Raad voor Cultuur
Aan
de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr F. van der Ploeg Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
Onderwerp
R.J. Schimmelpennincklaan 3
Onafhankelijke productvormgeving
Postbus 67243 2506 AE Den Haag Telefoon 070 - 310 66 86 Telefax 070 - 361 47 27
E-mail cultuur@cultuur,nl
Zeer geachte Staatssecretaris, Datum .
Tot zijn genoegen ontving de Raad medio maart het verzoek om advies over onafhankelijke productvormgeving, een onderwerp dat reeds meerdere jaten op het werkprogramma van de Raad staat vermeld. Het is niet verwonderlijk dat het verzoek van uw kant relatief snel is gekomen. Er liggen directe relaties tussen onafhankelijke productvormgeving en een aantal van uw favoriete beleidsuitgangspunten: cultureel ondernemerschap, publiek-private samenwerking, vergroting van het publieksbereik, vernieuwing en verjonging, internationalisering. U heeft de volgende vragen gesteld: 1. Ziet de Raad binnen het cultuurbeleid een taak om de onafhankelijke productvormgeving te stimuleren, en zo ja kan de Raad aangeven op welke wijze dit zou kunnen gebeuren? Kan de Raad tevens een definitie geven van het begrip onafhankelijke productvormgeving? 2. Indien de Raad op dit terrein leemten of problemen constateert binnen het bestaande instrumentarium, bijvoorbeeld bij de culturele fondsen, kan de Raad dan concrete suggesties doen die aansluiten bij de systematiek en inrichting van het huidige instrumentarium? 3. Kan de Raad aangeven of, en zo ja hoe, er een verbinding gelegd kan worden met beleidsinstrumenten (o.a. subsidies en regelingen) van het Ministerie van Economische Zaken en met de fiscale mogelijkheden voor beginnende ondernemers? Is het mogelijk parallellen te trekken met de filmsector? Kern van het advies Het uitgangspunt van de Raad is dat op het gebied van de vormgeving geen nieuwe instrumenten moeten worden ontworpen voordat de bestaande mogelijkheden, zowel bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen als bij het Ministerie van Economische Zaken, gericht zijn onderzocht op toereikendheid, toepasbaarheid en effectiviteit. Daarbij is de medewerking van Economische Zaken noodzakelijk. De Raad stelt voor een consulent aan te stellen die een wegwijzerfunctie en een signalerende taak krijgt, beide zeer duidelijk omschreven. Na anderhalf jaar rapporteert deze aan u zijn bevindingen aan de hand van een aantal relevante praktijkgevallen en adviseert hij over de gewenste toepassingen of aanpassingen in het aanwezige instrumentarium.
05 SEP. 1999 uwkenmerk ic/vg/99/9139 ow orlef van 18 maart 1999 ons kernmerk bkv-99.405/2
Raad voor Cultuur
Daarnaast bepleit de Raad een aantal direct door te voeren aanpassingen in het bestaande instrumentarium die de onafhankelijke produktvormgeving kunnen stimuleren. Bij het Fonds Beeldende Kunsten Vormgeving en Bouwkunst moet het al langer gesignaleerde structurele begrotingstekort op het vormgevingsbudget worden opgeheven zodat er aan de kwalitatiefen kwantitatiefhoge vraag kan worden voidaan. Ook zouden de basisstipendia moeten worden opengesteld voor ontwerpers. De positie, systematiek en criteria van het Materiaalfonds voor Beeldende Kunst en Vormgeving zouden in de ogen van de Raad moeten worden heroverwogen in het licht van het totale subsidiestelsel. Tevens adviseert de Raad u de door u en de staatssecretaris van Financiën ingestelde commissie Cultuur en Belastingen te laten rapporteren over de mogelijkheid van fiscale maatregelen ter stimulering van onafhankelijke productontwerpers. Het gaat met name om de fiscale aftrekbaarheid van risicodragend kapitaal. Beantwoording van uw vragen In antwoord op de door u gestelde vragen geeft de Raad tevens een nadere toelichting op zijn advies. Ad 1.
