SCHOOLPLAN 2011-2015
OBS de Speurneus: “Samen speuren naar talent”
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
1
1. INHOUDSOPGAVE
01.
Inhoudsopgave
pag. 2
02.
Inleiding
pag. 3
03.
Algemene gegevens
pag. 4
04.
Missie en visie
pag. 5
05.
Analyse huidige situatie
pag. 9
06.
Blik vooruit
pag. 14
07.
Aanbod onderwijs en leren
pag. 16
08.
Leerlingenzorg
pag. 22
09.
Personeelsbeleid
pag. 29
10.
Kwaliteitsbeleid
pag. 31
11.
Financieel beleid
pag. 35
12.
Planningsmatrix
pag. 36
13.
Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag
14.
Bijlagen
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
2
2. INLEIDING Het nieuwe schoolplan voor de periode 2011-2015 heeft in grote lijnen een zelfde opzet als het vorige schoolplan. Een nieuw aspect is de analyse van de huidige situatie, die leidend is voor de koers voor de komende 4 jaren. Ons schoolplan biedt team en ouders houvast bij de gemaakte beleidskeuzes en de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. Daarnaast leggen we middels dit plan verantwoording af naar het eigen bevoegd gezag en de inspectie van het onderwijs. Bij de totstandkoming van het schoolplan is niet alleen het schoolteam, maar ook de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag (middels de regiodirecteur) in een vroeg stadium betrokken. Het schoolplan is de samenhangende vertaling van: a. de analyse van de huidige situatie. Deze analyse is gebaseerd op de eigen sterkte-zwakte analyse SWOT, de uitkomst van inspectiebezoeken, het Movare-risicoprofiel en het meest recente klanttevredenheidsonderzoek afgenomen in november 2010 door adviesbureau Beekveld & Terpstra b. het strategisch beleid van Movare, waarbinnen opbrengstgerichtheid en passend onderwijs kernthema’s zijn c. het zorgplan van het Samenwerkingsverband 55.02 d. het lokale beleid (LEA), met als kernthema’s: tussendoelen taal-rekenen, ouders als partner en het voorkomen van gedragsproblemen e. het overheidsbeleid met de invoering van passend onderwijs als kernthema f. het overheidsbeleid met de invoering van de zgn. functiemix als kernthema
Team OBS de Speurneus
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
3
3. ALGEMENE GEGEVENS Algemeen: Naam school: Adres school: Postcode: Plaats: Telefoon: Directeur: E-mail: Website:
Openbare basisschool De Speurneus Haaselt 3 6374 NJ Landgraaf 045 – 5691510 Dhr. Martijn Somberg
[email protected] www.obsdespeurneus.nl
Bevoegd gezag : Voorzitter College van Bestuur: Algemeen toegangsnummer: E-mail: Website:
Onderwijsstichting MOVARE Dhr. Arie Kraak 045-5466950
[email protected] www.movare.nl
Onze school is een MOVARE-school. De naam MOVARE staat voor beweging en verandering. Het onderwijs is evenals de maatschappij in beweging. MOVARE richt die beweging op de kwaliteit van het onderwijs. Aanpak en werkwijze zijn vooruitstrevend en kenmerken zich door een hoog ambitieniveau, ondernemingszin en oog voor innovatie.. Onderwijsstichting MOVARE is het bevoegd gezag van 58 scholen met 70 locaties in 10 gemeenten. MOVARE kent katholiek, oecumenisch, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en openbaar onderwijs. Met ca.13.000 leerlingen en ca. 1200 medewerkers is de stichting één van de grootste onderwijsinstellingen in Limburg. Voor nadere informatie verwijzen we naar het jaarverslag 2009.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
4
4. MISSIE EN VISIE Missie Het begrip missie heeft te maken met ons bestaansrecht. Waarom doen we wat we doen. Waarvoor staan we. Wat zijn onze waarden. Waarom zijn we er en wat willen we met ons onderwijs betekenen voor de buurt, de regio en de samenleving als totaliteit. Wij hebben de kern van onze missie in de volgende zin gegoten:
“OBS de Speurneus, samen speuren naar talent!” OBS de Speurneus wil vanuit het kind werken aan een zo optimaal mogelijke opbrengst. Wij zien het als onze uitdaging om kinderen te begeleiden om samen het maximale resultaat op cognitief gebied maar zeker ook op sociaal emotioneel vlak te kunnen behalen. Om opbrengsten zo optimaal mogelijk te kunnen maken, investeren wij in passend onderwijs en werkvormen van boeiend onderwijs. Passend onderwijs betekent voornamelijk maatwerk leveren en handelingsgericht te werk gaan (zie ook bijlage 5). Met de werkvormen van boeiend onderwijs willen wij een afwisselende en uitdagende leeromgeving creëren. Onze school is dus gericht op resultaat, want we willen er uit halen wat er in zit. Hierdoor leggen we een stevige basis voor de verdere ontwikkeling van de aan onze zorgen toevertrouwde leerlingen.
Visie Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we ons zelf in de komende jaren. Welke kant willen wij als school opgaan? Wat willen we bereiken? Het gaat bij het formuleren van onze visie dus om: 1. 2. 3.
Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Wat is nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
5
Ad 1:
Als wij de speerpunten formuleren, zijn de volgende ontwikkelingen voor onze school het meest relevant: a. De nadruk op opbrengstgerichtheid leggen. Met name op het gebied van taal en (begrijpend)lezen. b. Professionalisering van leerkrachten, interne begeleiding en directie op het gebied van communicatie en onderwijsontwikkeling (passend en boeiend onderwijs). c. Uitbreiden van vakmanschap op het gebied van school zelfevaluatie en afstemming van het leerstofaanbod (bijv. verfijning directe instructiemodel en uitbreiding van SVIB, school video interactie begeleiding). d. Bevorderen van teamleren. e. Moderne media spelen in de wereld van het kind een steeds prominentere rol.
Ad 2:
Hierin leggen wij accenten: a. Samenstellen van een taal / lees verbetergroep. Leerwerkplan opstellen en evalueren. Administratiesysteem verfijnen. b. Communicatietraining, professionalisering in omgaan met feedback en feedback geven, werken aan persoonlijke groei vanuit een POP (persoonlijk ontwikkelings plan). c. Uitbreiden traject school zelfevaluatie o.l.v. de Heer Pierre Wolters. Verdieping en uitbreiding van interne coaching. (Leerkracht coacht andere leerkracht bij hulpvraag). Uitbreiding geven aan coach de coachtraject. De interne coaches van de Speurneus krijgen professionalisering op het gebied van coachen. SVIB implementeren in de organisatie. d. Uitbouwen van netwerkvergaderingen rondom boeiend en passend en opbrengstgericht onderwijs. Interne coaching voortzetten. e. Voor een betere plek voor ICT in ons onderwijsaanbod. Met name het gebruik van smartboards zal in toenemende mate onderdeel moeten worden van het didactisch handelen van leerkrachten. In algemene zin willen wij een school zijn die hoge verwachtingen waarmaakt. Een school waarin wij als team, samen met onze leerlingen, speuren naar de talenten, deze benadrukken en ontwikkelen. Op deze wijze willen wij streven naar optimale opbrengsten op cognitief en sociaal – emotioneel gebied!
Ad 3:
Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan: a. Onderwijskundig leiderschap dat schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling stimuleert b. Onderwijskundig leiderschap met specifieke aandacht voor personeelsontwikkeling door klassenconsultaties en een regelmatige gesprekscyclus (startgesprek, voortgangsgesprek en ontwikkelings / functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek) c. Kwaliteitszorg die systematisch en cyclisch van aard is, (groepsbesprekingen, inhoudelijke teamvergaderingen, interne / externe spreekuren, coaching) d. Een pedagogisch-didactische aanpak die zich kenmerkt door: o activiteit en zelfstandigheid van leerlingen o het stellen van ambitieuze doelen o doelgerichte lesaanpak o doelgerichte jaarprogrammering o effectieve inzet van tijd en klassenmanagement (directe instructie model)
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
6
Schematische weergave van de totale schoolontwikkeling periode 2011 - 2015
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
7
Identiteit Onze basisschool is een openbare basisschool. Dit betekent dat de school open staat voor iedereen met respect voor ieders culturele en/of levensbeschouwelijke achtergrond. Algemene kenmerken van de Speurneus zijn: - pluriformiteit, wij bieden ruimte aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan - emancipatie en tolerantie, wij als openbare basisschool garanderen de principiële gelijkwaardigheid van opvattingen - algemene toegankelijkheid: de openbare basisschool weigert geen leerlingen op grond van ras of overtuiging. - godsdienst en vormingsonderwijs: wij bieden mogelijkheden om godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs te volgen. Dit gebeurt in samenwerking met vrijwilligers van de parochie te Ubach over Worms. Wij willen op een actieve wijze “onze” leerlingen stimuleren tot een brede ontwikkeling. Hierbij houden wij rekening met ieders mogelijkheden. Wij staan voor het leggen van een stevige basis voor de verdere ontwikkeling van de aan onze zorgen toevertrouwde leerlingen. Die stevigheid ontstaat door intensieve aandacht te hebben voor de totale ontwikkeling van het kind. Daarbij gaat het niet alleen om het bijbrengen van kennis (rekenen, taal, begrijpend lezen, schrijven, aardrijkskunde, geschiedenis etc.), maar ook om vaardigheden (gymnastiek, spel, dans, drama, tekenen en handvaardigheid) en gedrag (sociaal emotionele ontwikkeling). In ons schoollogo willen wij onze identiteit zichtbaar maken:
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
8
5. ANALYSE HUIDIGE SITUATIE Regiobeschrijving OBS de Speurneus is gelegen in de regio Zuidoost Limburg in de gemeente Landgraaf. Deze regio is in algemene zin te omschrijven als een krimpregio. Belangrijke kenmerken zijn werkeloosheidscijfers die boven het landelijke gemiddelde liggen (Nederland 9%, Limburg 11%, Oostelijk Zuid Limburg 14%), dubbele vergrijzing en ontgroening. Voor scholen in de regio betekenen de demografische gegevens een jaarlijkse terugloop van het leerlingenaantal van zo’n 2,5 %. Wijkbeschrijving OBS de Speurneus staat in de wijk “Parkheide” in de kern Ubach over Worms van de gemeente Landgraaf. De wijk is grotendeels in de jaren 90 van de vorige eeuw gebouwd en bestaat voor 80% uit koopwoningen. In de wijk staan 2 basisscholen die in principe ieder een deel van de wijk als voedingsgebied hebben. Ouders Geconstateerd mag worden dat de landelijke trend dat beide ouders fulltime of parttime werken ook op onze school van toepassing is. Mede gelet op ons continurooster blijft naar schatting 85% van onze leerlingen over. Hiervoor is door onze school tussentijdse opvang door leerkrachten en ouders geregeld. Uit de laatste ouderenquête (november 2010) trekt adviesbureau Beekveld & Terpstra de volgende conclusie over de uitkomsten van ouders / verzorgers van basisschool de Speurneus: Ouders zijn zeer tevreden over hun keuze voor De Speurneus. De school maakt de verwachtingen waar en het onderwijs dat zij belooft. Ouders zouden opnieuw kiezen voor de school. Zij geven aan dat zij andere ouders aanraden om voor deze school te kiezen en dat het geschetste beeld van de school overeenkomt met de werkelijkheid. (bron: adviesbureau Beekveld & Terpstra november 2010)
Populatie van de school; kenmerken De ontwikkeling van het leerlingenaantal ziet er vanaf 2007 als volgt uit: 01-10-2007 444 01-10-2008 448 01-10-2009 455 01-10-2010 423 Na een lange tijd van (explosieve) groei kunnen wij nu constateren dat onze school op dit moment aardig in de pas loopt met de regionale krimp. Volgens de huidige cijfers kunnen we onze school omschrijven als een grote school met 423 leerlingen, geteld op 1-10-2010. Voor de komende jaren verwachten wij door krimpsituatie in de regio een stevige leerling daling. Onderstaand beschrijven we een aantal belangrijke kenmerken van onze leerlingenpopulatie:
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
9
a. (Extra) gewicht schooljaar 2010 – 2011: Gewicht Extra gewicht Extra gewicht
0 0,30 1,2
406 lln. 11 lln. 6 lln.
96,0 % 2,4 % 1,6 %
b. Zorgleerlingen Zowel leerlingen met een voorsprong als leerlingen met een achterstand tot 10 maanden worden bij ons op school meegenomen in een groepshandelingsplan. Leerlingen met gediagnosticeerde dyslexie, doubleurs en leerlingen met (al dan niet gediagnosticeerde) specifieke sociaal-emotionele behoeften krijgen bij ons een individueel handelingsplan. c. Individueel Ontwikkelingsperspectief Als een leerling grote moeite heeft met het volgen van het reguliere onderwijs en, ondanks de inzet van groepshandelingsplannen of (in de onderbouw) individuele handelingsplannen, leerachterstanden van meer dan een jaar oploopt, kunnen we in overleg met de ouders de gemiddelde leerlijn loslaten. Deze leerling zal dus niet alle kerndoelen bereiken. Bij ons op school nemen we zo’n besluit in beginsel ten vroegste aan het eind van het 5de leerjaar en ten laatste in begin groep 7. Aan zo’n besluit ligt meestal ook het advies van een extern deskundige ten grondslag. d. Resultaten Voor een goed inzicht in de resultaten van onze school maken wij, naast de aanbevelingen uit het laatste inspectiebezoek, gebruik van het Cito Leerling Ontwikkel Volg Systeem (LOVS) en het MOVARE-risicoprofiel. Inspectiebezoek: Het laatste inspectiebezoek dateert van 10-4-2008: het betrof een bezoek in het kader van een steekproef voor een landelijk onderzoek naar de staat van het primair onderwijs in Nederland. Het doel van dit onderzoek was allereerst het verzamelen van informatie over een aantal indicatoren, waarover de inspectie rapporteert in het Onderwijsverslag 2007-2008. Conclusie van de inspectie: De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op basisschool De Speurneus op de onderzochte onderdelen over het algemeen genomen op orde is. In het onderzoek is gebleken dat het onderwijs op die gebieden geen of nauwelijks tekortkomingen kent. Deze conclusie zal worden betrokken bij de eerstvolgende jaarlijkse risicoanalyse die voorafgaat aan de beslissing of het toezichtarrangement eventueel aangepast dient te worden.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
10
Risicoprofiel: Dit profiel bevat o.a. gegevens omtrent de eindtoetsopbrengsten, de tussenopbrengsten, het pedagogisch/didactisch handelen van onze leerkrachten en in- uit- en doorstroom van onze leerlingen. Op de volgende pagina treft u ons profiel aan.
Risicoprofiel
OBS De Speurneus
Toezichtsarrangement
jun-11
0
Algemeen -2007
-2008
-2009
-2010
-2011
-2012
3%
4%
3%
3%
0%
0%
12%
15%
15%
16%
0%
0%
539,5
536,7
536,9
535,2
Opbrengst Taal
?
76
77
76
0
0
Opbrengst Rekenen
?
