Bomen
Aanplant en techniek Situatie: open groeiplaats
Inhoud • Plantput; • Drainage en beluchting; • Planttijdstip; • Plantdiepte; • Orientatie en plantrichting; • Planttechniek bomen met kale wortel; • Planttechniek bomen met kluit; • Snoeien bij aanplant; • Verankering; • Watergeefvoorziening; • Nazorg;
Plantput Grootte De grootte van de plantput is afhankelijk van de maat van de boom die geplant wordt. Voor bomen met naakte wortel moet de plantput groot genoeg zijn zodat alle wortels er in uitgespreid kunnen worden zonder gedraaid te liggen of aan de buitenzijde van de plantput omhoog te wijzen. Als de wortels niet in de plantput passen, moet de plantput groter gemaakt worden in plaats van de wortels te snoeien. Voor kluit- en containerbomen kan als algemene stelregel gehanteerd worden dat de plantput minstens dubbel zo groot moet zijn als de kluit. De plantput moet net zo diep zijn dat bij het aanplanten van de boom de wortelhals boven het maaiveld zit. VOORKOM VERSMERING VAN WANDEN EN BODEM BIJ HET GRAVEN!
Drainage en beluchting Drainage Het kan noodzakelijk zijn op de bodem van de plantput een drainage aan te brengen. Dit doe je alleen bij: • Risico op sterk stijgend grondwater • Risico op stagnerend hemelwater Het kan ook noodzakelijk zijn op de bodem van de plantput een beluchtingssysteem aan te brengen. Dit doe je alleen bij: • Vers geroerde grond waarbij zuurstofhuishouding is verstoord • Aanplant van extreem grote bomen • Risico op slemp in de toplaag bij slagregens
Planttijdstip Bomen met naakte wortel moeten geplant worden tijdens hun winterrust. Het plantseizoen voor bomen met naakte wortel loopt dus ongeveer van half november tot begin april. Aangezien bij kluitbomen de wortels altijd omgeven blijven door grond, drogen zij minder gemakkelijk uit en is de schok van het aanplanten iets kleiner. Daardoor kunnen zij iets vroeger geplant worden en loopt het plantseizoen ook langer door, ruwweg van half september tot half mei. Bomen in container kunnen eigen het hele jaar worden aangeplant.
Plantdiepte Bij het planten worden veel fouten gemaakt met de plantdiepte. Bomen worden vaak te diep geplant. Eenmaal geplant moet de wortelhals boven het maaiveld zitten. Slechts enkele centimeters te diep planten kan de boomwortels in de problemen brengen: • Verstoorde zuurstof- en vochthuishouding (wortelsterfte) • Schorsdeformatie (rot) met stagnerend watertransport in de boom (kroonsterfte)
Aanplant boom met kale wortel - Graaf de plantput - Spreid de wortels goed - Houdt het wortelgestel 10 cm hoger dan uiteindelijke plantdiepte - Vul de plantput door de grond los tussen de wortels te werken - Raak nooit wortels of stamdelen tijdens je werkzaamheden! - Druk de grond laagsgewijs (30cm) aan met de neus van je voet
Aanplant boom met kluit - Graaf de plantput - Plaats de kluit van de boom op de bodem van de plantput - Knip de ijzerdraden aan bovenzijde los (jute en gaas hoeft niet te worden teruggevouwen!) - Vul de plantput laagsgewijs (30cm) met grond en druk deze stevig aan met de neus van je schoen
Snoeien bij aanplant - Vanuit de kwekerij wordt een gebalanceerde kroon-stam-wortelverhouding afgeleverd. Controleer dit bij aflevering. Als dit goed is, hoeft er geen snoei plaats te vinden. - Snoei uitsluitend gebroken of beschadigde takken - Snoei uitsluitend gebroken of beschadigde wortels, neem zogenaamde draaiwortels weg! Dit wordt later een wurgwortel! - Uitzondering: kroonreductie bij een warm en droog voorjaar -> uitsluitend in overleg met de kweker!
Verankering Bomen dienen bij aanplant verankerd te worden. Ze hebben immers nog geen wortels waarmee ze zich hebben vastgezet. Door wind of zware regen kunnen ze dan omvallen. De meest voorkomende verankeringen van bomen zijndie waarbij de boom met boomband wordt vastgemaakt aan één of meerdere lange palen, korte kniepalen of waarbij de kluit ondergronds wordt gefixeerd. Bij een goede constructie zorgt een dergelijke verankering voor een grote stabiliteit. Het is echter een starre verankering, die slechts weinig boombeweging toelaat. Elke windbelasting wordt opgevangen door de boompalen.
Watergeefvoorziening Bomen dienen na aanplant nog enkele extra watergiften te krijgen. Om te voorkomen dat het water van de kluit afvloeit maak je een voorziening.
Nazorg Na aanplant dienen bomen nog enkele jaren te worden verzorgd. Dit noemen we ‘Nazorg’. Nazorg kan bestaan uit: - Regelmatig water geven - Controleren van vochtgehalte, zuurstofgehalte en conditie - Controleren op ziekte, aantastingen en plagen - Snoeien - Bemesten Bomen maat 12-14 t/m 18-20: 1 á 2 jaar Bomen maat 20-25 t/m 30-35: 2 á 3 jaar Bomen maat 35-40 en groten: minimaal 3 jaar