Olst-Wijhe (ont)zorgt. Beleid voor ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in Olst-Wijhe, 2012-2015.
Olst-Wijhe, 27 maart 2012 doc. nr.: 12.006224
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Wet maatschappelijke ondersteuning Onderzoeken Verantwoording Leeswijzer
3 3 3 3 3
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Maatschappelijke ontwikkelingen Inleiding Demografisch Decentralisatie opgaven Welzijn Nieuwe Stijl Kanteling Digitalisering
4 4 4 4 5 6 6
3. 3.1 3.2 3.3
Mantelzorg, vrijwillige zorg en vrijwilligerswerk Inleiding Onderscheid werksoorten Basisfuncties
7 7 7 7
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Basisfuncties Mantelzorgondersteuning Inleiding Mantelzorger in Olst-Wijhe Mantelzorgondersteuning Klanttevredenheidsonderzoek mantelzorgers Uitkomst rapport rekenkamercommissie Conclusie
8 8 8 8 11 11 12
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Basisfuncties Vrijwilligerswerk Inleiding Vrijwilliger in Olst-Wijhe Ondersteuning vrijwilligers Uitkomst rapport rekenkamercommissie Conclusies
13 13 13 13 16 17
6. Missie, visie en doelstellingen 6.1 Missie 6.2 Visie 6.3 Doelgroepen 6.4 Doelstellingen 6.5 Meetbare indicatoren 6.6 Uitvoeringsprogramma 2013 e.v.
18 18 18 18 18 19 19
7. Financiën
20
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
2 van 20
1. Inleiding 1.1 Wet maatschappelijk ondersteuning Het maatschappelijke doel van de Wmo is: meedoen. Meedoen van alle burgers aan alle facetten van de samenleving, eventueel geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. Als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. Het eindperspectief van de Wmo is een samenhangend lokaal beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning en op aanpalende terreinen. Voor mensen die langdurige, zware zorg nodig hebben is de AWBZ. De Wmo kent verschillende prestatievelden. Deze notitie gaat in op het vierde prestatieveld. Hierin is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. De Wmo vormt het wettelijke kader. 1.2 Onderzoeken In 2011 zijn drie onderzoeken uitgevoerd op het terrein van Mantelzorg en Vrijwilligerswerk. Het eerste onderzoek betreft het Klanttevredenheidsonderzoek Mantelzorgers door het team Kennis en Verkenning van de gemeente Deventer. Het tweede onderzoek is de Monitor vrijwilligerswerk 2011 onder alle organisaties in onze gemeente die werken met vrijwilligers. Het derde onderzoek werd in opdracht van de gemeenteraad door de Rekenkamercommissie uitgevoerd. Movisie heeft voor de Rekenkamercommissie Olst-Wijhe een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van het zorggerelateerde vrijwilligers- en mantelzorgbeleid. In het eindrapport zijn de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uitgewerkt. Het onderzoek van de Rekenkamercommissie is op 23 januari 2012 door de gemeenteraad besproken. De resultaten van de verschillende onderzoeken vormen de basis van deze notitie. De belangrijkste punten worden op hoofdlijnen genoemd. Voor gedetailleerde gegevens verwijzen wij u naar de genoemde rapporten. 1.3 Verantwoording Het concept-beleid is ter advisering voorgelegd aan de Wmo-adviesraad, waardoor de inbreng op cliëntniveau gewaarborgd is. Daarnaast hebben de vrijwilligersconsulent van Stichting Kulturhus, de Stichting Welzijn Ouderen Olst-Wijhe en de Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel meegelezen. In het vervolgtraject zullen deze partijen ook betrokken worden bij de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma. 1.4 Leeswijzer Het volgende hoofdstuk geeft een kort overzicht van de verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. De hoofdstukken drie en vier gaan verder in op de thema’s mantelzorg en vrijwilligerswerk in onze gemeente. Ieder thema begint met het speelveld en een terugblik op voorgaande jaren. Voor het thema Vrijwilligers wordt de relatie gelegd met de monitor Vrijwilligerswerk 2011. Voor het thema Mantelzorg dient het Klanttevredenheidsonderzoek onder mantelzorgers 2011 als basis. Het thema sluit af met de conclusies uit het Rekenkameronderzoek. In hoofdstuk vijf staan onze missie en visie voor de toekomst beschreven samen met de doelstellingen, die daarbij behaald moeten worden. Het zesde hoofdstuk geeft de financiële kaders waarbinnen het beleid uitgevoerd moet worden.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
3 van 20
2. Maatschappelijke ontwikkelingen 2.1 Inleiding Er zijn verschillende maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op onze burgers, op ons beleid en onze maatschappij. In dit hoofdstuk noemen wij de belangrijkste thema’s, die de terreinen mantelzorg en vrijwilligerswerk raken en daarmee van invloed zijn op onze visie op deze terreinen. 2.2 Demografisch De verwachting is dat er de komende jaren een terugloop is van het aantal inwoners. Nog niet bekend is hoe groot dit zal zijn. Dit is mede afhankelijk van de woningbouw die de komende jaren plaats vindt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaat uit van een afname van 17.034 inwoners in 2008 naar 15.182 inwoners in 2025, een afname van bijna 11%. De Primosprognoses van het Rijk gaan uit van een iets lager percentage. In onze (concept) Sociale toekomstvisie gaan wij echter uit van een beperkte krimp door de gunstige ligging van de regio. Daardoor wordt verwacht dat de grootschalige krimp, zoals die verwacht wordt voor de periferie van Nederland, in onze gemeente zal uitblijven. We houden wel rekening met vergrijzing en vergroening. In 2025 zal een kwart van onze inwoners 65 jaar of ouder zijn. Olst-Wijhe behoort tot de meest vergrijzende gemeenten in Overijssel. Naast vergrijzing speelt ook ontgroening. Nu is 20% van onze inwoners 14 jaar of jonger. In 2025 is dat nog maar 14%. Dit vertaalt zich door in een daling van het aantal basisschoolleerlingen. De vergrijzing biedt naast bedreigingen ook kansen. Bedreigingen zijn een grotere en duurdere zorgvraag van de ouderen in relatie tot een kleinere groep mantelzorgers. Wij moeten rekening houden met een grotere groep 75+ers die over het algemeen genomen minder in staat is om vrijwilligerswerk te doen, maar zelf een grotere behoefte heeft aan mantelzorg en zorggerelateerd vrijwilligerswerk. Daar staat tegenover dat onder de grijze golf zich ook een potentieel aan vrijwilligers en mantelzorgers bevindt. Een deel van de toekomstige ouderen is hoger opgeleid. Deze ouderen zijn vaak langer gezond en zullen in grote mate zelfredzaam zijn. Vanwege hun bovenmodale inkomen zullen zij naar verwachting niet vaak een beroep op de Wmo doen als het gaat om individuele voorzieningen. Uit de praktijk blijkt echter ook dat de actieve ouderen zelf vaak mantelzorger zijn. Binnen het vrijwilligerswerk is extra aandacht voor net gepensioneerde ouderen belangrijk, om het vrijwilligerspotentieel binnen deze groep te benutten. 2.3 Decentralisatie opgaven Steeds meer Rijks- en provinciale taken in het sociale domein worden overgeheveld naar gemeenten. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat zorg en ondersteuning aan kwetsbare inwoners dichtbij en laagdrempelig georganiseerd moeten worden. De komende jaren staan wij als gemeente voor de volgende decentralisatieopgaven: - Wet werken naar vermogen Om te stimuleren dat zo veel mogelijk mensen door werk in hun eigen onderhoud voorzien, is een nieuwe wet ontworpen: de Wet werken naar vermogen (WWNV). Deze wet vervangt straks de Wet werk en bijstand (WWB) en heeft gevolgen voor de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en de Wet Wajong. De voorgenomen invoeringsdatum van deze wet is 1 januari 2013. Het wetsvoorstel is op 1 februari 2012 aangeboden aan de Tweede Kamer. Belangrijk uitgangspunt is mensen zo snel mogelijk naar de arbeidsmarkt toe te
