Onderwijs en Examenregeling 2011
Fashion management & design Opleiding productiecoördinator fashion Crebo 93781– niveau 4–BOL Cohort 2011-2015
Terugvalcrebo 10362 Vitalis college ROC West Brabant Brinnr 25LX
1
Inhoudsopgave 1 Woord vooraf.................................................................................................................................................. 3 2 Leeswijzer ...................................................................................................................................................... 4 3 Alles over het beroep ..................................................................................................................................... 5 3.1 Wat doet een Productiecoördinator fashion? .......................................................................................... 5 3.2 Wat kun je met je opleiding doen? .......................................................................................................... 5 4. Alles over de opleiding .................................................................................................................................. 6 4.1 Informatie over het onderwijs en het leren .............................................................................................. 6 4.2 Wat ga je leren?....................................................................................................................................... 6 A. Wat vind je in een kwalificatiedossier?................................................................................................. 6 B. Nederlandse taalbeheersing, rekenen, moderne vreemde talen ......................................................... 8 4.3 Hoe is je opleiding ingedeeld? ........................................................................................................... 13 4.4 Alles over de beroepspraktijk ................................................................................................................ 16 4.5 Studiebelasting ...................................................................................................................................... 16 5 Alles over de begeleiding ............................................................................................................................. 17 5.1 Begeleiding bij het leren tijdens de opleiding ........................................................................................ 17 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie ................................................................................. 17 5.4 Klachten ................................................................................................................................................. 18 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd ............................................................... 18 6 Alles over de beoordeling............................................................................................................................. 19 6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen........................................................................................................... 20 Examenplan ................................................................................................................................................... 23 Rekenen.......................................................................................................................................................... 27 6.5 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? ..................................................................... 30 6.6 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school? ............................................................................... 30 6.7 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? ....................................................... 30 7 Inspectie ...................................................................................................................................................... 30 8 Addendum................................................................................................................................................... 30 1. Begrippenlijst ...................................................................................................................................... 34 2. Examinering Nederlandse taal en rekenen ........................................................................................ 37 3. Kwalificatie-eisen loopbaan & burgerschap in het MBO studiejaar 2011-2012 ................................. 38 Diverse documenten op website ................................................................................................................. 40
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
2
1 Woord vooraf Welkom op het Vitalis College, bij Fashion management & design. Je hebt gekozen voor de opleiding Productiecoördinator fashion. In deze Onderwijs- en Examenregeling afgekort OER, willen we je goed informeren over de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. De opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier Productiecoördinator fashion 2011-2012, het daarbij horende document Loopbaan en Burgerschap en voorgeschreven richtlijnen voor Nederlands, moderne vreemde talen en rekenen. Henny Verbeek, Algemeen directeur Vitalis college Cluster Economie Clustermanager Frans van Goor
brin – nummer naam van de instelling
25LX ROC West-Brabant, Vitalis college
crebonummer terugvalcode
93781 10362
naam van de opleiding
Productiecoördinator fashion, kwalificatie commercieel medewerker fashion Kenniscentrum Handel BOL 4 2011-2015 1 augustus 2011
landelijk orgaan, kenniscentrum leerweg (BOL/BBL) niveau cohort Ingangsdatum Vervaldatum Datum waarop het bevoegd gezag de OER heeft vastgesteld Datum waarop de OER gepubliceerd is
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
1augustus 2015 1 juni 2011
3
2 Leeswijzer Beste student(e), Met deze OER willen we je wegwijs maken in de opleiding waarvoor je gekozen hebt. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC West-Brabant hebt gesloten. Wat kun je vinden in deze OER? Je vindt informatie over de volgende onderwerpen: • Korte beschrijving van je beroep. • De opleiding in het algemeen. • De manier waarop de opleiding en het onderwijs op school geregeld is. • De manier waarop de BPV of je vorming in de beroepspraktijk geregeld is. • De begeleiding bij je studieloopbaan. • De wijze van beoordelen en informatie over de examens. • De examencommissie. Achterin de OER vind je een aantal bijlagen. In een bijlage vind je een verwijzing naar het examenreglement van het Vitalis college en regels die voor jou als student belangrijk zijn. Naast deze regels vind je in andere bijlagen de verantwoording van het onderwijs. Op basis daarvan wordt jouw diploma geldig. Deze opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier Productiecoördinator fashion 2011-2012 en het daarbij horende document Loopbaan en Burgerschap. In deze documenten staan de wettelijke eisen beschreven. Als student moet je aan deze eisen voldoen om het diploma te kunnen halen. De verplichte richtlijnen voor Nederlands, rekenen en moderne vreemde talen (Engels en een tweede vreemde taal) staan ook vermeld. Op de portal voor studenten staat nog veel meer informatie over het Vitalis college en je opleiding.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
4
3 Alles over het beroep 3.1 Wat doet een Productiecoördinator fashion? Jouw baan Als productiecoördinator fashion werk je meestal in een confectiebedrijf. Dat is een bedrijf dat grote hoeveelheden kleding laat maken en die verkoopt aan de groot- of detailhandel. Binnen zo’n bedrijf werk je bijvoorbeeld op de afdeling productievoorbereiding. Werken voor een groothandel of een winkelorganisatie is ook mogelijk als ze een private label hebben. Jouw werk Je bent de schakel tussen de werkzaamheden in Nederland en in het buitenland. Je overlegt met ontwerpers over het maken van nieuwe producten. Je bent betrokken bij de inkoop van grondstoffen en accessoires en het maken van proefmodellen. Als er iets misgaat, bijvoorbeeld bij het aanleveren van goederen, los jij het probleem op en neem je maatregelen. Veel werk doe je achter je bureau, maar je moet ook regelmatig naar leveranciers toe. Je werkt samen met mensen binnen en buiten je eigen bedrijf. Binnen je bedrijf gaat het bijvoorbeeld om stylisten, inkopers en medewerkers van marketing en verkoop. Bij de productiebedrijven heb je te maken met de leiding van een afdeling productie. Bij leveranciers heb je contact met inkopers. Jouw kwaliteiten Je hebt vaktechnische kennis over productietechnieken, productiemiddelen en grondstoffen nodig. Daarnaast speelt de computer een belangrijke rol. De vele contacten met het buitenland maken kennis van andere talen, zoals Engels, noodzakelijk. Je moet zelfstandig kunnen werken. Omdat je veel met anderen te maken hebt, moet je goed met mensen om kunnen gaan. Je moet het leuk vinden om te reizen voor je werk.
3.2 Wat kun je met je opleiding doen? De arbeidsorganisatie in een confectiebedrijf is afhankelijk van de organisatiestructuur en grootte van een onderneming. Bij kleine bedrijven zul je als productiecoördinator ook de afdelingen leiden die instaan voor de ontwikkeling van de kleding. Afhankelijk van je persoonlijke belangstelling, vermogens en ervaring is het met een diploma productiecoördinator mogelijk door te stromen naar een Hbo-opleiding. Voor Nederlands en rekenen moet je niveau F3 behalen. Op modegebied kun je bijvoorbeeld naar het AMFI in Amsterdam, richting Fashion & Management; TMO in Doom; Textielmanagement De Maere in Enschede, TEKO in Herning, Denemarken.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
5
4. Alles over de opleiding 4.1 Informatie over het onderwijs en het leren Het onderwijs binnen het Vitalis college is competentiegericht. Dit betekent dat wij je opleiden om het vermogen te ontwikkelen probleemoplossend te werken in beroepssituaties. We sluiten met het onderwijs zoveel mogelijk aan op jouw specifieke ervaring. Het doel is dat je aantoont succesvol te kunnen functioneren in de beroepscontext/ beroepssituatie. Om dit te bereiken richt het onderwijs zich op het integreren van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten, dus op een mix van kennen, kunnen, willen en zijn. Dit betekent dat: • • • • • • •
jij als student gestimuleerd wordt een actieve rol te nemen in je leerproces. jij en je studieloopbaan centraal staan. jouw leerervaringen in de beroepspraktijk een grote rol spelen. Het onderwijsprogramma is afgeleid van de beroepspraktijk. de kerntaken, werkprocessen, bijbehorende beroepsproducten en competenties het uitgangspunt vormen voor het hele opleidingsprogramma. er geleerd wordt in de context van de beroepspraktijk. er geïntegreerd beoordeeld wordt in de context van de beroepspraktijk. Niet alleen na afloop maar ook tijdens je leerproces. vooraf bekend is waar je op beoordeeld wordt en welke eisen hiervoor gehanteerd worden.
4.2 Wat ga je leren? De inhoud van de opleiding is samengesteld vanuit een aantal wettelijke documenten. • Het kwalificatiedossier, waarin de kwalificatie-eisen van het beroep staan beschreven. • In het kwalificatiedossier staan ook de wettelijke eisen van Nederlands, moderne vreemde talen en rekenen. • In een ander document zijn aanvullende eisen gesteld met betrekking tot loopbaan & burgerschap. Al deze onderdelen van de opleiding zijn door de minister vastgesteld en dus wettelijk verplicht. Om een diploma te ontvangen moet je aan de eisen van het kwalificatiedossier, de gestelde eisen aan taalvaardigheid/rekenen en loopbaan & burgerschap voldoen. A.
Wat vind je in een kwalificatiedossier?
