Jan Erik Noske Muziektheater Briza/ Het Zeeheldentheater Trompstraat 340 2518BT Den Haag www.briza.nl (070-3992222/06.26334397)
Aan de Staatssecretaris van Cultuur De heer H. Zijlstra Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Betreft:
22% bezuinigen op cultuurinstellingen en de beeldende kunst en/of de BTW verhoging van 6% naar 19%
Geachte heer Halbe Zijlstra,
22 oktober 2010
Ter aanvulling op de brief van de wethouders cultuur van de 9 grote steden dd 15 oktober jl. graag Uw dringende aandacht voor het volgende. In de betreffende brief wordt U gevraagd een keuze te maken tussen de 200 miljoen aan bezuinigingen op landelijke, door het Rijk gesubsidieerde, cultuurinstellingen en de verhoging van 6 naar 19% aan BTW op de toegangsprijzen in de cultuur. Ik verzoek U, indien U van plan bent tegemoet te komen aan dit verzoek om dan te kiezen voor de bezuiniging van 200 miljoen op podiumkunstinstellingen en niet voor de BTW-verhoging naar 19% op theaterkaartjes.
1
De motivatie waarom: A. Kunst met een grote K • De 200 miljoen aan bezuinigingen betreft een beperkt aantal kunst-met-een-grote-K-instellingen, die het als hun belangrijkste taak zien de elite van ons land te bedienen (de hogeropgeleiden/boven-modaal-verdienenden). • Bewezen is dat het verkrijgen van (meer) subsidie vaak als gevolg heeft dat de eigen inkomsten niet hoger worden maar verhoudingsgewijs juist lager (gebrek aan motivatie). • De onwaarheid dat kunstsubsidies kunst-met-een-grote-K toegankelijk zou maken voor de massa. • Kunstspreiding (wordt) werd decennialang als alibi gebruikt om de voorkeur van de elite te beschermen en veilig te stellen (Bram de Swaan, Essay kwaliteit en klasse, 1985). • Het niet eerlijk is om ‘Jan met de pet’ indirect mee te laten betalen aan de zwaar gesubsidieerde theaterkaartjes van de elite, terwijl hijzelf zijn eigen (dure) kaartje moet ophoesten. B. Het gehele culturele veld wordt de dupe van de BTW-verhoging • De verhoging op de BTW van 6% naar 19%, treft niet alleen bovenstaande kunst-met-een-grote-K-instellingen (een beperkt aantal), maar treft de gehele cultuursector, dus ook alle duizenden hardwerkende (zowel grote als kleinere) instellingen die met of zonder subsidie, maar middels bloed, zweet en tranen, zich een plaatsje in het Nederlandse culturele veld hebben veroverd of nog van plan zijn te veroveren (denk hierbij o.a. aan 69.999 popgroepen, ruim 9.000 amateurkoren (verenigingen), honderden jeugdtheatergroepen (muziek, dans en theater), duizenden muzikanten/dansers/acteurs werkzaam als zzprs of binnen stichtingen/verenigingen, duizenden zorginstellingen, tienduizend scholen (basis- en voortgezet) en niet te vergeten ruim 1000 clubs/concertzalen, openluchttheaters en theatertjes. • Veel van deze honderden instellingen, in ons geval het cultuureducatieve Muziektheater Briza (www.briza.nl, gericht op jeugd en jongeren met als thuistheater het ongesubsidieerde Zeeheldentheater in Den Haag) bereiken een breed publiek 2
bestaande uit echt alle lagen van de jonge bevolking en verwerven bovendien een groot percentage aan eigen inkomsten in vergelijking met kunst-met-een-grote-K-instellingen. • Het betreft hier zeer gemotiveerde cultuurinstellingen die praktisch altijd met beide benen midden in de maatschappij staan en dienstbaar zijn naar het publiek. • BTW-verhoging zal leiden tot 800.000 minder bezoekers (volgens onderzoeker Rene Goudriaan, volkskrant 19 okt. 2010). • ‘Jan met de pet’ nog meer laten betalen voor zijn ongesubsidieerde Musical, Popconcert, Andre Rieu Happening, Cabarettier, jazz- of wereldmuziek-festival straft niet alleen het gesubsidieerde maar met name het grote ongesubsidieerde culturele veld. • Btw op kunst en cultuur (toegangskaarten) in ons omringende landen Duitsland 0 % kunst en cultuur, Duitsland 7% niet culturele evenementen (Holliday on Ice) Italië 10% Spanje 8% Frankrijk 2,1% voor eerste 140 voorstellingen, 5,5% voor andere Rusland 0% België 6% voor niet erkende, 0% voor erkende (gesubsidieerde) instellingen UK 17,5% (nationale musea zijn gratis) Nederland 6% C. Oneerlijke concurrentie mbt BTW tarief • Onuitlegbaar is waarom sport, boeken,circussen, bioscopen (vaak commerciele bedrijven, zij hebben praktisch nooit een stichtingsvorm) en zwembaden vrijgesteld van de BTW-verhoging (ongelijke behandeling)? Videofilms en CD’s (19%) en bioscopen en tijdschriften (6%). D. Toekomst jonge artiesten/kunstenaars • Alle jonge artiesten/kunstenaars op kunsteducatieve opleidingen (Conservatoria, dansopleidingen, kunstacademies etc.) waar zij steeds meer worden voorbereid op een brede,inzetbare, zelfstandige beroepspraktijk worden zeker zwaar getroffen door de BTW-verhoging.
3
• Cultureel ondernemerschap zou juist gestimuleerd moeten worden en niet worden afgebroken middels inkomstenderving. E. De hoogste lage prijs en laagste hoge prijs Theaterkaartjes NL • De theaterkaartjes zullen zeker duurder moeten worden maar niet door de BTW-verhoging maar om de eigen inkomsten te verhogen opdat cultuurinstellingen (met en zonder subsidie!) zich beter zelf beter kunnen bedruipen en er ook onderling een eerlijkere concurrentie plaats zal gaan vinden tussen de wel en niet gesubsidieerde instellingen. Nederland blijkt het goedkoopste en prijskundig het minst gedifferencieerde theaterkaartje van Europa aan te bieden. Zo kost in 2010 de opera in Wenen € 3,50 (staanplaats 4e balkon) tot € 240,- (loge of vooraan). Door een goede logistieke organisatie en planning zijn in de grote steden alle voorstellingen meestal uitverkocht en zijn de gemiddelde inkomsten per plaats dan ook veel hoger (minder subsidie nodig!!. Lees het rapport Ape rapport nr. 367a: Voorstudie toegangsprijzen in de culturele sectoren Onderzoek voor het Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap © Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics bv (APE) (Den Haag, 25 april 2007, zie de bijlagen). Citaat 5.2.3. Prijsdifferentiatie berust op de gedachte dat de verschillende publieksgroepen in uiteenlopende mate gevoelig zijn voor de hoogte van de toegangsprijzen. Mits zorgvuldig gedoseerd, kan een selectieve verlaging van de toegangsprijzen voor de ene publieksgroep en een selectieve verhoging voor de andere publieksgroep zowel de inkomsten uit toegangsgelden verhogen als het museumbezoek vergroten. Dit potentieel is in Nederland nog onderbenut. Voor zover er van prijsdifferentiatie sprake is, lijkt dit vooral te berusten op historisch gegroeide prijsverschillen, al dan niet op basis van rechtvaardigheidsoverwegingen.