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
4 van 20
leiden. Als dit niet mogelijk is, is het streven dat mensen in de bijstand actief worden in vrijwilligerswerk of andere relevante maatschappelijke activiteiten verrichten. Iedereen doet mee. - Overheveling functie begeleiding van AWBZ naar Wmo Per 2014 wordt de functie begeleiding geschrapt uit de AWBZ. Het gaat hierbij om individuele woon- of thuisbegeleiding en dagbesteding van mensen met matig tot ernstige beperkingen. Nieuwe aanvragen zijn al vanaf 2013 niet meer mogelijk. Tegelijkertijd wordt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) inhoudelijk uitgebreid en krijgen gemeenten de beschikking over het overgrote deel van de middelen die vrijvallen in de AWBZ. Dat betekent dat begeleiding niet langer zal worden vormgegeven als een individueel recht op langdurige en onverzekerbare zorg. In plaats daarvan worden het instrumentarium en de verantwoordelijkheid van gemeenten om mensen te compenseren voor belemmeringen die zij ondervinden in hun zelfredzaamheid en participatie uitgebreid. - Transitie Jeugdzorg Gemeenten worden naar verwachting vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Met de transitie van deze zorg krijgen wij een nog grotere verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van onze kinderen. De overheveling van de jeugdzorg betreft de ambulante jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming, jeugd-ggz en de zorg voor jonge, licht verstandelijk gehandicapten. Voor de mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers betekent vooral de decentralisatie van de Awbz naar de Wmo een verzwaring van de problematiek waar zij mee belast gaan worden. 2.4 Welzijn Nieuwe Stijl Welzijn Nieuwe Stijl houdt in dat nadrukkelijker wordt ingezet op de verbindende kracht van welzijn. Welzijn verbindt het individu met de gemeenschap, heeft de opdracht om mensen te activeren, gaat uit van de eigen kracht van mensen, heeft een preventieve werking en zit in de haarvaten van de samenleving. Welzijn Nieuwe Stijl is dus een andere inrichting van het begrip Welzijn. De uitgangspunten zijn: - vraaggericht werken: zorgdragen voor optimale vraagverheldering; - uitgaan van eigen kracht van de inwoner en zijn omgeving; - direct erop af gaan: outreachend werken; - resultaat gericht werken: zo nodig prestatieafspraken maken; - ruimte geven aan professionals door afspraken te maken over het eindresultaat; - waarde van welzijn in geld uitdrukken; - inhoudsvolle, prikkelende en duurzame relatie tussen gemeente en maatschappelijk middenveld; - versterken kwaliteit welzijnswerk door het anders te organiseren in plaats van meer welzijnswerk in het leven te roepen; - integraal werken: gericht op integrale, samenhangende aanpak van problemen van de burger; - algemeen, collectief en individueel: eerst de mogelijkheden van algemene, dan van collectieve welzijnsarrangementen en dan pas van individuele voorzieningen inzetten. Welzijn Nieuwe Stijl is daarnaast gericht op het verbeteren van de samenwerking tussen informele en formele zorg. Het streven is de inzet informele zorg vermeerderen en de inzet van formele zorg verminderen. Hierbij is goede ondersteuning van de mensen die de informele zorg
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
5 van 20
bieden belangrijk. De uitgangspunten van deze ‘nieuwe’ manier van werken komen terug in onze benadering van ons welzijnsbeleid en de organisaties die hieraan een bijdrage leveren. 2.5 Kanteling ‘De kanteling’ is een nieuwe werkwijze in de Wmo. Gemeenten willen minder snel een individuele voorziening verstrekken en meer hulpvragen opvangen in de directe sociale omgeving van de hulpvrager, of door middel van collectieve diensten. Doel is kwetsbare burgers in staat te stellen volwaardig mee te doen aan de samenleving, zoveel mogelijk met behoud van eigen regie en autonomie. Omdat de gekantelde werkwijze meer uitgaat van de leefwereld van de burgers levert dit kwalitatief betere oplossingen en kostenbesparingen op. Maar het betekent voor veel gemeenten ook een ingrijpende verandering, zowel in de interne organisatie als in de relatie met burgers en partnerorganisaties. Bij de kanteling is het belangrijk het netwerk rondom de hulpvrager te verstevigen. De mensen die mantelzorg of vrijwillige zorg bieden moeten op een passende manier ondersteuning krijgen, zodat een duurzame oplossing binnen het eigen netwerk gevonden kan worden. 2.6 Digitalisering Voor opgroeiende kinderen vormt de digitale wereld een vanzelfsprekend onderdeel van hun leefwereld. Ze zien hun ouders achter de computer zitten. Ze bestellen digitaal films en als ze er de leeftijd voor hebben beschikken ze al snel over een mobiele telefoon. In een periode van vijftien jaar heeft onze wereld een digitale dimensie gekregen die niet meer weg te denken valt. Dat geldt niet alleen voor het huishouden en het werk. In sneltreinvaart zijn we gewend geraakt aan het elektronische pinnen, aan digitale vervoersinformatie in de bus en de trein, verkeersinformatie op de snelweg, aan routeplanners en navigators voor automobilisten en aan de boodschappenscan aan de kassa van de supermarkt Tegenwoordig hebben de meeste mensen (85%) wel een computer thuis. Alleen bij 65-plussers ligt dat aantal lager (ongeveer 40%), maar over een jaar of tien zal er geen groot leeftijdverschil in computergebruik meer zijn. Generaties schuiven op en over een jaar of tien behoren de huidige ‘jongere ouderen’ die thuis een computer hebben, tot de 65-plussers. Daarnaast zullen veel huidige 65-plussers zonder computer een inhaalslag hebben gemaakt: ze zijn overstag gegaan. Niet alle computerbezitters hebben verbinding met internet, vooral veel 65-plussers niet, maar de komende jaren zullen ook zij invoegen op de digitale snelweg. Die inhaalslagen zijn nodig, omdat steeds meer bedrijven hun diensten via het internet aanbieden. Informatievoorziening en dienstverlening op het terrein van mantelzorg en vrijwilligerswerk komen in aanraking met digitalisering. Dit biedt nieuwe mogelijkheden. Het is belangrijk dat digitale systemen zoals E-health gebruiksvriendelijk zijn en dat mensen die hier gebruik van (willen) maken hierin begeleid worden. Verschillende systemen moeten ook goed op elkaar aansluiten. Een voorbeeld in onze gemeente, is het project om vraaggestuurde digitale zorgdienstverlening te ontwikkelen zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De opzet van het project is dat nieuwe technieken de sociale en informele contacten niet vervangen maar versterken. Een testpanel van vijftien ouderen werkt momenteel met digitale diensten via een I-pad.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
