Onafhankelijke bezwarencommissie
Jaarverslag 2011
Inhoud Deel 1 – Algemene zaken
pagina
1. Inleiding 3 2. Het bezwaarschrift 4 3. De commissie 4 4. De andere aanpak 5 5. Doorlooptijden 6 6. Contraire besluiten 7 7. Kengetallen 8 8. Aanbevelingen
9
Deel 2 – Verslag per kamer Kamer Kamer Kamer Kamer
I II III IV
– – – –
Algemene zaken Sociale zekerheid Ruimtelijke ontwikkeling Personeel
Deel 3 – Ambtelijke Afdoening
11 16 19 23
25
Samenstelling commissie en secretariaat 2011
26
Bijlage
Deel 1 Algemeen 1. Inleiding In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is geregeld dat belanghebbenden tegen de schriftelijke beslissingen van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden een bezwaarschrift kunnen indienen.
Tevens heeft het gemeentebestuur besloten om bezwaarschriften met een zeer gering financieel karakter ambtelijk af te doen. Het betreft hierbij de bezwaarschriften in de categorieën bestuursdwang afval (€ 60,-) en fiets (€ 5,-).
De Onafhankelijke bezwarencommissie (commissie) verricht haar taak op het gebied van de behandeling van deze bezwaren. De commissie is een adviescommissie, die haar oordeel over een bezwaarschrift, na het horen van partijen op basis van hoor en wederhoor, in de vorm van een schriftelijk advies aan het bestuursorgaan geeft.
Hoewel de commissie niet bij deze ontwikkelingen zelf is betrokken, merkt zij wel de effecten daarvan en omdat deze ontwikkelingen gaan over de behandeling van Awb-bezwaarschriften, is ervoor gekozen om er in dit verslag over te rapporteren.
De commissie biedt dit verslag over 2011 aan de bestuursorganen van de gemeente Apeldoorn aan.
Nadat in deel 1 van dit verslag algemene onderwerpen aan de orde zijn gekomen wordt in deel 2 per kamer van de commissie nader op specifieke zaken ingegaan. In deel 3 wordt verslag gedaan van de ambtelijke afdoening van enkele categorieën bezwaarschriften.
Dit verslag geeft inzicht in aard en omvang van de werkzaamheden van de commissie en de wijze waarop behandeling van bezwaren door tussenkomst van de commissie plaats heeft. In 2011 heeft het gemeentebestuur besloten te bezuinigen op presentiegelden van de leden van de commissie. Dat kan alleen als er minder bezwaarschriften door onze commissie worden behandeld. Om die reden en zeker ook omdat het thema landelijk actueel is in het kader van De Andere Overheid is in 2011 vanaf mei geëxperimenteerd met “De Andere Aanpak”. Met deze methode wordt beoogd om met een snelle informele interventie na de indiening van het bezwaarschrift te bezien of een oplossing buiten de formele bezwaarprocedure door tussenkomst van onze commissie om kan worden bereikt. De voorlopige resultaten van “De Andere Aanpak” waren zodanig dat deze manier van werken in 2012 in de behandeling van bezwaarschriften is doorgevoerd. Bestuurlijk is besloten dat de evaluatie van deze andere aanpak meegenomen zal worden bij het jaarverslag 2012 over behandeling Awb-bezwaren van onze commissie in 2013. Over “De Andere Aanpak” wordt gerapporteerd in paragraaf 4.
3
2. Het bezwaarschrift Het gemeentebestuur neemt op basis van wettelijke taakuitoefening besluiten met rechtsgevolgen voor burgers/bedrijven/ambtenaren. De Awb stelt regels aan het bestuur hoe behoorlijk met burgers omgegaan moet worden. Er zijn vele gemeentelijke beleidsvelden van waaruit het gemeentebestuur besluiten neemt en ze zijn divers. Vanuit zo’n 40 beleidscategorieën worden regulier zo’n 900/950 bezwaarschriften per jaar behandeld. Er is onderscheid tussen een complex “maatpakbesluit”, waartegen een serie bezwaarden zich te weer stelt en seriematig genomen “confectiepakbesluiten”, die per besluit slechts één burger raken. Besluiten hebben grote of kleine, positieve (voor de één) of negatieve (voor de ander) consequenties (rechtgevolgen). Er zijn begunstigende en beperkende besluiten.
Het gemeentebestuur neemt handhavingsbesluiten vanwege wettelijke taakuitoefening, die diep kunnen ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer of de portemonnee. Het gemeentebestuur kan aan zichzelf met een besluit een recht geven, waartegen burgers bezwaar maken. Het ene bezwaarschrift is het andere niet, het ene besluit is het andere niet, de mensen en hun belangen verschillen. Bezwaarbehandeling verlangt maatwerk en serieuze aandacht. Het betreft de relatie bestuur – bestuurden. Het betreft ook de laatste keer dat de gemeente een genomen besluit beleidsmatig zorgvuldig kan (laten) heroverwegen met een kritische juridische beoordeling erbij, zodat de kwestie in beroep door de rechter niet in het nadeel van de gemeente zal worden gevonnist met alle negatieve consequenties van dien.
3. De commissie De commissie is bij verordening ingesteld door de drie bestuursorganen (gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en de burgemeester) van de gemeente Apeldoorn. Bestuurlijk is bewust gekozen voor een onafhankelijke commissie. Het aspect onafhankelijkheid blijkt uit het feit dat de voorzitter en de leden geen deel uit mogen maken van de bestuursorganen van de gemeente Apeldoorn en evenmin werkzaam mogen zijn onder hun verantwoordelijkheid. De bezwaren inzake de gemeentelijke belastingen en de waardebeschikkingen onroerende zaken vallen buiten de Awb en worden derhalve evenmin door de commissie behandeld.
Nadat een aantal jaren met succes is gewerkt met de subkamers Ia, IIa en IIIa, is hiermee met ingang van 2011 gestopt. Dit in verband met een opgelegde bezuiniging op presentiegelden. In deze subkamers werden de minder complexe bezwaarschriften behandeld. Per bezwaarschrift werd een korte hoorzitting georganiseerd met hoor en wederhoor, waarbij namens de commissie slechts de kamervoorzitter aanwezig was. De beraadslaging over de bezwaren geschiede echter door de voltallige commissie. Een en ander bevorderde een snelle doorlooptijd. Een subkamer werd alleen georganiseerd als er voldoende bezwaarschriften waren die zich hiervoor leenden. Voor de subkamers Ia en IIa was er doorgaans meer dan voldoende aanbod.
Gezien het aantal bezwaren, de diversiteit van besluiten waartegen de bezwaren zich richten en de noodzakelijke specialisaties, kent de commissie in 2011 de (ongewijzigde) onderstaande kamerstructuur: Kamer Kamer Kamer Kamer
I II III IV
gemeentebestuur beleid maakt en uitvoert. Binnen de kamers is er in de personen van de kamervoorzitter en de twee leden sprake van professionele kennis en ervaring zodat een kwalitatief goed maatadvies wordt gegeven. De kamers I, II en III van de commissie behandelen bezwaarschriften van een burger, een bedrijf of een maatschappelijke organisatie. Bij kamer IV is de bezwaarde een ambtenaar (werknemer) van de gemeente Apeldoorn. Kamer IV behandelt ook de bezwaren van ambtenaren van de Stedendriehoek en Felua-groep. De presentiegelden en ambtelijke secretariskosten worden dan bij hen in rekening gebracht.
Algemene zaken Sociale zekerheid Ruimtelijke Ontwikkeling Personeel
Elke kamer bestrijkt een afgebakend, samenhangend maatschappelijk terrein (rechtsgebied), waarbinnen het 4
4. De Andere Aanpak Hiervoor in de plaats is “De Andere Aanpak” gekomen. Samengevat betreft dit het volgende: • er wordt ambtelijk gehoord in de gevallen die zich hiervoor lenen; • bezwaarschriftbehandeling door tussenkomst van de commissie (op basis van hoor en wederhoor) blijft bestaan voor de kwesties waarbij onafhankelijke behandeling belangrijk is; • er wordt naar meer verbinding gezocht met de burger: voorafgaande aan formele bezwaarbehandeling wordt een informeel gesprek aangeboden om tot oplossing voor de bezwaarde(n) te kunnen komen. Het accent ligt op het oplossen van het probleem. Het doel is om de knop van procedure- naar oplossingsgerichtheid nog verder om te zetten. Doel is nog meer dienstverlening voor de burger door hem een meest tevredenstellende behandeling van zijn bezwaarschrift aan te bieden. Hierbij geldt dat een tevreden burger niet persé een burger is die altijd gelijk krijgt, maar wel een burger die participeert in het vinden van een oplossing. Diezelfde houding wordt ook verlangd van de gemeentelijke organisatie namens het gemeentebestuur. Als de zaak geschikt lijkt voor het informele traject en als de betrokken partijen daarmee instemmen wordt, onder leiding van een OBC-secretaris, een informeel gesprek gearrangeerd tussen de bezwaarmaker(s), de eventuele belanghebbende(n) en de behandelende ambtenaar. Het doel is om de belangen/problemen helder te krijgen en van daaruit waar mogelijk tot een oplossing te komen. De ene keer wordt de oplossing gevonden in een stuk uitleg over hoe en waarom het bestreden besluit tot stand is gekomen. De andere keer wordt een besluit alsnog herzien en weer een andere keer wordt een aanvraag aangepast zodat alsnog begunstigend kan worden besloten. Het uitgangspunt is dus nadrukkelijk om niet door een juridische procedurele bril maar vanuit een open en oplossingsgerichte houding naar het probleem (achter het bezwaar) te kijken. Wordt geen oplossing gevonden of leidt de gevonden oplossing niet tot intrekking van het bezwaarschrift, dan wordt alsnog de reguliere OBC-procedure gevolgd. Vanaf mei tot en met december 2011 geeft deze werkwijze het volgende voorlopige resultaat. Van elke 100 bezwaarschriften werden er 70 geïndiceerd als “het pro-
beren waard voor informele behandeling”. Na telefonisch contact met bezwaarde(n) en een jurist van de organisatie, bleven er 60 bezwaarschriften over in welk verband een informeel gesprek werd georganiseerd. Na dit gesprek en eventuele vervolgacties werden 30 bezwaarschriften door bezwaarde(n) ingetrokken en was het informele gesprek dus succesvol. De overige 30 bezwaarschriften werden aansluitend op het informele gesprek op aangeven van de bezwaard(n) toch door de OBC behandeld. De gemiddelde doorlooptijd van deze zaken bedroeg in het verslagjaar 6 weken. Van elke 100 bezwaren worden er 30 via informele behandeling afgehandeld. De werkwijze was dat voor iedere zaak in beginsel een formele OBC-hoorzitting werd belegd. Er zijn natuurlijk uitzonderingen: bezwaarden kunnen niet ontvankelijk zijn, al dan niet na contact met de burger wordt het bezwaarschrift ingetrokken nadat een foutief primair besluit is hersteld met een nieuw besluit. Met de invoering van de andere aanpak wordt beoogd een groter oplossings-, intrekkings-percentage te bewerkstelligen. Het noodzakelijk aan te bieden maatwerk bij de informele aanpak vergt overigens ambtelijk eerder meer dan minder tijd. Vrijkomende ambtelijke capaciteit als gevolg van het sec ambtelijk horen en afdoen van de eenvoudigste categorieën bezwaarschriften (bestuursdwang afval en fiets) wordt ingezet bij de informele aanpak. Het commissiesecretariaat is organisatorisch ondergebracht bij het team Bestuurlijk Juridische Zaken van de afdeling Juridische Zaken en Veiligheid van de Publieksdienst. Voor de behandeling van de bezwaarschriften door de kamers I, III en IV treedt namens een bestuursorgaan van de gemeente Apeldoorn een ambtenaar op die werkzaam is bij het team Juridisch Advies & Verweer van de afdeling Juridische Zaken en Veiligheid van de genoemde dienst. Het college van burgemeester en wethouders laat zich bij de behandeling van de bezwaarschriften ingevolge de Wet werk en bijstand in kamer II vertegenwoordigen door ambtenaren van het team Recht en Terugvordering van de afdeling Inkomen en Dienstverlening van de dienst Samenleving. Als bijlage is het overzicht van de samenstelling van de commissie en haar secretariaat opgenomen.
