ONDERLINGE WINTERSWIJK W.A. te WINTERSWIJK
Jaarrapport 2013
Inhoudsopgave Blz. Rapport Algemeen Vaststelling jaarrekening voorgaand boekjaar Financiële positie Fiscale positie
3 3 3 3
Verslag van het bestuur
5
Risicomanagement
11
Jaarrekening Grondslagen voor de financiële verslaggeving Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
14 17 19 21 22 28
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst Voorstel resultaatbestemming 2013 Controleverklaring
2
31 32 33
Aan de leden van Onderlinge Winterswijk W.A. Beatrixpark 26 7101 BN WINTERSWIJK
Algemeen Het doel van de maatschappij is haar leden op onderlinge grondslag te verzekeren tegen schade door brand- en aanverwante risico’s aan roerende en onroerende zaken. Verder verleent de Onderlinge haar bemiddeling bij het afsluiten van andere verzekeringen. Vaststelling jaarrekening voorgaand boekjaar In de op 25 juni 2013 gehouden algemene ledenvergadering is de jaarrekening 2012 van Onderlinge Winterswijk W.A. goedgekeurd. Het voorstel tot verdeling van de winst is onveranderd aangenomen. Financiële positie De financiële positie en de ontwikkeling daarvan in het boekjaar is als volgt.
Vlottende activa (exclusief bedrijfsmiddelen) Kortlopende schulden Werkkapitaal
31-12-2013
31-12-2012
1.249.030 256.999 -------------992.031 ========
1.119.394 218.698 -------------900.696 ========
Hieruit blijkt dat het werkkapitaal met € 91.335 is toegenomen. Fiscale positie De over 2013 te betalen vennootschapsbelasting laat zich als volgt berekenen: Resultaat voor belastingen Niet aftrekbaar “gemengde kosten” Dividend Deelneming SOM 2012
3
€
150.459 605 7.874 -------------€ 158.938
€ 158.938 In mindering voor: Opbrengst deelneming SOM 2013 Premierestitutie aan leden Afschrijving onroerende zaak
25.944 83.225 16.130 --------------
Fiscaal belastbaar bedrag
€ 125.299 -------------€ 33.639 ======== € 6.728 ========
Vennootschapsbelasting 2013 (taxatie)
4
VERSLAG VAN HET BESTUUR Algemeen De Onderlinge Winterswijk W.A. (de Onderlinge) heeft ultimo 2013 1608 leden en dat zijn opnieuw 12 leden minder dan een jaar eerder. Deze lichte afname in het ledental valt toe te schrijven aan een vergrijsd ledenbestand. Het aantal variaklanten is gedurende het boekjaar toegenomen van 1215 naar 1247 klanten. De hoeveelheid bemiddelingspolissen groeide van 3836 naar 4123. Het grootste deel van deze toename betreft onveranderd een uitbreiding in SOM polissen. Deze ontwikkeling stemt het bestuur tot tevredenheid. De Onderlinge heeft in 2013 haar 140 jarige bestaan gevierd. Daarmee heeft de Onderlinge haar bestaansrecht bewezen, waarbij zij aangetekend dat de organisatie de nieuwe ontwikkelingen in de verzekeringsbranche nauwgezet volgt en daarop wenst in te spelen. Bestuur Tijdens de Algemene Vergadering op 25 juni 2013 heeft geen bestuursverkiezing plaatsgevonden in het kader van een mogelijke fusie met een collega-onderlinge in 2014. Daarbij is voorgesteld het bestuurderschap van de heren Aarnink en Te Selle, die volgens het reguliere rooster in 2013 zouden aftreden, te verlengen tot het moment dat de voorgestelde fusie is geformaliseerd. De Algemene Vergadering heeft hiermee ingestemd. Gelet op deze ontwikkeling heeft DNB de heren Aarnink en Te Selle vrijgesteld voor de toetsing van geschiktheid, zoals die (per 1 juli 2012) geldt voor zittende bestuursleden van financiële instellingen bij herbenoeming. Herverzekering De herverzekering loopt via bemiddeling van Guy Carpenter in Brussel en bestaat uit een drietal overeenkomsten, welke in het boekjaar 2013, met uitzondering van een wijziging van een herverzekeraar, onveranderd zijn voortgezet. Ten eerste een Quota Share overeenkomst, welke de verzekerde gevaren dekt met een maximale verzekerde som per risico van € 1.250.000. De Onderlinge cedeert en de herverzekeraars aanvaarden 80% Quota Share op boekhoudbasis. Indien in enig tekenjaar het totaal van de schaden in het eigen behoud groter is dan 200% van de eigen behoud premie van dat jaar, zullen de herverzekeraars het meerdere van deze schade ten laste nemen. De herverzekeraars zijn QBE Re (Europe) voorheen Secura S.A., België (75% aandeel) en DEVK Rückversicherungs- und Beteiligungs-AG, Köln, Duitsland (25% aandeel). Ten tweede een Stop Loss overeenkomst, welke de aansprakelijkheid dekt die voortvloeit uit het 20% eigen behoud van het Quota Share contract. De herverzekeraar, DEVK Rückversicherungsund Beteiligungs-AG, Köln, Duitsland heeft een 100% aandeel en vergoedt voor dat deel van de schade voor eigen rekening, voor zover dat de 120% van de eigen behoudpremie overschrijdt. Ten derde de Treaty facilities. Deze overeenkomst dekt de aansprakelijkheid voor risico’s die de dekking onder het Quota Share contract, inclusief het eigen behoud, te boven gaan. Deze surplusdekking, die geldt voor verzekerde risico’s welke de verzekerde som van € 1.250.000 te boven gaan, is tot maximaal € 5.000.000 per risico gedekt. 5
De herverzekeraars zijn QBE Re (Europe) voorheen Secura, België ( 75% aandeel ) en Sirius Internationale Insurance Corparation (Sweden) (25% aandeel). Resultaat Het verzekerde kapitaal is in het boekjaar 2013 met ruim € 24 miljoen gestegen tot een totaal bedrag van € 640.991.359 ( + 3,99%). Het gemiddelde verzekerde bedrag per lid is van € 380.488 gestegen naar € 398.626. Door de stijging van de verzekerde bedragen per risicoadres is het aantal facultatief herverzekerde posten van 60 naar 78 posten opgelopen. Het premie-inkomen groeide in 2013 met 4,38% en kwam daarmee op € 833.975. Het aandeel eigen premie is van € 135.548 naar € 138.976 gestegen. De herverzekeringscommissie is van € 238.096 gestegen naar € 247.865 en is daarmee evenredig toegenomen. De schadeontwikkeling was bijzonder goed ten opzichte van het 10 jarig schadegemiddelde. We kunnen met een bruto ratio van 13,36% spreken over een bijzonder laag schadepercentage en verder is er opnieuw een positieve ontwikkeling op de schadereserveringen uit voorgaande boekjaren geweest. De stelling van het bestuur uit 2010 dat de gevolgen