Jeugd in Gelderland Over jeugdbeleid en jeugdzorg
Kijk mee in het CJG! Week van de Jeugdzorg 2009 Evaluatie Wet op de jeugdzorg
December 00
4
Evaluatie Wet op de jeugdzorg: De stand van zaken Minister Rouvoet bereidt een brede evaluatie van de jeugdzorg voor. Begin 2010 wil de minister een nieuwe visie en een plan van aanpak voor de jeugdzorg aan de Tweede Kamer voorleggen. Hans Esmeijer: “Over de aansluiting van het preventieve jeugdbeleid op de jeugdzorg hebben we nu met alle Gelderse gemeenten concrete afspraken gemaakt.”
7
Week van de Jeugdzorg 2009 Een overzicht van de Week van de Jeugdzorg, een week die bol stond van de activiteiten, zoals een stage van burgemeester Zielhuis van Oldebroek bij BJzG, de conferentie ‘Pak ‘t samen op!’ in Ulft en de Jeugdzorg Award 2009.
10
Wachtlijst: “De kleine dingen die het verschil maken” Op het eerste oog lijkt de wachtlijstproblematiek vooral een probleem waar veel jongeren de dupe van worden. Echter, ook ouders ervaren problemen. Een ouder aan het woord: Arabella Purbaya. Moeder van Tristan en Sacha. Zij is “ervaringsdeskundige tegen wil en dank”.
16
Partners in het werk Bas van Barneveld en Dorien van Brussel. Samen met de jeugdreclassering bepreken zij jongeren die recent zijn ingestroomd in JPC De Sprengen.
En verder Nazorg na jeugdzorg: Wat moet er beter? Symposium Straathoekwerk Nunspeet Coördinatie van Zorg Noord-Veluwe
Jeugd in Gelderland • december 2009
Inhoud
CJG-bericht: Nieuws over het CJG uit de Gelderse gemeenten
Kijk mee in het CJG! Tekst: Janina Sybesma, Elise Roelofse
In 2011 staat er in iedere Nederlandse gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin, een CJG. Ouders, kinderen, jongeren en professionals kunnen hier terecht met vragen over opvoeden en opgroeien. De Gelderse gemeenten zijn volop aan de slag met de ontwikkeling van hun CJG. Spectrum volgt deze ontwikkelingen op de voet met een serie ‘CJG-berichten’. In de CJG-berichten komt de stand van zaken van de Gelderse CJG’s aan bod, geïllustreerd aan de hand van concrete, aansprekende voorbeelden. Verschillende onderwerpen, zoals regionale samenwerking, de bereikbaarheid van een CJG in een gemeente met veel kleine kernen, het CJG voor jongeren en het frontoffice met ondersteuningsprogramma’s voor ouders, passeren de revue. In dit artikel een tipje van de sluier uit het eerste CJG-bericht: Kijk mee in het CJG! Jongeren bereiken Winterswijk heeft de informatie van Jongin, het virtuele CJG voor jongeren, ondergebracht bij de lokale jongerensite www.wenters.com. Beleidsmedewerker Henk Kappert: “Waarom zou je helemaal opnieuw beginnen, terwijl je al een goed lopende jongerensite in je gemeente hebt?” De site is in 2002 opgericht door een stel vrienden om de lokale uitgaansagenda bij te houden en foto’s van evenementen te plaatsen.
Al snel was de website een groot succes. Later werd de jongerensite uitgebreid met onder andere nieuwsberichten. Nu trekt de site maandelijks 30.000 bezoekers. Henk Kappert vertelt trots dat de jongens dat allemaal zelf voor elkaar hebben gekregen: “Ze hebben altijd alles zelf gefinancierd door sponsors te werven.” Toen de gemeente Winterswijk in 2009 nadacht over de implementatie van Jongin, dacht zij al snel aan een samenwerking met wenters.com. Kevin van Savoijen, sinds 2006 site-medewerker, geeft aan dat ze deze samenwerking graag aangingen omdat zij de serieuzere informatie niet konden bieden. Henk Kappert: “De jongeren komen nu actief naar de website toe en als je op die site dan ook inhoudelijke informatie kan geven, dan is dat ideaal.” Triple P verbindt Elke gemeente is vrij te bepalen welke ondersteuningsprogramma’s zij aanbiedt in het CJG. De gemeente Renkum heeft gekozen voor Triple P, het Positief Pedagogische Programma. “Ouders positief benaderen en één taal spreken”, zegt Rina Moorman, beleidsmedewerker bij de gemeente Renkum, “dat is wat we willen in het CJG. Als we kunnen bereiken dat alle professionals volgens dezelfde methodiek gaan werken, zullen zij eenzelfde taal gaan gebruiken. Het zal de relatie met de ouders, opvoeders en kinderen ten goede komen én het zal ook de onderlinge samenwerking versterken.”
De gemeente Renkum verwacht dat dit programma het CJG een gezicht kan geven en daarmee herkenbaarheid en bekendheid. Er is een lokale coördinator/ ambassadeur aangesteld, die met het implementatieplan aan de slag gaat. Hiermee is de gemeente Renkum de eerste gemeente in Gelderland die Triple P implementeert. Ook in de regio Noord-Veluwe ligt een implementatieplan klaar. In de regio West-Veluwe oriënteren gemeenten en instellingen zich op dit veelbelovende programma. Meer informatie www.spectrum-gelderland.nl/publicaties (publicatie downloaden) www.cjggelderland.nl www.triplep-nederland.nl
Jeugd in Gelderland • december 2009
3
Minister Rouvoet van het ministerie voor Jeugd en Gezin bereidt een brede evaluatie van de jeugdzorg voor. Daartoe heeft hij opdracht gegeven de Wet op de jeugdzorg te evalueren en wint hij advies in over verschillende onderdelen. Begin 2010 wil de minister een nieuwe visie en een plan van aanpak voor de jeugdzorg aan de Tweede Kamer voorleggen.
Evaluatie Wet op de jeugdzorg:
De stand van zaken Tekst: Hemmo Sander
4
Jeugd in Gelderland • december 2009
Hans Esmeijer: “We moeten ons uiterste best doen om het recht op jeugdzorg handen en voeten te geven.”
De Tweede Kamer zal door het instellen van een parlementaire werkgroep zelf ook een bijdrage leveren aan de evaluatie om het beleid gericht op de probleemjeugd te onderzoeken. Uitkomsten evaluatie In het evaluatieonderzoek van de Wet op de jeugdzorg (WJZ) wordt gekeken of de doelen die in de wet staan ook zijn gerealiseerd. In het rapport wordt geconcludeerd dat de invoering van de WJZ ertoe heeft bijgedragen dat jeugdigen en hun gezin de zorg krijgen waar zij recht op hebben. De vraag van de cliënt is centraler komen te staan en zijn positie is versterkt. Toch moeten er nog veel verbeteringen worden doorgevoerd om de beoogde integrale aanpak en indicatiestelling voor de toegang tot de provinciale jeugdzorg, de Jeugd Geestelijke GezondheidsZorg (Jeugd GGZ) en de Jeugd Licht Verstandelijk Gehandicaptenzorg, te realiseren. De integrale aanpak van de geïndiceerde jeugdzorg komt nauwelijks van de grond doordat de integrale toegang niet is gerealiseerd. Ook de gescheiden financiering van het aanbod levert veel knelpunten op. Verder is geconstateerd dat het recht op jeugdzorg door de wachtlijstproblematiek en het ontbreken van de integratie bij de toegang en zorguitvoering onvoldoende wordt gerealiseerd. Moet het recht op jeugdzorg worden gehandhaafd? Moet de wijze van indicatiestelling en het naast elkaar bestaan van verschillende financieringsstromen worden herzien? Er wordt al gepleit om nadrukkelijker te zoeken naar oplossingen binnen het gezin/netwerk van de cliënt. In de wet zouden randvoorwaarden moeten worden opgenomen, zodat professionals tot verbeteringen kunnen komen. Andere evaluatiebronnen Minister Rouvoet kan uit nog 28 rapporten putten voor zijn nieuwe visie- en planvorming voor de jeugdzorg. Zo geeft de Sociaal Economische Raad advies over de participatie van jongeren met ontwikkelings- of gedragsstoornissen. De raad wil één loket voor probleemjongeren. Bureau Jeugdzorg, de Jeugd GGZ, het speciaal onderwijs, jeugdbescherming en justitie werken vaak langs elkaar heen. De jeugdinstanties moeten gezamenlijk een indicatie opstellen en één hulpverlener moet de zorg coördineren.
