1.
Toelichting
(Dia 1) Ouderen vallen regelmatig. Eenmaal gevallen loopt de oudere een groot risico om vaker te vallen. Bij valproblematiek spelen meestal meerdere factoren een rol. Valincidenten hebben vaak ingrijpende gevolgen voor de lichamelijke en psychische gezondheid. In deze module leert u hoe u valproblemen systematisch kunt aanpakken. We bespreken een casus van een patiënte met osteoporose. De diagnostiek en behandeling van osteoporose blijft hierbij buiten beschouwing. (dia 2) Kernboodschap: • Vallen bij ouderen komt vaak voor, maar de huisarts kent slechts een derde van de valincidenten. • Vallen bij ouderen is multifactorieel bepaald. Een systematische aanpak van de diagnostiek bij vallen is gewenst. • Vallen heeft belangrijke gevolgen voor gezondheid, kwaliteit van leven, ADL en kosten van gezondheidszorg. Valpreventie is belangrijk. Er zijn mogelijkheden voor interventie.
2.
Doel, doelgroep en tijdsduur (dia 3) Doelstelling: • De huisarts kent de omvang van de valproblematiek bij ouderen. • De huisarts kent de belangrijkste risicofactoren voor vallen bij ouderen. • De huisarts pakt de diagnostiek van vallen systematisch aan. • De huisarts weet met welke preventieve maatregelen vallen is te voorkomen. • De huisarts kan een plan van aanpak opstellen • De huisarts heeft een overzicht van verwijsmogelijkheden voor diagnostiek en behandeling van valproblematiek bij ouderen. Doelgroep:
Huisartsen, eventueel samen met praktijkondersteuners ouderenzorg Tijdsduur: 2 uur (inclusief pauze, zelf in te plannen). Groepsgrootte: Tot 30 deelnemers.
3.
Uitvoering (dia 4) • Geef een korte inleiding aan de hand van toelichting, doelstellingen en dia’s [1 t/m 4]. • Laat de deelnemers in tweetallen casus 1 op Werkblad 1 maken. Geef aan dat het om een eerste oriëntatie op het probleem gaat (10 minuten). • Bespreek plenair de vragen op Werkblad 1. Vraag enkele deelnemers welke vraag zij moeilijk konden beantwoorden en geef aan dat u daar in het vervolg van de bijeenkomst op terugkomt (10 minuten). 1
© Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Een verborgen probleem
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
•
•
• • • • •
4.
Houd een kort referaat aan de hand van de dia’s [5 t/m 15] [docentmateriaal 1]. Geef hierbij ook aan welke punten al door de deelnemers zijn genoemd en welke kunnen worden toegevoegd. De powerpointpresentatie gaat vooral in op de omvang en risicofactoren van valproblematiek bij ouderen (10 minuten). Laat de deelnemers in drietallen casus 2 op Werkblad 2 maken (15 minuten). De casus gaat in op de risico-inventarisatie en behandeling van valproblematiek. Bespreek vervolgens plenair de vragen op Werkblad 2 met behulp van dia’s [16 t/m 44] [docentmateriaal 2] (45 minuten). Sluit af met een samenvatting aan de hand van de kernboodschappen dia’s [45 t/m 49] (10 minuten). Laat de deelnemers belangrijke punten noteren die ze geleerd hebben (5 minuten). Deel ten slotte het antwoordblad bij casus 2 en de hand-outs uit aan de deelnemers. Afsluiting [dia’s 50-51]
Organisatie • • • •
Zorg voor voldoende exemplaren van de werkbladen, antwoordbladen en hand-outs. Zorg voor een flapover of (elektronisch) schrijfbord en stiften. Zorg voor een beamer en projectiescherm. Bereid u voor op de inhoud van de verdiepingsmodule door de casuïstiek en powerpointpresentatie door te nemen. U kunt daarbij ook de CBO-Richtlijn Preventie van valincidenten bij ouderen betrekken (www.cbo.nl).
2 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Opdracht: Bespreek in tweetallen de vragen (10 min).
Casus 1: Het is kwart voor vijf in de middag. U wordt gebeld door de zoon van mevrouw Doedens (81 jaar). Hij heeft zijn moeder net op de keukenvloer in haar huis gevonden. Ze heeft daar een uur gelegen nadat ze gevallen was bij het klaarmaken van een kopje koffie. Gewoon gestruikeld. Hij heeft haar in de stoel gezet. Ze heeft pijn in haar schouder en haar been. Ze kan niet op haar been staan. Ze is erg geschrokken en een beetje in de war. De zoon vertrouwt het niet en vraagt of u even wilt komen kijken. 1. Herkent u deze situatie? Welke gedachten en gevoelens roept deze situatie bij u op?
Valproblematiek komt geregeld voor bij ouderen. Soms wordt de huisarts erbij betrokken. Hieronder staan enkele oriënterende vragen over vallen bij ouderen. 2. Hoe vaak schat u dat dit soort valproblematiek in uw praktijk voorkomt?
3. Bent u van alle valincidenten in uw praktijk op de hoogte? Schat in welk deel van de valincidenten bij u bekend is.
4. Welke risicofactoren voor vallen bij ouderen kent u?
5. Welke problemen zijn vaak het gevolg van een valpartij?
3 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Werkblad 1
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Referaat: De vallende oudere: een verborgen probleem [dia 5]
Inleiding Een oudere is in huis gevallen en kan niet of met moeite overeind komen. Dit is een herkenbaar beeld voor iedere huisarts. Toch wordt uw hulp lang niet altijd ingeroepen. En wat doet u eigenlijk als uw patiënt gevallen is, maar verder geen ernstige kwetsuren heeft opgelopen? Valincidenten bij ouderen komen vaak voor. Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op vallen toe. Meestal spelen meerdere factoren een rol en een eenvoudige oplossing is niet altijd voorhanden. Vanwege de complexe problematiek beschouwen we vallen bij ouderen als een geriatrisch syndroom. Na diagnostische analyse van de relevante factoren kunt u een behandelplan op maat opstellen en een volgend valincident voorkomen. Eerst kijken we naar de omvang van de problematiek. U hebt het vóórkomen van valproblematiek in uw praktijk besproken aan de hand van de casus. Daarbij maakte u een inschatting van de incidentie in uw praktijk. Nu kijken we naar wat cijfermateriaal [dia 6]. Van de thuiswonende ouderen maakt 30% één valincident per jaar mee; 15% zelfs twee. Bij bewoners van verzorgingshuizen en verpleeginrichtingen liggen deze percentages nog hoger: respectievelijk 50% en 20-25%. Uit onderzoek is gebleken dat huisartsen op de hoogte zijn van een derde van de valincidenten van hun patiënten [dia 7]. Het overgrote deel van de valincidenten wordt niet behandeld in de gezondheidszorg [dia 8]. Een groot probleem vormen de heupfracturen als gevolg van vallen: zij leiden tot verminderde kwaliteit van leven, hoge mortaliteit en een forse kostenpost. In de toekomst zal de last door de vergrijzing [dia 9] verder toenemen. Een gestructureerde aanpak van valpreventie is dan ook van groot belang. Welke risicofactoren zijn van belang? [Dia 10 en 11; benoem eerst de risicofactoren die de deelnemers naar voren brachten, vul aan met de andere genoemde risicofactoren]. Hoe meer risicofactoren er bij een patiënt spelen, hoe groter de valkans [dia 12]. Een heel belangrijke risicofactor is een eerdere val [dia 13]. Bekend is dat huisartsen twee derde van de valincidenten niet te horen krijgen; daarom is het belangrijk om na te vragen of er een eerder valincident is geweest. Verminderde mobiliteit is eveneens een belangrijke voorspeller voor een nieuwe val. Ook hierbij geldt: hoe meer risicofactoren, hoe groter de kans dat de patiënt nogmaals valt. Noem ten slotte de gevolgen van het vallen voor de oudere [dia 14]: 70% van de thuiswonenden ondervindt lichamelijke gevolgen van een val; van hen heeft 10% een serieus letsel. Een derde van de patiënten wordt bang om opnieuw te vallen met minder mobiliteit, sociale isolatie en eenzaamheid als gevolg. Dit geeft problemen bij de ADL en de kwaliteit van leven neemt af. Vaak ontstaat er meer stress bij de mantelzorger. Voorkómen van deze gevolgen is voor alle betrokkenen van groot belang. In de volgende casus richten we ons op een gestructureerde aanpak van de valproblematiek [dia 15].
4 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Docentmateriaal 1
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
De deelnemers maken de casus in subgroepen van drie personen. Bespreek vervolgens plenair de vragen. Laat de deelnemers eerst de vraag beantwoorden en geef daarna toelichting met behulp van de dia’s [nr 16 t/m 43]. Tijdens de bespreking kunt u ook ingaan op vragen van de deelnemers. Het antwoordblad kunt u als hand-out aan de deelnemers verstrekken.
5 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Docentmateriaal 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
(dia 16) Opdracht: Bespreek in drietallen de vragen bij de casus. Beantwoord de vragen op volgorde en lees niet vooruit (20 minuten).
Casus 2 Mevrouw Bastiaansen, 78 jaar, is weduwe en woont zelfstandig in een seniorenwoning. Haar twee kinderen wonen in de buurt en komen haar regelmatig opzoeken. De dochter van mevrouw belt naar de huisartspraktijk omdat ze haar moeder op de grond in de huiskamer heeft aangetroffen. Zij was gevallen en had niet genoeg kracht om zonder hulp op te staan. Ze wil graag dat de huisarts bij haar komt kijken. Ze krijgt haar niet op de been. Uw assistente geeft aan u door dat mevrouw normaal ademt, niet benauwd of kortademig is, dat haar bewustzijn normaal is, haar kleur wat bleek is, dat er geen verlammingsverschijnselen lijken te zijn maar dat ze erge pijn heeft in haar been en niet op kan staan. De oorzaak van de val is nog onduidelijk.
1. Hoe snel gaat u naar deze patiënte toe (omcirkel het antwoord) a. Meteen b. k maak eerst het lopende consult af c. Ik maak eerst het spreekuur af Motiveer uw antwoord
Casus 2 vervolg U neemt een uitdraai van de visitekaart mee. Daarop staan de volgende gegevens: De medische voorgeschiedenis Hypertensie 1988 Duizeligheid 1990 Spataderen 1998 Wervelfractuur 2002 Osteoporose 2002 Pneumonie 2005 Delier 2005 Cataractextractie OS 2007 Medicatie metoprolol 1 dd 100 mg hydrochloorthiazide 1 dd 12,5 mg alendronaat 1 per week 70 mg calciumcarbonaat/colecalciferol 500 mg/400 IE 1 dd 1 temazepam 1 dd 10 mg zonodig paracetamol 4 dd 500 mg zonodig
6 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Werkblad 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Casus 2 vervolg U treft mevrouw Bastiaansen in de huiskamer op de vloer aan. Ze ademt normaal, heeft een normale huidskleur en beantwoordt uw vragen adequaat. Ze heeft pijn in haar rechterbeen rond de knie. Deze ziet er dik uit en er is een schaafwond. Er liggen tijdschriften op de grond en er is een glas omgevallen op de grond. 2. Welke vragen stelt u?
Casus 2 vervolg Mevrouw Bastiaansen is ongeveer een uur geleden gevallen. De telefoon ging en in de haast is ze gestruikeld. Ze kon niet overeind komen omdat haar been zo’n pijn doet. De dochter begrijpt nu waarom al die tijdschriften op de grond liggen. Andere klachten heeft ze niet. Zij is een half jaar geleden ook in huis gestruikeld toen zij haastig naar de voordeur wilde lopen. U onderzoekt haar zorgvuldig en noteert de volgende gegevens: - CWK is stabiel. - Ademfrequentie is 11/min, met normale thoraxbewegingen. Geen benauwdheid. - RR 160/95 mm HG, pols: 90 RA. U ziet geen gestuwde halsvenen. Temperatuur huid: normaal. Capillary refill < 2 sec. glucose 5,4 mmol/l. U ziet enkele schaafwonden op de rechterarm en de rechterknie. Het rechterbeen heeft een normale stand. Er is een zwelling bij de knie die pijnlijk is bij druk. Buigen gaat tot 80 graden. De patiënte kan haar heup normaal bewegen. Mevrouw Bastiaansen is adipeus. U besluit haar overeind te laten komen en met vereende krachten krijgt u haar op de stoel. Zij loopt met ondersteuning voorzichtig enkele pasjes. 3. Hoe gaat u nu verder? Motiveer uw antwoord
Casus 2 vervolg U adviseert pijnstilling en koelen van de knie. De kinderen kunnen mevrouw de eerste dagen verzorgen. U nodigt mevrouw Bastiaansen uit voor het spreekuur om te onderzoeken of het vallen beter te voorkomen is. 4. Welke risicofactoren voor vallen heeft mevrouw Bastiaansen?
