ONDERZOEK
POPINFRASTRUCTUUR EUREGIO
Breda, 31 maart 2011 Fons van Iersel Ingo Dassen
Signo & S Organisatieadviezen Minister Nelissenstraat 31 Postbus 1954 4801 BZ Breda Tel. Fax @ www
076 - 521.83.99 076 - 521.45.98
[email protected] www.signos.nl
2 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Opzet van het onderzoeksrapport
Inleiding.
Urgentie van een sterke Euregionale popinfrastructuur
p 5.
met grensoverschrijdende kenmerken Hoofdstuk 1. De onderzoeksopdracht 1.1. Omschrijving van de opdracht
p 8.
1.2. Werkwijze onderzoek en opzet van rapport Hoofdstuk 2. Inventarisatie popinfrastructuur per regio 2.1. Inventarisatie regio Luik
p 10.
2.2. Inventarisatie regio Hasselt 2.3. Inventarisatie regio Aken
Per regio is geïnventariseerd:
- historische context
- stad en verzorgingsgebied in cijfers - popidentiteit
- relevante ontwikkelingen/ambities
2.4. Samenvattende conclusie
Hoofdstuk 3. Inventarisatie popinfrastructuur Zuid-Limburg 3.1. Sittard-Geleen
p 27.
3.2. Heerlen
3.3. Maastricht
Per stad is geïnventariseerd:
- historische context
- stad en verzorgingsgebied in cijfers - popidentiteit
- relevante ontwikkelingen/ambities
3.4. Samenvattende conclusie
Hoofdstuk 4. De Euregionale functie 4.1. De gezamenlijke opdracht
p 53.
4.2. Samenwerking, het DNA van de organisatie 4.3. Aanbeveling
Hoofdstuk 5. Bovenregionaal poppodium in Zuid-Limburg 5.1. Vestigingsfactoren
p 58.
5.2. Omgevingsfactoren
5.3. Advies vestigingsplaats bovenregionaal poppodium 5.4. Advies locatie bovenregionaal poppodium
3 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Inleiding. Op 11 oktober 2010 verscheen het rapport Maastricht Culturele Hoofdstad 2018;
een toets van de ambities van Maastricht en de Euregio. Bureau Berenschot doet in deze SWOT-analyse een aantal aanbevelingen die zouden moeten leiden tot de
versterking van de culturele infrastructuur in de Euregio. Met ‘Euregio’ worden de
zes centrumsteden bedoeld die samenwerken in het kader van Maastricht Culturele Hoofdstad (MCH) 2018: Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Luik, Aken en Hasselt. Twee aanbevelingen in het Berenschot rapport vormen in feite de basis van het
onderzoeksrapport dat voor u ligt. Ten eerste komt Berenschot tot de conclusie dat er een nieuw Euregionaal poppodium zou moeten komen, met een capaciteit van meer dan 1500 bezoekers. Daarnaast liggen er volgens het rapport kansen in de vergroting van het aanbod van een aantal goede productieruimten, gericht op
cultureel ondernemerschap. In dit rapport zal een verdiepingsslag gemaakt worden in deze materie, waarbij het hoe, waar, en waarom centraal staan.
Het uitvoeren van een onderzoek naar de wenselijkheid en functionaliteit van een dergelijk Euregionaal poppodium, inclusief productiefunctie, is vastgelegd in de programmalijn ‘Fysieke Culturele Infrastructuur’, in de regioagenda MaastrichtHeuvelland binnen de Beeldbepalende Ontwikkeling Cultuursprong. Het
uitwerkingstraject heeft tot doel te komen tot een gedegen antwoord op de
onderzoeksvragen zoals opgesteld in hoofdstuk 1, waarna een businessplan opgesteld kan worden voor een dergelijke toekomstige popinfrastructuur.
Voorafgaand aan de uitwerking van deze opdracht wilt Signo&S voor u en voor
onszelf nog eens de relevantie van dit onderzoek onderstrepen. Hoe belangrijk is een goede popinfrastructuur voor de regio? Wat gaat een dergelijke
popinfrastructuur bijdragen aan de doelstellingen c.q. de beoogde ontwikkelingen die de Euregio zich gesteld heeft?
Kijkend naar de historische context van de Euregio kan vastgesteld worden dat de oorspronkelijke industrievormen in de regio o.a. door de voortschrijdende
globalisering grotendeels verdwenen zijn. Dat het oude economische model van
‘traditionele’ productie industrie niet meer functioneert, geldt natuurlijk voor een
breder gebied dan de Euregio, maar juist doordat de regio in het verleden zo zwaar leunde op deze ‘traditionele industrie’ is de urgentie voor een overgang naar een kenniseconomie hier extra groot. We zien ook dat er over de grenzen heen
onafhankelijk van elkaar gewerkt wordt in de richting van die kenniseconomie. Zo zijn tal van programmalijnen, beleidslijnen en verkiezingsprogramma’s door het
gehele Euregionale gebied heen zichtbaar. Of het nu gaat om politiek rechts of links, 4 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
eenieder lijkt doordrongen van de noodzaak van een transitie van productieeconomie naar kenniseconomie.
Samengevat komen genoemde beleidskaders en programmalijnen over de regio’s heen neer op de volgende onderling samenhangende speerpunten: -
Transitie van productie-economie naar kenniseconomie. Tegengaan van vergrijzing.
Binden van jong talent aan de regio.
Aantrekkelijk maken van het woonleefklimaat, met name voor jongeren. Aantrekkelijk maken van het vestigingsklimaat, met name voor hoger opgeleiden.
-
Stimuleren van de creatieve industrie. Stimuleren van innovatie.
Voor de transitie van een productie- naar een kenniseconomie is de aanwezigheid
van hoogwaardig wetenschappelijk onderwijs één van de belangrijkste voorwaarden. Hierin voorziet de Euregio ruimschoots met universiteiten in Luik, Aken, Hasselt en Maastricht.
Verder onderscheidt Signo&S als cruciale voorwaarde voor het functioneren van een kenniseconomie de aanwezigheid van jong, innovatief, creatief en ambitieus talent. Om dit talent te binden aan de regio moet worden voorzien in een aantrekkelijk leef- en woonklimaat binnen een grootstedelijke context. Een stevige culturele
infrastructuur maakt daar deel van uit, zoals bijvoorbeeld ook betoogd wordt door Florida in The Rise of The Creative Class uit 2004, of in De aantrekkelijke stad van Gerard Marlet uit 2009.
Een Euregio die zich ten doel stelt een transitie te verwezenlijken naar een
kenniseconomie zou dan ook moeten voorzien in een goede en stevige culturele infrastructuur. Hierbinnen mag aandacht voor de popcultuur niet ontbreken.
Immers, de popcultuur is uiteindelijk de grootse en demografisch meest brede cultuuruiting van de laatste decennia en groeit nog steeds. De relevantie (en
urgentie) van dit onderzoek is er onzes inziens dan ook in gelegen dat een stevig
verankerde Euregionale popcultuur een directe dan wel indirecte bijdrage levert aan de oplossing van problemen als vergrijzing, wegtrekkende jonge professionals en
hoger opgeleiden enzovoorts, die een transitie naar een kenniseconomie in de weg staan.
Signo&S kan vanuit de expertise vaststellen dat hedendaagse alternatieve muziek als medium een zeer groot potentieel heeft om grenzen tussen mensen te overstijgen. Muziek slaat concrete bruggen tussen culturen, manieren van leven, door de
5 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
spontane en ongedwongen interactie tussen muzikale talen. Muziek is een
onderdeel van elke leefwereld, en kan helpen om mensen samen te brengen en de taaldrempel te verlagen.
Een dergelijke rol van popmuziek vraagt wel om een afdoende infrastructuur met de benodigde organisatiekracht. Met die noodzaak is de relevantie van dit onderzoek gewaarborgd.
6 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Hoofdstuk 1: De onderzoeksopdracht.
1.1. Omschrijving van de opdracht
Signo & S heeft de opdracht gekregen om het ‘Haalbaarheidsonderzoek
Popinfrastructuur Euregio’ uit te voeren. Het onderzoek vormt een verdiepingsslag
van de SWOT-analyse van het rapport Berenschot dd. 11 oktober 2010 en borduurt voort op de aanbevelingen die zijn gedaan op het gebied van het vestigen van een nieuw Euregionaal poppodium en het creëren van goede productieruimten binnen de Euregio, de 6 centrumsteden.
De provincie heeft de volgende randvoorwaarden in de opdrachtstelling geformuleerd:
Het onderzoek omvat primair de volgende vraagstukken: -
Hoe ziet de huidige fysieke infrastructuur eruit op het gebied van
popvoorzieningen binnen de 6 centrumsteden (Maastricht, Heerlen, SittardGeleen, Hasselt, Luik en Aken)? -
Welke ontwikkelingen voor de toekomst spelen er op dit moment binnen deze steden op het niveau van het voorzieningenaanbod?
-
Wat betekent dit voor de stad Maastricht? In welke lijn kan er ontwikkeling plaatsvinden? Wat is haalbaar? Welk toekomstscenario is realistisch?
-
Hoe kan dit toekomstscenario in kaart gebracht worden?
Het adviesbureau dient hierbij de volgende outputresultaten op te leveren: -
Een inventarisatie van het huidige aanbod dat aanwezig is in de Euregio, in de 6 centrumsteden.
-
Een inventarisatie van de ontwikkelingen die gaande zijn op het gebied van de popinfrastructuur binnen de 6 centrumsteden.
-
Inzoomen op de ontwikkelingen en de kansen op dit gebied binnen en voor de
stad Maastricht, toegespitst op de culturele en economische ontwikkeling van de stad. -
Het opstellen van een specifiek businessmodel voor een toekomstige popvoorziening in de stad Maastricht.
Signo & S staat het vrij naar eigen inzicht en creativiteit de opdracht kwalitatief vorm te geven. Uit deze randvoorwaarden met betrekking tot de ‘outputresultaten’ van de provincie kan een veronderstelling over de uitkomst van het onderzoek te herleiden zijn.
Echter, bij het opstellen van dit haalbaarheidsonderzoek laat Signo&S zich leiden
Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
7
door de inventarisatie van de gegevens over de popidentiteit van de 4 regio’s: ZuidLimburg (Sittard-Geleen, Heerlen, Maastricht), regio Luik, regio Hasselt en regio Aken.
Daarnaast zijn er een aantal factoren die hun invloed hebben op het onderzoek. Deze factoren zijn: -
Het ambitieniveau: Waarbij niet alleen het ambitieniveau van de
muziekinstellingen wordt betrokken, maar ook het ambitieniveau van de overheden. -
De markt: Van invloed hierop zijn zowel de publieksmarkt als het aanbod dat gepresenteerd kan worden.
-
Het budget: Dit geldt zowel voor het exploitatiebudget als voor het mogelijke investeringsbudget.
De factoren in beeld gebracht: AANBOD
MARKT
VRAAG
GEMEENTE
AMBITIE
INVESTERINGEN
BUDGET
CONCEPT ONDERZOEK
POPORGANISATIES
EXPLOITATIE
1.2. Opzet en werkwijze
Signo&S voert dit onderzoek uit op basis van de volgende stappen: -
Inventariseren van de gegevens m.b.t. de popidentiteit van de 4 regio’s en – meer specifiek – de 6 steden en hun verzorgingsgebied door middel van deskresearch en een beperkt aantal interviews.
-
Analyseren van betreffende gegevens en de op stapel staande ontwikkelingen teneinde aanbevelingen te doen over de gewenste popinfrastructuur van de afzonderlijke regio’s c.q. steden.
-
Benoemen van de toegevoegde waarde van Euregionale samenwerking en de functie van een overstijgende/bovenregionale podiumfunctie.
-
Benoemen van kenmerken van een overstijgende podiumfunctie en op basis van omgevingsfactoren adviseren over de meeste geschikte locatie.
-
Opstellen van een businessmodel voor de gewenste popvoorziening in
Maastricht dat als basis kan dienen voor het opstellen van een exploitatieplan en een programma van eisen.
8 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Hoofdstuk 2: Inventarisatie popinfrastructuur per regio.
Vooraf
Onderstaande inventarisatie van de popidentiteit van de regio’s Luik, Hasselt en
Aken is gebaseerd op deskresearch en enkele interviews met sleutelfiguren in de genoemde steden.