meer zorg bieden om uitval tegen te gaan. Recent is hiervoor door de regering 60 miljoen euro beschikbaar gesteld aan gemeenten. Het versterken van sociale netwerken rondom gezinnen, zodat jeugdzorg wordt ontlast, wordt bepleit door de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) en de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ). Gezinnen zijn meer op zichzelf aangewezen en de sociale kring (familie, buren en vrienden) is op afstand komen te
Reactie Hans Esmeijer De Gelderse gedeputeerde voor Jeugd en Gezin, Hans Esmeijer, stelt in een eerste reactie dat hij niet ontevreden is over de evaluatie. Uit het onderzoek komt naar voren dat jongeren, hun ouders en gezinnen, de zorg krijgen waar ze recht op hebben. Vooral de zorg waar de provincie verantwoordelijk voor is, is redelijk tot goed georganiseerd. Als het geld echter uit verschillende bronnen komt, dan komt de samenwerking die zo noodzakelijk is voor een integrale aanpak maar lastig van de grond. Hans Esmeijer is absoluut tegen het tornen aan het wettelijke recht op jeugdzorg: “Het kan niet zo zijn dat dit op de helling wordt gezet omdat de realisering ervan lastig is. We moeten ons uiterste best doen dat recht juist handen en voeten te geven. Daar komt bij dat het recht op jeugdzorg ook verankerd is in internationale afspraken.” Gelders beleid Het pleidooi om meer jeugdzorg direct in de gezinssituatie te brengen en om de preventie te versterken, ziet Esmeijer als een ondersteuning van het Gelderse beleid: “Wij hebben de afgelopen jaren miljoenen geïnvesteerd in het zelfoplossend vermogen van gezinnen en sociale netwerken, zoals HomeStart en Triple-P, waarbij jonge gezinnen thuis intensief worden ondersteund. Over de aansluiting van het preventieve jeugdbeleid op de jeugdzorg hebben we nu met alle Gelderse gemeenten concrete afspraken gemaakt.” Zie ook het interview met Hans Esmeijer in het oktober-nummer van ‘Jeugd in Gelderland’.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid adviseert ‘plusscholen’ in het vmbo en mbo die leerlingen
Jeugd in Gelderland • december 2009
Hans Esmeijer: “Over de aansluiting van het preventieve jeugdbeleid op de jeugdzorg hebben we nu met alle Gelderse gemeenten concrete afspraken gemaakt.”
staan. De overheid kan dus ook de jeugdzorg ontlasten door deze netwerken te versterken. De Maatschappelijke Ondernemers Groep Jeugdzorg stelt dat de jeugdzorg als één geheel moet worden aangeboden door organisaties uit de provinciale jeugdzorg, de Jeugd GGZ en de Jeugd Licht Verstandelijk Gehandicaptenzorg. De indicatiestelling door Bureau Jeugdzorg moet worden vereenvoudigd en het geld voor de jeugdzorg en de CJG’s moet voortaan uit één koker komen. Bureau Jeugdzorg dient zich alleen nog te richten op kinderen met ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. Voor kinderen met minder zware problemen is Bureau Jeugdzorg niet nodig; zij worden rechtstreeks doorverwezen naar het integrale jeugdzorgaanbod. Er wordt geen uitspraak gedaan over de bestuurslaag waar de jeugdzorg ondergebracht moet worden.
de jeugdzorg. Door het optimaliseren van de werkwijze (met meer ruimte voor hulpverleners om te handelen en problemen aan te pakken) en een snellere inzet van deskundigheid en gespecialiseerde zorg door het vervangen van tijdrovende en kostbare indicatietrajecten. Het VNG-bestuur zal nog dit jaar haar standpunt bekend maken over dit adviesrapport. Het InterProvinciaal Overleg is met de minister in gesprek over de financiering van de jeugdzorg voor de komende jaren, mogelijke verbeteringen en het aanpakken van de wachtlijsten. Zodra minister Rouvoet zijn beleid en nieuwe visie voor de jeugdzorg aan de Tweede Kamer voorlegt, zal het InterProvinciaal Overleg haar standpunt daarover bekend maken.
Meer informatie In een adviesrapport van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt geconcludeerd dat ‘eerder zien, sneller handelen en muren slechten’ noodzakelijk is in
In 2010 volgt een artikel over de visie en plannen van minister Rouvoet voor een nieuwe manier van organiseren/werken, om jeugdigen en hun gezinnen de zorg te geven die zij nodig hebben.
Bronnen Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Rapport ‘Vertrouwen in de school’ (2009) Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, Rapport ‘Investeren rondom kinderen’ (2009) Maatschappelijke Ondernemers Groep Jeugdzorg. Visiedocument ‘Naar Integrale Jeugdzorg’ (2009) Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Rapport ‘Van Klein naar Groot’ (2009)
6
Jeugd in Gelderland • december 2009
Week van de jeugdzorg 2009 gezinnen en belooft de auteur en titel te zullen mailen. Jeugdbeschermer Frans van Pijkeren vraagt zijn collega’s mee te denken over een meisje dat hij onder zijn hoede heeft. Met haar ouders, die zijn gescheiden toen ze twee was, is er niet of nauwelijks contact. Zij woont al jaren bij haar grootouders, die op leeftijd raken en zich steeds minder opgewassen voelen tegen de opvoedingstaken die een puberende kleindochter met een hechtingsstoornis met zich meebrengt. “Het gaat je aan het hart als je hoort hoe weinig dit meisje heeft meegekregen”, reageert burgemeester Zielhuis op het verhaal. De collega’s denken met elkaar na over manieren om de grootouders te ontlasten; naschoolse behandeling
Burgemeester loopt stage bij Bureau Jeugdzorg Gelderland Tekst: Joke van der Schaaf
Tijdens de Week van de Jeugdzorg 2009 hebben tien politici stage gelopen bij Bureau Jeugdzorg Gelderland. Vier wethouders, een burgemeester, drie leden van Provinciale Staten, een Tweede Kamerlid en een beleidsmedewerker van het ministerie van Jeugd & Gezin namen een kijkje in de keuken van de Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming, de Jeugdreclassering, het Advies& Meldpunt Kindermishandeling en de Spoedeisende Zorg. De Week van de Jeugdzorg werd gehouden van 14 tot en met 21 november 2009. Op maandag 16 november kwam 6 Burgemeester Zielhuis van Oldebroek naar het regiokantoor van Bureau Jeugdzorg Gelderland (BJzG) in Harderwijk voor zijn stage. Behoudende cultuur Teamleider Liesbeth van Renssen heet de burgemeester welkom in de kleinste van de zeven regio’s van BJzG. “We hebben hier twee grote teams met jeugdhulpverleners,
