Onderwijsprofiel Montessorischool Floriande
Help mij het zelf te doen! Zelfstandigheid & zelfverantwoordelijkheid
& zelfredzaamheid
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 2
Inhoudsopgave Voorwoord
4
Inleiding
6
Planmatig werken
7
De leerresultaten
9
Leerstofaanbod
12
Leertijd
16
Didactisch handelen
19
Het (pedagogisch) klimaat
20
Het klassenmanagement
23
Uitgaan van verschillen
26
Onze (on)mogelijkheden
29
Kennismaken met Montessori:
dat kan ook tijdens de peuteractiviteiten!
Start leesbevordering project met de hele school! Aandacht voor dat éne kind!
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 3
Voorwoord We nodigen u van harte uit tot het lezen van ons onderwijsprofiel. Montessorionderwijs en passend onderwijs dat gaat wel heel goed samen! Montessorionderwijs is in de kern passend onderwijs. Het kind centraal en de leerkracht, voorbereide omgeving en leerstofaanbod sluiten aan bij de onderwijs- en pedagogische behoeften van het individuele kind. We leren niet omgaan met verschillen, we gaan uit van verschillen. Daar is onze organisatie, ons aanbod en onze werkwijze op afgestemd. Het kind centraal betekent dat we voor alle kinderen streven naar: het kind voelt zich sociaal geaccepteerd en gewaardeerd; het kind ervaart voldoende autonomie; het kind ontwikkelt zich passend bij zijn/haar mogelijkheden. Het kind centraal betekent niet dat alles kan wijken voor het individuele kind. De vrijheid of mogelijkheden voor het individuele kind kent / kennen zeker ook gebondenheid: het moet haalbaar en beheersbaar zijn voor de leerkracht en de andere kinderen; het bieden van onderwijs binnen het wettelijk kader moet mogelijk blijven. Waarin onderscheiden wij ons als Montessori onderwijs nu van dat wat andere scholen in Nederland doen? En waarin zijn wij gelijk?
• voldoen aan kerndoelen, toetsen, opbrengsten; •voldoen aan inspectie normen; • voldoen aan aansluiting op VO en passend uitstroomniveau • voldoen aan wet - en regelgeving;
• heterogene groepen in bouwen; • onderbouw groep 1 en 2; •middenbouw groep 3,4, en 5; •bovenbouw groep 6,7 en 8 8;
hetzelfde
• voorbereide omgeving; • klassenmanagement met rondes in werkperiodes; • stimuleren zelfstandigheid zelfverantwoordelijkheid en eigenaarschap voor werk en gedrag;
Montessori specifieke organisatie
Montessori
Montessori
specifieke werkwijze
specifiek aanbod • • verschillende werkvormen • ontwikkeling van het kind is leidend, doelen zijn richtinggevend; • materialen aantrekkelijk, gevarieerd, handelend;
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 4
Vrijheid in gebondenheid! Jouw vrijheid gaat samen met de vrijheid van de ander
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 5
Inleiding Dit is het onderwijsprofiel van de Montessorischool Floriande. Hier spelen, werken en leren ruim 300 kinderen verdeeld over 14 groepen. De Montessorischool Floriande is één van de drie bijzonder neutrale Montessoribasisscholen in Hoofddorp. De 3 scholen zijn in een vereniging samen gebracht. De twee andere vestigingen zijn: Montessorischool Toolenburg en de 1e Montessorischool. In dit profiel laten wij zien wie wij zijn, wat wij doen, kunnen en willen. Wij zijn trots op onze montessori-visie en op onze werkwijze met de kinderen en ouders.
De Montessori Vereniging Hoofddorp maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Haarlemmermeer. In dit samenwerkingsverband hebben de besturen zorgplicht; iedere leerling moet een passende onderwijsplek krijgen. Het samenwerkingsverband moet zorgen voor een dekkend netwerk. Binnen ons samenwerkingsverband maken de scholen via de onderwijsprofielen inzichtelijk hoe zij met de andere scholen samen zorgen voor een dekkend netwerk. Het kader voor het onderwijsprofiel is op samenwerkingsverbandniveau ontwikkeld zodat daarmee zicht is op het totale netwerk. De onderwijsprofielen geven zicht op het onderwijsaanbod voor alle leerlingen in een school. Het onderwijsprofiel van iedere school en ook van de Montessorischool Floriande bestaat uit basiszorg, de zorg voor ongeveer 60% van onze leerlingen, breedtezorg geldend voor de ongeveer 20% laagst presterend leerlingen en een plusaanbod voor de 20% hoogst presterende leerlingen. Daarnaast is in het samenwerkingsverband ook nog de keuze voor een diepteaanbod. Dit wordt alleen geboden door scholen voor speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. Een goed gedifferentieerd onderwijsaanbod op de basisscholen zorgt ervoor dat veel leerlingen op een basisschool onderwijs kunnen volgen en slechts een beperkt aantal leerlingen een beroep hoeft te doen op het diepteaanbod. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn:
Planmatig werken De leerresultaten Een helder geformuleerd onderwijsaanbod en effectieve methodieken. De bewaking van de leertijd. De instructievaardigheden Het (pedagogisch) klimaat Het klassenmanagement
Deze onderdelen sluiten aan bij het waarderingskader van de inspectie en bij de vele kwaliteitsinstrumenten. Het zijn die elementen uit het primair proces die direct invloed hebben op de leerresultaten van de leerlingen. Het onderwijsprofiel hangt op deze wijze sterk samen met het onderwijskundig deel van het schoolplan en de onderdelen uit het kwaliteitssysteem van de school. Binnen het SWV zijn de onderwijsprofielen qua vorm vergelijkbaar, maar verschillen qua inhoud per school en per bestuur. Samen zorgen zij voor een dekkend netwerk voor de regio. Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 6
Planmatig werken De zorg voor de ontwikkeling van de kinderen zien we als een cyclisch proces, met een systematische en planmatige aanpak. We gebruiken hiervoor een aantal instrumenten die op elkaar aansluiten: het Montessori Kind Volg Systeem (MKVS), de leerkracht volgt de ontwikkeling van het individuele kind en legt markante momenten vast als signalering (S); op basis van signaleringen worden beslissingen genomen, zoals het geven van een lesje, wachten of evaluatie; in het groepsbeeld staan alle kinderen vermeld die op één of meerdere gebieden extra aandacht behoeven; intensief extra aanbod wordt vastgelegd in een handelingsplan (HP – individueel handelingsplan/ IHP of groepshandelingsplan / GHP); in de jaarplanning staan deze activiteiten opgenomen; in de toetskalender en de werkwijze rondom het toetsen staat vastgelegd welke toetsen afgenomen worden, hoe dat georganiseerd is, hoe dat op individueel-, groeps-, school- en verenigingsniveau gevolgd en aangestuurd wordt.
