Onderwijsprofiel
Oktober2014
Onderwijsprofielen in passend onderwijs Basisformat onderwijsprofiel
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Inleiding Het onderwijsprofiel Passend onderwijs Haarlemmermeer Opbrengst gericht werken Leerresultaten Leerstofaanbod Leertijd Didactisch handelen Pedagogisch handelen Klassenmanagement
pagina 3 4 5 6 8 12 13 14 19
Schoolgegevens: EBS Talisha Hammarskjöldstraat 230 2131 VN Hoofddorp 023-5553136 I 06-34224313 www.ebstalisha.nl. I
[email protected] Brinnummer: 30FN
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
2
1. Inleiding De school EBS Talisha is in het schooljaar 2009 – 2010 van start gegaan in de wijk ‘Pax’ op het scholenplein aan de Hammarskjöldstraat te Hoofddorp. Basisschool Talisha staat in een ouder deel van Hoofddorp, genaamd ‘Pax’. Pax is de eerste grote nieuwbouwwijk in Hoofddorp en het merendeel is gebouwd in de periode 1974 tot en met 1978. Deze wijk is een stabiele wijk. De gemiddelde woonduur is 16 jaar. Door de leeftijd van de wijk wonen er relatief veel ouderen. Basisschool Talisha is gehuisvest aan een scholenplein in Pax. Een scholenplein kenmerkt zich, doordat er verschillende scholen met verschillende identiteiten rondom een plein gehuisvest zijn. Aan het scholenplein ‘Pax’ zijn er vier verschillende denominaties. In ons schoolgebouw zijn er vier verschillende scholen gevestigd, tezamen met een buitenschoolse opvang. De leerlingen Kenmerkend voor de leerlingen van ‘Talisha’ is dat ze met name niet uit de directe omgeving van de school komen en dat ze (meestal) een Evangelische achtergrond hebben. Het leerlingenaantal is groeiende. Op dit moment telt de school 22 leerlingen. Behalve groep 6, zijn alle groepen vertegenwoordigd. Er wordt lesgegeven in combinatiegroepen. Er is een onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Visie De visie van onze school is dat de christelijke normen en waarden verweven zijn met een zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderwijs. Onze visie komt terug in de keuzes die wij maken bij het vertalen van de kerndoelen naar onderwijsleersituaties. Tegelijkertijd komt onze visie tot uiting in de wijze waarop het team zich aan de buitenwereld presenteert. Hoe wij met de kinderen en hun ouders omgaan. Dit alles moet vervolgens resulteren in een:
Veilige (leer-) omgeving waarin de kinderen spelenderwijs de wereld leren ontdekken en elk kind het maximale uit zichzelf kan halen.
Omgeving waarin de kinderen worden uitgedaagd om te leren.
Omgeving waarin alle opvoeders als voorbeelddragers fungeren.
Op EBS Talisha willen wij een onderwijsleersituatie scheppen, die het mogelijk maakt een continu ontwikkelingsproces bij de kinderen te bewerkstelligen. Zodat alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling aan de orde komen; het verstandelijke (cognitieve), het sociaal-emotionele, het motorische en het creatieve. Het streven is er op gericht om in nauwe samenwerking met de ouders, te komen tot een situatie, waarin elk kind op zijn/haar niveau kan functioneren. Hierbij rekening houdend met de verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Passend onderwijs Alle besturen hebben met de komst van passend onderwijs zorgplicht. De zorgplicht betekent dat iedere leerling een passende onderwijsplek moet krijgen. De besturen werken samen in het samenwerkingsverband om de zorgplicht te kunnen garanderen. Het samenwerkingsverband (alle besturen) moet zorgen voor een dekkend netwerk. Het samenwerkingsverband maakt via de onderwijsprofielen inzichtelijk hoe zij met de scholen zorgt voor een dekkend netwerk. Het kader voor het onderwijsprofiel wordt op SWV-niveau ontwikkeld zodat er zicht komt op het totale netwerk. De veranderingen zijn een prima gelegenheid om met elkaar een verdere kwaliteitsslag te slaan. De focus ligt op verdere kwaliteitsverbetering. Het samenwerkingsverband, bestaande uit de samenwerking van schoolbesturen, kan zich verder ontwikkelen in het tijdig signaleren en kan doorgaan met het verbeteren van opbrengstgericht werken in leerresultaten en leerkrachtvaardigheden. Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
3
2. Het onderwijsprofiel Passend onderwijs Haarlemmermeer Een onderwijsprofiel van iedere school bestaat uit een basiszorg, een breedtezorg en een dieptezorg (zie landelijk referentiekader). In het Samenwerkingsverband Haarlemmermeer spreken we van een basisaanbod, een breedteaanbod en een diepteaanbod en formuleren scholen een plusaanbod. De onderwijsprofielen van de PO, SBO en SO scholen gezamenlijk leveren een onderwijscontinuüm op, waarmee wij alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kunnen geven. Het breedte en het diepteaanbod op onze scholen is een intensivering van de onderwijsaanpak zoals de school het biedt in het basisaanbod. Dit geldt voor alle vormen van onderwijs. De onderwijsprofielen geven zicht op het onderwijsaanbod voor alle leerlingen in een school. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. Een goed gedifferentieerd onderwijsaanbod op de basisschool zorgt ervoor dat veel leerlingen thuisnabij onderwijs kunnen volgen en slechts een beperkt aantal leerlingen een beroep hoeft te doen op het diepteaanbod. Het onderwijsprofiel is een instrument in handen van de schooldirecteur om het onderwijsaanbod gericht te verbeteren. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn:
Planmatig werken De leerresultaten Een helder geformuleerd onderwijsaanbod en effectieve methodieken. De bewaking van de leertijd. De instructievaardigheden Het (pedagogisch) klimaat Het klassenmanagement
We sluiten aan bij de begrippen in het waarderingskader van de inspectie en bij de vele kwaliteitsinstrumenten. Het zijn die elementen uit het primair proces die direct invloed hebben op de leerresultaten van de leerlingen. Het onderwijsprofiel hangt op deze wijze sterk samen met het onderwijskundig deel van het schoolplan en de onderdelen uit het kwaliteitssysteem van de school. Op iedere school is in het onderwijsprofiel beschreven hoe de school deze onderwijskwaliteit definieert en monitort. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn voor al onze scholen gelijk. De onderdelen moeten beschreven worden in concreet waarneembaar gedrag. Het gedrag is meetbaar en beschreven in termen van ‘wat zie ik’. We vinden dat iedere school of ieder schoolbestuur zelf de elementen uit het onderwijsprofiel inhoudelijk vorm moet geven en eventueel een eigen ambitieniveau moet formuleren. Het betekent dat de onderwijsprofielen qua vorm vergelijkbaar zijn, maar qua inhoud per school en per bestuur moeten verschillen om te komen tot een dekkend netwerk.
