OFFERTEAANVRAAG
BESTEK nr. 1 “Opdracht voor het administratief en financieel beheer van een groepsverzekering van de tweede pijler voor de contractuele personeelsleden van de toegetreden lokale besturen” Offerte-indiening op: Vrijdag 26 maart 2010 om 11.00 uur in de vergaderzaal van het Beheerscomité van de RSZPPO, Jozef II-straat 47 (5de verdieping) in B-1000 BRUSSEL, Dan zal de afgevaardigde van de RSZPPO of zijn plaatsvervanger overgaan tot het openen van de offertes. ___________________________________________________________________ Voor bijkomende inlichtingen of opmerkingen kan u terecht bij: -
-
1
Wat betreft het indienen of inzenden en de opening van de offertes: De Administrateur-Generaal van de RSZPPO, Tel. 0032 2 239 13 83 E-mail: …@rszppo.fgov.be Wat betreft de technische en administratieve inlichtingen m.b.t. het dossier en de opvolging ervan: De Administrateur-Generaal van de RSZPPO, Tel. 0032 2 239 13 83 E-mail: …@rszppo.fgov.be
HOOFDSTUK I: ALGEMENE EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
ARTIKEL 1. DE PARTIJEN 1.1. Aanbestedende overheid / opdrachtencentrale Bij de gunning en de uitvoering van de opdracht zal als opdrachtencentrale in de zin van de wet van 15 juni 2006 optreden: de RSZPPO, Jozef II-straat nr. 47 te B-1000 Brussel handelend voor de lokale besturen die toetreden tot de groepsverzekering en die optreden als inrichter van het pensioenstelsel voor hun betrokken personeelsleden. Onder RSZPPO dient men te verstaan, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten opgericht krachtens de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 6.8.1985). Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar deze entiteit worden verstuurd. 1.2. Lokaal bestuur Voor de toepassing van deze opdracht, wordt onder “lokale besturen” verstaan: * de gemeenten en autonome gemeentebedrijven; * de OCMW’s en de Verenigingen van OCMW’s, hoofdstuk XII; * de provincies en autonome provinciebedrijven; * de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Worden niet bedoeld: * de lokale politiezones 1.3. Inschrijver Wordt beschouwd als inschrijver voor onderhavig bestek: de dienstverlener die een offerte indiende voor onderhavige opdracht. 1.4. Aannemer De inschrijver waarvan de offerte wordt weerhouden voor gunning, wordt de aannemer genoemd.
2
ARTIKEL 2. WETGEVING Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt van afgeweken, zijn op deze aanneming van toepassing de bepalingen van: De Wet van 24 december 1993 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (BS 22 januari 1994) Het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken (BS 26 januari 1996) Het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken en zijn bijlage tot vaststelling van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies van openbare werken (BS 18 oktober 1996) De Ministeriële Omzendbrief van 2 december 1997 betreffende de overheidsopdrachten en de lijst van de diensten beoogd in bijlage 2 van de wet van 24 december 1993. De Ministeriele Omzendbrief van 3 december 1997 betreffende de financiële diensten bedoeld in categorie 6 van bijlage 2 bij de wet van 24 december 1993: bank- en beleggingsdiensten en verzekeringsdiensten. De Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (BS van 15 mei 2003). De Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomsten (en alle latere aanvullingen en wijzigingen) en haar uitvoeringsbesluiten Wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen (“Wet Wijninckx”) (BS van 17 augustus 1978)
Zijn eveneens bepalend voor de offerte: alle andere ter zake geldende besluiten en reglementen. Deze opdracht is onderworpen aan de verplichtingen van de wetgeving overheidsopdrachten en dit bestek. De inschrijvers worden geacht de bepalingen in bovengenoemde wetteksten te kennen en te aanvaarden. Elke bepaling of voorwaarden in de offerte die niet overeenkomt met deze wetgeving of dit bestek zal als onbestaande worden beschouwd en kan aanleiding geven tot het weren van de offerte. 3
ARTIKEL 3. VOORWERP VAN DE OPDRACHT 3.1. Algemeenheden Aard van de opdracht: de opdracht behelst een aanneming van diensten op basis van een algemene offerteaanvraag in de zin van artikel 5 van de Wet van 24 december 1993. 3.2. Voorwerp van de opdracht De opdracht heeft als voorwerp het toevertrouwen aan een erkende verzekeringsinstelling van een groepsverzekering voor een aanvullend pensioen van het type “vaste bijdragen” voor de huidige en nieuwe contractuele personeelsleden van de lokale besturen in België die toetreden tot de groepsverzekering. De door de verzekeraar te presteren diensten betreffen de verzekeringsprestaties zoals beschreven in deel II van dit bestek, het opmaken van individuele polissen, het beheer van de reserves en het administratief beheer verbonden aan de groepsverzekering. De inning van de bijdragen en het verzamelen van de benodigde persoons- en loongegevens gebeuren door de RSZPPO. Deze instelling zal de gegevens periodiek overmaken aan de verzekeraar door middel van een elektronisch bestand. Voor wat betreft de lokale besturen in Vlaanderen, zijn de vertegenwoordigers van de werkgevers van de lokale besturen in Vlaanderen en de vakbonden van het overheidspersoneel overeengekomen om met ingang van 1 januari 2010 een aanvullende pensioenregeling op te starten voor al het contractueel overheidspersoneel bij die besturen. Het Vlaams Sectoraal Akkoord 2008-2013, afgesloten in het Vlaamse Onderhandelingscomité C1 op 19 november 2008 van 19 november 2008 voorziet in de start van een tweede pensioenpijler voor contractanten. Hiertoe werd een kaderreglement uitgevaardigd, dat als bijlage aan deze offerte wordt gevoegd.
4
3.3. Vermoedelijke aantallen
Aantal niet-vastbenoemde werknemers per geslacht op 30.06.2009 Mannen
Vrouwen
TOTAAL
66.688
146.852
213.540
Aantal niet-vastbenoemden per gewest en leeftijdsklasse op 30.06.2009 leeftijdsklasse <18
Brussels h. gewest
Vlaams gewest
Waals gewest gewest
RIJK
17
49
16
82
18-25
2.892
10.883
7.753
21.528
26-30
4.436
13.067
10.974
28.477
31-35
4.481
11.708
11.924
28.113
36-40
4.520
12.928
12.915
30.363
41-45
3.927
15.723
13.081
32.731
46-50
3.334
16.427
11.619
31.380
51-55
2.502
12.341
8.214
23.057
56-60
1.571
6.725
4.877
13.173
61-65
540
1.724
1.618
3.882
64
445
245
754
28.284
102.020
83.236
213.540
>65 TOTAAL
ARTIKEL 4. BEGIN EN DUUR VAN DE OPDRACHT De opdracht begint op de vierde kalenderdag die volgt op de dag van de kennisgeving van de gunning van de opdracht en is van onbepaalde duur. Er zullen pensioenrechten worden toegekend met betrekking tot salarissen vanaf 1 januari 2010. De opdrachtgever zal de overeenkomst jaarlijks kunnen opzeggen vanaf 1 januari 2014, mits een aangetekend schrijven verzonden minstens 9 maanden voor elke vervaldag van de overeenkomst. De verzekeringsmaatschappij zal de overeenkomst slechts om de 6 jaar kunnen opzeggen op de vervaldag van de overeenkomst, mits een aangetekend schrijven verzonden minstens 6 maand voor de vervaldag. De verzekeringsmaatschappij kan dus pas de eerste maal opzeggen tegen 1.1.2016, daarna tegen 1.1.2022 en zo verder.
5
ARTIKEL 5. GEBRUIK VAN TALEN De opdracht is onderworpen aan de Belgische taalwetgeving.
ARTIKEL 6. OFFERTE 6.1. Algemeen De offerte en de aanvullende bescheiden moeten in het Nederlands of het Frans of het Duits zijn opgesteld. Voor het opmaken van zijn offerte maakt de inschrijver gebruik van de bij deze aanvraag gevoegde formulieren. Indien hij deze toch op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier, moet de inschrijver op ieder van zijn documenten verklaren dat het document conform het bij dit bestek behorend model is. De documenten worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen, wijzigingen of eventuele (door het bestek toegestane) kortingen zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden.
6.2. Bij de offerte te voegen bescheiden De inschrijver is verplicht – op straffe van uitsluiting van deelneming aan de opdracht – volgende bescheiden bij zijn inschrijving te voegen: a) Een specimen van het ontwerp van type-overeenkomst waarvoor de offerte wordt ingediend en dat volledig beantwoordt aan de in onderhavig bestek gestelde vereisten. b) Stukken betreffende de inschrijver b.1) Het bewijs dat de kandidaat conform de wetgeving van de staat waarin zijn maatschappelijke zetel gevestigd is, door de bevoegde overheid erkend is als verzekeraar en erkend is voor de verzekeringstak waarvoor de offerte wordt ingediend. b.2) Indien de maatschappelijke zetel van de kandidaat niet in België gevestigd is, dient hij het bewijs te leveren dat hij beschikt over een bijkantoor of vertegenwoordiging in België, waar men in staat is de contacten met de opdrachtgever zowel schriftelijk als mondeling in het Nederlands of het Frans te verzorgen. 6
b.3) Wanneer een combinatie of een consortium wordt gevormd, dienen alle deelnemers zich bekend te maken in de inschrijving en de offerte te ondertekenen en dient in de inschrijving duidelijk te worden vermeld welke verzekeringsmaatschappij uit het consortium of combinatie zal optreden als leidende maatschappij die zal instaan voor de ontvangst van de totale premie en die de contacten met de opdrachtgever zal verzorgen. De deelnemers zijn hoofdelijk verbonden voor de uitvoering van de opdracht. b.4) van de Sociale Zekerheid: de Belgische inschrijver of de buitenlandse inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid, legt een R.S.Z.-attest voor. de buitenlandse inschrijver voegt bij zijn offerte een attest dat werd uitgereikt door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de toestand van ten laatste de dag vóór de uiterste datum van ontvangst der offertes, voldaan heeft aan de verplichtingen inzake de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, kan het vervangen worden door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de betrokkene voor een gerechtelijke instantie of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van dat land. b.5) Attest 276C2 van de Directe Belastingen: de Belgische inschrijver voegt bij zijn offerte een recent (maximaal drie maanden oud) attest 276C2 waaruit blijkt dat hij in orde is met de aangifte en de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de Belgische wetgeving. Het is mogelijk dat dit attest dient te worden aangevuld met een tweede attest af te leveren door een ander ontvangkantoor. Indien dit het geval is, zal dit op het attest 276C2 vermeld worden. de buitenlandse inschrijver dient bij zijn offerte een recent attest (maximaal drie maanden oud) te voegen, uitgereikt door de lokale belastingdienst, waaruit blijkt dat hij in orde is met de aangifte en betaling van de verschuldigde directe belastingen. b.6) Een verklaring op erewoord waarin staat dat de inschrijver zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bedoeld in artikel 69 K.B. 8 januari 1996 bevindt. c) Stukken die de technische bekwaamheid en ervaring aantonen c.1) Minimum 3 referenties van het beheer van een groepsverzekering tijdens de laatste 3 jaar met per geleverde dienst vermelding van: De publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren. Dit wordt aangetoond door attesten van goede uitvoering die door de 7
bevoegde instantie zijn opgesteld of door vermelding van de contactpersoon bij die instantie. Vermelding van het beheerde bedrag c.2) Het bewijs dat de dienstverlener bekwaam is om pensioenen van statutair benoemde personeelsleden in de openbare sector te berekenen. Dit kan aangetoond worden door: hetzij door een attest van goede uitvoering die door een publiek- of privaatrechtelijke instantie waarvoor dergelijke berekeningen uitgevoerd worden, opgesteld is, of door vermelding van de contactpersoon bij die instantie hetzij door het bewijs van het bestaan van een overeenkomst met een overheidsinstelling die deze berekeningen uitvoert vermelding van het aantal personen waarvoor dergelijke berekeningen gebeuren. c.3) Een verklaring met de opgave van het gedeelte van de opdracht dat de dienstverlener desgevallend voornemens is in onderaanneming te geven, met volledige beschrijving van de taken die uitgevoerd worden door de eventuele onderaannemer. d) Stukken met betrekking tot de financiële en economische draagkracht: een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet aangaande de diensten waarover de opdracht gaat over de laatste drie boekjaren. e) Alle nuttige stukken die de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) afdoende bewijzen. f) Het behoorlijk ingevuld en ondertekend offerteformulier. Tevens dient de inschrijver te verklaren dat het beheer van de opdracht uitsluitend door de verzekerende maatschappij zal gebeuren. Verzekeringstussenpersonen worden van deze opdracht uitgesloten. 6.3. Indienen van de offerte De offerte moet in een definitief gesloten omslag worden gestoken, waarop staat vermeld: “Algemene offerteaanvraag tweede pensioenpijler contractanten, openingszitting op ………………………………… (datum) om ……. uur, bestek nr. 1”
8
Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, moet die gesloten omslag gestoken worden in een tweede gesloten omslag met de vermelding ‘offerte’. De offerte moet geadresseerd zijn aan de Administrateur-generaal van de RSZPPO, Jozef II-straat nr. 47 te B-1000 Brussel. Iedere offerte moet bij de Voorzitter van de zitting voor de opening van de inschrijvingen, op ………………………. om ………… uur toekomen alvorens hij de zitting opent. Indien de inschrijver zijn offerte maakt op andere documenten dan op het voorziene formulier moet op ieder van deze documenten volgende verklaring worden opgenomen: “Ik, ondergetekende, …, verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het (de) door het bestuur verstrekte model(len) van offerte, of inventaris(sen) en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven beschouwd worden.” Aandacht: worden als ongeldig beschouwd de offertes welke niet op de voorgeschreven wijze worden neergelegd.
ARTIKEL 7. ONDERZOEK VAN DE OFFERTES EN GUNNING 7.1. Regelmatigheidsonderzoek Enkel de regelmatige offertes zullen in aanmerking worden genomen voor de gunning, m.n. na onderzoek van de a) Administratieve regelmatigheid Een offerte is regelmatig wanneer: alle rubrieken op het offerteformulier behoorlijk ingevuld zijn; de offerte gedateerd is en ondertekend is door de persoon of personen, die volgens de statuten van de firma delegatie heeft om een offerte te ondertekenen; de offerte het geheel van de gevraagde stukken bevat. b) Technische conformiteit De voorgestelde diensten moeten beantwoorden aan al de minimale vereisten zoals vermeld in dit bestek (zie technische bepalingen). Kandidaturen worden verder getoetst aan de het hiernavolgende uitsluitingscriteria: In overeenstemming met artikel 69,4° van het K.B. van 8 januari 1996, zoals gewijzigd tot op heden, zal de inschrijver die bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende 9
overheid aannemelijk kan maken, niet weerhouden worden bij de selectie. Deze uitsluiting kan in elk stadium van de procedure uitgesproken worden. In dit verband verbindt de inschrijver, door de ondertekening van zijn offerte, zich tot het naleven van de normen bepaald in de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (I.A.O.), en in het bijzonder: het verbod op dwangarbeid (verdrag nr. 29 (1930) betreffende de gedwongen of verplichte arbeid en verdrag nr. 105 (1957) betreffende de afschaffing van de gedwongen arbeid); het recht op vakbondsvrijheid (verdrag nr. 87 (1948) betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en bescherming van het vakverenigingsrecht); het recht van organisatie en collectief overleg (verdrag nr. 98 (1949) betreffende het recht van organisatie en collectief overleg); het verbod van discriminatie inzake tewerkstelling en verloning (verdrag nr. 100 (1951) betreffende de gelijke verloning en verdrag nr. 111 (1958) betreffende discriminatie (beroep en beroepsuitoefening); de minimumleeftijd voor kinderarbeid (verdrag nr. 138 (1973) betreffende de minimumleeftijd, alsook het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid (verdrag nr. 182 (1999) over de ergste vormen van kinderarbeid). Het niet-naleven van de hierboven vermelde verdragen zal dus worden beschouwd als een ernstige fout bij de beroepsuitoefening in de zin van artikel 69, 4° van het K.B. van 8 januari 1996. De hoger vermelde voorschriften zijn van toepassing ongeacht de andere voorschriften opgenomen in artikel 69 van het hierboven vermeld besluit. 7.2. Gunning De gunning geschiedt aan de inschrijver die de voordeligste regelmatige offerte heeft neergelegd, rekening houdend met volgende gunningscriteria: Rubriek
Weging in punten
1. Gewaarborgd rendement Omvat onder meer : niveau, duur, toekenningwijze, de mate waarin het rendement dat de inrichter moet waarborgen op basis van de wet betreffende de aanvullende pensioenen door de verzekeraar gewaarborgd wordt.
15
2. Winstdeelname en rendement Omvat onder meer : kosten van financieel beheer, aandeel van het rendement dat toegekend wordt, kost en wijze van aanrekenen van de solvabiliteitsmarge, toekenningwijze van de winstdeelname, de transparantie van het afgezonderd fonds
15
10
3. Duurzaamheid Omvat onder meer : de mate waarbij bij de beleggingen rekening gehouden wordt met sociale, ethische en leefmilieucriteria en de controle op de toepassing van de gehanteerde principes.
15
3. Beheerskosten Omvat onder meer de instapkost en de beheerskosten buiten de financiële beheerskosten die toegepast worden voor deze offerte
20
4. Kost lijfrente Omvat onder meer gewaarborgde rentevoet en sterftetafel, winstdeelname en winstdeelnametoekenning
5
5. Administratief beheer en communicatie Omvat onder meer : kwaliteit van de minimumstandaarden voor dienstverlening en de gevolgen bij overschrijding, de uitgebreidheid en kost van de info aan de inrichter, verzekerde en begunstigde, de kwaliteit van de online-applicatie, de duidelijkheid van de offerte en van de modelovereenkomst en pensioenfiche
10
6. Gevolgen bij het stopzetten van het verzekeringscontract Omvat onder meer de voorwaarden van behoud van het rendement, de liquidatievergoeding, de aanrekening van meer- en minwaarden en de gebeurlijke impact van de opgebouwde solvabiliteitsmarge bij een gebeurlijke collectieve reserveopdracht, de transparantie ten overstaan van interne waarderingsregels, de gemakkelijkheid van overdracht van reserves.
20
“Onder meer” dient in deze tabel niet limitatief gelezen te worden, maar geeft aan welke elementen er zeker in de beoordeling zullen in aanmerking genomen worden. 7.3. Annulering van de procedure In toepassing van artikel 18 van de wet van 24 december 1993 behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor deze opdracht niet toe te wijzen. Zij kan zowel afzien van het gunnen van de opdracht alsook besluiten dat de opdracht het voorwerp zal uitmaken van één of meerdere nieuwe opdrachten en indien nodig volgens een andere procedure. 11
ARTIKEL 8. PRIJZEN 8.1. Prijzen Alle prijzen vermeld in het offerteformulier worden verplicht uitgedrukt in euro. De aanneming wordt uitgevoerd volgens het stelsel van de gemengde opdracht. De prijzen worden vermeld exclusief BTW, kosten en lasten inbegrepen. De inschrijver moet voor het gunnen van de opdracht alle inlichtingen verstrekken om de opdrachtgever in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. 8.2. Prijsherziening Er wordt geen prijsherziening toegestaan. De Verzekeraar garandeert een vast tarief tijdens de looptijd van de overeenkomst, tenzij wettelijke verplichtingen dit zouden onmogelijk maken. ARTIKEL 9. BORGTOCHT Gelet op de bijzondere natuur van de diensten wordt geen borgtocht vereist (art. 5 AAV). ARTIKEL 10. AANBESTEDINGSBERICHTEN EN RECHTZETTINGEN De in het Bulletin der Aanbestedingen en het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap aangekondigde of gepubliceerde berichten en rechtzettingen die betrekking hebben op de aannemingen in het algemeen, evenals de berichten en rechtzettingen betreffende deze aanneming maken integraal deel uit van huidig bestek. De inschrijver wordt geacht er kennis van genomen te hebben en er bij het opmaken van zijn offerte rekening mee gehouden te hebben. ARTIKEL 11. GESTANDDOENINGSTERMIJN De inschrijvers blijven door hun offerte gebonden gedurende een termijn van honderdtwintig (120) kalenderdagen, ingaand op de dag na de zitting voor de opening van de offertes.
12
ARTIKEL 12. CONTROLE EN TOEZICHT De leiding, controle en toezicht op de uitvoering van de opdracht worden uitgeoefend door de RSZPPO, Jozef II-straat nr. 47 te B-1000 Brussel. ARTIKEL 13. GESCHILLEN Alle betwistingen met betrekking tot de uitvoering van deze opdracht worden uitsluitend beslecht voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel. De voertaal is het Nederlands of het Frans. De aanbestedende overheid, de plaatselijke overheidsdiensten en de individuele klanten zijn in geen geval aansprakelijk voor de schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten die nodig zijn voor de uitvoering van deze opdracht. De aannemer vrijwaart de aanbestedende overheid, de plaatselijke overheidsdiensten en de klanten tegen elke vordering in schadevergoeding door derden in dit verband.
13
HOOFDSTUK II: TECHNISCHE BEPALINGEN
1. ALGEMEEN De opdracht heeft als voorwerp het toevertrouwen aan een erkende verzekeringsinstelling van een groepsverzekering voor een aanvullend pensioen van het type “vaste bijdragen” voor de huidige en nieuwe contractuele personeelsleden van de lokale besturen in België die toetreden tot de groepsverzekering. De inschrijvers worden verzocht een offerte in te dienen conform de hierna beschreven waarborgen. De door de aanbestedende overheid gestelde eisen dienen hierbij als een minimumpakket te worden beschouwd. Voor wat betreft de lokale besturen in Vlaanderen, zijn de vertegenwoordigers van de werkgevers van de lokale besturen in Vlaanderen en de vakbonden van het overheidspersoneel overeengekomen om met ingang van 1 januari 2010 een aanvullende pensioenregeling op te starten voor al het contractueel overheidspersoneel bij die besturen. Het Vlaams Sectoraal Akkoord 2008-2013, afgesloten in het Vlaamse Onderhandelingscomité C1 op 19 november 2008 van 19 november 2008 voorziet in de start van een tweede pensioenpijler voor contractanten. Hiertoe werd een kaderreglement uitgevaardigd. Dit kaderreglement is in bijlage opgenomen bij dit lastenboek. De groepsverzekering heeft betrekking op de lokale besturen die op basis van een raadsbesluit toegetreden zijn tot het pensioenstelsel voor hun personeelsleden. Het pensioenreglement wordt vastgesteld door het lokaal bestuur. Het bevat de specifieke bepalingen voor het lokale bestuur, namelijk de vaststelling van de bijdragevoet, de eventuele inhaalbijdragen en de ingangsdatum. De pensioentoelage ten laste van het lokale bestuur zal minstens 1 % van het pensioengevend jaarloon bedragen. Het lokale bestuur kan beslissen om een hoger percentage als pensioentoelage te storten. Dit percentage wordt toegepast op het pensioengevend jaarloon. Het lokale bestuur kan beslissen om ten gunste van de personeelsleden die op dat ogenblik in dienst zijn een inhaaltoelage te storten voor de reeds gepresteerde diensttijd of voor een gedeelte van de reeds gepresteerde diensttijd vóór de datum waarop het pensioenstelsel van dat lokale bestuur in werking treedt. Die inhaaltoelage bestaat uit een eenmalige koopsom gelijk aan het normale toelagepercentage op het pensioengevend jaarloon vermenigvuldigd met maximum het aantal jaren en maanden dienst gelegen tussen de datum van in dienst treden en de datum van het in werking treden van het pensioenstelsel. 14
De inning van de gewone pensioentoelage (een percentage van het jaarloon) zal gebeuren door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO). Daartoe dient de Verzekeraar een overeenkomst te sluiten met de RSZPPO. De beheerskost van 0,8 ‰ van de geïnde pensioentoelage dient inbegrepen te worden in de beheerskost die de Verzekeraar toepast op de premie. De inning van de gebeurlijke inhaalkoopsom dient te gebeuren door de Verzekeraar. De netto pensioentoelage is het bedrag dat overblijft na afhouding van eventuele beheerskosten. Een extern verzelfstandigd agentschap, dit is een vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen, of een vereniging of stichting in de zin van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, die opgericht en belast is met het verwezenlijken van welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang, kan autonoom beslissen om gelijkaardige voordelen als diegene die voorzien zijn in het kaderreglement toe te kennen aan haar contractuele personeelsleden. 2. HET GEWAARBORGDE RENDEMENT De pensioentoelagen zullen aangewend worden in een individuele kapitalisatie in tak 21 met gewaarborgde rentevoet. De activa zullen door de Verzekeraar toegewezen worden aan een afzonderlijk (gekantonneerd) fonds, waarin ook de activa van gelijkaardige verzekeringscontracten onderschreven door extern verzelfstandigde agentschappen kunnen opgenomen worden. De inschrijver dient volgende inlichtingen op te geven : a. Welke rentevoet wordt gewaarborgd op de netto pensioentoelage b. Hoe lang de rentevoet wordt gewaarborgd:
voor een periode van “x” jaar ?
tot aan de voor de verzekerde voorziene einddatum ?
c. Of de gewaarborgde rentevoet van toepassing is op toekomstige stortingen d. Of in de nabije toekomst een wijziging in de gewaarborgde rentevoet verwacht wordt en zo ja, binnen welke vork zal de nieuwe gewaarborgde rentevoet evolueren e. Welk mechanisme wordt gebruikt bij verandering van de gewaarborgde rentevoet? Blijft de gewaarborgde rentevoet van toepassing op alle vóór de tariefaanpassing opgebouwde reserves voortkomend uit de gestorte premies ? 15
f. De volgende berekening op basis van het voorgestelde tarief: Jaarbedrag van de pensioentoelage : 1.000 EUR (inclusief beheerskost en exclusief premietaks en 8,86 % sociale bijdrage) Leeftijd bij aansluiting
Samengesteld kapitaal bij leven op 65 jaar
Samengesteld kapitaal bij vervroegde opname vanaf 60 jaar
Verworven reserve op 55 jaar
25 35 45 55
3. WINSTDEELNAME EN RENDEMENT De Verzekeraar kan jaarlijks een winstdeelname toekennen die afhankelijk is van de resultaten van het afgezonderd fonds. Het afgezonderd fonds zal voor alle aangesloten lokale besturen gezamenlijk beheerd worden. Het rendement van de activa is dus voor elk van de aangesloten besturen gelijk. De beleggingen voor alle aangesloten besturen gebeuren gemeenschappelijk maar er moet per aangesloten bestuur een rekening bestaan teneinde op ieder ogenblik te kunnen bepalen welk gedeelte van de activa dient ter financiering van het pensioenstelsel van het betrokken aangesloten bestuur. Op ieder ogenblik dient een volledige lijst van de beleggingen in het afgezonderd fonds beschikbaar gesteld te kunnen worden. Aan de inschrijvers wordt gevraagd in de offerte op een gedetailleerde wijze de berekeningswijze van de toegekende rendementen op te geven. Deze berekeningswijze vermeldt minstens:
16
Of het rendement van het afgezonderd fonds weergegeven wordt op basis van marktrendementen of van boekhoudkundige rendementen;
Of er een egalisatiefonds wordt aangelegd en wat hiervoor de regels zijn;
Hoe de vereiste solvabiliteitsmarge wordt aangelegd;
Hoe de winstdeelname boven het gewaarborgd rendement wordt toegekend;
Hoe en vanaf wanneer intresten worden toegekend op de stortingen die nog niet belegd zijn en hoeveel deze intresten bedragen
Op welke wijze de taks op winstdeelname verrekend wordt (welk percentage wordt in mindering gebracht).
De inschrijver dient de historische rendementen die hij toekende voor een fonds met dezelfde rendementsgarantie en een vergelijkbare omvang op te geven. Geef details over welk fonds het gaat, en over de omvang en de aard van de deelnemers. Jaar
2004 2005 2006 2007 2008
Gewaarborgd tariefrendement Bruto winstdeelnemingspercentage uitgedrukt als % van de reserves* Netto winstdeelnemingspercentage uitgedrukt als % van de reserves** Totaal netto rendement uitgedrukt als % van de reserves (gewaarborgde voet + winstdeelname) * = voor eventuele afnamen voor o.m. taks op winstdeelname, beheerskosten, …. ** = zoals dat op de contracten komt, d.i. na gebeurlijke afnamen 4. DUURZAAMHEID De inschrijver dient een gedetailleerde opgave te doen van de mate waarin bij de beleggingen rekening gehouden wordt met sociale, ethische en leefmilieu aspecten. Hij dient daarbij aan te geven welke methode hij gebruikt, en hoe deze aspecten verwerkt worden in een beleggingsreglement en in de beleggingsprocessen. Hij dient aan te geven op welke wijze de controle op de toepassing van de principes georganiseerd is, en hoe er gerapporteerd wordt. 5. BEHEERSKOSTEN De inschrijver omschrijft op gedetailleerde wijze de verschuldigde beheerskosten. Er wordt verwacht dat voor ieder lokaal bestuur eenzelfde beheerskost zal toegepast worden. Geef gedetailleerd weer welke beheerskosten de inschrijver zal aanrekenen. Geef daarbij aan welke kostentoeslagen er toegepast worden op de premie en de reserve, welke dienstverlening overeenstemt met de toegepaste kostenstructuur en welke diensten daar gebeurlijk niet onder vallen. Voor deze laatste dient een gedetailleerde kostenopgave gegeven te worden. 17
Als een andere aanrekening van de beheerskost gebeurt, dienen de berekeningselementen gedetailleerd opgegeven te worden. Geef dan ook de totale verwachte administratieve beheerskost in volgende scenario’s : jaar
Aantal actieve en uitgetreden aangeslotenen
Activa einde jaar in EUR
2010
5.000
250.000
2011
5.500
525.000
2012
5.500
800.000
jaar
Aantal actieve en uitgetreden aangeslotenen
Activa einde jaar in EUR
2010
15.000
750.000
2011
16.500
1.650.000
2012
18.000
2.550.000
Kosten
Kosten
De inschrijver wordt verzocht om aan te geven of de mogelijkheid geboden wordt aan extern verzelfstandigde agentschappen om een groepverzekering die gelijkaardige voordelen als diegene die voorzien zijn in het kaderreglement bij de verzekeraar te onderschrijven. Gelieve aan te geven of de in de offerte opgegeven beheerskost specifiek is, en of er een andere beheerskost zou toegepast worden voor een groepsverzekering die door een extern verzelfstandigd agentschap zou onderschreven worden. 6. LIJFRENTE De inschrijver dient de gewaarborgde rentevoet en sterftetafel toegepast voor lijfrenten te vermelden. Hij dient de maandelijkse rente die verkregen wordt bij omzetting van een kapitaal van 10.000 EUR in een lijfrente op te geven : op de leeftijd van
65 jaar
18
Vaste rente
Jaarlijks met 2% geïndexeerde rente
63 jaar 60 jaar Verder moet aangegeven worden :
Hoe de winstdeelname op lijfrenten toegekend wordt;
Of de winstdeelname wordt toegekend op de lijfrenten van deze groepsverzekering, of samen met de lijfrenten van andere verzekeringen;
Of de winstdeelname wordt toegekend : o al dan niet op de volledige reserve; o op een gemiddelde van de reserve en zo ja, dient te worden gespecificeerd hoe o volgens een andere methode en zo ja, dient te worden gespecificeerd hoe.
7. ADMINISTRATIEF BEHEER EN COMMUNICATIE De inschrijver geeft een gedetailleerde beschrijving van de dienstverlening. Het administratieve beheer omvat verder alles wat nodig is voor de goede uitvoering van de pensioenverplichtingen ten opzichte van de inrichter, de aangeslotene en de begunstigde. Het zal worden uitgevoerd overeenkomstig de geldende wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen en de eventuele navolgende en toekomstige wijzigingen hierop. Het administratieve beheer van de pensioenen veronderstelt onder andere, maar niet uitsluitend:
19
het verrichten van nieuwe aansluitingen;
het beheer van de bestanden en wijzigingen;
de berekening van de pensioenen, prestaties en reserves overeenkomstig de contractuele bepalingen;
het toetsen van de begrenzingen aan de pensioenrechten die in het reglement opgenomen zijn;
de uitgifte van pensioenfiches;
de betaling aan de rechthebbenden van hun pensioenrechten na de verplichte fiscale en wettelijke inhoudingen en rapportering ervan aan de inrichter;
de toepassing van de verplichte sociale en fiscale inhoudingen en doorstorting ervan aan de bevoegde instellingen en het vervullen van de daarmee verband houdende administratieve formaliteiten;
de correspondentie met de begunstigden, onder meer maar niet uitsluitend bij het einde van de arbeidsovereenkomst;
het aanleveren van de rapporten die voorzien zijn in de wet betreffende de aanvullende pensioenen;
de contacten van dagelijks beheer met de gevolmachtigden van de inrichter
Het administratief beheer omvat verder alles wat nodig is voor de goede uitvoering van de pensioenverplichtingen. De overeenkomst tussen het inrichtende lokale bestuur en de verzekeraar dient een overeenkomst over minimumstandaarden voor dienstverlening te omvatten. Die overeenkomst zal idealiter minimaal volgende elementen omvatten : De pensioenen dienen op de voorziene betalingsdatum uitgekeerd te worden. Bij een overschrijding van de termijn met meer dan 3 dagen die het gevolg is van laattijdigheid van de verzekeraar zal een aanvullend bedrag berekend op basis van de wettelijke intrest gerekend worden. Dit bedrag wordt betaald aan de begunstigde. Eventuele boeten of interesten bij laattijdige betaling door de Verzekeraar van voorheffingen en sociale afhoudingen op de pensioenen zijn ten laste van de verzekeraar. Bij een foutieve berekening door de verzekeraar van het pensioen of de overgedragen reserve waardoor er een te laag bedrag betaald werd, zal het tekort samen met een aanvullend bedrag berekend op basis van de wettelijke intrest gerekend worden. Dit bedrag wordt betaald aan de begunstigde. Wanneer een te hoog bedrag betaald werd, zal het verschil tussen het initiële te hoge bedrag en het juiste bedrag teruggevorderd worden bij de begunstigde, of ingehouden worden op toekomstige rentebetalingen. Dit verschil zal in het financieringsfonds gestort worden. Voor iedere foutieve pensioenfiche die naar de aangeslotene verzonden werd, zal de verzekeraar wanneer hij verantwoordelijk is voor de fout, een forfaitair bedrag in het financieringsfonds storten. De inschrijver dient op te geven hoe hoog dit bedrag zal zijn. Er wordt een beleggingsreglement opgesteld waarin de beleggingsregels opgenomen zijn en waarin aangegeven wordt op welke wijze er bij de keuze en opvolging van de beleggingen rekening gehouden wordt met sociale, ethische en leefmilieu aspecten. 20
Jaarlijks wordt onder elektronische vorm een bestand aan het inrichtende lokale bestuur bezorgd waarin naast persoonsgegevens van de aangeslotenen en begunstigden, ook alle elementen die betrekking hebben op de pensioenrechten opgenomen zijn, onder meer de verworven reserves en prestatie en de berekeningselementen die ertoe geleid hebben. Het lokaal bestuur verstrekt via de RSZPPO een aantal persoonsgegevens aan de Verzekeraar om het pensioenstelsel te beheren. De Verzekeraar verklaart deze gegevens vertrouwelijk te zullen behandelen. Ze mogen uitsluitend gebruikt worden voor het beheer van het pensioenstelsel, met uitdrukkelijke uitsluiting van elk ander al dan niet commercieel oogmerk. De inschrijver dient aan te geven of hij deze voorwaarden zal toepassen, en zo niet waar en hoe hij ervan zal afwijken. De inschrijvers dienen de dienst of de persoon op te geven tot wie de personeelsleden van de administratie en de gepensioneerden zich zullen kunnen wenden teneinde een antwoord te krijgen op alle vragen betreffende hun aanvullend pensioen. Deze dienst of persoon moet steeds makkelijk bereikbaar zijn tijdens de kantooruren. Er wordt verwacht dat de inschrijver op eenvoudig verzoek alle gegevens in verband met de berekeningen en het beheer van de pensioenen en verworven reserves ter beschikking zal stellen van de inrichter. De inrichters verwachten een regelmatig contact met de verzekeraar. De inschrijver dient aan te geven met welke frequentie hij zal rapporteren over de evolutie en de performance van de beleggingen, en hoe hij dit zal organiseren. Als er een on-line beheerstoepassing ter beschikking gesteld wordt, zal de inschrijver een gedetailleerde omschrijving geven van zijn mogelijkheden, van de beveiliging, van de voorziene opleiding, en van de kosten. 8. GEVOLGEN BIJ HET STOPZETTEN VAN HET VERZEKERINGSCONTRACT De inschrijver dient aan te geven of de reserves aan dezelfde tariefvoorwaarden kunnen beheerd blijven zonder dat er nieuwe premies betaald worden ? Zo niet, dan moet gespecificeerd worden wat er veranderd. De inschrijver vermeldt uitdrukkelijk of er een vergoeding van welke aard ook wordt aangerekend bij een gebeurlijke overdracht van de reserves naar een andere pensioeninstelling en voegt desgevallend een gedetailleerd berekeningsvoorbeeld bij. Algemene antwoorden zoals bijvoorbeeld “rekening houdend met de marktomstandigheden” laten niet toe om dit criterium te beoordelen. Er wordt verwacht dat de wiskundige reserves kunnen overgedragen worden naar een andere pensioeninstelling die het pensioenstelsel uitvoert. Als richtsnoer kan
21
ervan uitgegaan worden dat er idealiter minstens de volgende elementen deel zullen uitmaken van de overeenkomst met de inrichters:
De wiskundige reserves kunnen overgedragen worden naar een andere pensioeninstelling die het pensioenstelsel uitvoert. Het financieringsfonds wordt met de reserves mee overgedragen.
De beslissing tot overdracht wordt genomen met respect van de procedures die in de wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen opgenomen zijn.
De verzekeraar zal de reserves overdragen op de eerste werkdag van de tiende maand die volgt op het tijdstip waarop zij op de hoogte gebracht werd van de intentie tot overdracht.
De overdracht kan volgens beslissing van de inrichter gebeuren door de overdracht van de belegde waarden, of in geldwaarde.
Er wordt geen enkele inhouding verricht op de over te dragen verworven reserves met inbegrip van de verworven winstdelingen.
Er wordt geen enkele uittredings- of liquidatievergoeding ten laste gelegd.
Bij overdracht worden gebeurlijke meerwaarden in het afgezonderd fonds mee overgedragen.
De financiële transactiekosten die verband houden met de overdracht mogen de gangbare marktstandaarden niet overschrijden, en dienen gedetailleerd te worden.
Er zal een arbitrageprocedure voorzien worden om gebeurlijke betwistingen te beoordelen.
De inschrijver dient aan te geven of hij deze voorwaarden zal toepassen, en zo niet waar en hoe hij ervan zal afwijken.
22
KADERREGLEMENT TWEEDE PENSIOENPIJLER CONTRACTANTEN
Inhoudstafel
Inhoudstafel ........................................................................................................................................... 23 1 Voorwerp ............................................................................................................................................ 24 2 Begripsomschrijving ........................................................................................................................... 24 3 Aansluiting .......................................................................................................................................... 25 4 De pensioentoelage en hoe ze aangewend wordt ............................................................................. 26 Het bedrag van de pensioentoelage ................................................................................................. 26 De aanwending van de pensioentoelage.......................................................................................... 26 Het rendement................................................................................................................................... 26 Winstdeelname.................................................................................................................................. 26 Uitbetaling ......................................................................................................................................... 27 5 Uitkering op de einddatum.................................................................................................................. 27 De normale einddatum ...................................................................................................................... 27 Blijven werken na 65 jaar .................................................................................................................. 27 Vervroegde uitkering ......................................................................................................................... 27 6. Uitkering in geval van overlijden voor de einddatum......................................................................... 27 7. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves................................................................. 27 8. De manier van uitkeren ..................................................................................................................... 28 9. Begunstigden..................................................................................................................................... 29 De begunstigde van de uitkering op de einddatum........................................................................... 29 De begunstigde van de uitkering bij overlijden ................................................................................. 29 10. Gevolgen van het niet betalen van de pensioentoelagen ............................................................... 29 11. Informatie......................................................................................................................................... 29 Het pensioenreglement ..................................................................................................................... 29 De pensioenfiche .............................................................................................................................. 30 Beheersverslag ................................................................................................................................. 30 12. De aangeslotene verlaat het lokaal bestuur vóór de einddatum ..................................................... 30 13. Financieringsfonds .......................................................................................................................... 31 14. Begrenzing van de pensioenen ....................................................................................................... 31 15. Fiscale bepalingen........................................................................................................................... 31 Welke fiscale wetgeving is van toepassing?..................................................................................... 31 Belastingsstatuut van de pensioentoelage ....................................................................................... 31 16. Verplichtingen van het lokaal bestuur ............................................................................................. 32 17. Toepassing van de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ..................................... 32 18. Wijziging van dit reglement ............................................................................................................. 32 19. Geschillen en toepasselijk recht ...................................................................................................... 33
BIJLAGE
23
1. Voorwerp Dit kaderreglement wordt opgesteld in uitvoering van het Vlaams Sectoraal Akkoord 2008-2013, afgesloten in het Vlaamse Onderhandelingscomité C1 op 19 november 2008 tot invoering van een aanvullend pensioenstelsel voor de contractanten van de lokale besturen. Een lokaal bestuur kan beslissen om een pensioenstelsel in te voeren voor zijn personeelsleden overeenkomstig de bepalingen van dit kaderreglement vanaf 1 januari 2010 of vanaf een latere datum. De pensioentoezegging die in dit kaderreglement bepaald wordt, is van het type vaste bijdrage, en heeft tot doel om een pensioenrente samen te stellen, die aan de aangeslotene of in geval de aangeslotene overlijdt voor de voorziene einddatum, aan zijn rechthebbenden uitgekeerd wordt. Dit kaderreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van het lokaal bestuur, de pensioeninstelling, de aangeslotenen en hun rechthebbenden, en de voorwaarden waaronder deze rechten uitgeoefend kunnen worden. 2. Begripsomschrijving In dit kaderreglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de volgende betekenis hebben: Aangeslotene Het personeelslid waarvoor het lokale bestuur een pensioenstelsel heeft ingevoerd en dat aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoet en het gewezen personeelslid dat nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het pensioenreglement. Pensioengevend jaarloon Het loon van de aangeslotene ten laste van het lokaal bestuur, dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen. Lokaal Bestuur De overheid of instelling die personeelsleden tewerkstelt die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Vlaams Sectoraal Akkoord 2008-2013, afgesloten in het Vlaamse Comité C1 op 19 november 2008 op wie dit reglement van toepassing is. Het lokaal bestuur is de inrichter van het pensioenstelsel voor zijn personeelsleden. Pensioenreglement Het pensioenreglement dat wordt vastgesteld door het lokaal bestuur. Het bevat dit kaderreglement en de specifieke bepalingen voor het lokale bestuur, nl. de vaststelling van de bijdragevoet, de eventuele inhaalbijdragen en de ingangsdatum. 24
Verworven reserve Met verworven reserve wordt bedoeld de reserve waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig het pensioenreglement. Verworven prestatie Met verworven prestatie wordt bedoeld de prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken overeenkomstig het pensioenreglement indien hij bij zijn uittreding zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat. 3. Aansluiting Elk personeelslid ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst die op de datum waarop het lokale bestuur het pensioenreglement laat in werking treden door een arbeidsovereenkomst verbonden is met het lokaal bestuur of na de datum waarop het lokale bestuur het pensioenreglement laat in werking treden door het lokaal bestuur tewerkgesteld zal worden met een arbeidsovereenkomst wordt verplicht aangesloten aan het pensioenstelsel. Voor de personeelsleden die in dienst treden na de datum waarop het lokale bestuur het pensioenreglement laat in werking treden, is de datum van in dienst treden bij het lokale bestuur tegelijk de datum van aansluiting aan het pensioenreglement Worden evenwel uitgesloten: Personeelsleden met vakantie-, studenten- en IBO-contracten (individuele beroepsopleiding) Personeelsleden die activiteiten uitoefenen terwijl zij al van een wettelijk rustpensioen genieten. Politieke mandatarissen van lokale besturen (burgemeester, schepen, OCMW voorzitter, raadsleden, enz…) Vrijwillige brandweerlieden en beroepsbrandweerlui Vrijwilligers Onthaalouders Politiepersoneel Personeelsleden die aangeworven zijn op grond van artikel 60 §7 van de OCMW-wet Het personeel waarvoor de rechtspositie van het onderwijs gevolgd wordt zoals bepaald in het decreet van 27.03.1991 betreffende de rechtspositieregeling van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. De aangeslotene aanvaardt het pensioenreglement, en machtigt het lokaal bestuur om aan de Pensioeninstelling alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn voor de goede uitvoering van dit reglement. De aangeslotene zal alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn opdat de Pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren, op eenvoudige vraag overmaken. Indien de 25
aangeslotene deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, dan zullen het lokaal bestuur en de Pensioeninstelling ontslagen zijn van het betrokken deel van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met betrekking tot het aanvullend pensioen dat in het pensioenreglement beschreven wordt, behoudens overmacht van de aangeslotene. 4. De pensioentoelage en hoe ze aangewend wordt 4.1 Het bedrag van de pensioentoelage De uitkeringen bij pensionering en in geval van vroegtijdig overlijden voor de einddatum, worden gefinancierd door jaarlijkse pensioentoelagen die door het lokale bestuur ten gunste van de aangeslotene gestort worden aan de Pensioeninstelling, en waarvan het niveau vastgesteld wordt in het pensioenreglement. De pensioentoelage zal minstens 1 % van het pensioengevend jaarloon bedragen. In bijlage wordt het pensioengevend jaarloon omschreven. Het lokale bestuur kan beslissen om een hoger percentage als pensioentoelage te storten. Dit percentage wordt toegepast op het pensioengevend jaarloon. Het lokale bestuur kan beslissen om ten gunste van de personeelsleden die op dat ogenblik in dienst zijn een inhaaltoelage te storten voor de reeds gepresteerde diensttijd of voor een gedeelte van de reeds gepresteerde diensttijd vóór de datum waarop het pensioenstelsel van dat lokale bestuur in werking treedt. Die inhaaltoelage bestaat uit een eenmalige koopsom gelijk aan het normale toelagepercentage op het pensioengevend jaarloon vermenigvuldigd met maximum het aantal jaren en maanden dienst gelegen tussen de datum van in dienst treden en de datum van het in werking treden van het pensioenstelsel. 4.2 De aanwending van de pensioentoelage De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene op een individuele pensioenrekening gestort. De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene in trimestriële delen op het einde van ieder trimester op een individuele pensioenrekening gestort. De oprenting gebeurt: tot op de dag waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen moet gebeuren; of tot op de eerste dag van de maand waarin de aangeslotene overlijdt. 4.3 Het rendement De pensioenrekening ontvangt jaarlijks een door de Pensioeninstelling toegekend rendement. 4.4 Winstdeelname De Pensioeninstelling kan overgaan tot het toekennen van een winstdeelname. Deze winstdeelname neemt de vorm aan van een verhoging van de verworven rechten, en 26
wordt daardoor definitief verworven door de aangeslotene. Een aan de individuele rekening van de aangeslotene toegekende winstdeelname wordt mee opgerent. 4.5 Uitbetaling De Pensioeninstelling zal de voorziene bedragen zo snel mogelijk uitbetalen. Indien de Pensioeninstelling op de normale einddatum nog niet beschikt over alle gegevens die nodig zijn om het juiste bedrag uit te betalen, zal er op die datum een voorschot betaald worden. Dit voorschot is gebaseerd op het bedrag gewaarborgd op basis van artikel 24 van de WAP. Het resterende saldo zal uitbetaald worden uiterlijk 10 werkdagen nadat de Pensioeninstelling de ontbrekende gegevens ontvangt. 5. Uitkering op de einddatum 5.1 De normale einddatum De einddatum waarop het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is en omgezet wordt in een rente, wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste verjaardag van de aangeslotene. 5.2 Blijven werken na 65 jaar Indien de aangeslotene in dienst blijft na de normale einddatum van 65 jaar, blijft de pensioentoelage verschuldigd en er wordt een nieuwe einddatum vastgesteld door de eerdere einddatum telkens met 1 jaar te verlengen. De aangeslotene zal dan de uitkering van zijn pensioenrekening bekomen wanneer hij zijn wettelijk pensioen opneemt of wanneer zijn arbeidsovereenkomst met het lokale bestuur beëindigd wordt 5.3 Vervroegde uitkering De aangeslotene kan de vervoegde uitkering van de pensioenrechten ten vroegste vanaf de leeftijd van 60 jaar bekomen op de ingangsdatum van zijn wettelijk pensioen. De vervroegde uitkering brengt het verval van het recht op een uitkering bij overlijden vóór de einddatum mee. 6. Uitkering in geval van overlijden voor de einddatum Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft de begunstigde recht op de omzetting in een rente van de op het ogenblik van het overlijden opgebouwde waarde op de individuele pensioenrekening. 7. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves De reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen, zijn verworven door de aangeslotene. 27
In afwijking van het eerste lid kan de aangeslotene echter pas na één jaar aansluiting aanspraak maken op verworven reserves. Aan de voorwaarde van één jaar aansluiting wordt voldaan indien op het moment dat de aangeslotene de einddatum bereikt, de som van zijn aansluitingsperioden één jaar bedraagt Voor de beoordeling van de minimale aansluitingsduur van één jaar, worden de periodes van aansluiting bij alle pensioentoezeggingen van lokale besturen in uitvoering van deze kaderovereenkomst samengeteld. Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen heeft verkregen en die opnieuw in dienst komt van het lokaal bestuur, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd. Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die opnieuw in dienst komt van het lokaal bestuur, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd. De pensioenrekening kan niet in pand gegeven worden, en de begunstiging ervan kan niet overgedragen worden. Er kan geen voorschot op toegekend worden. 8. De manier van uitkeren De opgebouwde waarde wordt op de einddatum voorzien in artikel 5 omgezet in een lijfrente ten gunste van de aangeslotene, op basis van de omzettingscoëfficiënten die gebruikt worden door de pensioeninstelling die wordt aangeduid. De opgebouwde waarde wordt in geval van overlijden voor de einddatum omgezet in een rente ten gunste van de begunstigde, op basis van de omzettingscoëfficiënten die gebruikt worden door de pensioeninstelling die wordt aangeduid. Wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan minder dan of gelijk aan 500 euro bedraagt, wordt het kapitaal uitbetaald. De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de begunstigde(n). Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 500 en 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier gelijke delen op het einde van ieder trimester. De in dit artikel vermelde bedragen worden geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden, met als basis 1 januari 2004.
28
9. Begunstigden 9.1 De begunstigde van de uitkering op de einddatum Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum, wordt de rente uitgekeerd aan de aangeslotene zelf. 9.2 De begunstigde van de uitkering bij overlijden Indien de aangeslotene overlijdt vóór de einddatum, wordt de voorziene uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende voorrangsorde: a. De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zo ver die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een andere woonplaats hebben; b. Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikel 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, en die geen bloedverwant is van de aangeslotene; c. Bij ontstentenis de kinderen van de aangeslotene, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen; d. Bij ontstentenis het financieringsfonds. De begunstigden onder a en b ontvangen een lijfrente. De kinderen ontvangen elk dezelfde tijdelijke rente tot ze 25 jaar worden. 10. Gevolgen van het niet betalen van de pensioentoelagen Het lokaal bestuur zal de verschuldigde pensioentoelagen aan de Pensioeninstelling overmaken. De inning van de periodieke pensioentoelage gebeurt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO). De inning van de eenmalige inhaalbijdrage gebeurt door de pensioeninstelling. Wanneer de Pensioeninstelling op de hoogte gebracht wordt dat het lokaal bestuur de pensioentoelage niet betaalde, worden de pensioenrekeningen premievrij gemaakt op basis van de wel betaalde pensioentoelagen. De premievrijmaking ontslaat het lokaal bestuur geenszins van de betaling van de achterstallige bijdragen. De Pensioeninstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 2 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van de betalingsachterstand door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen. 11. Informatie 11.1 Het pensioenreglement De tekst van het kaderreglement is beschikbaar op de website van de Pensioeninstelling. Het lokaal bestuur stelt het pensioenreglement ter beschikking van de aangeslotenen.
29
11.2 De pensioenfiche Ieder jaar brengt de Pensioeninstelling elke aangeslotene door middel van een pensioenfiche op de hoogte van het bedrag van de pensioentoelagen, de verworven reserve, de verworven prestatie en de datum van opeisbaarheid, het bedrag van de verworven reserve van het afgelopen jaar, de rente die overeenstemt met het pensioenkapitaal. de overige inlichtingen die verplicht moeten meegedeeld worden op basis van de WAP 11.3 Beheersverslag De Pensioeninstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de pensioentoezegging ter beschikking van de aangeslotenen, via de website. Daarin is onder meer de volgende informatie opgenomen: de wijze van financiering van de pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die financiering; de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten; het rendement van de beleggingen en de kostenstructuur; de verdeling van de winst. 12. De aangeslotene verlaat het lokaal bestuur vóór de einddatum Wanneer het arbeidscontract van de aangeslotene beëindigd wordt om een andere reden dan het overlijden of het bereiken van de einddatum, heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden, voor zover hij rechten kan opeisen op de reserves:
hetzij de verworven reserve zonder wijziging van de pensioenbelofte laten bij de Pensioeninstelling en op de einddatum of bij overlijden een rente ontvangen; hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever waarmee hij een arbeidscontract sloot, indien hij aan de pensioentoezegging van die nieuwe werkgever aangesloten wordt; hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere pensioensinstelling die de totaliteit van haar winsten proportioneel met de reserves verdeelt onder de aangeslotenen, en die de kosten beperkt als gevolg van de regels bepaald door het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders.
Bij een uitdiensttreding verwittigt het lokale bestuur binnen de dertig dagen de pensioeninstelling. Binnen de dertig dagen na die verwittiging deelt de pensioeninstelling de verworven rechten mee aan het lokale bestuur dat op zijn beurt de aangeslotene inlicht. Binnen de dertig dagen na de mededeling door de pensioeninstelling moet de aangeslotene een keuze maken. Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij de Pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioenbelofte (punt a. hier voor). 30
De artikels 8 en 13 blijven van toepassing op de overgedragen reserves. De nieuwe pensioeninstelling zal hiervan verwittigd worden. 13. Financieringsfonds Het financieringsfonds wordt beheerd door de pensioeninstelling en ontvangt hetzelfde globaal rendement (prorata temporis) dat aan de wiskundige reserves toegekend wordt. Het fonds wordt gefinancierd door de reserves waarop de aangeslotene die het lokaal bestuur verlaat voor de einddatum geen aanspraak kan maken, en door de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de begunstigde is. Binnen de wettelijke mogelijkheden, beslist de inrichter over de bestemming van het financieringsfonds. Het fonds is bestemd voor de aangeslotenen en/of zijn begunstigden en zijn tegoeden mogen nooit, zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden aan de inrichter. 14. Begrenzing van de pensioenen De toekenning van de pensioenuitkering mag er niet toe leiden dat het totaal van de pensioenvoordelen, dat een aangeslotene ontvangt, hoger is dan het pensioen waarop hij in uitvoering van het art. 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen aanspraak kan maken. De toekenning van pensioenuitkering mag evenmin tot gevolg hebben dat het totaal van de pensioenvoordelen dat een aangeslotene ontvangt, hoger is dan het bedrag van het pensioen openbare sector waarop hij aanspraak zou kunnen maken indien hij een vaste benoeming had verkregen bij het lokaal bestuur dat de pensioentoezegging in toepassing van dit kaderreglement heeft ingevoerd. In geval het maximaal toegelaten pensioen overschreden wordt, zal hiertoe het geheel of een deel van de individuele reserve ingehouden worden, en in het financieringsfonds gestort worden. 15. Fiscale bepalingen 15.1 Welke fiscale wetgeving is van toepassing? Wanneer de aangeslotene en de begunstigde hun woon- en/of werkplaats in België hebben, en het lokaal bestuur gevestigd is in België, is de Belgische fiscale wetgeving van toepassing zowel op de pensioenbijdragen als op de uitkeringen. Is dit niet het geval, dan zouden fiscale en/of sociale lasten kunnen verschuldigd zijn op basis van een buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die in dat verband gelden. 15.2 Belastingsstatuut van de pensioentoelage
31
Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van dit kaderreglement, vormen de werkgeverstoelagen in principe aftrekbare beroepskosten in de vennootschapsbelasting, en geven geen aanleiding tot bijkomende heffing in de rechtspersonenbelasting, noch tot een dadelijk belastbaar voordeel voor de aangeslotene. Het bedrag, uitgedrukt in jaarlijkse rente: van de voorziene uitkeringen naar aanleiding van pensionering in uitvoering van de pensioentoezegging en van het wettelijk pensioen en van andere aanvullende pensioenuitkeringen waarop de aangeslotene recht heeft mag evenwel 80 % van de laatste normale bruto bezoldiging niet overschrijden, rekening houdend met de normale duur van een beroepswerkzaamheid, en met een overdraagbaarheid van de rente ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) van 80 %, en met een indexatie van de rente. Indien een lokaal bestuur voor een aangeslotene nog andere aanvullende pensioenvoordelen zou voorzien dan diegene die voortkomen uit de op grond van dit kaderreglement ingevoerde pensioenstelsels, zal een gebeurlijke overschrijding van de fiscaal toegelaten grens aangerekend worden op de financiering van die andere pensioenvoordelen. 16. Verplichtingen van het lokaal bestuur Het lokaal bestuur zal tijdig alle vereiste gegevens voor de uitvoering van het pensioenstelsel aan de Pensioeninstelling overmaken. De verplichtingen van de Pensioeninstelling worden gevestigd op basis van de tijdig overgedragen gegevens. Het lokaal bestuur zal alle vragen van de aangeslotenen over het pensioenreglement in het algemeen, of over de individuele rekeningen, meedelen aan de Pensioeninstelling. 17. Toepassing van de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer Het lokaal bestuur verstrekt via de RSZPPO een aantal persoonsgegevens aan de Pensioeninstelling om het pensioenstelsel te beheren. De Pensioeninstelling behandelt deze gegevens vertrouwelijk. Ze mogen uitsluitend gebruikt worden voor het beheer van het pensioenstelsel, met uitsluiting van elk ander al dan niet commercieel oogmerk. Iedere persoon van wie persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en verbetering ervan te verkrijgen. Hij moet zich in dat geval schriftelijk tot de Pensioeninstelling richten, en daarbij een kopie van zijn identiteitskaart voegen. 18. Wijziging van dit reglement Dit kaderreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door een (sectoraal) akkoord dat in het onderhandelingscomité C1 gesloten wordt. 32
19. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit kaderreglement en op de pensioenstelsels die in toepassing daarvan worden ingesteld. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
33
BIJLAGE Omschrijving pensioengevend jaarloon Pensioengevend jaarloon = jaarloon dat in aanmerking wordt genomen voor socialezekerheidsbijdragen. Overeenkomstig art. 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers worden de socialezekerheidsbijdragen berekend op het loon van de werknemer zoals bepaald door art. 2 van de loonbeschermingswet van 12 april 1965. In zijn algemeenheid omvat het (aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen) loon de voordelen in geld of in geld waardeerbaar waarop de werknemer ingevolge zijn tewerkstelling recht heeft ten laste van de werkgever. In principe vallen alle toelagen, premies of vergoedingen die contractuele personeelsleden ontvangen onder het aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen loon, behoudens de bij wet of bij KB voorziene uitzonderingen (b.v. vergoedingen vermeld in de artikelen 19, 19bis, 19ter en 19quater van het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de socialezekerheidswet). Hieronder worden de meest voorkomende loonelementen opgesomd met de aanduiding of er wel (zie linkerkolom) dan geen (zie rechterkolom) socialezekerheidsbijdragen op verschuldigd zijn. Onderworpen aan SZ-bijdragen
Niet-onderworpen aan SZbijdragen
Normaal loon voor werkelijke arbeidsprestaties Vergoeding voor reis- en verblijfskosten Haard- en standplaatstoelage
Kostenvergoedingen (b.v. terugbetaling kosten woon- werkverkeer)
Eindejaarstoelage
Arbeidsgereedschap of werkkledij
Nacht-, zaterdag- en zondagtoelagen
Maaltijden beneden kostprijs in bedrijfsrestaurant
Toelage voor overuren
Maaltijdscheques(indien vrijstellingsvoorwaarden voldaan)
Verstoringstoelage
Geschenkencheques(indien vrijstellingsvoorwaarden voldaan)
Gevarentoelage
Sport- en cultuurcheques (indien vrijstellingsvoorwaarden voldaan)
34
Permanentietoelage
Ecocheques (indien vrijstellingsvoorwaarden voldaan)
Mandaattoelage,toelage voor opdrachthouderschap, functioneringstoelage, managementstoelage
Aanvullend sociaalzekerheidsvoordeel (b.v. premie hospitalisatieverzekering, aanvulling ziekteuitkering
Premie vrijwillige vierdagenweek
Gratificaties of vrijgevigheden
Opzeggingsvergoeding Loon voor feestdagen Enkelvoudig vakantiegeld of doorbetaald loon Dubbel vakantiegeld(= 92%) voor vakantiedagen Gewaarborgd loon 1e maand bediende en Gewaarborgd loon 1e week arbeider (100%)
Gewaarborgd loon 2de week arbeider (60%)
Geactiveerde uitkering van werknemers activaplan, doorstromingsprogramma’s of sine
35