6 van 20
3. Mantelzorg en vrijwilligerswerk 3.1 Inleiding In het vierde prestatieveld van de Wmo worden mantelzorgers en vrijwilligers in één adem genoemd. De doelstelling, de doelgroep en het bereik van mantelzorgondersteuning en het ondersteunen van vrijwilligers zijn echter totaal verschillend. In de voorgaande jaren hebben wij daarom gekozen om nadrukkelijk onderscheid te maken tussen mantelzorgers en vrijwilligers. De werksoorten zijn daardoor goed ontwikkeld in onze gemeente. 3.2 Onderscheid werksoorten Een Mantelzorger zorgt langdurig (langer dan drie maanden en meer dan acht uur per week) onbetaald voor een naaste met een beperking. Een Mantelzorger is geen beroepskracht, maar geeft zorg aan personen met wie hij of zij een persoonlijke relatie heeft. Jonge mantelzorgers zijn kinderen (tussen 6 en 24 jaar) die opgroeien binnen een gezin waar zorg nodig is. Mantelzorg overkomt mensen: men komt voor de keuze te staan en neemt dan de vaak als vanzelfsprekend ervaren verantwoordelijkheid. Mantelzorg kan allerlei vormen van hulp en zorg omvatten zoals huishoudelijke hulp, praktische steun, verzorging, verpleging, begeleiding, emotionele steun en toezicht. Bij een indicering voor AWBZ-zorg wordt mantelzorg geïnterpreteerd als indiceerbare zorg, uitgaande boven gebruikelijke zorg die huisgenoten elkaar geacht worden te verlenen. Hiervoor zijn criteria vastgelegd. Vooral langdurige mantelzorg kan erg belastend zijn. Veel mantelzorgers kunnen hun inspanningen volhouden als ze deze af en toe eens uit handen kunnen geven aan vrijwilligers of professionele zorg.
Vrijwilligerswerk is onbetaald, onverplicht maar niet vrijblijvend werk in georganiseerd verband, waarmee een maatschappelijk belang wordt gediend. Vrijwilligerswerk staat voor eigen verantwoordelijkheid en georganiseerde zelfwerkzaamheid van inwoners. Het vindt plaats op uiteenlopende maatschappelijke terreinen als wonen, cultuur, religie, welzijn, onderwijs, zorg, sport en recreatie. Het verband tussen mantelzorg en vrijwilligerswerk ligt in de werkvorm ‘zorggerelateerd vrijwilligerswerk’ waarbij mantelzorgers ondersteund worden door vrijwilligers. Daar waar vrijwilligers de keuze hebben om activiteiten voor de samenleving te verrichten, ligt dat voor mantelzorgers anders. Vrijwillige zorg is vrijwilligerswerk: het vloeit niet voort uit een familiaire of sociale relatie, is een bewuste keuze, wordt verleend vanuit georganiseerd verband, is afgebakend in tijd en betrokkenheid en vindt met begeleiding plaats. Vrijwillige zorg wordt vaak ingezet ter ontlasting van de mantelzorger, de zogenaamde respijtzorg, en als vervangende mantelzorg. De ondersteuning gaat meestal verder dan praktische hulp. Vaak wordt sociaalemotionele ondersteuning gegeven en dit kan emotioneel belastend zijn voor de vrijwilliger. 3.3 Basisfuncties Om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren het mantelzorg- en vrijwilligersbeleid zijn op landelijk niveau de basisfuncties mantelzorg en vrijwilligerswerk ontwikkeld. Wij gebruiken deze basisfuncties om de huidige situatie in onze gemeente in kaart te brengen. Ook eventuele verbeterpunten worden op deze manier zichtbaar. Bovendien vormen de basisfuncties een handreiking om de lokale ondersteuningsstructuur effectief in te richten, aan te sturen, en lokale inspanningsverplichtingen te formuleren. De basisfuncties zijn tot stand gekomen door een vertegenwoordiging van de belangrijkste spelers uit vrijwilligerswerk en mantelzorg in Nederland. In de volgende hoofdstukken staat een uitwerking van de basisfuncties.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
7 van 20
4. Basisfuncties Mantelzorgondersteuning 4.1 Inleiding Het inpassen van zorg in de andere aspecten van het dagelijkse leven van de mantelzorger verloopt niet altijd soepel. Vooral de zorg voor een partner of een kind is intensief en langdurig en wordt weinig met anderen gedeeld. Dit kan leiden tot overbelasting en gezondheidsklachten. Goede ondersteuning is daarom van essentieel belang. Mantelzorgers vragen zelf niet snel om ondersteuning, waardoor het belangrijk is in te zetten op voorlichting en preventie. In het voorjaar 2010 is de ondersteuning van de mantelzorg geëvalueerd en de uitkomsten zijn in dit hoofdstuk verwerkt. 4.2 Mantelzorger in Olst-Wijhe Het is lastig om aan te geven hoeveel mensen in onze gemeente mantelzorger zijn. Mantelzorgers zijn lastig te bereiken. Iemand kan mantelzorger zijn, zonder ergens als zodanig geregistreerd te staan. Pas op het moment dat een mantelzorger ondersteuning vraagt, wordt de mantelzorger geregistreerd. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau kan twintig procent van de volwassenen tot mantelzorger gerekend worden. Uit de jaarverslagen van Vrijwillige Thuiszorg blijkt het aantal jonge mantelzorgers dat ondersteuning en begeleiding kreeg, toegenomen. In 2011 heeft in onze gemeente een onderzoek plaatsgevonden over de tevredenheid van de mantelzorgers. Op basis daarvan vormen wij ons een beeld van de mantelzorger in Olst-Wijhe. De mantelzorger is overwegend vrouw en 61 jaar en ouder. Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat de jonge mantelzorgers onder de 24 jaar niet zijn meegenomen in het onderzoek. Van de mantelzorgers jonger dan 65 jaar heeft de meerderheid een betaalde baan. Uit landelijk onderzoek door SGBO benchmarking blijkt dat deze laatste groep de meeste kans heeft op overbelasting. In de meeste gevallen wordt mantelzorg verleend aan de eigen partner of aan één van de ouders. De verleende zorg bestaat uit begeleiding en/of vervoer, administratieve hulp en hulp in en om het huis. 4.3 Mantelzorgondersteuning Het is een taak van de gemeente om mantelzorgers te ondersteunen. Het totale pakket van mantelzorgondersteuning bestaat uit verschillende basisfuncties, die in deze paragraaf worden toegelicht. Deze verschillende functies zijn voor mantelzorgers op lokaal niveau beschikbaar. Sinds 2010 is de Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel (Vrijwillige Thuiszorg) voor mantelzorgers en zorggerelateerd vrijwilligerswerk in onze hele gemeente actief. De mantelzorgconsulent heeft haar werkplek op het kantoor van de Stichting Welzijn Ouderen en participeert in verschillende lokale overlegsituaties. a. Informatie Mantelzorgers worden geïnformeerd over: - hoe mantelzorg is in te passen in het leven (werk/opleiding en mantelzorg) - ziekten en beperkingen - aanbod van hulp - ondersteuning - zorg regelingen
Terugblik Mantelzorgers kunnen veel informatie krijgen over de bovengenoemde onderwerpen via de website www.wmoloket.olst-wijhe.nl. Daarnaast is in 2011 de nieuwe mantelzorggids uitgekomen. In de mantelzorggids staat informatie over hulpmiddelen, financiële tegemoetkomingen, wetten en ook organisaties en stichtingen die voor mantelzorgers klaar Olst-Wijhe (ont)zorgt.