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
4
3. Opbrengstgericht werken en verbetertrajecten Bij het ‘opbrengstgericht werken’ liggen de volgende vijf indicatoren als basis: 1. De school gebruikt een systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 2. De leraren volgen en analyseren de vorderingen van hun leerlingen systematisch 3. De school gaat de effecten van de zorg na 4. De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten 5. De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
Cyclus I Cyclus II
Toets Sept
Okt.
Nov.
-Cito en KIJK!
Dec. / jan. Jan. / febr.
Cyclus I: Leeropbrengsten - Opstellen groepsplannen 1 en groepsoverzichten 1, om de leeropbrengsten te borgen.
Cyclus II: Verbetering onderwijsprofiel - Startbijeenkomst voor verbeteringen onderdeel uit het onderwijsprofiel.
- Aanpassen groepsplan 1 en groepsoverzicht 1
-Observaties in de klas -Werkgroepen - Leerling- en/of groepsbespreking - Evaluatie groepsplannen 1 en groepsoverzichten 1. - Verbeteringen onderwijsprofiel. - Evaluatie eigen didactisch handelen - Evaluatie investering in onderwijstijd -Observaties in de klas -Werkgroepen - Leerling- en/of groepsbespreking - Welk verbetertraject gaat de school volgend jaar starten? - Team kiest het onderdeel uit het onderwijsprofiel waarmee zij denken de leeropbrengsten te kunnen verhogen. Management stelt een plan van aanpak voor het komend schooljaar vast:
- Opstellen groepsplannen 2 en groepsoverzichten 2 om de leeropbrengsten te borgen.
- Aanpassen groepsplan 2 en groepsoverzicht 2 - M-toets CITO afnemen:
- Heeft het verbeteronderwerp het verwachtte effect op de leeropbrengsten?
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
5
Febr/ maart
- M-toets analyseren:
April
-
Mei /juni
- E-toets CITO afnemen en analyseren:
- Wat is op basis van de toets resultaten de keuze voor het vakgebied dat je centraal wilt stellen (Plus, basis, breedte) - Ambitie opstellen: Wat zijn je ambities ten aanzien van je leeropbrengsten? - Opstellen groepsplannen 3 en groepsoverzichten 3 om de leeropbrengsten te borgen. - Aanpassen groepsplan 3 en groepsoverzicht 3
- Eindevaluatie verbetering onderdeel uit het onderwijsprofiel. - Opstellen groepsplannen en groepsoverzichten nieuw schooljaar om de leeropbrengsten te borgen.
-
-
Uitbreiden onderwijsprofiel met nieuwe inhoud, of: Niveau huidige onderwijsprofiel verbeteren Voortgang huidige plan van aanpak Opzet nieuwe plan van aanpak Evaluatie groepsplannen 2 en groepsoverzichten 2. Evaluatie eigen didactisch handelen Evaluatie investering in onderwijstijd
- Observaties in de klas -Werkgroepen - Leerling- en/of groepsbespreking - Analyse E-toets en bijstellen van de geformuleerde ambities en plan van aanpak. - Evaluatie verbeteringen onderwijsprofiel, eigen didactisch handelen en de investering in onderwijstijd
4. Leerresultaten EBS Talisha is een school met leerlingen vanuit de hele regio. De leerlingenpopulatie is niet regio gebonden en erg wisselend. Hierdoor is het moeilijk om vooraf al een duidelijk beeld te scheppen van wat de leerprestaties zullen zijn. De groepen op Talisha zijn klein. Een groepsgemiddelde is daardoor lastig vast te stellen. Als school zetten wij ons vooral in op de individuele leerlingen. We geven hen de aandacht en de uitdaging die zij nodig hebben om de beste leerprestaties te laten zien. Er wordt dan ook gekeken naar de prestaties van de individuele leerlingen. Een omschrijving in getallen m.b.t. leerresultaten zoals de meeste scholen doen, waarbij uitgegaan wordt van het basisaanbod doet onze school geen recht. Wat doen we wel? Op schoolniveau worden de eind- en tussenresultaten elk half jaar geanalyseerd. Waar staat de school, zijn de gestelde doelen behaald en waar wilt ze in het volgende half jaar naar toe. Dit wordt weergegeven in vaardigheidsscores per groep per vakgebied. Drie keer per jaar worden er groepsplannen en groepsoverzichten gemaakt. In de groepsoverzichten staan de kwaliteiten en de uitdagingen van elk kind beschreven. De leerlingen worden per vakgebied op basis van hun leerresultaten ingedeeld in een plus-, basis- of breedtegroep. In de groepsplannen worden doelen vastgesteld waar in de komende periode aan gewerkt gaat wordt op het plus-, basis- en breedteniveau in de groep. De leerresultaten zijn daarin uitgebreid beschreven.
