Onderwijs en Examenregeling 2011
Verzorgende-IG Crebo 95530– niveau 3–BBL Cohort 2011-2014
Vitalis college ROC West Brabant Brinnr 25LX
1
Inhoudsopgave • 1 Woord vooraf ......................................................................................................................................... 3 •
• 2 Leeswijzer.............................................................................................................................................. 5 •
• 3 Alles over het beroep ............................................................................................................................ 6 •
3.1 Wat doet een Verzorgende-IG .......................................................................................................... 6
• 4. Alles over de opleiding ......................................................................................................................... 8
•
4.1 Informatie over het onderwijs en het leren........................................................................................ 8 4.2 Wat ga je leren.................................................................................................................................. 9 A.Wat vind je in een kwalificatiedossier?................................................................................................ 9 B.Nederlandse taalbeheersing, rekenen, mogelijk (moderne) vreemde talen ..................................... 10 C.Loopbaan & burgerschap .................................................................................................................. 11 4.3 Hoe is je opleiding ingedeeld? ........................................................................................................ 12 4.4 Alles over de beroepspraktijk ................................................................................................... 15 4.5 Studiebelasting ............................................................................................................................... 15
•
• 5 Alles over de begeleiding .................................................................................................................... 16
•
5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding ........................................................................................ 16 5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering ................................................................. 17 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie .......................................................................... 18 5.4 Klachten .......................................................................................................................................... 18 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd......................................................... 18
• 6 Alles over de beoordeling.................................................................................................................... 19 6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen .................................................................................................... 19 6.2 Beoordeling en je portfolio .............................................................................................................. 21 6.3 Studievoortgang.............................................................................................................................. 22 6.4 Examens en het diplomeren ........................................................................................................... 22 6.5 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? .................................................................... 24 6.6 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school?.............................................................................. 25 6.7 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent?................................................. 25 •
• 7 Inspectie .............................................................................................................................................. 26 •
• 8 Addendum ........................................................................................................................................... 26 Bijlage 1. Begrippenlijst ............................................................................................................................... 27 Bijlage 2. Grofmazig leerplanschema.......................................................................................................... 30 Bijlage 3. Lesrooster.................................................................................................................................... 31 Bijlage 4. Fase indeling met beroepsprestaties........................................................................................... 32 Bijlage 5. Nederlands en rekenen ontwikkelingsgericht.............................................................................. 37 Bijlage 6. Studievoortgangplan en regeling jaarovergang 1e leerjaar ......................................................... 39 Bijlage 7: Kwalificerend examenplan 95530 Verzorgende IG N3 BBL en BOL Kwalificatiedossier 2011 .. 41 Bijlage 8. Verantwoordingsdocument LB .................................................................................................... 47 Bijlage 9. Toelichting beroepsmatig rekenen Verzorgende IG.................................................................... 51 Bijlage 10 Hanteren van de methodenmix .................................................................................................. 53 Bijlage 11 Top model................................................................................................................................... 55 Bijlage 12. Diverse documenten op website ............................................................................................... 58
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
2
1 Woord vooraf Welkom op het Vitalis college, bij het Cluster Gezondheidszorg. Je hebt gekozen voor de opleiding Verzorgende-IG Bij het Vitalis college leiden we op vanuit de volgende missie: Groeien kan het beste als je jezelf kwetsbaar opstelt en je durft te verbinden. Wij scheppen de voorwaarden om je op te laten stellen en je te laten raken door de meerwaarde die je kunt hebben voor de maatschappij. Wij vragen van studenten zich te verbinden met elkaar en met de maatschappij. En gezamenlijk op te trekken in groei en maatschappelijke waarde. Hierin maken wij geen onderscheid tussen studenten en medewerkers. Henny Verbeek, Algemeen directeur Vitalis college Cluster Gezondheidszorg Clustermanager Liesbeth Hagenaars
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
3
Algemene informatie brin – nummer naam van de instelling crebonummer terugvalcode naam van de opleiding landelijk orgaan, kenniscentrum leerweg (BOL/BBL) niveau cohort Ingangsdatum Vervaldatum Datum waarop het bevoegd gezag de OER heeft vastgesteld Datum waarop de OER gepubliceerd is
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
25LX ROC West-Brabant, Vitalis college 95530 Verzorgende-IG Calibris BBL 3 2011-2014/2015 1 augustus 2011 1 januari 2012 2014/2015 Juli 2011 Augustus 2011
4
2 Leeswijzer Beste student(e), Dit is de Onderwijs- en Examenregeling. We korten dit af tot OER. Met deze OER willen we je wegwijs maken in de opleiding waarvoor je gekozen hebt. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC West-Brabant hebt gesloten. Wat kun je vinden in deze OER? Je vindt informatie over de volgende onderwerpen: • Korte beschrijving van je beroep. • De opleiding in het algemeen. • De manier waarop de opleiding en het onderwijs op school geregeld is. • De manier waarop de BPV of je vorming in de beroepspraktijk geregeld is. • De begeleiding bij je studieloopbaan. • De wijze van beoordelen en informatie over de examens. • De examencommissie.
Achterin de OER vind je een aantal bijlagen. In een bijlage vind je een verwijzing naar het examenreglement van het Vitalis college en regels die voor jou als student belangrijk zijn. Naast deze regels vind je in andere bijlagen de verantwoording van het onderwijs. Op basis daarvan wordt jouw diploma geldig. Deze opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier Verzorgende-IG 2011 en het daarbij horende document Loopbaan en Burgerschap. In deze documenten staan de wettelijk eisen beschreven. Als student moet je hieraan voldoen om het diploma te kunnen halen. De verplichte richtlijnen voor Nederlands, rekenen en mogelijk een moderne vreemde taal (Engels) staan ook vermeld. Op portal voor studenten staat nog veel meer informatie over het Vitalis college en je opleiding. Bij de start van je opleiding Verzorgende-IG heb je versie 1 van het onderwijs- en examenreglement (OER) ontvangen met een beschrijving van de opleiding en alle punten, die voor het volgen van de opleiding van belang zijn. Op het moment van verstrekken van het OER 1 is de gehele opleiding nog niet concreet uitgewerkt. Het OER versie 2 is een samenvoeging van het OER versie 1 en de verdere uitwerking van de kwalificatie- en overgangseisen voor je hele opleiding. Versie 1 van het OER komt daarmee vervolgens te vervallen. Het is belangrijk dat je goed weet hoe je opleiding in elkaar steekt. Als je informatie uit deze OER niet begrijpt, zal je studieloopbaanbegeleider je daarom graag een toelichting geven bij de inhoud. Ook wanneer je in de OER geen antwoord kunt vinden op een vraag die je hebt, raden we je aan contact te zoeken met je studieloopbaanbegeleider.
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
5
3 Alles over het beroep 3.1 Wat doet een Verzorgende-IG Verzorgende-IG in het kort Als verzorgende-IG (Individuele Gezondheidszorg) ben je actief op het gebied van zorg, wonen, huishouden en welzijn. Je kunt aan de slag in allerlei beroepspraktijken en zorgsituaties: een verzorgingshuis, een instelling voor psychiatrie of verslavingszorg, woonvormen voor gehandicapten of bij de zorgvrager(s) thuis. Je werkt voor mensen met verschillende achtergronden, zoals: oudere zorgvragers, chronisch zieken, revaliderende zorgvragers, zorgvragers met een handicap, zorgvragers met psychiatrische problemen, vrouwen die op het punt staan te bevallen, kraamvrouwen en pasgeborenen. Ook werk je vaak samen met de mantelzorgers. Dat zijn de naasten van de zorgvrager, zoals een ouder, partner, kind of vriend. Je werkt vooral met individuele zorgvragers in hun directe omgeving. Daarnaast richt jij je op groepen, bijvoorbeeld in een kleinschalige woonomgeving. Jouw werk Je inventariseert de behoeften, wensen en mogelijkheden van een zorgvrager, waarna je een zorgplan opstelt. Dit kom je ook wel tegen als begeleidingsplan, zorgleefplan of ondersteuningsplan. Je ondersteunt iemand bij persoonlijke verzorging, zoals het wassen en binnenkrijgen van voldoende vocht en eten. Ook ondersteun je bij het huishouden en zorg je voor een fijne woon- of leefomgeving. Je stimuleert een zorgvrager zo zelfredzaam mogelijk te zijn. Als het nodig is, neem je werkzaamheden over. Je geeft voorlichting en advies over bijvoorbeeld een gezonde leefstijl, veiligheid in huis en hoe je hulpmiddelen kan gebruiken. Ook geef je een zorgvrager informatie over een ziekte of handicap en de gevolgen hiervan voor de persoonlijke verzorging en de huishoudelijke zorg. Je begeleidt een zorgvrager bij emotionele en gedragsproblemen. Daarnaast begeleid je een zorgvrager op sociaal en maatschappelijk gebied. Zo begeleid je een zorgvrager bijvoorbeeld bij het omgaan met anderen en bij het vinden en gebruik maken van een dagbesteding. Je voert verpleegtechnische handelingen uit, zoals het verzorgen van een katheter of het geven van een injectie. De zorg die je verleent kan per zorgvrager en per dag verschillen. Je werkt zelfstandig, maar stemt de zorg regelmatig af met collega’s en andere disciplines, zoals helpenden zorg & welzijn, verpleegkundigen, fysiotherapeuten of sociaal agogisch werkers. Je voert je activiteiten uit volgens de visie en de richtlijnen van jouw zorginstelling. Je draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorgverlening. Door bijvoorbeeld vakliteratuur te lezen en bijscholingen te volgen ontwikkel je je deskundigheid. Ook werk je nieuwe collega’s in en begeleid je studenten. Jouw kwaliteiten - Je kunt je in zorgvragers inleven en behandelt iedereen met respect. - Je kunt goed met mensen omgaan en je communiceert duidelijk en helder. - Je weet hoe je jouw kennis en vaardigheden in de praktijk moet toepassen. - Je werkt systematisch en resultaatgericht. - Je kunt goed samenwerken met je collega’s en de naasten van de zorgvrager. - Je kunt je eigen grenzen en die van anderen prima bewaken. - Je hebt interesse in mensen met bestaans-, gezondheids- en gedragsproblemen en in medische kwesties. - Je vindt het leuk om mensen te verzorgen en ze te ondersteunen bij het wonen en huishouden. - Je bent een verantwoordelijk persoon en kunt goed werken onder tijdsdruk. Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
6
- Je houdt je aan de beroepscode, de normen en waarden, de visie en de richtlijnen van de instelling waar je werkt. Jouw sector Je wordt opgeleid om als verzorgende-IG in alle werkvelden van de verpleging en verzorging te kunnen werken. Daarnaast is in de opleiding aandacht besteed aan verdieping in één van de volgende werkvelden: verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg of kraamzorg.
3.2 Wat kun je met je opleiding doen? Je kunt je verder ontwikkelen door aanvullende cursussen en opleidingen te volgen. Na afronding van de opleiding Verzorgende-IG kun je doorstromen naar een vervolgopleiding op niveau 4 voor MboVerpleegkundige. Ook kun je doorstromen naar andere richtingen zoals sociaal agogisch werk. Na enige (jaren) werkervaring kan de Verzorgende-IG zich specialiseren voor de functie van Eerst Verantwoordelijk Verzorgende.
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
7
4. Alles over de opleiding 4.1 Informatie over het onderwijs en het leren Het onderwijs binnen het Vitalis college is competentiegericht. Dit betekent dat wij je opleiden om het vermogen te ontwikkelen probleemoplossend te werken in beroepssituaties. We sluiten het onderwijs zoveel mogelijk aan op jouw specifieke ervaring. Het doel is dat je aantoont succesvol te kunnen functioneren in de beroepscontext / beroepssituatie. Om dit te bereiken richt het onderwijs zich op het integreren van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten, dus op een mix van kennen, kunnen, willen en zijn. Dit betekent dat: • • • • • • •
jij als student gestimuleerd wordt een actieve rol te nemen in je leerproces. jij en je studieloopbaan centraal staan. jouw leerervaringen in de beroepspraktijk een grote rol spelen Het onderwijsprogramma is afgeleid is van de beroepspraktijk. de kerntaken, werkprocessen, bijbehorende beroepsproducten en competenties het uitgangspunt vormen voor het hele opleidingsprogramma. er geleerd wordt in de context van de beroepspraktijk. er geïntegreerd beoordeeld wordt in de context van de beroepspraktijk. Niet alleen na afloop maar ook tijdens je leerproces. vooraf bekend is waar je op beoordeeld wordt en welke eisen hiervoor gehanteerd worden.
Alles wat jij als gediplomeerd Verzorgende-IG moet kennen en kunnen is landelijk vastgelegd in het Kwalificatiedossier Verzorgende-IG niveau 3. Voor je examen worden de kwalificatie-eisen van kwalificatiedossier 2011 gehandhaafd. De minister heeft van elke opleiding het kwalificatiedossier vastgesteld. Zo’n kwalificatiedossier is een flink document. Als je zou willen weten hoe de letterlijke tekst van dat dossier eruit ziet, dan kun je dit terugvinden op de site. Dit kwalificatiedossier te raadplegen via www.calibris.nl of via www.marktplaatsmbo.nl Hier vermelden we alleen wat er in grote lijnen in het dossier te vinden is. Een kwalificatiedossier bestaat uit:
Deel A beeld van de beroepengroep Deel B kwalificaties Deel C uitwerking van de kwalificaties Deel D verantwoording
In deel B en C van het kwalificatiedossier is het beroep van de Verzorgende-IG beschreven aan de hand van activiteiten die kenmerkend zijn voor het beroep. We noemen dit kerntaken. Jouw opleiding tot Verzorgende-IG kent 2 kerntaken. De indeling in kerntaken uit het kwalificatiedossier is een nauwkeurige beschrijving van het beroep in duidelijke afgebakende onderdelen.
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
8
4.2 Wat ga je leren De inhoud van de opleiding is samengesteld vanuit een aantal wettelijke documenten. A. Het kwalificatiedossier, waarin de kwalificatie eisen van het beroep staan beschreven. B. In het kwalificatiedossier staan ook de wettelijke eisen van Nederlands, rekenen en mogelijk een (moderne) vreemde taal. C. In een ander document zijn aanvullende eisen gesteld m.b.t. Loopbaan & burgerschap. Al deze onderdelen van de opleiding zijn door de minister vastgesteld en dus wettelijk verplicht. Om een diploma te ontvangen moet je aan de eisen van het kwalificatiedossier, de gestelde eisen aan taalvaardigheid/rekenen en Loopbaan & burgerschap voldoen. A.
Wat vind je in een kwalificatiedossier?