5
5. Doorlooptijden Bezwaarschriftbehandeling moet voldoen aan kwaliteiten als (1) goede zorgvuldige juridische heroverweging en (2) tijdige afdoening. Nadat de laatste jaren voortdurend en met succes is gestuurd op de doorlooptijd (tijdige afdoening), is het nu zaak om deze kwaliteit vast te houden. Het is namelijk bepaald niet zo dat het aantal bezwaarschriften afneemt, terwijl er wel druk op de ambtelijke capaciteit staat als gevolg van bezuinigingen. Met inachtneming van de Awb en het Apeldoornse Kwaliteitshandvest zijn de navolgende termijnen belangrijk. Awb Ambtelijke afdoening bezwaarschrift: maximaal 12 weken (voorheen 10 weken). Afdoening bezwaarschrift door tussenkomst van de OBC: maximaal 18 weken (voorheen 14 weken). Apeldoorns Kwaliteitshandvest Afdoening van 80% van alle Awb-bezwaarschriften binnen 14 weken. Het werken binnen de Awb-termijnen is van belang om niet geconfronteerd te worden met door de gemeente te betalen dwangsommen in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. De norm van het Apeldoorns Kwaliteitshandvest (doorgaans dus een kortere termijn dan de wettelijk gestelde norm) heeft de afgelopen jaren steeds als opdracht om vanuit te werken vooraan gestaan. Het is en blijft de opdracht om te werken vanuit de norm zoals opgenomen in het Apeldoorns Kwaliteitshandvest (14 weken). Het onderstaande tijdschema wordt gevolgd om de doorlooptijden te bewaken. Behandeling van bezwaarschriften kent in het proces 3 stappen: hoorzitting, commissieadvies en verzending van de beslissing op bezwaar (“de bob”) door het bestuursorgaan. Tot en met hoorzitting binnen 6 weken 7 tot en met 10 weken 11 weken of langer Tot en met advies binnen 10 weken 11 tot en met 14 weken 15 weken of langer
2006
2007
2008
2009
Fase I (ontvangst bezwaar tot hoorzitting): de hoorzitting wordt gehouden in week 6. Fase II (van hoorzitting tot en met uitbrengen advies): het commissieadvies wordt maximaal binnen 4 weken na de hoorzitting uitgebracht (in week 10). Fase III (van commissieadvies via besluit tot en met verzending beslissing): de beslissing op bezwaar wordt maximaal binnen 4 weken verzonden na het uitbrengen van het advies (in week 14). Zoals reeds in paragraaf 4 is beschreven wordt met ingang van de tweede helft van 2011 zoveel als mogelijk meer verbinding met de burger gezocht om direct na binnenkomst van het bezwaarschrift te bekijken in hoeverre het via een informele aanpak mogelijk is om het probleem voor de burger op te lossen waarna hij zijn bezwaarschrift zal intrekken. Dit informele traject heeft plaats met instemming van de burger, waardoor er sprake is van opschorting van de formele behandeltijd totdat eventuele formele behandeling door tussenkomst van de OBC aan de orde is. Het informele traject schort de formele termijn dus op, waardoor de gemeente dus niet in de problemen komt met de gevolgen van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Het onderstaande overzicht gaat over bezwaarschriften die eventueel nadat
2010
2011
Kmr I
Kmr II
Kmr III
Kmr IV
74%
64%
75%
63%
84%
63%
71%
61%
48%
100%
23%
30%
19%
30%
12%
28%
24%
33%
33%
0%
3%
6%
6%
7%
4%
9%
5%
6%
19%
0%
76%
70%
76%
65%
80%
57%
54%
73%
32%
75%
20%
18%
16%
22%
12%
24%
27%
16%
34%
25%
4%
12%
8%
13%
8%
19%
19%
11%
34%
0%
60%
65%
85%
78%
84%
79%
84%
81%
52%
100%
15%
16%
8%
11%
8%
12%
11%
9%
27%
0%
21%
17%
5%
9%
3%
5%
4%
2%
15%
0%
4%
2%
2%
2%
5%
4%
1%
8%
6%
0%
Tot en met beslissing op bezwaar binnen 14 weken 15 tot en met 18 weken 19 tot en met 26 weken 27 weken of langer
6
het informeel traject niet heeft geleid tot intrekking van het bezwaarschrift zoveel als mogelijk met inachtneming van de formele behandeltermijn door tussenkomst van de commissie moesten worden behandeld. De “meterstand” over de bezwaarschriften, die in 2011 zijn binnengekomen en waarop in dat jaar door het bestuur is besloten, vergeleken met het resultaten met de vijf voorgaande jaren geeft het volgende beeld. Onderstaande doorlooptijden zijn berekend op basis van alle ontvangen zaken in 2011, dus ook de zaken die via ambtelijk horen en beslissen (afval/fiets) zijn afgedaan. Ze zijn bij het totaal van kamer 1 opgenomen. De ongeveer 100 bezwaarschriften die via ambtelijk horen en beslissen zijn behandeld, waren voor 90% binnen 12 (wettelijke norm) en voor 100% binnen 14 (norm Kwaliteitshandvest) afgedaan.
bezwaarschrift binnen 14 weken aan belanghebbende(n) kenbaar gemaakt (fase 3). In verhouding met 2010 is wat lager gescoord. Hoe is dit te verklaren? Door de lage input voor kamer 3 OBC is om de bezuiniging op presentiegeld te kunnen halen, ervoor gekozen om deze kamer minder frequent te laten vergaderen, waardoor vertraging in het traject ontstaat. Door het wegvallen van kamer 2a, wordt alles wat niet informeel kan worden afgehandeld, door kamer 2 OBC behandeld. Een vergadering van een dagdeel kent zijn begrenzing in het maximaal te behandelen aantal zaken. Dit leidt dus soms tot uitgestelde behandeling. Voor in 2011 waren 866 zaken begroot. Het werden er echter 946.
In 2011 zijn 63% van de hoorzittingen (fase 1) binnen 6 weken gehouden, zijn 57% van de commissieadviezen (fase) 2 binnen 10 weken uitgebracht en is in 79% van de gevallen de beslissing van het gemeentebestuur op het
Medio 2011 is in het kader van De Andere Aanpak de informele voorfase ontwikkeld en doorgevoerd. Dit heeft tijd gekost.
6. Contraire besluiten De mate waarin de bestuursorganen van de gemeente Apeldoorn hun handelwijze bij nader inzien (dus in het kader van heroverweging als gevolg van een bezwaarschrift) laat beïnvloeden door de commissie laat zich mede beoordelen door het aantal en de aard van de beslissingen waarin het bestuursorgaan het advies van de commissie niet of niet geheel heeft overneemt (contraire beslissingen). In 2011 heeft het gemeentebestuur in 8 zaken (gedeeltelijk) contrair besloten op het commissieadvies. Kamer I: inzake zeven adviezen: • 1 x verschil van inzicht ten aanzien van het weigeren van een omgevingsvergunning kappen voor één of twee bomen; • 2 x verschil van inzicht over het toepassen van spoedeisende bestuursdwang (APV/Awb) van het geplaatst hebben van fietsen buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen; • 1 x verschil van inzicht ter zake van het ambtshalve uitschrijven uit de gemeentelijke basis administratie (Wet GBA) wegens vertrek naar het “land onbekend”; 7
• • •
1 x verschil van inzicht met betrekking tot het verstrekken van bepaalde gevraagde gegevens (Wob) over een te realiseren grote in-, uitrit; 1 x verschil van inzicht betreffende een besluit tot woonplaatswijziging (BAG/APV); 1 x verschil van inzicht inzake een verkeersbesluit (WsW).
Kamer III: inzake één advies: • verschil van inzicht over de werkingssfeer van een omgevingsvergunning strijdig gebruik. Voor dieper inzicht wordt verwezen naar de informatie in de kamerverslagen.
7. Kengetallen In het navolgende overzicht is de werkvoorraad uit 2010, de in 2011 ontvangen en behandelde, ingetrokken, doorgezonden zaken en de nog in behandeling zijnde zaken (werkvoorraad 2012) weergegeven. Het betreffen hier de zaken van het werkproces informele ambtelijke behandeling met (eventueel aansluitend) commissiebehandeling voor.
Kamer
Uitgebrachte adviezen Werkvoorraad 2010
Ontvangen zaken in 2011 Gegrond
I II III IV Totaal
Gegrond/ ongegrond
Ongegrond
Doorgezonden
WerkIngetrokvoorraad ken 2012
Nietontvankelijk
70
303
4
101
4
28
25
124
87
84
320
7
134
10
35
2
152
64
42
106
6
47
12
13
33
37
4
17
5
1
0
13
2
200
746
76
40
322
190
17
287
14
Eenzelfde soort overzicht is bijgevoegd voor de bezwaarschriften tegen bestuursdwangbesluiten afval en fiets. Deze bezwaarschriften worden geheel ambtelijk afgedaan. In dit verslag wordt hierover in deel 3 meer geschreven.
