Jeugd in Gelderland Over jeugdbeleid en jeugdzorg
Spectrum en Speelruimte De voordeur van het CJG Brummen Participatiecoach: ‘Naast de jongere staan!’
Juni 2010
7
10
14
16
Nieuwe Halt-aanpak De Halt-afdoening kent vanaf 1 januari 2010 een nieuwe werkwijze. Met de nieuwe aanpak wil Halt gericht reageren op strafbaar en baldadig gedrag van jongeren. De rol van ouders en het aanbieden van excuus aan benadeelde(n) heeft meer nadruk gekregen. Astrid Hofman: “In de nieuwe aanpak krijgen ouders een actievere rol en moet de jongere standaard excuus aanbieden en de schade vergoeden.”
Stelseldiscussie en Afsprakenkader Jeugdzorg 2010 - 2011 Het debat over het stelsel rond de zorg voor jeugd is opnieuw in volle hevigheid losgebarsten. De kwestie is of de zorg voor jeugd en de aansturing hiervan op de juiste wijze zijn georganiseerd. Gedeputeerde Hans Esmeijer: “In Gelderland werken we prima samen met de gemeenten om de jeugdzorg, preventie en nazorg goed op elkaar af te stemmen.”
Gastlessen Loverboyproblematiek Sinds enige tijd geeft de 18-jarige Scharisma op diverse scholen gastlessen, getiteld ‘Neppe liefde’. Zij vertelt daarin over haar tijd bij een loverboy. Hanno Ambaum geeft les aan studenten van het MBO Sociaal Cultureel Werk op het Graafschap College in Doetinchem: “Scharisma heeft er tijdens de lessen voor gezorgd dat de studenten de kant van het slachtoffer beter begrijpen.”
Partners in het werk Irini Boxma werkt bij Welvada, het welzijnswerk in Wageningen, als coördinator van Home-Start. Tiny Bouw is wijkverpleegkundige Jeugdgezondheidszorg voor 0-4-jarigen. Zij werkt bij Kruiswerk West Veluwe. “We zijn met hetzelfde doel bezig, dat werkt gewoon goed.”
En verder Het CJG voor ouders Daadkracht van de familie Op zoek naar cijfers over jongeren in Gelderland?
2
Jeugd in Gelderland • juni 2010
Inhoud
Het CJG voor ouders Tekst: Sigrid Mulder
Bijna elke week wordt er ergens in Gelderland een Centrum Jeugd en Gezin geopend. Een voordeur, een loket, extra spreekuren of een website waar ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals met hun vragen terecht kunnen. Gemeenten zoeken samen met de CJG-kernpartners naar de beste optie voor verschillende doelgroepen. Spectrum ondersteunt gemeenten op verschillende manieren bij de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin. Het organiseren van kennisuitwisseling is daar één van. Wat verwachten ouders van het CJG? Hoe kunnen we jongeren het best bereiken? Wat hebben professionals nodig om beter te kunnen samenwerken? Wanneer is het CJG een succes? Geen enkele gemeente wil in haar eentje het wiel uitvinden. Een ‘kijkje in de keuken van de buren’ is een beproefde en praktische manier om informatie te verzamelen en/of nieuwe dingen te leren. CJG-berichten In de meeste gemeenten bevindt het CJG zich nu in de ontwikkelfase. Dit levert veel concrete praktijkvoorbeelden op en ook inspirerende oplossingen en alternatieve denkroutes. Om deze kennis breed te verspreiden, is het CJG-bericht opgezet. Een serie schriftelijke uitgaven met korte beschrijvingen uit de praktijk van de Gelderse CJG’s. Het eerste bericht verscheen in november 2009 onder de titel ‘Kijk mee in het CJG’. Deze titel geeft precies het doel van deze uitgave weer. De inhoud betreft met name de fysieke inloop van het CJG; de voordeur of het loket.
Dé manier om te zien hoe de informatie- en adviesfunctie in de praktijk wordt uitgevoerd. Het CJG voor ouders In CJG-bericht 2 wordt uitgelegd hoe verschillende gemeenten een basisaanbod licht pedagogische hulp organiseren. De wens is een samenhangend aanbod met vormen van hulp (van licht naar zwaar) en afgestemd op de wensen en behoeften van de doelgroep, aan te bieden. Het betrekken van de doelgroep en een inventarisatie van het bestaande aanbod vormen de basis. Daarom zijn praktijkvoorbeelden uit Wageningen, waar een klankbordgroep van ouders werd opgezet, en Groesbeek, alwaar een aanbodinventarisatie werd uitgevoerd, opgenomen.
Wordt vervolgd Voor dit jaar staan er nog twee CJGberichten op stapel. Deze zullen zich minder toespitsen op de algemene ontwikkeling van de CJG’s en meer inzoomen op specifieke aspecten. In CJG-bericht 3 komt het thema ‘diversiteit’ aan bod. Een vraag daarbij is: Wat doen CJG’s om alle doelgroepen te bereiken? Denk bijvoorbeeld aan allochtone ouders of hele jonge ouders. Of; Wat kan het CJG betekenen voor jonge nieuwkomers? Het laatste CJG-bericht van dit jaar stelt vrijwillige inzet in of vanuit het CJG aan de orde, waarbij het vooral over maatjesprojecten zal gaan.
In een goed aanbod pedagogische hulp wordt gewerkt met effectieve kwaliteitsinterventies. Bij de afweging welke interventies men wil gaan inzetten of wil behouden, kan een gemeente of organisatie de databank jeugdinterventies van het NJi raadplegen. In deze databank zijn interventies opgenomen die theoretisch goed zijn onderbouwd of zich in de praktijk hebben bewezen. In het CJGbericht komen professionals aan het woord over hun ervaring met, hun enthousiasme over en betrokkenheid bij bepaalde methodieken.
Meer informatie Spectrum, Sigrid Mulder, tel. (026) 384 62 84 e-mail:
[email protected] www.spectrum-gelderland.nl/publicaties (om CJG-bericht 1 en 2 te downloaden) www.jeugdinterventies.nl (databank effectieve interventies)
Jeugd in Gelderland • juni 2010
3
Vertellen over problemen waar je tegenaan loopt, meepraten over hulp of ondersteuning en samen een plan opstellen. Dát is steeds meer de manier waarop Centra voor Jeugd en Gezin werken. De vraag van het gezin staat centraal en de oplossingen komen vanuit de kracht van het gezin. Provincie Gelderland vindt dit een belangrijk uitgangspunt. Zij wil gemeenten uitdagen meer op deze wijze te werken.
