19 december 2005
In deze editie: > > > > > > >
Ondertekening convenanten jeugdzorg Conferentie over onderwijs- en jeugdzorgbeleid Bezoeken staatssecretaris Ross aan Rotterdam Bestrijding wachtlijsten jeugdzorg centraal in 2006 Jongeren over jeugd- en pleegzorg Feiten en cijfers over de stadsregionale jeugdzorg Vroegtijdige signalering bij Pak je kans
Ondertekening convenanten jeugdzorg in december en januari Het dagelijks bestuur van de stadsregio en de regiogemeenten ondertekenen in december en januari afspraken over de taakverdeling in de jeugdzorg. De gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk hebben op 15 december een handtekening gezet onder het convenant jeugdzorg. In januari volgen de gemeenten Capelle en Krimpen aan den IJssel, evenals Rotterdam en Schiedam. In het voorjaar van 2006 ondertekenen de 3-B gemeenten Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk, met enige vertraging vanwege de ophanden zijnde fusie. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale, preventieve jeugdbeleid. Provincies en grootstedelijke regio's gaan over de provinciale en stadsregionale jeugdzorg. De bestuurlijke overeenkomsten bezegelen financiële afspraken ter waarde van € 1,2 miljoen voor bureau jeugdzorg. Er is € 323.000 beschikbaar gesteld voor het lokale, preventieve jeugdbeleid. De gemeentelijke taken van het bureau jeugdzorg betreffen de zogenaamde aansluittaken: advies, consultatie en deskundigheidsbevordering van hulpverleners bij zorgaanbieders. De financiële bijdrage voor het preventieve jeugdbeleid is afkomstig uit de middelen voor de Regionale Agenda Samenleving (RAS). << Foto: Het convenant met Albrandswaard. Ridderkerk en Barendrecht werd in het stadhuis van Ridderkerk ondertekend door de wethouders en de potefeuillehouder van de regio. V.l.n.r. Wethouder De Jongh van Albrandswaard, Portefeuillehouder Euser van de stadsregio en wethouder Van Andel van Ridderkerk. Op de foto ontbreekt wethouder Schoehuizen van Barendrecht.
Congres over onderwijs- en jeugdbeleid op 15 februari 2006 Koers '06 is de naam van het congres over de Rotterdamse aanpak voor onderwijs, jeugdzorg en opvoedingsondersteuning', dat op 15 februari aanstaande plaatsvindt. Het congres vindt plaats in het Word Trade Centre in Rotterdam. Tijdens het regiobrede congres staat de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg centraal. Het congres is een samenwerking tussen dienst stedelijk onderwijs van de gemeente Rotterdam, de ggd en de stadsregio. Het is bestemd voor schoolbesturen en directies in het primair en voortgezet onderwijs, instellingen voor jeugdzorg, bestuurders en beleidsambtenaren, ondersteuningsinstellingen in het onderwijs, schoolmaatschappelijke werk, politieke partijorganisaties, ouderorganisaties en cliëntenfora. Er zijn 300 plaatsen beschikbaar. De kosten van deelname bedragen € 125. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Elsevier congressen, T 070-4415755. <<
Staatssecretaris Ross op werkbezoek in Rotterdam In 2005 bracht staatsecretaris Ross twee keer een werkbezoek aan Rotterdam. De bezoeken komen voort uit haar ambassadeurschap in het kader van de landelijke operatie Jong. De staatssecretaris maakte tijdens haar bezoeken kennis met het jeugdbeleid van de gemeente Rotterdam. Dit voorjaar spraken het Rijk en een aantal regio's, provincies en steden af om werk te maken van een sterk en resultaatgericht jeugdbeleid. Voortvloeiend uit de operatie Jong zijn in diverse regio's en steden pilots gestart voor de duur van 1 jaar. Verschillende betrokken bewindspersonen hebben deze pilots geadopteerd. De stadsregio is betrokken bij de Rotterdamse pilot 'Vroegsignalering in een sluitende keten'. Deze pilot beoogt een verbetering van de informatieoverdracht tussen alle mogelijke organisaties die een rol (kunnen) spelen in het leven van een kind. De verschillende cliëntendossiers van zorginstellingen, onderwijsinstellingen en justitie zullen hierbij worden gekoppeld. Signalen over risicovolle situaties zullen zo eerder naar boven komen. > Eerdere werkbezoeken Op 29 augustus jl. was de staatssecretaris aanwezig bij een presentatie over het integraal jeugdbeleid van de gemeente Rotterdam. Ook is daarbij het DOSA (netwerk op deelgemeente niveau) uiteengezet en bezocht zij een voorziening voor onderwijsopvang. Op 10 oktober jl. bezocht staatssecretaris de Garage van zorgaanbieder Flexus en een project, waarbij gezinnen begeleiding krijgen van een gezinscoach. Staatssecretaris Ross zal begin 2006 nogmaals een bezoek brengen aan Rotterdam. (Een datum is nog niet bekend.) Waarschijnlijk zal zij dan in gesprek gaan met pleegouders en een bezoek brengen aan het Educatief Centrum van 'Horizon', die ondersteuning biedt aan jongeren die uit detentie komen. << Foto: Staatssecretaris Clemence Ross-Van Dorp bezocht de regio Rotterdam de afgelopen maanden een aantal maal.