Uitgebrachte adviezen in 2010 (per zaak) Nog af te doen van 2010
Gegrond Afvalovertreding
98
Fiets
Gedeeltelijk gegrond
3
5
Totaal
Doorgezonden
Ontvangen 2011
103
3
Ongegrond
Ingetrokken
Nog af te doen
Nietontvankelijk
18
56
2
3
20
59
6
5
10 0
6
5
10
Overzicht van het totaal aantal zaken Jaar Zaken
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
541
593
471
546
483
399
655
799
763
846
946
8
1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2007
2008
2009
2010
2011
8. Aanbevelingen Kamer I heeft In de loop van 2011 één aanbeveling en één herhaalde aanbeveling gedaan, terwijl in het kader van de uitvoering van de Wmo aanleiding werd gezien om in dit jaarverslag nog drie aanbevelingen te doen. De kamers II en III hebben elk één aanbeveling gedaan, kamer IV geen. Voor de aanbevelingen wordt verwezen naar de kamerverslagen.
9
Deel 2 Verslag per kamer Kamer I Algemene zaken Algemeen De aard van de door de kamer te behandelen bezwaarschriften is zeer divers. Dit laat zich verklaren doordat in deze kamer alle categorieën bezwaarschriften worden behandeld die niet in andere kamers zijn ondergebracht. In het verslagjaar heeft de kamer onder meer bezwaarschriften behandeld tegen besluiten op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) (te weten: standplaatsvergunningen, terrasvergunningen, evenementenvergunningen), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (te weten kapvergunningen, inrit- uitwegvergunningen), de Wet Gemeentelijke Basisadministratie GBA, de Parkeerverordening, het gemeentelijk Noodfonds, Verordening leerlingenvervoer en de Awb, waaronder titel 4.2 van de Awb (subsidies). Daarnaast heeft de kamer bezwaarschriften behandeld tegen besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wegenverkeerswet 1994 (WVW), de Regeling gehandicaptenparkeerkaart (Regeling GPK), de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) en de Wet Kinderopvang (Wko).
2010). De toename van het aantal bezwaarschriften in deze categorie houdt met name verband met de invoering van een eigen bijdrage voor voorzieningen (13 bezwaarschriften). Daarnaast is er een stijging waar te nemen in de subcategorie vervoerskosten; • Regeling GPK (15 tegenover 10 in 2010); • WVW (verkeersmaatregelen) (9(29 bezwaarschriften) tegenover 7(13 bezwaarschriften) in 2010); • Omgevingsvergunning kappen 18 (32 bezwaarschriften) tegenover 14 (15 bezwaarschriften) in 2010). Het aantal bezwaarschriften in de overige categorieën is min of meer gelijk gebleven. Aantal vergaderingen en hoorzittingen De kamer vergadert in de regel eenmaal per twee weken op de dinsdagochtend. In het verslagjaar heeft de kamer 26 vergaderingen met in totaal 134 hoorzittingen gehouden.
Met ingang van dit verslagjaar zijn de bezwaarschriften die zien op toepassing van het bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium (afval/fiets) in de openbare ruimte ambtelijk afgedaan. Zie hiervoor deel 3 van dit verslag. Ingediende bezwaarschriften/zaken Het aantal bezwaarschriften dat in het verslagjaar om advies in handen is gesteld van de kamer is ten opzichte van 2010 (251) gestegen naar 354. Deze 354 bezwaarschriften hebben betrekking op 303 zaken tegenover 226 zaken in 2010. De toename van het aantal bezwaarschriften kan met name verklaard worden door een toename van het aantal bezwaarschriften in de categorieën: • Wmo - huishoudelijke hulp (109 tegenover 60 in 2010). De stijging is het gevolg van gewijzigde normtijden huishoudelijke hulp. 79 van de 109 bezwaarschriften zijn gericht tegen besluiten op basis van de gewijzigde normtijden; • Wmo - overige voorzieningen (39 tegenover 21 in 11
Door de kamer behandelde zaken De kamer heeft in het verslagjaar 286 zaken afgedaan. Gecorrigeerd voor afval/fiets betreft dit 273 zaken (tegenover 223 in 2010). Op 1 januari 2012 stonden er nog 87 zaken open. In 22 van deze zaken heeft de hoorzitting reeds plaatsgevonden. Van deze zaken zijn, in verband met nader onderzoek 4 zaken aangehouden na afloop van de hoorzitting. In de overige 18 zaken moet het advies nog worden uitgewerkt. Voor 65 zaken (het merendeel ontvangen december) moet de hoorzitting nog plaatsvinden. Van deze zaken zijn: 14 zaken aangehouden in afwachting van het persoonlijk contact, 12 in afwachting van nader onderzoek door het bestuursorgaan en 6 zaken aangehouden in afwachting van gronden, machtiging en dergelijke. Adviezen/intrekkingen In het verslagjaar heeft de kamer 137 adviezen uitgebracht, waarvan 4 keer gegrond, 4 keer gedeeltelijk gegrond, 101 keer ongegrond en 28 keer niet ontvankelijk (zie overzicht). Verder zijn 124 zaken/ 134 bezwaarschriften hangende de bezwarenprocedure ingetrokken. Een groot deel van de intrekkingen is het gevolg van het persoonlijk contact. Daarnaast zijn bezwaarschriften ingetrokken naar aanleiding van een wijzigings- of intrek-
kingsbesluit hangende de bezwarenprocedure, omdat uit nader onderzoek naar voren komt dat het besluit niet (geheel) terecht is genomen. Contraire besluiten De betrokken bestuursorganen hebben in dit verslagjaar 7 keer een advies van de kamer niet overgenomen. Aan de overige door de kamer uitgebrachte adviezen hebben de bestuursorganen zich geconformeerd. Weigering omgevingsvergunning kappen Het bestreden besluit betrof de weigering omgevingsvergunning voor het kappen van twee berken en het aanleggen van een tweede uitweg. Zowel in het bestreden besluit als in heroverweging heeft het bestuursorgaan aangegeven dat er geen bezwaar bestaat tegen de kap van de berk in de achtertuin. Gelet hierop heeft de kamer het bestuursorgaan in overweging gegeven om alsnog omgevingsvergunning te verlenen voor het kappen van de berk in de achtertuin. Het bestuursorgaan heeft dit advies naast zich neergelegd. APV/Awb De bestreden besluiten hadden betrekking op de toepassing van spoedeisende bestuursdwang ter zake van het plaatsen van fietsen, buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen. Hoewel de commissie in beide zaken met het bestuursorgaan van mening was dat de fietsen waren gestald buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen, deelt zij niet het standpunt van verweerder dat handhavend optreden gerechtvaardigd was, nu de foutief gestalde fietsen de vrije doorgang niet belemmerde en geen overlast of gevaarlijke situaties veroorzaakte. Ook kon, gelet op de situering van de fietsen direct naast de wielklem, naar het oordeel van de kamer niet staande worden gehouden dat het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente Apeldoorn dusdanig in het geding was dat handhavend optreden gerechtvaardigd is. Gelet hierop was de kamer van mening dat ten onrechte spoedeisende bestuursdwang was toegepast en de daarmee gepaard gaande kosten zijn verhaald op de overtreders. Het bestuursorgaan heeft deze gelijkluidende adviezen naast zich neergelegd. Wel heeft het bestuursorgaan in beide zaken om proceseconomische redenen afgezien van het verhalen van de kosten op de overtreders. Wet GBA Het bestreden besluit betrof het ambtshalve uitschrijven uit de gemeentelijke basis administratie wegens vertrek naar ‘land onbekend’, omdat het bestuursorgaan ondanks diepgaand onderzoek geen duidelijkheid heeft verkregen over de verblijfplaats van bezwaarden. Tijdens de hoorzitting is naar voren gekomen dat verweerder het vermoeden had dat bezwaarden zich hadden gevestigd in een recreatiewoning in de gemeente Apeldoorn, omdat bezwaarden gebruik maakten van een PostNL doorzendservice naar deze recreatiewoning en daarnaast via een IP-adres elders in de gemeente Apeldoorn konden worden getraceerd. Gelet hierop en met in achtneming van de van toepassing zijnde voorschriften en rechtspraak is de kamer van oordeel dat het bestreden besluit ten onrechte is genomen. Uitschrijven uit de GBA wegens vertrek naar ‘land onbekend’ is alleen toegestaan als de burger volkomen onbereikbaar is, hetgeen in deze casus niet het geval was. Wob Het bestreden besluit had betrekking op een verzoek op grond van de Wob om de gevraagde gegevens met betrekking tot de te realiseren in- uitrit van de politieacademie te verstrekken. In casu ging het met name om de vraag of het bestuursorgaan gehouden was om de originele verkeerstellingendata te verstrekken. Het bestuursorgaan geeft aan dat de originele data zijn vernietigd
en heeft volstaan met het verstrekken van een bestand waarin de originele data zijn verwerkt. De kamer concludeerde op basis van de Archiefwet en onderliggende regelgeving dat originele resultaten van verkeerstellingen moeten worden gearchiveerd. Het bestuursorgaan had de opgevraagde gegevens met betrekking tot uitgevoerde verkeerstellingen niet gearchiveerd. Op basis van rechtspraak is de kamer van oordeel dat het bestuursorgaan de betreffende documenten dient terug te halen en alsnog moet verstrekken. Voor zover het terughalen van de documenten verder gaat dan dat de Wob voorschrijft adviseert de kamer om dit nader te motiveren. BAG/APV Het bestreden besluit betrof een besluit tot woonplaatswijziging. Aanleiding is de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Stadhoudersmolen. Als gevolg van de uitbreiding is een deel van het bedrijventerrein gesitueerd in Apeldoorn en een deel in Wenum Wiesel. Vanuit een oogpunt van vindbaarheid en oriëntatie wil het bestuursorgaan het gehele bedrijventerrein onder één woonplaats laten vallen. De kamer is van mening dat het bestreden besluit te belastend is voor de bezwaarde. Daartoe heeft de kamer overwogen dat er als gevolg van het bestreden besluit problemen ontstaan met betrekking tot de vindbaarheid van het bedrijf en de woning van bezwaarde. De woning en het bedrijf van bezwaarde zijn niet (rechtstreeks) bereikbaar vanaf het bedrijventerrein. WvW De kamer heeft geadviseerd om de bezwaren tegen het verkeersbesluit om de Nijbroekseweg op een punt tussen de Gavottestraat en de Valetastraat en de Operettestraat op een punt tussen de Symfoniestraat en de Nijbroekseweg in beide richtingen te sluiten voor alle motorvoertuigen ongegrond te verklaren. Op basis van een motie van de gemeenteraad heeft het bestuursorgaan besloten om dit advies niet over te nemen. Aanbevelingen Gecoördineerde aanpak Kieveen In de afgelopen jaren hebben de Algemene en de Ruimtelijke Ontwikkelingskamer meerdere bezwaarprocedures behandeld rondom bouw-, milieuvergunning en handhaving op het industrieterrein Kieveen. Deze procedures werden opgevolgd door beroep en hoger beroep procedures. Daarnaast is het de commissie bekend dat ook diverse procedures zijn gevoerd rond het ter plaatse geldende bestemmingsplan en herzieningen daarvan. De commissie heeft vastgesteld dat veel van de tot nu toe gevoerde procedures zijn gebaseerd op klachten van omwonenden omtrent de bedrijfsvoering van de bestaande bedrijven en het volgens bezwaarden niet adequaat reageren van het bestuursorgaan. Daarnaast blijkt er nog veel onduidelijkheid te bestaan over de toekomstige ontwikkelingen en de realisatie daarvan. De commissie kan zich niet aan de indruk onttrekken dat veel van de procedures veroorzaakt worden door het ontbreken van een integrale aanpak in de planontwikkeling en informatieverstrekking aan omwonenden. Gelet hierop geeft de commissie het bestuursorgaan ernstig in overweging om te komen tot een geïntegreerde aanpak waarbij planvorming en –voortgang en overleg met en informatieverstrekking aan omwonenden gecoördineerd plaatsvindt. Het bestuursorgaan heeft in reactie op deze aanbeveling aangegeven dat alle lopende zaken reeds gecoördineerd worden opgepakt. Uitwegvergunningen In het verslagjaar 2009 heeft de kamer de aanbeveling gedaan om de vaste gedragslijnen inzake uitwegvergunningen op schrift te stellen, hetgeen houvast biedt aan ambtenaren en bovendien bijdraagt aan de rechtszeker-
12
heid voor burgers. Het bestuursorgaan heeft in reactie op de aanbeveling aangegeven dat het beleid in het voorjaar van 2009 zal worden vastgesteld. De kamer moet vaststellen dat tot op heden de vaste gedragslijn niet op schrift is gesteld. De kamer herhaalt ook dit verslagjaar de aanbeveling.