74
71
41,3
0
0
Entreetoets (+5norm)
73
72
67
68
-2009
-2010
-2011
-2012
% risicoleerlingen (td cfi) % zorgleerlingen (td hp)
Eindopbrengsten
Tussenopbrengsten DMT oude versie TL E3 DMT leeskaart 2
GV
+5norm
0
TL E4 DMT leeskaart 3
GV
+5norm
0
TL E3 DMT leeskaart 2
GV
+5norm
0
TL E4 DMT leeskaart 3
GV
+5norm
0
E3
GV
+5norm
41,4
E4
GV
+5norm
69
E3 leestechniek
GV
+5norm
0
E3 leestempo
GV
+5norm
0
E4
GV
+5norm
0
M6 oude versie
GV
+5norm
0
M6 nieuwe versie
GV
+5norm
30,9
RW E4 algemeen oude versie
GV
+5norm
0
RW E6 algemeen oude versie
GV
+5norm
93,8
RW E4 algemeen nieuwe versie
GV
+5norm
57,6
RW E6 algemeen nieuwe versie
GV
+5norm
0
DMT nieuwe versie
LLT oude versie
LLT nieuwe versie 152,2 N.v.t. 56,9
Begrijpend lezen 32,1
Rekenen Wiskunde
51,5 91
10-4-2008
Kernindicatoren
inspectie
De aangeboden leerinhouden T en RW zijn dekkend voor de kerndoelen De leerinhouden T en RW worden aan minstens 90% van de leerlingen aangeboden De school past de leerinhoud T aan aan de behoeften van de achterstandsleerlingen De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer
4
De leraren leggen duidelijk uit
3
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
3 2 4
11
De leerlingen zijn actief betrokken
3
De school hanteert een samenhangend systeem van instrumenten en procedures om de ontwikkeling te volgen
3
De school voert de zorg planmatig uit
3
Leerling 12 jaar (e.o.)
2,2%
6,1%
0,0%
0,0%
Zittenblijven
1,6%
1,7%
0,0%
0,0%
Uitstroom sbo
0,5%
0,9%
0,0%
0,0%
Veiligheid leerlingen
1
Veiligheid leraren
1
Omgeving
2009
ziektepercentage A. jan-mei ziektepercentage B. sep-dec verzuimfrequentie periode A verzuimfrequentie periode B stabiliteit personele situatie adviezen vo (80% norm)
Leerlingen aantal
2,2%
kind-leerkracht ratio
20,6
2010
2011
2012
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
e. Schoolteam Het schoolteam opereert al jaren in min of meer dezelfde samenstelling. Dit betekent een grote mate van bekendheid met en betrokkenheid bij de schoolontwikkeling. De gemiddelde leeftijd van het schoolteam op 01 januari 2011 bedraagt 39,1 jaar. Dit ligt ruim onder het gemiddelde van onderwijsstichting Movare (46,3 jaar). Schema teamopbouw: Totaal aantal teamleden schooljaar 2010 - 2011 Leeftijdscategorie 20-30 30-40 40-50 50-60 Aantal personeelsleden 6 11 11 3
>60 2
f. Huisvesting OBS de Speurneus is gehuisvest in twee moderne gebouwen. Het hoofdgebouw dateert uit 1990 en is voorzien van ruim opgezette lokalen en een speelse inrichting. Daarnaast beschikken wij over een bijgebouw, onze schoolwoningen. Dit gebouw dateert uit 1998 en zal bij krimp van onze school de functie van appartementencomplex krijgen. Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
12
g. SWOT-analyse De SWOT-analyse (strenghts, weaknesses, opportunities en threats) is een hulpmiddel waardoor we ons zelf (interne analyse) en de omgeving waarin we opereren (externe analyse) beter kunnen begrijpen. Hierdoor kunnen we de toekomst (4 jaar) doelgerichter benaderen. Sterke punten Kwalitatief goed en uitgebreid zorgsysteem Dynamisch team, kansen worden benut om onderwijs te verbeteren Sterke betrokkenheid van een groot deel ouders
-
Kansen LB-functies Zien van samenhang in de diverse ontwikkelingen (totale schoolontwikkeling) Spreiding leiderschap door verantwoordelijkheid te spreiden binnen het team. Urgentiebesef voor schoolontwikkeling
-
Bedreigingen Eind- en tussenopbrengsten die onder druk staan. (lezen en taal) Krimpsituatie van de school. Geen mogelijkheden: voor en naschoolse opvang en peuterspeelzaal Risicotoename schoolpopulatie
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
13
6. BLIK VOORUIT SWOT-matrix
OBS de Speurneus: Conclusies t.a.v. SWOT analyse:
Kans
Bedreiging
-
-
-
LB-functies / professionalisering totale schoolontwikkeling spreiden leiderschap peuteruurtje blokverdeling rekenen
uniforme afspraken risicotoename populatie maatschappelijke ontwikkelingen - hoge werkdruk - opbrengsten lezen en taal
Sterkte
Groeien
Verbeteren
-
- werken met ontwikkelingsperspectief - coachen leerkrachten via SVIB - ICT als leermiddel
-
positief imago veel gemotiveerde mensen - gedifferentieerde instructie - zorgsysteem - betrokken ouders
opbrengstgerichtheid in ons onderwijs afstemming van het aanbod op de kenmerken van de populatie
-
-
Zwakte
Verdedigen
Ombuigen
-
-
-
-
resultaten Spelling / technisch lezen onder de maat Uniforme manier van toetsen. Overblijven
ervaring van leerkrachten pedagogisch vermogen
-
van managementteam naar een leidend team aantrekken nieuwe leerlingen
De SWOT analyse Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
14
Consequenties analyse: De in hfd.4 beschreven visie en de in hfd. 5 beschreven analyse hebben consequenties voor de manier waarop we ons onderwijs in de komende 4 jaar gestalte willen gaan geven. Wat worden onze speerpunten? 1.
De onvoldoende tussentijdse resultaten op het gebied van lezen en taal zorgen teambreed voor urgentiebesef. We zullen met zijn allen betere leesopbrengsten dienen te realiseren. We doen daarom mee aan de eerste fase van de pilot leesverbetering die MOVARE met ingang van het schooljaar 2011-2012 start. Voor dit traject verwijzen we naar bijlage 1.
2.
Binnen het kader van het streven om betere taalopbrengsten te realiseren, formuleren we voor de komende schoolplanperiode de volgende doelstellingen: a. b.
3.
Uitbreiding van de leertijd voor taal en lezen Implementeren van de nieuwe taalmethode, waarin woordenschatontwikkeling is geïntegreerd: Taaljournaal
Op basis van onze interne analyse willen we een school zijn met oog voor goed pedagogisch klimaat. Om dit te realiseren, formuleren we de volgende doelstellingen: a.
b. c. d.
We maken voor de groepen 3 t/m 8 gebruik van het Cito-product Viseon om de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen te kunnen volgen. (oriëntatie voor groep 1 en 2) We nemen met de groepen 7 deel aan het Marietje Kessels Project We stellen vanaf groep 3 klassenregels samen met de leerlingen op We maken in alle groepen bewust gebruik van coöperatieve werkvormen om het samenwerken te bevorderen
4.
Overblijven vormt in de uitslag van het tevredenheidonderzoek en de conclusie van de SWOT een belangrijk verbeterpunt. Er wordt teambreed ingezet op een goed valide systeem dat bijdraagt aan een goede structuur m.b.t. het overblijven. Er worden mogelijkheden besproken, verkend en vervolgens een plan de campagne opgezet. Dit gebeurt teambreed. Er wordt een werkgroep geformeerd die de lijnen uitzet en het proces bewaakt.
5.
M.b.t. digitaal onderwijs willen we insteken op het gebruik van smartboards. In alle groepen zal dit gebruik onderdeel moeten worden van het didactisch repertoire van onze leerkrachten.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
15
7. AANBOD ONDERWIJS EN LEREN De wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen" is op 1 augustus 2010 in werking getreden. De wet strekt zich over vrijwel alle onderwijssectoren uit en beoogt: een goede zichtbaarheid van het niveau van beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen voor zowel de leerling als de leraar en de school; meer eenduidigheid in taal- en rekenonderwijs in de gehele onderwijskolom; meer doelgericht taal- en rekenonderwijs door nauwkeurig omschreven doelen; een betere overdracht van leerlingen tussen de verschillende onderwijssectoren door de introductie van een eenduidige en gemeenschappelijke taal; het ontstaan van beter doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen; het (opnieuw) doordenken door scholen van de aanpak van taal en rekenen; het verleggen van accenten binnen het huidige taal- en rekenonderwijs. Het referentiekader vormt voor ons de basis voor (aanpassing van) lesmethoden, leermiddelen en toetsen/examens. Daardoor zal het ook uitgangspunt zijn bij het ontwerpen van taal- en rekenonderwijs binnen onze school. A.
Leerstofaanbod groep 1 t/m 2 Het onderwijs in de groepen 1 en 2 vindt plaats op basis van de methode Schatkist in combinatie met ontwikkelingsmaterialen. Hierbij worden onderwijsinhouden aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind. Het totale aanbod hebben we bij ons op school verpakt in een 5-tal kernactiviteiten, te weten: -
Mondelinge communicatie Beginnende geletterdheid Beginnende gecijferdheid Spelen Construeren en uitbeelden
Voor een beschrijving van deze kernactiviteiten verwijzen we naar bijlage 2. B.
Leerstofaanbod groep 3 t/m 8 Het leerstofaanbod is van groot belang voor de ontwikkelkansen van de kinderen. Wij vinden het belangrijk dat het methodische aanbod eigentijds is en dat het kinderen goed voorbereidt op het vervolgonderwijs. De school kiest daarom voor methoden die recht doen aan de eisen zoals geformuleerd in de referentieniveaus taal en rekenen en voor het overige dekkend zijn voor de kerndoelen. Wij hanteren in de groepen 3 tot en met 8 de volgende methoden: Rekenen/wiskunde Nederlandse taal Aanvankelijk lezen Voortgezet lezen Begrijpend lezen Studievaardigheden
Schoolplan 2011-2015
: : : : : :
Pluspunt Taaljournaal Veilig leren lezen (nieuwe versie) Estafette Goed gelezen / Nieuwsbegrip Blits (groepen 5 t/m 8) OBS de Speurneus
16
Aardrijkskunde Geschiedenis Natuurkunde Gymnastiek Creatieve vakken Verkeer Schrijven Engels
: : : : : : : :
Een wereld van verschil Bij de Tijd Natuurlijk Basislessen voor bewegingsonderwijs Moet je doen Wegwijs Pennenstreken Hello World (groepen 7 en 8)
De school biedt de leerstof van de bovengenoemde methoden aan tot en met het niveau van groep 8. Dit geldt voor alle leerlingen, tenzij er sprake is van een individueel ontwikkelingsperspectief of een specifiek handelingsplan dat anders vermeld. De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. We geven dit vorm door het gebruik van dezelfde methoden en door afstemming van de manier van lesgeven. De school past het leerstofaanbod aan de behoeften van de leerlingen aan. De methoden bieden naast basismateriaal ook verbredings- en verdiepingsmateriaal. Voor leerlingen met specifieke problemen worden handelingsplannen opgesteld met gebruik van extra materiaal. C.
Inzet van ICT We zullen onderstaand kort aangeven welke elementen van belang zijn in ons ICTonderwijs. Voor onze concrete ICT leerdoelen en leerlijnen verwijzen we naar onze website. a.
ICT als methode - ondersteuning: Wij gebruiken de volgende software ter ondersteuning van de methodes: - Software Schatkist voor mondelinge taalontwikkeling en beginnende geletterd- en gecijferdheid - Software Veilig leren lezen 2de maanversie (groep 3) - Software bij de rekenmethode Pluspunt (groep 3 t/m 8) - Software Woordenschat Taal/Lezen (groep 4 t/m 8) passend bij de taalmethode Taaljournaal - Sofware Ambrasoft rekenen en taal. (groep 1 t/m 8)
b.
ICT als informatiemiddel: Vanaf groep 3 leren de kinderen informatie opzoeken m.b.v. de computer.
c.
ICT als presentatiemiddel. Vanaf groep 5 / 6 leren de kinderen ICT te gebruiken als presentatiemiddel.
d.
ICT als remediërend /verrijkend middel. - Voor rekenremediëring: Maatwerk Rekenen - Voor leesremediëring Speciale Leesbegeleiding d.m.v. radslag en PL lezen - Voor reken en taalremediëring: Ambrasoft Smartboards: Een smartboard is een digitaal interactief schoolbord. Dit betekent dat je in je lessen op een eenvoudige manier gebruik kunt maken van websites, software, filmpjes,
e.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
17
muziekfragmenten, interactieve teksten, presentaties en wat je nog meer zou kunnen bedenken. Daarbij is het mogelijk om instructies die op het bord gemaakt zijn op te slaan en later weer op te roepen. Het gebruik van deze technologie vergroot de mogelijkheden om te leren en maakt leren leuker. Leren gaat immers vaak beter wanneer je de leerstof visualiseert. Toch hangt het succes van het bord voor een groot deel af van de leerkracht die het gebruikt. Leerkrachten die het smartboard gebruiken, hebben daarom een cursus gevolgd die door de Stichting Movare aangeboden wordt. Momenteel hangen er in de school 6 smartboards. In eerste instantie hebben wij ervoor gekozen om de smartboards in multifunctionele ruimten te plaatsen, op deze wijze kunnen zoveel mogelijk groepen gebruik maken van het smartboard. Daarnaast hebben de volgende groepen een smartboard: groep 4B, 7B, 8A en 8B. In de periode 2011-2015 breiden wij het aantal smartboards uit naar 12, zodat elke groep over een smartboard beschikt. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar bijlage 7. D.
Actief burgerschap en sociale integratie Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn onze leerlingen immers!) kennis, vaardigheden en houdingen bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wij vinden dat als school belangrijk omdat het onze leerlingen een kans op een goede toekomst biedt. Hoe geeft onze school vorm aan actief burgerschap en sociale integratie? Wij bieden onze leerlingen diverse projecten aan waarin maatschappelijke thema’s aan de orde komen. Project Multi - cultuur, eropuit in de natuur, Project GIPS (gehandicapten in project school), Marietje Kessels project en project geschiedenis o.a. Limburgse mijnen worden in ons onderwijs geïntegreerd. Hierbij wordt onze school ondersteund door het service gilde Landgraaf stichting GIPS en Meander. Onderliggende doelstellingen bij deze projecten zijn: omgaan met elkaar, verantwoordelijkheid krijgen en nemen, zelfredzaamheid, omgaan met conflicten en waarderen van verschillen tussen mensen.
E.
Leertijd Onze kinderen moeten voldoende tijd krijgen om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Dat betekent dat we de invloed van de populatie meenemen in de verdeling van de leertijd. De school voldoet aan de wettelijk eisen m.b.t. de leertijd. Over 8 jaar gerekend voldoen we aan de norm van 7520 uren onderwijs. Onze school kiest er voor om gezien de populatiekenmerken accenten te leggen op Nederlandse taal en dan met name aan lezen, begrijpend lezen en woordenschat. De taaltijd is als volgt verdeeld: Groep 1 6 uur per week Groep 2 6 uur per week Groep 3 10 uur per week Groep 4 8 uur per week Groep 5 8 uur per week Groep 6 8 uur per week Groep 7 8 uur per week Groep 8 8 uur per week Om effectief om te gaan met de beschikbare leertijd maken we ook gebruik van inlooptijd. Deze bedraagt 10 minuten voorafgaand aan de start van de schooldag. (08.20 – 08.30 uur)
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
18
F.