Daadkracht van de familie Tekst: Esta Hellendoorn
4
Jeugd in Gelderland • juni 2010
“De steun die met Doorstart wordt geboden is voor gezinnen een duwtje in de goede richting.” Anneke Klop
Het is soms moeilijk om over problemen te praten, omdat je denkt dat niemand je begrijpt, of omdat je niet durft te vertellen waar je bang voor bent. Misschien wil je niet dat andere mensen voor jou een oplossing bedenken. Of je hebt vragen over het gedrag van je puberzoon. Opgroeien en opvoeden gaat niet altijd vanzelf. In het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kun je terecht met problemen of vragen over opvoeding. Er wordt geen oplossing voor je bedacht, maar je bedenkt zelf, samen met je ouders, familie of vrienden, een plan van aanpak om tot oplossingen te komen. Medewerkers van het CJG ondersteunen hierbij. In deze aanpak is er aandacht voor de positieve krachten in het gezin en voor het ontwikkelen van competenties. Omdat het uitgangspunt van deze methodieken ‘de jongeren en het gezin (systeem)’ is, noemen we dit systeemgerichte methodieken. De kans dat de hulp of ondersteuning beter beklijft, is door deze werkwijze groter. Aanbod en deskundigheid Om een goed aanbod van advies, ondersteuning en zorg in het CJG te organiseren, is het belangrijk dat er kennis van en ervaring met verschillende methodieken is. Van lichte vormen van opvoedondersteuning en advies naar zwaardere vormen van ondersteuning. De realisatie van een goed aanbod betekent ook dat methodieken worden ingezet die jongeren en hun ouders handvatten geven om zelf weer verder te kunnen. Het gaat niet alleen om een breed aanbod, maar ook om de nodige deskundigheid in het CJG. De professionals in het CJG dragen bij aan de kwaliteit van het CJG-aanbod door hun scholing en ervaring. Aanpak dichter bij huis De instroom van de jeugdzorg is de laatste jaren enorm toegenomen. Dit heeft mede tot gevolg dat de druk op de wachtlijsten toeneemt. De Provincie is, vanuit haar wettelijke taak, verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Dit betekent dat deze zorg beschikbaar is voor jongeren die het hard nodig hebben. Betere doorstroom, zodat jongeren de juiste zorg op de juiste plek krijgen en goede uitstroom na de jeugdzorg, heeft daarom alle aandacht. Het preventieve jeugdbeleid, onder regie van de gemeenten, kan de
instroom juist deels indammen. Met de realisatie van het CJG door gemeenten (uiterlijk in 2011 operationeel), is het preventieve jeugdbeleid naar verwachting beter georganiseerd. Dit betekent dat problemen dichter bij kinderen en ouders (liefst thuis) kunnen worden aangepakt en dan is behandeling door jeugdzorg in veel gevallen niet nodig. De Provincie kan ondersteuning bieden bij de inrichting van het CJG. Daarbij vindt zij het belangrijk dat de eigen kracht van gezinnen beter wordt benut en dat cliënten meer zeggenschap krijgen over de vormgeving van de geboden zorg. Kortom, zij wil gemeenten stimuleren meer systeemgericht te werken. Nieuwe koers De huidige plannen van het (demissionair) kabinet voor de nabije toekomst geven duidelijk koers aan de inrichting van jeugdzorg en welzijn. De primaire taken worden naar de gemeenten overgeheveld. Een breed aanbod is hierbij belangrijk, evenals de wijze waarop dit wordt vormgegeven. Systeemgerichte methodieken krijgen een plaats in dit aanbod. Sterker nog, in het gebruik van verschillende methodieken en de manier van werken, zullen de jongere en het gezin centraal staan. Dit betekent dat de regie bij het gezinssysteem ligt en er wordt uitgegaan van een positieve focus. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden, de daadkracht van een gezin. Er zijn inmiddels steeds meer uiteenlopende systeemgerichte methodieken ontwikkeld, waarbij ‘empowerment’ het centrale begrip is. Zij zijn verschillend in aanpak en zwaarte, maar de gemene deler is dat zij uitgaan van de kracht van de jongere en het gezin. Voorbeelden zijn: Eigen Kracht Conferenties, Triple P, Video-Home training, ‘Wrap Around Care’ en ‘Signs of Safety’. Ook methodieken die ervaren en getrainde vrijwilligers inzetten horen hierbij. Vanuit een gelijkwaardige relatie zorgen deze ‘maatjes’ ervoor dat het gezin het zelf weer aan kan. Home-Start is al succesvol in 19 Gelderse gemeenten. Voor gezinnen met schoolgaande kinderen is Doorstart in ontwikkeling. Anneke Klop (gemeente Wageningen): “Bij ons past het goed in het aanbod. Ouders hebben vertrouwen in een vrijwilliger die niet komt vertellen hoe het moet. Deze steun is voor gezinnen een duwtje in
Jeugd in Gelderland • juni 2010
5
“Doordat je door een andere ouder wordt uitgenodigd, voel je geen drempel om aan te schuiven.” Deelnemer ‘De Tijd van je leven’
6
de goede richting.” De workshops voor en door ouders, getiteld ‘De Tijd van je leven’ (bron: the Family Factory) zijn een ander voorbeeld. Een deelnemer in Amersfoort: “Doordat je door een andere ouder wordt uitgenodigd, voel je geen drempel om aan te schuiven.”
2010 subsidie aanvragen om met één of meerdere methodieken te experimenteren en medewerkers van het CJG te trainen. Naast inzet van provinciale middelen organiseert de Provincie, in samenwerking met Spectrum, op 21 juni ook een informatiebijeenkomst.
De kracht van het kind en de familie Om gemeenten uit te dagen en te stimuleren om in hun CJG steeds meer systeemgerichte methodieken in te zetten, is het project ‘De kracht van het kind en de familie. Werken met systeemgerichte methodieken’ gestart. Het project heeft tot doel de gemeenten te ondersteunen en te faciliteren om verschillende methodieken, die uitgaan van de eigen kracht van het kind, opvoeders en (familie)netwerk in het preventieve veld (zonder jeugdzorgindicatie), actief in te zetten. Men verwacht hiermee de instroom naar jeugdzorg te helpen verminderen en bij te dragen aan betere nazorg. Per regio kunnen gemeenten tot 1 oktober
Meer informatie
Jeugd in Gelderland • juni 2010
Provincie Gelderland, Esta Hellendoorn, tel. (026) 359 92 87 e-mail:
[email protected]
Zinsneden excuusbrief:
Nieuwe Halt-aanpak
... Ik was bij de make-up aan het kijken, en vond de eyeliner wel heel mooi - mijn hoofd was helemaal leeg, en ik dacht niet na - en stak hem in mijn mouw…
Tekst: Jaap Terpstra …Ik had direct spijt maar durfde het niet terug te leggen want dan wist u zeker dat ik iets had gestolen. Ik liep de winkel uit en het alarm van de poortjes ging af… Ik dacht meteen: eigen schuld dikke bult... …Ik heb geen spijt omdat ik in de cel heb gezeten, en ook niet omdat ik naar halt ben geweest, maar om wat ik gedaan had, …, want ik had genoeg geld bij me om het te betalen…
De Halt-afdoening kent vanaf 1 januari 2010 een nieuwe werkwijze. Met de nieuwe aanpak wil Halt gericht reageren op strafbaar en baldadig gedrag van jongeren. De rol van ouders en het aanbieden van excuus aan benadeelde(n) heeft meer nadruk gekregen. In gesprek met Astrid Hofman van Bureau Halt over de ervaringen tot nu toe. Waarom een nieuwe afdoening? Astrid Hofman: “Na onderzoek door de Beke-groep is landelijk besloten om de Halt-aanpak te vernieuwen en meer toe te werken naar gedragsverandering bij jongeren die de fout in gaan. Uit het onderzoek bleek dat een aantal onderdelen uit de oude maatregel goed werkten, maar het effect voor de jongeren en hun ouders nog te gering was. In de nieuwe aanpak krijgen ouders een actievere rol en moet de jongere standaard excuus aanbieden en de schade vergoeden. Op deze manier krijgen zij de kans hun fout te herstellen en na te denken over de consequenties van ontoelaatbaar gedrag.”
Excuus De nieuwe aanpak vraagt van de medewerkers een wat andere manier van kijken en werken. “Ouders krijgen nu vooraf een telefoontje. We wijzen hen op hun rol bij de afdoening van de straf. Tijdens de gesprekken bereidt de medewerker de jongere voor op het excuustraject en betrekt de ouders hierbij. Afhankelijk van het strafbare feit kijk je wat er nodig is. De jongere schrijft zelf de excuusbrief en voert een gesprek met de benadeelde. Veel jongeren vinden dit moeilijk. Ouders kunnen hierbij helpen en het gesprek samen met de jongere voeren. Op verzoek verleent de Halt-medewerker ondersteuning. We bereiden het excuusgesprek voor, oefenen en kijken hoe het excuus te verwoorden. Wat heeft het deze persoon gedaan en hoe denkt de jongere hier zelf over?” Omdat ouders een belangrijke rol hebben, krijgen zij ook ondersteuning om strafbaar gedrag van hun kinderen te voorkomen. “Omdat wij geen hulpverleners zijn, verwijzen we soms door naar bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg.”
