Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
INHOUDSOPGAVE
INTRODUCTIE
p.
3
ARTISTIEKE VISIE De makers De voorstellingen
p. p. p.
3 3 4
PLANNEN TOT EN MET 2016
p.
5
ONDERNEMERSCHAP Financiën Belang voor Amsterdam Spreiding Verkoop
p. p. p. p. p.
7 7 8 8 9
MARKETING
p.
9
PMP IN HET CULTURELE VELD
p.
11
SAMENWERKINGEN
p.
11
ORGANISATIE
p.
12
CONCLUSIE EN REALISERING AMBITIES
p.
12
2
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
INTRODUCTIE Paradiso Melkweg Productiehuis (PMP) initieert en produceert hoogwaardige multidisciplinaire voorstellingen voor en met het pop- en festivalcircuit, en doet dat met veelbelovende muzikanten en andere getalenteerde podiumkunstenaars. PMP krijgt met weinig financiële middelen veel voor elkaar. Successen van PMP zijn onder andere Project Wildeman, Matthäus Passion – New Generation Remix, The Goddess, Chop Wood en VJ-platform Visual Sensations. In de komende vier jaar blijft PMP doen waar het goed in is en vult dat aan met nieuwe ambities: inhoudelijk samenwerken met het label Excelsior Recordings, meer eigen inkomsten genereren door het publieksbereik te vergroten, nieuwe speelplekken benaderen en een backoffice opzetten voor zelfstandige groepen, die vanuit hun muzikale achtergrond multidisciplinaire voorstellingen voor het pop- en festivalcircuit maken. PMP komt voort uit het in 1997 opgerichte Paradiso Produktiehuis. In 2001 hebben Paradiso en Melkweg hun netwerk, creativiteit en krachten samengevoegd met als doel de programmering van de Nederlandse popsector te verbreden en jong publiek kennis te laten maken met verschillende kunstdisciplines. In tien jaar tijd is PMP uitgegroeid tot een zelfstandige entiteit die zich richt op talentontwikkeling en op een prikkelende manier grenzen verkent van genres, en daarmee een breed publiek weet te bereiken.
ARTISTIEKE VISIE PMP voelt zich aangesproken door de door de Gemeente Amsterdam verwoorde ambitie: talentontwikkeling. Het ziet het als zijn kerntaak zich te richten op het excelleren van afgestudeerd talent binnen de popsector. De projecten van PMP hebben popmuziek als vertrekpunt en/of het poppubliek als doelgroep. Voor PMP refereert pop aan de culturele mentaliteit, in de zin van populair en dicht op de smaak van het publiek. De voorstellingen gedijen in zalen waar een losse sfeer hangt. PMP trakteert bezoekers op hun eigen uitgaansplekken en via de taal die ze spreken op vormen en ideeën die iets extra’s bieden om op zo’n manier hun nieuwsgierigheid te stimuleren. Geleid door de diversiteit van de programmering in de popsector gaat PMP op zoek naar projecten vanuit alle achtergronden, van hiphop en reggae via indie en rockabilly tot alle uithoeken van dance. Het gaat erom dat het eindproduct innovatief is en het bijdraagt aan de ontwikkeling van het repertoire, de maker en het podiumkunstenaanbod. PMP bepaalt aan de hand van de ervaring van de maker, de omvang van het plan en de inschatting van de grootte van het publieksbereik of er eerst een showcase (het voormalige pMp LaB) gemaakt wordt, voordat er een volwaardige voorstelling geproduceerd wordt. Op deze manier houdt PMP de regie op de ontwikkeling van zijn makers en worden relatief kostbare experimenten vermeden. De makers Bij PMP staat het excelleren van veelal Amsterdams talent centraal. Dit is voor PMP niet per definitie gekoppeld aan leeftijd: jonge en gevestigde makers worden gestimuleerd buiten de contouren van hun eigen vak te kijken; ze worden actief gescout en benaderd. PMP selecteert hen op hun muzikale kunde en begeleidt hen bij het ontwikkelen van hun talent in het denken in concepten, spanningsbogen, thema’s, verhaalstructuren en dramaturgie. Om tot volle wasdom te komen is artistieke sturing, tijd, repetitie en bedding nodig, zowel voor de muzikant-kunstenaar als voor de voorstelling. PMP biedt de makers deze inhoudelijke begeleiding, het brengt ze hiervoor in contact met artiesten uit andere podiumkunsten, en het geeft invulling aan de noodzakelijke randvoorwaarden, zoals zakelijke begeleiding, publiciteit, productie, administratie en distributiekanalen. Omdat elk concept en product uniek is en niet inwisselbaar met ander muzikanten of artiesten, geeft PMP de makers begeleiding op maat, zowel artistiek als in voorwaardenscheppende zin Sinds het ontstaan heeft PMP, mede door de uitgebreide kennis van muzikanten en makers in binnen- en buitenland, een scherp zintuig ontwikkeld voor het herkennen van talent dat bij 3
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