8 van 20
staan. Mantelzorgers kunnen voor een persoonlijk gesprek naar het Wmo-loket, dat onderdeel uitmaakt van de publieksbalie van het Kulturhus in Olst, het gemeentehuis in Wijhe of naar het spreekuur van de Vrijwillige Thuiszorg in Olst en (vanaf 2012 ook) in Wijhe. b. Advies en begeleiding Mantelzorgers krijgen (preventief) ondersteuning en begeleiding bij het: - vinden van de weg in mogelijkheden; - zetten van stappen naar instanties; - maken van keuzes; - eventueel doorverwijzing.
Terugblik De huisarts is een veel gebruikte ingang voor ondersteuning. Ook de mantelzorgconsulent van de Vrijwillige Thuiszorg en de ouderenadviseurs van de Stichting Welzijn Ouderen geven vaak advies en begeleiding. In een beperkt aantal gevallen komen mantelzorgers voor deze ondersteuningsvorm bij de Wmo-consulenten, maatschappelijk werkers of een MEE-adviseur. De medewerker van het Wmo-loket geeft nu met toestemming van de mantelzorger, naam en adres aan de mantelzorgorganisatie door en deze organisatie maakt vervolgens met de mantelzorger een afspraak voor een huisbezoek. c. Emotionele steun Mantelzorgers krijgen in individuele gesprekken of groepsbijeenkomsten emotionele ondersteuning. Dit is nodig, omdat zorg, ziekte en snel veranderende perspectieven emoties met zich meebrengen die het moeilijk maken mantelzorg te verlenen zonder overbelast te raken.
Terugblik Voor emotionele steun kunnen mantelzorgers terecht bij speciale lotgenotengroepen en themabijeenkomsten. Als iemand zijn of haar verhaal kwijt wil kan ook de (landelijke) Mantelzorglijn (Mezzo) gebeld worden. d. Educatie Mantelzorgers krijgen voorlichting en training. De educatie kan gericht zijn op zorg en ziekte, bijvoorbeeld instructie voor gebruik van hulpmiddelen of cursussen voor het omgaan met ziektes. Daarnaast kan ook een thema zijn hoe de mantelzorger moet omgaan met de situatie en het stellen van grenzen. Zeker niet onbelangrijk is het durven vragen van ondersteuning.
Terugblik Afgelopen jaren is het cursusaanbod tegen het licht gehouden. Alle vrijwilligers die, ter ontlasting van een mantelzorger, worden ingezet voor praktische hulp en respijtzorg volgen een basiscursus. Tevens worden aan mantelzorgers en zorgvrijwilligers diverse themabijeenkomsten aangeboden. Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel heeft samen met Dimence een ondersteuningsaanbod ontwikkeld voor mantelzorgers van GGZ (Geestelijke Gezondheids Zorg)- cliënten. e. Praktische hulp Mantelzorgers krijgen praktische hulp. Vaak is praktische hulp gericht op de zorgbehoevende, beter is het om ook te kijken naar welke praktische hulp de taken van de mantelzorger verlicht. Bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, vrijwillige hulp of administratieve hulp.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
9 van 20
Terugblik Bij de indicatiestelling voor individuele verstrekkingen is er aandacht voor Mantelzorgers. In principe wordt iedere inwoner die een aanvraag indient voor een Wmo-voorziening thuis bezocht. Daarbij wordt altijd geadviseerd om een naaste bij dit huisbezoek uit te nodigen. Dit wordt nog eens bevestigd in de schriftelijke uitnodiging die de cliënt ontvangt. Op deze manier is het mogelijk om zicht te krijgen op de mantelzorgrelatie maar kan ook de mening van de mantelzorger meegewogen worden bij de inschatting van de noodzaak tot verstrekking van een Wmo-voorziening. Uitgangspunt bij de indicatiestelling blijft dat wanneer zorg op een informele wijze georganiseerd kan worden er geen indicatie voor professionele zorg volgt. Het is wel mogelijk om een (dreigend) overbelaste mantelzorger te ontlasten door (soms tijdelijk) professionele zorg in te zetten. f. Respijtzorg Mantelzorgers kunnen gebruik maken van respijtzorg, en worden hiervoor actief uitgenodigd. Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen die de mantelzorg tijdelijk overnemen, zodat de mantelzorger andere activiteiten kan ondernemen.
Terugblik Voor respijtzorg kunnen mantelzorgers terecht bij SVTO die door de inzet van informele zorg de mantelzorg respijt kan bieden. Ook de website www.respijt.nl biedt een overzicht van alle vervangende deelnemende zorgvoorzieningen in de regio Oost-Gelderland, Oost-Veluwe en Overijssel met relevante informatie voor mantelzorgers, zorgvragers en professionals. Vervangende zorgvoorzieningen zijn onder andere logeerhuizen, tijdelijke opvangplaatsen, zorgboerderijen, zorghotels, dagopvang, vrijwillige zorg thuis of professionele thuiszorg. g. Financiële tegemoetkoming Mantelzorgers kunnen een tegemoetkoming in de kosten krijgen als ze vanwege de zorg in financiële problemen komen. Dit kan onder meer via bijzondere bijstand.