In de praktijk Wanneer een jongere een winkeldiefstal heeft gepleegd, wordt er proces-verbaal opgemaakt. Afhankelijk van leeftijd, schade en verleden (recidive) verwijst de politie de jongere door naar Halt. Het eerste gesprek met de ouders en de jongere vindt meestal plaats op het politiebureau en is bedoeld om kennis te maken en om de schade en reden helder te krijgen. “We vragen de jongere hoe de schade op te lossen. Eén van de leerstraffen is het aanbieden van excuus. Het is van belang dat de jongere hierover nadenkt. De eerste leeropdracht is het schrijven van een excuusbrief. In een tweede gesprek proberen we te achterhalen waarom de jongere gestolen heeft. We bespreken de school- en thuissituatie en de omgang met vrienden. Vervolgens oefenen we het excuusgesprek en gaat de jongere naar de desbetreffende winkel (of benadeelde) om zijn excuus aan te bieden en een deel van de schade alvast te vergoeden. Naast deze leerstraf zijn er nog andere, met als doel over strafbaar gedrag na te denken. Ook krijgt de jongere een werkstraf. Meestal zijn dit schoonmaakwerkzaamheden bij een benadeelde of ‘werkzaamheden ten algemene nutte’. Ondanks het feit dat de nieuwe aanpak nog maar kort functioneert, merken we dat ouders hier blij mee zijn en goed meewerken.” Meer informatie Halt Gelderland, Astrid Hofman, tel. (026) 845 60 00 e-mail:
[email protected]
Jeugd in Gelderland • juni 2010
7
Op zoek naar cijfers over jongeren in Gelderland? Tekst: Wilmie van der Kuil Geïnteresseerden in cijfers over Gelderse jongeren of zij die vanwege hun achtergrond hiernaar op zoek zijn, kunnen terecht in het Sociaal Informatiesysteem Gelderland (SIG). In het SIG staat veel informatie over jongeren in Gelderland. U kunt zelf de gebieden selecteren en gewenste gegevens, zoals een tabel, grafiek, kaartjes of een volledig rapport exporteren en, indien wenselijk, direct in een document plakken. In het SIG vindt u allerhande cijfers over onder andere Maatschappelijk stage, Voortijdige schoolverlaters, Onderwijs en Kinderopvang. Ook onderwerpen als Kinderen in Tel en Jeugdoverlast zijn terug te vinden in het SIG, via www.spectrum-gelderland.nl/sig. Kinderen in Tel Kinderen in Tel is de Nederlandse versie van ‘Kids Count’, een al langer lopend project in de Verenigde Staten waarbij gelijksoortige vergelijkingen van de Amerikaanse staten worden gepresenteerd. De rangorde van de 431 gemeenten (2008) wordt jaarlijks opnieuw uitgebracht (bron: Verwey Jonker instituut). Op deze manier maakt Kinderen in Tel zichtbaar in welke gemeenten de omstandigheden, zoals kinderen in uitkeringsgezinnen en het aantal meldingen kindermishandeling, verbeteren of verslechteren. Gelderse gemeenten scoren, ten opzichte van de andere Nederlandse gemeenten, steeds beter. Bij de eerste twintig slechtst scorende gemeenten komen geen Gelderse gemeente meer voor. De Gelderse gemeenten Rozendaal en Ubbergen scoren al jaren zeer goed op de Nederlandse ranglijst. Arnhem en Nijmegen zijn de slechtst scorende gemeenten in Gelderland. De ranglijsten van vijf jaar Kinderen in Tel en alle gegevens, per indicator en gemeente, zijn terug te vinden in het SIG. Jeugdoverlast In Gelderland wonen op 1 januari 2010 (voorlopige cijfers) 604.887 jongeren tot 25 jaar. Dit is 30,3% van de totale bevolking. Van deze jongeren is 15% van allochtone afkomst en 10% van de jongeren tot 25 jaar woont in een éénoudergezin.
8
Jeugd in Gelderland • juni 2010
De politie heeft op basis van de shortlist methodiek van bureau Beke jeugdgroepen in kaart gebracht. In 2009 telde Gelderland 228 hinderlijke, 42 overlastgevende en 8 criminele jeugdgroepen. Om een problematische ontwikkeling van jongeren te kunnen voorkomen of terug te dringen, moeten we weten wat de oorzaken en achtergronden daarvan zijn. Vaak gaat het om een samenhangend geheel van factoren/indicatoren. In het SIG staan per gemeente negen risico-indicatoren bij elkaar waarvan bekend is dat deze factoren gezamenlijk kunnen leiden tot ongewenst gedrag bij jongeren. Voor gemeenten zijn deze uitkomsten signalen waarop zij de aanpak voor jeugdoverlast preventief kunnen inzetten. Een voorbeeld hiervan is de voortijdige schooluitval. Is deze hoog, dan zal bij een goede aanpak ook minder kans zijn dat jongeren doelloos op straat lopen. Kortom, heeft u kennis en informatie nodig voor het ontwikkelen van beleid, dan is het raadplegen van het SIG meer dan de moeite waard! Meer informatie Spectrum, Wilmie van der Kuil, tel. (026) 384 62 55 e-mail:
[email protected] www.spectrum-gelderlander.nl/sig
Professional: Jan Doldersum Functie: Trajectbegeleider LeerlingZorgLoket VO Waar: Apeldoorn en regio Jouw werk? Als trajectbegeleider ondersteun ik ouders en leerling na aanmelding bij het LeerlingZorgLoket VO. Ik ben één van de trajectbegeleiders. Het LeerlingZorgloket geeft scholen advies en verzorgt verschillende indicatietrajecten bij verwijzing en verplaatsingen van leerlingen. Het gaat daarbij voornamelijk om leerlingen die extra zorg vragen vanwege gedrags- en/of psychiatrische problematiek. Ik begeleid het proces en coördineer de stappen die nodig zijn voor het verhelderen van de onderwijs- en zorgbehoefte van de leerling.
Hulpverlening en coaching
een VO school. Ik sluit de dag vaak af met een overleg met de gemeente en een zorgaanbieder over een nieuw op te zetten zorgaanbod.
Naast trajectbegeleider heb ik ook een hulpverlenings- en coachingspraktijk. Ook begeleid ik veel intervisie bij teams. Ik werk daarbij vanuit de Gestaltpsychologie. Dit laatste staat voor ‘een totaalbeeld’, waarbij de mens méér is dan de som van de afzonderlijke beschrijfbare en meetbare eigenschappen. Ik werk daarbij sterk vanuit mijn gevoel, kijk naar de mogelijkheden en zoek naar alternatieven. Daarbij is de insteek niet om mensen te veranderen zodat ze perfect passen in hun werk of leefsituatie, maar om mensen te brengen bij hun eigenheid.
Jouw energizer? Ik wil iets overdragen, iets betekenen. Ik werk vanuit mijn gevoel en gebruik het contact met mensen om te helpen bij de verbetering van hun situatie. Wanneer dat lukt en mensen zelf iets gaan doen met wat ik aandraag, dan geeft me dat energie! Het ontwikkelen van structuren en het mooi verwoorden van beleid is niet mijn sterkste kant. Ik werk niet graag binnen een vast stramien maar bepaal mijn aanpak meer aan de hand van de mogelijkheden die ik al werkende zie.