machte is een diepere laag bij zichzelf en het publiek aan te boren. Sommige makers, zoals de band LPG en Odilo Girod, zijn van nature al multidisciplinair. Zowel leden van LPG als Girod zijn én popmuzikant én grafisch ontwerper. In de voorstelling Chop Wood combineert Girod liedjes met beeld en tekst. PMP heeft hem artistiek begeleid bij het maken van de voorstelling. Het heeft hem, na inhoudelijke beoordeling van zijn plan gekoppeld aan een regisseur, die hem heeft gestimuleerd in een veel gelaagdere dramaturgie te werken. PMP heeft er daarna voor gezorgd dat Girod’s voorstelling Chop Wood op de meest passende festivals, namelijk de Parade en Oerol heeft gestaan. Op beide festivals is Chop Wood, een voorstelling over slapeloosheid een hit geweest. De Leeuwarder Courant schreef: “Girods liedjes, gespeeld met rugdekking van een toetsenman en een drummer, zijn gelaagde bouwwerkjes die de sfeer van de voorstelling heel goed vangen.” Andere muzikanten willen juist hulp van makers buiten hun eigen scene, zoals de muzikanten van Project Wildeman. PMP heeft mimespeler en regisseur Boukje Schweigman, benaderd voor hun voorstelling, die de Telegraaf een ‘toptraktatie’ noemde. De samenwerking met Schweigman vond de krant ‘een logische stap’. “De muzikanten acteren alsof ze nooit iets anders hebben gedaan.” Vanaf 2013 biedt PMP een backoffice voor vier Amsterdamse groepen: Project Wildeman, Touki Delphine, Tin Men & The Telephone en PiPS:lab. PMP heeft heel specifiek deze groepen gekozen omdat zij artistiek bij de visie en de werkopvattingen van PMP passen Ze hebben allen muziek als uitgangspunt van hun werk, mede omdat zij bijna allen een muzikale opleiding hebben genoten. Hun voorstellingen zijn als het ware transdisciplinair, dat wil zeggen dat alle disciplines een gelijk onderdeel van de voorstelling vormen. Tegelijkertijd gebruiken zij naast kunst, ook wetenschap, technologie of nieuwe media als dragende delen van hun concept. Voor alle groepen geldt dat ze niet in een hokje te stoppen zijn, en dat ze weg van de standaard codes van het theater willen blijven. Daarnaast zijn humor en een bepaalde mate van anarchisme belangrijke onderdelen in hun werk. In hoofdstuk Plannen tot en met 2016 wordt inhoudelijk op het werk van de vier groepen ingegaan. Naast het delen van de expertise met hun, heeft PMP deze groepen ook bij elkaar gebracht om hun ervaring en kennis met elkaar uit te wisselen. Niemand kan bijvoorbeeld voor de technologische obstakels van Tin Men betere oplossingen aandragen dan het ervaren PiPS:lab. Om deze kennisoverdracht te bevorderen initieert PMP drie keer per jaar een bijeenkomst waarin alle groepen bijeen komen en er onderwerpen besproken worden aan de hand van een door PMP op basis van de praktijk gekozen thema. Daarnaast organiseert PMP één keer per jaar een PMP-avond in Paradiso en Melkweg waar alle groepen (een deel) van hun voorstelling spelen, experimenten uitproberen en installaties exposeren. Deze avond wordt aangevuld met andere muzikanten of artiesten waar PMP op dat moment mee werkt. Op deze manier verbindt PMP Amsterdamse makers en tegelijkertijd werkt het aan het verbreden en verbinden van de verschillende publieksgroepen van die makers. De voorstellingen Vier criteria zijn van belang bij de selectie van PMP-voorstellingen: kwaliteit, toegankelijkheid, vernieuwing en dynamiek. Het eerste selectiecriterium, kwaliteit, uit zich in het plan en daardoor in de makers die PMP selecteert. Voor PMP uit kwaliteit zich in originaliteit, creativiteit, durf, uniciteit en trend zettend. Daardoor werkt PMP werkt vooral met geschoolde makers of, zoals meer gangbaar in de popmuziek, muzikanten die al een aantal jaar werkzaam zijn in hun vakgebied. Muzikaal hebben ze hun stem gevonden, maar willen een inhoudelijke stap in hun carrière zetten. Het tweede criterium, toegankelijkheid, is van belang omdat het publiek waar PMP voorstellingen voor tot stand brengt dat verwacht. De projecten moeten op een aantal aspecten direct aanspreken, bijvoorbeeld doordat er een bekende DJ mee doet. Tegelijkertijd wordt inhoudelijk gezocht naar de juiste balans tussen verdieping en toegankelijkheid. Programmeurs van podia en festivals moeten het vertrouwen hebben dat voldoende publiek geïnteresseerd is, en een breed publiek wordt bereikt. En het publiek moet geprikkeld worden doordat het iets 4
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
nieuws of experimenteels ziet, waarmee hun kritisch vermogen en nieuwsgierigheid wordt gestimuleerd. Vernieuwing, het derde criterium, zit hem enerzijds in de artistieke ontwikkeling van de maker, anderzijds in het project. PMP kijkt of het realiseren van een plan een spannende voorstelling oplevert die iets toevoegt aan wat er al is in het pop – en theatercircuit. Uiteraard bezoekt PMP zelf veel concerten, (theater)voorstellingen en exposities om op de hoogte te blijven van wat er muzikaal en artistiek speelt en wat de namen zijn die er toe (gaan) doen. Dynamiek, als laatste criterium, staat voor de dynamiek in de popzaal, de voorstelling moet ook gedijen in een zaal waarin het publiek zich anders beweegt dan in het klassiek theater. Bovendien moet het planningstraject van het project passen binnen de dynamiek van de sector, die snel is in vergelijking met bijvoorbeeld de theatersector. Shows worden soms kort van tevoren geboekt, de interesse van het publiek verschuift snel van de ene band of genre naar een andere. De voorstelling moet dus te realiseren zijn binnen een termijn die bij de sector past.