signaleren van behaalde of ontbreken van ontwikkeling dmv toetsen, werk, observatie uitvoering en voortgang plan bewaken, reflecteren / evalueren, beslissing nemen voor vervolg.
markante S komen in MKVS met beslissing voortgang van beslissingen wordt gevolgd in MKVS Hoe garanderen we dat kinderen het aanbod krijgen wat ze nodig hebben?
plan: kind is mede eigenaar; waarom heb je iets extra's nodig, wat, hoe, doelen, tijdpad.
kind met gebied wat extra aandacht behoeft is terug te vinden in groepsbeeld
beredeneerd aanbod staat in bondig plan: zorgniveau 1 en 2 zorgniveau 3 en 4 IHP of GHP
hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de school, het behalen van opbrengsten die boven het landelijk gemiddelde liggen is onze ambitie. De activiteiten die hiertoe moeten leiden staan vastgelegd in een planning per schooljaar;
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 7
Gevoelige perioden Vanuit een diepe interesse leert het kind met groot enthousiasme en gemak
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 8
Leerresultaten De leerontwikkeling van kinderen volgen we door middel van:
observatie; onderwijs-leergesprekken; methode gebonden toetsen; methode onafhankelijke toetsen.
De methode onafhankelijke toetsen zijn: t/m november schooljaar 2013-2014 BOOM toetsen; vanaf juni schooljaar 2013-2014 CITO (proefafname januari 2014); Door deze overstap kunnen we nu nog geen opbrengsten laten zien over een langere periode. Het verschil in toetsen is namelijk groot en een getalsmatige vergelijking geeft een onvoldoende representatief beeld. De opbrengsten van ons onderwijs volgen we nauwgezet. In de ‘kwaliteitsgroep’ wordt dit twee keer per jaar besproken op verenigingsniveau. Hieruit komen adviezen richting directie en bestuur met als doel de kwaliteit van ons onderwijs te versterken. In deze groep worden ook algemene doelen en ambities ten aanzien van de opbrengsten / kwaliteit van het onderwijs vastgelegd op verenigingsniveau. De ervaringen bij de eerste CITO afnames: de toetsen zijn flink anders dan wat kinderen en leerkrachten gewend waren; de normering is anders (CITO had op dat moment een nieuwe normering ingevoerd wegens toets gewenning); de opbrengsten op dat moment vielen tegen; Tussenopbrengsten meerdere jaren Apr 08
Apr 11
Apr 12
Gr 3 TL Gr 4 TL Gr 4 RW Gr 6 RW Gr 6 BL
16.1 46.1 30.7 53.9 29.4
35 38 10 9 9
12 25 23 10 10
Inspectie norm BOOM
30%
25%
25%
Nov 12
Apr 13
Nov 13
Jan 14
Juni 14
Inspectie norm CITO
CITO 33,5 59 58.2 86.3 36.9*
M 21 48 50 84 32
proefafname
11 5 8 15
30 20 14 6 12
16 0 11 16
25%
25%
25%
CITO 27.5 50.2 48.4 78.9 30.9
E 33 56 61 89
TL = technisch lezen RW = rekenen wiskunde BL = begrijpend lezen
BOOM: % leerlingen onder norm inspectie = aantal dle lager dan dl. CITO: vaardigheidsscore. * geen inspectienorm Bij de afname in juni 2014 haalt de school voldoende tussenopbrengsten op de CITO. Één onderdeel is onvoldoende, dat ‘mogen’ er volgens de inspectienorm 2 zijn. De positieve ontwikkeling op het gebied van TL (technisch lezen) is het resultaat van een vernieuwde aanpak. Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 9
De eindopbrengsten afgelopen 4 schooljaren: Eindopbrengsten worden bepaald m.b.v. de drempeltoets. De score op de drempeltoets wordt omgerekend naar een gemiddelde CITO score. drempel
G Cito 10-11 530 O
F
G Cito 11-12 534.3 O
G Cito 12-13 537 V
G Cito 13-14 538,5 V
G Cito 14-15 538 V
Bron: CITO Overzicht landelijk gemiddelde score per jaar op basis van leerlingresultaten Jaar
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Score
535,5
535,2
534,5
534,8
535,1
534,8
535,1
535,4
535,5
535,5
535,1
535,0
Uitstroomniveau naar voortgezet onderwijs
% leerlingen met advies VMBO B-G-K / T - T-HAVO/ HAVOH-VWO-VWO Montessorischool Floriande 90 75 60 45 30 15 0 10-.11
11-.12 VMBO B-G-K
T - T-HAVO
12-13
13-14
H - H/VWO - VWO
Vergelijkende getallen uit de Haarlemmermeer: In 3e jaar VO, % HAVO-VWO leerlingen 2010: 51, 0 %
(landelijk 46.4%)
2011: 51,8 % 2012: 54,1 %
We volgen onze kinderen 3 jaar nadat ze bij ons weg zijn. Duidelijk is dat de kinderen het goed doen op het voortgezet onderwijs. Ons schooladvies is gebaseerd op het geheel van gegevens wat er van een kind is opgebouwd gedurende de schoolperiode. Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 10
De stem der dingen Het materiaal en de inrichting zijn uitnodigend
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 11
Leerstofaanbod Onderscheidend in het Montessorionderwijs zijn de materialen waarmee gewerkt wordt. Naast de reguliere materialen zijn er de specifieke montessorimaterialen en wordt er gewerkt met zelf ontworpen materiaal. Hierdoor bieden we een breed aanbod en kan er gedifferentieerd aanbod gerealiseerd worden voor zowel het basis-, als breedte- en diepteaanbod. Het leerstofaanbod sluit aan bij onze werkwijze. Kenmerken van montessorimaterialen zijn onder meer: nodigen uit door aantrekkelijkheid in kleur, vorm en materiaal; nodigen uit tot actief / handelend leren op zelfstandige wijze; isolatie van de eigenschap, is gericht op ontwikkeling van een specifiek onderdeel; zijn zelfcorrigerend. Onderbouw: Een impressie van Montessori materiaal:
Ook: werken op het digitale schoolbord!