Het belangrijkste voor mij in mijn werk is het zoeken naar de mogelijkheden van de leerling. Natuurlijk is er al van alles misgegaan op school en vaak ook in het gezin, maar ik kijk altijd toekomstgericht en naar de hele persoon. Nadat ik samen met de leerling en ouders heb vastgesteld wat er fout is gegaan, ga ik op zoek naar de dromen en motivatie van een leerling. Van daaruit probeer ik dan met hen te zoeken naar wegen om dat te bereiken. Jouw werkdag? Mijn werkdag bestaat uit gesprekken met leerlingen en ouders en veel overleg. Een gemiddelde dag begint om half acht. Ik check de mail anders kom ik er die dag niet meer aan toe. Vervolgens heb ik dan vaak een gesprek met een leerling over zijn problemen. Om tien uur neem ik deel aan een overleg van een ZorgAdviesTeam op een VO school. Rond de middag voer ik een gesprek met de vader van een leerling over mogelijke oplossingen voor zijn zoon of dochter. Na de middag neem ik deel aan een overleg van een ZorgAdviesTeam op
De professional
Jeugd in Gelderland • juni 2010
9
Stelseldiscussie en Afsprakenkader Jeugdzorg 2010 - 2011
Tekst: Hemmo Sander
Het debat over het stelsel rond de zorg voor jeugd is opnieuw in volle hevigheid losgebarsten. De kwestie is of de zorg voor jeugd en de aansturing hiervan op de juiste wijze zijn georganiseerd. De gemeenschappelijke noemer in de discussie betreft twee punten. De hulp voor jeugd is op dit moment te verkokerd qua uitvoering, regelgeving en financiering. Daarnaast is de druk op de gespecialiseerde zorg voor jeugd te groot. Daarom moet het eigen oplossend vermogen van cliënten binnen het eigen sociale netwerk worden versterkt. De ministerraad heeft recent de kabinetsvisie op de toekomst van de zorg voor jeugd toegezonden aan de Tweede Kamer. Kabinetsvisie Het voorstel is om de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de Jeugdzorg op termijn bij gemeenten te leggen. Daarbij kiest het kabinet er voor om de gedwongen jeugdzorg en de Jeugd-GGZ niet bij gemeenten onder te brengen. Ook is er extra inzet nodig in het verder ontwikkelen van kwaliteit en profes-
10
Jeugd in Gelderland • juni 2010
sionaliteit in de jeugdzorg. Om een dergelijke ingrijpende stelselwijziging te realiseren, wordt een overgangsperiode voorgesteld van enkele jaren. In die periode (eindperspectief 2018) moeten gemeenten voldoende expertise en kwaliteit opbouwen om hun nieuwe bestuurlijke verantwoordelijkheden te kunnen dragen, aldus demissionair minister Rouvoet. Het geld voor jeugdzorg zal in het eindperspectief rechtstreeks naar gemeenten gaan. Parlementaire werkgroep Op 18 mei 2010 is het rapport van de Parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, ‘Jeugdzorg dichterbij’, verschenen. Deze heeft in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek gedaan naar hardnekkige problemen in de Jeugdzorg. De werkgroep adviseert om de regie, verantwoordelijkheid en financiering van de Jeugdzorg naar gemeenten over te hevelen. Om verkokering tegen te gaan, adviseert de werkgroep dit ook voor de Jeugd-GGZ en Jeugd-LVG te doen. De hulpverlening in een gedwongen kader, zoals de Jeugdbescherming, moet onder verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid blijven. Hulpverleners moeten meer handelingsruimte en deskundigheid krijgen en
Wachtlijsten
“In Gelderland werken we prima samen met de gemeenten om de jeugdzorg, preventie en nazorg goed op elkaar af te stemmen.” Hans Esmeijer
de indicatiestelling voor vrijwillige hulp moet worden afgeschaft. Een voorstel waarin alle politieke partijen zich kunnen vinden en daarom is het niet eenvoudig voor de nieuwe minister om afwijkend of nieuwe wetgeving te ontwikkelen.
Reactie Provincie Gelderland In het persbericht
van de Provincie Gelderland reageert Gedeputeerde Hans
Esmeijer: “De voorgestelde stelselwijziging leidt tot meer versnippering in de zorg voor jeugdigen in plaats van tot minder. Met de scheiding tussen vrijwillige en gedwongen zorg zetten we de klok weer tien jaar terug, alsof we niet meer weten waarom we die twee juist bij elkaar hebben gebracht.” Een jongere die straks hulp nodig heeft, moet naar een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Nog lang niet alle 430 gemeenten beschikken hierover. Omdat veel gemeenten te klein zijn om deze rol op zich te nemen, moeten ze in regionaal verband gaan samenwerken en creëren daarmee een nieuwe ongewisse bestuurslaag. “In plaats van meer structuur kiest het demissionaire kabinet nu dus voor meer versnippering door de verantwoordelijkheid te verdelen over de honderden gemeenten in dit land.” Ronduit slecht vindt de Gedeputeerde het idee om het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling weg te halen bij Bureau Jeugdzorg, op te splitsen en onder te brengen in nieuw op te richten centra voor huiselijk geweld en bij de Raad voor de Kinderbescherming. “Als er iets heel goed werkt, is het wel ons AMK. Iedere melding leidt meteen tot actie en, indien nodig, tot ingrijpen van Bureau Jeugdzorg, zonder wachtlijsten en wachttijden. Hans Esmeijer concludeert dat het kabinet een goed functionerende structuur vervangt door een andere die nog nergens goed werkt. “Waar gemeenten wel verantwoordelijk waren voor de jeugdzorg, zoals in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag, is dat niet ideaal gebleken. In Gelderland heeft de Provincie niet alleen de wachtlijsten fors verminderd, maar hebben meer jongeren hulp gekregen en is er zwaar geïnvesteerd in preventieve en kwalitatieve trajecten. Precies die dingen die het kabinet zo graag wil. In Gelderland werken we prima samen met de gemeenten om de jeugdzorg, preventie en nazorg goed op elkaar af te stemmen.”
Een voorbeeld van deze (in regionale convenanten met gemeenten overeengekomen) samenwerking is de uitwerking van het landelijk vastgestelde Afsprakenkader Jeugdzorg 2010 – 2011. Afsprakenkader Jeugdzorg Minister Rouvoet en de provincies/stadsregio’s zijn in november 2009 het Afsprakenkader Jeugdzorg 2010-2011 overeengekomen. In dit kader ligt het accent op meer aandacht voor preventie, vroeginterventie, de eigen kracht van het gezin en het zorgen voor minder probleemescalatie en minder opwaartse druk richting zwaardere, duurdere vormen van jeugdzorg. De afspraken uit het Afsprakenkader bieden mogelijkheden en kansen om belangrijke vervolgstappen te zetten op deze punten. Voorbeelden zijn: • De afspraak met provincies om te bevorderen dat ambulante jeugdzorg door tussenkomst van Bureau Jeugdzorg sneller, zonder of met een eenvoudige indicatiestelling, kan worden ingezet in de directe omgeving van de jeugdige. • De afspraak dat provincies via regionale afspraken jeugdzorgbudget beschikbaar kunnen stellen voor eerstelijnszorg. Bijvoorbeeld door gemeenten die een lagere instroom in de Jeugdzorg realiseren, (gedeeltelijk) financieel te compenseren op basis van ‘inverdieneffecten’ in de Jeugdzorg. Afspraken met de regio’s De Provincie Gelderland onderzoekt momenteel op welke wijze zij het beste handen en voeten aan de afspraken kan geven. Gedeputeerde Esmeijer gaat daarom de komende maanden in gesprek met regio’s die op pilot-basis willen samenwerken en een gezamenlijk plan van aanpak, inclusief gedeelde randvoorwaarden, willen uitdenken. Dit om de toeloop naar Bureau Jeugdzorg te verminderen. Het traject loopt tot en met 2011, maar de Provincie gaat er vanuit dat het een opmaat is naar de toenemende hechte aansluiting tussen lokaal Jeugdbeleid en Provinciale Jeugdzorg, ook na 2011. De provinciale inzet kan in dat opzicht als ‘stelselonafhankelijk’ worden betiteld. Meer informatie Provincie Gelderland, Hemmo Sander, tel. (026) 359 93 27 e-mail:
[email protected] www.rijksoverheid.nl (voor de kabinetsvisie)
in de jeugdzorg
www.tweedekamer.nl (voor het rapport ‘Jeugdzorg dichterbij’)
Jeugd in Gelderland • juni 2010
11
De voordeur van het CJG Brummen Tekst: Sigrid Mulder
Het landelijk basismodel biedt gemeenten ruimte voor eigen oplossingen. Hierdoor kunnen zij het Centrum voor Jeugd en Gezin zo natuurlijk mogelijk laten aansluiten bij lopende ontwikkelingen in de zorg voor gezinnen. Hennie Altena is projectmanager en coördinator van het Wmo-loket Wegwijs en tijdelijk medewerker bij het CJG Brummen. Zij vertelt over haar ervaring rondom de aansluiting van het CJG en het Wmo-loket Wegwijs. Zes jaar geleden heeft de gemeente met haar samenwerkingspartners gekozen voor één loket voor alle diensten op het terrein van wonen, welzijn, zorg en inkomen. Dit ‘Wegwijs’ is ondergebracht bij Stichting Welzijn Brummen (SWB). Deze organisatie heeft laagdrempelige centra, die bij de burgers al goed bekend waren, namelijk het gebouw Plein 5 in Brummen en het Tjark Rik Centrum in Eerbeek.