PLANNEN TOT EN MET 2016 De ambities van PMP voor de komende vier jaar zijn als volgt samen te vatten: 1 2 3 4
programmaverrijking en verdieping publieksverbreding uitbreiding afzetmarkt internationalisering
Dit doet het door nieuwe initiatieven te ontwikkelen, succesvolle projecten te continueren en door showcases te produceren, waarin talentvolle makers kunnen excelleren. Het intensiveert en breidt daarvoor samenwerkingsverbanden uit, onder andere met het label Excelsior Recordings. Het gaat een kenniscentrum en steunpunt bieden voor (pop)muzikanten en bands die zich verder willen ontplooien in het maken van multidisciplinaire voorstellingen. Door ook kindervoorstellingen en voorstellingen met klassieke muziek te produceren vergroot het zijn reikwijdte en publieksbereik. Tegelijkertijd maken ze het mogelijk nieuwe speelplekken op poppodia en festivals te benaderen en uit te breiden met theaters in binnen en buitenland. De artistieke visie, gekoppeld aan bovenstaande ambities en middelen leidt voor PMP tot de volgende projecten. De lijst is niet uitputtend en wordtin lijn met de snelle dynamiek van de sector, aangevuld met nieuwe plannen voor 2015 en 2016. De projecten zijn bij het schrijven van dit plan in verschillende stadia van ontwikkeling. In navolging van de Paradehit My momma loves my guitarsound, waarin Nik van den Berg, net afgestudeerd van de Toneelschool in Maastricht alle clichés van de rockmuzikant wist te bespelen, is hij zeker van een speelplek op de Parade voor zijn nieuwe voorstelling. Met drummer Cesar Zuiderwijk en basgitarist Rinus Gerritsen van The Golden Earring zal Van den Berg zijn mannetje staan tussen ouwe rockgoden. Nik van den Berg speelt vijfenveertig voorstellingen op de Parade in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag in 2013. Singer-songwriter Hanneke de Jong en videokunstenaar Jonas de Witte maken een voorstelling gebaseerd op de film Solaris. Samen met de band Storybox werken ze toe naar een popconcert met video en performance. Solaris, een cultklassieker onder ander verfilmd door Andrej Tarkovsky, gaat over een geheimzinnige planeet die wordt onderzocht door wetenschappers vanuit een om de planeet cirkelend ruimtestation. De onderzoekers lijken te lijden aan psychologische aandoeningen. Langzaam wordt duidelijk dat de entiteit Solaris over een vorm van intelligentie beschikt, die de psyche van de mens weerspiegelt en zijn onverwerkte schuldgevoelens in menselijke vorm aan hem presenteert. Solaris speelt dertig voorstellingen op Oerol en Festival Boulevard in 2013.
5
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
Happy Camper, het succesvolle muziekproject van Job Roggeveen is een prachtige combinatie van muziekstijlen en animatie. De popliedjes, compact en melodieus worden gezongen door een hele serie aan verschillende vocalisten, zoals Leine, Janne Schra, Odilo Girod en uiteraard Roggeveen zelf. De animatiefiguur Manfred, een vriendelijke yeti is de mascotte van Happy Camper en treedt op in de begeleidende video, staat op CD-hoezen en is te zien in clips. Gezien de beschikbaarheid van de verschillende artiesten om te toeren is het aantal voorstellingen ondanks het grote succes beperkt gebleven. Daarom heeft PMP het plan opgevat de drie tekenaars van animatiestudio Job, Joris en Marieke te vragen ook de artiesten te animeren, zodat zij altijd, dan wel live in persoon of als stripfiguur mee kunnen op tour. Happy Camper speelt vijftien voorstellingen in het pop- en festivalcircuit in 2014. In samenwerking met Excelsior Recordings maakt PMP minimaal twee voorstellingen. De eerste is De Veelstegrote Nederbietshow, is een initiatief van Dave von Raven van The Kik (voorheen The Madd) en wordt een theatrale show down memorylane. Oude sixties Nederbeatnummers van ‘Ik heb geen zin om op te staan’ tot ‘Working in the night’ worden gezongen door artiesten, zoals De Staat, Lucky Fonz III en natuurlijk Von Raven zelf. De voorstelling wordt in een theatrale setting gespeeld, waarin de jaren zestig weer tot leven worden gewekt. De Veelstegrote Nederbietshow speelt vijftien voorstellingen in het theatercircuit in 2014. Muzikant en theatermaker Helge Slikker maakt bij PMP een adaptatie van een bekend, klassiek theaterstuk in een concertvorm: Romeo & Julia. Hij bewerkt de tekst van Shakespeare en zet het op muziek. De liedjes vormen samen het verhaal en kunnen ook los als nummer gezien worden. Ze worden gespeeld door een samengestelde band van bekende acteurs/ zangers en popmuzikanten. Slikker wil de inhoud van het stuk zo op een toegankelijke manier bij het publiek brengen, zonder dat het aan theatrale inhoud verliest. Romeo & Julia speelt tien voorstellingen in het pop- en festivalcircuit in 2014. In samenwerking met VocaalLAB, een atelier dat opereert vanuit klassieke muziek, wordt de derde editie van Matthäus Passion van J.S. Bach geremixed door Joost van Bellen en Gerald van der Kaap. In 2003 en 2006 heeft PMP met deze DJ en videokunstenaar het lijdensverhaal met succes geremixed tot een veelbesproken voorstelling. In de nieuwe versie zijn de noten van Bach, de tekst wordt door een dichter herschreven tot een geschiedenis van vandaag. Een zangeres, een DJ, een instrumentaal ensemble, een videokunstenaar en een kinderkoor werken onder leiding van Romain Bisschoff aan dit verhaal over onschuld en opoffering. Matthäus Passion speelt tien voorstellingen in het popcircuit in 2014. Job Roggeveen gaat een kindervoorstelling maken met eigen geschreven muziek, gezongen door hemzelf een band en zelfgemaakte handpoppen. Elke ouder kent de Muppetshow waar elke aflevering een muzikant special guest is. Wie herinnert zich niet het duet van Miss Piggy, volledig in adoratie, met Lionel Richie of Kenny Rogers? Roggeveen wil die sfeer van live muziek en de herkenbaarheid van Sesamstraat-achtige poppen in een eigentijdse uitvoering bij een jong, kinderpubliek brengen. Roggeveen speelt tien keer in het pop- en theatercircuit in 2015. PMP laat frontman Jelle Paulusma een bijzondere, persoonlijke selectie nummers van de band Daryll-Ann bewerken naar het heden. In een serie (theater)voorstellingen worden de nummers in hun nieuwe vorm live uitgevoerd door Paulusma met een ensemble van het Nederlands Philharmonisch Orkest. De nummers krijgen een literaire omlijsting, hiervoor wordt Joost Zwagerman, fan van de band, benaderd. Hij vlecht de ingrediënten live aan elkaar. Paulusma speelt vijftien voorstellingen in het theater- en popcircuit in 2015. PMP deelt zijn kennis en expertise en begeleidt de groepen Project Wildeman, Touki Delphine, Tin Men & The Telephone en PiPS:lab artistiek inhoudelijk en op zakelijk gebied, zodat ze naar zelfstandigheid toegroeien. Behalve PiPS:lab hebben ze concrete plannen.