jeugdbeschermers en gedragsdeskundigen. Vijf jaar geleden hadden we drie jeugdbeschermers in de regio Noordwest-Veluwe, inmiddels zijn het er twaalf. Het aantal jeugdbeschermingscliënten, kinderen die gedwongen hulp krijgen, is in Harderwijk en omstreken 230.” “Zijn er specifieke problemen die kenmerkend zijn voor deze regio?” wil burgemeester Zielhuis weten. “We hebben hier natuurlijk minder grotestadsproblematiek, maar wel een meer behoudende cultuur”, aldus Liesbeth van Renssen. “Het duurt lang voor mensen hulp komen zoeken en het geloof speelt ook mee. Bureau Jeugdzorg is een algemene instelling, maar de mensen die hier werken vormen een goede afspiegeling van de bevolking. We hebben zowel gelovige als niet-gelovige medewerkers.” ‘Het gaat je aan het hart’ Vervolgens woont de burgemeester een casusbespreking bij waarbij jeugdhulpverleners en jeugdbeschermers elkaar collegiale ondersteuning bieden in lastige zaken en met elkaar informatie uitwisselen. Iemand vraagt een boekentip over stiefmoederschap. Een collega heeft net een boek gelezen over samengestelde
“Ik denk dat we meer vertrouwen moeten hebben in de werkers in het veld. We leven tegenwoordig te veel in een verantwoordingscultuur.” en logeerweekenden passeren de revue. “Je zou moeten kunnen kiezen wat goed is voor dit meisje en niet belemmerd worden door je af te moeten vragen; waar is plaats?”, verzucht een collega van Frans van Pijkeren. Verantwoordingscultuur Om half vier gaat de burgemeester mee naar een gesprek tussen een jeugdbeschermer en een cliënt, uiteraard met toestemming van deze laatste. Als hij aan het eind van de middag met een hoofd vol indrukken terugkeert naar het gemeentehuis, stelt de burgemeester: “Ik denk dat we meer vertrouwen moeten hebben in de werkers in het veld. We leven tegenwoordig te veel in een verantwoordingscultuur.” Jeugd in Gelderland • december 2009
Week van de jeugdzorg 2009
Pak ’t samen op! Tekst: Esta Hellendoorn
Tijdens de Week van de Jeugdzorg kwamen, onder het motto ‘Pak ’t samen op!’, ruim 150 medewerkers uit de jeugdzorg, bestuurders en ambtenaren bij elkaar om te werken aan betere samenwerking. De werkconferentie, die plaatsvond op 19 november in de Drufabriek in Ulft, werd geopend door dagvoorzitter Aldith Hunkar. Zij trapte af met een verwijzing naar de fabriek, waar vroeger hard werd gewerkt aan de bekende oranje gietijzeren pannen. Een goede omgeving om met het thema ‘Pak ‘t samen op!’ aan de slag te gaan. Het doel was om te komen tot verbindingen, resultaten, voortgang en vooral: concrete afspraken. Een open attitude Gedeputeerde Hans Esmeijer stak de aanwezigen een hart onder de riem door toe te lichten dat het gebrek aan afstemming niet een exclusief kenmerk van de jeugdzorg is, maar dit ook volop voorkomt in andere sectoren. Hij riep de deelnemers op om een open attitude aan te nemen en open te staan voor samenwerking. Vervolgens sprak Dolf van Veen, ambassadeur ‘Samenwerken voor de jeugd’. Hij bracht de ‘beheerscultuur’ naar voren, die de jeugdzorg steeds meer in een ijzeren greep houdt en teveel gericht is op het uitsluiten van risico’s. Ook hij ziet de noodzaak van open attitudes en een cultuurverandering. Aan tafel! Na deze inspirerende woorden gingen de deelnemers aan de slag in verschillende werktafels. Thema’s als de over-
gang van jeugdzorg naar volwassenenzorg, de verbinding Veiligheidshuis en Centrum voor Jeugd en Gezin, de Verwijsindex en aanpak kindermishandeling kwamen aan de orde. De werktafels waren verdeeld in twee rondes. In de eerste ronde mochten de deelnemers spuien over problemen en knelpunten waar ze in de praktijk tegenaan lopen. In de tweede ronde werd gezocht naar oplossingen voor deze problemen. Aan de gespreksleiders van de werktafels de taak om tot zo concreet mogelijke afspraken te komen. Resultaten Aan het eind van de dag werden de gespreksleiders flink aan de tand gevoeld. Aldith Hunkar sprak de resultaten met hen door op het podium. Er werden concrete afspraken gemaakt, met tijdstip en naam van degene die de kar gaat trekken. Maar voor sommige werktafels is het nog niet zo ver. Er komt een vervolgtraject, waar ook gedeputeerde Esmeijer volledig achter staat. Hoe dat traject eruit ziet, kan per werktafel verschillen. Meer informatie www.pakhetsamenop.nl (informatie over de conferentie, werktafels, resultaten en vervolgtraject)
Jeugdzorg Award 2009 Tijdens de week van de Jeugdzorg werd ook de Jeugdzorg Award 2009 uitgereikt. Dit jaar had de jury de eer twee prijzen toe te kennen: één aan een professional en één aan een vrijwilliger in de jeugdzorg. Een prijs waarbij het gaat om inzet, het bouwen aan relaties en vertrouwen. Op woensdagmiddag 17 november werden in de Luxor in Arnhem de prijzen uitgereikt. De jury ontving in totaal 70 aanmeldingen over 45 personen. 8
Jeugd in Gelderland • december 2009
Professionals In de categorie Professionals won David Gerritsen, straathoekwerker bij Pactum Rijnside, de Award. Hij legt contact met moeilijke groepen jongeren (12 - 25 jaar) in Arnhem-zuid die te maken hebben met diverse problemen. Een jongere vooraf over de winnaar: “Hij heeft mij geholpen met school, werk en juridische problemen, ook ’s avonds en soms ’s nachts. Wij willen heel graag dat David wint, want dat is de enige manier om hem te bedanken voor alles wat hij voor ons heeft gedaan.”
Mede dankzij David is er een jeugdcentrum gekomen, in samenwerking met politie, jongeren en wethouders. Vrijwilligers In de categorie Vrijwilligers ging de Award naar Anja van Espelo (Ermelo). Zij zet zich met tomeloze energie in om vooroordelen tussen ouderen en jongeren over elkaar op creatieve wijze aan de kaak te stellen. Haar inzet op dit vlak heeft geleid tot een fysiek eindproduct; namelijk de film Freak, over het contact tussen generaties.
