixte zelfstandige woonvoorzieningen zal ontstaan. Hierdoor is er mogelijk meer begeleiding nodig. Taal en Inburgering Bij scenario 2 geldt hetzelfde voor taal en inburgering als is beschreven bij scenario 1. Echter de vraag naar inburgeringscursussen zal groter zijn. Extra aandachtspunt: • De vraag om cursussen voor taal en inburgering zal toenemen, waardoor de capaciteit van het aanbod een aandachtspunt is.
15
Maatschappelijke Participatie Bij scenario 2 moet de maatschappelijke begeleiding hetzelfde worden uitgevoerd als bij scenario 1 (zie paragraaf 4.1), met daarbij de aanvulling dat er bij een toename van het aantal statushouders het aantal te begeleiden statushouders toeneemt. In de gemeente Bergen op Zoom wordt de maatschappelijke begeleiding uitgevoerd door Stichting Welzijn Zuidwesthoek (SWZ). De gemeente Bergen op Zoom en deze stichting hebben voor deze opdracht een overeenkomst afgesloten waarin het aantal te begeleiden statushouders is opgenomen. Een toename van het aantal te begeleiden statushouders zal leiden tot hogere kosten. Daar staat tegenover dat de gemeente meer budget ontvangt voor de maatschappelijke begeleiding van de statushouders tussen 18 en 67 jaar. Aandachtspunten : • Meer vrijwilligers: voor het maatschappelijk begeleiden van statushouders worden vrijwilligers ingezet. Wanneer het aantal statushouders toeneemt, zal ook het aantal in te zetten vrijwilligers toe moeten nemen en moeten worden opgeleid. • Samenleving: meer statushouders betekent ook dat er meer wordt gevraagd van de huidige inwoners van de gemeente. Zoals bij het kopje huisvesting is aangegeven, betekent dit bijvoorbeeld dat er bij de huisvesting mogelijk minder sprake zal zijn van spreiding. Zoals hier ook is aangegeven, vraagt dit mogelijk extra inzet van maatschappelijke begeleiding. • Maatschappelijk draagvlak: de komst van asielzoekers heeft impact op de Nederlandse samenleving . Er is veel onrust over de effecten van asielzoekers en statushouders op het alledaagse leven, de kansen op de arbeidsmarkt en de veiligheid . Het maatschappelijk daagvlak kan worden bevorderd door de talloze maatschappelijke initiatieven en de inzet van vrijwilligers te versterken, maar ook door ontmoetingen tussen statushouders en de samenleving op bijvoorbeeld werk, school en verenigingen. Om te kunnen zorgen dat we kunnen blijven rekenen op de inzet van vrijwilligers is het van belang dat ze op een zorgvuldige wijze worden benaderd, ingezet en betrokken. Onderwijs en Scholing Bij scenario 2 geldt hetzelfde voor onderwijs en scholing als is beschreven bij scenario 1. Wel zal er meer druk op de capaciteit van onderwijs en scholing ontstaan. Aandachtspunt: • De gemeente Bergen op Zoom moet met de schoolbesturen in beeld brengen wat de gevolgen zijn voor het onderwijs van een uitbreiding van de taakstelling en wat er nodig is om het onderwijs voor de extra statushouders te organiseren. Hierover moeten met de schoolbesturen afspraken worden gemaakt. Werk en Inkomen Bij scenario 2 geldt hetzelfde voor werk en inkomen als is beschreven bij scenario 1. Echter, het huisvesten van meer statushouders zal extra druk voor de uitvoering opleveren. Dit zal personele gevolgen hebben. Daarnaast zullen de aanvragen Bijzondere Bijstand voor de inrichtingskosten van de statushouders en de aanvragen levensonderhoud omhoog schieten, wat financiële consequenties tot gevolg zal hebben voor onze gemeente. Welzijn en Gezondheid Bij scenario 2 geldt hetzelfde voor welzijn en gezondheid als is beschreven bij scenario 1, met daarbij als extra aandachtspunt dat het beroep op gezondheidszorg, jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning extra toe zal nemen. Veiligheid Veiligheid behoort tot de taak van gemeente en politie. Dat geldt voor de gehele gemeente Bergen op Zoom. In de afgelopen jaren heeft de reguliere opvang en huisvesting van statushouders, conform de wettelijke taakstelling , niet voor grote problemen gezorgd in Bergen op Zoom. Wel is duidelijk dat sommige doelgroepen meer begeleiding vragen dan andere. Een te grote concentratie van één bepaalde groep vluchtelingen, met dezelfde etnische achtergrond, huisvesten in één buurt kan spanningen in de buurt veroorzaken. Gebleken is dat het voor een goede acceptatie en harmonisatie in een buurt niet alleen noodzakelijk is de statushouders te begeleiden, maar ook de huidige bewoners van de buurt. Essentieel hierbij is een goede samenwerking tussen bewonersorganisaties, woningstichtingen , maatschappelijke begeleiding statushouders, politie en gemeente.
16
Mogelijke risico's: • Onrust in de buurt; • Beperkte en/of geen acceptatie door de huidige buurtbewoners; • Onvoldoende aanpassing door statushouders; • Polarisatie in de buurt. Mogelijke maatregelen: • Voorlichting buurtbewoners; • Begeleiding statushouders; • Voorkomen van te grote concentratie; • Structureel overleg bewonersorganisaties, woningstichtingen, maatschappelijke begeleiding statushouders, politie en gemeente. Risiconiveau: • Laag
17
4.3
Scenario 3: er wordt een noodopvang voor vluchtelingen gevestigd in de gemeente.
Omschrijving scenario Noodopvang is een tijdelijke opvangvoorziening van het COA met een soberder maar adequaat kwaliteit- en voorzieningenniveau , zoals hallen, locaties voor paviljoens en beperkt aangepaste kantoren die 6 tot 12 maanden opvang kunnen bieden aan ± 300 of meer asielzoekers. Bewoners genieten hier doorgaans minder privacy dan op een reguliere opvanglocatie (AZC). Ze hebben er bijvoorbeeld ook geen gelegenheid om zelf te koken. Ze hebben echter wel dezelfde toegang tot gezondheidszorg. Op noodopvangplekken blijven asielzoekers 6 tot 12 maanden en stromen daarna door naar een regulier asielzoekerscentrum. Daar zullen ze verder de asielprocedure doorlopen.