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
6
In de individuele handelingsplannen worden doelen gesteld op leerlingenniveau. Afhankelijk van het doel wordt dit weergegeven in Cito niveaus ( A t/m E ) en/of in vaardigheidsscores. Om toch enig inzage te geven wat de leerresultaten zijn op EBS Talisha zal er in de toekomst een eigen standaard worden ontwikkeld, waarop de leerresultaten zichtbaar zijn in dit onderwijsprofiel. Hier zal samen met de intern begeleider en de consulent van het Passend Onderwijs Haarlemmermeer naar gekeken worden.
5. Leerstofaanbod Het onderwijsaanbod wordt beschreven in methodieken en materialen. In het breedte en diepteaanbod staat hoe de school intensiveert voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het aanbod wordt beschreven voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen & sociale competentie.
Taal Plus
Basis
Breedte
Technisch lezen Plus
1 -
2
Speciale activiteiten Schatkist kleuters Zelf leervragen formuleren Bladen uit de map: ‘van beginnende geletterdheid tot lezen’ Leerlingen gesprekken met elkaar laten voeren Materialen in de klas (letter en woordkaarten, letterstempels, labels in de klas, prentenboeken) Schatkist kleuters: - Activiteitenboek anker herfst, winter, zomer en lente - Ankerverhaal met reuzenprentenboek of een set verhaalplaten - Praatpop Pompom - Tijdwijzer waarin tijd, gebeurtenissen en feesten zichtbaar worden gemaakt, met activiteiten los van de ankers - Lettermuur, met aanvullende activiteiten naast de activiteiten bij het anker - Kleutersetje, vaak bestaande uit het gesproken ankerverhaal en het prentenboek hiervan, en een spelinstructie met eventueel een correctie - Cd-rom, voor elk seizoen één, inhoud is ontleed aan de tussendoelen geletterdheid en gecijferdheid? - Materialen in de klas (letter en woordkaarten, letterstempels, labels in de klas, prentenboeken) - Vertelbeurten via vertelhoed en vertelstoel - Concrete materialen van de thematafel bij woordenschatoefeningen - Beeldwoordenweb - Speciale activiteiten Schatkist kleuters - BAK-woordenlijst - Materialen in de klas (letter en woordkaarten, letterstempels, labels in de klas, prentenboeken)
3
4
- Veilig leren lezen, zonlijn en raket - Software van Ambrasoft
- Vrij lezen - Plus boek ‘Goed gelezen’, technisch lezen
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
5
6
7
8
7
Basis
-
Vrij lezen Veilig Leren lezen Software van Ambrasoft Tutorlezen
Breedte
- Leesouderhulp - Flitsen op de computer onder begeleiding van een tutor . - Veilig leren lezen, ster
Diepte
Vrij lezen Software van Ambrasoft Tutorlezen ‘Goed gelezen’, technisch lezen
- Leesouderhulp - Ralfilezen, www.ralfi.nl - Flitsen op de computer onder begeleiding van een tutor - Software van Ambrasoft - Online lezen, www.avilezen.nl
- Vrij lezen
- Ralfilezen, www.ralfi.nl - Software van Ambrasoft - Flitsen op de computer (onder begeleiding van een tutor)
- Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Rekenen Plus
1 2 - Rekenactiviteiten in kleine kring
Basis
- Rekenrijk - Rekenactiviteiten in thema’s gegroepeerd - Rekenmaterialen in de klas (vormen, cijferkaarten, dobbelstenen, weegschaal, miniloco etc.) - software van Ambrasoft - Schatkist - Voorschot benadering (In kleine kring)
Breedte
-
3 4 5 6 7 - Routeboekje SLO bij de methode - Rekenrijk verrijkingsbladen - software van Ambrasoft Pluswerk - Redactiesommen - Rekenrijk - Rekenrijk - software van - software van Ambrasoft Ambrasoft - Redactiesommen
8
- Rekenrijk herhalingsbladen - Rekenrijk i-lijn/f-lijn - Ajodact, redactiesommen - Ambrasoft computerversie
Diepte
Voorwaarden training - MRT
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
- Ontwikkelingsperspectief (OPP)
8
Woorden schat Plus
Basis
3 -
-
Breedte
-
Diepte
-
Spelling
3
Plus
-
Basis
Breedte
Diepte
-
4
5
6
7
8
Slimme taal (SLO) Spelletjes waarbij leerlingen met woorden aan de gang gaan Nieuwsbegrip niveau D/C/B Woorden- - Nieuwsbegrip niveau C/B/A/AA schat van Veilig Leren Lezen Woordenschat model naar aanleiding van de kwaliteitskaarten van Taal pilots Woordenschathulpboek Cito voor groep 3 t/m 7. Voor groep 7 en 8 Van Dale junior woordenboek Spelletjes en activiteiten uit de praktijk waarbij leerlingen met woorden aan de gang gaan Taal Op Maat, les 2 en 3 van elk thema is een les woordenschat Spelletjes en activiteiten uit de praktijk waarbij leerlingen met woorden aan de gang gaan Woordenschathulpboek Cito voor groep 3 t/m 7. Nieuwsbegrip niveau B/A/AA Logopedie - Ontwikkelingsperspectief (OPP)
4
5
6
7
8
Taal Op Maat spelling Taal Op maat hoofdstuk 6 en 7 van elk thema Schrijf- en stel opdrachten Slimme taal (SLO) Woordpakketten van Ambrasoft Controle- Taal Op Maat spelling dictees - Taal Op maat hoofdstuk 6 en 7 van elk thema Schrijf- en stel opdrachten van Veilig Leren Lezen Taal Op Maat spelling Taal Op maat hoofdstuk 6 en 7 van elk thema Schrijf- en stel opdrachten Woordpakketten van Ambrasoft Logopedie - Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Godsdienstmethode Als godsdienstmethode maken wij gebruik van de methode Startpunt. Het doel van Startpunt is de kinderen van jongs af aan vertrouwd te maken met de Bijbel. Deze te leren kennen, te leren lezen en deze kennis toe te kunnen passen in hun eigen leven. Dit in de wetenschap dat: het Woord van God levend en krachtig is en de Heilige Geest ons helpt dit alles te begrijpen. Startpunt werkt met een chronologisch vertelrooster. Hierdoor krijgen kinderen in de middenbouw en bovenbouw inzicht in de structuur van de Bijbel en in de tijd waarin de gebeurtenissen zich afspeelden. Daarnaast is de opbouw concentrisch. Dit houdt in dat iedere twee jaar dezelfde verhalen terugkomen, maar dan verdiept, op het niveau van de kinderen. Op deze manier lopen de kinderen tijdens hun basisschooltijd vier maal de gehele Bijbel door en hebben ze kennis van de meest belangrijke verhalen en feiten van de Bijbel. Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
9
De Christelijke feestdagen, zoals Kerstmis en Pasen vieren we uitgebreid. Hemelvaart en Pinksteren worden in de godsdienstlessen besproken. Aan deze belangrijke momenten zullen we schoolbreed aandacht besteden.