Professional: Bas Burgel Functie: Gezinsvoogd Waar: Bureau Jeugdzorg Gelderland, regiokantoor Ede Jouw werk? Ik werk ruim drie jaar als gezinsvoogd bij BJzG voor het regiokantoor in Ede. Als gezinsvoogd geef ik uitvoering aan twee juridische maatregelen. In de meeste gevallen is dat een OnderToezichtStelling (OTS) en in sommige gevallen een voogdijmaatregel. In beide gevallen geldt dat Bureau Jeugdzorg een verantwoordelijkheid heeft gekregen voor het welzijn van het kind waarvoor de kinderrechter de maatregel heeft uitgesproken. Dagelijks zet ik me samen met mijn collega’s in om er voor te zorgen dat de kinderen in ons cliëntenbestand zich in de best mogelijke omstandigheden kunnen ontwikkelen. Dat is de opdracht die wij van de kinderrechter hebben gekregen. Om dat te bereiken heb ik verschillende middelen tot mijn beschikking, variërend van de mogelijkheid om instanties in te schakelen voor hulp door het opstellen van een indicatiebesluit, tot het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld om een kind uit huis te kunnen plaatsen als het echt niet langer gaat.
aan een instelling, een gesprek op school of bijvoorbeeld een zitting bij de rechtbank. En soms ga ik iets leuks doen met één van de kinderen. Eten bij McDonald’s is meestal favoriet. Het feit dat geen dag hetzelfde is, maakt het werk dynamisch en uitdagend. Jouw energizer? Het is voor mij moeilijk te benoemen wat ik het leukste aspect vind aan het werk. Het geeft mij veel voldoening om de belangen te behartigen van één van de meest kwetsbare groepen in Nederland; kinderen die kampen met vaak heel ernstige problemen. Hoewel het werk vaak uitermate moeilijk is door de werkomstandigheden, door met name de hoge case load, de weerstand bij cliënten en
bijvoorbeeld de negatieve beeldvorming in de media, heb ik vaak het idee een wezenlijk verschil te kunnen maken in de levens van de kinderen. Ik kan het werk verenigen met mijn eigen idealen en werk samen met collega’s die net als ik veel passie hebben voor hun werk en het welzijn van hun cliënten. Het werk inspireert mij en dat zorgt ervoor dat ik alle uitdagingen aankan die het werk met zich meebrengt!
Jouw werkdag? Als gezinsvoogd sta je in contact met belangrijke mensen en instanties om een kind heen. Je krijgt een gewichtige stem in alle denkbare vormen van overleg. En de functie brengt met zich mee dat bijna alles gerapporteerd moet worden. In mijn werk is geen dag hetzelfde. Het komt vaak voor dat ik een groot deel van de dag doorbreng op kantoor met vergaderen en het schrijven van rapportages. Maar bijna iedere dag heb ik wel een afspraak buiten de deur. Dat kan een huisbezoek zijn, een bezoek
De professional
Jeugd in Gelderland • december 2009
Wachtlijst: “De kleine dingen die het verschil maken” Tekst: Judith Bos
Op het eerste oog lijkt de wachtlijstproblematiek in de jeugdzorg vooral een probleem waar veel jongeren de dupe van worden. Echter, ook ouders ervaren problemen. Een ouder aan het woord: Arabella Purbaya. Moeder van Tristan en Sacha, 10 en 3 jaar oud. Zij is “ervaringsdeskundige tegen wil en dank”, zoals ze zelf aangeeft.
“Het is me nogal een verhaal”, waarschuwt Arabella (36 jaar). Tien jaar geleden werd ze moeder van Tristan, maar de relatie met zijn vader loopt stuk. Kort daarna leert ze een man kennen met vier kinderen. Ze trouwen. In die tijd worden zijn kinderen uit huis geplaatst. Ze doen er alles aan om ze terug te krijgen. Uiteindelijk komen twee kinderen weer thuis wonen. “Het is geen sprookjeshuwelijk”, vertelt Arabella. Intussen was de relatie letterlijk ongezond geworden. Het had zijn weerslag op de kinderen: “Toen Tristan vijf jaar was, zag ik dat er iets mis was.”
10
In 2005 is de maat vol. Arabella verlaat met Tristan het gezin en vraagt een scheiding aan. Ze maakt zich zorgen om haar zoon en belt naar Bureau Jeugdzorg. Zo komt ze in contact met Pactum. Het lijkt een poosje goed te gaan. Kort na de scheiding ontdekt Arabella dat ze zwanger is. Bijna verontschuldigend zegt ze: “Na de geboorte van Sacha kregen mijn ex en ik in 2007 weer een relatie.” Ze trouwen opnieuw. Buiten de boot Na verloop van tijd gaat het weer mis. Er vallen klappen tussen haar man en zijn oudste zoon. In januari 2007 komt Groot Batelaar in beeld. Er volgt een voorstel; ‘één aanpak voor het hele gezin’. De hulp van Pactum wordt afgeraden omdat het gezin anders met teveel hulpverleners te maken krijgt. Groot Batelaar richt zich echter op kinderen vanaf 12 jaar en Tristan valt hiermee buiten de boot. De afspraak is dat Groot Batelaar Tristan aanmeldt bij Karakter. Na drie maanden heeft Arabella nog niets gehoord en belt ze. Het dossier is per ongeluk ‘blijven liggen’. Eenmaal aangemeld bij Karakter, krijgt Arabella bericht dat Tristan daar aan het verkeerde
Wachtlijsten in
Jeugd in Gelderland • december 2009
Arabella Purbaya
Empathie Wat kan er nu verbeterd worden? Arabella snapt dat er niet à la minute hulp klaar kan staan. “Maar de meeste ouders trekken pas aan de bel als ze al van alles hebben geprobeerd en het écht mis dreigt te gaan. Dan is alles welkom, al is het maar een gesprek om van je af te kunnen praten. Het zijn de kleine dingen die het verschil maken.” Verder vindt Arabella dat hulpverleners meer moeten communiceren. “Kijk, ik ben mondig genoeg. Dus ik ga er gewoon achteraan, als ik niks hoor. Er zijn genoeg moeders die simpelweg afhaken hoor! Eigenlijk zou je altijd even bericht moeten krijgen: we zijn je niet vergeten, we zijn ermee bezig. Dan is wachten veel minder erg.” Ook de manier van communiceren kan beter. “De meeste hulpverleners hebben een air van ‘wij zullen u wel even zeggen wat u moet doen’. Empathie ontbreekt. Het zou zoveel schelen als er in ieder geval begrip is voor boosheid en verdriet bij ouders. En begrip voor het feit dat je naast alle ellende die je hebt meegemaakt, iedere dag weer door moet komen, met werken, kinderen opvoeden, huishouden. Dan heb je ’s avonds even helemaal geen puf om bijvoorbeeld je belastingaangifte te doen.”
Oudernetwerk Jeugdzorg Arabella wil haar ervaringen niet “Het zou zoveel schelen als er in verloren laten gaan. Daarom is ze samen met vijf andere ouders en ieder geval begrip is voor boosheid Zorgbelang bezig met het oprichten en verdriet bij ouders.” van een ‘Oudernetwerk Jeugdzorg’ in Gelderland. Het oudernetwerk moet een luisterend oor bieden voor ouders met kinderen in de jeugdzorg. Zo adres is. Tristan moet bij de Gelderse Roos zijn. “Maar die worden in de hele provincie bijeenkomsten georganiseerd verwees weer terug naar Karakter!” Uiteindelijk hebben om ervaringen te delen en tips van elkaar te krijgen. Het is ze in de zomer van 2008 een gesprek bij de Gelderse Roos. verder de bedoeling dat het Oudernetwerk een telefoniMaar het klikt niet echt. sche helpdesk opzet en een ‘maatjesproject’ ontwikkeld. “Bij het maatjesproject moet je denken aan iemand die je Zo kan het dus ook Het gaat nog niet echt helpt met heel praktische dingen, zoals het invullen van beter met Tristan. Arabella’s man beschuldigt haar van formulieren of die je naar een instelling ver weg brengt als een foute opvoeding. Zijn geweld keert zich steeds vaker je zelf geen auto hebt”, legt Arabella uit. Zelf treedt ze nu ook tegen haar. Na een incident waarbij de politie tussenal op als mediator voor gezinnen die met jeugdzorg te mabeide moet komen, zoekt Arabella met Tristan en Sacha ken hebben: “Ik weet hoe het is en hoe het voelt. Ik ga mee in november een onderkomen bij Hera Vrouwenopvang. naar gesprekken bij bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg. Ik ben Naar aanleiding van het incident wordt het AMK ingeschaals het ware een spreekbuis van het gezin naar de hulpverkeld: “Ze vonden me ongeschikt als moeder. Ik voelde de lening en vice versa. Ik merk dat het wordt gewaardeerd; druk; ze wilden Tristan en Sacha bij me weg halen. Ik heb niet alleen door de gezinnen, maar ook door de hulpverlegesmeekt om een kans, om te laten zien dat ik een goede ners.” moeder kan zijn.” Die kans krijgt ze. Ze gaat weg bij haar man, dit keer definitief. Ze wordt bij Lindenhout aangemeld voor Parent Management Training Oregon (PMTO). Meer informatie Dit is een intensief programma voor ouders met jonge Zorgbelang Gelderland, Hellen Houterman, tel. (026) 384 28 22 kinderen met gedragsproblemen. “Waar het in het vere-mail:
[email protected] leden mis ging bij jeugdzorg, was ik nu binnen 1,5 maand in gesprek met een hulpverlener die me begreep, waar ik echt iets aan had. Zo kan het dus ook!”
