Lesbeschrijving Overzicht Leerjaar
1
Vak
Rekenen en wiskunde
Domein
Verhoudingen
Onderdeel nummer
5 Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen
Lesnummer
22
Titel van de les
Hoe verdelen we de chocoladereep?
Tijd
Eén lesuur met uitloop naar extra lesuur
Lesdoel
De leerling ziet binnen een context de relatie tussen breuken als 1/3, 1/6 en 1/12 en weet binnen deze context bijvoorbeeld hoe vaak 1/6 in een 1/3 gaat en dat 1/3 meer is dan 1/6 of 1/12 (A, B en C) De leerling kan breuken als 3/12, 3/6, 2/3 benoemen en schrijven (A en B)
VSO Kerndoelen Arbeidsmarkgericht Rekenen/wiskunde, kerndoel 4 De leerling leert in betekenisvolle en praktische situaties werken met gangbare breuken, verhoudingen en decimale getallen. Materialen Leerroute A Leraar
PowerPoint les 22. Zie ook de notities bij de PowerPoint. Vier borden Vier repen chocolade van twaalf blokjes: één reep om heel te houden, één reep om in drieën te verdelen één reep om in zessen te verdelen en één reep om in twaalf losse blokjes te verdelen Drie kaartjes met 1/3 erop, zes kaartjes met 1/6 erop, twaalf kaartjes met 1/12 erop
Leerling
Werkblad 22AB
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
1
Leerroute B Leraar
PowerPoint les 22. Zie ook de notities bij de PowerPoint. Vier borden Vier repen chocolade van 12 blokjes: één reep om heel te houden, één reep om in drieën te verdelen één reep om in zessen te verdelen en één reep om in 12 losse blokjes te verdelen Drie kaartjes met 1/3 erop, zes kaartjes met 1/6 erop, twaalf kaartjes met 1/12 erop
Leerling
Werkblad 22AB Een kaartje met daarop 1/3, een kaartje met 1/6 en een kaartje met 1/12 Vier afdrukken van chocoladerepen
Leerroute C Leraar
PowerPoint les 22. Zie ook de notities bij de PowerPoint. Vier borden Vier repen chocolade van twaalf blokjes: één reep om heel te houden, één reep om in drieën te verdelen, één reep om in zessen te verdelen en één reep om in twaalf losse blokjes te verdelen Drie kaartjes met 1/3 erop, zes kaartjes met 1/6 erop, twaalf kaartjes met 1/12 erop Werkblad 22C
Leerling
Vier afdrukken van chocoladerepen Een kaartje met daarop 1/3, een kaartje met 1/6 en een kaartje met 1/12
Voorbereiding •
Gebruik vier repen chocolade waarbij 1 reep heel blijft (een hele), en de andere repen (tijdens de introductie) in drieën, zessen en twaalven verdeeld kunnen worden.
•
Zet vier borden klaar waar de hele en verdeelde reep als de wikkels eraf zijn opgelegd kunnen worden.
•
Maak drie kaartjes met 1/3, zes kaartjes met 1/6 en twaalf kaartjes met 1/12. Voor leerlingen van route B en C vier afdrukken van chocoladerepen
•
Maak kopieën van het werkblad 22AB. Werkblad 22C hoeft niet gekopieerd te worden aan de leerlingen. De uitleg van dit spel op werkblad 22C kan beter door u uitgelegd te worden, dan dat de leerlingen het lezen.
2
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
INTRODUCTIE (5 minuten) Leerroute
A
B
C
Werkvorm
Interactief, groepsgericht
Interactief, groepsgericht
Interactief, groepsgericht
Leerroute A, B en C •
Herinner leerlingen aan het ’feestje‘ van de vorige les. Vertel dat het feestje vandaag nog even doorgaat. Laat een reep chocolade met de wikkel er nog omheen zien. Vraag hoeveel blokjes leerlingen denken dat erin zitten.
•
Laat verschillende leerlingen een schatting maken. Vraag een leerling om door de verpakking heen te voelen en van daaruit te schatten hoeveel blokjes erin zitten.
•
Haal ten slotte de wikkel eraf en constateer samen dat er twaalf blokjes in een hele reep zitten.
Extra suggestie voor leerroute C Laat de borden met repen gedurende deze les op een overzichtelijke plek staan en grijp telkens, ook tijdens de PowerPoint, terug op dit concrete materiaal. Geef elke leerling vier afdrukken van de chocoladerepen waarbij één reep heel gehouden wordt en de andere repen achtereenvolgens in drieën, zessen en twaalven ‘verdeeld’ worden. Vraag steeds hoe we deze delen noemen.