mende gevallen onderzoek te doen naar de individuele persoonskenmerken en de individuele situatie van de aanvrager en al deze aspecten te betrekken bij de kernvraag of in dat individuele geval is voldaan aan het compensatiebeginsel.
Wmo In het kader van de uitvoering van de Wmo heeft de kamer aanleiding gezien om een drietal aanbevelingen te doen in dit jaarverslag. Normtijden Op grond van de tot dusver behandelde bezwaarschriften gericht tegen besluiten op basis van de Beleidsregels is bij de commissie het beeld ontstaan dat de in het beleid gehanteerde normtijden zeer krap zijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Vrijwel alle bezwaarden geven aan dat hun huishoudelijke hulp niet in staat is om de geïndiceerde werkzaamheden binnen de gestelde normtijden te verrichten. Daarnaast is een frequent gehoorde klacht dat de hulp op grond van de voorgaande indicatie twee keer per week kwam en op grond van de huidige indicatie (maximaal 3 uur per week bij een volledige indicatie voor zwaar-, lichthuishoudelijk werk en wasverzorging voor een tweepersoonshuishouden) maar één keer per week komt. Daardoor wordt de kwetsbare situatie waarin veel aanvragers verkeren verstoord waardoor een aantal bezwaarden heeft aangegeven niet langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Twee keer in de week hulp is voor hen bijvoorbeeld nodig omdat zij zelf als gevolg van bijvoorbeeld ouderdom, een zeer beperkt gezichtsvermogen niet in staat zijn om zelf ook maar iets in het huishouden te doen. Gelet hierop geeft de kamer het bestuursorgaan in overweging om te komen tot een verruiming van de normtijden. Bijvoorbeeld door het stellen voor een normtijd ten behoeve van een zogenaamde voor-, najaarsschoonmaak voor het verrichten van incidentele huishoudelijke werkzaamheden. Voorts geeft de kamer het bestuursorgaan in overweging om met thuiszorgorganisaties afspraken te maken om waar nodig verspreid over de week huishoudelijke hulp mogelijk te maken, bij een indicatie van 2,5 uur per week of meer. Compensatiebeginsel Bij de kamer bestaat het beeld dat niet (altijd) wordt bezien of met het afgeven van een indicatie op basis van de normtijden aan de aanvrager een zodanige voorziening wordt geboden dat daarmee wordt voldaan aan het compensatiebeginsel. De kamer heeft de indruk dat er in de praktijk een te enge interpretatie wordt gegeven aan het beleid in die zin dat ervan wordt uitgegaan dat in voldoende mate de beperkingen zijn gecompenseerd indien de aanvrager de voorziening overeenkomstig de normtijden is toegekend. Naar de mening van de kamer is dit in een aantal gevallen een ontoereikende invulling van het wettelijk compensatiebeginsel dat vereist dat met alle persoonskenmerken en alle omstandigheden van het individuele geval rekening wordt gehouden. De kamer heeft moeten vaststellen dat in de praktijk uitsluitend in hoogst uitzonderlijke en schrijnende gevallen het compensatiebeginsel wordt afgewogen. Daarmee wordt echter onvoldoende recht gedaan aan het compensatiebeginsel, dat voorschrijft dat een voor het individu passende voorziening moet worden geboden. Naar het oordeel van de kamer wordt daarmee afbreuk gedaan aan de uitgangspunten van de Wmo, het compenseren en stimuleren van mensen met een beperking door hun kansen te geven om volwaardig mee te doen aan de samenleving. De kamer beveelt het bestuursorgaan aan om altijd recht te doen aan het compensatiebeginsel, door in voorko13
Cumulatie van kosten In het beleid is bepaald dat maaltijdservice, boodschappendienst, hondenuitlaatservice, strijkservice en wasservice als voorliggende voorzieningen moeten worden aangemerkt. Daarnaast zijn technische hulpmiddelen zoals een wasmachine, wasdroger of stofzuiger als algemene gebruikmiddelen aangemerkt. In het beleid is bepaald dat onderzocht moet worden in hoeverre een aanvrager de mogelijkheden heeft om hiervan gebruik te maken. In de praktijk betekent dit dat de maaltijdservice, boodschappendienst en strijkservice als regel als voorliggende voorziening worden aangemerkt. De kamer wijst erop dat dit in voorkomende gevallen tot een onwenselijke cumulatie van kosten kan leiden en vraagt hiervoor aandacht omdat het naar de mening van de kamer als een ongewenst en niet bedoeld neveneffect van het beleid moet worden aangemerkt. Daarnaast vraagt de kamer aandacht voor cumulatie van kosten van verschillende voorzieningen binnen de Wmo, Gehandicaptenparkeerkaart en dergelijke. Ook op deze voorzieningen zijn bezuinigingen doorgevoerd, waardoor burgers te maken krijgen met een cumulatie van kosten en bijdragen die voorheen niet voor rekening van de aanvrager kwamen. De kamer geeft het bestuursorgaan in overweging zich rekenschap te geven van de ongewenste cumulatie van kosten voor de aanvrager in verband met voorliggende voorzieningen en de gemaakte keuze te heroverwegen. Adviesaanvraag Dit verslagjaar heeft de kamer één adviesaanvraag behandeld. Deze had betrekking op de Wob. Het bestuursorgaan vraagt advies over zijn standpunt dat zij in voorkomende gevallen niet willen aangeven of er al dan niet stukken voorhanden zijn met het oog op bescherming van eerbiediging van de persoonlijke levensfeer. Door kenbaar te maken dat er al dan niet stukken voorhanden zijn wordt reeds informatie verschaft welke bescherming geniet wegens eerbiediging van de persoonlijke levensfeer. De kamer is van mening dat de uitspraak van het bestuursorgaan, inhoudende dat geen mededeling wordt gedaan over het al dan niet aanwezig zijn van documenten over de betreffende bestuurlijke aangelegenheid met een beroep op één van de weigeringsgronden van de Wob zich niet verdraagt met het uitgangspunt van de Wob en het bepaalde in artikel 7 van de Wob. De kamer is van oordeel dat in alle gevallen gemotiveerd moet worden aangegeven of het/de gevraagde document (-en) onder het bestuursorgaan rust, ook als daarmee over de inhoud van de betreffende bestuurlijke aangelegenheid enige indicatie wordt gegeven. Gelet op het vorenstaande is de kamer van oordeel dat de voorgestelde handelswijze zich niet verdraagt met de Wob.
Overzicht zaken/bezwaarschriften kamer I Uitgebrachte adviezen in 2010 (per zaak)
Nog af te doen van 2010
Ontvangen 2011
Gegrond
Omgevingsvergunning kappen
4
18 (32)
1 (GD*)
Omgevingsvergunning in- uitrit
2
6(9)
4(6)
Wet Openbaarheid van Bestuur
2
4
5
Wet GBA
3
11
3
Wegenverkeerswet (verkeersmaatregelen)
1
9(29)
Parkeerverordening
2
6
Subsidie
6
12
Wmo (overige voorzieningen)
9
39
11
109
Leerlingenvervoer
4
Gehandicaptenparkeerkaarten
3
Doorgezonden
Niet ontvankelijk
Ongegrond
8
3 (11)
2
Nog af te doen
2(3)
4 (9)
4
1
2(3)
1
1
0
1
3
5(8)
3(19)
3
0
6
3
21
13
5
2(3)
1 (GD*)
Ingetrokken
4 5
3
1
9
3
2 (GD*) +1
17
10
54
36
9
4
2
5
2
15
10
6
2
AVP Overig:
7(9)
3
1(2)
2
APV/BAG Winkeltijdenverordening Terrasvergunning Evenementenvergunning Standplaatsvergunning Vergunning seksinrichting APV overig
5(7) 5 7 3 6(9) 1(9) 4
-
2 3 3 1 1
1(3) 1 -
1 1 3
1(2) 1 4 1 -
1
1 2(3) 3 2 -
1 -
1 7
Wmo (huishoudelijke hulp)
Overig: Handhaving Noodfonds Wet Kinderopvang Restcategorie
Uitwegvergunning
3
6(7) 4 10 14
2
Afval
12
Fiets
1
Totaal
70 (72)
6(9)
4(6)
1 1
1
9
1
2
101 (105)
28 (39)
25 (26)
1 1 6 1
1 1 5(8) 1(9) 3 1 1 5
2(3)
1
124 (134)
87 (114)
1 303 (354)
8
* GD = gedeeltelijk gegrond
14
Persoonlijk contact Kamer I Zoals in het algemene deel van dit verslag is aangegeven is halverwege dit verslagjaar de mogelijkheid geïntroduceerd om een bezwaarschrift via een persoonlijk contact te behandelen. In het verslagjaar zijn in de kamer I 122 bezwaarschriften (103 zaken) in aanmerking gebracht voor bezwaarschriftbehandeling via een persoonlijk contact. Van deze 122 bezwaarden, heeft met 94 bezwaarden (75 zaken) binnen het verslagjaar een gesprek plaats gevonden. Met 19 bezwaarden heeft geen gesprek plaats gevonden, omdat ofwel er geen contact met hen tot stand is gekomen, telefonische uitleg volstond dan wel in gezamenlijk overleg werd geconstateerd dat de bezwaarde er meer bij gebaat was om het bezwaarschrift rechtstreeks aan de bezwarencommissie voor te leggen. In de gevallen waarin telefonische uitleg volstond is het bezwaarschrift ingetrokken naar aanleiding van het telefoongesprek. Het persoonlijk contact heeft er in geresulteerd dat 59 bezwaarschriften (54 zaken) zijn ingetrokken. Van deze 59 bezwaarschriften zijn 46 bezwaarschriften ingetrokken naar aanleiding van het gesprek waarin uitleg is gegeven over het bestreden besluit. In 13 bezwaarschriften/ 8 zaken resulteerde het gesprek in een wijziging van het bestreden besluit, hetgeen voor de bezwaarden aanleiding was om het bezwaarschrift in te trekken. 49 bezwaarschriften (35 zaken) zijn na afloop van het persoonlijk contact alsnog voorgelegd aan de kamer. 14 bezwaarschriften stonden aan het einde van het verslagjaar nog open. Ten aanzien van 9 van deze bezwaarschriften is een afspraak gemaakt voor een gesprek in 2012.
met een afvaardiging van de bezwaarden werd een alternatieve maatregel aangedragen. Deze alternatieve maatregel had de instemming van bezwaarden. Hierop is een wijzigingsbesluit genomen, hetgeen aanleiding was voor de bezwaarden om hun bezwaarschrift in te trekken. Standplaats Een ontwikkelingsorganisatie heeft sinds jaar en dag een standplaatsvergunning aangevraagd en gekregen voor de gevraagde data in oktober tot en met december. Dit jaar is de standplaatsvergunning geweigerd voor zover de aanvraag betrekking heeft op data na 12 november 2011. Daartoe heeft het bestuursorgaan overwogen dat voor de periode na 12 november 2011 de beschikbare standplaatsen op het Raadhuisplein reeds zijn vergeven. Naar aanleiding van het bezwaarschrift is de ontwikkelingsorganisatie uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens het gesprek is in overleg met de ontwikkelingsorganisatie gezocht naar een goede alternatieve locatie. Nadat een alternatieve locatie was gevonden, welke instemming had van alle partijen is vergunning verleend. Dit was aanleiding om het bezwaarschrift in te trekken. Wmo-huishoudelijke hulp In het verslagjaar zijn veel gesprekken gevoerd inzake de Wmo. Het merendeel van de gesprekken had betrekking op besluiten tot herindicatie huishoudelijke hulp waarbij sprake was van een teruggang in uren. Dit als gevolg van gewijzigde normtijden. Tijdens de gesprekken werd samen met de bezwaarden bezien of in het besluit rekening was gehouden met alle relevante omstandigheden. Daarnaast nam het geven van uitleg een grootdeel van de gesprekstijd in beslag. Er werd uitleg gegeven met betrekking tot de bezuinigingen in het kader van de Wmo, hetgeen een belangrijke reden is voor de teruggang in uren. Daarnaast werd uitleg gegeven over de wijze van totstandkoming van de indicatie. Tot slot werd daar waar mogelijk meegedacht met bezwaarden hoe zij zaken anders konden organiseren/regelen. Zo werden bezwaarden bijvoorbeeld gewezen om de mogelijkheid om beroep te doen op een vrijwilligersorganisaties. Ongeveer de helft van de bezwaarschriften werd naar aanleiding van het gesprek ingetrokken. De andere helft van de bezwaarschriften is alsnog aan de bezwarencommissie voorgelegd.
Een aantal ervaringen Het merendeel van de gevoerde gesprekken in het verslagjaar betrof zogenaamde uitleggesprekken. Gesprekken waarin de achtergronden van de bestreden besluiten aan de bezwaarden uiteen werden gezet. Een enkele keer kwam er tijdens het gesprek informatie naar voren die aanleiding gaf tot wijziging van het bestreden besluit en daar waar mogelijk werd met bezwaarde(n) gezocht naar oplossingen. Een aantal voorbeelden van gevoerde gesprekken. Verkeersmaatregel Dit verslagjaar zijn in twee bezwaarprocedures tegen de besluiten tot het treffen van verkeersmaatregelen gesprekken gevoerd. De eerste verkeersmaatregel betrof het opheffen van het parkeerverbod aan de Schubertlaan aan de westzijde van de weg, tussen de aansluitingen met de Bernard Zweerslaan en de Mendelssohnlaan. Tegen dit besluit kwamen 15 buurtbewoners in bezwaar. Ook meldde zich een voorstander van het bestreden besluit. Omdat een veel gehoorde klacht in deze procedure betrekking had op de communicatie in de voorbereiding van het besluit is besloten om met de bezwaarden in gesprek te gaan. Tijdens het gesprek welke plaatsvond in aanwezigheid van verkeerskundigen van de gemeente is uitleg gegeven over de achtergronden van het bestreden besluit. Uiteindelijk resulteerde het gesprek in een bezoek ter plaatse, ten einde de door de bewoners aangedragen alternatieven te kunnen beoordelen. Het bezoek ter plaatse leidde echter niet tot een wijziging van het bestreden besluit. De bezwaarschriften zijn desgevraagd voorgelegd aan de bezwarencommissie. De tweede verkeersmaatregel ten aanzien waarvan een gesprek heeft plaatsgevonden betrof het verkeersbesluit waarbij aan beide zijden van De Wielerbaan, tussen de Zanderijweg en de bocht ter hoogte van perceelnummer 20 een parkeerverbod werd ingesteld. Tegen dit besluit kwamen 4 buurtbewoners in bezwaar. Tijdens het gesprek 15
Kamer II Sociale zekerheid Algemeen De kamer Sociale zekerheid behandelt de bezwaarschriften die gericht zijn tegen besluiten ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), het Besluit bijstand zelfstandigen (Bbz), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en aanverwante (inkomensondersteunende) regelingen. Het merendeel van de bezwaarschriften richt zich tegen besluiten op grond van de WWB. De vergaderingen van de kamer zijn niet-openbaar. Naast behandeling van voornoemde bezwaarschriften worden tevens bezwaarschriften behandeld welke gericht zijn tegen besluiten op grond van de Wet Inburgering (onder meer inburgeringsvoorzieningen en inburgeringsverplichtingen). Ingediende bezwaarschriften/zaken Het aantal bezwaarschriften dat in het huidige verslagjaar om advies in handen is gesteld van de kamer bedraagt 320 ten opzichte van 363 in 2010 en 305 in 2009. Hieruit valt af te leiden dat er sprake is van een gemiddeld aantal ingediende bezwaarschriften in relatie tot de voorgaande twee verslagjaren. De oorzaak van de lichte afname in relatie tot het verslagjaar 2010 kan de Kamer niet direct verklaren. Ten aanzien van het verslagjaar 2009 is nog steeds sprake van een lichte toename en de oorzaken die zijn genoemd in het jaarverslag over 2010 blijven onverkort van kracht. Zo is er nog altijd sprake van een financiële crisis en een logisch gevolg van de huidige verslechterde financiële situatie blijft dat mensen genoodzaakt zijn een beroep te doen op (bijzondere) bijstand. Aantal vergaderingen en hoorzittingen De kamer vergadert in de regel éénmaal per twee weken op de woensdagochtend. In het verslagjaar heeft de kamer 24 vergaderingen gehouden waarin 161 bezwaarschriften zijn behandeld. Door de kamer behandelde zaken De kamer heeft in het verslagjaar 186 zaken afgedaan 16
tegenover 191 in 2010. Ten opzichte van het verslagjaar 2010 is weliswaar sprake van een geringe afname in het aantal afgedane zaken maar in relatie met het minder aantal binnengekomen bezwaarschriften kan juist worden gesproken van een toename van het aantal afgedane zaken. Dit is onder meer te verklaren in het feit dat de personele bezetting bij de verweerders van de dienst Samenleving weer op een voldoende niveau is gekomen waardoor de zittingsochtenden over het algemeen goed gevuld konden worden met de te behandelen zaken. Per januari 2012 staan nog 64 zaken uit het verslagjaar open ten opzichte van 84 openstaande zaken in 2010. Deze afname is te verklaren uit de wat lagere instroom van binnengekomen bezwaarschriften ten opzichte van 2010 en de verbeterde personele bezetting bij de verweerders. Van deze openstaande zaken zijn 39 zaken (het merendeel ontvangen in november en december 2010) waarvan de hoorzitting nog moet plaatsvinden. Tenslotte zijn er 5 zaken waarvan de hoorzitting in het verslagjaar heeft plaatsgevonden, maar het advies nog moet worden uitgewerkt. De overige openstaande zaken wachten nog op een beslissing op het bezwaarschrift door verweerder, intrekking of zijn aangehouden in verband met nader onderzoek door verweerder. Adviezen In het verslagjaar heeft de kamer 186 adviezen uitgebracht, waarvan 7x gegrond, 134x ongegrond, 35x nietontvankelijk en 10x gedeeltelijke gegrond en ongegrond (zie overzicht). Voorts blijkt uit het overzicht dat er 152 zaken zijn ingetrokken. Vaak heeft het college van B en W hangende de bezwarenprocedure artikel 6:18 van de Awb (intrekking of wijziging besluit hangende bezwaar) toegepast omdat uit nader onderzoek, bijvoorbeeld door het opvragen van gegevens van bezwaarde, naar voren is gekomen dat het besluit niet (geheel) terecht is genomen. Een andere oorzaak van de toename van het aantal ingetrokken bezwaarschriften valt toe te rekenen aan het behandelen van bezwaarschriften in de Andere Aanpak (verdere toelichting elders in dit kamerverslag). Toepassing van artikel 6:18 van de Awb, dan wel intrekking van het bezwaarschrift om een andere reden, dan wel de
behandeling in de Andere Aanpak leidt ertoe dat 39% van de bezwaarschriften geen behandeling (meer) behoeft. Contraire besluiten Het bestuursorgaan (het college van burgemeester en wethouders) heeft zich in dit verslagjaar aan alle uitgebrachte adviezen van de kamer geconformeerd. Overzicht zaken/bezwaarschriften kamer II
Catergorie
Uitgebrachte adviezen Werkvoorraad 2010
Ontvangen zaken in 2011 Ongegrond
Gegrond Terugvordering
Gegrond/ ongegrond
Doorgezonden Nietontvankelijk
16
76
1
30
4
9
1
2
-
3
-
-
Bijzondere bijstand
33
123
3
61
3
Langdurigheidstoeslag
11
18
-
8
5
22
-
15
61
Wet Inburgering
1
IOAW Wet investeren in jongeren
Invordering
Maatregelen WWB
Totaal
Nog af te doen
Ingetrokken
31
17
9
66
14
-
2
11
8
11
2
1
9
4
3
15
1
11
27
17
2
-
-
-
-
2
1
2
7
-
5
-
1
3
-
-
9
-
1
-
2
3
3
84
320
7
134
10
35
152
64
Aanbevelingen In het verslagjaar heeft de commissie één officiële aanbeveling gedaan betreffende het buitenwettelijke begunstigende beleid voor wat betreft bijzondere bijstand voor brillen, meer specifiek het beleid omtrent bijzondere bijstand voor brillen voor kinderen jonger dan 16 jaar. De kosten van een bril/lenzen behoren in principe tot de bijzondere noodzakelijke bestaanskosten waarvoor bijzondere bijstand kan worden verstrekt. Verlening van bijzondere bijstand kan slechts plaatsvinden voor de goedkoopst adequate voorziening. Het bevreemdt de commissie dat in het huidige beleid (geldend vanaf 1 maart 2011) geen uitzonderingssituatie is opgenomen voor wat betreft kinderen jonger dan 16 jaar omdat naar het oordeel van de commissie de noodzaak voor brillen zeker kan bestaan bij kinderen jonger dan 16 jaar. De commissie is van oordeel dat het redelijk is om voor kinderen jonger dan 16 jaar een uitzondering te maken op de regel dat men slechts eenmaal per 3 kalenderjaren in aanmerking komt voor bijzondere bijstand voor een bril. De commissie heeft dan ook de aanbeveling gedaan om in het huidige beleid dat geldt vanaf 1 maart 2011 in ieder geval een uitzondering op te nemen voor kinderen jonger dan 16 jaar. Daarbij is van belang dat de ‘afwijking’ nader gespecificeerd wordt zodat hierover geen onduidelijk blijft bestaan. Het bestuursorgaan heeft dit advies naast zich neergelegd. Aandachtspunten Ten aanzien van de onderstaande punten heeft de kamer niet de noodzaak ingezien van het uitbrengen van officiële 17
2
2
aanbevelingen maar de commissie vraagt wel de aandacht voor het volgende: • Bij zaken waar herziening en terugvordering van de WWB-uitkering aan de orde is wordt in voorkomende gevallen in eerste instantie een herzieningsbesluit genomen om vervolgens op een later moment het terugvorderingsbesluit te nemen. Het terugvorderingsbesluit bevat vaak een mededeling rondom de herziening van de uitkering en het valt de kamer op dat dit bij de betrokkenen soms tot verwarring leidt dat (buiten de wettelijke termijn) tegen de herziening alsnog bezwaar kan worden gemaakt. Uit het oogpunt van klantvriendelijkheid/duidelijkheid heeft het de voorkeur dat een herzienings- en terugvorderingbesluit in één beslissing wordt opgenomen. Persoonlijk contact kamer II Zoals in het algemene deel van dit verslag is aangegeven is halverwege dit verslagjaar de mogelijkheid geïntroduceerd om een bezwaarschrift via een persoonlijk contact te behandelen. In Kamer II zijn 72 bezwaarden benaderd om hun bezwaarschrift te behandelen in middels een persoonlijk contact. Van deze 72 bezwaarden zijn er 48 daadwerkelijk behandeld in een gesprek. Met 20 bezwaarden heeft geen gesprek plaatsgevonden omdat zij geen interesse hadden in een gesprek en de voorkeur uitspraken om het bezwaarschrift direct tijdens een hoorzitting in de bezwarencommissie te behandelen of in enkele gevallen bleek de bezwaarde over onvoldoende kennis van de Nederlandse taal te beschikken. Van 4 bezwaarschriften zijn de gesprekken in 2012 gepland.
De gesprekken hebben er in geresulteerd dat er 25 bezwaarschriften zijn ingetrokken waarvan 1x het bezwaarschrift is ingetrokken na telefonische uitleg over het genomen besluit. Het merendeel van deze bezwaarschriften is ingetrokken naar aanleiding van het gesprek waarin uitleg is gegeven over het genomen besluit. Bij 4 bezwaarschriften resulteerde het gesprek in een wijziging van het bestreden besluit, hetgeen voor de bezwaarde aanleiding was om het bezwaarschrift in te trekken. 23 bezwaarschriften zijn na afloop van het gesprek alsnog voorgelegd aan de kamer. Een aantal ervaringen Het merendeel van de gevoerde gesprekken in het verslagjaar betrof zogenaamde uitleggesprekken. Gesprekken waarin de achtergronden van de bestreden besluiten aan de bezwaarden uiteen gezet werden. Een enkele keer kwam er tijdens het gesprek informatie naar voren die aanleiding gaf tot wijziging van het bestreden besluit en daar waar mogelijk was werd met bezwaarde gezocht naar oplossingen. Opgemerkt wordt dat de gesprekken voortkomend uit deze kamer allen één op één gesprekken zijn waarmee bedoeld wordt dat er in alle gevallen sprake is van één indiener van het bezwaarschrift en nimmer meerdere belanghebbenden bij het geschil zijn betrokken. Een aantal ervaringen met de gevoerde gesprekken: •
Een ingediend bezwaarschrift tegen het besluit tot terugvordering van teveel ontvangen bijstand is ingediend door samenwonenden. De samenwonenden, belast met een lichte verstandelijke beperking, begrepen de totstandkoming van het genomen besluit niet goed. Het gesprek vond plaats in het bijzijn van een maatschappelijk werker van het stel waardoor het gesprek toch goed verliep en uiteindelijk heeft geresulteerd in een intrekking van het bezwaarschrift.
18
•
Een ingediend bezwaarschrift tegen het besluit tot terugvordering is in een gesprek behandeld. Bij aanvang van het gesprek gaven bezwaarden aan het besluit niet te begrijpen en waren ze heel verontwaardigd over de ontstane situatie. Door een goede uitleg over de totstandkoming van het besluit was gedurende het gesprek een verschuiving zichtbaar ten aanzien van de opstelling van bezwaarden. Dit heeft geresulteerd in een intrekking van het bezwaarschrift.
•
Een bezwaarschrift van een stel (man en vrouw) tegen de afwijzing van de aanvraag om een langdurigheidstoeslag bleek tijdens het gesprek een duidelijke situatie waardoor het voor de vrouw al vrij snel duidelijk was dat het besluit terecht was genomen. De moeilijkheid van het gesprek zat in het feit dat de man allerlei bijkomende zaken op het gebied van hun inkomen bleef aanvoeren. Het juiste moment van ingrijpen in een gesprek is dan ook een aandachtspunt voor de gesprekleider.
Kamer III Ruimtelijke ontwikkeling Algemeen De kamer behandelt bezwaarschriften op grond van de Awb tegen besluiten op het gebied van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet milieubeheer (Wm), de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg), Monumentenwet 1988 en –verordening en de Verordening kamerverhuur 2009. Daarbij gaat het in hoofdzaak om de verlening, weigering of intrekking van omgevingsvergunningen, het buiten behandeling laten van aanvragen om vergunning, plaatsingsbesluiten (monumenten), handhavingsbesluiten (bouwen, gebruik en milieu) of de weigering daarvan, (zuivere) schadebesluiten, planschades ex artikel 6.1 Wro en nadeelcompensaties.
de adviezen wordt verwezen naar het overzicht. De commissie had aan het eind van het verslagjaar 37 zaken (53 bezwaarschriften) nog niet afgedaan. Als redenen hiervoor kunnen worden genoemd: • een aantal zaken zijn of moeten nog ingepland voor een hoorzitting; dit betreffen voornamelijk bezwaarschriften die in de laatste maanden van 2011 zijn binnengekomen; • een aantal zaken ten aanzien waarvan wel de hoorzitting is gehouden en met betrekking tot het advies is beraadslaagd, maar waarvan het advies nog uitgebracht moet worden.