6
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
Project Wildeman is een eigenzinnige cross-over groep die bestaat uit vier gedreven, jonge artiesten (Robin Block, Sven Hamerpagt, Milan Mes en Maarten Vinkenoog). Ze halen hun inspiratie uit specifieke muzikale en literaire tradities, zoals Afrikaanse percussie, moderne elektronica en spoken word. Live staat Project Wildeman bekend om zijn energieke explosie van rhythm & poetry, puntig jungle-idioom en bijna tranceachtige optredens. PMP produceert in de nieuwe kunstenplanperiode twee voorstellingen met Project Wildeman. De eerste heet Gabber. Het idee is ontstaan na hun optreden op Mysteryland, waar bleek dat het minimalistische en tranceachtige karakter van dance naadloos aansluit bij hun theatertaal. Project Wildeman gaat een 20 minuten durende gabberset maken. Live -gabber, of lijfgabber zoals ze het zelf noemen omdat er veel lichamelijke beweging is. Met vier plakmicrofoons op hun lichaam geplakt kunnen spelen ze gabbersamples af door op hun lichaam te slaan. De set kan ingezet worden als energizer om te avond open te breken op festivals. Daarnaast past deze set uitstekend als comic relief op popavonden. Gabber speelt tien keer in het pop- en festivalcircuit in 2013. Onder de naam Touki Delphine maken Rik Elstgeest, Bo Koek en John van Oostrum, van de voormalige band Kopna Kopna, anarchistische muziektheatervoorstellingen. Een Touki Delphine voorstelling is geen opeenvolging van scènes met een dramatische ontwikkeling, maar heeft eerder de vorm van een montage. Zo experimenteren de leden met nieuwe vormen van podiumkunst. De popvoorstellingen van Touki Delphine worden in samenwerking met PMP gemaakt en beslaan het traject van fondsenwerving tot afwikkeling. De eerste voorstelling is gebaseerd op een CD die de groep heeft opgenomen met muzikant Gerri Arling van Arling en Cameron. Samen met Ward Weemhof, acteur van De Warme Winkel maken zij een theatraal concert. Touki Delphine speelt tien voorstellingen in het pop- en festivalcircuit in 2013. Alle drie de leden van de band Tin Men & The Telephone zijn opgeleid aan het Koninklijk Conservatorium van Amsterdam. Voor Tony Roe, Lucas Dols en Bobby Petrov kan hun muziek niet zonder beeld, het geeft hun jazzy muziek een extra lading. Vanaf zijn piano stuurt Roe live de video aan, waardoor er een spanning optreedt tussen beeld en muziek. Het dagelijks leven is een inspiratiebron voor hun muzikale en visuele optredens. PMP begeleidt Tin Men met hun eerste stappen in het professionele circuit. De eerste voorstelling gaat over de rol van internet en nieuwe media op het wel en wee van de gebruiker. Tin Men & The Telephone speelt tien voorstellingen in het pop- en festivalcircuit in 2014. Het multimedia collectief PiPS:lab is begonnen in het halfduister van de Amsterdamse underground uitgaansscene en is uitgegroeid tot een begrip in de theater-, muziek- en kunstwereld. Met de computer als mengpaneel en muziek, theater, video, beeld, tekst en een flinke dosis humor als ingrediënten voldoet een project van PiPS:lab nooit aan de verwachtingen. PMP verzorgt vanaf 2013 de boekingen en daarbij behorende publiciteit van de voorstellingen voor het popcircuit, waaronder een project gebaseerd op liedjes van componist Daan van West. PiPS:lab speelt tien voorstellingen in het pop- en festivalcircuit in 2014.
ONDERNEMERSCHAP
Cultureel ondernemerschap is voor PMP al sinds zijn oprichting een belangrijk aspect van de organisatie. Voortgekomen uit de popsector is PMP gewend dat eigen inkomsten een belangrijk onderdeel van de onderneming zijn. Door goed te kijken naar verkoopkansen en spreiding, lukt het PMP een groot deel van zijn financiën uit de markt te halen. Financiën PMP heeft een hoge verhouding eigen inkomsten ten opzichte van subsidiegelden. PMP beoogt voor 213 een eigen inkomstenpercentage van 33%. Het scoort daarmee nu al hoger dan het door de Gemeente Amsterdam vastgestelde normpercentage van 25%. De publieksinkomsten zijn gemiddeld hoog, omdat PMP-voorstellingen onder andere op festivals spelen, die een groot publieksbereik hebben. 7
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
Bovendien werft PMP al sinds zijn oprichting per voorstelling particuliere en publieke fondsen en sponsors die bijdragen in geld of in natura. Bij kleine sponsors liggen de meeste mogelijkheden. PMP zoekt per voorstelling naar bedrijven en organisaties die PMP een warm hart toedragen, zich aangesproken voelen tot het concept van de voorstelling en het belang zien van het ontwikkelen van vernieuwende popvoorstellingen. Zij koppelen graag hun naam aan PMP omdat ze daarmee een specifiek publiek bereiken. Of omdat ze hiermee de band met hun relaties kunnen verstevigen. Op uitnodiging van Amsterdams Fonds voor de Kunst is PMP als pilot betrokken bij voordekunst.nl. Via deze crowdfundingwebsite, heeft PMP ArtCore gerealiseerd, een project van de band LnSaint, waarbij 55% eigen inkomsten zijn gegenereerd. PMP blijft op deze manier zijn projecten bekostigen, waarbij het streven er op is gerichtsteeds meer eigen publieksinkomsten te vergaren en ook andere bronnen aan te boren zoals de mogelijkheden van een ‘vriendenclub’. De doelstelling is tot en met 2016 de eigen inkomsten elk jaar met 1% te verhogen en dus te eindigen op 36% Belang voor Amsterdam De Gemeente Amsterdam hecht aan een productiefunctie gekoppeld aan de twee poppodia Paradiso en Melkweg om multi-poptalent een plek te kunnen bieden in het Amsterdamse, culturele veld. PMP heeft al sinds 1997 een belangrijke rol en functie binnen de keten van scheppen, produceren, programmeren en publieksontwikkeling. Het werkt voor 80% met en voor Amsterdamse makers, het leidt hen op en laat hun talenten excelleren. Daarbij verbindt het hen door middel van zijn gedeelde backoffice. Gemiddeld staat minstens 30% van de voorstellingen in Amsterdam. Door te kiezen voor een samenwerking met Excelsior Recordings heeft PMP nog meer bedding in de stad. Door de relatie met zijn co-founders Paradiso en Melkweg is het verzekerd van R&D, programmering en presentatiemogelijkheden op inmiddels vele podia in de stad. Niet alleen op de podia van Paradiso en Melkweg zelf. Beide zalen participeren in vrijwel het gehele spectrum van de podiumkunsten in Amsterdam, waardoor PMP gebruik maakt van ingangen van ZO! in Zuid Oost tot de Tolhuistuin in Noord. Van Muziekgebouw aan het IJ tot de Sugar Factory. De namen Paradiso en Melkweg helpen bij het genereren en exploreren van publiek, dat voorstellingen te zien krijgt, waar het normaliter niet snel mee in aanraking komt. Spreiding Vanuit Amsterdam bespeelt PMP podia in het hele land. Zalen als Tivoli (Utrecht), Paard van Troje (Den Haag), Vera (Groningen) en Luxor Live (Arnhem) zijn vaste afnemers. Met de popzalen heeft PMP vanaf het begin in 2001 een hechte band opgebouwd. Popprogrammeurs staan erom bekend een neus te hebben voor hoeveel bezoekers een bepaalde band trekt. Dit maakt hen een zeer belangrijke bron van informatie voor PMP. In de loop der jaren is het netwerk van PMP in de sector steeds verder uitgebreid en spelen de programmeurs van de zalen als scout en co- promotor een steeds belangrijkere rol. Reizend theaterfestival De Parade ziet de projecten van PMP een belangrijke rol vervullen in hun programmering. PMP biedt hen toegang tot een nieuwe groep artiesten. PMP heeft van De Parade carte blanche gekregen. Ook festivals als Oerol, Lowlands en Over het IJ Festival zijn vaste afnemers. Op dit soort festivals worden meerdere voorstellingen op een dag gespeeld, dat garant staat voor veel en divers publiek. Bovendien bezoeken de programmeurs van de popzalen en theaters deze festivals op zoek naar interessante voorstellingen en makers om te boeken voor het nieuwe seizoen. PMP gaat zijn voorstellingen steeds meer aanbieden aan het theater, waar bands de laatste jaren steeds vaker een theatertour maken en een ander publiek bereiken. PMP sluit met zijn voorstellingen aan bij deze ontwikkeling. Het ziet bovendien kansen in het theater omdat door de bezuinigingen veel kleinschalig aanbod daar wegvalt en theaters in het land het moeilijker zullen krijgen hun programmering op niveau rond te krijgen. Internationaal heeft PMP veel contacten en speelmogelijkheden opgebouwd door samen te werken met het internationale recordingsproject In a Cabin With. Hiermee zijn onder andere 8
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
contacten gelegd in Moskou met het cultureel centrum TsEKh. Ook China en Canada behoren tot het ontwikkelingsgebied, waar PMP met onder andere Odilo Girod en In a Cabin With voorstellingen gespeeld heeft. Door de jaren heen heeft PMP bovendien op festivals als Pixelache in Helsinki, Transmediale in Berlijn en CYNETART in Dresden gespeeld, waar het goede contacten mee onderhoudt. Inmiddels zijn ook contacten gelegd met Sziget in Boedapest. PMP werkt samen met de Deense groep WEGO, die eerder Europees genoemd kan worden met leden uit vijf verschillende landen. Hierdoor zijn contacten gelegd met Entre Scenen in Aarhus en Danses Hus in Kopenhagen. Deze samenwerking zorgt er bovendien voor dat de naam van PMP bekend blijft bij de organisaties die aangesloten zijn bij Kedja, een Noord-Baltisch platform van culturele centra waar de ontwikkeling van dans gestimuleerd wordt door andere disciplines, waaronder live muziek te integreren. De projecten van PMP lenen zich door hun vaak Engelstalige voertaal of zelfs afwezigheid van taal uitstekend voor een internationale markt. Na tien jaar vindt PMP het tijd dit internationale traject te intensiveren. Vanuit Neu Kölner Oper in Duitsland is inmiddels interesse getoond voor een samenwerking met PMP en Project Wildeman. Via het netwerk van de Melkweg van Europese culturele centra, Trans Europe Halles, staat PMP bovendien in contact met podia in 29 Europese landen. Hier zijn contacten voortgevloeid met Proekt_Fabrika in Moskou, Arts Printing House in Vilnius en La Friche la Belle de Mai in Marseille. PMP werkt in de toekomst intensief verder aan een relevant Europees netwerk. Verkoop PMP produceert alleen voorstellingen als er een markt voor is. Elke concept wordt van tevoren getoetst bij de programmeurs die de voorstellingen af gaan nemen. PMP enthousiasmeert deze groep onder andere door één keer per jaar, tijdens Eurosonic-Noorderslag, een diner voor leden van de Vereniging van Nederlandse Poppodia en Festivals, zakelijke relaties en makers te organiseren. Tijdens dit diner worden directeuren, programmeurs en marketeers getrakteerd op een project van PMP. Zo ervaren zij in de praktijk wat de meerwaarde van een voorstelling van PMP voor hun popzaal is en weten zij uit eigen ervaring de juiste publieksgroep te benaderen. De rest van het jaar heeft PMP contact met programmeurs via telefoon, borrels, voor en na concerten en voorstellingen. Steeds wint PMP informatie in om voeling te houden met de afzetmarkt te blijven, en zo de mogelijkheden voor verkoop steeds goed te kunnen inschatten. Uit deze intensieve contacten is naar voren gekomen dat er de behoefte bestaat vraag en aanbod optimaler op elkaar af te stemmen. Daarom onderzoekt PMP de mogelijkheid pakketten (double en triple bills) met meerdere voorstellingen aan de zalen aan te bieden, mogelijk aangevuld met bands van Excelsior Recordings. De samenwerking met dit label, dat een sterke band heeft in het alternatieve popcircuit en een breed netwerk heeft, leidt naar verwachting ook tot nieuwe speelplekken.
MARKETING Popcultuur is allang niet meer voorbehouden aan jongeren, ook opa’s en oma’s zijn tegenwoordig opgegroeid met popmuziek. PMP maakt voorstellingen voor iedereen die van popmuziek houdt, die alles wat links en rechts van de mainstream te vinden is in de gaten houdt. Voor de popliefhebber vanaf 16 jaar die altijd op zoek is naar nieuwe geluiden, nieuwe namen, die op zoek is naar experiment en die behoefte heeft uitgedaagd te worden. Het zijn mensen die muzikaal breed geïnteresseerd zijn, ze bezoeken veel concerten, regelmatig muziekfestivals en gaan ook af en toe naar theater. Het zijn hoogopgeleide, cultureel geïnteresseerden. Ze gebruiken veel internet voor hun informatievoorziening, lezen kranten en tijdschriften en zijn redelijk maatschappelijk betrokken. Het festivalpubliek is een belangrijke doelgroep voor PMP. Zij gaan voor de beleving van een festival en staan open voor alles wat het festival aanbiedt. Het keurmerk van het festival staat voor hen voor kwaliteit. Zij gaan dus vaak uit nieuwsgierigheid naar voorstellingen die ze niet kennen. Op het moment dat een voorstelling goed is, doet mond-tot-mondreclame het verdere 9
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
werk. Zo kende niemand nieuwkomer Nik van den Berg op de Parade van 2011. Door de strakke show en zijn enorme podiumpresentatie was de voorstelling direct een succes bij publiek en tien dagen lang uitverkocht. Op deze manier werkt PMP ook aan de positie van de makers. Ook internationaal publiek vindt zijn weg naar de voorstellingen van PMP. Elke voorstelling is te zien in Paradiso en/of Melkweg, plekken die door popcultuur geïnteresseerde toeristen bezocht worden. Omdat PMP-voorstellingen drijven op muziek, kunnen ze goed begrepen worden door niet-Nederlandstaligen. Via de marketing van de popzalen wordt het buitenlandse publiek op de hoogte gebracht. Met de uitbreiding naar de theaterzalen ziet PMP drie nieuwe doelgroepen: de podiumkunstliefhebber die nooit naar een popzaal gaat, klassiek georiënteerd publiek en kinderen vanaf zes jaar. De kinderen van nu hebben allemaal ouders die opgegroeid zijn met popmuziek. Door festivals als Into the Great Wide Open, dat speciale muzikale kinderprogramma’s organiseert, blijkt dat deze hun kinderen graag in aanraking willen laten komen met popmuziek en de daarbij behorende popcultuur. De markt voor kindervoorstellingen, die vanuit popmuziek gemaakt worden, ligt goeddeels open. Via zulke voorstellingen kan PMP bovendien toekomstig publiek voor de andere PMP-voorstellingen kweken. Door de samenwerking met VocaalLAB en NedPhO boort PMP een nieuw, klassiek georiënteerd, publiek aan, dat zich mengt met uitgaanspubliek. De podiumkunstliefhebber die nooit naar de popzaal gaat laat zich leiden door de smaak en expertise van de programmeur van het theater. Ze gaan voor een gezellige avond uit, en staan open voor iets nieuws, mits er een bepaalde herkenning is. De strategie van PMP om deze doelgroepen te bereiken is gebaseerd op twee pijlers: de artiesten met hun voorstelling en het merk PMP. De naam van de maker is een zeer belangrijke pijler, het publiek wordt aangetrokken door de artiest en de voorstelling. De herkenning die deze artiest oproept is van onschatbare waarde voor het bereiken van het juiste publiek. Aangezien PMP vooraf nauwkeurig de artiest en zijn concept selecteert en toetst bij de programmeurs