in de jeugdzorg
Jeugd in Gelderland • december 2009
11
Nazorg na jeugdzorg: Wat moet er beter? Tekst: Judith Bos
Sommige jeugdigen (en hun ouders) hebben na de beëindiging van een zorgtraject bij een jeugdzorginstelling nog ondersteuning of hulp nodig. Dit om de ontvangen zorg te doen beklijven en dus terugval te voorkomen. Nazorg na jeugdzorg is nu nog de ‘zwakste schakel’ in de jeugdzorgketen, maar lang zal dit niet meer duren… De jeugdzorginstellingen en Bureau Jeugdzorg zetten zich steeds meer in om goede nazorg te regelen. Maar ook voorzieningen in het voorliggende veld, zoals maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg en verslavingszorg (en natuurlijk de lokale netwerken), kunnen en willen hun steentje bijdragen. Daarmee liggen de goede intenties op tafel, maar de praktische afspraken nog niet. Provincie Gelderland In Gelderland wordt echter in steeds meer gemeenten en regio’s een begin gemaakt om tot concrete afspraken te komen. De provincie wil vier initiatieven van dichtbij gaan volgen: • de gemeentelijke afspraken in Ede • het reeds lopende project R75 in Nijmegen • de regionale afspraken in Oost-Veluwe (Apeldoorn en omgeving) • de uitstroom van LVG-jongeren (’s-Heerenloo) in Harderwijk. 1
Jeugd in Gelderland • december 2009
Verder was ‘nazorg na jeugdzorg’ ook het onderwerp van een van de werktafels tijdens de provinciale conferentie ‘Pak ’t Samen Op’. Kortom; de provincie Gelderland vindt nazorg na jeugdzorg een belangrijk onderwerp en ‘Jeugd in Gelderland’ zal de Gelderse initiatieven dan ook op de voet volgen. Om te komen tot goede afspraken, is het van belang om te weten wat er verbeterd moet worden. Wat zijn nu eigenlijk de concrete verbeterpunten? Een kijkje in de keuken van het werk dat tot nu toe is gedaan in de regio Oost-Veluwe. Zorg moet beklijven Wanneer een hulpverlener een jeugdzorgtraject afrondt, wordt er altijd gekeken of er opnieuw een indicatie voor jeugdzorg moet worden gesteld. Als dat niet het geval is, is het mogelijk dat de jeugdige uitstroomt uit de jeugdzorg zonder dat er bekeken is of er iets anders dan geïndiceerde zorg nodig is, zoals bijvoorbeeld begeleiding of hulp die de jeugdzorgaanbieder kan bieden. En als dat niet mogelijk is omdat dit niet gefinancierd kan worden, dan kan de hulp geboden worden door de voorliggende voorzieningen. Dit kan nét het steuntje in de rug zijn dat jeugdigen nodig hebben om niet opnieuw aan te kloppen voor jeugdzorg. Of jongeren die juist zorg nodig hebben, maar het mijden, bijvoorbeeld
Voorliggende voorzieningen en lokale netwerken
Bureau Jeugdzorg
Jeugdzorg aanbieder
Signaleren en helpen van jeugdigen met problemen. Bij ernstige problemen: toeleiden naar Bureau Jeugdzorg
Indicatiestelling, toeleiding van de jeugdige naar de jeugdzorgaanbieder en monitoren proces (dossierhouden)
Verlenen van zorg volgens het indicatiebesluit. Vóór einde zorg bepalen wat de nazorgbehoefte is. Zelf uitvoeren of aangeven welke voorziening dat zou kunnen.
Nazorg: zorg beklijft, doorstroom, warme overdracht en goede informatieoverdracht
als de geboden jeugdzorg ‘verwatert’ of geen stand houdt als de jeugdige terug is in zijn oude omgeving. Doorstroom verbeteren Van jeugdigen die een jeugdzorgtraject afronden, is het oorspronkelijke probleem in een ideaal geval opgelost. Echter, dit is vaak niet het geval. Soms is het hoogst haalbare doel dat jeugdigen (en hun ouders) goed om weten te gaan met hun probleem. Zonder goede nazorg kan een probleem ook verergeren. De druk op specialistische, meer zwaardere vormen van zorg blijft bestaan, of neemt zelfs toe. Dat kan geïndiceerde jeugdzorg zijn waarbij stevig wordt ingezet om wachtlijsten en wachttijden juist te drukken, maar ook andere vormen zijn mogelijk. Er is geen doorstroom naar lichtere hulp. ‘Warme overdracht’ Langzaam maar zeker groeit het besef dat voorliggende voorzieningen de geïndiceerde jeugdzorg kunnen ondersteunen door de nazorg op zich te nemen. Dit is echter nog lang geen gemeengoed. Daar waar een hulpverlener van de jeugdzorg contact legt met een voorliggende voorziening om daar bijvoorbeeld ondersteuning door middel van een aantal gesprekken te regelen, is er veelal nog geen sprake van ‘warme overdracht’. Hiermee wordt bedoeld dat de jeugdzorghulpverlener letterlijk met de jongere mee gaat naar
de voorliggende voorziening, zodat hij of zij daadwerkelijk ‘goed aankomt’. Het informeren van de jongere door aan te geven dat hij of zij zich ‘daar en daar kan melden’, is zeker onvoldoende. Verbeteren informatieoverdracht Als een hulpverlener een jeugdzorgtraject afrondt, koppelt hij dit terug aan Bureau Jeugdzorg. Voor sommige jongeren is het van belang dat voorliggende voorzieningen (zoals het onderwijs, het jongerenwerk, de wijkagent, de verslavingszorg, het maatschappelijk werk), maar ook lokale netwerken (zoals ZorgAdviesTeams), op de hoogte worden gesteld van de afronding van het jeugdzorgtraject. Zo weten deze voorzieningen ‘wie’ zich met de betreffende jongere bezighoudt…of juist niet. In dit laatste geval kunnen zij een oogje in het zeil houden.
Meer informatie Spectrum, Judith Bos, tel. (026) 384 62 24 e-mail:
[email protected] Provincie Gelderland, Mark van der Heijden, tel. (026) 359 94 25 e-mail:
[email protected]
Jeugd in Gelderland • december 2009
13
De Stelling “Van nóg meer geld worden de wachtlijsten in de jeugdzorg echt niet korter.” John Goessens, regiomanager Lindenhout “Met meer geld is er meer hulp en zijn de wachtlijsten korter, zo simpel is het ook wel weer. Maar met meer wendbaarheid, meer ruimte in het stelsel en meer bewegingsvrijheid komen we ook heel ver. Want daarmee zou de toewijding, creativiteit en energie van de hulpverleners nog directer voor cliënten kunnen worden aangewend. En dan is extra geld minder hard nodig.”
