DE CONCEPT WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 in het kort Onderstaand schetsen wij de contouren van de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning. Vervolgens wordt een samenvatting gegeven van de concept wettekst en de memorie van toelichting. In de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning zijn de gevolgen van de decentralisatie van een aantal functies uit de AWBZ, als ook de gevolgen van de nieuwe wet op de jeugdzorg en de nieuwe participatiewet verwerkt. 1. De nieuwe wet in het kort De nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning ziet er als volgt uit: De negen prestatievelden in de huidige wet worden vervangen door drie doelen: o Het bevorderen van sociale samenhang, de mantelzorg, het vrijwilligerswerk en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. o Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen, zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving. o Het bieden van opvang (maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en verslavingszorg vallen hieronder). Gemeenten moeten daarbij mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen en voorkomen dat inwoners op ondersteuning aangewezen zijn. De gemeenten moeten algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen bieden, die de zelfredzaamheid en participatie van de cliënten ondersteunen. Daarnaast moet een maatwerkvoorziening voor opvang geboden worden. De algemene voorzieningen in de gemeente zijn in principe toegankelijk voor iedereen, soms met een lichte toegangstoets. Anderzijds maken algemene voorzieningen de samenleving toegankelijker voor mensen met een beperking (inclusieve samenleving). De algemene voorzieningen zijn voorliggend op maatwerkvoorzieningen. Een maatwerkvoorziening is in de wet een individuele voorziening. Deze is redelijkerwijs een voorwaarde voor deelname van de burger aan de samenleving. Voor maatwerkvoorzieningen geldt in veel gevallen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. De compensatieplicht in de huidige Wmo wordt vervangen door de ruimer geformuleerde resultaatverplichting. Dit benadrukt dat gemeente en burger de ruimte hebben om te komen tot oplossingen die zijn toegesneden op individuele en lokale omstandigheden. 2. concepttekst Wmo 2015 en memorie van toelichting samengevat De opdracht voor de gemeente: De gemeente moet zorg dragen voor de maatschappelijke ondersteuning en bevordert in dat verband goede toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een handicap en de zelfredzaamheid ven participatie van personen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen, teneinde te bevorderen dat burgers zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen. De gemeente draagt zorg voor de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen.
Periodiek plan Het te voeren beleid wordt vastgelegd in een periodiek plan, vast te stellen door de gemeenteraad. Het plan beschrijft de beleidsvoornemens inzake door het college te nemen besluiten of te verrichten handelingen gericht op: Sociale samenhang (toegankelijkheid, veiligheid, leefbaarheid, voorkoming en bestrijding huiselijk geweld) Ondersteuning Mantelzorgers en andere vrijwilligers Voorkomen beroep op ondersteuning (preventie) Aanbod algemene voorzieningen aan mensen die maatschappelijke ondersteuning nodig hebben Maatwerkvoorzieningen ter ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie aan mensen die daar niet of onvoldoende op eigen kracht of met hulp van mantelzorg, gebruikelijke hulp, of sociaal netwerk toe in staat zijn Maatwerkvoorzieningen aan mensen die zich niet op eigen kracht kunnen handhaven in de samenleving. Ze hebben opvang of beschermd wonen nodig ivm psychische of psychosociale problemen of mensen die hun huis hebben verlaten als gevolg van huiselijk geweld. Het plan is erop gericht dat: mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven mensen die beschermd of in opvang wonen, zo snel mogelijk weer op eigen kracht te lasten deelnemen aan de samenleving. In het plan is aandacht voor: een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, zorg, jeugdzorg, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen. een zo integraal mogelijke dienstverlening door samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders (ZVW) keuzemogelijkheden tussen aanbieders toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een handicap. De verordening De gemeenteraad stelt een verordening vast met de uitvoeringsregels. In de verordening moet in ieder geval worden bepaald (art. 2.1.3.): op welke wijze en op basis van welke criteria of de cliënt voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt. Op welke wijze de hoogte van het budget wordt vastgesteld. Welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van de voorzieningen, waaronder deskundigheid van beroepskrachten Welke eisen aan aanbieders worden gesteld mbt bedrijfsstructuur en bedrijfsvoering Welke eisen worden gesteld aan de afhandeling van klachten Welke eisen gelden voor het melden van calamiteiten en geweld Op welke wijze inwoners worden betrokken bij de uitvoering van de wet Regels over onrechtmatig gebruik Op welke wijze het college zorg draagt voor de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers Verder kan in de verordening worden bepaald (art.2.1.4.): Of er een eigen bijdrage moet worden betaald De eigen bijdrage kan voor de verschillende voorzieningen verschillend worden vastgesteld Er kan een korting op de eigen bijdrage voor een algemene voorziening worden gegeven De bijdrage voor de maatwerkvoorziening dan wel een budget mag afhankelijk worden gesteld van het inkomen en het vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot.
Regels over woningaanpassingen (nadere uitleg over bijdragen voorzieningen en bepalingen daarover in art. 2.1.4 en 2.1.5 )
Algemene maatregelen en algemene voorzieningen (Het betreft hier door het college te treffen maatregelen en voorzieningen) Bevorderen sociale samenhang, toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten, bevorderen veiligheid en leefbaarheid, voorkomen en bestrijden huiselijk geweld (via ketenaanpak: voorkomen-signaleren-stoppen-opvang-nazorg) Bevorderen mantelzorg en vrijwilligerswerk en de ondersteuning daarvan Bevorderen zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang. Het beschikbaar hebben van een luisterend oor en cliëntondersteuning op ieder moment van de dag (telefonisch of elektronisch) Bij cliëntondersteuning is het belang van de betrokkene het uitgangspunt. Organisatie van een steunpunt huiselijk geweld met bijbehorende taken Samenwerking tussen SHG en AMK en de vorming tot één AMHK Maatwerkvoorzieningen (een maatwerkvoorziening is vergelijkbaar met een huidig pakket van individuele voorzieningen) Een maatwerkvoorziening is een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en ander maatregelen ten behoeve van: zelfredzaamheid (waaronder ook kortdurend verblijf ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer etc) participatie (inclusief vervoer etc.) beschermd wonen en opvang. De aanvraag voor een maatwerkvoorziening Een aanvraag door of voor iemand die ondersteuning nodig heeft of lijkt te behoeven wordt door of namens betrokkene bij het college gedaan. Bij de aanvraag wordt duidelijk gemaakt welke mogelijkheden er bestaan om te kiezen voor de verstrekking van een budget. Er vindt een onderzoek plaats dat uiterlijk zes weken in beslag mag nemen. De cliënt ontvangt een verslag van de uitkomsten van het onderzoek. In spoedeisende gevallen kan het college een passende tijdelijke maatregel treffen. Het college stuurt de cliënt een beschikking. Het college kan een maatwerkvoorziening weigeren als de klant aanspraak kan maken op een AWBZ voorziening. Nadere omschrijving opvang en beschermd wonen De gemeente heeft de opdracht om passende opvang te bieden zo lang dat noodzakelijk is aan mensen die niet (meer) in staat zijn zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. (slachtoffers huiselijk geweld, van gerelateerd geweld, van loverboys, mensen die een uitweg zoeken uit de prostitutie, mensen met psychiatrische patiënten etc). Zij hebben mogelijk hulp nodig bij het zelfstandig wonen, het vinden van een dagbesteding, werk, financiële zaken of opbouw van een sociaal netwerk) De (centrum) gemeente wordt verantwoordelijk voor het bieden van een beschermende woonomgeving aan personen met psychische problemen. Het verblijf is dan primair gericht op participatie (en dus niet op behandeling)
(persoonsgebonden) Budget Een klant kan een budget krijgen voor de inkoop van zijn maatwerkvoorziening. Er kan in de verordening opgenomen dat een budget voor bepaalde voorzieningen niet mogelijk is. Ook kan worden bepaald onder welke voorwaarden het budget wordt verstrekt. Een budget wordt alleen verstrekt indien: de klant in staat geacht wordt de bijbehorende taken op verantwoorde wijze uit te voeren. de klant Zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de voorziening niet wenst geleverd te krijgen door een aanbieder. De voorzieningen van goede kwaliteit zijn Daarnaast kan de gemeente om redenen van doelmatigheid bepalen welke mogelijkheden geboden worden om niet-professionals financieel voor hun diensten te belonen. De regering acht het wenselijk dat dit beperkt blijft tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt (bijvoorbeeld 24/7 beschikbaarheid van ondersteuning op afroep ). De gemeente kan differentiatie aanbrengen voor professionele en niet professionele ondersteuning. Het budget kan gezien worden als een subsidie en kan daarom (op grond van de Awb)worden terug gevorderd als niet aan de gestelde eisen is voldaan. Ter voorkoming van misstanden wordt niet meer een geldbedrag aan de klant verstrekt, maar stelt de gemeente een budget beschikbaar waaruit de Sociale Verzekeringsbank namens het college betalingen kan doen aan degene die de aanvrager, na een toets door het college of aan de gestelde voorwaarden is voldaan, heeft ingeschakeld voor zijn ondersteuning.. Kwaliteit In de wet is een aantal kwaliteit borgende maatregelen opgenomen. Deze hebben betrekking op: de inhoud van het plan de inhoud van de verordening het onderzoek na melding, afhandeltermijnen en besluitvorming op aanvraag beschikbaarheid van clientondersteuning, informatie en advies de kwaliteitseisen voor aanbieders De aanbieder van een maatwerkvoorziening is verantwoordelijk voor de goede kwaliteit van de maatwerkvoorziening, dat wil zeggen 1. veilig, doeltreffend en cliëntgericht 2. afgestemd op de reële behoefte van de klant 3. voldoet aan de professionele standaard 4. met respect voor en inachtneming van de rechten van de klant. 5. De meldcode: de aanbieder werkt met een meldcode: een stappenplan voor de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling o Het klachtrecht en de medezeggenschap o Jaarlijks onderzoek naar cliëntervaring o De inrichting van het toezicht Gegevensverwerking Het college is bevoegd tot verwerking van de persoonsgegevens die voor de uitvoering van de wet noodzakelijk zijn. Het betreft de gegevens van de klant, zijn echtgenoot en de thuiswonende minderjarige kinderen, de mantelzorger en het sociale netwerk.
Ook de toezichthoudende ambtenaren, het CAK, de SVB, het SHG en de aanbieder van de maatwerkvoorziening hebben deze bevoegdheden. In het wetsvoorstel wordt op grond van een juridisch kader aangegeven op welke wijze en onder welke voorwaarden de gegevens kunnen worden uitgewisseld tussen de gemeente, de aanbieders, het CAK, de SVB en de zorgverzekeraars. Dit is nodig om een integrale dienstverlening aan de klant te garanderen en om een zo efficiënt mogelijk pakket van ondersteuning aan de klant te bieden. Ook maakt dit continuering van zorg mogelijk, bijvoorbeeld wanneer iemand uitbehandeld is op grond van de Zvw en nog wel ondersteuning vanuit de Wmo nodig heeft. Gegevensuitwisseling vindt verplicht plaats op grond van bsn-nummers. Evaluatie van beleid Een jaarlijks tevredenheidsonderzoek waarvan de uitkomsten voor 1 juli gepubliceerd zijn. Overige bepalingen De sociale verzekeringsbank voert de betalingen ten laste van verstrekte budgetten uit. Het college kan de uitvoering van de wet door derden laten verrichten, behalve de vaststelling van rechten en plichten van de belanghebbende. Bij een eventuele aanbesteding mag het college niet uitsluitend op grond van de laagste prijs gunnen. In de verordening worden de basistarieven voor huishoudelijke hulp in het kader van een werkvoorziening vastgesteld. Toezicht en handhaving Het college wijst toezichthouders op de naleving van deze wet aan. De minister stelt toezichthouders aan op de naleving van de kwaliteit. De rijksinspecties werken daarbij toe naar een integrale benadering van het toezicht door IGZ, Inspectie Jeugdzorg, Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie Sociale Zaken en /werkgelegenheid. Zij toetsen of de inspanningen van de gezamenlijke hulpverleners leiden tot een ondersteuning die voldoet aan de werkelijke behoefte. Taak aanbieders: De aanbieder doet direct aangifte bij de toezichthoudende ambtenaar bij calamiteit of geweld bij de verstrekking van een voorziening. Hij verstrekt daartoe alle gegevens die daartoe nodig zijn. Overgangsrecht in de overgangsfase De aanspraken op de overgaande AWBZ taken vervallen per 1 januari 2015. Het vervallen van die aanspraken zal door velen als ingrijpend worden ervaren. Daarom is er een overgangsregeling getroffen die ervoor zorgt dat betrokkenen de zorg die zijn bij de inwerkingtreding van het wetsvoorstel ontvangen, nog een zekere tijd kunnen blijven ontvangen. De overgangsperiode duurt in principe een jaar, tenzij de indicatie eerder vervalt. De overgangsperiode voorziet erin dat de gemeente, desgewenst eerder dan na een jaar, een nieuw ondersteuningsarrangement kan vaststellen. Als de betrokkene zich daarin kan vinden, vervalt de AWBZ-overgangstermijn en gaat het nieuwe arrangement in werking. Dit geldt ook voor mensen die gebruik maken van een PGB. Mensen met een AWBZ indicatie kunnen uiterlijk tot 1 januari 2016 hun recht op zorg behouden, onder de “oude”AWBZ-condities en door de “oude”zorgaanbieder, zelfs als deze niet is gecontracteerd door de gemeente.
Voor mensen met een AWBZ aanspraak op beschermd wonen geldt een overgangstermijn van vijf jaar, omdat het om kwetsbare mensen gaat die vaak al jaren in een instelling beschermd wonen verblijven. Als mensen tijdens de overgangsperiode een aanvraag indienen bij het CIZ, dan moet het CIZ de gemeente vragen om hun zienswijze, voordat zij een besluit nemen.