2.1. INVENTARISATIE REGIO LUIK “Dochter van de Maas”
2.1.1. Historische context:
Luik werd in de 18e eeuw geregeerd door prins-bisschoppen en kampte deze eeuw met talloze conflicten tussen de stad Luik en zijn bisschoppen. In het begin van de 19e eeuw was de stad de bakermat van de kolen- en staalindustrie. In de 20e eeuw floreerde de mijnbouw en staalindustrie van Luik volledig. Met het verdwijnen van
deze beiden industrieën, ongeveer 35 jaar geleden, raakte de regio in een financiële crisis en kreeg de stad te maken met een hoge werkeloosheid. Hedendaags is het herstel ingezet en telt de stad circa 190.000 inwoners, waarvan 30.000 een buitenlandse afkomst hebben.
In de jaren ´70 en ´80 speelden er vele grote bandnamen in Luik (The Clash, The Cult, Echo & The Bunnymen, Simple Minds, Shriekback etc.). In de jaren ´90
ontspringen er in Luik vele talentvolle popacts die ook buiten de stad/provincie succesvol zijn.
9 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.1.2. De stad/verzorgingsgebied in cijfers: Totaal aantal inwoners : 190.000
6% 17%
21% 0-19 jaar 20-39 jaar 40-59 jaar 60-79 jaar
26%
>70 jaar
30%
Totaal aantal s tudenten: 28.000
Université de Liege
1.300; 5%
Haute Ecole de la Ville de Liege
6.000; 21%
Conservatoire Royal de Liege
400; 1% 2.300; 8%
18.000; 65%
Haute Ecole Libre Mosane Saint Luc
V erhouding binnenlands e/buitenlands e s tudent
5.000; 18%
Binnenlandse student Buitenlandse student
23.000; 82%
10 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Aangeboden k uns tvak opleidingen 300; 1% 200; 1% 1.300; 5% conservatorium toneelacademie saint luc beeldend geen kunstvakopleiding 26.300; 93%
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken: 62.700 (Zie hoofdstuk 6.3 voor een
toelichting op het aantal potentiële popmuziekbezoeken en de wijze waarop dit cijfer steeds tot stand komt.) 2.1.3. Popidentiteit:
Consumptiefunctie / presentatiefunctie - Podia:
Le Tipi: rock, dance
L'Escalier: pop, rock
Inside out: pop, rock, techno Le Forum: rock, pop, jazz
La Zone: dance, jazz, pop, rock
Manège de la Caserne Fonck: pop
- Festivals (binnen en buiten):
Les Ardentes: pop, rock, indie, dance, 30.000 bezoekers Jazz a Liège
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen:
Diverse
Productiefunctie
- Repetitieruimtes:
Locaux De Rep: 8 repetitie ruimtes MJ Thier: 1 repetitie ruimte La Zone: 1 repetitie ruimte
11 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
- Studio´s:
La Chapelle
Hautregard studio Climax studio Studio 5
dB Studio
- Productiehuis:
Ca Balance
Educatiefunctie
- Popeducatie op amateurniveau:
Muziekschool
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau:
Niet aanwezig
Projecten
- Regionaal:
Ca Balance: ondersteuning vanuit de stad aan jonge talentvolle acts.
- Euregionaal:
Geen
- Landelijk:
Concours Circuit: 20 bands, 1 winnaar
2.1.4. Popbeleid overheid:
Luik is het culturele en artistieke centrum van Wallonië. De kracht van Luik is de
grote diversiteit aan hoge en lage cultuur. De stad huisvest 19 musea, heeft een Koninklijke opera en een filharmonisch concertgebouw.
Het cultuurbeleid van Luik is vastgelegd in Une ville culturelle 2007-2015 en heeft de volgende doelen: -
De stad Luik culturele metropool in de Euregio maken.
-
Toegang tot cultuur mogelijk maken voor derden.
-
De culturele diversiteit waarborgen. Culturele initiatieven stimuleren.
12 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Deze doelstellingen zijn vertaald naar een zestal beleidsspeerpunten: -
Ondersteunen/ontwikkelen culturele platfora.
-
Eén keer per maand gratis toegang verlenen tot musea.
-
Vergroten van aantrekkelijkheid van het culturele erfgoed. Bevordering moderne kunst.
Ontwikkeling culturele infrastructuur.
Focus leggen op kunstenaars en artiesten.
Sinds 3 jaar is er officieel een ambtenaar aangetreden die zich volledig bezig houdt
met cultuur. Deze is aanspreekbaar en staat open voor initiatieven. Er is echter geen specifiek popplan aanwezig.
2.1.5. Ambities / toekomstplannen / actuele ontwikkelingen:
Luik heeft, zoals hierboven reeds gemeld, de ambitie om culturele metropool van de Euregio te worden. De festivalorganisatie Les Ardentes is samen met de stad en de Franse gemeenschap bezig om een poppodium met de capaciteit van 1000 personen te realiseren in het centrum van de stad. 2.1.6. Sfeerbeeld:
Luik staat open voor vernieuwende en uitdagende kunst, maar dit is vooralsnog te weinig terug te vinden in de stad. De hoge cultuur is rijkelijk aanwezig in Luik. De historische cultuur van Luik speelt daarbij een grote rol (bijv. op het gebied van toerisme) en overschaduwt het aanbod op vernieuwende kunsten.
Toch is de kracht van Luik gelegen in de diversiteit aan hoge en lage cultuur.
Er zijn verschillende scenes in Luik, waarbij de grootste (pop, rock en electro) is
gegroepeerd in een collectief, genaamd Jaune Orange. Deze scene heeft veel respect binnen de stad verworven en is sinds vorig jaar ook samen met de gemeente
begonnen met het organiseren van het festival Micro Fest. De scene in Luik is dynamisch en staat nog altijd bekend om zijn hoge “Do It Yourself” gehalte. Enkele voorbeelden van – ook internationaal - succesvolle Luikse acts: The
Experimental Tropical Blues Band, een band die deel uitmaakt van het Jaune
Orange-collectief, is op dit moment met Jon Spencer in New York bezig met de
opnames voor een album. Een andere Luikse band, Malibu Stacy tourt momenteel door Canada en is zeer populair in Frankrijk.
13 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.2. INVENTARISATIE REGIO HASSELT “Hasselt, hoofdstad van de smaak” 2.2.1. Historische context:
Hasselt heeft een historie die teruggaat naar de middeleeuwen en heeft zich in de
loop der tijd ontwikkeld tot de hoofdstad van het graafschap Loon (hedendaags de
provincie Belgisch Limburg). De stad werd het regionaal centrum op het gebied van textielnijverheid. Deze raakte in de 16e eeuw echter volledig in verval en Hasselt raakte economisch geïsoleerd in een vrij armoedig gebied. In de 19e eeuw werd
Hasselt provinciehoofdstad van Belgisch Limburg en kreeg het internationale faam
als Jeneverstad. Gedurende de 20e eeuw groeide de stad explosief op het gebied van onderwijs, diensten, handel, cultuur en toerisme en tegenwoordig kan Hasselt gezien worden als een nog immer groeiende middelgrote centrumstad.
Op popgebied stond Hasselt in de jaren ´80 bekend om haar bloeiende Punk en
Wave scene. Opvallend is dat De Muziekodroom, opgericht eind jaren ´90, de eerste echte muziekclub in de stad Hasselt is.
14 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.2.2. De stad/verzorgingsgebied in cijfers: Totaal aantal inwoners : 73.700
10%
18%
0-10 jaar
10%
11-20 jaar 21-30 jaar 31-40 jaar
13%
21%
41-50 jaar 51-65 jaar > 65 jaar
13%
15%
Totaal aantal s tudenten: 13.000 Universiteit Hasselt 3.500; 27%
3.500; 27%
Provinciale Hogeschool Limburg Katholieke Hogeschool Limburg
2.000; 15% 4.000; 31%
eXpertisecentrum voor Industrie, Onderwijs en Samenleving
V erhouding binnenlands e/buitenlands e s tudent
500; 4%
Binnenlandse student Buitenlandse student
12.500; 96%
15 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Aangeboden k uns tvak opleidingen 480; 4% 200; 2% Media, Arts & Design Faculty Provinciale Hogeschool Limburg Music Geen kunstvakopleiding 12.320; 94%
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken: 24.312 2.2.3. Popidentiteit:
Consumptiefunctie / presentatiefunctie - Podia:
Muziekodroom: cap. 225/850, pop, ± 70 concerten CC Hasselt: pop/klassiek/toneel, ± 30 concerten KC België: pop/klassiek/toneel, ± 30 concerten
Grenslandhallen: een multifunctioneel zalencomplex voor de allergrootste indoor evenementen in de stad.
- Festivals (binnen en buiten)
Pukkelpop: pop, 3 dagen, 150 acts, 180.000 bezoekers Play! Festival: pop, 2 dagen, 50 acts, 3000 bezoekers
Live in Hasselt: pop, 50 acts, 30 podia, 50.000 bezoekers Polsslag: pop, indoor, 30 acts, 10.000 bezoekers Sinner’s Day: pop, 20 acts, 10.000 bezoekers
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen:
’t Anker: pop, 10 concerten
Café Café: pop, 12 concerten
Café Mosquito: pop, 12 concerten
The Zoo: pop/dance, 10 concerten
16 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Productiefunctie
- Repetitieruimtes:
Muziekodroom: 3 repetitieruimtes
Gelatine Fabriek: 1 lege ruimte waar meerdere bands repeteren
- Studio´s:
Muziekodroom (demostudio)
- Productiehuis:
Open circuit (landelijk)
Educatiefunctie
- Popeducatie op amateurniveau:
Stedelijk Conservatorium voor Muziek, Woord en Dans Jeugdmuziek atelier
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau:
PHL-Music: 150 studenten
Projecten
- Regionaal:
Limbomania: 40 bands, 1 winnaar
Muziekodroom buiten: gezamenlijke programmering van een avond in en met regionale jeugdhuizen.
Stroom: een fonds ter stimulering van de professionalisering van muzikanten.
- Euregionaal:
Play Festival: samenwerking met “Stichting De Muziekgieterij Maastricht”
- Landelijk:
Humo’s Rock Rally: 20 bands, 1 winnaar. MOD puur facilitair
Een cross-learing project tussen podia: MOD – Trix – Het Depot ter
verbetering van onderlinge communicatie, aanbod, productie en educatie.
17 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.2.4. Popbeleid overheid:
Het cultuurbeleid identificeert zich met een vijftal beleidsspeerpunten: -
Nadruk leggen op pop/rock.
-
Cultureel erfgoed aantrekkelijk maken.
-
Stimulering verenigingsleven en culturele wijkactiviteiten. Hasselt op de kaart zetten als culturele hoofdstad van Belgisch Limburg. Interne en externe communicatie omtrent cultuur vergroten.
Het popbeleid in de provincie is in twee pilaren verdeeld: een deel van het popbeleid valt onder jeugdbeleid en het andere deel valt onder het cultuurbeleid. Jeugdbeleid: -
Subsidies podiumkansen jonge bands/muzikanten.
-
Subsidiëring van jeugdhuizen met regionale uitstraling.
-
Subsidies voor de bouw van openbare repetitieruimten.
Festivalsubsidiëring van kleine en middelgrote popfestivals.
Subsidiëring aan spreidende/producerende centra met regionale werking.
Het organiseren van jaarlijkse concoursen voor jonge Limburgse muzikanten.
Cultuurbeleid: -
Subsidiëring productontwikkeling van/met semiprofessionele en professionele
-
De ontwikkeling van producties van en met Limburgse popmuzikanten.
-
Limburgse popmuzikanten.
Stroom: een fonds ter stimulering van de professionalisering van muzikanten. De subsidiëring van uitzonderlijke popprojecten. Pop in Limburg:
De co-productie van popconcerten in Limburg. De promotie van Limburgse popmuziek.
Promotie van het popconcertaanbod in Limburg.
2.2.5. Ambities / toekomstplannen / actuele ontwikkelingen:
De stad wil zich manifesteren rondom mode, design en culinaire kwaliteiten. Tevens wilt de stad Hasselt zich profileren als culturele hoofdstad van Belgisch Limburg. Op popgebied is de ambitie niet uitgesproken maar de stad is zich er wel van bewust dat het verankerd moet worden in de stad met haar cultuuruitingen.