12
Gemeente met lef Door invoering van de Wmo was de gemeente verplicht om een zorgloket in te richten. Zij heeft een goede keus gemaakt, maar ook haar nek uitgestoken door het anders te doen. Geen nieuw loket op het gemeentehuis, maar de Wmo-functie ondergebracht bij het goed lopende ‘Wegwijs’. De naam is veranderd in Wmo-loket Wegwijs. SWB voert de informatie- en adviesfunctie uit voor de diensten huishoudelijke hulp, woonaanpassingen en rolstoelvoorzieningen. En in 2010 is de ontwikkeling van het CJG actueel. De gemeente en de kernpartners (GGD, Verian, BJz) hebben er samen voor gekozen om de voordeur voor vragen over opvoeden en opgroeien ook aan ‘Wegwijs’ te koppelen; een consequente gedachtegang. Géén loket Bij de start van ‘Wegwijs’ is besloten om alle spreekuren hierin op te nemen. Maatschappelijk werkers, mantelzorgondersteuners en de ouderenadvi-
Centrum voor
Jeugd in Gelderland • juni 2010
Complexe opvoedsituatie
seur houden bij toerbeurt spreekuur. De Gehandicaptenraad adviseerde destijds om de cliënten niet aan een loket te woord te staan. Dit advies is opgevolgd tot tevredenheid van alle partijen. Mensen melden zich bij de receptie en nemen plaats tot de Wegwijsadviseur hen ophaalt. Ze worden ontvangen in een huiselijk ingerichte spreekkamer, aan een ronde tafel achter een gesloten deur. Mensen kunnen zo makkelijker praten, omdat niemand kan meeluisteren. Werkwijze De HBO-opgeleide professionals in ‘Wegwijs’ kunnen onafhankelijk adviseren. Ze verkennen de vraag achter de vraag en maken een inschatting. Mensen komen bijvoorbeeld met een vraag over huishoudelijke hulp. De adviseur verkent, of alleen het huishouden niet meer zo goed gaat of dat er ook andere dingen spelen, zoals problemen met wonen, inkomen of problemen die niet direct verwoord kunnen worden. Het gaat om een totaalplaatje. “Door goede mensen in de voordeur te zetten, vinden we dat we cliënten recht doen als ze met vragen komen”, aldus Hennie Altena. CJG binnen ‘Wegwijs’ Met de start van het CJG is de beproefde werkwijze gebleven. Eerst vraagverheldering, indien nodig gevolgd door verwijzing. Wegwijsadviseurs hebben ook het eerste contact met de klant die vragen heeft over opvoeden en opgroeien. De kernpartners van het CJG doen géén spreekuren. De adviseur kijkt of men direct een oplossing kan vinden of dat er meer nodig is en wie dit het beste kan doen. De spreekuurhouders hebben overzicht over alle diensten van alle CJG-kernpartners. Tijdens spreekuren kan direct gebeld of gemaild worden. Goed bereikbaar en laagdrempelig Op de ramen van Plein 5 en bij de ingang staat het logo van het CJG. Bezoekers komen in een hal met een gezellige speelhoek voor jonge kinderen. De receptie is vooraan. Openingstijden zijn elke werkdag ’s ochtends in Eerbeek en ’s middags in Brummen. Daardoor is er behoorlijk volume in de bereikbaarheid van het CJG. Door de samenwerking met ‘Wegwijs’ is er altijd spreekuur; mensen staan niet voor een gesloten deur. Ook de coördinator Huiselijk Geweld draait spreekuren mee. “Soms moeten we spreekuren van elkaar overnemen. Bijvoorbeeld als er sprake is van een melding en hulpverlening op gang moet komen. Dat lukt en daar zijn we ongelooflijk trots op. Jongeren kunnen met hun vragen terecht in het jongerencentrum. De jongerenwerker neemt deel aan het CJG-overleg.”
“De mantelzorgondersteuner kreeg een jong echtpaar met hun dochtertje op het spreekuur met vragen over woonaanpassingen, omdat één van hen gehandicapt was geraakt. Een behoorlijk zware situatie. Achteraf volgt er een nazorggesprek om te horen of het gelukt is met de voorzieningen en hoe het nu gaat. De mensen zijn blij met de gerealiseerde voorzieningen. Zij hebben als ouders vragen over de reactie van hun dochtertje op de nieuwe situatie. Op verzoek heeft een maatschappelijk werker met opvoedingsondersteuning in haar pakket contact opgenomen met hen. Uiteindelijk hebben het gezin en hulpverleners samen de best passende hulp besproken. Een voorbeeld van een ‘Wegwijs’- naar een CJG-vraag.”
Het CJG: Voor kleine en grote vragen over kinderen en jongeren “Een vraag vanuit het Radboud ziekenhuis. Een ernstig ziek kind kan naar huis, mits daar de nodige zorg is. Hoe kunnen we dit organiseren? Het advies: Een zorgbijeenkomst met alle hulpverleners en het gezin. Samen afspraken maken en zorgen dat men elkaar kent. Die bijeenkomst is door het Radboud hier bij het CJG georganiseerd.”
Werk aan de winkel “We zijn er nog lang niet. De voordeur van het CJG is geregeld. Daarachter gaat het om samenwerken; zichtbaarder en nog vanzelfsprekender. Dat is de uitdaging voor de professionals van de verschillende organisaties. Er zijn allerlei lijnen uitgezet, die waren er voor een deel al, maar nu onder de naam CJG. ‘Wegwijs’ is ook CJG of CJG is ook ‘Wegwijs’. Het is ook voor ouders!” Hennie Altena gaat samen met de beleidsmedewerker van de gemeente kijken hoe de schilpartners meer betrokken kunnen worden; onder andere het onderwijs en de eerstelijns gezondheidszorg. Het CJG kan misschien meer betekenen voor bepaalde groepen, zoals jonge nieuwkomers: “Het CJG is een succes als ouders en jongeren hun hulpvragen durven te stellen en vervolgens goed worden geholpen.” Meer informatie CJG Brummen/Eerbeek, tel. (0575) 56 89 29, www.cjgbrummen.nl Spectrum, Sigrid Mulder, tel. (026) 384 62 84 e-mail:
[email protected] www.spectrum-gelderland.nl/dossiers/CJG (CJG ontwikkeling in Gelderland)
Jeugd en Gezin
Jeugd in Gelderland • juni 2010
13
Gastlessen Loverboyproblematiek:
Neppe liefde Tekst: Brechtje Bandell
Sinds enige tijd geeft de 18-jarige Scharisma op diverse scholen gastlessen, getiteld ‘Neppe liefde’. Scharisma vertelt daarin over haar tijd bij een loverboy. Hanno Ambaum geeft les aan studenten van het MBO Sociaal Cultureel Werk op het Graafschap College in Doetinchem. Een gesprek met hem over de gastlessen. Tijdens mijn werk als jongerenwerker ben ik twee meiden tegengekomen die het loverboycircuit in werden getrokken. Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe die jongens te werk gaan en hoe ze die meiden volledig onder controle krijgen. Mijn studenten kunnen in hun toekomstige werk te maken krijgen met kwetsbare meiden. En juist daarom is het belangrijk om te weten hoe ze deze ‘potentiële slachtoffers’ kunnen sterken. Zielig meisje? Bij de start van de les zijn de studenten zenuwachtig, want het onderwerp is zwaar en kan beladen zijn. Ze zien ertegenop, maar zijn ook nieuwsgierig naar Scharisma: Is het een zielig meisje? Wordt ze emotioneel tijdens de les? Als Scharisma de klas binnenkomt, is het stil. De studenten kijken, maar zeggen niets. Scharisma gaat daar gelijk op in: “Jongens, het is een pittig onderwerp, maar een beetje lachen kan geen kwaad.” Een diepe zucht is te horen. “Vertel: Wie heeft er een vriend(in)? Hoe voelt het om verliefd te zijn?” Met derge-
lijke vragen betrekt Scharisma de jongeren bij het thema. De sfeer in de klas wordt luchtiger en het thema komt dicht bij de studenten te staan. De een heeft wel eens een veel te dure roos voor zijn vriendin gekocht en de ander vertelt trots waarom ze verliefd werd op haar vriend.