PMTO
Parent Management Training Oregon Een programma dat zich richt op ouders van jonge kinderen (4-12 jaar) met ernstige gedragsproblemen. PMTO is een ouderinterventie waarin vijf belangrijke opvoedingsvaardigheden worden aangeleerd. 14
Jeugd in Gelderland • december 2009
Renata Fideli, regiomanager Bureau Jeugdzorg Rivierenland “Er dient meer te gebeuren! Het is ook gewenst dat gemeentelijke voorzieningen hun aanbod uitbreiden, zodat vroegtijdig hulp dicht bij huis kan worden geboden. Tegelijkertijd is het wenselijk dat er een optimale samenwerking is tussen jeugdzorgaanbieders onderling en tussen jeugdzorgaanbieders en jeugdpsychiatrische voorzieningen, voor jongeren met zwaardere problematiek. Verder moet de doorstroom verbeteren. Denk daarbij aan nazorg vanuit gemeentelijke voorzieningen voor jongeren die een geïndiceerd traject verlaten. Kortom, meer geld leidt niet tot minder wachtenden zonder samenwerking tussen de voorzieningen met elk hun eigen opdrachtgever en financier.”
Bert Sueters, programmacoördinator jeugdzorg, provincie Gelderland “Met alleen het inzetten van extra middelen en verdere uitbreiding van capaciteit lossen wij het structurele probleem van te lange wachttijden in de jeugdketen niet op. We moeten zorgen dat de doorstroming verbetert, zodat cliënten op het juiste moment de benodigde zorg krijgen.”
Reageren? Stuur uw reactie naar
[email protected]
De Afkorting 1. Beloon positief gedrag 2. Los problemen samen op 3. Houd adequaat toezicht op je kinderen 4. Stel grenzen, breng ze discipline bij 5. Bied gezelligheid en geef aandacht De behandeling is intensief; de ouder/ouders komt/komen een keer per week voor een sessie. Ook is er een keer per week telefonisch contact met de therapeut. Tijdens de behan-
deling wordt er veel geoefend met het in praktijk brengen van de nieuw geleerde vaardigheden. Dit oefenen neemt een centrale plaats in. In Nederland is er (nog) geen onderzoek afgerond naar de effectiviteit van PMTO, maar in de VS is de effectiviteit veelvuldig aangetoond. Meer informatie www.pmto.nl www.nji.nl
Symposium Straathoekwerk Nunspeet
Van wie is de straat…? Op zoek naar gemeenschappelijke taal Contact Hoe leg je nu contact met jongeren? Volgens Marloes Ambagtsheer, eveneens orthopedagoog, is er nooit contact zonder betekenis, het is altijd een ‘reageren op elkaar’. Ze illustreert dit aan de hand van de bouwstenen voor contact, zoals verbondenheid, maar ook autonomie. Door te geloven in de talenten van je cliënt kan er een goede relatie ontstaan. Micha de Winter, hoogleraar pedagogiek (Universiteit Utrecht), stelt dat het heersende beeld is dat je overlastgevende jongeren moet bestrijden, bijvoorbeeld met street coaches. Volgens hem nogal een eenzijdig beeld, want met elkaar proberen het probleem op te lossen, doen we niet. Er zou ruimte moeten zijn om naar de jongere te luisteren: “Je moet naar interactie toe, want anderen voor jou het probleem op laten lossen, werkt niet.” Tekst: Marcia Veenhuis
Op 11 november 2009 vond er in het Conferentie Centre Sparrenhorst een symposium plaats in verband met het 10-jarig bestaan van het straathoekwerk in Nunspeet. “Visie, drive en ergens in geloven, daar draait het om bij het straathoekwerk”, aldus straathoekwerker Lambert Jongetjes. De middag, bedoeld voor iedereen die als professional, vrijwilliger of opvoeder met risicojongeren te maken heeft, wordt geopend door wethouder Nico Schipper. Lambert Jongetjes geeft aansluitend een toelichting op wat het straathoekwerk doet aan preventie en sociale controle, zoals jongeren trainen in weerbaarheid. Het motto: ‘Blijf je ermee bemoeien!’ “Maak contact, geef ze een hand”, zo legt hij uit, “want soms zijn jongeren namelijk nét mensen.” Tussendoor worden snelle fimpjes op de beats van the Black Eyed Peas getoond, opgenomen in Nunspeet. Deze geven een mooie illustratie van de gedachten van jongeren over onderwerpen die deze middag in de volle zaal de revue passeren. Verbondenheid Orthopedagoog Bert Reinds vindt dat de samenleving harde eisen stelt, waardoor verwijdering optreedt en sommige jongeren op straat belanden. Jongeren hebben behoefte aan autonomie, maar ook aan verbondenheid: Wat is de uitdaging hierin voor de kerk en het geloof? De orthopedagoog geeft uitleg aan de hand van ‘de tien geboden’. Zo wijst hij op het feit dat je gaat lijken op de mensen waar je mee omgaat. “Want als jouw kind achterlijk doet”, zo illustreert hij, “ kijk dan eerst even in de spiegel!”
Sociale cohesie Tweede Kamerlid Sabine Uitslag denkt dat jongeren grenzen willen opzoeken en die grenzen moet je aangeven. Jongeren willen namelijk duidelijkheid. Maar doen wij dat? Als het misgaat, is de reactie ad hoc. Een parlementaire werkgroep biedt wellicht een structurele oplossing; minister Rouvoet gaat verder met zijn beleid, de werkgroep werkt aan de praktijk. Een ander aspect dat aangesneden wordt, is tolerantie: “Sociale cohesie begint bij jezelf!” Het verantwoordelijkheidsgevoel ontbreekt en de verantwoordelijkheid ligt volgens ‘ons’ bij de staat…of communiceer je gewoon met elkaar? Volgens Sabine Uitslag moeten we op zoek naar ‘gemeenschappelijke taal’. Spreker Don Schothorst, ex-verslaafde en directeur van een particuliere verslavingskliniek, vervangt Keith Bakker. Volgens hem is er sprake van een verharding van de maatschappij en een toename in de verslavingsproblematiek onder jongeren: “Eén gram coke is sneller bezorgd dan een pizza.” Volgens hem ligt er op het gebied van zorg nog een gigantische job. Een gewillig hart… De middag eindigt met een forum. De panelleden zijn het eens; de straat is van ons allemaal! Het gaat om ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ en sociale interesse: “Een gewillig hart is makkelijker te corrigeren dan een versteend hart!” Lambert Jongetjes sluit daarbij aan: “Op het moment dat er contact ontstaat, gaan er dingen veranderen!” Meer informatie Straathoekwerk Nunspeet, Lambert Jongetjes, tel. (0341) 25 04 57 e-mail:
[email protected] www.straathoekwerknunspeet.nl
Jeugd in Gelderland • december 2009
15
Bas van Barneveld en Dorien van Brussel Tekst: Ellen Beltman
Bas van Barneveld en Dorien van Brussel komen elkaar wekelijks tegen tijdens het netwerkberaad. Samen met de jeugdreclassering bepreken ze jongeren die recent zijn ingestroomd in Justitieel Pedagogisch Centrum De Sprengen. De ‘partners in het werk’ verzamelen informatie over de jongere en maken afspraken ten behoeve van een passend traject tijdens het verblijf van de jongere in de Justitiële JeugdInrichting en de periode daarna, als de jongere de inrichting weer verlaten heeft. Dorien van Brussel werkt als Individueel Traject Begeleider (ITB’er) bij de Justitiële JeugdInrichting (JJI) JPC De Sprengen in Zutphen. Als een jongere binnenkomt bij de Sprengen houdt ze een intake om te zien wat er allemaal speelt. Daarna zet ze een traject uit zodat voor de jongere alles is geregeld op het gebied van wonen, werken, school en vrije tijdsbesteding op het moment dat hij of zij de JJI verlaat. Dit gaat in overleg met de jeugdreclassering. Dorien: “Ik ben eerst groepsleider geweest, maar als ITB’er ben ik meer individueel aan het werk en concreet bezig met de toekomst van een jongere. Ook heb ik meer contact met de partners in het veld, ik kom dus ook nog eens buiten de JJI.”