Naast Montessorimaterialen voor de diverse ontwikkelgebieden wordt er gebruik gemaakt van: divers ontwikkelingsmateriaal: o.a. Educo materiaal; divers materiaal voor de fijn en grof motorische ontwikkeling: o.a. Schrijfdans; divers materiaal voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: o.a. Rots & water, de doos vol gevoelens; divers materiaal voor de creatieve ontwikkeling en deelname aan culturele activiteiten; software en digibord programma’s op diverse gebieden: o.a. Bas en Woordenstart.
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 12
Middenbouw groep 3, 4 en 5 Naast Montessorimaterialen voor de diverse ontwikkelgebieden wordt er gebruik gemaakt van o.a.: de methode Rekenrijk voor rekenen / wiskunde; de methode Taal Actief voor spelling; de methode Schrijfdans voor schrijven; divers materiaal voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: Rots & water, soemoe; divers materiaal voor de creatieve ontwikkeling en deelname aan culturele activiteiten; software en digibord programma’s op diverse gebieden: o.a. Ambrasoft, hoofdwerk, Bloon;. Hieronder een impressie van Montessorimateriaal:
riaal
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 13
Leerstofaanbod Bovenbouw Naast Montessorimaterialen voor de diverse ontwikkelgebieden wordt er gebruik gemaakt van o.a.: de methode Rekenrijk voor rekenen / wiskunde; de methode Taal Actief voor spelling; divers materiaal voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: Rots & water, soemoe; divers materiaal voor de creatieve ontwikkeling en deelname aan culturele activiteiten; software en digibord programma’s op diverse gebieden: o.a. Ambrasoft, hoofdwerk, Bloon; Hieronder een impressie van Montessorimateriaal:
…..en voorbereiden op VO, Informatieavond voor ouders en kinderen! Diverse scholen, informatie over huiswerkbegeleiding, rugzakrace en leren boeken kaften,
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 14
Het kind eigenaar van zijn leerontwikkeling Leven is leren
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 15
Leertijd (per vakgebied) De kinderen in onze groepen hebben zelf grote invloed op de invulling van de leertijd per dag. Zij kunnen daarbij hun belangstelling, behoeftes, gevoelige periode volgen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld de keus maken langer aan een vakgebied door te werken zodat het inoefenen goed verloopt, kinderen kunnen kiezen voor samenwerken of voor werken op de gang. Kinderen hebben vrijheid in:
werkkeus; werktempo; werkduur; werkplek (eigen tafel, andere tafel, gang, kleedje); werkvorm (individueel, samenwerken).
Het kader daarbij is dat de kinderen de leerstof aangeboden krijgen en verwerken die passend is bij hun leerjaar en/of hun ontwikkeling. Kinderen kunnen langer werken aan een onderdeel waar zij meer tijd voor nodig hebben (breedte-aanbod) en sneller door de stof gaan als zij dat kunnen (plusaanbod). Ook zijn er afspraken over wanneer of hoe je mag samenwerken, je werkplek kan kiezen en/of werkkeus. Belangrijk hierbij is:
kinderen kiezen gevarieerd; kinderen kiezen op niveau; kinderen benutten hun onderwijstijd goed (maken en nakomen van een planning); kinderen volgen instructie en afspraken op; kinderen kunnen omgaan met uitgestelde aandacht; kinderen kunnen omgaan met beperking van de keus.