Loverboys, pak aan! Jonge, kwetsbare meiden die in handen vallen van een loverboy. Het zijn er veel meer dan de officiële cijfers doen vermoeden. Mede door het besef dat het aantal de laatste jaren flink is toegenomen, is er meer aandacht voor jeugdprostitutie, het terrein waar loverboyproblematiek onder valt. Exacte cijfers over het aantal slachtoffers in de jeugdprostitutie zijn echter niet te geven. Dit wordt mede veroor14
Jeugd in Gelderland • juni 2010
zaakt doordat veel slachtoffers zich niet melden bij de hulpverlening, laat staan dat zij aangifte doen. Maar hoe bied je nu de beste hulp? Op verschillende plekken in Gelderland is er inmiddels een gezamenlijke, integrale aanpak met aandacht voor preventie, hulpverlening en dadervervolging tot stand gekomen. In de brochure ‘Loverboys, pak aan!’ komen voorbeelden van Gelderse gemeenten aan de orde,zoals de Apeldoornse aanpak. Hier werd een speciaal meldpunt
De aanpak
van loverb
oyproble
matiek in
Loverbo
Gelderland
ys, pak a
an!
Jonge, kwe tsbare me iden die dan de offi in de han ciële cijfe den vallen rs doen ver van een hulpverlen moeden. loverboy. ers het ove Daar zijn Het zijn r eens. Me steeds me er veel me waar love de door dit er gemeen er rboyprobl besef is de ten, politie ematiek Hoe bied onder valt aandacht en je de bes voor jeug , de laatste te hulp aan dprostitut jaren flin komen? meiden die ie, k toegen Op versch gedwongen omen. illende plek preventie in de pro ken in Gel tot hulpve stitutie zitt derland rlening en is inmidd en of dre igen te daderverv els een gez olging, tot amenlijke Het begr ip loverboy aanpak, stand gek s heeft de van omen. tien jaar
afgelope flink aan n om love bekendh gewonnen. rboys aan eid Helaas, wan te pakken. Loverboy dat de love t dat geef s opereren t aan rboyprob ondersteune immers niet in de grot lematiek probleem n. Wat gebe alleen e steden een reëel is dat well in het wes waar is nog urt er al en het land. icht zelfs ten van is toegenom behoefte Ze zijn over in omvang aan? en. Er is Spectrum al, in stad Ook al is steeds mee geeft met aandacht en dorp. het prob r deze pub voor de aanp leem vaak inzicht in zichtbaa licatie niet direct de problema ak van love boys en de r: daar rwaar men hulpverle tiek, een overzicht analysee ning aan goed van wat offers. In rt en regis slachter op dit eerste insta Geld tree moment rt, blijkt het erland gebe aantal slach ntie ging landelijk in urt en uitz het om toffers hoge e initiatie er nog mee icht op wat ven. Maa r dan verw jaren is men r nodig is r de laatste acht. aanp voor een zich ook ak van love De provincie goede op lokaal meer en rboyprob niveau Gelderlan meer bew lematiek. d wil zich er voor inze ust van de in 2010 noodzaa tten om de k lokale en regionale aanpak van loverboy s te
Loverboys in het leven geroepen. In Tiel is het initiatief genomen voor een ketenaanpak. De aanpak in Nijmegen is vergelijkbaar met die van Apeldoorn.
Vooroordelen Vóór de gastles hebben de studenten vaak een bepaald beeld van de slachtoffers en de daders. Een indruk die bijvoorbeeld heerst is dat daders jongens zijn met een auto, gouden kettingen en veel geld. Slachtoffers zijn zielige meisjes met een moeilijk verleden. Doordat Scharisma zo dicht bij mijn studenten staat, durven de jongeren hun vooroordelen uit te spreken en kritisch naar zichzelf te kijken. Veel jongeren realiseren zich dat zij ook kwetsbaar zijn (geweest). Slachtoffer Tijdens de rollenspellen voelen de studenten hoe het is om slachtoffer te zijn. Dit maakt veel indruk. Een van de scènes gaat over hoe een loverboy het vertrouwen van een meisje herwint. Daarop reageerde één van de leerlingen: “Oh, ik zou mijn vriendje zo weer hebben vertrouwd als hij zo lief voor me was”. Ook wordt samen gekeken naar wat de studenten moeten doen als ze een slachtoffer denken te herkennen. Het is goed dat de leerlingen horen dat ze af moeten stappen van het beeld in de media. Ik geef namelijk ook wel eens een cadeautje aan mijn partner, maar dat maakt me nog geen loverboy. Dankzij deze gastlessen zullen de studenten veel sneller (en beter) kunnen handelen. Ik weet dat ze er alles aan zullen doen om onbevooroordeeld het gesprek aan te gaan. Ook realiseren de studenten zich nu veel beter dat loverboys criminelen zijn waar alleen de politie wat aan kan doen. Scharisma heeft er tijdens de lessen voor gezorgd dat de studenten de kant van het slachtoffer beter begrijpen. Dat is echt de kracht van deze gastlessen! Meer informatie
De Stelling “Als iedere (zorg)instelling zijn jongere binnenboord houdt, is gemeentelijke bemoeizorg overbodig.” John Rosendaal, Lindenhout Regio Berkel IJssel Team 14+ “Jongeren laten zich in deze tijd niet leiden. Jongeren willen in hun streven naar autonomie experimenteren en zelf ontdekken waar hun grens en die van de maatschappij ligt.”
Trui Lange, senior maatschappelijk werker Iriszorg Jongerenteam Nijmegen “Jongeren zijn niet binnenboord te houden bij welke (zorg) instelling dan ook, dat moet je denk ik ook niet willen. Het vraagt maatwerk en meebewegen met jongeren; dat lijkt (bijna) niet te kunnen binnen het huidige aanbod voor jongeren. Daarnaast is bemoeizorg een specifieke methodiek die minder bij jongeren past; maar...., vraag het ze eens zelf!? Aandacht voor jongeren is nooit overbodig!”
Zorgbelang Gelderland, Brechtje Bandell, tel. (026) 384 28 22 e-mail:
[email protected]
Jenneke Verrips, senior beleidsadviseur onderwijs ROC Nijmegen “Zolang de ontschotting tussen de verschillende subsidiestromen niet heeft plaatsgevonden, zal ‘de gemeente’ zich moeten blijven bemoeien met de jongeren die tussen wal en schip vallen.” Meidenopvang Hera heeft sinds kort een meidenopvang waar slachtoffers van loverboys terecht kunnen. Lissette Pouls: “De hulverlening dichterbij brengen en het vertrouwen van de meiden winnen. Dat is iets waar we zeker nog winst kunnen halen.”
Reageren? Stuur uw reactie naar
[email protected]
Spectrum begeleidt en adviseert bij het beantwoorden van vragen over een goede ketenaanpak van loverboys en slachtoffers en bij het uitwerken van en bekendheid geven aan de keten preventie-hulpverlening-dadervervolging. Meer informatie Download de uitgave via www.spectrum-gelderland.nl/publicaties
Jeugd in Gelderland • juni 2010
15
Irini Boxma en Tiny Bouw Tekst: Elise Roelofse
Irini Boxma werkt bij Welvada, het welzijnswerk in Wageningen, als coördinator van Home-Start. Tiny Bouw is wijkverpleegkundige Jeugdgezondheidszorg voor 0-4-jarigen. Zij werkt bij Kruiswerk West Veluwe. Ze vinden elkaar in hetzelfde doel; ouders sterker maken en kinderen kansen bieden. Tiny doet veel huisbezoeken bij gezinnen met jonge kinderen in Wageningen. Haar taak is om de groei en ontwikkeling van deze kinderen te volgen en te begeleiden en ouders daarbij te ondersteunen. Tiny werkt in een team van vier wijkverpleegkundigen die de consulten op het consultatiebureau uitvoeren en zonodig de gezinnen thuis bezoeken. Het consultatiebureau in Wageningen heeft ongeveer 1.400 kinderen van 0 tot 4 jaar in zorg, waarvan tachtig procent alleen de basiszorg nodig heeft en zo’n twintig procent extra aandacht en zorg vraagt. Dat kan door middel van extra ondersteuning van de wijkverpleegkundige zijn, maar ook door een vrijwilliger van Home-Start.