Bestrijding wachtlijsten jeugdzorg centraal in 2006 In 2006 komt € 400.000 extra beschikbaar voor de aanpak van wachtlijsten van het meldpunt kindermishandeling. Ook wordt structureel € 1,1 miljoen extra ingezet voor het terugdringen van wachtlijsten in de jeugdzorg. Dit geld gaat vooral naar opvang en behandeling van jeugdigen met ernstige gedragsproblemen. De stadsregio is op dit moment bezig met de beoordeling van de offertes over de inzet van de extra middelen. Het dagelijks bestuur neemt op 21 december a.s. een definitief besluit over de voorstellen van de zorgaanbieders. > Crisisopvang Uit een inventarisatie van bureau jeugdzorg is gebleken dat op dit moment voor alle leeftijden extra plaatsen crisisopvang nodig zijn. Voor met name kinderen tot 6 jaar is behoefte aan extra crisispleeggezinnen. Deze gezinnen moeten ernstige problemen kunnen hanteren Èn de mogelijkheid bieden de kinderen wat langer te laten blijven. Verder is een oplossing nodig voor het gebrek aan opvangcapaciteit in de zomermaanden. In deze periode verloopt de doorstroming naar de reguliere zorg vaak moeizaam. Groepsbehandeling is veelal ëgeslotení en crisispleeggezinnen gaan met vakantie. > Jonge kinderen De jeugdzorg signaleert dat vooral voor jonge kinderen de problematiek de afgelopen jaren zwaarder is geworden. Dit wordt bevestigd door de toename van het aantal ondertoezichtstellingen, waarbij acute uithuisplaatsing noodzakelijk is. Voor deze leeftijdsgroep tot 6 jaar is residentiÎle zorg noodzakelijk, in combinatie met intensieve gezinsbehandeling. > Jeugdigen De uitbreiding van het aanbod zal zich ook moeten richten op jeugdigen vanaf 9 - 10 jaar. In deze leeftijdsgroep neemt het aantal ernstige gedragsproblemen verder toe. Voor deze groep is behoefte aan intensieve behandeling. Met name voor de jongeren vanaf 12 jaar is er een gebrek aan goede opvangmogelijkheden. Deze kinderen verblijven nu soms noodgedwongen in gesloten justitiële opvang. > Jongeren Verder is er behoefte aan doorstroming van jongeren na kamertraining. Doordat de doorstroming van jongeren na kamertraining stokt, ontstaan er wachtlijsten voor deze vorm van begeleid wonen. De jeugdzorg wil samen met woningbouwcorporaties en gemeenten extra kamers en de bijbehorende zorg voor de jongeren gaan realiseren. > Meldpunten kindermishandeling De stadsregio gaat ervan uit dat de wachtlijsten bij het meldpunt kindermishandeling medio volgend jaar zijn weggewerkt, vooropgesteld dat het aanmeldingen niet stijgt boven de prognose van 1.400 onderzoeken. > Vertrouwenspersonen In 2006 zullen alle instellingen voor jeugdzorg gebruik kunnen maken van 'multi-inzetbare' vertrouwenspersonen. En er wordt een begin gemaakt met certificering van de kwaliteit van het jeugdzorgaanbod. > Aanbevelingen Taskforce Verder zal de stadsregio volgend jaar veel prioriteit geven aan de uitvoering van de aanbevelingen die de Taskforce Jeugdzorg heeft gedaan voor verbetering van de efficiency en de effectiviteit van de jeugdzorg. Het gaat hier vooral om beleidsmatige en procedurele maatregelen die het aanbod van jeugdzorg beter stroomlijnen. Met de regiogemeenten zijn vaste afspraken gemaakt over de aansluiting van het lokaal jeugdbeleid op de jeugdzorg. De komende weken worden deze convenanten ondertekend. > Landelijke middelen Met het totale uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2006 is ruim € 79 miljoen gemoeid. Hierin is niet meegerekend het regionale aandeel uit het bedrag van € 40 miljoen, dat de rijksoverheid op Prinsjesdag beschikbaar heeft gesteld. Deze middelen zijn nog niet over het land verdeeld. <<