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
3
INSTRUCTIE (15 minuten) Leerroute Werkvorm
Dia’s
A
B
C
Zelfontdekkende
Zelfontdekkende
Zelfontdekkende
instructie
instructie
instructie
1-2, 3-11,12-14, 16-23
1-2, 3-11,12-14, 16-23
1-2, 3-11
Leerroute A, B en C •
Leg de uit de wikkel gehaalde reep op één van de borden. Benadruk dat het een hele reep is. Hoe noem je zo’n hele reep? Eigenlijk noem je een hele ook gewoon 1. Pak een kaart waarop u een grote 1 schrijft en leg deze bij de hele reep.
•
Pak een andere reep. Als we de reep met z’n drieën verdelen hoeveel krijgt ieder dan? Hoe noemen we zo’n deel? Herinner leerlingen hier aan het verdelen van het stokbrood en de breuken daarbij.
•
Verdeel de reep nu echt in drieën, leg de drie stukken op een ander bord en laat een leerling de
•
Pak weer een andere reep. En als we deze nu in zessen verdelen? Laat naar voren komen dat je
kaartjes die daar bij horen pakken (drie kaartjes met 1/3). de reep eerst in drieën verdeelt en dan in zessen. Leg de in zessen verdeelde reep op een ander bord en laat ook hier de erbij passende kaartjes leggen. •
Verdeel tot slot een reep in 12 stukjes waarbij de reep weer eerst in drieën dan in zessen en tenslotte in twaalven verdeeld wordt. Daarbij komt spelenderwijs steeds aan de orde dat 1/6 twee keer in 1/3 past en 1/12 twee keer in 1/6.
•
Bekijk daarna nog eens samen met de leerlingen de vier borden. Laat leerlingen vertellen wat ze
•
Toon dia 1 en 2 en bespreek het leerdoel.
•
Toon dia 3 t/m 11 waarin het delen van de chocoladerepen uit de introductie nog eens herhaald
zien. Benadruk hoe de delen genoemd worden.
wordt. •
Toon hierna dia 12 t/m 14 Laat de leerlingen vertellen wat ze liever hebben en waarom.
•
Bespreek hierna aan de hand van dia 16 t/m 23 hoe je breuken noemt als er meer stukjes van zijn zoals: 2/3, 3/6,4/12. Leg ook uit dat het antwoord niet 3/3 is om verwarring te voorkomen. Let ook op of de leerlingen het wel goed begrijpen: omdat de reep bestaat uit 12 stukjes, kan 1/3 ook opgevat worden als 4 stukjes, en 1/6 als 2 stukjes. Dat is in dit stadium nog niet de bedoeling. Hier gaat het alleen nog om het verkennen en benoemen van breukentaal, en niet om de breuk als deel van een aantal.
•
Leerroute B: Grijp bij het benoemen van de breuken tijdens het bespreken van de dia’s steeds
•
Leerroute C: Haal hierna de vier borden (het bord met de hele reep, met de 1/3 delen, met de 1/6
terug op de vier borden met chocoladedelen. delen en de 1/12 delen) er nog eens bij. Laat leerlingen nog eens benoemen wat ze zien. Pak telkens twee verschillende delen (bijvoorbeeld een derde deel en een zesde deel) en houd deze omhoog.
4
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
•
Leerroute C: Vraag welke delen het zijn en vraag daarna wat heb je het liefst? En waarom? Laat hierna aan de hand van de chocoladestukken door vergelijken aan de orde komen hoe vaak het ene deel in het andere past.
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
5
BEGELEID INOEFENEN (5 minuten) Leerroute
A
B
C
Werkvorm
Zelfontdekkende
Zelfontdekkende
Zelfontdekkende
instructie
instructie
instructie
24-29
24-29
n.v.t.
Dia’s
Leerroute A •
Oefen het benoemen van breuken als 2/3, 4/12 aan de hand van dia 24 t/m 29 door telkens stukken chocolade op een bord te laten leggen.
•
Geef daarbij telkens een leerling de beurt en laat andere leerlingen controleren of het klopt of laat ze meehelpen.
Leerroute B •
Oefen het benoemen van breuken als 2/3, 4/12 aan de hand van dia 24 t/m 29 door telkens stukken chocolade op een bord te laten leggen. Geef daarbij telkens een leerling de beurt en laat andere leerlingen controleren of het klopt of laat ze meehelpen.
•
Verleng dit benoemen van breuken met andere breuken die niet in dia 24 t/m 29 aan de orde zijn gekomen.