De leerkracht heeft een belangrijke rol in dit proces. Deze moet er voor zorgen dat kinderen uitgedaagd worden en ‘verleid’ worden tot het leren. Het kind weet wat de verwachtingen zijn, krijgt inzicht in zijn leerontwikkeling en leert met een planning om te gaan. De leerkracht helpt het kind op zijn weg naar zelfstandig kiezen/plannen en waar wenselijk wordt geholpen, sturing gegeven en/of gecorrigeerd. Dit betekent dat er zeker ook dingen ‘moeten’ zodat kinderen regelmatig en intensief genoeg aan de basisvakken taal en rekenen werken. Een aantal vakken / activiteiten worden met de hele groep gedaan en vinden op vaste tijden plaats of worden door de leerkracht ingeroosterd:
taal- en reken aanbiedingen; lichamelijke opvoeding; Engels; Kosmisch onderwijs (zaakvakken) /natuur, wetenschap en techniek; Beeldende vorming, drama en muziek; Rots & water (sociaal-emotionele ontwikkeling); Pauzes, lunch;
Doordat het rooster voor een groot deel bestaat uit zelfstandig werk periodes waarin kinderen hun eigen keuze maken, kunnen we leertijd alleen in algemene zin duiden. We volgen de richtlijnen zoals ze ook in het regulier onderwijs gebruikt worden. Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 16
Kinderen met een plusaanbod hebben in algemene zin (zie ook bladzijde 26): minder tijd nodig voor de basis (leerstof wordt compacter aangeboden / verwerkt); besteden hun tijd aan verdieping en verrijking van de verschillende vakgebieden en/of krijgen extra vakken of projecten aangeboden; Kinderen met een breedte-aanbod hebben in algemene zin: een intensiever aanbod nodig (bijvoorbeeld meer gerichte – individuele- instructie, leerstof in kleinere stappen, extra begeleide inoefentijd, extra inoefenstof); hulp nodig bij het zeer effectief inzetten van hun onderwijstijd; Kinderen met een diepte-aanbod hebben in algemene zin: op één of meerdere gebieden een eigen leerlijn nodig, vastgelegd in een eigen ontwikkelingsperspectief met bijbehorend handelingsplan; meer intensieve individuele hulp nodig (intern als mogelijk en/of extern door ouders geregeld); meer afstemming op pedagogische en didactische behoeften nodig (eventueel een periode met ondersteuning vanuit het brugteam);
Technisch 1* 2* 3 lezen Plus Basis 4 ½ uur 4 ½ uur Breedte Diepte * fonemisch bewustzijn + letters Begrijpend 1* lezen Plus
2*
Basis 1 uur Breedte Diepte * begrijpend luisteren rekenen Plus
1*
2*
Basis
3 uur en 45 minuten
3*
4
5
4 ½ uur
4 uur + 1 uur + 1 uur
4
5
- 1 uur basis + 1 uur verrijkingsstof 1 uur 1 uur
3 4 - 1 uur basis + 1 uur verrijkingsstof
Breedte Diepte * voorbereidend rekenen, getal inzicht, cijfers
6
2 uur
6
7
8
1 uur
½ uur
7
8
1 ½ uur 2 ½ uur + ½ uur + ½ uur
5
6
3 uur
7
3 uur
8
5 uur
+ 1 uur + 1 uur
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 17
Laat uw woorden geteld zijn De leerkracht geeft ruimte aan het kind om te ontdekken, te doen, te leren.
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 18
Didactisch handelen We sluiten aan bij de opvattingen van de Inspectie die het als volgt omschrijft: “Het didactisch handelen van de leerkracht is gericht op het ontlokken en bevorderen van leerprocessen waarbij de leerkracht sturing geeft aan het leerproces en de eigen keuzes van leerlingen. Zo vraagt de leerkracht zich voortdurend af welke hulp, opdracht of aanwijzing gegeven kan worden om leerlingen te helpen tot leren te komen.” Uitgangspunt bij het didactisch handelen is het werken met een instructiemodel. Daarnaast is het van belang dat de leerkracht afstemt op het niveau van de leerlingen. De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. We gebruiken hierbij het Montessori Kind Volg Systeem (MKVS): Belangrijke aspecten zijn: signaleren: wat laat het kind mij zien; welke beslissing neem ik als leerkracht: bijvoorbeeld: ik wacht nog af; ik ga instructie / aanbod geven; ik wil meer weten; observeren: ik heb vragen en ga gericht op zoek naar antwoorden; evaluatie / reflectie: in een onderwijsleergesprek zoek ik de bevestiging van mijn gedachtes; het kind heeft een leerdoel gehaald, dat registreert de leerkracht en het proces vervolgt zich; We hanteren het lusmodel:
De leerkrachten werken vanuit een driedeling: namelijk individuele lessen, groepslessen en algemene lessen. Deze driedeling omvat een veelheid aan didactische werkvormen en activiteiten. Bij groepslessen wordt het directe instructiemodel gehanteerd.