7 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Werkblad 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
5. Vallen heeft vaak ernstige gevolgen voor de gezondheid. Voor welke complicaties bent u beducht bij deze patiënte?
Casus 2 vervolg Een week later verschijnt mevrouw Bastiaansen met haar dochter op het spreekuur. Wanneer u haar ophaalt uit de wachtkamer kijkt u alvast hoe ze loopt: aan de arm van haar dochter kan ze al weer aardig lopen. De pijn in de knie blijkt veel minder en de schaafwonden zijn genezen. U ziet nog wel een flinke bloeduitstorting. 6. Welke problemen van mevrouw Bastiaansen wilt u in dit consult bespreken in verband met het vallen?
Casus 2 vervolg Met de knie gaat het veel beter en de pijn is afgenomen. In de rug heeft Mevrouw Bastiaansen altijd pijn. Ze probeert zo veel mogelijk in beweging te blijven maar ze is de laatste tijd regelmatig duizelig als ze snel opstaat. Bij inspanning heeft ze wel eens hartkloppingen. Ze neemt haar medicijnen trouw, inclusief de slaaptablet en de pijnstillers. Ze kan zich nog goed redden in huis, wel met huishoudelijke hulp. Ze gaat zelf naar de winkel voor haar boodschappen. De laatste tijd heeft ze meer moeite met onthouden: dan vergeet ze boodschappen. Daar maakt ze zich zorgen om. Na de staaroperatie kan ze beter zien. Soms vergeet ze de leesbril af te zetten in huis. Nu ze twee keer gevallen is, is ze angstiger geworden. Als ze maar op zichzelf kan blijven wonen.
7. Deelt u de zorgen van mevrouw Bastiaansen over het vallen? Motiveer uw antwoord.
8 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Werkblad 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
De vallende oudere
De vallende oudere Werkblad 2
8. Welk lichamelijk onderzoek acht u relevant bij deze patiënte?
9. Welk aanvullend onderzoek wilt u in ieder geval doen?
10. Wat is uw plan van aanpak? Gebruik onderstaande aandachtspunten. • • •
Welk doel wilt u bereiken? Welke interventie kiest u? Wanneer wilt u deze interventie evalueren?
Plan van aanpak Probleem Doel Plan Cardiovasculair
Evaluatie (wanneer?)
Medicatie
Mobiliteit
Zintuigen Psychisch Sociaal Overig
11. Overweegt u nog andere verwijzing(en)? Motiveer uw antwoord.
9 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
(dia 16)
Toelichting 1. Hoe snel gaat u naar deze patiënte toe? (Dia 17.) a. Meteen b. Ik maak eerst het lopende consult af c. Ik maak eerst het spreekuur af U gaat zo snel mogelijk naar haar toe. Vanwege de osteoporose is er een verhoogde kans op een fractuur. Mevrouw kan niet opstaan. Er zijn geen levensbedreigende symptomen, maar gezien de hoge leeftijd is een snelle komst gewenst. 2. Welke vragen stelt u? (Dia 18) • Wanneer bent u gevallen en wat is er daarna gebeurd? • Waar hebt u last van? • Zijn er andere klachten? Welke klachten zijn vooraf gegaan aan de val? • Hebt u deze klachten vaker gehad en hoe verliepen ze toen? • Valt u vaker? • Maakt u zich ongerust? 3 Hoe gaat u nu verder? Motiveer uw antwoord. (Dia 19) • Geef aandacht aan de ADL op korte termijn: kan zij zichzelf verzorgen, heeft zij ondersteuning nodig? • Bedenk hoe een nieuwe val voorkomen kan worden. • Nodig mevrouw Bastiaanse uit voor een vervolgconsult op de praktijk om het valrisico verder te analyseren. 4. Welke risicofactoren voor vallen heeft mevrouw Bastiaansen? (Dia 20) • Een eerdere val Een eerdere val is een belangrijke voorspeller voor een volgende val. • Psychofarmacagebruik Benzodiazepines veroorzaken spierverslapping en verminderen de aandacht en concentratie. • Visusprobleem Er zijn aanwijzingen dat stoornissen in het gezichtsvermogen samenhangen met een verhoogde valkans. Mensen die rondlopen met de leesbril op zien obstakels niet goed schatten diepte minder goed in. Vanzelfsprekend is dit een vermijdbaar probleem. • Duizeligheid Met name orthostatische hypotensie is van belang van valincidenten. • Polyfarmacie (> 4 geneesmiddelen) Het is niet duidelijk of polifarmacie een onafhankelijke risicofactor is. In sommige onderzoeken werd dit wel aangetoond. • Leeftijd Hoewel de incidentie van vallen toeneemt met de leeftijd is het niet duidelijk of leeftijd een onafhankelijke risicofactor voor vallen is. Onderzoeken laten tegenstrijdige resultaten zien. 10 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Antwoordblad casus 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
5. Vallen heeft vaak ernstige gevolgen voor de gezondheid. Voor welke complicaties bent u beducht bij deze patiënte? (Dia 21) • Kans op fracturen (gezien de osteoporose) • Ontstaan van angst om te vallen • Immobiliteit 6. Welke problemen van mevrouw Bastiaansen wilt u in dit consult bespreken in verband met het vallen? (Dia 22 en 23) In de acute fase hebt u een valanamnese gedaan. Verdere uitdieping van de verschillende factoren is van belang om uw plan van aanpak voor deze patiënte te bepalen. • Duizeligheid • Visus • Gewrichtsklachten • Rugklachten • Lichaamsbeweging • Problemen met ADL • Urine-incontinentie • Angst om te vallen • Depressieve klachten • Geheugenproblemen • Medicatie 7. Deelt u de zorgen van mevrouw Bastiaansen over het vallen? Motiveer uw antwoord. (Dia 24) Er zijn meerdere risicofactoren aanwezig. De kans op herhaald vallen is dan groot. Er is dus zeker reden tot bezorgdheid. De belangrijkste risicofactor is een eerder valincident.
11 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Antwoordblad casus 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
8. Welk lichamelijk onderzoek acht u relevant bij deze patiënte? (Dia 25) Omdat zo veel factoren een rol kunnen spelen, is het lichamelijk onderzoek uitgebreid. Onderstaande lijst geeft enig houvast.
Algemeen (dia 26) Cardiovasculair (Dia 27)
Motoriek/statiek (Dia 28 en 29)
Zintuigen (Dia 30)
Cognitie (Dia 31)
Sociaal(Dia 32)
Gewicht Lengte BMI - RR zittend en na 1 minuut staan (orthostatische hypotensie: daling>20 mmHg syst of > 10 mmHG diast) - Pols - Cortonen - Hartritme - Souffles - Observatie lopen - Motoriek benen, spierkracht benen (tenen/ hakkenloop) - Rugonderzoek, beenlengteverschil, sta-houding - Mobiliteit heup/knie/voetgewrichten (artrose, pijn, bewegingsbeperking) - Coördinatie: kniehakproef, reflexen. Propriocepsis, Romberg - Mobiliteitstesten (bv. Get-up en Go-test, Elderly mobility scale)* - Visus - Pupillen - Perifere gezichtsvelden - Fluisterspraak - MMSE - Depressie-schaal (GDS-15: Geriatric Depression scale)* - Functioneren ADL (bv Barthel-index, GARS)*
* Deze tests zijn bedoeld als voorbeelden. Ze worden nader uitgelegd in de PraktijkWijzer Ouderenzorg (te bestellen via www.nhg.org). 9. Welk aanvullend onderzoek wilt u in ieder geval doen? (Dia 33) Oriënterend bloedonderzoek bij geriatrische patiënten: denk aan orthostase bij anemie, dehydratie, diabetes mellitus, hypo/hyperthyreoïdie, infectie, ontsteking, maligniteit. - BSE, Hb, MCV - Ureum/kreatinine, Na, K - TSH - Glucose - ECG, eventueel aangevuld met Holteronderzoek of eventrecorder - Vitamine D is in deze casus niet relevant omdat de patiënte dat dagelijks slikt, maar kan relevant zijn in verband met myopathie en het risico op fracturen bij ouderen die nauwelijks buiten komen.