van zalen en festivals, gebruikt PMP de daar heersende kennis over de te benaderen doelgroep. Deze wordt bij elke voorstelling opnieuw geanalyseerd en bepaald. Waar eerst alleen de artiest en de voorstelling prominent voor het voetlicht werden gebracht, ziet PMP nu een grotere rol voor het merk. PMP profileert zich als merk dat de popliefhebber in de gaten moet houden om nieuwe, spannende producties te bezoeken of te programmeren. De naam Paradiso Melkweg Productiehuis is inmiddels een kwaliteitslabel, het is een entiteit op het gebied van alles dat meer dan popmuziek is. Gekoppeld aan de twee grootste podia van Nederland staat het voor laagdrempeligheid, een breed en divers publiek en heel belangrijk: het rock ‘n’ roll gevoel. Die uitstraling wil PMP verder uitdragen. Het logo wordt prominenter ingezet op de promotiematerialen en binnen de verschillende communicatiekanalen. Het wordt een stempel dat als keurmerk gebruikt wordt. Om de strategie uit te voeren maakt PMP gebruik van drie kanalen: de makers, de zalen en festivals, en PMP. Deze drie kanalen voeren ieder hun eigen marketingstrategie en communicatiebeleid, die onder andere bestaat uit doelgerichte promotie en publiciteit. Onderling worden ze goed op elkaar afgestemd. De (pop)muzikanten die bij PMP een voorstelling maken hebben vaak een eigen achterban. Nooit was het makkelijker om die groep te bereiken. Een paar berichtjes op Twitter, Facebook en/of website en alle fans zijn op de hoogte van de voorstelling. En omdat social media als een olievlek werken, worden ook de vrienden van fans bereikt, en de vrienden daar weer van. De afnemers van PMP-voorstellingen hebben een goed lopende marketingmachine. De popzalen hebben websites die up to date zijn en door popliefhebbers uit heel Nederland aandachtig in de gaten gehouden worden. Bovendien maken ze ook gericht promotie per doelgroep, en promoten
10
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
ze programma’s via social media. Ook krijgen de zalen en festivals regelmatig persaandacht voor de programma’s. Het derde kanaal is PMP zelf. Per project bepaalt PMP een nieuwe strategie voor de te voeren marketing. PMP voert een actief persbeleid en heeft een breed netwerk met media, van traditionele kranten tot blogs en websites, waaronder 3voor12, KindaMuzik, Subbacultcha, CJP en Gonza Circus. Dit netwerk wordt ingezet om via verhalen, reportages, interviews en aankondigingen de voorstelling bij de juiste mensen onder de aandacht te brengen. De website wordt een steeds belangrijke factor daarin, en staat vol met filmpjes en verslagen van voorgaande projecten en aankondigingen van wat eraan zit te komen. Daarnaast communiceert PMP direct met zijn doelgroep via een maandelijkse, digitale nieuwsbrief met duizend abonnees, en vijfenhalf duizend mensen die PMP volgen op Facebook. Via deze sociale media, en Twitter, bouwt PMP actief aan de relatie met zijn doelgroep. Daarnaast zet het flyers en posters in om het publiek te bereiken dat geïnteresseerd is in de voorstellingen.
PMP IN HET CULTURELE VELD PMP is ingebed in de popsector en opereert inhoudelijk op de scheidslijn van muziek en theater. In de voorstellingen van PMP staat altijd een bepaalde dramaturgie centraal. Dit kan alleen maar door op een manier te produceren die in het theater gangbaar is, namelijk op maat gemaakt. Toch maakt PMP geen muziektheater, zoals Orkater of de Veenfabriek, die ook met muziek en muzikanten werken. Hun projecten hebben theater als startpunt, de groepen opereren in de theaterwereld. Orkater werkt met theatermakers die muzikaal zijn of muziek maken. De Veenfabriek werkt weliswaar met opgeleide muzikanten maar maakt voorstellingen met de focus van een theatervoorstelling. PMP onderscheidt zich heel duidelijk door juist andersom te werken: PMP is ingebed in de popmuzieksector en integreert verschillende, waaronder theatrale disciplines. In het popcircuit profileert PMP zich met de twee andere productiehuizen, Productiehuis Oost Nederland (ON) en Muzieklab Brabant (MLB) als de plek waar ontwikkeling van excellent poptalent centraal staat. Inmiddels oriënteren ON en MLB zich meer op de regio en voelen zich vooral verantwoordelijk voor het talent in hun eigen stad en de provincie. Door de fusie van ON met theaterproductiehuis Generale Oost en het literatuurhuis Wintertuin biedt het jonge makers een plek zich te ontwikkelen, ongeacht hun achtergrond. De popmuziek en de betekenis die daarvan uit gaat staat bij ON daardoor minder centraal dan bij PMP. MLB is gevestigd in Tilburg. Ook dit productiehuis focust zich in de toekomst op de lokale, Brabantse markt door samenwerkingen aan te gaan met Muziekgebouw Eindhoven en de hogescholen in Noord Brabant. Jonge makers staan centraal in tegenstelling tot PMP, die een plek biedt voor jonge én gevestigde kunstenaars, die artistieke en zakelijke begeleiding nodig hebben hun talent te excelleren. Door de herziene focus van beide productiehuizen op lokaal talent en de uitsluiting van muzikanten die een nieuwe stap willen zetten in hun carrière is PMP vanaf 2013 de enige plek waar (pop)muzikanten uit Amsterdam en ver daarbuiten terecht kunnen om hun eigen projecten te realiseren. Het is een plek, midden in het roemruchte Amsterdam, waar zij en de dynamische popsector begrepen worden. Dit maakt dat PMP een unieke positie in de sector heeft. Door zich niet alleen te focussen op de lokale markt biedt het de voornamelijk Amsterdamse kunstenaars ook een nationaal en zelfs internationaal bereik. De spreiding van de drie productiehuizen blijft optimaal, zowel geografisch, als artistiek en in diversiteit van de voorstellingen. Zelfstandig en in samenwerking met ON en MLB werkt PMP ook in de toekomst aan marktverbreding en ontwikkeling.