van de uitbreiding in relaties en verzekerde bedragen in de resultaten van de jaarrekening positief zichtbaar zullen worden, is in het boekjaar 2013 opnieuw gerealiseerd. De schadeoorzaken laten in 2013 een nagenoeg gelijk beeld als in het voorafgaande jaar zien. Er 114 schaden voor eigen rekening gemeld t.o.v. 118 in 2012. Het aantal feitelijke branden bedraagt slechts 6. Er zijn 19 gevallen van stormschade, 24 glas-, 24 water-, 21 bliksem/inductie- en 10 diefstalschaden en de rest overige schaden genoteerd. Bij beoordeling van de schadeomvang blijkt dat in 59 gevallen de schade kleiner dan € 500 is, in 22 gevallen ligt de schadeomvang tussen € 500 en € 2.500, in 5 gevallen ligt de schadeomvang tussen € 2.500 en € 5.000, in 2 gevallen ligt de schadeomvang tussen € 5.000 en € 10.000 en tenslotte er zijn 2 gevallen waarbij het schadebedrag groter dan € 10.000 is. In een 22-tal gevallen heeft of zal geen uitkering plaatsvinden. Veelal ligt het schadebedrag beneden het eigen risico. De Onderlinge boekte in het boekjaar 2013 een bruto schadelast van € 111.180. Rekening houdende met de vrijval op de schadereserveringen uit voorafgaande boekjaren komt de schadelast in 2013 uit op € 82.369, waarvan € 66.386 ten laste van de herverzekeraars komt. Voor rekening van de Onderlinge blijft er dan een netto schadelast van € 15.983 over t.o.v. € 18.736 in het voorafgaande jaar. De opbrengst uit bemiddeling bedraagt in 2013 € 120.791 en is in tegenstelling tot de verwachting toch nog met bijna 0,4 % toegenomen. Het bestuur stelt vast dat het afschaffen van de provisie voor impactvolle producten, zoals arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, langzaam begint door te werken in de resultaten uit bemiddeling, ofschoon de inkomsten uit bemiddeling in 2013 licht zijn toegenomen. 6
De opbrengsten uit beleggingen zijn met ruim 3% toegenomen. De deelneming SOM levert ca. 9,8% meer op. De inkomsten uit verhuur van onroerend goed is gestegen vanwege een hogere bezettingsgraad van het onroerend goed. De tegoeden op de spaar- en depositorekeningen leverden, ondanks een hogere inleg, ruim 4% minder rendement op. De personeelskosten zijn slechts met 2,6% gestegen en de overige beheerskosten zijn met 36,2% gestegen. De kostenstijging is in belangrijke mate toe te schrijven aan de werkzaamheden voor de (beoogde) fusie. Daarnaast heeft het bestuur, mede in het belang van haar leden (meer in bijzonder in het buitengebied), besloten om een financiële bijdrage te leveren voor de door de brandweer aan te schaffen bluswatertanks. De afgelopen jaren is de Onderlinge gebleken dat bij grote (woning)branden sprake was van een bluswatertekort. De Onderlinge ziet het als haar taak schadebeperkend op te treden door het nemen van (preventieve) maatregelen. Zonder deze bijdrage van de Onderling zou het langer duren, voordat de brandweer deze watertanks zou hebben aangeschaft. Op 18 december 2013 heeft de brandweer de eerste watertank gepresenteerd, die in de eerste nacht bij een brand in buitengebied van Aalten al met succes is ingezet. De financiële resultaten in het boekjaar 2013 zijn om eerder genoemde reden lager dan in 2012. Het bedrijfsresultaat na vennootschapsbelasting bedraagt € 137.210. Het bestuur stelt aan de Algemene Vergadering voor het overschot als volgt te verdelen; Een premierestitutie van 10% te verlenen, waarmee een bedrag van € 83.225 is gemoeid, Het restant ad. € 53.985 toe te voegen aan de Algemene Reserve. De Onderlinge ziet door toevoeging van het voorgestelde restantbedrag het eigen vermogen met 2,92% groeien. Het totale eigen vermogen komt dan op € 1.904.698. Dat komt neer op 229% van het premie-inkomen. Kapitaaleisen De Onderlinge voldoet ruimschoots aan de geldende solvabiliteitseisen en minimum kapitaalseisen. Solvency II is in aantocht. Op 13 november 2013 hebben het Europese Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie een politiek akkoord bereikt over de Omnibus II Richtlijn (Richtlijn 2009/138/EC). De richtlijn stelt vast dat Solvency II per 1 januari 2016 van kracht wordt. De opbouw van Solvency II kent drie pijlers die onderling samenhangen: Pijler 1 richt zich op de kwantificeerbare risico’s en bijbehorende voorzieningen en kapitaaleisen, waaraan een verzekeraar dient te voldoen. De eisen beslaan zowel de waarderingsgrondslagen voor de balans, inclusief technische voorzieningen en aanwezig kapitaal, alsook de Solvency Capital Requirement (SCR) en Minimum Capital Requirement (MCR). Pijler 2 focust op het risicomanagement en bedrijfsvoering van een verzekeraar. Pijler 3 omvat de eisen ten aanzien van te publiceren informatie en de rapportage aan de toezichthouder. Om tijdig in te spelen op deze nieuwe ontwikkeling heeft de Onderlinge in 2012 deelgenomen aan de Parallel Run Solvency II over boekjaar 2011, welke run zich richt op de eerste pijler van de Solvency II-richtlijn. De SCR voor de Onderlinge bedraagt in 2012 € 483.000, waarmee de Onderlinge ruimschoots aan de vereisten voldoet. 7
Het bestuur heeft in 2013 de interne solvabiliteitseis opnieuw beoordeeld aan de hand van het ORSA-onderzoek (Own Risk and Solvency Assessment), die zich richt op de tweede pijler uit Solvency II. Bij ORSA gaat het om de inrichting van de eigen integrale inschatting van risico’s en solvabiliteit. De Onderlinge heeft in dat verband gekeken naar haar risicoprofiel in relatie tot mogelijke nadelige elementen, zowel van binnen als buiten de eigen organisatie, die van invloed kunnen zijn op de solvabiliteit van de Onderlinge. Zo heeft het bestuur rekening gehouden met het risico dat kan voortvloeien uit reputatieschade en IT. De uitkomst van het ORSA-onderzoek leverde een interne solvabiliteiteis op van € 1.096.000. Hieruit volgt dat de Onderlinge een stabiel financieel fundament heeft. Governance Principes Verzekeraars Verzekeraars dienen te voldoen aan de door het Verbond van Verzekeraars vastgestelde Governance Principes Verzekeraars, ook wel de Governance Code (de Code) genoemd. De Code is een uitwerking van de