Bewegingsonderwijs Een keer in de week krijgen de leerlingen van de bovenbouw gymles van een vakdocent.
Zwemles Voor de leerlingen van de groepen 3 en 4 is er de mogelijkheid zwemles te krijgen. Dit gebeurt in samenwerking met Sportplaza in de Haarlemmermeer. Op deze manier hopen wij dat onze leerlingen snel een diploma mogen behalen en zich daardoor vrij in het water kunnen bewegen.
Burgerschapsvorming Wij vinden het belangrijk kinderen goed op te voeden als burgers van de samenleving. Als kind is je wereld nog heel klein. Je eigen huis en je gezin vormen de basis van je bestaan. Naarmate je groeit, groeit de wereld met je mee. Je leefomgeving wordt steeds groter. En belangrijker nog, het besef van de wereld om je heen groeit ook. Je vormt een eigen mening, krijgt te maken met normen en waarden, je sociale leven breidt zicht uit. Kortom, je ontwikkelt een steeds groter bewust zijn van jezelf en je omgeving. Een groot deel van onze ‘’burgerschap’’ bevordering is geïmplementeerd binnen ons Godsdienst onderwijs. De normen en waarden van onze cultuur, maar juist ook omgang met andere culturen, de wijze en overtuigingen komen overeen met die van de Bijbel. Wij besteden hier met name door onze visie veel tijd aan. Elke leerling krijgt minimaal een uur per week onderwijs hierin. Dit is geïntegreerd in het rooster. Daarbij komen nog de maandvieringen die we doelbewust thema’s geven die hiermee te maken hebben. (v.b. verandering, Afrika, liefde voor elkaar, respect, gehoorzaam –ongehoorzaamheid.) Voor het bevorderen van sociaal gewenst gedrag van de leerlingen gebruiken wij de methode ‘Kinderen en hun Sociale talenten’ van Kwintessens. In de methode is er gekozen voor een opbouw per jaargroep, per gedragscategorie. Per jaargroep komen één voor één de volgende gedragscategorieën aan de orde: we beginnen met Ervaringen delen, dan Aardig doen, Samen spelen en werken, Een taak uitvoeren, Jezelf presenteren, Een keuze maken, Opkomen voor jezelf en we eindigen met de categorie Omgaan met ruzie. Zo zijn per jaargroep alle twintig lessen sociale competenties samengevoegd. Daarnaast nodigen wij een keer per jaar een agent uit op school. Bureau Halt komt langs voor het geven van voorlichting over vuurwerk. Wij hebben meegedaan aan het programma ‘Schoenmaatjes’ van Edukans en doen nu mee aan het programma ‘Schoenmaatjes’ van Actie4Kids van Stichting ‘de Samaritaan’. Met Kerst geven wij of op het Kinderdagcentrum Babbels een Kerstvoorstelling aan de kleuters of bij het ouderen centrum ‘Overdag bij ons’. Leerlingen van verschillende groepen onderhouden een schooltuintje. Dit jaar waren het de leerlingen van groep 3 en hoger. Aankomend schooljaar zullen de leerlingen van groep 1 t/m 6 de schooltuintjes onderhouden. De lessen aardrijkskunde, geschiedenis, staatsinrichting, cultuuronderwijs en het bezoeken van musea, verkeer en het daarbij behorende fietsexamen zijn allemaal verschillende manieren om de leerlingen kennis te laten maken met hun leefomgeving, waarbij zij leren daar deel van te zijn.