Het kwalificatiedossier waarop je opleiding is gebaseerd, geeft een beeld van wat een beginnend beroepsbeoefenaar moet beheersen. Het dossier bestaat uit geeft dus de eisen aan van een beginnend beroepsbeoefenaar.
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
9
Belangrijke begrippen van het kwalificatiedossier zijn: Kerntaak Een kerntaak beschrijft een kenmerkende taak en rol in het beroep waarvoor je wordt opgeleid. In het geval van de Verzorgende-IG zijn er 2 kerntaken: Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces Een werkproces is een beschrijving van kenmerkende werkzaamheden binnen het beroep waarvoor je opgeleid wordt. Een werkproces is altijd gekoppeld aan een kerntaak. Een werkproces is bijvoorbeeld: De Verzorgende-IG: Biedt persoonlijke verzorging, observeert en gezondheid en welbevinden (Werkproces 1.2 behorend bij Kerntaak 1) Je werkt aan de kerntaken en werkprocessen met behulp van competenties. Competentie Een competentie is een combinatie van kennis, houding en vaardigheden. Voor alle Verzorgende-IG opleidingen gelden 15 algemene competenties die je als beginnend beroepsbeoefenaar nodig hebt. Tijdens je opleiding wordt je begeleid in het ontwikkelen van de competenties zoals beschreven in het kwalificatiedossier en word je hier uiteindelijk ook op beoordeeld.
B.
Nederlandse taalbeheersing, rekenen, mogelijk (moderne) vreemde talen
Je krijgt in je beroep te maken met werkzaamheden waarbij een bepaald beheersingsniveau van de Nederlandse taal nodig is. Denk aan het schrijven van rapportages. Bij de start van de opleiding krijg je een test (0-meting), waardoor zichtbaar wordt op welk niveau je de vaardigheden beheerst. In de opleiding oefen je met deze vaardigheden Er wordt specifiek aan je taalvaardigheid gewerkt via Nederlandse taal (rooster). Voor studenten die een achterstand moeten inhalen is extra ondersteuning beschikbaar. Ook de eisen aan Nederlands en rekenen zijn per kwalificatiedossier geformuleerd. Echter in de opleiding tot Verzorgende-IG maakt Nederlands en rekenen nog geen onderdeel uit van de eisen tot kwalificeren. Nederlandse taalbeheersing N1
Mondelinge Taalvaardigheid
4F 3F 2F 1F
X
Leesvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Taalverzorging en taalbeschouwing
X
X
X
Rekenen N1 4F 3F 2F 1F
Getallen
X
Verhoudingen
Meten en meetkunde
Verbanden
X
X
X
Meer informatie over de exameneisen van jouw opleiding vind je in bijlage 7. Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
10
C.
Loopbaan & burgerschap
Loopbaanoriëntatie en –ontwikkeling en burgerschapsvorming vormen samen een integraal onderdeel van het middelbare beroepsonderwijs. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding dragen bij aan het vermogen van de student om zicht te krijgen op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden en drijfveren en helpen de student om de juiste keuzes te maken ten aanzien van opleiding en toekomstig beroep. Het zelf vorm kunnen geven van loopbaan speelt een centrale rol. De opleiding heeft daarbij een ondersteunende taak. Burgerschapsvorming draagt bij aan de maatschappelijke betrokkenheid van de student. Beide zijn niet alleen belangrijk voor de vorming van de individuele student maar dragen ook bij aan de verbetering van het (leer)klimaat binnen de school: studenten die beter gemotiveerd zijn en studenten die meer verantwoordelijkheid nemen voor gemeenschapsbelangen binnen en buiten de school. Bij burgerschap bouwt het MBO voort op wat men al in het VMBO heeft gehad, verdieping van kennis en vertaling van burgerschapsontwikkeling in de context van de beroepsuitoefening en het maatschappelijk functioneren. De kwalificatie-eisen L&B zijn terug te vinden in de adviesnotitie van de MBO Raad mei 2010 ‘Loopbaan en burgerschap in het mbo’ www.marktplaatsmbo.nl In grote lijnen betekenen de verplichtingen: -
-
Resultaatverplichting voor het opleidingsinstituut Het opleidingsinstituut is verplicht om de aspecten van loopbaan en burgerschap op te nemen in het onderwijsaanbod, het de student aan te bieden en te beoordelen of de student aan zijn inspanningsverplichting voldoet. De opleidingen zijn vrij hoe zij loopbaan en burgerschap vorm geven. Inspanningsverplichting Als student ben je verplicht om actief en aantoonbaar deel te nemen aan alle aspecten van loopbaan en burgerschap
In hoofdstuk 6 en in de bijlage 8 lees je meer over de kwalificatie-eisen L&B. Inkoop van onderwijs- en examenmateriaal Het Vitalis College cluster Gezondheidszorg werkt met ingekocht onderwijs- en examenmateriaal van stichting Consortium. Dit materiaal is goedgekeurd door de Inspectie van Onderwijs http://www.onderwijsinspectie.nl . In bijlage 4 zie je hoe Consortium het kwalificatiedossier heeft vertaald naar het Fase model in de competentie scoretabel. Je kunt precies raadplegen welke competentie in welke fase ontwikkelingsgericht r-p-t (kleine letters) of kwalificerend R-P-T (hoofdletters en vetgedrukt) aan bod komt. Je studieloopbaanbegeleider zal je wegwijs maken in de Consortium methode.
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
11
4.3 Hoe is je opleiding ingedeeld? In de beroepsbegeleidende leerweg BBL bestaat de opleiding uit leren in de beroepspraktijk (BPV) en leren op school. Deze twee aspecten vormen een eenheid. Hieronder staat wat je in het onderwijsprogramma op school en in de BPV krijgt aangeboden. Leerlijnenmodel Het onderwijs is opgebouwd middels leerlijnen, die het leren, de begeleiding en de beoordeling vorm geven. Leerlijnen
Leren is gericht op
Richtinggevende leerlijn
-
1. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) leerlijn
-
Richtinggevende leerlijn
-
2. Integrale leerlijn
-
Richtinggevende leerlijn
-
3. BPV leerlijn
-
Ondersteunende leerlijn
-
4. Conceptuele leerlijn (kennis leerlijn)
-
Ondersteunende leerlijn
-
5. Vaardigheden leerlijn 6. Vrije ruimte
-
Leer-/ ontwikkelingsproces binnen- en buitenschools Professionele beroepshouding Ontwikkelen studievaardigheden Plannen studiewerkzaamheden Studie keuzes maken Voorbereiden arbeidsmarkt Werken aan beroepsprestaties (BP) binnen- en buitenschools; Beoordelen of resultaten aan eisen voldoen; Projectmatig werken. Integraal werken aan beroepscompetenties Recht doen aan het eigen leeren ontwikkelproces Als professioneel leren denken en redeneren Kennis en informatie verwerven, gekoppeld aan geplande beroepsprestaties Inoefenen van vaardigheden, gekoppeld aan geplande beroepsprestaties Deelname studenten aan project- en themadagen; Studenten stimuleren om zelfstandig invulling te geven aan hun persoonlijke/ beroepsmatige ontwikkeling.
Leeractiviteiten -
Studieloopbaanbegeleiding Werken met POP en PAP Het vullen van het portfolio
-
Integrale opdrachten Project- en themadagen Projectmatig werken Werken aan BP (WAP)
-
-
Werken/ stage lopen binnen de BPV waarbij de BP als opdracht wordt uitgewerkt Intervisie Probleemtaak Hoorcollege Werkcollege Workshop
-
Skills training Simulatie
-
Begin van de opleiding aanbodgestuurd Later in de opleiding vraaggericht
-
Richtinggevende leerlijnen: Deze leerlijnen bieden de context, het overzicht en de sturing voor de kernactiviteiten en de beroepsprestaties.
12
Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Dit is een richtinggevende leerlijn. Bij deze leerlijn gaat het om het ontwikkelen van het beroepsbeeld door de student en grip krijgen op het eigen leer- en ontwikkelingsproces ( wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik?). In fase 1 en 2 zijn groepsbijeenkomsten in de lesweken gepland naast eenheden voor individuele begeleiding. De Slb’er begeleidt de student bij het concreet invullen van zijn leerdoelen, het werken met een POP en het verzamelen van bewijzen / beoordelingen in het portfolio. De Slb’er volgt het leer- en ontwikkelingsproces van de student, zowel binnen als buitenschools. Hij ondersteunt de student bij het ontwikkelen van een professionele beroepshouding. In het begin van de opleiding gaat het ook om het ontwikkelen van studievaardigheden ( kunnen leren) en informeren over de opleiding. In heel de opleiding gaat het om het leren plannen van de studiewerkzaamheden, studiekeuzes maken en voorbereiden op de toetreding tot de arbeidsmarkt. De integrale lijn Dit is een richtinggevende leerlijn: de opdrachten uit het Consortiummateriaal worden gebruikt als integrale opdrachten in de praktijk. In periode 1 en 2 zijn dit de leer- en beroepsprestaties van het Kompas die door de studenten op school worden verwerkt. In deze periode wordt de door het consortium gehanteerde methodiek aangeleerd, met de Wegwijzer, de STARRT methode en het formuleren van leerdoelen. Al snel start elke student ook met beroepsprestaties van de Fase structuur, binnenschools en in de beroepspraktijk. Het overzicht van de verdeling van de fasestructuur over de leerjaren staat in het grofmazig leerplanschema (zie bijlage 2) BPV leerlijn Dit is een richtinggevende leerlijn. Bij competentiegericht leren geeft het werken in de beroepspraktijk de context voor het leren. Studenten gaan voor BPV naar de praktijk en werken daar integraal aan de benodigde competenties. Zij ontwikkelen zich tot beginnend beroepsbeoefenaar. Ondersteunende leerlijnen De onderwijsactiviteiten in deze leerlijnen zijn ondersteunend aan een of meer beroepsprestaties van de kernactiviteiten. Conceptuele leerlijn Bij de onderwijsactiviteiten van deze leerlijn gaat het er vooral om dat de student aantoonbaar kennis en informatie verkrijgt en als een professional leert denken en redeneren. Dan gaat het om vakinhoudelijke kennis en informatie maar ook om Nederlands rekenen en mogelijk (moderne) vreemde taal. Het werken aan burgerschapscompetenties hoort ook tot deze leerlijn. Vaardighedenlijn Hierbij gaat het om het inoefenen van vaardigheden, gekoppeld aan geplande beroepsprestaties. Dat zijn huishoudelijke, verzorgende of verpleegtechnische vaardigheden maar ook vaardigheden op het gebied van activiteiten begeleiding, intervisie, interactieve vaardigheden en ICT vaardigheden. Vrije ruimte Deze leerlijn geeft de ruimte om de drive van studenten te stimuleren d.m.v. projecten/thema’s om (zelfstandig) invulling te kunnen geven aan hun persoonlijke/ beroepsmatige ontwikkeling. Door middel van projecten wordt de relatie met Vital Society gelegd en /of de relatie met burgerschap.
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
13
Fase structuur Verzorgende-IG vertaald naar leerjaren Fase 1 2011 OPLEIDING: VERZORGENDE BBL/ BOL Week/periode
Periode 1fase 1
leerprestatie
Kompas Hoe leer ik Samenwerkend leren
LB Fase 1 Beroeps prestaties
1.5 .Ondersteunen bij Basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11
Periode 2 fase 1
Periode 3 fase 1
Periode 4 fase 1
1.5 .Ondersteunen bij Basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11 1.4 Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen Wp1.5 Wp1.7 Wp1.11
1.5.Ondersteunen bij basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11 1.3 planmatig zorgverlenen (1) Wp.1.1 Wp 1.10
1.5.Ondersteunen bij basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11 1.3 planmatig zorgverlenen (1) Wp.1.1 Wp 1.10
Fase 2 2011 OPLEIDING: VERZORGENDE BBL/ BOL Week/periode
Periode 5 fase 2
Periode 6 fase 2
Periode 7 fase 2
Periode 8 fase 2
2.3 planmatig zorgverlenen(2)
2.3 planmatig zorgverlenen (2)
2.5 begeleiden van een woongroep
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.5 begeleiden van een woongroep
2.7 begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
2.6 omgaan met grensoverschrijdend gedrag
2.6 omgaan met grensoverschrijdend gedrag
2.7 begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
2.7 begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
Fase 2 Beroeps prestaties
Verantwoordingsverslag en assessmentgesprek Fase 3 2011 OPLEIDING: VERZORGENDE BBL/ BOL Week/periode
Periode 9 fase 3
Periode 10 fase 3
Periode 11 fase 3
Periode 12 fase 3
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
3.1 verdiepen in de branche
3.1 verdiepen in de branche
3.2 professionaliseren
3.2 professionaliseren
3.2 professionaliseren
3.1 verdiepen in de branche
3.1 verdiepen in de branche
3.3 participeren in de zorg
Fase 3 Beroeps prestaties
3.3 participeren in de zorg Verantwoordingsverslag en assessmentgesprek
Vc/ Gezondheidszorg/ Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
14
4.4 Alles over de beroepspraktijk Je beroepspraktijkvorming (BPV) begint in het eerste leerjaar nadat je eerste lesweek op school bent geweest. Je werkt op je werkadres aan de beroepsprestaties, die je op school voorbereid hebt. Een werkbegeleider uit de praktijk zal je hierbij begeleiden. Hoe dit precies gaat staat in het BPV handboek beschreven. Je studieloopbaanbegeleider (Slb’er) heeft je ook al geïnformeerd over het verloop van je BPV. Het is belangrijk dat je je realiseert dat werken in de zorg betekent dat je met onregelmatig werken te maken krijgt. In het onderstaande schema zie je hoe de verhouding tussen lesdagen en BPV is gedurende je hele opleiding. Periodisering Periode 1,5,9
niveau 3 dagen
ma
Periode 2,6,10 di
wo do
leerjaar 1
vr
ma
Periode 3,7,11 di
wo do
vr
ma
Periode 4,8,12 di
wo do
vr
ma
di
wo do
b
leerjaar 2 leerjaar 3 Legenda lesdagen BPV L P1
Week 0 voorafgaande aan 1 week binnenschools Periode 1 Eerste lesweek bestaat uit 5 lesdagen, daarna 2 lesdagen De volgende periodes bestaan uit 1 ledag en min 20 uur BPV
4.5 Studiebelasting Het onderwijsprogramma en de BPV is nauwkeurig beschreven in tijd. Deze tijd is een inschatting (gemiddeld) van de studiebelasting die wij van je vragen. Alle roosteractiviteiten en BPV-uren zijn vastgelegd en wordt je aanwezigheid en inzet verwacht. Ook zijn er onbegeleide studiebelastingsuren beschreven. Dit kan huiswerk of zelfstandig werken aan opdrachten betreffen. Wil je precies weten hoe de verdeling van de uren eruit ziet? Kijk dan in de bijlage 11.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
15
vr
5 Alles over de begeleiding Actief leren Bij leren denk je misschien meteen aan instructie krijgen, luisteren, huiswerk maken. Vooral de docent lijkt te bepalen wat er gebeurt. Dat is in sommige onderwijssituaties ook helemaal niet zo gek. De docent weet als vakspecialist waar hij het over heeft en hoe hij bepaalde onderwijssituaties het best kan organiseren. Er zijn tijdens de opleiding ook heel veel situaties te bedenken, waarbij jij als student actief kunt zijn. Zo vinden wij bijvoorbeeld dat jij in bepaalde leersituaties heel goed zelf keuzes kunt maken en dat jij dingen kunt doen die vroeger door anderen voor jou werden gedaan. Op de opleiding die je gaat volgen, willen we daarom met je samenwerken op een manier waarbij jij, zoveel en zo vaak als mogelijk is, wordt uitgedaagd om te laten zien wat je kan. Actief leren is snel, leuk en heeft een direct relatie met de praktijk waardoor er ook een beroep gedaan wordt op je motivatie en interesse. Bij actief leren gaat het erom dat je dingen zelf uitzoekt, voorbeelden bedenkt, vaardigheden uitprobeert en taken doet die vragen om aanwezige en nieuwe kennis. Niet elke student vindt zo’n actieve rol even gemakkelijk. Het is daarom de taak van medewerkers van de school en de instelling waar je stage loopt of werkt, jou bij die actieve rol te ondersteunen.