algemene maatschappelijke gedachte over hoe een verzekeraar zou moeten functioneren. De Onderlinge werkt al sinds jaren in grote lijnen conform de gedachte van de Code. De Onderlinge onderschrijft de Code en heeft gekozen voor een proportionele, bij de Onderlinge passende, toepassing van de Code, toegesneden op de aard, omvang en organisatie van de Onderlinge; een lokale opererende (brand)verzekeraar met 7 bestuurders, 7 medewerkers (1 administrateur, 2 buitendienst, 2 binnendienst en 1 interieurverzorgster) en betrokkenheid van leden doordat de Onderlinge een onderlinge waarborgmaatschappij is. In de directiestatuten zijn de door het bestuur gedelegeerde taken en bevoegdheden voor het dagelijks bestuur en de administrateur opgenomen. De Onderlinge heeft geen raad van commissarissen. Het algemeen bestuur fungeert (in de praktijk) voornamelijk als toezichthouder, vergelijkbaar met die van de raad van commissarissen. De administrateur en de overige medewerkers (behoudens de interieurverzorgster) nemen deel aan programma’s voor permanente educatie. Het bestuur is belast met het risicobeheer. Het beloningsbeleid voor het personeel is vastgesteld door het bestuur (binnen de grenzen van de cao van het Verzekeringsbedrijf) en is marktconform. De vergoeding voor het bestuur wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. In verband met de op handen zijnde fusie worden er geen wijzigingen in de Governance code doorgevoerd. We verwijzen naar onze website voor de verslaglegging omtrent de Governance Principes. Vooruitzichten Het acceptatiebeleid van de Onderlinge is voor het boekjaar 2014 ongewijzigd. Evenals in 2013 heeft bestuur in 2014 besloten de negatieve indexering van verzekerde bedragen voor woningen en bedrijfspanden conform het CBS-indexcijfer los te laten en in plaats daarvan de (index)cijfers voor woningen conform de herbouwwaardemeter 2014 van het Verbond van Verzekeraars toe te passen. Dat leverde dit jaar tijdens de prolongatie een lichte omzetstijging op. Het verzekerde kapitaal is in de eerste zes weken van 2014 gestegen tot bijna € 644 miljoen en het verwachte premie-inkomen voor 2014 gaat richting € 842.000. Er zijn slechts een 13-tal eigen schaden gemeld, waarvoor een bedrag van € 15.000 is gereserveerd. De opbrengst uit bemiddeling lijkt zich te stabiliseren. De trend van het afgelopen jaar waarbij de opbrengst uit bemiddeling onder druk staat, mede doordat voor nieuwe leven- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen geen provisies meer worden ontvangen, lijkt zich verder door te zetten. 8
Als gevolg van het aanhoudende slechte economisch klimaat en de daarmee gepaard gaande lage rentevergoeding is de verwachting dat de rentebaten in 2014 zullen dalen dan wel ten opzichte van 2013 niet zullen stijgen. Met het bestuur van Onderlinge Verzekeringsmaatschappij “Geesteren-Gelselaar” U.A. zijn diverse gesprekken gevoerd in het kader van een mogelijke (juridische) fusie per medio 2014, waarbij Onderlinge Verzekeringsmaatschappij “Geesteren-Gelselaar” U.A. als verkrijgende rechtspersoon het gehele vermogen van de Onderlinge als verdwijnende rechtspersoon onder algemene titel verkrijgt, waardoor de Onderlinge ophoudt te staan (als bedoeld in Titel 7 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek). Administratief zal de fusie met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 ingaan, indien de algemene ledenvergaderingen van beide onderlingen tot de voorgestelde fusie besluiten. In de voorstellen zal de organisatie van de fuserende onderlingen bestaan uit een raad van bestuur (minimaal 1, maximaal 3 aantal leden), een raad van commissarissen (minimaal 3 aantal leden) en een ledenraad (minimaal: 5 afgevaardigden), welk raad wordt gevormd uit de leden (algemene ledenvergadering). De raad van bestuur is belast met de dagelijkse leiding en de raad van commissarissen is de toezichthouder. In de voorstellen zullen in de raad van commissarissen (voorstel aantal: 5 leden) en ledenraad (voorstel aantal: 9 leden) de huidige bestuurders van de fuserende onderlingen zitting nemen. De raad van bestuur zal worden gevormd door de huidige directie van Onderlinge Verzekeringsmaatschappij “Geesteren-Gelselaar” U.A. aangevuld met nog een persoon (voorstel aantal: 2 leden). Zowel de voorgestelde leden voor de raad van bestuur als de raad van commissarissen zijn inmiddels door DNB getoetst en “geschikt” bevonden, zodat zij van DNB zitting mogen in de raden van bestuur en commissarissen. Met de fusie hopen beide onderlingen beter voorbereid te zijn op de toenemende regeldruk van Solvency II. Daarnaast is het bestuur van oordeel dat een fuserende onderlingen tezamen beter kunnen inspelen op de behoeften van de klanten; een breder pakket met meer diversiteit in de premiestelling, waarbij sprake is van risicospreiding (qua gebied). Bovendien zal een fusie op den duur leiden tot kostenbesparingen. Het bestuur heeft als voorwaarde voor de fusie gesteld dat een servicepunt in Winterswijk blijft behouden, zodat de lokale herkenbaarheid blijft gewaarborgd. Aan deze voorwaarde wordt voldaan. De herverzekeringsovereenkomsten zijn met ingang van 2014, mede in verband met de voorgenomen fusie, aangepast in die zin dat de Quota Share overeenkomst is vervangen door een Surplus overeenkomst met een maximale dekking van € 1.875.000 per polis. De dekking geldt voor risico’s welke de verzekerde som van € 75.000 te boven gaan tot maximaal € 1.875.000 per risico. De herverzekeraars zijn QBE Re (Europe) voorheen Secura S.A., België (67,5% aandeel), DEVK Rückversicherungs- und Beteiligungs-AG, Köln, Duitsland (25% aandeel) en Helvetia Schweizerische Versicherungsgesellschaft AG, Zwitserland (7,5% aandeel). De Treaty facilities. Deze overeenkomst dekt de aansprakelijkheid voor risico’s die de dekking onder het Surplus contract, inclusief het eigen behoud, te boven gaan. Deze surplusdekking, die geldt voor verzekerde risico’s welke de verzekerde som van € 1.875.000 te boven gaan, is tot maximaal € 5.000.000 per risico gedekt.