Het COA opent pas een locatie in een gemeente, nadat het gemeentebestuur hier mee heeft ingestemd. Het COA legt vervolgens afspraken met de gemeente vast in een bestuursovereenkomst. Hierin staan afspraken over onder andere het aantal bewoners, de duur van ingebruikname van de locatie en over handhaving van de openbare orde en veiligheid. Afspraken worden ook gemaakt over het beëindigen van de opvang van uitgeprocedeerden, de inzet van personele en materiële middelen, onderwijs, gezondheidszorg en de uitvoering van politietaken. Er is tijdens het gebruik van de locatie intensief contact tussen COA en de gemeente. Om gemeenten te ondersteunen, biedt het COA vergoedingen aan gemeenten waar een opvangcentrum is gevestigd. Deze vergoedingen vinden hun wettelijke basis in het Faciliteitenbesluit Opvangcentra. Op basis van het Faciliteitenbesluit kan een gemeente waar een opvanglocatie is gevestigd, aanspraak maken op deze uitkeringen. De hoogte hiervan is gerelateerd aan de capaciteit van het centrum. Het Faciliteitenbesluit kent in grote lijnen de volgende vergoedingen: • reguliere vergoedingen (wooneenheden en bijdrage per bewoner): dit is een vergoeding omdat het inwonertal van een gemeente wordt vergroot. • vergoeding voorbereiding/ initiële kosten die een gemeente maakt in de aanloopfase van de vestiging van een noodopvang; • vergoeding onderwijshuisvestingskosten. Noodopvang is nodig vanwege de hoge instroom van asielzoekers. Hierdoor is er te weinig plek in de huidige asielzoekerscentra. Daarbij komt dat er veel statushouders in de asielzoekerscentra verblijven, omdat gemeenten achterlopen met de huisvesting van statushouders. Er verblijven momenteel ongeveer 15.000 statushouders in de opvang. In het Bestuursakkoord is afgesproken dat er voor eind 2015 minimaal 500 extra noodopvangplekken per veiligheidsregio zouden worden georganiseerd en daarnaast dat er per provincie in 2016 2500 extra opvangplekken worden gerealiseerd. Scenario 3: er wordt een noodopvang voor vluchtelingen gevestigd in de gemeente Wie is verantwoordelijk voor: Gemeente Huisvesting Taal en inburgering Participatie Onderwijs Werk en inkomen Welzijn en gezondheid Veiligheid x
x
COA
x x x x x
x x
Huisvesting: Noodopvanglocaties worden door het COA beheerd . Het COA maakt bij het plaatsen van asielzoekers in opvanglocaties geen onderscheid naar nationaliteit, leeftijd, religie, achtergrond etc. In individuele gevallen kan dit wel het geval zijn om redenen van veiligheid , beheersbaarheid en leefbaarheid. Geen locatie wordt door het COA in gebruik genomen voordat de brandweer de locatie als brandveilig heeft beoordeeld . Verder wordt altijd beoordeeld of in de locatie de leefbaarheid, beheersbaarheid en veiligheid geborgd kunnen worden.
18
Taal en Inburgering Afhankelijk van de fase van de procedure waarin een bewoner zich bevindt, biedt het COA diverse educatieve programma's aan, waaronder taallessen en de training 'Kennis van de Nederlandse Samenleving' voor bewoners die nog maar kort in Nederland zijn. Wie deze trainingen heeft gevolgd, kan aanvullende taallessen volgen om nog beter Nederlands te leren spreken. Dit gebeurt vooruitlopend op de inburgeringscursus. Aandachtspunt: • Wanneer de gemeente noodopvang regelt voor vluchtelingen, zijn er mogelijkheden om eerder te starten met taalbegeleiding en inburgering. Te denken valt bijvoorbeeld aan het vroegtijdig koppelen van vrijwilligers aan vluchtelingen (taalbuddies). Maatschappelijke Participatie Vluchteling Het COA is verantwoordelijk voor de begeleiding van vluchtelingen die nog geen verblijfstatus hebben. Tijdens het verblijf in de opvang voert het COA regelmatig gesprekken met de bewoners. De begeleiding is afgestemd op de fase in de asielprocedure waarin zij zitten. Zie voor een uitgebreide toelichting paragraaf 4.4. Aandachtspunt: • Wanneer de gemeente noodopvang regelt voor vluchtelingen, zijn er mogelijkheden om eerder te starten met onderdelen van maatschappelijke begeleiding. Dit met als doel om de inburgering te versnellen, zodra de vluchtelingen een status heeft gekregen. Te denken valt bijvoorbeeld aan het vroegtijdig koppelen van vrijwilligers aan vluchtelingen of het inzetten van vluchtelingen als vrijwilliger, alsook de koppeling van vluchtelingen aan lokale partijen die iets voor de vluchteling kunnen betekenen. • Maatschappelijk draagvlak: de komst van asielzoekers heeft impact op de Nederlandse samenleving. Er is veel onrust over de effecten van asielzoekers en statushouders op het alledaagse leven, de kansen op de arbeidsmarkt en veiligheid . Wanneer er in de gemeente een noodopvang wordt gevestigd, zal hier aandacht voor moeten zijn en zal er door de gemeente moeten worden geïnvesteerd in bijvoorbeeld een vertegenwoordiger van de gemeente die aanspreekpunt is voor inwoners en maatschappelijke organisaties voor vragen e.d. over de opvang . Daarnaast kan het maatschappelijke draagvlak worden vergroot door de maatschappelijke initiatieven en de inzet van vrijwilligers te versterken of ondersteunen. Onderwijs en Scholing Zoals ook bij de andere scenario's is aangegeven, geldt de Leerplichtwet voor alle kinderen die in Nederland zijn. Kinderen van asielzoekers in Nederland hebben dus recht op onderwijs, zo snel mogelijk nadat ze een veilige en rustige opvang hebben bereikt. Gemeenten moeten zorgen voor onderwijs aan leerplichtige kinderen en zijn verantwoordelijk voor het overleg met de schoolbesturen over het onderwijs. Het schoolbestuur moet het onderwijs voor de kinderen gaan verzorgen. Het COA kan gemeenten en schoolbesturen daarbij adviseren en kan bijvoorbeeld helpen bij het opzetten van een internationale schakelklas of het regelen van lokalen. Scholen krijgen extra geld voor het onderwijs aan kinderen van vluchtelingen. Hiervoor bestaan er diverse landelijke regelingen . Hoeveel een school precies ontvangt, is afhankelijk van de situatie. Om gemeenten te ondersteunen, biedt het COA vergoedingen aan gemeenten waar een opvangcentrum is gevestigd op basis van het Faciliteitenbesluit Opvangcentra. Een van de mogelijke vergoedingen is een bijdrage voor de stichtingskosten huisvesting die gemaakt worden om kinderen in de asielprocedure basisonderwijs te bieden. Dit is de regeling Onderwijshuisvestingsbudgetten ten behoeve van asielzoekers die basisonderwijs volgen . De gemeente kan een beroep op deze regeling doen in geval van een nieuwe (tijdelijke) voorziening of bij uitbreiding van bestaande voorzieningen . Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft in overleg met het COA de Ohba-regeling van toepassing verklaard op opvanglocaties met een vestigingsduur van 6 maanden of langer en een opvangcapaciteit van 100 plaatsen of meer. De bijdrage wordt berekend over de periode die vermeldt wordt in de bestuursovereenkomst die door de gemeente is aangegaan met het COA.