Meiden spreken over hun ervaringen met pleeggezinnen en begeleid wonen:
'Ik kan het verleden achter mij laten'
Quirine (18) en Farzaneh (17) verbleven na de scheidingen van hun ouders in diverse pleeggezinnen. Vanaf 16 jaar leerden ze in het Teenchallenge-huis in Vlaardingen op eigen benen staan. 'Ik wilde niet weg bij Teenchallenge, maar nu ik mijn eigen huis heb, wil ik niet meer terug,' zegt Quirine. 'De problemen begonnen toen ik acht jaar was', vertelt Farzaneh Jebelie Motlagh, 17 jaar oud. 'Na de scheiding van mijn ouders bleven mijn broer en ik bij mijn moeder wonen. Totdat mijn moeder werd opgepakt en kwam vast te zitten. 'De kinderen werden ondergebracht bij een instelling. Na een half jaar kwamen ze bij pleegouders, die ze 'opa en oma' noemden. Dit verblijf eindigde plotseling toen de moeder van Farzaneh weigerde in te stemmen met vakantie met het pleeggezin in het buitenland. Er volgde een plaatsing in een tweede pleeggezin. Toen ook de buitenlandse vakantieplannen van dit gezin werden tegengehouden, verbleven Farzaneh en haar broer korte tijd in een leefgroep in Hoek van Holland. Vervolgens kwamen ze in een (derde) pleeggezin. Hier hadden broer en zus het 1,5 jaar erg naar hun zin. > Rechtzaken Toen Farzaneh twaalf jaar was, kwam haar vader weer in beeld. Haar broer had het contact gelegd. 'Mijn vader vroeg of we weer bij hem wilden wonen, maar stelde als eis dat we beiden zouden komen, anders niet. Een onmogelijke situatie', volgens Farzaneh. Ze besloten naar hun vader te gaan. Het eerste jaar ging prima. Toen Farzaneh's vader de voogdij kreeg, ging het snel bergafwaarts: er was fysiek geweld en de kinderen mochten niet zelfstandig naar buiten. Nadat ze toch een keer zonder begeleiding buiten waren geweest, werden ze zwaar mishandeld. De kinderen vluchtten, met hulp van de stiefmoeder. De kinderen konden terecht in de crisisopvang, twee maal een periode van vijf maanden. Na een aantal rechtzaken werd de vader uiteindelijk de voogdij ontnomen. > Erg aanwezig Inmiddels was Farzaneh 16 jaar, oud genoeg om te starten bij Teenchallenge: op een vrijwel lege kamer, met kast en koelkast. Het begin viel haar zwaar. 'Ik wilde met niemand praten, sloot me op in mijn kamer. Ik had een leuke buurjongen die zei: kom er nou toch uit. Na verloop van tijd ging het steeds beter. Als ik thuis ben, ben ik altijd heel erg aanwezig.' > Koffertje De ouders van Quirine Vermeulen (18) scheidden toen ze 6 jaar was, waarbij het alcoholgebruik van haar vader een rol speelde. Haar moeder kreeg een nieuwe relatie en ging samenwonen. Een broertje en zusje werden geboren. Maar in de loop van tijd verslechterde de relatie tussen haar moeder en stiefvader. 'Mijn stiefvader beschouwde mij als het probleem. Hij had ook nooit een puber in huis meegemaakt', vertelt ze. Ze kreeg te maken met bedreigingen en fysiek geweld. Quirine, 12 jaar oud, vluchtte uiteindelijk met een koffertje naar kennissen, die ze had leren kennen op de manege waar de gezinnen hun paarden verzorgden. Quirineís moeder verliet kort hierna haar man en trok in bij oma. Omdat daar geen ruimte was voor Quirine, bleef zij in het pleeggezin. > Bovenaan Vanaf haar 13de kreeg ze te maken met pleegzorg, die de afspraken met het gezin reguleerde. Inmiddels had haar moeder een eigen woning. Quirine trok bij haar in. Dat ging goed, totdat de stiefvader weer op de proppen kwam. Quirine was hier zeer angstig en kwaad over. Een door haar moeder voorgesteld compromis Quirine zou drie dagen op een ander adres verblijven - vond ze niet aanvaardbaar. 'Mijn moeder had me eerder gezegd dat ik altijd bovenaan zou staan.' In overleg besloot Quirine terug te keren naar het pleeggezin. Daar is zij in totaal drie jaar gebleven. Er ontstonden spanningen toen het gezin met de eigen kinderen ëeen heftige periodeí doormaakte en het met Quirine 'ook niet zo lekker ging'. Quirine kreeg een aanbod om bij een ander gezin te gaan wonen. Dit nieuwe gezin had ze leren kennen via de kerk van het eerste pleeggezin. Maar na een tijd ontstonden ook hier spanningen over laat bezoek en niet op tijd thuiskomen. 'Ik was me hiervan niet bewust, want die klachten werden niet uitgesproken.' In een gesprek met pleegzorg werd het probleem haar duidelijk. Ze ging, 16 jaar oud, akkoord met de voorgestelde overstap naar Teenchallenge.
> Opluchting Stap voor stap leren tieners hier voor zichzelf te zorgen. Met vier meiden deelt Farzaneh een keuken en badkamer. Farzaneh: 'Je moet leren je weg te vinden. In het begin wordt heel erg naar je gekeken. Als het goed gaat, wordt dat minder. Dan krijg je het gevoel: ik huur hier gewoon een kamer. Maar als er wat is, kan ik terecht bij mijn mentor.' Quirine heeft tijdens haar verblijf bij Teenchallenge geen problemen' gehad, 'ook niet toen ik wegging. Ik voelde hierdoor opluchting. In mijn gesprekken met het RIAGG kwam naar voren dat ik elk afscheid verziekte met ruzie. Die ruzie was er nu niet, of ik heb het afscheid nemen geleerd. Quirine ziet haar ouders weer geregeld. Het alcoholprobleem van haar vader is onder controle. Ze is sinds kort van het Teenchallenge-huis verhuisd naar een eigen 3-kamerwoning. 'Ik wilde hier niet weg. Maar nu ik mijn eigen huis heb, wil ik niet meer terug.' Na haar VWO-diploma is ze dit jaar gestart met een lerarenopleiding Engels. > Verleden Farzaneh heeft nauwelijks contact met haar biologische ouders. Ze volgt een MBO-opleiding, facilitair management. Ze wil hotelmanager worden: 'Die opleiding kan niemand me afnemen. Met achttien jaar wil ze graag een eigen woning. 'Als ik hier weg ga, kan ik het verleden achter me laten. Sommige dingen kun je toch niet veranderen.' Terugkijkend, zegt Quirine: 'Jeugdzorg en pleegzorg zijn heel belangrijk, ook in mijn situatie. Wel vind ik het jammer dat soms werd iets beloofd, zoals het uitzoeken van een fietsvergoeding. Maar dan hoorde je niets, omdat de mensen geen tijd hadden. Ze kan hiervoor enig begrip opbrengen. 'Deze organisaties hebben heel veel kinderen en gezinnen onder hun hoede. Als iemand ziek wordt, moet hetzelfde aantal medewerkers nog veel meer kinderen helpen. Ik hoop wel dat dit in de toekomst beter zal gaan. Farzanah vindt dat zij naar verhouding weinig ondersteuning van haar voogd kreeg. Ik heb soms het gevoel gehad dat ik er alleen voor sta. Gelukkig kan ik nog steeds terugvallen op mijn laatste pleeggezin. > Grenzen aangeven De beide meiden hebben hun leven weer op orde en zijn hoopvol over de toekomst. Quirine: 'Ik heb vaak gezegd: ik ben een verschrikkelijke puber. Maar misschien heb ik te makkelijk mijn schuld toegegeven. Het leek daardoor vaak of alles alleen aan mij lag.' Farzanah zegt veel geleerd te hebben. 'Ik kan mijn grenzen aangeven, het is heel belangrijk om eerlijk te zijn. Mijn motto is: genieten.' <<
Foto: Quirine en Farzanah hebben beiden dankzij Teenchallenge hun eigen weg weer gevonden.