9
Slot Het bestuur dankt de leden voor het in het bestuur gestelde vertrouwen. Verder bedankt het bestuur de medewerkers voor hun grote inzet en toewijding, waardoor de Onderlinge goed heeft kunnen functioneren, hetgeen mede tot uitdrukkelijk is gekomen in een mooi positief bedrijfsresultaat in 2013.
Winterswijk, 6 maart 2014. Het bestuur,
C.E. Tenkink (voorzitter)
w.g.
H. Aarnink (secretaris)
w.g.
H.J. Boukema (penningmeester)
w.g.
J.G. van Eerden
w.g.
R.J. van Eerden
w.g.
H.J.A. ter Huurne
w.g.
H.J. te Selle
w.g.
10
RISICOBEHEERSSTRUCTUUR Onderlinge Winterswijk W.A. (hierna te noemen: de Onderlinge) kent twee soorten klanten, enerzijds de leden welke een brandverzekering bij de Onderlinge hebben gesloten en daarnaast klanten welke uitsluitend polissen via bemiddeling van de Onderlinge bij andere maatschappijen hebben lopen. Het doel is niet om tot een winstmaximalisatie te komen, maar juist om de klanten een goede prijs – kwaliteit verhouding te bieden met daarbij een hoge mate van dienstverlening. De Onderlinge besteedt aandacht en zorg aan een bedrijfsbrede, uniforme en integrale beheersing van risico’s, die zijn verbonden aan de aard van de onderlinge als brandverzekeraar. Het doel van het risicomanagement betekent: de naleving van relevante wet- en regelgeving, het waarborgen van de betrouwbaarheid van de IT systemen, het zorg dragen van efficiënte bedrijfsprocessen. Om bovenstaande doelstellingen te realiseren maakt de onderlinge gebruik van externe partijen en op de markt beschikbare en geaccepteerde risicomodellen. Risicoprofiel van de maatschappij Onderstaand volgt de beschrijving van de belangrijkste risico’s en de wijze waarop deze risico’s worden beheerst. De risico’s zijn geclassificeerd conform de Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM) van de De Nederlandsche Bank. Matching-/renterisico Het gevolg van het niet gematcht zijn van activa en passiva (inclusief off-balanceposten) dan wel inkomsten en uitgaven in termen van rentevoet, rentetypische looptijden, basisvaluta, liquiditeit typische looptijden en gevoeligheid voor ontwikkeling in prijspeil. Het matchingsrisico bij de Onderlinge is laag. De liquide middelen zijn ondergebracht op direct opvraagbare renterekeningen. Er worden voldoende liquiditeiten aangehouden op basis van een prognose. Daarnaast heeft de Onderlinge 2 onroerende zaken als belegging. Ondanks de laag conjunctuur blijven de panden in waarde redelijk stabiel. Marktrisico Het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare financiele instrumenten binnen een (handels)portefeuille. Het beleid omtrent beleggingen is vastgesteld in een beleggingsstatuut. Hierbij is rekening gehouden met voldoende spreiding van risico’s. Dit beleid heeft in de afgelopen drie jaar haar waarde bewezen. De financiële crisis heeft – met uitzondering van lagere rentebaten - nauwelijks negatieve invloed gehad op de financiële situatie en eigen behoud van de onderlinge. De huidige rentevergoeding op liquiditeiten is feitelijk historisch laag. Reden dat het bestuur slechts een beperkt deel van de liquiditeiten voor een iets langere periode heeft vastgezet.
11
Kredietrisico Het risico dat een tegenpartij contractuele of andere overeengekomen verplichtingen (waaronder verstrekte kredieten, leningen, vorderingen, ontvangen garanties) niet nakomt, al dan niet als gevolg van het aan restricties onderhevig zijn van buitenlandse betalingen. De Onderlinge heeft kredietrisico op haar aangesloten leden, bemiddelingsklanten, herverzekeraars en op haar beleggingen. Voor vorderingen op leden en bemiddelingsklanten zijn incassoprocedures opgesteld. Voor herverzekeraars en voor het onderbrengen van beleggingen geldt, dat er wordt samengewerkt met partijen die minimaal over een A-rating (Standard & Poor’s) beschikken. Tevens geldt voor het plaatsen van de liquide middelen een spreidingsbeleid over verschillende bankinstellingen. Op het moment partijen niet meer over een A-rating beschikken, zal de Onderlinge de overeenkomsten afbouwen. Verzekeringstechnische risico Het risico dat uitkeringen (nu, dan wel in de toekomst) niet gefinancierd kunnen worden vanuit premie- en/of beleggingsinkomsten als gevolg van onjuiste en/of onvolledige (technische) aannames en grondslagen bij de ontwikkeling en premiestelling van het product. De Onderlinge beheerst deze verzekeringstechnische risico’s door een adequate systematiek van schadereservering, een solide herverzekeringsbeleid en het evalueren van de premie/schade verhoudingen. Omgevingsrisico Het risico als gevolg van buiten de instelling of groep komende veranderingen op het gebied van concurrentieverhoudingen, belanghebbenden, reputatie en ondernemingsklimaat. De Onderlinge volgt de marktontwikkelingen van de branche en concurrentie en neemt, voor zoveel mogelijk en indien gewenst, passende maatregelen met betrekking tot onderhoud van de portefeuille, teneinde adequaat in te spelen op deze marktontwikkelingen. Daarnaast heeft het bestuur een beleidsplan opgesteld. Dit beleidsplan voorziet in een brede dienstverlening aan de klanten. Operationele risico Het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende procesinrichting dan wel procesuitvoering. Als gevolg van haar beperkte omvang kent de Onderlinge een transparante organisatiestructuur met korte communicatielijnen. Er zijn binnen de processen functiescheidingen en interne controles aangebracht om risico’s te beperken. Uitbestedingrisico Het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden dan wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel wordt geschaad. De voorwaarden waaronder wordt samengewerkt met derden, zijn voor de belangrijkste activiteiten vastgelegd in overeenkomsten (SLA’s). Periodiek zal toetsing en overleg plaatsvinden met de betrokken partijen. 12
IT-risico Het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continue of onvoldoende beveiligd worden ondersteund door IT. De Onderlinge heeft zowel technische als organisatorische maatregelen getroffen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. Dit betreft onder andere het beveiligingsbeleid, interne procedures en calamiteitenplan. Integriteitsrisico’s Het risico dat de integriteit van de instelling dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel de leiding in het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door de instelling opgestelde normen. De Onderlinge heeft procedures waarbij aandacht is voor de beheersing van risico’s op het gebied van fraude en integriteit. Screening van alle nieuwe medewerkers, functiescheidingen, vierogen principe en gedragcodes. Daarnaast is er een compliance officer, die toezicht houdt op de naleving van deze maatregelen. Juridisch risico Het risico samenhangend met (veranderingen in en naleving van) wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van haar rechtspositie, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. De Onderlinge wint bij complexe zaken advies in bij externe juristen. De compliance officer ziet er op toe dat de relevante wet- en regelgeving wordt nageleefd.
