***Rekenkamer
Bloemendaal***
Onderzoek naar kaderstellende rol gemeenteraad op financieel gebied 2007
Rekenkamer Bloemendaal Bloemendaal, juni 2007
Rekenkamer Bloemendaal
Inhoudsopgave 1. Aanleiding voor het onderzoek ............................................................................................................ 3
2. Afbakening en methodiek van het onderzoek ..................................................................................... 4 Afbakening ........................................................................................................................................... 4 Aanpak ................................................................................................................................................. 4
3. Probleemstelling en onderzoeksvragen .............................................................................................. 5 Probleemstelling................................................................................................................................... 5 Onderzoeksvragen ............................................................................................................................... 5 Aparte onderzoeken ............................................................................................................................. 5
4. Verschillen tussen primaire begroting en rekening.............................................................................. 6 Bevindingen.......................................................................................................................................... 6 Conclusies ............................................................................................................................................ 9 Aanbevelingen.................................................................................................................................... 10
5. Ombuigingstaakstelling juni 2003 ..................................................................................................... 11 Bevindingen........................................................................................................................................ 11 Conclusies .......................................................................................................................................... 13 Aanbevelingen.................................................................................................................................... 13
Bijlage 1. Jaar 2004 ............................................................................................................................... 14 Bijlage 2. Jaar 2005 ............................................................................................................................... 17 Bijlage 3. Overzicht 2004 ....................................................................................................................... 20 Bijlage 4. Overzicht 2005 ....................................................................................................................... 21
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
2
Rekenkamer Bloemendaal
1. Aanleiding voor het onderzoek In artikel 125 van de Grondwet staat dat de gemeenteraad aan het hoofd van de gemeente staat. Om deze rol op een adequate wijze te kunnen vervullen is de raad het budgetrecht toegekend. De raad bepaalt de kaders op financieel gebied. Deze financiële kaderstelling vindt bij uitstek plaats bij het vaststellen van de primaire begroting. Dat is immers het enige moment waarop de raad zich expliciet buigt over de integrale begroting en daarbij afwegingen maakt over het uitgavenplafond (totaal en per beleidsterrein) en de daarvoor benodigde middelen. In het bijzonder de hoogte van de lasten die de gemeente aan haar inwoners oplegt. Het is derhalve van groot belang dat de raad op dat afwegingsmoment zo volledig mogelijk wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen van het komende jaar. 1
De grote verschillen tussen primaire begroting en de jaarrekening geconstateerd in de jaren 2003 en 2 2004 waren aanleiding voor ons om de vraag te stellen of de primaire begroting wel sturend is voor het uitgaven- en inkomstenniveau van de gemeente. Daarom zijn de verschillen tussen begroting en rekening nader onderzocht. Daarbij is overigens gekozen voor de meest recente jaren 2004 en 2005, waarvan de budgetcyclus volledig doorlopen is. Een tweede aanleiding om naar de kaderstellende rol van de raad op financieel gebied te kijken is het feit dat de grote ombuigingsoperatie uit juni 2003 moeilijk is terug te vinden in de documenten van de budgetcyclus, met uitzondering van de primaire begroting 2004. Medio 2003 is in de raad een voorstel aangenomen waarmee uitvoering aan het collegeprogramma werd gegeven. Tegelijkertijd met dat besluit is ook een voorstel ingediend voor de concrete invulling van een ombuigingstaakstelling. Deze onderwerpen zijn destijds bewust gelijktijdig ter vaststelling ingebracht om direct tegengestelde belangen (zowel ombuigen als nieuwe plannen in het kader van het collegeprogramma) te kunnen vaststellen.
1 Het verschil tussen de lasten in de begroting (€ 29,5 mln) en in de rekening (€ 38,4 mln) bedraagt € 8,9 mln (30 %). Het verschil tussen de baten in de begroting (€ 29,6 mln) en in de rekening (€ 38,7 mln) bedraagt € 9,1 mln (31 %).
2
Het verschil tussen de lasten in de begroting (€ 29,6 mln) en in de rekening (€ 40,4 mln) bedraagt € 10,8 mln(36 %). Het verschil tussen de baten in de begroting (€ 29,6 mln) en in de rekening (€ 41,1 mln) bedraagt € 11,5 mln (39 %).
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
3
Rekenkamer Bloemendaal
2. Afbakening en methodiek van het onderzoek Afbakening Wat betreft het eerste onderwerp, de verschillen tussen de primaire begroting en de jaarrekening beperken we ons tot de twee meest recente jaren waarvan de budgetcyclus volledig doorlopen is: de jaren 2004 en 2005. Bij het bestuderen van de verschillen bekijken we alleen de verschillen aan de lasten- en batenkant die gemeld zijn in de Voorjaarsnota, Najaarsnota, de Slotwijziging en de Jaarrekening. Daarnaast zijn er ook nog overige wijzigingen die invloed hebben gehad op het totaal van de rekening. Deze zijn niet in het onderzoek betrokken, omdat met behulp van de uitvoeringsnota’s niet was na te gaan was om welke posten het ging. Het gaat hier om goedgekeurde begrotingswijzigingen waarover op ad hoc basis een besluit is genomen. Bij het tweede onderwerp, de ombuigingsoperatie van juni 2003, is naar de begroting van 2004 gekeken om vast te stellen of alle ombuigingen hierin verwerkt zijn. Daarnaast is extra aandacht besteed aan de ombuigingsvoorstellen met een waarde groter dan € 40.000. Dit betekent dat ook in latere uitvoeringsnota’s en jaarrekeningen is nagegaan wat er van deze voorstellen terecht is gekomen. Het betreft acht voorstellen.
Aanpak Bij het onderzoeken van de verschillen tussen de primaire begroting en jaarrekening is door middel van dossieronderzoek en interviewrondes onderzocht waaraan deze verschillen zijn toe te schrijven. Het gaat daarbij vooral om de verwerking, na de primaire begroting, van financiële gevolgen van besluiten. Van deze besluiten wordt onderzocht of en in welke mate zij reeds primair geraamd hadden moeten/kunnen worden. De ombuigingsvoorstellen uit juni 2003 waarvan de waarde groter is dan € 40.000 worden onderzocht op verwerking en realisatie. Ook hierbij is dossieronderzoek gedaan en hebben interviewrondes plaats gevonden.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
4
Rekenkamer Bloemendaal
3. Probleemstelling en onderzoeksvragen Probleemstelling Op basis van beide onderzoeken is de volgende probleemstelling gedefinieerd: Kan de Raad zijn kaderstellende rol op financieel gebied in voldoende mate uitoefenen?
Onderzoeksvragen Hadden financiële voorstellen aan de Raad, nadat behandeling van de primaire begroting had plaatsgevonden, achteraf gezien gelijktijdig bij de begroting kunnen/moeten plaatsvinden en wat zijn de redenen dat dit niet is gebeurd. Heeft dit gevolgen gehad voor de kaderstellende rol van de gemeenteraad? Welke bezuinigingsvoorstellen met een ingeschatte besparing van € 40.000 of meer zijn de afgelopen collegeperiode daadwerkelijk gerealiseerd? Welke niet, en waarom niet? Op welke wijze is de ombuigingstaakstelling de afgelopen jaren gevolgd? Zijn er omstandigheden geweest die gevolgen hebben gehad voor de ombuigingstaakstelling?