Feiten en cijfers jeugdzorg De begroting van de stadsregio voor jeugdzorg circa € 81 miljoen waarvan (in afgeronde bedragen): € 52 miljoen voor zorginstellingen, met een divers aanbod € € € €
26 miljoen residentiële zorg (exclusief huisvesting) 8 miljoen pleegzorg (exclusief huisvesting) 12 miljoen dagbehandeling 6 miljoen ambulante hulp
€ 25 miljoen voor bureau jeugdzorg € € € € € €
6 miljoen toegangsfunctie (indicatiestelling en casemanagement) 1 miljoen advies- en meldpunt kindermishandeling 15 miljoen jeugdbescherming en -reclassering 1 miljoen licht ambulante zorg 1 miljoen aansluittaken (deskundigheidsbevordering en advies aan zorginstellingen) 1 miljoen overheadkosten
Bureau jeugdzorg in cijfers aantal aanmeldingen bij bureau jeugdzorg 1e helft 2005 aantal indicatiestellingen (eerste indicatiebesluiten en herindicaties) aantal door de stadsregio gefinancierde plaatsen in 2005: residentieel: circa 500 pleegzorg: circa 720 dagbehandeling: circa 410 *voor ambulante hulp zijn geen cijfers te geven aantal jeugdigen dat onder toezicht is gesteld of onder (voorlopige) voogdij is geplaatst, 1e helft 2005: circa 2.400 aantal jeugdigen met een maatregel jeugdreclassering, 1e helft 2005: circa 700 aantal meldingen bij advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK), 1e helft 2005: circa 1.650
1.519 1.506
Vroege signalering bij 'Pak je Kans' Pak je Kans is een preventief hulpaanbod voor jeugdigen - meestal tussen 9 en 14 jaar - en hun gezinnen, waarin de politie en de ambulante jeugdhulpverlening intensief samenwerken. Het doel is te voorkomen dat jeugdigen die zorgwekkend gedrag vertonen, afglijden tot crimineel gedrag. Het project maakt onderdeel uit van de sluitende aanpak van de stadsregionale jeugdzorg. In diverse Rotterdamse wijken wordt Pak je kans met succes toegepast. 's Avonds laat komt een tip binnen bij de politie: twee 'ventjes' zijn gesignaleerd, spelend op een ponton aan de Maashaven. De politie vindt de jongetjes en brengt ze thuis. Daar aangekomen, blijkt dat de ouders geen idee hebben wat hun kinderen, 9 en 11 jaar oud, in de avonduren uitvoeren. Ook lijken ze zich er weinig druk om te maken. Vervolgens blijkt na contact met de school, dat er sprake is van verzuimgedrag. Ook de buurtagent laat weten dat er klachten zijn over het gedrag van de jongetjes. Deze signalen vormen voldoende reden voor de politie om 'Pak je Kans' in te schakelen. Dit is een voorval uit de praktijk van Dick Rook, coördinator jeugdbeleid bij de politie in het district Feijenoord-Ridderster. Rook is nauw betrokken bij het project, dat in 1998 in de stadswijk Feijenoord startte. Inmiddels zijn ook Pak je kans medewerkers aan de slag in de politiedistricten Noord, de Eilanden en Waterweg-Noord. Bedoeling is dat het project wordt uitgebreid naar andere politiedistricten. > Opvoedkundige problemen Rook: Kenmerken in de aanpak zijn het vroegtijdig herkennen van signalen of 'zorgen' en daarnaast het 'outreachende karakter van het aanbod: de hulpverlener staat meteen op de stoep.' Binnen 48 uur na de aanmelding komt een maatschappelijke werkende van bureau jeugdzorg bij het gezin thuis. Deze hulpverlener laat zich niet zomaar wegsturen. Desnoods wordt de duim vastgehouden op de deurbel, vertelt Rook. Je geeft niet zo maar op, zegt ook Annette van Hofwegen, medewerker van Pak je kans. 