“We krijgen de meeste gezinnen doorverwezen van het consultatiebureau”, zegt Irini. “Ik maak dan kennis met het gezin en leg uit wat Home-Start kan bieden. Dan maak ik een ‘match’ met een vrijwilliger. Ik werf de vrijwilligers, train ze en ik doe ook de begeleiding als ze een gezin ondersteunen.” Verwijzers moeten dus goed weten wat Home-Start is. “Ik zeg vaak tegen de moeder: je krijgt een soort vriendin, iemand die er voor je wil zijn, ook als praatpaal”, zegt Tiny. “Ik zeg niet: je hebt het nodig; maar: ik gun het je!” Bijvoorbeeld een Bulgaars gezin met twee kinderen van vijf en twee jaar dat pas kort in Nederland woont, waar het niet lekker gaat. De moeder zit te veel thuis met de kinderen. Niet dramatisch, maar toch.
“We hebben allebei het gevoel: als ik háár inzet komt het goed.” Tiny Bouw
Of een alleenstaande Nederlandse moeder die moeilijk grip op haar kinderen krijgt. Daar kan Home-Start iets bieden.” Waar kennen jullie elkaar van? “Home-Start bestaat nu al een aantal jaren, ik heb het in Wageningen zien groeien”, zegt Tiny. Irini is nu een jaar als Home-Start coördinator in dienst en heeft een goed contact met de consultatiebureaumedewerkers. Ze kwam Tiny tegen in de klankbordgroep, maar dat heeft Tiny onlangs overgedragen aan een collega. “De meerwaarde is dat er echt preventieve steun ingezet kan worden.” Hoe werken jullie samen? Tiny en haar collega’s sturen standaard een berichtje aan Irini als ze een gezin tegenkomen dat de extra steun van Home-Start kan gebruiken en dat ook wil. Irini neemt dan (zelf) telefonisch contact op met de ouders. Tiny en Irini vinden
16
Jeugd in Gelderland • juni 2010
Partners
Tiny Bouw en Irini Boxma
allebei dat hierdoor de drempel laag is. Er wordt effectief verwezen. “Dat moest ik wel leren”, geeft Tiny toe. “Wie kan ik naar Home-Start verwijzen en wie niet?” In het multidisciplinair (casuïstiek-)overleg is het nog wel eens zoeken naar de positie van Home-Start. HomeStart wil eventueel wel aan het overleg deelnemen, maar alleen als ouders er zelf ook bij zijn. Je moet elkaar daarin vertrouwen, ook als openheid naar ouders minder gemakkelijk is. Tiny: “Ik vraag wel eens aan Irini om bij een gezin langs te gaan, zonder dat ik inhoudelijke informatie geef. In andere gevallen vraag ik aan de ouders of ze het goed vinden dat ik bepaalde gegevens aan Irini doorgeef.” Zij bemoeit zich niet met wat de vrijwilliger van HomeStart precies doet in het gezin. Als de ondersteuning wordt afgesloten, krijgt ze van het consultatiebureau een berichtje hierover van Irini. Waarom een goede partner? “We zijn met hetzelfde doel bezig, dat werkt gewoon goed”, vindt Irini. Er is vertrouwen in elkaar. “We hebben allebei het gevoel: als ik háár inzet komt het goed”, zegt Tiny. “We vullen elkaar aan en hebben elkaar nodig.” De wijkverpleegkun-
“We zijn met hetzelfde doel bezig, dat werkt gewoon goed.” Irini Boxma
digen zien dat de Home-Start vrijwilligers iets anders bieden dan zijzelf, ze hebben vooral meer tijd voor het gezin. “Het is leuk om samen te werken”, vult Irini aan, “je merkt dat je meteen concreet aan de slag kan voor het gezin. Het vertrouwen maakt het gewoon prettig.” Visieverschillen zijn er niet. Het komt wel eens voor dat Tiny merkt dat Home-Start niet voldoende is om het gezin verder te helpen, maar het lukt dan om samen alternatieven te vinden. En de toekomst? Samen: “Allebei in het Centrum voor Jeugd en Gezin zou een mooi perspectief zijn!” Meer informatie Kruiswerk West Veluwe, Tiny Bouw e-mail:
[email protected] Home-Start Wageningen, Irini Boxma e-mail:
[email protected]
in het werk
Jeugd in Gelderland • juni 2010
17
‘Naast de jongere staan!’ Tekst: Jorike Smeitink
Onder het motto ‘Meedoen, dat doe je zelf ’ zet de gemeente Arnhem participatiecoaches in. Zij coachen bewoners uit Arnhemse wijken met de focus op participatie en werk. In gesprek met Mirjam de Vries, adviseur participatieprojecten en Maria van der Post, participatiecoach. In vijf Arnhemse wijken zijn integrale wijkactieplannen opgesteld om de positie van bewoners te verbeteren. Doel is bewoners te stimuleren actief te worden in de maatschappij en, waar mogelijk, (weer) naar school of aan het werk te gaan. Daarvoor werd in augustus 2008 het project ‘Meedoen, dat doe je zelf’ gestart. Onderzoek van TNO Kwaliteit van Leven en het Kennisnetwerk achter de Voordeur, laat zien dat het, naast concrete resultaten voor individuele bewoners, ook effecten heeft op de leefbaarheid in de wijken. De participatiecoaches zijn daarom blij dat zij per 1 januari 2010 voor onbepaalde tijd door mogen gaan.
Het project is een samenwerking van de gemeente Arnhem en het UWV. De groep bestaat nu uit dertien coaches, waarvan twee personen vanuit het UWV gedetacheerd zijn. Coach voor jongeren De participatiecoaches richten zich zowel op ouderen als jongeren. Wel is er voor iedere wijk één coach aangewezen die zich specifiek op jongeren richt. Jongeren hebben namelijk vaak andere problemen. Maria van der Post is contactpersoon voor jongeren in de wijk Geitenkamp. Aanmeldingen komen via allerlei kanalen bij haar terecht, zoals gemeente, wijkagent, jongerenwerk maar ook via jongeren
zelf. Vervolgens vindt een eerste gesprek plaats, bij de jongere thuis of bijvoorbeeld in het jongerencentrum of op een andere centrale plek. Het is de bedoeling zoveel mogelijk achter de voordeur te komen en de jongere te treffen in een voor hem vertrouwde omgeving. In het gesprek staat de leefwereld van de jongere centraal. Welke vragen leven er? Moeten bepaalde problemen met urgentie aangepakt worden? De verwachtingen van beide kanten moeten na het gesprek duidelijk zijn. Hoe het vervolg eruit ziet is in ieder traject anders. Het streven is om gezamenlijk een soort persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen zodat de coaching gericht kan worden op het bereiken van de doelen in dat plan. Maria staat zoveel mogelijk naast de jongere. Ze motiveert, stimuleert, regisseert en denkt mee in mogelijkheden en oplossingen,
“Maria weet hoe ze met jongeren om moet gaan. Ik heb wekelijks contact met haar en ze stuurt me smsjes als ik iets belangrijks te doen heb op die dag.” Daan, 20 jaar
Maria van der Post
maar de jongere moet het zélf doen. Zij moeten ervaren dat ze wat kunnen. Als overdracht naar andere (zorg)partijen nodig is, dan zorgt Maria dat die goed verloopt. Participatiecoaches krijgen de tijd die ze nodig hebben om met een bewoner aan de slag te gaan. Het blijft echter belangrijk om samen de successen te vieren. Er zijn geen regels vastgelegd over de duur van een traject of het aantal contactmomenten met een jongere. Na een intensief gedeelte van een traject is het soms alleen nog nodig om af en toe te sms’en of bellen omdat de jongere zelf zijn weg weer heeft gevonden. Meer informatie www.arnhem.nl/participatieprojecten 18
Jeugd in Gelderland • juni 2010
Agenda
Kort Kindermishandeling: Samen sterk of ieder voor zich?