Terugblik Er zijn verschillende regelingen die van toepassing zijn wanneer een mantelzorger in financiële problemen raakt door het verlenen van mantelzorg. Over het algemeen verwijzen we deze mensen door naar de mantelzorgconsulent van de Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel omdat er veelal ook sprake is van andere problemen (algehele overbelasting van de mantelzorger). Deze consulent heeft een redelijke kennis van de regelingen op dit terrein, kan de situatie en de mogelijkheden van de mantelzorger in beeld brengen en bekijken wat mogelijk c.q. niet mogelijk is. De Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel heeft ook een mantelzorgmakelaar in dienst die specifiek op sociaaljuridisch terrein geschoold is. De consulent kan, in complexere situaties gebruik maken van de expertise van deze makelaar. Wanneer de situatie in beeld is gebracht wordt gekeken welke instantie de regeling uitvoert. Soms is dat de gemeente (denk aan bijzondere bijstand, tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang, een begeleiderpas voor de regiotaxi of een invalidenparkeerkaart) maar soms zijn dat ook andere overheden of organisaties. h. Materiële hulp Mantelzorgers kunnen materiële hulp krijgen. Deze is meestal gericht op de zorgbehoevende, maar het is van belang ook te mantelzorger te betrekken bij de toewijzing. Het kan bijvoorbeeld gaan om woningaanpassing, mantelzorgwoning of -kamer, parkeerkaart, hulpmiddelen en aangepast vervoer.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
10 van 20
Terugblik De vraag om materiële hulp voor Mantelzorgers in Olst-Wijhe kan in overleg met de mantelzorgconsulent in kaart gebracht worden. Wanneer de situatie in beeld is gebracht wordt gekeken welke instantie een bijdrage kan leveren, zoals een begeleiderpas voor de regiotaxi of een invalidenparkeerkaart. In de bestemmingsplannen van de gemeente is Mantelzorg als thema opgenomen, waardoor er meer mogelijkheden zijn voor inwoning en afhankelijke woonruimte. Werk en mantelzorg Een kwetsbare groep binnen de mantelzorgers zijn de werkende mantelzorgers. De werkgever heeft een belangrijke rol in het ondersteunen van de medewerkers die mantelzorger zijn. Vrijwillige Thuiszorg heeft onderzocht of de gemeente als werkgever een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid heeft. In december 2011 heeft onze gemeente de landelijke erkenning ontvangen als mantelzorgvriendelijke organisatie. Daarmee geeft de gemeente invulling aan haar voorbeeldfunctie naar andere werkgevers. 4.4 Klanttevredenheidsonderzoek mantelzorgers Uit het Klanttevredenheidsonderzoek komt dat zeventig procent van de ondervraagde mantelzorgers zelf tegen problemen aan loopt, maar zij hebben niet allemaal behoefte aan ondersteuning. Het grootste deel van de mantelzorgers weet waar zij terecht kan voor vragen, hulp en ondersteuning. De huisarts is een belangrijke ingang. Als men ondersteuning nodig heeft, dan loopt sterk uiteen waar men behoefte aanheeft. Alle verschillende vormen worden genoemd, waaruit blijkt dat alle ondersteuningvormen nodig zijn. Opvallend is dat de meeste mantelzorgers niet bekend zijn met respijtzorg, terwijl dit een goede ondersteuningsvorm is bij het voorkomen van overbelasting. 4.5 Uitkomst rapport rekenkamercommissie De ondersteuning voor mantelzorgers is de laatste jaren versterkt, mede door de keuze voor één herkenbare ondersteuningsorganisatie Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel (Vrijwillige Thuiszorg. De punten die in het nieuwe beleid aandacht behoeven zijn een dekkend en passend aanbod mantelzorgondersteuning, respijtzorg en een doelgroepenbenadering. Een dekkend en passend aanbod mantelzorgondersteuning voorkomt dat mantelzorgers door overbelasting afhaken. Tevens wordt voorkomen dat de zorgvragers noodgedwongen een beroep moeten doen op duurdere en professionele vormen van ondersteuning. Wat opvalt, is dat in het beleid van de afgelopen jaren, de verschillende vormen van ondersteuning (basisfuncties) onder één noemer worden geschaard. Zo worden praktische hulp en respijtzorg genoemd als vormen van emotionele en educatieve steun en ook materiële en financiële steun krijgen een gezamenlijk aanbod. Naast deze vormen van steun is respijtzorg een ander essentieel onderdeel van mantelzorgondersteuning. Binnen de gemeente biedt de Vrijwillige Thuiszorg dit formeel via de intensieve vrijwillige thuiszorg, informeel aangevuld door de Stichting Welzijn Ouderen (SWO). Respijtzorg blijkt echter een onbekend fenomeen voor de meeste mantelzorgers binnen de gemeente waar slechts een enkeling gebruik van maakt. Dit terwijl 31% van de mantelzorgers aangeeft te weinig tijd te hebben voor sociale contacten of hobby’s en daarmee behoefte heeft aan respijtzorg. Sommige doelgroepen mantelzorgers lopen extra risico op overbelasting en verdienen daarmee extra aandacht in de vorm van passende ondersteuning. De specifieke doelgroepen die in het beleid worden genoemd, zijn echter beperkt waardoor mogelijk deze doelgroepen niet goed worden bereikt. In de gemeente zijn alleen de werkende mantelzorgers als specifieke doelgroep genoemd in het beleid. Maar in de praktijk blijkt er ook aandacht te zijn voor jonge
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
11 van 20
mantelzorgers via de Vrijwillige Thuiszorg. Het is belangrijk om deze praktijk ook in het beleid te borgen en om vooraf te bepalen wat men op dit vlak wil bereiken. Op dit moment is het voor beide doelgroepen onduidelijk in hoeverre zij zich daadwerkelijk door deze steun geholpen voelen en wat de effecten van de extra inzet zijn. Jonge mantelzorgers hebben bijvoorbeeld niet deelgenomen aan het Klanttevredenheidsonderzoek. De samenwerking tussen de verschillende uitvoerders op het terrein van mantelzorgondersteuning kan worden verbeterd omdat nu nog niet alle samenwerkingskansen worden benut. De organisaties richten zich nu nog teveel op het belang van hun eigen organisatie terwijl een gezamenlijke aanpak van knelpunten en/of werkwijzen in het ondersteunen van mantelzorgers nodig is, mede om overlap te voorkomen. De partijen hebben daar zelf al initiatief in genomen door het platform informele zorg op te richten. De ambtelijke organisatie vervult een belangrijke ondersteunende rol in deze en dient meer op de gemaakte werkafspraken te sturen en nog meer verbindingen tussen partijen te stimuleren. 4.6 Conclusie Ons mantelzorgbeleid van de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat de ondersteuning van mantelzorgers in onze gemeente sterk verbeterd is. Voor de toekomst willen wij hier dan ook op verder bouwen. Belangrijke aandachtspunten zijn het benoemen van heldere doelstellingen en resultaten die wij willen behalen. Daarbij moet extra aandacht gegeven worden aan de jonge en de werkende mantelzorgers. Ondersteuning in de vorm van respijtzorg mag meer bekendheid krijgen. Vergaande samenwerking tussen de verschillende aanbieders zal ons helpen om de ondersteuning aan mantelzorgers optimaal in te vullen.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
12 van 20
5. Basisfuncties Vrijwilligerswerk 5.1 Inleiding Dankzij de basisfuncties vrijwilligerswerk kunnen wij de ondersteuning van het vrijwilligerswerk inrichten zoals nodig is. De vormen van ondersteuning hangen samen met de lokale situatie. De basisfuncties helpen onze lokale situatie in kaart te brengen en verbeterpunten op te sporen. In de eerste helft van 2011 is voor de derde keer de monitor vrijwilligerswerk uitgevoerd. Het eindrapport is als bijlage bij deze notitie gevoegd. De belangrijkste punten zijn gekoppeld aan de basisfuncties. 5.2 Vrijwilliger in Olst-Wijhe De gemeente Olst-Wijhe heeft ruim 280 organisaties waar vrijwilligers actief zijn. Vrijwilligers zijn actief in alle verschillende sectoren, zoals sport, cultuur, welzijn, zorg en onderwijs. De afgelopen jaren waren vrijwilligers vaak lang verbonden aan een bepaalde sector en bouwden zij een lange staat van dienst op. Tegenwoordig is er een steeds grotere groep vrijwilligers die zich wel wil inzetten, maar niet voor een lange periode. Bij deze vrijwilligers past projectmatig werken: gedurende een beperkte tijd en met een bepaald doel. Deze groep verdient een andere aanpak dan de groep met de traditionele vrijwilliger. 5.3 Ondersteuning vrijwilligers Basisfunctie 1: Vertalen maatschappelijke ontwikkelingen Om het effect van maatschappelijke ontwikkelingen op het vrijwilligerswerk te kunnen bepalen is een visie nodig bij ons als gemeente. Zien wij het vrijwilligerswerk als iets dat spontaan ontstaat en zichzelf reguleert of is een directe sturing en ondersteuning nodig? Kiezen wij voor ondersteuning van het vrijwilligerswerk in brede zin, of is er de focus op een bepaalde soort of doelgroep vrijwilligerswerk?