'Reageert het gezin afwijzend, dan volgen bijvoorbeeld onaangekondigde bezoeken met de wijkagent aan huis.' In een gesprek met het gezin wordt nagegaan wat de achterliggende, vaak opvoedkundige problemen zijn. Direct volgt een aanbod voor hulpverlening. Zonder wachtlijsten, wat volgens Rook essentieel is. Annette van Hofwegen: Het heeft een meerwaarde als je namens de politie contact opneemt. Anders kom je vaak niet eens binnen. Voor sommige knaapjes heeft het een afschrikwekkende werking als ze op het politiebureau moeten komen voor een gesprek. 'We houden je in de gaten', is dan al vaak voldoende. > Maximaal 3 maanden De praktijk leert dat vroegtijdig ingrijpen kan voorkomen dat deze risicojongeren afglijden tot crimineel gedrag. Een voordeel is dat ook meteen alle kinderen in het gezin worden 'meegenomen', want vaak vertonen broertjes of zusjes ook probleemgedrag. 'Keer op keer blijkt dat in deze gezinnen er ter weinig toezicht is', zegt Rook. De hulp van Pak je Kans duurt maximaal drie maanden, waarna de jongeren worden doorverwezen naar de reguliere jeugdzorg. Jaarlijks gaan zo'n 100 jongeren c.q. gezinnen in RotterdamFeijenoord het traject in met Pak je Kans. De Pak je kans-medewerkers coördineren hun werk vanuit het politiebureau. De communicatie verloopt goed. Politiecollega's lopen gemakkelijk binnen met vragen over de jeugdzorg. Van Hofwegen: We hebben liever dat een politiemedewerker tien keer verschillende jongeren aanmeldt en er blijkt niet veel aan de hand te zijn. Dan één keer niet en achteraf blijkt dat de jongeren serieuze problemen blijken te hebben.' Behalve met de buurtagenten, overleggen de Pak je Kans-medewerkers ook intensief met de voorpostfunctionaris. Bij gecompliceerde problematiek gaan de voorpost- en Pak je kans medewerker soms samen af op een gezin. > 12-minners Pak je kans is voor jeugdigen, die nog geen strafbaar feit hebben gepleegd. Maar het aanbod wordt ook ingezet bij andere groepen: jongeren, die al eerder in aanraking zijn gekomen met politie en via bureau Halt worden terugverwezen, bijvoorbeeld omdat er dringende psychosociale problematiek is of het vermoeden van een psychische stoornis. Ook 12-minners, die al wel in aanraking zijn gekomen met de politie, maar niet justitieel zijn vervolgd, komen bij de maatschappelijk werkenden van Pak je Kans terecht. Cijfers zijn niet te geven, maar de praktijk laat zien, dat er een preventieve werking vanuit gaat. Het is anders 'bijna zeker' dat de jeugdigen afglijden, meent politieman Rook. 'Ook van de gezinnen komen positieve reacties, vooral vanwege het 'outreachende' karakter.'
Vanuit zijn functie als voorzitter van het Justitieel Casus overleg, onderhoudt Dick Rook contact met de DOSAregisseur (Deelgemeente Organisatie Sluitende Aanpak), de voorpostfunctionaris van bureau jeugdzorg en de leerplichtambtenaar. 'We kijken samen welke stappen nodig zijn.' Rook vindt de nauwe samenwerking tussen de instanties een groot voordeel. 'Dubbellingen in het aanbod komen niet meer voor. Het levert snel en deskundig maatwerk op voor een gezin.' <<
Het Regiojournaal is een tweewekelijkse digitale nieuwsbrief van de stadsregio Rotterdam. Via deze nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden van de besluiten van het dagelijks bestuur en actuele ontwikkelingen.
Vragen naar aanleiding van dit Regiojournaal
verzenden
Colofon Nieuwsbrief van de stadsregio Rotterdam Uitgave Bureau Communicatie Bent u geïnteresseerd om het regiojournaal te ontvangen klik dan hier Stadsregio Rotterdam, Meent 106, Minervahuis 1, Postbus 21051, 3001 AB Rotterdam Telefoon 010 - 417 23 89 > Fax 010 - 404 73 47 Mail
[email protected] > Internet www.stadsregio.info 19 december 2005