Verkeer Onze school vindt verkeerseducatie belangrijk. Daarom besteden wij hier binnen onze school veel aandacht aan. Naast de verkeerslessen hebben wij het praktische en theoretische verkeersexamen. Met de verkeerseducatie willen we voldoen aan de geldende kerndoelen zoals die in de wet op het basisonderwijs zijn geformuleerd. Maar een belangrijkere reden om kwalitatief hoogwaardig verkeersonderwijs aan te bieden is, dat dit naar onze overtuiging een belangrijke bijdrage levert aan de stapsgewijze ontwikkeling van onze leerlingen tot veilige, zelfstandige verantwoordelijke verkeersdeelnemers. Het VerkeersveiligheidsLabel Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
10
van de gemeente Haarlemmermeer biedt scholen en gemeenten de helpende hand om structureel en meer op de praktijk van alledag gerichte verkeerseducatie te geven. Ook onze school heeft zich aangemeld om in aanmerking te komen voor het VerkeersveiligheidsLabelkeurmerk en dus VerkeersveiligheidsLabel-school te worden. Komende schooljaren, startende 2013-2014, zullen we alles op alles zetten om aan alle eisen te voldoen. Vindt u het belangrijk er een goede verkeersveiligheid rondom de school is en dat kinderen verkeer vooral in de praktijk leren? Wij ook! U kunt ook verkeersouder worden. Verkeersouders zijn vrijwilligers die op de basisschool werken aan een verkeersveilige schoolomgeving voor kinderen. Ze zorgen ervoor dat verkeersveiligheid hoog op de agenda staat van de school. Verkeersouders zijn daarom onmisbaar in de uitvoering van activiteiten en het genereren van aandacht voor de verkeersveiligheid in de schoolomgeving en op de schoolthuisroutes. Wij houden u gedurende het schooljaar op de hoogte van de voortgang. Kunst en cultuur
Cultuureducatie geeft de leerlingen meer zelfvertrouwen, vergroot het gevoel van eigenwaarde en verbreedt de horizon. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen op een actieve manier in de maatschappij staan. Goede cultuureducatie is hierbij onmisbaar. Ontdekkend leren in vrijheid en ruimte voor eigen initiatief, de grenzen verleggen en plezier ervaren zijn uitgangspunten voor de keuzes die de school maakt voor het cultuureducatie programma. Daarbij komen de disciplines dans, drama, muziek en beeldende vorming aan bod. Elk jaar wordt de nadruk op een andere discipline gelegd. Creatieve ontwikkeling
Kinderen ontwikkelen zich ieder op hun eigen manier. Er zijn verschillende manieren om te leren. Het ontwikkelen van je creatieve vaardigheden is hier een van. We vinden het dan ook belangrijk dat kinderen hun talenten om zich op verschillende manieren te uiten in de groep aangeboden krijgen tijdens de creatieve vakken. Bij tekenen, handvaardigheid, muziek en drama worden de ideeën van de kinderen gehoord en worden ze aangemoedigd deze verder te ontwikkelen.
6. Leertijd (per vakgebied) De leertijd wordt beschreven in gestelde leertijd (roostertijd) in aantal uren per week. Hoeveel tijd er minder of extra is voor de leerlingen is terug te zien in het plus c.q. breedteaanbod. Taal Plus Basis Breedte Diepte
1*
2* 3 7/12 uur
3
4
5
-
4 uur 4 1/2 uur + 5 x 10 minuten
6
7
8
4 1/2 uur
4 3/4 uur
4 3/4 uur
Individuele leerlijn
(* betreft hier Taal voor kleuters)
Technisch lezen Plus Basis Breedte Diepte
1
2
3
4
-
6 uur
1 3/4 uur 1 3/4 uur + 5 x 10 minuten
Begrijpend 1 2 3 lezen Plus Basis Breedte Diepte Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
5
6
7
8
1 3/4 uur
1 1/4 uur
1 1/4 uur
Individuele leerlijn 4
5
1 1/2 uur 1 1/2 uur + 5 x 10 minuten
6
7
8
1 1/2 uur
1 1/2 uur
1 1/2 uur
Individuele leerlijn 11
Spelling Plus Basis Breedte Diepte
1
Rekenen Plus Basis Breedte Diepte
1
2 -
3
4
5
1/2 uur
1 1/2 uur 1 1/2 uur + 5 x 10 minuten
6
7
8
1 1/2 uur
1 1/4 uur
1 1/4 uur
Individuele leerlijn 2 2 x 10 minuten 3 uur en 15 minuten 2 x 10 minuten
3
4
5 uur
5 uur
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
5
6 7 huiswerk 5 uur 5 1/2 uur 5 1/2 uur huiswerk Individuele leerlijn
8 5 uur
12
7. Didactisch handelen We sluiten aan bij de opvattingen van de Inspectie die het als volgt omschrijft: “Het didactisch handelen van de leerkracht is gericht op het ontlokken en bevorderen van leerprocessen waarbij de leerkracht sturing geeft aan het leerproces en de eigen keuzes van leerlingen. Zo vraagt de leerkracht zich voortdurend af welke hulp, opdracht of aanwijzing gegeven kan worden om leerlingen te helpen tot leren te komen. Uitgangspunt bij het didactisch handelen is het werken met een instructiemodel. Daarnaast is het van belang dat de leerkracht afstemt op het niveau van de leerlingen. Instructiemodel: - De school werkt met het direct instructie model - De school heeft bepaald welke elementen ze per lesfase terug wil zien in de les. Deze staan in het volgende schema: Fase
1. Introductie:
Breedte Instructie-afhankelijk -
Eventueel voorinstructie
2. Instructie:
- Leerling krijgt verlengde instructie - Leerkracht doet de opgave minimaal twee keer goed voor 3. Inoefening: - Leerkracht maakt minimaal twee voorbeeldopgave Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
Basis Instructie-gevoelig - Leerkracht geeft de start van de les duidelijk aan - Leerkracht vertelt het doel van de les - Leerkracht vertelt wat de leerlingen deze les gaan doen (lesopbouw)
Plus Instructieonafhankelijk - Leerling verwoordt zelf het doel van de les
Diepte
Zie eigen leerlijn, het OPP. Instructie volgens ‘Breedte’
- Leerkracht laat de leerlingen nadenken over oplossingen/strategie ën - Leerkracht geeft uitleg over inhoud van de opgaven - Leerkracht creëert betrokkenheid door vragen te stellen en leerlingen opgaven voor te laten doen
- Leerkracht maakt samen met de leerlingen een opgave
- Leerling gaat zelfstandig aan het werk
13
samen met de leerling (begeleide inoefening) 4. Verwerking:
-Leerkracht vertelt de leerlingen individueel wat ze moeten doen. De lijst met taken ligt in het zicht van de leerlingen
5. Terugkoppeling: (evaluatie en feedback)