12 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Antwoordblad casus 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
10. Wat is uw plan van aanpak? Gebruik onderstaande tabel. (Dia 34) Deze checklist heeft dezelfde onderverdeling als die voor het lichamelijk onderzoek. Het schema biedt houvast voor het maken van een plan van aanpak. Per aandachtsgebied bepaalt u het doel van de interventies, welke interventies u wilt doen en het moment dat u het effect wil evalueren. Plan van aanpak Probleem
Doel
Plan
Cardiovasculair (Dia 35)
- Uitsluiten/aantonen cardiovasulaire oorzaken
- Onderzoek orthostatische hypotensie - ECG + eventueel Holter/eventrecorder - Staken temazepam - Lab (elektrolyten) - Zn aanpassen antihypertensiva
Medicatie (Dia 36)
Mobiliteit - Betere balans (Dia 37 en 38) - Spierversterking - Valangstreductie - Advies loophulp - Gedragsverandering (haasten/struikelen, leesbril afzetten) Verwijzing
Zintuigen (Dia 39) Psychisch (Dia 40) Sociaal (Dia 41) Overig
- Visus en/of gehoor verbeteren - Diagnostiek angst of somberheid - Let op valangst - Eventueel advies woningaanpassing
13 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
- Fysiotherapie - Ergotherapie - Naar Oogarts/KNOarts - RIAGG, sociaal geriater - Ergotherapie
Evaluatie (wanneer) 3-4 weken
3-4 weken
2 maanden Evaluatie: 2-3 maanden 2 maanden 1 maand
3-4 maanden
De vallende oudere
De vallende oudere Antwoordblad casus 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
(Dia 42) Belangrijk voor het behandelplan is de vraag of u de aanpak in eigen hand houdt of dat u kiest voor een geïntegreerde aanpak via een valpoli of geriater. Bij complexe problematiek en multipele orgaanstoornissen is een verwijzing naar een valpoli of geriater geïndiceerd. Hiervan is arbitrair sprake bij meer dan vier risicofactoren. De coördinatie blijft in uw hand. Maak regelmatig een afspraak om de resultaten van de gekozen interventies te evalueren. 11. Overweegt u nog andere verwijzing(en)? In Dia 43 en 44 staan enkele voorbeelden aan de hand van bovenstaand schema. In onderstaande tabel staan nog andere opties voor verwijzing bij valproblematiek. De lijst is niet uitputtend. U kunt het gebruiken als een checklist (zie handout)
14 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Antwoordblad casus 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Verwijzen naar: Anders: persoonsalarmering, telefooncirkel, ouderensoos, persoon om mee te wandelen, etcetera Cardiologie
Diëtiste
Ergotherapie
Fysiotherapie
Geriatrie
KNO Neurologie
Oogheelkunde
Orthopedie
Overwegingen: - Persoonsalarmering gewenst? - Eenzaamheid - Valangst - Inactiviteit - Bij afwijkend ECG en/of Holteronderzoek, ritmestoornis, klepafwijkingen, cardiomyopathie - Bij ondergewicht - Bij overgewicht
- Onveilige woonomgeving - Indicatie voor een loophulp - Valangstreductie - Gedragsverandering (haast, struikelen, met leesbril door het huis lopen) - Analyse van het staan en lopen - Trainen van kracht en balans - Valangstreductie - Bij complexe problematiek, psychogeriatrische problematiek, arbitrair > vier risicofactoren voor vallen - Bij gehoorstoornis, duizeligheid - Bij relevante neurologische problematiek, duizeligheid, syncope, polyneuropathie, Parkinson - Bij visusstoornissen
Podotherapie
- Bij relevante orthopedische problematiek, orthopedisch schoeisel - Bij voetklachten
Psychiatrie
- Bij afwijkend MMSE
15 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Doel: - Sociale contacten - Veiligheid - Reactiveren - Eenzaamheid doorbreken - Behandeling van cardiologische problematiek, ritmestoornis, syncope - Betere energieabsorptie door vetlaag - Vermindering gewicht, verbetering kracht/balans mogelijk - Advies woningaanpassing - Loophulp - Gedragsaanpassing - Heupbeschermer
- Loop- en balanstests - Kracht/balanstraining - Valbrekende techniek - Opstaan na vallen - Conditieverbetering - Geïntegreerde benadering van valproblematiek