Pedagogisch klimaat Het pedagogisch klimaat op een school verwijst enerzijds naar de omgang van de leerkrachten met de leerlingen en anderzijds naar de omgeving waarbinnen de leerlingen leren en zich ontwikkelen. Een goed pedagogisch klimaat vormt naar ons idee de basis voor het leren van de kinderen. Een goede balans tussen ondersteuning en uitdaging is voorwaardelijk om te komen tot goed onderwijs. Het hoort dan ook tot de professionele taken van onze leerkrachten om voor deze balans te zorgen De leerkrachten van onze school zorgen voor een veilig en ondersteunend pedagogisch klimaat door: -
zorgvuldig te zijn in het taalgebruik het respect tussen kinderen te bevorderen een prettige en warme sfeer te creëren in de klas het zelfvertrouwen van kinderen te ondersteunen door positieve feedback en vertrouwen te geven beschikbaar te zijn bij problemen positieve verwachtingen uit te spreken Viseon gebruiken als leidraad en ingang pestgedrag bespreekbaar te maken en zo veel mogelijk tegen te gaan op schoolniveau en op klassenniveau afgesproken regels te hanteren
De leerkrachten van onze school zorgen voor een stimulerend en uitdagend pedagogisch klimaat door: G.
het creëren van een uitdagende/gestructureerde leeromgeving de zelfstandigheid van leerlingen te stimuleren de verantwoordelijkheid van leerlingen te stimuleren het gebruik van talenten van kinderen te bevorderen leerlingen leren dat fouten maken mag
Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leerkrachten omvat 2 aspecten. Enerzijds aspecten die samenhangen met het directe lesgeven en anderzijds aspecten die samenhangen met een doelmatige klassenorganisatie. Een goede balans tussen het directe lesgeven en een effectief klassenmanagement is een voorwaarde om te komen tot goed onderwijs. Het hoort dan ook tot de professionele taken van onze leerkrachten om voor deze balans te zorgen. Wij onderstrepen hierin vooral het directe instructie model als basis voor goed en solide didactisch handelen en klassenmanagement. - de leerkrachten zorgen in hun lessen voor duidelijkheid en structuur in hun instructie en verwerking. Het model directe instructie wordt in elke groep bij de basisvakken gebruikt. - de leerkrachten zijn op de hoogte van de te bereiken leerstofdoelen in hun groep - de leerkrachten zijn op de hoogte van de leerlijnen van de kernvakken taal en rekenen voor het gehele schooljaar.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
19
- de leerkrachten hebben hoge verwachtingen en bevorderen dat kinderen actief betrokken zijn bij het leerproces - de leerkrachten houden rekening met verschillen tussen leerlingen en passen hun lessen hierop aan (passend onderwijs) - de leerkrachten organiseren hun lessen efficiënt en doelmatig. Ze maken daarbij gebruik van het directe instructie model H.
Schoolklimaat Een positief schoolklimaat zorgt voor een leeromgeving waarbij kinderen, ouders en leerkrachten zich veilig en geborgen voelen. -
I.
Onze school is een school waar alle teamleden positief omgaan met leerlingen Onze school is een school waar teamleden positief met elkaar omgaan Onze school biedt een verzorgde indruk en is uitnodigend voor leerlingen Onze school organiseert activiteiten om de betrokkenheid van leerlingen bij de school te bevorderen Onze school waakt over de veiligheid van de leerlingen Onze school heeft duidelijke omgangregels Onze school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden Onze school betrekt ouders bij de school Onze school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap
Het toetsen van leerlingen Onze school volgt de vorderingen van de leerlingen systematisch door het gebruik van methode-afhankelijke toetsen en toetsen van het C.I.T.O.-leerlingvolgsysteem (LOVS). Van het LOVS worden de volgende toetsen structureel gebruikt: Naam toets Rekenen voor kleuters Screening beginnende geletterdheid Taal voor kleuters Technisch lezen Rekenen/Wiskunde DMT AVI Studievaardigheden Begrijpend lezen Spelling werkwoorden Spelling Viseon
-
Gr1 / 2 x
Gr 3
Gr 4
Gr 5
Gr 6
Gr 7
Gr 8
x
x
x x x x
x x x x
x
x
x x x x x x
x x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
De LOVS-scores bepalen het zorgarrangement van de leerlingen. In beginsel houden we deze structuur tot groep 5 in stand. Als leerachterstanden de grens van een jaar overschrijden bepalen we in overleg met ouders en na het raadplegen van externe deskundigen of een individueel ontwikkelingsperspectief gewenst is.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
20
-
J.
Voor leerlingen die op grond van de toetsen van het leerlingvolgsysteem continu in het A-gebied scoren biedt onze school verbreding en verdieping van de leerstof middels verrijkingsmaterialen: plus - taak rekenen, plus - taak taal/lezen, Kien. Voor rekenen maken we hierbij gebruik van compacten en verrijken.
Opbrengsten Wij monitoren onze opbrengsten op de volgende manier: a. Aan het einde van de schoolloopbaan nemen in beginsel al onze leerlingen deel aan de C.I.T.O. Eindtoets Basisonderwijs. Wij zijn daarbij gericht op bovengemiddelde resultaten. b. Uitgezonderd van deze deelname zijn: - Leerlingen met een indicatie voor voortgezet speciaal onderwijs - Leerlingen met een indicatie voor praktijkonderwijs - Leerlingen met een individueel ontwikkelingsperspectief - Leerlingen die kort in Nederland verblijven (4 jaar) en het Nederlands onvoldoende beheersen - Leerlingen die pas in groep 7 of 8 zijn ingestroomd c. Tijdens de schoolloopbaan maken we gebruik van de toetsen van het C.I.T.O.-leerlingonderwijs volg systeem (LOVS). Ook hier zijn we gericht op bovengemiddelde resultaten. Daarnaast vindt er vanaf komend schooljaar afname van de NSCCT plaats in de groepen 4 en 6. d. De resultaten van het LOVS worden 4 x per jaar (september, november, maart en juni) besproken in groepsbesprekingen. De inhoud van deze bespreking tussen leerkracht en intern begeleider gaan over opbrengsten en zorg. In deze gesprekken wordt zowel gekeken naar individuele leerlingen als naar de resultaten van de hele groep. Voor groeps-, school-, en individuele overzichten maken we gebruik van dwarsdoorsneden, trendanalyses, groepsanalyses en overzichten vaardigheidsgroei uit CITO LOVS. e. In elke groep worden ook methode gebonden toetsen afgenomen. Deze toetsen geven de leerkracht informatie over de wijze waarop de leerlingen de leerstof van de afgelopen periode hebben verwerkt.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
21
8 LEERLINGENZORG Leerlingenzorg: kaders Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen de kaders van het rijksbeleid (Passend Onderwijs), het Zorgplan van het Samenwerkingsverband en het beleid van Movare inzake passend, boeiend en opbrengstgericht onderwijs. Wanneer we over leerlingenzorg spreken, bedoelen we de zorg voor álle leerlingen op onze school. We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder in termen van hulpverlening. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten en kenmerken van onze leerlingenzorg? Uitgangspunten en kenmerken m.b.t. deze kaders: 1.
Handelingsgerichtheid: Wij gaan uit van behoeften van kinderen in plaats van tekortkomingen van kinderen. Het gaat dus niet om de vraag: wat heeft dat kind, maar de vraag: wat heeft dat kind nodig? M.a.w.: wat vraagt dat kind van ons om de volgende stap te kunnen zetten? Voor inhoudelijke toelichting verwijzen we naar het toegevoegd groeimodel voor de zorgverbreding.
2.
Preventie: Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker ook op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor de school van groot belang. Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit van de leerkrachten speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve instructie en effectief klassenmanagement met een stevige pedagogisch-didactische basis en een positieve grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die positieve grondhouding van de leerkracht zorgt er voor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt ook met zijn beperkingen. Bij de aanmelding en eerste weken op onze school willen we zo goed mogelijk op de hoogte zijn van de ontwikkeling van leerlingen. De basis van de begeleiding van leerlingen ligt daarom meestal in de onderbouw. Ook bij zijinstroom wordt met ouders en de vorige school besproken waar de onderwijsbehoeften liggen van het kind zodat we hier zo goed mogelijk op kunnen aansluiten.
3.
Samenwerking in de keten van jeugdvoorzieningen: Om onze kinderen goed te kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling werkt onze school samen met externe partners: - Peuterspeelzaal de Boschkabouter - Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling Movare - Samenwerkingsverband 55.02 - Zorgadviesteam (schoolarts, Bureau Jeugdzorg, Welsun) - Centrum voor Jeugd en Gezin - Bureau Jeugdzorg/ Mondriaan - Bureau Voortijdig Schoolverlaten - Wijkagent - (School)logopedie - Lionarons (psychologenpraktijk) - Adelante / R.I.D.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
22
-
De rijdende school De Bundeling (fysio- en ergotherapie) (Preventieve) ambulante begeleiding (m.n. rec 2 en 4)
4.
Samenwerking met ouders: Wanneer wij werken aan de aanpak van een probleem betrekken wij de ouders daar zo veel mogelijk bij. Wij bespreken dan niet louter het probleem en de achterliggende oorzaken, maar zoeken vooral ook gezamenlijk naar constructieve oplossingen. We werken met oudertrajecten (leerkracht - ouder), intern spreekuur (leerkracht - ouder - IB) en spreekuur (leerkracht - ouder - IB - O&O).
5.
Het zorgprofiel: Dit profiel is opgesteld op basis van een studiedag georganiseerd door AVS. Dit profiel bepaalt de breedte van ons handelen. Wat kunnen we al? Wat kunnen we niet, maar willen we wel kunnen? En wat kunnen we niet en willen we ook niet kunnen? Voor ons concrete zorgprofiel: zie bijlage 5.
Leerlingenzorg: organisatie Het Samenwerkingsverband beschrijft onderwijs en zorg in niveaus. Deze niveaus dienen als uitgangspunt voor het beschrijven van onze leerlingenzorg. Schematisch zien deze niveaus er zo uit:
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
23
Zorgniveau 1: Goed onderwijs in de klas
De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 1 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: Een goed onderwijsaanbod Een goede registratie van toets resultaten Een goede (fouten)analyse van toets gegevens Een goede verslaglegging van gesprekken Een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders
Stap 1: Signalering Systematische signalering via de methodetoetsen en via het Cito-LOVS Spontane signalering door leerkracht/ ouder Stap 2: Preventieve zorg in de groep Preventieve zorg in de groep via (o.a.): Methoden Werkwijzen Observaties Acceptatie Gesprek kind Leer- en instructietijd Afstemming leerkracht/ leerling Systeembegeleiding via bijvoorbeeld Pierre Wolters (SZE) en Arsène Francot (Natuurlijk Leren) Concrete hulp in de groep via Pedagogisch-didactische maatregelen o Gericht volgen o Extra leertijd/ compacting/ verrijking o Aangepaste instructie Methode ondersteunende materialen o Schoolorthotheek o Computer o Smart-board Organisatie o Zelfstandig werken o V.I. o Coöperatief leren Evaluatie Traject sluiten Doorgaan Ander circuit opstarten Kortom, op groepsniveau signaleert de leerkracht via citotoetsen, methode gebonden toetsen, observaties, VISEON en gesprekken met ouders. Per leerling wordt een logboek bijgehouden op de afgesproken formulieren. Op het journaalblad worden allerlei afspraken vastgelegd. De groepen 1 en 2 werken via een ontwikkelingsvolgmodel.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
24
Zorgniveau 2: Omgaan met verschillen De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 2 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: Extra zorg in de groep Een goed onderwijsaanbod Een beredeneerd groepsplan Een goede registratie van toetsresultaten Een goede verslaglegging van gesprekken Een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders Op dit niveau ontvangen leerlingen extra zorg in de groep. Stap 1: Naar aanleiding van signalering Ad hoc-reactie (leerkracht-ouder-leerling) Screening (VISEON/ Interactiewijzer) Stap 2: Screeningsgegevens verzamelen Stap 3: Screeningshulp (zie stap 2 niveau 1). N.a.v. verzamelde gegevens clustert de leerkracht de leerlingen en stelt groepshandelingsplannen (3x per jaar) op voor lezen, taal, rekenen en indien nodig sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze groepsplannen zijn nog in ontwikkeling. Het werken met groepsplannen houdt in dat leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften worden geclusterd. Dat betekent dat we bij de kernvakken zogenoemde onderwijsarrangementen hanteren. Die zijn er op 3 niveaus zijn: een basisarrangement, een intensief arrangement en een zeer intensief arrangement. Deze intensieve arrangementen houden vooral in dat leerlingen extra leertijd krijgen, zodat herhaling en extra oefening mogelijk zijn. Voor de hoogst presterende leerlingen worden verdiepings- en verrijkingsarrangementen aangeboden. Toekenning van een bepaald arrangement aan leerlingen gebeurt per vakgebied op basis van leerprestaties uit het leerlingvolgsysteem. De arrangementenstructuur zorgt er voor dat er verschillen in instructie zijn. De door onze leerkrachten meest gebruikte vorm van omgaan met verschillen is de zgn. verlengde instructie. D.w.z. dat de leerkracht tijdens de lessen met één leerling of een groepje leerlingen de instructie herhaalt, op een andere manier geeft en intensief begeleidt aan de instructietafel. Een speerpunt van onze school is het implementeren van het directe instructiemodel.
Zorgniveau 3: Extra begeleiding in de school
Binnen zorgniveau 3 zijn de groepsleerkracht en intern begeleider samen verantwoordelijk. Zij maken afspraken over: De begeleiding/ondersteuning; Goede registratie van toets resultaten; Goede verslaglegging van gesprekken; Goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders. Stap 1: Naar aanleiding van signalering wordt hulp van IB ingeschakeld Dit kan via Leerlingbespreking/ groepsbespreking (structureel) Stap 2: Leerkracht (en ouder) krijgt (krijgen) hulp in de vorm van Screeningsadviezen Intern spreekuur: spreekuurverslagen en -adviezen sVIB Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
25
Stap 3: Eventueel HP opstellen voor hulp binnen de groep HP evalueren! Stap 4: Screeningshulp + evt. intake externen (zie stap 2 niveau 1) Kortom, drie keer per jaar vinden er groepsbesprekingen plaats. Naar aanleiding van de groepsbespreking wordt door de intern begeleider een verslag gemaakt. Dit verslag bevat vaste onderdelen (een soort groepsoverzicht). De groepsplannen worden besproken en tevens komen hulpvragen van de leerkracht aan bod en/of aandachtspunten van de interne begeleider. Wanneer in de groepsbespreking de signalering/ hulpvraag om een diepergaand traject vraagt, wordt de leerling opgenomen in het (intern) spreekuur. Tevens kan er een coachingstraject worden opgestart. Het intern spreekuur (1x per maand) vindt plaats met ouders, leerkracht en intern begeleider. Er worden afspraken gemaakt en deze worden vastgelegd in een verslag. Ouders ondertekenen dit verslag. Dit verslag gaat in het leerlingdossier en in de spreekuurklapper van de intern begeleider. Het spreekuur bestaat uit een maandelijkse consultatie door een orthopedagoge vanuit Movare. Gedurende deze dag kunnen gesprekken met leerkracht en ouders, onderzoeken of observaties plaatsvinden. Ook hiervan wordt een verslag gemaakt. N.a.v. het intern spreekuur vinden er af en toe observaties plaats. Hierbij hanteren we instrumenten zoals de tijdsteekproef. Ook vinden er gesprekken plaats met het kind zelf. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een mindmap of het kinderkwaliteitenspel. Overige instrumenten die hierbij gehanteerd (kunnen) worden, zijn: de schoolvragenlijst (SVL) en de interactiewijzer. We proberen het kind zoveel mogelijk mee te nemen in het groepsplan. Bij een achterstand van meer dan 10 maanden, bij een doublure of bij een leerling met een gediagnosticeerde leer- of gedragsstoornis wordt er een individueel handelingsplan/ IOP opgesteld. Een IHP/IOP wordt met het kind en ouders besproken en regelmatig geëvalueerd.