Ons CJG is een succes! Spectrum, Velp 16 september 2010 Een bijeenkomst voor Gelderse CJG-coördinatoren over de positionering en ambities van het CJG. Een vervolg op de expert meeting van 22 april 2010. Zie ook Kort: Gelders netwerk CJG-coördinatoren. Organisatie: Spectrum Gelderland www.cjggelderland.nl (o.a. voor een verslag van 22 april)
Jongin Atelier Centrale plek in Nederland, nadere informatie volgt 23 september 2010 Op donderdagmiddag 23 september 2010 organiseert Spectrum weer een Jongin atelier voor aangesloten gemeenten en eindredacteuren van Jongin. Tijdens het atelier geven we informatie over de ontwikkelingen binnen Jongin. Centraal staat de evaluatie die deze zomer gehouden wordt onder de gebruikers. Daarnaast worden nieuwe toepassingen gepresenteerd, willen we de ideeën en wensen van de aangesloten gemeenten inventariseren en besteden we aandacht aan lokale promotie en participatie van jongeren. In juli worden de uitnodigingen en een overzicht van het programma verstuurd. Organisatie: Spectrum Gelderland Marga Wanders, tel. (026) 384 63 13 Kijk voor meer bijeenkomsten op: www.spectrum-gelderland.nl/kalender
Op donderdag 27 mei organiseerde de Provincie Gelderland een intersectorale bijeenkomst kindermishandeling met de titel ‘Samen sterk of ieder voor zich?’ Voor deze bijeenkomst waren onder andere bestuurders uit de provinciale jeugdzorg, de (jeugd)psychiatrie, de (jeugd) licht verstandelijk gehandicaptensector, verslavingszorg en wethouders uitgenodigd. De nadruk van de middag lag op het belang van een gezamenlijke visie op de aanpak van kindermishandeling en de urgentie van een gezamenlijke aanpak. Het gaat om verantwoordelijkheid nemen en verantwoordelijkheid delen. Een afvaardiging uit de verschillende sectoren gaat uitwerken wat dit betekent voor de praktijk, waarbij de focus ligt op veiligheid in het gezin. Deze uitwerking wordt in februari 2011 tijdens een vervolgbijeenkomst gepresenteerd.
Gelders netwerk CJG-coördinatoren Op 22 april kwamen vijf coördinatoren van Gelderse Centra voor Jeugd en Gezin bij elkaar op uitnodiging van Spectrum en de provincie Gelderland. Tijdens een lunch werden de eerste successen en dilemma’s uitgewisseld. Conclusie: een bovenregionaal netwerk voor CJG-coördinatoren is zinvol met aansprekende thema’s en inspirerende sprekers. We beginnen donderdagochtend 16 september bij Spectrum. Thema: ‘Ons CJG is een succes!’ Donderdagochtend 9 december bij de Provincie. Thema: ‘Samenwerking: het CJG van ons allen of ieder voor zich?’ Meer informatie
In het volgende nummer...
Spectrum, Sigrid Mulder,
[email protected] Spectrum, Elise Roelofse,
[email protected] www.cjggelderland.nl
Meerderheid kinderen speelt liever buiten
Jeugd Gelde in rland
Over je ug
dbelei
d en je
ugdzor g
• Gedragsbeïnvloedende maatregelen • Kinderwerk • Nazorg
67 procent van de Nederlandse kinderen speelt liever buiten dan binnen. Dat blijkt uit onderzoek van Kidspanel, een online panel van onderzoeksbureau RSVO, onder ruim duizend kinderen van 6 tot 16 jaar. Op de vraag waar hun ideale buitenspeel- of sportplaats aan moet voldoen, antwoorden kinderen dat deze gezellig, glad/vlak, groot, schoon en veilig moet zijn. RSVO stelt dat veilige buitenspeelplaatsen van groot belang zijn voor kinderen. Vooral kinderen die in een huis zonder tuin wonen, zijn op buitenspeelplaatsen aangewezen. Wanneer er onvoldoende veilige plaatsen in de buurt zijn, spelen ze minder vaak buiten dan kinderen die wel een tuin tot hun beschikking hebben.
Jeugd in Gelderland • juni 2010
19
Spectrum en Speelruimte Tekst: Jorike Smeitink Wellicht wat minder bekend, maar Spectrum heeft ook activiteiten op het terrein van Speelruimte. Zo werd er een Masterclass georganiseerd en zijn er regelmatig regionale kennisnetwerken voor ambtenaren in het veld. Ook komt binnenkort de uitgave ‘Natuurlijk spelen’ uit. Afgelopen april organiseerden Spectrum en de Gelderse Sport Federatie (GSF) een Masterclass Speelruimte voor ambtenaren met het thema Spelen in hun pakket. Zij volgden workshops over de thema’s ‘integraal samenwerken’ en ‘het werven van fondsen voor speelruimte’. Daarbij werd onder andere ingegaan op het zoeken naar bondgenoten en het aangaan van samenwerkingsverbanden om ambities financieel gerealiseerd te krijgen. Kennisnetwerken Speelruimte In samenwerking met de GSF organiseert Spectrum regionale
kennisnetwerken voor ambtenaren Speelruimte. Deze vinden twee à drie keer per jaar plaats bij een gastgemeente. Telkens staat er één onderwerp centraal, bijvoorbeeld het ontwikkelen van beleid ‘natuurlijk spelen’ en ‘het openbaar maken van schoolpleinen’. Daarnaast krijgen gemeenten de mogelijkheid om actuele ontwikkelingen te bespreken. Natuurlijk Spelen Kinderen komen buiten andere uitdagingen tegen dan binnen. Buitenspelen is belangrijk voor hun ontwikkeling. Er moet daarom voldoende groene buitenspeelruimte beschik-
baar zijn. Binnenkort verschijnt er een uitgave van Spectrum, ‘Natuurlijk spelen’. Deze biedt geïnteresseerden een eerste kennismaking met dit onderwerp. Aan bod komen de ontwikkeling van kinderen, spelvormen, handvatten voor de inrichting van natuurlijke speelplekken en informatie over wetgeving. Meer informatie Jorike Smeitink, tel. (026) 384 63 24 e-mail:
[email protected] www.spectrum-gelderland/kalender
Colofon Redactieadres Jeugd in Gelderland
Spectrum CMO Gelderland
Over jeugdbeleid en jeugdzorg
Arnhemsestraatweg 19
Nummer 3, juni 2010
Postbus 8007, 6880 CA Velp
ISSN 1879-5641
tel. (026) 384 62 00
[email protected]
Verschijnt vijf maal per jaar
www.spectrum-gelderland.nl
Oplage: 1.300 exemplaren Vormgeving Jeugd in Gelderland is een uitgave van
Gerard Wagemans, BNO, Beekbergen
Spectrum CMO Gelderland en biedt informatie over regionale, provinciale en
Fotografie
landelijke ontwikkelingen rond jeugdbe-
Joppe Fotografie, SEEN, Novy Print
leid en jeugdzorg. De nieuwsbrief wordt gratis toegezonden aan gemeenten en
Er is bij enkele artikelen geen verband tussen
organisaties actief op de terreinen jeugd-
de personen op de foto en de inhoud van deze uitgave.
zorg en jeugdbeleid in Gelderland. Drukwerk Redactie
Advadi, Westervoort
Sigrid Mulder, Jaap Terpstra Het overnemen van artikelen is toegestaan na overleg
Eindredactie
met de redactie.Deze nieuwsbrief komt tot stand in
Marcia Veenhuis
opdracht van de provincie Gelderland.