Poppodium De Muziekodroom heeft wel een uitgesproken ambitie; lokaal en
regionaal opkomend talent een thuishaven bieden en de talentvolle bands verder op weg te helpen door een podium aan te bieden. 2.2.6. Sfeerbeeld:
Op cultureel gebied is alles goed vertegenwoordigd. Wat wel naar voren komt is dat de jonge Hasselaren en studenten de stad niet spannend genoeg vinden. De
18 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
historische cultuur blijft wat achter in de beleving onder de inwoners maar dit is een duidelijke keuze geweest vanuit Hasselt.
Qua scenes kan men spreken van een indie, lo-fi, dance en hip hop-scene. Deze
scenes bewegen zich door de stad en men ziet dat de scenes vertegenwoordigd zijn in het programma van De Muziekodroom. Buiten De Muziekodroom zijn de uitingsplekken vrij gering, enerzijds vanuit de aangeboden plekken (cafés)
anderzijds ook omdat de muzikanten in Hasselt niet expliciet naar buiten treden.
Men had verwacht dat met de komst van PHL Music (Provinciale Hogeschool Limburg te Hasselt: hogeschool voor muziek- en muziekgerelateerde opleidingen) hier een verandering in zou plaatsvinden maar ook deze output blijft achterwege.
19 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.3. INVENTARISATIE REGIO AKEN
“De meest westelijke Duitse Großstadt”. 2.3.1. Historische context:
Aken is een stad met een rijke en lange geschiedenis. In de 14e eeuw werd Aken populair als bedevaartsoord. In het begin van de negentiende eeuw kreeg Aken
steeds meer de rol van industrieel centrum en als spoorwegknooppunt. De stad leed veel schade tijdens de Tweede Wereldoorlog, en staat in de boeken als de eerste Duitse stad die door de geallieerden bevrijd werd.
Aken kent geen echte pophistorie. Er zijn wel bands uit Aken bekend geworden
maar dit was meestal nadat ze uit de stad waren weggetrokken. Wel is in 1987 De Musikbunker opgericht. Deze instantie functioneert volledig zelfstandig en heeft 120 repetitieruimtes en een podium onder haar beheer.
20 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.3.2. De stad/verzorgingsgebied in cijfers: Totaal aantal inwoners : 258.380
23%
11% 0-15 jaar
13%
16-25 jaar 26-45 jaar 46-65 jaar
26%
> 65 jaar
27%
Totaal aantal s tudenten: 39.000 250; 1%
Rheinische Westfaelische Technische Hochschule
750; 2% 8.000; 21%
Fachhochschule Aachen Kreishandwerkschaft Aachen 30.000; 76%
Conservatorium
V erhouding binnenlands e/buitenlands e s tudent
5.750; 15% Binnenlandse student Buitenlandse student
33.250; 85%
21 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Aangeboden k uns tvak opleidingen
250; 1% Conservatorium Geen kunstvakopleiding
38.750; 99%
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken: 83.615 2.3.3. Popidentiteit:
Consumptiefunctie / presentatiefunctie - Podia:
AZ Aachen: culturele broedplaats, experimentele muziekprogrammering Musikbunker: cap. 750, pop/rock programmering, 40 concerten
Eurogress Aachen: multifunctioneel zalencomplex voor grote producties
- Festivals (binnen en buiten):
Aken zomer van cultuur: 20.000 bezoekers
Aachen september special: 10.000 bezoekers
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen:
Hauptquartier Jakobshof
Raststätte
Productiefunctie
- Repetitieruimtes:
Musikbunker: 120 ruimtes
- Studio´s:
Succellos Kingsize
Let there be sound
- Productiehuis:
Niet aanwezig 22
Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Educatiefunctie
- Popeducatie op amateurniveau:
Muziekschool “Musikschule stadt Aachen” Muziekschool “Learning Music”
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau:
Popcollege
Projecten
- Regionaal:
Chico Band Contest, band contest vanuit de KH Aachen
- Euregionaal:
Toys 2 Masters: band contest voor bands uit Ruhrgebied
- Landelijk:
Your-gig.com: landelijke band contest
2.3.4. Popbeleid overheid:
Aken staat bekend als een historische Europese stad. Dit komt door het culturele
erfgoed, maar ook door de vele culturele activiteiten die de stad organiseert en de
aandacht voor cultuureducatie. Het promoten van kunst en cultuur wordt gezien als groot belang voor de ontwikkeling van de stad. Dit heeft de stad Aken vastgelegd in haar beleidsplan: “Kulturelles Leidtprofil der Stadt Aachen”. De doelstellingen die het cultuurbeleid heeft: -
Bevordering van het cultureel erfgoed van Aken.
-
Het ondersteunen van openbare en onafhankelijke culturele instellingen.
-
Het behouden van Aken als Europese historische Hoofdstad.
Uit het beleid komen 8 beleidsspeerpunten naar voren: -
Bevordering van de kunst.
-
Meer geld en aandacht voor cultureel onderwijs.
-
Ontwikkeling cultureel erfgoed door traditie en moderniteit. Ontwikkeling en ondersteuning creatieve industrie. Vergroting burgerparticipatie.
Sponsoring culturele initiators.
Bevordering communicatie en samenwerking tussen culturele instellingen.
Bevordering interne en externe marketing van het culturele aanbod in Aken.
23 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.3.5. Ambities / toekomstplannen / actuele ontwikkelingen:
Aken wilt grenzen overschrijden; zowel de Euregionale als de culturele en
thematische grenzen. Aken wilt de historische hoofdstad blijven van Europa.
Aken heeft geen uitgesproken ambitie op het gebied van popmuziek, popmuziek in Aken is een vrije cultuur. Het is aanwezig maar niemand kan er echt een vinger op
leggen. Enerzijds zorgt dit voor een “underground feel”, anderzijds erkent men ook dat er kansen blijven liggen voor de verdere ontwikkeling van popcultuur in Aken. Musikbunker heeft de ambitie om podiumkansen te bieden aan hun repeterende bands/muzikanten en om talentvolle acts een steun in de rug te geven. 2.3.6. Sfeerbeeld:
Volgens de bevolking is er voldoende ruimte voor de meer vernieuwende
kunstvormen. De grote kracht van Aken is de beleving van het historische karakter van de stad. Op het gebied van volkse cultuur loopt de stad sterk achter en er is weinig ruimte voor amateurs.
Dit wordt ook erkend vanuit de Musikbunker. Er zijn geen echte puur pop/rock
georiënteerde evenementen in de stad zonder de Musikbunker als initiator en de relatie met de gemeente is ook vrij passief. Wel moet gezegd worden dat de Musikbunker tot nu toe ook nog niet actief op zoek is gegaan naar een
samenwerking met de gemeente. De relatie tussen de Musikbunker en de gemeente is goed, men laat elkaar in waarde en men erkent de essentie van de Musikbunker. Elke repeterende muzikant in de Musikbunker is lid van de Musikbunker. Toch
merkt de organisatie dat deze vaak niet komen opdagen bij concerten. Er wordt geïnvesteerd in de basis van een scene door deze lidmaatschap, maar
muzikanten/bands maken er nog vrij weinig gebruik van. Er zijn wel scenes
aanwezig in Aken, deze zijn vooral indie en rock/metal/hardcore georiënteerd. Deze scene beweegt zich vooral in de verschillende cultuurniches van Aken.
24 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
2.4. Samenvattende conclusie:
Op basis van de voorhanden gegevens kan geconcludeerd worden dat binnen de
drie onderzochte regio´s, de regio Hasselt veruit het hoogste scoort. Zowel op het
gebied van hardware als software. De Muziekodroom in Hasselt voorziet dan ook in alle facetten van de popmuziek zowel binnen de presentatiefunctie als binnen de educatiefunctie.
Met name de koppeling met de PHL zorgt voor een volledig educatief programma op alle niveau´s. Ook de koppeling binnen de regio is sterk verankerd met
“Muziekodroom Buiten” en het “Play Festival”. Dit Play Festival manifesteert zich op meerdere plaatsen binnen de regio; in de stad Hasselt en in de Muziekgieterij
Maastricht en opereert daarmee dus als eerste binnen een Euregionale setting. In de overige twee gebieden ziet Signo&S zowel in Luik als in Aken, met
respectievelijk Les Ardentes en de Musikbunker, potentiële organisaties die een bovenregionale functie kunnen vervullen.
De ‘lage cultuur’ in Luik kruipt langzaam uit de vrije undergroundscene en de stad
begint zich steeds meer te manifesteren als stad met een dynamische popscene die ver buiten Luik kan rijken.
Aken heeft dit punt nog niet bereikt; de Musikbunker begeeft zich nog steeds in de niche van de stadscultuur. Een dergelijke instelling heeft een sterk naar binnen gekeerd karakter en focust zich in eerste instantie op de eigen organisatie; de Euregio gedachte leeft hier dan ook nog niet nadrukkelijk.
Beide steden herbergen echter potentieel. Het zou van een enorme toegevoegde
waarde zijn als men er in slaagt de enigszins introverte houding van Aken om te
buigen in een meer extroverte houding. Dit, in combinatie met het stimuleren van
de evolutie die nu binnen de stad Luik op het gebied van pop gaande is, kan leiden tot een uitstekende voedingsbodem.
De Muziekodroom vervult een uitstekende bovenregionale functie en zoekt
expansie, maar wordt momenteel sterk belemmerd omdat de overige actoren binnen de Euregio nog niet gelijk(w)aardig zijn. Dit dient niet alleen gezien te
worden als bedreiging voor de verdere ontwikkeling van de Muziekodroom, maar ook voor de ontwikkeling van een Euregionale popidentiteit. Het vraagt dus tijd,
aandacht en budget om alle actoren op het gewenst niveau te krijgen. Over hoe dit te bewerkstelligen wordt uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 4.
25 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Hoofdstuk 3. Inventarisatie popinfrastructuur Zuid-Limburg
3.1. INVENTARISATIE STAD SITTARD 3.1.1. Historische context:
De geschiedenis van de stad Sittard-Geleen – tot 2001 waren Sittard en Geleen twee afzonderlijke gemeenten - wordt gekenmerkt door industriële ontwikkeling, in het bijzonder de mijnbouw. Aan het begin van de vorige eeuw groeide de mijnbouw in Geleen explosief, evenals het inwonersaantal van de stad. Deze mijnen zijn in de loop der tijd geëvolueerd in het hedendaagse chemieconcern DSM.
De geschiedenis van Sittard wordt gekenmerkt door religie en spiritualiteit. Dit is vandaag de dag nog goed terug te zien aan de historische binnenstad met veel
kloosters en kerkgebouwen, zoals de Basiliek van Onze Lieve Vrouw van het Heilige
Hart, de Sint Petruskerk en de Sint Michaelskerk. Door de bestuurlijke samenvoeging van de gemeenten Sittard, Geleen en Born is het een grote stad geworden met circa 95.000 inwoners.
Op het gebied van popmuziek kenmerkt deze regio zich door een levendige scene vanaf de jaren ´60 welke zich uitte in het jongerencentrum Donkiesjot. Het
roemruchte centrum waar voornamelijk linkse jongeren – krakers en punkers – tot het publiek behoorden, trok (inter)nationale namen, ook nadat het in 1977 van
locatie veranderde. In 1987 werd Donkiesjot onder invloed van de politiek en de
kerkelijke macht gesloten. Daarna werd jongerencentrum de Fenix opgericht; een plek voor welzijnswerk en jongerenwerk. Door het stedelijke karakter van dit
jongerencentrum deed het steeds meer dienst als poppodium, en vanwege de
noodzaak naar professionaliteit en kwaliteit veranderde de Fenix in 2005 in een volwaardig poppodium. Sittard was van 1970 tot 1986 de thuishaven van het Pinkpop Festival.