13
JAARREKENING GRONDSLAGEN VOOR DE FINANCIELE VERSLAGGEVING Algemeen De jaarrekening wordt opgesteld conform het jaarrekeningregime als bedoeld in BW 2 Titel 9, waarin begrepen afdeling 15. Afdeling 15 behandelt de voorkomende posten in de jaarrekening van verzekeringsmaatschappijen. Bij het opstellen van de jaarrekening is tevens rekening gehouden met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 605, welke richtlijnen voor verzekeringsmaatschappijen bevat. De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva, alsmede voor de bepaling van het resultaat, is de verkrijgingspijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde. Schattingen Bij het opstellen van de jaarrekening dient het bestuur, overeenkomstig algemeen geldende grondslagen, bepaalde schattingen en veronderstellingen te doen die medebepalend zijn voor de opgenomen bedragen. De feitelijke resultaten kunnen van deze schattingen afwijken. Waarderingsgrondslagen van activa en passiva Overige financiële beleggingen Terreinen en gebouwen Beleggingen in terreinen en gebouwen zijn tot 1 januari 2012 gewaardeerd tegen aanschafwaarde, verminderd met de daarvoor berekende lineaire afschrijvingen gebaseerd op de verwachte levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Met ingang van 1 januari 2012 worden beleggingen in terreinen en gebouwen gewaardeerd tegen actueel getaxeerde marktwaarde. Voor verhuurde zaken is de marktwaarde in verhuurde staat opgenomen. Deelnemingen De deelneming, in casu 150 aandelen SOM, wordt gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde gezien het duurzame karakter. Vorderingen en overige activa De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
14
Bedrijfsmiddelen De bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd op aanschafwaarde verminderd met lineair berekende afschrijvingen gebaseerd op de verwachte economische levensduur. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Liquide middelen De liquide middelen staan op betaal-, spaar- of kortlopende depositorekeningen. De middelen staan – incidenteel op zeer korte termijn - ter vrije beschikking. Technische voorzieningen Voor schaden De voorziening voor te betalen schaden bestaat uit het geschatte deel van de gemelde, maar nog niet afgewikkelde schaden, vermeerderd met een voorziening voor schaden die nog niet zijn gemeld en in het boekjaar zijn ontstaan (IBN(E)R). Een forfaitaire voorziening wordt getroffen voor de toekomstige kosten voor het afwikkelen van openstaande schaden per balansdatum. Voorzieningen De voorziening voor latente belastingen betreft latent verschuldigde vennootschapsbelasting over het te ontvangen dividend en over de netto vermogensaanwas van de aandelen SOM vanaf het boekjaar 2010. Verder is er rekening gehouden met de latent verschuldigde vennootschapsbelasting over de herwaarderingsreserve van onroerende zaken.
15
Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Verdiende premies eigen rekening Dit betreft de aan de leden in rekening gebrachte premies en poliskosten, onder aftrek van uitgaande herverzekeringspremies. Schaden eigen rekening Dit betreft de aan verzekerden betaalde uitkeringen en schaden, onder aftrek van aandeel herverzekeraars, rekening houdend met de wijziging in de voorziening voor te betalen schaden. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende activa en worden lineair berekend, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De afschrijvingspercentages bedragen: - Terreinen 0% - Gebouwen 2,5 - 10 % - Bedrijfsmiddelen 15 - 20 % Met ingang van 1 januari 2012 worden beleggingen in terreinen en gebouwen gewaardeerd tegen actueel getaxeerde marktwaarde. Voor verhuurde zaken is de marktwaarde in verhuurde staat opgenomen. Vanaf deze datum vindt er op gebouwen geen afschrijving meer plaats. Kosten toegerekend aan niet-technische rekening Aan de niet-technische rekening zijn kosten toegerekend op basis van individuele personeelskosten en door de werknemers geschatte bestede tijd aan bemiddeling. Verder zijn op basis van een reële inschatting van algemene kosten 35%, van bestuurskosten 20% en van huisvestingskosten 30% toegerekend aan de niet-technische rekening. Vennootschapsbelasting De belasting wordt berekend over het commerciële resultaat vóór belastingen, rekening houdend met fiscale faciliteiten en met goedkeuring door de algemene ledenvergadering van de voorgestelde premierestitutie. Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. In de opstelling wordt de cash flow, die bestaat uit het resultaat na belastingen vermeerderd met afschrijvingslasten afzonderlijk gepresenteerd. Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de rente opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten.
16
BALANS PER 31 DECEMBER 2013 in euro’s, voor winstbestemming ACTIVA
31-12-2013
31-12-2012
Beleggingen Terreinen en gebouwen Voor eigen gebruik Overige terreinen en gebouwen
Overige financiële beleggingen Deelnemingen Ledencertificaten Deposito’s bij kredietinstellingen
195.000 259.805 --------------
195.000 259.805 454.805 -------------
454.805
297.681 100.000 150.000 --------------
280.385 300.000 547.681 -------------
580.385
Latente belastingvordering
18.099
21.325
6.568 9.057 7.874 86.837 -------------
23.499
Vlottende activa Vorderingen Vorderingen uit directe verzekering op: - verzekeringsnemers Vorderingen uit herverzekering Vennootschapsbelasting Overige vorderingen
12.711 55.994 8.289 9.843 --------------
Overige activa Bedrijfsmiddelen Liquide middelen
8.370 6.766 1.144.645 1.068.440 ------------- 1.153.015 ------------- 1.075.206
Overlopende activa Lopende rente
Totaal
17
17.548
27.455
--------------2.277.985 =========
------------2.182.675 ========
PASSIVA
31-12-2013
31-12-2012
Eigen vermogen Herwaarderingsreserve Overige reserve Wettelijke reserves Onverdeeld resultaat
44.823 1.593.086 212.804 137.210 ------------- 1.987.923
44.823 1.520.172 195.508 169.934 ------------ 1.930.437
38.633 25.586 -------------
66.718 49.580 ------------
Technische voorzieningen Technische voorziening voor schaden en kosten - bruto - herverzekeringsdeel
13.047
17.138
Voorzieningen Latente belastingen
20.016
16.402
Kortlopende schulden Schulden aan verzekeraars Schulden uit herverzekering Vennootschapsbelasting Overige schulden
43.560 94.769 118.670 -------------
256.999
------------2.277.985 ========
Totaal
18
34.776 91.641 5.705 86.576 ------------
218.698
------------2.182.675 ========
WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2013 in euro’s TECHNISCHE REKENING SCHADEVERZEKERING 2013 Verdiende premies eigen rekening Brutopremies Af: Uitgaande herverzekeringspremies Premieresultaat
2012
833.975 799.035 694.999 663.487 --------------- 138.976 --------------
Opbrengsten uit beleggingen
-
Schaden eigen rekening Schade-uitkeringen Schaden bruto 110.454 Af: Aandeel herverzekeraars 90.379 Wijziging voorziening voor te betalen schaden en kosten Schaden bruto -28.085 Af: Aandeel herverzekeraars -23.993 Schaderesultaat ---------------
Bedrijfskosten Afschrijvingen Personeelskosten Overige beheerskosten Commissie van herverzekeraars
Resultaat technische rekening schadeverzekering
19
-
291.400 269.714 -207.428 -204.478 -15.983 --------------
2.038 250.369 195.198 -247.865 ------------- -199.740
Toegerekend aan niet-technische rekening
135.548
2.426 243.867 143.099 -238.096 -------------
-18.736
-151.296
154.000 -------------
152.600 -------------
77.253
118.116
NIET-TECHNISCHE REKENING SCHADEVERZEKERING
Resultaat technische rekening schadeverzekering Opbrengsten uit beleggingen Opbrengsten uit deelnemingen Opbrengsten uit overige beleggingen terreinen en gebouwen overige beleggingen
Beleggingslasten Beheerskosten
2013
2012
77.253
118.116
25.944
23.622
46.474 31.243 ------------103.661
44.035 32.564 ------------100.221
2.332 ------------- 101.329
2.184 -------------
98.037
Andere baten Resultaat uit bemiddeling Provisie uit bemiddeling Toegerekende kosten (vanuit technische rekening)
Overige opbrengsten Andere lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat na belastingen
20
120.791
120.328
154.000 -------------
152.600 -------------
-33.209
-32.272
5.086
4.717
------------
-------------
150.459
188.598
13.249 ------------137.210 ========
18.664 ------------169.934 ========
KASSTROOMOVERZICHT in euro’s
2013 bedrag
bedrag Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat na belastingen
2012 bedrag
bedrag
137.210
Aanpassingen voor: Afschrijvingen bedrijfsmiddelen Mutatie voorzieningen Mutatie voorziening latente belastingen Mutatie latente belasting vordering Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Mutatie overlopende activa
2.038 -4.091 3.614 3.226 -63.338 38.301 9.907 -------------
-10.343
------------126.867
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investerings- en beleggingsactiviteiten Deelnemingen -17.296 Overige beleggingen 50.000 Materiële vaste activa -3.642 Kasstroom uit investerings- en beleggingsactiviteiten -------------
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Uitkering premierestitutie Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-79.724 -------------
Mutatie geldmiddelen
Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december
21
169.934
2.426 -2.951 3.328 247.397 3.886 -1.845 -------------
252.241
-------------422.175
29.062
-15.748 -300.000 -9.322 -------------
-325.070
-79.724
-36.511 -------------
-36.511
-------------76.205 =========
-------------60.594 ========
1.068.440 76.205 ------------1.144.645 =======
1.007.846 60.594 -------------1.068.440 ========
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 in euro’s ACTIVA Beleggingen Bedrijfsmiddelen
1 januari 2013 Marktwaarde
Mutaties in boekjaar Investeringen
31 december 2013 Marktwaarde
Verkrijgingsprijs
Voor eigen gebruik
Overige gebouwen Beatrixpark
Overige gebouwen Ratumsestr.
Totaal
195.000 ========
139.805 ========
120.000 ========
454.805 ========
-------------========
-------------========
-------------========
-------------========
195.000 ========
139.805 ========
120.000 ========
454.805 ========
346.216 ========
203.091 ========
121.505 ========
670.812 ========
Genoemde marktwaarden zijn conform de per 9 november 2012 door mevrouw R. Wisse, taxateur te Winterswijk-Kotten, getaxeerde bedragen. Voor zover overige taxatiewaarden bekend zijn, heeft dat betrekking op de waardebepaling conform de W.O.Z. beschikkingen. De waardepeildatum voor het boekjaar 2013 is bepaald op 1 januari 2013. De W.O.Z. waarde voor het pand in eigen gebruik is door de Gemeente Winterswijk bepaald op € 196.000 en de W.O.Z. waarde voor de overige gebouwen Beatrixpark op € 125.000 en de overige gebouwen en terreinen Ratumsestraat op € 192.000.