SAMENWERKINGEN
Paradiso en Melkweg zijn de initiatiefnemers van PMP en hoewel de organisatorische structuur sinds het ontstaan is veranderd, is de band met beide Amsterdamse popzalen hecht. De programmeurs van beide zalen zijn steeds een belangrijke bron van informatie voor PMP. Wie 11
Ondernemingsplan Paradiso Melkweg Productiehuis 2013-2016
zijn goed, wat werkt nu wel en wat werkt niet, wat zijn de nieuwe talenten, waar heeft het publiek behoefte aan? Als een project gerealiseerd is, dan zijn Paradiso en Melkweg vaste afnemers. PMP is gelieerd aan Paradiso R&D, de ontwikkelunit van Paradiso, een initiatief om product- en talentontwikkeling te stimuleren door middel van extra aandacht voor coördinatie en sturing. Door deze band heeft PMP nauwe connecties met Grote Prijs van Nederland, Marmoucha, Sonic Acts, Pera, Likeminds, 5DaysOff, I like to watch, Rocket Cinema, Spin off en Palais Paradiso. PMP maakt hierdoor onderdeel uit van een talentteam dat in elke schakel van de keten vertegenwoordigd is. Door middel van het uitwisselen en delen van knowhow en netwerken wordt de output van elke organisatie op zich tot grotere hoogte gebracht. Een aanzet tot een nieuwe samenwerking is ontstaan tijdens het project DeSpeech van de LPG. De band valt onder het platenlabel Excelsior Recordings, dat in 2011 naar Amsterdam is verhuisd. Excelsior staat in de muziekwereld voor kwalitatieve indiemuziek. Steevast gooien Excelsiorbands en –muzikanten hoge ogen bij zowel critici als het publiek. Excelsior weet als geen ander muzikale talenten tot grote hoogten te laten stijgen. Op dit vlak vinden PMP en Excelsior elkaar. PMP herkent bij een deel van die muzikanten namelijk de ambitie zich verder te ontwikkelen als kunstenaar. Daarvoor kunnen ze nu, via hun platenlabel terecht bij PMP, die deze muzikanten klaarstoomt voorstellingen te maken die verder gaan dan alleen het geven van een concert.
ORGANISATIE PMP is een kleine organisatie van 2,5 fte, bestaande uit een directeur, een uitvoerend producent en een medewerker voor marketing en boekingen. PMP wil zo flexibel mogelijk opereren, de vaste staf blijft daarom beperkt. Per project worden freelancers gezocht die ervaring hebben binnen het genre van de betreffende voorstelling. In aanvulling op de freelance krachten werkt PMP met stagiairs op zowel de productie- als publiciteitsafdeling. Paradiso en de Melkweg zijn de founding partners van PMP en vormen qualitate qua het bestuur. Door een Raad van Toezicht aan te stellen is sprake van een transparante structuur, conform de inrichtingseisen van de Code Cultural Governance. Sinds 2004 deelt PMP een gemeenschappelijke back office met de Grote Prijs van Nederland en Marmoucha. De administratie van PMP wordt uitgevoerd door Stichting Paradiso. Door middel van een dienstverleningsovereenkomst met Paradiso R&D zijn alle zakelijke afspraken geformaliseerd.
CONCLUSIE EN REALISERING AMBITIES De komende periode gaat PMP door met het initiëren en verwezenlijken van nieuwe voorstellingen, en het delen van zijn knowhow met muzikanten die zich artistiek verder willen ontwikkelen. Om de volle breedte van de popmuziek te bespelen, blijft PMP actief nieuwe muzikanten en makers uit alle scenes scouten. Met partner Excelsior Recordings worden voorstellingen gemaakt met en door muzikanten die platen uitbrengen bij het gerenommeerde label. PMP ondersteunt een aantal vaste groepen artistiek en zakelijk, waaronder Project Wildeman en Touki Delphine. Zo wordt de opgedane kennis en contacten, van kennis bij het vinden van geld en sponsoren tot contact met zalen en een persbestand, efficiënt gedeeld in de gehele sector in Amsterdam en wordt voorkomen dat ieder voor zich opnieuw energie en geld steekt in hetzelfde. PMP werkt zo uiterst effectief en rendement verhogend. PMP zet nieuwe stappen en ziet uitbreiding op het gebied van zalen, publiek en internationalisering. Theaters worden in de toekomst ook als speelruimte gezien. Om een breder publiek te bereiken richt PMP zich in de toekomst ook op kinderen, liefhebbers van klassieke muziek en bezoekers van het theater. Met de huidige koers van toegankelijke, artistiek aantrekkelijke, vaak Engelstalige voorstellingen ziet PMP een nieuwe markt in het buitenland. PMP maakt per jaar gemiddeld 4 projecten en speelt gemiddeld 65 voorstellingen, hiervoor vraagt het € 100.000 aan de Gemeente Amsterdam en € 130.000 aan Fonds Podiumkunsten. Makers, programmeurs, publiek en medewerkers van PMP kijken er allen enorm naar uit deze projecten te verwezenlijken. 12