19
Is vervoer vanuit de noodopvang naar school nodig, dan bekostigt COA dit vervoer. Ouders van een leerplichtig kind ontvangen van het COA per schooljaar een bedrag voor de aanschaf van schrijfmateriaal, schooltas, gym-/zwemspullen en dergelijke. Vluchtelingen zonder verblijfsvergunning kunnen geen aanspraak maken op studiefinanciering. Deze vluchtelingen volgen de opleiding mbo of hbo op eigen kosten en betalen het hogere instellingstarief. Werk en Inkomen Asielzoekers mogen maximaal 24 weken per jaar betaald werken. Eventuele inkomsten worden ingehouden op het leef- en kleedgeld . Bewoners die willen werken moeten zelf werk zoeken . Het COA geeft wel advies maar bemiddelt niet. Op en rond het asielzoekerscentrum worden bewoners betrokken bij dagelijkse werkzaamheden . Ze krijgen hiervoor een kleine vergoeding. Noodopvanglocaties hebben geen gevolgen voor de uitgaven van de ISO Brabantse Wal, omdat er nog geen sprake is van 'statushouders', maar van 'vluchtelingen'. Pas als de vluchteling in onze gemeente wordt geplaatst en ingeschreven staat begint zijn of haar integratie en participatie in onze gemeente. Welzijn en gezondheid De medische zorg aan bewoners van een asielzoekerscentrum sluit zoveel mogelijk aan bij de reguliere zorg in Nederland. Vluchtelingen die in de noodopvang verblijven, kunnen, net als ieder ander, naar bijvoorbeeld de huisarts, de verloskundige, de jeugdgezondheidszorg of het ziekenhuis. Het COA is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de gezondheidszorg aan asielzoekers. Op iedere noodopvanglocatie is een Gezondheidscentrum Asielzoekers voor de huisartsenzorg, met huisartsen, praktijkverpleegkundigen, praktijkassistenten en een consulent GGZ. Asielzoekers kunnen daarnaast 24 uur per dag, zeven dagen per week, bellen met het Gezondheidscentrum. Hier worden ze in hun eigen taal te woord gestaan door een medisch professional. De vergoeding van de zorg is voor asielzoekers vastgelegd in de Regeling Zorg Asielzoekers, die door Menzis voor het COA wordt uitgevoerd. Het verstrekkingenpakket van de Regeling Zorg Asielzoekers komt grotendeels overeen met het verstrekkingenpakket van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg . De asielzoeker maakt ook aanspraak op een aantal onderdelen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarnaast is de Jeugdwet gedeeltelijk uitgewerkt in de Regeling Zorg Asielzoekers. Alleen in geval van crisis of een vermoeden van kindermishandeling (Veilig Thuis) is de gemeente verantwoordelijk, ook voor asielzoekers. Hiervoor heeft de gemeente van het Rijk budget gekregen. Omdat asielzoekers doorgaans nauwelijks financiële middelen hebben, geldt voor hen geen eigen bijdrage of eigen risico. COA-medewerkers maken de asielzoekers wegwijs in de organisatie van de gezondheidszorg in Nederland . Zo informeren COA-medewerkers asielzoekers zowel mondeling als schriftelijk over hoe de zorg georganiseerd is en waar de asielzoeker met zijn of haar vraag terecht kan . De GGD'en voeren voor asielzoekers, net als voor alle inwoners in Nederland, taken uit op het terrein van de publieke gezondheidszorg, zoals jeugdgezondheidszorg, infectieziektepreventie, voorlichting en tuberculosescreening . Voor de publieke gezondheidszorg heeft het COA een overeenkomst met GGD GHOR Nederland. Veiligheid In de noodopvang behoort de zorg voor veiligheid tot de taak van het COA. Een noodopvang geldt als particulier terrein , waar het COA verantwoordelijk is voor de veiligheid en openbare orde. Op de locatie zijn dag en nacht BHV-medewerkers en beveiligingsmedewerkers aanwezig en bereikbaar. De bewoners van een noodopvang hebben zich te houden aan de regels die gelden voor iedereen die in Nederland verblijft. Hier wordt op dezelfde manier op toegezien zoals bij Nederlanders. Dat betekent dat bij overtredingen gewoon aangifte wordt gedaan bij de politie. Naarmate een misdraging ernstiger is, is de straf ook ernstiger. Voor een asielzoeker kan bij
20
ernstige misdragingen het directe gevolg zijn dat zijn asielprocedure wordt stopgezet en hij/ zij moet terugkeren naar het land van herkomst. Incidenten die in een noodopvang voorkomen zijn voornamelijk vechtpartijen . In de omgeving van de noodopvang zijn de gemeente en politie verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Uit een onderzoek waarin gemeenten bevraagd werden die een groot AZC op hun grondgebied hebben, bleek dat het hun gezamenlijke ervaring was dat er grote bezorgdheid bij omwonenden was, maar dat er tot op heden zich weinig tot geen incidenten hebben voorgedaan waarbij mensen van buiten de noodopvanglocatie gedupeerd werden . Volgens de gemeenten nam de criminaliteit in de directe omgeving van een noodopvanglocatie niet toe. Soms ervaren omwonenden overlast door grotere groepen mensen in het straatbeeld. Dit werd incidenteel door een bevraagde gemeente genoemd. De beschikbare gegevens betreffende incidenten in de directe omgeving van een noodopvang geven geen afwijkend beeld. Betrouwbare politiecijfers over criminaliteit door vluchtelingen zijn er niet. De politie registreert niet of een dader van een strafbaar feit een vluchteling is. De locatie waar een noodopvang gevestigd wordt, is van invloed op de veiligheid binnen de opvang. De locatie moet geschikt zijn of geschikt te maken zijn . Welke faciliteiten noodzakelijk zijn, is mede afhankelijk van de samenstelling van de groep vluchtelingen. Gezinnen met kinderen vereisen andere faciliteiten en brengen een andere problematiek met zich mee dan bijvoorbeeld een groep alleengaande mannen. Dit kan ook van invloed zijn op de mate waarin overlast ervaren wordt door buurtbewoners of aanliggende bedrijven. Bij het bepalen van een locatie moet ook rekening gehouden worden met de directe omgeving. Het vestigen van een noodopvang in een woonwijk vraagt andere maatregelen dan een noodopvang in een kantooromgeving of op een afgelegen terrein . Bij een noodopvang in een woonwijk zijn meer maatregelen noodzakelijk die gericht zijn op het voorkomen van subjectieve veiligheidsgevoelens en onrust onder buurtbewoners. Mogelijke risico's: • Onrust in de buurt; • Weerstand bij buurtbewoners tegen mogelijke vestiging noodopvang; • Beperkte en/ of geen acceptatie door huidige bewoners; • Acties door buurtbewoners gericht tegen de opvanglocatie en/ of individuele vluchtelingen; • Onvoldoende aanpassing door vluchtelingen; • Spanningen tussen vluchtelingen en agressief gedrag binnen de opvanglocatie; • Overlastgevend gedrag in de buurt. Mogelijke maatregelen: • Informatiebijeenkomsten voor buurtbewoners; • Een team Leefbaarheid en Veiligheid : Het team, onder leiding van een coördinator van de gemeente, maakt afspraken met instanties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en veiligheid, zoals politie, Handhaving, Zorg- en Veiligheidshuis, GGz en de beveiliging van het COA. Het doel is éénduidig optreden en een sluitende aanpak: van preventie tot en met de opvolging van meldingen en van preventieve surveillance tot het omgaan met mogelijke incidenten en maatschappelijke onrust. • Een beheercommissie: Bestaande uit vertegenwoordigers van de buurtbewoners, de politie, de gemeente en het COA. Deze commissie doet voorstellen voor de veiligheid en leefbaarheid. De beheercommissie zorgt voor verdere uitwerking van de maatregelen. De beheercommissie informeert de wijk regelmatig over de stand van zaken en over de diverse maatregelen. • Versterking team politie (wijkagent): Naast de wijkagent wordt extra politie-inzet gegenereerd t.b.v. de wijk/buurt waarin de noodopvang wordt gevestigd. Eventueel kan na een half jaar worden beoordeeld of deze versterking nog steeds noodzakelijk is. • Beveiliging en begeleiding: Het COA zorgt 24 uur per dag, 7 dagen in de week voor beveiliging en begeleiding op de opvanglocatie. • Bereikbaarheid COA: Het COA is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar voor vragen en klachten uit de wijk. • Vinger-aan-de-pols:
21
Het COA en de gemeente maken afspraken dat de bezetting van de opvanglocatie teruggaat in aantallen als er binnen of buitende opvang niet-beheersbare problemen ontstaan. Het team Leefbaarheid en Veiligheid monitort iedere twee weken de situatie en onderneemt actie als dat nodig is. Risiconiveau: • matig / beheersbaar
22
4.4 Scenario 4: in de gemeente wordt een AZC gevestigd Omschrijving scenario Een asielzoekerscentra (AZC) is de reguliere opvang van asielzoekers. Een AZC heeft meestal ruimte voor 300 tot ongeveer 1.500 personen. Het COA is verantwoordelijk voor het beheer van AZC's. Het COA geeft aan dat bij het openen of sluiten van een opvanglocatie de gemeente een belangrijke partner is. Net zoals bij de vestiging van een noodopvang geldt hier dat het COA afspraken met de gemeente vastlegt in een bestuursovereenkomst. Hierin staan afspraken over onder andere het aantal bewoners, de duur van ingebruikname van de locatie en over handhaving van de openbare orde en veiligheid . Afspraken worden ook gemaakt over het beëindigen van de opvang van uitgeprocedeerden, de inzet van personele en materiële middelen, onderwijs, gezondheidszorg en de uitvoering van politietaken. Er is tijdens het gebruik van de locatie intensief contact tussen COA en de gemeente.