Het begrip 'onafhankelijkeproductvormgeving Vormgeving beweegt zich op het snijvlak van cukuur en economie. Onafhankelijke productvormgeving is vormgeving die vanuit een onafhankelijke, culturele visie tot stand is gekomen en niet a priori is bepaald door productietechnische beperkingen en/of marktoverwegingen. Onafhankelijke productvormgeving kan zowel in samenwerking met een opdrachtgever als zelfstandig worden beoefend. In de praktijk blijkt echter dat de meeste onafhankelijke productvormgeving op eigen initiatief en in eigen beheer wordt gerealiseerd. Zowel oudere als jongere ontwerpers houden zich bezig met onafhankelijke productvormgeving. De laatste jaren is het aantal jonge ontwerpers dat ontwerpen in eigen beheer laat produceren explosief toegenomen, niet alleen als gevolg van gebrek aan aansluiting bij het bedrijfsleven maar ook vanwege ondernemingsdrang: veel jonge ontwerpers hechten er groot belang aan zelf hun producten op de markt te brengen. Dankzij deze onafhankelijkheid kunnen innovatieve ontwerpen worden gemaakt. Onafhankelijke productvormgeving toont zich in een breed scala van producten: van kleding, schoenen en modeaccessoires tot gebruiksvoorwerpen voor in en om de woning. Onafhankelijke productvormgeving wordt op een breed podium gepresenteerd: van designwinkel tot warenhuis, van vakbeurs tot galerie en museum, van vaktijdschrift tot populaire bladen. Onafhankelijke produktvormgeving wordt door een groot internationaal publiek gewaardeerd. Situatieschets Onafhankelijke ontwerpers maken een product vanuit culturele motieven, brengen iets op de markt waarnaar nog geen vraag is. In het beste geval creëert het aanbod de vraag. Met hun kleinschalige bedrijven bewegen de onafhankelijke ontwerpers zich in een gefragmenteerde markt. Zij zijn flexibel, innovatiefen opereren in een netwerk van producenten en toeleveranciers,
waarbij zij zich niet laten beperken door materialen, productiemethoden en aantallen en waarin alle soorten productietechnieken door elkaar lopen:
ambachtelijke en industriële productietechnieken, de productie van unica, kleine series en massaproducten. Hoe groot de vraag in kwantitatief opzicht is,
Pagina 2 ons kenmerk bkv-99.405/2
is geen criterium voor het belang van een product op zich. De vraag kan groter of kleiner zijn, afhankelijk van de aard van het product en de markt waarin het product zich begeeft. De kleinschalige ateliers bewegen zich naast en tussen grote bedrijven die, zo leert de ervaring, ook van hun diensten gebruik maken. Op deze infrastructuur is het succes van de Belgische mode-ontwerpers en het Italiaanse design gebaseerd. Of het nu om grote of kleine aantallen gaat, bij het bedrijfsleven in het algemeen vindt onafhankelijke vormgeving moeilijk aansluiting. Vanwege het ontbreken van marktprikkels is men niet snel geneigd in dit soort producten te investeren. Daarnaast houden vele bedrijven zich op in andere marktsegmenten.
Pagina 3 Ons kenmerk
Enerzijds hebben deze omstandigheden geleid tot enorme vitaliteit en ondernemerszin bij ontwerpers ten aanzien van productie en distributie. Dit is een blijk van 'cultureel ondernemerschap' zoals in uw uitgangspuntenbrief omschreven, gestalte gegeven door mensen die, in uw woorden, 'iets nieuws willen maken of iets op een nieuwe manier willen doen, routines doorbreken, ogenschijnlijk onbegaanbare wegen bewandelen. Anderzijds kan worden geconstateerd dat het creatieve potentieel dat met welbewuste steun van de overheid is ontstaan via het kunstvakonderwijs en de individuele subsidies van het Fonds BKVB, als gevolg van barrières in de praktijk maar zeer ten dele kan worden gekapitaliseerd, zowel in materieel als immaterieel opzicht. Het betreft deels typische startersproblematiek bij de bedrijfsinvesteringen en de voorfinanciering van orderportefeuilles, en onvoldoende bedrijfsmatige ervaring. Maar er zijn ook structurele problemen, zoals de grote afhankelijkheid van de individuele subsidies van het Fonds BKVB en onvoldoende aansluiting bij het bedrijfsleven.