Ingediende bezwaarschriften/zaken In 2011 zijn in totaal 160 bezwaarschriften ingediend, welke betrekking hadden op 106 zaken. Ten opzichte van 2010 (157 bezwaarschriften/131 zaken) betekent dit een minimale stijging van het aantal bezwaarschriften (2%) en een opmerkelijke daling in zaken (-/-23%). Dit laatste wordt verklaard door een aantal zaken waar meerdere bezwaarschriften tegen zijn ingediend. Hoewel dit elk jaar voorkomt, was het in het afgelopen jaar opvallend meer. Aantal vergaderingen en hoorzittingen In 2011 heeft de kamer 16 vergaderingen gehouden met in totaal 78 hoorzittingen/beraadslagingen. Dit zijn 4,875 zittingen per vergadering (4,17 in 2010). De daling van het aantal zittingen heeft te maken met de sterk verminderde instroom van bezwaarschriften in de eerste helft van het verslagjaar waardoor volstaan kon worden met één zitting per maand in plaats van elke twee weken en werd ook in het afgelopen jaar stringenter omgegaan met verzoeken om uitstel in het licht van de termijnen die de Awb stelt aan te afdoening van bezwaarschriften (wet dwangsom bij niet tijdig beslissen). Ten slotte konden enkele zittingen komen te vervallen door een nog betere planning. Door de kamer behandelde bezwaarschriften/zaken De kamer heeft in het verslagjaar over 91 (2010: 120) bezwaarschriften geadviseerd. Deze hadden betrekking op 59 zaken (2010: 98 zaken). Voor de uitkomsten van 19
In 2011 zijn 33 bezwaarschriften (33 zaken) ingetrokken. Deze intrekkingen zijn het gevolg van het werken volgens de procedure van het persoonlijk contact (zie Algemene deel en hieronder), desgevraagd (aanvullende) informatieverstrekking aan bezwaarden, op basis van de bezwaren tegemoetkomen aan de bezwaren en intrekking van de bestreden besluiten. In 2011 werden 21 bezwaarschriften (13 zaken)(2010: 20 bezwaarschriften/18 zaken), welke om advies aan de commissie waren voorgelegd, naar het betrokken bestuursorgaan teruggezonden. Hierbij was in een aantal gevallen nog geen sprake van een besluit waartegen bezwaar open stond en was soms sprake van een zienswijze tegen een nog te verlenen vrijstelling/ontheffing. Daarnaast dienden een aantal bezwaarschriften doorgezonden te worden omdat sprake was van besluiten waartegen rechtstreeks beroep op de Rechtbank openstond. Contraire besluiten en/of aanvullingen In het afgelopen jaar werd éénmaal het advies van de commissie niet (geheel) overgenomen. Onderstaand de korte uitwerking van deze zaak: Omgevingsvergunning strijdig gebruik De Kamer adviseerde het bestuursorgaan om vergunninghouder te verzoeken de aanvraag aan te passen in die zin dat het gewraakte gebruik slechts voor twee dagen per week zou gelden van 15.00 tot 19.00 uur en voor wat betreft het buitenterrein beperkt zou blijven tot het -ten opzichte van het te gebruiken gebouw- rechtergedeelte.
Het bestuursorgaan achtte zich evenwel bevoegd om bij de beslissing op de bezwaren het besluit in bovenstaande zin te wijzigen c.q. beperkingen op te leggen, zonder dat vergunninghouder een daartoe strekkend aangepast verzoek zou indienen. Verder adviseerde de Kamer om het verzoek met betrekking tot de te realiseren parkeerplaatsen aan te laten passen nu deze niet in berm van de weg, maar op eigen terrein gerealiseerd zouden worden. Het bestuursorgaan was van mening dat geen parkeerplaatsen in de berm zijn vergund en dat op grond van de Bouwverordening -conform de verleende ontheffing- twee parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd worden.
inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu indien slecht één of zelfs geen van de genoemde criteria van toepassing is/zijn.
Aanbevelingen/opmerkingen In het verslagjaar heeft de kamer één aanbeveling gedaan. Deze heeft betrekking op de omzettingsvergunning kamerverhuur en de Verordening kamerverhuur 2009. De aanbeveling had betrekking op de onduidelijkheid over critria in de Verordening waaraan een aanvraag omzettingvergunning kamerverhuur wordt getoetst. Bezwaarden veronderstelden dat voor de beoordeling van een aanvraag omzettingsvergunning kamerverhuur twee toetsingscriteria bestaan. Bezwaarden stelden dat indien niet wordt voldaan aan één van de genoemde criteria dit móet leiden tot weigering van de aanvraag omzettingsvergunning. Zoals namens het bestuursorgaan in verweer terecht is gesteld - en in het commissieadvies is onderschrevenbevat de Verordening niet twee, maar één weigeringsgrond, te weten: “een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in het pand en in de omgeving”. Om te kunnen bepalen of hiervan sprake is, zijn twee criteria opgenomen. Deze hebben betrekking op het maximaal percentage kamerverhuurpanden per wijk/buurt en een minimale onderlinge afstand tussen geregistreerde kamerverhuurpanden. Uit de formulering van artikel 2.3 van de Verordening blijkt dat alleen indien aan élk van deze criteria wordt voldaan, vergunning (automatisch) geweigerd wordt. Uit de bewoording “in ieder geval” maakte de commissie op dat artikel 2.3 voor wat betreft de beoordeling van verzoeken geen limitatieve opsomming van weigeringsgronden geeft. Hiermee is impliciet bepaald dat ook sprake kan zijn van een ontoelaatbare
20
Artikel 2.3 van de Verordening spreekt in meervoud over “gronden tot weigering van een omzettingsvergunning”. Hiermee ontstaat - voor de kamer begrijpelijk- bij bezwaarden het beeld dat voor de vraag of een omzettingsvergunning verleend kan worden meerdere weigeringsgronden bestaan. Zoals reeds opgemerkt is de ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu thans de enige weigeringsgrond. In de toelichting op de Verordening wordt het volgende gesteld: “De regel dat niet meer dan 1% van de tot bewoning bestemde gebouwen (in de buurten ‘Binnenstad’ en ‘De Haven’ niet meer dan 5%) in een buurt in aanmerking komt voor een omzettingsvergunning en een afstand van minimaal vijftig/honderd meter tot een ander geregistreerd kamerverhuurpand moet worden aangehouden, voorkomt een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in een straat of buurt”. Opgemerkt is dat deze omschrijving geen discrepantie oplevert met de Verordening omdat niet de conclusie wordt getrokken dat een aanvraag omzettingsvergunning kamerverhuur ook aan beide voorwaarden moet voldoen. Wel ontstaat door deze omschrijving verwarring omdat de lezer, zo blijkt uit de praktijk, de indruk krijgt dat aan beide voorwaarden moet worden voldaan om voor vergunning in aanmerking te komen. Tenslotte is opgemerkt dat in de door de gemeente uitgegeven informatiefolder ‘omzettingsvergunning kamerverhuurpanden’, zoals deze verkrijgbaar is bij het omgevingsloket in het stadhuis en is te lezen via de gemeentelijke website, wordt aangegeven dat een aanvraag om een omzettingsvergunning voor een nieuw kamerverhuurpand wordt afgewezen als dat nieuwe kamerverhuurpand is gelegen op minder dan vijftig meter afstand van een bestaand geregistreerd kamerverhuurpand. Hiermee is deze informatiefolder onvolledig en wel in tegenspraak met de verordening. Mede op basis van deze aanbeveling is inmiddels een herstelaanpassing van de verordening doorgevoerd en worden de bevindingen van de Kamer meegenomen in de evaluatie van de toepassing van de verordening.
Overzicht zaken/bezwaarschriften
Catergorie
Uitgebrachte adviezen Nog af te doen van 2010
Doorgezonden
Ontvangen 2011 Ongegrond
Gegrond
Ingetrokken
Nietontvankelijk
Nog af te doen
Bouwvergunning (a)
7
28
1
10
4
3
12
5
Weigering bouwvergunning (b)
8
18
1
7
2
0
13
3
Ontheffing Wro (c)
0
3
0
3
0
0
0
0
8
21
1
6
0
3
0
19
0
4
0
1
0
0
1
2
optreden (f)
7
1
2
2
2
0
1
1
Milieu (g)
0
3
0
2
0
0
0
1
Planschade (i)
3
3
0
5
0
0
0
1
Overige 1) (j)
9
25
1
11
4
7
6
5
42
106
6
47
12
13
33
37
Handhavend optreden bouw/gebruik (d) Handhavend optreden clandestiene bewoning (e) Weigering handhavend
Totaal
1) hieronder vallen o.m.: aanlegvergunning, gedoogvergunningmilieu, sloopvergunning, zuiver schadebesluit, buiten behandeling laten aanvraag om bouwvergunning, intrekking bouwvergunning, ontheffingen (anders dan Wro), Wet voorkeursrecht gemeenten, kamerverhuurvergunning, monumentenzaken, etcetera. Persoonlijk contact Kamer III Zoals in het algemene deel is aangegeven is halverwege het verslagjaar de mogelijkheid geïntroduceerd om een bezwaarschrift via een persoonlijk contact te behandelen. In het verslagjaar zijn in Kamer III 23 bezwaarden (21 zaken) in aanmerking gebracht voor bezwaarschriftbehandeling via een persoonlijk contact. Van deze 23 bezwaarden, heeft met 18 bezwaarden (19 zaken) binnen het verslagjaar een gesprek plaats gevonden. Met 1 bezwaarde heeft geen gesprek plaats gevonden, omdat uit contact met bezwaarde bleek dat hij geen persoonlijk gesprek wenste en rechtstreekse behandeling door de bezwarencommissie wenste. Eén bezwaarde gaf desgevraagd te kennen zijn brief niet als bezwaarschrift behandeld te willen zien. Dit is op verzoek van bezwaarde teruggezonden naar het bestuursorgaan voor inhoudelijke behandeling. Het persoonlijk contact heeft er in geresulteerd dat 9 bezwaarschriften (10 zaken) zijn ingetrokken. Deze bezwaarschriften zijn ingetrokken naar aanleiding van het gesprek waarin uitleg is gegeven over het bestreden besluit. In 5 bezwaarschriften/3 zaken resulteerde het gesprek niet in een intrekking en moest alsnog behandeling door de kamer plaatsvinden. In 3 bezwaarschriften/5 zaken is persoonlijk contact geweest en is in overleg met bezwaarden en het college de behandeling aangehouden nadat afspraken met bezwaarden zijn gemaakt en vastgelegd. De gesprekken hadden betrekking op verleningen en weigeringen omgevingsvergunningen bouwen en lasten onder dwangsom brandveiligheid gebouwen. 21
Een aantal ervaringen Het merendeel van de gevoerde gesprekken in het verslagjaar betrof zogenoemde uitleggesprekken. Daarin werden de achtergronden van de bestreden besluiten aan de bezwaarden uiteengezet. Enkele gesprekken leidden tot afspraken met bezwaarden om tot een goede oplossing te komen. Onderstaand een korte uitwerking van enkele van de gevoerde gesprekken. Verleende omgevingsvergunningen bouwen Een drietal bezwaarschriften richtten zich formeel tegen de omgevingsvergunning bouwen voor de beekbakken van de Grift Beurtvaartstraat/Griftstraat. Inhoudelijk richtten de bezwaren zich evenwel tegen de (her)inrichting van de Grifstraat, specifiek het gedeelte van de Deventerstraat tot de splitsing Grifstraat/Beurtvaartstraat. Tijdens het gesprek met bezwaarden is toegelicht dat tegen de (her)inrichting van de Griftstraat geen bezwaar openstond, omdat dit geen besluit in de zin van de Awb betreft maar van feitelijk handelen. Ondanks dat er bij deze uitleg op is gewezen dat de bezwaren kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zouden moeten worden, leidde het niet tot intrekking van de bezwaren. De bezwaarschriften zijn daarop om advies voorgelegd aan de kamer. Eén bezwaarschrift richtte zich tegen de verleende omgevingsvergunning bouwen van een praktijkruimte. Daarnaast werd bezwaar gemaakt tegen de beschadiging van de wegbermen en het gebruik van de berm als parkeergelegenheid. Nadat tijdens het gesprek met bezwaarde, in aanwezigheid van vergunninghouder, was toegelicht op welke wijze het besluit was beoordeeld, besloot bezwaarde het bezwaarschrift in te trekken omdat duidelijk was dat de omgevingsvergunning op juiste gron-
den was verleend. Ook met betrekking tot haar bezwaren tegen het gebruik van de wegbermen als parkeergelegenheid is een toelichting gegeven. Over het herstel van wegbermen zijn achteraf afspraken gemaakt met de wegbeheerder.
om hun grieven daaromtrent kenbaar te maken is door vergunninghouder toegezegd dat bezien zou worden wat daar aan gedaan kon worden en zou daarover met bezwaarde gecommuniceerd worden. Bezwaarde trok daarop zijn bezwaarschrift in.
Eén bezwaarschrift richtte zich tegen de bouw van twee woningen met bijgebouwen. Tijdens het gesprek is toegelicht op welke wijze de aanvraag is beoordeeld en is toegelicht dat het besluit in iedere geval op een tweetal punten aangepast diende te worden. Het gesprek leidde niet tot in trekking van het bezwaarschrift. Het is daarop om advies aan de kamer voorgelegd.
Weigering omgevingsvergunning bouwen Twee bezwaarschriften richtten zich tegen een weigering omgevingsvergunning bouwen. Tijdens het gesprek met bezwaarden is toegelicht waarom geen medewerking verleend kon worden aan de bouwplannen. De uitleg resulteerde in intrekking van de bezwaarschriften omdat bezwaarden duidelijk was dat de besluiten op juiste gronden waren genomen.
Eén bezwaarschrift richtte zich tegen de uitbreiding van een verzorgingstehuis. Tijdens het gesprek kwam naar voren dat de bezwaren niet zo zeer gericht waren tegen de vergunde uitbreidingen als wel tegen in casu de brandwerende voorzieningen, specifiek de branddeuren. Nadat bezwaarden in de gelegenheid waren gesteld
22
Een tweetal bezwaarschriften was eveneens gericht tegen een weigering omgevingsvergunning. In beide gevallen leidde het gesprek niet tot intrekking en werden deze alsnog aan de commissie voorgelegd om advies.
Kamer IV Personeel Algemeen De kamer behandelt de geschillen tussen de gemeente Apeldoorn (als werkgever) en een werknemer. Bij die geschillen (rechtspositionele kwesties) kan het bijvoorbeeld gaan om inschaling, bevordering, beoordeling, ontslag, functiewaardering en aanspraken op verlof en studiefaciliteiten. Daarnaast adviseert de kamer Personeel ook over bezwaarschriften inzake rechtspositionele besluiten van het Dagelijks Bestuur van de Felua-groep en de Regio Stedendriehoek. Hierover rapporteert de kamer apart aan de Felua-groep en de Stedendriehoek. De hoorzittingen zijn niet-openbaar.
Door de kamer behandelde zaken De totaalvoorraad bezwaarschriften waar de kamer in 2010 mee te maken had, bedroeg 4. De kamer heeft in 2011 over 6 bezwaarschriften advies uitgebracht, waarvan 5x ongegrond en 1x niet-ontvankelijk. 13 bezwaarschriften zijn ingetrokken. Intrekking van de bezwaarschriften gebeurt vaak nadat het besluit in het voordeel van bezwaarde is herzien of nadat het bestreden besluit nader is toegelicht. Eind 2011 stonden er nog 2 bezwaarschriften open. De behandeling van de bezwaarschriften van deze bezwaarschriften zijn aangehouden in afwachting van nadere informatie van bezwaarden.
Ingediende bezwaarschriften Het aantal bezwaarschriften dat in het verslagjaar op het werkterrein van de kamer is binnengekomen, bedraagt 17. Dit is een kleine daling ten opzichte van 2010 waarin 20 bezwaarschriften ontvangen werden.
Contraire besluiten In één uitgebracht advies betreffende een disciplinaire straf hebben burgemeester en wethouders zich wegens verschil van inzicht niet aan het advies (uitgebracht in 2010) van de kamer geconformeerd.
Aantal vergaderingen en hoorzittingen In 2011 heeft de kamer 5 vergaderingen met in totaal 7 hoorzittingen gehouden.
Aanbeveling De kamer heeft in 2011 geen aanbevelingen gedaan.
23
Overzicht bezwaarschriften kamer IV
Uitgebrachte adviezen
Kamer IV
Categorie
Werkvoorraad 2010
Ontvangen 2011
Zaken
Zaken
Nietontvankelijk
Ongegrond
Gegrond
Doorgezonden
Ingetrokken
Nog af te doen
Zaken
Zaken
Zaken
Arbeidsverhoudingen
0
1
0
1
0
0
0
0
Beloning en bezoldiging
3
2
0
1
1
0
3
0
Disciplinaire straffen en maatregelen
0
0
0
0
0
0
0
0
Rechten en plichten
0
12
0
3
0
0
8
1
Diversen
1
2
0
0
0
0
2
1
Totaal per jaar
4
17
0
5
1
0
13
2
24
Deel 3 Ambtelijke Afdoening Zoals in het algemene deel van het jaarverslag is aangegeven, worden met ingang van dit verslagjaar de bezwaarschriften die zien op toepassing van het bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium in de openbare ruimte ambtelijk afgedaan. Meer specifiek betreft het de besluiten tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang ter zake van het op verkeerde wijze (tijd en/of plaats) ter inzameling aanbieden van (huishoudelijke) afvalstoffen én bezwaarschriften tegen de toepassing van spoedeisende bestuursdwang ter zake van het plaatsen van een fiets, buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen. De openstaande bezwaarschriften uit 2010 zijn nog afgedaan door de kamer. Ingediende bezwaarschriften Het aantal ingediende bezwaarschriften in de categorie afval is in het verslagjaar ten opzichte van 2010 (87) gestegen naar 98. Het aantal ingediende bezwaarschriften in de categorie fiets is in het verslagjaar ten opzichte van 2010 (11) gedaald naar 5. Beslissingen op bezwaar In het verslagjaar zijn in totaal 21 bezwaarschriften in de categorie afval en 2 bezwaarschriften in de categorie fiets (gedeeltelijk) gegrond verklaard. Voor wat betreft de categorie afval betreft dit een aanzienlijke stijging ten opzichte van het verslagjaar 2010 ( 4). Deze stijging kan echter verklaard worden door de gewijzigde werkwijze. In voorgaande verslagjaren werd, daar waar tijdens de bezwaarprocedure naar voren kwam dat het besluit niet geheel terecht was genomen, hangende de bezwaarprocedure met toepassing van artikel 6:18 Awb het besluit ingetrokken of gewijzigd. Dit resulteerde vervolgens in een intrekking van het bezwaarschrift, waardoor er niet meer beslist hoefde te worden op het bezwaarschrift. Ter vergelijking: in 2010 werden in de categorie afval 23 bezwaarschriften ingetrokken naar aanleiding van een 6:18- besluit. Omdat deze bezwaren nu geheel ambtelijk worden afgedaan – dus zonder tussenkomst van de commissie – wordt nu door middel van een gegrondverklareing van de bezwaren tegemoetgekomen in plaats van een intrekking van het besluit. Het relatief hoge aantal 6:18 Awb besluiten in de categorie afval kan worden verklaard doordat handhavend wordt opgetreden op basis van de op dat moment beschikbare informatie, te weten de constatering van de overtreding en de aangetroffen adresgegevens in het foutief geplaatste afval. 25
In een aantal gevallen zijn hangende de bezwaarprocedure argumenten aangevoerd op basis waarvan bij nader inzien het besluit niet in stand kon blijven, omdat: • aannemelijk is gemaakt dat de aangeschrevene het overtreden voorschrift niet heeft overtreden/ op basis van het door bezwaarde aangevoerde bewijs het onvoldoende vaststaat dat de overtreding door hem is begaan (3); • zowel de container als de uitwijkcontainer niet werkte/ onjuiste verwijzing naar uitwijkcontainer (4); • op basis van de geobjectiveerde medische aandoening/ beperking aannemelijk is gemaakt dat de overtreder niet in staat was om het afval aan te bieden bij de uitwijkzuil (9); • anderszins uitzonderlijke omstandigheden van het geval zijn aangetoond (5).
Bijlage 1 Kamer IV Personeel
Samenstelling commissie en secretariaat in 2011 Commissievoorzitter: drs. W.P. de Kam
Voorzitter: mr. F.P.M. Duijf
Kamer I - Algemene Zaken
Leden: A. van Driesten mw. mr. C.E. Wolf mr. A.A.J. Schuurmans
Voorzitter: drs. W.P. de Kam Leden: mw. mr. M. Keukenmeester mr. drs. H. Maaijen A.I. Duivenvoorde (wnd) mr. L. van der Kam (wnd) mw. mr. dr. C. Raat tot 10 november 2011
Ambtelijke medewerkers Coördinator: mr. C.L.J. Rijndorp Secretarissen: mw. mr. W.J. Duursma-Eilander H.R. Kreijkes mw. mr. S.L. Mathew- Martina mw. mr. M.E.V. Scheps mw. M. Schuiling mw. M. Veltkamp Chr. Ligtenbarg mw. I. Lantink V. Kloekke
Kamer II - Sociale Zekerheid Voorzitter: H.M. van Rooij Leden: mr. P.C. van der Voorn mw. mr. D. Hardonk-Prins mw. mr. V. Soeteman-Kranenburg mr. A.W. van Hennik
Kamer III - Ruimtelijke Ontwikkeling Voorzitter: mr. A. van der Wilt Leden: mr. W.F. Bijloo mr. L. van der Kam mw. mr. A.M.M. Hutten-Bekemeier A.I. Duivenvoorde 26
Colofon Uitgave Gemeente Apeldoorn Tekst Secretariaat Onafhankelijke bezwarencommissie Fotografie Gemeente Apeldoorn Drukwerk Felua-groep, Apeldoorn Aan deze uitgave kunnen op geen enkele manier rechten worden ontleend.