22
Deelnemingen Boekwaarde aanvang boekjaar Resultaat deelneming Te ontvangen dividend boekjaar Boekwaarde einde boekjaar
31-12-2013
31-12-2012
280.385 25.944 306.329 8.648 297.681 ======
264.637 23.622 288.259 7.874 280.385 =======
De deelneming van 2,8% betreft 150 aandelen nominaal € 453 in de Onderlinge Verzekeringsmaatschappij SOM UA te De Meern en zijn gewaardeerd op netto-vermogenswaarde van € 1.984,54 per aandeel. Deposito’s bij kredietinstellingen SNS Bank, keuzedeposito 1 jaar vast ingaande 20-02-2012 Friesland Bank, Klimspaardeposito, vast ingaande 24-02-2012 Rabobank deposito ingaande 11-11-2013, vast tot 25-02-2017
Latente belastingvordering Boekwaarde begin boekjaar Vordering i.v.m. afwaardering op onroerende zaken Mutatie i.v.m. fiscale afschrijving Boekwaarde einde boekjaar
31-12-2013
31-12-2012
150.000 ----------150.000 ======
150.000 150.000 ----------300.000 =======
21.325 -3.226 ----------18.099 ======
24.551 -3.226 -----------21.325 =======
31-12-2013
31-12-2012
12.711 ----------12.711 ======
6.568 -----------6.568 =======
Vlottende activa Vorderingen Vorderingen uit directe verzekering op verzekeringsnemers Debiteurensaldo
Vorderingen uit herverzekering Afrekening schadebetalingen
23
55.994
9.057
---------------
--------------
55.994 =======
9.057 =======
31-12-2013
31-12-2012
8.648 1.195 ------------9.843 ========
7.874 ----------7.874 =======
Inventaris
Hard- en software
Totaal
50.960 50.403 ---------------557 =========
32.194 25.985 ---------------6.209 =========
83.154 76.388 ---------------6.766 =========
128 ----------------128 =========
3.642 1.910 ---------------1.732 =========
3.642 2.038 ---------------1.604 =========
50.960 50.531 --------------429 =========
35.836 27.895 ---------------7.941 =========
86.796 78.426 ---------------8.370 =========
31-12-2013
31-12-2012
457.770 122.808 409.034 155.000 33 -----------1.144.645 =======
382.638 254.751 430.042 1.000 9 -----------1.068.440 =======
Overige vorderingen OVM “SOM” dividend Belastingdienst, WAO premie
Bedrijfsmiddelen
1 januari 2013 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
Mutaties in boekjaar Investeringen Afschrijvingen
31 december 2013 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
Liquide middelen ABN-AMRO Bank ING Bank Rabobank SNS Bank Kas
24
PASSIVA Eigen vermogen Herwaarderingsreserve Herwaardering onroerende zaken, meerwaarde Saldo per 31 december
Overige reserves Saldo per 1 januari Herwaardering onroerende zaken, minderwaarde Resultaatverdeling vorig boekjaar Toevoeging wettelijke reserve Afname latente belasting vordering Saldo per 31 december
Wettelijke reserves Saldo per 1 januari Mutatie boekjaar Saldo per 31 december
Onverdeeld resultaat Saldo per 1 januari Toevoeging overige reserves Premierestitutie Resultaat boekjaar Saldo per 31 december
25
2013
2012
44.823 -----------44.823 =======
44.823 -----------44.823 ========
1.520.172 90.210 -17.296 ------------1.593.086 ========
1.569.098 -98.204 68.252 -15.748 -3.226 -------------1.520.172 ========
195.508 17.296 --------------212.804 ========
179.760 15.748 -------------195.508 ========
169.934 -90.210 -79.724 137.210 --------------137.210 ========
104.763 -68.252 -36.511 169.934 -------------169.934 ========
2013
2012
Totaalresultaat Op grond van artikel 2:440a BW dient een overzicht van de samenstelling van het totaalresultaat te worden opgenomen. Saldo per 1 januari Onttrokken premierestitutie Toevoeging herwaarderingreserve meerwaarde Onttrokken herwaardering minderwaarde Afname latente belasting vordering Resultaatverdeling boekjaar
1.930.437 -79.724 137.210 --------------1.987.923 ========
Saldo per 31 december
1.853.621 -36.511 44.823 -98.204 -3.226 169.934 -------------1.930.437 ========
Solvabiliteit De Onderlinge voldoet ruimschoots aan de geldende solvabiliteitseisen en minimum kapitaalseisen. Solvency II is in aantocht. Op 13 november 2013 hebben het Europese Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie een politiek akkoord bereikt over de Omnibus II Richtlijn (Richtlijn 2009/138/EC). De richtlijn stelt vast dat Solvency II per 1 januari 2016 van kracht wordt. De opbouw van Solvency II kent drie pijlers die onderling samenhangen: Pijler 1 richt zich op de kwantificeerbare risico’s en bijbehorende voorzieningen en kapitaaleisen, waaraan een verzekeraar dient te voldoen. De eisen beslaan zowel de waarderingsgrondslagen voor de balans, inclusief technische voorzieningen en aanwezig kapitaal, alsook de Solvency Capital Requirement (SCR) en Minimum Capital Requirement (MCR). Pijler 2 focust op het risicomanagement en bedrijfsvoering van een verzekeraar. Pijler 3 omvat de eisen ten aanzien van te publiceren informatie en de rapportage aan de toezichthouder. Om tijdig in te spelen op deze nieuwe ontwikkeling heeft de Onderlinge in 2012 deelgenomen aan de Parallel Run Solvency II over boekjaar 2011, welke run zich richt op de eerste pijler van de Solvency II-richtlijn. De SCR voor de Onderlinge bedraagt in 2012 € 483.000, waarmee de Onderlinge ruimschoots aan de vereisten voldoet. Het bestuur heeft in 2013 de interne solvabiliteitseis opnieuw beoordeeld aan de hand van het ORSA-onderzoek (Own Risk and Solvency Assessment), die zich richt op de tweede pijler uit Solvency II. Bij ORSA gaat het om de inrichting van de eigen integrale inschatting van risico’s en solvabiliteit. De Onderlinge heeft in dat verband gekeken naar haar risicoprofiel in relatie tot mogelijke nadelige elementen, zowel van binnen als buiten de eigen organisatie, die van invloed kunnen zijn op de solvabiliteit van de Onderlinge. Zo heeft het bestuur rekening gehouden met het risico dat kan voortvloeien uit reputatieschade en IT. De uitkomst van het ORSA-onderzoek leverde een interne solvabiliteiteis op van € 1.096.000. Hieruit volgt dat de Onderlinge een stabiel financieel fundament heeft.
26
Kortlopende schulden
Overige schulden Waarborgsommen huurders Vergoedingen bestuur Accountants- en advieskosten Onbetaalde vakantiedagen Diversen Schade Saldo per 31 december
2013
2012
4.450 36.522 13.345 6.797 57.556 ------------118.670 ========
3.250 31.890 11.501 26.189 6.994 6.752 ------------86.576 =======
Niet uit de balans blijkende verplichtingen NHT Onderlinge Winterswijk W.A. is lid van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT). Hieruit vloeit voort dat de Onderlinge zich voor een bedrag van maximaal € 6.371 voor herverzekering garant heeft gesteld als gevolg van terrorismeschaden en voor zover die door de NHT ook als zodanig zijn gekwalificeerd. Voor het boekjaar 2014 staat Onderlinge Winterswijk W.A. in de z.g. 1e layer garant voor een bedrag van € 7.068.
27
TOELICHTING OP DE WINST- EN VERLIESREKENING OVER BOEKJAAR 2013 in euro’s Verdiende premies eigen rekening Brutopremies Brutopremies Poliskosten
2013
2012
832.257 1.718 ------------833.975 ========
797.235 1.800 -----------799.035 =======
Schaden Volgens artikel 2:439 lid 6 BW dient een matrix opgesteld te worden waarin wordt aangegeven op welke schadejaren de uitloop (opgenomen in de winst- en verliesrekening) betrekking heeft (conform RJ 605). Dit wordt weergegeven in de volgende matrix: Schadestatistiek (bruto) Afwikkeljaar Schadejaar 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
2013
2012
-5.900 -11.912 -5.684 -5.315 111.180 -----------82.369 =======
1.682 -3.000 -12.000 -4.207 101.497 -----------83.972 =======
2013
2012
-4.720 -11.912 -4.547 -4.415 91.980 -----------66.386 =======
1.346 -2.400 -12.000 -3.607 81.897 -----------65.236 =======
Schadestatistiek (herverzekeringsdeel) Afwikkeljaar Schadejaar 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
28
Bedrijfskosten Personeelskosten Salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Opleidingskosten Overige personeelskosten Uitkering ziekteverzuimverzekering
Overige beheerskosten Bestuurskosten Huurwaarde kantoor Overige huisvestingskosten Accountants- en advieskosten Reclamekosten Automatiseringskosten Overige kosten
2013
2012
172.127 37.112 24.315 2.051 14.764 -----------250.369 =======
174.138 32.313 23.028 1.603 13.014 -229 -----------243.867 =======
39.981 18.000 10.729 23.976 29.451 14.821 58.240 -----------195.198 =======
35.740 17.600 7.580 29.000 9.039 9.985 34.155 -----------143.099 =======
10.656 20.523 64 -----------31.243 =======
7.770 24.669 125 -----------32.564 =======
6.728 3.614 3.226 -319 -----------13.249 =======
15.336 3.328 -
Opbrengsten uit beleggingen Overige beleggingen Opbrengsten uit beleggingsrekeningen Overige opbrengsten uit liquide middelen Diversen
Vennootschapsbelasting Vennootschapsbelasting verschuldigd over het boekjaar (taxatie) Dotatie latente belasting inz. Deelneming SOM Afname latente belastingvordering Taxatieverschil voorafgaand boekjaar
29
-----------18.664 =======
Overige informatie 2013
2012
4,00 ========
4,00 =======
Gemiddeld aantal werknemers Aantal medewerkers omgerekend naar fulltime basis
Honoraria externe accountant Op grond van artikel 2:382a BW dient er in de rekening een overzicht van de totale honoraria van de externe accountant, zoals genoemd in artikel 1 lid 1a en 1e Wet toezicht accountantsorganisaties, opgenomen te worden. Honoraria onderzoek jaarrekening € 9.900 ( 2012 € 9.900 ) excl. BTW Andere controle opdrachten € 1.550 ( 2012 € 1.450 ) excl. BTW Winterswijk, 6 maart 2014. Het Bestuur:
C.E. Tenkink (voorzitter)
w.g.
H. Aarnink (secretaris)
w.g.
H.J. Boukema (penningmeester)
w.g.
J.G. van Eerden
w.g.
R.J. van Eerden
w.g.
H.J.A. ter Huurne
w.g.
H.J. te Selle
w.g.
30
OVERIGE GEGEVENS Statutaire regeling omtrent de bestemming van het resultaat Verdeling van een overschot Artikel 21 21.1 Indien het totaal van de over een boekjaar ontvangen baten een overschot boven de lasten mocht opleveren, hebben de leden recht op dit overschot, naar evenredigheid van hun aandeel in de premie over het afgelopen boekjaar, tenzij de algemene vergadering op voorstel van het bestuur besluit (een deel van) dit overschot toe te voegen aan de algemene reserve. 21.2 De algemene reserve kan door het bestuur worden gebruikt om tot een spoedige uitkering van schadevergoedingen te geraken en/of ter vermijding van kleine en/of herhaalde omslagen. Artikel 22 22.1 Aan de leden te restitueren overschotten worden aan hen uitgekeerd door tegoed schrijving op de ledenrekening ten name van de betrokken leden, tenzij de algemene vergadering op voorstel van het bestuur besluit tot een andere wijze van verrekening. 22.2 Voorzover de Wet dat toestaat wordt bij beëindiging van het lidmaatschap het aandeel in de ledenrekening van het betrokken lid met hem vereffend binnen een jaar na afloop van het boekjaar, waarin of waarmee het lidmaatschap eindigt. 22.3 Omslagen als bedoeld in artikel 23 kunnen van het aandeel in de ledenrekening worden afgeboekt. 22.4 In geval van liquidatie van de onderneming kan vereffening van de ledenrekening eerst plaatsvinden, nadat alle andere schulden zijn voldaan. 22.5 Van elke betaling van uit de ledenrekening, anders dan op grond van individuele opzegging van een lidmaatschap, dient de Verzekeringskamer te Apeldoorn in kennis te worden gesteld uiterlijk één maand voor de datum van de voorgenomen betaling. Daadwerkelijk betaling kan pas plaatsvinden indien de Verzekeringskamer binnen deze termijn niet te kennen heeft gegeven niet met deze betaling te kunnen instemmen. 22.6 Over de aandelen in de ledenrekening wordt jaarlijks een rente vergoed, waarvan het percentage jaarlijks door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur wordt vastgesteld. 22.7 De bepalingen van dit artikel kunnen slechts worden gewijzigd met instemming van de Verzekeringskamer.
31
Verrekening van een tekort Artikel 23 23.1 Indien de premies en andere inkomsten over het boekjaar niet voldoende zijn voor betaling der schaden en kosten, besluit het bestuur: a. het nadelige saldo geheel of gedeeltelijk ten laste van de algemene reserve te brengen, en/of b. dit nadelig saldo geheel of gedeeltelijk om te slaan over alle leden en degenen, die in het afgelopen boekjaar opgehouden hebben lid te zijn, naar evenredigheid van hun aandeel in de premie over het afgelopen boekjaar. 23.2 Het besluit van het bestuur als bedoeld in lid 1 kan worden uitgevoerd tenzij door de algemene vergadering binnen 30 dagen na het bestuursbesluit, met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, zelf een besluit over het dekken van het nadelige saldo is genomen.
Voorstel resultaatbestemming 2013 Onderlinge Winterswijk W.A. heeft in het boekjaar 2013 een overschot gerealiseerd van € 137.210. Het bestuur stelt aan de algemene vergadering voor om over het boekjaar 2013 een premierestitutie van 10% te verlenen, waarmee een bedrag van € 83.225 is gemoeid en het restant toe te voegen aan de algemene reserve.
Gebeurtenissen na de balansdatum De voorbereiding voor de fusie met de Onderlinge Verzekeringsmaatschappij “Geesteren-Gelselaar” U.A. verloopt naar wens. DNB heeft inmiddels de beoogde bestuursleden en commissarissen getoetst en akkoord bevonden. Het fusievoorstel kan binnenkort bij de Kamer van Koophandel worden gedeponeerd. In de algemene vergadering zal het voorstel tot fusie aan de leden worden voorgelegd.
32
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: Bestuur en de Algemene Ledenvergadering van Onderlinge Winterswijk W.A. te Winterswijk
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2013 van Onderlinge Winterswijk W.A. te Winterswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winsten verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Onderlinge Winterswijk W.A. per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
33
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Utrecht, 6 maart 2014 BDO Audit & Assurance B.V. namens deze,
w.g. E.H.B. Schrijver RA
34