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 19
Het pedagogisch klimaat Leerkrachten creëren voor de kinderen een pedagogisch klimaat dat ondersteunend en uitdagend is. De groepssamenstelling is heterogeen. Meerdere leeftijden in één groep. Waardoor kinderen zowel de rol als jongste, middelste en oudste hebben. De leerkrachten zorgen voor een optimale voorbereide omgeving. Zij tonen en stimuleren verantwoordelijkheidsgevoel voor de omgeving. De leerkrachten tonen een positieve grondhouding en verwachting naar het kind toe. Gelijkwaardigheid wordt gekenmerkt door sociaal omkeerbaar gedrag van de leerkracht. De kinderen worden door de leerkrachten geaccepteerd en gerespecteerd en vragen dit ook van de kinderen onderling. Dagelijkse gewoonten bieden duidelijkheid en veiligheid, het geven van een hand, het verzorgen van je plant, je tafel of kleedje klaarmaken, het kiezen van werk en daar rustig mee aan de slag gaan. De school neemt preventieve maatregelen die deels ingebed zijn in de dagelijkse gang van zaken op school en de wijze waarop de leerkrachten met de kinderen omgaan. We starten het jaar met ‘gouden weken’ en voor iedere groep is er een pedagogisch plan. Verder wordt er structureel aandacht besteedt aan de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen met het Rots & water programma, is er overleg met het team en de intern begeleidster. Ook zijn er goede afspraken met de ouders die de overblijf begeleiden. Indien de leerkracht aanleiding daar toe ziet, besteedt hij of zij expliciet aandacht aan pestgedrag. De algemene afspraken, In deze klas / op deze school: …zijn we sterk voor onszelf en voor elkaar … kunnen we elkaar vertrouwen … zijn we verschillend én gelijkwaardig … maken we eigen keuzes én werken we samen … werken we met plezier en zelfvertrouwen aan groei en succes
Zodra dit nodig is voor henzelf of de medeleerlingen worden kinderen op hun gedrag aangesproken, kinderen worden consequent herinnerd aan afspraken en procedures. Kinderen wordt verantwoordelijkheid geleerd voor het eigen gedrag, naast het bespreken van ongewenst gedrag, geeft de leerkracht duidelijk het alternatieve gewenste gedrag aan. Pesten wordt, uiteraard niet geaccepteerd. De werkwijze om pesten te voorkomen, de aanpak van pesten, procedures en eventuele consequenties bij structureel en hardnekkige problematiek staan beschreven in het pestprotocol. Het pestprotocol is een onderdeel van het protocol: een veilig pedagogisch klimaat (nieuwe versie te verwachten in maart 2015). Rots & Water Rots en Water is een psychofysieke weerbaarheidstraining waarbij zelfbeheersing, zelfreflectie en zelfvertrouwen de basis (fundering) vormen. Daarnaast leert het kind voor zichzelf opkomen en zichzelf te verdedigen (we leren kinderen niet om te vechten). Het programma is gericht op fysieke werkvormen. Door te ‘doen’ ervaren kinderen letterlijk wat er in hun lichaam gebeurt, door hierop de reflecteren leren ze dit gevoel ook onder woorden te brengen. Vanaf februari 2013 zijn we een ‘Rots & Waterschool’. Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 20
Procedures en afspraken
gericht op zelfstandigheid / zelfredzaamheid
-
-
rol leerkracht
wat
rol kinderen
spreekt aan op verantwoordelijkheid:
er zijn duidelijke afspraken:
kennen de afspraken:
is respectvol herinnert consequent geeft dagritme aan heeft een planning heeft een voorbereiding laat zich niet afleiden geeft het goede voorbeeld doet een systematische rondgang: groepjes, hoeken, gang, wc benoemt gewenst gedrag is volgbaar in houding en gedrag heeft overwicht
-
-
gebruik materiaal hulp vragen aan leerkracht hulp vragen aan elkaar starten, afmaken, nakijken, wisselen en inleveren van werk werkkeus, plannen en evalueren hoeken, gang, bieb, computer, wc netjes, opgeruimd en schoonhouden de afspraken gelden altijd de afspraken gelden door de hele school (ook gym, ook buiten)
-
voelen zich verantwoordelijk houden zich aan afspraken houden elkaar aan afspraken stellen aandacht uit zijn gericht op werk zijn respectvol verzorgen de omgeving
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 21
De voorbereide omgeving = gericht op zelfstandigheid / zelfredzaamheid
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 22
Klassenmanagement Aan de basis van een effectief klassenmanagement ligt de voorbereide omgeving: Kasten zijn open en de hoogte is afgestemd op de kinderen. De verdeling van de ruimte: - tafels/groepjes - kleedjes - kasten - computer - aandachtstafel - hoeken Alles is goed bereikbaar, ook de keuken en de gang
functioneel wand- en digibordgebruik schoon, ordelijk, verzorgd
materialen zijn overzichtelijk geordend: - per leerstofgebied - in een logische lijn - sluit aan bij de ontwikkeling van de kinderen - hoeveelheid - is compleet - aanvullende benodigdheden zijn aanwezig - alles heeft een vaste plek De rol, houding en het gedrag van de leraar is gericht op het stimuleren van de zelfstandigheid / zelfredzaamheid. De rol, houding en het gedrag van de ouders (in de school) is gericht op het stimuleren van de zelfstandigheid / zelfredzaamheid.
De meeste tijd van de dag zijn zelfstandig werkperiodes. De leerkracht begleidt deze periodes van werken door middel van het rondemodel. De leerkracht heeft een vaste route door de groep waardoor kinderen weten wat ze kunnen verwachten en de leerkracht de kinderen individueel kan begeleiden en zicht houdt op het grote geheel. Didactisch handelen, pedagogisch handelen, klassenmanagement grijpen op elkaar in en versterken elkaar.
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 23
Hoe ziet de systematiek van de ronde eruit:
Overzicht Start en tijdens werkperiode. Vast(e) plek(ken)
Kleine, lange lesjes ronde Geplande lesjes, directe feedback, processturing
Staand
Gesprekken met kinderen: de essentie, wat leert het kind
Kijken naar……..
Signaleren, beslissen, registreren
Beslissen om……..
Interpreteren van….. Non-verbaal aansturen signaleringen noteren
Grote, snelle ronde Alle kinderen ‘langs’ Aansturen op - werkhouding/gedrag - werkkeus Kijken naar mogelijkheden geven van lesjes Afspraken maken Consequente houding lk
Onze vaste routines worden altijd afgestemd op de behoefte van het individuele kind / de groep:
Systematiek van de ronde is volgbaar en passend bij de behoefte van de groep
Sneller wisselen / vaker een snelle ronde, kruk blijft staan
Speciale kinderen in iedere ronde meenemen
Vaker overzicht nemen, lang genoeg overzicht nemen MKVS moment
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 24
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 25
Kijk alleen maar naar kinderen en ze vertellen je wie ze zijn en wat ze nodig hebben
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 26
Uitgaan van verschillen In de basis is er binnen ons montessorionderwijs ruimte voor kinderen om zich in eigen aanleg en tempo te ontwikkelen. Er is geen jaarklassensysteem en de leerstof is niet vastgelegd in een bindend programma. Dus kunnen kinderen uit het totale aanbod datgene krijgen wat bij hun ontwikkeling aansluit. Dit kan ook bouwoverstijgend zijn. Daarnaast is er ruimte om op een eigen / gevarieerde manier de leerstof te verwerken. Er zijn ook bij ons kinderen die aan deze basis niet genoeg hebben. De meer begaafde leerling: De leerkracht is een belangrijke schakel bij het realiseren van een aanbod op niveau, met voldoende variatie, wat blijft motiveren en boeien. Dat is niet altijd makkelijk. Er zijn kinderen die gauw ‘uitgekeken’ zijn op het aanbod, die dermate snel door stof heengaan dat ze vaak opnieuw een beroep doen op de creativiteit van de leerkracht. Er is extra materiaal voor groep 3 t/m 8 op het gebied van rekenen, taal, wereldoriëntatie, kunst / tekenen en cultuur. Er zijn kinderen die hun begaafdheid niet laten zien en onderpresteren of kinderen waar ook andere dingen spelen als concentratieprobleem of dyslexie. De onderwijsbehoefte kan dus veel complexer zijn dan de behoefte aan extra aanbod. Wanneer zowel de sociaal-emotionele als de cognitieve ontwikkeling daar aanleiding toe geven wordt een eventuele versnelling besproken, intern en met ouders. In schooljaar 2014-2015 zijn op onze vestiging Floriande enkele peuters met een ontwikkelingsvoorsprong gestart in de onderbouw. De minder begaafde leerling: Wanneer door middel van psychologisch onderzoek is vastgesteld dat een leerling een lager dan gemiddelde intelligentie heeft (lager dan 80), totaal dan wel alleen performaal of verbaal, wordt er gekeken door de onderzoeker hoe deze leerling het beste begeleid kan worden. Welke protectieve factoren zijn er, met welke sterke kanten kunnen de zwakkere kanten gecompenseerd worden en wat zijn realistische verwachtingen. Deze leerlingen werken met een eigen leerlijn dat binnen het individuele onderwijs dat we bieden, goed past. Deze leerlingen hebben altijd een aangepast aanbod nodig: beperking van de leerstof, vereenvoudiging, kleinere stappen en extra instructie. Hier kan zeker wel een knelpunt ontstaan, omdat de tijd van de leerkracht nu eenmaal beperkt is en de tijd altijd verdeeld moet worden over een hele groep. Het werken met een eigen leerlijn loopt in onder- en middenbouw vaak makkelijker dan in de bovenbouw: De benodigde materialen zijn meer voorhanden in de klas en vanzelfsprekender in te zetten. Naar mate de kinderen ouder worden, wordt het verschil in ontwikkelingsniveau groter. Ook zijn de kinderen zich er zelf meer van bewust en vinden ze het bijvoorbeeld vervelend om nog materiaal uit de middenbouw te halen. / te gebruiken. We zijn nog weleens zoekende naar materiaal om een evenwichtig aanbod te geven, voldoende gevarieerd, met voldoende herhaling en voldoende uitdaging waarmee de kinderen zo zelfstandig mogelijk én gemotiveerd aan de gang kunnen, waarmee regelmatig aansluiten op het werk van de groep ook vooral mogelijk moet blijven. Om volwaardig in een bovenbouw mee te kunnen draaien, is een bepaald niveau van lezen, rekenen maar ook zelfstandigheid en werkhouding een belangrijke factor. Kinderen kunnen zich anders minder ‘op hun plek’ gaan voelen en / of onzeker gedrag gaan ontwikkelen (wat zich op verschillende manieren kan uiten). Het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling is, naast het volgen van de cognitieve ontwikkeling, dan ook van groot belang. Het werken met een eigen leerlijn wordt vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief (OPP) waar handelingsplannen aan gekoppeld zijn. Deze worden twee keer per jaar geëvalueerd en besproken. De leerling met dyslexie Een leerling is dyslectisch wanneer dat door middel van onderzoek is vastgesteld en er een dyslexieverklaring is afgegeven. In de dyslexieverklaring staan adviezen ten aanzien van het aanbod wat het kind nodig heeft. Dit aanbod bevat vaak 2 lijnen, de lijn van het remediëren: aanbod met specifieke materialen en begeleiding om datgene wat het kind nu nog niet kan toch te leren en de lijn van het compenseren, om datgene wat het kind niet kan of beperkt kan en wat het kind niet als ‘gemiddeld’ zal kunnen leren te ondervangen door bijvoorbeeld een taal-spraakprogramma op de computer. Op dit moment kennen we ‘het vergoede dyslexietraject’. We streven ernaar kinderen tijdig te signaleren, dossiers volledig te hebben, zodat zij in aanmerking kunnen komen voor vergoed onderzoek en na een Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 27
diagnose ook de vergoede behandeling kunnen krijgen (ook afhankelijk van de zorgverzekering van ouders). Dit betekent onder meer dat we met ons aanbod op school aansluiten op datgene wat de vergoede behandelaar inzet. We zijn bezig met het invoeren van Kurzweil, een taal-spraakprogramma voor de computer met uitgebreide mogelijkheden. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw dyslexieprotocol, deze is in maart 2015 te verwachten. De leerling met dyscalculie, NLD, beelddenken ……. De diversiteit van leerstoornissen of andere problemen is groot, vraagt om kennis, een eigen aanpak. De diagnostisering is soms ingewikkeld, de situatie vaak complex. Het handelingsgericht kunnen werken in gevarieerde situaties, een breed arsenaal hebben, met elkaar, om aan te kunnen sluiten bij de vele onderwijsbehoeften is hierbij een groot hulpmiddel. Er wordt zo goed mogelijk omgegaan met iedere situatie waarbij aansluiten bij de behoefte van het kind het uitgangspunt is. De leerling met een ‘rugzakje’, die nu onder passend onderwijs zal gaan vallen We hebben nog enkele kinderen met een ‘rugzakje’. Voor een leerling met een rugzakje zijn nu nog extra middelen . Ook met deze middelen zijn de mogelijkheden van de school begrensd. In de nieuwe situatie kan er voor kinderen een onderwijsarrangement aangevraagd worden, De school krijgt dan ondersteuning vanuit ‘het brugteam’ om te helpen bij het vorm en inhoud geven van de begeleiding aan het kind. Er wordt niet met het kind 1:1 gewerkt er horen ook geen extra financiële middelen bij het arrangement. Hieronder volgt een opsomming van de verschillende clusters. Dit suggereert dat kinderen zomaar in te delen zijn. De praktijk is dat er vaak meerdere dingen spelen, die op elkaar inwerken en juist die complexiteit maakt het ingewikkeld en maakt dat we het soms niet kunnen. Bij kinderen met een rugzakje wordt altijd een ontwikkelingsperspectief met handelingsplannen opgesteld. Cluster 1, blinde of slechtziende leerlingen: met slechtziende leerlingen is wel ervaring opgedaan binnen de MVH. Vaak zijn de benodigde aanpassingen beperkt, vergroot lesmateriaal, een andere tafel, meer tijd geven bij toetsen of voorlezen. Rekening houden met de plaats in de klas, in de gymzaal, schoolplein en bij fietsen naar uitstapjes zijn de ‘bekende’ aanpassingen. De ambulant begeleider speelt bij deze een belangrijke rol in kennisoverdracht en advisering. Zeer slechtziend en/of blind hebben we geringe ervaring mee. Het is de vraag of we deze kinderen genoeg kunnen leren, zelfredzaamheid in de omgeving, binnen en buiten vraagt een specifieke aanpak en begeleiding en is toch een heel belangrijk doel. Zouden wij niet uit handen gaan nemen, gaan compenseren? We denken dat we deze kinderen op den duur onvoldoende kunnen bieden. Cluster 2, kinderen met ernstige taal – en/of spraakproblemen: we hebben met kinderen met deze handicap ervaring. Vanuit de deskundigen wordt Montessorionderwijs nog weleens minder geschikt gevonden omdat het te weinig structuur zou bieden. Zelf vinden we dat we in veel gevallen wel de benodigde structuur en duidelijkheid kunnen bieden, dat de kinderen baat hebben bij de visuele materialen, bij de ruimte om individueel te werken met aangepast materiaal, bij de vele mogelijkheden om samen te werken, bij de individuele instructie en beperkte klassikale aanbod. Verwijzing naar het speciaal onderwijs komt voor. Cluster 3, kinderen met een lichamelijke- en/of verstandelijke beperking. De variatie in handicaps is enorm groot. Er is ervaring met kinderen met lichamelijke beperking, al dan niet in een rolstoel. De kinderen waar ervaring mee opgedaan is, hebben een grote mate van zelfredzaamheid. De aanpassingen waren daarom beperkt. Op alle vestigingen is een invalidetoilet. Op Toolenburg is voor de kinderen alles gelijkvloers, op Floriande zijn liften, op Pax is de bovenverdieping voor een rolstoel niet bereikbaar, maar alle bouwen zijn ook op de begane vloer beschikbaar. De gymzaal is op Pax wat verder weg en dat is een praktisch, op te lossen, punt. Met kinderen met een verstandelijke beperking is eigenlijk geen ervaring. Kinderen met een lichte verstandelijke beperking op de grens van benedengemiddeld intelligent zijn er wel. Soms gaan deze kinderen toch (vaak in de middenbouw) naar het speciaal basisonderwijs. Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 28
In de discussie over de aanmelding van de kinderen met syndroom van Down waren de aspecten: beperkte zelfredzaamheid / onzindelijkheid, wegloopgedrag, kunnen luisteren / gehoorzamen, kunnen deelnemen aan groepsactiviteiten, interactie met de omgeving belangrijke onderwerpen. Onzekerheid over hoe problemen opgelost gaan worden, onvoorziene omstandigheden, gebrek aan kennis en ervaring met kinderen met een dergelijke specifieke onderwijsbehoefte, verwachtingen van en samenwerking met ouders wegen zwaar mee met een eventuele beslissing of we dit als school wel of niet kunnen. Cluster 4, kinderen met gedragsproblemen en met stoornissen in het autistisch spectrum (ASS). Er zijn diverse kinderen met een stoornis uit het autistisch spectrum op de scholen. Ook hier geldt dat elk kind anders is en om andere aanpassingen vraagt. Veel van deze kinderen maken bij ons de school af. De kinderen met ernstige gedragsproblematiek maken ons het meest handelingsverlegen. Hoewel we kinderen individueel benaderen en ook de structuur en kaders kindspecifiek kunnen maken, blijft het noodzakelijk dat het kind zo vat heeft op eigen gedrag dat het geen gevaar voor zichzelf en/of de omgeving is, dat onveilige situaties te voorkomen zijn. Agressief gedrag naar zichzelf, andere kinderen, volwassenen of spullen, weglopen zijn voorbeelden van gedragingen die voor iedereen een onveilige situatie veroorzaken. De mate van (on)voorspelbaarheid, heftigheid, corrigeerbaarheid / leerbaarheid en frequentie hebben invloed op de beheersbaarheid en dus op het kunnen begeleiden / handhaven