Bas van Barneveld is casusregisseur bij de Raad voor de Kinderbescherming in Zutphen. Als casusregisseur heeft hij als taak de samenhang tussen de verschillende activiteiten van de ketenpartners in het jeugdstrafrecht te bevorderen en te zorgen voor een passend plan voor de jongere. Het hebben van een gezamenlijk doel vindt Bas heel belangrijk aan zijn werk. “In eerdere banen heb ik met jongeren gewerkt, dus nu vind ik het leuk om een niveau ‘hoger’ te zitten en met andere partners samen te werken voor deze jongeren.” Hoe werken jullie samen? Dorien: “We zien elkaar wekelijks in JPC De Sprengen. Daarnaast mailen en bellen we elkaar gewoon als we iets willen weten.” Bas: “De lijntjes tussen de organisaties zijn heel kort, we weten elkaar makkelijk te vinden.”
Bas van Barneveld: “Dorien’s informatie is heel waardevol om een beeld te krijgen van een jongere.”
16
Jeugd in Gelderland • december 2009
Partners
Dorien van Brussel en Bas van Barneveld
eens dat de informatie die ze inbrengen wel van belang moet zijn voor het traject dat de jongere doorloopt en uiteindelijk voor de zorg na detentie.
Waar kennen jullie elkaar van? “We kennen elkaar van het netwerkberaad”, vertelt Dorien. “Samen met een collega neem ik hieraan deel om de informatie over een jongere over te brengen aan de andere deelnemers. Het gaat dan bijvoorbeeld over hoe een jongere zich gedraagt in een groep.” Bas vult aan: “Dorien’s informatie is heel waardevol om een beeld te krijgen van een jongere, ook al kan het zijn dat de jongere pas een aantal dagen binnen is en de informatie dus nog minimaal is.” Bas vervolgt: “De Raad voor de Kinderbescherming is voorzitter van het netwerkberaad. Daarnaast leveren wij alle informatie aan die voorhanden is bij de Raad, voornamelijk het strafrechterlijk verleden van de jongere en de hulpverleningsgeschiedenis.” Dorien en Bas zijn het erover
Waarom een goede partner? Dorien: “Bas is altijd behulpzaam wanneer ik informatie nodig heb en we gaan heel gezellig met elkaar om.” Bas: “Dorien is heel toegankelijk, ze staat open voor ideeën. Bij de eerste netwerkberaden waren we een beetje aftastend, ook naar de andere partners, maar nu is het meer ontspannen en werken we goed samen.” Meer informatie Raad voor de Kinderbescherming, Bas van Barneveld e-mail:
[email protected] JPC De Sprengen, Dorien van Brussel e-mail:
[email protected]
in het werk
Jeugd in Gelderland • december 2009
17
Coördinatie van Zorg Noord-Veluwe
Model Coördinatie van Zorg .VMUJQSPCMFNHF[JO
?
4JHOBMFSJOH ;"5
Tekst: Jorike Smeitink
Soms is de dienstverlening aan gezinnen met problemen op meerdere leefterreinen niet goed op elkaar afgestemd. Als er meerdere hulpverleners in het gezin aanwezig zijn, kan dit ertoe leiden dat hulp niet efficiënt wordt ingezet of niet effectief werkt. In de regio Noord-Veluwe hebben betrokken gemeenten en instellingen besloten dat het anders moet. Zij hebben gezamenlijk een model voor Coördinatie van Zorg ontwikkeld. Met het model willen de gemeenten en instellingen ervoor zorgen dat alle hulp in gezinnen met problemen op meerdere leefterreinen op elkaar is afgestemd. Dit betekent één plan voor één gezin, begeleid door één team. Het model is tijdens een pilot van een jaar getoetst, waarbij het ging om multiproblemgezinnen met jeugdigen in de leeftijdsgroep tot twaalf jaar. Na het pilotjaar is dit uitgebreid tot 23 jaar. Multi-problem In de pilotperiode kregen Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe, GGD Gelre-IJssel en Icare als kernorganisaties de taak multiproblem-gezinnen te signaleren. Ook de 12- netwerken in de regio kregen die taak. In totaal
hebben de organisaties in deze periode gezamenlijk 32 casussen aangemeld en opgepakt. De gezinnen die in aanmerking komen, hebben problemen op meerdere leefterreinen. Gemiddeld spelen er per gezin vier á vijf problemen. De meest voorkomende zijn problemen op het gebied van geestelijke gezondheid, bijvoorbeeld psychische problematiek bij ouders en/of kinderen en problemen bij opvoeding. Andere problemen betreffen financiën (armoede, ernstige schulden), politie en/of justitie (veroordeling), werk/ dagbesteding en school (veelvuldig schoolverzuim). Bij de gezinnen zijn verschillende hulpverlenende organisaties betrokken. Vaak gaat het om minimaal vijf of zes hulpverlenende instanties per gezin. Huidig model Multiproblemgezinnen worden gesignaleerd door organisaties en besproken tijdens casuïstieknetwerken over jeugdigen tot 23 jaar. Organisaties die multi-problematiek signaleren, kunnen contact opnemen met één van de vier kernorganisaties. In overleg bepalen de signalerende instelling en één van de kerninstellingen of er Coördinatie van Zorg nodig is en wie optreedt als coördinator.
Coördinatie van Zorg: Wat houdt het in? Wie? Multiproblemgezinnen Wat? Coördinatie van Zorg Waar? Regio Noord-Veluwe Hoe? Alle instellingen en casuïstieknetwerken die te maken hebben met jongeren tot 23 jaar kunnen signaleren. In overleg met de kerninstellingen Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe, Icare (jeugdgezondheidszorg) en GGD Gelre-IJssel (jeugdgezondheidszorg) wordt bepaald of Coördinatie van Zorg nodig is en wie optreedt als coördinator.
18
Jeugd in Gelderland • december 2009
?
4JHOBMFSJOH#+; .%7FMVXF ((% *DBSF
?
?
#FUSFGGFOEFIVMQWFSMFOFS DPzSEJOBUPSWBO[PSH
?
"GTUFNNJOHTPWFSMFH NFUBMMFEJFOTUFOIVMQWFSMFOFST
? QMBOWPPSHF[JOEPPSUFBN
?
NPOJUPSFOQMBOEPPS DPzSEJOBUPSWBO[PSH
?
JOIFUQMBOJTBGHFTQSPLFO XJFWJOHFSBBOEFQPMTIPVEU CJKHF[JO DzSEJOBUPSWBO[PSHSPOEU USBKFDUBG
Wanneer Coördinatie van Zorg nodig is, dan ligt de verantwoordelijkheid bij: • Bureau Jeugdzorg bij een jeugdzorgindicatie. • Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe als er geen sprake is van een jeugdzorgindicatie en als zij reeds bemoeienis heeft met het gezin of als het gaat om jeugdigen ouder dan achttien jaar. • Jeugdgezondheidszorg (Icare, GGD Gelre-IJssel) voor jeugdigen tot negentien jaar in alle andere gevallen. De verantwoordelijke instelling zorgt ervoor dat de hulpverlener die in het gezin actief is met de zaak aan de slag gaat. Deze persoon wordt coördinator en inventariseert welke dienst- en hulpverleners bij het gezin betrokken zijn. Vervolgens organiseert hij een afstemmingsoverleg met betrokkenen. Hierin geven alle betrokkenen aan wat hun rol is en hoe deze beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Deze afspraken vormen één integraal plan. Uitgangspunt voor het model is de wil van hulpverleners om samen te werken in het belang van een gezin.