- Leerkracht vertelt of schrijft op het bord wat de leerlingen moeten doen. - Leerkracht maakt duidelijke afspraken over wanneer en hoe de leerling om hulp mag vragen m.b.v. het vragenblokje - Leerkracht zorgt voor regelmatige feedback - Leerkracht houdt de nabespreking direct na de inoefening/ verwerking - Leerkracht vat de les en het lesdoel samen (met de leerlingen) - Leerkracht complimenteert de leerlingen met wat ze geleerd hebben
-Leerling rapporteert aan de leerkracht over het gemaakte werk; hij geeft aan wat hij geleerd heeft en hoe het werken ging
8. Pedagogisch handelen Wat is pedagogisch handelen? Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is afgestemd op het versterken van de drie basisbehoeften van de leerlingen, te weten: relatie, competentie en autonomie. Relatie: De leerlingen voelen zich geaccepteerd. Ze horen erbij. Ze zijn welkom. Ze voelen zich veilig. Er wordt met de leerlingen gepraat en niet over hen. Competentie: De leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen. Ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Autonomie: Leerlingen willen vrijheid en zelfbepaling. Ze willen verantwoordelijk zijn voor hun eigen taken. Zij kunnen (in elk geval voor een deel) hun leergedrag sturen. Dit moet aansluiten bij de evangelische identiteit van de school, waarbij het werkbaar moet zijn voor de diversiteit aan leerlingen die de school bezoeken. Gezien de evangelische identiteit zijn dit veelal leerlingen die christelijk opgevoed worden. De identiteit moet duidelijk zijn voor leerlingen, ouders, het team en vooral ook voor nieuwe ouders en mogelijk nieuwe leerlingen, de identiteit moet helder vormgegeven worden en onderwezen worden. Hier zal een protocol voor worden opgesteld. Visie op pedagogisch handelen Ons pedagogisch handelen moeten wij dan ook toetsen aan de Bijbel en aan personen die in een bepaalde functie in de maatschappij functioneren, waarin zij in de positie zijn een advies uit te brengen Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
14
aan een organisatie die zich beweegt vanuit de christelijke identiteit. Dit zijn bijvoorbeeld voorgangers van kerkgenootschappen. Vanuit deze visie willen wij als leerkrachten de leerlingen ruimte geven aan de eigen verantwoording van onze leerlingen. We honoreren initiatieven van leerlingen. We waarderen ideeën van leerlingen en wat ze ermee doen. We dagen leerlingen uit om eigen oplossingen te bedenken. We laten de leerlingen zelf keuzes maken bij het doen van taken (hoe en wat). We laten de leerlingen meebepalen bij de inrichting van het lokaal en vertrouwen organisatorische zaken aan leerlingen toe. Voor leerkrachten, leerlingen en ouders geldt dat we respect hebben voor elkaar en voor de omgeving. Algemene schoolregels gelden voor allen en worden door allen nageleefd, waarbij voor een ieder geldt: Goed voorbeeld doet goed volgen. Wij volgen de sociale ontwikkeling van de leerlingen door het afnemen van het Cito Volgsysteem ‘Viseon’, door het afnemen van ‘KIJK!’, leerlingentevredenheidspeilingen en veiligheidspeilingen. De uitkomsten hiervan worden aan de ouders overlegd en indien nodig met hen besproken. Tevens worden de bevindingen in de groepsplannen opgenomen. De algemene schoolregels zijn op EBS Talisha zijn onderverdeeld in klassenregels en pleinregels. Regels in de klas 1) Ik ga met andere kinderen om, zoals ik wil dat ze met mij omgaan 2) Ik gebruik spullen van een ander alleen met toestemming en ga daar dan voorzichtig mee om. 3) Ik kom altijd op tijd op school en in de klas. 4) In de klas praat ik zachtjes met andere leerlingen als ik wil overleggen. 5) In de school loop ik rustig. 6) Ik doe mijn best om ervoor te zorgen dat iedereen met plezier op school is. 7) Leerlingen die aan het werk zijn laat ik ongestoord doorwerken. 8) Als een ander praat ben ik stil en laat ik diegene uitpraten.
Regels op het plein 1) Ik ga op een vriendelijke manier met andere kinderen om. 2) Ik gebruik alleen spullen van een ander als dat mag en ik ga voorzicht met die spullen om. 3) Ik doe geen vechtspelletjes. 4) Ik blijf van de kleren van andere kinderen af. 5) Ruzies probeer ik eerst zelf op te lossen. Ik ga naar de pleinwacht wanneer dit niet juist lukt. 6) Als ik wil dat kinderen stoppen met een voor mij vervelend spel, dan zeg ik dat duidelijk: stop, ik vind het niet leuk (meer).
De leerkracht gebruikt deze regels als uitgangspunt om de regels in de groep gestalte te geven. Deze regels kunnen aangevuld worden met specifieke groepsafspraken. De groep ondertekent de regels, een soort van gezamenlijk contract. De regels worden zichtbaar in de klas opgehangen.
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
15
Leerkrachtgedrag Rondom het omgaan met (on)gewenst gedrag zijn afspraken op een rij gezet. Deze afspraken worden nageleefd door alle leerkrachten en hebben betrekking op alle leerlingen.
Gedragsregels, haalbaar, duidelijk en zichtbaar voor iedereen -
-
-
Aan het begin van het schooljaar worden de schoolregels aan de leerlingen vertelt. Samen worden de klassenregels opgesteld, ondertekend en duidelijk opgehangen in het lokaal. Deze regels worden regelmatig herhaald. Soms dagelijks, soms wekelijks en soms als het nodig is, dat ze weer onder de aandacht gebracht worden. Aan het begin van de dag vertelt de leerkracht wat er vandaag gaat gebeuren en hoe het gebeurd. Hiervoor wordt het bord gebuikt. Met behulp van plaatjes, kaarten of geschreven tekst wordt de dag-planning zichtbaar gemaakt. De regels voor het zelfstandig werken zijn zichtbaar in het klaslokaal. Er wordt gewerkt met het vragenblokje en het stoplicht. Het stoplicht werkt als volgt: staat het stoplicht op rood, dan werkt de groep door zonder te praten. Staat het stoplicht op oranje, dan mag er onderling zachtjes overlegd worden. Staat het stoplicht op groen, dan mag er vrij gesproken worden, bijvoorbeeld bij samenwerkend leren en creatieve vakken. Het vragenblokje wordt gebruikt als het stoplicht op rood staat. Kinderen werken met het blokje op groen of rood. Zodra het vraagteken boven staat geven ze aan, dat ze een vraag hebben voor de leerkracht. De leerkracht loopt regelmatig langs en beantwoordt dan de vragen van de leerling. In de tussentijd werkt de leerling door met de opdrachten die zonder hulp gemaakt kunnen worden.