Het kwalificatiedossier waarop je opleiding is gebaseerd, geeft een beeld van wat een beginnende werknemer moet beheersen. Het dossier bestaat uit verschillende onderdelen en geeft de eisen aan van een beginnend beroepsbeoefenaar. Met deze link kan je het KD bekijken: Belangrijke begrippen van het kwalificatiedossier zijn: Kerntaak Een kerntaak is kenmerkend voor het beroep waarvoor je wordt opgeleid. In het geval van de Productiecoördinator fashion is er bijvoorbeeld de kerntaak “beoordeelt en bewaakt de productontwikkeling”. Werkproces Een werkproces is een onderdeel van een kerntaak. Een werkproces kent een begin, een eind en een resultaat. Voor het werkproces “aanleveren van gegevens ten behoeve van het collectieplan“ werk je mee aan de commerciële beoordeling van de collectie door jezelf op de hoogte te houden van marktgegevens. Je bekijkt het collectieplan aan de hand van de marktgegevens en beoordeelt of de collectie-items commercieel en technisch passen binnen het bedrijfsconcept.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
6
Voor jouw opleiding ziet het overzicht van de kerntaken en werkprocessen er als volgt uit: Legenda: K1: productiebegeleider fashion K2: commercieel medewerker fashion Kerntaak Kerntaak 1:
Kerntaak 2:
Kerntaak 3:
Het Vitalis college biedt deze kwalificatie aan.
Werkproces beoordeelt en bewaakt de productontwikkeling 1.1 levert gegevens aan t.b.v. het collectieplan 1.2 beoordeelt collectie-items op productietechnische kwaliteit 1.3 adviseert betrokkenen over aanpassing van collectie-items 1.4 bewaakt de productspecificatie en technische tekening 1.5 beoordeelt grondstoffen en accessoires 1.6 bewaakt de monsterplanning 1.7 beoordeelt monsters 1.8 maakt prijsberekeningen verzamelt informatie over de verkoop van de collectie 2.1 verzamelt verkoopgegevens 2.2 beoordeelt en rapporteert verkoopgegevens 2.3 annuleert (delen van) orders beoordeelt en bewaakt de productie 3.1 plaatst de inkooporder 3.2 bewaakt de productievoortgang 3.3 lost productieproblemen op i.o.m. andere afdelingen 3.4 registreert en informeert over lopende orders 3.5 controleert het gereed product 3.6 fiatteert de productieafname
Kwalificatie K2 K1 X X X X X X X
X X X X X X X X
X X X X X
X X X X X
Tevens kun je dit document terugvinden op https://portal.rocwb.nl/ . en op http://www.mbo2010.nl/ Je werkt binnen de opleiding aan de kerntaken en bijbehorende werkprocessen. Je wordt beoordeeld op competenties die bij deze kerntaken en werkprocessen horen.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
7
Competentie Een competentie is jouw specifiek ontwikkelbare vermogen. Dit vermogen bestaat uit een combinatie van kennis, houding en vaardigheden. Voor het MBO gelden 25 competenties, zie het schema hieronder. Voor de opleiding tot productiecoördinator fashion gelden met name de vetgedrukte competenties. A
Beslissen en activiteiten initiëren
N
Onderzoeken
B
Aansturen
O
Creëren en innoveren
C
Begeleiden
P
Leren
D
Aandacht en begrip tonen
Q
Plannen en organiseren
E
Samenwerken en overleggen
R
F
Ethisch en integer handelen
S
Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Kwaliteit leveren
G
Relaties bouwen en netwerken
T
Instructies en procedures opvolgen
H
Overtuigen en beïnvloeden
U
Omgaan met verandering en aanpassen
I
Presenteren
V
Met druk en tegenslag omgaan
J
Formuleren en rapporteren
W
Gedrevenheid en ambitie tonen
K
Vakdeskundigheid toepassen
X
L
Materialen en middelen inzetten
Y
Ondernemend en commercieel handelen Bedrijfsmatig handelen
M
Analyseren
B.
Nederlandse taalbeheersing, rekenen, moderne vreemde talen
Je krijgt in je beroep te maken met werkzaamheden waarbij een bepaald beheersingsniveau van de Nederlandse taal nodig is. Bij de start van de opleiding krijg je een test (0-meting), waardoor zichtbaar wordt op welk niveau je de vaardigheden beheerst. In de opleiding oefen je met deze vaardigheden. Er wordt specifiek aan je taalvaardigheid gewerkt via Nederlandse taal (rooster). De eisen die gesteld worden aan rekenen en vreemde talen zijn per kwalificatiedossier geformuleerd. UIt het kwalificatiedossier Commercieel medewerker fashion Nederlands Indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Commercieel medewerker fashion zich op het volgende niveau • Mondelinge taalvaardigheid: 2F • Leesvaardigheid: 3F • Schrijfvaardigheid: 3F • Taalverzorging en taalbeschouwing:
8
Toelichting: Het subdomein Mondelinge taalvaardigheid binnen dit beroep heeft betrekking op het communiceren met collega’s en leidinggevende in de gehele organisatie (inkoop, verkoop, styling), het bespreken van verbeteringen en het informeren van belanghebbenden. Het adviseren van klanten en aannemen/oplossen van klachten zijn ook taken binnen dit subdomein: hiervoor geldt echter het niveau 3F. Het subdomein Leesvaardigheid binnen dit beroep heeft betrekking op het verwerken van informatie in rapportages, ontwikkelingen in de markt, in de branche en in de organisatie, verzamelen van benodigde (markt)gegevens en controleren van administratieve gegevens. Het subdomein Schrijfvaardigheid binnen dit beroep heeft betrekking op het verzorgen van beoordelingsrapportages, benodigde formulieren en correspondentie (o.a. m.b.t. kwaliteitszorg) en het (schriftelijk) contacten onderhouden met relaties. Voor het subdomein Taalverzorging en taalbeschouwing zijn geen niveau en taken aangegeven: dit subdomein is geïntegreerd met Schrijfvaardigheid en ook zodanig bekeken. Rekenen Indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Commercieel medewerker fashion zich op het volgende niveau: • Getallen: • Verhoudingen: 3F • Meten en meetkunde: 2F • Verbanden: Toelichting: Het subdomein Verhoudingen heeft betrekking op het maken van kostprijsberekeningen, voorcalculaties maken en het berekenen van financiële consequenties. Andere aspecten binnen dit subdomein worden niet gevraagd binnen het beroep. Het subdomein Meten en meetkunde heeft binnen dit beroep betrekking het aanpassen van technische tekeningen en maattabel lezen. Andere aspecten binnen dit subdomein worden niet gevraagd binnen het beroep. Het beroep kent geen taken binnen de subdomeinen Getallen en Verbanden. In de kolom Vakkennis en vaardigheden in deel C zijn relevante rekentaken weergegeven. Deze zijn terug te vinden door ' (r)'achter de vaardigheid. Meer informatie over de rekentaken van dit beroep (gerelateerd aan subdomein en niveau) is te vinden in het document ‘Overzicht rekentaken in de kwalificatiedossiers MITT’ op www.kchandel.nl. Moderne vreemde talen - Engels Indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Commercieel medewerker fashion zich op het volgende niveau: • Luisteren: B2 • Lezen: B2 • Gesprekken voeren: B1 •
Spreken: B1
•
Schrijven: B1
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
9
Toelichting: De volgende taaltaken zijn benoemd voor de commercieel medewerker fashion: • luisteren: feitelijke informatie over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen (bv. tijdens bijeenkomsten en vergaderingen) • lezen: feitelijke teksten over onderwerpen uit het vakgebied grotendeels begrijpen (bv. in correspondentie en rapporten) • gesprekken voeren: zaken regelen en sociale contacten onderhouden m.b.t. onderwerpen uit het vakgebied (tijdens werkcontacten, netwerken, telefoneren, etc.) • spreken: een eenvoudige uiteenzetting geven over een bekend onderwerp van het vakgebied (bv. tijdens presentaties, informeren/adviseren van klant) • schrijven: met standaardformuleringen aantekeningen maken of formulieren invullen met betrekking tot het vakgebied In de kolom Vakkennis en vaardigheden in deel C zijn relevante taaltaken - voor Nederlands en MVT weergegeven. Deze zijn terug te vinden door ' (t)'achter de vaardigheid. Moderne vreemde talen - MVT naar keuze Indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Commercieel medewerker fashion zich op het volgende niveau: • Luisteren: B1 • Lezen: B1 • Gesprekken voeren: B1 • Spreken: A2 • Schrijven: A2 Toelichting: De volgende taaltaken zijn benoemd voor de commercieel medewerker fashion: • luisteren: feitelijke informatie over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen (bv. tijdens bijeenkomsten en vergaderingen) • lezen: feitelijke teksten over onderwerpen uit het vakgebied grotendeels begrijpen (bv. in correspondentie en rapporten) • gesprekken voeren: zaken regelen en sociale contacten onderhouden m.b.t. onderwerpen uit het vakgebied (tijdens werkcontacten, netwerken, telefoneren, etc.) • spreken: een eenvoudige uiteenzetting geven over een bekend onderwerp van het vakgebied (bv. tijdens presentaties, informeren/adviseren van klant) • schrijven: met standaardformuleringen aantekeningen maken of formulieren invullen met betrekking tot het vakgebied In paragraaf 6.2 B staat een overzicht van het examenplan voor Nederlands en rekenen.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
10
C.