De algemene voorzieningen voor bedrijfsmatige ondersteuning blijken in de praktijk ontoegankelijk of ontoereikend als het gaat om in cultureel opzicht innovatieve producten. Zelfs in een gunstige situatie zijn innovatieve producten pas rendabel op middellange termijn en krijgen zij ook dan pas een bredere culturele uitstraling. Bijna alle voorzieningen op het terrein van de vormgeving waarvoor uw ministerie verantwoordelijk is, zijn gericht op de creatieve fase van het productontwikkelingsproces en de beroepskosten die daarmee samenhangen. In mindere mate zijn er mogelijkheden op het gebied van presentatie en promotie. Op het gebied van productie en distributie zijn de voorzieningen vrijwel non-existent. In de praktijk krijgt een ontwerper de eerste jaren een startstipendium van het Fonds BKVB, dan subsidie voor projecten en presentaties van de Mondriaan Stichting en dan valt er een gat. De vicieuze
cirkel moet worden doorbroken. Ontwerpers moeten de kans krijgen om de vraag naar hun producten op professionele wijze te beantwoorden zodat deze producten de markt kunnen bereiken. Concluderend: de regelingen lopen niet synchroon met de ontwikkelingen en omstandigheden in de beroepspraktijk. Men gaat er onterecht van uit dat de beroepspraktijk positieflineair vedoopt. Het begrip 'starter' wordt te beperkt geïnterpreteerd. De feitelijke start begint als de productie in gang wordt gezet. Redenen voor overheidsbemoeienis De Raad is van mening dat de overheid om uiteenlopende redenen een taak heeft op dit terrein. Onafhankelijke productvormgeving is bij uitstek de neerslag van de wens tot vernieuwing en verdieping in de vormgeving en is in die zin essentieel voor de
bkv-99.405/2
naad voor Cultuur
culturele en economische vitaliteit. In een wereld die wordt overspoeld en geregeerd door een relatief klein aantal grote merken is er de honger naar nieuwe producten en nieuwe ideeën. Mits ontwerpers aan dat verlangen kunnen voldoen en hun risico's kunnen terugbrengen tot aanvaardbare proporties, zijn zij een vitale kracht bij het creëren van nieuwe markten. Stimulans en ondersteuning zijn om die reden van algemeen belang. De tweede reden is dat de Nederlandse vormgeving zich in toenemende internationale belangstelling mag verheugen en in het buitenland wordt beschouwd als een belangrijke representant van de Nederlandse identiteit. Dit geldt met name voor de producten van de jonge onafhankelijke ontwerpers. Het moment is aangebroken deze belangstelling met gerichte stimulans uit te
Pagina 4
buiten en uit te bouwen.
onskenenerk
De derde reden is dat een door de overheid gecreëerd stelsel van voorzieningen in balans moet zijn en als totaal zo effectief mogelijk. Dat is hier nog niet het geval.
bkv-99.405/2
Ad 2.
Aanbevelingen in verband met bestaand instrumentarium
Fonds Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst Het Fonds verstrekt individuele subsidies, gericht op starters en op de ontwikkeling van de vormgeving in het algemeen. De Raad dringt aan op uitbreiding van het aantal startstipendia voor ontwerpers, om aan de grote hoeveelheid aanvragen van hoge kwaliteit te kunnen voldoen. Daarnaast zou de regeling basisstipendia moeten worden opengesteld voor ontwerpers. Beide maatregelen zijn reeds langer bepleit door zowel de Raad als het Fonds zelf. Materiaalfonds voor beeldende kunst en vormgeving Het Materiaalfonds verstrekt behalve leningen aan beeldende kunstenaars ook leningen aan ontwerpers maar heeft dat nog in onvoldoende mate weten uit te dragen. De positie, systematiek en criteria van het Materiaalfonds zouden in de ogen van de Raad moeten worden heroverwogen in het licht van het totale stelsel. Mondriaan Stichting De Mondriaan Stichting heeft de problematiek van onafhankelijke productvormgevers eveneens gesignaleerd. De stichting heeft binnen het additionele budget uit de HGIS-gelden de mogelijkheden onderzocht voor een garantieconstructie die tot doel heeft jonge onafhankelijke productontwerpers productiekredieten te verschaffen. In verband hiermee is contacten opgenomen met ABN/AMRO en de Triodos Bank. Er is voor 1999 een budget van f 3oo.ooor gereserveerd. Naar verluidt verloopt dit initiatief tot dusver moeizaam. De Raad is benieuwd naar het verdere verloop en beveelt u in ieder geval aan te streven naar samenhang in de ondernomen/te ondernemen stappen.
Ad 3. Aanbevelingen in verband met instrumentarium van het Ministerie van Economische Zaken enßscale maatregelen
De onder 2 aanbevolen maatregelen zijn van groot belang voor het stimuleren van de beroepspraktijk van ontwerpers, maar niet toereikend in verband met onafhankelijke productvormgeving. Het fijnmazige subsidiestelsel van het Ministerie van Economische Zaken, dat in theorie ook openstaat voor
ontwerpers, zou een logische en effectieve aanvulling kunnen betekenen. Dat geldt met name voor de ondersteuning vanuit de Economische Voorlichtings Dienst op het gebied van de internationale presentatie en voor de stimuleringsregelingen die zijn ondergebracht bij Senter, een agentschap dat overheidsbeleid uitvoert op het terrein van technologie, energie, milieu, export en internationale samenwerking. Tot dusver blijken deze regelingen bij ontwerpers onbekend of worden ervaren als onbereikbaar. Dit lijkt eerder te wijten aan onwennigheid en cultuurverschillen dan aan de opzet van de regelingen zelf. Om die redenen adviseert de Raad u een consulent in te stellen die, mede op grond van het vermogen de gesignaleerde cultuurverschillen te overbruggen, in staat is deze situatie aan de hand van praktijkgevallen te onderzoeken en eventueel te doorbreken. De consulent krijgt een meervoudige taak. Hij wijst, uitgaande van concrete projecten/situaties in de beroepspraktijk van ontwerpers, de weg in bestaande regelgeving, speurt daarbinnen naar mogelijkheden of zorgt ervoor dat de interpretatie van bestaande regelingen wordt verruimd. Parallel daaraan is zi jn opdracht vast te stellen welke aanpassingen nodig zijn om tegemoet te komen aan de gesignaleerde knelpunten en omissies, zowel in de bestaande regelingen als in het proces van productie en distributie. De opdracht is niet alleen pragmatisch. De consulent moet tevens nagaan of de aannames kloppen waarop het bestaande instrumentarium is gebaseerd. Het verdient aanbeveling de opdracht aan deze consulent in samenspraak met Economische Zaken te formuleren. De Raad kiest voor de betrekkelijk eenvoudig te realiseren constructie van een consulent, omdat deze snel, gericht en effectief het noodzakelijke werk kan verrichten. Na anderhalf jaar moet evaluatie plaatsvinden en kan worden vastgesteld in welke vorm follow-up het meest effectief is. Mede omdat bij de beoordeling van projecten en concrete aanvragen door
Economische Zaken wordt gehecht aan de connectie met een kennisinstituut en het hier gaat om een taak die uitstijgt boven de wegwijzerfunctie, is het Vormgevings Instituut de aangewezen plaats om de consulent te stationeren. De Raad zegt dit met nadruk, ook al geeft de wijze waarop het Vormgevings Instituut zich tot nu toe heeft geprofileerd, aanleiding tot de vraag of dit instituut bereid en in staat is de consulent een adequate thuisbasis te bieden. De discussie over het Vormgevings Instituut zou het overnemen en uitvoeren van dit advies echter niet in de weg mogen staan. Fiscale maatregelen Een doeltreffend antwoord op de geschetste problematiek is ongetwijfeld gelegen in een fiscale voorziening die ondernemers tot investeren verleidt. De 'Tante Agaath-regeling' maakt het voor particulieren in fiscaal opzicht aantrekkelijk geld te lenen aan beginnende ondernemers of aan een fonds dat startkapitaal verstrekt aan beginnende ondernemers. De consulent zal moeten nagaan in hoeverre deze regeling ook voor jonge onafhankelijke productontwerpers bruikbaar is. De filmwereld doet sinds begin dit jaar ervaring op met de 'Investeringsfaciliteit voor de film', als onderdeel van een samenhangend pakket van maatregelen ter stimulering van de Nederlandse filmindustrie. Het gaat daarbij om het verkrijgen van risicodragend kapitaal van particulieren en/of financiële instellingen. Hoewel het nog te vroeg is om de uiteindelijke effecten te kunnen beoordelen, is nu wel al sprake van een positief investeringsgedrag van particulieren. Het ontwerpen van een vergelijkbare, op de ontwerperswereld gerichte, voorziening ligt in de rede.
Pagna 5 ons kenmerk bkv-99.405/2
De Raad adviseert u de commissie Cultuur en Belastingen naar aanleiding van dit advies te laten rapporteren over mogelijkheden ter ondersteuning van onafhankelijke productvormgeving en de aanbevelingen uit te laten werken in concrete voorstellen. Tot slot Een innoverend overheidsbeleid geeft onafhankelijke ontwerpers de kans een plaats op de internationale markt te veroveren en vooral ook te behouden. Een innoverend overheidsbeleid geeft onafhankelijke ontwerpers de kans om zich te ontwikkelen tot volwaardige ondernemers, een onderneming om zich heen te bouwen, investeerders te vinden of via het zelfondernemerschap een signatuur te ontwikkelen waarmee interessante opdrachtgevers worden bereikt. U stelt dat subsidie niet moet fungeren als beschutting tegen de krachten van de markt maar als een steun in de rug bij het creëren van een eigen plek op de markt. Het verwerven van die plek moet door het subsidiesysteem worden uitgelokt in plaats van getemperd. Sleutelwoorden in deze zijn aanmoediging, tijd en continuïteit. 'A journey of a thousand miles starts with the first step'. Dit advies is voorbereid door de werkgroep vormgeving. In deze werkgroep hadden zitting raadslid mw drs E.R. Ramakers (voorzitter), commissielid mw drs M.I.E. van Zijl en dhr drs G.J. Beumer en dhr B. Ninaber van Eyben die op ad-hoc basis meewerkten. Secretaris was mw M.M.J. van Lennep. Met de m
fes bo
te hoogachting,
A Brandenbarg A gemeen secretaris
pagina 6 ons kenmerk bkv-99.405/2