Om gemeenten te ondersteunen, biedt het COA vergoedingen aan gemeenten waar een opvangcentrum is gevestigd. Deze vergoedingen vinden hun wettelijke basis in het Faciliteitenbesluit Opvangcentra. Op basis van het Faciliteitenbesluit kan een gemeente waar een opvanglocatie is gevestigd, aanspraak maken op deze uitkeringen. De hoogte hiervan is gerelateerd aan de capaciteit van het centrum . Het Faciliteitenbesluit kent in grote lijnen de volgende vergoedingen: • reguliere vergoedingen (wooneenheden en bijdrage per bewoner): dit is een vergoeding omdat het inwonertal van een gemeente wordt vergroot; • vergoeding voorbereiding/ initiële kosten die een gemeente maakt in de aanloopfase van de vestiging van een noodopvang; • vergoeding onderwijshuisvestingskosten (zie Ohba-regeling). Het COA streeft er naar locaties duurzaam te ontwikkelen. Dat betekent bijvoorbeeld aandacht voor het gebruik van onderhoudsarm bouwmateriaal en laag energieverbruik. Duurzaamheid betekent ook dat de locatie een maatschappelijke meerwaarde creëert voor de omgeving zowel tijdens het verblijf als na vertrek. Bijvoorbeeld door een locatie zo te (ver)bouwen dat het na vertrek te gebruiken is voor een ander doel. Scenario 4: in de gemeente wordt een Al.C gevestigd Wie is verantwoordelijk voor: Gemeente Huisvestinçi Taal en inburçierinçi Participatie Onderwijs x Werk en inkomen Welzijn en gezondheid Veiligheid x
COA
x x x x x x x
Huisvesting: Een AZC bestaat, naast slaapgelegenheid, sanitair en eigen kookfaciliteiten, uit voorzieningen als kantoorruimtes, spreekkamers, recreatieruimtes binnen en buiten, leslokalen en ruimte voor gezondheidsonderzoek. Het COA exploiteert een AZC voor een termijn vanaf twee jaar met een opvangcapaciteit van 300 tot 1500+ personen. Incidenteel worden ook recreatieparken, migrantenhuisvesting of vergelijkbare accommodaties benut. Kleinere, onzelfstandige vestigingen van in ieder geval 200+ kunnen onderdeel zijn van een grote vestiging (het satellietmodel). Bewoners van het asielzoekerscentrum wonen meestal met 5 tot 8 personen bij elkaar in wooneenheden . Elke wooneenheid heeft een aantal slaapkamers en een gedeelde woonkamer, keuken en sanitaire voorzieningen . Taal en Inburgering Afhankelijk van de fase van de procedure waarin een bewoner zich bevindt, biedt het COA op het AZC diverse educatieve programma's aan , waaronder taallessen en de training 'Kennis van de Nederlandse Samenleving' voor bewoners die nog maar kort in Nederland zijn. Wie deze trainingen heeft gevolgd, kan aanvullende taallessen volgen om nog beter Nederlands te leren spreken.
23
Aandachtspunt: • Wanneer de gemeente opvang regelt voor vluchtelingen, kan er voor worden gekozen om eerder te starten met taalbegeleiding en inburgering. Te denken valt bijvoorbeeld aan het vroegtijdig koppelen van vrijwilligers aari vluchtelingen . Maatschappelijke Participatie Vluchtelingen Het COA is verantwoordelijk voor de begeleiding van vluchtelingen die nog geen verblijfstatus hebben. Tijdens het verblijf in de opvang voert het COA regelmatig gesprekken met de bewoners. De begeleiding is afgestemd op de fase in de asielprocedure waarin zij zitten: 1. Fasespecifieke begeleiding : a. Na aankomst in de opvang: alle bewoners krijgen bij aankomst op een opvanglocatie een verplicht intakegesprek, waarin onder meer hun rechten en plichten besproken worden . Daarnaast is er voorlichting over de gang van zaken op de opvanglocatie: Waar doe je boodschappen? Hoe werkt een Hollands toilet? Hoe werkt een wasmachine? Hoe werkt het openbaar vervoer? Bij wie kan je terecht met vragen? Etcetera. b. Tijdens asielaanvraag: aan bewoners die wachten op een beslissing op hun asielaanvraag, biedt het COA een oriëntatietraining aan. Doel is dat bewoners zich oriënteren op hun actuele situatie én hun toekomst. Deelnemers aan de training krijgen onder meer informatie over school en opvoeding, gezondheidszorg en de positie van de vrouw in Nederland. c. Na verkrijgen verblijfsvergunning: statushouders kunnen zich tijdens hun resterende verblijf in de opvang voorbereiden op hun inburgering in Nederland. Met een training 'Kennis van de Nederlandse Samenleving' en aanvullende Nederlandse taallessen bereiden bewoners zich voor op de verplichte inburgering bij de gemeenten. De lessen richten zich op de kennis die vergunninghouders nodig hebben als ze een woning krijgen in een gemeente en besteden aandacht aan de eigen verantwoordelijkheid , meedoen in de samenleving, wonen, gezondheidszorg, werk en inkomen. Ook krijgen statushouders persoonlijke begeleiding van COAmedewerkers. d. Na afwijzen asielaanvraag: bewoners van wie de asielaanvraag is afgewezen, begeleidt het COA in het bewustwordingsproces dat zij niet in Nederland kunnen blijven. Het COA geeft voorlichting over de mogelijkheden terug te keren en voert 'vertrekgesprekken' samen met de Dienst Terugkeer & Vertrek. 2. Partners en peereducators: Een deel van de voorlichting aan asielzoekers organiseert het COA samen met partners, zoals de GGD, Jeugdgezondheidszorg en Vluchtelingenwerk. Op sommige locaties traint de GGD bewoners om op te treden als gezondheidsvoorlichter. Deze 'peereducators' helpen de GGD bij voorlichting over bijvoorbeeld soa's, aids, anticonceptie, meisjesbesnijdenis en de gezondheidszorg in Nederland. De voorlichters hebben diverse culturele achtergronden en weten hoe hun landgenoten over deze gezondheidsthema's denken. Op sommige opvanglocaties verwelkomen kinderen 'nieuwe' kinderen . 3. Intensief begeleidende opvang: In de intensief begeleidende opvang vangt het COA de bewoners op die gedrag vertonen dat binnen de reguliere opvang tot problemen leidt voor medewerkers en/of medebewoners. De overlastgevende bewoner verhuist tijdelijk naar een speciale opvanglocatie waar hij intensieve begeleiding krijgt. Deze bestaat onder meer uit het aanleren van vaardigheden en gedrag waarmee zijn zelfredzaamheid toeneemt en hij beter kan functioneren binnen de opvang. Plaatsing binnen de intensief begeleidende opvang heeft altijd tot doel de bewoner terug te laten keren naar de reguliere opvang. 4. Het COA geeft daarnaast voorlichting over praktische zaken zoals de gang van zaken op het asielzoekerscentrum en gezondheidszorg
In het kader van zelfwerkzaamheid is het mogelijk mee te werken aan terreinonderhoud , het schoonhouden van gemeenschappelijke ruimtes. Bewoners krijgen hiervoor een kleine vergoeding . Ook kunnen bewoners en hun kinderen meedoen aan cursussen of sporten bij de plaatselijke sportclub.