Loopbaan & burgerschap
Onlosmakelijk met het kwalificatiedossier voor het studiejaar 2011-2012 is het document ' Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo, studiejaar 2011-2012 verbonden. De kwalificatie-eisen die in dat document worden beschreven, vormen samen met de kwalificatie-eisen in het kwalificatiedossier de inhoudelijke vereisten voor het onderwijs en voor de verwerving van het diploma, die uit de wet voortvloeien. Het document is te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl." Bij de opleiding Mode is ervoor gekozen om te werken met de methode Connect. In het verantwoordingsdocument L&B wordt duidelijk welke dimensies wanneer aan bod komen.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
11
Overzicht planning Ontwikkelingsgericht aanbod en afsluiting L&B Opleiding: Mode productiecoördinator fashion Niv. 4 BOL cohort 2011 Code van de beoordeling
Dimensie
Inhoud project
Soort beoordeling
duur
cesuur
weging
periode
LLB 01
2
Connect – Stage met succes
Toets 70%
1
Periode 1 e 1 jaar
1.3 Sociaalmaatschappelijk 2 Loopbaan
checklist eindtoets vooraf/achteraf reflectieverslag checklist eindtoets vooraf/achteraf reflectieverslag
10 uur
LLB 02
-
10 uur
Toets 70%
1
Periode 2 e 1 jaar
LLB 03
1.1 Economisch
checklist eindtoets vooraf/achteraf reflectieverslag reflectieverslag
10 uur
Toets 70%
1
Periode 3 e 1 jaar
1
LLB 04
1.2 Sociaalmaatschappelijk 1.1 Politieke-juridisch
-
checklist eindtoets vooraf/achteraf reflectieverslag checklist eindtoets vooraf/achteraf reflectieverslag
10 uur
Toets 70%
1
Periode 3 e 1 jaar Periode 4 e 2 jaar
10 uur
Toets 70%
1
Periode 4 e 2 jaar
1
Periode 1 e 4 jaar
Loopbaan
1.4 Vitaal burgerschap
LLB 09
1.2 Economisch 1.3 Sociaalmaatschappelijk 2 Loopbaan
Connect – Afspraak is afspraak Of andere keuze uit sociaal maatschappelijke dimensie Connect – De wereld een dorp Of andere keuze uit economische dimensie Vital Society week Connect – Stem op mij of andere keuze uit politiek-juridische dimensie Connect – Nee is nee, toch? Of andere keuze uit dimensie vitaal burgerschap Doorstroommodule Elomode
- reflectieverslag
20 uur
Tijdens stage afronding 1 week na stage
12
Opm.
4.3 Hoe is je opleiding ingedeeld?
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
13
In bovenstaand overzicht zie je wat, in welk jaar, op welk moment aangeboden wordt. Elomode is een digitaal leermiddel: je werkt binnen een confectiebedrijf aan modules met opdrachten. Je hebt per module een andere rol binnen het bedrijf. Detex Mode-adviseur. Het eerst half jaar krijg je Detex aangeboden. De onderwerpen die hierin behandeld worden zijn een goed uitgangspunt voor je verdere opleiding. Voor Detex kun je een extern diploma behalen. Dit is niet bepalend voor je MBO 4 diploma, maar kan wel een pre zijn voor je carrière in de branche. Technologische vorming. Hieronder vallen allerlei technische zaken die met kleding te maken hebben. Hoe ontstaat een patroon? Hoe wordt kleding gemaakt? Hoe wordt kleding op kwaliteit gecontroleerd? In leerjaar 3 krijg je ook CADCAM lessen, patroontekenen, patronen aanpassen, patronen productierijp maken, met behulp van een computerprogramma. Design. Binnen design houden we ons bezig met het ontwerp-/ontwikkelgedeelte van kleding. Mode ICT. Je leert werken met het programma Illustrator. Bij veel confectiebedrijven wordt dit of een vergelijkbaar programma gebruikt om werktekeningen te maken. Je maakt ook kennis met Indesign en Photoshop. Nima oriëntatie. Hierbinnen worden Marketing en Economie behandeld. BPV. Dit is beroepspraktijkvorming, stage. Bij het stagebedrijf werk je aan de kerntaken en werkprocessen in de beroepspraktijk. Integrale opdracht. Een integrale opdracht krijg je aan het eind van een leerjaar. De inhoud gaat over leerstof die in de loop van het jaar behandeld is. Naar aanleiding van deze opdracht kijken we of je voldoende geleerd hebt om door te gaan naar het volgende schooljaar. De vorm waarin je deze opdracht uitvoert is te vergelijken met de Proeve van Bekwaamheid, het examen dat je aan het eind van de opleiding krijgt. Themaweek. In deze week staat een bepaald thema centraal waaraan je in groepsverband werkt. Doorstroommodule Elomode. Dit is een module binnen Elomode waarin je, naast beroepsinhoudelijke, ook aan burgerschapscompetenties werkt. Als je deze doorstroommodule goed doorlopen hebt is het bij bepaalde Hbo-opleidingen mogelijk om de opleiding te versnellen. Proeve van bekwaamheid. De proeve van bekwaamheid is het examen wat bestaat uit een aantal opdrachten en een eindgesprek. Gedurende een aantal weken werk je vanuit een case aan opdrachten. Deze opdrachten omvatten de kerntaken en werkprocessen die jij als beginnend productiecoördinator fashion uit kunt voeren. Na het eindgesprek, samen met docenten en mensen die in de confectiebranche werken besluiten we of we vinden dat je voldoende competenties ontwikkeld hebt om je diploma te behalen. In het schema zijn niet opgenomen: Nederlands, Engels, moderne vreemde taal, rekenen en loopbaan & burgerschap.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
14
Hoe ziet een lesweek eruit? Hieronder staat een voorbeeld van hoe je weekindeling eruit kan zien. De onderdelen kunnen op andere dagen en/of tijdstippen komen te staan. We verdelen de dagen in een ochtend- en een middagdeel. In dit voorbeeld heb je elk leerjaar een dag geen lessen, in de praktijk kan dit niet altijd. Leerjaar 1
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
Ochtend
Studieloopbaan begeleiding
Detex tot eind januari
Communicatie/ talen Nederlands Engels Spaans
Elomode digitaal leermiddel, simulatie confectiebedrijf
Detex
ICT: ECDL Illustrator
Middag
Theorie leergebieden/ Modeatelier
Na de BPV Nima-oriëntatie/ Marketing, Economie, Rekenen Elomode, digitaal leermiddel, simulatie confectiebedrijf
Wisselende invulling Leerjaar 2 Ochtend
maandag
Middag
dinsdag Studieloopbaan begeleiding
woensdag NIMA-oriëntatie/ Marketing, Economie, Rekenen
donderdag ICT: Illustrator
vrijdag Elomode
Theorie Leergebieden/ Modeatelier Wisselende invulling
Communicatie/ talen
Elomode
Technologische – en Modevorming
Leerjaar 3
maandag
dinsdag
Ochtend
Elomode
Elomode
Middag
Zelfstandig werken
Na de BPV Technologische – en Modevorming
vrijdag
woensdag
donderdag
vrijdag
Theorie Leergebieden/ Modeatelier
Elomode
Wisselende invulling NIMAoriëntatie Marketing, Economie, Rekenen
Theorie Leergebieden/ Modeatelier Wisselende invulling
ICT: Illustrator
Leerjaar 4
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
Sept.januari
BPV
BPV
BPV
BPV
BPV
Febr.
Doorstroommodule Elomode/ beoordelen-afsluiten hoofdfase
Mrt-juni
Proeve van bekwaamheid
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
15
4.4 Alles over de beroepspraktijk Elke opleiding binnen het Middelbaar Beroepsonderwijs is aangesloten bij een kenniscentrum. Een kenniscentrum is er voor een bepaalde branche. Voor de opleiding Productiecoördinator fashion is dat het Kenniscentrum Handel (KCHandel). Het kenniscentrum accrediteert leerbedrijven, dat wil zeggen dat zij bedrijven bezoeken en beoordelen of er binnen deze bedrijven mensen zijn die je tijdens je stage/ BPV kunnen begeleiden. Minimaal 20% van je opleiding moet bestaan uit BPV. Deze moet plaatsvinden in een door het kenniscentrum erkend leerbedrijf. De voorbereiding op de BPV doe je bij de studieloopbaanbegeleiding. Daar maak je onder begeleiding je plan van aanpak BPV. Tijdens de BPV word je begeleid door een BPV-begeleider van school en een praktijkopleider van het leerbedrijf. Het Vitalis College is na overleg met de BPV-verlener eindverantwoordelijk voor de beoordeling. Voor het verwerven van een BPV-plaats ben je zelf medeverantwoordelijk. Het Vitalis College zal je hierbij begeleiden. Voorafgaand aan de BPV wordt een praktijkovereenkomst (POK) getekend. In de POK worden alle rechten en plichten van jou, van de BPVverlener en het Vitalis College vastgelegd en door alle drie de partijen ondertekend. In het schema op pagina 10 kun je zien op welke momenten er BPV is binnen de opleiding.
4.5 Studiebelasting Wil je precies weten hoe de verdeling van de uren eruit ziet? Kijk dan in de bijlage bij Top-model.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
16
5 Alles over de begeleiding 5.1 Begeleiding bij het leren tijdens de opleiding Onder studieloopbaanbegeleiding verstaan we alle activiteiten die erop gericht zijn om je te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Je krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen met wie je de resultaten en ontwikkeling van je leerroute bespreekt. Deze studieloopbaanbegeleider heeft vanuit de opleiding een sleutelrol in je studieloopbaanplanning. - Je wordt begeleid bij het steeds meer zelf verantwoordelijkheid nemen in je leren - Je wordt begeleid op het persoonlijke vlak. Je gaat: • gericht informatie verzamelen over kenmerken, mogelijkheden en eisen van de opleiding en het beroep. • inzicht krijgen in je eigen capaciteiten, interesses, waarden, persoonskenmerken en ontwikkeling van competenties. • bovenstaande informatie over de opleiding, het beroep en jouw persoon je eigen maken en op grond daarvan keuzes maken. • reflecteren op evaluaties en beoordelingen, hier acties aan verbinden. • zorgen voor een Persoonlijk Ontwikkel Plan waarin je je ontwikkeling zichtbaar maakt. Op basis hiervan maak je een Persoonlijk Activiteiten Plan. Individuele begeleiding krijg je van de studieloopbaanbegeleider en je BPV-opleider op stage. Voorbeelden van individuele begeleiding zijn: je beginsituatie helder krijgen(sterke -zwakke kanten van je competenties), individuele leervorderingen bespreken, persoonlijke leerstijltips, stage-ervaringen bespreken, feedback op (bijstelling) van persoonlijke leerdoelen en acties, portfolio. Groepsgesprekken vinden plaats in de klas en zijn gericht op zaken die voor alle studenten min of meer gelijk zijn. Denk hierbij aan het digitale leermiddel Elomode. Soms krijg je voordat je met een opdracht begint instructie, maak je vervolgens de opdracht en wordt deze klassikaal of binnen kleinere groepen teruggekoppeld. Hierna pas je de eventuele onvolkomenheden aan.
5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering Indicatie wordt bij aanvang of tijdens je studie gesteld. Er volgt een melding bij SS&B (Steunpunt Studie & Beperking) wat kan resulteren in extra begeleidingstijd binnen- en/ of buitenschools. Aard en omvang van de begeleiding worden bepaald in samenspraak met jou, de school en SS&B. Heb je een REC (regionaal expertise centrum) indicatie en LGF (leerling gebonden financiering) dan kan er in overleg met SS&B gekeken worden of dit gebruikt kan worden voor extra begeleiding of voorzieningen. Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat je tot een beroepsbeoefenaar wordt opgeleid en ook als zodanig zelfstandig moet kunnen functioneren.
5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie Tijdens het doorlopen van je studie kun je soms tot de conclusie komen dat een opleiding tot productiecoördinator fashion niet haalbaar of wenselijk is. Dit kun je bespreken met je studieloopbaanbegeleider. Deze verwijst je door naar het loopbaancentrum. De zorgexpert van het loopbaancentrum gaat verder met je in gesprek en zal samen met jou (en je ouders/verzorgers) kijken naar e de te nemen vervolgstappen. Bijvoorbeeld: beroepskeuzetest, capaciteitentest en/of doorverwijzen naar 3 lijnszorg.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
17
5.4 Klachten Binnen het Vitalis college is er een klachtenregeling. Deze kan op diverse momenten in werking gaan. Je kunt een klacht indienen via de studieloopbaanbegeleider, de vertrouwenspersoon of het servicebureau. Meer uitleg kun je vinden in het document Bezwaar- en klachtenregelingen, zie bijlage 7 van dit document. De klachtenregeling is ook te vinden op de website van het Vitalis college www.vitaliscollege.nl onder de knop student, in de map regelingen en proceduresl.
5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd Speciaal hiervoor zijn er binnen het Vitalis college een tweetal vertrouwenspersonen aangesteld. De verwijzing naar deze personen kan via de studieloopbaanbegeleider, begeleiders, instructeurs, studentenloket of via het servicebureau. Ook kun je zelfstandig hier contact mee zoeken. Aan het begin van je opleiding krijg je een folder met de namen van de vertrouwenspersonen en hoe en waar ze te bereiken zijn. Je meldingen worden in vertrouwen behandeld. De directeur van het Vitalis college wordt geïnformeerd over het aantal meldingen en de aard van die meldingen, dit gebeurd zonder de naam van de melder.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
18
6 Alles over de beoordeling We kennen twee soorten beoordelingen: • Ontwikkelingsgericht beoordelen; beoordelen om te leren. Deze beoordelingen zijn onderdeel van het opleidingsprogramma. • Kwalificerend beoordelen; beoordelen om te kijken of je voldoet aan de eisen voor een diploma. Ten aanzien van kwalificerend beoordelen zijn alle partijen gebonden aan de regels van het Examenreglement CGO van ROC West-Brabant en de aanvullende regels van het Vitalis college. Deze zijn te vinden op de portal. In de bijlage van deze OER zijn hiervoor links opgenomen. Onder punt 6.1 en 6.2 worden beide aspecten toegelicht.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
19
6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen Voor het beoordelen om te leren gebruiken wij binnen de opleiding Productiecoördinator fashion een studiepuntensysteem. Aan het eind van een fase/periode moet je de te behalen studiepunten gehaald hebben. Heb je de benodigde studiepunten niet, dan kun je nog niet door naar de volgende fase. Met je studieloopbaanbegeleider bepaal je welke acties je moet ondernemen om de benodigde studiepunten alsnog te behalen. Vaak zal dit studieverlenging met zich meebrengen. Hieronder zie je een voorbeeld van een studiepuntenoverzicht van de basisfase:
Periode
Leerjaar 1 1 2
3
Leerjaar 2 4 5
Basisfase februari
Basisfase juni
Basisfase december
Baisfase juni
Basisfase november
0 12 0
0 13 0
0 11 0
0 13 0
A. Specifieke leergebieden Elomode Detex NIMA Technologische vorming Design/modevorming Mode ICT Integrale opdracht Themaweek
B. Algemene leergebieden Nederlands Engels Spaans Burgerschap Rekenen ICT SLB C. BPV
Totaal behaald Te behalen Percentage behaald
0 11 0
20
Studiepuntenverantwoording opleiding Productiecoördinator fashion leerjaar 1 basisfase november A. Specifieke leergebieden Elomode
module 1 • opdrachtinhoud moet zijn beoordeeld met een voldoende. • opdrachten dienen te zijn ingeleverd volgens planning, de inleverdata mogen niet meer dan 3x overschreden zijn. • om het proces te beoordelen is er maximaal 3 uur ongeoorloofd absent geregistreerd.
Detex
deelname aan alle aangeboden toetsen en herkansingsmomenten.
Technologische vorming
Maten • alle opdrachten zijn gemaakt volgens de gegeven instructie. • de toets is behaald.
Om in aanmerking te komen voor een herkansing wordt er gekeken naar de ongeoorloofde absentieregistratie en zijn de algemene herkansingsregels van kracht.
Design/ modevorming
• alle opdrachten zijn gemaakt en voldoende beoordeeld. • voldoende aanwezig, met voldoende inzet.
In bijzondere gevallen is er een herkansingsmogelijkheid. In overleg met de docent.
Mode ICT
Illustrator • alle opdrachten uit hoofdstuk 1 zijn gemaakt en ingeleverd. • de eindopdracht n.a.v. hfst 1 is voldoende beoordeeld. • voldoende aanwezig, met voldoende inzet.
Om in aanmerking te komen voor een herkansing wordt er gekeken naar de ongeoorloofde absentieregistratie en zijn de algemene herkansingsregels van kracht.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
Om in aanmerking te komen voor een herkansing zijn de hiernaast vermelde eisen niet overschreden. (Indien ze wel overschreden zijn moet er een extra opdracht gemaakt worden op school. Deze opdracht moet voldoende beoordeeld worden om alsnog in aanmerking te komen voor een studiepunt.) De eerste herkansingsmogelijkheid is in de bufferweek die volgt op de module. Indien je in aanmerking komt voor herkansing dien je te voldoen aan de eisen die de vakdocent aan je stelt. de laatste herkansingsmogelijkheid is in overleg met de docent en moet hebben plaatsgevonden voor de eerstvolgende bufferweek. Indien niet aan bovenstaande voorwaarden voldaan is heb je pas recht op een herkansing in het volgende schooljaar volgens de dan geldende regels. Om het Detex-diploma te behalen heb je twee jaar lang, per leerjaar, per module, twee toetsmomenten.
21
B. Algemene leergebieden Nederlands
• Nederlandse taaltest uitslag • offerte e-mail Elomode gecorrigeerd • brief opdracht 8.3 • brieven 11.3/12.3/13.3/14.3/15.3 • sollicitatiebrief opdrachten • taalperfect 30 oefeningen • hfst 1 en 2 van de gebruikte methode zijn afgetoetst en als voldoende beoordeeld. • Indien onvoldoende dan volgt een extra opdracht die voldoende moet worden beoordeeld. • gegeven opdrachten moeten volgens planning zijn ingeleverd en met een voldoende beoordeeld zijn. Spaans als tweede vreemde taal is nieuw. Het programma is in ontwikkeling
Gemiste c.q. onvoldoende gemaakte toetsen worden zo snel mogelijk, in overleg met de docent, ingehaald.
Burgerschap
Connect module uit connect • alle onderdelen van de checklist zijn gemaakt en ingeleverd op It’s learning.
In bijzondere omstandigheden is er een herkansingsmogelijkheid in overleg met de docent.
SLB
• reflectieverslagen Elomodeprojecten dienen te zijn gemaakt en ingeleverd volgens de planning. • opdrachten SLB dienen te zijn ingeleverd volgens planning. • verslagen individuele SLBgesprekken. ECDL • minimaal 3 modules zijn afgetoetst
Om in aanmerking te komen voor een herkansing wordt er gekeken naar de ongeoorloofde absentieregistratie en zijn de algemene herkansingsregels van kracht. Indien er een herkansing noodzakelijk is dient dit in overleg met de docent te zijn vastgesteld.
Engels
Spaans
ICT
Gemiste c.q. onvoldoende gemaakte toetsen worden zo snel mogelijk, in overleg met de docent, ingehaald.
Gemiste c.q. onvoldoende gemaakte toetsen worden zo snel mogelijk, in overleg met de docent, ingehaald.
herkansingsmomenten tijdens de lessen ICT
6.2 Kwalificerend beoordelen: examenplannen
Na drie en een half jaar, als je de benodigde studiepunten gehaald hebt, volgt de Proeve van Bekwaamheid. We doen deze proeve op school, in de vorm van simulatie. Meestal niet opeen BPVplaats, omdat bedrijven in de confectiebranche te divers zijn. Je bent een bepaalde periode bezig om aan te kunnen tonen dat je de benodigde competenties bezit om te gaan deelnemen aan het arbeidsproces als commercieel medewerker fashion in de modebranche.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
22
Examenplan Opleidingsnaam: Productiecoördinator fashion niv 4
X BOL O BBL
Cohort: 2011 (KD 2011)
Vitalis college onderdeel van ROC West Brabant: X Economie
Crebocode: 93781
O Gezondheidszorg
O Pedagogie
O Welzijnszorg
Vastgesteld op datum:
Brondocument LLB: 2007
A. Algemeen Examen vorm Eindgespr
Examenproduct
- 1: Marktoriëntatie / analyse
Consorti um Ja
Kerntaak/ Werkprocessen
Competenties
Nee
Weging / Normscore 100 %
Certificeerbare Eenheid Ja Nee
Plaats examen BPV
School
X
X
Opdracht
- 1A: Marktoriëntatie - 1B: Trendonderzoek - 1C: Analyse v.d.collectie - 1D: Rapport
X
Eindgespr
- 2: Collectioneren
X
Opdracht
- 2A: Nieuwe collectie
X
- 2B: Annuleren collectieitems
Eindgespr.
- 3: Productie
X
Opdracht
- 3A: Leverancierskeuze - 3B: Distributieplan - 3C: Inkooporder en tijdsplanning
X
Eindgespr
- 4: Productiebeoordeling
X
Opdracht
- 4A: Kwaliteitscontrole 4B: Leveringsproblemen
X
KT 1: 1.1
KT1: 1.1,1.4, 1.5, 1,8 KT 1: 1.1, 1.4, 1.5,1.8 KT2: 2.2, 2.3
KT3: 3.1 KT3: 3.1, 3.4 KT 1: 1.6 KT3: 3.1, 3.2, 3.4 KT 1: 1.7 KT3: 3.4, 3.5 KT3: 3.2, 3.4
K, J, X
K, J
Peri ode
100 %
X
100 %
X
100 %
X
100 %
X
100%
X
100 %
X
100%
X
Beoordelaars Aantal
15 16
BPV
School
1
2 2
1
2 2
A,K, J, Y
E, K, T J, T, E J, K, Q, T
E, H, J, K, M, T B, E, J, K, M, Q
23
1
2 2
1
2 2
Competentie Een competentie is het specifiek ontwikkelbare vermogen van de student. Dit vermogen bestaat uit een combinatie van kennis, houding en vaardigheden. Voor het MBO gelden 25 competenties, zie het schema hieronder. De vetgedrukte hebben betrekking op jouw opleiding. A
Beslissen en activiteiten initiëren
N
Onderzoeken
B
Aansturen
O
Creëren en innoveren
C
Begeleiden
P
Leren
D
Aandacht en begrip tonen
Q
Plannen en organiseren
E
Samenwerken en overleggen
R
F
Ethisch en integer handelen
S
Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Kwaliteit leveren
G
Relaties bouwen en netwerken
T
Instructies en procedures opvolgen
H
Overtuigen en beïnvloeden
U
Omgaan met verandering en aanpassen
I
Presenteren
V
Met druk en tegenslag omgaan
J
Formuleren en rapporteren
W
Gedrevenheid en ambitie tonen
K
Vakdeskundigheid toepassen
X
L
Materialen en middelen inzetten
Y
Ondernemend en commercieel handelen Bedrijfsmatig handelen
M
Analyseren
*In het eindgesprek moet de deelnemer zich verantwoorden over de wijze waarop hij heeft gehandeld en waarom hij bepaalde keuzes en beslissingen heeft genomen. De beoordelaars van school zullen je bevragen over je beslissingen bij het uitvoeren van de opdrachten. De beoordelaar uit de beroepspraktijk zal vanuit zijn functie hierop doorvragen. Als zowel de opdrachten als het eindgesprek met een voldoende beoordeeld worden heb je recht op een diploma MBO 4. De werkprocessen 2.1 en 3.6 worden met dit examenproduct niet gedekt, deze worden in de BPV beoordeeld. Herkansen Indien je een opdracht niet met een voldoende afsluit is er de mogelijkheid om te herkansen. De opdrachten moeten allemaal met een voldoende zijn afgesloten voor dat het eindgesprek kan plaatsvinden. Je krijgt eenmaal de mogelijkheid om je opdracht te herkansen. Indien je dit niet behaald, zul je dit examenonderdeel opnieuw moeten doen met een andere opdracht. Hiervoor zal je je studie moeten verlengen met minimaal 10 weken. Bij herkansing voldoende beoordeling volgt het eindgesprek. Bij een onvoldoende beoordeling van het eindgesprek zal je samen met je studieloopbaanbegeleider een plan maken om aan te kunnen tonen dat je de competenties die je moet herkansen beheerst. 24
B. Nederlands, rekenen, Engels en Spaans Voor de talen en rekenen is er landelijk nog veel in ontwikkeling. Wij houden deze ontwikkelingen zorgvuldig in de gaten. Houd er rekening mee dat je aan moet kunnen tonen dat je talen en rekenen op het vereiste niveau zijn. De eerste twee leerjaren worden de talen aangeboden. We proberen aan het eind van het tweede leerjaar op het gevraagde niveau voor de talen te zijn. Is dit voor jou niet haalbaar dan kun je in het derde leerjaar een individueel traject volgen en proberen toch het gevraagde niveau te halen. Als student moet je toewerken naar het vereiste niveau. Het vereiste niveau heb je nodig voor het uitoefenen van je beroep en voor jouw deelname aan de maatschappij. Vanaf schooljaar 2013-2014 ga je het vereiste niveau aantonen door deelname aan centrale examens voor Nederlands: lezen en luisteren en rekenen. De overige vaardigheden worden geëxamineerd via instellingsexamens. Voor het behalen van je diploma moet je minimaal een 5 en een 6 halen. Voor Engels tonen we het vereiste niveau aan met zogenaamde TOA-toetsen. Spaans is nieuw binnen de opleiding. Zo gauw duidelijk is hoe we hierbij gaan toetsen komt dit in het addendum te staan.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
25
Nederlands Examenplan Nederlands Commercieel medewerker fashion (Productiecoördinator fashion) / cohort 2011 Crebo: 93781 (93780)
Examenonderdeel
afname
Examenvorm
Minuten
Leerjaar:
periode
Weging
(Afname op school) 0-meting 2F/3F
Gesprekken 3F
Luisteren 3F
Spreken 3F
Lezen 3F
Schrijven 3F
1
TOA / Lezen
S
60
1
introductie
0%
1
TOA / Luisteren
S
60
1
introductie
0%
1
TOA
M
30
2
4
100%
2
TOA
M
30
3
2
100%
1
Landelijk examen
S
60
4
3
100%
2
Landelijk examen
S
60
4
4
100%
1
2. Presenteren doorstroommodule Elomode (cultuurverschillen)
M
15
4
3
100%
2
TOA
M
30
4
4
100%
1
Landelijk examen
S
60
4
3
100%
2
Landelijk examen
60
4
4
100%
1
TOA
S
60
3
4
100%
2
TOA
S
60
4
2
100%
Examenvorm: S= schriftelijk, M= mondeling
26
Rekenen Algemene rekenvaardigheden volgens referentiekader Meijerink: Rekenen Methode Gecijferd Studenten werken op eigen tempo door de lesstof heen.
Zelfstandig werken onder begeleiding
Deel A: - De betekenis van getallen - Toegepast rekenen - De betekenis van tabellen en diagrammen - Meten en eenheden Deel B: - Een deel van een geheel (%) - Delen en verdelen - Verhoudingen per - Vaste verhoudingen Deel C: - Lengte - Tijd - Kans en statistiek - Inhoud Deel D: - Gewicht - 2D/3D - Plaats en route - Oppervlakte Deel E: - Wortels en machten - Rekenen met oppervlakte - Vorm en inhoud - Rekenen met inhoud Deel F: - Grote getallen en rekenregels - Tabellen en grafieken - Formules - Systematische Probleem Aanpak
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
Ontwikkelingsgericht beoordelen
-
Toets
-
Toets
-
Toets
-
Toets
-
Toets
-
Toets
27
Periode-overzicht examens Nederlands Commercieel medewerker fashion (Productiecoördinator fashion) / cohort 2011-2015 jaar
periodes 1
1
2
o-meting Lezen/Luisteren
3
1
4
Stage (± 8 wk)
1
2
2
3
1.Gesprekken
Stage (± 10 wk)
1
2
4
3
2.Gesprekken
4 Stage (± 13 wk)
3 1. Schrijven
1 4
2 Stage (± 19 wk)
3
4
1.Spreken
2. Spreken
1.Lezen
2. Lezen
1.Luisteren
2. Luisteren
2. Schrijven
= lessen Nederlands
28
Algemene rekenvaardigheden volgens referentiekader Meijerink: Rekenen Methode Gecijferd Studenten werken op eigen tempo door de lesstof heen.
