ONDERWEG een beeldreis door het Caermersklooster INFOBUNDEL VOOR LEERKRACHTEN
Beste leerkracht, Deze pdf maakt u wegwijs bij een bezoek met de klas aan het Caermersklooster, het Provinciaal Cultuurcentrum in Gent. Het educatieve pakket in het Caermersklooster bestaat uit een (beeld)reis. Het concept houdt in dat de kinderen een belevingsreis maken doorheen het klooster. Met de opdrachten worden ze aangezet om goed te kijken en het klooster/ cultuurcentrum als een ‘toerist’ te bewonderen. We hopen dat jullie een aangenaam en leerijk bezoek hebben in het cultuurcentrum !
INHOUD
1.
Praktische info
2.
Handleiding en extra info bij de opdrachten
3. Eindtermen
1. PRAKTISCHE INFO Gedragscode Het is belangrijk om met kinderen die nog nooit een cultuurhuis bezochten vooraf de ‘gedragscodes’ te overlopen. Bespreek onderstaande vragen in de klas. - - - - - - - -
Wat is een cultuurhuis? Wat kan je er zien of beleven? Hoe gedraag je je daar? Zijn er voorwerpen heel oud, uniek of waardevol? Mag je ze aanraken? Waarom wel/niet? Tekenmateriaal is om in de boekjes te tekenen, niet op voorwerpen of de muur. Oefen je ogen en kijk met een nieuwe, open blik. Bereid je in de klas voor. Bekijk samen een aantal kunstboeken met hedendaags beeldend werk, boeken met afbeeldingen van oude gebouwen en voorwerpen. Vraag of iemand al in een klooster is geweest en wat dit is. Vraag aan de kinderen wie al naar een tentoonstelling is geweest. Vraag naar hun beleving, hun ervaring. Bespreek met hen wat ze gaan doen en zien in het Caermersklooster.
Op de website van het Caermersklooster vindt u voldoende informatie over de gebouwen, de restauratie, het Lam Gods en de tentoonstellingen.
Leeftijd De zoektocht in het Caermersklooster is gericht op kinderen tussen 8 en 12 jaar.
Maximum aantal kinderen Maximum 2 groepen met maximum 25 kinderen per bezoek. Laat op voorhand weten wanneer u uw bezoek plant, zo zijn er voldoende lerarenkoffers voorradig.
Openingsuren en adres Het Caermersklooster is open van dinsdag tot zondag van 10u tot 17u. Toegankelijk voor rolstoelgebruikers / makkelijk bereikbaar met de tram. Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster Vrouwebroersstraat 6, 9000 Gent / Tel: +32 (0)9 269 29 10
[email protected] www.caermersklooster.be
Toegangsgeld en prijs boekje Kinderen tot 12 jaar gratis / leerkrachten gratis Reisboekje: 1 € per boekje
2. HANDLEIDING EN EXTRA INFORMATIE BIJ DE OPDRACHTEN VERLOOP Bij het onthaal meldt u zich aan. Daar krijgt u de reisboekjes voor de kinderen. Bij de eerste halte, het reiskabinet, worden de kinderen visueel geprikkeld met een reiskaart (gemaakt door textielkunstenares Silke Sintobin), exotische voorwerpen en reissouvenirs en een wereldbol. Bij het reiskabinet vindt u extra uitleg en een koffer (onderaan in de schuif) met tekenmateriaal dat u meeneemt op de route. De reiskaart verbeeldt de route met opdrachten die verspreid in het Caermersklooster aanwezig zijn. Er zijn in totaal 12 opdrachten. De opdrachten hebben geen chronologische volgorde. U kiest zelf of u alle opdrachten doet, of een aantal opdrachten en in welke volgorde. De opdrachten gaan over de tentoonstelling “Het Lam Gods ont(k)leed”, de tijdelijke tentoonstellingen (zie www.caermersklooster.be) en de geschiedenis van het gebouw. De eerste opdracht doet u aan het reiskabinet. De kinderen maken een talisman met het touw dat ze aan de reiskaart vinden. Er hangt een blauwe draad aan de reiskaart. Elk kind krijgt een stukje touw en bindt dit aan de arm, als geluksbrenger op reis. Vertel hier kort over een talisman, een amulet of een geluksbrenger. Bespreek kort met de kinderen hun ervaringen met geluksbrengers, wanneer gebruiken ze die? Wat zijn hun geluksbrengers? Hoe voelen ze zich als ze hun geluksbrenger bij zich hebben of net niet bij zich hebben? Helpen die geluksbrengers ook echt? Hoe zien ze dit? Op het einde van hun tocht komen de kinderen terug aan het reiskabinet. Ze kunnen hier een postkaart schrijven en laten versturen. “Groetjes uit…” Deze postkaarten steken de kinderen op het einde in de brievenbus.