5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding Onder studieloopbaanbegeleiding verstaan we alle activiteiten die erop gericht zijn om studenten te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Je krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen met wie je de resultaten en ontwikkeling van je leerroute bespreekt. Deze studieloopbaanbegeleider heeft vanuit de opleiding een sleutelrol in je studieloopbaanplanning. -Je wordt begeleid bij het steeds meer zelfverantwoordelijk te nemen in je leren -Je wordt begeleid op het persoonlijk vlak. Je gaat dus: • gericht informatie verzamelen over kenmerken, mogelijkheden en eisen van opleiding en beroep. • inzicht krijgen in de eigen capaciteiten, interesses, waarden, persoonskenmerken en ontwikkeling van competenties. • bovenstaande informatie over opleiding, beroep en eigen persoon eigen maken en op grond daarvan keuzes maken. • reflecteren op evaluaties en beoordelingen daar acties aan verbinden. •
zorgen voor een gevuld (digitaal ) portfolio en een Persoonlijk Ontwikkel Plan waarin je je ontwikkeling zichtbaar maakt. Op basis hiervan maak je een Persoonlijk Activiteiten Plan.
•
de bewijzen uit je portfolio laten zien aan de studieloopbaanbegeleider. Deze zijn voorwaarde om aan examens te kunnen deelnemen.
Individuele begeleiding krijg je van de studieloopbaan begeleider en je werkbegeleider op BPV. Voorbeelden van individuele begeleiding zijn: je beginsituatie helder krijgen(sterkte -zwakte kanten van je competenties of beroepstaken), individuele leervorderingen bespreken, mogelijke bewijsstukken portfolio checken , persoonlijke leerstijl-tips, stage-ervaringen bespreken, feedback op (bijstelling) van persoonlijke leerdoelen en acties, portfolio
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
16
Groepsgesprekken vinden plaats in de onderwijsgroep en zijn gericht op begeleiding die voor alle studenten min of meer gelijk zijn. Dit betreft leermanieren die zich goed lenen om met elkaar en van elkaar te leren, zoals bijvoorbeeld het bespreken van leerdoelen, het geven van algemene handreikingen, intervisie. Begeleiding bij leeractiviteiten, leerresultaten en leerontwikkeling Tijdens het doorlopen van je leerproces word je begeleid door een studieloopbaanbegeleider (Slb’er). Hij/zij begeleidt je bij de realisatie van je persoonlijk leer- en ontwikkelplan. De Slb’er zal je stimuleren bij de uitbreiding, ontwikkeling en verdieping van de competenties waardoor je uiteindelijk aan de gestelde eisen van het beroep kunt voldoen en als beginnend beroepsbeoefenaar aan het werk kan. De Slb’er heeft vanuit de opleiding een sleutelrol in de studieloopbaanplanning. Met je Slb’er bespreek je resultaten en de ontwikkeling van je leerroute. Dit gebeurt op 2 verschillende manieren: - individuele SLB gesprekken - groepsbijeenkomsten Om je leer- ontwikkelproces te kunnen volgen werk je met een portfolio. Een portfolio bestaat uit een map, waarin je allerlei informatie verzamelt. Jouw portfolio heeft 3 functies: 1. het helpt je te leren en reflecteren 2. het helpt je erachter te komen wat je kunt en geleerd hebt 3. documenten verzamelen Dit portfolio bestaat uit: 1) het ontwikkelingsportfolio 2) het beoordelingsportfolio 1. ontwikkelingsportfolio verzamel je alle documenten die met je leerproces te maken hebben zoals je POP (persoonlijk ontwikkelplan), reflectie- en procesverslagen, bewijzen van competent handelen en geleverde beroepsproducten. 2. beoordelingsportfolio verzamel je alle documenten waarop je beoordeeld wordt bij een examen (assessment). Je bent zelf verantwoordelijk voor je complete portfolio. Deelname aan de onderwijsactiviteiten Het spreekt voor zich dat jouw actieve deelname in de lessen van wezenlijk belang is. We gaan er vanuit dat je altijd aanwezig bent en een positieve, actieve leerhouding laat zien. Als je niet aanwezig kunt zijn heb je kans om studieachterstand op te lopen. Verzuim wordt daarom geregistreerd en door de Slb’er begeleid.
5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering De trajectbegeleider zorg van het cluster kan je ondersteunen op het gebied van assertiviteit, faalangst, studievaardigheid, dyslexie, dyscalculie, rouwverwerking en depressiviteit, studiekeuze, capaciteitenonderzoek. Alle problemen worden serieus genomen en vertrouwelijk behandeld. De hulpverlening kan bestaan uit coaching en /of doorverwijzing naar andere hulpverlenende instanties. Je Slb’er kan je verwijzen naar de trajectbegeleider zorg of je kunt jezelf aanmelden, door zelf binnen te lopen bij het zorgteam.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
17
Indicatie wordt bij aanvang of tijdens je studie gesteld. Er volgt een melding bij SS&B (Steunpunt Studie & Beperking) wat kan resulteren in extra begeleidingstijd binnen en/of buitenschools. Aard en omvang van de begeleiding worden bepaald in samenspraak met jou de school en SS&B. Heb je een REC (regionaal expertise centrum) indicatie en LGF (leerling gebonden financiering) dan kan er in overleg met de zorgcoördinator gekeken worden of dit gebruikt kan worden voor extra begeleiding of voorzieningen. Waarbij in acht wordt genomen dat de leerling tot een beroepsbeoefenaar wordt opgeleid en ook als dusdanig zelfstandig moet kunnen functioneren.
5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie Tijdens het doorlopen van je studie kan je soms tot de conclusie komen dat een opleiding binnen de zorg niet haalbaar of wenselijk is. Dit kun je bespreken met je studieloopbaanbegeleider. Deze verwijst je door naar het zorgteam. De trajectbegeleider zorg van het zorgteam gaat verder met je in gesprek en zal samen met jou (en je ouders/verzorgers) kijken naar de te nemen vervolg stappen. Bijv.: Beroepskeuze test, capaciteitentest en of mogelijk doorverwijzen naar 3e lijnszorg. Wanneer je extra ondersteuning nodig hebt bij het leren kunnen hiervoor extra ondersteuningsuren worden aangevraagd bij SS&B (steunpunt studie en beperking). Aanmelden bij de trajectbegeleider zorg, via je Slb’er. De indicatie wordt bij de intake of tijdens je studie gesteld. Aard en omvang van de begeleiding worden bepaald in samenspraak met jou, de school en SS&B. Heb je een REC (regionaal expertise centrum) indicatie en LGF (leerling gebonden financiering) dan kan er in overleg met SS&B en de trajectbegeleider zorg gekeken worden of dit gebruikt kan worden voor extra begeleiding of voorzieningen. Dit wordt tijdens de verdiepte intake besproken met de trajectbegeleider zorg. In acht wordt genomen dat de leerling tot een beroepsbeoefenaar wordt opgeleid en ook als dusdanig zelfstandig moet kunnen functioneren. Er is een centrale examenregeling ROC West-Brabant. Deze kun je vinden op de site http://vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-en-procedures.aspx in deze regeling zijn examenrechten van studenten met beperkingen vastgelegd. Extra examenfaciliteiten zijn aan te vragen via het examenbureau, mits je een officiële verklaring hebt (bv. van dyslexie). Heb je geen officiële verklaring en denk je er wel voor in aanmerking te komen, dan vraag je je Slb’er je door te verwijzen naar de trajectbegeleider zorg van het zorgteam, deze kan een verklaring voor je aanvragen via het SS&B (Servicecentrum Studie en Beroep).
5.4 Klachten Binnen Vitalis college is er een klachtenregeling. Deze kan op diverse momenten in werking gaan Je kunt een klacht in dienen via de studieloopbaan begeleider, vertrouwenspersoon of servicebureau Meer uitleg kun je vinden in het document Deelnemersstatuut-Klachtenregeling te vinden op de site http://vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-en-procedures.aspx
5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd Speciaal hiervoor zijn er binnen het Vitalis college een tweetal vertrouwenspersonen aangesteld. De verwijzing naar deze personen kan via de studieloopbaan begeleider, begeleiders, instructeurs, studentenloket of via het servicebureau Ook kan je zelfstandig hier contact mee zoeken. Aan het begin van je opleiding krijg je een folder met de namen van de vertrouwenspersonen en hoe en waar ze te bereiken zijn. Je meldingen worden in vertrouwen behandeld. De directeur van het Vitalis college wordt geïnformeerd over het aantal meldingen en de aard van die meldingen, dit gebeurt zonder de naam van de melder.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
18
6 Alles over de beoordeling Er zijn twee manieren van beoordelen: 1. ontwikkelingsgerichte beoordeling ‘beoordelen om te leren’ 2. kwalificerende beoordeling ‘beoordelen om te beslissen’ Dit moet je goed uit elkaar houden. Als student ben je actief betrokken bij de beoordeling. Je bent namelijk zelf verantwoordelijk voor het aandragen van de bewijzen van je leervorderingen, je laat zien ‘dat je het kunt en dat je weet waarom’. Hieronder lees je meer over die twee manieren van beoordelen en wat je moet doen om je diploma te behalen.
6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen Ontwikkelingsgerichte beoordeling ondersteunt vooral het leren. Daarom spreken we ook wel van ‘beoordelen om te leren’. Beoordelen om te leren is vooral bedoeld om jou informatie te geven, waarmee jij je leerproces kunt bijsturen. Jij laat steeds weer zien wat je al kunt en anderen spreken daar een oordeel over uit. Die beoordelaars kunnen docenten of instructeurs zijn, ook begeleiders uit de werkvelden of medeleerlingen maar ook jezelf. Jezelf beoordelen / reflecteren In je leven leer je vooral van fouten en successen. Dat geldt ook voor school en werk. Als je af en toe de tijd neemt om stil te staan bij resultaten op school en binnen de BPV-instelling, zul je daar veel van leren. Wij vragen je daarom tijdens je opleiding heel vaak de resultaten van je eigen werk te beoordelen. We vragen je ook welke conclusies je trekt uit die zelfbeoordeling. Ofwel, we laten je regelmatig reflecteren op alles wat je doet. In de boekjes met beroepsprestaties lees je meer over dat reflecteren.
Je verzamelt bewijsstukken van je ontwikkeling in het portfolio (ontwikkelingsdeel). Zo breng je je ontwikkeling in beeld. Omdat jezelf verantwoordelijk bent voor je portfolio bepaal je zelf welke bewijsstukken je wilt opnemen. Door het bijhouden van het portfolio ben je zelf ook beoordelaar. Jij beoordeelt namelijk welke producten en prestaties het beste laten zien hoe ver je bent in je leer- en ontwikkelingsproces.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
19
Beoordeeld worden door anderen Soms heb je het oordeel van anderen nodig. Je wilt van docenten en je begeleiders uit het werkveld horen of je iets goed doet. Als je het niet goed doet wil je weten hoe je jezelf kunt verbeteren. Ook medeleerlingen kunnen heel goed aangeven waar ze jou goed in vinden en waar ze jou minder goed in vinden. Zij kunnen beoordelen hoe jij samenwerkt, of je een handeling goed uitvoert en welk aandeel je hebt gehad bij een prestatie die jullie samen hebben geleverd. Als je van een beoordeling wilt leren hoe het beter kan, moet de beoordelaar zorgen voor een kort verslag, waarin staat wat goed is en wat een volgende keer misschien nog beter kan. Vaak eindigt een dergelijk verslag met een advies. Zo’n beoordeling met feedback helpt jou bij het maken van een plan om het (nog) beter te doen. Omdat die beoordeling jou helpt bij je ontwikkeling, spreken we ook van ‘ontwikkelingsgerichte beoordeling’. Beoordelingen bespreken met je studieloopbaanbegeleider De beoordelingen zeggen iets over jouw ontwikkeling. Daarom bewaar je de bewijsstukken in je portfolio. Je studieloopbaanbegeleider leert je om goed gebruik te maken van de adviezen en de feedback bij die beoordelingen. De uren voor de begeleiding door de SLB’er tijdens de lesweken staan op je lesrooster. In de individuele begeleidingsuren (SLBi) bepaal je samen waar je staat in je leerproces en bespreek je welke stappen je wilt gaan zetten om nieuwe leerdoelen te behalen. Dit doe je aan de hand van de verzamelde bewijsstukken in je ontwikkelingsportfolio. Naast deze controlerende rol kan de SLB’er je ook advies geven bij je kwalificerende beoordeling. Je kunt samen bespreken of je toe bent aan een kwalificerende beoordeling (beoordeling om te beslissen) en welke documenten je kunt gebruiken voor je beoordelingsportfolio.