26 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.1.2. Stad/verzorgingsgebied in cijfers: Totaal aantal inwoners verzorgings gebied: 150.917
13.411; 9% 16.550; 11%
Gemeente Sittard-Geleen Gemeente Stein Gemeente Beek Gemeente Schinnen
25.705; 17%
95.251; 63%
De gemeenten Brunssum en Onderbanken zou men kunnen rekenen tot het verzorgingsgebied behorende bij Sittard-Geleen vanwege de directe nabijheid van deze gemeenten en de overlap die de twee verzorgingsgebieden kennen. Vanwege de samenwerking die de gemeenten Brunssum en Onderbanken zijn aangegaan met Heerlen-Parkstad zijn deze cijfers opgenomen in het overzicht ´totaal aantal inwoners verzorgingsgebied´ van Heerlen. Ditzelfde geldt voor de gemeente EchtSusteren (met een inwonersaantal van 32.278). Deze cijfers zijn echter niet meegenomen in bovenstaande grafiek vanwege de keuze om te beperken tot het gebied Zuid-Limburg in dit onderzoek. Totaal aantal inwoners s tad: 95.251
9%
5%
9% 11%
12% 11% 15%
11% 17%
0-9 jaar 10-19 jaar 20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar 60-69 jaar 70-79 jaar > 80 jaar
- Totaal aantal studenten HBO: 7.225 (Hogeschool Zuyd en Fontys)
-
27 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
V erhouding binnenlands e/buitenlands e s tudent
12% Binnenlandse student Buitenlandse student
88%
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken stad: 31.433
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken verzorgingsgebied: 49.803 3.1.3. Popidentiteit: Presentatiefunctie
- Podia Sittard-Geleen:
Fenix: poppodium, capaciteit 400
Hanenhof: multifunctioneel zalencomplex
Stadsschouwburg Sittard-Geleen: theater, incidentele popprogrammering
- Podia verzorgingsgebied:
Limbrichterveld - Downtown Rockstage: hardrock/rock
- Festivals Sittard-Geleen (binnen en buiten):
Sittard - D-Vers Festival Geleen - Mama’s Pride
Sittard – Oktoberfeesten: (inter)nationale namen Geleen - Geleen Calling
Sittard - Groove Garden: dance, (inter)nationale namen Sittard - St. Rosa festival: lokaal talent
Sittard - Zomerzone Laagland Theater: ´s avonds popmuziek op buitenlocatie
28 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
- Festivals verzorgingsgebied (binnen en buiten):
Limbrichterveld – Bunnypop Holtum - 5L!ive
Elsloo – Mosterdpop Urmond – Urpop
Elsloo – Conincxpop
Mariahoop – Tuinrock
Susteren – Koppelpop
Geverik – Kerosinepop
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen Sittard-Geleen:
Sittard - Ernesto´s, ska/DJ/jong talent/niche
Sittard - Down Town Rock Stage, hardrock/rock/jong talent Geleen - Shaggy´s Pub, pop/rock/alternatief/jong talent Geleen - Reunie, pop/rock/alternatief/jong talent
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen verzorgingsgebied:
Oirsbeek - Har Rock
Productiefunctie
- Oefenruimtes Sittard-Geleen:
Stg. Muziekcollectief Sittard: 3 ruimtes
Stadslab Sittard: 1 ruimte, broedplaats voor kunstenaars en muzikanten Loods Geleen
- Oefenruimtes verzorgingsgebied:
Onbekend
- Studio´s Sittard-Geleen:
Beat Up Recordz Stadslab Sittard
- Studio´s verzorgingsgebied:
Born - Studio Maasland
- Productiehuizen Sittard-Geleen:
Geen
- Productiehuizen Verzorgingsgebied:
Geen
29 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Educatiefunctie
- Popeducatie op amateurniveau Sittard-Geleen:
Stichting Artamuse: popmuzieklessen en popprojecten Locaties in Geleen: Sittard en Stein
- Popeducatie op amateurniveau verzorgingsgebied:
Geen
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau verzorgingsgebied:
Geen
Projecten
- Regionaal:
Stichting popbeleid Sittard-Geleen: beheert jaarlijks een budget van de gemeenten van ± €20.000,- met als doel:
-
Verbindingen leggen en afstemming tussen bestaande popinitiatieven Professionele ondersteuning bieden op gebied van promotie en organisatie.
-
Kleine subsidies op laagdrempelig niveau verstrekken aan bestaande en nieuwe popinitiatieven.
Podiumvrees: bandwedstrijd voor jong talent uit de regio in samenwerking met Mama´s Pride Festivalorganisatie.
Kix is Nix: project voor regionale DJ´s, in Ernesto´s Sittard.
- Provinciaal:
Nu of Nooit: bandwedstrijd voor gevorderde bands uit de Provincie. Initiatief van Stichting Popmuziek Limburg (SPL), i.s.m. bureau Pinkpop.
- Landelijk:
Popsport: educatieve bandwedstrijd welke vanuit de provincie Limburg
(Stichting Popmuziek Limburg) is uitgegroeid tot een landelijk project voor middelbare schoolbands.
Kunstbende: jongerenorganisatie voor talentontwikkeling. Diverse projecten voor diverse disciplines.
30 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.1.4. Popbeleid overheid:
Sittard-Geleen wil ruimte creëren voor jong talent, een productiefactor zijn op het
gebied van kunsten en de samenwerking tussen cultuurinstellingen verbeteren. De
gemeente Sittard-Geleen heeft twee jaar geleden een aantal speerpunten opgesteld in de cultuurnota: -
Versterking van de basisinfrastructuur.
-
Ruimte voor talentontwikkeling.
-
Versterking van de dynamiek door stedelijke programmering.
In deze nota wordt popmuziek specifiek benoemd en hierin is vastgesteld dat
poppodium Fenix in Sittard alsook diverse belangrijke popprojecten met middelen vanuit de gemeente een update moeten krijgen om de speerpunten te kunnen uitvoeren waardoor er een impuls aan popmuziek gegeven kan worden. 3.1.5. Ambitites / toekomstplannen / actuele ontwikkelingen:
In april 2007 heeft Signo&S de haalbaarheid onderzocht van een popvoorziening
voor de diverse poporganisaties in Sittard-Geleen. Dat heeft geleid tot het volgende advies:
Bouw een volwaardige en complete popvoorziening, passend binnen de huidige financiële mogelijkheden, zorg voor geschikte speelplekken met voldoende beschikbaarheid voor de grootschalige concerten, producties en festivals en leg met elkaar vast waar deze eerste stap toe mag leiden. -
Bouw een B-podium zoals dat elders in het rapport is beschreven. Realiseer speelplekken voor grootschalige concerten.
Op basis van dit advies heeft de gemeente een programma van eisen opgesteld in maart 2009. Er is definitief gekozen voor een B-podium bestaande uit: -
Een grote zaal met een capaciteit van 600 bezoekers.
-
Twee oefenruimtes.
-
Een kleine zaal, gecombineerd met een caféfunctie.
In 2010 heeft Signo&S twee locatieonderzoeken verricht. Uitkomsten daarvan zijn: Optie1: Verbouwing van de kapel van het Frans Klooster inclusief de twee aangrenzende zijvleugels.
Optie 2: Nieuwbouw op locatie Bedrijvenpark Fortuna of op locatie Bergerweg.
31 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Met de uitvoering van het raadsbesluit om poppodium Fenix te vervangen door een
B-podium met een grote zaal van 600 bezoekers zal Sittard-Geleen beschikken over een poppodium dat voldoet aan de maat van de stad en haar verzorgingsgebied. Een bedrijfs- en marketingplan alsook een toekomstvisie moet klaar zijn op 1 augustus 2011.
3.1.6. Sfeerbeeld:
Sittard-Geleen heeft een levendige popscene. Dit uit zich voornamelijk op
presentatiegebied. Vanuit het jongerenwelzijnswerk in het verleden ligt de focus nog steeds op het bieden van kansen voor jong talent. Dit gebeurt veelal in
samenwerking met de diverse podia en cafés, welke een goede relatie met elkaar hebben opgebouwd door de gemeenschappelijke visies.
Deze cohesie uit zich ook in samenwerking met o.a. muziekschool Artamuse, de
middelbare scholen als het Trevianum in Sittard en diverse festivalorganisaties. Er bestaan en ontstaan nog steeds diverse projecten om speelplekken te genereren
voor de locale en regionale scene; er wordt momenteel gezocht naar meer maatwerk om deze diverse projecten te vangen in een beleid waardoor de spreiding en het overzicht van al wat er zich momenteel afspeelt inzichtelijker moet worden.
32 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.2. INVENTARISATIE STAD HEERLEN 3.2.1. Historische context:
Het gebied in en rondom Heerlen kent een rijke historie. Tijdens de Romeinse tijd was Heerlen een belangrijk kruispunt van twee wegen: de een liep van
Boulogne-sur-Mer naar Keulen en de ander van Xanten naar Aken en Trier. Heerlen
groeide echter pas in de negentiende eeuw uit tot een stad door de opkomst van de mijnbouwindustrie. Als gevolg van de mijnbouw is Heerlen een stad met
verschillende buurten in een netwerk dat opgebouwd is rondom diverse mijnen. De buurten worden van oudsher gekenmerkt door een rijk verenigingsleven: fanfare-
en harmonieorkesten en koren, en Heerlen is leverancier van veel muzikale talenten in de symfonieorkesten overal in Nederland.
Afgelopen decennia heeft Heerlen geprobeerd zich te ontdoen van haar imago als probleemstad. De stad heeft de culturele sector in de armen genomen als
krachtbron voor de stedelijke ontwikkeling. Er is veel geïnvesteerd in de fysieke
podiuminfrastructuur o.a. door poppodium de Nieuwe Nor, het vernieuwen van het cultuurhuis en een nieuw theater welke ook dienst doet als podium voor
grootschalige popconcerten. Dit maakt dat Heerlen momenteel een positieve imagoswitch maakt van een stad met een laag opleidingsniveau, hoge
werkeloosheid en (drugs) criminaliteit naar een jonge en jeugdige stad welke geen vastgeroeste culturele traditie kent.
33 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.2.2. De stad/verzorgingsgebied in cijfers: Totaal aantal inwoners s tad: 251.436 8.018; 3%
Gemeente Heerlen
10.958; 4%
Gemeente Kerkrade
12.665; 5% 15.591; 6%
89.229; 36%
29.368; 12%
Gemeente Landgraaf Gemeente Brunssum Gemeente Nuth Gemeente Voerendaal
38.186; 15%
47.421; 19%
Gemeente Simpelveld Gemeente Onderbanken
Totaal aantal inwoners s tad: 89.229
10%
5%
0-9 jaar
9%
10-19 jaar 10%
20-29 jaar 30-39 jaar
12%
12%
15%
11% 16%
40-49 jaar 50-59 jaar 60-69 jaar 70-79 jaar > 80 jaar
- Totaal aantal studenten: 5.024 (HBO Hogeschool Zuyd)
- De Open Universiteit Heerlen is in de grafiek buiten beschouwing gelaten. - Aangeboden kunstvakopleidingen: geen
34 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
V erhouding binnenlands e/buitenlands e s tudent
653; 13% Binnenlandse student Buitenlandse student
4.371; 87%
- Aantal potentiële popmuziekbezoekers stad: 29.446
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken verzorgingsgebied: 82.974 3.2.3. Popidentiteit: Presentatiefunctie - Podia Heerlen:
De Nieuwe Nor: cap. 350, pop, ± 100 concerten Parkstad Theater Heerlen: theater/pop Theater Lexor: jazz/pop/kleinkunst
Het Patronaat: cultuurhuis, alle disciplines
- Podia verzorgingsgebied:
Kerkrade - The Rocktemple: rock/metal
Kerkrade - Parkstad Limburg Theater: theater/wereld/pop Kerkrade - Rodahal: multifunctioneel zalencomplex Landgraaf - Exit in G: Rock/pop/metal/hardcore
- Festivals Heerlen (binnen en buiten):
Booch Festival: pop, 10.000 bezoekers Southern Bluesnight: blues
ParkCity Live: pop,10.000 bezoekers
Cultura Nova: pop, 20.000 bezoekers Popronde: pop, 5.000 bezoekers
- Festivals verzorgingsgebied (binnen en buiten):
Landgraaf - Pinkpop: 60.000 bezoekers, 3 dagen Landgraaf - Pinkpop Classic: 20.000 bezoekers Landgraaf - Bunkerpop: 3.000 bezoekers Landgraaf - Biespop: 3.000 bezoekers
35 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Landgraaf - Breakfest: 7.000 bezoekers
Hoensbroek – Brookpop: 2.000 bezoekers
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen Heerlen:
Café Bluff: pop/rock/alternatief
Café de Zotte: blues/jazz/singer- songwriter/folk Café de Plu: rock/metal/alternatief
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen verzorgingsgebied Heerlen:
Brunssum - Woetsjtok Café: pop/rock/tribute/cover Landgraaf - Café de Rotonde: blues
Voerendaal - Café de Haas: pop/rock
Productiefunctie
- Oefenruimtes Heerlen:
Het Patronaat: 2 ruimtes Muziek Collectief Nox
- Oefenruimtes verzorgingsgebied:
Landgraaf - Oefenbunker: 2 ruimtes
- Studio´s Heerlen:
Geen
- Studio´s verzorgingsgebied:
Landgraaf – Oefenbunker
- Productiehuizen Heerlen:
Geen
- Productiehuizen Heerlen verzorgingsgebied:
Landgraaf – Oefenbunker
Educatiefunctie
- Popeducatie op amateurniveau Heerlen:
Schunck muziekschool Heerlen: popmuzieklessen, workshops. Aparte afdeling voor urban disciplines (rap, hiphop, breakdance etc).
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau Heerlen:
MBO Arcus College: KTM (kunst, theater, media) afdeling popopleiding tot ´artiest´. Deze afdeling heeft 26 studenten.
36 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
- Popeducatie op amateurniveau verzorgingsgebied:
Landgraaf – Oefenbunker (Exit in G): popmuzieklessen, workshops en bandcoaching
Landgraaf - Drumschool Parkstad
Landgraaf – Stichting SMK: Popmuzieklessen, workshops en bandcoaching Kerkrade - Stichting SMK: popmuzieklessen, workshops en bandcoaching
Brunssum - Stichting SMK: popmuzieklessen, workshops en bandcoaching Hoensbroek - dependance van Schunck muziekschool Heerlen Ransdaal - DJ-school
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau verzorgingsgebied:
Geen
Projecten
- Provinciaal:
Nu of Nooit: band contest voor een openingsplek op Pinkpop.
- Landelijk:
Popsport: educatieve bandwedstrijd welke vanuit de provincie Limburg
(Stichting Popmuziek Limburg) is uitgegroeid tot een landelijk project voor middelbare schoolbands.
Kunstbende: jongerenorganisatie voor talentontwikkeling. Diverse projecten voor diverse disciplines.
3.2.4. Popbeleid overheid:
De gemeenteraad van Heerlen heeft in 2006 de ‘Strategische Beleidsnota Cultuur
2006-2015’ vastgesteld. De strategische beleidsnota cultuur identificeert een zestal beleidsspeerpunten: -
Voltooiing van bestaande ontwikkelingen.
-
Versterking productieklimaat en bijdrage actieve cultuurparticipatie, versterkend
-
-
Inzetten op jeugd en jong talent.
voor de centrumfunctie van de stad. Imagoversterkend voor de stad. Bevordering integraliteit.
Dwarsverbanden en samenwerking binnen het culturele veld.
37 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Vanwege de vele kritiek die geleverd is op de ‘Strategische Beleidsnota Cultuur
2006-2015’, is er in 2008 nog een cultuurnota verschenen: ‘De culturele agenda van Heerlen 2009-2012’. In deze nota worden er vijf (extra) beleidsspeerpunten uiteengezet: -
-
Meer inzetten op meer ruimte voor de beeldende kunst, de nieuwe media, film
en literatuur en het verankeren van de instellingen op deze terreinen waarvan nu de continuïteit niet gegarandeerd is.
Een verdere profilering als energiek hart van Parkstad door middel van festivals, toegankelijke en laagdrempelige cultuur.
Een versterking van het culturele erfgoed.
Het bevorderen van een productieklimaat om zich als een cultuur-productiestad te kunnen profileren.
Meer aandacht voor amateurkunst, cultuureducatie en kunst en cultuur in de wijken.
Het meest belangrijke in het kader van popmuziek is wellicht het coalitieakkoord dat in april 2010 is bereikt, waarin wordt benadrukt dat cultuur van groot belang is voor de ontwikkeling van de stad. Heerlen is van mening dat cultuurbeleid moet worden
afgestemd op wat leeft in de stad. Dit houdt onder andere in: doorontwikkeling van de bestaande podia en uitdragen van inhoud, de samenwerking, de cultuur in de
wijk, evenementen en kleinschalige producties. De stad Heerlen is van plan alles in het werk te stellen om de culturele lente uit te laten groeien tot culturele zomer. 3.2.5. Ambities / toekomstplannen / actuele ontwikkelingen:
Inmiddels is dan ook besloten om middelen in te zetten voor het ´Actieprogramma
Culturele Lente´. Voor de periode 2011 en 2012 wordt € 1 miljoen ingezet. Heerlen identificeert zichzelf als ‘Parkstad Limburg’ door de samenwerking met de gemeenten Kerkrade, Brunssum, Landgraaf, Voerendaal, Simpelveld en
Onderbanken om de sociale en economische achterstand ten opzichte van de rest
van Nederland in te halen en kansen te benutten die horen bij een stedelijke regio in een grensstreek. Gezamenlijk zetten de Parkstadgemeenten zich in voor kunst en cultuur die bij de vijfde stad van Nederland past. Voor Heerlen (en Parkstad)
betekent dit concreet dat zowel de inzet op jong talent – de doorstroom van
(v)mbo’ers in de creatieve industrie en Urban Art, als de inzet op festivals en
evenementen, de laagdrempelige cultuur, maatschappelijk geëngageerd, waarin de verhalen en de beleving van de eigen bevolking belangrijke ingrediënten zijn: Streetwise Art, Community Art, sociaal artistieke projecten.
In 2003 heeft Signos&S de opdracht gekregen van de Ontwikkelingsmaatschappij parkstad Limburg om de mogelijkheden voor een professioneel poppodium in Heerlen te onderzoeken.
38 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
De precieze doelstelling van het onderzoek was:
Het inventariseren van de voorwaarden om te komen tot de realisatie van een professioneel podium voor jonge(re) cultuur in de regio Parkstad met een Euregionale uitstraling. Het advies op basis van de uitkomsten van het onderzoek waren: Alleen een A+-podium en een A-podium sluiten aan bij het ambitieniveau zoals dat Parkstad voor ogen staat. Een B-podium is minimaal wenselijk om Heerlen en dus
ook de gemeenten binnen Parkstad qua culturele infrastructuur gelijke tred te laten houden met andere vergelijkbare steden en tegemoet te komen aan het ontbreken van een professioneel poppodium in Limburg. Dit is echter niet voldoende om Parkstad te profileren als studentenstad.
Een combinatie van de Nieuwe Nor en uitbreiding van de schouwburg met een
middenzaal biedt respectievelijk een kleine zaal voor de functie van C-podium en
een grotere zaal met beperkte beschikbaarheid voor concerten, maar bijv. niet voor danceparty’s. Een ander nadeel is dat er rekening gehouden moet worden met een ver van te voren vastgelegd jaarprogramma en een organisatie die een beperkte ervaring heeft met productie en programmering van popconcerten.
Op basis van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek en de publieksenquête uit 2003 en de vastgestelde ambitie om een groot poppodium te bouwen in Heerlen is geadviseerd om te gaan voor een A+ of A-podium.
Uiteindelijk is gekozen voor De Nieuwe Nor en de Middenzaal waarmee in beperkte mate wordt voorzien in de gewenste presentatiefunctie. Voor de Nieuwe Nor
betekenen de middelen voor het ´Actieprogramma Culturele Lente´ een verlenging
in 2011 van de incidentele bijdrage van € 156.000. Dit jaar wordt inzicht gegeven in de afgesproken ambities, de oorzaken van eventuele tekorten en de oplossingsrichting voor 2012 en verder. 3.2.6. Sfeerbeeld:
Heerlen kent een bloeiende muziekscene, in de volksmond ook wel MOC (Mijnstreek Oost Crew) genoemd. Deze scene bevindt zich vooral in de hardere muziekgenres. Bands supporten elkaar en regelen veel optredens met en voor elkaar binnen de regio Parkstad. De scene is redelijk gesloten voor scenes buiten het Parkstad
verzorgingsgebied en is zelfvoorzienend op het gebied van promotie, communicatie en de zakelijke aspecten zoals het maken van merchandise en cd’s. Dit is een sterkte van de scene. De stad Heerlen stimuleert ook deze scene door vele
evenementen financieel te ondersteunen en met poppodium De Nieuwe Nor als professioneel poppodium.
39 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.3. INVENTARISATIE STAD MAASTRICHT 3.3.1. Historische context:
In de 19e eeuw ontwikkelde Maastricht zich als industriestad en breide zich uit met name pas na de Tweede Wereldoorlog. Aan het einde van de jaren ´70 daalde de
werkgelegenheid sterk. Dit bracht twee belangrijke ontwikkelingen met zich mee, namelijk de komst van de Universiteit van Maastricht en de profilering tot
congresstad. Op 7 februari 1992 werd door de Eurotop het Verdrag van Maastricht
gesloten, waarmee een begin werd gemaakt met de Europese Unie en de basis werd gelegd voor de komst van de Euro.
Vanuit het verleden kent Maastricht een grootschalige popcultuur vanaf de jaren
´60. Met het sluiten van de Kombi en de Berghmans halverwege de jaren ´80 kwam
hier abrupt een einde aan. Een grote hardcorescene kwam op als undergroundscene
die door het gebrek aan podia nooit echt zichtbaar is geweest voor het grote publiek in de stad Maastricht. In de tussenliggende 30 jaar – tot de komst van de
Muziekgieterij in 2007 – hebben diverse initiatieven zonder blijvend resultaat getracht popmuziek te doen herleven in de stad.
40 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.3.2. De stad/verzorgingsgebied in cijfers: Totaal aantal inwoners verzorgings gebied: 204.162 Gemeente Maastricht
9.799; 5%
Gemeente Eijsden
14.494; 7% 17.021; 8%
Gemeente Meerssen
19.486; 10%
118.523; 58%
Gemeende Valkenburg aan de Geul Gemeente Gulpen Wittem
24.839; 12%
Gemeente Vaals
- Gemeente Vaals: zou men gezien de cultuur, taal en mentaliteit beter tot verzorgingsgebied Aken kunnen rekenen. Om Zuid-Limburg compleet weer te geven, is de gemeente Vaals meegenomen in data in deze uiteenzetting. Totaal aantal inwoners s tad: 204.162 0-9 jaar 13; 13%
5; 5%
8; 8%
10; 10%
10-19 jaar 20-34 jaar 35-54 jaar
14; 14%
22; 22%
55-64 jaar 65-79 jaar
28; 28%
> 80 jaar
41 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Totaal aantal s tudenten: 23.917
Universiteit Maastricht voltijd
4.187; 18%
Universiteit Maastricht deeltijd Hogeschool Zuyd
4.154; 17% 15.576; 65%
V erhouding binnenlands e/buitenlands e s tudent
Binnenlandse student 10.007; 42%
Buitenlandse student 13.910; 58%
Aangeboden k uns tvak opleidingen 575; 2% 444; 2% 168; 1%
Beeldende kunsten Conservatorium Toneelacademie Geen kunstvakopleiding
22.730; 95%
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken stad: 39.113
- Aantal potentiële popmuziekbezoeken verzorgingsgebied: 67.373 42 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.3.3. Popidentiteit: Presentatiefunctie
- Podia Maastricht:
Muziekgieterij: cap. 250, pop, ± 90 concerten
MECC Maastricht: Multifunctioneel zalencomplex voor de grote indoor evenementen
Theater aan het Vrijthof: Theaterprogrammering, incidenteel pop gerelateerd La Bonbonnière: multifunctioneel zalencomplex, geschikt voor externe popprogrammering
Heineken Music Hall: multifunctioneel zalencomplex, geschikt voor externe popprogrammering
D´n Hiemel: multifunctioneel zalencomplex, geschikt voor externe popprogrammering
kunstenaarsvrijplaats Landbouwbelang: pop/rock/indie/experimenteel
- Podia verzorgingsgebied:
Bunde - Auw Kèrk: multifunctioneel zalencomplex, geschikt voor externe popprogrammering
Vaals - Fraiche: pop/rock/dance
- Festivals Maastricht (binnen en buiten):
Bruis Festival / Welkom in Maastricht, 8000 bezoekers
Koninginnedag Maastricht Viert / My Day, 2000 bezoekers M2live (alle disciplines), 1000 bezoekers Parcours, 5000 bezoekers
Dancetour (dance/landelijk)
Manus van Alles Festival (multicultureel festival) Boerderijpop
Stukafest (alle disciplines) Popronde (landelijk)
- Festivals Maastricht verzorgingsgebied (binnen en buiten):
Ulestraten - Rock U
Valkenburg – Bokpop
Geulle – Knastercross
Eijsden - Pisart Festival
Meerssen - Marsna Rhythm Vaals - Fraiche Open Air
- Muziekcafé´s Maastricht:
Irish Pub John Mullins: pop, rock, folk, singer-songwriter Café de Belsj: blues
Café Barrock: pop, rock, blues/cover 43
Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Café To the Point: hardcore/metal/punk/rock Edd´s Café: pop
Café the Rambler: pop
- Muziekcafé´s / Jeugdhuizen verzorgingsgebied Maastricht:
Margraten - JC Camion: pop
Valkenburg - Café the Cadillac: pop/rock/cover/tribute
Productiefunctie
- Oefenruimtes Maastricht:
Muziekgieterij: 3 ruimtes
Trajekt, City Centrum: 3 ruimtes P’s-Sound: 2 ruimtes Atrium: 1 ruimte
- Oefenruimtes Maastricht verzorgingsgebied:
Ulestraten - Muziek Collectief Meerssen: 1 ruimte Vaals - Muziek Collectief Vaals: 1 ruimte
- Studio´s Maastricht:
Muziekgieterij: pop/rock/alternatief 3 Sun Recordings: pop Chaplin Studio: dialect
Studio Centraal / Livingroom: hiphop/urban
Studio Magnetophon: pop/rock/experimenteel P-Sound: rock/alternatief/hardcore/metal Studio Lecardinale: pop
Drumschool afdeling ´Rec ´n Play´: pop, rock, alternatief
- Studio´s Maastricht verzorgingsgebied:
Bunde – Marlstone: dialect, carnaval
- Productiehuizen Maastricht:
Muziekgieterij
- Productiehuizen Maastricht verzorgingsgebied:
Geen
Educatiefunctie
- Popeducatie op amateurniveau Maastricht:
Kumulus: ´Lighthouse of Music´ i.s.m. Muziekgieterij: ´Boost your Talent´ Drumschool Maastricht: ´Rec ´n Play´
44 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau Maastricht:
Geen
- Popeducatie op amateurniveau verzorgingsgebied Maastricht:
Kumulus centrum voor kunsteducatie
- Popeducatie op MBO niveau / HBO niveau verzorgingsgebied Maastricht:
Geen
Projecten
- Euregionaal:
Jonge Helden, educatieve bandwedstrijd met partners in België, Duitsland, Engeland
- Provinciaal:
Nu of Nooit: band contest voor een openingsplek op Pinkpop
- Landelijk:
Popsport: educatieve bandwedstrijd welke vanuit de provincie Limburg
(Stichting Popmuziek Limburg) is uitgegroeid tot een landelijk project voor middelbare schoolbands.