24
Aandachtspunt: • Maatschappelijk draagvlak: de komst van asielzoekers heeft impact op de Nederlandse samenleving. Er is veel onrust over de effecten van asielzoekers en statushouders op het alledaagse leven, de kansen op de arbeidsmarkt en veiligheid. Wanneer er in de gemeente een AZC wordt gevestigd zal hier, net als bij noodopvang, aandacht voor moeten zijn en zal er door de gemeente moeten worden geïnvesteerd in bijvoorbeeld een vertegenwoordiger van de gemeente die aanspreekpunt is voor inwoners en maatschappelijke organisaties voor vragen e.d. over de opvang. Daarnaast kan het maatschappelijke draagvlak worden vergroot door de maatschappelijke initiatieven en de inzet van vrijwilligers te versterken of ondersteunen. Onderwijs en Scholing Bij scenario 4 geldt hetzelfde als wat is beschreven bij scenario 3: er wordt een noodopvang voor vluchtelingen gevestigd in de gemeente. Werk en Inkomen Een deel van de asielzoekers kiest ervoor te werken of te studeren tijdens hun verblijf in de opvang. Afhankelijk van de fase van de procedure waarin een bewoner zich bevindt, biedt het COA op het AZC diverse educatieve programma's aan. Op elk AZC is een Open Leercentrum. Hier staan computers en kunnen bewoners in hun eigen tempo en op hun eigen niveau werken of gebruik maken van internet. Kinderen kunnen hier hun huiswerk maken. Er is begeleiding van medebewoners en vrijwilligers. Volwassenen die onderwijs willen volgen, kunnen daarbij ondersteuning krijgen van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF. Het UAF ondersteunt vluchtelingen en asielzoekers in de vorm van advies en voorlichting, maar ook in de begeleiding tijdens studie, bemiddeling naar werk en financiële ondersteuning.
Een asielzoeker mag in Nederland 24 weken per jaar werken . Werken kan alleen met een tewerkstellingsvergunning . Dit is een document dat aantoont dat een asielzoeker mag werken. Het UWV geeft de tewerkstellingsvergunning aan de werkgever van de asielzoeker. Dit gebeurt als een asielaanvraag minstens 6 maanden in behandeling is. Het 1ehalf jaar kan een asielzoeker dus niet werken . Het UWV controleert ook of de werkgever genoeg loon betaalt. Een asielzoeker heeft recht op dezelfde beloning als Nederlanders. Heeft een asielzoeker werk, dan betaalt hij het COA een eigen bijdrage. Onder meer voor kosten van de opvang. Hij mag 25% van de inkomsten houden, tot maximaal€ 185 per maand . Verdient iemand meer dan dit bedrag, dan mag hij de rest van de inkomsten houden. Asielzoekers die willen werken, moeten zelf werk zoeken. Het COA geeft wel advies, maar bemiddelt niet. Asielzoekers kunnen ook werkzaamheden verrichten in het AZC. Bijvoorbeeld schoonmaken en helpen bij het onderhoud van de gebouwen of de tuin . Dat kan maximaal 25 uur per week. Hiervoor is geen tewerkstellingsvergunning nodig. De asielzoeker ontvangt hiervoor een kleine vergoeding : € 0,56 tot€ 1,10 per uur met een maximum van €14 per week. Asielzoekers ontvangen wekelijks leefgeld voor eten en kleding. De hoogte van het leefgeld is afhankelijk van de gezinssamenstelling en het eventuele inkomen van de bewoners. Bewoners met een eigen inkomen of vermogen dragen zelf bij in de kosten van de opvang. Het COA geeft eenmalig een vergoeding voor huishoudelijke spullen en verstrekt waar nodig incidentele vergoedingen voor bijvoorbeeld reiskosten of een baby-uitzet. Welzijn en Gezondheid De medische zorg aan vluchtelingen sluit zoveel mogelijk aan bij de reguliere zorg in Nederland . Vluchtelingen die in een opvang van het COA verblijven kunnen, net als ieder ander, naar bijvoorbeeld de huisarts, de verloskundige, de jeugdgezondheidszorg of het ziekenhuis. Het COA is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de gezondheidszorg aan asielzoekers.
In ieder asielzoekerscentrum is een Gezondheidscentrum Asielzoekers voor de huisartsenzorg, met huisartsen, praktijkverpleegkundigen, praktijkassistenten en een consulent GGZ. Asielzoekers kunnen daarnaast 24 uur per dag, zeven dagen per week, bellen met het Gezondheidscentrum. Hier worden ze in hun eigen taal te woord gestaan door een medisch professional. 25
De vergoeding van de zorg is voor asielzoekers vastgelegd in de Regeling Zorg Asielzoekers. Het verstrekkingenpakket van de Regeling Zorg Asielzoekers komt grotendeels overeen met het verstrekkingenpakket van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. De asielzoeker maakt ook aanspraak op een aantal onderdelen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Daarnaast is de Jeugdwet gedeeltelijk uitgewerkt in de Regeling Zorg Asielzoekers. Alleen in geval van crisis of een vermoeden van kindermishandeling (Veilig Thuis) is de gemeente verantwoordelijk, ook voor asielzoekers. Hiervoor heeft de gemeente van het Rijk budget gekregen. Omdat asielzoekers doorgaans nauwelijks financiële middelen hebben, geldt voor hen geen eigen bijdrage of eigen risico. Het COA heeft de uitvoering van de Regeling Zorg Asielzoekers in handen gegeven van zorgverzekeraar Menzis. COA-medewerkers maken de asielzoekers wegwijs in de organisatie van de gezondheidszorg in Nederland. Zo informeren COA-medewerkers asielzoekers zowel mondeling als schriftelijk over hoe de zorg georganiseerd is en waar de asielzoeker met zijn of haar vraag terecht kan . De GGD'en voeren voor asielzoekers, net als voor alle inwoners in Nederland, taken uit op het terrein van de publieke gezondheidszorg, zoals jeugdgezondheidszorg, infectieziektepreventie, voorlichting en tuberculosescreening . Voor de publieke gezondheidszorg heeft het COA een overeenkomst met GGD GHOR Nederland. Veiligheid In een AZC behoort de zorg voor veiligheid tot de taak van het COA. Een AZC geldt als particulier terrein, waar het COA verantwoordelijk is voor de veiligheid en openbare orde. Bij de meeste AZC's kiest het COA voor een afscheiding. Op de locatie zijn dag en nacht BHV-medewerkers en beveiligingsmedewerkers aanwezig en bereikbaar. Vluchtelingen ontvangen bij aankomst in een AZC een informatiemap met daarin de huisregels waar zij zich aan te houden hebben. De bewoners van een AZC hebben zich te houden aan de regels die gelden voor iedereen die in Nederland verblijft. Hier wordt op dezelfde manier op toegezien zoals bij Nederlanders. Dat betekent dat bij overtredingen gewoon aangifte wordt gedaan bij de politie. Naarmate een misdraging ernstiger is, is de straf ook ernstiger. Voor een asielzoeker kan bij ernstige misdragingen het directe gevolg zijn dat zijn asielprocedure wordt stopgezet en hij/zij moet terugkeren naar het land van herkomst. Incidenten die op AZCterreinen voorkomen zijn voornamelijk vechtpartijen. In de omgeving van een AZC zijn de gemeente en politie verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Uit een onderzoek waarin gemeenten bevraagd werden die een groot AZC op hun grondgebied hebben, bleek dat het hun gezamenlijke ervaring was dat er grote bezorgdheid bij omwonenden was, maar dat er tot op heden zich weinig tot geen incidenten hebben voorgedaan waarbij mensen van buiten het AZC gedupeerd werden. Volgens de gemeenten nam de criminaliteit in de directe omgeving van een AZC niet toe. Soms ervaren omwonenden overlast door grotere groepen mensen in het straatbeeld. Dit werd incidenteel door een bevraagde gemeente genoemd. Betrouwbare politiecijfers over criminaliteit door asielzoekers zijn er niet. De politie registreert niet of een dader van een strafbaar feit een asielzoeker is. De locatie waar een AZC gevestigd wordt, is van invloed op de veiligheid binnen de opvang. De vestiging moet geschikt zijn of geschikt te maken zijn . Welke faciliteiten noodzakelijk zijn , is mede afhankelijk van de samenstelling van de groep asielzoekers. Gezinnen met kinderen vereisen andere faciliteiten en brengen een andere problematiek met zich mee dan bijvoorbeeld een groep alleengaande mannen. Dit kan ook van invloed zijn op de mate waarin overlast ervaren wordt door buurtbewoners of aanliggende bedrijven. Bij het bepalen van een locatie moet dan ook rekening gehouden worden met de directe omgeving. Het vestigen van een AZC in een woonwijk vraagt andere maatregelen dan een AZC in een kantooromgeving of op een afgelegen terrein. Bij een AZC in een woonwijk zijn meer maatregelen noodzakelijk die gericht zijn op het voorkoming van subjectieve veiligheidsgevoelens en onrust onder buurtbewoners. Mogelijke risico's: • Onrust in de buurt; • Weerstand bij buurtbewoners tegen mogelijke vestiging AZC ; • Beperkte en/of geen acceptatie door huidige bewoners;
26
• • • •
Acties door buurtbewoners gericht tegen de opvanglocatie en/of individuele asielzoekers; Onvoldoende aanpassing door asielzoekers; Spanningen tussen asielzoekers en agressief gedrag binnen de opvanglocatie; Overlastgevend gedrag in de buurt.
Mogelijke maatregelen: • Informatiebijeenkomsten voor buurtbewoners; • Een team Leefbaarheid en Veiligheid : Het team , onder leiding van een coördinator van de gemeente, maakt afspraken met instanties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en veiligheid, zoals politie, Handhaving, Zorg- en Veiligheidshuis, GGz en de beveiliging van het COA. Het doel is éénduidig optreden en een sluitende aanpak: van preventie tot en met de opvolging van meldingen en van preventieve surveillance tot het omgaan met mogelijke incidenten en maatschappelijke onrust. • Een beheercommissie: Bestaande uit vertegenwoordigers van de buurtbewoners, de politie, de gemeente en het COA. Deze commissie doet voorstellen voor de veiligheid en leefbaarheid. De beheercommissie zorgt voor verdere uitwerking van de maatregelen. De beheercommissie informeert de wijk regelmatig over de stand van zaken en over de diverse maatregelen. • Versterking team politie (wijkagent:) Naast de wijkagent wordt extra politie-inzet gegenereerd tbv de wijk/buurt waarin de noodopvang wordt gevestigd. Eventueel kan na een half jaar worden beoordeeld of deze versterking nog steeds noodzakelijk is. • Beveiliging en begeleiding: Het COA zorgt 24 uur per dag, 7 dagen in de week voor beveiliging en begeleiding op de opvanglocatie. • Bereikbaarheid COA: Het COA zorgt ervoor dat zij 24 uur per dag telefonisch bereikbaar zijn voor vragen en klachten uit de wijk. • Vinger-aan-de-pols: Het COA en de gemeente maken afspraken dat de bezetting teruggaat in aantallen als er binnen of buiten de opvang niet beheersbare problemen ontstaan. Het team Leefbaarheid en Veiligheid monitort iedere twee weken de situatie en onderneemt actie als dat nodig is. Risiconiveau: • matig / beheersbaar
27
5 Communicatie Doel van het gezamenlijke proces van college en raad is om op basis van een probleemanalyse, expertmeeting en consultatie van inwoners en maatschappelijke organisaties komen tot besluitvorming over de manier waarop de gemeente Bergen op Zoom de opvang van vluchtelingen en statushouders wil vormgeven . Op dit moment is in de communicatie de kernboodschap: Om te komen tot een zorgvuldige besluitvorming over de opvang van vluchtelingen, doorloopt de gemeente Bergen op Zoom diverse stappen. Na analyse, een expertmeeting en consultatie van inwoners en maatschappelijke organisaties beslist het gemeentebestuur in mei/juni over de vraag: wil en kan de gemeente Bergen op Zoom een bijdrage leveren aan de opvang van vluchtelingen en statushouders die verder gaat dan de wettelijke taakstelling en zo ja, op wat voor manier dan? Voor dit dossier zijn de principes bij de communicatie: De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid als het gaat om bijdragen aan de noodzakelijke opvang van vluchtelingen . De gemeente staat voor een zorgvuldig en transparant proces van besluitvorming. Uitgangspunten communicatie
De communicatie is open, eerlijk, transparant. Openheid en duidelijkheid zijn de kernwoorden. De gemeente geeft aan de dialoog aan te willen gaan, maar is tegelijkertijd volstrekt helder over wat doelgroepen kunnen verwachten en is daarin realistisch. De communicatie is op tijd en regelmatig. De gemeente communiceert tijdig en met regelmaat over het proces en de voortgang daarvan. De communicatie is afgestemd op de verschillende doelgroepen: maatwerk. Uitgangspunt hierbij is dat informatie eerst intern wordt afgestemd, dus dat er nauwe samenwerking en afstemming plaatsvindt tussen college en raad, waarna medewerkers worden geïnformeerd. Daarna volgen betrokken instanties, inwoners en pers (in deze volgorde). Het gekozen scenario en vervolgens de eventuele locatie(s) zijn bepalend voor de manier waarop de communicatie verder wordt vormgegeven . Hiervoor wordt de communicatieaanpak verder uitgewerkt. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten: Begin met luisteren; weet wat er speelt. Bij eventuele onrust in een wijk kan dit thema leiden tot escalatie. Continue dialoog: ga in gesprek en blijf in gesprek. Zoveel mogelijk persoonlijk contact. Zorg dat hiervoor voldoende capaciteit beschikbaar is. Houd bijeenkomsten kleinschalig en zorg ook hier voor contact Een boodschap, spreek met een mond. Zowel in- als extern. Richt zo divers mogelijke klankbordgroep in. Belicht ook de positieve zaken De burgemeester is woordvoerder over het proces, wethouder Kammeijer is woordvoerder over de inhoud.
28
6 Financiën In hoofdstuk 4 zijn de vier scenario's nader uitgewerkt waarvoor de gemeente zou kunnen kiezen als bijdrage aan het vluchtelingenvraagstuk. Hieraan zijn voor onze gemeente diverse financiële gevolgen verbonden . Deze worden in dit hoofdstuk nader beschreven. 1. Wettelijke taakstelling huisvesting statushouders Gemeenten zijn verplicht om de wettelijke taakstelling huisvesting statushouders uit te voeren . Zodra het verzoek tot asiel is ingewilligd, wordt een statushouder gekoppeld aan een gemeente. Naast huisvesting dienen gemeenten aanvullend zorg te dragen voor praktische hulp, integratie en participatie van de statushouders. De kosten van huisvesting komen voor rekening van de statushouder. De maatschappelijke begeleiding komt voor rekening van de gemeente. Hiervoor ontvangen gemeenten op grond van het bestuursakkoord Verhoogde asielstroom in 2016 en 2017 een verhoogde eenmalige bijdrage van€ 2.370 per statushouder (zijnde tussen de 16 en 67 jaar oud)(was €1 .000). Deze taakstelling wordt reeds uitgevoerd door de gemeente Bergen op Zoom en bedraagt voor 2016177 statushouders. Op het moment een statushouder inwoner wordt van de gemeente Bergen op Zoom heeft deze persoon - naast de hiervoor genoemde huisvesting, praktische hulp, integratie en participatie - naar gelang zijn/haar situatie recht op diverse gemeentelijke voorzieningen die gelden voor iedere inwoner van onze gemeente. Gelet op het feit dat het recht op de diverse voorzieningen persoons-/situatieafhankelijk is, is het lastig om exact te becijferen wat een statushouder kost en wat het voor de gemeente Bergen op Zoom betekent. Wel is getracht op basis van huidige inzichten om de mate waarin een mogelijk beroep op gemeentelijke voorzieningen kan worden gedaan door een asielzoeker of statushouder te beschrijven. In tabel 1 staan de beschikbare gemeentelijke voorzieningen opgenomen specifiek toegespitst op asielzoekers/statushouders. Door de verhoogde komst van grote groepen vluchtelingen zal de wettelijke taakstelling huisvesting statushouders in de toekomst naar verwachting fors toenemen met als gevolg een toename in beroep op gemeentelijk voorzieningen. In het voorjaar volgt nog een tweede bestuursakkoord, waarin nadere (financiële) afspraken worden gemaakt over verdeling van de eenmalige financiële compensatie voor bijstandsuitkeringen statushouders (€ 50 miljoen macro), gezondheidszorg, jeugd en maatschappelijke ondersteuning. De verwachting is dat de financiële gevolgen hiervan zullen worden meegenomen in de voorjaarsnota/meicirculaire 2016. 2. Huisvesting statushouders meer dan wettelijke taakstelling Voor gemeente Bergen op Zoom bestaat de mogelijkheid om te kiezen voor het huisvesten van meer statushouders dan de wettelijke taakstelling . Dit betekent dat het beroep op de gemeentelijke voorzieningen zal toenemen . In welke mate is niet te becijferen omdat iedere statushouder andere behoeften heeft op grond van zijn/haar situatie. Wel kan worden aangegeven dat er sprake zal zijn van toename in kosten voor onze gemeente. Voor de maatschappelijke begeleiding ontvangt de gemeente Bergen op Zoom voor elke gehuisveste statushouder tussen de 16 en 67 jaar oud op grond van het bestuursakkoord Verhoogde asielstroom in 2016 en in 2017 een eenmalige bijdrage van€ 2.370. Aandacht wordt gevraagd bij dit scenario voor de verwachte forse toename van de wettelijke taakstelling huisvesting statushouders. De meerjarige verwachting van deze taakstelling is niet bekend en hangt sterk af van de verhoogde instroom. Hier kan mogelijk sprake zijn op termijn van een risico. Dit omdat niet vooraf volledig is in te calculeren of de wettelijke taakstelling en eventuele extra te huisvesten statushouders haalbaar zal zijn .
29
Oe m•te wHrfn m1111r ol minde r beroep wordt gedHn op bes.chlkb1re voonlenlngen voor Hlelloekers/st1tus houd11rs per s.cen1rio 8eschlkbue 1emeentelljk11 voonl11nln1en Hle1zoekers/st•t ushouders
Ke n• riol
Ken•rlol
Kenillri04
v11n:or1ennoodopv1ngloc1tle
veno rgen •sle lioekersr:entrum
sctn•rio2
Huisvesten meer st'1ushouders d•n Ultvoeren hulsves tlngwe tteli/ke tHkstellln1 s tatushouden w11ttelljketHkst111Hn1 inlet ambll!lljke uien ivm afst e mming extra Inzet ambtelljke uren ivm aanbledeishu!svestlng/COAeneve ntu ele afs temming aanbieders o ntwikk elingskos te n ni euwe loca t!cs h u l~vestin g/COA tt:YVscenar lo l; eventueleontwikkelings kosten nieuw e (semlpermanente)loca tles
ex t ramzêlambtelljke 1,1ren{ bljY aanstellen o mgevi ngsmanagtor); evcn tu eleo ntwlkkclings-kosten nleuwelocatle
1Huls11estln1
facilil e ren hu lsvestlng
V11llf1held
gemeenlelijke 1oe1kht (BOA'sl
1,1itvoering reg1,1Uere toezlchtho1,1dende
Welzljn&1ezondh111d
jeugdgezondheidsiorg(0-4 iarigen)
beroep op JGZ dOOf kind eren 0 - 4 1a;ir (subsidie TWB)
Jeugdgezondhe!dsl0 rg{ S - 18jarigen)
beroep op JGZ dooi kinde ren van 5 18 haser beroep op JGZ doo i kindeien van nvt jaa1 {gemeentelijke lnwonersblld1age aan 5 - l8 j11ar (gemeentelijke GGD! lnwoner$bl jdrage aan GGD komt lm<>11 ell konderdruktesta;in be roep op pubhek11 gerondh~ds101g hoger beroep op publieke (gemeentell/ke inwonersbi;drase GGD) gelOndhe!dszorg {gemeenlelijke lnwonersbijdr;ige GGD komt mogeliJk onderd1uktes1aan)
Pubhekevolksgeiondheid
collectieo.reriektekostenve1iekc1lng
toenameinbe1oepopdezekosten
maalschappelljkwerk
beroep op maatschappelijk werk (subsidie ex tra toen;ime In beroep op Wi )Z ljn) maatsch;ippelljkwerk(subsi dlc bljdrJllC kom1 mo11elljk onde rdrukt es1aan)
Wmo • voorlienlngen (collectlef & maal wer k)
toen a me In beroep op Wmo voor?len1n11en(persoomarhankelljk)
e•tra toename ln beroep op WMO vooulenlngentovs.cen111iol
VOOl'rien!ngenogvieugdwe t
toename In be•oep o p maatweikvoo1 rieningen ogv Jeugdwe1
l!lftra be1oep op maa1w erkvoomeningen QllV Jeugdwet !OV scena rio 1 (persoons..ilhankelijk)
(per~nioalh ankellfk)
werlt & Inkomen
toename in beroep op e.iraloenamebefoepop inkomensvoonienlng ogv Wet Buig (voor inkom~voortienlngen ogv Wel BUIG alleensla;1ndeC97211ngNlnnenC 1.390) tovscen;111ot
huil;11e;tl ngskos1en(bifv.l nrichllng)
verstrekklngoverb1ugglngs· /inrlchtlngskredlel voo r all eenstaa nd e C 4.000 en voor 11.ezlnnen C 7.000 verzwaring takenpa kke t kln ntm a nagl!fs e n toename bestedi ngen aa n reintc- ratlet ralecten vooruenlnglssr1ua tie/persoom;ilhankeHlk. mogelijk recht o p kw ijtschel ding ;ilv;ils1offenhelfln11 en 1ioolrecht
bij1ondereb1ptandsvoorlieningen Kwi~ scheld1ngen
P•nld p•lh!