- Verbetering evenwicht - Analyse en behandeling van neurologische problematiek - Verbetering visus - Advies visuele hulpmiddelen - Vermindering pijnklachten - Verbetering van kracht/ balans - Aanpassing schoeisel bij voetproblematiek - Analyse cognitieve stoornissen - Behandeling depressie - Valangstreductie
De vallende oudere
De vallende oudere Antwoordblad casus 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Verwijzen naar: Psycholoog
Overwegingen: - Bij valangst/angststoornis, depressie
Sportactiviteit Thuiszorg
- Inactiviteit, eenzaamheid - Bij problemen met (zelf) verzorging/ADL
Valpoli
- Bij complexe problematiek, arbitrair > vier risicofactoren voor vallen
16 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Doel: - Vermijdingsgedrag doorbreken - Valangstreductie - Activering - Kracht/balanstraining - Ondersteuning/voorkomen vallen bij zelfverzorging/ ADL - Geïntegreerde benadering van multifactioriële valproblematiek
De vallende oudere
De vallende oudere Antwoordblad casus 2
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Behandelplan Probleem Cardiovasculair
Interventie
Medicatie
Mobiliteit
Zintuigen Psychisch Sociaal Overig
17 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Doel
Evaluatie
De vallende oudere
De vallende oudere Hand-out
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Lichamelijk onderzoek door huisarts bij valproblematiek: Algemeen Cardiovasculair
Motoriek/statiek
Zintuigen
Cognitie Sociaal
Gewicht Lengte BMI - RR zittend en na 1 minuut staan (orthostatische hypotensie: daling>20 mmHg syst of >10 mmHG diast) - Pols - Cortonen - Hartritme - Souffles - Observatie lopen - Motoriek benen, spierkracht benen (tenen/hakkenloop) - Rugonderzoek, beenlengteverschil, sta-houding - Mobiliteit heup/knie/voetgewrichten (artrose, pijn, bewegingsbeperking) - Coördinatie: kniehakproef, reflexen. Propriocepsis, Romberg - Mobiliteitstesten (bijvoorbeeld Get-up en Go-test, Elderly mobility scale)* - Visus - Pupillen - Perifere gezichtsvelden - Fluisterspraak - MMSE - Depressieschaal (GDS-15: Geriatric Depression scale)* - Functioneren ADL (bv Barthel-index, GARS)*
* Deze tests zijn bedoeld als voorbeelden. Ze worden nader uitgelegd in de PraktijkWijzer Ouderenzorg (te bestellen via www.nhg.org).
18 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Hand-out
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Verwijzen naar: Anders: persoonsalarmering, telefooncirkel, ouderensoos, persoon om mee te wandelen, etcetera Cardiologie
Diëtiste
Ergotherapie
Fysiotherapie
Geriatrie
KNO Neurologie
Oogheelkunde
Orthopedie
Overwegingen: - Persoonsalarmering gewenst? - Eenzaamheid - Valangst - Inactiviteit - Bij afwijkend ECG en/of Holteronderzoek, ritmestoornis, klepafwijkingen, cardiomyopathie - Bij ondergewicht - Bij overgewicht
- Onveilige woonomgeving - Indicatie voor een loophulp - Valangstreductie - Gedragsverandering (haast, struikelen, met leesbril door het huis lopen) - Analyse van het staan en lopen - Trainen van kracht en balans - Valangstreductie - Bij complexe problematiek, psychogeriatrische problematiek, arbitrair > vier risicofactoren voor vallen - Bij gehoorstoornis, duizeligheid - Bij relevante neurologische problematiek, duizeligheid, syncope, polyneuropathie, Parkinson - Bij visusstoornissen
Podotherapie
- Bij relevante orthopedische problematiek, orthopedisch schoeisel - Bij voetklachten
Psychiatrie
- Bij afwijkend MMSE
19 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Doel: - Sociale contacten - Veiligheid - Reactiveren - Eenzaamheid doorbreken - Behandeling van cardiologische problematiek, ritmestoornis, syncope - Betere energieabsorptie door vetlaag - Vermindering gewicht, verbetering kracht/balans mogelijk - Advies woningaanpassing - Loophulp - Gedragsaanpassing - Heupbeschermer
- Loop- en balanstests - Kracht/balanstraining - Valbrekende techniek - Opstaan na vallen - Conditieverbetering - Geïntegreerde benadering van valproblematiek