Zorgniveau 4: Extra begeleiding buiten de school Binnen zorgniveau 4 is de Intern Begeleider verantwoordelijk. De Intern Begeleider draagt zorg voor: Goede verslaglegging van gesprekken; Goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders; Schriftelijke toestemming van ouders in geval van extern onderzoek. Stap 1: Naar aanleiding van signalering wordt de hulp van O&O ingeschakeld (alleen mogelijk via het spreekuur) Stap 2: Leerkracht (en ouder) krijgt (krijgen) hulp in de vorm van Zie stap 2 niveau 2 Stap 3: Een begeleidingsplan/ IOP opstellen (leerkracht en IB i.s.m. ouders) Op dit niveau wordt op basis van een begeleidingsplan/ IOP speciale zorg geboden na (extern) onderzoek. Als de leerlijn eenmaal loopt volgt er een overstap van het spreekuur naar het intern spreekuur of wordt het spreekuur afgesloten en blijven we het kind volgen via oudergesprekken en groepsbesprekingen. Sommige kinderen gaan werken met een aangepast programma buiten de groep onder begeleiding van een Ambulant Begeleider (AB-er). Dit loopt buiten het spreekuur om. Voor deze kinderen moet elke drie jaar opnieuw een indicatie worden aangevraagd. Dit gebeurt door de AB-er in combinatie met de IB-er en ouders van het desbetreffende kind. Ook deze kinderen krijgen een begeleidingsplan/ IOP.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
26
Externe hulp kan geboden worden door: O&O Artsen/GGD BJZ/Mondriaan Welsun REC’s
Zorgniveau 5: Verwijzing Kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de school onvoldoende kan aansluiten bij de ontwikkeling: Stap 1: Wanneer het volgen van regulier basisonderwijs niet mogelijk blijkt, zijn er drie mogelijkheden: Het volgen van basisonderwijs met een rugzakje (LGF) Zie traject AB niveau 4 Verwijzing naar het SBO Verwijzing naar het SO Stap 2: Verwijzing kan plaatsvinden via: PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) REC/CvI (Regionaal Expertise Centrum) Bij een verwijzing moet altijd een OR (onderwijskundig rapport) worden ingevuld. Stap 3: Een verwijzing kan leiden tot: Plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs Plaatsing op een school voor speciaal onderwijs Stap 4: Indien plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs niet mogelijk is: Terugplaatsing in het reguliere basisonderwijs Verwijzing naar een andere vorm van onderwijs Verlenging van het verblijf (met rugzak) Ander advies Verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) Scholen voor speciaal basisonderwijs zijn basisscholen bedoeld voor: - moeilijk lerende kinderen; - kinderen met opvoedingsmoeilijkheden; - alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben. Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs. Verwijzing naar het Speciaal Onderwijs (SO) Scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn bedoeld voor lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en voor leerlingen met psychiatrische of gedragsproblemen. Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Onderwijs.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
27
Algemene opmerkingen: 1. Gedragscode Onze school hanteert een gedragscode. In deze gedragscode staan regels en afspraken die betrekking hebben op leerkrachten, leerlingen en ouders. De afspraken richten zich op machtsmisbruik en seksuele intimidatie, pesten, lichamelijk en geestelijk geweld, racisme en discriminatie, computer en internet, privacy en klachtrecht. Deze gedragscode vormt het kader waarbinnen leerkrachten de groepsregels, zo veel mogelijk samen met de leerlingen, afspreken. Deze gedragscode staat vermeld in onze schoolgids en op onze website. 2. Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld Op 1 januari treedt de “Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling” in werking. In het kader van kwaliteitszorg wordt de plicht opgelegd een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Alle MOVARE-scholen worden hierin begeleid door het R.A.K. (Regionale Aanpak Kindermishandeling). Het protocol staat op onze website. 3. Verwijsindex risicojongeren Dit is een instrument dat in de regio Parkstad wordt gebruikt door alle ketenpartners in de jeugdzorg. In geval van een vermoeden van kindermishandeling zal de medewerker doorgaans niet alleen de stappen van de meldcode zetten, maar daarnaast ook moeten overwegen of een melding zou moeten worden gedaan in de verwijsindex risicojongeren (0-23 jaar). Deze verwijsindex heeft tot doel om medewerkers die met hetzelfde kind te maken hebben met elkaar in contact te brengen als zij beiden risico’s signaleren met betrekking tot, kort gezegd, een onbedreigde ontwikkeling naar volwassenheid van de leerling. Doel daarvan is te komen tot een gezamenlijke aanpak van de problematiek van de leerling en zijn gezin. We wijzen er met nadruk op dat de het niet gaat om een keuze tussen een melding in de verwijsindex of de stappen van de meldcode, maar dat beide acties bij vermoedens van kindermishandeling aan de orde zijn omdat ze elkaar ondersteunen. Informatie over dit instrument staat op onze website. 1. Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Zie bijlage 5 voor ons stappenplan rugzakleerlingen.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
28
9. PERSONEELSBELEID
Personeelsbeleid is voor onze school een item van belang. Ons personeel is immers het kapitaal van onze organisatie. Ondersteund door MOVARE zijn we bezig ons bestaande personeelsbeleid verder te ontwikkelen. Belangrijke onderdelen uit ons personeelsbeleid zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Wet Bio en bekwaamheidsdossier (Bardo-systeem) & POP plan LB functies Taakbeleid Mobiliteit Scholing Begeleiding op de werkvloer Gesprekkencyclus Gebruik van het HR3P-model
De schoolleiding legt op het gebied van personeelsbeleid de volgende accenten: Er wordt ieder jaar een normjaartaak gemaakt die als werk- overeenkomst geldt voor het komende schooljaar. Directie en personeelslid leggen hierin afspraken vast over lestijden, schooltaken en deskundigheidsbevordering. In de eerste fase van het schooljaar volgt het eerste gesprek (startgesprek) van de gesprekscyclus. Doel van dit gesprek tussen de directie en de leerkracht is drieledig. De leerkracht vertelt over de eerste opstartfase van de groep, de leerkracht presenteert zijn/haar POP plan (persoonlijk ontwikkeling plan) en de leerkracht formuleert de opbrengsten/doelen die hij/zij met de leerlingen wil behalen op cognitief en sociaal emotioneel gebied. In de periode na de startgesprekken voert de directie klassenconsultaties uit. Hierbij ligt de nadruk op het pedagogisch handelen en het geven van effectieve instructie en directe instructie model. (voorbeelden observatieformulieren, zie bijlage 6) Het tweede gesprek van de gesprekscyclus vindt plaats omstreeks januari / februari. Dit voortgangsgesprek tussen directie en leerkracht heeft als doel om de vorderingen, kansen en bedreigingen te delen, accenten in de groep en persoonlijke ontwikkeling te verschuiven en opbrengsten van de midden Cito toetsen te delen. In mei volgt het ontwikkelingsgesprek tussen directie en leerkracht. Leerkracht geeft persoonlijke groei aan, evalueert zijn/haar POP plan en de directie geeft toelichting op het functioneren van de leerkracht. Dit functioneren wordt gekoppeld aan de missie en visie van de school. Tevens wordt de boventalligheid in dit gesprek besproken. Via de schil van Cortenhagen positioneert de directie de leerkrachten in de schil en motiveert de gekozen positie.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
29
Daarnaast liggen er vanuit de directie op personeelsbeleid accenten op: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Teamleden vanuit een gemeenschappelijke visie te laten werken De bij de visie horende deskundigheid voortdurend op peil te houden. Teamleden op hun competenties aan te spreken Beginnende leerkrachten op te vangen en te begeleiden. ( o.a. SVIB traject) Boventalligheid tijdig te bespreken (traject januari tot april) Verzuim te monitoren via Human Capital Care Instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend in te zetten
Leiderschap: Een slechte leider is hij die door mensen wordt veracht Een goede leider is hij die door mensen wordt vereerd Een grote leider is hij van wie de mensen zeggen: “Wij hebben het zelf gedaan”
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
30
10.
KWALITEITSBELEID
Algemeen Als wij het hebben over kwaliteitszorg bedoelen we dat we op een gestructureerde manier de goede dingen nog beter proberen te doen. Dat beter doen is onze collectieve ambitie. Het gaat in de kern om vijf vragen: a. b. c. d. e.
Doen wij de goede dingen? Doen wij die dingen ook goed? Hoe weten wij dat? Vinden anderen dat ook? Wat doen wij met die wetenschap
Data Kwaliteit moet blijken. Daarom verzamelen onze leerkrachten gegevens over de ontwikkeling van onze leerlingen tot en met het einde van de basisschool. Daarmee bezitten wij een schat aan informatie. Om het onderwijs te verbeteren (op leerling-, groeps- en schoolniveau) willen we leren nog beter gebruik te maken van deze uitkomsten. We willen ons scholen om de uitkomsten te analyseren, te begrijpen en te vertalen naar concrete voorstellen voor verbetering. Op deze manier wordt het afnemen van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te verbeteren. Kwaliteit moet ook blijken als het gaat om het personeel. Daarom verzamelt de directie gegevens over de ontwikkeling van het personeel. Deze gegevens worden onderdeel van het bekwaamheidsdossier. Onze school maakt daarbij gebruik van het door Movare gepropageerde Bardo-systeem. Relatie personeelsbeleid Kwaliteitszorg heeft een directe relatie met integraal personeelsbeleid. De kwaliteit staat en valt immers met de mensen voor de klas. Binnen de school willen we daarom beter worden om continue te werken aan een sfeer waarin we met elkaar over de resultaten van het onderwijs spreken, elkaar feedback geven en waar plaats is voor coaching en intervisie. Inventarisatie gegevens Om gegevens te verzamelen, maken we gebruik van de volgende middelen: a. b.
c. d. e. f.
Werken met kwaliteitskaarten, een kwaliteitssysteem van Cees Bos. Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in de gesprekscyclus startgesprek, voortgangsgesprek, ontwikkeling / functioneringsgesprekken met medewerkers. Doel van de gesprekken is het vergroten van de kwaliteit van onderwijs en het welbevinden van de medewerkers. Het functioneren van leidinggevenden wordt besproken met de regiodirecteur. Klassenbezoeken (aan de hand van kijkwijzers, zie bijlage 6) CITO-LOVS Methodegebonden toetsen Resultaten voortgezet onderwijs
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
31
g. h. i. j. k.
Risicoprofiel Movare (EWS) Toezicht onderwijsinspectie Leerling tevredenheid enquête Personeel tevredenheid enquête Ouder tevredenheid enquête
Periodisering Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We realiseren ons dat we de gegevens moeten analyseren en interpreteren, dat we verbeteringen moeten plannen en realiseren en na verloop van tijd weer opnieuw moeten meten. De kwaliteitszorg van onze school is daarom een cyclisch proces, waarbij we gebruik maken van de zgn. PDCAcirkel (Plan-Do-Check-Act).
PDCA is een afkorting die staat voor de belangrijkste stappen in de cyclus:
Plan: maak een plan met de resultaten die je wilt bereiken
Do: voer het plan uit
Check: vergelijk de resultaten met de beoogde resultaten
Act: borg de resultaten of stuur bij om resultaten alsnog te bereiken
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
32
x
Tevredenheidspeiling
Toezicht inspectie
Resultaten VO
Methodegebonden toetsen
CITO
Klassenbezoeken
WMK
Gesprekken met personeel
INK model
Risicoprofiel MOVARE
INK-model Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We willen ook beoordelen of we met deze instrumenten voldoende informatie verzamelen. Daarom maken we gebruik van het INK-model om te bezien of de verzamelde informatie robuust genoeg is.
Visie en beleid
x
x
x
x
x
Personeel
x
x
x
Leiderschap en management Cultuur en klimaat
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Middelen en voorzieningen Management van processen Waardering door personeel Waardering door leerlingen Waardering door ouders Waardering door de maatschappij Eindresultaat
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x x
x
x
x
x
x
x x
Uit het schema blijkt dat alle aandachtsvelden van het INK-model aan de orde komen. De informatieve dekking is dus voldoende.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
33
Opleiden in school Sinds jaar en dag lopen studenten stage op scholen van Movare. Sinds 2006 is de samenwerking met de opleiding tot leraar basisonderwijs (PABO) geïntensiveerd in het concept met als naam ‘Opleiden in school’. Studenten zijn daarbij tijdens hun uitgebreide stages als ‘gelijken in opleiding’ een natuurlijk onderdeel van het team en worden door leerkrachten intensief begeleid. Mede door de krimp van de bevolking in Limburg neemt het aantal studenten dat voor het onderwijs kiest echter gestaag af. Het is daardoor niet meer vanzelfsprekend dat alle scholen samen met studenten kunnen werken en leren. Movare kiest er in deze krimpsituatie voor de aanwezige studenten te concentreren in zogenaamde leraarsnesten op een beperkt aantal scholen dat zeer vertrouwd is met het concept ‘Opleiden in school’. Dit geldt ook voor de inzet van leraren in opleiding (LIO’s). Deze groep studenten is onderdeel van het leraarsnest op de voorkeurscholen. Onze school is sinds 2006 opleidschool. Dit betekent in de praktijk dat onze collega Marijn Pasmans – Lony is opgeleid tot schoolopleider en de taak heeft om de voortgang van de studenten te coördineren en te bewaken. Voor de periode 2011 – 2015 ligt het accent bij opleiden in school voornamelijk op twee aspecten, te weten:
Verdere professionalisering van onze schoolopleider. Professionalisering van leerkrachten in het omgaan en begeleiden van studenten. (voornamelijk middels ervaringen delen in vergaderingen).
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
34
11.
FINANCIEEL BELEID
MOVARE heeft in haar financieel beleid gekozen voor een systeem waarbij alle gelden op centraal (bestuurs)niveau gealloceerd worden. Van daaruit vindt verdeling naar de scholen plaats. Verdeling van zowel formatieve als materiële middelen. Bij de toedeling van formatieve middelen gaat men uit van de gemiddelde kosten van de diverse functies (gemiddelde personeelslast op bestuursniveau). De functie leerkracht kost 1,0000 fte en hiervan worden de overige functiekosten afgeleid. Op deze manier wordt voorkomen dat bij personele inzet leeftijd een rol speelt. Elke school ontvangt de formatieve middelen op basis van de T-systematiek (aantal leerlingen per teldatum lopende schooljaar). De materiële middelen worden toegedeeld op basis van de zgn. T-1 systematiek (aantal leerlingen per teldatum voorgaande schooljaar). Directeuren van MOVARE werken binnen de kaders van een vastgestelde begroting. Om “in control” te blijven, maken ze gebruik van : a.
Leerling prognoses
b.
Formatieoverzichten
c.
Maandelijkse exploitatieoverzichten ( via SROL)
d.
Exploitatiebegrotingen ( via SROL)
e.
Meerjareninvesteringsbegrotingen onderwijsleerpakket
f.
Meerjareninvesteringsbegrotingen onderhoud
g.
Meerjareninvesteringsbegrotingen ICT
h.
Meerjareninvesteringsbegrotingen inventaris en meubilair
i.
Nascholingsplannen
j.
Projectplannen
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
35
PLANNINGSMATRIX Onderwerp Hoofdstuk 4 Visie
ICT
Lezen
Opleiden in school Interne coaching
Hoofdstuk 5 LOVS
EWS systeem
LB-functie
Hoofdstuk 6 SWOT matrix Training feedback geven
Viseon
2011 – 2012
2012 – 2013
Traject communicatie studiedag Digitaliseren van leerlingvolgsysteem Versturen digitale nieuwsbrief Movare Project Leesverbetering Scholing team Implementatie Opstart lees verbetergroep Opleiding schoolopleider Accent op werkvormen boeiend onderwijs Coach de coach traject borgen o.l.v. O&O Movare Verdieping leerkrachten bij gebruik LOVS door Pierre Wolters
Groepsanalyse maken (IB met leerkracht) Invulling 1 fte Taakprofiel gericht op coaching en onderwijs ontwikkeling Uitdiepen en verfijnen. Tweedaagse training werken aan sociale competenties leerkrachten Gebruik vanaf groep 3 t/m groep 8
SVIB Hoofdstuk 7 Referentie niveaus
Schoolplan 2011-2015
2013 – 2014
2014 – 2015 Herijken
Scholing smartboards
Interne aandacht voor doelen en leerlijnen Scholing Resultaten Borgen
Doelen en leerlijnen herijken
Dwarsdoorsnede Trendanalyse Groepsanalyse Vaardigheidsgroei Verdiepen d.m.v. studiedag Groepsanalyse maken (IB met leerkracht) Invulling 1,4 FTE Taakprofiel gericht op gedrag specialisme
borgen
borgen
Groepsanalyse maken (IB met leerkracht) Invulling 1 FTE Taakprofiel gericht op ICT beleid en ontwikkeling
Groepsanalyse maken (IB met leerkracht) Aantal LB functies voldoet aan de norm.