Zelfstandig werken onder begeleiding Deel A: - De betekenis van getallen - Toegepast rekenen - De betekenis van tabellen en diagrammen - Meten en eenheden Deel B: - Een deel van een geheel (%) - Delen en verdelen - Verhoudingen per - Vaste verhoudingen Deel C: - Lengte - Tijd - Kans en statistiek - Inhoud Deel D: - Gewicht - 2D/3D - Plaats en route - Oppervlakte Deel E: - Wortels en machten - Rekenen met oppervlakte - Vorm en inhoud - Rekenen met inhoud Deel F: - Grote getallen en rekenregels - Tabellen en grafieken - Formules - Systematische Probleem Aanpak
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
Ontwikkelingsgericht beoordelen -
Toets
-
Toets
-
Toets
-
Toets
-
Toets
-
Toets
29
6.5 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? De Proeve van Bekwaamheid is voor deze opleiding landelijk ontwikkeld. Regelmatig wordt deze proeve geëvalueerd en waar nodig aangepast. Aan het begin van het vierde leerjaar krijg je uitleg over de organisatie. Er is een handleiding voor studenten, beoordelaars van de opdrachten en voor assessoren uit de beroepspraktijk. Tevens is er een verantwoordingsdocument en een draaiboek. Het examenbureau legt van iedere student een examendossier aan. Dit blijft eigendom van het examenbureau. Hierin worden bewaard: originele beoordelingslijsten van de kwalificerende examens voorzien van handtekening beoordelaar(-s) en student, datum, plaats van afname examen. bewijzen van vrijstellingen (EVK) voorzien van handtekeningen. De examencommissie bestaat uit: - voorzitter: mr. F. van Goor - examensecretaris: mw. A. Lutz - examencommissielid: mr. G-J Baaij Er is ook een centrale examenregeling ROC West-Brabant. Deze kun je vinden op de site www.vitaliscollege.nl kies studenten >> regelingen en procedures >> Examenreglement ROC WB versie competentiegericht onderwijs. In deze regeling zijn de examenrechten van studenten vastgelegd in 2 hoofdstukken en 3 bijlagen: - De regeling en de organisatie van de examens - Bezwaar en beroep - Bijlage 1: Begrippenlijst - Bijlage 2: Examencommissies - Bijlage 3: Afwijkende toetsing en examinering We adviseren je dit document aandachtig door te nemen.
6.6 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school?
Resultaten worden voor onbeperkte tijd digitaal vastgelegd in het cijferregistratiesysteem. Het examenwerk blijft tot een half jaar na het behalen van het diploma op school in het archief. Na dit half jaar krijg je een uitnodiging om het examenwerk op te komen halen. Als je na een jaar het examenwerk nog niet opgehaald hebt wordt het vernietigd.
6.7 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat je het niet eens bent met de einduitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. Je dient dan binnen 14 dagen na bekendmaking van de uitslag je bezwaar schriftelijk te melden bij de cluster examencommissie. Dit geldt alleen voor de kwalificerende beoordeling (de examens), dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens je studieloopbaan. Voor die gevallen ga je naar je studieloopbaanbegeleider. Het bezwaarformulier vind je op de website van het Vitalis college www.vitaliscollege.nl. Ben je het niet eens met de uitspraak van de clusterexamencommissie dan kun je een klacht indienen bij de commissie bezwaar en beroep van ROC-West-Brabant.
7 Inspectie
De inspectie van het onderwijs is belast met de kwaliteitscontroles op de examens. Hiervoor wordt een jaarlijks terugkerende audit gehouden. Resultaten van de audits worden gepubliceerd op de websites van de inspectie en van ROC West-Brabant.
8 Addendum
In een addendum vind je alle aanpassingen en wijzigingen, die na het vaststellen en bekendmaken van een OER nog worden doorgevoerd. De kans op een addendum is voor jullie wat groter omdat de beschreven opleiding een experimentele opleiding is. Bij het opzetten van een experimentele opleiding komt het voor dat er tussentijds zaken bijgesteld of aangepast worden, bijvoorbeeld omdat ze niet blijken te werken. Zodra de aanpassing bekend is wordt deze opgenomen in een aangepaste versie. Je kunt er als student op vertrouwen dat je nooit de dupe zult worden van het ontbreken van informatie. (Wij geven je het advies mee om samen met je studieloopbaanbegeleider steeds te kijken naar de OER van het nieuwste cohort. Deze OER is het meest volledig.) 93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
30
TOP Model Overzicht leerjaar 1
1
2
Totaal aantal sbu' s
Samen en afhankelijk van anderen-begeleid
Samen en afhankelijk van anderenonbegeleid
Individueel en temidden van groepbegeleid
Individueel en temidden van groeponbegeleid
Individueel en onafhankelijkonbegeleid
Eerste leerjaar
Individueel en onafhankelijk-begeleid
0
3
Verwerven competenties in de arbeidssituatie Verwerven competenties in de gesimuleerde arbeidssituatie Verwerven vaardigheden buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Verwerven kennis buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Overige deelnemeractiviteiten
64 0 0 0 0
256 0 0 0 0
0 105 200 170 0
0 204 276 195 0
0 30 30 0 0
0 32 38 0 0
320 371 544 365 0
Subtotaal onbegeleide/begeleide deelnemeractiviteiten
64
256
475
675
60
70
1600
Totaal aantal SBU's
320
1150
Van de 1600 SBU's zijn de volgende uren IIVO
130
0 1065
31
1
2
Totaal aantal sbu' s
Samen en afhankelijk van anderen-begeleid
Samen en afhankelijk van anderen-onbegeleid
Individueel en temidden van groep-begeleid
Individueel en temidden van groep-onbegeleid
Individueel en onafhankelijkbegeleid
Individueel en onafhankelijkonbegeleid
Tweede leerjaar
3
Verwerven competenties in de arbeidssituatie Verwerven competenties in de gesimuleerde arbeidssituatie Verwerven vaardigheden buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Verwerven kennis buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Overige deelnemeractiviteiten
0 0 0 0 35
0 0 0 0 32
80 130 240 20 0
320 275 246 69 29
0 60 0 0 0
0 64 0 0 0
400 529 486 89 96
Subtotaal onbegeleide/begeleide deelnemeractiviteiten
35
32
470
939
60
64
1600
Totaal aantal SBU's Van de 1600 SBU's zijn de volgende uren IIVO
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
67
1409
124
0 1150
32
Overzicht leerjaar 3
1
2
Totaal aantal sbu' s
Samen en afhankelijk van anderen-begeleid
Samen en afhankelijk van anderen-onbegeleid
Individueel en temidden van groep-begeleid
Individueel en onafhankelijkbegeleid
Individueel en onafhankelijkonbegeleid
Derde leerjaar
Individueel en temidden van groep-onbegeleid
0
3
Verwerven competenties in de arbeidssituatie Verwerven competenties in de gesimuleerde arbeidssituatie Verwerven vaardigheden buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Verwerven kennis buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie Overige deelnemeractiviteiten
0 0
0 0
104 200
416 207
0 92
0 170
520 669
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
120 0 0
0 0 38
120 0 38
Subtotaal onbegeleide/begeleide deelnemeractiviteiten
0
0
304
623
212
208
1347
Totaal aantal SBU's Van de 1600 SBU's zijn de volgende uren IIVO
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
0
927
420
1505 935
33
Begrippenlijst Begrip Begeleiding
Bewijsstukken
Competentie Competentie scoretabel Complexiteit van de beroepscontext
Assessment gesprek
Ontwikkelingsgerichte toets Kwalificatie dossier
Methodenmix
Definitie Begeleiding is de professionele ondersteuning van de student, gericht op competentieontwikkeling, eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de student. Mate van begeleiding Geleid In een geleide beroepssituatie krijgt de student opdrachten en instructie van de begeleider. De student volgt bij het uitvoeren van werkzaamheden de aangereikte richtlijnen, procedures en protocollen. Begeleid n een begeleide beroepssituatie is er overleg met de begeleider over de aanpak van de uitvoering. De student doet zelf onderzoek en komt met voorstellen voor de uit te voeren werkzaamheden, daarbij gebruikmakend van bestaande richtlijnen, procedures en pr Zelfstandig Bij het zelfstandig functioneren in een beroepssituatie handelt de student naar eigen inzicht, rekening houdende met de geldende richtlijnen, procedures en protocollen. Informatie of resultaten verkregen in de beroepspraktijk na het uitvoeren van beroepsprestaties of een proeve. Op grond van bewijsstukken kan de beoordelaar competentieontwikkeling vaststellen. Hierbij is informatie noodzakelijk over de complexiteit van d Een competentie is een specifiek ontwikkelbaar vermogen van een individu bestaande uit kennis, inzicht, houding en vaardigheden. Een instrument waarin competentieontwikkeling van een student geregistreerd staat, uitgedrukt in ontwikkelscore r-p-t of normscore R-P-T op het niveau van een kernactiviteit of opleidingsniveau. Gesloten context De complexiteit van de beroepssituatie is een enkelvoudige, redelijk voorspelbare context. Dat betekent dat de student zijn feitenkennis kan toepassen in een concrete situatie en onder begeleiding. De student kan terugvallen op regels, procedures en proto Open context Een open context kan van diverse aard zijn. De beroepscontext is minder voorspelbaar. Er kan sprake zijn van meervoudige problematiek en dienstverlening. Dat betekent dat de student kennis verwerft en procedures eigen maakt en deze flexibel kan inzetten e. Complexe context In een complexe context is er sprake van onvoorspelbare en meervoudige problematiek. De student kan totale kennis- en handelingsrepertoire inzetten. Beheerst de situatie zelfstandig en reguleert en werkt oplossingsgericht. Is in staat tot een helikoptervi Een toetsvorm waarin beoordelaars of assessoren een gesprek voeren met de student over zijn competentieontwikkeling aan de hand van de STARRTmethode.Bewijsstukken van beroepsprestaties/ proeve en reflectieverslag zijn input voor dit gesprek. De beoordeling vindt plaats op grond van geldende prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier. Beoordelen om te leren of ontwikkelingsgericht beoordelen. De beschrijving van de startpositie van de beginnende beroepsbeoefenaar op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Het kwalificatiedossier beschrijft de kerntaken van de beroepsopleiding. Iedere kerntaak is opgebouwd uit werkprocessen. Aan de werkprocessen zijn generieke competenties verbonden. In welke mate de competenties beheerst zullen worden staat beschreven in de prestatie-indicator. De combinatie van verschillende vormen van assessment (of vormen van examinering) binnen de summatieve beoordeling van competenties.
34
Normscore R-P-T
Ontwikkelscore p-t
r-
POP – PAP
Portfolio
Competentiebeheersings-niveaus
Proeve
Prestatie-indicator
Normscore, ook wel kwalificerende score genoemd, wil zeggen dat de student bij de beoordeling aan de vereiste beoordelingscriteria moet voldoen. Deze zijn afgeleid van de prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier. Bij een normscore voldoet de student aan de criteria die verwijzen naar de competenties van een beginnende beroepsbeoefenaar De normscore staat in de beoordelingslijst met een grote vetgedrukte hoofdletter R, P of T. De ontwikkelscore geeft aan dat de student zich ontwikkelt en nog niet hoeft te voldoen aan de kwalificerende norm voor competentiebeheersing.De student heeft nog begeleiding nodig. Hij kan zich nog ontwikkelen in de gewenste richting, hij heeft nog even de tijd. De ontwikkelscore geeft echter wel inzicht in de mate van ontwikkeling richting de normscore. Is er vooruitgang aanwezig, staat de student even ‘stil’ in zijn groei, met welke competenties heeft hij meer/ minder moeite? De ontwikkelscore staat vermeld met een kleine letter en cursief gedrukte r, p of t. Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en een Persoonlijk Activiteitenplan (PAP). In het POP beschrijft de student zijn competentieontwikkeling, leerstijl, leerdoelen op korteen lange termijn. In het PAP beschrijft de student op welke wijze, waar, wanneer hij zijn competentieontwikkeling, leerdoelen en dergelijke verwezenlijkt. Een portfolio biedt een overzicht van de individuele leer- en werkervaringen, onderbouwd met bewijsstukken en gerelateerd aan de eisen uit het beroepenveld en de opleiding. Een portfolio bevat normaal gesproken: persoonlijke gegevens, een overzicht van relevante ervaringen, een overzicht van verworven competenties met bewijzen en conclusies. Veelal wordt onderscheid gemaakt tussen het ontwikkelingsdeel en het kwalificerende deel van het portfolio. Een portfolio is te beschouwen als een registratiesysteem waarin verschillende vormen van beoordeling opgenomen kunnen worden, zoals observatielijsten, fotomateriaal, beoordelingslijsten, reflectieverslagen en resultaten van beroepsprestaties en proeven van bekwaamheid. Op Reproductief niveau voert de student een taak uit onder begeleiding.Die taak wordt uitgevoerd volgens standaardprocedures en voorschriften. De student heeft vaak een instructie of rolmodel nodig.De student verwerft kennis en vaardigheden én hij ontwikkelt een passende beroepshouding. Op Productief niveau voert de student de taak deels op eigen initiatief uit. Hij lost problemen op en bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen.Hij vraagt advies ten aanzien van de oplossingen. Hij heeft minder structuur nodig om zelfstandige activiteiten te ondernemen. Bij Transfer gedrag voert de student binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties taken zelfstandig uit.Hij past kennis, houding en vaardigheden toe. Hij ziet verbanden en kan die uitleggen. De student is proactief en zijn oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van het beroep. De proeve is een toetsvorm die de student de gelegenheid biedt om te demonstreren dat hij over de benodigde competenties beschikt. Het gaat hier om een grote integrale opdracht waarin de student voor uitdagingen, dilemma’s, onverwachte situaties, keuzes wordt gesteld die een beroep doen op de inzet van verschillende competenties. Deze worden integraal getoetst en meestal beoordeeld in de beroepspraktijk. De prestatie-indicator geeft de mate van competentiebeheersing aan binnen een werkproces. Met de prestatie-indicator van de competentie meet de beoordelaar of het resultaat en het daaraan voorafgaande proces is aangetoond. Een prestatie-indicator is op gebouwd uit beheersingscriteria met daaruit voortvloeiend het uiteindelijke resultaat.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
35
SLB-er, SLB
Een SLB-er is de afkorting van studieloopbaan begeleider. Dit is een begeleider die de student begeleidt tijdens het opleidingstraject. Begeleiding geven aan groepen studenten en/of individuele student met als doel het leerproces van de student(en) te begeleiden afgestemd op de specifieke behoeften en vragen van de student, zodat de student in staat is zelfstandig te functioneren en zodangekwalificeerd is met een certificaat of diploma dat hij/zij reële kansen heeft op de arbeidsmarkt. Uitgangspunt hierbij is dat de student de verantwoordelijkheid draagt van zijn/haar leerproces.
Kwalificerend examen
Beoordelen om te kwalificeren. De summatieve toetsing dient beschreven te zijn in het Onderwijs Examen Reglement (OER). De summatieve toetsing voldoet aan de hiervoor geldende wettelijke regels. De rol of verantwoordelijkheid die een student draagt tijdens de uitvoering van een werkproces varieert van: De mate van verantwoordelijkheid Uitvoering eigen takenpakket De beroepsbeoefenaar is vakman/vakvrouw en vervult uitvoerende en ondersteunende taken. Binnen Zorg en Welzijn is iedere beroepsbeoefenaar verantwoordelijk voor zijn/haar eigen werk. Beroepshandelingen worden met zorg en toewijding uitgevoerd. Samenwerking met collega’s Afhankelijk van het opleidingsniveau draagt de beroepsbeoefenaar verantwoordelijkheid voor de sfeer en de wijze waarop collega’s met elkaar samenwerken Aansturing op lager niveau De verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar kan zich beperken tot het eigen functioneren binnen het eigen takenpakket, maar kan zich ook uitstrekken tot het werk van anderen doe op een lager niveau werken. Dit hangt samen met het niveau van de opleid De hele zorg- en begeleidingscyclus Naarmate het niveau hoger is, zijn de werkzaamheden divers van aard. De beroepsbeoefenaar heeft inzicht in meerdere werkprocessen. Stemt diensten op elkaar af en coördineert werkzaamheden. De beroepsbeoefenaar beschikt over een helikopterview. Begeleidingsinstrument (kompas) aan de hand waarvan de student planmatig leert en werkt volgens de fases Oriënteren, Plannen, Uitvoeren, Controleren en Reflecteren. Een geheel aan beroepshandelingen gericht op een specifiek doel binnen de beroepspraktijk, vastgelegd in het kwalificatiedossier.
Verantwoordelijkheid
Wegwijzer Werkproces •
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
36
2.