Structuur door het regelmatig herhalen van gedragsafspraken. -
De regels voor zelfstandig werken worden dagelijks herhaald door de leerkracht of door de leerlingen zelf. De gedragsregels in de klas en de school worden herhaald wanneer en zo vaak als de leerkracht dat nodig acht.
Aanleren van respect, verantwoordelijkheid en veiligheid binnen de groep. -
Leerkracht geeft wekelijks lessen ‘sociale talenten’. Leerkracht geeft lessen over ‘goed gedrag’ wanneer dat nodig wordt geacht.
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
16
Door middel van coachen: positief bekrachtigen van goed gedrag. -
-
De leerkracht beloont gewenst gedrag, door het geven van een compliment (verbaal, non-verbaal) ‘wat doe je dat goed!’, ‘wat ben je goed aan het werk’ of door het geven van een beloning (al dan niet van tevoren afgesproken met de leerlingen). Dit kunnen stickers zijn, krulletjes of een plusje op het bord bij de naam van de leerling. De leerkracht negeert ongewenst gedrag zoveel mogelijk, als het gaat om klein ongewenst gedrag. Het gewenste gedrag wordt dan weer beloont. De leerkracht handelt volgens een opbouw in het sturen van gedrag als negeren niet helpt: hij maakt gebruik van gebaren om stilte hij wijst naar een betreffende pictogram (waarin de gedragsregel is omschreven) hij wijst op de timetimer, de afsprakenlijst, het stoplicht, etc. hij beloont het gewenste gedrag via een beloningssysteem zowel groepsgericht als individueel hij sanctioneert ongewenst gedrag met een straf. De leerkracht geeft positieve feedback op het gedrag van de leerlingen: de correctie wordt gecompenseerd met het geven van voldoende complimenten.
Pedagogisch handelen gericht op de relatie met de leerlingen - De leerkracht ontvangt en begroet de leerlingen bij het begin van de dag. Basis - De leerkracht kijkt de leerlingen aan als hij met hen spreekt. - De leerkracht maakt beredeneerde keuzes bij het samenstellen van groepjes leerlingen om het samenwerken te bevorderen. - De leerkracht benoemt de afgesproken gedragseisen m.b.t. het zelfstandig werken aan het begin van elk dagdeel en houdt de leerlingen en zichzelf daar consequent aan. - De leerkracht benoemt de opgestelde gedragsregels zo vaak als nodig is. - De leerkracht hanteert consequent het pestprotocol. - De leerkracht praat alleen met betrokkenen over de leerlingen en hun thuissituatie. Breedte - De leerkracht spreekt zijn interesse wekelijks uit naar de leerling over schoolwerk, spel en culturele achtergronden. - De leerkracht signaleert onzekerheid bij de leerling in leer- en gedragssituaties en ondersteunt de leerling in zijn behoefte aan veiligheid en acceptatie door dingen samen en/of voor te doen. - De leerkracht koppelt een tweetal leerlingen aan elkaar die elkaar ondersteunen in het werk; bijvoorbeeld een dyslectische leerling krijgt een goede lezer als ondersteuner naast zich (maatje, tutor). - De leerkracht ondersteunt de leerling en sluit hierbij aan bij de adviezen gegeven door Diepte externe instanties. De specifieke onderwijsbehoefte staat omschreven in het handelingsplan en komt terug in de groepsoverzichten.
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
17
Pedagogisch handelen gericht op de competentie van de leerlingen - De leerkracht spreekt zijn vertrouwen uit in de leerlingen in het omgaan met elkaar. Hij Basis gaat hierbij uit van hoge, maar realistische verwachtingen. - De leerkracht laat zien, dat hij het gewenste gedrag heeft opgemerkt in woord en gebaar. Bijvoorbeeld door een duim op te steken. - De leerkracht sluit elk dagdeel af met positieve feedback op het gewenst gedrag, gericht op het werk dat de leerlingen hebben gedaan (product gericht). - De leerkracht sluit elk dagdeel af met positieve feedback op de inzet van de leerlingen en op het sociaal emotioneel functioneren (proces gericht). - De leerkracht spreekt met de leerlingen over hun kwaliteiten om hen bewust te maken van hun mogelijkheden. - De leerkracht besteedt wekelijks tijd aan het ontwikkelen van de sociale talenten van de leerlingen d.m.v. de methode voor ‘Sociale Talenten’, die de weerbaarheid van de leerling versterken. Breedte - De leerkracht bespreekt met een leerling zijn gedragsmogelijkheden en ondersteunt hem door vertrouwen uit te spreken in zijn capaciteiten. - De leerkracht schrijft het bereiken van gewenst gedrag toe aan de inzet van de leerling zelf. - De leerkracht vergelijkt het gedrag van de leerling met eerder vertoond gedrag. - De leerkracht zet trainingen in via CJG, die de weerbaarheid van de leerling versterken. - De leerkracht besteedt wekelijks tijd aan het ontwikkelen van de sociale talenten van de leerlingen d.m.v. de methode voor ‘Sociale Talenten’, die de weerbaarheid van de leerling versterken. - De leerkracht ondersteunt de leerling en sluit hierbij aan bij de adviezen gegeven door Diepte externe instanties. De specifieke onderwijsbehoefte staat omschreven in het handelingsplan en komt terug in de groepsoverzichten.
Pedagogisch handelen gericht op de zelfstandigheid van de leerling - De leerkracht daagt alle leerlingen uit om aan het woord te komen en geeft de Basis leerlingen de ruimte om hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. - De leerkracht daagt de leerlingen uit om mee te denken over belangrijke gedragsregels in de groep. - De leerkracht herinnert de leerlingen via complimenten aan de opgestelde gedragsregels. - De leerkracht geeft de leerlingen de ruimte om mee te denken en beslissen over de inrichting van het lokaal. - De leerkracht laat de leerlingen mee denken en mee beslissen over (bijvoorbeeld feestelijke) activiteiten in de groep. - De leerkracht creëert onderwijsleersituaties, bijvoorbeeld een kringgesprek, waarin leerlingen elkaar de ruimte geven voor een eigen inbreng, en waardeert die positief. - De leerkracht zorgt voor werkvormen, die ervoor zorgen dat de leerlingen vorm kunnen geven aan hun eigen keuzes. Bijvoorbeeld het maken van een bouwwerk, het plakken van een collage, het schrijven van een verhaal, etc. - De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe zij om kunnen gaan met leerlingen in de Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
18
groep die extra onderwijsbehoeften hebben en maakt hierover afspraken.
Breedte
Diepte
- De leerkracht bespreekt met de leerlingen het verantwoordelijk zijn voor elkaar. - De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe zij zelfstandig hun problemen kunnen oplossen. - De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe zij omgaan met verschillen tussen leerlingen wat betreft zelfstandigheid en het dragen van verantwoordelijkheid. - De leerkracht ondersteunt de leerling en sluit hierbij aan bij de adviezen gegeven door externe instanties. De specifieke onderwijsbehoefte staat omschreven in het handelingsplan en komt terug in de groepsoverzichten.
9. Klassenmanagement Klassenmanagement bestaat zoveel mogelijk uit structureren van ruimte, tijd en activiteit zodat de leerkracht de geplande activiteiten uit kan voeren. We onderscheiden hierbinnen de organisatie van de fysieke ruimte en de organisatie van de ruimte rondom het lesgeven, waarbij het leerkrachtgedrag en de leerkrachtvaardigheden een belangrijke rol spelen. Ruimte Basis
Breedte
Tijd Plus
-
De klassenregels hangen zichtbaar in de klas. De tafels en stoelen zijn zo georganiseerd dat er duidelijke looproutes zijn in de klas. De klok hangt zichtbaar in de klas. De dagplanning hangt zichtbaar in de klas. In groep 1/3 wordt de dagplanning m.b.v. pictogrammen of dagritmekaarten weergegeven. In groep 4 t/m 8 staat het geschreven op het bord. - Het stoplicht hangt zichtbaar in de klas. - De leerlingen van groep 1/2 kiezen tijdens het spelen op het keuzebord wat en waar ze gaan spelen. -
De pictogrammen met de dagplanning zijn zichtbaar voor de leerling. Er zijn kleine timetimers beschikbaar voor de leerling. De leerling houdt indien nodig een aparte plaats in de klas. Er zijn werkplekjes in en buiten de klas waar de leerlingen kunnen werken. Er zijn koptelefoons beschikbaar.
- De leerkracht laat de leerling een deel van de planning zelf maken met behulp van een agenda.
Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
19
Basis
Breedte
- De leerkracht gebruikt een rooster waarin hij alle lessen plant. - De leerkracht houdt zich aan de roostertijden. - De leerkracht vertelt bij aanvang van de dag wat de planning van de dag zal zijn en bevestigd hiermee wat er op het bord staat. Bij groep 1/2 wordt dat met dagritmekaarten getoond. - De leerkracht vertelt bij aanvang wanneer de les eindigt. - De leerkracht vertelt halverwege de les hoe lang ze nog hebben voor deze les. - Vijf minuten voor het einde van de les vertelt de leerkracht dat er over vijf minuten een andere activiteit begint en welke activiteit dit is. - De leerkracht van groep 1 en 2 laat de leerlingen direct na binnenkomst aan de slag gaan met een of meer van de volgende activiteiten: een zelfgekozen kleurplaat een zelfgekozen puzzel neemt plaats in de kring voor de dagopening en gaat een boekje lezen - De leerkracht plant op het rooster de volgende werkvormen in: zelfstandig werken instructiemomenten samenwerken - De leerkracht maakt voor de leerling een aangepast rooster en bespreekt deze met hen. - De leerkracht biedt extra ondersteuning volgens de afspraken uit het groepsplan, handelingsplan.
Activiteit - De leerkracht zorgt ervoor dat de materialen voor de les zo klaar liggen, dat de Basis leerlingen ze zelf kunnen pakken. - De leerkracht werkt met het stoplicht en het vragenblokje. Voor de les wordt er verteld of er sprake is van: individueel werken, waarbij geen hulp gevraagd mag worden, anders dan d.m.v. het vragenblokje (stoplicht staat op rood) individueel werken waarbij hulp gevraagd mag worden aan anderen als iets niet lukt ( stoplicht staat op oranje) samenwerkend leren, creatieve vakken ( stoplicht staat op groen) - De leerkracht geeft (op een klok) de tijdsplanning aan. - De leerkracht geeft halverwege de les aan, hoe lang er nog gewerkt wordt. - De leerkracht vertelt wanneer de les eindigt. De leerlingen krijgen dan nog een paar minuten de tijd om het werk af te ronden. - De leerkracht vertelt: wat hij zelf gaat doen tijdens het zelfstandig werken wanneer hij niet beschikbaar is voor alle leerlingen en hoe lang dat duurt wanneer hij weer beschikbaar is. wat de leerlingen doen als ze een vraag hebben bij een opdracht, dan gaan ze door met een opdracht die ze wel kunnen maken. Breedte - De leerkracht legt de materialen voor de leerlingen klaar in een werkbak, of op de tafel van de leerling. Onderwijsprofiel EBS Talisha oktober 2014
20