DE START AAN HET REISKABINET WERKVRAGEN Enkele vragen om een gesprek op gang te brengen: Wat is reizen? Wat is een toerist en wat ‘typeert’ een toerist? Waar zijn de kinderen al op reis geweest? Op welke manier kan je je verplaatsen naar andere landen? Hebben ze daar iets nieuws leren kennen? Wat brachten ze toen mee? (Souvenirs?) Welke verre landen kennen ze? Kan je ook op reis gaan in je eigen buurt of stad? Kan je ook reizen in je hoofd? Welke talen spreken ze in andere landen? Kennen jullie er een aantal? Optie: Vertel kort over de geschiedenis van het Caermersklooster: Lang geleden leefden hier de Caermers, een orde van Karmelieten die ervoor koos arm te leven en te bedelen. Zij kwamen uit Haïfa, het verre Oosten. Na een lange reis, wellicht samen met een ezel, kwamen ze in Europa en daarna in België en Gent toe. Ze woonden hier, eerst in het Oud Huis (deel van het Caermersklooster) en later over het hele klooster. De kerk was de plek waar ze kwamen bidden. Enkele vragen: Wat is bidden? Wie van jullie bidt soms en waarvoor? Helpt dat dan? Op welke manieren kan je allemaal bidden? Ken je verschillende soorten van geloof? Hoe tonen mensen dat ze in iets geloven? Zie je dat aan hen? Welke rituelen doen ze dan? Wat is bijgeloof? Is er een verschil tussen geloof en bijgeloof? In wat geloof jij? Ken je voorwerpen/manieren die mensen maken/doen om dat geloof te tonen? (bv standbeelden, kleine beeldjes, ketting, kruis, armbandjes, doosjes, steentjes, knielen op matten, hoofddoek, kipa, turban, hand van Fatima, Davidster, vasten, ramaddan... geloofsfeesten kerstmis, jom kippoer, offerfeest... enz)
OVER DE 12 OPDRACHTEN Er zijn 12 opdrachten: - 4 over de geschiedenis van het gebouw: Caermersklooster en de paters Karmelieten - 4 over de restauratie van het Lam Gods - 4 over de tijdelijke tentoonstelling De opdrachten staan telkens geschreven op de binnenkant van een houten paneeltje. Deze zijn verspreid doorheen het museum aangebracht en aangeduid door stickers met het ezeltje (zie voorpagina). Op de paneeltjes staat het nummer van de opdracht die overeen komt met het nummer van de opdracht in het reisboekje. Aan de binnenzijde van de houten paneeltjes heb je aan de ene kant de omschrijving van de opdracht, aan de andere kant een stof. Na het doen van de opdracht kan kort stilgestaan worden bij de stof op het paneeltje. Als inleiding kan je uitwijden over deze stoffen en vanwaar ze komen. De kinderen mogen voorzichtig aan de stof voelen en eventueel raden welke stof het is. Het Caermersklooster is een hele tijd een opslagplaats geweest voor textiel. WERKVRAGEN Welke stoffen kennen de kinderen? Vanwaar komen die stoffen? Laat ze voelen aan hun kledij en raden waar de stof van hun kledij vandaan komt. Vanwaar komt stof ? (bv zijde van de zijderups, wol van schapen, leer van koeien, ...) EXTRA TIP: (voor de oudere kinderen) Het verhaal van de zijderoute kan hier een insteek zijn. Het reizen van stoffen en andere goederen zoals kruiden, edelstenen, parfums, papier enz. gebeurde vroeger niet met het vliegtuig of met de trein, maar met paarden, ezels, boten, karren en vaak te voet. INFO De zijderoute wordt zo genoemd omdat zijde uit het Verre Oosten, toen een bijzonder kostbare handelswaar, langs de route naar het westen vervoerd werd. Twee monniken smokkelden in 552 in holle wandelstokken zijderupsen naar het Byzantijnse Rijk. Hierna was de productie van zijde niet langer aan de Chinezen voorbehouden, maar kon zijde ook in het westen gemaakt worden. Langs de routes vervoerden mensen handelsgoederen, in het bijzonder luxegoederen zoals zijde, satijn, muskus, robijnen, diamanten, parels, porselein, papier, rabarber, vruchten zoals perziken en sinaasappels, paarden en buskruit. Niettemin reisden niet alleen goederen mee langs de route, maar ook opvattingen, ideeën, ziektes en culturen. Vanwege het transport van andere producten kennen bepaalde delen van de route ook andere namen, zoals de Wierookroute en de Theeroute. Het was niet één specifieke route, maar een verzamelig van routes waarover handelswaren werden vervoerd.
WERKVRAGEN Welke producten kennen de kinderen die uit een ander land komen? Laat de kinderen enkele producten opschrijven in groepjes van drie. Per product schrijven ze ook het land op waar het product vandaan komt. VERWERKING IN DE KLAS ZELF EEN REISROUTE ONTWERPEN • Materiaal: oude landkaarten, scharen, lijm, kleurstiften, alcoholstift en oude magazines, potlood en papier • Duur: 1,5u • WAT: - Verdeel de kinderen in groepjes van vier - Per groepje verzinnen de kinderen een eigen reisroute. Ze denken na over het soort route, is het een toeristenreisroute? Is het een handelsreisroute? Is het een route voor een circus? Is het een route voor onderzoekers en avonturiers? - Ze tekenen de zelfbedachte route op een oude landkaart met een zwarte alcoholstift en kleurstiften. Laat ze nadenken langs welke landen de route passeert, welke landen met elkaar verbonden worden, langs welke rivieren en zeeën ze reizen. - Nadat de route getekend is op de oude landkaart, knippen ze voorwerpen en mensen uit magazines en maken een collage op de landkaart. Dit zijn figuren die ze tegenkomen op reis op hun reisroute, voorwerpen die ze als souvenir kopen of die ze vinden, dingen die ze beleven op hun reis. - Duid één van de kinderen aan per groepje die het verhaal van de reisroute opschrijft, terwijl de anderen een collage maken. Dit is dan de reporter van de groep. - Hang nadien alle kaarten naast elkaar op aan de muur van de klas en bespreek in groep wie welke route heeft gekozen, waarom en wie de figuren zijn die ze tegenkomen op hun reis. ONTWERP JE EIGEN POSTKAART • Materiaal: stevig tekenpapier/karton, pandakrijt, aluminiumfolie, papiertjes met zegswijzen over reizen, potlood, pritt lijm, scharen • Duur: 30 min • WAT? - Ieder kind krijgt een papiertje met een zegswijze op, liefst met een link naar reizen. Bespreek samen wat de zegswijze kan betekenen. Laat de kinderen woorden opschrijven die ze bedenken bij de zegswijze, op een associatieve manier.
- Ieder kind krijgt een stuk stevig tekenpapier ter grootte van een postkaart (A6). - Elk kind verzint een tekening bij deze oude zegswijze door gebruik te maken van de woorden die het opschreef tijdens de associatie. Tekenen kan met pandakrijt of kleurpotlood, kleurstift... - Nadien versieren de kinderen de postkaart met kleine stukjes aluminiumfolie die ze op de postkaart kleven. • Enkele voorbeelden van zegswijzen: - Wanneer men verre reizen doet, kent men veel verhalen. (Wie veel reist, beleeft veel en kan ook veel vertellen) - Een reis om de wereld. (Een hele lange reis doen) - Op reis leert men zijn vrienden kennen. (Echte vrienden leer je pas kennen in moeilijke omstandigheden) - Dat is een hele reis! (Een lastige inspanning) - Wie zee houdt, wint de reis! (Wie doorzet, bereikt zijn doel) - Een Keulse reis doen.(Lang wegblijven) - Hij komt van een kale reis terug. (Hij is niet geslaagd in zijn opzet)
DE OPDRACHTEN Noot: Alle materialen zijn aanwezig in het Caermersklooster. De opdrachten staan in het reisboekje. Dit is een handleiding bij de opdrachten die je vooraf kan doornemen of mee nemen ter plekke. OPDRACHT 1: Ontwerpen van schoenen voor reizigers De kinderen ontwerpen eigen schoenen. Laat ze nadenken over wat belangrijk is aan schoenen als je op reis gaat. Is het een warm land? Zijn sandalen voldoende, of is het net overal gesteente en vulkanen en hebben ze nood aan stevige stapschoenen met een superdikke zool? Laat ze nadenken over waar zij op reis zouden gaan en welke schoenen ze daarvoor nodig hebben. Fantasie mag! OPDRACHT 2: Teken je zelfportret Geef de kinderen een spiegeltje en laat ze hun zelfportret tekenen met potlood in de medaillon in het boekje. Laat ze goed kijken naar details op het gezicht: de vorm van de ogen, sproetjes, vlekjes, de vorm van de lippen, de neus, hoe ziet hun oor eruit? Ze proberen zoveel mogelijk te tekenen wat ze zien, niet wat ze weten hoe een oog of een lip er zou moeten uitzien. Idee voor thuis/in de klas: Kopieer dit medaillon uit het boekje op een steviger papier. Laat de kinderen met kleurpotlood, stift of wasco een tekening maken van zichzelf (portret). Lamineer de tekeningen. Knip het medaillon uit. Prik er een gaatje in aan de bovenkant en hang dit aan een touwtje. De kinderen geven het aan iemand die ze graag zien. OPDRACHT 3: Dak van de kerk Hier gaan de kinderen op hun rug liggen met hun gezicht naar het dak gericht. Laat ze ontspannen liggen, ver genoeg van elkaar en stil. Ze kijken geconcentreerd naar boven. Zeg hen dat je zal tellen en na 20 seconden stop zal zeggen. Dan mogen ze pas recht staan en opschrijven in hun boekje wat ze denken wat het is. Daarna kunnen ze elkaar vertellen wat zij denken dat het is. Er is geen goede oplossing, maar de bouwhistorici van het Caermersklooster noemen dit het schip. OPDRACHT 4: Grafsteen aan de houten trap Geef elk kind een stuk tekenpapier. Laat ze dit vel papier op de grafsteen leggen en met vetkrijt(tekenkoffer) op de bovenzijde van het papier kleuren. De vorm van de grafsteen zal erdoor komen. Dit heet frotteren. Laat de kinderen dit per vier doen en wissel af zodat er plaats genoeg is. Let op dat ze niet op de grafsteen tekenen.
OPDRACHT 5: Mooiste hoedje van het Lam Gods Laat de kinderen door de verrekijker kijken naar het Lam Gods. Ze zoeken elk voor zich het mooiste hoedje en tekenen dit in hun boekje. Gebruik hiervoor de kleurpotloden uit de tekenkoffer. Bespreek met de kinderen hoofddeksels uit andere landen, laat ze soorten hoofddeksels zoeken op het Lam Gods, hoeden en hoofddeksels opsommen die ze kennen zoals bv. muts, pet, hoed, strooien hoed, hoofddoek, kroon, koksmuts, helm, piratenhoed, indianenpluimen, keppel,... OPDRACHT 6: Teken de binnenkant Toon de kinderen de röntgenfoto van het Lam Gods. Vertel kort wat in het boekje staat over een röntgenfoto en praat er even met de kinderen over, zodat ze duidelijk weten dat dit een speciale camera is die door de uiterste lagen heen, de binnenkant kan fotograferen. De kinderen gaan per twee. Ze tekenen elkaar, maar niet zomaar. Ze beelden zich in hoe het ander kind er aan de binnenkant zou uitzien. Hiervan maken ze een tekening. Doe dit op het kalkpapier dat in het boekje zit. Gebruik zwarte stiftjes hiervoor. OPDRACHT 7: Geluiden in het schilderij Door de koptelefoon hoor je geluiden van de stad, city soundscapes. De kinderen luisteren naar de koptelefoon en kijken ondertussen naar het schilderij van het Lam Gods. Ze bedenken hierbij een kort verhaal van een drietal zinnen. Iets wat ze zien op het schilderij, iets dat ze denken dat er zou gezegd worden tussen verschillende personen op het schilderij. Het schilderij is nu stil, maar wat als er geluid zou zijn, wat zou je dan horen? OPDRACHT 8: Ik ga op reis en ik neem mee... Speel het spelletje ‘ik ga op reis en ik neem mee...’ met dingen die je ziet op het schilderij het Lam Gods.