Aparte onderzoeken Beide onderzoeken zijn te beschouwen als zelfstandige onderzoeken die los van elkaar staan. Wat beide onderzoeken verbindt is dat zij beiden te maken hebben met de kaderstellende rol van de raad op financieel gebied. Vanwege deze zelfstandigheid van beide onderzoeken is ervoor gekozen om de bevindingen, conclusies en aanbevelingen per onderzoek weer te geven.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
5
Rekenkamer Bloemendaal
4. Verschillen tussen primaire begroting en rekening Bevindingen In het onderzoek is gekeken naar de jaren 2004 en 2005. Hierbij is vooral de vraag aan de orde geweest hoe de grote verschillen tussen begroting en rekening verklaard kunnen worden. Waren er in de boekjaren 2004 en 2005 begrotingswijzigingen in uitvoeringsnota’s zoals de voorjaarsnota (VJN), de najaarsnota (NJN), Slotwijziging (SW) en rekening (R) opgenomen die eigenlijk al in de primaire begroting geraamd hadden moeten/kunnen worden? Om dit te kunnen beantwoorden gaan wij hierna per boekjaar (2004 en 2005) in op de verschillen.
Jaar 2004 Het overzicht van 2004, waarbij gebruik is gemaakt van de verschillende uitvoeringsnota’s van het betrokken jaar:
Primaire begroting Voorjaarsnota Najaarsnota Slotwijziging Totaal stand Overige wijzigingen Eindstand begroting
Lasten - 29.552 - 4.522 - 2.336 + 116 - 36.294 - 3.951 - 40.245
Baten + 29.575 + 4.960 + 1.926 + 143 + 36.604 + 3.641 + 40.245
Rekening
- 40.436
+ 41.056
- 191
+ 811
Nog te verklaren verschil
Aan de lastenkant van de begroting is uiteindelijk sprake van een verschil tussen de rekening (€ 40,4 mln) en de primaire begroting (€ 29,5 mln) € 10,9 mln. Van dit verschil wordt € 3,9 mln veroorzaakt door zogenaamde overige wijzigingen. Deze wijzigingen staan niet vermeld in de uitvoeringsnota’s. Het resterende verschil van € 7 mln is veroorzaakt door VJN (€ 4,5 mln), NJN (€ 2,3 mln), SW (€ 0,1 mln) en Rekening (€ 0,2 mln). Deze lastenstijging van € 7 mln bestaat voor € 9 mln uit tegenvallers en € 2 mln uit meevallers. Aan de batenkant s uiteindelijk sprake van een verschil tussen de rekening en de primaire begroting van € 11,5 mln. Van dit verschil is afgerond € 3,65 mln veroorzaakt door overige wijzigingen. Het resterende verschil (€ 7,85 mln) is veroorzaakt door VJN (€ 4,95 mln), NJN (€ 1,9 mln) , SW (€ 0,15 mln) en Rekening (€ 0,6 mln). De toename van de baten met € 7,8 mln bestaat voor € 8,2 miljoen uit meevallers en € 0,4 mln uit tegenvallers. Voor een uitgebreidere toelichting per uitvoeringsnota van jaar 2004 wordt verwezen naar bijlage 1.
Jaar 2005 In het jaar 2005 zijn de verschillen tussen de rekening en de primaire begroting minder groot. Zeker aan de lastenkant. Wat hier opvalt is dat bij de primaire begroting (nov 2004) een tekort wordt verwacht van € 1,3 mln, er na de decembervoorstellen om de begroting sluitend te krijgen sprake is van een overschot van € 0,2 mln en er bij rekening tenslotte een overschot is van € 2,1 mln. Het sluitend maken van de begroting in december is gerealiseerd door aan de lastenkant te werken met een lagere loon- en prijsveronderstelling (€ 450.000) en door minder geld (€ 260.000) in de reserves
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
6
Rekenkamer Bloemendaal
te storten. Daarnaast was er nog een tegenvaller (€ 223.000). Aan de batenkant is voor € 1 mln extra gebruik gemaakt van reserves. Hieronder het overzicht van 2005 uitgaande van de cijfers van de verschillende uitvoeringsnota’s :
Primaire begroting December-voorstellen Beginstand Voorjaarsnota Najaarsnota Slotwijziging Totaalstand Overige wijzigingen Eindstandbegroting
Lasten -28.607 +534 -28.073 -1.798 -484 +474 -29.881 -290 -30.171
Baten +27.310 +980 +28.290 +1.749 +1.140 +599 +31.778 -1.607 +30.171
Rekening
-29.702
+31.770
+468
+1.599
Nog te verklaren verschil
Aan de lastenkant ligt het totaalbedrag van de rekening (€ 29,7 mln) € 1,6 mln hoger dan de beginstand van de primaire begroting (€ 28,1 mln). Hiervan is € 0,3 mln toe te schrijven aan overige wijzigingen. De resterende € 1,3 mln wordt veroorzaakt door de VJN (€ -1,8 mln), de NJN (€ -0,5 mln), de SW (€ +0,5 mln) en de Rekening ( € +0,5 mln). De stijging van € 1,3 mln aan lasten bestaat uit € 4,8 mln tegenvallers en uit € 3,5 miljoen meevallers. Aan de batenkant ligt het totaalbedrag van de rekening (31,8 mln) 3,5 mln hoger dan de beginstand van de primaire begroting (€ 28,3 mln). De overige wijzigingen zijn € -1,6 mln zodat een bedrag resteert van € 5,1 mln bestaande VJN (€ 1,75 mln), NJN (€ 1,15 mln), SW (€ 0,6 mln) en Rekening (€ 1,6 mln). Deze batenstijging van € 5,1 mln bestaat uit € 5,7 mln meevallers en uit € 0,6 mln tegenvallers. Voor een uitgebreidere toelichting per uitvoeringsnota van jaar 2005 wordt verwezen naar bijlage 2.
Geen aansluiting tussen cijfers Tenslotte een opmerking die los staat van verschillen tussen de rekening en de primaire begroting. Zowel in de jaarrekening 2004 als in de jaarrekening 2005 wordt bij de verschillende programma’s aangegeven met welke bedragen de begroting gewijzigd is bij de verschillende uitvoeringsnota’s en als gevolg van overige wijzigingen. Deze bedragen corresponderen niet met de bedragen die in de oorspronkelijke uitvoeringsnota’s genoemd zijn. Het gevolg is dat voor een aantal wijzigingen zoals gepresenteerd in de jaarrekening & jaarverslag geen verklaring is terug te vinden in tussentijds verstrekte nota’s. In bijlage 3 voor 2004 en bijlage 4 voor 2005 is een overzicht opgenomen waarbij de verschillen in beeld gebracht zijn.
Begrotingssystematiek Een belangrijke andere oorzaak voor de verschillen tussen de primaire begroting en de rekening zit naast de ramingsproblematiek (niet op tijd ramen) in de toegepaste begrotingssystematiek. Uit het onderzoek blijkt dat wanneer in de loop van het begrotingsjaar extra geld nodig is voor een activiteit die niet bij de begroting voorzien is, niet wordt gekeken of deze activiteit binnen het bij begroting vastgestelde programmabudget gefinancierd kan worden, maar extra geld wordt aangevraagd ten laste van de post Onvoorzien of het gaat ten laste van een reserve. Hierdoor komt de lastenkant van
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
7
Rekenkamer Bloemendaal
de begroting een stuk hoger te liggen dan bij de primaire begroting. De lastenkant wordt ook verhoogd door het toevoegen van onbesteed geld uit het jaar t-1 aan jaar t. Ook de batenkant ligt een stuk hoger bij de jaarrekening dan bij de primaire begroting. Dit komt door het krap ramen van inkomsten en door de verkoopopbrengsten onroerend goed. Terzijde wordt opgemerkt dat zowel de niet-geplande activiteiten die middels begrotingswijzigingen worden vastgesteld als de niet-gerealiseerde activiteiten in jaar t-1 vaak leiden tot verdringing van geplande activiteiten, waardoor het daarvoor gereserveerde geld niet besteed kan worden.
Onderzoeksvragen De eerste onderzoeksvraag luidde: Hadden financiële voorstellen aan de Raad, nadat behandeling van de primaire begroting had plaatsgevonden, achteraf gezien niet gelijktijdig bij de begroting kunnen/moeten plaatsvinden en wat zijn daar de redenen van?
Aan de lastenkant had van de tegenvallers in 2004 (€ 9 mln) ruim € 6 mln in de primaire begroting opgenomen kunnen worden en van de meevallers (€ 2mln) € 0,5 mln. In 2005 had van de tegenvallers (€ 4,8 mln) bijna de helft in de primaire begroting kunnen worden geraamd en van de meevallers € 0,35 mln. Aan de batenkant had van de meevallers in 2004 (€ 8,2 mln) € 4,4 mln in de primaire begroting verwerkt kunnen worden en van de tegenvallers (€ 0,4 mln) € 0,1 mln. In 2005 was er sprake van € 5,7 mln aan meevallers waarvan € 1 mln in de primaire begroting geraamd had kunnen worden. Voor de tegenvallers (€ 0,6 mln) had € 0,1 mln in november verwerkt kunnen worden. Kijken we naar 2004 en 2005 gezamenlijk dan had qua bedrag zo’n 60 procent van de tegenvallers aan de lastenkant in de primaire begroting opgenomen kunnen worden. Voor de meevallers aan de lastenkant ligt dit percentage aanzienlijk lager:15 %. Aan de batenkant had van de meevallers qua bedrag een kleine 40 procent in de primaire begroting verwerkt kunnen worden. Voor de tegenvallers is dat 20 procent. Als redenen kunnen genoemd worden dat een aantal acties zoals verschuivingen tussen reserves en actualisaties, opschonen administratie en allerlei andere correcties tussentijds plaatsvinden en niet op één moment bij het vaststellen van de primaire begroting. Een andere oorzaak is de interpretatie van het BBV, waardoor in de lopende begrotingsjaar forse correcties moesten plaats vinden. Als aparte reden kan nog gemeld worden het standpunt om informatie pas (in de primaire begroting) te verwerken als de exacte bedragen bekend zijn. Een belangrijke oorzaak van het verschil aan de batenkant tussen de PB en de rekening is de verkoopopbrengst van onroerend goed. Van de provincie mogen deze inkomsten niet in de begroting worden opgenomen omdat zij niet structureel zijn. In Bloemendaal is echter het beleid dat vrijkomende huurwoningen die nog gemeentelijk bezit zijn verkocht worden. Zoals er ook afspraken waren met Brederode om de erfpacht af te kopen. Daarnaast speelt nog de begrotingssystematiek waarbij door het meenemen van onbesteed geld uit het vorig jaar en het extra-geld vragen bij VJN en NJN automatisch de lastenkant omhoog gaat ten opzichte van de primaire begroting. De batenkant stijgt door voorzichtige ramingen en de opbrengst van de verkoop van onroerend goed. Het had dus anders gekund maar zeker niet gemoeten, met uitzondering van de BBV-correcties. Binnen de gemeente zijn geen afspraken om alleen bij het vaststellen van de PB allerlei jaarlijkse acties te doen. Op dit gebied ontbreekt het aan duidelijke beleidslijnen en bovendien heeft de raad ingestemd met al deze wijzigingen. De tweede onderzoeksvraag luidde: Heeft dit gevolgen gehad voor de kaderstellende rol van de gemeenteraad?
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
8
Rekenkamer Bloemendaal
Zowel het niet goed ramen als de toegepaste begrotingssystematiek hebben een negatieve invloed op de kaderstellende rol van de raad op budgettair gebied. De primaire begroting behoort bepalend te zijn voor het uitgaven- en inkomstenniveau per programma. Niet alleen wordt er in de primaire begroting geen goede inschatting van uitgaven- en inkomstenniveau’s van de programma’s gemaakt, maar tijdens het uitvoeringsjaar wordt er ook extra geld gevraagd voor niet-geplande activiteiten. Er zou gekeken kunnen worden of deze activiteit binnen het programmabudget gefinancierd kan worden. De programmabudgetten in de primaire begroting zijn dus niet zo kaderstellend als we mogen verwachten, immers alleen bij de primaire begroting vindt een totale afweging tussen baten en lasten plaats. Achteraf (bij de jaarrekening) blijkt dat de budgetten dus veel ruimer zijn dan noodzakelijk, omdat de werkelijke uitgaven ruim binnen de budgetten blijven. Daardoor wordt tijdens het uitvoeringsjaar meer geld bij de raad aangevraagd dan oorsprnkelijk de bedoeling was.
Conclusies Wij concluderen •
Er gaat weinig sturing uit van de primaire begroting, waardoor de raad zijn kaderstellende rol op financieel gebied niet goed kan uitoefenen
Wij zien als oorzaken onder meer : 1.
Er worden op adhoc-basis los van de uitvoeringsnota’s begrotingsbeslissingen genomen.
2.
Er zitten vertragingen in het informatiesysteem waardoor zaken die bekend zijn ten tijde van het vaststellen van de primaire begroting niet meegenomen worden.
3.
Misinterpretatie van het nieuwe Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) heeft geleid tot achteraf onnodige correcties gedurende het lopende begrotingsjaar.
4.
Op zichzelf bekende posten waarvan wel een inschatting is te maken, maar waarvan het exacte bedrag niet precies bekend is, worden niet in de primaire begroting opgenomen.
5.
Er vinden tussentijds verschuivingen plaats tussen reserves die zowel aan de lasten- als aan de batenkant tot hogere bedragen leiden, waardoor het beeld vertroebeld wordt
6.
Er worden tussentijds actualisatie-acties uitgevoerd zoals het opschonen van verplichtingen en het extra afschrijven op voorraden om de administratie in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid.
7.
Het adagium “oud-voor-nieuw-beleid” wordt niet toegepast tijdens het lopende begrotingsjaar.
Daarnaast is een ander probleem geconstateerd namelijk dat er geen aansluiting is tussen de cijfers die in de jaarrekening die gepresenteerd worden en de cijfers die gepresenteerd worden in de oorspronkelijke uitvoeringsnota’s.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
9
Rekenkamer Bloemendaal
Aanbevelingen Om te zorgen dat de rol van de primaire begroting als sturingsinstrument voor de raad versterkt wordt doen wij de volgende aanbevelingen :
1.
Beslis niet per geval over begrotingswijzigingen maar doe dit alleen in het kader van de twee uitvoeringsnota’s : VJN en NJN.
2.
Voorkom vertragingen in het informatiesysteem zodat nieuw beleid maximaal in de primaire begroting verwerkt kan worden.
3.
Zorg voor juiste toepassing nieuwe wetgeving inzake begrotingsvoorschriften.
4.
Neem als bedragen van posten voor (nieuw) beleid niet exact bekend zijn de best mogelijke schatting als raming op.
5/6.
Verwerk jaarlijkse acties zoals het opschonen van verplichtingen, verschuivingen tussen reserves en het aframen van voorraden in de primaire begroting en niet in uitvoeringsnota’s.
7.
Kijk eerst of er binnen het eigen programmabudget ruimte is voor nieuwe activiteiten omdat het programmabudget in principe het geld is dat de raad voor een bepaald beleidsterrein heeft uitgetrokken en omdat nieuwe activiteiten vaak bestaande verdringen.
Naast bovenstaande aanbevelingen ter versterking van de kaderstellende rol van de raad op financieel gebied doen wij het college de aanbeveling om te zorgen voor aansluiting tussen de cijfers van de primaire begroting, de uitvoeringsnota’s en de jaarrekening. Met het oog op de kaderstellende rol van de raad is gesproken over het meenemen van geld van het ene naar het andere jaar en over het beschikken over de meest actuele informatie tijdens de begrotingsvergadering in november. Dat heeft geleid tot de volgende twee aanbevelingen : •
Kom als college met een onderbouwd voorstel naar de raad inzake overdracht van budget van het oude naar het nieuwe jaar. Overgebleven geld meenemen is geen automatisme.
•
Informeer de raad bij de behandeling van de primaire begroting over de inhoud van de september-circulaire en over de inhoud van de oktoberbrief van SZW inzake het WWBbudget. Uiteraard kan deze informatie niet verwerkt worden in de primaire begroting, maar kan wel relevant zijn voor te nemen begrotingsbeslissingen en het vaststellen van de belastingverordeningen in december.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
10
Rekenkamer Bloemendaal
5. Ombuigingstaakstelling juni 2003 Bevindingen In dit deel van de bevindingen gaat het over de verwerking van de grote ombuigingsoperatie van juni 2003 in financiële nota’s die na deze ombuigingsoperatie verschenen zijn waardoor de raad de realisatie van deze ombuigingsoperatie kan volgen en controleren. Allereerst kan geconstateerd worden dat alle prioriteiten (Boek 1: Uitwerking collegeprogramma 20022006 van 26 juni 2003) en alle ombuigingen (Boek 2: Invulling ombuigingstaakstelling (voor een sluitende meerjarenbegroting in 2007) van 26 juni 2003) zijn verwerkt in de programmabegroting van 2004. Alle door de raad goedgekeurde intensiveringen en ombuigingen zijn goed terug te vinden bij de cijferopstellingen van de betrokken programma’s (beleidsterreinen). Een uitzondering hierop vormt het boeken van de extra legesinkomsten ad € 50.000 op beleidsterrein 9 (algemene middelen blz. 48 in PB 2004) in plaats van op beleidsterrein 8 (Ruimte en wonen). Deze inkomsten zijn in een later stadium over de verschillende programmabudgetten verdeeld. Echter aan de lastenkant bij de algemene middelen meerjarig, worden de ombuigingen op de personeelslasten ingeboekt, terwijl in de bedrijfsvoeringsparagraaf, die gewijd is aan het personeelsbeleid niet gerept wordt over deze meerjarige ombuiging op de personeelslasten. In de jaarrekening en in het jaarverslag 2004 wordt geen aparte aandacht besteed aan het realiseren van de ombuigingstaakstelling van juni 2003. Wel wordt in bijlage C (het sociaal jaarverslag) vermeld dat in 2004 1,4 formatieplaats is bezuinigd. Een bezuiniging die voor het grootste deel (0,8 fte) gerealiseerd is doordat de griffie gebruik maakt van mensen van de bestuursdienst. In feite is er sprake geweest van een verplaatsing van formatie als gevolg van het wegvallen van de griffier en het anders invullen van de werkzaamheden van de griffie. In de programmabegroting 2005 vindt de rekenkamer de taakstelling van juni 2003 ook niet meer terug. Dit komt omdat de cijfers meerjarig al in de programmabegroting 2004 zijn verwerkt en daardoor gewoon meelopen in de programmabegroting 2005. In de paragraaf over de bedrijfsvoering vinden wij niets over de ombuigingen op personeelsgbied terug. In het jaarverslag en de jaarrekening 2005 (blz. 91 / 92) wordt wel expliciet aandacht besteed aan de ombuigingen op personeelsgebied. In het sociaal jaarverslag 2005 dat als bijlage E is opgenomen in het jaarverslag en in de jaarrekening 2005 blijkt dat er een formatieplaats is bezuinigd in 2005. Er staat niets over de formatie van de griffie waardoor 2005 niet goed te vergelijken is met 2004. Uit het onderzoek naar de ombuigingen op personeel is gebleken dat een fors deel is ingevuld door te bezuinigen op personeelslasten die niet direct de personeelsomvang raken. Het gaat om bijkomende personeelskosten zoals opleidingskosten. Uit raadsvragen, bleek dat sommige raadsleden hadden verwacht dat er vooral op de personeelsomvang bezuinigd zou worden. De opdracht die de raad in juni 2003 aan het college had gegeven, bood evenwel de ruimte om de bezuinigingen op personeelsgebied in te vullen zoals dat door het college gebeurd is. Als de raad een inkrimping van het aantal fte’s had gewild dan had de raad aan het college een nauwkeuriger kader moeten aangeven. Dit betekent dat de leden van de raad en het college hetzelfde beeld voor ogen moeten hebben als het gaat om opdrachtverstrekking (kaderstelling) aan het college en in het verlengde daarvan aan de ambtelijke organisatie.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
11
Rekenkamer Bloemendaal
Onderzoeksvragen De eerste onderzoeksvraag luidde: Welke posterioriteiten > € 40.000,- zijn in de afgelopen collegeperiode geraliseerd? Welke niet en waarom? Personeel (€ 405.000): gerealiseerd Van dit bedrag is € 115.000 gerealiseerd doordat de loonstijging in 2003 lager was dan geraamd. Door een bestaande vacature bij onderwijs niet in te vullen is € 40.000 bespaard. Daarnaast is € 60.000 ingevuld door beperking van de opleidingskosten. De intergemeentelijke samenwerking heeft voor de formatie een besparing van € 44.000 opgeleverd en bij de DIV/ Bodedienst is een besparing gerealiseerd van € 33.000. Het uitbesteden van bestemmingsplan heeft de personele uitgaven met € 23.000 beperkt. Tenslotte is doordat sommige personeelsleden minder zijn gaan werken in totaal € 67.000 bespaard. De bezuiniging is uiteindelijk gerealiseerd. VCP (€ 130.000): niet gerealiseerd Deze bezuiniging is indertijd ingeboekt. Daar staat tegenover dat door middel van raadsbesluiten naderhand weer een zelfde bedrag bedrag aan het VCP-budget is toegevoegd. BTW-compensatiefonds (€ 75.000): gerealiseerd Alle gemeenten, ook Bloemendaal, hadden geld van het rijk gekregen om hen te compenseren voor het feit dat over investeringen die nog niet afgeschreven waren, indertijd BTW is betaald. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de opbrengsten van dit BTW-fonds in 20 jaar als opbrengst aan de gemeentebegroting te laten toevallen. Bij de ombuigingen is besloten om dat in 10 jaar te doen. Dit leverde per jaar een extra-opbrengst op van € 75.000. Nog weer later is besloten om dit fonds te gebruiken voor extra afschrijvingen, wat materieel op hetzelfde neerkomt. Immers daardoor ontstaat ook extra ruimte in toekomstige begrotingen omdat de kapitaallasten dalen doordat er later minder afgeschreven hoeft te worden. Energie (€ 60.000): niet gerealiseerd Deze ombuiging bleek niet te realiseren doordat het energiebedrijf Energy-XS dat goedkoop energie zou gaan leveren failliet is gegaan. Daarom is samen met andere gemeenten gekozen voor een andere leverancier. De hogere kosten worden veroorzaakt door hogere prijzen door gestegen marktprijzen maar ook door hogere transport(netwerk)kosten. Hier is sprake van een autonome ontwikkeling waar de gemeente geen invloed op heeft. Onderwijsbegeleidingsdienst OBG (€ 60.000): gerealiseerd De gemeente heeft de subsidie aan de OBG in overleg in drie stappen verlaagd € 20.000 in 2004, € 40.000 in 2005 en € 60.000 in 2006. Inkoopfunctie (€ 60.000): voor de helft gerealiseerd Van deze ombuiging is € 33.000 gerealiseerd. Elk gerealiseerd inkoopvoordeel is op deze post afgeboekt. Het voorstel is om het restant (€ 27.000) bij NJN 2006 geheel af te boeken om de administratieve lasten binnen het ambtelijke apparaat te beperken. Stelpost onvoorzien ( 43.000): gerealiseerd Naderhand bleek bij deze stelpost sprake van een dubbeltelling. Deze bezuiniging was snel gerealiseerd. Afschaffen hondepoepzuiger ( € 42.000): gerealiseerd Deze bezuiniging is niet geraliseerd door het afschaffen van de hondepoepzuiger. Deze is omgebouwd tot een apparaat waarmee bladeren weggeblazen kunnen worden. De ombuiging is gerealiseerd omdat er geen loonkosten voor de bediening van de hondepoepzuiger meer gemaakt hoefden te worden. Voor al deze ombuigingen geldt dat zij extra comptabel gevolgd worden zolang zij nog niet gerealiseerd zijn. Dit gebeurt via stelposten. Zijn zij gerealiseerd dan worden zij niet meer gemonitord.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
12
Rekenkamer Bloemendaal
De tweede onderzoeksvraag luidde: Op welke wijze is de ombuigingstaakstelling de afgelopen jaren gevolgd? Alle ombuigingen zijn cijfermatig verwerkt in de programmabegroting 2004, maar niet systematisch gevolgd in de jaarverslagen/jaarrekeningen in de daar op volgende jaren. De derde onderzoeksvraag luidde: Zijn er omstandigheden geweest die gevolgen hebben gehad voor de ombuigingstaakstelling? De ombuigingstaakstelling op personeelsgebied werd gecompliceerd omdat later extra op de personeelskosten bezuinigd is. Daarnaast hebben hogere energieprijzen de realisatie van de ombuiging op energiegebied in de weg gestaan.
Conclusies De algemene conclusie luidt dat de bezuinigingen gerealiseerd maar soms niet zoals beoogd. Wij constateren : 1. Alle ombuigingen van juni 2003 zijn cijfermatig op een juiste manier in de programmabegroting van 2004 verwerkt. 2. In de jaarrekeningen en jaarverslagen wordt geen systematische aandacht besteed aan de realisatie van de ombuigingen zoals vastgesteld door de raad in de zomer van 2003. 3. Er is geen beleid (gevoerd) om de ombuigingen te realiseren. Er is vooral gebruik gemaakt van meevallers om de ombuigingen in te vullen onder meer door ombuigingsbedragen lang op de lat staan. 4. De raad had moeten aangeven op welke manier de ombuigingen gerealiseerd dienen te worden dan wel het college om een plan van uitvoering moeten vragen.
Aanbevelingen 1) Besteed in jaarrekeningen / jaarverslagen moet systematisch aandacht aan het realiseren van door de raad vastgestelde ombuigingen. Of algemener, bij projecten van een dergelijke omvang / importantie moet overwogen worden om separaat, buiten de programma’s om, verantwoording af te leggen over de voortgang. Dit zou een verantwoordingseis van de raad kunnen zijn. Het verdient de voorkeur om dit te integreren in de bestaande documenten van de budgetcyclus. 2) Wanneer de raad een opdracht aan het college geeft dat zal deze inhoudelijk precies moeten aangeven wat gewenst is. Vraag het college om een plan van uitvoering.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
13
Rekenkamer Bloemendaal
Bijlage 1. Jaar 2004
Voorjaarsnota (VJN) Lasten Extra afschrijvingen Afkoop erfpacht Rotonde Bekslaan Onderhoud woningen Riolering SW 2003 Overige posten
-4,10 -0,30 -0,25 -0,15 +0,45 +0,30 -0,45
Totaal
-4,50
Baten Opbrengst onroerend goed Subsidie rotonde Bekslaan Subsidie Kinderopvang Overige posten
+4,9 +0,1 +0,1 -0,15
+4,95
De belangrijkste post aan de lastenkant was een bedrag van € 4,1 miljoen aan extra-afschrijvingen. Naar aanleiding van een forse meevaller (€ 3,9 miljoen) aan de batenkant vanwege de afkoop van erfpacht is gelet op de te verwachten begrotingsproblematiek besloten het bedrag te gebruiken voor extra afschrijvingen in de komende jaren. Deze afkoop was al veel eerder voorzien maar het exacte bedrag was niet bekend. Van de provincie mag gerealiseerde verkoopopbrengsten onroerend goed niet in de begroting opgenomen worden behalve als er sprake is van bewust beleid. Daarnaast is door de gemeente nog € 0,3 mln uitgegeven aan de afkoop van een erfpachtcontract. Deze uitgave was niet bij de primaire begroting te voorzien. Dat geldt wel voor de uitgaven voor de rotonde Bekslaan in Vogelenzang (€ 242.000), maar omdat de provinciale susbsidie van € 90.000 pas bekend werd op 10 september 2003 zijn deze bedragen niet meer in de begroting 2004 opgenomen. De uitgave had wel in de begroting opgenomen kunnen worden. Een andere tegenvaller (€ 154.000) had betrekking op Onderhoud gemeentelijke woningen. Dit bedrag is niet in de primaire begroting opgenomen omdat het exacte bedrag niet bekend was. Tenslotte waren er nog twee meevallers. De eerste (€ 0,45 mln) werd veroorzaakt door bij riolering niet de exploitatie te belasten maar de reserves. Deze verschuiving is het gevolg van nieuwe voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) die per 1 januari 2004 zijn ingegaan. Deze voorschriften waren in 2003 wel bekend maar er waren interpretatieproblemen. Toegegeven wordt dat het in vervolg beter is verschuiving tussen reserves en tussen programma’s en reserves alleen te laten plaats vinden bij het vaststellen van de primaire begroting. De tweede meevaller (€ 0,3 mln) hield verband met aanpassingen van de meerjarenbegroting naar aanleiding van de SW 2003 en kon dus niet in de primaire begroting opgenomen worden. De grootste meevallende bate bij VJN was de verkoopopbrengst (€ 4,9 mln) onroerend goed. De twee andere belangrijke posten waren:de subsidie rotonde Bekslaan (€ 90.000) en de subsidie kinderopvang (€ 85.000). Bovenstaande posten zijn met uitzondering van de subsidie kinderopvang besproken aan de lastenkant. De subsidie kinderopvang werd pas bekend in december 2003 en kon derhalve niet meer in de primaire begroting opgenomen worden.
Najaarsnota (NJN) Lasten Fusie brandweer Afkoop onderhoud Elswout Bloemendaalseweg
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
- 0,4 - 0,6 - 0,6
Baten Reservering onderhoud Elswout Subsidie Bloemendaalse weg WOZ-meevaller
+0,7 +0,8 +0,1
14
Rekenkamer Bloemendaal
Onderhoud openbaar groen Nabetaling bijzondere scholen AVR-geschil Overige posten
- 0,2 - 0,1 - 0,1 - 0,3
Totalen
- 2,3
Dividend-meevaller Hogere uitkering uit GF
+0,2 +0,1
+1,9
Het totaalbedrag aan tegenvallers aan de lastenkant bedraagt € 2,3 mln. Eind februari 2004 heeft het college ingestemd met de intentie-overeenkomst om te komen tot een brandweerfusie tussen Haarlem en Bloemendaal. Over het exacte bedrag van de eenmalige vergoeding is vervolgens lang onderhandeld. Vandaar geen opname in VJN maar in NJN. Voor de afkoop (€ 625.000) van het onderhoud Elswout was een bedrag (€ 0,7 miljoen) gereserveerd. Deze afkoop drukte derhalve niet op de exploitatie. Er was sprake van een meevaller (€ 75.000). De uitgaven (€ 0,6 mln) voor de Bloemendaalseweg hadden in de primaire begroting opgenomen kunnen worden. Dat geldt ook voor de nabetaling (€ 0,1 mln) bijzondere scholen. Er was een geschil met de AVR over de verhouding tussen huishoudelijkafval en GTF-afval. Dit geschil is geschikt in juni en kon dus niet in de begroting worden opgenomen. Het totaalbedrag aan meevallers aan de batenkant was € 1,9 mln. Voor afkoop onderhoud Elswout wordt verwezen naar de verklaring aan de lastenkant. De subsidie voor de Bloemendaalseweg. Aanvankelijk zou de gemeente geen GDU-subsidie krijgen, maar gelet op het gering aantal subsidieverzoeken in de afgelopen jaren kwam de gemeente eind juli toch opeens in aanmerking voor subsidie. De eenmalige WOZ-meevaller (€ 0,1 mln) is een gevolg van een verbetering in de WOZ-administratie die pas in november 2003 is ingevoerd waardoor pas in juni 2004 de laatste kwartaalrapportage 2003 heeft plaats gevonden. Over de dividend-meevaller (€ 0,2 mln) is medegedeeld dat dividendopbrengsten moeilijk in te schatten zijn, maar dat met ingang van 2007 de dividendinschatting is verhoogd. De meevaller algemene uitkering GF (€ 0,1 mln) is een gevolg van het twee keer uitvoeren van een negatieve correctie, terwijl het maar één keer nodig was geweest, een administratieve correctie derhalve.
Slotwijziging (SW) Lasten Mijnopruiming Onderuitputting investeringen Tegenvaller WVG Overige posten
+ 0,1 + 0,1 - 0,1 - 0,2
Totalen
- 0,1
Baten Mijnopruiming Afboeken oude verplichtingen WWB-vergoeding Rijk OZB Uitkering GF Verkoop onroerend goed
- 0,1 +0,15 - 0,15 +0,05 +0,05 +0,05 +0,15
Bij SW is er per saldo aan de lastenkant sprake van een tegenvallend totaalbedrag van € 0,1 mln. Wat betreft de mijnopruiming (al jaren niet voorgekomen) loopt de gemeente geen risico. In geval van een mijnopruiming komt 90 % van de kosten voor rekening van het rijk en de resterende 10 % door PWN. Volstaan zou kunnen worden met een opmerking in de risicoparagraaf. Uiteraard is de onderuitputting van de kapitaallasten bij de investeringen niet van te voren in te schatten. Het ging hier om een hogere onderuitputting dan de al ingeschatte € 136.000. De belangrijkste tegenvaller (€ 108.000) betrof de Wet Voorziening Gehandicapten door hogere lasten bij vervoer en rolstoelen. Uit ervaring blijkt dat de WVG-uitgaven zich moeilijk laten ramen. Vandaar deze bijstelling. Bij SW was er aan de batenkant een voordelig verschil van € 0,15 mln. Dit werd onder meer veroorzaakt door het afboeken (€ 150.000) op oude verplichtingen. Dergelijke afboekingen moeten op
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
15
Rekenkamer Bloemendaal
enig moment gebeuren om ervoor te zorgen dat de cijfers in de boeken in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Het hoeft niet persé bij SW. Een tegenvaller was een lagere rijksvergoeding (€ 124.000) vanwege WWB, die eind oktober 2004 bekend werd. Tegenover deze tegenvaller staan een aantal kleinere meevallers: OZB (€ 55.000), uitkering GF (€ 55.000) en verkoopopbrengsten onroerend goed (€ 55.000). Rekening Lasten GDU-subsidie naar reserves (VCP) Bruidschat openbaar onderwijs Afschrijving gezondheidscentrum Advieskosten PZ-terrein Meevallers in exploitatiesfeer
- 0,6 - 0,15 - 0,2 - 0,3 +1,05
Totalen
- 0,2
Baten GDU-subsidie Hogere uitkering GF
+0,6 +0,2
+0,8
Bij de rekening is er aan de lastenkant per saldo sprake van een tegenvallend totaalbedrag van € 0,2 mln. Dit bedrag is gebaseerd op een aantal tegenvallers. De provinciale GDU-subsidie (€ 0,6 mln) voor de Bloemendaalseweg werd doorgeschoven naar de reserves VCP en werd daardoor een last. De bruidschat (€ 165.000) aan de Stichting Openbaar Onderwijs werd al in 2004 betaald in plaats van in 2005. Er vond een extra-afschrijving (€ 228.000) plaats op het gezondheidscentrum Vogelenzang omdat het gesloopt is maar nog wel op de balans stond. Ook werd de advieskosten (€ 305.000) voor het PZ-terrein afgeboekt. Al deze tegenvallers (op € 0,2 mln na) zijn gefinancierd uit een groot aantal meevallers in de exploitatiesfeer die pas bij jaarrekening bekend werden. Bij de rekening was er aan de batenkant een voordelig verschil van € 0,8 mln. Belangrijkste meevaller was de provinciale GDU-subsidie van € 0,6 mln die al is toegelicht aan de lastenkant. De algemene uitkering GF viel met € 0,2 mln mee doordat de behoedzaamheidsreserve geheel werd uitgekeerd. Dit feit werd pas op 5 maart 2005 bekend.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
16
Rekenkamer Bloemendaal
Bijlage 2. Jaar 2005 Voorjaarsnota (VJN) Lasten Verschuiving tussen reserves Tegenvaller WVG Tegenvaller WWB Waterprobleem Bokkedoorns Meevaller bruidschat Overige posten
- 0,6 - 0,3 - 0,4 - 0,3 +0,15 -0,35
Totalen
-1,8
Baten Verschuiving tussen reserves +0,8 Meevaller WWB +0,5 Uitkering GF +0,2 Subsidie provincie Bokkedoorns +0,1 Meevaller Bijstandsbesluit Zelstandigen +0,1 Tegenvaller afvalstoffenheffing - 0,1 Overige posten +0,2 +1,8
Bij VJN zijn de lasten per saldo met € 1,8 mln verhoogd. Voor € 0,6 mln is dat veroorzaakt door een verschuiving binnen reserves. Aangegeven is dat een dergelijke verschuiving ook bij de primaire begroting had kunnen plaats vinden, maar wanneer dat niet gebeurt, dit als nog bij VJN kan. De tegenvaller bij de WVG (€ 0,3 mln) is het gevolg van het opzeggen en het opnieuw sluiten van een duurder vervoerscontract met een nieuwe vervoerder omdat de oude niet voldeed. Dat was bij de begroting niet te voorzien. De tegenvaller WWB (€ 0,4 mln) die overigens aan de batenkant gecompenseerd wordt door een meevaller (€ 0,5 mln) kan niet eerder geboekt worden omdat pas medio oktober de beschikking van SZW inzake het rijksbudget WWB verzonden wordt (de indicatieve ramingen van het budget). De tegenvaller (€ 0,3 mln) vanwege de wateroverlast bij de Bokkendoorns was wel eerder te voorzien maar er was nog steeds overleg met de provincie over de kostenverdeling. Dat wil zeggen over de hoogte van de provinciale subsidie. Daarom is het pas bij VJN geboekt. Er was ook nog een meevaller (€ 165.000) aan de lastenkant omdat de bruidschat aan de Stichting Openbaar Onderwijs al in 2004 betaald was. Bij VJN nemen de baten eveneens per saldo met € 1,8 mln toe. De verschuiving tussen reserves (€ 0,8 mln) kan gemeld worden even als de meevaller (€ 0,5 mln) van de WWB, die beiden ook aan de lastenkant genoemd zijn. Op grond van de september-circulaire van BZK is de algemene uitkering met € 212.000 verhoogd. Er was ook een meevaller (€ 83.000) vanwege de uitkering Bijstandsbesluit Zelfstandigen op grond van een SZW-beschikking over rijksbudget 2005. Verder kan de provinciale subsidie(€ 75.000) voor de Bokkedoorns weer opgevoerd worden. Daarnaast werd nog een provinciale GDU-subsidie (€ 55.000) ontvangen waar geen rekening mee was gehouden. Er was een tegenvaller (€ 88.000) bij de afvalstoffenheffing omdat in 2005 besloten werd tot een andere wijze van inzamelen van afval waardoor de geraamde opbrengst van de tweede rolemmer wegviel.
Najaarsnota (NJN) Lasten Electriciteitsbudget Personeel openbaar onderwijs Afvloeiïng personeel Verplaatsen papierbakken Extra afschrijving onderwijshuisvesting
- 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1
Totalen
- 0,5
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
Baten Opbrengst onroerend goed Extra rente Extra dividend Hogere uitkering GF Overige posten
+0,8 +0,05 +0,05 +0,05 +0,15 +1,15
17
Rekenkamer Bloemendaal
Bij NJN is per saldo sprake van een verhoging van lasten van € 0,5 mln. Belangrijkste post was een structurele verhoging van het elektriciteitsbudget van € 98.000 naar € 180.000. Dit is zo laat gemeld omdat het energiebedrijf niet op tijd gefactureerd had. Daarnaast waren er nog een aantal incidentele uitgavenverhogingen zoals een garantieregeling voor het personeel openbaar onderwijs (€ 70.000), voor de afvloeiiing van een medewerker (€ 70.000), voor het verplaatsen van papier-bakken (€ 110.000) en extra afschrijving op onderwijshuisvesting (€ 102.000). Bij NJN was er per saldo een batenverhoging van 1,15 mln, die voor € 785.000 veroorzaakt werd door opbrengsten onroerend goed. Daarnaast waren er wat kleinere meevallers zoals extra rente (€ 55.000), extra dividend (€ 44.000) en een hogere algemene uitkering GF (€ 65.000). Geconstateerd is dat de rentemeevaller in de primaire begroting meegenomen kunnen worden, net als het extradividend. De hogere uitkering GF is voor 2005 incidenteel geraamd en het structurele effect is meegnomen in de PB van 2006.
Slotwijziging (SW) Lasten Extra afschrijving VCP Kleinere tegenvallers Kleinere meevallers Uitstel naar 2006 Geen mijnopruiming Meevallende rentekosten Meevallende rentekosten MHT Minder personeel griffie Uitstel Julianaschool
- 0,6 - 0,4 +0,4 +0,4 +0,1 +0,1 +0,2 +0,1 +0,2
Totalen
+0,5
Baten Verkoop onroerendgoed AZK-meevaller Overige meevallers Geen subsidie mijnopruiming Overige tegenvallende baten
+0,6 +0,1 +0,3 - 0,1 - 0,3
0,6
Bij SW is per saldo sprake van lagere lasten (€ 0,5 mln). Dit saldo was opgebouwd uit € 1,5 mln aan meevallers en € 1 mln aan tegenvallers. Grootste tegenvaller (€ 620.000) was een extra afschrijving op het VCP. Dat had al bij PB kunnen gebeuren als het BBV juist geïnterpreteerd was. Daarnaast waren er een aantal kleinere tegenvallers (€ 420.000) waar even grote meevallers tegenover staan. Bij de meevallers heeft € 0,4 mln betrekking op uitstel van uitgaven naar 2006. Verder was er een meevaller (€ 160.000) op het huisvestingsbudget van scholen, veroorzaakt door uitstel van uitbreiding van de Julianaschool. Ook in 2005 werden er geen mijnen (€ 136.000) opgeruimd. De meevallende rentekosten BNG (€ 80.000) konden niet eerder gemeld worden omdat deze van veel factoren afhankelijk zijn die tijdens het jaar voortdurend veranderen. Ook bij de rentekosten voor het Marine Hospitaal-terrein was er sprake van een meevaller (€ 153.000). De lagere uitgaven voor de griffie (€ 74.000) had wel eerder gemeld kunnen worden. Het college had immers geen plannen om in de vacature bij de griffie te voorzien. Bij SW is per saldo sprake van hogere baten van € 0,6 mln. Er waren meevallende baten van in totaal € 1 mln en tegenvallende baten van in totaal € 0,4 miljoen. De meevallende baten bestonden uit extra verkoopoprengsten onroerend goed (€ 615.000), AZK (€ 95.000) en een structurele meevaller inzake de algemene uitkering GF (€ 38.000). De meevaller bij AZK had iets eerder bij NJN gemeld kunnen worden toen daar al informatie over beschikbaar was, maar zeer zeker niet bij PB. Veranderingen inzake het AZK hebben overigens geen invloed op de gemeentebegroting omdat de reinigingsheffing in principe alle reinigingskosten dekt. Er is dus wel invloed op de hoogte van de reinigingsheffing. De structurele meevaller bij de algemene uitkering tenslotte is meegenomen bij het opstellen van PB 2006.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
18
Rekenkamer Bloemendaal
Rekening Lasten Post onvoorzien Personeelslasten Uitstel naar 2006 Meevaller Sociale Zaken Extra afschrijving op onderhoud Bijstandsbesluit Zelfstandigen Hogere gewenningsbijdrage OZB Overige posten
+0,7 +0,5 +0,4 +0,2 - 0,6 - 0,5 - 0,1 -0,1
Totalen
+0,5
Baten Hogere belastingopbrengst Bijstandsbesluit Zelfstandigen Hogere eigen bijdrage WVG Extra opbrengst oud papier Extra opbrengst leges Subsidie Bokkedoorns Overige posten
+0,7 +0,6 +0,05 +0,05 +0,1 - 0,1 +0,2
+1,6
Bij Rekening is er per saldo sprake van lagere lasten van bijna € 0,5 mln. Dit is het resultaat van € 1,8 mln aan meevallers en € 1,3 mln aan tegenvallers. De grootste meevaller heeft betrekking op de post onvoorzien die aan het einde van het jaar een positief saldo vertoont van € 723.000. Verder liggen de personeelslasten € 523.000 lager dan geraamd door het niet tijdig kunnen invullen van vacatures. Omdat niet precies bekend is wanneer vacatures ontstaan en weer opgevuld worden zijn de personeelslasten moeilijk te schatten. Een derde meevaller wordt veroorzaakt door het uitstel van uitgaven (€ 426.000) naar 2006, waarvan € 300.000 veroorzaakt wordt door de Bokkedoorns. Verder is er nog een meevaller (€ 154.000) bij sociale zaken. De grootste tegenvaller (€ 600.000) betreft een extra afschrijving op onderhoud. Volgens het BBV mag onderhoud gebouwen niet meer geactiveerd, maar moet in één keer afgeschreven worden. Bij een juiste interpretatie van het BBV had dit bedrag in de PB meegenomen kunnen worden. Bij de tegenvaller Bijstandsbesluit Zelfstandigen (€ 530.000) gaat het om leningen door de gemeente verstrekt waarvan werd aangenomen dat alleen het rijk risico liep. Op verzoek van de accountant is dit meegenomen. Daarom is het zo laat verwerkt. Hier staat wel een meevaller (€ 636.000) aan de batenkant tegenover. Tot slot ligt de uitgekeerde gewenningsbijdrage OZB ligt € 84.000 hoger. Bij de rekening was er een voordelig batensaldo van € 1,6 mln. De belangrijkste meevallers betreffen: Bijstandsbesluit Zelstandigen (€ 636.000) en een hogere belastingopbrengst (€ 723.000). Verder zijn er nog hogere eigen bijdragen WVG (€ 62.000) en hogere opbrengst oud papier (€ 44.000) en nog een aantal kleinere posten. Uiteraard verviel de provinciale subsidie (€ 75.000) voor de Bokkedoorns vanwege uitstel. De meevaller BBZ is al toegelicht aan de lastenkant. Het is vreemd dat een belastingmeevaller met een dergelijke omvang pas bij de jaarrekening gemeld wordt. Het betreft een meeropbrengst op de OZB van ruim 5%! Dat moet toch eerder bekend zijn. Dat geldt ook voor de extra legesinkomsten (€ 90.000) die met 20% toenemen.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
19
Rekenkamer Bloemendaal
Bijlage 3. Overzicht 2004 De vetgedrukte regel Totaal geeft aan welke cijfers in de jaarrekening zijn gepresenteerd en de vetgedrukte regel Oorspronkelijke nota’s de cijfers die in de uitvoeringsnota’s gepresenteerd zijn. Lasten 2004 Prg.Begr. -3.062 -1.136/63 -4.172 -5.165 -1.845 -4.629 -3.843 -1.338 -3.585 -777
VJN +65 +3 -1.590 -1.977 -61 -767 +380 -1.006 -1.245 -264
NJN -26 -486 -100 -92 -650 -150 -139 +286 -167 0
Ov.Wijz. -29 0 -825 -1.226 -331 -94 -30 -48 +352 -414
Slotwijz. -5 +139 +135 +85 +7 -10 +10 -4 -417 0
Eindstand
Prg.I PrgII Prg.III Prg.IV Prg.V Prg.VI Prg.VII Prg.VIII Dekkingsmid. Reserves Totaal
-29.552
-6.462
-1.524
-2.645
-60
-40.245
-4.522
-2.336
- 3.951
-116
Pgr.I Pgr.II Pgr.III Pgr.IV Pgr.V Pgr.VI Pgr.VII Pgr.VIII Dekkingsmid Reserves
Pgr.Begr. +327 +152 +407 +3.117 +378 +1.977 +2.232 +589 +17.548 +2.048
VJN +47 -16 -18 +189 +26 +769 +34 +4.831 -417 +994
NJN +1 +85 +235 +14 -19 -25 +15 -4.865 +5.382 +701
Over.Wijz 0 0 0 0 0 +56 -6 0 +356 +2.241
Slotwijz. 0 -123 +13 +5 -7 -85 -5 +35 +229 0
Eindstand +375 +98 +637 +3.325 +371 +2.691 +2.269 +589 +23.099 +6.784
Totaal
+29.575
+6.439
+1.524
+2.647
+62
+40.245
+ 4.960
+ 1.926
+ 3.641
+143
Oorspronkelijke nota’s :
-3.057 -1.480 -6.552 -8.375 -2.880 -5.651 -3.623 -2.110 -5.062 -1.455
Baten 2004
Oorspronkelijke nota’s :
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
20
Rekenkamer Bloemendaal
Bijlage 4. Overzicht 2005 De vetgedrukte regel Totaal geeft aan welke cijfers in de jaarrekening zijn gepresenteerd en de vetgedrukte regel Oorspronkelijke nota’s de cijfers die in de uitvoeringsnota’s gepresenteerd zijn. Lasten Pgr.I Pgr.II Pgr.III Pgr.IV Pgr.V Pgr.VI Pgr.VII Pgr.VIII Dek.Mid. Reserves
Pgr.Bgr. -2.810 -1.221 -4.429 -4.897 -1.850 -4.446 -3.462 -1.546 -2.648 -1.298
Dec-wijz. +2 -85 +10 -223 +74 -58 +56 +48 +450 +260
VJN +22 +18 +2 +174 -38 -722 -226 -22 -63 -946
NJN -15 -27 -124 -195 -62 -27 -134 -11 -670 -34
Ov.wijz 0 -47 -71 +2.854 0 -50 -113 -83 -401 -570
SW +2 +204 -385 +99 +17 +46 -30 -45 +243 -3.394
Eindst. -2.799 -1.158 -4.997 -2.188 -1.859 -5.257 -3.909 -1.659 -3.089 -5.981
Totaal
-28.607
+534
-1.801
-1.299
-1.519
-3.243
-32.897
+ 2.727
- 30.170
- 516 + 474
- 30.170
Aftrekpost a.g.v. niet doorgaan afkoop erfpacht. Gecorrig. saldi Oorspronkelijke nota’s
+ 534
- 1.798
- 484
- 290
Baten Pgr. I Pgr. II Pgr. III Pgr. IV Pgr. V Pgr. VI Pgr. VII Pgr. VIII Dek.mid. Reserves
Pgr.Bgr +385 +136 +425 +3.311 +393 +1.888 +2.322 +632 +15.521 +2.298
Dec-wijz -15 0 +12 0 0 +17 0 -4 -16 +986
VJN -12 0 +56 -28 0 +591 +32 +12 +146 +787
NJN +5 0 +12 0 +85 +18 +169 +2 +772 +77
Ov.wijz. 0 0 0 -3.135 0 0 0 0 +270 +708
SW +31 -136 +11 +81 +2 -71 +63 +22 +3.408 +629
Eindst. +394 0 +516 +229 +480 +2.443 +2.586 +664 +20.101 +5.485
Totaal
+27.310
+980
+1.584
+1.140
+2.252
+4.040
+32.897
Aftrekpost a.g.v. niet doorgaan afkoop erf-pacht. Gecorrig. saldi Oorspronkelijke nota’s
- 2.272
+ 980
+ 1.749
+ 1.140
- 1.607
+ 1.313 + 1.600
+ 30.170
Zowel bij de lasten als bij de baten is € 2.727.000 gecorrigeerd. Dit is gebeurd omdat er uitstel heeft plaatsgevonden (naar 2006) van een afkoop van erfpacht voor ruim 2,7 miljoen door WBV Brederode.
DSPDF_B54_393433393039343733.doc
21