Terugblik Vanaf 2002 werken wij in onze gemeente aan vrijwilligersbeleid. Het begon met een vrijwilligerskrant en het oprichten van een vrijwilligersplatform. Daarnaast zijn middelen ingezet om het vrijwilligerswerk in onze gemeente te kunnen monitoren. Deze monitor wordt iedere vier jaar uitgezet onder alle vrijwilligersorganisaties in onze gemeente. Met de uitkomsten sturen wij ons beleid bij. Een belangrijke toevoeging aan ons vrijwilligerswerk is de inzet van een vrijwilligersconsulent, die de facilitaire dienstverlening voor vrijwilligers organiseert, onder de noemer Steunpunt Vrijwilligerswerk. Ook deskundigheidsbevordering en een website voor vrijwilligers met een vacaturebank hebben aandacht gekregen. Vanaf 2007 is daarop voortgebouwd. Wij hebben afgelopen jaren gekozen voor de ondersteuning van het vrijwilligerswerk in brede zin. Monitor 2011 Aan de hand van de uitkomsten van de monitor kan objectief worden bekeken hoe de diverse organisaties het beleid en de maatregelen van de gemeente ten aanzien van het vrijwilligerswerk ervaren. In 2011 zijn 280 organisaties die werken met vrijwilligers benaderd. Bijna de helft heeft meegewerkt aan de monitor door de vragenlijst in te vullen. De sectoren waarin de organisaties actief zijn variëren van sport en recreatie tot kunst en cultuur. Ook de doelgroepen waarop de organisaties zich richten zijn heel divers. De meeste organisaties hebben een stabiel aantal vrijwilligers in hun ledenbestand. Een lichte toename van het aantal leden is wel wenselijk. In 2011 heeft nog maar klein percentage van de organisaties geen intern vrijwilligersbeleid. Het gaat hierbij om allerlei interne voorzieningen en regelingen waar vrijwilligers gebruik van kunnen maken. De uitkomsten van de monitor ondersteunen de visie dat vrijwilligerswerk in onze gemeente om een brede benadering vraagt.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
13 van 20
Basisfunctie 2: Verbinden en makelen Binnen onze gemeente zijn verschillende partijen actief met vrijwilligerswerk of belangrijk voor het vrijwilligerswerk. Denk aan burgers, bedrijven, scholen en vrijwilligersorganisaties zelf. Vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, ondersteuningsorganisaties, bedrijven, scholen en gemeenten hebben er allen belang bij dat er netwerken van partijen zijn en dat er onderling wordt samen gewerkt. De verschillende organisaties kunnen elkaar versterken en er kan een betere match plaats vinden tussen vrijwilligers en organisaties.
Terugblik Vanaf 2005 is in onze gemeente een vrijwilligersconsulent actief via het Steunpunt vrijwilligers. De vrijwilligersconsulent heeft verschillende taken: - Individuele advisering, ondersteuning en bevordering samenwerking vrijwilligersorganisaties met als doel het antwoord geven op vragen of het doorverwijzen naar de juiste personen; - Afstemming en overleg met organisaties en instellingen met als doel een netwerk vormen voor het uitwisselen van informatie en deskundigheid; - Ontwikkelen van projecten in samenwerking met vrijwilligersorganisaties met als doel bijzondere groepen vrijwilligers te bereiken; - Voorbereiding, uitvoering en evaluatie van werkplan met als doel transparantie en helderheid te verschaffen over de werkzaamheden. In de vorige beleidsperiode is het Platform Vrijwilligerswerk ingesteld. Het Platform bestond uit vertegenwoordigers van bijna alle vormen van vrijwilligerswerk in onze gemeente. Met verloop van tijd is het een werkgroep geworden die bestaat uit enthousiaste vrijwilligers die de vrijwilligersconsulent ondersteunen bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van vrijwilligerswaardering. Het draagvlak voor het in stand houden van een Platform dat op beleidsniveau informatie en kennis deelt is bij de organisaties niet aanwezig. De gemeente kan de input voor het vrijwilligersbeleid halen, door goed contact te onderhouden met de vrijwilligersconsulent. Daarnaast kan ook de Wmo Adviesraad een belangrijk deel van de functie van het platform overnemen door het cluster Vrijwilligers goed te waarborgen. In 2007 waren de organisaties nog niet toe aan het samenvoegen van het Platform vrijwilligers en de Wmoadviesraad, maar nu vier jaar later is de stap vanuit het Platform zelf gezet. De website www.vrijwilligactief.nl heeft als functie vraag en aanbod met elkaar te verbinden. Het aantal bezoekers is de afgelopen jaren gestegen van 10.724 bezoekers in 2009 tot 40.723 bezoekers in 2011. Het aantal geplaatste vacatures is gestegen van 103 in 2009 tot 133 in 2011.
Monitor 2011 Uit de monitor 2011 blijkt dat het aantal organisaties dat bekend is met de vrijwilligersconsulent is afgenomen. Ook het gebruik van de website www.vrijwilligactief.nl is afgenomen en de onbekendheid is licht toegenomen. De organisaties die wel van de website gebruik maken geven aan dat dit nieuwe vrijwilligers heeft opgeleverd en informatie over cursussen en activiteiten. De organisaties hebben als doel hun eigen activiteiten uit te voeren en zijn minder bezig met netwerkvorming en de voordelen die dit kan hebben. Basisfunctie 3: Versterken Een belangrijke taak van de gemeente is het vrijwilligerswerk doelmatig en passend, naar behoefte te ondersteunen zodat het vrijwilligerswerk waar nodig wordt versterkt. Gemeenten zijn gebaat met een sterk vrijwilligersveld.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
14 van 20
Terugblik Afgelopen jaren is sterk ingezet op deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Vanuit de Rijksmiddelen voor volwasseneneducatie worden via het Deltion College cursussen ingekocht voor de ondersteuning van vrijwilligers. Het budget voor volwasseneneducatie is echter de laatste jaren afgenomen en vrijwilligers zijn door het Rijk niet benoemd als een doelgroep binnen het participatiebeleid waarbinnen volwasseneneducatie valt. In 2012 is er voor het laatst financiële ruimte om cursussen voor vrijwilligers uit het Educatiebudget te bekostigen. De vrijwilligersconsulent heeft een belangrijke rol gespeeld bij de keuze voor deskundigheidsbevordering en het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Monitor 2011 Uit de monitor blijkt dat ruim 70% van de ondervraagde organisaties heeft deelgenomen aan een workshop of cursus om de deskundigheid te bevorderen. Het ging om onderwerpen als automatisering, voorlichting/promotie en verzekeringen. Het grootste deel van de cursussen werd gevolgd bij het Deltion College, omdat deze cursussen door de gemeente werden ingekocht. Organisaties volgen daarnaast cursussen bij een landelijke bond of koepelorganisatie of bij een ander kenniscentrum. Voor de toekomst is behoefte aan cursussen op het terrein van het werven van vrijwilligers en fondsen, het versterken van de pr en het verstevigen van bestuursvaardigheden. Basisfunctie 4: Verbreiden Het vrijwilligerswerk is de motor van de samenleving. Al die vrijwilligers zijn hard nodig om een prettige samenleving te hebben. Daarnaast beleven vrijwilligers veel plezier aan het vrijwilligerswerk en vormt het een leuke vrijetijdsbesteding. In deze basisfunctie gaat het om het inspireren en verleiden van mensen om vrijwilligerswerk te gaan doen en het waarderen van mensen die zich vrijwillig inzetten. Het doen van vrijwilligerswerk is een verrijking van je leven. Het zichtbaar maken van deze voorbeelden kan burgers inspireren om vrijwilligerswerk te gaan doen. Of zich actief op te stellen als burger. Ook het proactief op een laagdrempelige en aantrekkelijke manier verspreiden van kennis op welke gebieden burgers zichzelf kunnen ontplooien, kan ze verleiden om zich actief in te zetten. Daarnaast is het belangrijk om de gehele breedte van het vrijwilligerswerk in het zonnetje te zetten.