Opdracht 9, 10, 11 en 12 doe je in de kerk bij de tijdelijke tentoonstelling. Eénmaal per jaar echter is hier het filmfestival, kies dan de vervangings opdrachten voor het filmfestival. Op de website lees je de meest actuele informatie. OPDRACHT 9: Gekke zin De kinderen kiezen elk twee kunstwerken die ze leuk vinden. Laat ze even zoeken en als ze twee werken hebben gekozen, er goed naar kijken. Per kunstwerk schrijven ze vier woorden op in hun boekje waaraan ze denken bij het kunstwerk (associaties). De acht woorden gebruiken ze om een nieuwe absurde zin mee te maken. OPDRACHT 10: Schetsen De kinderen mogen zes kleine schetsen maken van dingen die hen opvallen in de kerk. Dit kan gaan over de kunstwerken, over iets van het gebouw... iets wat hen opvalt. Geef ze even de tijd rond te lopen in de tentoonstelling, baken dit wel af tot de kerk, niet in de andere ruimtes. Ze tekenen deze zes ‘opvallende dingen’ in hun boekje. Zo maken ze een eigen tekenkunstwerk. Laat ze tekenen met potlood. Op de lege bladzijde in hun boekje. OPDRACHT 11: Met twee ogen en je oren toe Laat de kinderen vrij in de tentoonstelling. Geef ze volgende opdracht: ze kiezen een kunstwerk uit dat ze lelijk vinden. Ze kijken er drie keer opnieuw naar: eerst met één oog, dan met twee ogen en je oren toe en dan met één oog en één oor gespitst. Zien ze nu misschien toch iets moois aan het werk? Doel is om te blijven kijken op verschillende manieren en toch iets te vinden dat ze kunnen waarderen of mooi vinden. Stimuleer hen om verschillende manieren van kijken te gebruiken. Desnoods ondersteboven, met hun hoofd door de knieën enz.. Het gaat erom dat ze anders, out of the box, leren kijken, zodat iets dat op het eerste zicht lelijk is, toch iets moois kan worden als je het anders bekijkt. OPDRACHT 12: Muziekkunstwerken De kinderen luisteren naar muziek op de koptelefoon (elk om beurt kort laten luisteren). Daarna gaan ze de tentoonstelling in en zoeken twee kunstwerken die bij de muziek passen. Ze schrijven de naam van het kunstwerk en de kunstenaar op.
OPDRACHTEN FILMFESTIVAL Dit zijn opdrachten bij de tijdelijke tentoonstelling over het filmfestival. Ze kunnen ook los van een bezoek aan de tentoonstelling worden gedaan. Meestal wordt voor deze tentoonstelling een extra toegangsgeld gevraagd. Hou hier rekening mee bij uw bezoek. OPDRACHT : Kort verhaal In de vier kadertjes in het reisboekje verzinnen de kinderen een mini verhaal van vier prentjes. Hierbij schrijven ze in tekstballonnen ook wat er gezegd wordt, of geluiden die gemaakt worden. Geef hen de tip om het heel kort te maken, een beweging in vier prentjes kan al een verhaaltje op zich zijn. Vertel hen dat een film bestaat uit allemaal losse beelden en shots die achteraf aan elkaar gemonteerd worden. Het verhaal wordt eerst in een storyboard geschetst, voor de film wordt opgenomen. Het is een verhaal in beelden, zoals een stripverhaal. OPDRACHT: Interview met jezelf Geef de kinderen wat tijd in de tentoonstelling van het filmfestival, laat ze rondkijken. Daarna kunnen ze de vragen beantwoorden in hun boekje. OPDRACHT: Brei dit verhaal verder De kinderen vullen het verhaal aan in hun boekje. Laat ze vrij in de tentoonstelling op zoek naar inspiratie.
3. EINDTERMEN Wereldoriëntatie – Tijd – Historische tijd: - -
De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustrerten dat een actuele toestand, die voor de kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop van de tijd evolueert
Muzische vorming – beeld: - De leerlingen kunnen door midden van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, nu en van verschillende culturen. - De leerlingen kunnen door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten - De leerlingen kunnen beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. - De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. - De leerlingen kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beeldend vorm te geven op een manier die hen voldoet. - De leerlingen kunnen tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven. Muzische vorming – Media: -
De leerlingen kunnen ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen.
Muzische vorming – attitudes: - - - - -
De leerlingen kunnen blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken. De leerlingen kunnen zonder vooroordelen naar kunst kijken en luisteren. De leerlingen kunnen genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen. De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. De leerlingen kunnen respect tonen voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen.
COLOFON Het reisboekje en deze PDF voor leerkrachten werd gerealiseerd door BOUGIE www.bougievzw.be in opdracht van de deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen Concept: BOUGIE Copywriting en tekeningen: Melanie De Munck Eindredactie, logo en vormgeving: Marieke De Munck Reiskaart: Silke Sintobin Advies: Luc Bauters, Anneke Lippens, Els Otte, Jabez Sinnesael en Lode Van Pee Druk: Druk in de Weer, Gent V.U.: de heer Jozef Dauwe, gedeputeerde van Oost-Vlaanderen Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. 2014 Gent, België