Examinering Nederlandse taal en rekenen
Cohorten vanaf 2010 Generiek versus Beroepsspecifiek (Bron: Steunpunt Taal & Rekenen MBO mei 2010) Examinering van generieke taal- en rekenvaardigheden voor mbo 4 t/m 2012/2013 en voor mbo 1, 2 en 3 t/m 2013/2014 • Voor deelnemers die • én vanaf 2010/2011 starten in een eindtermendocument of kwalificatiedossier • én examen doen vóór 2013/2014 (mbo 4) of vóór 2014/2015 (mbo 1 t/m 3) geldt dat de kennis en vaardigheden Nederlandse taal en rekenen behorend bij het generiek vereiste referentieniveau (2F voor mbo 1, 2 en 3; 3F voor mbo 4) via instellingsexamens moeten worden aangetoond. • De contexten die voor de instellingsexamens worden gebruikt, kunnen ontleend worden aan maatschappelijke situaties en aan algemene of specifieke beroepssituaties. • De generieke taal- en rekenvaardigheden kunnen zowel afzonderlijk worden geëxamineerd als geïntegreerd in beroepsgerichte examens. Voorwaarde voor geïntegreerde examinering is dat de beheersing van het betreffende referentieniveau wordt beoordeeld met afzonderlijke beoordelingsvoorschriften en cesuur. • Vanaf 2011/2012 kan de instelling niveau 4 deelnemers mee laten doen aan de centraal ontwikkelde pilotexamens voor lezen, luisteren en rekenen op niveau 3F. Vanaf 2012/2013 geldt dit voor niveau 1, 2 en 3 deelnemers voor nog nader te bepalen (sub-)domeinen op niveau 2F. Binnen nog vast te stellen landelijke minimum- en maximumgrenzen bepaalt de instelling zelf de aantallen deelnemers aan de pilots. De pilotexamens gelden als instellingsexamen. De (sub-) domeinen die niet via de pilotexamens worden geëxamineerd worden altijd via een instellingsexamen geëxamineerd. Examinering van generieke taal- en rekenvaardigheden voor mbo 4 vanaf 2013/2014 en voor mbo 1, 2 en 3 vanaf 2014/2015 • Vanaf 2013/2014 (mbo 4) en 2014/2015 (mbo 2 en 3) nemen alle deelnemers verplicht deel aan de centraal ontwikkelde examens. Voor mbo 1 wordt in 2014 besloten over wel of geen centraal ontwikkelde examens. • De centraal ontwikkelde examens betreffen voor mbo 4 alle domeinen van rekenen en de (sub)domeinen leesvaardigheid en luistervaardigheid van Nederlandse taal. Voor de overige (sub)domeinen mondelinge taalvaardigheid (spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid), schrijven en begrippenlijst en taalverzorging blijft de examinering via een instellingsexamen. Voor mbo 2 en 3 is nog geen besluit genomen over de (sub-)domeinen waarvoor centraal ontwikkelde examens komen. Examinering van beroepsgerichte taal- en rekeneisen voor vanaf augustus 2010 startende deelnemers van alle niveaus • Naast de generieke taal- en rekeneisen (referentieniveaus) zoals beschreven in deel B van het kwalificatiedossier vraagt het beroep waarvoor de deelnemer wordt opgeleid vaak om specifieke taal- en rekenvaardigheden. Deze staan beschreven in deel C bij de beschrijving van kerntaken en (binnen) werkprocessen. In deel D is met een tabel toegelicht op welk niveau de specifieke beroepsgerichte taal en rekenvaardigheden zich bevinden. De informatie in deel D is bedoeld ter verantwoording en ter toelichting ten behoeve van het onderwijs. Voor examens zijn alleen de kwalificatie-eisen in deel B en C van belang.
•
Beroepsgerichte taal- en rekeneisen hoeven niet apart te worden geëxamineerd en beoordeeld. Ze zijn impliciet verweven in de beroepscompetenties. Wanneer in het examen aangetoond is dat een deelnemer de kerntaken en werkprocessen beheerst dan is het vanzelfsprekend dat ook de onderliggende, voorwaardelijke taal- en rekencomponenten beheerst worden.
Dat neemt niet weg dat het instellingen vrij staat om in afzonderlijke examens te beoordelen of de beroepsgerichte taal- en rekenvaardigheden worden beheerst. Net zoals de instelling de vrijheid heeft om met afzonderlijke examens te beoordelen of bepaalde vakkennis wordt beheerst.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
37
3. Kwalificatie-eisen loopbaan & burgerschap MBO studiejaar 2011-2012 “Het overgangsregime in afwachting van wetgeving”
1.1 De politiek-juridische dimensie De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij gaat het om de participatie in formele zin (stemmen bij officiële verkiezingen) en meer (inter)actieve vormen van betrokkenheid bij besluitvorming op verschillende politieke niveaus (Europees, landelijk, regionaal, gemeentelijk, buurt). Maar ook om actuele, meer op issues gerichte vormen van politieke participatie, zoals duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Hiervoor is nodig dat een student inzicht heeft in de onderwerpen die voor hem van belang zijn en waarover politieke besluiten worden genomen, in de verschillende meningen en opvattingen die erover bestaan en in de verschillende belangen die daarbij een rol spelen. De student (h)erkent de basiswaarden van onze samenleving, leert omgaan met waardendilemma’s en hanteert de basiswaarden als richtlijn en uitgangspunt in zijn meningsvorming en bij zijn handelen. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de politiek-juridische dimensie aan bod komen: de kenmerken en het functioneren van een parlementaire democratie, de rechtsstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda’s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving, en de rol en de invloed van de (massa)media. 1.2 De economische dimensie De economische dimensie is in twee deelgebieden uitgesplitst en heeft betrekking op - de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt; - de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Hierbij gaat het om het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf en om het verantwoord handelen op de consumptiemarkt. Voor het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf is nodig dat een student zich algemeen aanvaarde regels en standaard (bedrijfs)procedures eigen maakt en zich daaraan houdt. De student kent de rechten en plichten van de beroepsbeoefenaar en stelt zich collegiaal op. Voor het functioneren als kritisch consument is nodig dat een student weet hoe hij informatie over producten en diensten kan verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hij heeft inzicht in zijn eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. En het is nodig dat hij bij de aanschaf van producten en diensten afwegingen kan maken met betrekking tot maatschappelijke belangen zoals duurzaamheid en gezondheidsaspecten. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de economische dimensie aan bod komen: de maatschappelijke functies en waardering van arbeid, de factoren die van invloed zijn op de bedrijfscultuur, de arbeidsverhoudingen in Nederland, de rol en de invloed van branche- of vakorganisaties, de rol van de overheid op het gebied van arbeid, de verzorgingsstaat en de consumentenmarkt, de belangrijkste principes van budgettering, kenmerken van duurzame consumptie en productie, de rol en de invloed van consumentenorganisaties, de invloed van de media op het bestedingspatroon van consumenten.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
38
1.3 De sociaal-maatschappelijke dimensie
De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Om adequaat te kunnen functioneren in de sociale omgeving is het nodig dat de student de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen kent en deze kan toepassen in verschillende situaties. De student heeft inzicht in de kenmerken van verschillende culturen. In zijn opvattingen en gedrag toont hij respect voor culturele verscheidenheid. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de sociaal-maatschappelijke dimensie aan bod komen: de grondrechten en plichten in Nederland, kenmerken van de verschillende (sub)culturen in Nederland, kenmerken van – en oorzaken van spanningen tussen – verschillende (sub)culturen en bevolkingsgroepen in Nederland, kenmerken van ethisch en integer handelen, en het doel en de invloed van sociale en professionele netwerken.
1.4 De dimensie vitaal burgerschap
De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de dimensie vitaal burgerschap aan bod komen: de kenmerken van een gezonde leefwijze waaronder de nationale norm gezond bewegen en de aard, plaats en organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten in de samenleving en het arbeidsproces. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat de student zich bewust is van zijn eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit.
2 Loopbaan
Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Daarvoor is nodig dat een student inzicht heeft in de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Maar het vereist ook oriëntatie op en inzicht in de mogelijkheden die de arbeidsmarkt biedt. De student is in staat de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven te vergelijken met gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. Ook oriëntatie op mogelijke doorstroomtrajecten in het vervolgonderwijs (hbo, een volgend niveau in het mbo of andere scholingsmogelijkheden) en op ondersteuningsmogelijkheden ten behoeve van de loopbaanontwikkeling zijn hierbij van belang. Op basis van de vergelijking komt de student tot weloverwogen keuzes en vervolgstappen om gemaakte keuzes te realiseren. De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan, werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces, netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
39
Diverse documenten op website Op de website van het Vitalis college: www.vitaliscollege.nl staan onder de keuze knop ‘Studenten’ verschillende documenten waarin belangrijke aanvullende informatie wordt gegeven. In sommige gevallen wordt in het oer naar deze documenten verwezen.Per document wordt hierna een korte toelichting gegeven. 1
Examenreglement 2009 en aanvulling op dit reglement www.rocwb.nl
In het examenreglement worden je rechten en plichten m.b.t. de examinering artikelsgewijs toegelicht. Als je een competentiegerichte opleiding volgt kies je de competentiegerichte versie. Denk o.a. aan
2
Deelnemersstatuut / klachtenprocedures http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures.aspx
Te laat komen bij toetsing legitimeren afmelden bij toetsing door ziekte of andere redenen inzake en bespreekrecht afwijkende toetsing vrijstellingen Hierin staan je rechten en plichten beschreven. Deel C bevat de klachtenprocedure die binnen het ROC WB van kracht zijn, o.a.
http://www.vitaliscollege.nl/studenten/opleidingen.aspx
bezwaar en beroep examens en toetsen ongewenste omgangsvormen toelating en verwijdering Met je SLB kun je bespreken welke OER voor jou is
4
OOK/POK http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures.aspx
Dit document bevat de juridische tekst en een uitleg over je onderwijs overeen komst en je praktijk overeen komst.
5.
Overige informatie
o.a. de info gids, veiligheidsaspecten e.d.
3
Oer –en
http://www.vitaliscollege.nl/studenten.aspx 6.
Procedure bij fraude http://www.vitaliscollege.nl/studenten/regelingen-enprocedures.aspx
Wat is fraude en hoe wordt er bij vermoedelijke fraude (onregelmatigheid) gehandeld.
Als student van het Vitalis college heb je recht op inzage in verschillende regelingen, procedures en protocollen. Via onderstaande links, kun je de documenten inzien en downloaden.
93781 Productiecoördinator fashion BOL niveau 4, V1
40