onevenredig verzwaarde risico’s Sinds 2009 publiceert het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) de lijst van de ondernemingen behorend tot de meest onevenredig verzwaarde risico (OVR) in arbeidsongevallen vastgesteld tijdens een periode van 3 jaar. In 2009 en 2010 waren dit er respectievelijk 100, 150. Vanaf 2011 zijn dit er 200. Deze ondernemingen zijn onderworpen aan de wettelijke bepalingen voor onevenredig verzwaarde risico’s die van kracht zijn sinds 1 januari 2009, met name aan art. 49bis en 49ter van de wet van 10 april 1971 en het KB van 23 december 2008 gewijzigd door het KB van 23 november 2010, 30 november 2011 en 4 december 2012. . Waarover gaat het precies en wat zijn de gevolgen voor de betrokken bedrijven?
• • • • • • • • •
wat is een onevenredig verzwaard risico (OVR)? hoe wordt de lijst van OVR-bedrijven samengesteld? wie bepaalt of een onderneming een OVR is? wat zijn de gevolgen voor een onderneming die opgenomen wordt in de lijst van OVR-bedrijven? wat als een onderneming het volgende jaar nog steeds voldoet aan de OVR-criteria? over de observatieperiodes hoe wordt de risico-index berekend? wie doet wat en wanneer: een chronologisch overzicht bezwaar aantekenen
wat is een onevenredig verzwaard risico (OVR)? Een onderneming wordt als OVR beschouwd als • er minstens 5 dodelijke ongevallen of ongevallen met een tijdelijke ongeschiktheid van minimum vier dagen als gevolg, gebeurd zijn in de observatieperiode. EN • haar risico-index gedurende de observatieperiode van drie jaar de hierna bepaalde drempel overschrijdt
De drempel wordt overschreden wanneer de risico-index van de onderneming van het laatste jaar en minstens één van de andere jaren van de observatieperiode. •
op jaarbasis minstens tienmaal de gemiddelde index van de activiteitssector van de onderneming bereikt,
EN • dertigmaal de gemiddelde index van de privésector in de loop
hoe wordt de lijst van OVR-bedrijven samengesteld? Van de ondernemingen die de drempel overschreden hebben, worden de 200 ondernemingen geselecteerd waarvan de risico-index het sterkst afwijkt van het gemiddelde van hun activiteitensector tijdens het laatste jaar van de observatieperiode. De selectie houdt dus geen rekening met de financiële statistiek. (Vanaf 2012 kan het aantal van 200 gewijzigd worden bij ministerieel besluit.).
wie bepaalt of een onderneming een OVR is? Het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) bepaalt de risico-index van de privésector, de risico-indexen van de activiteitssectoren en deze van de ondernemingen. Op basis daarvan legt het de lijst van de 200 OVR-ondernemingen vast. Het FAO is als enige hiervoor volledig verantwoordelijk. Het is trouwens de enige instantie die over de nodige elementen beschikt om dit te doen. De ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van het ondernemingsnummer (toegekend door de Kruispuntbank van ondernemingen). Een onderneming met verschillende vestigingen wordt als één eenheid beschouwd. De activiteitssector van een onderneming wordt bepaald door de door de RSZ toegekende NACE-code (4 cijfers). Zijn er verschillende NACE-codes toegekend aan een onderneming? Dan geldt als referentie de code van de activiteit met het grootste aantal werknemers (uitgedrukt in voltijds tewerkgestelde equivalenten). De nace-code is een publiek gegeven en wordt verondersteld gekend en beheerst te zijn door de ondernemingen. Aanpassingen kunnen enkel gebeuren door de Kruispuntbank van de ondernemingen.
wat zijn de gevolgen voor een onderneming die opgenomen wordt in de lijst van OVR-bedrijven? Het contract wordt voor een periode van 3 jaar verlengd, • vanaf 1 januari volgend op de mededeling • zonder mogelijkheid tot opzegging zowel door de verzekeraar als de verzekerde. De onderneming moet een forfaitaire preventiebijdrage betalen : • ze bedraagt minimum 3.000 euro + 2.000 euro per bijkomende schijf van 50 werknemers (met jaarlijkse indexatie). • ze maakt geen deel uit van de premie en heeft geen gevolg voor de commissie van de makelaar. • ze dient om de aan de verzekeringsmaatschappijen opgelegde advieskosten te dekken. Het FAO volgt de samenwerking op tussen de onderneming en de verzekeringsmaatschappij via het jaarlijks rapport over de preventiediensten dat de verzekeringsmaatschappij tegen 30/06 naar het FAO moet sturen.