Mogelijkheden voor uitloop naar extra lesuur Herhaal dit leggen van breuken als 2/3 4/12 door afdrukken van chocoladerepen te delen en te laten leggen (een afdruk van een hele reep, drie afdrukken van een derde reep, zes afdrukken van een zesde reep en twaalf afdrukken van een twaalfde reep). Leerroute C Laat leerlingen de afdrukken van chocoladerepen op hun tafel leggen. Noem steeds twee breuken (bijvoorbeeld een zesde en een twaalfde), laat de daarbij horende delen achtereenvolgens pakken en vraag aan leerlingen om de bij de breuken passende delen in twee handen te nemen. Laat daarbij de breuken (delen) steeds met elkaar vergelijken met de vraag: wat heb je het liefst? 1/3 of 1/6. Controleer met elkaar of iedereen het eens is welk deel (breuk) het grootst is. Mogelijkheid voor uitloop naar extra lesuur Geef leerlingen drie afdrukken van chocoladerepen. Laat van één afdruk een derde deel kleuren, van een andere afdruk een zesde deel en weer een andere afdruk een twaalfde deel. Laat de erbij passende breukenkaartjes erbij leggen.
6
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
VERWERKING (15 minuten) Leerroute
A
B
C
Werkvorm
Zelfstandig werken op
Zelfstandig werken op
Breukenspel
werkblad
werkblad
Leerroute A Bespreek de opdracht uit het werkblad 22AB. De leerlingen gaan tekeningen maken van delen van de chocoladereep. Leerroute B •
Bespreek de opdracht uit het werkblad 22AB. De leerlingen gaan tekeningen maken van delen van de chocoladereep.
•
Laat leerlingen die het moeilijk vinden de breuk te tekenen de breuken eerst leggen met de chocoladedelen of de afdrukken van chocoladerepen.
Mogelijkheden voor uitloop naar extra lesuur Laat leerlingen nog een keer teruggrijpen naar het werkblad, laat ze daarna zelf een breuk bedenken en vergelijken. En grijp terug op de mogelijkheden voor extra lesuur bij begeleid inoefenen, die moet aansluiten bij de verwerkingstijd: dus verder voortborduren op repen op stroken leggen Leerroute C •
Leg het breukenspel ‘Wie heeft het eerst een hele reep?’ dat in tweetallen gedaan kan worden
•
Elke tweetal heeft samen 2 setjes met de breukenkaartjes 1/3, 1/6 en 1/12 erop. De kaartjes
uit. Gebruik daarvoor werkblad 22C. worden geschud en op een stapeltje gelegd. Elke leerling heeft een hele (afdruk van een) reep . Daarnaast heeft elk tweetal een aantal reepstukken van 1/3,1/6 en 1/12. •
Om de beurt mag een leerling een kaartje van het stapeltje pakken. Als de leerling een kaartje met 1/3 pakt mag hij een reepstuk van een 1/3 pakken en op zijn eigen afdruk van de hele reep leggen. Het gaat erom wie het eerst een hele reep vol heeft. Als een leerling al 10/12 reep heeft en een kaartje met 1/3 erop pakt, past het niet en moet hij wachten tot hij weer aan de beurt is en bijvoorbeeld een kaartje met 1/6 erop pakt of twee keer een kaartje met 1/12 erop.
•
Wie het eerst de reep vol heeft is winnaar. Dit spel kan herhaald worden.
Mogelijkheden voor uitloop naar extra lesuur Herhaal het spel van de vorige les `Wie heeft het eerst een hele taart? met de breukenkaartjes en taartstukken of vouwblaadjes van ½, ¼ en 1/8 erop. Bovenstaande vervangen door een opdracht die voortborduurt op extra van begeleid inoefenen
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
7
TERUGBLIK (5 minuten) Leerroute
A
B
C
Werkvorm
Groepsbespreking
Groepsbespreking
Groepsbespreking
Dia
30
30
30
Leerroute A, B en C •
Bespreek de gemaakte opdracht. Vergelijk enkele resultaten. Hoe hadden de leerlingen de breuken getekend? Wie vond het nog moeilijk? Als het helemaal niet lukte heb je dan hulp gezocht? En kon je daarna verder?
•
Hoe ging het met het spel? Duurde het lang voordat de reep vol was? Wie had het meeste geluk? Wist je steeds welk ontbrekend stukje je nog moest hebben?
•
Toon dia 30 en beantwoord samen met de leerlingen de vragen voor een samenvattende terugblik. Pak een chocoladereep en vraag als afsluiting of we genoeg hebben aan deze chocoladereep als we deze met z’n allen verdelen en ieder één blokje krijgt. Als één reep voldoende is, bepaal dan met z’n allen het hoeveelste deel ieder krijgt en eventueel hoeveel we nog overhouden van de reep.
•
Als één reep niet voldoende is, bepaal dan met z’n allen het hoeveelste deel we nog van een
•
Geef tenslotte iedereen een chocoladeblokje.
andere reep af moeten halen.
8
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep