Mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg;
Samen doen Winterswijk 2009-2012
Gea Rauwerdink i.s.m. Jacqueline van Schoonhoven
Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................................ 2 Samenvatting................................................................................................ 4 1. Informele zorg; de huidige situatie in beeld .......................................... 6 1.1 Informele zorg, we kunnen niet zonder ............................................................ 6 1.2 Informele zorg in Winterswijk ........................................................................... 8 1.3 Mantelzorgondersteuning................................................................................. 8 1.4 Mantelzorgondersteuning in Winterswijk........................................................ 11 1.5 Aandacht voor specifieke groepen mantelzorgers ......................................... 14 1.6 Vrijwilligers in de zorg .................................................................................... 15 1.7 Ondersteuning van vrijwilligerswerk............................................................... 16 1.8 Ondersteuning in Winterswijk......................................................................... 17 1.9 Gemeentebeleid............................................................................................. 18
2. Signalen uit het veld .............................................................................. 19 2.1 Mantelzorgondersteuning.............................................................................. 19 2.2 Vrijwilligers in de zorg .................................................................................... 21
3. Waar zetten we op in.............................................................................. 23 3.1 Visie op informele zorgbeleid ......................................................................... 23 3.2 Informele zorg en de Wmo............................................................................ 23 3.3 Doelen en acties 2009-2012 ......................................................................... 24
4. Planning en financiën ............................................................................ 30 4.1 Financiën........................................................................................................ 30 4.2 Planning ......................................................................................................... 31
Bijlagen ....................................................................................................... 33 Bijlage 1: Uitkomsten vragen mantelzorgers klanttevredenheidsonderzoek WMO 2008 ..................................................................................................................... 34 Bijlage 2: Overzicht organisaties.......................................................................... 39 Bijlage 3: Overzicht van zes basisfuncties ........................................................... 44 Bijlage 4: Specifieke groepen............................................................................... 46 Bijlage 5: Overzicht informatievoorziening mantelzorgers ................................... 50 Bijlage 6: Voorbeelden handreikingen mantelzorg beleid .................................... 52 Bijlage 7: Maatschappelijke stage........................................................................ 54 Bijlage 8: Literatuur .............................................................................................. 56 Bijlage 9: Regionale subsidies en prestatieafspraken.......................................... 58
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
1
Inleiding Status van het beleidsplan In deze notitie presenteert de gemeente Winterswijk haar beleidsprioriteiten voor de informele zorg. Het geeft aan op welke wijze vrijwilligers en mantelzorgers in de gemeente Winterswijk ondersteund worden of gaan worden. Het beleidsplan is richtinggevend voor de komende vier jaar. Dit conceptbeleid zal ter vaststelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Daarna wordt het plan, samen met de betrokken partijen, verder uitgewerkt en uitgevoerd.
Doelstelling Met het beleid informele zorg wil de gemeente Winterswijk overbelasting van mantelzorgers zo veel mogelijk voorkomen en zorgen dat vrijwilligerswerk binnen de zorg zo aantrekkelijk mogelijk blijft.
Waarom een beleidsplan informele zorg? De aanleiding voor dit beleidsplan is de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De komst van deze wet vraagt om een duidelijke (her)definiëring van het beleid van de gemeente ten aanzien van ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Dit is een beleidsterrein waar de gemeenten tot voor kort geen of weinig bemoeienis mee hadden. De structurele financiering van de activiteiten voor mantelzorgers gebeurde door de zorgkantoren. In november 2007 heeft de raad het Beleidskader Wmo 2008-2011 gemeente Winterswijk vastgesteld. Hierin is opgenomen dat er beleid ontwikkeld moet worden voor ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers. Er is gekozen voor een gefaseerde aanpak. Allereerst staan de mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg centraal. In deze notitie hanteren we hiervoor de naam informele zorg. In de tweede fase gaat het om beleidsontwikkeling voor alle vrijwillige inzet.
Wet maatschappelijke ondersteuning Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingegaan. Iedereen in Nederland moet zolang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en leven en daarbij kunnen meedoen in de samenleving. Dit geldt voor jonge en gezonde mensen, maar ook voor ouderen en mensen met een handicap en beperking. In de Wmo wordt onder de noemer ‘civil society’ nadrukkelijk een beroep gedaan op mantelzorg en vrijwilligerswerk. Uitgangspunt is dat burgers niet slechts een verantwoordelijkheid hebben voor zichzelf, maar ook voor hun (leef)omgeving en voor anderen in die leefomgeving.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
2
De vrijwillige inzet van burgers, zowel informeel en ongeorganiseerd als in georganiseerd verband en mantelzorg, vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’. Zowel voor de samenleving als voor het individu zijn ze van groot belang. De zorg en hulp die door vrijwilligers en mantelzorgers wordt geboden, valt of staat echter met de ondersteuning en de waardering van de gemeente, maatschappelijke organisaties en bedrijven.
Hoe kwam deze notie tot stand? De nota is gebaseerd op landelijke trends, lokale ontwikkelingen en op signalen en behoeften van de organisaties en mantelzorgers en zorgvrijwilligers in Winterswijk. Hiervoor is op 24 november 2008 een themamiddag georganiseerd voor mantelzorgers, vrijwilligers in de zorg en de organisaties die mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen.
Leeswijzer Deze notitie start met een samenvatting met beleidsvoornemens. De onderbouwing en de concrete uitvoering staan vermeld in de daarop volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 1: Informele zorg: huidige situatie in beeld. Dit hoofdstuk beschrijft de huidige situatie van informele zorg zowel landelijk als in Winterswijk. Hoofdstuk 2: Signalen uit het veld. Hierin worden de signalen uit het veld omschreven zoals deze op 24 november tijdens de bijeenkomst met de gemeente genoemd zijn door mantelzorgers, vrijwilligers in de zorg en organisaties die deze groepen ondersteunen. Hoofdstuk 3: Waar zetten we op in. In dit hoofdstuk wordt aangegeven waar we de komende jaren op inzetten en hoe we dit willen aanpakken. Hoofdstuk 4: Planning en financiën. Tot slot worden in dit hoofdstuk de planning en benodigde middelen beschreven.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
3
Samenvatting In Winterswijk ontvangen veel kwetsbare burgers hulp van familieleden, vrienden en andere naasten, de mantelzorgers. Daarnaast zijn er nog vele vrijwilligers die de zorg voor anderen op zich nemen. De zorg en hulp die door mantelzorgers en vrijwilligers wordt geboden valt of staat echter met de ondersteuning, begeleiding en de waardering die zij krijgen van de gemeente, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Sinds de invoering van de Wmo is mantelzorgondersteuning een wettelijke taak van gemeenten. Maar ondersteuning aan mantelzorgers is niet nieuw. In Winterswijk zijn diverse organisaties die mantelzorgers ondersteunen en uit een aanbodinventarisatie blijkt dat op zes van de acht landelijk geformuleerde basisfuncties in meer of mindere mate ondersteuning aanwezig is: het gaat om informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp en respijtzorg. De functies financiële- en materiële steun zijn in Winterswijk beperkt ingevuld. Hier gaat het vooral om individuele voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De gemeente Winterswijk zet in op een goede infrastructuur informele zorg en wil met haar beleid overbelasting van mantelzorgers zo veel mogelijk voorkomen en zorgen dat vrijwilligerswerk binnen de zorg zo aantrekkelijk mogelijk blijft. Uitgaande van de huidige situatie in Winterswijk, landelijke ontwikkelingen, de visie van de gemeente en de signalen en wensen uit het veld heeft de gemeente de volgende doelen en acties voor de periode 2009-2012 geformuleerd:
Doelstelling
1:
Goede
informatie
en
gericht
advies
aan
mantelzorgers
Een deel van de mantelzorgers doet geen beroep op voorzieningen speciaal voor mantelzorgers. Zij herkennen zich niet in die term mantelzorgers, zijn onbekend met het aanbod of weten niet hoe je ondersteuning kunt aanvragen. Daarom zet de gemeente zich in voor goede informatievoorziening zodat mantelzorgers goed worden geïnformeerd over de zorgtaken, het voorzieningenaanbod en de mogelijkheden om ondersteuning te krijgen (emotioneel, praktisch, financieel en dergelijke). Het zorgloket speelt hierbij een centrale rol. Acties zijn: • Het vergroten van de bekendheid van het zorgloket en wat zij voor mantelzorgers kunnen betekenen • Bewaken van de kwaliteit van dienstverlening aan het loket. • Informatie verstrekken over regelingen als mantelzorgcompliment, belastingvoordeel en gebruik Persoonsgebonden Budget.
Doelstelling 2: Een goede ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers De gemeente zet in op het behoud van een goed voorzieningenniveau en waar nodig verbeteren van dit niveau (zoals kwantiteit, diversiteit, kwaliteit). De gemeente speelt bij dit punt vooral een faciliterende rol. Door financiering van voorzieningen, het stimuleren en faciliteren van samenwerking en afstemming tussen instellingen en door het aanbieden van een sociale kaart.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
4
Acties zijn: • Faciliteren platform Informele zorg. • Heldere prestatieafspraken bij subsidieverstrekking. • Financieel ondersteunen van nieuwe initiatieven. • Stimuleren van mantelzorg(vriendelijk) beleid bij zorgaanbieders. • Aansluiten landelijke ontwikkelingen voor mantelzorgbeleid bij werkgevers. • Stimuleren gebruik sociale kaart informele zorg. • Meer aansluiten op wensen en behoeften van allochtone mantelzorgers.
Doelstelling 3: Een goede ondersteuningstructuur voor vrijwilligerswerk in de zorg Vrijwilligers spelen een belangrijke rol bij de mantelzorgondersteuning. Vrijwilligersorganisaties ervaren echter dat ‘’het vinden en binden’’ van vrijwilligers hoe langer hoe moeilijker wordt. De gemeente wil een goede ondersteuning voor het vrijwilligerswerk opzetten met als doel vrijwilligerswerk aantrekkelijk te houden en te zorgen dat er voldoende vrijwilligers beschikbaar zijn. De gemeente ontwikkelt vrijwilligerswerkbeleid. Zij zal samenwerking en afstemming bij de werving en deskundigheidsbevordering stimuleren en mogelijkheden voor een centrale vacaturebank inventariseren. Daarnaast zal de gemeente instellingen ondersteunen bij het bereiken van nieuwe doelgroepen. Acties zijn: • Behoefte onderzoek vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers als basis voor het vrijwilligerswerkbeleid. • Verkennen van de mogelijkheden om te komen tot een centraal registratie- en informatiepunt. • Mensen met een uitkering meer betrekken bij vrijwilligerswerk. • Jeugd actief betrekken bij vrijwilligerswerk via maatschappelijke stage. • Faciliteren van het vinden en binden van vrijwilligers.
Doelstelling 4: Waardering en erkenning voor de vrijwillige inzet van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg Naast concrete ondersteuning is herkenning en erkenning van de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers belangrijk. De gemeente Winterswijk wil haar waardering laten blijken en faciliteert initiatieven die de inzet van mantelzorgers en zorgvrijwilligers belonen of waarderen. Het gaat om extra aandacht in de media of een persoonlijke attentie, maar ook om het creëren van de juiste randvoorwaarden (verzekering of budget voor deskundigheidsbevordering). Acties zijn: • Afsluiten collectieve verzekering. • Formuleren vrijwilligersbeleid voor vrijwilligers binnen de gemeentelijke organisatie (denk bijvoorbeeld aan de vrijwillige ouderenadviseurs) • Faciliteren van speciale dagen en campagnes. .
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
5
1. Informele zorg; de huidige situatie in beeld Dit hoofdstuk beschrijft de situatie van de informele zorg, zowel landelijk als in de gemeente Winterswijk. Aan bod komen vragen als: wat is het belang van informele zorg, om hoeveel mensen gaat het, wat zijn knelpunten die zij ervaren en welke mogelijkheden zijn er om mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg te ondersteunen en wat is de huidige situatie in Winterswijk.
1.1 Informele zorg, we kunnen niet zonder Informele zorg vormt een omvangrijk en noodzakelijk onderdeel van de zorg in Nederland. Zo wordt van alle zorg 75% door mantelzorgers en 5% door vrijwilligers verleend. Naar schatting helpen jaarlijks 3,7 miljoen Nederlanders van 18 jaar of ouder hun familieleden of goede bekenden, die vanwege gezondheidsproblemen ondersteuning nodig hebben (SCP, 2001). Soms is deze ondersteuning maar tijdelijk. Als we uitgaan van de groep die langer dan drie maanden òf meer dan acht uur per week zorg of hulp geeft, gaat het om ongeveer 2,4 miljoen mensen. Dit is 19% van de bevolking van 18 jaar en ouder. Bij het aantal van 2,4 miljoen gaat het om het totale aantal mantelzorgers in een heel jaar. Gedurende dit jaar vinden natuurlijk veranderingen plaats. Zo komen er nieuwe mantelzorgers bij en bij anderen stopt de vraag om hulp, bijvoorbeeld als iemand beter wordt of overlijdt. Iedere maand bedraagt het aantal mantelzorgers in Nederland tussen de 1,6 en 1,7 miljoen. Dit is ongeveer 13% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder.
Vrijwilligers spelen een belangrijke rol als het gaat om de ondersteuning van mensen met gezondheidsklachten, ernstig zieken of mensen met beperkingen. Ook zijn zij van groot belang voor mantelzorgers. Vrijwilligers in de zorg zijn actief in de thuissituatie maar ook in alle zorgsectoren, zoals ziekenhuizen, verzorgingshuizen, verpleeghuizen, thuiszorg, instellingen in de geestelijke gezondheidszorg en instellingen voor mensen met een handicap. Ze doen uiteenlopende taken zoals bezoeken afleggen, begeleiden van activiteiten en zorgen voor vervoer. Daarnaast zijn er ook vrijwilligers die meer intensieve of gespecialiseerde hulp bieden (bijvoorbeeld buddy- en maatjeshulp of vrijwillige thuishulp). Precieze cijfers over het aantal vrijwilligers dat zorg verleent ontbreken. Het is niet van elke deelsector bekend hoeveel vrijwilligers werkzaam zijn. Een voorzichtige
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
6
schatting van het aantal is ongeveer 320.000 1 . Dit is een schatting op basis van een onderzoek onder organisaties die verenigd zijn in het Overleg Zorg van de Vereniging NOV. Instellingen en vrijwilligersactiviteiten die geen lid zijn, zijn in dit onderzoek niet meegenomen. Het SCP geeft in het rapport 'Vrijwillig verzorgd' tevens een indruk van de omvang van de dienstverlening namelijk dat De Zonnebloem in 2005 58.424 zorgvragers van dienst was, dat de Vrijwillige Thuishulp in 2004 237.000 cliënten bereikte en Vrijwilligers in de Palliatieve en Terminale Zorg in 2006 555.000 uur besteedde aan het begeleiden van 5600 personen in hun laatste levensfase. Natuurlijk kan de dienstverlening per gemeente sterk verschillen.
Definities Informele zorg is hulp die vrijwillig en onbetaald wordt gegeven. Een overeenkomst tussen mantelzorgers en zorgvrijwilligers is dus dat zij beiden onbetaalde zorg verlenen. Maar er zijn duidelijke verschillen die gebaseerd zijn op kenmerken van de persoonlijke relatie, mate van vrijwilligheid en organisatie. Mantelzorgers zorgen langdurig en onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. De mantelzorger is geen professionele zorgverlener, maar verleent zorg omdat hij of zij een persoonlijke band heeft met de hulpbehoevende. Er wordt gesproken over mantelzorg als de zorg meer dan drie maanden duurt en meer dan 8 uur per week in beslag neemt. Mantelzorg is meestal geen bewuste keuze. Men rolt erin en heeft vooraf geen idee hoe lang de zorg gaat duren. Vrijwilligers in de zorg verrichten onbetaald en onverplicht werk ten behoeve van anderen die zorg en ondersteuning nodig hebben en met wie ze - bij de start - geen persoonlijke betrekking hebben. Het gaat om vrijwilligersactiviteiten die bestemd zijn voor ‘klanten’, mensen buiten de organisatie. Hiermee onderscheidt het zich van zogenaamde ‘mutual support’-organisaties oftewel organisaties die gericht zijn op wederzijdse ondersteuning, zoals belangenorganisaties, gezelligheidsverenigingen en sportclubs waar het vrijwilligerswerk zich richt op de (leden van de) organisaties zelf. Ook is er een onderscheid met 'campaigning'organisaties, zoals politieke partijen en milieuorganisaties, waarbij het gaat om ideële activiteiten.
1
Plemper, E. et al. (2006). Hoe stevig is het cement? Positie van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties in de zorg. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut / NIZW en www.vrijwilligerswerkindezorg.nl. Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
7
1.2 Informele zorg in Winterswijk Ook in Winterswijk ontvangen veel kwetsbare burgers dagelijks hulp van familieleden, vrienden en andere naasten, de mantelzorgers. Daarnaast zijn er nog vele vrijwilligers die de zorg voor anderen op zich nemen. Binnen de gemeente is geen specifiek onderzoek gedaan naar het aantal mantelzorgers. Als we uitgaan van landelijke cijfers zijn er minimaal 2.900 mantelzorgers (18 jaar en ouder) in Winterswijk (13%). In het Wmo- klanttevredenheidsonderzoek 2009 van de gemeente zijn extra vragen opgenomen voor mantelzorgers. (Bijlage 9) In dit onderzoek zijn 850 vragenlijsten verstuurd naar Wmo-cliënten, waarvan er 444 ingevuld geretourneerd zijn. Het aantal geretourneerde vragenlijsten van mantelzorgers is 156; dit levert een percentage op van 35% cliënten met een mantelzorger. Het aantal vrijwilligers die zorg en hulp verlenen is in Winterswijk naar schatting: Organisaties in Winterswijk
Aantal vrijwilligers per 31 december 2007, landelijk
Aantal vrijwilligers per 31 december 2007, regionaal
Stichting Vrijwillige Zorgverlening OostAchterhoek Unie van vrijwilligers
-
147 (Oost-Achterhoek)
15.500
1526 (provincie Gelderland)
Hospice de Lelie Bureau Slachtofferhulp Rode Kruis De Zonnebloem Humanitas
1500
190 (provincie Gelderland)
34000 40000 8500
650 (District Achterhoek) 40 180 (Oost-Achterhoek)
Stichting Buddyzorg
-
64 buddy’s (Midden Gelderland)
Alzheimerstichting
3400
25-30 (regio Achterhoek Oost)
1.3 Mantelzorgondersteuning Mantelzorg geeft veel mensen voldoening en kan heel vaak zonder problemen verleend worden. De zorg kan echter ook een zware belasting zijn voor het privé-leven. Zoals: psychische belasting, (vrije)tijdsbelasting en belasting van het gezin en/of werk. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat het eigen leven van de mantelzorger bij een intensieve inzet in de knel dreigt te raken. Problemen die veel mantelzorgers ervaren zijn: Tijdsbesteding en onvoldoende mogelijkheden om de zorg tijdelijk over te dragen. Combineren van mantelzorgtaken met een betaalde baan. Extra kosten, zoals extra kosten voor vervoer, wassen en voeding. Psychische belasting zoals druk vanuit de hulpvrager, schuldgevoel, schaamte of morele verplichting. Niet elke vorm van zorg is even belastend. Het wordt meer belastend ervaren naarmate de zorg langer duurt en intensiever is. Ernstig belast zijn vaak ook verzorgers van terminale patiënten en verzorgers van mensen die verschillende soorten hulp nodig hebben (huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding). Mensen die een
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
8
hulpbehoevende huisgenoot helpen vormen tevens een risicogroep. Naar verwachting zal de druk op mantelzorgers in de toekomst toenemen 2 . Naar schatting voelen in Nederland circa 200.000 mantelzorgers zich (zwaar) overbelast 3 . Om mantelzorgers in staat te stellen hun bijdrage te kunnen blijven leveren en om overbelasting te voorkomen is ondersteuning van mantelzorgers dus noodzakelijk. In eerste plaats voor mantelzorgers zelf. Maar ook voor zorgvragers, omdat zij anders bijvoorbeeld tegen hun wens en die van de mantelzorger opgenomen moeten worden of omdat in een situatie van overbelaste mantelzorg de zorg kan ontsporen. Wat is mantelzorgondersteuning? Mantelzorgondersteuning is een verzamelnaam voor diverse voorzieningen om de draagkracht van degene die hulp of zorg biedt te vergroten of de draaglast te verkleinen. Het gaat zowel om directe als indirecte ondersteuning. De directe ondersteuning bestaat uit producten of diensten die ondersteuning bieden aan de mantelzorger zelf zoals lotgenotencontact of een tijdelijke overname van de zorg, of een financiële tegemoetkoming. De ondersteuning kan ook bedoeld zijn voor hulpvrager (indirecte ondersteuning), maar wel voor verlichting van de taken van de mantelzorger zorgen. Zoals een maaltijdvoorziening, een tillift, alarmering of parkeervergunning. Vrijwilligers spelen een belangrijke rol bij de ondersteuning van mantelzorgers. Voorbeelden zijn tijdelijke overname van de zorg (respijtzorg) en vrijwillige thuiszorg.
In de beleidsbrief (9 oktober 2007) van het Ministerie van VWS zijn speerpunten geformuleerd om de versterking van de positie van mantelzorgers te realiseren. Bij mantelzorgers zijn de speerpunten: Versterking van de lokale ondersteuning onder andere door het formuleren van acht basisfuncties, het bevorderen van regionale samenwerking en het bieden van continuïteit van de mantelzorgondersteuning op lokaal/regionaal niveau. Creëren van meer mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren. Verminderen van het aantal zwaarbelaste mantelzorgers zoals het bieden van voldoende respijtzorg en het ondersteunen van specifieke groepen (bijvoorbeeld allochtone mantelzorgers).
2 3
Toekomstverkenning Informele zorg. A.H. de Boer, SCP 2007 J.M. Timmermans. Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers. SCP, 2003 Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
9
Basisfuncties mantelzorgondersteuning 1.
Informatie
Het gaat hierbij om diverse soorten informatie zoals: Hoe je zorgtaken kunt inpassen in het leven. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van arbeid, zorg voor je gezin en belangenbehartiging. Informatie over ziekten, beperkingen en patiëntenverenigingen. Het aanbod van hulp, ondersteuning, zorg (voorzieningen en aanbieders). Regelingen voor zorgvrager en/of mantelzorgers 2.
Advies en begeleiding
Een groot aantal mantelzorgers heeft behoefte aan meer dan alleen informatie. Vervolgens is het van belang te ondersteunen en begeleiden bij het vinden van de weg in het grote aantal mogelijkheden, het zetten van stappen naar instanties, het maken van keuzes. 3.
Emotionele steun
Veel mantelzorgers zijn gebaat bij een luisterend oor en het uitwisselen van ervaring bijvoorbeeld met lotgenoten. Dit kan door individuele gesprekken, het organiseren van bijeenkomsten maar ook op meer anonieme wijze zoals steun en advies via een chatsite (bijvoorbeeld Hyves). 4.
Educatie
Mantelzorgers kunnen gebaat zijn bij voorlichting en training. De educatie kan zich richten op zorg en ziekte, maar ook op de mantelzorger zelf. 5.
Praktische hulp
Mantelzorgers kunnen uitsluitend of in combinatie met andere functies behoefte hebben aan diverse vormen van praktische hulp. Deze praktische hulp is vaak gericht op de zorgbehoevende, maar het is beter om voor het hele systeem (huishouden, familie) in de specifieke situatie in kaart te brengen welke praktische ondersteuning ook verlichting van de mantelzorgtaak kan brengen. Vormen van praktische hulp zijn ondermeer:
huishoudelijke
hulp,
welzijns-/gemaksdiensten,
klussendienst,
maaltijdservice, vrijwillige hulp, administratieve hulp en extra kinderopvang. 6.
Respijtzorg
Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen die de mantelzorg tijdelijk en/of volledig overnemen, zodat de mantelzorger de zorg uit handen kan geven om eigen activiteiten te ontplooien (werk, opleiding, ontspanning). Grofweg zijn er twee vormen van respijtzorg: Respijtzorg aan huis: vrijwillig, zoals oppas, bezoekservice, vrijwillige thuishulp, vervangende mantelzorg; professioneel, zoals oppas, ondersteunende begeleiding, thuisondersteuning. Respijtzorg buitenshuis: dagvoorzieningen, zoals dagopvang/behandeling, nachtopvang, zorgboerderij, ontmoetingscentrum; meerdaagse voorzieningen, zoals logeerhuis, gastgezin, intervalzorg, kortdurende 10 Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
opname, zorghotel, zorgboerderij;
7.
Materiële hulp Naast praktische en/of financiële steun kunnen mantelzorgers materiële hulp gebruiken, ook hier weer sterk afhankelijk van de situatie en behoeften. Vaak is deze materiële hulp primair gericht op een zorgbehoevende (individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning). Dan is het van belang om bij de toewijzing ook expliciet het belang van de mantelzorg(s) te betrekken. Bijvoorbeeld het aanpassen van de woning zodat verblijf van de mantelzorger mogelijk is, een parkeerpas of aangepast vervoer.
8.
Financiële tegemoetkoming Mantelzorgers die vanwege het zorgen in financiële problemen raken hebben behoefte aan tegemoetkoming in de kosten. Financiële tegemoetkoming is mogelijk via: fiscale compensatie (buitengewone uitgaven); bijzondere bijstand;
1.4 Mantelzorgondersteuning in Winterswijk Deze paragraaf beschrijft de infrastructuur voor mantelzorgondersteuning binnen de gemeente Winterswijk. Regionaal steunpunt Mantelzorg VIT Oost-Gelderland is de regionale koepel voor vrijwillige thuiszorg en mantelzorg. VIT (Vrijwillige Intensieve Thuiszorg) ondersteunt met haar regionale en lokale Steunpunten Mantelzorg, de individuele mantelzorger. Activiteiten zijn o.a. het organiseren van infobijeenkomsten, informatie en PRmateriaal, scholing aan diverse groepen zoals zorginstellingen, welzijnsinstellingen en vrijwilligers en individuele begeleiding van mantelzorgers door het doen van huisbezoeken. Ook fungeert zij als kennis- en innovatiecentrum en als uitvoerder van regionale projecten (bijvoorbeeld jonge mantelzorgers en de campagne tijdvoorons.nl). Het steunpunt mantelzorg van VIT Oost-Gelderland participeert in Zorgloket van de gemeente Winterswijk. Mantelzorgers kunnen hier terecht voor informatiemateriaal (folderrek) en zij kunnen een afspraak maken met de mantelzorgconsulent. Invulling van de basisfuncties Naast het steunpunt mantelzorg bieden diverse organisaties direct of indirect ondersteuning bijvoorbeeld door respijtzorg, een luisterend oor te bieden of door gericht advies over de zorgtaken. Hieronder staat beschreven op welke manier de acht basisfuncties in Winterwijk worden ingevuld. Het is geen compleet overzicht van alle diensten en activiteiten. Ook kunnen geen uitspraken worden gedaan over de kwaliteit van het aanbod (voldoet aan de vraag, kwaliteit dienstverlening enz.). In de bijlagen 1 is een lijst opgenomen van de organisaties die behoren tot de lokale infrastructuur rondom informele zorg.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
11
Informatie Het Zorgloket geeft informatie en advies op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Burgers kunnen hier terecht met vragen of voor (indicaties voor) voorzieningen op de genoemde terreinen, zoals maaltijdvoorziening, individuele voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen) en een gehandicaptenparkeerkaart. In het geval van een AWBZ aanvraag wordt deze doorgestuurd naar het CIZ. De gemeente Winterswijk streeft naar een breed loket voor jong en oud, opvoeders, zorgvrager en uitkeringsgerechtigden. Medewerkers Zorgloket
Het Steunpunt mantelzorg van VIT participeert in het Zorgloket. Dit steunpunt is er speciaal voor mantelzorgers. Daarnaast spelen de lokale en regionale zorgaanbieders een belangrijke rol als het gaat om informatieverstrekking. Voorbeelden zijn MEE, GGNet, Iriszorg, het Algemeen Maatschappelijk Werk (uitgevoerd door Sensire) diverse thuiszorgorganisaties en huisartsen. Ouderen worden tevens via vrijwilligers van het project huisbezoek 65plus en via de ouderenadviseur over de voorzieningen en mogelijkheden op de terreinen wonen, zorg en welzijn geïnformeerd. Advies en begeleiding De functie advies en begeleiden wordt in Winterswijk ingevuld door het Zorgloket en het steunpunt mantelzorg maar ook MEE-consulenten, ouderenadviseur(s) en maatschappelijk werkenden (Sensire) spelen een rol. Emotionele steun Het Steunpunt Mantelzorg biedt emotionele steun en ook maatschappelijk werkers en ouderenadviseurs vervullen deze functie. GGNet biedt Preventieve Ondersteuning Mantelzorgers (POM). Dit zijn individuele ondersteunende gesprekken aan mantelzorgers. Het gesprek gaat over de positie als mantelzorger en welke (ondersteunings-) mogelijkheden er zijn om overbelasting te voorkomen. Daarnaast zijn er in Winterswijk veel vrijwilligers actief die een luisterend oor bieden. Zoals vrijwilligers van de Unie van Vrijwilligers (U.V.V) die voornamelijk actief zijn binnen instellingen, Humanitas, de Zonnebloem, Rode Kruis en activiteiten vanuit Kerken. In Winterswijk is tevens een mantelzorgsalon (georganiseerd door VIT Oost Gelderland). Dit is een ontmoetingsplaats voor mantelzorgers voor ondersteuning en ontspanning. Ook geeft VIT invulling aan de dag van de mantelzorger.
Dag van de mantelzorger Jaarlijks is er een dag met speciale aandacht voor mantelzorgers: de landelijke ‘Dag van de Mantelzorg’. Een keer per jaar wordt extra aandacht gevraagd voor de zorg die mantelzorgers bieden.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
12
Educatie Educatie wordt onder andere verzorgd door het Steunpunt Mantelzorg, MEE, Iriszorg GGNet en patiëntenverenigingen (of in samenwerking). Enkele voorbeelden uit het aanbod in Winterwijk zijn: Cursus ‘De Zorg de Baas’ :Mantelzorgers leren in kleine groepen een balans te vinden, grenzen te stellen en om te gaan met tegenstrijdige gevoelens. Nazorgcursus 'Hoe verder': Speciaal voor mantelzorgers waarvan de zorgbehoevende is overleden. De cursus gaat in op het verwerkingsproces, zingeving en dagbesteding. Bijeenkomsten voor partners, ouders, familieleden en direct betrokkenen over diverse psychiatrische stoornissen zoals autisme, depressie, manisch-depressieve stoornis, psychose en schizofrenie. Praktische ondersteuning Huishoudelijke hulp wordt tot 1 januari 2010 geboden door LIVIO, Stichting Zorgcombinatie Marga Klompe, Sensire, Zorgkompas en Careaz. In 2009 vindt een aanbesteding plaats, waardaar mogelijk andere aanbieders worden gecontracteerd. Thuiszorg Marga Klompe en Sensire bieden tevens maaltijdvoorziening. Woonzorgcentrum De Pelkwijk en De Vredense Hof hebben tevens de mogelijkheid voor inwoners om een maaltijd te gebruiken in het restaurant van het woonzorgcentrum. In Winterswijk is een (sociale) klussendienst (Stichting Welzijn Winterswijk). Vrijwilligers verrichten (kleine) klussen in en om het huis van inwoners van Winterswijk. Praktische hulp in de vorm van hulp bij de administratie wordt door twee organisaties verricht. In het project thuisadministratie (Humanitas) helpen vrijwilligers mensen die problemen hebben met hun financiële administratie. Ook het sociaal raadsliedenwerk verricht hulp bij de administratie (Sensire). Respijtzorg In Winterswijk worden diverse vormen van respijtzorg geboden: De Stichting Vrijwillige Zorgverlening biedt respijtzorg aan huis. De vrijwilligers kunnen de zorgtaken van de mantelzorger overnemen zodat hij of zij even tijd voor zichzelf heeft. Daarnaast bieden zij oppasmogelijkheden voor kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en slaapwacht (incidenteel) bij mensen die een of een paar nachtjes niet alleen kunnen zijn bijvoorbeeld na ontslag uit het ziekenhuis of vakantie van de mantelzorger(s). Respijtzorg bij terminale patiënten wordt gegeven door Hospicegroep De Lelie. Zowel in de thuissituatie als in het hospice. De vrijwilligers bieden praktische ondersteuning en hebben een belangrijke taak in de sociale en emotionele ondersteuning (voor stervende en de betrokken mantelzorgers). Buddyzorg Midden Gelderland biedt in Winterswijk sociale, emotionele en praktische ondersteuning. Het gaat om mensen met een ernstige ziekte. Een taak die anders vaak op de schouders van de mantelzorger(s) rust. Respijtzorg buitenshuis wordt onder andere geboden door de Zonnebloem en het Rode Kruis. Zij organiseren (korte)vakanties voor mensen die niet (meer) zelfstandig met vakantie kunnen. Op deze manier wordt de mantelzorger ontlast.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
13
Ook de dagopvang in een verzorgings- of verpleeghuis is een vorm van respijtzorg. In Winterswijk zijn er diverse aanbieders. Zo biedt activiteitencentrum Mondriaan Siza Dorpgroep dagactiviteiten voor mensen een met lichamelijke handicap of niet aangeboren hersenletsel. ZOZIJN heeft drie dagcentra voor mensen met een beperking en Stichting Radar voor mensen met psychiatrische problemen. Het Dagcentrum de Leliehoek biedt dagverzorging en- behandeling aan ouderen ter ondersteuning van het zelfstandig wonen (zie voor een overzicht bijlage 2). Financiële tegemoetkoming Op dit moment geeft de gemeente geen rechtstreekse financiële steun aan mantelzorgers. Wel kunnen individuele voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp of de vervoersvoorziening, in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt. Het Persoonsgebonden Budget is in principe geen financiële tegemoetkoming, maar biedt wel mogelijkheden om een mantelzorger te betalen voor verleende (geïndiceerde) zorg. Hulpontvangers kunnen vergoedingen, die ze aan mantelzorgers verstrekken, als aftrekpost opvoeren bij de belastingaangifte. Van deze mogelijkheid wordt echter niet veel gebruik gemaakt. Dit komt deels omdat burgers de regeling niet kennen of niet weten te benutten. Landelijk is er een regeling om mantelzorgers te waarderen: het mantelzorgcompliment. Mantelzorgers die voldoen aan landelijk vastgestelde criteria komen in aanmerking voor deze financiële beloning. Het mantelzorgcompliment is gerelateerd aan AWBZindicatiestelling. Via het UWV kunnen mensen met een WW-of een WGA-uitkering (minimaal 1 jaar werkloos) in aanmerking komen voor een vrijstelling van de sollicitatieplicht als zij minimaal 20 uur per week werkzaam zijn als vrijwilliger en/of mantelzorger. Ook de gemeente Winterswijk kan bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand vrijstelling van sollicitatieplicht bieden aan mantelzorgers en vrijwilligers. In Winterswijk gebeurt dit nu op individuele beoordeling. Het is geen beleid. Materiële hulp De gemeente biedt geen specifieke materiële hulp aan mantelzorgers. Wel worden vanuit de Wmo hulpmiddelen verstrekt aan zorgvrager.
1.5 Aandacht voor specifieke groepen mantelzorgers Mantelzorg wordt binnen alle bevolkingscategorieën verleend. Sommige groepen vragen extra aandacht door de omvang van de groep, bijzondere risico’s en/of complexiteit van de problematiek. Twee groepen, namelijk jonge mantelzorgers en allochtone mantelzorgers, worden hier kort toegelicht. Een overzicht van kenmerken van andere groepen is in bijlage 3 opgenomen. Jonge mantelzorgers Jonge mantelzorgers zijn extra kwetsbaar omdat deze jonge mensen taken en verantwoordelijkheden hebben die niet passen bij hun leeftijd en ontwikkeling. VIT Oost Gelderland biedt ook voor jonge mantelzorgers een preventieve en ondersteunende rol. Met het project 'Bij de les blijven' willen zij bereiken dat deze jongeren een goede balans vinden tussen draaglast en draagkracht en erkenning krijgen voor hun Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
14
inzet. Dit project loopt van 1 januari 2009 tot 31 december 2011. Op middelbare scholen worden lessen gegeven om het begrip jonge mantelzorgers uit te leggen. Ook worden in de regio diverse ontmoetingsbijeenkomsten georganiseerd. Het delen van ervaringen en elkaar ondersteunen helpt jonge mantelzorgers bij het uitvoeren en volhouden van hun taken. Met subsidie van de provincie Gelderland hebben jongeren een CD uitgebracht. De start van het project is mogelijk gemaakt met financiering uit het OHRA nutsfonds. De gemeente Winterswijk is co-financier (sinds 1 januari 2009). Allochtonen Bijna 93% van de inwoners van Winterswijk heeft de Nederlandse nationaliteit. Grote nietNederlandse groepen zijn Duitsers en Turken. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de nationaliteiten van de bewoners van Winterswijk Nationaliteit Nederlandse
Aantal
Percentage
28.192
92,3%
Onbekend
535
1,8%
Duitse
445
1,5%
Turkse
422
1,4%
Marokkaanse
166
0,5%
Joegoslavische
139
0,5%
Britse
53
0,2%
Poolse
52
0,2%
Overig
538
1,8%
Totaal
30.542
100%
Tabel: Nationaliteiten in Winterswijk op 12 februari 2009
Allochtone families lossen zorg vaak in eigen kring op. Zij maken weinig tot geen gebruik van bestaande vormen van mantelzorgondersteuning en begeleiding. Binnen de gemeente Winterswijk worden momenteel geen specifieke acties ondernomen om deze groep mantelzorgers te bereiken. Binnen de gemeente Oude IJsselstreek onderzoekt VIT OostGelderland de situatie van allochtone mantelzorgers. Deze resultaten zouden vertaald kunnen worden naar de Winterwijkse situatie.
1.6 Vrijwilligers in de zorg Zonder vrijwilligers zou een groot deel van de mantelzorgondersteuning niet uitvoerbaar zijn. Vrijwilligers spelen een rol bij verschillende manieren van sociaal-emotionele ondersteuning aan mantelzorgers, zoals het verrichten van huisbezoeken of het faciliteren van lotgenotencontact. Ook bieden de vrijwilligers praktische ondersteuning. Denk aan het begeleiden van langere of kortere uitstapjes, bij het doen van boodschappen of bij vervoer. Voldoende vrijwilligers is van belang voor de zorgvrager en de mantelzorger.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
15
Landelijk wordt geconstateerd dat de toenemende vraag naar vrijwilligers in absolute zin groter is dan de groei van het aantal vrijwilligers. Oorzaken hiervoor zijn onder andere het toenemend aantal vrouwen met betaald werk, het toenemend aantal jongeren met betaalde baantjes, de toenemende vergrijzing van de bevolking in combinatie met de extramuralisering van de zorg en de individualisering van de samenleving. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers in de zorg is hoog, ruim boven de zestig. Het is daarom van belang dat ook nieuwe groepen vrijwilligers de weg naar de zorg weten te vinden, zoals scholieren op maatschappelijke stage. Een ander aandachtpunt is dat de werkzaamheden van vrijwilligers zijn veranderd. In toenemende mate worden hogere eisen gesteld aan het vrijwilligerswerk. Oorzaken zijn o.a: • Landelijke wet en regelgeving ( bijvoorbeeld hygiene, Risico- Inventarisatie en – Evaluatie); • Behoefte aan specialistische kennis (bijvoorbeeld voor het besturen van een vereniging) • Hogere eisen door klanten in de zorg zoals klantgerichte houding, kennis en ervaring over ziektebeelden enz.
1.7 Ondersteuning van vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is bij uitstek een terrein waar sprake is van spontaniteit en autonomie van de burgers zelf. Dat moet ook zo blijven. Maar het kan geen kwaad als er van de kant van de overheid waardering, steun en soms bescherming wordt geboden aan vrijwilligers en hun organisaties. Een belangrijke aansporing van het vrijwilligerswerk vormde een aantal maatregelen in het jaar 2001, het Internationale Jaar voor de Vrijwilligers. Een belangrijke maatregel voor de huidige infrastructuur binnen gemeenten was de landelijke Tijdelijke Stimuleringsregeling ten behoeve van lokaal en provinciaal vrijwilligerswerk. Daarna kwam de toenmalige staatssecretaris Ross met haar beleidsbrief om de stimuleringsregeling een vervolg te geven. Dit kreeg onder andere vorm in AVI 130 (Adviestraject Vrijwillige Inzet), waarbij een landelijke pool van deskundigen zo’n 130 gemeenten konden ondersteunen bij het verder vormgeven van vrijwilligerswerkbeleid en vrijwillige inzet. Met de komst van de Wmo, is de ondersteuning van vrijwilligerswerk door gemeenten wettelijk vastgelegd. Gemeenten kunnen in hun regiefunctie zelf een keuze maken hoe deze ondersteuning vorm krijgt. In de beleidsbrief (9 oktober 2007) van het Ministerie van VWS worden punten ter bevordering van vrijwilligerswerk genoemd: Basisfunctie lokale ondersteuning Net als voor mantelzorg zijn enkele basisfuncties voor lokale ondersteuning geformuleerd om vrijwilligerswerk te stimuleren en te ondersteunen. Deze basisfuncties hebben betrekking op alle vrijwillige inzet van burgers binnen een gemeente. Voor deze nota over informele zorg is vooral de functie 'versterken' van belang. Het gaat om het realiseren of onderhouden van een effectieve lokale of regionale ondersteuningsinfrastructuur voor vrijwilligers in de zorg. De andere basisfuncties zullen in de notitie vrijwilligerswerkbeleid aan bod komen.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
16
Maatschappelijke stage Een maatschappelijke stage is een vorm van leren, waarbij een leerling door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maakt met allerlei aspecten van de samenleving. De maatschappelijke stage is verplicht vanaf schooljaar 2011-2012 en duurt dan minimaal 72 uur. Het doel van de Maatschappelijke stages is dat jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met de samenleving door een onbetaalde bijdrage te leveren aan deze samenleving. De Maatschappelijke stage onderscheidt zich daarmee van de bekende beroepsstage, waarmee praktijkervaring in een beroep wordt opgedaan. Het gaat erom jongeren te laten ervaren hoe mooi het is om iets voor een ander te doen. Een maatschappelijke stage kunnen leerlingen lopen in een maatschappelijke organisatie of projecten zonder winstoogmerk, bijvoorbeeld bij vrijwilligersorganisaties, professionele notfor-profit-organisaties of maatschappelijke projecten van bedrijven. In 2011 zijn scholen verantwoordelijk voor de invulling van maatschappelijke stages. Om hier invulling aan te kunnen geven is een gezond verenigingsleven noodzakelijk. Naast deze twee punten heeft het kabinet uitgesproken de administratieve lasten van het vrijwilligerswerk te willen verminderen. Een recente positieve ontwikkeling is de regeling dat alle vrijwilligers in Nederland vanaf 1 januari 2009 collectief verzekerd kunnen worden tegen de risico’s die zij lopen bij het uitoefenen van hun vrijwilligerswerk. Nu zijn vrijwilligers vaak allemaal op een andere manier verzekerd tegen risico’s die ze lopen: sommigen helemaal niet of onvoldoende, anderen via hun gemeente, organisatie of vereniging. Om een eind te maken aan deze verschillen biedt VNG-Verzekeringen een oplossing waarbij iedere gemeente alle vrijwilligers collectief kan verzekeren. De gemeente betaalt een premie op basis van het aantal inwoners. De vrijwilliger hoeft zelf geen administratieve handelingen te verrichten.
1.8 Ondersteuning in Winterswijk Ook in Winterwijk was de financiële prikkel vanuit de Tijdelijke Stimuleringsmaatregel Vrijwilligerswerk (TSV) een belangrijke aanleiding om vrijwilligerswerkbeleid te ontwikkelen. De gemeente Winterswijk heeft in 2002 de nota 'Bevorderen en versterken van vrijwilligerswerk' vastgesteld. Deze nota maakte het mogelijk in aanmerking te komen voor de TSV. Het geld is beschikbaar gesteld aan vrijwilligersorganisaties die zich bezig houden met mantelzorg en stervensbegeleiding. Regionaal is VIT Oost-Gelderland de koepelorganisatie voor vrijwillige thuiszorgorganisaties in Oost-Gelderland. Het ondersteuningsaanbod bestaat onder andere uit scholing en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, werving van vrijwilligers en PRactiviteiten. In Winterswijk is voor vrijwilligers in de zorg geen lokaal steunpunt vrijwilligerswerk of een lokale vrijwilligersvacaturebank. In 2008 heeft VIT Oost Gelderland met de campagne 'Tijdvoorons.nl' extra aandacht besteed aan het belang van vrijwilligers in de zorg. Met deze regionale campagne werd aandacht gevraagd voor vrijwillige thuiszorgorganisaties en de ondersteuning van mantelzorgers door vrijwilligers. Met financiering van provincie Gelderland is een portal ontwikkeld (www.tijdvoorons.nl) die de bezoeker verwijst naar de vrijwillige thuiszorgorganisatie(s) in zijn of haar woonplaats. Met diverse campagneactiviteiten is deze portal gepromoot o.a. door driehoekige sandwichborden, A3-posters, boekenleggers en artikelen in kranten. De gemeente Winterwijk was medefinancier van deze campagne.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
17
1.9 Gemeentebeleid De o ndersteuning van mantelzorgers en het vrijwilligerswerk in de zorg is een beleids-
terrein waar de gemeenten tot voor kort geen of weinig bemoeienis mee hadden. De structurele financiering van deze activiteiten gebeurde grotendeels door de zorgkantoren. Pas sinds de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 is mantelzorgondersteuning een gemeentelijke taak. De budgetten vanuit de CVTM-regeling (onderdeel van de Regeling AWBZ-subsidies) zijn overgeheveld naar de gemeente. Met deze middelen subsidieert de gemeente de werkzaamheden van ondersteuningsorganisaties. De gemeente Winterswijk heeft in 2007 en 2008 de regeling op dezelfde manier als in 2006 voortgezet. In 2008 heeft het regionale vakberaad Wmo uitgangspunten en criteria opgesteld om te komen tot een gezamenlijke afweging voor de verstrekking van de Wmo-subsidie. Ook heeft de gemeente met de ondersteuningsinstellingen prestatieafspraken gemaakt. Aan de volgende instellingen/activiteiten is subsidie verleend (zie ook bijlage 6). Stichting Buddyzorg GGNet Stichting Ziezo VIT Oost Gelderland Cliënteninitiatieven Binnen de gemeente wordt gewerkt aan een herziening van het totale subsidiebeleid waarvan bovengenoemde subsidies onderdeel uitmaken.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
18
2. Signalen uit het veld In het vorige hoofdstuk is de huidige situatie rondom informele zorg in Winterswijk geschetst. In dit hoofdstuk gaat het om aandachtpunten voor de toekomst. Om zicht te krijgen op de lokale situatie is een middag georganiseerd met mantelzorgers, vrijwilligers in de zorg en de organisaties die mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg ondersteunen. Het doel was om van de verschillende partijen te horen wat de gemeente kan doen op het terrein van informele zorg. Dus waar kan gemeente op inzetten om overbelasting van mantelzorgers zoveel mogelijk te voorkomen en wat kan de gemeente doen om te zorgen dat vrijwilligerswerk binnen de zorg zo aantrekkelijk mogelijk wordt gemaakt. In vier groepen zijn knelpunten en mogelijke oplossingen op het terrein van mantelzorgondersteuning en vrijwilligerswerk besproken. Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de bijeenkomst.
2.1 Mantelzorgondersteuning Signaal 1: mantelzorgers vragen niet snel om hulp of ondersteuning Ondersteuning vragen, ook als het te zwaar wordt, blijkt niet voor alle mantelzorgers vanzelfsprekend. Hierdoor komt de hulpvraag vaak te laat. Mantelzorgers vinden het vaak vanzelfsprekend dat ze voor de ander (partner, familielid of goede bekende) zorgen. Omdat mantelzorgers zich niet in het begrip herkennen voelen ze zich ook niet aangesproken als het gaat om ondersteunende voorzieningen of activiteiten voor mantelzorgers. Zij zijn zich ook niet altijd bewust van (dreigende) zware- of overbelasting. Mantelzorgers hebben vaak vooral aandacht voor de zorgvrager en zijn meestal niet direct bezorgd over zichzelf. Zij zijn sterker geneigd om vanuit de zorgbehoevende een vraag te formuleren dan vanuit hun eigen behoefte en voelen zich ook niet direct aangesproken als het gaat om ondersteunende voorzieningen of activiteiten voor de mantelzorger. Ook geven mantelzorgers aan dat het lastig is om de hoeveelheid zorgtaken te overzien: je weet meestal niet wat je te wachten staat. Veel organisaties richten zich vooral op de situatie van de cliënt (patiënt) en besteden niet altijd aandacht aan de (emotionele) situatie van de mantelzorger. Mogelijke oplossingen Regelmatig aandacht besteden aan mantelzorgers en hun taken. Bijvoorbeeld door een artikel in huis-aan-huis bladen, een publiekscampagnes en de Dag van de Mantelzorg. Daarnaast is kunnen huisartsen en professionals werkzaam binnen zorg- en welzijnsinstellingen aandacht besteden aan de situatie van de mantelzorger. Deze organisaties kunnen de omgang met mantelzorgers bijvoorbeeld in hun beleid opnemen (bijvoorbeeld richtlijnen, protocollen, checklisten). Signaal 2: ondersteuningmogelijkheden niet altijd bekend Een deel van de mantelzorgers heeft behoefte aan informatie en ondersteuning maar maakt hier geen gebruik van omdat onduidelijk welke hulp en ondersteuning mogelijk is en welke weg je moet bewandelen om er voor aanmerking te komen. Er gaat veel tijd en energie verloren met het verkrijgen van de benodigde informatie of het vinden van de juiste instelling. Ook wordt het aanvragen van hulp door een deel van de mantelzorgers als ingewikkeld ervaren (bureaucratisch). Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
19
Mogelijke oplossingen Goede informatievoorziening over het aanbod. De informatie voor mantelzorgers moet eenvoudig te vinden zijn. Dus niet verspreid over meerdere organisaties maar bij voorkeur op één plek of bij één persoon. Een sociale kaart een handig instrument om organisaties en hun diensten eenvoudig (van uit huis) te zoeken. De gemeente participeert in een regionaal project om een betrouwbare en complete sociale kaart op te zetten en de gegevens te ontsluiten. Signaal 3: de informatie is niet altijd afgestemd op de situatie van de mantelzorger Mantelzorgers zijn geen homogene groep. De ondersteuningsbehoefte hangt samen met hun persoonlijke situatie en die van de zorgvrager. Denk aan financiën, woonsituatie, het wel of niet hebben van een gezin of een betaalde baan en dergelijke. Vaak wordt bij het Zorgloket en bij zorg en welzijnorganisaties nog te weinig rekening gehouden met de situatie van de mantelzorger. Hierdoor sluit informatie, adviezen of ondersteuning niet altijd aan op de behoefte. Mogelijke oplossingen Zorgen voor deskundige en ‘’mantelzorgvriendelijke’’ loketmedewerkers. Dit vraagt om investering in deskundigheid (voldoende kennis over de achtergronden van de beperkingen/problematiek en positie van de mantelzorger) en vaardigheden (luisteren, meedenken). Een snelle doorverwijzing naar de mantelzorgconsulent. Deze kan antwoord geven op specifieke vragen, emotionele steun bieden en heeft zicht op ondersteuningmogelijkheden in Winterswijk en omgeving. Om zicht te krijgen of de dienstverlening in Winterswijk, wordt het idee geopperd van een ombudsman waar mantelzorgers opmerkingen en klachten kwijt kunnen over instellingen en diensten. Signaal 4 Allochtone mantelzorgers zijn lastig bereikbaar Het bereiken van de allochtone mantelzorger vraagt extra aandacht. Voor allochtonen (vooral vrouwen) is mantelzorg een lastig begrip. Zorgen voor familie is voor veel allochtonen heel vanzelfsprekend en zij benoemen dit niet als mantelzorg. In de gemeente zijn geen speciale voorzieningen voor allochtone mantelzorgers. Ook is de behoefte van allochtone mantelzorgers is niet bekend. Mogelijke oplossing Een onderzoek naar ondersteuningbehoefte van mantelzorgers (regionaal oppakken). Signaal: nog te weinig samenwerking tussen aanbieders mantelzorgondersteuning. In Winterswijk zijn diverse partijen actief als het gaat om het ondersteunen van mantelzorgers. Maar de verschillende (vrijwilligers)organisaties zijn niet altijd (goed) op de hoogte van elkaar dienstenaanbod. Meer uitwisselen, afstemming en samenwerking tussen organisaties op het gebied van mantelzorgondersteuning vinden is daarom wenselijk. Op deze manier wordt de ondersteuning aan mantelzorgers een gedeelde verantwoordelijkheid.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
20
Mogelijke oplossing Het oprichten van een Platform voor informele zorg dat periodiek (bijvoorbeeld 2 keer per jaar) bijeenkomt. Mogelijk kan worden aangesloten bij een bestaand platform. Speerpunten voor gemeentelijk beleid Zorgen voor goede informatievoorziening aan mantelzorgers zodat zij weten: dat zij mantelzorger zijn waar zij met vragen en voor ondersteuning terecht kunnen welke voorzieningen er zijn om mantelzorgers direct of indirect te ondersteunen hoe zij van deze voorzieningen gebruik kunnen maken. De samenwerking tussen organisaties met een aanbod voor mantelzorgers bevorderen. Stimuleren dat bij het geven van informatie, advies en ondersteuning rekening wordt gehouden met de situatie van de mantelzorger (kenmerken van de mantelzorger, belastbaarheid enz). Faciliteren van voorzieningen en bewaken van de kwaliteit van de dienstverlening op het gebied van mantelzorgondersteuning goed bewaken en voorkomen van bureaucratie.
2.2 Vrijwilligers in de zorg Signaal 1: werven van vrijwilligers is lastig Vrijwilligersorganisaties geven aan dat het steeds lastiger wordt (de juiste) vrijwilligers te vinden en te houden. Vooral bestuursfuncties zijn lastig te vervullen (gebrek aan deskundigheid en mensen durven de verantwoordelijkheid niet aan). Het werven van vrijwilligers is een van de knelpunten. De organisaties werven nu allemaal op hun eigen manier (krant, persoonlijk) en zij vissen allemaal in dezelfde 'vijver'. Dit maakt de werving lastig, arbeidsintensief en erg aanbodgericht. De instellingen missen een locaal steunpunt vrijwilligerswerk of vacaturebank. Mogelijke oplossing Een voorstel is om werving, selectie en deskundigheidsbevordering centraal te regelen. Bijvoorbeeld een centraal registratie- en informatiepunt waar vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties terecht kunnen voor informatie en van waaruit ondersteuning geboden kan worden (vrijwilligersvacaturebank, wervingsacties, deskundigheidsbevordering). Signaal 2: nieuwe doelgroepen vrijwilligers zijn nodig De leeftijd van vrijwilligers binnen de zorg is gemiddeld genomen hoog. De organisaties willen om deze 'vergrijzing' tegen te gaan, graag nieuwe doelgroepen aan trekken zoals jongeren maar mogelijk ook mensen met een uitkering. Een andere doelgroep zijn mensen die wel vrijwilligerswerk willen doen maar andere eisen aan het werk stellen. Zij willen niet vastzitten aan vaste dagen of een lange periode maar zoekt korte klussen, met een begin en een eind, die zij zelf kunnen plannen of thuis kunnen doen.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
21
Mogelijke oplossingen Het benutten van maatschappelijke stages waarbij leerlingen vanaf 2011 verplicht zijn om 72 uur stage te lopen kan een oplossingsrichting zijn. Dit betekent wel dat vrijwilligerswerk in de zorg bij jongeren onder de aandacht moet worden gebracht. Bijvoorbeeld via een informatiemarkt op school of een kennismakingsles. Ook zal het vrijwilligerswerk zo moeten worden ingericht dat jongeren inzetbaar zijn als vrijwilliger. Ook kunnen mensen met een uitkering gestimuleerd worden tot het doen van vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld vrijstellen sollicitatieplicht). Vrijwilligerswerk kan misschien anders georganiseerd worden. Door het aanbieden van kortlopend/flexibel vrijwilligerswerk kan een nieuwe doelgroep vrijwilligers worden ingezet. Ook zou vrijwilligerswerk ingezet kunnen worden als reïntegratie-instrument. Speerpunten voor gemeentelijk beleid Ondersteuning aan instellingen bij het werven van vrijwilligers door dit centraal te organiseren (bijvoorbeeld een registratie- en informatiepunt in de vorm van een vrijwilligersvacaturebank). Een goed ondersteuningspakket voor vrijwilligersorganisaties. Vooral deskundigheidsbevordering van bestuursleden. Maatregelen om vrijwilligerswerk aantrekkelijk te maken voor nieuwe groepen vrijwilligers zoals jongeren (via maatschappelijke stages) en mensen met een uitkering (vrijstellen sollicitatieplicht).
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
22
3. Waar zetten we op in Met het beleid informele zorg wil de gemeente Winterswijk overbelasting van mantelzorgers zo veel mogelijk voorkomen en zorgen dat vrijwilligerswerk binnen de zorg zo aantrekkelijk mogelijk blijft. In dit hoofdstuk worden de keuzes voor de toekomst beschreven. Waar zetten we op in en hoe pakken we het aan. Het landelijk beleid, de visie van de gemeente en de huidige situatie in Winterswijk en de signalen en wensen uit het veld vormden, de basis voor het formuleren van de doelen en acties.
3.1 Visie op informele zorgbeleid Winterswijk zonder mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg is niet denkbaar. Burgers die zich vrijwillig inzetten in de zorg voor anderen vormen het sociale kapitaal van het dorp en zijn zowel voor de samenleving als voor het individu van groot belang. Daarom zet de gemeente zich in om deze informele zorg te behouden en te versterken. Zo wil de gemeente Winterswijk mensen die informele zorg verlenen ondersteunen en voorkomen dat zij overbelast raken. Tevens wil de gemeente mensen stimuleren actief te worden als vrijwilliger binnen de zorg. Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg is een gedeelde verantwoordelijkheid. De uitvoering ligt bij de organisaties. De gemeente speelt vooral een faciliterende rol zoals: ondersteunen van lokale mantelzorgorganisaties; partijen bij elkaar brengen en verbetering in de samenwerking stimuleren; vernieuwingen stimuleren en initiatieven ondersteunen (vrijwilligersprojecten en -initiatieven); accenten leggen (doelgroepen, problematiek e.d.).
3.2 Informele zorg en de Wmo De gemeente formuleert een beleid dat past binnen het Wmo-beleidsplan. De gemeente Winterswijk wil waar mogelijk regie bij de bewoners zelf leggen en hen stimuleren om zoveel mogelijk voor zichzelf en anderen te zorgen (scenario De burger en zijn verbanden 4 )’. Soms is er sprake van tegenstrijdige belangen. Enerzijds is er een tendens dat beide partners in het gezin betaalde arbeid dienen te verrichten, anderzijds wordt een beroep gedaan op de inzet als mantelzorger of vrijwilliger. Ook is de zorg van mensen voor elkaar, ook wel ‘noaberschap’ genoemd, niet altijd realistisch en vanzelfsprekend. Het is daarom ook niet altijd een (mogelijke) oplossing voor problemen van individuele burgers. De gemeente zal het zorgen voor elkaar en het vrijwilligerswerk stimuleren, maar indien nodig zal de gemeente werken vanuit het scenario ‘De gemeente aan het roer’. De gemeente neemt haar functie van vangnet daardoor serieus. Mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg moeten terug kunnen vallen op dat vangnet om zo actief en gezond maatschappelijk te kunnen (blijven) participeren.
4
Drie scenario’s die zijn ontwikkeld door de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
23
3.3 Doelen en acties 2009-2012 In Winterswijk zijn diverse organisaties die mantelzorgers ondersteunen. Zij geven samen invulling aan zes van de acht landelijk geformuleerde basisfuncties (informatie, advies en ondersteuning, emotionele steun, educatie, praktische hulp en respijtzorg). Vrijwilligers spelen hierbij een belangrijke rol. De functies financiële- en materiële steun zijn in Winterswijk beperkt ingevuld. Hier gaat het vooral om individuele voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Uitgaande van de huidige situatie en de signalen uit het veld heeft de gemeente de volgende doelen en actiepunten geformuleerd: Doelstelling 1: goede informatie en gericht advies aan mantelzorgers Wat willen we bereiken Een informatiepunt (of systeem) voor mantelzorgers waar zij met al hun vragen terecht kunnen. Mantelzorgers worden goed geïnformeerd over de zorgtaken, het voorzieningenaanbod en de mogelijkheden om ondersteuning te krijgen (emotioneel, praktisch, financieel en dergelijke). Rol gemeente De gemeente neemt de regie op zich als het gaat om het realiseren van goede informatievoorziening zodat mantelzorgers beter de weg kunnen vinden in het ondersteuningsaanbod. Het zorgloket vervult hierbij een centrale rol. De gemeente besteedt speciale aandacht aan groepen die minder goed de weg kennen zoals allochtone mantelzorgers, jonge mantelzorgers en mantelzorgers van mensen met psychiatrische problematiek. Acties a. Het vergroten van de bekendheid van het zorgloket/ mantelzorgsteunpunt De gemeente wil het zorgloket onder de aandacht brengen van alle burgers. Op verschillende manieren zal de gemeente extra publiciteit geven aan het zorgloket o.a. via: media als krant, gemeentegids, website, folders; intermediaire zoals huisartsen en professionals binnen zorg en welzijnsinstellingen. Zij hebben vaak direct of indirect contact met mantelzorgers en kunnen naar het loket doorverwijzen; verenigingen. In Winterswijk zijn diverse verenigingen: van voetbalclub tot zangvereniging. Ook zijn er verschillende kerken en religieuze genootschappen in Winterswijk. Vaak hebben deze verengingen en kerken eigen communicatiekanalen om de leden hun activiteiten of nieuws te melden. De gemeente zal bekijken of het mogelijk is om deze kanalen te gebruiken voor het informeren van burgers over het zorgloket (bijvoorbeeld een betaalde advertentie in nieuwsbrief, uitgave van de kerk of op de site van de vereniging). Gereed in 2010 b. Bewaken van de kwaliteit van dienstverlening aan het loket De gemeente blijft inzetten op een goede dienstverlening bij het zorgloket. Zij doet dit door:
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
24
voldoende capaciteit om mensen te woord te staan en door te investeren in de deskundigheid van de medewerkers (o.a. kennis over de achtergronden van de beperkingen/problematiek en positie van de mantelzorger); kwaliteitsbewaking. De gemeente controleert de kwaliteit van de dienstverlening van het Zorgloket door het bijhouden van het bereik (aantal vragen van mantelzorgers) en tevredenheid over het loket en de dienstverlening (via klanttevredenheidsonderzoek). Voor het brede zorgloket worden aanvullende kwaliteitseisen opgesteld; een mogelijkheid tot het melden van onvrede over de dienstverlening of diensten (ombudsman). Met de Wmo-raad is afgesproken dat zij een eerste voorstel doen voor een klachtenmeldpunt of ombudsman. Zij leggen dit voor aan de gemeente. Gereed in 2011 c. Informatie over speciale regelingen voor mantelzorgers Mantelzorgers zijn vaak niet op de hoogte van regelingen. Daarom zal de gemeente komende jaren extra aandacht besteden aan de informatieverstrekking over deze regelingen. Bijvoorbeeld via folders, informatie op internet en persoonlijke advies (mantelzorgconsulent). Zij legt deze taak neer bij het VIT Oost Gelderland. Gereed in 2010 Doelstelling 2: een goede ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers Wat willen we bereiken Mantelzorgers kunnen een beroep doen op ondersteuning bij hun zorgtaken. Kenmerken van het ondersteuningsaanbod zijn. • Alle basisfuncties zijn aanwezig. Mantelzorgers kunnen kiezen uit verschillende vormen van ondersteuning (zoals lotgenotencontact, respijtzorg, praktische steun); • Voorzieningen voor verschillende doelgroepen. Het aanbod sluit aan op de behoefte van verschillende 'type' mantelzorgers; Rol gemeente De gemeente zet in op het behoud van een goed voorzieningenniveau en waar nodig verbeteren van dit niveau (zoals kwantiteit, diversiteit, kwaliteit). De gemeente speelt bij dit punt vooral een faciliterende rol. Door financiering van voorzieningen, het stimuleren en faciliteren van samenwerking en afstemming tussen instellingen en door het aanbieden van een sociale kaart. Acties a. Faciliteren van een platform Informele zorg De gemeente wil samenwerking en afstemming tussen instellingen op het terrein van informele zorg stimuleren. De gemeente bespreekt de mogelijkheden voor het opzetten van een Platform Informele zorg met het VIT Oost Gelderland. Zij kunnen vervolgens behoefte aan een platform informele zorg bij de instellingen peilen. Gereed in 2010
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
25
b. Formuleren van heldere prestatieafspraken voor subsidieverstrekking. De gemeente maakt bij subsidieverstrekking concrete afspraken over de geleverde prestatie (nieuw subsidiebeleid). Bij subsidieverstrekking wordt rekening gehouden met de acht basisfuncties mantelzorg, de kwaliteit en diversiteit van het aanbod (verschillende soorten voorzieningen en voor alle doelgroepen). Gereed in 2009 c. Nieuwe initiatieven financieel ondersteunen De gemeente wil verbetertrajecten en nieuwe initiatieven stimuleren en financieel ondersteunen en zal jaarlijks een innovatie budget hiervoor reserveren. Gereed in 2010 d. Stimuleringsregeling mantelzorg(vriendelijk) beleid bij zorgaanbieders De gemeente wil bevorderen dat zorg- en welzijns-organisaties meer rekening houden met de situatie van de mantelzorgers. Zij onderzoekt de behoefte aan een extra impuls vanuit de gemeente. Het kan gaan om een financiële bijdrage voor het ontwikkelen van mantelzorgbeleid (zie ook bijlage 4) of door het aanbieden van deskundigheidsbevordering aan het personeel van de organisatie. Een voorbeeld kan zijn, medewerkers scholen om rekening te houden met mantelzorgers. Gereed in 2011 e. Aansluiten landelijke ontwikkelingen voor mantelzorgbeleid bij werkgevers De gemeente vindt dit een belangrijk aandachtspunt. Zij wacht de landelijke ontwikkelingen af en zal hier op aansluiten. f. Stimuleren gebruik digitale sociale kaart Om het gebruik van de sociale kaart te bevorderen geeft de gemeente op diverse manieren publiciteit aan de sociale kaart o.a. door: bijeenkomst voor instellingen. Het is een bijeenkomst voor organisaties met een aanbod op het gebied van mantelzorgondersteuning. Zij krijgen uitleg over de sociale kaart en maken tevens kennis met elkaars aanbod; reguliere publiciteit krant, gemeentegids, website, folders. Gereed in 2010 g. Meer aansluiten op wensen en behoeften van allochtone mantelzorgers De gemeente zal het bereiken en de ondersteuningvragen van allochtone mantel-zorgers inventariseren. Hiervoor zal contact gezocht worden met vertegenwoordigende organisaties. De resultaten worden vervolgens gebruik om de dienstverlening (aanbod) aan allochtone mantelzorgers te verbeteren (zowel informatie en advies als andere vormen van ondersteuning). Gereed in 2010 (onderzoek) en 2012 (aanbod)
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
26
Doelstelling 3: een goede ondersteuningstructuur voor vrijwilligerswerk Wat willen we bereiken De gemeente wil een goede ondersteuning voor het vrijwilligerswerk opzetten met als doel vrijwilligerswerk aantrekkelijk te houden en te zorgen dat er voldoende vrijwilligers beschikbaar zijn. Rol van de gemeente De gemeente ontwikkelt vrijwilligerswerkbeleid. De gemeente wil de vraag naar vrijwilligers en het aanbod van vrijwilligerswerk meer op elkaar afstemmen door samenwerking te stimuleren en de mogelijkheden voor een centrale vacaturebank te inventariseren. Daarnaast zal de gemeente instellingen ondersteunen bij het bereiken van nieuwe doelgroepen. Voorbeelden van nieuwe doelgroepen zijn jeugd, werknemers en cliënten WWB/WSW. Acties voor een goede ondersteuningsstructuur van het vrijwilligerswerk beperken zich niet tot de informele zorg. De hieronder beschreven punten dienen als eerste aanzet voor het ontwikkelen van vrijwilligerswerkbeleid van de gemeente Winterswijk. Acties a. Behoefte onderzoek vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers als basis voor het vrijwilligerswerkbeleid Om de nota vrijwilligerswerkbeleid op te stellen zal de gemeente de behoeften, knelpunten en ideeën bij organisaties en vrijwilligers inventariseren. In 2009 zijn twee acties gepland namlijk: inventarisatie van het vrijwilligerswerk via de digitale vragenlijst Digimon van MOVISIE; organiseren van een rondetafelgesprek met vrijwilligers. Gereed in 2009 b. Verkennen van de mogelijkheden om te komen tot een centraal registratie- en informatiepunt In 2009 onderzoekt de gemeente welke wensen en mogelijkheden er zijn voor het oprichten van een lokaal vrijwilligerssteunpunt of vacaturebank en hoe deze zich verhoudt met andere punten (sport, cultuur). Gereed in 2010 c. Mensen met een uitkering meer betrekken bij vrijwilligerswerk Momenteel ontbreken de gemeentelijke kaders, wanneer vrijwilligerswerk een optie kan zijn voor mensen met een uitkering. De gemeente peilt in eerste instantie de behoefte bij de afdeling Sociale zaken. Een tweede stap is het in kaart brengen van de aard en omvang van deze groep. Afhankelijk van deze uitkomst kunnen vervolgstappen worden gezet. Gereed in 2009 (verkenning)
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
27
d. Jeugd actief betrekken bij vrijwilligerswerk via maatschappelijke stage Maatschappelijke stages zullen ook in Winterswijk worden uitgevoerd. De gemeente ontvangt budget (bijlage 6). De gemeente onderzoekt op welke manier zij invulling kan geven aan de gemeentelijke rol binnen de maatschappelijke stage. De gemeente denkt hierbij aan: een makelaarsfunctie inrichten (intern of extern) die de MaS gaat opzetten en uitvoeren; verbreden van de taken van bestaande organisaties; zorgen voor informatievoorziening en PR; organiseren van bijeenkomsten (netwerken oprichten, informatie avonden). Gereed in 2010 Doelstelling 4: Waardering en erkenning voor de vrijwillige inzet van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg Wat willen we bereiken Mantelzorgers en vrijwilligers voelen zich gewaardeerd voor hun inzet. Rol gemeente De gemeente faciliteert initiatieven die de inzet van mantelzorgers en zorgvrijwilligers belonen of waarderen. Het kan gaan om een extra aandacht in de media of een persoonlijke attentie, maar ook om het creëren van de juiste randvoorwaarden zoals verzekering, onkostenvergoeding of budget voor deskundigheidsbevordering. Acties a. Afsluiten van een collectieve verzekering De gemeente wil gebruik maken van de nieuwe regeling om alle vrijwilligers binnen de gemeente collectief te verzekeren (basis- als een pluspolis). Zo biedt de gemeente een uitgebreid verzekeringspakket voor vrijwilligers en besturen van vrijwilligers-organisaties. De gemeente zal de verschillende verzekeringspakketten (zoals voorwaarden en kosten) met elkaar vergelijken. Gereed in 2009 b. Formuleren van vrijwilligersbeleid voor vrijwilligers binnen de gemeentelijke organisatie De gemeente ontwikkelt een vrijwilligersbeleid voor de vrijwilligers binnen de gemeentelijke organisatie. Het beleid geeft duidelijkheid over de positie van vrijwilligers, taken en verdeling van verantwoordelijkheden, het aansturen van vrijwilligers en de begeleiding en zaken als onkosten vergoeding en opleidingsmogelijkheden. Gereed in 2010 c. Faciliteren van speciale dagen en campagnes VIT Oost Gelderland geeft invulling aan de Dag van de Mantelzorg. De gemeente stimuleert dat ook andere instellingen hier aandacht aan besteden. Ook bekijkt de gemeente samen met VIT mogelijkheden de mantelzorger en vrijwilligers in de zorg positief in het nieuws te brengen.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
28
De gemeente wil aansluiten bij de landelijke campagne Make a difference Day (MADD). Zij zal de mogelijkheden hiervoor onderzoeken (bijvoorbeeld gemeenteambtenaren doen vrijwilligerswerk). Gereed in 2009/2010 (publiciteit) en 2011 (MADD)
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
29
4. Planning en financiën In hoofdstuk 3 staan de doelen en de voorgenomen acties beschreven. Voor de daadwerkelijke uitvoering zijn een planning en een taakverdeling nodig en natuurlijk voldoende middelen. Deze komen in dit laatste hoofdstuk aan bod.
4.1 Financiën Budget Mantelzorgondersteuning In het verleden kregen organisaties op basis van de CVTM-regeling (Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg) van het zorgkantoor subsidie. Met de invoering van de Wmo per 2007 zijn deze middelen overgegaan naar de gemeenten. Vanaf 2008 is er binnen het Wmo-budget geen apart CVTM-budget meer te onderscheiden. De gemeenten krijgen één Wmo-budget en zijn zelf verantwoordelijk voor de inzet van de middelen. Uitgaven voor mantelzorgondersteuning wordt uit het Wmo-budget betaald. Uit deze gelden ontvangen diverse mantelzorgorganisaties subsidie. In 2009 worden de volgende subsidies door de gemeente verstrekt, die onder andere betrekking hebben op ondersteuning van de mantelzorg en de vrijwillige hulp. Subsidies instellingen Vit Oost-Gelderland Stichting Cliënteninititatieven Stichting Ziezo Zelfhulp Eetstoornissen Buddyzorg GG-net LFB Totaal
€ 76.613,00 € 24.270, 00 € 4.392,00 € 2.500,00 € 16.566,00 € 1.000,00 € 125.341,00
Daarnaast verstrekt de gemeente nog subsidies aan organisaties als Stichting Welzijn, UVV, Humanitas enz. In 2008 heeft de gemeente een eenmalige bijdrage ontvangen. Doordat minder mensen gebruik hebben gemaakt van het mantelzorgcompliment dan verwacht, heeft de staatssecretaris besloten de onderbesteding van deze regeling eenmalig in het gemeentefonds te storten op basis van inwonersaantal. In totaal heeft de gemeente Winterswijk € 70.256,-- ontvangen ten behoeve van vrijwilligers en mantelzorgers. Het betreft echter geen structureel budget. Maatschappelijke stage Voor maatschappelijke stage zijn vanuit de Rijksoverheid extra gelden beschikbaar gesteld (participatie enveloppe). Deze gelden worden in het gemeentefonds gestort (zonder oormerk). De middelen zijn bedoeld voor verdere ontwikkelingen van maatschappelijke stage en voor stimulering van de vrijwillige inzet (vastgelegd in convenant tussen VNG, VWS en OCW). Winterswijk heeft een VO school en krijgt daardoor extra budget. Voor de komende jaren komt dit neer op de volgende budgetten.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
30
2008 VWS 4.202 OC&W 3.744 Totaal 7.946
2009 13.232 11.788 25.020
2010 17.702 15.771 33.373
2011 26.731 23.815 50.546
2012 onbekend 23.895 23.895
Collectieve verzekering De gemeenten ontvangen per 2009 compensatie voor de financiering van het verzekeren van de vrijwilligers. Het Kabinet heeft totaal € 4 miljoen beschikbaar gesteld. De verdeling hiervan gebeurt via de maatstaf inwoners (23,88 cent per inwoner). Dit betekent een voor Winterswijk € 6.993,-. De gelden worden in het gemeentefonds gestort (zonder oormerk). Uren Voor vrijwilligerswerk en mantelzorgondersteuning is in 2009 400 uur ambtelijke ondersteuning beschikbaar.
4.2 Planning Een gemeente kan niet alles tegelijk. Daarom is gekozen voor een pragmatische benadering waarbij de gemeente op korte termijn instantie inzet op een goed voorzieningenniveau voor mantelzorgers. Speerpunten zijn informatievoorzieningen voor mantelzorgers, het overzichtelijk maken van het aanbod en zorgen voor mantelzorg(vriendelijk)beleid bij instellingen. Daarnaast werkt de gemeente in 2009 aan het formuleren van vrijwilligerswerkbeleid. Daarnaast is goede communicatie een randvoorwaarde voor het welslagen van de uitvoering van deze nota. Na het vaststellen door de Raad zal deze nota naar burgers, instellingen en vrijwilligersorganisaties (die samen met de gemeente het beleid informele zorg uitvoeren) worden gecommuniceerd. Jaarlijks vindt tevens terugkoppeling plaats van de voortgang van het beleid. In het volgende schema staan de planning en investering voor de komende jaren. Hierbij zijn 2009 en 2010 het meest uitgewerkt. Op basis van nieuwe ontwikkelingen en voortgang zal in 2010 de planning en benodigde budgetten worden aangepast.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
31
Doel 1. Goede informatievoorziening a. PR zorgloket
b. Kwaliteitsbewaking dienstverlening
c. Informatie over speciale regelingen 2. Ondersteunings structuur mantelzorgers a. Platform Informele zorg b. Subsidies prestatieafspraken
en
c. Nieuwe initiatieven ondersteunen d. Stimuleringsregeling mantelzorgvriendelijk beleid
f. Digitale sociale kaart g. Allochtone mantelzorger
3. Ondersteunings structuur vrijwilligerswerk a. Onderzoek vrijwilligerswerkbeleid
b. Centraal registratie en informatiepunt c. Uitkeringsgerechtigden en vrijwilligerswerk d. Maatschappelijke stage 4. Erkenning en herkenning a. Verzekering vrijwilligers b. Vrijwilligerbeleid gemeente Winterswijk c. Invulling campagnes
5
Benodigd Uren Budget
Actie
Start
Klaar
Publiciteit via media
2009
continu
Publiciteit via zorg en welzijn instelling Plan om via verenigingen/kerken publiciteit te geven aan het zorgloket Klanttevredenheid onderzoek (analyse resultaten)
2009 2009
continu 2009
2011
2011
€ 3.000
€ wmo 2011
Behoud deskundigheid van loketmedewerkers en eventueel scholing/afstemming steunpunt mantelzorg Vormgeven klachtenmeldpunt In kaart brengen knelpunten (bijv waarom geen gebruik) en mogelijkheden.
2009
continu
€ 3.000
€ opleiding
2009 2010
2010 2010
40 € 5.000
€ wmo 2010
Mogelijkheden verkennen en belangstelling bij instellingen peilen (gemeente met VIT) Opzetten en coördinatie Platform informele zorg (indien behoefte) Nieuwe subsidieverordening. Jaarlijks gewenste prestaties met instellingen voor subsidie bespreken. Subsidie vaststellen (bijvoorkeur tot 2012) Innovatiebudget reserveren (opstellen van criteria voor besteding van het budget). Bijvoorbeeld onderzoek, campagne, projecten. Innovatieprojecten financieren Onderzoeken van mogelijkheden om (vrijwilligers)organisaties te ondersteunen bij ontwikkeling van mantelzorgvriendelijk beleid. Formuleren van stimuleringsregeling
2009
2009
40
50
2009/ 2010 2009 2009
2009 jaarlijks
80
2010
2010
40
2011 2010
2011
2010
2010
50
Stimuleringsregeling uitvoeren Informatiebijeenkomst sociale kaart Inventarisatie allochtone mantelzorger
2011 2009 2010
2010 2010
50
Ontwikkelen/aanpassen van werkwijze of aanbod voor allochtone mantelzorgers
2011
2012
Digitale vragenlijst uitzetten en verwerken
2009
2009
40
Ronde tafelgesprek vrijwilligers Opstellen vrijwilligerswerkbeleid (o.a. Mas en vormgeven vrijwilligerssteunpunt) Verkennen mogelijkheden oprichten lokaal vrijwilligerssteunpunt/vacature bank voor zorg. Ook aansluiten op site tijdvoorons.nl Peilen van belangstelling en mogelijkheden. Verkennen van de doelgroep.
2009 2009/ 2010 2009/ 2010
2009 2010
40 300
2009
2009
Invulling geven aan gemeentelijke rol voor het realiseren van maatschappelijke stage.
2009/ 2010
2010
Vergelijken verzekeringen en afsluiten collectieve verzekering
2009
2009
40
Ontwikkelen van vrijwilligersbeleid voor de gemeentelijke organisatie Invulling dag van de mantelzorg (VIT) en positieve publiciteit/aandacht voor mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg Verkenning van de mogelijkheden aan te sluiten bij landelijke campagne Make a diffence Day
2010
2010
100
2009
jaarlijks
2011
Inkomsten
€ 7.500
€ 1.000 € wmo 2010 2012
€ 5.000 € 3.000
€ 2011 € 2009
€
€ wmo 2011
€15.000
€ wmo 2010
€
€ wmo 2011/12
€ 3.000
€ 25.020 (Mas 2009) € 33.373 (Mas 2010) € 50.546 (MAS 2011) € 23.895 (Mas 2012)
2010 400
€ 7321
5
€
€ 6.993 (WVS)
€ wmo
40
Uitgaande van een bedrag van € 0,25 per inwoner voor een collectieve verzekering. Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
32
Bijlagen
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
33
Bijlage 1 Uitkomsten vragen mantelzorgers klanttevredenheidsonderzoek WMO 2008
7. MANTELZORG Voor gemeenten is het mogelijk geweest om vragen voor mantelzorgers aan het tevredenheidsonderzoek toe te voegen. Aan cliënten is gevraagd of er iemand in de omgeving is die de cliënt regelmatig, vrijwillig en onbetaald hulp of zorg geeft. Vervolgens wordt gevraagd of diegene de vragenlijst wil invullen. Dit is een goede gelegenheid om zicht te krijgen op de mantelzorgers, hun aantallen, de mate van (over)belasting, behoeften en tevredenheid. In dit hoofdstuk worden de antwoorden vergeleken met die van gemeenten die ook voor deze extra optie hebben gekozen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de resultaten van de verschillende vragen. Paragraaf 7.1 gaat over de algemene kenmerken van de mantelzorgers. Paragraaf 7.2 op de ondersteuning en behoeften van de mantelzorger en in de laatste paragraaf (7.3) staat de overbelaste of oververmoeide mantelzorger centraal.
7.1 ALGEMENE KENMERKEN In uw gemeente zijn er 850 vragenlijsten verstuurd naar cliënten, waarvan er 444 ingevuld geretourneerd zijn. Het aantal geretourneerde vragenlijsten van mantelzorgers is 156; dit levert een percentage op van 35% cliënten met een mantelzorger. In de referentiegroep is het gemiddelde percentage 38%. In het onderzoek is gevraagd naar verschillende algemene kenmerken van de mantelzorger: Beschouwt u zichzelf als mantelzorger? Hoeveel uren per week geeft u ongeveer hulp aan een naaste? Wat is uw leeftijd? Is een van de onderstaande situaties op u van toepassing? Van de respondenten voor de vragenlijst mantelzorg geeft 61% aan dat de respondent zichzelf een mantelzorger voelt. In de referentiegroep is dit 55%. Figuur 21 toont hoeveel uur hulp een mantelzorger per week aan een naaste geeft.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
34
De meeste respondenten in uw gemeente (33%) geven meer dan 25 uur hulp per week aan een naaste. In andere gemeenten is deze groep kleiner (27%). De leeftijden van de mantelzorgers zijn terug te vinden in tabel 5.
Bij de vraag over welke van de situaties bij de mantelzorger van toepassing zijn, komen meerdere aspecten aan bod. De situaties van de respondenten staan in de figuur 22.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
35
7.2 ONDERSTEUNING EN BEHOEFTEN MANTELZORGERS Gemeenten zijn sinds 2007 binnen de Wmo expliciet verantwoordelijk voor het ondersteunen van mantelzorgers. 63% van de respondenten weet waar mantelzorgers terecht kunnen voor ondersteuning of vragen. In uw gemeente is dit 62%. Figuur 23 laat zien of bij de respondenten bekend is waar de mantelzorger terecht kan voor ondersteuning of vragen.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
36
Voor mantelzorgers wordt een breed scala aan mogelijkheden aangeboden ter ondersteuning. Deze mogelijkheden zijn in een aantal categorieën ingedeeld: Informatie en advies; Praktische ondersteuning; Arbeid en zorg; Materiële en financiële steun; Overige ondersteuning. Aan de respondenten is gevraagd of zij behoefte hebben aan de genoemde vormen van ondersteuning. De antwoorden op de vraag zijn te vinden in figuur 24.
In uw gemeente is de grootste behoefte van de mantelzorgers 'Materiële en financiële steun'. Hiervan geeft 44% van de respondenten aan dat zij daar behoefte aan hebben. Voor de referentie groep is dit 37%. Het minst hebben de mantelzorgers behoefte aan 'Arbeid en zorg' (9%). In de referentiegroep is dit 13%. De vraag die hierop aansluit is “Heeft u wel eens gebruik gemaakt van een of meerdere vormen van bovengenoemde ondersteuning voor mantelzorgers?”. Hierbij geeft 18% van de respondenten aan dat zij hier gebruik van maken. In de referentiegroep is dit 12%. Over de geboden ondersteuning door de gemeente is 85% tevreden. In de referentiegroep is dit 88%.
7.3 OVERVERMOEIDE OF OVERBELASTE MANTELZORGERS Mantelzorgers zijn belangrijke groep burgers voor de samenleving. Door mantelzorgers kunnen burgers met een zorgbehoefte of beperking langer thuis blijven wonen en participeren aan de maatschappij. De Wmo heeft als doel om de mantelzorger te ondersteunen in het uitvoeren van zijn of haar zorgtaak en te voorkomen dat de mantelzorger overbelast raakt. Op de vraag of de respondent zich wel een oververmoeid of overbelast voelt, geeft 64% aan dat dit niet het geval is (Nooit, Soms). Dit betekent echter dat 36% zich wel oververmoeid of overbelast voelt. Voor de referentiegroepen gelden respectievelijk de volgende percentages: 60% en 40%.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
37
Van de oververmoeide of overbelaste respondenten geeft 81% aan dat dit komt door deze extra zorgtaak als mantelzorger voor een naaste. Dit is ongeveer gelijk aan in de referentiegroep (80%). Uit figuur 25 kan worden opgemaakt of er verschillen zijn in de verdeling van het aantal uren hulp dat aan naaste wordt geleverd tussen de oververmoeide/ overbelaste mantelzorger en de niet-oververmoeide/ overbelaste mantelzorger.
Van de oververmoeide of overbelaste mantelzorgers geeft de grootste groep (51%) meer dan 25 uur hulp aan een naaste. Voor de andere groep is dit 34%. 42% van de oververmoeide of overbelaste mantelzorgers weet waar men terecht kan voor ondersteuning of vragen of weet hoe hij/zij erachter kan komen. In de referentiegroep is dit 50%.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
38
Bijlage 2 Overzicht organisaties In deze bijlage staat een overzicht van de diverse (vrijwilligers)organisaties met een aanbod voor mantelzorgers. De inventarisatie is gemaakt op basis van gegevens uit de gemeentegids en is mogelijke niet volledig.
1. Mantelzorg algemeen VIT Oost Gelderland en Steunpunt Mantelzorg Koepel voor vrijwillige thuiszorgorganisaties in Oost-Gelderland en steunpunt voor mantelzorgers. De VIT organiseert scholing, verstrekt subsidies, verzorgt publiciteit en behartigt de belangen van de aangesloten organisaties en mantelzorgers. VIT Oost Gelderland organiseert de landelijke mantelzorgdag.
Lokaal steunpunt mantelzorg Dit steunpunt is bedoeld voor mantelzorgers, mensen die zorgen voor een chronisch zieke partner, een dementerende ouder of een gehandicapt kind. Het steunpunt biedt hun een luisterend oor, zorgt voor vrijwilligers die de zorg even overnemen, geeft informatie en advies, verzorgt lotgenotencontact, scholing en trainingen en behartigt de belangen van mantelzorgers. De mantelzorgconsulent geeft persoonlijke informatie, advies en begeleiding (huisbezoek). Het steunpunt beschikt over een infocentrum dat de gelegenheid biedt zelf naar informatie te zoeken in boeken en folders, maar ook op internet. Het Steunpunt MantelZorg is een dienst van de VIT Oost Gelderland.
2. Zorg en welzijn De Stichting Welzijn Winterswijk (SWW) is een organisatie voor kinderopvang en welzijnswerk. Op hoofdlijnen verricht de Stichting Welzijn Winterswijk de volgende werkzaamheden: kinderopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang; peuterspeelzaalwerk; buurt- en wijkwerk vanuit de wijksteunpunten de Oosthoek en de Westhoek; tiener- en jongerenwerk in onder andere jongerencentrum Eucalypta; diverse activiteiten, zoals opvoedingsondersteuning, verstandelijk gehandicapten-werk, buurtnetwerken jeugd en voor- en vroegschoolse projecten
Sensire (maatschappelijk werk) Het maatschappelijk werk biedt individuele begeleiding op het gebied van relaties, identiteit, geld, wonen, werk, onderwijs, rouw, echtscheiding, discriminatie of gezondheid.
MEE Oost Nederland MEE richt zich op iedereen met een handicap, beperking of chronische ziekte, voor jong en oud, voor direct betrokkenen, maar ook voor ouders of verzorgers. De MEE consulent geeft informatie, advies en ondersteuning aan mensen met een beperking of chronische Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
39
ziekte, en hun omgeving (kennis over zorginstellingen, gemeentes, verzekeringsmaatschappijen en financiële regelingen en wetgeving). Ook worden vanuit MEE diverse cursussen georganiseerd.
GGNet GGNet is in de regio de organisatie voor geestelijke gezondheidszorg. Ook heeft GGNet een aanbod voor partners, familieleden en andere betrokkenen die mantelzorger zijn en behoefte hebben aan (individuele) ondersteuning.
Iris Zorg IrisZorg is een instelling voor verslavingszorg en maatschappelijke opvang. De mensen van KVO (Kinderen van Verslaafde Ouders) helpen jongeren een oplossing te zoeken voor de problemen.
Stichting Radar Radar is een organisatie die mensen met psychische problemen verder helpt met de actieve invulling van hun leven.
Hospice De Lelie De vrijwilligers van de Hospicegroep 'de Lelie' bieden terminale zorg aan huis en in het hospice. Het hospice is een gastenverblijf voor mensen die spoedig zullen sterven en bij wie thuisverzorging niet mogelijk is. Dit gastenhuis is kleinschalig van opzet om de thuissituatie zo veel mogelijk te benaderen. De familie- en vriendenkring kunnen in deze huiselijke sfeer hun dierbare begeleiden.
Zorgboerderij De Olden Gaorden Zorgboerderij voor volwassen mensen met een lichamelijke handicap of niet aangeboren hersenletsel.
Zorgboerderij Mentinkberg Zorgboerderij voor mensen met een agrarische affiniteit.
Mondriaan Een activiteitencentrum voor mensen met een lichamelijke handicap of een nietaangeboren hersenletsel. Ook zijn er mogelijkheden voor mensen met een visuele beperking.
ZOZIJN Winterswijk De dagcentra bieden dagbesteding aan mensen met een beperking in de regio Winterswijk.
Dagcentrum De Leliehoek Winterswijk Biedt dagverzorging en dagbehandeling aan ouderen ter ondersteuning van het zelfstandig wonen. Kan soms ook dienen als overbrugging naar (of uitstel van) opname in het woonzorgcentrum of verpleeghuis.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
40
De Lichtenvoorde De Lichtenvoorde is een zorginstelling die mensen met een beperking ondersteunt en begeleidt.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
41
3. Organisatie met vrijwilligers in de zorg Stichting Vrijwillige Zorgverlening De stichting heeft als doel de mantelzorger tijdelijk te ontlasten. Gespecialiseerde vrijwilligers, kunnen in de thuissituatie een ochtend, middag of avond de zorg overnemen zodat de mantelzorger even tijd voor zichzelf heeft.
Handen in huis Handen-in-Huis biedt mantelzorgvervanging door vrijwilligers. Zij nemen de taken van de vaste mantelzorger over.
Bureau Slachtofferhulp Slachtofferhulp biedt praktische, juridische en emotionele steun aan slachtoffers van een misdrijf.
Unie van vrijwilligers De vrijwilligers van het U.V.V. zijn onder andere actief in ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en voor de gehandicapte mens. Ook helpen de vrijwilligers mensen thuis met boodschappen en kleine klusjes.
Rode Kruis Het Rode Kruis organiseert daarom aangepaste vakanties in binnen- en buitenland, voor jong en oud. Verder zetten de vrijwilligers van het Rode kruis zich in om eenzaamheid bij mensen te doorbreken (in Winterswijk de telefooncirkel).
Zonnebloem Vrijwilligers van de Zonnebloem bieden hulp aan langdurig zieken, lichamelijk gehandicapten, hulpbehoevenden of eenzame ouderen. Zij organiseren activiteiten en gaan op bezoek bij mensen (verpleeghuis of ook thuis).
Humanitas De dienstverlening van Humanitas is veelal kleinschalig (maatjescontacten, huisbezoek), persoonlijk (van-mens-tot-mens) en wordt lokaal georganiseerd. Projecten in Winterswijk zijn: Financiële thuisadministratie; hulp om de administratie op orde te krijgen. VOC-Tandem: VOC Tandem brengt betrokken vrijwilligers in contact met mensen die om welke reden dan ook in een sociaal isolement zijn geraakt of dreigen te raken. Steun bij verlies: inwoners die een verlies geleden hebben (partner, gezondheid, baan, echtscheiding) kunnen in een gesprek met een vrijwilliger de draad van het leven weer op pakken.
Stichting Buddyzorg Buddyzorg biedt sociale, emotionele en praktische ondersteuning voor iedereen met een ernstige ziekte. Betrokken en deskundige vrijwilligers (buddy’s) helpen je met het verwerkingsproces en leren je omgaan met je ziekte of aandoening.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
42
Alzheimerstichting Alzheimer Nederland werkt aan een betere kwaliteit van leven voor mensen met dementie en hun familie o.a. door het organiseren van het Alzheimer Café.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
43
Bijlage 3 Overzicht van zes basisfuncties Het schema geeft een overzicht van de invulling van zes basisfuncties is Winterswijk. I = informatie A = advies en begeleiding E = emotionele steun Ed = educatie P = praktische hulp R = respijtzorg Net als in bijlage 2 is gebruik gemaakt van de gemeentegids. Tevens hebben deelnemers op de bijeenkomst in december 2009 de gegevens aangevuld. Het schema geeft geen informatie over het aanbod zelf (soort dienst, de beschikbare capaciteit of kwaliteit van het aanbod).
I
A
E
Ed
Bureau Slachtofferhulp
x
x
x
De Lichtenvoorde
x
x
x
x
GG-Net
x
x
x
x
P
R
x
Handen in huis
x
Hospice De Lelie
x
Humanitas financiële administratie, Iris Zorg
Kerken
x
x
x
x
Klussendienst (Wijkwerk Winterswijk)
x
Lokaal Steunpunt mantelzorg (loket) Mantelzorgsalon
x
MEE Oost Nederland
x
x
x
Ouderenadviseurs (beroeps en vrijwilligers)
x
x
x
x
x
x
Slachtoffers van een misdrijf of verkeersongeluk Mensen met een verstandelijke beperking Mensen met psychische problemen en hun omgeving/jonge mantelzorgers Zorgvragers en mantelzorger Terminale patiënten Zorgvragers en mantelzorger Mensen met Verslavingsproblematiek/ jonge mantelzorgers Brede doelgroep
x x
Doelgroep(en)
x
Mensen met een smalle beurs, ouderen of mensen met een beperking. Mantelzorgers Mantelzorgers
x x
x
Mensen met beperking en hun omgeving Ouderen
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
44
Rode Kruis (telefooncirkel, vakanties, bezoeken?)
x
Sensire (maatschappelijk werk, sociale raadslieden)
x
x
Steun bij verlies
x
x
x
x
Stichting Alzheimer
x
Stichting Buddyzorg Stichting Radar
x
x
x
x x
x
x
x
Zonnebloem (bezoekdienst, vakantie)
x
Zorgboerderij De Olden Gaorden
ZOZIJN Winterswijk
Mensen met dementie en hun familie
x
x
x
VOC Tandem
Zorgloket
Familie, partners, vrienden van overledenen.
x x
Zorgvragers en mantelzorger Zorgvragers en mantelzorgers
x
x
Stichting Vrijwillige Zorgverlening (bezoek, oppas, activiteiten) Unie van vrijwilligers ViT Oost-Gelderland en Steunpunt Mantelzorg
x
Zorgvragers en mantelzorger
x x
Mensen met ernstige ziekte Mensen met psychische problemen en hun omgeving/ jonge mantelzorgers Zorgvragers en mantelzorger
x
Mantelzorgers, zorgvrijwilligers en organisaties Mensen die zich eenzaam voelen
x
Zorgvragers en mantelzorger
x
Mensen met lichamelijke handicap of niet aangeboren hersenletsel
x
Mensen met beperking
x
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
45
Bijlage 4 Specifieke groepen Mantelzorg wordt binnen alle bevolkingscategorieën verleend. Sommige groepen vragen extra aandacht door de omvang van de groep, bijzondere risico’s en/of complexiteit van de problematiek.
Jonge mantelzorgers Wanneer kinderen met een leeftijd tussen de 8 en 25 jaar zorgen voor een langdurig ziek of gehandicapt familielid (ouder, broer of zus of ander inwonend familielid zoals opa of oma) spreken we van jonge mantelzorgers of jonge familiezorgers. In diverse publicaties gaat men ervan uit dat ten minste 10% van alle thuiswonende kinderen en jongeren op een of andere wijze (mede) zorg draagt voor een langdurig ziek familielid 6 . Uit een onderzoek van de GGD Rotterdam blijkt dat ruim een kwart van de Rotterdamse jongeren opgroeit in een gezin waarvan de vader, moeder, broer of zus lichamelijk of psychisch ziek is, een handicap heeft en/of verslaafd is. Jonge mantelzorgers zijn extra kwetsbaar omdat deze jonge mensen taken en verantwoordelijkheden hebben die niet passen bij hun leeftijd en ontwikkeling. Zij voelen zich er voor verantwoordelijk om de situatie thuis draaiende te houden. De rollen zijn omgedraaid. Het kind zorgt voor de ouder en heeft geen tijd om bijvoorbeeld met vriendjes en vriendinnetjes te spelen, omdat zij de boodschappen en het huishouden moeten doen. Bovendien praten jonge mantelzorgers niet graag over de zorg die zij geven aan een gezinslid. Dit kan onder andere voortkomen uit schaamte (alcoholverslaafde vader of schizofrene moeder) of doordat zij geen uitzondering willen zijn. Ook komt het voor dat zij, doordat de situatie langzaam zo is gegroeid, de situatie heel normaal vinden. Jonge mantelzorgers kunnen hierdoor in een sociaal isolement raken of problemen krijgen in hun ontwikkeling 7 . Ook uit het onderzoek uit Rotterdam komt naar voren dat de (psychische) gezondheid van jongeren met een langdurig ziek familielid minder gunstig is in vergelijking met de gezondheid van andere jongeren: meer emotionele symptomen, meer problemen in het algemeen, een minder goede ervaren gezondheid, meer gedachten aan suïcide en meer suïcidepogingen. Jongeren met psychisch zieke ouders, verslaafde ouders of ouders met een combinatie van ziekten lopen meer kans op problemen thuis, zoals: ruzie, het gevoel er alleen voor te staan of mishandeld te worden. Vooral jongeren met een verslaafde ouder of ouders die verschillende ziekten hebben, geven aan zich vaker agressief te gedragen en kleine criminaliteit te plegen en vaker alcohol of marihuana te gebruiken.
Allochtone mantelzorgers Bevolkingsgroepen met andere culturele achtergronden hebben heel diverse opvattingen over zorg in eigen kring. Voor veel allochtone families geldt dat zij het als morele plicht voelen de zorg in eigen kring op te lossen. Vooral allochtone vrouwen lopen verhoogd risico op overbelasting. Vaak krijgen zij op jongere leeftijd een gezin en hebben zij meer 6
Tielen L.(2003) Factsheet Jonge Mantelzorgers. Utrecht: EIZ/NIZW zorg
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
46
kinderen dan autochtonen. Hierdoor krijgen zij eerder en langduriger te maken met zorgtaken. Bovendien krijgen ouderen van allochtone afkomst op jongere leeftijd meer gezondheidsproblemen dan autochtone ouderen en maken zij meer gebruik van informele zorg. Dit is vooral het geval bij mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond en in iets mindere mate bij vrouwen met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. Hierbij spelen opvattingen over familiezorg een rol. Daarnaast kan meespelen dat Turkse en Marokkaanse ouderen vaker dan autochtone ouderen niet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden van het Nederlandse zorgstelsel en dus minder snel een beroep doen op de thuiszorg. De verwachting is dat de zorglast van de mantelzorgers van de Turkse en Marokkaanse ouderen in de toekomst alleen maar zal toenemen. Het totaal aantal allochtone ouderen zal toenemen en de ouderen bereiken gemiddeld een hogere leeftijd (aantal oudere ouderen) met mogelijk meer beperkingen (bron: Atlas Volksgezondheid).
Specifieke punten Voor allochtone mantelzorgers spelen onderstaande specifieke knelpunten bij de vraag naar ondersteuning of hulp 8 : Onbekendheid met het Nederlandse zorgsysteem, met name het hele scala aan zorgen welzijnsvoorzieningen, die men niet kent in het land van herkomst (Thuiszorg, Tafeltje Dekje, alarmering, Mee-organisaties). Ze weten de weg naar indicatiestelling niet en/of stuiten op praktische problemen, zoals een gebrek aan tolken. Allochtone mantelzorgers hebben ook vaak extra taken op het terrein van begeleiding en tolken vanwege de geringe beheersing van de Nederlandse taal bij veel oudere allochtonen. Men heeft andere opvatting over goede zorg dan de Nederlandse waarden over autonomie en zelfredzaamheid, in bijvoorbeeld de Turkse cultuur getuigt het juist van zorgzaamheid om ouderen alles uit handen te nemen: ‘Waarom betaal je iemand die met de handen op de rug staat te kijken hoe een oudere zich wast?’ Taalbarrières, religieuze overtuigingen en de breuk in de levensloop door migratie vergroten de kans op onbegrip tussen professionals en allochtone mantelzorgers. Er zijn generatieverschillen met betrekking tot zorgopvattingen. De oudere generatie allochtonen verwacht vaak dat de naaste familie en vooral de schoondochter het eigen leven (inclusief de zorg voor het eigen gezin) opzij zet om voor de ouders te zorgen. De jongere generatie heeft zich al meer ontwikkeld richting de Nederlandse opvatting dat er ruimte voor een eigen leven naast de zorg moeten overblijven. Alternatieve zorgmodellen (hulp van thuiszorg bijvoorbeeld) zijn echter bijna onbespreekbaar met de oudere generatie en kunnen voor de echtgenoot gezichtsverlies opleveren. De mantelzorgers worstelen met schuldgevoelens als zij niet aan de idealen van de ouderen voldoen.
8
Punten gebaseerd op volgende literatuur: Brunnekreef J. (2006) Het mes snijdt aan twee kanten; visiedocument Belangen van Allochtonen. E-Quality (2005) Factsheet Levenslopen in Multiculturele gezinnen en het ontstaan van mantelzorgtaken. Jong Y. de e.a. ( 2004) Zorg inkleuren: ondersteuning van zorg in allochtone families Utrecht: EIZ/NIZW zorg. Struijs A.J (2005) Informele zorg, het aandeel van mantelzorg en vrijwilligers in langdurige zorg, Zoetermeer: RVZ Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
47
Partners van chronisch zieken Kenmerkend voor de zorg aan chronisch zieken is dat de zorg meestal langdurig is en het een belangrijk deel uitmaakt van het dagelijks leven van de mantelzorger. Zeker wanneer de partner de zorg alleen biedt, lopen zij een groot risico op overbelasting. Een ernstige chronische ziekte heeft immers ook veel invloed op het leven van de partner. De relatie verandert, het sociale leven, de taakverdeling en vaak ook de woon- en financiële situatie 9 .
Specifieke knelpunten Fysieke en geestelijke belasting. De partner neemt door de chronische ziekte meestal het merendeel van huishoudelijke plichten en zorgtaken op zich. Zij helpen vaak als enige de hulpbehoevende, geven doorgaans veel uren hulp per week, hebben vaak meer kosten en derven vaak inkomen. Zorgen voor je partner is ook geestelijk zwaar en er blijft vaak geen tijd meer over voor het eigen sociale leven. Soms is het ook fysiek zwaar. Niet iedereen is in staat om de eigen partner te tillen, te wassen, te verschonen, de rolstoel te duwen, et cetera. Verborgen emoties en ambivalente gevoelens: voor de partner zijn de gevolgen van de ziekte voor het eigen levensperspectief vaak moeilijk te verwerken. Zij vinden het lastig aandacht aan zichzelf te geven (of te vragen), omdat de andere (patiënt) het zwaarder heeft. Ook de omgeving houdt dit in stand door zicht te richten op de hulpvrager. Om hulp vragen is lastig: de meeste mensen vinden het vanzelfsprekend om te zorgen voor hun partner. Ze beginnen vaak met grote betrokkenheid aan hun taak. Als de ziekte langer voortduurt, en dat is altijd het geval bij mensen met een chronische ziekte, lopen ze ongemerkt tegen steeds meer problemen op. Bovendien vinden partners van mensen met een chronische ziekte het lastig om hulp te vragen aan de omgeving.
Mantelzorgers van mensen met psychische of psychiatrische beperkingen Er zijn veel overeenkomsten met mantelzorgers van chronisch zieken. Toch kent de situatie van mantelzorgers in de geestelijke gezondheidszorg ook een aantal bijzondere aspecten en knelpunten 10 : Onzichtbaarheid: een psychiatrische stoornis is niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld. Schuldgevoelens: mantelzorgers kunnen zich mede verantwoordelijk voelen voor het ontstaan van de stoornis. Taboe: familieleden vinden het vaak moeilijk om met anderen over de stoornis te praten. Veranderingen in persoonlijkheid en relaties: als gevolg van de stoornis kan de persoonlijkheid veranderen. Dit heeft zijn weerslag op de relatie. Juridische bescherming van de patiënt: behandeling en opname zijn in principe alleen mogelijk wanneer de patiënt hiermee instemt. Echter niet alle patiënten hebben 9
Kuyper M.B. Taken en behoeften van de partner van een chronisch zieke patiënt, Bijblijven, 22 (2006) p. 19-24. 10 Punten gebaseerd op volgende literatuur: Lier van W (2005) Factsheet Mantelzorg in de geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: EIZ/NIZW zorg. Bool M. en Bransen E.M. Naastbetrokkenen van mensen met psychische problemen: een bijzondere groep mantelzorgers, Bijblijven, 22 (2006) p. 31-36.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
48
ziektebesef en ziekte-inzicht. De privacywetgeving belemmert mantelzorgers in het verkrijgen van relevante informatie. Onvoorspelbaarheid van de stoornis en fluctuatie in de zorg: de situatie van de patiënt kan plotseling verslechteren waardoor onmiddellijke actie is vereist. Vanwege de onvoorspelbaarheid van de stoornis blijft in 'goede periodes' de angst voor terugval bestaan. Scala aan hulpverleners en organisaties: mantelzorgers komen vaak in contact met een diversiteit aan organisaties, zoals: de thuiszorg, GGZ-instellingen, politie, justitie, woningbouwvereniging.
Mantelzorgers van terminale patiënten Mantelzorgers van terminale patiënten hebben een verhoogd risico op overbelasting. Zij bieden naast andere vormen van ondersteuning vaak persoonlijke zorg in combinatie met psychosociale begeleiding 11. De zorg is zeer intensief en complex door: Emotionele betrokkenheid: vaak is de patiënt een levenspartner of vader of moeder van de mantelzorger. Het dreigende en onafwendbare verlies is een zware belasting. Naast de belasting van de zorg krijgt de mantelzorger ook te maken met eigen angst en onzekerheid. Verwerken van ingrijpende gebeurtenissen: gedurende het verloop van het ziekteproces is er vaak sprake van een opeenvolgende reeks ingrijpende gebeurtenissen. Door een slepend ziekteproces, met veel wisselingen in beloop van de ziekte, krijgt de mantelzorger vaak nauwelijks tijd deze gebeurtenissen te verwerken. Psychische en lichamelijk veranderingen: psychische veranderingen bij de patiënt en het zien van lichamelijke achteruitgang, vergroten de belasting van de mantelzorger. Rouwverwerking. De mantelzorger krijgt na het overlijden van de patiënt te maken met het verwerken van het verlies. Daarnaast vallen de zorgtaken 'plotseling' weg. De ex-mantelzorger moet dit een plek geven en zijn of haar leven een nieuwe invulling geven.
Ouders van kinderen met een verstandelijke beperking Een groep die specifieke aandacht vraagt, zijn ouders van kinderen met een verstandelijke beperking. Zij hebben te maken met veel extra zorgtaken en steken veel tijd en energie in verzorging en begeleiding van hun kind. Kinderen met een verstandelijke beperking zijn minder zelfredzaam dan kinderen zonder deze beperking en hebben veel meer hulp nodig van hun ouders bij het uitvoeren van functionele vaardigheden. Deze extra zorg kost ouders veel tijd, meer dan bij gebruikelijke zorg voor een kind. Veel ouders ervaren een hoge mate van stress bij het bieden van deze extra zorg (bij 70% van de ouders) 12 .
11
Punten zijn gebaseerd op de volgende literatuur: Osse B.H.P. Mantelzorgers bij palliatieve zorg, Bijblijven, 22 (2006), p. 25-30 en Proot I. Zorgbehoeften en zorgproblemen: het perspectief van terminale patiënten en hun naasten, Huisarts & Wetenschap, 48 (2005), p. 494-498. 12 Volman M.J.M., Dijk J.W. van, Braakman J.A. Zorg voor kinderen met een beperking: gebruikelijke zorg? Capaciteitsgroep Algemene Pedagogiek en Orthopedagogiek, Universiteit Utrecht. Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
49
Bijlage 5 Overzicht informatievoorziening mantelzorgers De lijst is mogelijk niet volledig maar geeft een beeld van de verschillende manieren van informatieverstrekking aan mantelzorgers.
Digitale informatievoorziening Digitaal loket Winterswijk (https://loket.winterswijk.nl/) Informatie over gemeentelijke diensten. Zorgwijzer (http://zorgwijzer-ge.socard.nl) Adresgegevens op gebied van zorg en welzijn en informatie over activiteiten en cursussen. Gemeentegids Winterwijk (http://www.dekleinemedia.nl/redactie/winterswijk) Informatie over adressen. Mezzo (www.mezzo.nl) Algemene informatie over mantelzorg en lokale adressen. GGnet (www.GGnet.nl) Informatie over diverse psychische aandoeningen ook voor familie (folder downloaden). Digitaal platform (http://www.mantelzorgerbenjenietalleen.nl/) Informatie voor en door mantelzorgers met een digitale webkrant (Noord Nederland). Hyves mantelzorgnetwerk (www.mantelzorgcontact.hyves.nl ) Vriendennetwerk om kennis en ervaring uit te wisselen. Site Vitoost (www.vitoost.nl) Informatie over mantelzorg en het ondersteuningsaanbod. Verwijzing voor jonge mantelzorgers (geen aanvullende informatie). Verslaafde ouders (www.drankjewel.nl) Internetsite die speciaal is voor kinderen van ouders (interactief). Ouders met Psychische problemen (www.kopstoring) Voor jongeren van ouders met psychische problemen. Met informatie te vinden en via de mail kunnen jongeren vragen stellen aan deskundigen. Ook is er een forum. Locale jongerensite (www.jongin.nl) Informatiesite voor jongeren over diverse thema’s (in ontwikkeling voor Winterswijk). Hyves vriendennetwerk (http://jongemantelzorgers.hyves.nl/) Hyves site speciaal voor mantelzorgers jonger dan 25 jaar (regio Schiedam).
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
50
Folders en flyers Mezzo: Diverse folder en flyers met praktische informatie voor mantelzorgers o.a.: aanvragen van hulp; hulpmiddelen; persoonsgebonden budget; extra uitgaven. Gemeentegids met voorzieningen en adresgegevens. Folders van Mee, GGNet. Bij het Steunpunt MantelZorg is een infocentrum met boeken, video’s, dvd’s, brochures en folders over mantelzorg, andere relevante onderwerpen en over verwante organisaties.
Mondeling (face to face/telefonisch) Zorgloket wonen zorg en welzijn Steunpunt Mantelzorg Winterswijk (VIT Oost-Gelderland) Diverse instellingen voor zorg en welzijn (o.a. MEE, GGnet, Iriszorg, Sensire, Hospice) Ouderenadviseurs Mantelzorgsalon Patiëntenorganisaties
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
51
Bijlage 6 Voorbeelden handreikingen mantelzorg beleid Familiebeleid in de GGZ: van moeilijkheden naar mogelijkheden De publicatie biedt een impressie van de stand van zaken van familiebeleid en ondersteuning in de GGZ, waarbij in het bijzonder wordt stilgestaan bij de bekendheid en het gebruik van de modelregeling ‘Betrokken omgeving, Modelregeling relatie GGZ instelling - naastbetrokkenen’ (2004). Kansen en knelpunten bij de totstandkoming en uitvoering van familiebeleid passeren de revue, waar mogelijk voorzien van aanbevelingen. Tevens te downloaden Modelregeling 'Betrokken omgeving'.
Samenspel met mantelzorgzorg Handreiking voor het vormen van visie en beleid op het gebied van mantelzorg in organisaties voor verpleging en verzorging Publicatie van ActiZ en EIZ, februari 2007 Mantelzorg en professionele zorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Binnen het concept van vraaggerichte zorgverlening moet mantelzorg dan ook een duidelijke plaats hebben. Dat vraagt een samenspel tussen mantelzorgers, beroepskrachten en vrijwilligers. ActiZ presenteert in deze publicatie een visie op dat samenspel en biedt tevens handreikingen voor het formuleren en uitvoeren van beleid.
Ontwikkeling van mantelzorgbeleid; voorbeeld van een integrale aanpak Actiz, augustus 2 7, Hetty Top (WoonZorg Advies) In deze publicatie wordt een methodiek uitgewerkt voor zorginstellingen om op een praktische en overzichtelijke manier mantelzorgbeleid te ontwikkelen.
De zorg gaat door, Handleiding voor verpleeg- en verzorgingshuizen Oktober 2005, uitgave van PON – Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant Handleiding, bedoeld voor verpleeg- en verzorgingshuizen die zelf een participatietraject met mantelzorgers willen uitvoeren op een afdeling of binnen een organisatie-onderdeel. De handleiding start met een schematisch overzicht van het volledige participatietraject. Het stappenplan bestaat uit tien stappen. Per stap worden alle acties toegelicht. Uitgangspunt van deze methode is om zoveel mogelijk mantelzorgers te stimuleren om mee te denken en te praten over de huidige en toekomstige zorg- en dienstverlening in de instelling waar hun dierbare verblijft.
Weer naar huis Checklist voor patiënten die het ziekenhuis gaan verlaten na een opname
Handreiking en checklist indicatiestelling Verwey-Jonker Instituut Met deze Handreiking kunnen indicatiestellers beter rekening houden met de bereidheid en mogelijkheden van mantelzorgers om zorg te verlenen en inzicht krijgen in de behoefte aan ondersteuning. De Handreiking biedt houvast om de draaglast en draagkracht na te gaan. Ook kunnen indicatiestellers de behoefte aan en mogelijkheden voor
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
52
maatschappelijke participatie van mantelzorgers inventariseren. De Handreiking bestaat uit de volgende onderdelen: richtlijnen voor het betrekken van mantelzorg in het indicatieproces. Dit biedt indicatiestellers steun bij welke onderwerpen in het gesprek met de mantelzorger aan de orde dienen te komen; uitwerking van de vragen over mantelzorg in de Formulierenset voor de indicatiestelling; checklist Maatschappelijke participatie; checklist draaglast en draagkracht van de mantelzorger.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
53
Bijlage 7 Maatschappelijke stage Gemeentelijke taak Eind december 2007 hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de staatsecretaris van het Ministerie van VWS en de staatssecretaris van het Ministerie voor OCW een convenant ondertekend. Hiermee is afgesproken dat de gemeenten verantwoordelijk zijn om op lokaal niveau (binnen hun gemeente) een makelaarsfunctie te ontwikkelen. En als die er al is; om die dan te ondersteunen en te versterken. Deze maatschappelijk makelaar kan een persoon zijn of een aantal personen die samen de volgende drie makelaarstaken oppakken: 1. Versterken van vrijwilligerswerk in een breed en passend aanbod aan leerlingen indien nodig; 2. Ondersteunen organisaties bij plaatsen van stagiairs én vrijwilligers; 3. Bevorderen dat de stagiair van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. Wie die makelaar moet worden, mag de gemeente zelf beslissen. Vaak past die taak heel goed bij het steunpunt vrijwilligerswerk, die al veel bezig is met bemiddelen van vrijwilligers en ondersteunen en adviseren van organisaties. Om deze makelaarsfunctie te ontwikkelen of verder uit te bouwen, krijgen alle gemeenten geld.
Hoeveel geld is er beschikbaar? Scholen krijgen geld per schooljaar, gemeenten krijgen geld per kalenderjaar. Dat heeft te maken met de circulaires van het Ministerie van Binnenlandse Zaken naar gemeenten toe. De komende jaren neemt het totale bedrag voor gemeenten toe: 2008: 5 miljoen 2009: 15 miljoen 2010: 20 miljoen 2011: 30 miljoen Ook na 2011 zal er geld beschikbaar zijn, maar de bedragen zijn nog niet bekend. De helft van het jaarlijks beschikbare bedrag voor gemeenten wordt verdeeld over alle 443 Nederlandse gemeenten. De verdeelsleutel is het aantal inwoners in de gemeente. Hoe groter de gemeente, hoe meer geld. Want: hoe groter de gemeente; hoe meer potentiële vrijwilligers en hoe meer werk voor de makelaar om vrijwilligerswerk te promoten en mensen te bemiddelen naar een geschikte vrijwilligersklus. De andere helft van het geld wordt verdeeld over de gemeenten waar een hoofdvestiging of erkende nevenvestiging staat van een middelbare school. De verdeelsleutel is het gewogen aantal leerlingen (leerlingen met een achterstand wegen iets zwaarder, een school met veel leerlingen met een rugzakje, kan dus rekenen op iets meer financiering dan scholen met kinderen zonder achterstand en extra hulp).
Hoeveel geld krijgt mijn gemeente? Het geldbedrag dat elke gemeente afzonderlijk krijgt, varieert. Dit is afhankelijk van het totaal aantal inwoners en van het feit of er in de gemeente een hoofdvestiging of erkende nevenvestiging van een middelbare school gevestigd is.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
54
Het geld is niet geoormerkt. Dat betekent dat gemeenten zelf het geld moeten reserveren voor de investering in de makelaarsfunctie. Het totale bedrag dat gemeenten per jaar krijgen, wordt opgedeeld in een wekelijks bedrag dat wordt overgemaakt in het gemeentefonds. Om te berekenen hoeveel uw eigen gemeente krijgt, bezoekt u de site van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Ga naar de mei-circulaire 2008. Daar vindt u een aantal ondersteunende rekenmodellen. Ga naar het excelbestand met Taakmutaties 2008. In de sheet 'stage' kunt u de gegevens voor uw eigen gemeente invullen, waarna het juiste bedrag wordt berekend.
Waar is het geld voor bedoeld? Gemeenten mogen het geld zelf besteden. Wel staat in het convenant dat het de bedoeling is om bij de aanstelling van een makelaar te kijken welke partijen al actief zijn op het gebied van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. Sluit daar zoveel mogelijk bij aan, daar is immers al veel ervaring en kennis. Het geld is bedoeld voor investering in de makelaarsfunctie in brede zin, maar er kan wel voor gekozen worden om in de eerste tijd vooral te investeren in de maatschappelijke stage. Het gemeentelijk geld kan gebruikt worden voor: Aantrekken van een nieuwe medewerker die de taak van makelaar op zich kan nemen. Vergoeding van uren van het steunpunt vrijwilligerswerk/vrijwilligerscentrale die de makelaarsfunctie al heeft, maar met dit geld kan uitbouwen tot een volledige makelaarsfunctie met taken zoals opgenomen in convenant. Informatievoorziening en deskundigheidsbevordering (training, advies) van organisaties die stageplaatsen of vrijwilligersplekken willen bieden. Organiseren van bijeenkomsten (netwerken en informatie uitwisselen). Maken van promotiemateriaal (voor lokale stagebieders). Aanschaffen van een ICT-systeem (een matchings- en leerlingvolgsysteem in één).
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
55
Bijlage 8 Literatuur Mantelzorg Boer A. de e.a. (2003) Mantelzorg in getallen. Den Haag: SCP. Schreuder Goedheijt T, Visser G (2003) Mantelzorg in Nederland. Utrecht: EIZ/NIZW zorg. Struijs A.J (2005) Informele zorg, het aandeel van mantelzorg en vrijwilligers in langdurige zorg, Zoetermeer: RVZ. Timmermans J. e.a. (2005) De mantelval: over de dreigende overbelasting van de mantelzorger. Den Haag: SCP. Plemper, E. et al. (2006). Hoe stevig is het cement? Positie van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties in de zorg. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut / NIZW en www.vrijwilligerswerkindezorg.nl. Boer A. de (2007) Toekomstverkenning Informele zorg. Den Haag, SCP Timmermans J.M (2003) Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers, Den Haag SCP. Morée M. en Goumans M. (2004) Gemeenten en mantelzorgondersteuning. Utrecht: EIZ/NIZW zorg. Scholten C (2004) met het oog op informele zorg: hoe het welzijnswerk en gemeente informele zorg kunnen versterken. Utrecht, NIZW. Bos J en Leemrijse C 92005) Help de informele hulp: een inventarisatie van belemmerende factoren voor het gebruik van hulpmiddelen door mantelzorgers en oplossingen daarvoor. Utrecht NIVEL. Lier van W (2004) Drempelvrees bij respijtzorg. Utrecht: EIZ/NIZW zorg. VWS (2007) Voor Elkaar: Beleidsbrief Mantelzorg en Vrijwilligerswerk 2008-2011.
Specifieke groepen mantelzorgers Mantelzorgers van ouderen, mensen met een lichamelijke beperking en chronisch zieken; PPCZ (2004) Factsheet PPCZ: Chronisch zieken over mantelzorg: prettig, maar ook bezwaarlijk. Swinkels M (2002) De zorg gaat door! Participatie van mantelzorgers in verpleeg- en verzorginghuizen, Tilburg, PON.
Mantelzorgers van GGZ-cliënten; Mercken (2005) Factsheet mantelzorg en dementie. Utrecht: EIZ/NIZW zorg. Lier van W (2005) Factsheet Mantelzorg in de geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: EIZ/NIZW zorg.
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
56
Mantelzorgers van allochtone zorgvragers. Brunnekreef J. (2006) Het mes snijdt aan twee kanten; visiedocument Belangen van Allochtonen. Zorgvragers. Arnhem: Zorgbelang Gelderland. E-Quality (2005) Factsheet Levenslopen in Multiculturele gezinnen en het ontstaan van mantelzorgtaken. Isik Y. (2005) Allochtone mantelzorgers in Gelderland: een onderzoeksrapport: Osmose. Jong Y. de e.a. ( 2004) Zorg inkleuren: ondersteuning van zorg in allochtone families Utrecht: EIZ/NIZW zorg.
Jonge mantelzorgers Tielen L.(2003) Factsheet Jonge Mantelzorgers. Utrecht: EIZ/NIZW zorg.
Vrijwilligers in de zorg Plemper. E. et al. (2006) Hoe stevig is het cement: positie van vrijwilligersorganisaties in de zorg.. Utrecht, Verweij-Jonkerinstituut. Oudenampsen D. Vliet K. (2007) Vrijwillige inzet in de zorg en maatschappelijke ondersteuning: Bijdrage aan de Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015. Utrecht, Verweij-Jonkerinstituut. Jong de. E., Bik M. (2006). Relevante trends voor het vrijwilligerswerk in 2020. Rotterdam, COS.
Sites http://www.eiz.nl http://www.nivel.nl http://www.scp.nl http://statline.cbs.nl http://www.movisie.nl http://www.mezzo.nl http://vng.nl http://nov.nl
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
57
Bijlage 9 Regionale subsidie en prestatieafspraken Organisatie Stichting Cliënteninitiatieven Ondersteuning van mensen die door zijn/haar (psychische) handicap en/of verslaving niet of onvoldoende kunnen participeren en emanciperen in de maatschappij. Mensen blijven zelf verantwoordelijk voor gemaakte keuzes
Stichting Ziezo Zelfhulp Eetstoornissen Vroegtijdige her- en erkenning van de eetstoornis, motivatie tot het aangaan van veranderingen en het bieden van nazorg na behandeling.
Activiteiten Prestatie afspraken 1. Steunpunt PGB Jaarlijks overzicht aantal cliënten + aantal contacten per gemeente 2. Zorgbemiddeling gegroepeerd naar ondersteuningsvraag en activiteiten 3. Cliënten Informatie centrum Jaarlijks overzicht van aantal vrijwilligers per activiteit en totaal aantal 4. Kunst en Cliënt vrijwilligers 5. Programma Lokale Versterking Cliënten- Maken samenwerkings-afspraken met WMO-loketten (2009) en lokale ondersteuning zorgnetwerken 6. Belastingconsulent In voorjaar 2009 onderzoek naar onderbrengen ( bijv Radar) en naar 7. Kookclub (samen met Radar) de minimale beroepsmatige ondersteuning, uitgaande van de basistaak. Subsidie 2010 ev afh. van resultaten onderzoek Meedenken met gemeenten hoe je effectief en efficient kunt omgaan met totaal Wmo budget en de te verwachten kortingen Inzicht geven in doorverwijzing naar andere instanties Actieve deelname aan digitale sociale kaar Achterhoek. 1.Zelfhulpgroepen Overzicht aantal cliënten + aantal contacten per gemeente (jaarlijks) 2. Online nazorg en zelfhulp. Overzicht aantal vrijwilligers per activiteit (jaarlijks) en totaal aantal 3. Gastlessen op middelbare scholen vrijwilligers (jaarlijks) 4. Voorlichting, spreekuren, Geven van gastlessen op 90% van de middelbare scholen in de familievoorlichting. Achterhoek (jaarlijks) 5. Praktijkhuis Inzicht geven in doorverwijzing naar andere instanties 6. Individuele begeleiding per telefoon, Actieve deelname aan digitale sociale kaar Achterhoek (continue) persoonlijk of per mail.
Activiteiten
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
Prestatie afspraken
58
Stichting Welzijn Ouderen Arnhem 1.Bemiddeling in vraag en aanbod van buddy Buddyzorg Midden Gelderland 2. Training en scholing buddy Biedt sociaal-emotionele ondersteuning aan mensen 3. Werving vrijwilligers met een ernstige ziekte. 4. Reiskosten (naar buddy en intervisie) en onkostenvergoeding
Jaarlijks overzicht aantal cliënten per gemeente Jaarlijks overzicht aantal buddy’s per Samenwerkingafspraak met VIT (2009) Inzicht geven in doorverwijzing naar andere instanties Actieve deelname aan digitale sociale kaart Achterhoek
Organisatie GGNet Geeft preventieve ondersteuning aan mantelzorgers/familieleden van mensen met ernstige en langdurige psychische problemen.
Prestatie afspraken Productieoverzicht per gemeente Advisering gemeenten over gesignaleerde trends in relatie tot lichte opvoedings-ondersteuning Inzicht geven in doorverwijzing naar andere instanties Actieve deelname aan digitale sociale kaart Achterhoek
Activiteiten 1. Aanbieden van schriftelijke informatie via folders, persberichten, artikelen, websites en posters 2. Mondelinge informatie via telefonische en face-to-face advies- of consultatiegesprek 3. Digitaal: emailservice, chatten en forum 4. Voorlichtingsavonden en bijeenkomsten op maat
Netwerkcontacten met eerste en tweede lijn Activiteiten VIT Vrijwillige Intensieve Basistaak: ondersteuning Thuiszorg en Mantelzorg Oost Gelderland thuiszorgorganisaties (dmv beroepskrachten), Tijdelijke ondersteuning van mantelzorgers en lokale steunpunten mantelzorg (via zorgvrijwilligers vrijwilligers), scholing en training, kenniscentrum Ondersteuning van lokale steunpunten mantelzorg en vrijwillige thuiszorgorganisaties 1. VIT is de regionale koepel voor aangesloten thuiszorgorganisaties (8 in de Achterhoek, ca 500 vrijwilligers). VIT fungeert hier als servicecentrum: verzorgt subsidieaanvraag, is op verzoek van gemeente doorgeefluik voor subsidie, werft sponsorgelden/ subsidies voor projecten
gemeente
Prestatie afspraken In voorjaar 2009 onderzoek minimale beroepsmatige ondersteuning, uitgaande van de basistaak Projecten met gemeenten evalueren voordat deze opgenomen worden in het structurele budget Subsidie 2010 eventueel afhankelijk van resultaten onderzoek Inzicht geven in doorverwijzing naar andere instanties Per gemeente jaarlijks overzicht van inzet en resultaten t.b.v. mantelzorg en vrijwillige thuiszorg gespecificeerd naar de basis en specifieke taken Actieve deelname aan digitale sociale kaar Achterhoek (continue)
2. VIT is de regionale koepel voor mantelzorgers (ca 1000) a. VIT is regionale koepel voor steunpunten mantelzorg (infobijeenkomsten, info en PRmateriaal);
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
59
b. Scholingsinstituut voor mantelzorgers c. Scholingsinstituut voor derden (zorginstellingen, welzijnsinstellingen, bv ouderenadviseurs) d. Scholingsinstituut voor vrijwilligers naar beroepsonderwijs (??!!) 3. Lokaal steunpunt a. WMO-loket is frontoffice Kennisuitwisseling met loketmedewerkers via regionale bijeenkomsten b. plan om 0900-nummer in te voeren (NB: Kosten?) c. VIT is backoffice: emotionele steun praktische steun belangenbehartiging informatie 15 uur per 30.000 inwoners VIT als kennis- en innovatiecentrum en uitvoerder van regionale projecten a. (bevorderen samenwerking tussen gemeenten en creëren eenheid in dienstenaanbod in Oost Gelderland; b. optimaliseren aangesloten vrijwillige thuiszorgorganisaties; c. verwerven kwaliteitslabels op VIT dienstenaanbod; d. afstemming werk en beïnvloeding zorgaanbieders vwb mantelzorgondersteuning en vrijwilligerszorg
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
60
Beleidsplan informele zorg, Winterswijk 2009-2012
60