Kunstbende: jongerenorganisatie voor talentontwikkeling. Diverse projecten voor diverse disciplines.
3.3.4. Popbeleid overheid:
Het cultuurbeleid van de gemeente Maastricht is op vier beleidsspeerpunten gericht: -
-
-
Het vergroten van participatie voor jongeren om ‘aan cultuur te doen´door de cultuurparticipatie in de wijken te vergroten en de samenwerking tussen het onderwijs en de cultuursector te versterken.
Het versterken van fysieke infrastructuur door de achterstanden in de
huisvesting van met name de professionele culturele gezelschappen in de stad versneld op te heffen.
Het versterken van een productieklimaat. Het beheer en presentatie van erfgoed.
De gemeente Maastricht kent geen specifiek popbeleid. Met de komst van Stichting
Muziekgieterij erkent de gemeente in 2007 dat deze cultuuruiting een plek verdient in de stad en dat er bij voldoende draagkracht voor popmuziek gezocht moet
worden naar structurele herhuisvesting voor de Muziekgieterij en haar ambities. Dit in het kader van de ontwikkeling van een marktconform poppodium en een
productiehuis. Verdere ontwikkeling van specifiek beleid t.a.v. popcultuur en toekomstige (her)huisvesting van de Muziekgieterij is echter tot op heden uitgebleven.
45 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
3.3.5. Ambities / toekomstplannen / actuele ontwikkelingen:
De gemeente Maastricht profileert zich als stad van culturele carrières en staat naar eigen zeggen aan ‘de vooravond van een cultuursprong’. De stad bevindt zich op
een uniek moment in de geschiedenis waarin vier grote kansen samenkomen welke de ambities vormen van de stad: -
Maastricht is aangewezen tot één van de acht nationale brandpunten in de
-
Verkenning van een internationale ambitie in Maastricht naar de realisatie van
-
landelijke culturele infrastructuur. het Quartier des Arts (Belvedère).
De herontwikkeling van de oude Timmerfabriek tot een cultuurfabriek waarin verschillende Maastrichtse culturele instellingen worden samengebracht
Maastricht stelt zich kandidaat voor de aanwijzing tot Europese Culturele Hoofdstad in 2018.
Onlangs heeft D66 een enquête gehouden onder de inwoners van Maastricht. Via internet is de behoefte en mening over een groot podium in Maastricht gepeild.
De uitkomsten van deze peiling zijn vastgelegd in een officieel document met de
conclusie dat het overgrote deel van de 637 respondenten met diverse argumenten
aangeeft een groot podium te willen en dat het daarnaast een aanwinst voor de stad Maastricht zou betekenen wanneer een dergelijk podium in die stad zou landen. In 2006 is er door Signo&S in opdracht van de gemeente Maastricht onderzoek
gedaan met een drieledige vraagstelling waarvan alleen de eerste in deze context relevant is:
Is de door de Muziekgieterij voorgestelde popvoorziening aangepast aan de Maastrichtse situatie (toets markt) van vandaag en de nog te verwachten ontwikkelingen in Maastricht/Zuid-Limburg? De toets van de markt met betrekking tot de behoefte aan een popcollectief in Maastricht met oefenruimtes, speelmogelijkheid, ondersteuning, educatie en
ontmoeting, is duidelijk aangetoond. Met circa 80 bands waarvan 78% aangeeft behoefte te hebben aan een samenhang in facilitaire ondersteuning, is het
bestaansrecht van de Muziekgieterij voor Signo&S geen vraagteken meer. Zeker
omdat met een klein podium met een capaciteit van 350 tot 400 bezoekers ook (een deel van) het lokale popminnende publiek bediend wordt. Met de vaststelling dat er een potentieel aan concertbezoeken in Maastricht is van 32.500 tot 45.000 zal een beoogd bereik van 12.000 bezoeken (zie het laatste hoofdstuk in dit rapport) geen probleem mogen zijn.
In eerdere rapportages heeft Signo&S al aangegeven dat Maastricht uniek is in
Nederland door het ontbreken van een poppodium dat recht doet aan de markt en - zoals intussen is gebleken - ook recht doet aan de ambities van de gemeente
46 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Maastricht. De Muziekgieterij geeft zelf aan een eerste stap op weg naar een
gezonde popinfrastructuur te willen zijn. Ook in het interview met de afdeling
cultuur van de gemeente Maastricht is aangegeven dat men snel wil starten met het formuleren van een stedelijk popbeleid. Uitgaande van de potentiële markt en de
ambities van de betrokkenen, maar ook van de specifieke eigenheid van Maastricht en van de geschiedenis met popmuziek.
Al in 1999 en vervolgens in 2006 is door Signo&S aangetoond dat er een markt is voor het potentieel aan concertbezoeken van circa 45.000 bezoeken.
Intussen is het 2011 en zit de Muziekgieterij nog steeds in het L1-gebouw met een kleine presentatiefunctie met een capaciteit van 250 bezoekers.
De Muziekgieterij heeft een duidelijk geformuleerde ambitie: men wil een productiefunctie zoals nu in het L1-gebouw verder uitbouwen en voor de
presentatiefunctie een grote zaal om te voldoen aan de vraag van Maastricht. Daarnaast ambieert de Muziekgieterij de exploitatie van een bovenregionaal podium.
3.3.6. Sfeerbeeld:
Maastricht is een stad met een rijke culturele geschiedenis. Er is op dit gebied
voldoende te zien en te beleven. De beleving van de inwoners en van Maastricht lijkt in sommige gevallen echter niet geheel in lijn te liggen met de manier waarop cultuur bedreven en gewaardeerd wordt. De grote, deels buitenlandse
studentenpopulatie die naarstig zoekt naar een eigen plek in de stad om popmuziek te beleven en uit te oefenen, wordt met argusogen door de Maastrichtenaren
bekeken, maar van de andere kant kan iemand afkomstig van buiten Maastricht de ´elitecultuur´ of ´high-culture´, die geheel tegenstrijdig daaraan ook wel
bestempeld wordt als ´bourgondisch´ of ´volkscultuur´, maar slecht waarderen.
Het in stand houden van de ´eigenheid´ van de stad wordt zowel door de nieuwe groep inwoners en bezoekers als ook soms door Maastrichtenaren zelf als
conservatief en chauvinistisch gezien. Een besef in de juiste richting, hoewel de
kloof tussen deze beide groepen waaruit Maastricht bestaat – het ´door de week publiek´ en het ´weekend publiek´- nog lang niet kleiner lijkt te worden. (Berenschot rapport, ´Maastricht culturele hoofdstad 2018´)
Momenteel heeft een enkel café in Maastricht met enige regelmaat popmuziek op
het programma staan. Met de aanwezigheid van de Muziekgieterij is een belangrijke stap in de richting naar een presentatie- en productieklimaat op popmuziekgebied
gezet; waarvan het laatste een belangrijk speerpunt van de gemeente Maastricht. De ´maak-cultuur´ op popmuziekgebied in Maastricht groeit gestaag: veel bands en
muzikanten krijgen de kans zich te ontwikkelen in de Muziekgieterij en weten zich momenteel ook buiten Maastricht en zelfs buiten Limburg te profileren. 3.4. Samenvattende conclusie Zuid Limburg:
47 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Vooraf
Op D-Vers heeft Leon Zwaans, directeur van Signo&S, een presentatie gegeven van onze visie op een gewenste popinfrastructuur in Limburg. Betreffende visie is ontwikkeld aan de hand van: -
Landelijke gegevens met betrekking tot marktontwikkelingen van vraag en aanbod, veranderingen in de doelgroepen, het accommodatiebeleid en
positionering ten opzichte van het culturele veld en ten opzichte van de overheden. -
De uitkomsten uit de vele onderzoeken die Signo&S in Limburg heeft mogen
verrichten. Haalbaarheidsonderzoeken, locatieonderzoeken, marktonderzoeken
om de behoeftes van het publiek en de potentie van het aantal bezoeken vast te stellen. Uitgevoerd in Venlo, Weert, Roermond, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht.
In algemene zin gaat deze visie over: -
De historische context waarin popcultuur zich heeft ontwikkeld tot een volwaardige kunstdiscipline.
-
Waarbinnen de poppodia zich hebben ontwikkeld tot alternatieve schouwburgen en aanjagers van culturele, maatschappelijke en economische ontwikkelingen.
-
De vaststelling dat met name Zuid-Limburg nog niet beschikt over de gewenste
popinfrastructuur (gewenst vanuit het belang van de popmuziek, de beoefenaars daarvan en van de popliefhebbers).
Door de uitkomsten van deze visie te vergelijken met de actuele situatie zal Signo&S van de drie stedelijke omgevingen in Zuid-Limburg, zijnde Sittard-Geleen, Heerlen
(Parkstad) en Maastricht aangeven of er voldoende voorzieningen zijn en zo nee, wat er nog ontbreekt.
Om vast te stellen wat er in theorie zou moeten zijn, gebruikt Signo&S het ringmodel van WIJN: -
De grootte van de stad.
Aanbod in de omgeving (het verzorgingsgebied). Locaal popklimaat/levendigheid scene.
48 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Dit bepaalt de vraag naar popvoorzieningen. Popvoorzieningen c.q. poppodia
worden door de Vereniging van Nederlandse Poppodia en Festivals ingedeeld in 3 categorieën: -
Kleine podia met een capaciteit tot 400 bezoekers (C-podia).
Middelgrote podia met een capaciteit van 400 tot1000 bezoekers (B-podia). Grote podia met een capaciteit van 1000 of meer bezoekers (A-podia).
Door Signos&S is daar nog een categorie aan toegevoegd: -
Podium met een capaciteit van meer dan 1500 bezoekers (A+-podia).
(Met capaciteit wordt het aantal staanplaatsen van de grootste zaal bedoeld.)
49 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Conclusie
Wanneer men inzoomt op Limburg in zijn totaliteit kan er een achterstand
geconstateerd worden t.o.v. de rest van Nederland. Zo zijn er in Nederland 11 grote podia waarvan 0 in Limburg, 25 middelgrote podia waarvan 1 in Limburg en zijn er 18 kleine podia waarvan 3 in Limburg. Dit op basis van de gegevens van de VNPF (Vereniging van Nederlandse Podia en Festivals).
Om de Limburgse situatie duidelijk te schetsen, moeten we wel in eerste instantie
een onderscheid gaan maken tussen een poppodium en een concertzaal of zaal voor multifunctionele doeleinden. In Zuid Limburg zijn er een aantal zalen zoals de
Rodahal in Kerkrade, de middenzaal van het Parkstad Limburg Theater, maar ook
het Mecc in Maastricht. Deze kunnen dienst doen als concertzaal, maar kunnen niet als poppodium aangemerkt worden.
In een concertzaal draait het louter en alleen om het concert. In een poppodium gaat het niet alleen om het concert maar draait het om de totale beleving. Een beleving die gecreëerd wordt door het menselijk kapitaal (de menselijke energie) welke het poppodium maakt tot datgene waar het poppodium voor staat. Momenteel zijn er
dan ook in Zuid-Limburg drie kleine poppodia, waar we van moeten constateren dat de koppeling tussen productiefunctie en presentatiefunctie nog niet of zwaar beperkt aanwezig is.
In Heerlen kan de Nieuwe Nor gezien worden als een poppodium met een kleine zaalfunctie, gericht op de publiekskant. Parkstad Limburg Theater faciliteert de
grotere (pop)concerten, waarbij de focus louter ligt op het concert en niet op de
beleving. De koppeling tussen concertfunctie en productiefunctie is in de Nieuwe
Nor afwezig, waardoor de Nieuwe Nor niet verder kan uitbouwen tot een hang-out
voor producenten en daardoor in beperkte mate de koppeling tussen publiek en de producent tot stand kan brengen.
50 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
In Maastricht is de Muziekgieterij de enige aanbieder van concerten. De
Muziekgieterij heeft de koppeling tussen productie- en publieksfunctie helder op
het netvlies maar is qua infrastructuur zeer beperkt. Een opmerkelijk feit is dat de Muziekgieterij een initiatief is dat van onderop is gegroeid. Met de beperkte
middelen en de beperkte capaciteit weet het poppodium het maximale rendement te behalen.
In Sittard-Geleen staan nieuwe ontwikkelingen op stapel die qua infrastructuur beter gaan voldoen aan de maat van de stad. De koppeling tussen productie en
presentatie is hierin deels voorzien door de aanwezigheid van twee repetitieruimtes
binnen de toekomstige nieuwe club. Wel staat de organisatie nog aan de vooravond
van de nog op te bouwen organisatie en zal het menselijk kapitaal zich nog moeten ontwikkelen en bewijzen.
Uit bovenstaande analyse kan er de conclusie getrokken worden dat er momenteel met name aan de productiekant een duidelijke infrastructuur ontbreekt. Aan de
presentatiekant valt op dat er in Zuid-Limburg geen enkel poppodium de functie
van bovenregionaal poppodium heeft welke kan aansluiten op de Euregio en die de koppeling tussen productie en presentatie weet te realiseren.
51 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Hoofdstuk 4: De Euregionale functie
4.1. De gezamenlijke opdracht:
Zoals reeds in de inleiding beschreven, stelt de Euregio zichzelf de volgende
basisopdracht: Interregionale culturele samenwerking. Het uiteindelijke doel is
daarbij: Cultuur gebruiken als een sterke drijvende kracht voor interregionale en internationale relaties. Cultuur wordt vervolgens gezien als hefboom om
samenwerking in andere domeinen te bevorderen. Het uiteindelijke resultaat moet
dan ook zijn dat de participatie en mobiliteit van de Euregioburgers wordt vergroot.
Hoe kan de popmuziek bijdragen aan deze opdracht, en wat hebben we daar voor nodig? Als Signo&S deze opdracht vertaalt naar een passende opdracht voor de popmuziek zou men deze graag als volgt formuleren: -
De identiteit van het grensoverschrijdende gebied ontwikkelen en promoten via popcultuur.
-
Het op gang brengen van grensoverschrijdende publieksuitwisseling.
Om deze opdracht te vervullen en uit te werken zijn er 4 belangrijke kritische succesfactoren waaraan moet worden voldaan, om het uiteindelijk gewenste resultaat te realiseren.
Op basis van onze ervaring en de voorhanden zijnde succesvolle voorbeelden kan
Signo&S stellen dat één Euregionaal poppodium voor de gehele Euregio op zich niet zal bijdragen aan de gestelde doelen, zelfs niet met een mobiliteit van 100%. Het is namelijk onmogelijk om 4 verschillende identiteiten te verenigen. In de diversiteit van de Euregio zit nu juist de kracht en ook de mogelijkheid om vanuit deze diversiteit te komen tot een eigen scene en eigen geluid.
Het zijn nu juist de nieuwe ambitieuze muzikanten die men zou moeten blootstellen aan een permanente kruisbestuiving. Tevens moet men hen op een laagdrempelige manier de ruimte bieden voor het experiment. Enkel op deze manier kan het een
inspiratiebron zijn voor de toekomstige culturele uitingen, en uiteindelijk ontstaat er een positieve spiraal naar een Euregio-identiteit. Deze benadering is in lijn met de insteek van de bovengenoemde doelstelling.
Eén Euregionaal popodium zou alleen door het aanbieden van de concerten aan de bovenkant van de markt van toegevoegde waarde zijn, zoals bijvoorbeeld de
Heineken Music Hall in Amsterdam of de Rockhall in Luxemburg met een capaciteit van 6500 bezoekers. De markt voor dergelijke megaconcerten is dan ook voorzien
52 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
met bovengenoemde hallen aangevuld met het Sportpaleis in Antwerpen en de Lanxess Arena in Keulen.
Vandaar dat Signo&S het volgende adviseert:
Om de doelstelling te realiseren zal er in iedere regio van de Euregio minstens 1 poppodium moeten zijn welke een bovenregionale werking vervult. Vervolgens
moeten deze podia aan elkaar verbonden worden. Om dat proces succesvol te laten verlopen, zullen de podia aan onderstaande 4 factoren moeten voldoen. De 4 kritische succesfactoren: -
Gelijk(w)aardig in organisatievermogen en qua infrastructuur. Partners moeten reeds een eigen publiek hebben. Grensoverschrijdende communicatie. Bereikbaarheid.
Gelijk(w)aardige in organisatievermogen en qua infrastructuur.
De aangesloten partners moeten ambitieuze partners zijn die in staat zijn om op een kwaliteitsvolle en structurele manier te kunnen werken aan één Euregio. De aangesloten partners moeten eenzelfde kernactiviteit hebben, namelijk: -
presentatie
ondersteuning
promotie van hedendaagse muziek
De aangesloten partners moeten beschikken over een passende gelijkwaardige accommodatie, passende bij hun kernactiviteiten.
Partners moeten reeds een eigen publiek hebben.
Op het moment dat de partners een eigen publiek hebben zijn zij dus niet
afhankelijk van projecten waar telkens opnieuw gezocht moet worden naar een publiek. Integendeel, zij kunnen hun vaste publiek laten genieten van culturele identiteit in de grensregio en duurzaam investeren in een uitbreiding van hun gemeenschappelijk publiek.
Grensoverschrijdende communicatie.
Ten aanzien van de communicatie constateert Signo&S wel een bottleneck.
Uitgaande van de verslaglegging van de bijeenkomst ‘Wir/Nous/Wij’ in Hasselt op
01-12-2010, blijkt dat de nationale media over de drie landen heen geen tot weinig ruimte geven aan buitenlandse aanbieders; zo zal een nationale zender als
bijvoorbeeld Hilversum 3 geen aandacht schenken aan een festival in Hasselt en zal Studio Brussel geen aandacht geven aan een festival in Maastricht.
53 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
De pr van de partners zal zich dus in eerste instantie vooral moeten richten op nieuwe pr-stromen binnen de nieuwe sociale media.
De taalbarrière: het is natuurlijk zaak dat de website van de partners in het beste
geval viertalig is of op zijn minst tweetalig waarbij men dan de voorkeur geeft aan Engels als voertaal. Wel moet Signo&S constateren dat Wallonië een achterstand heeft betreffende de Engelse taal als voertaal. Het beste zou dan ook zijn om te kiezen voor Nederlands, Frans, Duits en Engels.
De fysieke, off-line pr zal in zijn algemeenheid moeten beschikken over een netwerk van ambassadeurs over de gehele Euregio heen. Deze moeten worden ingezet voor alle pr-activiteiten, van advertenties tot het plakken van posters als voor de contacten met de lokale media.
Bereikbaarheid.
Om de mobiliteit van publiek te verhogen, zal een verbetering van het openbaar
vervoer gerealiseerd moeten worden, zoals ook in het rapport van Berenschot wordt bepleit.
4.2. Samenwerking, het DNA van de organisatie:
Gedurende het onderzoek is het Signo&S duidelijk geworden dat een bovenregionaal poppodium niet één op één te vergelijken is met een willekeurig poppodium elders
in Nederland. Er zijn wezenlijke verschillen en hiervan zal de uitvoerende organisatie zich wel degelijk bewust moeten zijn.
De organisatie van een dergelijk podium zal zich moeten verhouden tot de Euregio en zal zich bewust moeten zijn van het feit dat een dergelijke organisatie
samenwerken in zijn DNA moet hebben. Signo&S adviseert dan ook in de overweging t.a.v. de uitvoerende organisaties dit
gegeven mee te nemen en te bekijken in hoeverre een
bestaande organisatie reeds kan putten uit ervaring t.a.v. werken buiten de eigen landsgrenzen.
Dit vergt namelijk vaardigheden die in poppodia niet altijd voorhanden zijn.
De programmering moet beschikken over kennis over, en op de hoogte zijn van
ontwikkelingen binnen de popmuziek over de grenzen heen. Met louter en alleen
kennis van de Nederlandse scene zal het beoogde effect niet gerealiseerd kunnen
worden. Men kan nu al constateren dat er in de verschillende landen verschillende 54 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
ontwikkelingen zijn binnen de popmuziek. Dit aspect kan vertaald worden als
zwakte voor Euregionale samenwerking maar zou zich met de juiste benadering
juist tot een sterkte kunnen ontwikkelen. De marktaanbieders kunnen dergelijke
poppodia gaan zien als een gateway naar een nieuwe doelgroep. Zo is en blijft het interessant voor een band om te spelen in het buitenland en kan de band op die
manier zijn afzetgebied vergroten. Zo ontstaat er een win-win situatie voor zowel de aanbieder als de producent. 4.3. Aanbeveling:
De Euregionale functie, zijnde het bouwen van een eigen Euregionale identiteit en
het op gang brengen van grensoverschrijdende publieksuitwisseling, vraagt om een sterke Euregionale popinfrastructuur. Vandaar dat Signo&S adviseert om juist in
iedere regio een bovenregionaal poppodium te ontwikkelen of door te ontwikkelen daar waar reeds in potentie een bovenregionaal poppodium staat.
De bovenregionale poppodia moeten uiteindelijk wel voldoen aan de 4 kritische succesfactoren namelijk: gelijk(w)aardigheid qua organisatiekracht en accommodatie, het hebben van een eigen publiek en aanbod, een
grensoverschrijdende communicatie en een goede bereikbaarheid. Er kan geconcludeerd worden dat zowel Aken, Luik en Hasselt in meer en mindere
mate reeds in de bovenregionale functie voorzien met hun huidige aanbod. Helaas constateert Signo&S ook dat er geen of weinig sprake is van samenwerking of een overkoepelende Euregio gedachte.
De door Signo&S onderzochte potentiële partners in deze steden zijn niet voor de volle 100% gelijk(w)aardig maar in potentie voldoende om mee te starten.