Citaat 5.3.3. Een belangrijke conclusie is dat in vergelijking met de ons omringende landen de Nederlandse podiumkunstsector weinig aan prijsdifferentiatie doet. De laagste prijs die wij in Nederland per genre hebben gevonden, is hoger dan de laagste prijs in de ons omringende landen. Dit geldt zowel voor opera, ballet, orkesten als voor toneel. De goedkoopste toegangsprijs voor een concert van het Koninklijk Concertgebouworkest bedraagt bijvoorbeeld € 25; de goedkoopste kaartjes voor een concert van het Wiener Philharmoniker, Berliner Philharmoniker en het London Symphony Orchestra zijn respectievelijk € 6, € 14 en € 9. Tegelijkertijd geldt dat de hoogste prijs die wij in Nederland per genre hebben kunnen vinden, de laagste is in vergelijking met de ons omringende landen.
F. Kunst- en Cultuureducatie • Echte kunstspreiding vindt plaats via het onderwijs (kunsteducatie) en niet via kunstsubsidies-met-een-grote-K.
4
• Het betreft hier onderwijs waarvan de gehele regering vindt dat dat gestimuleerd moet worden. Indien U van mening bent dat beide bezuinigingsmaatregelen terecht zijn dan verzoek ik U in ieder geval cultuureducatie gericht op jeugd en jongeren en cultuur-aanbod gericht op zorginstellingen (ouderen) op het BTW tarief van 6% te houden. Dit betreft immers het educatieve (onderwijs) gedeelte van de cultuur met als doel de jeugd een bredere culturele horizon mee te geven waardoor zij later als de toekomstige volwassene zelf bewuster cultuurkeuzes kan maken en daarvoor ook zelf wil betalen. Als laatste moet mij iets van het hart dat al jaren diep in het hart steekt: Ondergetekende draait al decennia lang mee in de culturele sector (met en zonder subsidies) en weet als geen ander hoe het een en ander in zijn werk gaat in de praktijk. Het meest oneerlijke principe dat gehanteerd wordt in de cultuursubsidiesector is de verdeling van de beschikbare subsidies. Er is altijd te weinig geld dus vraagt iedereen steeds meer en bovendien vaak teveel. Vervolgens moeten er keuzes worden gemaakt (adviescommissies). Vanwege het beperkte budget wordt vervolgens het grootste aantal aanvragers afgewezen met als motivatie het meest zwaarwegende criterium: ‘het gebrek aan artistiek-inhoudelijke kwaliteit’. Vanwege het Thorbecke-principe zal iedere rechter t/m de Raad van State in het geval van ‘het aantekenen van beroep’ tegen de beschikking, verklaren in te moeten stemmen met deze ‘vage, nooit gemotiveerde, subjectieve’ opmerking en kan er praktisch nooit succesvol bezwaar tegen worden gemaakt. Voorbeeld uit eerste hand: Muziektheater Briza kreeg een positief advies van Plasterk, werd doorverwezen naar het landelijke Fonds afdeling muziektheater, alwaar het beperkte muziektheaterbudget van enkele miljoenen al snel werd toegewezen aan enkele hoogdravers en alle overige aanvragers (ten bedrage van ruim 12 miljoen) het nakijken hadden met een negatief ‘artistiek-inhoudelijk’ advies (zie tevens het stuk ‘Niemand is gebaat bij objectieve adviezen over kunst’ http://www.klamer.nl/articles/culture/kunst.php)
5
Soms komt ongewild de gedachte in mij op dat “subsidie meer kapot maakt dan je lief is”. Hopend dat U bovenstaande zult meenemen in de onderhandelingen en de besluitvorming. Er staat voor de toekomst van cultureel Nederland veel op het spel Hopend op Uw reactie, Hoogachtend, Met vriendelijke groet,
Jan Erik Noske (namens Muziektheater Briza, Het Zeeheldentheater en de duizenden culturele instellingen die ons land rijk zijn) CC commissie OCW Tweede Kamer Bijlagen: brief VSCD http://www.vscd.nl/nieuws/1002/Argumentatie_tegen_btw_verhoging/?re f=%2F Voorstudie toegangsprijzen in de culturele sectoren (2007) http://www.klamer.nl/articles/culture/kunst.php
6