Gelderse aanval op de uitval 2010 De Provincie Gelderland ondersteunt samen met Spectrum de aanpak van voortijdig schoolverlaters in de Gelderse regio’s. Dit wordt gedaan door het investeren in kennisuitwisseling en het bijeenbrengen van netwerken, met behulp van het beschikbare geld via het Regionaal Samenwerkings Programma. Voor 2010 staan opnieuw een aantal kennisateliers op het programma. Ook gaat het projectteam graag met partijen in gesprek over de positie van kwetsbare risicoleerlingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Hoe staat het met de zorgstructuren in/om school? In 2010 zal er aandacht worden besteedt aan de nieuwe resultaten van het project ‘Gelderse aanval op de uitval’. Meer informatie: www.gelderseaanvalopdeuitval.nl
Gezamenlijk aanpak jeugdwerkloosheid Om de jeugdwerkloosheid te bestrijden gaat minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin de regio’s extra ondersteunen om de samenwerking tussen jeugdzorg, onderwijs en werkgevers te bevorderen. Hij wil vooral de werkloosheid onder kwetsbare jongeren aanpakken. Volgens de minister is de aandacht voor kwetsbare jongeren nu versnipperd: de jeugdzorg richt zich op het bieden van hulp bij persoonlijke proble-men en het beroepsonderwijs richt zich vooral op de vakmatige aspecten. Daarbij komt dat werkgevers meteen een geschikte arbeidskracht verwachten en onvoldoende aandacht hebben voor de problematiek van jongeren. Meer informatie: www.jeugdengezin.nl
Kort Programma’s kindermishandeling zelden onderbouwd Er zijn onvoldoende preventie- en behandelprogramma’s voor kindermishandeling en ze worden zelden onderzocht op effectiviteit. Dat blijkt uit het proefschrift ‘Child maltreatment: prevalence and risk factors’, waarop Eveline Euser op 26 november promoveerde aan de Universiteit Leiden. De onderzoeker vindt dat er meer aandacht moet komen voor de wetenschappelijke onderbouwing van de preventie- en behandelprogramma’s. Euser onderzocht ook het verband tussen kindermishandeling en etniciteit. Vooral getraumatiseerde vluchtelinggezinnen lopen een verhoogd risico op kindermishandeling. Meer informatie: www.nieuws.leidenuniv.nl/promoties
Jeugdcriminaliteit daalt Er is in 2009 een einde gekomen aan de jaarlijkse stijging van jeugdcriminaliteit. Van 2000 tot 2007 steeg het percentage jongeren (12-25 jaar) dat in aanraking kwam met politie en justitie steeds, van 3% in 2000 tot 4,6% in 2007. Dat percentage is gelijk gebleven in 2008, maar in absolute aantallen daalde het van 118.600 tot 117.800 jongeren. Ook het aantal jongeren dat slachtoffer werd van een delict is licht gedaald. Daarnaast voelen jongeren zich in 2009 veiliger dan in de jaren ervoor, zo blijkt uit conclusies uit de landelijke Jeugdmonitor 2009. Bron: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
CJG Atelier CJG Apeldoorn Zuid 4 februari 2010, 09.00 - 13.00 uur CJG Atelier CJG Overbetuwe 22 april 2010, 09.00 - 13.00 uur De bijeenkomsten zijn bedoeld voor beleidsmedewerkers die in hun gemeente bezig zijn met de opzet van een Centrum voor Jeugd en Gezin. De ervaringen op locatie komen aan de orde. Daarnaast wordt ingegaan op een thema, zoals de aansluiting met Bureau Jeugdzorg. Deelnemers doen kennis en inspiratie op. Deelname is kosteloos. Organisatie: Spectrum
Overzicht voorzieningen zwerfjongeren Vanaf december 2009 is op de Spectrum website informatie te vinden over het specifieke aanbod voor zwerfjongeren in Gelderland. Wat hebben de centrumgemeenten aan aanbod, wat voor type voorzieningen zijn er en welke organisaties zijn aanbieders? Ook vind u op www.spectrum-gelderland/publicaties de nieuwste brochure over de stand van zaken van het zwerfjongerenbeleid in Apeldoorn, Ede, Arnhem, Nijmegen en Doetinchem. Meer informatie: www.spectrum-gelderland.nl Thema: Veiligheid > project Aanpak dakloze jongeren
Sigrid Mulder, tel. (026) 384 62 84 Elise Roelofse, tel. (026) 384 63 12
Agenda
Jeugd in Gelderland • december 2009
1
Webdossier Centrum Voor Jeugd en Gezin Tekst: Jorike Smeitink Gemeenten zijn bezig met de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin waar ouders, kinderen en jongeren terecht kunnen met vragen over opvoeden en opgroeien. Op de website van Spectrum vindt u een webdossier met informatie over dit onderwerp. In het digitale dossier staat onder andere het belangrijkste (Gelderse) nieuws, zoals berichten over de opening van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) in de Gelderse regio’s en nieuws van het ministerie voor Jeugd en Gezin. Verder is er informatie te vinden over diverse inhoudelijke onderwerpen, zoals de Verwijsindex, Scheiding & Omgang en het virtueel Centrum voor Jeugd en gezin (vCJG). Spectrum organiseert regelmatig CJG-ateliers. De verslagen van deze bijeenkomsten zijn terug te vinden in het dossier. Daarnaast zal, zodra dit bekend is, het programma voor de ateliers in 2010 verschijnen in het
webdossier. In het dossier wordt ook bijgehouden welke Gelderse gemeenten al een fysiek en/of digitaal CJG hebben gerealiseerd, zodat iedereen op de hoogte is over stand van zaken in de Gelderse gemeenten. Tenslotte bevat het webdossier interessante in- en externe publicaties en weblinks.
Meer informatie Spectrum, Jorike Smeitink, tel. (026) 384 63 24 e-mail:
[email protected] www.cjggelderland.nl www.spectrum-gelderland.nl
Colofon Jeugd in Gelderland
Redactieadres
Over jeugdbeleid en jeugdzorg
Spectrum CMO Gelderland
Nummer 5, december 2009
Arnhemsestraatweg 19
ISSN 1879-5641
Postbus 8007, 6880 CA Velp telelefoon (026) 384 62 00
Verschijnt vijf maal per jaar
[email protected]
Oplage: 1.300 exemplaren
www.spectrum-gelderland.nl
Jeugd in Gelderland is een uitgave van
Vormgeving
Spectrum CMO Gelderland en biedt
Gerard Wagemans, BNO, Beekbergen
informatie over regionale, provinciale en landelijke ontwikkelingen rond jeugdbe-
Fotografie
leid en jeugdzorg. De nieuwsbrief wordt
SEEN, Novy Print, OSAGE, Karel Knispel,
gratis toegezonden aan gemeenten en
Wilmer Schipper
organisaties actief op de terreinen jeugdzorg en jeugdbeleid in Gelderland.
Drukwerk Advadi, Westervoort
Redactie Judith Bos, Jaap Terpstra
Het overnemen van artikelen is toegestaan na overleg met de redactie.
Eindredactie
Deze nieuwsbrief komt tot stand in
Marcia Veenhuis
opdracht van de provincie Gelderland.