Signo&S wilt onderstrepen dat er geen Euregio bewustzijn heerst. De landsgrenzen worden nog steeds ervaren als een beperking en dus als een zwakte i.p.v. een
sterkte. Er zal meer interactie moeten plaatsvinden tussen muzikanten, organisators en het publiek voor de verdere ontwikkeling van een Euregionale popidentiteit. De sterkte zou daarbij nu juist het feit moeten zijn, dat de verbinding met de Euregio
garant staat voor de verbinding met de achterban van de Euregio. Dat aspect schept enorme kansen. Met andere woorden: producenten kunnen binnen 4 markten
opereren i.p.v. alleen de gebruikelijke eigen markt. Enkel met deze open geest en de impliciete generositeit kan een dynamische Euregio ontstaan.
Verder is er geconstateerd dat aan de Nederlandse kant van de Euregio een
bovenstedelijk poppodium met productiefunctie nog ontbreekt. De Nieuwe Nor in Heerlen heeft, in combinatie met de Limburgzaal, alleen een publieksfunctie en
voldoet daarmee aan de publieksbehoefte van de stad. Het nieuw te bouwen podium in Sittard-Geleen heeft straks een zeer beperkte productiefunctie maar zal wel voldoen aan de publieksbehoefte van de stad en haar verzorgingsgebied. De
55 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Muziekgieterij in Maastricht heeft een goede en professionele productiefunctie maar is qua capaciteit nog steeds erg beperkt, kijkende naar de huidige wachtlijst voor productieruimte. De presentatiefunctie is – gezien de capaciteit - ver onder het
gewenste niveau. Alleen al voor het stedelijke bereik is een grotere zaal met een capaciteit van 600 bezoekers sterk aan te bevelen.
In Nederlands Limburg is een popvoorziening nodig met een bovenregionale functie zowel op het gebied van productie, als op het gebied van presentatie om überhaupt te kunnen aansluiten op de Euregio.
Op het gebied van de presentatie betekent dit een poppodium dat een
bovenregionaal gebied bedient en ruimte biedt aan minimaal 1500 bezoekers. In grote mate vergelijkbaar met een A+ podium zoals dat door Signo&S is gedefinieerd.
Binnen de productiefunctie betekent dit een plek binnen de provincie waar creatieve musici, bands of projecten zich verder kunnen ontwikkelen, versterken en/of
verbinden. Dit verbinden is essentieel en zal twee kanten op moeten werken naar de provincie toe (intern) en naar de Euregio toe (extern).
Intern.
Een goede en open verbinding tussen de Limburgse poppodia is een absolute must. Het bovenregionale poppodium werkt als het ware als een satelliet: het podium
moet ontvangen maar zal ook moeten doorgeven. Dat doorgeven is van cruciaal belang voor de verbindingen onderling en kan bijvoorbeeld plaatsvinden in een
festivalvorm, in onderlinge uitwisseling van kennis en communicatie. Er is reeds een eerste aanzet in deze richting gedaan door middel van het ´podium
platformoverleg´, geïnitieerd door SPL. Signo&S zou dan ook willen adviseren om juist deze rol van het onderlinge verbinden verder uit te diepen binnen de functie van SPL.
Extern.
Voor het externe deel, de koppeling naar de Euregio toe, verwijst Signo&S naar de eerder benoemde 4 kritische factoren.
56 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
Hoofdstuk 5: Bovenregionaal poppodium in Zuid-Limburg
5.1. Vestigingsfactoren:
Ten aanzien van de stedelijke omgeving zijn een aantal factoren van cruciaal belang: -
Rol van de stad in de Euregio. Mate van grootstedelijkheid. Mate van compleet zijn.
Aanwezigheid hoger onderwijs.
Aanwezigheid kunstvakonderwijs.
Aanwezigheid bedrijven, met name in de creatieve industrie.
Ambitie m.b.t. mogelijke vergrijzing, ontgroening, ontvolking (krimp). Beoogd profiel van de stad / beleid ten aanzien van citymarketing. Imago bij jongeren.
Imago (nationaal/internationaal) bij aanbieders popbands.
5.2. Omgevingsfactoren voor de locatie:
Door de veranderde marktomstandigheden en verscherpte milieueisen
(geluidsoverlast), maar ook vanwege de acceptatie van pop-, jazz-, actuele-,
wereld- en folkmuziek als volwaardige cultuuruitingen, krijgen steeds meer podia de beschikking over nieuwbouwaccommodaties, waarbij locatie en inrichting
afgestemd zijn op de functie. In andere gevallen wordt de oplossing gevonden in een totale renovatie van een bestaand gebouw.
Bij het bepalen van een locatie zijn er een aantal algemene uitgangspunten te
formuleren, welke gezien kunnen worden als voorwaarden om een zo optimaal mogelijke exploitatie te realiseren: -
Als met het muziekcentrum een centrumversterkende functie wordt beoogd, is
de ligging in de omgeving van andere culturele en maatschappelijke instellingen een must. De nabijheid van andere instellingen bevordert sowieso de samenwerking. -
In steden met een minder weelderig uitgaansleven wordt er voor gepleit om het podium direct aan te laten sluiten op het bestaande uitgaansgebied, zodat de totale aantrekkingskracht van het uitgaansgebied wordt vergroot. Een
geïsoleerde ligging maakt het poppodium als uitgaansgelegenheid minder aantrekkelijk.
57 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
-
Voor het publiek is een goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van
voldoende parkeergelegenheid van invloed op de beleving en dus van invloed op de keuze voor het muziekcentrum en voor mogelijk herhalingsbezoek. Indien
een regionale functie wordt nagestreefd, is het noodzakelijk dat men eenvoudig gebruik kan maken van het openbaar vervoer. Belangrijke criteria zijn de
loopafstand, aansluitingen op het openbaar vervoer en de veiligheid in de
directe omgeving. Uit de resultaten van de marktonderzoeken van Signo&S blijkt dat van de respondenten: -
Gemiddeld 50 tot 55 % op de fiets komt.
Gemiddeld 20 tot 25 % met de auto/motor komt. Gemiddeld 15 tot 20 % te voet komt.
Gemiddeld 10 % met het openbaar vervoer komt.
Kans op overlast moet worden voorkomen. De uitstroom van publiek moet
daarom plaatsvinden in een situatie waarin het publiek zich zo snel mogelijk verdeelt en bij voorkeur niet in de directe nabijheid van woningen. Voor
muzikanten en leveranciers dient een inpandige gelegenheid voor laden en
lossen te worden gecreëerd. De mogelijkheid om enkele touringcars op eigen terrein te kunnen plaatsen is een voordeel. -
De eventuele aanwezigheid van direct aansluitende woningbouw in verband met de vereiste isolatiemaatregelen en de routing van het publiek.
-
De beschikbaarheid: wat is al eigendom, hoe zit het met de bestemming, welke procedures zijn te verwachten?
-
De kosten van werving, sanering, inpassing van historisch erfgoed etc.
-
Uitstraling van de omgeving.
58 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
5.3.1. Advies vestigingsplaats bovenregionaal poppodium:
Op basis van bovenstaande vestigingsfactoren is in een matrix aan te geven wat de voor – en nadelen van de drie steden en hun verzorgingsgebied in Zuid-Limburg zijn.
Vestigingsfactoren Weging
Maastricht
Heerlen
Sittard
+ 0 0
+ +
0 -
++ ++ +
+ 0
0 + 0
0 -
+ +
0 0
0
0
-
6.1
5.2
4.2
20% rol in de euregio mate van grootstedelijkheid mate van kompleet zijn (in aanbod) 35% aanwezigheid hoger onderwijs aanwezigheid kunstvakonderwijs aanwezigheid (met name creatieve) industrie 15% ambitie m.b.t. vergrijzing, ontgroening, krimp beoogd profiel van de stad / beleid citymarketing 30% imago bij jongeren inmago bij popaanbieders (nationaal/internationaal) totaal eindscore
100%
5.3.2. Conclusie uit de matrix:
Vooropgesteld moet worden dat de toegekende weging in bepaalde mate
subjectief is. Dat geldt ook voor de toekenning van een waardering. Toch zijn
beide zorgvuldig tot stand gekomen. Voor de duidelijkheid: deze waarderingen worden toegekend vanuit het belang van de popmuziek.
Die uitkomsten laten zien dat Maastricht vooral ‘scoort’ op de aanwezigheid van
hoger onderwijs en kunstvakonderwijs. Heerlen ‘scoort’ vervolgens beter op mate
van compleet zijn, ambitie en het beoogde profiel. Op basis van deze uitkomst van de vestigingsfactoren is er het advies om het bovenregionale poppodium te ‘laten
landen’ in Maastricht. Signo&S heeft geconstateerd dat deze uitkomst door andere factoren wordt bevestigd. Van alle personen die gesproken of geïnterviewd zijn, is bijna iedereen – met uiteenlopende argumenten – ervan overtuigd dat Maastricht de geschikte plek is voor een dergelijk podium. De meest voorkomende argumenten zijn: -
Binden van jong, creatief talent aan de stad. (beoogd stadsprofiel ´kenniseconomie´).
Aanwezigheid Universiteit Maastricht, aanwezigheid kunstvakopleidingen van Hogeschool Zuyd.
-
Grootstedelijke context.
De rol in de regio: Hoofdstad van Limburg. 59
Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
-
In Maastricht vinden we een poporganisatie (de Muziekgieterij) die als enige de ambitie uitspreekt voor een bovenregionaal poppodium.
5.4.1. Advies locatie bovenregionaal poppodium:
Rekening houdend met omgevingsfactoren zijn er meerdere opties voor locaties voor nieuwbouw waarin de beoogde grote zaal voor een bovenregionale functie wordt gecombineerd met een kleinere zaal en met de productiefunctie
(oefenruimtes, studio en muziekcafé). Deze optie zullen we qua kosten voor de
accommodatie en qua de exploitatiemogelijkheden vergelijken met twee andere
opties zoals die door de Muziekgieterij zijn aangedragen. De eerste optie betreft de combinatie van het L1-gebouw voor de productiefunctie en de Platte Zoal voor de presentatiefunctie. De tweede mogelijkheid is de Platte Zoal combineren met het vrijkomende gebouw van de jazzafdeling van het conservatorium.
Op basis van de omgevingsfactoren zijn de voor- en nadelen van drie locaties in een matrix weer te geven. Omgevingsfactoren Weging ligging t.o.v. andere instellingen
10%
ligging t.o.v. uitgaanscentrum
10%
bereikbaarheid parkeermogelijkheden voorkomen overlast isolatie-eisen
5% 5% 15% 5%
beschikbaarheid
10%
kosten van werving en bouw of verbouw
25%
bouwmogelijkheden
10%
uitstraling
5%
totaal eindscore
100%
Nieuwbouw
++ ++ ++ + + + ++ -++ ++
6.9
Platte Zoal
Platte Zoal
L1
Conservatorium
0 0 + ++ 0 + + + ++
+ + ++ ++ + + + + +
6.4
7.3
5.4.2. Conclusie op basis van de matrix:
Ook hier moet worden vooropgesteld dat de toegekende weging in bepaalde mate subjectief is. Alle opties hebben zo hun voor- en nadelen.
In de combinatie Platte Zoal – L1 is de afstand tussen beide een negatieve factor. Als budget de beperkende factor blijft dan is de combinatie Platte Zoal – jazzafdeling van het conservatorium het meest geschikt.
Als we de kostenfactor toch even buiten beschouwing laten (ondanks daaraan de zwaarste weging is toegekend) dan is de uitkomst een zwaar pleidooi voor een nieuw te bouwen accommodatie. Groot voordeel is de mogelijkheid om de
volledige formule (presentatie, productie, educatie) onder 1 dak te brengen zoals 60 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
dat elders in het land met succes is gebeurd. Daar komt nog bij dat de wet van de remmende voorspong kan worden benut; er kan veel geleerd worden van de
ervaringen die zijn opgedaan in bijvoorbeeld 013 Tilburg. Zowel met betrekking tot de bouw als tot de exploitatie c.q. organisatie. Note.
Met betrekking tot de genoemde gebouwen L1 en Platte Zoal: deze zijn – als alternatief voor nieuwbouw - in het onderzoek betrokken omdat ze door
Muziekgieterij als voorkeurslocaties zijn genoemd. Er doen zich wellicht meerdere mogelijkheden voor om een bestaand gebouw in Maastricht geschikt te maken als het maar in ruime mate voldoet aan de omgevingseisen. Er heeft echter geen
verdergaand locatieonderzoek plaatsgevonden. Als het verkrijgen van genoemde
gebouwen te problematisch wordt is een dergelijk locatieonderzoek aan te bevelen.
61 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011
62 Onderzoek Popinfrastructuur maart 2011