lmH ts.ch•ppellJke bege leldl ng
b11 cr1s1s of vermoede11 kindermlshandcling (Veilig Thuis) beroep op gemeentelijke maat w e1kvoorrienlngen ogv jeugdwet
krediete n tovscenario 1 e•traverLWaringtakenpakket klantmanagms e n h<>ser beroep o p relntev: ratletr;a"ectentovscen;irlo l mogeHjkhoger beroepop bijlonde1e bi tandtovscenario l mogelijk 1echt op kwi~schelding ilfHlstoffenheffi n en rioolrecht n.v.1.
sutushoude1~hebbennoggeenschuld als
Onderwljuchterstandc-nbeleld fvoorschookeeduc.atle)
zij In onze gemeente komen wonen. beroep op de voorschoolse educ;itie (OA0 hoger beroep op voorschooke educatie n.v.t . middelen) (OA8 m!ddelenj Voldoende onderwijshuisvesting beschikbaar. leegstand wordt eerst benut.
brj crK1s of vermoeden kindermtshandeling (Veilig ThuK) beroep op gemeenletljke maatwerkvoonieningen ogv jeugdwel
l!•lr atoenameve~t rekk ingen
schuldhulp
hu isvntln11 o ndcrwlP,vOQflienlng
extralnzetgemeenteljke toezichth ouders
e•W1toenamei nberoepopdele kost e nt ovsce nario 1
8ijst;inds11001ven1ng
participatievoorziening
onderwijs
e11a Inzet uitvoering toeiichthoudende ~t r a Inzet gemeentelijke toezichlhoudCts lunctle 1oen11me beroep op JGZ indien er meer nvt kind e re n worden gehuisvest; maselljk hase res1,1bsldleb1jdrageainTWB
e xtraintetambtelijke1,1ren{bl;v. aans tellen o mgevlngsma nagm); evantueleo ntwlkke!! ngs-koste n nieuwe locatie
Jifhankelljk 11a1>besch1kba•e onderwijshu1svestmg. Ook hier word! leegstand eern benut (hulsvestlng)v~ordet1ing onderw1M
bljuitb1eldingolnleuwe onderwiisvoorilening basisonde rwijs k;in gemeente betoep doen op Ohba-regelln11.
bljuitbreidlngofn1euwe onderwi.isvoonieni ng b;asisonderwijsk.ingemeente beroep doen op Ohba-re11eli ng.
b tra intet ambt elijke capndte1t voo1 draagvlak samenleving
Ma;it schappelljke~1l ici pat ieschoolgaandekinderen
t oenamein be1oepopde1ekosten
e• Ua toename in be1oep op deLe
soclaalcul1Ull!ll!bl]d ra11e
IOt:namelnberoepopdelekosten
ex tr a toename in be1oep opdeie koslen
ma atsc happ1JUlkebettl!lcld ln11(lnclt ooleld!ngnaar Int eg rat ie/Inburge ring!
beroep op maatsc happelijke bC'11c le ldln11 (rmba rngchngj
hoge r ber oe p op maatsc happelijke h trn lntet amb tcllike capacltcil OOgclelding tov scenario l ; extra lntcl voor d ra;igv l;1 k sarnenlevlng ambtelljkecaparneit
Tabel 1: gemeentelijke voorzieningen asielzoekers/statushouders
3. Noodopvang voor vluchtelingen Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is verantwoordelijk voor de opvang, begeleiding en uitstroom (uit de opvang) van asielzoekers in Nederland. Het COA beheert/verzorgt de noodopvang (middellange termijn, max 2 jaar) voor vluchtelingen en is verantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid in deze locatie. De vestiging van een noodopvanglocatie mag de gemeente geen geld kosten. In principe draagt het COA via rijksvergoedingen de kosten voor de noodopvang van de vluchtelingen en wordt de gemeente op grond van het faciliteitenbesluit opvangcentra via vergoedingen gecompenseerd voor de kosten die zij zelf moet maken. Het gaat hier om de volgende vergoedingen: • reguliere vergoedingen (wooneenheden en bijdrage per bewoner). Het inwonertal van de gemeente wordt met de komst van een opvangcentrum vergroot. Dit verhoogde inwonertal zal veelal niet direct resulteren in een hogere uitkering uit het Gemeentefonds. Het COA verstrekt daarom jaarlijks, gedurende de periode van de bestuursovereenkomst, een uitkering. • vergoeding voorbereiding/ initiële kosten De vestiging van een nieuw opvangcentrum brengt voor een gemeente in de aanloopfase extra voorbereidende werkzaamheden met zich mee. Hierbij valt te denken aan het organiseren van informatiebijeenkomsten voor de omwonenden. Op basis van een met de gemeente vooraf overlegde begroting wordt in overleg tussen gemeente en COA een bijdrage in de kosten overeengekomen. • vergoeding onderwijshuisvestingskosten (Ohba-regeling)
30
De gemeente ontvangt een bijdrage voor de stichtingskosten huisvesting die gemaakt worden om kinderen in de asielprocedure basisonderwijs te bieden. Dit is de regeling 'Onderwijshuisvestingsbudgetten ten behoeve van asielzoekers die basisonderwijs volgen' {Ohba-regeling, zie voor uitgebreide toelichting paragraaf 4.3) 4. Vestigen asielzoekerscentrum Naast noodopvang is COA ook verantwoordelijk voor de opvang, begeleiding en uitstroom van asielzoekers in een asielzoekerscentrum. Het COA maakt samen met de gemeente afspraken over onder meer het aantal opvangplaatsen, hoe lang de opvang blijft, de organisatie van het centrum, de financiering, de overlegstructuur en het onderwijs aan de kinderen van de bewoners. Om gemeenten te ondersteunen biedt het COA op grond van het Faciliteitenbesluit Opvangcentra ook hier vergoedingen aan gemeenten waar een opvangcentrum is gevestigd. {zie toelichting scenario 3).
Bij grove inschatting kan op grond van huidige inzichten en beschikbare gemeentelijke voorzieningen worden aangegeven dat voor scenario 1 en 2 er sprake zal zijn van mogelijk verhoogde uitgaven door onze gemeente. De gemeente draagt dezelfde verantwoordelijkheid voor statushouders als voor iedere andere inwoner van Bergen op Zoom. En voor scenario 3 en 4 worden de bestedingen voornamelijk door het COA gedragen. Zodra de keuze voor een scenario is gemaakt, zal het betreffende scenario verder financieel worden doorgerekend.
31