Ontwikkelingsgerichte beoordeling op school IRM (individueel reflectiemoment): beoordelen om te leren Per jaar zijn er verplichte IRM gesprekken gepland (in de IRM-weken). De SLB’er bespreekt en beoordeelt aan de hand van het ontwikkelingsportfolio of je aan alle verplichtingen voldaan hebt en met bewijsstukken kunt aantonen dat je voldoende voortgang hebt laten zien. Jouw studievoortgang wordt hierdoor bewaakt en je kunt je leer- en ontwikkelproces gericht sturen. In het onderstaande schema ‘overzicht ontwikkelingsgerichte beoordeling op school’ zijn deze gesprekken uitgewerkt. Je kunt zien wanneer de gesprekken zijn, welke criteria gebruikt worden om je voortgang te beoordelen en welke consequenties dit voor je kan hebben. Het kan zijn dat je helemaal goed bezig bent en dat je je op het juiste niveau ontwikkelt. Maar het kan ook zijn dat je te horen krijgt dat jouw resultaten wel voldoende zijn en dat je op de goede weg bent maar dat je nog hard moet werken om aan alle eisen van het betreffende leerjaar te voldoen. Als onvoldoende voortgang aantoonbaar is krijg je een advies hoe je daarmee moet omgaan en/of wat daarvan de gevolgen zijn. Van de gesprekken maakt de SLB’er en de student een kort verslag waarin alle afspraken worden vastgelegd. Deze verslagen bewaar je in je portfolio. Hoe je je op het IRM moet voorbereiden bespreek je met je SLB’er.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
20
Overzicht ontwikkelingsgerichte beoordeling (IRM) op school met je SLB’er Periode
Criteria
1e en 3e en leerperiode
Inhoud ontwikkelgericht portfolio: 1. 1.
Eerste leerjaar ook in periode 4 2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
ingevulde aftekenlijsten van de onderwijsactiviteiten bewijslast ontwikkelingsgerichte beoordeling beroepsprestaties specifieke bewijsstukken behorend bij de beroepsprestaties scorelijsten voor de vakinhoudelijke kennistoetsen bewijslast beroepsmatig rekenen (indien van toepassing) bewijs van: voldoen aan de gedragscode voor de zorginstellingen verslagen IRM-gesprekken en bewijsstukken van andere afspraken aanwezigheidregistratie (100% aanwezigheid op school) checklist ontwikkelingsportfolio*
Je voldoet aan de criteria
2.
Je kunt verder gaan met de ingezette leerweg Je krijgt adviezen voor je POP (persoonlijk ontwikkelingsplan)
Je voldoet niet aan de criteria 1.
2.
Er kunnen extra ontwikkelen begeleidingsgesprekken gepland worden. Als onvoldoende voortgang aantoonbaar is worden afspraken met je gemaakt hoe je de achterstand kunt inhalen en hoeveel tijd je hiervoor krijgt. Ook wordt vastgelegd wat de consequenties zijn als je je niet aan de afspraken houdt (zie OOK).
* Voor de controle van de verplichte inhoud van het portfolio wordt de ‘checklist ontwikkelingsportfolio’ gebruikt. Deze lijst vind je in je portfolio. De afgetekende lijst is een voorwaarde voor deelname aan de kwalificerende beoordelingen.
6.2 Beoordeling en je portfolio Beoordelen van competenties: beoordelen om te leren Jouw opleiding is competentiegericht. Je ontwikkelt die competenties door te werken aan beroepsprestaties. Deze competenties worden door je begeleiders in de praktijk ontwikkelingsgericht beoordeeld. Je kunt dan laten zien of je in staat bent om je competenties voldoende en op het juiste niveau te ontwikkelen en dit aantoonbaar te maken. De bewijsstukken hiervan bewaar je in je portfolio en bespreek je met je SLB’er. De omschrijving van de werkprocessen en competenties kun je vinden in kwalificatiedossier en je werkboek(en) van de fasen. De beroepsprestaties met de opdrachten staan in de werkboeken van de fasen. Achter elke beroepsprestatie is een beoordelingslijst opgenomen waarmee een aantal competenties beoordeeld kan worden.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
21
Aan het begin van die lijst wordt altijd eerst vermeld hoe moeilijk de beroepssituatie moet zijn waarin je de prestatie levert (complexiteit), hoeveel begeleiding gegeven mag worden en hoeveel verantwoordelijkheid je moet kunnen dragen. Daarna volgt een lijst met competenties, die beoordeeld moeten worden. Achter elk van die competenties komt uiteindelijk te staan of je die hebt ‘aangetoond’ of ‘niet aangetoond’. De verplichte bewijsstukken in je ontwikkelingsportfolio zijn aanwezig Om aan de kwalificerende beoordelingen te kunnen deelnemen moet je voldoende voortgang in je leerproces kunnen aantonen. De bewijsstukken hiervoor verzamel je in je ontwikkelingsportfolio. Wanneer het ontwikkelingsportfolio compleet is en alle onderdelen zijn afgetekend op de checklist ‘ontwikkelingsportfolio’, krijg je een POSITIEF ADVIES van de SLB’er. Dat betekent dat je bij het examenbureau wordt aangemeld voor de kwalificerende beoordeling(en). Je mag beginnen met de voorbereidingen van de kwalificerende beroepsprestatie(s). De verplichte bewijsstukken in je ontwikkelingsportfolio ontbreken Wanneer bewijsstukken in je ontwikkelingsportfolio ontbreken betekent dit een NO GO. Je wordt niet toegelaten voor deelname aan de kwalificerende beoordeling(en). Dit heeft consequenties voor je studievoortgang. Je kunt hierover meer lezen in de overgangsregelingen. Deze zijn per leerjaar uitgewerkt. (zie bijlagen)
6.3 Studievoortgang Je studievoortgang maakt deel uit van de jaarovergang. Om bevorderd te worden naar het volgende leerjaar moet je voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden en de overgangscriteria kun je raadplegen in de regeling jaarovergang. zie bijlage 6. Je studieloopbaanbegeleider zal het plan aan het begin van ieder jaar met je doornemen zodat je op de hoogte bent wat er van je verwacht wordt.
6.4 Examens en het diplomeren Bij de kwalificerende beoordeling stellen deskundigen vast of jij kan handelen als een beginnend beroepsbeoefenaar en of je voldoet aan vooraf opgestelde eisen. We spreken dan van `beoordelen om te beslissen`. Deze beoordeling moet dus duidelijk maken of jij de beroepsprestaties met de daarbij behorende competenties voldoende beheerst. Er wordt dus feitelijk vastgesteld of je geslaagd bent voor (onderdelen van) het assessment en of je je opleiding of delen van je opleiding kunt afsluiten. Voor de kwalificerende beoordeling van kernactiviteiten maken wij gebruik van de examenproducten van de Stichting Consortium Zorg en Welzijn. Als exameninstrument wordt de methodenmix ingezet zoals deze in de werkboeken van de Stichting Consortium kwalificatiedossier 2011 uitgewerkt. De methodenmix bestaat uit 1) Kwalificerende beroepsprestatie(s) in de BPV, 2) het kwalificerend verantwoordingsverslag en 3) het kwalificerende assessmentgesprek (Criterium Gericht Interview, CGI). Voor meer informatie over de methodenmix zie bijlage 10.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
22
Hieronder een beknopte weergave van de kernpunten van de methodenmix. (bij positief advies voor deelname aan de kwalificerende beoordeling) -
-
je start met de voorbereidingen voor de beroepsprestatie(s) nadat je van de BPV-begeleider en de WAP-docent (Werken aan Beroepsprestaties) een GO hebt voor de uitvoering van de beroepsprestatie(s) kun je deze uitvoeren. je voert de beroepsprestatie(s) uit in de BPV (evt. een onderdeel in simulatie binnenschools) en je verzamelt de vastgestelde specifieke bewijsstukken. je levert de bewijsstukken in bij de beoordelaars beoordelaars observeren en beoordelen de uitvoering van de beroepsprestatie(s) beoordelaars voeren het beoordelingsgesprek beroepsprestatie(s) met je je schrijft aan het eind van fase 2 en aan het eind van fase 3 het kwalificerende verantwoordingsverslag over de beroepsprestatie(s) volgens de STARRT- methode. het reflectieverslag wordt beoordeeld door de beoordelaar BPV op feitelijkheden en door de beoordelaar binnenschools op toepassing van de STARRT- methode. De bewijsstukken beroepsprestatie(s) en het verantwoordingsverslag heb je ter beschikking gesteld aan de assessoren assessmentgesprek (CGI) . Aan het eind van fase 2 en 3 vindt het assessmentgesprek (CGI) plaats op school met 2 onafhankelijke assessoren* de assessoren beoordelen het assessmentgesprek (CGI) en valideren voorgaande stappen de assessoren communiceren de beoordeling met je en rapporteren de uitslag aan examenbureau
Voor de beoordeling van alle onderdelen methodenmix (kwalificerende beroepsprestatie, verantwoordingsverslag en assessmentgesprek (CGI)) worden de beoordelingslijsten en – formulieren uit de werkboeken van de Stichting Consortium 2011 gebruikt. Ieder onderdeel van de methodenmix kan met ‘aangetoond’ of ‘niet aangetoond’ worden beoordeeld. Een kwalificerende beoordeling is behaald wanneer alle onderdelen van de methodenmix met de normscore ‘aangetoond’ zijn beoordeeld. Legitimatie Bij deelname aan de kwalificerende beoordelingen moet je je kunnen legitimeren. Hoe te handelen bij afwezigheid Bij onverwachte afwezigheid voor de geplande toetsen of examens meldt je dit bij de SLB’er. Je geeft aan wat de reden van je afwezigheid is. Via de mail
[email protected] stel je het examenbureau schriftelijk op de hoogte van je afwezigheid. Indien de BPV hierbij betrokken is meld je dit ook op de BPV plaats. Je maakt een nieuwe afspraak om de toets of examen zo snel mogelijk in te halen met je SLB’er. Wanneer moet je herkansen Indien je aan de criteria van de kwalificerende beoordeling(en) niet hebt voldaan kun je in aanmerking komen voor herkansing. De criteria zijn per leerjaar en per beroepsprestatie uitgewerkt in de examenplannen en overgangsregelingen zie bijlage 6. De clusterexamencommissie stelt altijd de resultaten van de kwalificerende beoordelingen vast en kan in uitzonderlijke situaties een afwijkend besluit nemen van bestaande regelingen.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
23
Hoe kom je in aanmerking voor een vrijstelling Recente relevante diploma’s of eerder verworven relevante competenties kunnen je opleidingstraject verkorten. Bij het examenbureau kun je een aanvraag doen om te onderzoeken of je recht hebt op vrijstellingen. Het Vrijstellingenbeleid is opgenomen in het Handboek Examinering en gepubliceerd op de website van het Vitalis college http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-en-procedures.aspx . Heb je vragen over het vrijstellingenbeleid kun je terecht op het examenbureau: locatie Breda, Nieuwe Inslag 46, kamer 50. Per student individueel bekeken of deze in aanmerking komt voor vrijstelling(en). In-door en afstroom mogelijkheden Indien je de opleiding op dit niveau niet kunt voortzetten neem je contact op met het loopbaancentrum om te kijken naar andere mogelijkheden. De mogelijkheden om in een verwant of lager niveau in te stromen met de resultaten die je hier behaald hebt, worden individueel bekeken en vastgesteld. Er wordt dan ook vastgesteld of je recht hebt op een certificaat ook wel genaamd certificeerbare eenheden. Certificeerbare eenheden Verzorgende IG Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Ondersteunen bij huishouden en wonen Informatie wanneer je recht hebt op een certificeerbare eenheid vind je in het examenplan bijlage 7. Fraude Wat we onder fraude verstaan en hoe het Vitalis college handelt kun je lezen in de fraudeprocedure via http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-en-procedures/procedure-bij-fraude.aspx
6.5 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? Binnen het cluster Gezondheidszorg regelt het clusterexamenbureau de organisatie van examens, de registratie van beoordelingen/ resultaten en het uitschrijven van diploma’s. In het examenplan zijn de kwalificerende beoordelingen vastgelegd. In je beoordelingsportfolio verzamel je alle documenten waarop je kwalificerend beoordeeld wordt; alleen deze documenten zijn voor het cluster examenbureau van belang. Het clusterexamenbureau legt van iedere student een examendossier aan. Dit blijft eigendom van het examenbureau. Er is een centrale examenregeling ROC West-Brabant. Deze kun je vinden op de site www.vitaliscollege.nl In deze regeling zijn de examenrechten van studenten vastgelegd in 2 hoofdstukken en 3 bijlagen: - De regeling en de organisatie van de examens - Bezwaar en beroep - Bijlage 1: Begrippenlijst - Bijlage 2: Examencommissies - Bijlage 3: Afwijkende toetsing en examinering We adviseren je dit document aandachtig door te nemen.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
24
De clusterexamencommissie Gezondheidszorg bestaat uit: Voorzitter: Liesbeth Hagenaars Secretaris: Esther Segboer- Buurstede Medewerker studievoortgang: Inge Giesbergen Leden: N3 BOL Jose van Hoek N3 BBL, Rian Verbart N4 BOL, Jac Bovens N4 BBL, Annemie Klomp De clusterexamencommissie houdt zich bezig met: • het verbeteren van de kwaliteit van de examens • het organiseren van binnenschoolse examens • het uitvoeren van regelingen die bestaan rondom examens zoals: • het verlenen van vrijstellingen • het aanwijzen van examinatoren en simulatie cliënten • het verwerken van verzoeken om versnelling/ vertraging / opstroom / afstroom • het vaststellen van resultaten van de deelnemer en de consequenties hiervan voor de voortgang • het in eerste aanleg behandelen van klachten m.b.t. de examinering. • het verstrekken van diploma’s en certificaten
6.6 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school? In je beoordelingsportfolio verzamel je alle documenten waarop je beoordeeld wordt. Je bent zelf verantwoordelijk voor je beoordelingsportfolio. De school bewaart geen examenwerk. Op verzoek van bijvoorbeeld het examenbureau, de werkgever of de inspectie moet je de gevraagde examendocumenten kunnen aanreiken. In verband hiermee heb je de ‘verklaring voor het bewaren van examendocumenten’ getekend. De resultaten van de kwalificerende beoordelingen worden door het examenbureau verwerkt in een digitaal leerlingvolgsysteem. Na diplomering bewaren we een kopie van je diploma in het centraal archief van het Vitalis college aan de Terheijdenseweg 414 te Breda.
6.7 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat je het niet eens bent met de einduitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. Je dient dan binnen 14 dagen na bekendmaking van de uitslag je bezwaar schriftelijk te melden bij de clusterexamencommissie, Nieuwe inslag 46 te Breda. Dit geldt alleen voor de kwalificerende beoordeling (de examens), dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens je studieloopbaan. Voor die gevallen ga je naar je studieloopbaanbegeleider. Het klachtenformulier vind je op de website van het Vitalis college http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-en-procedures.aspx Ben je het niet eens met de uitspraak van de clusterexamencommissie dan kun je een brief aan de Centrale examencommissie schrijven. In het examenreglement van het ROC-West-Brabant is een klachtencommissie examens opgenomen. Hier kun je terecht met zaken waarover je het binnen het Vitalis college niet eens kunt worden.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
25
7 Inspectie De inspectie van het onderwijs is belast met de kwaliteitscontroles op de examens. Hiervoor wordt een jaarlijks terugkerende audit gehouden. Resultaten van de audits worden gepubliceerd op de websites van de inspectie en van ROC West-Brabant.
8 Addendum In een addendum vind je alle aanpassingen en wijzigingen, die na het vaststellen en bekendmaken van een OER nog worden doorgevoerd. Zodra de aanpassing bekend is wordt deze opgenomen in een aangepaste versie van het OER en gepubliceerd op http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures.aspx . Je kunt er als student op vertrouwen dat je nooit de dupe zult worden van het ontbreken van informatie.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
26
Bijlage 1.
Begrippenlijst
Begrip Begeleiding
Definitie Begeleiding is de professionele ondersteuning van de student, gericht op competentieontwikkeling, eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de student. Mate van begeleiding Geleid In een geleide beroepssituatie krijgt de student opdrachten en instructie van de begeleider. De student volgt bij het uitvoeren van werkzaamheden de aangereikte richtlijnen, procedures en protocollen. Begeleid In een begeleide beroepssituatie is er overleg met de begeleider over de aanpak van de uitvoering. De student doet zelf onderzoek en komt met voorstellen voor de uit te voeren werkzaamheden, daarbij gebruikmakend van bestaande richtlijnen, procedures en pr Zelfstandig Bij het zelfstandig functioneren in een beroepssituatie handelt de student naar eigen inzicht, rekening houdende met de geldende richtlijnen, procedures en protocollen. Informatie of resultaten verkregen in de beroepspraktijk na het uitvoeren van beroepsprestaties of een proeve. Op grond van bewijsstukken kan de beoordelaar competentieontwikkeling vaststellen. Hierbij is informatie noodzakelijk over de complexiteit van de beroepssituatie Een competentie is een specifiek ontwikkelbaar vermogen van een individu bestaande uit kennis, inzicht, houding en vaardigheden. Een instrument waarin competentieontwikkeling van een student geregistreerd staat, uitgedrukt in ontwikkelscore r-p-t of normscore R-P-T op het niveau van een kernactiviteit of opleidingsniveau. Gesloten context De complexiteit van de beroepssituatie is een enkelvoudige, redelijk voorspelbare context. Dat betekent dat de student zijn feitenkennis kan toepassen in een concrete situatie en onder begeleiding. De student kan terugvallen op regels, procedures en protocollen Open context Een open context kan van diverse aard zijn. De beroepscontext is minder voorspelbaar. Er kan sprake zijn van meervoudige problematiek en dienstverlening. Dat betekent dat de student kennis verwerft en procedures eigen maakt en deze flexibel kan inzetten e Complexe context In een complexe context is er sprake van onvoorspelbare en meervoudige problematiek. De student kan totale kennis- en handelingsrepertoire inzetten. Beheerst de situatie zelfstandig en reguleert en werkt oplossingsgericht. Is in staat tot een helikopterview Een toetsvorm waarin beoordelaars of assessoren een gesprek voeren met de student over zijn competentieontwikkeling aan de hand van de STARRTmethode.Bewijsstukken van beroepsprestaties en reflectieverslag zijn input voor dit gesprek. De beoordeling vindt plaats op grond van geldende prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier. Beoordelen om te leren of ontwikkelingsgericht beoordelen.
Bewijsstukken
Competentie Competentie scoretabel Complexiteit van de beroepscontext
Assessment gesprek
Ontwikkelingsgerichte toets Kwalificatie dossier
De beschrijving van de startpositie van de beginnende beroepsbeoefenaar op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Het kwalificatiedossier beschrijft de kerntaken van de beroepsopleiding. Iedere kerntaak is opgebouwd uit werkprocessen. Aan de werkprocessen zijn generieke competenties verbonden. In welke mate de competenties beheerst zullen worden staat beschreven in de prestatie-indicator.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
27
Methodenmix Normscore R-P-T
Ontwikkelscore r-p-t
POP – PAP
Portfolio
Competentiebeheersings-niveaus
Prestatie-indicator
De combinatie van verschillende vormen van assessment (of vormen van examinering) binnen de summatieve beoordeling van competenties. Normscore, ook wel kwalificerende score genoemd, wil zeggen dat de student bij de beoordeling aan de vereiste beoordelingscriteria moet voldoen. Deze zijn afgeleid van de prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier. Bij een normscore voldoet de student aan de criteria die verwijzen naar de competenties van een beginnende beroepsbeoefenaar De normscore staat in de beoordelingslijst met een grote vetgedrukte hoofdletter R, P of T. De ontwikkelscore geeft aan dat de student zich ontwikkelt en nog niet hoeft te voldoen aan de kwalificerende norm voor competentiebeheersing.De student heeft nog begeleiding nodig. Hij kan zich nog ontwikkelen in de gewenste richting, hij heeft nog even de tijd. De ontwikkelscore geeft echter wel inzicht in de mate van ontwikkeling richting de normscore. Is er vooruitgang aanwezig, staat de student even ‘stil’ in zijn groei, met welke competenties heeft hij meer/ minder moeite? De ontwikkelscore staat vermeld met een kleine letter en cursief gedrukte r, p of t. Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en een Persoonlijk Activiteitenplan (PAP). In het POP beschrijft de student zijn competentieontwikkeling, leerstijl, leerdoelen op korte- en lange termijn. In het PAP beschrijft de student op welke wijze, waar, wanneer hij zijn competentieontwikkeling, leerdoelen en dergelijke verwezenlijkt. Een portfolio biedt een overzicht van de individuele leer- en werkervaringen, onderbouwd met bewijsstukken en gerelateerd aan de eisen uit het beroepenveld en de opleiding. Een portfolio bevat normaal gesproken: persoonlijke gegevens, een overzicht van relevante ervaringen, een overzicht van verworven competenties met bewijzen en conclusies. Veelal wordt onderscheid gemaakt tussen het ontwikkelingsdeel en het kwalificerende deel van het portfolio. Een portfolio is te beschouwen als een registratiesysteem waarin verschillende vormen van beoordeling opgenomen kunnen worden, zoals observatielijsten, fotomateriaal, beoordelingslijsten, reflectieverslagen en resultaten van beroepsprestaties. Op Reproductief niveau voert de student een taak uit onder begeleiding.Die taak wordt uitgevoerd volgens standaardprocedures en voorschriften. De student heeft vaak een instructie of rolmodel nodig. De student verwerft kennis en vaardigheden én hij ontwikkelt een passende beroepshouding. Op Productief niveau voert de student de taak deels op eigen initiatief uit. Hij lost problemen op en bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen.Hij vraagt advies ten aanzien van de oplossingen. Hij heeft minder structuur nodig om zelfstandige activiteiten te ondernemen. Bij Transfer gedrag voert de student binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties taken zelfstandig uit.Hij past kennis, houding en vaardigheden toe. Hij ziet verbanden en kan die uitleggen. De student is proactief en zijn oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van het beroep. De prestatie-indicator geeft de mate van competentiebeheersing aan binnen een werkproces. Met de prestatie-indicator van de competentie meet de beoordelaar of het resultaat en het daaraan voorafgaande proces is aangetoond. Een prestatie-indicator is op gebouwd uit beheersingscriteria met daaruit voortvloeiend het uiteindelijke resultaat.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
28
SLB-er, SLB
Een SLB-er is de afkorting van studieloopbaan begeleider. Dit is een begeleider die de student begeleidt tijdens het opleidingstraject. Begeleiding geven aan groepen studenten en/of individuele student met als doel het leerproces van de student(en) te begeleiden afgestemd op de specifieke behoeften en vragen van de student, zodat de student in staat is zelfstandig te functioneren en zodangekwalificeerd is met een certificaat of diploma dat hij/zij reële kansen heeft op de arbeidsmarkt. Uitgangspunt hierbij is dat de student de verantwoordelijkheid draagt van zijn/haar leerproces.
Kwalificerend examen
Beoordelen om te kwalificeren. De summatieve toetsing dient beschreven te zijn in het Onderwijs Examen Reglement (OER). De summatieve toetsing voldoet aan de hiervoor geldende wettelijke regels. De rol of verantwoordelijkheid die een student draagt tijdens de uitvoering van een werkproces varieert van: De mate van verantwoordelijkheid Uitvoering eigen takenpakket De beroepsbeoefenaar is vakman/vakvrouw en vervult uitvoerende en ondersteunende taken. Binnen Zorg en Welzijn is iedere beroepsbeoefenaar verantwoordelijk voor zijn/haar eigen werk. Beroepshandelingen worden met zorg en toewijding uitgevoerd. Samenwerking met collega’s Afhankelijk van het opleidingsniveau draagt de beroepsbeoefenaar verantwoordelijkheid voor de sfeer en de wijze waarop collega’s met elkaar samenwerken Aansturing op lager niveau De verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar kan zich beperken tot het eigen functioneren binnen het eigen takenpakket, maar kan zich ook uitstrekken tot het werk van anderen doe op een lager niveau werken. Dit hangt samen met het niveau van de opleiding De hele zorg- en begeleidingscyclus Naarmate het niveau hoger is, zijn de werkzaamheden divers van aard. De beroepsbeoefenaar heeft inzicht in meerdere werkprocessen. Stemt diensten op elkaar af en coördineert werkzaamheden. De beroepsbeoefenaar beschikt over een helikopterview. Begeleidingsinstrument (kompas) aan de hand waarvan de student planmatig leert en werkt volgens de fases Oriënteren, Plannen, Uitvoeren, Controleren en Reflecteren. Een geheel aan beroepshandelingen gericht op een specifiek doel binnen de beroepspraktijk, vastgelegd in het kwalificatiedossier.
Verantwoordelijkheid
Wegwijzer
Werkproces
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
29
Bijlage 2.
Grofmazig leerplanschema
Fase structuur Verzorgende-IG vertaald naar leerjaren Fase 1 2011 OPLEIDING: VERZORGENDE BBL/ BOL Week/periode
Periode 1fase 1
leerprestatie
Kompas Hoe leer ik Samenwerkend leren
LB Fase 1 Beroeps prestaties
1.5 .Ondersteunen bij Basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11
Periode 2 fase 1
Periode 3 fase 1
Periode 4 fase 1
1.5 .Ondersteunen bij Basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11 1.4 Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen Wp1.5 Wp1.7 Wp1.11
1.5.Ondersteunen bij basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11 1.3 planmatig zorgverlenen (1) Wp.1.1 Wp 1.10
1.5.Ondersteunen bij basisbehoeften Wp 1.1 Wp 1.2 Wp 1.5 Wp1.11 1.3 planmatig zorgverlenen (1) Wp.1.1 Wp 1.10
Fase 2 2011 OPLEIDING: VERZORGENDE BBL/ BOL Week/periode
Periode 5 fase 2
Periode 6 fase 2
Periode 7 fase 2
Periode 8 fase 2
2.3 planmatig zorgverlenen(2)
2.3 planmatig zorgverlenen (2)
2.5 begeleiden van een woongroep
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.5 begeleiden van een woongroep
2.7 begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
2.6 omgaan met grensoverschrijdend gedrag
2.6 omgaan met grensoverschrijdend gedrag
2.7 begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
2.7 begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
Fase 2 Beroeps prestaties
Verantwoordingsverslag en assessmentgesprek Fase 3 2011 OPLEIDING: VERZORGENDE BBL/ BOL Week/periode
Periode 9 fase 3
Periode 10 fase 3
Periode 11 fase 3
Periode 12 fase 3
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.4 uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
3.1 verdiepen in de branche
3.1 verdiepen in de branche
3.2 professionaliseren
3.2 professionaliseren
3.2 professionaliseren
3.1 verdiepen in de branche
3.1 verdiepen in de branche
3.3 participeren in de zorg
Fase 3 Beroeps prestaties
3.3 participeren in de zorg Verantwoordingsverslag en assessmentgesprek
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
30
Bijlage 3.
Lesrooster
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
31
Bijlage 4.
Fase indeling met beroepsprestaties Verzorgende KD 2011
Fase
Score
Ontwikkelingsgericht
Fase 1
Beroepsprestaties
Werkprocessen KD 2011
1.1 Verzamelen van gegevens
1.1
1.2 Beginnen met zorg
1.3. Planmatig zorgverlenen 1 1.4. Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen
Kwalificerend
1.5. Ondersteunen bij basisbehoeften
Stelt (mede) het zorgplan op
Competenties KD 2011 dj
1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.11 Evalueert de zorgverlening 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
J
1.10 Stemt de zorgverlening af
EQ
1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden 1.11 Evalueert de zorgverlening
CDR LRT
1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
K
1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt een zorgvrager
EFJ R
1.11 Evalueert de zorgverlening
DJM
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
jr
t D l L J DHJK M
DJM
CDR
32
Afsluiting Certificeerbare eenheid 1*
Afsluiting Certificeerbare eenheid 3*
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening Ondersteunen bij huishouden en wonen 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.7 Ondersteunt bij huishouden en wonen 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening
DHJKM EFJR C D R EQ DJM
DHJKM EFJR C D R LRT EQ DJM
*Aansluitend het verantwoordingsverslag 1 en het assessmentgesprek 1
Opmerkingen fase 1 Generieke beroepsprestaties. De vertaalslag naar de branches komt tot uitdrukking in de typering en de opdrachten.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
33
Score
Fase
Ontwikkelingsgericht
Fase2
Beroepsprestaties
Werkprocessen KD 2011
2.1 Vaardig in verplegingstechniek
1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 voert partusassistentie uit (alleen kraam) 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
2.2 Omgaan met lastige situaties 2.3. Planmatig zorgverlenen 2
2.4. Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
Kwalificerend
2.5 Begeleiden van een woongroep 2.6 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag
2.7 Begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking.
Afsluiting Certificeerbare eenheid 2
1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 Voert partusassistentie uit (alleen kraam)
Competenties KD 2011 klt Klt K
cdr etv DHJK M EFJR
KLT KLT
1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.6 Begeleidt een groep zorgvragers
IL
1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.11 Evalueert de zorgverlening 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.10 Stemt de zorgverlening af
EFJR
EQ
Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en
DHJKM EFJR
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
ETV CDR CU
CDR ETV DJM F
CDR ETV
34
observeert gezondheid en welbevinden 1.3 voert verpleegtechnische handelingen uit 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening
KLT C D R IL EQ DJM
Opmerkingen fase 2 Generieke beroepsprestaties. De vertaalslag naar de branches komt tot uitdrukking in de typering en de opdrachten.
Verantwoordingsverslag 1*
1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden
FR
Assessmentgesprek 1*
1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
H
1.5 Begeleidt een zorgvrager
C
*In combinatie met de kwalificerende BP’s of CE in fase 1 en 2
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
35
Beroepsprestaties
Werkprocessen KD 2011
3.1. Verdiepen in de branche
1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
Score
Fase
Fase 3
Kwalificerend
3.2. Professionaliseren
3.3. Participeren in kwaliteit van zorg
1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.11 Evalueert de zorgverlening 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 2.3 Geeft werkbegeleiding 1.11 Evalueert de zorgverlening 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Competenties KD 2011 DHJK M EFJR
CDR ETV DJM F
EQ M K
C DJM K
T
Opmerkingen fase 3 Verdiepende fase met branchespecifieke beroepsprestaties. Verantwoordingsverslag 2
1.10 Stemt de zorgverlening af 2.3 Geeft werkbegeleiding
Q C
Assessmentgesprek 2
1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.11 Evalueert de zorgverlening
F
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
M
36
Bijlage 5. Nederlands Code examen N3-lui-1
Nederlands en rekenen ontwikkelingsgericht
N3-lez-1
Ondersteunend aan luistervaardigheid (mondelinge taalvaardigheid) Leesvaardigheid
N3-schrijf-1
Schrijfvaardigheid
N3-spre-1
Spreekvaardigheid (mondelinge taalvaardigheid)
N3-lui-2
N3-schrijf-2
Luistervaar-digheid (mondelinge taalvaardigheid) Schrijfvaardigheid
N3-lez-2
Leesvaardigheid
N3-gespr-1
Gesprek voeren (mondelinge taalvaardigheid)
N3-taal-1
Taalverzorging en begrippenlijst
vorm beoordeling:
Inhoud
Duur
Cesuur TOA; >80%
Aantal kansen 1x
0-meting TOA digitaal
Luisteren 1F/2F (NeLu 1F-2F I)
60 min.
0-meting TOA digitaal
Lezen 1F/2F (NeLe 1F-2F I)
Digitale voortgangstoets m.g.v. webbased methodetoetsing Mondelinge, geïntegreerde voortgangstoets m.g.v. Consortium beoordelingslijst Voortgangstoets TOA digitaal Voortgangstoets TOA schriftelijk Voortgangstoets TOA digitaal Mondelinge, geïntegreerde voortgangstoets gesprek voeren, m.g.v Consortium beoordelingslijst TOA digitaal
P1
Plaats van afname school
75 min.
TOA; >80%
1x
P1
school
Taalverzorging en begrippenlijst 2F (grammatica, spelling) Spreken 2F; klassenvoordracht
90 min.
>80%*
1x
P4
school
10 min.
Score 7 van 9 items
1x
P4
school
Luisterteksten 2F
60 min.
TOA; >80%
1x
P5
school
Schrijfopdrachten 2F
60 min. 75 min. 15 min.
TOA
1x
P6
school
TOA; >80%
1x
P7
school
Score 7 van 9 items
1x
P8
school
40 min.
TOA
1x
P8
school
Leesteksten 2F Gespreksvoering bij CGI 2F
Spelling en grammatica 2F
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
37
periode
Rekenen Rekenen Code examen
Ondersteunend aan
vorm beoordeling:
Inhoud
Duur
Cesuur
Aantal kansen
periode
Plaats van afname
N3-rek-1/2/3F
Generiek rekenen
0-meting 1F-2F-3F Intaketoets TOA, digitaal
Domeinen: • Getallen • Verhoudinge n • Meten en meetkunde • Verbanden
90 min
TOA 40 opgaven: 21/40= 1F 29/40= 2F 38/40= 3F
1x
P1
School
N3-rek-2F
Generiek rekenen
Methode eindtoets 2F, digitaal
Alle domeinen
60 min.
75%*
1x
P4
school
N3-rek-2/3F
Generiek rekenen
Methode eindtoets 2F (herhaling) of 3F (verdieping), digitaal
Alle domeinen
60 min.
75%*
1x
P8
school
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
38
Bijlage 6.
Studievoortgangplan en regeling jaarovergang 1e leerjaar
Voortgang overgang van het eerste naar het tweede leerjaar
Cluster Gezondheidszorg, Vitalis College ROC West-Brabant
Verzorgende-IG N3 BBL / Kwalificatie dossier 2011
Aantal kansen Afgeronde beroepsprestaties Burgerschap
2x per BP
Nederlands
1x
Rekenen
1x
IRM
Digitale toetsing Cesuur > 70 %
Periode 1 Inhoud
Periode 2 inhoud
Opdrachten voldaan
Opdrachten voldaan
Twee van de vier behaald Aanwezigheid school en BPV
Periode 4 inhoud BP 1.3 en 1.5
Luistervaardigheid en leesvaardigheid TOA toets 0 meting Generiek rekenen 0 meting
Schrijfvaardigheden Spreekvaardigheid (mondelinge taalvaardigheid)
IRM
2x
Periode 3 Inhoud BP 1.4
IRM
Generiek rekenen Digitaal TOA eindtoets 2F IRM
Hoorcolleges en probleemtaken BP 1.5
Hoorcolleges en probleemtaken BP 1.4 en 1.4
Hoorcolleges en probleemtaken BP 1.3 en 1.5
Hoorcolleges en probleemtaken BP 1.3 en 1.5
100%
100%
100%
100%
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
39
Studiepunten totaal 60
Regeling jaarovergang Voortgangsregeling opleiding verzorgende IG eerste naar tweede leerjaar Je wordt bevorderd naar het tweede leerjaar indien je aan het einde van periode 4 aan de volgende voorwaarden voldoet: 1. Je hebt beroepsprestatie 1.3 aangetoond 2. Je hebt beroepsprestatie 1.4 aangetoond 3. Je hebt beroepsprestatie 1.5 aangetoond 4. Je hebt 2 van de 4 kennistoetsen behaald Niet bevorderen naar het tweede leerjaar: Er zijn 2 mogelijkheden: • Voorwaardelijk bevorderen (dit betekent 9 lesweken reparatie) • Verlenging 18 lesweken (je wordt teruggeplaatst in een andere lesgroep/ cohort) Voorwaardelijk bevorderen ( 9 lesweken reparatie): • Om voorwaardelijk te bevorderen moeten beroepsprestatie 1.3 en beroepsprestatie 1.4 behaald zijn. • Daarnaast moeten 2 van de 4 kennistoetsen behaald zijn. • Van beroepsprestatie 1.5 moet de onderwijsactiviteiten afgetekend zijn. • Je vervolgt het opleidingstraject in dezelfde groep/ klas. In overleg met je SLB’er en het werkveld zijn afspraken gemaakt hoe je beroepsprestatie 1.5 kunt kwalificeren. Dit gebeurt naast het reguliere lesprogramma. • Indien BP 1.5 na 9 lesweken niet is aangetoond betekent dit dat je het herkansingstraject ingaat; de opleiding wordt verlengd. Je wordt teruggeplaatst in een andere lesgroep / cohort in het 1e leerjaar Verlengen (18 lesweken): Je kunt in aanmerking komen voor een verlenging indien: • BP 1.3 of BP 1.4 aangetoond is. • Over de verlengingsperiode van BBL-studenten wordt overlegd met het werkveld. • Bij verlenging kom je in een andere lesgroep / cohort. In deze groep volg je het reguliere • opleidingstraject. • Indien na 18 lesweken de ontbrekende beroepsprestaties niet zijn aangetoond, betekent dit dat deze • opleiding voor jou niet haalbaar is en wordt je onderwijsovereenkomst beëindigd. Dit betekent voor jou dat je het herkansingstraject ingaat; de opleiding wordt verlengd. Je wordt teruggeplaatst in een andere lesgroep / cohort in het 1e leerjaar. Na 18 lesweken worden je resultaten opnieuw beoordeeld en vastgesteld. Indien de kwalificerende onderdelen niet met aangetoond zijn beoordeeld betekent dit voor jou het einde van de opleiding of terugstromen naar een lager niveau. Voor verlenging is een aantal richtlijnen vastgelegd. Voor jouw opleiding geldt: • je kunt maximaal 1 x per leerjaar verlengen, • je kunt maximaal 2 x verlengen per opleiding. Het resultaatverantwoordelijke team (BBL 3 – BOL 3) kan in uitzonderlijke situaties een afwijkend besluit nemen van bestaande regelingen.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
40
Bijlage 7: Kwalificerend examenplan 95530 Verzorgende IG N3 BBL en BOL Kwalificatiedossier 2011 Kerntaak 1 / Fase 1 / Leerjaar 1 Opleidingsnaam:Verzorgende niv.3 BBL Cohort: 2011
O BOL X BBL
Vitalis college onderdeel van ROC West Brabant:
Crebocode: 95530
O Economie
Brondocument LLB: 2011
X Gezondheidszorg
O Pedagogie
O Welzijnszorg
Vastgesteld op datum: 1 december 2011
A. Algemeen Examen vorm
Examenproduct (laat 1 examenproduct per regel staan die van toepassing is)
Examen inkoop
Ja
Kerntaak/ Werk processen
Competenties
Weging / Normscore
Certificeerbare Eenheid
1.3. Planmatig zorgverlenen 1
X
WP 1.1 WP 1.10
DHJKM EQ
Aangetoond 100 %
C1/C2/C3 C1/C2/C3
X
LP 4
Kwalificerend
1.4. Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen
X
WP 1.5 WP 1.7 WP 1.11
CDR LRT DJM
Aangetoond 100 %
C1/C2/C3 C3 C1/C2/C3
X
LP 3
2
X
K WP1.1 Aangetoond EFJR WP1.2 100 % C1/C2/C3 CDR WP 1.5 DJM WP 1.11 Bij tussentijdse uitstroom kan bij afsluiting fase 1 de volgende certificeerbare eenheid(en) uitgereikt worden: C1 = Ondersteunen bij persoonlijke verzorging C3 = Ondersteunen bij huishouden en wonen
X
LP 4
2
X
X
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
41
Nee
BPV
School
Beoordelaars
Kwalificerend
1.5. Ondersteunen bij basisbehoeften
Ja
Peri ode
Aant al 2
Kwalificerend
Nee
Plaats examen
BPV X
Scho ol
Kerntaak 1 en 2 / Fase 2 / Leerjaar 2 Exa men vorm
Examenproduct (laat 1 examenproduct per regel staan die van toepassing is)
Examen inkoop
Ja
Kerntaak/ Werk processen
Competenties
Weging / Normscore
Nee
Certificeerbare Eenheid
Ja
Nee
Plaats examen
Peri ode
BPV
School
P
X
X
X
Beoordelaars
BPV
n.t.b.
Aant al 2
X
n.t.b.
2
X
Scho ol X
Kwalificerend
BP 2.3. Planmatig zorgverlenen 2
X
WP 1.1 WP 1.2
DHJKM EFJR
Aangetoond 100 %
Kwalificerend
BP 2.4. Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
X
WP 1.3 WP 1.4 WP 1.8 WP 1.9
KLT KLT IL ETV
Aangetoond 100 %
Kwalificerend
BP 2.5 Begeleiden van een woongroep
X
WP1.5 WP1.6
CDR CU
Aangetoond 100 %
X X
X
X
n.t.b.
2
X
Kwalificerend
BP 2.6 Omgaan met grensoverschrijde nd gedrag
X
WP 1.2 WP 1.5 WP 1.9 WP 1.11
EFJR CDR ETV DJM
Aangetoond 100 %
X X X X
X
X
n.t.b.
2
X
Kwalificerend
BP 2.7 Begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
X
WP 1.2 WP 1.5 WP 1.9 WP 1.10
F CDR ETV EQ
Aangetoond 100 %
X X X X
X
X
n.t.b.
2
X
Kwalificerend
Verantwoordingsverslag
X
WP 1.2
FR
Aangetoond 100 %
X
X
n.t.b.
1
X
Assessment gesprek
X
H WP 1.1 Aangetoond C WP 1.5 100 % Bij tussentijdse uitstroom kan er de volgende certificeerbare eenheid uitgereikt worden voor : C2 = Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen
X X
X
n.t.b.
2
X
Kwalificerend
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
C2
X
X C2 X
42
Kerntaak 1 en 2 / Fase 3 / Leerjaar 3 Examen vorm
Examenproduct (laat 1 examenproduct per regel staan die van toepassing is)
Examen inkoop
Ja X
Kerntaak/ Werk processen
Competenties
Weging / Normscore
WP 1.1 WP 1.2 WP 1.5 WP 1.9 WP 1.11
DHJKM EFJR CDR ETV DJM
Aangetoond 100 %
Certificeerbare Eenheid
Nee
Ja
Plaats examen
Peri ode
Beoordelaars
Nee X X X X X
BPV X
School X
n.t.b.
Aantal 2
BPV X
Aangetoond 100 %
X X X X X
X
X
n.t.b.
2
X
DJM K T
Aangetoond 100 %
X X X
X
X
n.t.b.
2
X
WP 1.10 WP 2.3
Q C
Aangetoond 100 %
X X
X
n.t.b.
1
X
WP 1.2 WP 1.11
F M
Aangetoond 100 %
X X
X
n.t.b.
2
X
Kwalificerend
BP 3.1. Verdiepen in de branche
Kwalificerend
BP 3.2. Professionaliseren
X
WP 1.2 WP 1.10 WP 1.11 WP 2.1 WP 2.3
F EQ M K C
Kwalificerend
BP 3.3. Participeren in kwaliteit van zorg
X
WP1.11 WP2.1 WP2.3
Kwalificerend
Verantwoordingsverslag
X
Kwalificerend
Assessment gesprek
X
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
43
School X
B. Beroepsgericht examenplan Verpleegkundig rekenen Examen vorm
Examenproduct (laat 1 examenproduct per regel staan die van toepassing is)
Examen inkoop
Kerntaak/ Werkprocessen
Competenties
Ja Nee KLT Kennisexamen Medicijnen X 1.3 RKT-1 toedienen/Injecteren KLT Kennisexamen Zuurstof toedienen X 1.3 RKT-2 KLT Kennisexamen Sonde, Berekening X 1.3 RKT-3 druppelsnelheid Bij tussentijdse uitstroom kan er de volgende certificeerbare eenheid uitgereikt worden voor : C2 = Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen
Weging / Normscore
Certificeerbare Eenheid
90%
Ja C2
90% 90%
Nee
Plaats examen
BPV
Examen
Inhoud
Toets vorm
Duur
Cesuur Weging
Aantal X
5
Aantal Nvt
BPV Nvt
Sc N
C2
X
6
Nvt
Nvt
N
C2
X
7
Nvt
Nvt
N
Periode
Plaats
Nederlands * (3F)
Mondeling
Spreekopdracht
30 minuten
2F TOA
2X
P 11-12*
School
Digitaal
Luisterteksten
60 minuten
2F TOA
2X
P 11-12*
School
Mondeling
Casus: gesprek voeren
30 minuten
2F TOA 2X
P 11-12*
School
2F TOA
2X
P 11-12*
School
2F TOA
2X
P 11-12*
School
N4-spre-kw
Spreken; mondelinge taalvaardigheid
N4-lui-kw
Luisteren; mondelinge taalvaardigheid
N4-gespr-kw
Gesprekken voeren ; mondelinge taalvaardigheid
N4-lez-kw
Lezen Leesvaardigheid
Digitaal
Lees-teksten
60 minuten
N4-schrijf-kw
Schrijven Schrijfvaardigheid
Digitaal / Schriftelijk
Schrijfopdrachten
60 minuten
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
44
Beoordelaars
School X
C. Examenplan Nederlands taalvaardigheden Code:
Peri ode
D. Examenplan Rekenvaardigheden (2F) Code:
Examen
Inhoud
N3-rek-kw
Rekenen (2f) Getallen
Digitaal
Toets vorm Generiek rekenen
Duur
Cesuur Weging
90 minuten
TOA: 75%
Aantal X 2X
Periode
Plaats
P11-12*
School
E. Loopbaan & burgerschap Code:
Examen
Inhoud
Toets vorm
Duur
Cesuur Weging
Aantal X
Periode
Plaats
* De gegevens in examenplan deel a, b,c en d zijn onder voorbehoud. Wanneer er wijzigingen optreden zullen de studenten tijdig geïnformeerd worden.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
45
Toelichting examinering Nederlandse taal en rekenen Cohorten vanaf 2010 Generiek versus Beroepsspecifiek (Bron: Steunpunt Taal & Rekenen MBO mei 2010) Examinering van generieke taal- en rekenvaardigheden voor mbo 4 t/m 2012/2013 en voor mbo 1, 2 en 3 t/m 2013/2014 • Voor deelnemers die • én vanaf 2010/2011 starten in een eindtermendocument of kwalificatiedossier • én examen doen vóór 2013/2014 (mbo 4) of vóór 2014/2015 (mbo 1 t/m 3) geldt dat de kennis en vaardigheden Nederlandse taal en rekenen behorend bij het generiek vereiste referentieniveau (2F voor mbo 1, 2 en 3; 3F voor mbo 4) via instellingsexamens moeten worden aangetoond. • De contexten die voor de instellingsexamens worden gebruikt, kunnen ontleend worden aan maatschappelijke situaties en aan algemene of specifieke beroepssituaties. • De generieke taal- en rekenvaardigheden kunnen zowel afzonderlijk worden geëxamineerd als geïntegreerd in beroepsgerichte examens. Voorwaarde voor geïntegreerde examinering is dat de beheersing van het betreffende referentieniveau wordt beoordeeld met afzonderlijke beoordelingsvoorschriften en cesuur. • Vanaf 2011/2012 kan de instelling niveau 4 deelnemers mee laten doen aan de centraal ontwikkelde pilotexamens voor lezen, luisteren en rekenen op niveau 3F. Vanaf 2012/2013 geldt dit voor niveau 1, 2 en 3 deelnemers voor nog nader te bepalen (sub-)domeinen op niveau 2F. Binnen nog vast te stellen landelijke minimum- en maximumgrenzen bepaalt de instelling zelf de aantallen deelnemers aan de pilots. De pilotexamens gelden als instellingsexamen. De (sub-) domeinen die niet via de pilotexamens worden geëxamineerd worden altijd via een instellingsexamen geëxamineerd. Examinering van generieke taal- en rekenvaardigheden voor mbo 4 vanaf 2013/2014 en voor mbo 1, 2 en 3 vanaf 2014/2015 • Vanaf 2013/2014 (mbo 4) en 2014/2015 (mbo 2 en 3) nemen alle deelnemers verplicht deel aan de centraal ontwikkelde examens. Voor mbo 1 wordt in 2014 besloten over wel of geen centraal ontwikkelde examens. • De centraal ontwikkelde examens betreffen voor mbo 4 alle domeinen van rekenen en de (sub)domeinen leesvaardigheid en luistervaardigheid van Nederlandse taal. Voor de overige (sub)domeinen mondelinge taalvaardigheid (spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid), schrijven en begrippenlijst en taalverzorging blijft de examinering via een instellingsexamen. Voor mbo 2 en 3 is nog geen besluit genomen over de (sub-)domeinen waarvoor centraal ontwikkelde examens komen. Examinering van beroepsgerichte taal- en rekeneisen voor vanaf augustus 2010 startende deelnemers van alle niveaus • Naast de generieke taal- en rekeneisen (referentieniveaus) zoals beschreven in deel B van het kwalificatiedossier vraagt het beroep waarvoor de deelnemer wordt opgeleid vaak om specifieke taalen rekenvaardigheden. Deze staan beschreven in deel C bij de beschrijving van kerntaken en (binnen) werkprocessen. In deel D is met een tabel toegelicht op welk niveau de specifieke beroepsgerichte taal en rekenvaardigheden zich bevinden. De informatie in deel D is bedoeld ter verantwoording en ter toelichting ten behoeve van het onderwijs. Voor examens zijn alleen de kwalificatie-eisen in deel B en C van belang. • Beroepsgerichte taal- en rekeneisen hoeven niet apart te worden geëxamineerd en beoordeeld. Ze zijn impliciet verweven in de beroepscompetenties. Wanneer in het examen aangetoond is dat een deelnemer de kerntaken en werkprocessen beheerst dan is het vanzelfsprekend dat ook de onderliggende, voorwaardelijke taal- en rekencomponenten beheerst worden. Dat neemt niet weg dat het instellingen vrij staat om in afzonderlijke examens te beoordelen of de beroepsgerichte taal- en rekenvaardigheden worden beheerst. Net zoals de instelling de vrijheid heeft om met afzonderlijke examens te beoordelen of bepaalde vakkennis wordt beheerst.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
46
Bijlage 8.
Verantwoordingsdocument LB
Kerntaak Kerntaak 1 Je benoemt de ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken
Dimensie Persoonlijke ontwikkeling
Kerntaak 2 Stuurt de eigen loopbaan
Kerntaak 3 Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding Kerntaak 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie
Loopbaan
Politiek, juridisch
Werknemer zijn
Werkproces WP 1.1 Je benoemt leerdoelen voor de ontwikkeling WP 1.2 Je inventariseert geschikte manieren van leren WP 1.3 Je kiest bij de situatie en bij jezelf passende manieren van leren. WP 1.4 Je plant je ontwikkelingsproces en voert het uit. WP 1.5 Je evalueert de gekozen manier van leren. WP 2.1 Je reflecteert op kwaliteiten en motieven WP 2.2. Je onderzoekt welk werk er is en wat bij je past WP 2.3 Je stuurt de loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn. WP: Thema 5: Politiek burger
Periode Periode 1 t/ m 12
Leeractiviteit SLB en Kompas
Periode 1 en 2
SLB en Kompas
Periode 1 t/m 12
SLB en Kompas
Periode 1 t/m 12
SLB en Kompas
Periode 1 t/m 12
SLB en Kompas
Periode 1 t/m 12
SLB en Kompas
Periode 1 t/m 12
SLB en Kompas
Periode 1 t/m 12
SLB en Kompas
Periode 2; gedurende 3 weken
Burgerschap
WP: Thema 4 De werkzame burger
Periode 2; gedurende 3 weken
SLB en Burgerschap
WP 4.1 gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk.
Periode 10 , 11 en 12
WP 4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten
Periode 9 , 10, 11 en 12
SLB en Burgerschap
SLB en Burgerschap
47
Kerntaak
Dimensie
Werkproces
Periode
Leeractiviteit
WP 4.3 Stelt zich collegiaal op
Periode 9
SLB en Burgerschap
Periode 10
Kerntaak 5 Functioneert als kritisch consument Kerntaak 6 Neemt deel in allerlei sociale verbanden en gebruikt de openbare ruimte respectvol. Kerntaak 7 Zorgt voor de eigen gezondheid ( vitaal burgerschap)
Economisch
WP: thema 2: De consumerende burger
Sociaal maatschappelijk
WP: Thema 3: De sociaal interculturele burger
Vitaal
WP: Thema 1: Vitaal burgerschap
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
Periode 1; gedurende 3 weken Periode 2: gedurende 3 weken
Burgerschap
Periode 1; gedurende 3 weken
SLB en Burgerschap
Burgerschap
48
Toelichting kwalificatie-eisen loopbaan & burgerschap in het MBO studiejaar 2011-2012 “Het overgangsregime in afwachting van wetgeving” 1.1 De politiek-juridische dimensie De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij gaat het om de participatie in formele zin (stemmen bij officiële verkiezingen) en meer (inter)actieve vormen van betrokkenheid bij besluitvorming op verschillende politieke niveaus (Europees, landelijk, regionaal, gemeentelijk, buurt). Maar ook om actuele, meer op issues gerichte vormen van politieke participatie, zoals duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Hiervoor is nodig dat een student inzicht heeft in de onderwerpen die voor hem van belang zijn en waarover politieke besluiten worden genomen, in de verschillende meningen en opvattingen die erover bestaan en in de verschillende belangen die daarbij een rol spelen. De student (h)erkent de basiswaarden van onze samenleving, leert omgaan met waardendilemma’s en hanteert de basiswaarden als richtlijn en uitgangspunt in zijn meningsvorming en bij zijn handelen. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de politiek-juridische dimensie aan bod komen: de kenmerken en het functioneren van een parlementaire democratie, de rechtsstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda’s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving, en de rol en de invloed van de (massa)media. 1.2 De economische dimensie De economische dimensie is in twee deelgebieden uitgesplitst en heeft betrekking op - de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt; - de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Hierbij gaat het om het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf en om het verantwoord handelen op de consumptiemarkt. Voor het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf is nodig dat een student zich algemeen aanvaarde regels en standaard (bedrijfs)procedures eigen maakt en zich daaraan houdt. De student kent de rechten en plichten van de beroepsbeoefenaar en stelt zich collegiaal op. Voor het functioneren als kritisch consument is nodig dat een student weet hoe hij informatie over producten en diensten kan verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hij heeft inzicht in zijn eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. En het is nodig dat hij bij de aanschaf van producten en diensten afwegingen kan maken met betrekking tot maatschappelijke belangen zoals duurzaamheid en gezondheidsaspecten. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de economische dimensie aan bod komen: de maatschappelijke functies en waardering van arbeid, de factoren die van invloed zijn op de bedrijfscultuur, de arbeidsverhoudingen in Nederland, de rol en de invloed van branche- of vakorganisaties, de rol van de overheid op het gebied van arbeid, de verzorgingsstaat en de consumentenmarkt, de belangrijkste principes van budgettering, kenmerken van duurzame consumptie en productie, de rol en de invloed van consumentenorganisaties, de invloed van de media op het bestedingspatroon van consumenten.
1.3 De sociaal-maatschappelijke dimensie De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Om adequaat te kunnen functioneren in de sociale omgeving is het nodig dat de student de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen kent en deze kan toepassen in verschillende situaties. De student heeft inzicht in de kenmerken van verschillende culturen. In zijn opvattingen en gedrag toont hij respect voor culturele verscheidenheid. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de sociaal-maatschappelijke dimensie aan bod komen: de grondrechten en plichten in Nederland, kenmerken van de verschillende Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
49
(sub)culturen in Nederland, kenmerken van – en oorzaken van spanningen tussen – verschillende (sub)culturen en bevolkingsgroepen in Nederland, kenmerken van ethisch en integer handelen, en het doel en de invloed van sociale en professionele netwerken.
1.4 De dimensie vitaal burgerschap De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de dimensie vitaal burgerschap aan bod komen: de kenmerken van een gezonde leefwijze waaronder de nationale norm gezond bewegen en de aard, plaats en organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten in de samenleving en het arbeidsproces. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat de student zich bewust is van zijn eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit.
2 Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Daarvoor is nodig dat een student inzicht heeft in de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Maar het vereist ook oriëntatie op en inzicht in de mogelijkheden die de arbeidsmarkt biedt. De student is in staat de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven te vergelijken met gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. Ook oriëntatie op mogelijke doorstroomtrajecten in het vervolgonderwijs (hbo, een volgend niveau in het mbo of andere scholingsmogelijkheden) en op ondersteuningsmogelijkheden ten behoeve van de loopbaanontwikkeling zijn hierbij van belang. Op basis van de vergelijking komt de student tot weloverwogen keuzes en vervolgstappen om gemaakte keuzes te realiseren. De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan, werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces, netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
50
Bijlage 9.
Toelichting beroepsmatig rekenen Verzorgende IG
Beroepsmatig rekenen In verband met het uitvoeren van voorbehouden handelingen door Verzorgende-IG is het noodzakelijk dat elke a.s. Verzorgende-IG de basale rekenvaardigheden beheerst in verband met het toedienen van medicatie, sondevoeding en zuurstof aan cliënten. De toetsen maken vanaf het 2e leerjaar deel uit van de studievoortgang. Abstractieniveau moet in voldoende mate aanwezig zijn Kunnen rekenen zegt enerzijds iets over de techniek, anderzijds iets over het abstractieniveau. Het gaat dus én om de vaardigheid op zich, maar ook over de competentie. Wat in veel gevallen getoetst wordt is de vaardigheid; de techniek van het rekenen terwijl voor een Verzorgende-IG en verzorgende het minstens zo belangrijk is om op dat abstractieniveau te kunnen denken en handelen. Kennistoets Is een computertoets en vindt plaats binnen de school. In het programma It’s Learning zijn per rekentoets een 30-tal vragen ingebracht met meerkeuze antwoorden. Iedere vraag bestaat uit 4 antwoorden waarvan 1 antwoord juist is. Wanneer de toets wordt opgestart selecteert het programma 10-willekeurige vragen uit de betreffende kennistoets. Voor iedere student zijn de vragen verschillend. Dit vermindert de fraudegevoeligheid. Je hebt 45 minuten de tijd om de toets de maken. RKT-1 Medicijnen toedienen/Injecteren Periode 5 RKT-2 Zuurstof toedienen Periode 6 RKT-3 Berekening sondevoeding Periode 7 RKTH-1 Herhaal 1,2,3 Periode 9 De beoordeling • RKT-1-2-3 zijn kennistoetsen en wordt beoordeeld als geslaagd => 9 of meer van de 10 opdrachten is de uitslag geslaagd • RKTH-1 is ontwikkelingsgericht dus is je kennis nog actueel als =>26 of meer van de 30 opdrachten is de uitslag geslaagd. Vrijstelling Instromers = nieuwe studenten Als je in aanmerking wilt komen voor vrijstelling op verpleegkundig rekenen dien je een aanvraag * hiervoor in te dienen en bewijsmateriaal toe te voegen. De vrijstellingscoördinator N3 Frank v.d Kruijssen bekijkt iedere aanvraag individueel en geeft een advies aan de cluster examencommissie. De examencommissie kent uiteindelijk de vrijstelling toe. *Aanvraagformulier is af te halen en in te leveren bij de balie van het studentenloket kamer 41. Bewaar het/de vrijstellingsdocument(en) in je kwalificatieportfolio. Het is belangrijk dit je dit op ieder moment kunt aantonen. Afwijkende toetsomstandigheden Studenten kunnen in het bezit zijn van een dyslexie of dyscalculie rapport. Als je in aanmerking wilt komen voor afwijkende toetsomstandigheden dien je een aanvraag hiervoor in te dienen via je SLB-er bij de Zorgexpert N3 mevrouw R. Willems.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
51
Studenten met dyslexie komen in aanmerking voor: - Aparte toetsruimte - Groter lettertype - Verlenging van 30 minuten op de toetstijd - Toets wordt in programma Kurz Weil* klaargezet met groter lettertype en gesproken tekst - 3 Herkansingen ipv 2 herkansingen * We zijn bezig met het programma Kurz Weil in te richten met de vragen van Verpleegkundig rekenen. Als de student wenst kan de tekst opgelezen worden door een medewerker van het Vitalis Colllege Gezondheidszorg. Studenten met dyscalculie mogen gebruik maken van boeken. Afname condities • Bij onverwachte afwezigheid voor de toets meld je dit bij de studieloopbaanbegeleider en geeft daarvoor opgave van reden aan. Via de mail
[email protected] stel je het examenbureau schriftelijk op de hoogte van je afwezigheid. Niet afmelden = een gemiste kans. • Student is 5 minuten voor aanvang toets aanwezig in het toetslokaal. • Er mag niets meegenomen worden in het toetslokaal • Blanco A4 en schrijfmateriaal is aanwezig in het lokaal • Student moet zich legitimeren dmv studentenpas • Student tekent protocollijst • Blanco A4 en schrijfmateriaal is aanwezig in het lokaal • Student mag tijdens de rekentoets mag géén gebruik maken van boeken • Tijdens de rekentoets mag gebruik gemaakt worden van de rekenmachine op de computer • Maximum toetstijd = 45 minuten per toets; dit is exclusief opstarten en inloggen van het systeem. • Bijzondere omstandigheden zoals geluidsoverlast etc. kunnen gemeld worden bij de surveillant. • Student krijgt aan het einde van de toets een uitdraai mee met het behaalde resultaat. Bewaar deze goed in je portfolio, wordt 1malig verstrekt. • Herkanstoets mag nooit op dezelfde dag plaatsvinden als reguliere toets • Wanneer de rekentoets is afgesloten mag je deze niet meer opnieuw mag opstarten we zien dit namelijk als fraude!! Als je per ongeluk de toets hebt verlaten, waarschuw dan de surveillant. De surveillant maakt een aantekening hierover op de protocollijst. Herkansing Een toets mag je 2x herkansen. De RKTH-1 toets wordt in principe niet herkanst. Echter mocht je hier toch behoefte toe hebben, neem dan contact op met je SLB-er; hij/zij is het aanspreekpunt en bekijkt wat de mogelijkheden zijn. Iedere laatste donderdagavond van de maand zijn de inhaal/herkanstoets gelegenheden gepland. Studenten kunnen zich hiervoor inschrijven middels het inschrijvingsformulier, te halen en weer in te leveren bij het studentenloket kamer 41. Uiterlijk 7 werkdagen voor geplande datum krijg je bericht via de studentenmail over datum, tijdstip en lokaal van afname toets. Indien bij de overgang van hoofd naar differentiatiefase de student de rekenvaardigheid nog niet met behaald is afgesloten maakt de student (BBL student in overleg met de praktijk) een plan van aanpak. Op basis van dit plan van aanpak kan overgegaan worden tot remedial hulp. Nazorg Bij iedere rekentoets die plaatsvindt treft de surveillant een enquêteformulier aan voor de student. Als de enveloppe met toetsentiteiten incl. de enquêteformulieren worden geretourneerd aan het examenbureau worden de formulieren verwerkt en de opmerkingen genoteerd. Deze opmerkingen worden teruggekoppeld met de toetsontwikkelaar(s). Leden van het examenbureau surveilleren op de donderdagavond bij de inhaal/herkanstoetsen zodat we kunnen zien, voelen wat er leeft en speelt onder de studenten – dit genereert betrokkenheid en wordt door de student als zeer prettig ervaren. Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
52
Bijlage 10.
Hanteren van de methodenmix
Een beroepsprestatie sluit je af met een kwalificerende beoordeling. Voor de kwalificerende beoordeling maken wij gebruik van de examenproducten van de Stichting Consortium Zorg en Welzijn. Als exameninstrument wordt de methodenmix ingezet zoals deze in de werkboeken van de Stichting Consortium kwalificatiedossier 2011 is uitgewerkt. De methodenmix is het examen en bestaat uit 3 verschillende examenvormen: 1. De Beroepsprestatie per Fase Dit exameninstrument is gekoppeld aan werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier. Per beroepsprestatie is een beoordelingslijst uitgewerkt waarin de koppeling tussen werkprocessen, competenties met de componenten en de beoordelingscriteria duidelijk zichtbaar is. In deze beoordelingslijst zie je ook de specifieke bewijsstukken staan. Bij ieder bewijsstuk kun je direct zien welk werkproces en competentie je daarmee aantoont. Dit betekent dat de beoordelingscriteria, die bij dat werkproces en competentie in de beoordelingslijst staan uitgewerkt, ook van toepassing zijn op dat bewijsstuk. In de beoordelingslijst is ontwikkelingsgericht r, p, t duidelijk onderscheid gemaakt tussen kwalificerende R, P, T 2. Het verantwoordingsverslag Het verantwoordingsverslag is gericht op die werkproces(sen) en competentie(s) die je in je verslag gaat beschrijven. Je toont daarmee aan inzicht te hebben in je beroepshandelen (bekwaamheid) en je keuzes daarbinnen kunt verantwoorden. De keuze voor het werkproces en de competentie is al in het ‘beoordelingsformulier voor het verantwoordingsverslag’ vastgelegd. Dit is afgestemd op de inhoud van de desbetreffende beroepsprestaties. 3. Het assessmentgesprek (CGI) Het assessmentgesprek vindt plaats nadat je bovengenoemde bewijsstukken hebt gerealiseerd en hebt laten beoordelen door je beoordelaar in de BPV en binnenschools. Het assessmentgesprek richt zich op enkele werkprocessen en competenties die je in het gesprek gaat aantonen. De keuze hiervoor is al vastgelegd in het ‘beoordelingsformulier voor het assessmentgesprek’. In dit gesprek ga je dieper in op je overtuigingen en je beroepsidentiteit. Alle bewijsstukken, die van belang zijn voor de kwalificerende beoordelingen verzamel je in je beoordelingsportfolio. Cesuur Het begrip cesuur betekent in het algemeen de grens die aangeeft wanneer je voldaan of niet voldaan hebt aan de gestelde eisen. Onderaan iedere beoordelingslijst zie je de cesuurbepaling met de volgende tekst staan: De competentieontwikkeling is op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. . Om een fase kwalificerend af te kunnen sluiten dienen alle examenvormen van de methodenmix met de normscore aangetoond beoordeeld te zijn; het gaat hier dus om de kwalificerende beroepsprestaties, verantwoordingsverslag en assessmentgesprek bij Fase 1/ 2 en Fase 3. Als 1 van deze onderdelen beoordeeld is met de normscore deels aangetoond betekent dit dat het betreffende onderdeel opnieuw gedaan moet worden om alsnog de fase kwalificerend af te sluiten.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
53
De beoordelaar (assessor) stelt je beheersingsniveau per beroepsprestatie vast op basis van alle bewijsstukken die binnen de methodenmix zijn verzameld en beoordeeld. Dit betekent ook dat alle exameninstrumenten binnen de methodenmix er toe doen en dus relevant zijn. Indien in de beoordelingslijst van de kwalificerende beoordeling een competentie binnen het werkproces niet is aangetoond is de fase niet kwalificerend afgesloten. De clusterexamencommissie bepaalt in overleg met het werkveld en je SLB’er of je extra tijd krijgt om de beroepsprestatie alsnog kwalificerend af te sluiten of dat je in aanmerking komt voor een herkansing. Je opleidingstraject wordt dan met 18 lesweken verlengd. De onderwijsinspectie stelt als eis dat de student voor diplomering in aanmerking komt als aan de eisen, zoals vastgelegd in ieder kwalificatiedossier, is voldaan.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
54
Bijlage 11.
Top model
1
Verwerven competenties in de arbeidssituatie Verwerven competenties in de gesimuleerde arbeidssituatie Verwerven vaardigheden buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Verwerven kennis buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie
2
3
560
359
Totaal aantal sbu's
Samen en afhankelijk van anderen-begeleid
Samen en afhankelijk van anderen-onbegeleid
Individueel en temidden van groep-begeleid
Individueel en temidden van groep-onbegeleid
Individueel en onafhankelijkbegeleid
Individueel en onafhankelijkonbegeleid
Eerste leerjaar
560
23
150
91
159
132
309
223
50
76
749 291
Overige deelnemeractiviteiten Subtotaal onbegeleide/begeleide deelnemeractiviteiten Totaal aantal SBU's
359
583 942
532
50
1600
76 126
1600
Van de 1600 SBU's zijn de volgende uren IIVO
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Deelnemeractiviteiten SLB WAP – intervisie Theorielessen Skills Projecten en thema's IRM + toetsing Introductie BPV BPV-voorbereiding
882
Onbegeleid 50 25 159 50 50 187 25
Begeleid 24 43 132 76 8 23 16 560
IIVO *
172
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
55
1
Verwerven competenties in de arbeidssituatie Verwerven competenties in de gesimuleerde arbeidssituatie Verwerven vaardigheden buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Verwerven kennis buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie
2
3
576
292
12
Totaal aantal sbu's
Samen en afhankelijk van anderen-begeleid
Samen en afhankelijk van anderen-onbegeleid
Individueel en temidden van groep-begeleid
Individueel en temidden van groep-onbegeleid
Individueel en onafhankelijkbegeleid
Individueel en onafhankelijkonbegeleid
Tweede leerjaar
576
150
56
200
92
350
148
150
72
732 292
Overige deelnemeractiviteiten Subtotaal onbegeleide/begeleide deelnemeractiviteiten Totaal aantal SBU's
292
588 880
498
Van de 1600 SBU's zijn de volgende uren IIVO
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Deelnemeractiviteiten SLB WAP-intervisie Theorielessen Skills Projecten en thema's IRM + toetsing BPV Voorbereiding BPV Naam activiteit
150
72 222
1600 1600
808
OnBe- IIVO * begele gelei id d 75 16 75 40 200 92 75 64 75 8 192 12 576 100
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
56
1
Verwerven competenties in de arbeidssituatie Verwerven competenties in de gesimuleerde arbeidssituatie Verwerven vaardigheden buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Verwerven kennis buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie
2
Totaal aantal sbu's
Samen en afhankelijk van anderen-begeleid
Samen en afhankelijk van anderen-onbegeleid
Individueel en temidden van groep-begeleid
Individueel en temidden van groep-onbegeleid
Individueel en onafhankelijkbegeleid
Individueel en onafhankelijkonbegeleid
Derde leerjaar
3
512
512
250
250
200
14
100
72
235
89
335
673
100
28
514 324
Overige deelnemeractiviteiten Subtotaal onbegeleide/begeleide deelnemeractiviteiten Totaal aantal SBU's
450
14 464
1008
100
1600
28 128
1600
Van de 1600 SBU's zijn de volgende uren IIVO
715
Onbegeleid
Begeleid
IIVO *
Deelnemeractiviteiten 1 2 3 4 5 6 7 8 9
SLB WAP - intervisie Theorielessen Skills Projecten en thema's IRM en toetsing BPV Voorbereiding BPV Naam activiteit
50 50 235 50 50 200
16 56 89 24 4 14 512
250
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
57
Bijlage 12.
Diverse documenten op website
Diverse documenten met informatie voor de student Op de website van het Vitalis college: www.vitaliscollege.nl staan onder de keuze knop ‘Studenten’ verschillende documenten waarin belangrijke aanvullende informatie wordt gegeven. In sommige gevallen wordt in het OER naar deze documenten verwezen. Per document wordt hierna een korte toelichting gegeven. 1
Examenreglement en aanvulling op dit reglement http://vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures/examenregelement.aspx
In het examenreglement worden je rechten en plichten m.b.t. de examinering artikelsgewijs toegelicht. Als je een competentiegerichte opleiding volgt kies je de competentiegerichte versie. Denk o.a. aan
2
Deelnemersstatuut / klachtenprocedures http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures.aspx
Te laat komen bij toetsing legitimeren afmelden bij toetsing door ziekte of andere redenen inzake en bespreekrecht afwijkende toetsing vrijstellingen Hierin staan je rechten en plichten beschreven. Deel C bevat de klachtenprocedure die binnen het ROC WB van kracht zijn, o.a.
http://www.vitaliscollege.nl/studenten/opleidingen.aspx
bezwaar en beroep examens en toetsen ongewenste omgangsvormen toelating en verwijdering Met je SLB kun je bespreken welke OER voor jou is
4
OOK/POK http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures.aspx
Dit document bevat de juridische tekst en een uitleg over je onderwijsovereenkomst en je praktijkovereenkomst.
5.
Overige informatie
o.a. de informatiewijzer, veiligheidsaspecten e.d.
3
Oer –en
http://www.vitaliscollege.nl/studenten.aspx 6.
Procedure bij fraude http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures.aspx
Wat is fraude en hoe wordt er bij vermoedelijke fraude (onregelmatigheid) gehandeld.
Als student van het Vitalis college heb je recht op inzage in verschillende regelingen, procedures en protocollen. Via bovenstaande links, kun je de documenten inzien en downloaden.
Vc/ Gezondheidszorg/ Mbo-Verzorgende-IG / 2011 / 95530 / N3 / BBL / versie 2
58