Het FAO deelt de ondernemingen die de bepalingen van het KB niet respecteren mee aan het FOD Toezicht Welzijn op het Werk, met als mogelijke gevolgen: • een bezoek van de inspecteurs van het FOD • een boete voor het niet betalen van de bijdrage en/of het niet respecteren van de andere wettelijke bepalingen op het gebied van welzijn, zoals het globaal preventieplan, het jaarlijks actieplan, het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, het aansluiten bij een externe preventiedienst …
wat als een onderneming het volgende jaar nog steeds voldoet aan de OVRcriteria? (Art. 3 van het KB van 23 november 2010 en KB van 4 december 2012.) Als de onderneming de forfaitaire preventiebijdrage betaald heeft zoals gevraagd door de verzekeringsmaatschappij en een actieplan opgesteld heeft, wordt zij tijdens de selectie de 2 volgende jaren, niet behandeld als een OVR. Als zij niet voldaan heeft aan deze twee voorwaarden (betalen van bijdrage en opstellen van een actieplan), zal ze opnieuw in aanmerking genomen worden bij de opmaak van de nieuwe OVR-lijst. De betrokken onderneming wordt op de hoogte gebracht van de mogelijke gevolgen indien ze opgenomen wordt in deze lijst.
over de observatieperiodes De eerste observatieperiode bestreek de jaren 2006, 2007 en 2008. Begin november 2009 werd de eerste OVR-lijst opgesteld en ten laatste op 30 juni 2010 moesten de preventiediensten van de verzekeraars de actieplannen voorleggen. De tweede observatieperiode bestreek de jaren 2007, 2008 en 2009, de derde de jaren 2008, 2009 en 2010, de vierde: 2009, 2010 en 2011. Voor de vijfde observatieperiode, 2010 ,2011 en 2012 publiceert het FAO een lijst van 200 bedrijven voor 30 november 2013.
hoe wordt de risico-index berekend? De risico-index wordt jaarlijks berekend en drukt de frequentie en de ernst van de ongevallen uit in verhouding tot het aantal voltijds tewerkgestelde equivalenten (VTE). Enkel de ongevallen op de arbeidsplaats worden in aanmerking genomen. De arbeidswegongevallen dus niet. De berekening gebeurt als volgt: risico-index. = frequentie-index x ernstindex De frequentie-index = (aantal dodelijke ongevallen + aantal ongevallen met VTO van min. 4 dagen op 1 jaar) x 25 aantal VTE in dat jaar.
De ernstindex = (aantal dagen VTO als gevolg van de arbeidsongevallen met min. 4 dagen VTO in 1 jaar) x 250 aantal VTE in dat jaar
Het aantal in aanmerking genomen dagen VTO (= volledige tijdelijke ongeschiktheid) is beperkt tot 60 dagen per ongeval. Een dodelijk ongeval geldt steeds voor 60 dagen.
bezwaar aantekenen Elk bezwaar tegen deze beslissing moet ingediend worden bij het Fonds voor Arbeidsongevallen. Troonstraat 100, 1050 Brussel Ter attentie van Mevr. De Baets, Administrateur-generaal De aanvragen worden behandeld door het beheerscomité van het FAO, dat een paritair orgaan is. Vóór de vervaldag van betaling is er de mogelijkheid om met een aangetekende brief een gemotiveerd bezwaar aan te tekenen bij het Beheerscomité van het Fonds wanneer de onderneming meent dat : de toestand van verzwaard risico voortkomt uit activiteiten die verschillen van de activiteiten die door de andere ondernemingen uit de activiteitensector waartoe de onderneming behoort uitgeoefend worden of indien het risico dat aan de oorsprong lag van deze toestand verdwenen is uit de onderneming op het moment van de notificatie. Het Fonds geeft ons onmiddellijk kennis van de datum waarop het bezwaar ingediend werd en stuurt ons een kopie. Het bezwaar schorst de inning van de forfaitaire contributie vanaf de indiening van het beroep tot de datum van de notificatie van de beslissing van het Beheerscomité. Het Fonds deelt de onderneming de beslissing van het Beheerscomité mee per aangetekende brief binnen drie maanden na de datum van de indiening van het bezwaar en wij krijgen er kennis van op hetzelfde moment.
wie doet wat en wanneer: een chronologisch overzicht Het FAO stelt het OVR vast Het FAO meldt dit voor 30.11 aan de betrokken verzekeraar. Indien de onderneming van verzekeraar verandert op 01.01 van het volgende jaar, waarschuwt de laatste verzekeraar van de observatieperiode het FAO, die de verzekeraar waarschuwt die het risico overneemt op 01.01 van het volgende jaar. Enkele dagen voor de verzending van het aangetekend schrijven aan de werkgever, wordt de makelaar schriftelijk op de hoogte gebracht. De verzekeraar stelt de werkgever binnen 30 dagen via aangetekende brief op de hoogte. De verzekeraar bevestigt ontvangst aan het FAO De werkgever betaalt aan de sinds 01.01 betrokken verzekeraar de forfaitaire preventiebijdrage, zonder tussenpersoon. De verzekeraar stelt na betaling van de bijdrage en voor 30.06 een actieplan voor. De werkgever brengt de interne en/of externe diensten en/of het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op de hoogte met het oog op het uitwerken van een intern actieplan De verzekeraar brengt verslag uit van het verloop van het proces aan het FAO in het jaarlijks verslag van de preventiediensten van de verzekeraars.