van het kind op school. Er is ervaring met kinderen met dergelijk extreem gedrag. Bij een aantal kinderen is er een mate van beheersbaarheid bereikt en die kinderen zijn t/m groep 8 gebleven. Er worden ook kinderen verwezen naar het speciaal basis onderwijs of naar het speciaal onderwijs. Voorbeelden van mogelijke aanpassingen bij ons op school, in praktische zin, bij kinderen met een concentratieprobleem: kind gebruik laten maken van een wiebelkussen, een kneedbal, koptelefoon, isolatiescherm; (wie aanschaft gaat i.o.m. ouders) veel structuur in het eigen dagprogramma bijvoorbeeld door een ingevulde planning, een werkmap en/of laatjessysteem; meer hulp bij het indelen van de tijd, door een klokje / timer, een planning per werkperiode; naast een plek in een groepje een aparte werkplek, in de klas, (of op de gang); realistische eisen stellen aan kwaliteit en kwantiteit van het werk, deze afspraken rustig en consequent hanteren, nadrukkelijk bevestigen wat wel lukt, eventuele afspraken voor als het niet lukt, ook rustig en consequent hanteren; in de activiteiten een balans vinden die ruimte biedt voor variatie en daarmee een effectieve balans tussen inspanning en ontspanning, tussen geheel zelfstandig en samenwerken / coöperatief leren, die ruimte biedt voor een loopje of iets dergelijks, realiseren; iets frequenter in de ronde meenemen om te bevestigen, aan te moedigen, even iets mondeling of samen te doen; kind betrekken bij de plannen die gemaakt worden, inbreng laten hebben, doelen duidelijk maken, samen evalueren en reflecteren, successen ‘vieren’; toetsen kunnen zo nodig in een meer rustige setting gemaakt worden; Bij kinderen met onderpresteren: kan te maken hebben met faalangst, met aandacht en concentratieproblemen, met motivatie, in die zin kunnen een deel van bovenstaande opties ook passend zijn bij onderpresteren; leerstofaanbod laten aansluiten bij mogelijkheden en belangstelling van kind; balans vinden tussen ‘verplichte’ werkjes en eigen keus, variatie in werkvormen, regelmatig iets ‘nieuws’ hebben; kind zicht geven op eigen ontwikkeling; kind zelf leerdoelen laten aangeven en gelegenheid bieden tot maken van bewijsstukken; de beslissing nemen waar bottum-up en waar top-down de leerstof aan te bieden; bij nieuwe en/of lastige stof instructie bieden, slim is niet dat je alles zelf kan uitvinden, met name instructie op organisatie kan nodig zijn; extra / verrijkend werk beoordelen/waarderen, er eisen aan stellen, terug laten komen in bijvoorbeeld het verslag van het kind; Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 29
Onze (on)mogelijkheden In algemene zin kunnen we voor veel verschillende kinderen een goede onderwijsplek bieden. We kunnen zeker niet altijd en voor alle kinderen de juiste plek zijn. Ook wij dringen soms aan op verdiepte diagnostiek voor een kind met externe behandeling. Ook wij adviseren ouders soms om een andere onderwijsplek te zoeken. Ook wij verwijzen naar het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Ook wij hebben een enkele keer het protocol schorsen en verwijderen nodig. Welke kinderen met specifieke onderwijsbehoeften kunnen we nu aan: begaafd – hoog begaafd / laag IQ; lichte lichamelijke handicaps, hemiplegie, afhankelijk van gradatie ….; dyslexie; ADD/ADHD; PDD-NOS / autisme / asperger / MCDD (Multiplex Complex Developmental Disorder of Meervoudige Complexe Ontwikkelingsstoornissen)/ DCD (Developmental coördination disorder of dyspraxia); hoog sensitief; beelddenken; kinderen met lees- rekenproblemen; spraak-taalproblemen. Hoeveel kinderen kunnen we nu aan: dat ligt sterk aan problemen van het kind en aan je groep, groepsgrootte en hoeveelheid zorg leerlingen (alles met mate) De grens zit bij: onhanteerbaar gedrag, veiligheid; te weinig tijd hebben voor andere kinderen; stagneren cognitieve ontwikkeling bij zorgleerlingen; onvoldoende welbevinden zorgleerling; teveel verzorging, zindelijkheid; doof, blind; groepsgrootte in combinatie met aantal zorgleerlingen; teveel zorgleerlingen; Voorwaarden om ‘meer’ te kunnen / het goed te kunnen: kleinere groepen, max 25; extra handen; onderwijs- en/of klassen assistent; stagiaires; kennis/scholing, expertise in huis hebben; ondersteuning leerkracht, achterwacht/opvang; extra financiële middelen voor middelen/materialen/specifieke activiteiten; gezamenlijk draagvlak; uitstekende samenwerking met ouders waaruit vertrouwen en samen op één lijn spreekt. Beleid zij-instromende leerlingen: In dit beleidsstuk, wat twee jaarlijks wordt geactualiseerd, is vastgelegd in welke situaties we een leerling niet aannemen dan wel expliciet aangeven dat we denken dat we niet de goede plek kunnen zijn. Leerlingen aan wie door de huidige basisschool of bij wie na onderzoek een advies is gegeven voor plaatsing op speciaal (basis) onderwijs of leerlingen die een negatief advies hebben gekregen voor Montessorionderwijs, zullen niet worden aangenomen daar wij menen dan niet de goede plek te kunnen zijn voor de leerling.
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 30
Omgeving, materiaal en leid(st)ers worden ook wel de pijlers van
‘de Methode’ genoemd, ieder met hun eigen specifieke inhoud en onderlinge relatie. In het montessorionderwijs wordt er, in het bijzonder voor het jongere kind, vanuit gegaan dat de drang tot ontwikkeling van nature is gegeven en onder meer tot uiting komt in gevoelige perioden. Wanneer de juiste omgeving wordt gecreëerd, zal het kind de mogelijkheid grijpen om zich (doelgericht, snel en efficiënt) te ontwikkelen.
Bron: het Montessori Basisonderwijs, notitie van inspectie van Onderwijs 2007
Onderwijsprofiel Montessori Vereniging Haarlemmermeer versie montessorischool Floriande versie 3 jan 15 31