Terugblik Het waarderen van vrijwilligers blijft een belangrijk aandachtspunt. Iedere twee jaar organiseert het Steunpunt vrijwilligerswerk een evenement voor alle actieve vrijwilligers in onze gemeente. Het jaar 2011 was het Europese jaar van de Vrijwilliger. In het kader daarvan stonden wekelijks interviews met actieve vrijwilligers in het huis-aan-huisblad. Deze interviews zijn ook op de website in te zien. Vrijwel alle organisaties die met vrijwilligers werken schenken jaarlijks aandacht aan de vrijwilligers om hen erkenning te geven en de inzet te waarderen. Via de maatschappelijke stage wordt het bewust zijn bij leerlingen vergroot van de bijdrage die zij kunnen leveren aan de maatschappij. Het aantal koppelingen binnen onze gemeente stijgt jaarlijks. Ook de aandacht voor Maatschappelijk Betrokken Ondernemen vanuit het bedrijfsleven is afgelopen jaren gegroeid. Monitor 2011 90% van de organisaties is positief over de gemeentelijke aandacht en waardering voor het vrijwilligerswerk. Het aantal organisaties dat bekend is met de term maatschappelijke stage of Maatschappelijk Ondernemen en hier zelf ook gebruik van maakt is gestegen. Hier valt nog meer winst te behalen, omdat organisaties ook aangeven meer geïnformeerd te willen worden over deze thema’s.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
15 van 20
Basisfunctie 5: Verankeren Vastgelegde kennis en ervaring dienen beschikbaar te zijn, via een informatiepunt of een trainingsaanbod bijvoorbeeld. Daarnaast is het nodig om de uitvoering van het vrijwilligerswerk en de ondersteuning daarvan te evalueren, zodat er waar nodig een verbeterslag en innovatie kan plaatsvinden. Gemeenten moeten een visie hebben over het hoe en waarom van het borgen en vastleggen van de opgedane kennis en ervaring en het evalueren van het uitgevoerde werk.
Terugblik Door de vierjaarlijkse monitor te houden, verzamelen wij belangrijke informatie voor ons beleid. Dit beleid wordt geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Het beleid van de afgelopen jaren kende vooral een praktische insteek. Er zijn geen einddoelen vastgesteld, waarmee wij nu het resultaat kunnen vaststellen. Door de jaren heen is veel kennis opgedaan en informatie verzameld, waarmee de gemeente, maar ook vrijwilligersorganisaties hun voordeel mee kunnen doen. Het wiel hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden, als deze informatie op een toegankelijke manier beschikbaar is. Op dit moment wordt daarin niet geïnvesteerd. Monitor 2011 De monitor is in 2011 voor de derde keer uitgekomen. De respons ligt op bijna 50% en is daarmee gelijk aan de monitor van 2007. De uitkomsten vormen een goede basis voor het gesprek met het steunpunt vrijwilligerswerk en daarmee voor het beleid voor de komende jaren. 5.4 Uitkomst rapport rekenkamercommissie Uit het onderzoek van de rekenkamercommissie komt de volgende passage: De reguliere activiteiten van de vrijwilligersconsulent van Stichting Kulturhus Olst-Wijhe zijn de afgelopen jaren versterkt en nieuwe activiteiten zoals maatschappelijke stage zijn ingezet. Omdat het vrijwilligersbestand in de gemeente aardig vergrijst, is het stimuleren van jonge vrijwilligers, breder dan maatschappelijke stage, ook in de toekomst een actiepunt. Daarnaast is het goed om vrijwilligersorganisaties te helpen het vrijwilligerswerk te moderniseren. Dit betekent dat vrijwilligersorganisaties het vrijwilligerswerk aantrekkelijker moeten organiseren en meer korte klussen en flexibiliteit in het werk moeten bieden. Op deze manier zorg je ervoor dat andere doelgroepen vrijwilligers actief willen worden. Uit de vrijwilligersmonitor en de interviews blijkt dat naast het stimuleren van jongerenparticipatie en het moderniseren van het vrijwilligerswerk ook ondersteuning in fondsenwerving, passende ondersteuning voor zorggerelateerd vrijwilligerswerk, passende deskundigheidsbevordering en promotie en waardering van het vrijwilligerswerk de punten zijn die in het nieuwe beleid aandacht behoeven. Hoewel de onderzoeksopdracht beperkt is tot zorggerelateerd vrijwilligerswerk, blijkt het zorggerelateerde vrijwilligerswerk geen specifieke ondersteuning te krijgen vanuit het vrijwilligers steunpunt. Zorgvrijwilligers die zich aan willen sluiten bij de Vrijwillige Thuiszorg volgen een specifieke basiscursus van acht trainingen en krijgen een afloop een certificaat. De organisaties richten zich veel op hun eigen organisatie terwijl een gezamenlijke aanpak van knelpunten en/of werkwijzen in het ondersteunen van deze zorgvrijwilligers nodig is. In 2011 heeft de Vrijwillige Thuiszorg aan de zorgvrijwilligers van de Algemene hulpdienst modules uit de basiscursus gegeven. Dit is een goed voorbeeld van het gebruik maken van elkaars kennis en ervaringen.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
16 van 20
5.5 Conclusies In het kader van de ondersteuning van de vrijwilligers in onze gemeente is afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Dit heeft als resultaat dat veel gebeurt door de inzet van vrijwilligers. Afgelopen jaren is het vrijwilligerswerk breed benaderd. Voor de komende jaren is het de moeite waard om de vrijwilligers in verschillende doelgroepen te verdelen, zoals de jonge vrijwilliger, de net gepensioneerde vrijwilliger, om een nieuw potentieel aan te boren. Onder de noemer wederkerigheid zal ook een nieuwe doelgroep aangesproken worden. In ruil voor een uitkering of vrijstelling van de sollicitatieplicht moeten mensen vrijwilligerswerk verrichten. Verder liggen veel kansen in de digitalisering van de maatschappij. Deze kunnen nog beter benut worden.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
17 van 20
6. Missie, visie en doelstellingen 6.1 Missie Onze missie sluit aan bij de uitgangspunten van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Wij streven naar een samenleving waarin iedereen zo zelfstandig mogelijk kan functioneren, maar we willen ook een zorgzame samenleving waaraan iedereen op zijn of haar manier een bijdrage levert. Een samenleving, waarin mensen naar elkaar omkijken, waardoor het gebruik van professionele zorg uitgesteld of zelfs voorkomen wordt. Om zorg betaalbaar te houden zal deze steeds meer door mantelzorgers en vrijwilligers worden verleend. De druk op het sociale netwerk van een zorgvrager zal toenemen, waardoor goed ondersteuning steeds belangrijker wordt. In de Sociale Toekomstvisie van onze gemeente komt dit thema nadrukkelijk terug. 6.2 Visie In onze visie vormen mantelzorgers en vrijwilligers belangrijke steunpilaren in een krachtige samenleving waarin burgers zoveel mogelijk zelfredzaam zijn. Mensen die zich intensief en vaak langdurig inzetten voor een ander of voor de samenleving verdienen erkenning, waardering en ondersteuning. Wij vinden het van groot belang om de bestaande mantelzorgcapaciteit in stand te houden en om overbelasting van de mantelzorgers te voorkomen. Extra aandacht verdienen daarbij kinderen die opgroeien met ziekte en zorg. Zij moeten optimale kansen krijgen om kind te zijn (zich gezond ontwikkelen, verblijven in een veilige opvoed- en opgroeiomgeving en op positieve wijze deelnemen aan de samenleving). Onze samenleving wordt gedragen door vrijwilligers en daarom vinden wij het belangrijk om onze bijdrage te leveren aan het aantrekken en behouden van vrijwilligers. Het aanspreken van nieuwe doelgroepen (mensen met een uitkering bijvoorbeeld) hoort hierbij. De kansen voor de komende jaren liggen in een integrale benadering van mantelzorg en vrijwilligerswerk. 6.3 Doelgroep De doelgroep die wij willen bereiken met ons mantelzorg- en vrijwilligersbeleid zijn alle mantelzorgers en vrijwilligers. Het is van belang om daarbinnen verschillende doelgroepen te onderscheiden om de gewenste ondersteuning te kunnen bieden. De verschillende groepen hebben verschillende verwachtingen, moeten op verschillende manieren benaderd worden en lopen tegen verschillende problemen aan. Voor de komende jaren benoemen wij binnen de algemene doelgroep een aantal subdoelgroepen: - mantelzorgers (algemeen); - jonge mantelzorgers (tot 24 jaar); - werkende en studerende mantelzorgers; - vrijwilligers (algemeen); - vrijwilligers (zorggerelateerd); - (net) gepensioneerde vrijwilligers; - jonge vrijwilligers (tot 24 jaar) - vrijwilligers vanuit wederkerigheid 6.4 Doelstellingen a. De basisfuncties voor mantelzorg en vrijwilligerswerk optimaal vorm blijven geven met extra aandacht voor respijtzorg; b. De vraag naar vrijwilligers en het aanbod van vrijwilligers doorlopend goed op elkaar afstemmen; Olst-Wijhe (ont)zorgt.
18 van 20
c. Voor de jonge mantelzorgers de negatieve gevolgen van het opgroeien en opvoeden met zorg voorkomen of in ieder geval beperken door een specifiek ondersteuningsaanbod. 6.5 Meetbare Indicatoren In 2015 zullen wij dit beleid evalueren. Om te kunnen meten of onze doelstellingen behaald zijn volgen wij de volgende indicatoren: - uitkomsten vrijwilligersmonitor 2015; - Wmo Klanttevredenheidsonderzoek 2015; - aantal nieuwe bezoekers van de website - aantal matches tussen vraag en aanbod op de website; - aantal producten mantelzorgondersteuning, dat geleverd is; - aantal cursussen deskundigheidsbevordering dat gegeven is en de deelname daaraan; - aantal geregistreerde jonge mantelzorgers bij de jeugdgezondheidszorg en SVTO 6.6 Uitvoeringprogramma 2013 e.v. De samenwerking tussen de verschillende uitvoerders op het terrein van mantelzorgondersteuning kan worden verbeterd, omdat nu nog niet alle samenwerkingskansen worden benut. Het is belangrijk om een gezamenlijk antwoord op de vraagstukken binnen het mantelzorg- en vrijwilligersveld te formuleren. Wij willen de eerste helft van 2012 benutten om een uitvoeringsprogramma (capaciteit, budget, activiteiten en resultaten) te schrijven samen met alle uitvoerders op dit terrein. Door dit jaarlijks te herhalen kan de uitvoering van het beleid op tijd bijgestuurd worden en hiermee kan ook de gemeenteraad goed meegenomen worden in het proces. Bij het ontwikkelingen van het uitvoeringsprogramma gebruiken wij in ieder geval de volgende uitgangspunten: - Alle basisfuncties voor mantelzorg en vrijwilligerswerk worden omschreven en ingevuld; - Gevolgen vanuit de decentralisaties in de praktijk worden inzichtelijk gemaakt; - Moderniseren daar waar mogelijk.
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
19 van 20
7. Financiën Voor het bereiken van de doelstellingen is een budget nodig waarmee verschillende organisaties hun diensten en producten voor onze mantelzorgers en vrijwilligers kunnen inzetten. Voor de komende jaren is binnen de gemeentelijke begroting het volgende budget beschikbaar: -
Ondersteuning Mantelzorgers (Vrijwillige Thuiszorg) Ondersteuning Vrijwilligers (Stichting Kulturhus) Project Makelen en Schakelen (SWO) Collectieve preventie GGZ (Dimence) Professionalisering/ educatie (Deltion College)
2012 € 45.400 € 47.000 € 35.000 € 7.400 € 4.500 Totaal € 139.300
2013 e.v € 45.400 € 47.000 € 35.000 € 7.400 € 0 € 134.800
Het budget vanuit Volwasseneneducatie komt vanaf 2013 te vervallen. Wij streven ernaar dit binnen de bestaande budgetten op te vangen. In het heroverwegingstraject 2011 heeft geen korting plaatsgevonden op de genoemde budgetten. Voor de komende jaren zetten wij geen extra middelen in. De budgetten in de bestaande gemeentelijke begroting zijn kaderstellend. In het genoemde budget is de inzet van alle welzijnsorganisaties die met vrijwilligers werken niet meegenomen. Het budget is alleen gericht op de specifieke producten gericht op ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers.
Achterliggende stukken: - Klanttevredenheidsonderzoek Mantelzorgers, juni 2011 - Monitor vrijwilligerswerk 2011 - Rekenkameronderzoek gemeente Olst-Wijhe: Zorggerelateerdvrijwilligerswerk- en mantelzorgbeleid
Olst-Wijhe (ont)zorgt.
20 van 20