- Verbetering evenwicht - Analyse en behandeling van neurologische problematiek - Verbetering visus - Advies visuele hulpmiddelen - Vermindering pijnklachten - Verbetering van kracht/ balans - Aanpassing schoeisel bij voetproblematiek - Analyse cognitieve stoornissen - Behandeling depressie - Valangstreductie
De vallende oudere
De vallende oudere Hand-out: Checklist verwijzing bij valproblematiek
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Verwijzen naar: Psycholoog
Overwegingen: - Bij valangst/angststoornis, depressie
Sportactiviteit Thuiszorg
- Inactiviteit, eenzaamheid - Bij problemen met (zelf) verzorging/ADL
Valpoli
- Bij complexe problematiek, arbitrair > vier risicofactoren voor vallen
20 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Doel: - Vermijdingsgedrag doorbreken - Valangstreductie - Activering - Kracht/balanstraining - Ondersteuning/voorkomen vallen bij zelfverzorging/ ADL - Geïntegreerde benadering van multifactioriële valproblematiek
De vallende oudere
De vallende oudere Hand-out: Checklist verwijzing bij valproblematiek
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Barthel-index voor het meten van activiteiten in het dagelijks leven (ADL) Aandachtsgebied Ontlasting
Urine
Persoonlijke verzorging Toiletbezoek
Eten
Transfer (van bed naar stoel en terug)
Mobiliteit
Aan-/uitkleden
Trappen lopen
Baden
Omschrijving Incontinent Soms incontinent Continent Katheter of incontinent Soms incontinent Continent Hulpbehoevend Zelfstandig voor wat betreft verzorging van gezicht, tanden, haar en bij scheren Hulpbehoevend Weinig hulp nodig Zelfstandig Hulpbehoevend Hulp nodig bij snijden en smeren Zelfstandig Niet toe in staat Veel hulp nodig Weinig hulp nodig; verbaal of lichamelijk Zelfstandig Kan zich niet verplaatsen Zelfstandig in rolstoel Lopen met hulp van een ander; verbaal of lichamelijk Zelfstandig, eventueel met gebruik van hulpmiddelen Hulpbehoevend Kan ongeveer de helft zelf Zelfstandig Niet toe in staat Met hulp; verbaal of lichamelijk Zelfstandig; op en af Hulpbehoevend Zelfstandig
Interpretatie: 0-4 : Volledig hulpbehoevend 5-9 : Ernstig hulpbehoevend 10-14 : Wel hulp nodig maar kan veel zelf 15-19 : Redelijk tot goed zelfstandig 20 : Volledig ADL-zelfstandig
21 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Functie- Patiëntscore score 0 1 2 0 1 2 0 1 0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 0 1 2 3 0 1 2 0 1 2 0 1 Totaal
………..
De vallende oudere
De vallende oudere Hand-out
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Richtlijnen 1. Gebruik de Barthel-index voor een evaluatie van wat de patiënt reëel doet, niet van wat hij zou kunnen doen. 2. Het doel is om een niveau van onafhankelijkheid vast te stellen, los van enige fysieke of verbale ondersteuning, hoe klein en om welke reden dan ook. 3. Als een patiënt toezicht nodig heeft bij een bepaalde handeling, dan wordt hij hiervoor als afhankelijk beschouwd. 4. Stel het niveau van functioneren vast met de best beschikbare gegevens. Veel gebruikte methoden zijn ondervraging van de patiënt, de familieleden en het verzorgend personeel. Observatie en gezond verstand zijn echter ook belangrijk. Rechtstreekse evaluatie in een testsituatie is niet vereist. 5. Meestal evalueert men de situatie over de laatste 48 uur, maar soms zijn langere periodes relevant. 6. Bij een tussenniveau neemt men aan dat de patiënt minstens 50 percent van de taak volbrengt. 7. De patiënt mag hulpmiddelen gebruiken.
Wegingskader -Barthell 10 = 2,7 uur zorg per dag - Grofweg gezegd Verpleeghuis <10 Verzorgingshuis =13-15 Thuis > 15 Mahoney FI, Barthel D. “Functional evaluation: the Barthel Index.” Maryland State Med Journal 1965;14:56-61. Used with permission.
22 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
De vallende oudere
De vallende oudere Hand-out
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Behandelplan Multifactoriële aanpak meest succesvol!?
Visus
Medicatie
Cardiaal Syncope Balans Spierkracht
23 © Nederlands Huisartsen Genootschap, Juni 2009
Valangst Woningaanpassing Schoeiselverbetering
De vallende oudere
De vallende oudere Hand-out:
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen