Raadsavond Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
22 september 2014 14.098 H.J.A. van Schooten M. Krijgsman
[email protected] (071) 3327 254
Onderwerp: Motie herplant bomen Beslispunten: Instemmen met scenario 1, handhaven van de bestaande situatie, 50% herplant. Publiekssamenvatting Op 2 juni jl. is door de raad een motie aangenomen waarin het college opdracht wordt gegeven te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om 100% herplant van bomen mogelijk te maken. Het onderzoek heeft als belangrijkste conclusie dat 100% herplant alleen mogelijk is als er extra structureel budget voor wordt vrijgemaakt. Naar aanleiding van het onderzoek van de mogelijkheden zijn vier scenario’s uitgewerkt. Voorgelegd wordt in te stemmen met scenario 1, handhaven bestaande situatie, 50% herplant, geen extra budget. Eventuele andere scenario’s kunnen tezamen met andere beleidsuitgangspunten op het gebied van groen worden opgenomen in het nog op te stellen groenbeleidsplan. Inleiding In juni jl. is door uw raad een motie aangenomen waarin het college opdracht wordt gegeven te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om 100% herplant van bomen mogelijk te maken. In dit voorstel worden verschillende scenario’s aan u voorgelegd. Beoogd resultaat Een goed en gezond bomenbestand. Kader Motie 2 juni 2014 herplant bomen Beheerplan bomen gemeente Kaag en Braassem Wettelijke gemeentelijke zorgtaak voor bomen. Flora- en faunawetgeving Vier scenario’s Scenario 1. Handhaven bestaande situatie, geen extra budget Met de huidige financiële middelen kan 50% van de ca 100 bomen die jaarlijks verwijderd wordt worden herplant. Op termijn betekent dit dat we van 10.500 bomen (situatie 2014) naar ca. 9800 bomen (situatie 2030) gaan. Voordeel hiervan is dat de bomen die worden herplant van dusdanige kwaliteit en afmeting zijn en dat het risico van uitval nihil is. De verwachting is niet dat de resterende 50% met bewonersparticipatie of inspraak kan worden behaald.
14.098 Rvs Motie herplant bomen
22 september 2014
Pagina 1 van 3
Scenario 2. Meer bomen met bestaand budget; focus op kwantiteit, geen extra budget Met de huidige financiële middelen is maximaal een herplant van 70% te behalen. Dat betekent dat van de ca 100 bomen die jaarlijks worden verwijderd er zo’n 70 herplant worden. Om dit zonder extra financiële middelen mogelijk te maken, moet worden gekozen voor een kleinere plantmaat en standaard soorten. De kleinere plantmaat vormt met name op het gebied van uitval een risico. De standaardisering van soorten kan op termijn resulteren in een bomenbestand dat als saai wordt ervaren. Er bestaat een mogelijkheid dat een deel van de resterende 30% met vormen van bewonersparticipatie kan worden behaald. Hiervoor kan aansluiting gezocht met het al lopende traject ‘Kernen in hun Kracht’. Onzeker blijft echter of er structureel 100% herplant bereikt wordt. Scenario 3. Meer bomen en meer budget; focus op kwantiteit, extra budget €10.000 Als het huidige structurele budget wordt verhoogd met € 10.000 dan wordt het mogelijk om 100% van de gekapte bomen te herplanten als we kiezen voor een kleinere plantmaat en standaardisering. Dit genereert dan dezelfde risico’s als bij scenario 2. Er bestaat een mogelijkheid dat in dit scenario bewonersparticipatie/inspraak kan leiden tot verlaging van de risico’s, maar of dit structureel kan is onduidelijk. Scenario 4. Meer bomen en meer budget; focus op kwaliteit, extra budget € 20.000 In dit scenario wordt 100% van de gekapte bomen herplant, de kwaliteit behouden en het risico van uitval is nihil. Draagvlak Bij het onderzoeken van de mogelijkheid om 100% herplant mogelijk te maken is geen draagvlak onderzocht. De stichting Groenlicht is betrokken geweest bij het opstellen van het beheerplan bomen. Bij een eerdere presentatie over het bomenbeheer aan uw raad is gebleken dat u zich zorgen maakt over de mogelijkheden en de effecten van het op peil krijgen en houden van een kwalitatief en kwantitatief goed bomenbestand. Participatie als aanvulling Alle scenario’s kunnen met behulp van verschillende participatievormen een positieve aanvulling krijgen op de kwantiteit en/of op de kwaliteit (door bv ook participatievormen te onderzoeken voor het beheer en onderhoud). Dit staat ook bij de scenario’s vermeld. In het onderzoek naar de mogelijkheden voor 100% herplant zijn, omwille van de tijd, niet alle mogelijke vormen van participatie onderzocht. Voor wat betreft participatie kan worden gedacht aan: sponsoring/adoptie door bewoners/bedrijven/sportverenigingen zowel qua aanplant als qua beheer en onderhoud; stimuleren van boomplantmomenten in samenwerking met bedrijven, bewoners, groenstichtingen en andere belangengroeperingen; beschikbaar stellen van een gebied waar belanghebbenden eigen bomen kunnen planten en eventueel kunnen beheren. Verwacht wordt dat particpatie in de beginperiode een positieve bijdrage zal hebben aan herplant. Voor de langere periode is niet bekend of dit blijvend is. Als participanten hebben gedoneerd is dit veelal eenmalig. Met de aanschaf van de boom zijn nog niet alle gerelateerde kosten uit beeld. Hierbij valt te denken aan bijkomende kosten zoals o.a. het maken van een plantvak en intensief onderhoud de eerste drie jaar.. Financiële consequenties Het door ons voorgestelde scenario één kent geen financiële consequenties. Indien uw raad in afwijking van het voorstel om te kiezen voor scenario 3 of 4, de financiële consequenties hiervan 14.098 Rvs Motie herplant bomen
22 september 2014
Pagina 2 van 3
ten laste zullen komen van de budgettaire ruimte van de begroting. Indien dit voor 2015 gaat spelen, zal dit verwerkt moeten worden met een begrotingswijziging. Indien dit voor 2016 gaat spelen, zal het bij de integrale afweging voor de perspectiefmemo 2016 worden betrokken. Risico’s Geen Communicatie Doelgroep Inwoners en belanghebbenden
Boodschap Keuze in bomen behoud
Middel Website, Hier! Nieuws uit de polder.
Planning Na besluit
Realisatie Na besluitvorming wordt het gekozen scenario uitgevoerd.
Roelofarendsveen, 16 september 2014 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Bijlagen behorend bij het voorstel Uitwerking sfeerbeelden boomaanplant. Vastgesteld bomenbeheerplan. Bijlagen ter inzage -
14.098 Rvs Motie herplant bomen
22 september 2014
Pagina 3 van 3
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 september 2014;
besluit:
in te stemmen met scenario 1, handhaven van de bestaande situatie, 50% herplant
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 22 september 2014 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
14.098 Rbs Motie herplant bomen
22 september 2014
Pagina 1 van 1
IMPRESSIEBEELDEN AANPLANT BOMEN (STANDAARD AANPLANT MAAT IS 18-20. DIT BETEKENT DAT DE STAM OP 1,30 MTR HOOGTE EEN STAMOMTREK HEEFT VAN 18 TOT 20 CM)
SIERPEER, AANGEPLANT IN DE MAAT 18-20
SIERPEER, AANGEPLANT IN DE MAAT 14-16
ES, AANPLANTMAAT 18-20
RESULTAAT NA CA. 7 JAAR NA AANPLANT
HEMELBOOM, AANPLANT MAAT 20-25
Beheerplan “Bomen”
Colofon: Gemeente Kaag en Braassem Afdeling: Openbare Ruimte Westeinde 1 2371 AS Roelofarendsveen T: 071 332 72 72 E:
[email protected] W: www.kaagenbraassem.nl Opsteller: Ing. C.D. Krijgsman Versiedatum: 11-06-2013
Beheerplan Bomen
2
Inhoudsopgave: Samenvatting 1. Inleiding 1.1. Doel en visie 1.2. Leeswijzer 2. Belang van bomen in de gemeente 2.1. Sociale waarde 2.2. Economische waarde 2.3. Ecologische waarde 2.4. Bomenbalans 3. Technische aspecten van bomenbeheer 3.1. Dagelijks bomenbeheer 3.1.1. Begeleidingssnoei en onderhoudssnoei 3.1.2. Beoordelingscriteria voor snoei 3.1.3. Snoeiwerkzaamheden in relatie tot groeifasen 3.1.4. Specifieke snoei 3.1.5. Planning en budget dagelijks beheer 3.2. Groot onderhoud 3.3. Aanplant, inboet en vervanging 4. Veiligheid en gezondheid 4.1. Veiligheidsinspectie (VTA) 4.1.1. Algemene zorgplicht 4.1.2. Verhoogde zorgplicht 4.1.3. Onderzoeksplicht 4.1.4. Frequentie boomcontrole 4.2. Ziektes en plagen 4.3. Overlast en risico op schade en letsel 4.3.1. Overlast 4.3.2. Risico op schade of letsel 4.3.3. Wortelopdruk 5. Bomen en werkzaamheden 5.1. Gedragsregels voor boombescherming 5.2. Boomeffectanalyse (BEA) 6. Regelgeving 6.1. Bomenverordening 6.2. Flora- en faunawet 6.3. Hoogheemraadschap 7. Monumentale bomen Conclusie Bijlage: A. Boomsoortenlijst B. Inventarisatie en boomveiligheidscontrole rapport van Pius Floris C. Budget overzicht D. Stamboom VTA-controle E. Overzicht ziekten en plagen
Beheerplan Bomen
3
Samenvatting Bomen spelen een belangrijke rol in de openbare ruimte. Ze vervullen één of meerdere functies binnen hun omgeving. Dit beheerplan bomen geeft aan hoe we omgaan met en hoe het beheer van bomen plaatsvindt. Een goed beheer is essentieel voor een gezond bomenbestand dat voldoet aan de juridische eisen en de eisen van de standplaats. De diversiteit aan functies maakt het van belang dat bomen op een vakkundige manier beheerd worden. De functies zijn te verdelen in drie kaders namelijk sociale waarde, ecologische waarde en economische waarde. Het beheer van het bomenbestand bestaat uit diverse beheermomenten en aspecten. Dit is afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin de boom zich bevindt. Recent zijn alle bomen gecontroleerd en beoordeeld op vitaliteit. De conclusie die we nu kunnen trekken naar aanleiding van de inventarisatie is dat, het bomenbestand van de gemeente goed op orde is. De bomen zijn qua onderhoud grotendeels optimaal, slecht 7 procent dient extra onderhoud te verkrijgen. Van alle bomen is 1 procent afgekeurd en dient verwijderd te worden. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Het bomenbestand is qua leeftijd voldoende verdeeld over de verschillende levensfasen. Voor het gehele reguliere onderhoud is er jaarlijks een budget van € 200.000 euro beschikbaar. Daarnaast dient er voor het in stand houden van dit areaal, een jaarlijks budget van € 50.000 euro aanwezig moeten zijn, momenteel is hiervoor echter ca. € 30.000 euro beschikbaar. Dit staat gelijk aan de vervanging van 1 procent van de bomen. Om de levensduur van bomen optimaal tot zijn recht te laten komen dient er bij de soortkeuze, aanplant en onderhoud rekening te worden gehouden met ziekten, plagen en overlast. Daarnaast dient er bij werkzaamheden rekening te worden gehouden met de omgeving van de boom. Het is raadzaam om vooraf een boomeffectanalyse te laten plaatsvinden. Er is voor de aanleg en het beheer van bomen een aantal wetten van toepassing. De meest belangrijke is de Flora- en faunawet. Doordat bomen waardevol zijn voor de gemeente is het ook van belang om ze te beschermen. Dit kan door middel van een kapverordening en het aanwijzen van beschermwaardige en monumentale bomen. De kapverordening dient in de toekomst opgesteld te worden. Hieraan gekoppeld is de lijst met beschermwaardige en monumentale bomen. In de bijlage is een eerste aanzet voor de bomenlijst opgenomen.
Beheerplan Bomen
4
1. Inleiding Bomen spelen een belangrijke rol binnen de gemeente. Ze dragen bij aan het leefmilieu en vergroten de belevingswaarde. Het gebruik van bomen geeft de buitenruimte identiteit. Zonder dat de gebruiker van de buitenruimte kennis hoeft te hebben van boomsoorten, zal hij of zij een plein dat beplant is met oude kastanjes anders ervaren dan een plein omzoomd met bloeiende fruitbomen. Van belang is wel dat de bomen gezond en vitaal zijn, er goed uitzien en geen overlast en/of risico’s veroorzaken. In dit beheerplan wordt niet alleen ingegaan op het beheer. In het beheerplan Bomen staat onder meer beschreven hoe een gezond bomenbestand kan worden verkregen en behouden en welke bomen toekomstige waarde bezitten. Ook het praktische bomenbeheer en de diverse knelpunten die zich voordoen binnen het bomenbestand komen in dit bomenbeheerplan aan de orde. Goed en adequaat beheer kan alleen worden uitgevoerd als er sluitende inventarisatiegegevens zijn, aangevuld met recente keuringsgegevens (VTA) en inzicht in welke monumentale en/of waardevolle bomen er binnen de gemeentegrenzen staan. Het bomenbeheerplan is daarom geen statisch document, maar als dynamisch document dat regelmatig moet worden bijgesteld aan de hand van veranderende resultaten, gegevens, wensen e.d. 1.1. Doelstelling beheerplan bomen Doel van dit plan is om in stappen te komen tot een duurzaam planmatig boombeheer, waarbij bomen in de openbare ruimte de juiste functie hebben, de levensduur van bomen wordt verlengd en bijzondere (monumentale) bomen worden beschermd. Het beheerplan bomen richt zich op de korte, de middellange en de lange termijn. Boombeheer is een multidisciplinair integraal thema en raakt daarbij ook werkvelden van andere afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Het beheerplan bomen biedt: de basis voor een duurzaam en gedifferentieerd bomenbestand; de basis voor goed, duurzaam en efficiënt boombeheer dat vertaalbaar is naar werkomschrijvingen en/of bestekken; mogelijkheden om kostenregulering en besparingen na te streven; de mogelijkheid om eenvoudig regels op te leggen met betrekking tot bescherming en behoud van bomen op bouwplaatsen evenals bij diverse werkzaamheden en inrichtingsmaatregelen; een waarborg voor kwaliteit en veiligheid van ons bomenbestand; de mogelijkheid om richtlijnen vast te stellen over hoe moet worden omgegaan met plantenziektes. Al met al bevat dit beheerplan bomen het streven om te komen tot zichtbare en duurzame kwaliteitsverbetering van het bomenbestand en de buitenruimte zonder dat daarbij onnodige (extra) kosten worden gemaakt en/of onnodige conflictsituaties ontstaan. Sober en doelmatigheid zijn daarbij kernwoorden, uitgaande van de bestaande situatie. 1.2. Leeswijzer Na de inleiding wordt achtereenvolgens ingegaan op het technisch beheer, de veiligheidsaspecten, de noodzakelijke bescherming van bomen tijdens werkzaamheden en de lijst met monumentale bomen.
Beheerplan Bomen
5
Het beheerplan bomen is voornamelijk bedoeld als een toetsingsdocument. In dat verband gaat dit beheerplan voornamelijk in op de beheerprincipes zonder uitvoerig in detail te treden.
Beheerplan Bomen
6
2. Belang van bomen in de gemeente Bomen zijn levende organismen die om diverse redenen belangrijk zijn voor de mens, zij vertegenwoordigen sociale, ecologische en economische waarden. Hoe hoog die waarden zijn is afhankelijk van de schaal, de mate en de wijze waarop ze worden benut. 2.1. Sociale waarde De sociale waarde van een boom bevat een aantal elementen. Deze elementen worden in deze paragraaf uitgelegd. Schoonheid Een kwaliteit van bomen gevormd door esthetiek, hun schoonheid. Bomen op de voor- of achtergrond kunnen bepaalde aandacht trekken. Vaak wordt aan bomen een architectonische functie toegekend vanwege die schoonheid, bijvoorbeeld ter vervolmaking van een gebouw of kunstobject. Bomen met een lange levensduur zijn hiervoor uitermate geschikt. Door bepaalde vorm, kleur en omvang voegen bomen een esthetische, decoratieve waarde toe aan een stad, een wijk, een straat of een plein. Bomen zijn dus in belangrijke mate bepalend voor de aantrekkelijkheid van de omgeving waarin ze staan. Een ander schoonheidsaspect van bomen is dat ze in de loop van het jaar, afhankelijk van de seizoenen, een wisselende verschijningsvorm hebben. Ze dragen daardoor in sterke mate bij aan de beleving van de seizoenen. Identiteit en structuur Bomen zijn onderdeel van het groene raamwerk en het beeldbepalende groene aanzicht van de gemeente. Door ze op een bepaalde manier te planten, dragen ze bij een de ruimtelijke structuur en zorgen ze voor samenhang. Bomen bepalen in belangrijke mate de identiteit en het imago van de dorpskern. Gezonde leefomgeving Bomen dragen bij aan een gezond leefmilieu in de stad en dus aan het welzijn van de mens. Ze zorgen voor een eigen microklimaat: ze breken de wind, vangen fijnstof op en ze matigen extremen in de temperatuur (dit geldt vooral voor grotere bomen en aaneengesloten beplantingen). Bomen leveren een bijdrage aan de reductie van lawaai, vooral omdat ze de lawaaibronnen onttrekken uit het zicht (psychologisch effect).
Foto 1: Gevarieerd bomenbestand in ‘parkje Meerkreuk’ aan de Meerkreuk te Roelofarendsveen
Beheerplan Bomen
7
Cultuurhistorisch Van cultuurhistorische waarde is sprake wanneer bomen een rol van betekenis spelen in de geschiedenis van de omgeving waarin ze staan. Dergelijke bomen herinneren aan een bepaalde culturele en/of historische gebeurtenis. 2.2. Ecologische waarde In ecologisch opzicht spelen bomen een grote rol. Deze rol wordt veelzijdiger en belangrijker naarmate de grootte van het bomenbestand en de diversiteit daarbinnen toeneemt. Groene kwaliteit draagt bij aan de biodiversiteit. Bomen kunnen kleine zoogdieren, vogels en insecten een schuil-, slaap-, foerageer- of broedplaats en tevens oriënteringsmogelijkheden bieden. Voor bepaalde planten, bijvoorbeeld mossen, maar ook paddenstoelen, kunnen bomen als groeiplaats fungeren. Foto 2: Cultuurhistorie in Woubrugge
2.3. Economische waarde De waarde van een (volgroeide volwassen) boom is moeilijk in geld uit te drukken. We weten exact hoeveel een boom kost bij een kweker, maar deze boom wordt groter en daarmee meer waard. Het wegvallen van bomen betekent vernietiging van kapitaal. Het kappen van bomen levert nauwelijks geld op. Terwijl juist de aanwezigheid van bomen voor de directe omgeving financiële consequenties kan hebben. Woningen die in een omgeving met bomen staan, liggen vaak beter in de markt en hebben een hogere WOZwaarde. Daarnaast heeft een aantrekkelijke dorpskern aantrekkingskracht op dagbezoekers, winkelend publiek, recreanten en toeristen en ook dit heeft weer een positief economisch resultaat. Er wordt geschat, dat in de gezondheidszorg miljarden euro’s worden bespaard, door de positieve gevolgen van groen in de nabije leefomgeving op de gezondheid. De aanplant van bomen moet dus worden gezien als een investering! 2.4. Bomenbalans In het kader van monitoring en controle is het van belang de balans nauwkeurig in beeld te hebben en te houden. Dit willen we doen aan de hand van een bomenbalans. In deze bomenbalans wordt jaarlijks bijgehouden hoeveel bomen (moeten) worden gerooid en hoeveel we terugplanten. Met het huidige beheerbudget is een één op één herplant niet mogelijk. De bomenbalans zal hierdoor langzaam teruglopen. Afhankelijk van de ontwikkeling van ziekten, plagen en stormschade zal het bomenbestand, zonder extra budget, teruglopen tot ca. 8.900 bomen in 2030.
Beheerplan Bomen
8
3. Technische aspecten van bomenbeheer In beginsel dient een boom visueel gezond te ogen en veilig te zijn. De toekomstverwachting dient te zijn afgestemd op de binnen het beheer gestelde omloop of levensduur van de boom zonder dat de boom overmatig overlast bezorgt. Dit kan worden veroorzaakt door afbrekende takken, dode takken en bladverlies. Om bomen duurzaam en beheerbaar te kunnen handhaven dient rekening te worden gehouden met de eisen die bomen aan hun stand- en groeiplaats stellen. Tevens is de diversiteit van boomsoorten van belang. Kennis van bomen is onontbeerlijk voor een goed bomenbestand. Bomen moeten kunnen worden beheerd binnen het daarvoor gestelde budget. In dit hoofdstuk worden het dagelijks beheer en groot onderhoud beschreven. Verder wordt ingegaan op aanplant, inboet, vervanging, kwaliteit en toekomstbeeld. Het hieronder beschreven boombeheer is gericht op het beheer in een relatief stabiele situatie, extra maatregelen bij werkzaamheden worden in hoofdstuk vier beschreven. Het bomenbestand van de gemeente Kaag en Braassem is stabiel en bevat een goede opbouw in fases en is gezond. In de boomverzorging worden twee vormen van snoei toegepast, namelijk: begeleidingssnoei en onderhoudssnoei. Daarnaast zijn er soms specialistische boomverzorgende werkzaamheden noodzakelijk. 3.1.1. Begeleidingssnoei en onderhoudssnoei Bomen in landelijk gebied hebben doorgaans de mogelijkheid om vrijuit te groeien en daarbij hun natuurlijke kroonvorm te ontwikkelen. Bomen in stedelijke situaties hebben die mogelijkheid minder. In de meeste gevallen is daarom begeleidingssnoei nodig om tot een passende kroonvorm te komen. Waar begeleidingssnoei vooral gericht is op het verkrijgen van een passende kroonvorm bij jonge bomen en heeft onderhoudssnoei als doel om een volwassen boom vitaal en veilig te houden. Deze werkzaamheden vinden met name plaats in de winter. 3.1.2. Beoordelingscriteria voor snoei Om de juiste beheermaatregelen te bepalen, worden de bomen eerst visueel op kwaliteit beoordeeld. De volgende klassen worden hierbij onderscheiden: Klasse 1. Geen snoeionderhoud nodig; de bomen voldoen aan het beoogde beeld; Klasse 2. Basissnoei; de reguliere snoeiwerkzaamheden, zoals vorm- en correctiesnoei en het verwijderen van stam- en wortelopschot dienen te worden uitgevoerd; Klasse 3. Achterstallige snoei; de achterstand kan in één snoeibeurt weggewerkt worden; Klasse 4. Verwaarloosde snoei, er zijn meerdere snoeibeurten in de kroon nodig om een opgelopen achterstand weg te werken.
Beheerplan Bomen
9
Het snoeien van bomen op basis van klasse 2 en 3 wordt beschouwd als dagelijks onderhoud. De snoeiwerkzaamheden die bij klasse 4 moeten worden uitgevoerd worden beschouwd als groot onderhoud. Uitvoeren van groot onderhoud dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Groot onderhoud is een aanslag op de boom in verband met het aanbrengen van grote snoeiwonden en het uit balans brengen van de wortel/kroon verhouding.
Figuur 1&2: huidige staat van bomenbestand van de gemeente Kaag en Braassem
De grafieken geven de conditie weer van het bomenbestand. Figuur 1 geeft aan dat 89 procent van het bomenbestand een goede conditie heeft. Verder geeft het aan dat 10 procent van de bomen een minder goede conditie heeft en dat een kleine 1 procent dood is. Als we het bomenbestand vanuit de VTA-inspectie benaderen is 93 procent van de bomen op orde met betrekking tot de veiligheid. De overige 7 procent heeft achterstallig onderhoud en is verwaarloosd. Deze bomen dienen extra onderhoud te krijgen. 3.1.3. Snoeiwerkzaamheden in relatie tot groeifasen Met betrekking tot de ontwikkeling van een boom worden de verschillende groeifasen onderscheiden. Iedere groeifase vraagt om een specifieke vorm van begeleidings- of onderhoudssnoei.
Blijvende kroon
Beheerplan Bomen
Afstervingsfase
Eindfase
Volwasfase
Halfwasfase
Aanplant/jeugdfase
Tijdelijke kroon
10
Aanplantingsfase of jeugdfase = correctiesnoei Bomen in de jeugdfase herstellen zich van de verplanting vanaf een optimale standplaats op de kwekerij. Bij goed gekweekt materiaal is de verhouding tussen wortels en kroon in balans en is er in principe geen snoei noodzakelijk. Beschadigde takken en wortels worden wel verwijderd. In sommige gevallen is het direct na aanplant zinvol om de kroon van de boom licht uit te snoeien zodat de balans tussen kroon en wortelkluit wordt hersteld. Alle verzorging in deze fase is erop gericht de boom goed te laten aanslaan. Op het moment dat de boom zijn verwachte groei gaat vertonen (ca. 2 tot 3 jaar na het verplanten) gaat deze over naar de halfwasfase. Halfwasfase = begeleidingssnoei De uiteindelijk gewenste kroonstructuur moet in de halfwasfase worden gevormd. Door middel van goede begeleidingsnoei wordt de boom naar zijn uiteindelijke eindbeeld gebracht. Het doel van begeleidingssnoei is, afhankelijk van het gewenste eindbeeld (bijv. laanboom, solitair of leiboom), het verkrijgen van een volwassen boom met een gezonde, solide en (gedeeltelijk) takvrije stam. Een takvrije stam is wenselijk op plaatsen waar bovengronds onvoldoende ruimte is om de boom vrij uit te laten groeien. Dit geldt vooral in de bebouwde omgeving en zeker langs wegen en (fiets)paden. Verkeer moet onder de boomkronen door kunnen rijden. Belangrijk is dat er tijdig wordt begonnen met begeleidingssnoei. Begeleidingssnoei wordt met een hoge frequentie uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk problemen tijdig te signaleren en maatregelen te treffen om meer problemen te voorkomen. Verder worden probleemtakken in deze fase verwijderd. Zodra de gewenste takvrije stamlengte is bereikt en de blijvende kroon is gevormd gaat de boom over in de volwasfase. Het bomenbestand telt ca. 3700 halfwas bomen. Deze bomen zijn in de regel duurder omdat ze jaarlijks meer onderhoud nodig hebben. Volwasfase = onderhoudssnoei Bij bomen in de volwassen fase zal de kroon zich vooral in omvang verder ontwikkelen. Snoei is erop gericht de kroon duurzaam en veilig in stand te houden. In deze fase spreekt men van onderhoudssnoei. Zware snoeiingrepen ten behoeve van de kroonstructuur zijn niet meer gewenst, omdat deze over het algemeen zware wonden veroorzaken. De blijvende kroon is al gevormd en de nadruk ligt dan ook op het verwijderen of innemen van (nieuw gevormde) probleemtakken en dood hout. Bij bomen met achterstallig onderhoud kunnen zware ingrepen in de kroonstructuur soms echter wel noodzakelijk zijn. Snoeicorrecties kunnen daarnaast in het kader van de veiligheid (het voorkomen van schade) noodzakelijk zijn. Visuele controle is in deze fase noodzakelijk. Eindfase en afstervingsfase = onderhoudssnoei De boom gaat langzaam in kwaliteit achteruit en veroudert zichtbaar. Snoei is vooral gericht op het behoud, in geval van monumentale bomen, en op het voorkomen/wegnemen van onveilige situaties. De visuele controles nemen daarom in frequentie toe. Dit is door de benodigde maatregelen een zeer arbeidintensieve periode. Uiteindelijk is de boom zover in conditie en stabiliteit verminderd dat deze uit veiligheidsoverwegingen verwijderd moet worden. 3.1.4. Specifieke snoei Naast de hierboven beschreven snoeiwerkzaamheden die zich richten op het creëren en duurzaam behouden van een mooie en veilige boom spelen ook andere motieven een rol. Zo dienen vormbomen zoals knot-, lei- en bolbomen en (eerder) gekandelaberde bomen anders gesnoeid te worden.
Beheerplan Bomen
11
Knotten Knotten omvat het weghalen van de top en alle zijtakken. De reactie van de boom is het vormen van nieuwe loten, die heel snel groeien. Na een aantal jaren worden alle loten weggehaald (knotten), zodat de boom opnieuw kan uitlopen. Deze loten werden voor allerlei toepassingen gebruikt. De knot wordt altijd op hoogte gemaakt, zodat de koeien niet bij de loten kunnen. Knotten gebeurt bijna alleen bij wilgen en soms bij essen en esdoorns. Robinia’s en Catalpa’s worden ook geknot, maar niet om het verkrijgen van loten. De soorten zijn hiervoor niet geschikt. Er zijn 1.788 knotbomen in het bomenbestand aanwezig. Dit is ongeveer 11,5% van het totaal bomenbestand. Knotbomen zijn relatief dure bomen in onderhoud. Dit vanwege de hoge snoeifrequentie en de afvoer van vrijgekomen snoeiafval. Kandelaberen Kandelaberen is het verwijderen van alle kleine takken weghalen en van grote takken een stuk (bijv. 1 meter) laten zitten. Vervolgens worden om de 4-8 jaar alle nieuwe uitlopers opnieuw verwijderd. Op deze manier is de boom klein te houden. Nadeel van deze beheermaatregel is dat de boom niet erg oud wordt. Deze beheermaatregel wordt vaak toegepast bij Platanen, Lindes, Wilde Kastanjes, Esdoorns en Essen. Veel bomen zijn niet geschikt om gekandelaberd te worden. Binnen de gemeente zijn er 537 bomen als gekandelaberd geregistreerd, dit is iets meer dan 5% van het bomen bestand. Dit is relatief hoog percentage. Veelal is Foto 3: Gekandelaberde bomen aan de Bateweg te Woubrugge deze vorm van snoei noodzakelijk bij een verkeerde soort keuze of aanplantlocatie. Het is noodzakelijk bij de aanplant te kijken hoeveel ruimte de boom boven en ondergrond heeft en hierop de boomsoort aan te passen. Het kandelaberen van bomen brengt hoge onderhoudskosten met zich mee. Dit vanwege de hoge frequentie en het te gebruiken materiaal zoals een hoogwerker. Leiden Leiden is het buigen van jonge twijgen naar een lei-werk en ze er aan vast binden. Twijgen die niet naar een leidraad geleid kunnen worden, worden afgeknipt. Van de 10.500 bomen, krijgen 57 stuks het beheer van een leiboom. Dit is een laag aantal en verwaarloosbaar. 3.1.5. Planning en budget dagelijks beheer Zolang er geen grootschalige ingrepen benodigd zijn, is de verhouding tussen het aantal bomen in jeugd-, halfwas-, volwas- en eindfase redelijk stabiel. Op basis van deze stabiele opbouw is het beheerbudget redelijk nauwkeurig te berekenen aangezien bekend is welk stadium welke beheermaatregel vereist. Bij grootschalige ingrepen zoals herstraten, reconstructies e.d. wordt het volledig bomenbestand in een wijk of buurt soms vervangen door nieuwe bomen. Waar op het ene moment relatief goedkope bomen in de volwasfase staan kan op het ander moment de volledige beplanting uit relatief dure bomen in de jeugd- en halfwasfase bestaan. Dit heeft effect op de planning en het benodigde beheerbudget. Het is belangrijk dit effect tijdig en zo goed mogelijk te kwantificeren. Het 1 x per 5 jaar opstellen van een beheerprogramma voor het dagelijks boombeheer en het jaarlijks bijstellen van het benodigd beheerbudget zal bijdragen aan het tijdig kwantificeren van deze effecten en het voorkomen van verrassingen.
Beheerplan Bomen
12
Aangezien het hebben van een stabiel bomenbestand op lange termijn kostenbesparend werkt is het bij reconstructies en nieuwe gebiedsontwikkelingen van groot belang te kiezen voor de juiste bomen op de juiste plaats. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin o.a. de beheerkosten anno 2013 zichtbaar zijn gemaakt. De prijzen per boom zijn afkomstig van een landelijke benchmark. De praktijk kan hoger of lager uitvallen. Uit onderstaande tabel wordt duidelijk dat een totaalbudget van ca. € 200.000 euro benodigd is, uitgaande van een bomenstand zonder achterstallig onderhoud kent en dat op normaal niveau wordt onderhouden. Maatregelenpakket
Aantal
Onderhoudskosten per boom
Totaal
807 €
26,50
€
21.385,50
Bomen in gazon
3615 €
15,00
€
54.225,00
Bomen in beplanting
4070 €
7,50
€
30.525,00
26 €
67,00
€
1.742,00
141 €
50,00
€
7.050,00
84 €
42,00
€
3.528,00
1788 €
42,50
€
75.990,00
Bomen in verharding
Lei-/vormbomen in verharding Lei-/vormbomen in gazon Lei-/vormbomen in beplanting Knotbomen Totaal
10531
€ 194.445,50
Bezuinigen op bomen betekent dat de kwaliteit en/of kwantiteit achteruit gaat. Op kwaliteit bezuinigen is geen optie omdat dan op den duur de veiligheid in gevaar komt en de waarde van de boom afneemt, een vorm van kapitaalvernietiging dus. Bezuinigen op kwantiteit betekent minder bomen in de gemeente. 3.2. Groot onderhoud Naast het dagelijks beheer dient vooral bij bomen in de volwasfase en de eindfase periodiek groot onderhoud te worden uitgevoerd. Deze bomen bepalen vaak in sterke mate het aangezicht van de gemeente. Zo is het bijvoorbeeld niet denkbaar om alle essen op de Alkemadelaan zondermeer te rooien en te vervangen voor een jonge bomen. Het huidige straatbeeld zal hierdoor te ingrijpend veranderen. Groot onderhoud is daarom gericht op het behoud van deze bomen door standplaatsverbetering en specifieke snoei. Onder groot onderhoud wordt verstaan: planmatig (snoei)beheer bijvoorbeeld bij laanbeplanting en in parken, ondergrondse standplaatsverbetering zoals ploffen en bemesten, extra maatregelen bij plagen en ziektes, de instandhouding van en zorgplicht voor monumentale bomen en boomvervanging. Groot onderhoud is doorgaans kostbaar en valt op langere termijn niet goed in te plannen. Ziekten, stormschade en andere zaken kunnen lijden tot onverwachte snoeimaatregelen. Het wordt slechts op een deel van het bomenbestand toegepast. Vijfjaarlijks wordt beoordeeld welke bomen groot onderhoud nodig hebben. 3.3. Aanplant, inboet en vervanging In Kaag en Braassem staan 10.500 bomen geregistreerd in het beheersysteem Xeiz. Het betreft hier bomen die als boom zijn aangeplant langs straten en wegen, maar ook in wijken en buurten en de solitaire bomen in parkjes en plantsoenen. Bomen worden om uiteenlopende redenen gerooid, zoals het feit dat de conditie niet voldoet, het feit dat een boom overlast of schade veroorzaakt, maar ook omdat werkzaamheden of andere gebeurtenissen een boom onherstelbaar beschadigd hebben.
Beheerplan Bomen
13
Daarnaast worden gebieden aan de gemeente toegevoegd (bijv. Braassemerland en overige ontwikkelingen), herstraat of geheel gereconstrueerd. Deze wijzigingen hebben effect op het bomenareaal. Behoud van een duurzaam, vitaal en compleet bomenbestand en een leefbare, groene dorpskern is daarom afhankelijk van inboet, nieuwe aanplant, vervanging en in een enkel geval het verplanten van bomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen diverse aspecten namelijk structuren, laanbeplanting, bijzondere plekken zoals pleinen, parkgroen en wijk- en buurtgroen. De soortkeuze maar ook de maat van aanplant is afhankelijk van de eerder genoemde aspecten. Bij aanplant, inboet en vervanging wordt verder rekening gehouden met nazorg, soortenrijkdom en duurzaamheid. Al met al moet aanplant, inboet en vervanging als maatwerk worden gezien. Bij verjonging van het bomenbestand in een park wordt op een andere manier naar soort, grootte en duurzaamheid gekeken dan bij inboet van één boom in een monumentale laanbeplanting. In het laatste geval is de soort vaak al vastgelegd terwijl in een park het gewenste toekomstige parkbeeld van belang is. Alhoewel het streven bestaat om elke gerooide boom (1 op 1) te vervangen, is dit niet altijd realistisch of noodzakelijk. In dergelijke gevallen wordt gekozen voor kwaliteit boven kwantiteit. Ten aanzien van inboet dient jaarlijks rekening te worden gehouden met een 2% vervanging van het totale bomenbestand. Dit betekent dat in theorie iedere 50 jaar de cyclus doorlopen wordt. Gezien de gemiddelde levensduur van een boom is dit realistisch. Door jaarlijks te investeren in boomvervanging wordt voorkomen dat uitgaven ieder jaar stijgen of dalen. Voor de noodzakelijke inboet dient met een inboetbudget van € 50.000,00 (obv 2% van het bomenareaal) rekening te worden gehouden. Dit budget is momenteel niet beschikbaar. Het onderhoudsbudget is nu gebaseerd op 1% vervanging per jaar. Gevolg hierbij is dat het bomenbestand in aantal langzaam terug zal lopen. Het aantal bomen zal terug lopen naar 8.900 bomen in 2030.
Beheerplan Bomen
14
4. Veiligheid en gezondheid Het is van groot belang dat het bomenbestand veilig is. Om dit te bewerkstelligen is regelmatige boomcontrole noodzakelijk.. Onder meer als gevolg van klimaatveranderingen treden recent veel (nieuwe) ziektes en plagen op. Tijdig inspelen op deze ziektes en plagen is van belang voor het behoud van het bomenbestand. De gemeente bezit een grote hoeveelheid aan essen, bijna 25% van het totaal bomenbestand. Deze zijn vatbaar voor de essensterfte, een ziekte die een bedreiging voor het bomenbestand vormt. Dit geldt ook voor de kastanjes (kastanjebloedingsziekte) en platanen. 4.1. Veiligheidsinspectie (VTA) De boomeigenaar heeft een wettelijke zorgplicht voor zijn bomenbestand. Bij aansprakelijkheidsstellingen geldt een normale bewijslast. Dit betekent dat de benadeelde moet aantonen dat de boomeigenaar nalatig is geweest in deze zorgplicht. Voor de boomeigenaar betekent dit dat hij moet kunnen aantonen dat er voldoende en goede zorg heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat naast het uitvoeren van zorgvuldig onderhoud en het (visueel) controleren van de bomen, het van belang is dat controleresultaten goed worden geregistreerd.
Foto 4: Gerooide linde in de Schoolstraat te Rijnsaterwoude
In geval van nalatig of achterstallig onderhoud kan de boomeigenaar aansprakelijk worden gesteld voor gevolgschade, indien hij niet kan aantonen dat hij heeft voldaan aan zijn zorgplichten (artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek en jurisprudentie). Er worden vanuit de rechtspraak worden drie vormen van zorgplicht onderscheiden: - algemene zorgplicht - verhoogde zorgplicht - onderzoeksplicht. Voor de controle van het bomenbestand wordt in de gemeente Kaag en Braassem gebruik gemaakt van de VTA-systematiek. VTA staat voor Visual Tree Assessment en bij deze inspectiemethode wordt door een gecertificeerd VTA-controleur, de boom visueel geïnspecteerd op fysische gebreken. Hierbij wordt, om verborgen holtes op te sporen, gebruik gemaakt van niet-visuele hulpmiddelen zoals een prikstok en een (zachte) hamer. Tijdens de inspectie wordt gelet op mechanische en biologische gebreken. Aan de hand van de mechanische en biologische symptomen vindt een beoordeling van de boom plaats (zie bijlage) en kunnen de bomen worden ingedeeld in verschillende categorieën, te weten: • Goedgekeurde boom: de boom vertoont geen zichtbare gebreken; • Beheermaatregel boom: de boom vertoont geen zichtbare risico’s maar verdient enig onderhoud; • Attentieboom: de boom vertoont zichtbare gebreken die nog niet leiden tot risico’s; • Risicoboom: de boom is risicovol of de boom is mogelijk risicovol waarbij uitgebreid nader onderzoek noodzakelijk is; • Afgekeurde boom: de boom is afgekeurd en moet worden geveld. Aan de hand van de controle wordt een digitaal inspectierapport opgesteld, waarin de volgende elementen worden geregistreerd: • Wie heeft gecontroleerd (inspecteur, bedrijf); • Wanneer is gecontroleerd (datum);
Beheerplan Bomen
15
• • • • •
Waar is gecontroleerd (straatnaam of sectie- wijk- objectnummer); Welke bomen zijn gecontroleerd (boomnummer); Welke afwijkingen zijn waargenomen (gebreken); Wat moet er gebeuren (maatregel); Wanneer moeten maatregelen zijn uitgevoerd (urgentie).
De gegevens zijn direct gekoppeld aan een kaart zodat de VTA-beoordeling van de bomen eenvoudig inzichtelijk kan worden gemaakt. Bij de interpretatie van de inspectiegegevens wordt rekening gehouden met de standplaats van de boom. De standplaats is mede bepalend voor de mate van gevaarzetting. Voor een boom langs wegen en paden geldt een hogere gevaarzetting dan voor een boom die in een groot plantsoen staat. De kans op schade of letsel is bij een boom langs paden en wegen aanzienlijk groter. Op basis van de VTA-controle in 2013 is gebleken dat het bomenbestand binnen de gemeente Kaag en Braassem over het algemeen goed is. Bijna 90% van de bomen verkeert in goede conditie en slechts 1% is afgekeurd. Dit betekent dat ongeveer 100 bomen moeten worden geveld. In vergelijking met landelijke gemiddelden is dit een goede uitkomst. Figuur 3: Conclusie VTA-controle gemeente Kaag en Braassem
1% afgekeurde bomen houdt in dat ongeveer 100 bomen moeten worden verwijderd. Aan 10% attentiebomen en 1% risicobomen moet onderhoud worden uitgevoerd, zodat ze weer in de categorie goedgekeurde boom komen. De bovengenoemde acties moeten nog dit jaar worden uitgevoerd vanwege de zorgplicht en de juridische gevolgen. De VTA dient, afhankelijk van de categorie waarin de bomen vallen, jaarlijks dan wel 1 x per 3 jaar te worden gecontroleerd. Dit betekent in de situatie van Kaag en Braassem dat: 149 attentiebomen jaarlijks moeten worden gecontroleerd (omdat ze in de toekomst mogelijk een risico kunnen gaan vormen). 911 bomen die vallen onder de verhoogde zorgplicht jaarlijks gecontroleerd moeten worden. 9484 bomen die vallen onder de algemene zorgplicht 1 x per 3 jaar moeten worden gecontroleerd. Bovenstaande betekent dat minimaal benodigd budget moet worden gereserveerd. 2014 € 11.800,00
2015 € 11.800,00
2016 € 11.800,00
Uiteraard moet jaarlijks rekening gehouden worden benodigde onderhoudsacties die voortvloeien uit de inspecties. 4.1.1. Algemene zorgplicht De algemene zorgplicht bestaat uit regulier noodzakelijk onderhoud en regelmatige (driejaarlijkse) visuele controle op uitwendige zichtbare gebreken. Er moet sprake zijn van een systematische aanpak van de controles en verwerking van de gegevens in een (digitaal) logboek. Doorgaans wordt bij het controleren van bomen onderscheid gemaakt naar leeftijd
Beheerplan Bomen
16
of boomgrootte. De reguliere boomcontrole kan ook aangegrepen worden om werkzaamheden beter te plannen en prioriteiten te stellen met betrekking tot het onderhoud. 4.1.2. Verhoogde zorgplicht Bomen met een verhoogde zorgplicht dienen met een hogere frequentie (jaarlijks) gecontroleerd te worden. De verhoogde zorgplicht geldt voor bomen waarvan risico op schade verwacht kan worden. Deze jaarlijkse inspectieplicht kan gelden voor: • Bomen op locaties met een verhoogde gevaarzetting (drukke pleinen en straten, ontsluitingswegen); • Bomen die bij de reguliere inspectie uiterlijke kenmerken vertonen ( zoals vruchtlichamen (zwammen), holtes of scheuren). • Bomen die al eens nader onderzocht zijn; • Bomen op locaties met historie (graafwerk, wortelrot); • Oude bomen (aftakeling; vorming van veel dood hout); • Bomen waarin een veel voorkomende ziekte of aantasting kan leiden tot een verminderde conditie. 4.1.3. Onderzoeksplicht Als aard en omvang van een gebrek niet duidelijk is moet door middel van een aanvullend onderzoek het risico vastgesteld worden. Zo nodig dient een adequate, bijzondere (beheer)maatregel genomen te worden om de onveiligheid op te heffen. Van onderzoeksplicht kan sprake zijn indien: • Een uitwendig zichtbaar gebrek is vastgesteld waarvan zonder nader onderzoek het risico niet goed vastgesteld kan worden. • Er andere aanwijzingen zijn die erop duiden dat bomen risicovol kunnen zijn zoals: historie, ras, vergelijkbare situaties waarbij problemen zijn opgetreden. Hierbij geldt dat de onderzoeker een uitgebreide kennis van bomen moet hebben. In het kader van de onderzoeksplicht wordt de boom door een gecertificeerd controleur inwendig onderzocht met behulp van specialistische meetapparatuur. De gevoeligheid voor windworp kan worden getest met behulp van een trekproef. Als na inspectie en onderzoek blijkt dat een boom gevaarlijk is, dient de eigenaar (beheerder) te handelen om aan zijn zorgplicht te voldoen. De te nemen actie kan dan bestaan uit snoei van dode takken, uitlichten van een te zware kroon, het rooien van de boom, aanbrengen van kroonankers enz. Uit de VTA-controle van 2013 binnen de gemeente Kaag en Braassem is gebleken dat 42 bomen nog in 2013 nader onderzoek moeten verkrijgen. Dit is dan vooral om de exacte conditie te bepalen, omdat de VTA-controleresultaten hier geen uitsluitsel over geven. 4.1.4. Frequentie boomcontrole De frequentie van de boomcontrole is afhankelijk van de risico’s van een specifieke standplaats. Bij een boom of bomenrij in een straat waar veel verkeer passeert of bij pleinen of speelplaatsen is de kans op schades (aan derden) groter dan wanneer bomen elders staan. Bomen op dit soort locaties worden met een verhoogde regelmaat gecontroleerd.
Beheerplan Bomen
17
Fase
Gevaarzetting
Zorgplicht
Aantal
Jeugdfase
1 x per 3 tot 5 jaar
algemeen
659
Halfwasfase
1 x per 3 jaar
algemeen
3692
Volwasfase
1 x per jaar
verhoogd
861
Volwasfase
1 x per 3 jaar
algemeen
5090
Eindfase
1 x per jaar
verhoogd
2
Eindfase
1 x per 3 jaar
algemeen
138
Attentieboom
Jaarlijks
verhoogd
Risico boom
Jaarlijks
onderzoeksplicht
1035
Nader te Onderzoeken
2013
Nader onderzoek
42
Afgekeurd
n.v.t.
rooien
94
149
Om aan de zorgplicht te voldoen moeten de volgende acties binnen de gemeente Kaag en Braassem worden uitgevoerd: - Rooien van 94 afgekeurde bomen - Uitvoeren van nader onderzoek aan 42 bomen nader onderzocht - Uitvoeren van groot onderhoud aan 987 risicobomen - Het plaatsen van 53 kroonverankeringen Voor de bovengenoemde werkzaamheden is nu een extra incidenteel budget nodig van ca. € 70.000 euro. Hiervoor is dekking aanwezig binnen programma 3. 4.2. Ziektes en plagen Insecten, schimmels en bacteriën horen bij bomen. Zolang een normaal natuurlijk evenwicht bestaat veroorzaken zij geen nadelige gevolgen voor de boom of zijn omgeving. Door standplaatsomstandigheden, klimaat- en weersomstandigheden of het simpelweg ontbreken van de juiste natuurlijke vijanden kunnen ernstige plagen of ziektes in de bomen optreden. Nieuwe soorten ziektes en plagen duiken op en gedijen beter in de relatief warme stad. Een al verzwakte boom is daarnaast een makkelijke prooi voor andere ziektes en plagen.
Foto 5: Kastanjes aan de Zuidweg te Hoogmade
Er wordt onderscheid gemaakt tussen ziektes en plagen die alleen nadelig zijn voor de bomen en ziektes en plagen die (ook) nadelige gevolgen kunnen hebben voor inwoners van Kaag en Braassem. Ten aanzien van ziekten is de essensterfte en kastanjebloedingsziekte het meest zorgwekkend voor de gemeente. Het bomenbestand bestaat voor 20% uit essen en 1% uit kastanjes. Tegen deze ziekte is nagenoeg geen (preventieve) bestrijding mogelijk. In de toekomst dient er rekening te worden gehouden met extra incidenteel onderhoud en vervangingskosten van de bomen. Deze zijn op voorhand lastig in te calculeren. Om ziektes en platen te voorkomen is allereerst preventie nodig. Gezonde bomen op een goede standplaats zijn weerbaarder tegen ziektes en plagen. Niet elke ziekte of plaag vereist actieve bestrijding, sommige gaan vanzelf weer over. Pas wanneer sprake is van een besmettelijke ziekte met massale boomsterfte en/of ontoelaatbare overlast is actief optreden noodzakelijk.
Beheerplan Bomen
18
Ziektes en plagen kunnen dus preventief of curatief worden voorkomen of bestreden. . Preventieve maatregelen zijn o.a.: • Het aanplanten van resistente of minder gevoelige rassen en cultivars zoals essen en iepen; • Het voorkomen van monoculturen • Het zorgdragen voor de juiste standplaatsomstandigheden (zowel boven- als ondergronds). Curatieve maatregelen zijn o.a.: • Het (ingrijpend) snoeien of vellen van zieke bomen; • Het actief bestrijden van plaagdieren; • Doelgerichte standplaatsverbetering. Actieve bestrijding van ziektes en plagen vindt plaats als - deze ziektes en plagen grootschalige uitval en sterfte tot gevolg hebben. - Deze ziektes en plagen schadelijk zijn voor de mens. Wanneer ziektes en plagen overlast veroorzaken wordt niet altijd direct ingezet op bestrijding. . Enerzijds omdat overlast een subjectief begrip is en anderzijds omdat voor diverse overlastsituaties vaak geen afdoende bestrijding mogelijk is anders dan het kappen van de bomen. Ziektes en plagen duiken vaak onverwacht op. Wanneer bestrijding of het nemen van noodmaatregelen gewenst is, ontstaat vaak een onverwachte kostenpost. Besmettelijk zieke bomen moeten worden gekapt en vervangen. Hetzelfde geldt voor verzwakte bomen die gevaar opleveren. Daarom dient er elk jaar rekening te worden gehouden met onvoorziene kosten. Een overzicht van ziekten en plagen is opgenomen in de bijlage. 4.3. Overlast en risico op schade en letsel Bomen kunnen overlast en risico op schade of letsel veroorzaken. Meestal wordt dit veroorzaakt doordat bomen op een verkeerde plaats zijn aangeplant en soms ligt de oorzaak van overlast en risico op schade of letsel in de normale biologie van de boom. 4.3.1. Overlast Onder overlast wordt verstaan: • Overlast door plagen, insecten en vogelpoep; • Overlast door stuifmeel en pluizen (hooikoorts); • Overlast door druipen en plakken; • Overlast door blad-, bloesem-, zaad en vruchtval; • Overlast door schaduwwerking en uitzicht belemmering vanuit de woning. Overlastgevende situaties leiden maar zelden tot ingrijpende maatregelen aan bomen. Klachten met betrekking tot bomen die overlast veroorzaken worden zeer terughoudend behandeld. Enerzijds omdat overlast een subjectief begrip is en het objectief formuleren van overlastcriteria vaak ondoenlijk is. Anderzijds omdat veel overlastsituaties alleen beëindigd kunnen worden door het kappen van de bomen. Overlast kan maar zelden volledig worden weggenomen en wordt vaak veroorzaakt door de normale biologie van de boom. Elke melding met betrekking tot overlast wordt zorgvuldig beoordeeld. Daarbij wordt consequent beoordeeld of en zo ja in hoeverre de overlast eenvoudig is te verhelpen en hoe de beschreven overlast zich verhoudt tot soortgelijke situaties elders in de stad. Naast de beschreven overlast wordt daarbij ook de algemene conditie van de boom en het
Beheerplan Bomen
19
voorgenomen beheer meegewogen. In elke situatie wordt beoordeeld in hoeverre een situatie als extreem moet worden bestempeld. Diegene die de overlast ervaart heeft daarbij recht op een eerlijke en consequente afweging van het beleid maar zal meestal te horen krijgen dat de overlastsituatie niet kan worden weggenomen met gewone maatregelen. Bij nieuwe aanplant van bomen dient steeds te worden afgewogen of de gekozen soort geschikt is op de betreffende locatie. Bij deze afweging spelen elementen als potentieel overlast (grootte vruchtdracht, druipen etc.) die worden beoordeeld ten aanzien van de locatie.
Richtlijnen voor assortimentskeuze (Hoofd)wegen en bermen
Geen (strooi) zoutgevoelige soorten
Parkeerplaatsen
Let op druipende soort en vruchtdragende soorten
Overige verharding
Let op gevoeligheid wortelopdruk
Scholen, speelplaatsen, manege, kinderboerderijen etc.
Let op soorten met vruchten, giftige soorten, soorten die insecten aantrekken, storm- en breukgevoeligheid
Woningen en tuinen
Let op schaduwwerkingen en vruchtdracht
Extensief beheerd plantsoen
Let op soorten met veel wortelopschot
4.3.2. Risico op schade of letsel Bij risico op schade of letsel kan worden gedacht aan: • Schade of letsel door (vallende) takken en stambreuk; • Risico’s voor de verkeersveiligheid door zichtbeperking op kruispunten of door laaghangende takken; • Schade aan woningen of opstallen door het schuren van takken langs gevels en op daken; • Schade aan funderingen, riolen en kabels en leidingen door wortelgroei; • Overlast, schade of letsel door wortelopdruk aan verhardingen (zie paragraaf 4.3.3); • Onverwachte stormschade en calamiteiten; • Verstoppingen van hemelwaterafvoeren. Risico op schade dient te worden voorkomen en verholpen. Een belangrijk controleinstrument om deze risico’s in te schatten is de VTA controle. Tijdens deze inspectie wordt beoordeeld op de aanwezigheid van bovengenoemde risico’s. Uit de inspectie volgt een advies waarin wordt aangegeven hoe en binnen welke termijn het risico verholpen dient te worden. Meldingen met betrekking tot risico’s op schade worden consequent en doelmatig beoordeeld en afgehandeld. Schade door wortelgroei is moeilijk waarneembaar. Er bestaat namelijk geen inspectieplicht voor de ondergrondse delen van de boom. Bekende en aanwezige schades dienen wel te worden verholpen. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt meestal bepaald door de perceelsgrens. Per situatie dient in overleg met de perceeleigenaar te worden getoetst wie juridisch verantwoordelijk is voor (het verhelpen van) de schade. Schadeclaims worden door de daartoe aangewezen schade-experts beoordeeld, getoetst aan de wet en afgehandeld. 4.3.3. Wortelopdruk Bomen en bestrating gaan niet altijd even goed samen. Zeker daar waar de bestrating snel “veroudert” door zakking en zettingen, speelt wortelopdruk al snel een rol in het algemene straatbeeld. Hobbels en kuilen veroorzaken veel overlast en zorgen voor veel klachten. In
Beheerplan Bomen
20
een dorpskern waar de behoefte aan verhardingen groeit, raakt een gezonde balans tussen groen en verhardingen al snel verloren. Waar bomen oorspronkelijk in een berm of plantsoen stonden zullen deze steeds vaker in de verharding komen te staan omdat er een aanzienlijke vraag naar o.a. parkeergelegenheid bestaat. Wortelopdruk is een verschijnsel dat zich met name voordoet op plaatsen waar bomen en struiken dicht op de bestrating staan. Vooral de oppervlakkig wortelende soorten veroorzaken veel problemen. Onder invloed van een hoge grondwaterstand kunnen ook de diepwortelende soorten overlast veroorzaken. Het verschijnsel kent twee oorzaken namelijk verzakkingen van het wegdek en echte wortelopdruk: - Verzakking: Doordat het wegdek verzakt en de wortels van bomen niet of minder snel mee verzakken, ontstaat schade aan de bestrating. Meestal is het beschadigingpatroon vrij eenduidig over een grote afstand rond de boom. Dichter bij de stam is de schade meestal groter. De meeste wortelopdruk in kaag en Braassem wordt op deze manier veroorzaakt. - Echte wortelopdruk: Aan de onderkant van het wegdek is de grond onder invloed van temperatuur verschillen iets vochtiger (er ‘condenseert’ water tegen de onderkant van de bestrating). Vooral in droge perioden gaan boomwortels ‘op zoek’ naar dit vocht waardoor ze de bestrating opdrukken. Het beschadigingpatroon is in dit geval zeer grillig en wordt meestal op vrij grote afstand van de stam waargenomen. Wortelopdruk kent een aantal nadelige gevolgen. Deze nadelen kunnen bestaan uit achteruitgang van de beeldkwaliteit, ongemak, hinder, gevaar, risico, schade en verhoogde beheer- en onderhoudskosten. Vooral in intensief gebruikte gebieden spelen de aspecten gevaar, risico en schade een belangrijke rol. Regelmatig komen bij de wegbeheerder klachten binnen van mensen die zijn gevallen over losse bestrating en daarbij lichamelijke letsel of materiële schade hebben ondervonden. Het lokaal (kleinschalig) oplossen van problemen met kuilen, hobbels en losliggende bestrating is arbeidsintensief en neemt vaak hoge kosten met zich mee. In de meeste gevallen is wortelopdruk een lokaal probleem waarbij één enkele boom ernstige problemen kan veroorzaken. In veel van deze gevallen valt de ongewenste situatie eenvoudig op te lossen. Daarbij dient een afweging gemaakt te worden tussen de waarde van de bestrating en de waarde van het groen. Uitgangspunt is altijd om te komen tot een duurzame oplossing.
Beheerplan Bomen
21
5. Bomen en werkzaamheden In de stedelijke omgeving is het niet te voorkomen dat er regelmatig gewerkt wordt in de omgeving van bomen. Bij werkzaamheden zijn bomen vaak niet of nauwelijks beschermd. Daardoor lopen bomen tijdens de bouwwerkzaamheden vaak schade op. Ook al lijkt het alsof schades beperkt zijn, dan nog zijn er (op termijn) vaak grote gevolgen voor de bomen. Wortelschade kan bijvoorbeeld leiden tot een aantasting door parasitaire schimmels met een verkorte levensduur tot gevolg.
Foto 6: Reconstructie Zuidhoek te Roelofarendsveen
De meest voorkomende schades als gevolg van bouwwerkzaamheden zijn: 1. Schade aan het wortelgestel; wortelschade kan leiden tot aantasting door schimmels, waardoor de levensduur korter wordt. 2. Verdichting van de bodem; 3. Verdrogingschade als gevolg van bronbemaling of blootgelegde wortels; 4. Schade aan kroon en stam. Vaak zijn er geen alternatieven mogelijk voor het werken in de nabijheid van de boom. Door middel van een goede voorbereiding, een gedegen bestek, goede voorlichting (in het veld) en een goede directievoering en toezicht is veel schade goed te voorkomen. Bij werkzaamheden rond bomen moet steeds de centrale vraag gesteld worden: ‘Kan de boom in het perspectief van de voorgenomen werkzaamheden, in zijn huidige verschijningsvorm en op deze standplaats, duurzaam behouden blijven?’ In veel gevallen is het antwoord op deze centrale vraag ja, indien de juiste randvoorwaarden voor uitvoering en boombeschermende maatregelen in acht worden genomen. Soms zal blijken dat het antwoord op de vraag niet positief is. Bijvoorbeeld omdat in verband met de huidige conditie en toekomstverwachting van de boom het niet zinvol is deze te handhaven of wanneer het toekomstige bouwvolume (bij nieuwbouw) niet verenigbaar is met de boom. Voor aanvang van werkzaamheden dient, in principe, geïnventariseerd te worden op welke locaties de bomen staan, welke waarde zij vertegenwoordigen en in welke conditie zij verkeren. Op basis hiervan kunnen de werkzaamheden zo veel mogelijk op de aanwezigheid van de boom worden aangepast. Bouwbedrijven hebben vaak weinig ervaring en affiniteit met bomen en weinig kennis van de gevolgen van hun werkzaamheden voor het bomenbestand. . Door een boomtechnisch toezichthouder in te schakelen kan schade worden voorkomen. De toezichthouder houdt toezicht op de gestelde eisen, kan bij incidenten het werk bijsturen en advies uitbrengen op het moment dat zich onvoorziene problemen voor doen.
Beheerplan Bomen
22
Op het moment dat er, ondanks de voorzorgmaatregelen, toch schade ontstaat aan de bomen dient de hoogte van de schade te worden bepaald middels een taxatie volgens de methode Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB). In situaties waarbij schade is ontstaan dient een onafhankelijk geregistreerde boomtaxateur de schade te taxeren. Bij kleinere beschadigingen, die het inschakelen van een taxateur niet waard zijn, kan gekozen worden voor een vastgesteld boetebedrag in bestek ter hoogte van de vervangingswaarde van de boom. Schade zal in de meeste gevallen worden verhaald op de betreffende aannemer. Schade als gevolg van werkzaamheden zijn te voorkomen door: 1. Het uitvoeren van een Boom Effect Analyse (BEA) of Boom Effect Rapportage (BER) en opstellen van een Boom beschermingsplan. (zie 5.2); 2. Het tijdig nemen van de juiste beschermende maatregelen; 3. Goed toezicht op werkzaamheden; 4. De aannemer voor in het proces laten weten dat hij verantwoordelijk is voor alle eventuele schade aan het bomenareaal. 5.1. Gedragsregels voor boombescherming Bij bouwwerkzaamheden rondom bomen zijn de richtlijnen ‘Boombescherming op bouwlocaties’ van de vereniging Stadswerk van toepassing Deze richtlijnen omvatten een aantal belangrijke voorwaarden ter bescherming van bomen, zoals: • Bescherm de wortel- en kroonprojectie van de bomen op het werkterrein door een duidelijke afzetting (denk bijvoorbeeld hekken, schutting enz.); • Binnen de wortel- en kroonprojectie van de bomen op het werkterrein mogen geen bouw- of directieketen staan, materialen opgeslagen worden, grond worden verhoogd of verlaagd, grondverdichtende werkzaamheden plaatsvinden en mag niet gereden worden; • Er mogen geen graafwerkzaamheden plaatsvinden binnen de wortel- en kroonprojectie van de boom en wortels mogen niet beschadigd of afgesnoeid worden; • Een bouwput of sleuf tegen de wortel- of kroonprojectie van een boom mag niet langer dan 3 weken open liggen; • Blootliggende wortels moeten beschermd worden tegen uitdroging en vorst; • Bij grondwateronttrekking moeten bomen waarop dit van invloed is, beschermd worden tegen uitdroging. Dit geldt ook voor de bomen die buiten het werkterrein staan; • Cementresten, spoelwater en andere reststoffen (verpakkingen etc.) dienen zorgvuldig afgevoerd te worden; lozingen in bodem en/of oppervlaktewater en begraven is nooit toegestaan. 5.2. Boomeffectanalyse (BEA) Om tijdig in het proces inzicht te krijgen in het boombestand en de mogelijkheden voor behoud worden Boom Effect Analyses en/of Boom Effect Rapportages (BEA) uitgevoerd. Hierbij worden de bomen vooraf visueel geïnspecteerd. Hierbij wordt beoordeeld of er en zo ja welke gevolgen de (bouw)werkzaamheden kunnen hebben voor de conditie van de bomen. In het boombeschermingsplan wordt vervolgens omschreven op welke manier een boom behouden kan blijven. Wanneer binnen de invloedsfeer van een boom gewerkt wordt of wanneer het vermoeden bestaat dat (bouw)werkzaamheden een negatieve invloed op de condities van de boom hebben, wordt een BEA uitgevoerd te worden.
Beheerplan Bomen
23
Om goed te bepalen of een effectanalyse nodig is, wordt het volgende afwegingskader gehanteerd. 1. Is de huidige conditie van de boom redelijk of goed? JA ga naar 2 NEE Het vervangen van de boom overwegen. In dat geval geen BEA nodig 2. Vinden werkzaamheden plaats binnen de kroonprojectie van de boom en / of hebben de werkzaamheden invloed op de grondwaterstand? JA Ga verder naar 3 NEE Indien beide vragen met nee worden beantwoord geen BEA nodig 3. Is de boom monumentaal of potentieel waardevol? JA BEA verplicht NEE ga naar 4 4. Is de boom onderdeel van een aangewezen bomenstructuur en /of staat deze op een markante locatie? JA ga naar 5 NEE Indien beide vragen met nee worden beantwoord geen BEA nodig 5. Is de boom van een dusdanige kwaliteit en omvang dat deze eenvoudig te vervangen is zonder dat schade wordt veroorzaakt aan de ruimtelijke kwaliteit of ruimtelijke samenhang?
JA NEE
Overwegen de boom te vervangen. In dat geval geen BEA nodig BEA verplicht.
De BEA wordt uitgevoerd door een boomspecialist. Deze stelt een rapportage op waar de volgende informatie in wordt verwerkt: • Aanleiding en probleemstelling. De centrale vraag is de boom duurzaam te behouden en locatie / situatiebeschrijving; • De huidige kwaliteit en toekomstverwachting van de boom, beleidstatus van de boom, VTA-aspecten; • Noodzakelijkheid en onomkeerbaarheid van werkzaamheden; • De mogelijke impact van de voorgenomen werkzaamheden (zowel boven- als ondergronds); • De levensverwachting van de boom na de werkzaamheden; • De mogelijkheid voor de uitvoering van alternatieve werkmethoden het meest boomvriendelijke alternatief. Daarnaast kunnen regels en aanbevelingen worden opgenomen met betrekking tot nader onderzoek, controlemomenten voor, tijdens en na de werkzaamheden, het aanstellen van een deskundig boomtoezichthouder en bestektoetsing door een deskundig specialist.
Beheerplan Bomen
24
6. Regelgeving Bomen zijn de belangrijkste groenelementen in de bebouwde omgeving. Vooral grote, oude bomen zijn sfeerbepalend in een omgeving. Goed beleid en beheer en goede bescherming is nodig om de bomen de kans te geven om groot en oud te worden. Aangezien ook particuliere bomen bepalend kunnen zijn, is het zinvol om mogelijkheden te scheppen om ook deze bomen te beschermen. Beschermen betekent meer dan alleen behoeden voor kap. Het betekent ook dat het (gemeentelijk) bomenbestand zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin op niveau blijft. 6.1. Bomenverordening Door het ontbreken van een krachtige kapverordening is het lastig om te sturen op de kap van o.a. beschermwaardige en monumentale bomen. Er dient voor een betere bescherming van bomen een duidelijk kapverordening opgesteld te worden. Doel hiermee is grip te krijgen op rooiwerkzaamheden van bomen. De kapverordening moet wel hanteerbaar zijn en niet leiden tot onnodige regelgeving of stagnatie van processen. Doelstelling is om in 2013 een concept kapverordening te presenteren in samenwerking met betrokken afdelingen en partijen. 6.2. Flora en Faunawet De Flora- en faunawet is niet direct van toepassing op bomen. In de wet zijn geen bomen als beschermde soort aangewezen. De Flora- en faunawet is wel indirect van invloed op het beheer en het rooien van bomen. Bomen kunnen als vestigingsplaats en rust- en nestbiotoop dienen voor beschermde vogels, vleermuizen, zoogdieren, insecten en in een enkel geval als vestigingsplaats voor beschermde vaatplanten mossen, korstmossen en paddenstoelen. De aanwezigheid van beschermde flora en fauna kan er toe leiden dat slechts op beperkte wijze en / of seizoensgebonden onderhoud kan worden uitgevoerd aan bomen. In verband daarmee vindt het snoeionderhoud aan bomen voornamelijk plaats buiten het zogenaamde vogelbroedseizoen. Ook bij het vellen van bomen kunnen (tijdelijk) beperkingen worden opgelegd in verband met de Flora- en faunawet. De Flora en faunawet verplicht een ieder die werkzaamheden uit wil voeren aan bomen om deze bomen voorafgaand aan de werkzaamheden te controleren op de aanwezigheid van bewoonde nesten van vogels evenals de aanwezigheid van beschermde flora en fauna (onderzoeksplicht en zorgplicht). 6.3. Hoogheemraadschap Het Hoogheemraadschap van Rijnland stelt regels met betrekking tot de aanwezigheid van bomen op waterkeringen. Daarnaast mogen bomen langs watergangen het waterbeheer niet belemmeren en geen nadelig effect hebben op het doorstroomprofiel van het water. Het beleid van Rijnland richt zich erop om de waterkering zoveel mogelijk vrij te houden van beplanting. De reden hiervoor is dat bomen het waterkerende vermogen in gevaar kunnen brengen of de kosten van het beheer onevenredig kunnen doen toenemen. Voor beplanting geldt dat het risico op faalmechanismen (bijv. plotseling afbrekende takken) toeneemt in de loop der jaren. De nadelige invloed van beplanting op keringen en de daarbij optredende risico’s zijn o.a. kans op omwaaien met als gevolg een ontgrondingskuil, ontstaan van doorgaande holle ruimten door afsterven van wortels en onttrekken van grondwater waardoor zettingen kunnen ontstaan.
Beheerplan Bomen
25
7. Monumentale bomen In verband met het behoud van bijzondere en waardevolle bomen in de gemeente is het noodzakelijk de monumentale bomen te benoemen en te registreren. Een monumentale boom is een boom die onvervangbaar is door leeftijd, vorm, soort, hoogte, standplaats, historisch belang en/ of ecologische waarde en die als bijzonder kan worden aangemerkt. De monumentale boom is verder redelijk vitaal, heeft een redelijke levensverwachting en veroorzaakt geen overduidelijke overlast. Om te komen tot een uitgebreide lijst en kaart met monumentale bomen in de openbare ruimte dient een toetsing aan de hiervoor gestelde criteria plaats te vinden. Bomen welke zijn opgenomen op de monumentenlijst verdienen extra bescherming en verzorging. Deze bomen mogen alleen onder zwaarwegende motivatie worden geveld of gerooid. Zwaarwegende motieven zijn: • Ziekte, aantasting en beschadigingen waardoor een niet te voorkomen risico op letsel en schade aan personen en hun bezittingen ontstaat. Foto 7: Monumentale plataan te Woubrugge • De instandhouding van de boom wordt naar boomdeskundige maatstaven niet langer verantwoordelijk geacht; • Zwaarwegende maatschappelijke en economische belangen die opwegen tegen duurzaam behoud van de boom. Daarbij moeten alle alternatieven zijn overwogen en afgewezen en wordt geconcludeerd dat er geen bevredigende alternatieve oplossingen bestaan. Alvorens een boom op te nemen op de monumentenlijst moet deze worden getoetst aan de criteria met betrekking tot de onvervangbare waarde. Om op de monumentenlijst te worden opgenomen dient de boom aan één van de volgende criteria te voldoen: • Bijzondere leeftijd, vorm of hoogte; • Bijzonder soort; • Sterk beeldbepalend; • Groot historisch belang; • Bijzondere ecologische waarde. Voor elke monumentale boom dient een boompaspoort te worden opgesteld. Dit paspoort bevat ten minste de volgende gegevens: • Redengevende beschrijving; • Soort boom; • Standplaats; • Kadastrale gegevens; • Eigendomsgegevens; • VTA-rapportage; • Foto’s Momenteel zijn 16 bomen als potentieel monumentaal aangewezen en 42 bomen als potentieel beschermwaardig boom in de openbare ruimte. Monumentale bomen zijn bomen welke voldoen aan de volgende twee criteria: 1. De boom moet een minimale leeftijd van 80 jaar hebben. De enige uitzonderingen daarop zijn bomen die ter gelegenheid van een bijzondere gelegenheid zijn geplant. Bij voorbeeld een geboorteboom, geplant ter ere van de geboorte van een koningskind.
Beheerplan Bomen
26
Daarnaast moet de boom, de groep of de laan, minimaal één van de volgende betekenissen hebben: - esthetische waarde/beeldbepalend voor de omgeving - cultuurhistorische waarde: standplaats is een belangrijk plek in de (lokale) geschiedenis - dendrologische waarde: zeldzame soort of variëteit - natuur- of milieuwaarde: is het een moederboom, herbergt de boom bijzondere planten en/of dieren - zeldzaamheidswaarde: omvang, hoogte, ouderdom of anderszins opvallend Beschermwaardige bomen zijn bomen welke vanuit gemeentelijk oogpunt extra bescherming waardig zijn. Door leeftijd, soort, beeldbepalend of omvang. In bijlage F is een lijst opgenomen waarop de potentiële monumentale en beschermwaardige bomen zijn weergegeven. Deze lijst dient vastgesteld te worden bij het opstellen van de kapverordening.
Beheerplan Bomen
27
Conclusie In de voorgaande hoofdstukken zijn veel getallen en bedragen voorbij gekomen. In dit hoofdstuk worden alle getallen en bedragen nog eens op een rij gezet voor een helder overzicht. De gemeente heeft in totaal 10.500 bomen verdeeld over ca. 200 boomsoorten.
Overig
Wilg
Sierpeer
Sierkers
Sierappel
Schijnacacia
Populier
Plataan
Meidoorn
Linde
Lijsterbes
Iep
Haagbeuk
Esdoorn
Es
Els
Eik
Beuk
Berk
3000 2500 2000 1500 1000 500 0
Paardenkast…
Boomsoort
De conditie en onderhoudsstaat van de bomen is voldoende:
Om het bomenbestand op kwaliteit en kwantiteit te behouden is ca. € 200.000 euro per jaar nodig. Hiervoor vindt regulier onderhoud plaats. Uiteraard neemt het budget toe als er wijzigingen plaatsvinden in het bomenareaal. Daarnaast is er jaarlijks een budget nodig om bestaande bomen te vervangen.
Beheerplan Bomen
28
Bijlage A. Boomsoortenlijst B. Inventarisatie en boomveiligheidscontrole rapport van Pius Floris C. Budgetoverzicht D. Stamboom VTA-controle E. Overzicht ziekten en plagen F. Potentiële monumentale en beschermwaardige bomen
Beheerplan Bomen
29
A. Boomsoortenlijst Boomsoort (Latijn) Acer campestre Acer campestre 'Elsrijk'
Aantal 287 49
Boomsoort (Latijn)
Aantal
Crataegus laevigata
19
Crataegus monogyna
73
Acer campestre 'Queen Elizabeth'
7
Crataegus prunifolia 'Splendens'
4
Acer cappadocicum
9
Crataegus x lavalleei
1
Acer negundo
3
Crataegus x lavalleei 'Carrierei'
2
Acer negundo 'Flamingo'
1
Crataegus x media 'Paul's Scarlet'
1
Acer negundo 'Variegatum'
3
Crataegus, overige soorten en cv's
25
Davidia involucrata 'Vilmoriniana'
14
Acer platanoides
175
Acer platanoides 'Columnare'
11
Euonymus europaeus
Acer platanoides 'Crimson King'
10
Fagus sylvatica
24
1
Acer platanoides 'Globosum'
225
Fagus sylvatica 'Dawyck'
82
Acer platanoides 'Royal Red'
2
Fagus sylvatica 'Pendula'
2
375
Acer pseudoplatanus
Fagus sylvatica 'Purpurea'
2
Acer pseudoplatanus 'Atropurpureum'
7
Fagus sylvatica 'Purpurea Pendula'
2
Acer rubrum
6
Fraxinus americana
5
Acer rubrum 'Scanlon'
2
Fraxinus angustifolia
6
Acer saccharinum
9
Fraxinus angustifolia 'Elegantissima'
Acer, overige soorten en cv
3
Fraxinus angustifolia 'Raywood'
Aesculus hippocastanum
128
Fraxinus excelsior
1 24 1947
Aesculus hippocastanum 'Baumannii'
7
Fraxinus excelsior 'Atlas'
10
Aesculus x carnea
6
Fraxinus excelsior 'Diversifolia'
43
Aesculus x carnea 'Briotii' Ailanthus altissima Alnus cordata Alnus glutinosa
5
Fraxinus excelsior 'Geessink'
5
15
Fraxinus excelsior 'Jaspidea'
95
3
Fraxinus excelsior 'Pendula'
1002
Fraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'
Alnus glutinosa 'Laciniata'
32
Fraxinus ornus
Alnus incana
51
Fraxinus ornus 'Obelisk'
Alnus incana 'Aurea' Alnus spaethii Amelanchier lamarckii
3 140 22
Fraxinus, overige soorten en cv's
1 60 222 7 2
Ginkgo biloba
16
Gleditsia triacanthos
28
Betula ermanii
8
Gleditsia triacanthos 'Sunburst'
4
Betula ermanii 'Blush'
1
Ilex aquifolium
1
Betula ermanii 'Holland'
2
Juglans nigra
1
Betula nigra
9
Juglans regia
23
Betula pendula Betula pendula 'Crispa'
177 15
Koelreuteria paniculata
5
Koelreuteria paniculata 'Fastigiata'
2
Betula pendula 'Fastigiata'
3
Laburnum x watereri 'Vossii'
4
Betula pendula 'Youngii'
1
Larix decidua
1
Betula pubescens
23
Betula utilis "Doorenbos"
6
Betula utilis 'Doorenbos'
68
Liquidambar styraciflua
35
Liriodendron tulipifera
7
Liriodendron tulipifera 'Fastigiatum'
2
Betula utilis subsp. jacquemontii
8
Magnolia kobus
1
Betula, overige soorten en cv
6
Magnolia, overige soorten en cv's
4
Carpinus betulus
111
Malus baccata 'Street Parade'
Carpinus betulus 'Fastigiata'
110
Malus 'Evereste'
8
Carpinus betulus 'Frans Fontaine'
3
Malus floribunda
39
Castanea sativa
1
Malus toringo
2
Malus, overige soorten en cv's
65
50
Metasequoia glyptostroboides
78
Catalpa bignonioides Catalpa bignonioides 'Nana'
20
1
Catalpa speciosa
1
Morus alba
2
Cedrus libani
1
Nothofagus antarctica
1
Beheerplan Bomen
30
Cedrus libani 'Glauca'
5
Ostrya carpinifolia
Chamaecyparis lawsoniana
9
Parrotia persica
Chamaecyparis nootkatensis 'Pendula'
1
Picea abies
1
Chamaecyparis, overige soorten en cv's
1
Pinus nigra
2
Cornus controversa
1
Pinus nigra subsp. nigra
7
Pinus sylvestris
1
Corylus colurna Boomsoort (Latijn)
58 Aantal
Boomsoort (Latijn)
2 18
Aantal
Pinus, overige soorten en cv's
3
Salix alba
Platanus orientalis
1
Salix alba 'Chermesina'
18
Salix babylonica 'Tortuosa'
30
Salix caprea
13
Salix x sepulcralis 'Chrysocoma'
49
Platanus x hispanica Populus nigra Populus nigra 'Italica'
84 1 22
Populus nigra 'Schoorldam'
5
Sequoiadendron giganteum
Populus tremula
1
Sophora japonica
Populus x canadensis
205
81
4
Sorbus aucuparia
3
Sorbus aucuparia 'Fastigiata'
Populus, overige soorten en cv's
5
Sorbus intermedia
Prunus cerasifera
86
3 18
Populus x canescens
Prunus avium 'Plena'
1
Sorbus aria
Populus x canadensis 'Serotina de Selys'
Prunus avium
1510
4 36
Sorbus latifolia
8
3
Sorbus latifolia 'Henk Vink'
6
4
Sorbus x thuringiaca 'Fastigiata'
4
Prunus cerasifera 'Nigra'
72
Taxodium distichum
47
Prunus padus
68
Taxus baccata
10
Prunus sargentii 'Rancho'
4
Taxus baccata 'Fastigiata Robusta'
Prunus serrulata
10
Tilia americana
Prunus serrulata 'Amanogawa'
69
Tilia cordata
Prunus serrulata 'Kanzan'
58
Prunus 'Spire' Prunus x gondouinii 'Schnee'
Tilia cordata 'Greenspire'
6
Tilia cordata 'Rancho'
7
6
Tilia platyphyllos
60
Tilia tomentosa
Prunus, overige soorten en cv's
31
Tilia tomentosa 'Brabant'
Pterocarya fraxinifolia
38
Tilia x europaea
Pyrus communis Pyrus, overige soorten en cv's Quercus palustris Quercus robur Quercus robur 'Fastigiata' Quercus robur 'Fastigiate Koster'
4 30
2
Prunus x subhirtella 'Autumnalis'
Pyrus calleryana 'Chanticleer'
1
269 15 7 50 411 2
Tilia x europaea 'Koningslinde'
2 1 194 9 3
Ulmus 'Clusius'
42
Ulmus glabra
17
Ulmus glabra 'Cornuta' Ulmus x hollandica
3 120
Ulmus x hollandica ' Belgica'
27
Quercus rubra
5
Ulmus x hollandica 'Groeneveld'
43
Robinia pseudoacacia
9
Ulmus x hollandica 'Wredei'
22
Robinia pseudoacacia 'Bessoniana'
2
Ulmus, overige soorten en cv's
Robinia pseudoacacia 'Umbraculifera'
Beheerplan Bomen
69
Tilia x europaea 'Euchlora'
25
2
98
31
B. Inventarisatie en boomveiligheidscontrolerapport van Pius Floris Zie bijlage separaat.
Beheerplan Bomen
32
C. Budgetoverzicht Maatregelenpakket
Aantal
Prijs per boom
Totaal
Bomen in verharding Bomen in gazon Bomen in beplanting Lei-/vormbomen in verharding Lei-/vormbomen in gazon Lei-/vormbomen in beplanting Knotbomen
807 3615 4070 26 141 84 1788
€ € € € € € €
€ € € € € € €
Totaal
10531
Meerjaren kostenoverzicht
2013
26,50 15,00 7,50 67,00 50,00 42,00 42,50
21.385,50 54.225,00 30.525,00 1.742,00 7.050,00 3.528,00 75.990,00
€ 194.445,50
2014
2015
2016
2017
2018
Regulier onderhoud Inboet Incidenteel onderhoud VTA-controle
€ 200.000 € 206.000 € 212.000 € 218.500 € 225.000 € 232.000 € 52.500 € 54.000 € 56.000 € 57.500 € 59.000 € 61.000 € 70.000 € 25.000 € 20.000 € 15.000 € 10.000 € 10.000 € 30.000 € 2.500 € 2.500 € 25.000 € 2.500 € 2.500
Totaal
€ 352.500 € 287.500 € 290.500 € 316.000 € 296.500 € 305.500
Beheerplan Bomen
33
D. Stamboom VTA-controle
Beheerplan Bomen
34
E. Overzicht ziekten en plagen
Beheerplan Bomen
35
Beheerplan Bomen
36
Beheerplan Bomen
37
F. Potentiële monumentale en beschermwaardige bomen Nummer Soort 1594 Prunus serrulata 'Kanzan' 1870 Fraxinus excelsior 1890 Fraxinus excelsior 2317 Tilia cordata 2352 Aesculus hippocastanum 2541 Platanus x hispanica 2570 Fraxinus excelsior 2571 Tilia x europaea 2744 Fraxinus excelsior 2892 Tilia x europaea 3131 Tilia x europaea 3388 Tilia x europaea 3389 Tilia x europaea 3390 Tilia x europaea 3391 Tilia x europaea 3789 Tilia x europaea 3974 Fagus sylvatica 4126 Fraxinus excelsior 4389 Tilia x europaea 4522 Fagus sylvatica 'Purpurea' 4611 Fagus sylvatica 5502 Tilia x europaea 5561 Metasequoia glyptostroboides 5960 Platanus x hispanica 6403 Tilia x europaea 6415 Fraxinus excelsior 6858 Tilia americana 7024 Fraxinus excelsior 7084 Cedrus libani 'Glauca' 7181 Tilia cordata 7332 Platanus x hispanica 7544 Aesculus hippocastanum 7646 Tilia x europaea 7729 Fraxinus excelsior 7822 Pyrus communis 8310 Tilia cordata 8529 Fagus sylvatica 'Pendula' 8532 Fagus sylvatica 'Purpurea' 8550 Platanus x hispanica 9174 Fraxinus excelsior 10882 Aesculus hippocastanum 10883 Aesculus hippocastanum 10886 Tilia x europaea 10887 Tilia x europaea 11096 Acer campestre 11097 Acer campestre 11098 Acer campestre 11099 Fraxinus excelsior 11994 Fagus sylvatica 11995 Fagus sylvatica 11996 Fagus sylvatica 11997 Fagus sylvatica
Beheerplan Bomen
Leeftijd 80 70 70 60 60 95 70 70 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 85 60 60 80 120 60 60 90 60 80 60 110 60 60 60 60 60 85 85 100 100 80 80 80 80 60 60 60 60 60 60 60 60
Diameter Hoogte Straat 50-60 9-12 Noordveenweg 60-70 18-24 Voorstraat 70-80 18-24 Voorstraat 50-60 12-15 Weteringlaan 50-60 9-12 Noordveenweg 110-120 15-18 Herenweg 60-70 18-24 Voorstraat 50-60 15-18 Voorweg 60-70 15-18 Elzenstraat 40-50 12-15 Leidseweg 40-50 12-15 Leidseweg 50-60 15-18 Berkenweg 50-60 15-18 Berkenweg 50-60 15-18 Berkenweg 40-50 15-18 Essenweg 40-50 12-15 Berkenweg 50-60 6-9 Noordeinde 50-60 15-18 Berkenweg 50-60 15-18 Leidseweg 40-50 6-9 Kerkweg 50-60 9-12 Noordeinde 50-60 15-18 Berkenweg 60-70 18-24 Kerkstraat 130-140 18-24 Dokter Lothlaan 50-60 15-18 Leidseweg 60-70 15-18 Elzenstraat 110-120 15-18 Weteringpad 60-70 15-18 Elzenstraat 60-70 12-15 Kerkstraat 50-60 12-15 Weteringlaan 130-140 18-24 Dokter Lothlaan 40-50 12-15 Leidseweg 40-50 12-15 Leidseweg 60-70 15-18 Elzenstraat 40-50 9-12 Weteringlaan 50-60 12-15 Weteringlaan 50-60 9-12 Kerkweg 60-70 9-12 Kerkweg 110-120 12-15 Kerkstraat 70-80 15-18 Lucas van Leydenlaan 60-70 12-15 Noordveenweg 60-70 12-15 Noordveenweg 50-60 15-18 Noordveenweg 50-60 15-18 Noordveenweg 20-30 9-12 Oostveenweg 40-50 9-12 Oostveenweg 40-50 9-12 Oostveenweg 40-50 9-12 Oostveenweg 50-60 15-18 Comriekade 50-60 15-18 Comriekade 50-60 15-18 Comriekade 50-60 15-18 Comriekade
Kern Oude Wetering Oude Wetering Oude Wetering Nieuwe Wetering Oude Wetering Rijnaterswoude Oude Wetering Oude Wetering Roelofarendsveen Oud Ade Oud Ade Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Oud Ade Woubrugge Roelofarendsveen Roelofarendsveen Woubrugge Woubrugge Oud Ade Roelofarendsveen Woubrugge Roelofarendsveen Woubrugge Nieuwe Wetering Woubrugge Oud Ade Oud Ade Roelofarendsveen Nieuwe Wetering Nieuwe Wetering Woubrugge Woubrugge Woubrugge Roelofarendsveen Oude Wetering Oude Wetering Oude Wetering Oude Wetering Oude Wetering Oude Wetering Oude Wetering Oude Wetering Woubrugge Woubrugge Woubrugge Woubrugge
38
Nummer Soort 11998 Fagus sylvatica 41 Fraxinus excelsior 139 Aesculus hippocastanum 421 Fraxinus excelsior 438 Fraxinus excelsior 439 Fraxinus excelsior 440 Fraxinus excelsior 667 Fraxinus excelsior 668 Fraxinus excelsior 677 Fraxinus excelsior 963 Fraxinus excelsior 966 Fraxinus excelsior 971 Fraxinus excelsior 978 Fraxinus excelsior 979 Fraxinus excelsior 1016 Fraxinus excelsior 1017 Fraxinus excelsior 1125 Platanus x hispanica 1356 Fraxinus excelsior 1358 Fraxinus excelsior 1387 Fraxinus excelsior 1641 Fraxinus excelsior 1654 Fraxinus excelsior 1709 Fraxinus excelsior 2062 Fraxinus excelsior 2069 Fraxinus excelsior 2272 Fraxinus excelsior 2279 Fraxinus excelsior 2285 Aesculus hippocastanum 2660 Fraxinus excelsior 2983 Fraxinus excelsior 3833 Tilia americana 3876 Fraxinus excelsior 3880 Fraxinus excelsior 4826 Platanus x hispanica 4827 Platanus x hispanica 4940 Tilia x europaea 4976 Aesculus hippocastanum 5730 Fraxinus excelsior 5849 Aesculus hippocastanum 6297 Aesculus hippocastanum 6764 Aesculus hippocastanum 7578 Fraxinus excelsior 7890 Fraxinus excelsior 8274 Fraxinus excelsior 8973 Fraxinus excelsior 11296 Platanus x hispanica
Beheerplan Bomen
Leeftijd Diameter Hoogte Straat 60 50-60 15-18 Comriekade 44 60-70 15-18 De Baan 44 90-100 9-12 Schoolstraat 32 60-70 15-18 Wilgenlaan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 36 60-70 18-24 Beukenlaan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 34 60-70 12-15 Wilgenlaan 34 70-80 15-18 Wilgenlaan 34 60-70 15-18 Westban 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 32 60-70 12-15 Wilgenlaan 44 60-70 15-18 De Baan 40 70-80 18-24 Beukenlaan 40 70-80 18-24 Beukenlaan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 40 60-70 12-15 Meerkreuk 42 60-70 18-24 Bateweg 34 60-70 18-24 Lucas van Leydenlaan 42 60-70 12-15 Watermunt 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 70-80 15-18 Emmalaan 44 70-80 15-18 Emmalaan 42 60-70 9-12 Schoolstraat 42 60-70 15-18 Julianalaan 44 60-70 15-18 De Baan 42 60-70 15-18 Julianalaan 50 60-70 15-18 Zuideinde 42 60-70 15-18 Julianalaan 42 60-70 18-24 Bateweg 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 44 60-70 15-18 De Baan 56 60-70 15-18 Oud Adeselaan
Kern Woubrugge Roelofarendsveen Rijnaterswoude Leimuiden Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Leimuiden Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Leimuiden Leimuiden Leimuiden Roelofarendsveen Roelofarendsveen Leimuiden Roelofarendsveen Leimuiden Leimuiden Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Nieuwe Wetering Woubrugge Roelofarendsveen Woubrugge Roelofarendsveen Roelofarendsveen Woubrugge Woubrugge Rijnaterswoude Woubrugge Roelofarendsveen Woubrugge Hoogmade Woubrugge Woubrugge Roelofarendsveen Roelofarendsveen Roelofarendsveen Oud Ade
39