Accenten leggen
Implementatie Evaluatie Evalueren en onderwerp in gesprekscyclus
Implementatie Evaluatie Evalueren en onderwerp in gesprekscyclus
Referentie niveaus inbedden in het onderwijs-
Referentie niveaus inbedden in het onderwijs-
Scholing team Implementatie
Scholing Resultaten Borgen
Uitbreiding naar opbrengstgericht onderwijs
Evalueren en onderwerp in gesprekscyclus
Uitbreiding Opleiden IB- MT Onderwerp bekend maken in het team, implicaties in beeld krijgen, onderzoek
Referentieniveaus inbedden in het onderwijs- en zorgsysteem.
OBS de Speurneus
36
methodes.
en zorgsysteem. Scholing Implementatie
en zorgsysteem. Scholing Implementatie
Aanbod en werkwijze groepen 1 en 2
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak beginnende geletterdheid
Scholing Implementatie Werkwijze en organisatie groep
Aanbod en werkwijze groepen 3 t/m 8
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak Technisch lezen Begrijpend lezen Deelname aan CPS lees verbetertraject. Start kalenderjaar 2012 Invoeren nieuwe methode veilig leren lezen
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak Technisch lezen Begrijpend lezen Verdiepingsslag met taal coördinator
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
Verdiepings slag gehele team
Borging
Methode borgen
Methode borgen
Kijkwijzer (bijlage6) Directe instructie model invoeren
Hernieuwde Scholing Model Directe Instructie Controle middels kijkwijzer Scholing aanpak klassen management Centraal begrip: groepsplan
Implementatie Controle middels kijkwijzer
Implementatie Controle middels kijkwijzer
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
Implementatie
Onderhoud
Onderhoud
actualiseren Implementatie door Janet
actualiseren Kader schoolbreed toepassen / borgen
actualiseren evalueren
actualiseren evalueren
Acties bekend maken in team en competenties medewerkers in kaart brengen. Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem Cyclus toepassen Startgesprek Voortgangsgesprek Ontwikkelingsgespr ek / funct. gesprek
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Spelling / Taal / woordenschat
Aanvankelijk lezen groep 3 Hoofdstuk 8 Zorgniveau 1
Zorgniveau 2
I.O.P. Ontwikkeling perspectief Gedragscode Traject hoogbegaafdheid Hoofdstuk 9 Uitwerking acties Wet BIO: Bardo Bekwaamheids Dossier Gesprekscyclus
Schoolplan 2011-2015
Scholing aanpak klassen management Centraal thema: Leren werken met groepsplannen Ondersteuning bij invoering door Pierre Wolters en IB
OBS de Speurneus
Scholing directie gespreks techniek .
37
Jaarplan schooljaar: 2011-2012
Onderwerp Wie Verbeterdoel Leerstofaanbod Technisch Lezen
Directie en team
Doel: Verbetering opbrengsten technisch lezen. Streefdoel voor 2014: 85% op niveau A,B,C Hoe: a) b) c) d) e)
Leertijd taal
Directie en Team
Deelname leesverbeteringstraject MOVARE Algemene studiedag met Kees Vernooy Studiedag CPS beginnende geletterdheid groepen 1 en 2 Studiedag CPS klassenmanagement en dan met name rol van het groepsplan Ondersteuning op de werkvloer door O&O Implementatie veilig leren lezen nieuw, groepen 3.
Doel: Meer leertijd voor taal en lezen Hoe:
Aanpassing van het lesrooster per 1-8-2011.
a) Uitbreiding van de taaltijd groepen 3 t/m 8. b) Verdere borging van methode Taaljournaal. Pedagogisch klimaat
Team
Doel: Systematisch werken aan sociaal emotionele vorming Hoe:
Verdere implementatie Viseon groepen 3 t/m 8.
a.
Training op een avondvergadering schooljaar 2011 – 2012, criteria bepalen, meenemen naar rapportage. b. Studiedag op 10-10-2011 omtrent gedragsproblematiek.
Didactisch handelen
Team
Doel: Versterking klassenmanagement Hoe:
Netwerkvergaderingen over DIM model (directe instructie model) combinatie met werkvormen van boeiend en passend onderwijs.
a. CPS klassenmanagement en dan met name de rol van het groepsplan b. O&O klassenmanagement m.b.t. het DIM model c. O&O inzet coöperatieve werkvormen en MI boeiend leren. .
Leerlingenzorg
Directie Team
Doel: Verbeteren leerlingenzorg Hoe:
Opbrengsten
Directie Team
Doel: Continue aandacht voor opbrengsten Hoe:
Professionalisering
Directie
a) Cursus Zelfevaluatie CITO (directie + IB) o.l.v. Pierre Wolters in avondvergaderingen. b) Doelgerichtheid bevorderen door in team- en netwerkvergaderingen voor de kernvakken de doelen en de leerlijnen centraal te stellen.
Doel: Bevordering professionaliteit Hoe:
Schoolplan 2011-2015
a) Vooral aandacht voor zorgniveau 1(zie ped. klimaat en did. handelen) b) Ondersteuning O&O bij invoering Individueel Ontwikkelings Perspectief c) Invoering VISEON (zie ook pedagogisch klimaat).
a. Scholingsafspraken op basis van de POP-gesprekken, deskundigheidsbevordering. b. Verder vormgeven van het bekwaamheidsdossier. Eind 2011 is er van iedere leerkracht een digitaal bekwaamheidsdossier (Bardo systeem)
OBS de Speurneus
38
Kwaliteitszorg
Directie Team
Doel: Verdere implementatie systeem van kwaliteitszorg Hoe:
Integraal Personeelsbeleid
Directie Team
Doel: Implementatie Integraal Personeelsbeleid Hoe:
Schoolplan 2011-2015
Aan de hand van “Werken met Kwaliteitskaarten” SWOT als uitgangspunt nemen. INK inpassen in organisatie (actiepunten)
a) Wet Bio centraal stellen b) Personeelsdossier, verdere uitbreiding. c) Gesprekscyclus (start – voortgang – ontwikkelingsgesprek)
OBS de Speurneus
39
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
40
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
41
BIJLAGE 2: Onderwijsaanbod groep 1 en 2 Kernactiviteit Mondelinge Communicatie(gesprekken en kringactiviteiten) Onder deze kernactiviteit vallen: 1.
Groepsgesprekken in de kleine groep a. b. c. d.
2.
Activiteiten in de grote kring a. b. c.
3.
Prentenboekactiviteiten worden in de kleine kring uitgevoerd. Ze worden interactief gebruikt en vormen op die manier een belangrijk hulpmiddel bij de taalontwikkeling. Een prentenboek wordt minimaal 3 x aan de orde gesteld. De eerste maal (introductie) ligt de activiteit sterk bij de leerkracht. De volgende keren verschuift de activiteit steeds meer naar de leerling.
Verhalen vertellen en voorlezen a.
5.
ochtend- en middagbegin met aandacht voor de absenten, bijzondere gebeurtenissen en het dagritme bespreken groepsregels; vooraf om uit te leggen, achteraf om te kijken of en hoe het gelukt is zang- dans-, doe-, denk- en kimspelletjes
Gespreksactiviteiten met prentenboeken a.
4.
gesprekken over actuele gebeurtenissen voor- en nabespreken van prentenboeken met taalzwakke leerlingen gesprekken aan de hand van ontwikkelingsmateriaal verder praten over belevenissen die in de grote kring aan de orde zijn geweest.
Elke leerkracht leest verhalen voor die passen bij het thema dat aan de orde is.
Kerndoelen a.
De kernactiviteit mondelinge communicatie draagt uiteraard bij aan de kerndoelen op het gebied van taal. Gesprekken en kringactiviteiten dragen ook bij aan de kerndoelen rekenen, aardrijkskunde, natuur en geschiedenis. Voor zover het om zang- en bewegingsspelletjes gaat leveren ze een bijdrage aan de kerndoelen op het gebied van spel, bewegen en muziek.
Kernactiviteit lezen en schrijven(beginnende geletterdheid) We richten ons onderwijs in de onderbouw dusdanig in dat lezen en schrijven uit de wereld buiten de school ook in de school als betekenisvol herkend wordt door de kinderen. Binnen het kader van deze kernactiviteit is er structurele aandacht voor: 1.
Werken met boeken
2.
Schrijven en lezen van teksten
3.
Motorische activiteiten als voorbereiding op handschriftactiviteiten
4.
Werken met de computer Binnen deze kernactiviteit komen aan de orde: a. b.
Leren gebruiken van de computer Leren gebruiken van digitale hulpmiddelen (fotocamera)
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
42
a.
Kerndoelen De kernactiviteit beginnende geletterdheid draagt uiteraard bij aan het bereiken van de kerndoelen taal. Belangrijk is ook dat er in 1999 tussendoelen voor beginnende geletterdheid zijn geformuleerd door het Expertisecentrum Nederlands. In de periode 2011-2015 willen we deze tussendoelen als richting gevers integreren in ons onderwijs. Dat betekent dat we voor de groepen 1 en 2 alle gewenste doelen vooraf vaststellen. Die doelen vormen voor de leerkrachten het richtpunt van hun onderwijs. De kernactiviteit beginnende geletterdheid draagt ook bij aan een aantal leergebied overstijgende kerndoelen, met name werkhouding en zelfbeeld.
Kernactiviteit rekenen-wiskunde Kinderen leven in een wereld die vol zit met getalsmatige aspecten. Voor ze op school komen, hebben ze al heel wat hoeveelheidservaringen opgedaan. Binnen het kader van deze kernactiviteit is er structurele aandacht voor: a.
Telactiviteiten
b.
Zang-, tel- en bewegingsspelletjes
c.
Gezelschapsspelen
d.
Meetactiviteiten
e.
Werken met ontwikkelingsmaterialen
f.
Bouwactiviteiten
g.
Werken met de computer
Kernactiviteit spelen Spel heeft grote betekenis voor de ontwikkeling van kinderen. Door te spelen krijgen kinderen greep op de wereld om hun heen. Vandaar dat er in de groepen 1 en 2 structurele aandacht is voor de volgende vormen van spel. a.
Bewegingsspel Bewegingsspel vindt dagelijks plaats in de speelzaal. Het groot materiaal dat voor bewegingsspel wordt ingezet omvat klimrekken, wandrekken, glijbaan, ladders, banken, springkasten, wip en matten. Klein materiaal omvat skippyballen, touwtjes, hoepels, kegels, pittenzakken en allerlei soorten ballen. Tevens vinden in de speelzaal de behendigheidsspelen plaats.
b.
Buitenspel Buitenspel gebeurt bij geschikte weersomstandigheden twee maal per dag. Voor het buitenspel is groot materiaal beschikbaar in de vorm van klimtoestellen, schommels, zandbak en duikelstangen. Bovendien kunnen de kinderen beschikken over grote en kleine wagens, karren, loopklossen en stepjes. De leerkrachten tonen belangstelling, spelen mee, geven spelsuggesties, observeren en houden afspraken in de gaten.
c.
Manipulatief spel
d.
Rollenspel In elke groep is er een regelmatig wisselende themahoek die rollenspel mogelijk maakt. De themahoeken worden na een pakkende introductie samen met de kinderen ingericht. Om de kwaliteit van het rollenspel te bevorderen, spelen de leerkrachten voor en mee.
e.
Kerndoelen In de spelsituaties komen de leergebied overstijgende kerndoelen in samenhang vaak tot volle ontplooiing. Zowel voor werkhouding, het werken volgens plan, het gebruik van uiteenlopende strategieën, het werken aan zelfvertrouwen en sociaal gedrag zijn spelsituaties van groot belang. Bij de leergebied specifieke
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
43
kerndoelen worden bijdragen geleverd aan het gebied van de lichamelijke opvoeding, met name de domeinen gymnastiek, spel, bewegen op muziek en rollenspel.
Kernactiviteit construeren en uitbeelden Binnen deze kernactiviteit komen de volgende activiteiten structureel aan de orde. a.
Werken met zand, water en klei. Voor al onze groepen staat een zandwatertafel ter beschikking. Zand , water en klei zijn ongevormde materialen en geven veel gelegenheid tot manipulerend en experimenterend spel.
b.
Tekenen , schilderen en werken met papier
c.
Werken met kosteloos materiaal, natuurmateriaal en textiel
d.
Werken met bouw- en constructiematerialen
e.
Werken met compositiematerialen
f.
Kerndoelen Constructieve en beeldende activiteiten leveren bijdragen aan leergebied overstijgende kerndoelen als werkhouding en werken volgens plan. Bij de leergebied specifieke kerndoelen wordt bijgedragen aan techniekdoelen, teken- en handvaardigheidsdoelen, rekenwiskunde doelen, natuurdoelen en aardrijkskundedoelen.
Thema´s en projecten Thema´s en projecten stellen de kinderen en de leerkrachten in staat om met de boven beschreven kernactiviteiten in samenhang aan de slag te gaan. Bij de opzet van projecten speelt de inbreng van de kinderen een belangrijke rol. Elk project start met een brainstorm waarbij leerkrachten en kinderen betrokken zijn. Onze doelen bij het werken met thema´s en projecten zijn: a. samenhang in activiteiten b. kinderen leren “hoe het in het echt is” c. kinderen krijgen kansen om echte ervaringen op te doen d. kinderen kunnen “deelnemen aan de wereld” e. thema’s zijn een bron voor rollenspel f. thema’s en projecten dragen door hun “echtheid” bij aan de leergebied specifieke kerndoelen, waarbij met name het domein “oriëntatie op mens en wereld” een accent krijgt. g. thema’s en projecten dragen door hun samenhang bovendien bij aan enkele leergebied overstijgende kerndoelen (werkhouding, werken volgens plan, leerstrategieën)
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
44
BIJLAGE 3: Zorgplan Samenwerkingsverband COÖRDINATIE
S
WV 55.02 AMENWERKINGSVERBAND LANDGRAAF
Postbus 1103 6460 BC Kerkrade Bezoekadres: Heyendallaan 55b 6464 EP Kerkrade Tel: 045 5466950 Fax: 045 5466977 E-mail:
[email protected]
Zorgplan 2011– 2012
Samenwerkingsverband 55.02 Landgraaf Samenstelling Adri Rooijakkers en Jef Caelen (coördinatie)
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
45
Inhoudsopgave
Voorwoord Hoofdstuk 1 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
3 Zorgplan: kerndocument van het samenwerkingsverband
4
Doel van het samenwerkingsverband Functie van het zorgplan Relatie met het schoolplan Relatie met bestuursbeleid
Hoofdstuk 2
Niveaus van zorg
5
Hoofdstuk 3
Inhoudelijke ontwikkelingen
6
3.1
3.2
Hoofdstuk 4 4.1. 4.2. Hoofdstuk 5 5.1. 5.2. 5.3. Hoofdstuk 6 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5.
Resultaten 2010-2011 Deelname speciaal basisonderwijs Interne zorgstructuur Boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief Ambulante begeleiding De ontwikkeling naar 1-loket De inrichting van ZAT’s Onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen Netwerk IB Federatief bestuur overleg Ontwikkeldoelen 2011-2012 PCL Parkstad Dossiervorming Zorgprofielen/zorgmonitor Boeiend, passend onderwijs en opbrengstgericht werken Ambulante begeleiding Federatief bestuur PCL
11
Permanente Commissie Leerlingzorg Taak en werkwijze PCL Ouders
14
Rol van de ouders Ondersteuning van de ouders Collectieve betrokkenheid van de ouders Inzet middelen
15
Berekening zorgmiddelen Inzet personele middelen en projecten Meerjarenprognose zorgbudget Begroting passend onderwijs Begroting exploitatie
Hoofdstuk 7
Vaststelling
20
Hoofdstuk 8
Partners
21
8.1. 8.2. 8.3. 8.4. Hoofdstuk 9 Bijlage 1
Schoolplan 2011-2015
Deelnemende besturen Deelnemende scholen voor basisonderwijs Deelnemende speciale school voor basisonderwijs Centrale dienst Geschillencommissie
22
Lijst van afkoringen
OBS de Speurneus
46
Voorwoord Voor u ligt het Zorgplan 2010-2011. Het Samenwerkingsverband 55.02 bestaat bestuurlijk uit een participant. De Onderwijsstichting MOVARE. Het Samenwerkingsverband bestaat uit 11 scholen en een SBO-school. In organisatorisch opzicht werkt de Onderwijsstichting MOVARE met een regio-structuur. Deze regio kent een regioplan. Het zorgplan van het Samenwerkingsverband is afgestemd op het regioplan en de schoolplannen. Het Samenwerkingsverband kent een aantal reguliere taken in relatie tot leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Men ontkomt niet aan een curatief deel binnen de taken, maar preventief werken verdient de voorkeur. De vraag daarbij is hoe men een situatie kan creëren waardoor speciale behoeften voor het overgrote deel in het reguliere onderwijsproces begeleid worden. Met betrekking tot een antwoord op deze vraag werkt het Samenwerkingsverband Inhoudelijk aan het ontwikkelen van Boeiend Onderwijs met als doel een kwaliteitsverbetering door middel van het werken met de principes van de lerende school. Er is een nauwe samenwerking tussen de Samenwerkingsverbanden Hoensbroek-Brunssum-Onderbanken 55.01, Landgraaf 55.02 en Kerkrade-Simpelveld 55.03. De drie verbanden beschikken over een coördinator voor wat betreft algemene zaken, financiën en externe contacten. Daarnaast is er in het samenwerkingsverband Landgraaf een coördinator voor het taakgebied Boeiend Onderwijs. De College’s van Bestuur van MOVARE en INNOVO hebben een principe besluit genomen om met elkaar een nieuw Samenwerkingsverband Parkstad in te richten. Deze ontwikkeling wordt mede ingegeven door de nieuwe wettelijke kaders ten aanzien van de schaalgrootte van Samenwerkingsverbanden. De opmaat voor dit nieuwe Samenwerkingsverband is de inrichting van een nieuwe Permanente Commissie Leerlingzorg die met ingang van 1 augustus 2011 operationeel is. Er is in de nieuwe opzet sprake van een smalle PCL die als voornaamste taak het al dan niet afgeven van beschikkingen voor het SBO heeft. Een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van een PCL in deze opzet is de kwaliteit van de dossiervorming. In 2011-2012 is dit een belangrijk ontwikkelonderwerp voor het Samenwerkingsverband. Adri Rooijakkers Jef Caelen
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
47
Hoofdstuk 1 Het Zorgplan: kerndocument van het samenwerkingsverband 1.1. Doelen van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband Landgraaf stelt zich ten doel een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen te realiseren. Zowel binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs. Zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces doormaken. 1.2 Functies van het Zorgplan Het zorgplan geeft een beschrijving van:
De niveaus van zorg, de zorgstructuur. De wijze waarop de middelen worden ingezet. De bereikte resultaten 2010-2011 De beoogde resultaten in 2011-2012. De samenstelling, werkwijze en financiering van de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) De procedure voor onderzoek en plaatsing van leerlingen op de speciale school voor basisonderwijs (SBO). De wijze waarop aan de ouders informatie wordt verstrekt over de zorgvoorzieningen en de criteria van de PCL.
1.3. Relatie met het schoolplan Elke school van het samenwerkingsverband 55.02 Landgraaf. stelt zijn schoolplan op met daarin opgenomen het beleid t.a.v. de zorg. Het zorgplan van het samenwerkingsverband stelt doelen en geeft richting aan de zorg binnen de deelnemende scholen. De afspraken en doelstellingen zoals die binnen het Samenwerkingsverband 55.02 zijn afgesproken, zijn binnen het schoolplan duidelijk te herkennen . 1.4 Relatie met bestuursbeleidsplannen In het federatief samenwerkingsverband participeren drie besturen die ieder weer hun eigen bestuursbeleidsplan hebben. De coördinator stemt in overleg met de regiodirecteuren, directeuren en intern begeleiders het zorgplan van het samenwerkingsverband af op de bestuursbeleidsplannen.
Hoofdstuk 2:
Niveaus van zorg
Dezelfde taal spreken is, wanneer het gaat om de onderwijsbehoeften van alle leerlingen, van wezenlijk belang. Om dat te kunnen zijn afspraken gemaakt over de niveaus van zorg. Deze zijn richtinggevend voor het handelen van professionals die verantwoordelijk zijn voor de optimale ontwikkeling van de kinderen. De niveaus kennen een wisselwerking. Op het moment dat er activiteiten in een hoger niveau plaats vinden, houdt dat tevens in dat op het onderliggende niveau alles ondernomen en gedocumenteerd is, zodat een volgende professional de draad kan oppakken zonder dat er stagnaties in het proces ontstaan. De structuur van de 5 niveaus van zorg is voor alle scholen in het samenwerkingsverband vastgelegd. In het onderstaande overzicht staan op hoofdlijnen de meest relevante kenmerken van het niveau van zorg. Niveau 1 :
Algemene zorg in de groep Kenmerken:
Niveau 2:
Realisatie van boeiend en passend onderwijs Groepsleerkracht neemt beslissingen Goede informatie uitwisseling tussen school en ouders Registratie in het leerlingvolgsysteem
Extra zorg in de groep Kenmerken:
Schoolplan 2011-2015
Kortdurende zorg d.m.v. extra instructie door de groeps leerkracht Goede informatie uitwisseling tussen school en ouders Registratie in het leerlingvolgsysteem
OBS de Speurneus
48
Niveau 3:
Speciale zorg na intern onderzoek Kenmerken:
Niveau 4:
Voorafgaande aan de speciale zorg vindt intern onderzoek plaats Voor deze speciale zorg wordt een handelingsplan opgesteld De beslissing wordt op schoolniveau genomen De IB-er coördineert de zorg Vaststelling en uitvoering vindt plaats na overleg met en schriftelijke toestemming van ouders. Uitvoering duurt 6-8 weken. Registratie in het dossier van de leerling en het leerlingvolgsysteem
Speciale zorg na extern onderzoek Kenmerken: Speciale zorg n.a.v. extern onderzoek; langdurige zorg en/of speciale zorg Voor deze speciale zorg wordt een begeleidingsplan opgesteld De beslissing wordt op schoolniveau genomen, de intern begeleider coördineert de zorg Bij extern onderzoek is schriftelijke toestemming van ouders noodzakelijk Registratie in het dossier van de leerling en het leerlingvolgsysteem
Niveau 5:
Zorg in het SBO/SO Kenmerken: Zorg in het SBO/SO De ouders melden de leerling aan bij de PCL of CVI, de basisschool verzorgt het onderwijskundig rapport De PCL geeft een beschikking af voor plaatsing in het SBO CVI geeft de beschikking af voor Leerling Gebonden Financiering met de mogelijkheid tot plaatsing in het SO of in de reguliere basisschool met externe ondersteuning Terugplaatsing wordt afgestemd met alle betrokken geledingen.
Indien alle voorgaande zorgniveaus niet aan de onderwijs en zorgbehoefte van het kind kunnen voldoen, volgt verwijzing naar het speciaal basisonderwijs, Herstart, Op de Rails, Rebound. Binnen de REC-school krijgt de leerling een op zijn/haar leer- of gedragsprobleem toegesneden programma met gebruikmaking van speciale methodes en instructieprincipes. Plaatsing vindt plaats op basis van eenduidige criteria, evenals (tussentijdse) evaluatie. Het streven blijft om leerlingen weer zo verantwoord als mogelijk terug te plaatsen in het regulier onderwijs. Terugplaatsing is mede afhankelijk van de kwaliteit van de integrale leerlingenzorg in de reguliere scholen. In de toekomst zal het loket de toewijzing voor deze speciale voorziening verzorgen.
Hoofdstuk 3: Inhoudelijke ontwikkeling 3.1.
3.2.
Schoolplan 2011-2015
Resultaten 2010-2011 Deelname speciaal basisonderwijs Interne zorgstructuur Boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief Ambulante begeleiding De ontwikkeling naar 1-loket De inrichting van ZAT’s Onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen Netwerk IB Federatief bestuur overleg Ontwikkeldoelen 2011-2012 PCL Parkstad Dossiervorming Zorgprofielen/zorgmonitor Boeiend, passend onderwijs en opbrengstgericht werken Ambulante begeleiding Federatief bestuur
OBS de Speurneus
49
3.1 Resultaten 2010-2011 3.1.1. Deelname speciaal basisonderwijs Het deelname % aan het speciaal basisonderwijs ligt in het Samenwerkingsverband Landgraaf op 3,82 %. Het deelname percentage is meer dan 1 % hoger dan het landelijk gemiddelde van 2,73 %. (bron: website www.passendonderwijs.nl )
3.1.2. Interne zorgstructuur binnen de school Alle scholen binnen het samenwerkingsverband hebben een interne zorgstructuur die ingericht is conform de 5 niveaus van zorg. 3.1.3. Boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief De voorgenomen activiteiten ten aanzien van boeiend en passend onderwijs hebben het afgelopen jaar plaats gevonden. Het ging daarbij om studiedagen voor intern begeleiders en directeuren rond thema’s zorg en passend onderwijs. Er heeft ondersteuning plaats gevonden bij leer- en gedragsproblemen vanuit het SBO. Scholen hebben in ruime mate gebruik gemaakt van de beschikbare middelen voor eigen ontwikkeling op het gebied van boeiend en passend onderwijs.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
50
3.1.4. Ambulante begeleiding Alle scholen kunnen ambulante begeleiding aanvragen via het Samenwerkingsverband 55.03. Afhankelijk van de hulpvraag worden verschillende vormen van ambulante begeleiding toegekend. Ook de aanvragen voor ambulante begeleiding vanuit de REC scholen (PAB) worden via het samenwerkingsverband gedaan. In schooljaar 2009 – 2010 hebben in het Samenwerkingsverband 55.01 in totaal 33 leerlingen gebruik gemaakt van Ambulante begeleiding. Het Samenwerkingsverband kent 3 vormen van ambulante begeleiding, NAB (Neveninstromers Ambulante Begeleiding, begeleiding van leerlingen die nog geen Nederlands spreken), RAB (Reguliere Ambulante Begeleiding, vaak gericht op gedrag van leerlingen) en de TAB (Taal Ambulante Begeleiding, met name gericht op leerlingen van groep 1 en 2)
3.1.5. De ontwikkeling naar één loket Het afgelopen jaar is er ten aanzien van de ontwikkeling naar één loket geen voortuitgang geboekt. Het uitblijven van een slagvaardige aanpak door betrokken partners als gevolg van een koersverandering t.a.v. passend onderwijs is daaraan mede debet. Daarmee is niet het gedachtengoed van tafel en is de ontwikkeling wel steeds onderwerp van gesprek geweest.
3.1.6. De inrichting van ZAT’s. (Zorg Advies Teams) Het Samenwerkingsverband heeft niet geparticipeerd in de verdere ontwikkeling van de ZAT’s. Er zijn ZAT’s in Landgraaf.
3.1.7. Onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen
Het Samenwerkingsverband heeft niet geparticipeerd inde in de uitvoering van onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen. De voorgenomen werkgroep vanuit de projectstructuur Passend Onderwijs Parkstad heeft geen verdere vorm gegeven aan de inbedding van onderwijs aan(hoog)begaafde kinderen binnen het reguliere onderwijs.
3.1.8 Netwerk IB Alle scholen nemen deel aan het netwerk voor intern begeleiders. Het netwerk komt 6 keer per jaar bij elkaar. Tijdens de netwerk bijeenkomsten worden de landelijke ontwikkelingen gevolgd en kunnen de ib-ers informatie uitwisselen.
3.1.9 Federatief bestuur Jaarlijks komt het federatief bestuur minimaal 3 keer bijeen om de ontwikkelingen binnen het Samenwerkingsverband te bespreken. In januari is er een algemene ledenvergadering waarin het Zorgplan wordt vastgesteld. In mei wordt het Zorgplan definitief vastgesteld. Het Bestuursverslag is voor het eind van het schooljaar besproken en vastgesteld.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
51
3.2 Ontwikkeldoelen 2011-2012 Tijdens het schrijven van dit zorgplan staan er een aantal ontwikkelingen en aanpassingen in het beleid van de overheid aan te komen. Aangezien het Samenwerkingsverband voor de uitwerking van dit beleid participeert in platforms op Parkstad en op Zuid-Limburgs niveau is nog niet duidelijk hoe een en ander uiteindelijk vorm gaat krijgen. Daarom, kiezen we als Samenwerkingsverband er voor om onderwerpen te ontwikkelen die in alle gevallen bijdragen aan een noodzakelijk kwaliteitsimpuls.
3.2.1 PCL Parkstad De federatieve besturen van de Samenwerkingsverbanden in Parkstad hebben in 2010 het besluit genomen te komen tot een PCL voor Parkstad in de smalle variant. De opdracht aan deze PCL is het afgeven van beschikkingen die een toelating tot het SBO mogelijk maken. Dat betekent dat de scholen dossiers aanleveren van een zodanige kwaliteit, dat de PCL over voldoende informatie beschikt om beslissingen te nemen. In aansluiting op het bestuursbesluit is een uitvoeringsdocument geschreven, waarin de werkwijze en procedures zijn vastgelegd. Het streven is deze PCL op 1 augustus 2011 te laten starten. Het is niet ondenkbaar dat er knelpunten ontstaan. Leerlingen moeten, als gevolg van de gewijzigde werkwijze, niet belemmerd worden in hun ontwikkeling. 3.2.2 Dossiervorming De eerste stap om de nieuwe PCL te laten functioneren en er voor te zorgen dat bij een beschikking het SBO over voldoende informatie beschikt om met de leerling verder te werken, zijn kwalitatief goede dossiers onmisbaar. Uit praktijkervaring blijkt dat de huidige dossiers in voorkomende gevallen niet van die kwaliteit zijn om die voorwaarde te realiseren. Voor een bepaalde tijd, in ieder geval de looptijd van schooljaar 2011-2012 geven we consultanten de opdracht mee om in een vroeg stadium de school attent te maken op onvolledige dossiers. Tegelijkertijd vindt er op dossiervorming gericht scholing plaats voor IB-ers. Centraal staat in deze scholing:
De inhoud van het OKR Dossiervorming; wat is nodig om te registreren en op welke wijze Samenvatten van de inhoud in termen van onderwijsbehoefte
Voorafgaande aan de ze scholing is met deskundigen bepaald wat de gewenste inhoud van de dossiers is Het doel is dat scholen binnen maximaal twee jaar de expertise hebben op het gebied van dossiervorming. Uiteindelijk zijn scholen zelf in staat een aanmelding bij de PCL te voorzien van de juiste documenten. 3.2.3 Zorgprofielen/zorgmonitor Om de Zorgplicht te realiseren is beleid en beleidsontwikkeling nodig. Het is niet zo dat we starten met een 0-situatie. Er is sprake van beleid, dat op onderwerpen waarvoor dat moet, niet de benodigde eenduidigheid kent. Met behulp van het instrument Kind op de gang heeft elke school zijn zorgprofiel en daarmee krijgen we inzicht in de diversiteit van beleid en ontwikkeling. Door het breed uitvoeren van de 0-meting Kind op de Gang is er voldoende informatie om op verschillende niveaus te analyseren in hoeverre er sprake is van een dekkend aanbod. We zien deze 0-meting als kans om betrokken scholen en leerkrachten uit te dagen tot het realiseren van verbeteringen en het ondernemen van actie. De kwaliteit van de zorg is afhankelijk van een groot aantal factoren. Niet alleen het zorgprofiel als statisch gegeven, maar ook processen in de school hebben hun invloed op de kwaliteit. Het zorgprofiel geeft een foto van de zorgbreedte maar geeft geen inzicht in de voorwaardelijke context. De mate en soort van zorg die een school kan bieden is mede afhankelijk van de inrichting van de organisatie, didactisch- pedagogisch concept, deskundigheden in de school etc. De ontwikkeling van een zorgmonitor, analoog aan producten die ook reeds in andere samenwerkingsverbanden in de regio gebruikt worden, wordt gestart in 2011-2012.
3.2.4 Boeiend, passend onderwijs en opbrengstgericht werken Kwaliteitsverbetering van het onderwijs in algemene zin is het uitgangspunt van de scholen binnen het Samenwerkingsverband. Ons doel is in te spelen op de ontwikkelingsbehoeften van alle kinderen en maximale zorg te bieden voor kinderen met specifieke behoeften
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
52
De visie De scholen van SWV werken vanuit een gezamenlijke visie om het onderwijs eigentijds, boeiend en kwalitatief zo in te richten, dat het passend is voor een maximaal aantal kinderen. De ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs richt zich dus op alle leerlingen en gaat er vanuit, dat met de toename van de kwaliteit, meer leerlingen in het gewone basisonderwijs hun plaats hebben. Daarmee neemt de noodzaak om te verwijzen naar speciaal basisonderwijs of Speciaal Onderwijs af. Bij de ontwikkeling van het onderwijs naar de beoogde kwaliteit wordt een groot gewicht toegekend aan het gedachtegoed van de lerende school. Onder boeiend wordt verstaan: uitdagend, motiverend en eigentijds met het doel in te spelen op belangstelling en behoefte van de leerling. Passend duidt op het inspelen op individuele mogelijkheden van kinderen. Lerend duidt op de relatie met de omgeving. De continue wisselwerking tussen de behoefte van de omgeving enerzijds en de ontwikkeling in de omgeving anderzijds. Continue communicatie zowel intern als met externen heeft daarbij een spilfunctie om snel op de veranderende omgeving continu in te spelen. Het onderwijs op de scholen van het Samenwerkingsverband is dan ook in een continue ontwikkeling. Om kinderen in staat te stellen meer aan te sluiten bij hun eigen talenten en mogelijkheden, moeten ze kansen krijgen om eigen keuzes te maken. Kinderen moeten daartoe leren meer eigen verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Om kinderen de kans te bieden zichzelf te leren kennen en in te spelen op de behoefte van de maatschappij, moeten we kinderen in toenemende mate laten samenwerken in het leerproces.
Doelen Om boeiend, passend onderwijs in een lerend perspectief te realiseren zijn er kenmerken die richting geven aan onderwijsontwikkelingen voor de scholen. De kenmerken geven meer zicht op de realisering van boeiend en passend onderwijs, de kenmerken van leerkrachten en kenmerken van het lerend functioneren van het schoolteam. In de huidige ontwikkeling is daarbij noodzakelijk het doel van boeiend en passend onderwijs in beeld gekomen: opbrengstgerichtheid. De wijze waarop een school gestalte geeft aan boeiend en passend onderwijs kan heel divers zijn, maar moet wel beantwoorden aan de kwaliteitskenmerken. Daartoe wordt “richting” gegeven aan de kenmerken van boeiend onderwijs.
Leerkrachten zijn bereid tot innovatie. Leerkrachten stellen zich “lerend” op vanuit een tweezijdige benadering. Zelf willen leren in relatie met collega’s en open staan om ervaringen en kennis te delen met collega’s. Bij leerkrachten is een basis- (vak)kennis aanwezig met betrekking tot de mogelijkheden om boeiend/passend/ onderwijs te realiseren. De leerkrachten kiezen oplossingen met duidelijk herkenbare “kind nabije” kenmerken, die aantonen, dat kinderen o.a. eigen keuzes kunnen maken. De leerkracht verantwoordt zich inzichtelijk in een administratie voor zijn onderwijskundig handelen.
Organisatie Scholen bepalen zelf hun eigen ontwikkeling en kiezen zelf activiteiten om de visie te realiseren. De mindmap, “Boeiend onderwijs in het perspectief van de lerende school” vormt ook voor het schooljaar 2011 – 2012 het document, dat het uitgangspunt is voor ons beleid en de daaraan gekoppelde activiteiten en ontwikkelingen op de scholen. Jaarlijks wordt binnen het directieberaad van het Samenwerkingsverband een peiling gedaan naar de ervaringen met de activiteiten van het afgelopen schooljaar en de behoefte aan ondersteuning en activiteiten voor het komende schooljaar. Het directieberaad legt vervolgens via de coördinator de plannen ter goedkeuring voor aan het federatief bestuur van het Samenwerkingsverband.
Activiteiten Vanwege de ontwikkelingen t.a.v. de PCL zijn voor het schooljaar 2011-2012 de activiteiten gericht op passend onderwijs: • Netwerk intern begeleiding: 1. Invoeren nieuwe voorwaarden dossiervorming
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
53
• •
• •
2. Ontwikkelingsperspectief, 3. Ontwikkeling zorgprofiel Cursus intern begeleiders: Eigen expertise, dossiervorming, opbrengsten passend onderwijs, ontwikkelingsperspectief Cursus in kader expertise sociaal emotionele problematiek In het algemeen kunnen scholen goed inspelen op onderwijsbehoeften van leerlingen als het gaat om instrumentele vaardigheden. Behoeften waarbij het gedragsmatige aspect een rol speelt overvragen de school en de leerkracht. Wanneer leerlingen onderwijsbehoeften hebben op het gebied van gedrag heeft de leerkracht vaak een wat mager gevulde tool-box. Gelet op de ontwikkelingen in de toekomst, minder mogelijkheden voor AB en plaatsing in SBO en SO, zal, omwille het welzijn van alle leerlingen, geïnvesteerd worden in het uitbreiden van de vaardigheden op dit vlak. Twee studiedagen algemene informatie m.b.t. de genoemde thema’s en uitwisseling ontwikkelingen Eigen budget van € 5000,00 geoormerkt voor de thema’s van de hierboven genoemde activiteiten
In het financiële gedeelte, Inzet van middelen 6.4, is de begroting opgenomen voor deze activiteiten, 3.2.5 Ambulante begeleiding Ambulante begeleiding in de huidige vorm, voor zover er in SWV 55.02 gebruik van gemaakt is, wordt beëindigd. In schooljaar 2011-2012 wordt regionaal/sub-regionaal een opzet voor ambulante begeleiding gecreëerd. Daarbij rekening houdend met prioriteiten en de financiële ruimte.
3.2.6 Federatief bestuur
Het federatief bestuur komt minimaal 3 keer bijeen om de ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband te bespreken. In januari is er een algemene ledenvergadering waarin het Zorgplan wordt vastgesteld. Voor 15 mei wordt het Zorgplan definitief vastgesteld. Daarnaast wordt jaarlijks het Bestuursverslag voor het eind van het schooljaar besproken en vastgesteld.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
54
Hoofdstuk 4: De PCL. 4.1 Permanente Commissie Leerlingenzorg De PCL heeft op grond van artikel 19 2d WPO multidisciplinaire samenstelling. De volgende disciplines maken deel uit van de PCL voor de samenwerkingsverbanden van Parkstad Limburg 4.2.
psycholoog orthopedagoog. didactisch deskundige. Taakstelling en werkwijze van de Permanente Commissie Leerlingenzorg
4.2.1. Taakstelling De taak van de PCL is om op aanvraag van de ouders te beoordelen of plaatsing van een leerling op onze speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. De PCL heeft een beperkte adviesfunctie, die als volgt wordt ingevuld: 1. Na een beslissing kan de PCL besluiten een evaluatiegesprek te houden en treedt dan in overleg met de directeur van de school. Het doel van dit gesprek is het gezamenlijk evalueren van de procedure en de inhoud van een of meerdere dossiers, in relatie met de realisatie van onderwijs op maat. 2. Bij een negatieve beslissing kan de PCL ouders en school adviseren over de inzet van expertise leerlingenzorg. 3. De voorzitter van de PCL overlegt maandelijks met de coördinator, met als doel elkaar te informeren en mogelijke bespreekpunten voor het directieoverleg en/of het IB-netwerk voor te bereiden. 4.2.1 Werkwijze van de PCL a. Aanmelding tot plaatsing in SBO bij de PCL 1.
Bij aanmelding worden de leerlingen bij de administratie van de PCL geregistreerd. Deze verzorgt een schriftelijk bericht van bevestiging aan de ouders van de betrokken leerling en een afschrift naar de school c.q. de betrokken instantie. Tevens wordt aangegeven wanneer de behandeling van aanmelding zal plaatsvinden. 2. De PCL hanteert het aanmeldingsformulier PCL voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van een leerling voor onze SBO. 3. Aanmeldingen die binnen 2 weken voor de vooraf vastgestelde PCL vergaderingen plaatsvinden, worden in de regel pas op de daarop volgende reguliere PCL vergadering besproken. 4. Indien de ouders op het aanmeldingsformulier aangeven gebruik te willen maken van de mogelijkheid een deskundigenrapport in te sturen, stelt de PCL hen in de gelegenheid dit binnen een termijn van vier weken te doen. 5. Indien de gegevens op het aanmeldingsformulier niet compleet zijn, stelt de PCL de ouders in de gelegenheid de ontbrekende gegevens binnen vier weken aan te vullen. 6. Indien het onderwijskundig rapport niet gelijktijdig wordt ontvangen, verzoekt de PCL onmiddellijk na de ontvangst van het aanmeldingsformulier aan de basisschool om toezending van het onderwijskundig rapport binnen vier weken. 7. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing bij overgang van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs naar een dergelijke school in een ander samenwerkingsverband, met dien verstande dat de gegevens inzicht geven in de voortgang van de ontwikkeling van de leerling en vergezeld gaan van het handelingsplan. (WPO art. 43.2) 8. Een afschrift van het rapport, bedoeld in de vorige twee leden, en van het handelingsplan wordt aan de ouders van de leerling verstrekt. (WPO art. 43.3) 9. Als een leerling van een basisschool uit een ander samenwerkingsverband wordt aangemeld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen indien de PCL van dat andere samenwerkingsverband geen onherroepelijk geworden beslissing heeft genomen of plaatsing van de leerling op een SBO noodzakelijk is. De vorige zin is niet van toepassing indien de aanvraag plaatsvindt in verband met een verhuizing van de leerling. (WPO art. 23.4) 10. Als het kind nog niet een basisschool bezoekt (als er bijvoorbeeld sprake is van aanmelding vanuit het MKD), zijn de ouders vrij in de keuze van de PCL van een samenwerkingsverband. b. Procedure en taakverdeling. De PCL houdt ten behoeve van de uitvoering van zijn taakstelling de volgende procedure aan: 1. 2. 3. 4. 5.
De PCL gaat na of de aangemelde leerling tot het eigen samenwerkingsverband behoort. Als dit niet zo is, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. (zie: 2.1.1.2 a.9) Indien de ouders vasthouden aan aanmelding binnen ons samenwerkingsverband en de PCL van het andere verband een onherroepelijke uitspraak heeft gedaan, kan de PCL met die PCL in overleg treden. De aangemelde leerlingen worden geregistreerd overeenkomstig de gegevensindeling op het aanmeldingsformulier en gebruik makend van de informatie in het onderwijskundig rapport. De geboden informatie over de leerling wordt vergeleken met de benodigde informatie voor besluitvorming, volgens de referentiekaders voor beoordeling en advisering die de PCL hanteert. (zie 2.1.1.3 Toelichting bij taakstelling en werkwijze PCL) Zo nodig wordt aanvullende informatie verzameld bij de school/ouders en/of andere personen/ instellingen, die gegevens ten behoeve van de besluitvorming over de aangemelde leerling kunnen leveren.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
55
6.
De beschikbare informatie wordt samengebracht in een apart dossier van de aangemelde leerling, dat ten grondslag ligt aan beoordeling en advisering. 7. Het dossier wordt bestudeerd op grond van het referentiekader, waarna de bevindingen op schrift worden gesteld en verzameld ten behoeve van de besluitvorming door de PCL. 8. Het beoordelen van de toelaatbaarheid tot de SBO gebeurt in overleg op de in 4.1.1.2 c. 1 t/m 5 beschreven wijze. 9. Het oordeel over de toelaatbaarheid wordt verwoord in een beschikking overeenkomstig de voorschriften van de Algemene Wet Bestuursrecht (WPO art.23.6); een advies wordt geformuleerd volgens de aanwijzingen van de leden. 10. De beschikking, respectievelijk het advies wordt ter kennis gebracht van de aanvrager op de in 4.1.1.2 d. beschreven wijze. 11. Van de gehele procedure, inclusief beslissingen en adviezen, vindt per leerlingendossier verslaglegging plaats. Dit verslag wordt toegevoegd aan het leerlingendossier. Dit dossier wordt in de school, die de leerling bezocht toen het advies werd uitgebracht, bewaard tot 3 jaar nadat de leerling de school heeft verlaten, met dien verstande dat bij plaatsing van een leerling op een andere school in het samenwerkingsverband de beslissing of het advies in die school wordt bewaard tot 3 jaar nadat de leerling die school heeft verlaten.(WPO art. 23.8) Opmerking: Inzake de punten 1 t/m 5 en 9 ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de voorzitter. c. De wijze van beoordeling en advisering. 1.
2.
3. 4.
De PCL beoordeelt in eerste instantie de toelaatbaarheid van een aangemelde leerling tot de SBO en neemt daartoe een besluit dat geldt als een beschikking in de zin van de AWB. Om een dergelijk besluit te kunnen nemen, dienen alle PCL leden aan het overleg en aan de stemming deel te nemen. Bij ziekte van een van de leden, neemt de coördinator van het samenwerkingsverband het initiatief voor een vervanger. De PCL baseert haar oordeel op: de kindkenmerken en het ontwikkelingsproces; de schoolkenmerken; de begeleidingsroute. Het besluit dat de plaatsing van een leerling op de SBO noodzakelijk is, wordt met absolute meerderheid van stemmen genomen. Bij de besluitvorming streeft de PCL consensus na. Als de PCL overweegt om een negatieve beschikking af te geven, worden ouders en/of school meestal gehoord. Het doel van een hoorzitting is het inwinnen van informatie die nodig is om tot zorgvuldige besluitvorming te komen. De PCL heeft de mogelijkheid om de beschikking een tijdelijk karakter te geven. De PCL geeft in de tijdelijke beschikking de tijdsduur en een duidelijke motivatie aan. De effectuering van de beschikking moet binnen een half jaar plaatsvinden. d. Bekendmaking, bezwaar en beroep.
1.
2. 3.
4. 5.
De PCL maakt zijn beschikking over de noodzaak tot plaatsing op de SBO schriftelijk bekend aan de aanvrager, degene die het onderwijskundig rapport heeft opgesteld en de coördinatie van het samenwerkingsverband. Bij een beschikking worden de mogelijkheden voor bezwaar en beroep vermeld. De voorzitter draagt er zorg voor dat in de bekendmaking en de verdere afhandeling van de beschikking alle geldende voorschriften inzake berichtgeving en termijnen in acht worden genomen. Bezwaren tegen de beschikking kunnen door de ouders bij de PCL worden ingediend, die vervolgens de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) advies vraagt. Na ontvangst van het bezwaarschrift verstrekt de PCL alle gegevens uit het dossier van de leerling aan de RVC. Het advies van de RVC wordt als bijlage gevoegd bij de beslissing op het bezwaarschrift. In beroepszaken treedt de voorzitter op namens de PCL en wordt bijgestaan door een juridisch adviseur, na overleg met het bestuur van het samenwerkingsverband. Na advies van de RVC neemt de PCL alsnog een beslissing op het bezwaarschrift. Ten behoeve van het bezwaarschrift kunnen ouders tot 6 weken na indiening van het bezwaarschrift aanvullende informatie c.q. deskundigenadvies bij de PCL indienen. e. Dossiers.
1. 2. 3. 4.
5.
Met leerlingengegevens wordt omgegaan op de manier die omschreven staat in het privacyreglement. Een leerlingendossier bestaat uit het aanmeldingsformulier, alle aangeleverde gegevens van de aanvrager en/of gegevens die met toestemming van de aanvrager zijn geleverd, inclusief de afgegeven beschikking. Het dossier wordt gedurende de wettelijk vastgestelde termijnen bewaard in een alleen voor de PCL leden toegankelijke plaats. Na afloop van de wettelijke bezwaartermijn en de eventuele beroepsprocedure, wordt het dossier geretourneerd aan de instantie of personen die de gegevens verstrekt hebben. Indien ouders kenbaar maken af te zien van bezwaar en eventueel beroep, kunnen zij de PCL schriftelijk toestemming verlenen het dossier van hun kind rechtstreeks over te dragen aan de SBO van ons samenwerkingsverband. Het dossier wordt, na een beschikking, volgens de wettelijke voorschriften (WPO art.23.8) bewaard. f. Kwaliteitszorg.
1. 2.
3.
Mede ten behoeve van het opstellen van het jaarverslag, evalueert de PCL voor 1 oktober zijn werkzaamheden uit het voorgaande schooljaar. Bij de onder het eerste lid genoemde evaluatie let de PCL speciaal op de gang van zaken bij de aanmelding en de daarop volgende besluitvorming. Met name de knelpunten die zich hebben voorgedaan worden, zo nodig in overleg met de betrokkenen in het onderwijs, tot een oplossing gebracht. De PCL kan reguliere contacten met andere PCL-en onderhouden.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
56
g. Vergaderingen. De PCL houdt gemiddeld 10x per jaar een reguliere besloten vergadering volgens een rooster, dat voor het begin van het schooljaar door de leden wordt vastgesteld. h. Jaarverslag. In de maand oktober stelt de PCL het jaarverslag over het voorgaande schooljaar op. Aan de hand van het jaarverslag, dat zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens bevat, legt de PCL verantwoording af aan het bestuur van de stichting. Dit verslag wordt ook binnen het directieoverleg besproken. i. Dossierbeheer en privacybewaking. Na het nemen van de beslissing blijven de dossiers nog 6 weken in bezit van de PCL. Na deze termijn worden de stukken, op grond waarvan de PCL haar besluit heeft genomen, terug gestuurd naar de indieners. Administratief wordt alleen een bestand bijgehouden van de aangemelde leerlingen en de PCL uitspraak. De dossiers worden na een beschikking van de PCL conform WPO art.23.8 bewaard. In geval van een bezwaarschrift worden de daarvoor geldende termijnen in acht genomen wat betreft het beheren van de dossiers. De administratieve werkzaamheden gebeuren volgens de wet op de privacy. 4.3
Toelichting bij taakstelling en werkwijze PCL
Bij het nemen van haar beslissing weegt de PCL af wat de beste oplossing is voor dit kind met deze ouders, met deze leerkracht in deze groep, binnen deze school. Drie variabelen die steeds verschillen. Er kan dan ook geen sprake zijn van vaste criteria geënt op een van de variabelen: het kind. -
De aard en de ernst van de ervaren problematiek. De leer- ontwikkelingsproblematiek en/of het gedrag van het kind stellen de basisschool voor dermate grote problemen dat zij geen onderwijsaanbod kan bieden dat tegemoet komt aan de vragen van het kind. Er zijn ook onvoldoende compenserende factoren te noemen.
-
Factoren die mogelijk van invloed zijn op de onderwijsleerproblemen en het toekomstperspectief. Vanuit de diagnostiek naar de achterliggende oorzaken voor het ontstaan en de instandhouding van de problematiek bij het kind, het gezin en de schoolomgeving, is de verwachting dat de huidige onderwijsleersituatie negatief zal uitwerken op de toekomstige ontwikkeling van het kind.
-
Genomen maatregelen en effecten. De vraag dient beantwoord te worden of de basisschool zich voldoende heeft ingespannen om de hulp te bieden die het kind nodig heeft. Voor het kind met de speciale zorgvraag volgt men het besprekingstraject zoals dat geldt binnen de school. In ieder geval is hier de bespreking van de casus in het “spreekuur” een onderdeel. De school dient aan te tonen dat, gedurende een termijn van tenminste een half jaar, aangeboden zorg onvoldoende effect heeft gehad, ondanks het feit dat deze zorg voldoet aan de criteria van een goed handelingsplan.
-
De onderbouwing van de handelingsverlegenheid. De problematiek van de verwijzende school, c.q. de leerkrachtkenmerken, de groepskenmerken. Vanuit de documentatie van de geboden hulp wordt duidelijk dat handhaving binnen de school een te zware belasting voor de school vormt en dat zij niet in staat is de voor dit kind gewenste streefdoelen te realiseren. Binnen de gezinssituatie kan onvoldoende steun geboden worden aan het kind met zijn speciale behoefte aan zorg. Voor het functioneren binnen de basisschool kan dit een extra risico vormen.
4.4. De financiering van de PCL. De PCL wordt gefinancierd uit de middelen van de samenwerkingsverbanden op grond van het leerlingaantal. Zie overzicht inzet financiële middelen.
Hoofdstuk 5: De rol van de Ouders 5.1. De rol van de ouders (artikel 19 lid 2f en 2g WPO) Uitgangsituatie: Alle ouders zijn op de hoogte van (en houden zich aan) hun rechten en plichten met betrekking tot het onderwijs aan hun kinderen. Ze zijn op de hoogte van de gebruikte terminologie en kunnen deze nalezen in de uitgereikte schoolgids. Alle scholen van het samenwerkingsverband houden zich aan hun rechten en plichten voor wat betreft het onderwijs en de daarmee samenhangende rol van de ouders.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
57
Op de volgende wijze realiseren de scholen de genoemde uitgangssituatie: a. b. c.
5.2.
Alle scholen van het samenwerkingsverband informeren ouders door middel van de voor de school gebruikelijke nieuwsvoorziening over rechten en plichten van zowel ouders als de school met betrekking tot zorg. De scholen plannen in het begin van het schooljaar de manier en/of wenselijkheid van verdere voorlichting aan ouders. De voorlichting die voor alle ouders van het samenwerkingsverband geldt, wordt gezamenlijk opgezet en door iedere school op de zelfde manier aan de ouders gepresenteerd.
Individuele ondersteuning van ouders
Ouders worden in eerste instantie gezien als partners in de zorg voor hun kind. Zij kiezen uiteindelijk zelf de school waar zij hun kind willen plaatsen. Daarbij vindt er tussen ouders en school goed overleg plaats over de mogelijkheden van deze school om te kunnen bieden wat het kind nodig heeft. School en ouders bespreken zo open mogelijk de onderlinge relatie en de wederzijdse verwachtingen. Op die wijze worden ouders ook in staat gesteld om goed geïnformeerd een bewuste keuze te maken. Scholen kunnen bij het vormgeven van de contacten met ouders bijvoorbeeld gebruik maken van de “Handreiking samenwerking met ouders in zorgtrajecten” van het NJI.
5.3.
Collectieve betrokkenheid van ouders
Ouders hebben de gelegenheid om via medezeggenschap te participeren in de ontwikkeling van vormgeving van de zorg op school niveau. De medezeggenschapsraden wordt om instemming gevraagd met betrekking tot het zorgplan van het samenwerkingsverband.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
58
Hoofdstuk 6: Inzet van middelen 6.1. Berekening zorgmiddelen
Basisonderwijs
€ school
Naam OBS Harlekijn De Wegwijzer An d'r Put PWA-school Schaesberg Op gen Hei Valder Gravenrode/Kakertsh. De Speurneus De Carrousel
leerlingen MI nummer 1-10-2010 00CG 374 € 04SJ 307 € 08RD 262 € 12QL 147 € 20SZ 198 € 20TD 248 € 20TN 237 € 20TO 188 € 23BX 423 € 23TE 391 €
Leerlingen SWV
7,11
€
146,77
Lumpsum 2.659,14 2.182,77 1.862,82 1.045,17 1.407,78 1.763,28 1.685,07 1.336,68 3.007,53 2.780,01
€ € € € € € € € € €
54.891,98 45.058,39 38.453,74 21.575,19 29.060,46 36.398,96 34.784,49 27.592,76 62.083,71 57.387,07
2775 € 19.730,25
€
407.286,75
€
427.017,00
Totaal Budget SWV (MI + Lumpsum) SBO
school Naam SBO de Wissel
Lln aantal > 2 % MI overdracht > 2 % Overdracht SBO
leerlingen nummer 1-10-2010 04TP 111 58 2775 3,85 53 Zorg
53
MI
53
GGL SBO 43,92 basis 2% zorg lln. SWV deeln.% totaal > 2%
Budget SWV (Totaal Budget SWV - overdracht SBO)
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
VDZ 1714,07 LADZ 55,50 €
216.359,52
213,42 € €
11.311,26 227.670,78
€
199.346,23
Formule
59
6.2 Inzet personele middelen en projecten €
Budget SWV (na overdracht SWV-SBO) Uitgaven
maand
WTF
199.346,23
jaar
salaris
5/12 deel
7/12 deel
salaris
Coördinatie
Coördinator : A Rooijakkers
€ 4.350,00
0,25
€
86.012,58
€
21.503,15
€
8.959,64
€
12.543,50
Coördinator : J Caelen
€ 4.245,00
0,1729
€
77.428,80
€
13.387,44
€
5.578,10
€
7.809,34
GZ-psycholoog
€
80.000,00
€
12.000,00
€
5.000,00
€
7.000,00
Orthopedagoog
€
60.000,00
€
9.000,00
€
3.750,00
€
5.250,00
Didacticus
€
60.000,00
€
9.000,00
€
3.750,00
€
5.250,00
Administratie
€
36.000,00
€
5.400,00
€
2.250,00
€
3.150,00
€
16.856,46
€
30.259,00
€
12.607,92
€
17.651,08
€
55.000,00
€
22.916,67
€
32.083,33
€
25.000,00
€
10.416,67
€
14.583,33
totaal
€
197.406,04
saldo
€
1.940,18
PCL
Inzet projecten
Grensverkeer
4
Wachtlijstproblematiek
Overdracht SBO de Wissel
3597
0,4612
€
65.609,28
Passend Onderwijs Begroting passend onderwijs
Exploitatie
Begroting 2011 -2012
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
60
6.3 Meerjaren prognose zorgbudget 2011-2012 2.821 111 2.932 3,79 59 52
2012-2013 2.765 105 2.870 3,66 57 48
2013-2014 2.738 124 2.862 4,33 57 67
2014-2015 2.725 105 2.862 4,33 56 49
zorgmiddelen personeel materiële instandhouding saldo grensverkeer overige baten totaal
414.038 20.057 - 16.856 0 462.870
401.856 19.467 0 0 421.323
397.893 19.275 0 0 417.169
399.948 19.375 0 0 419.323
Overdracht aan SBO > 2% zorgmiddelen personeel materiële instandhouding inhuur expertise SBO Overige lasten totaal
215.885 11.098 0 0 226.983
199.278 10.244 0 0 209.522
278.159 14.299 0 0 292.458
203.430 10.458 0 0 213.887
Eindsaldo
219.031
117.801
96.710
105.436
Aantal leerlingen basisonderwijs Aantal leerlingen Speciaal Basisonderwijs Totaal leerlingen SWV Deelname percentage 2% leerlingenaantal Aantal leerlingen boven 2 % Baten
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
61
6.4 Begroting passend onderwijs € 55.000
Budget projecten Cursus intern begeleiders Inhoud: Eigen expertise Dossiervorming Opbrengsten passend onderwijs Ontwikkelingsperspectief
€ 10.000 Netwerk intern begeleiders Inhoud: Invoeren voorwaarden dossiervorming Ontwikkelingsperspectief Ontwikkeling zorgprofiel € 10.000 Cursus gedragsproblematiek Inhoud: Ontwikkelen van expertise t.a.v. sociaal emotionele ontwikkeling € 5.500 Studiedagen (2) Inhoud: Algemene informatie over de bovenstaande thema’s Uitwisseling van ontwikkelingen €5.500 Eigen budget per school
Voor het ontwikkelen van bovenstaande thema’s hebben de scholen van het SWV een eigen budget van € 5000,00 (12 scholen x 2000)
Geoormerkt voor het tot stand brengen en in stand houden van de voorwaarden voor de realisering van passend onderwijs in de zin van de wet. Thema’s: - Expertise IB - Dossiervorming - OPP - Zorgprofiel - Opbrengsten € 24.000
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
62
6.5
Begroting exploitatie
Baten
In Euro
5/12 deel
7/12 deel
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
€ 3.000,00
€ 1.250,00
€ 1.750,00
8417 Inhuur administratie
€ 2.500,00
€ 1.041,67
€ 1.458,33
8510 Bureaukosten
€ 2.000,00
€ 833,33
€ 1.166,67
8511 Huisvestingskosten
€ 3.500,00
€ 1.458,33
€ 2.041,67
8512 Vergaderkosten / conferenties
€ 1.000,00
€ 416,67
€ 583,33
8513 Reis - studiekosten
€ 2.500,00
€ 1.041,67
€ 1.458,33
€ 250,00
€ 104,17
€ 145,83
8310 Opbrengst beleggingen Totaal baten Lasten 8416 Inhuur bestuursondersteuning
8514 Kosten voorlichting communicatie
€ 250,00
€ 104,17
€ 145,83
8516 Kosten verzekering
€ 1.500,00
€ 625,00
€ 875,00
8517 Diverse kosten PCL/Coordinatie
€ 2.500,00
€ 1.041,67
€ 1.458,33
8518 Bestuurskosten
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
8519 Representatiekosten
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
8521 Kosten ambulante begeleiding
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
8523 Kosten studiedagen
€ 2.000,00
€ 833,33
€ 1.166,67
8580 Kosten activiteiten
€ 2.000,00
€ 833,33
€ 1.166,67
8590 Onvoorziene kosten
€ 1.000,00
€ 416,67
€ 583,33
Totaal lasten
€ 25.500,00
€ 10.625,00
€ 14.875,00
5/12 deel
7/12 deel
€ 10.416,67
€ 14.583,33
8515 Kosten directieberaad/netwerken
€ 25.000,00
Negatief Resultaat Exploitatie
Hoofdstuk 7:
Vaststelling.
Het zorgplan is vastgesteld door het besturenoverleg, volgens de in het reglement van het samenwerkingsverband aangegeven procedure.
Hoofdstuk 8:
Partners. (artikel 18 WPO)
8.1. Deelnemende besturen adm.-nr: naam bevoegd gezag: 41516 Onderwijsstichting MOVARE 1.1.1.1.1. 8.2. Deelnemende scholen voor basisonderwijs brinnr.: naam scholen:
08RD 23TE 23BX
Bs An d'r Put Bs De Carrousel Bs De Speurneus
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
63
04SJ 20TO 00CG 20TD 12QL 20SZ 20TN 8.3. brinnr. 04 TP
Bs De Wegwijzer Bs Gravenrode OBS Harlekijn Bs Op gen Hei Bs PWA-school Bs Schaesberg Bs ‘t Valder Deelnemende speciale school voor basisonderwijs naam speciale school voor basisonderwijs SBO De Wissel
8.4. Centrale Dienst Adm.-nr. Centrale Dienst 20494 SWV 55.02 Landgraaf
Hoofdstuk 9:
Geschillencommissie.
9.1. Geschillencommissie. Er is een Landelijke geschillencommissie samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs ingesteld. De leden van de samenwerkingsverbanden kunnen hun geschillen voorleggen aan deze commissie. Het adres van de geschillencommissie is: Landelijke Geschillencommissie Samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs p/a Afdeling Bezwaar en Beroep van de Informatie Beheer Groep Postbus 30155 9700 LG Groningen tel. : 050 - 5998443 De uitspraak van de geschillencommissie is bindend. Tegen de uitspraak van de geschillencommissie kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Bijlage 1:
Lijst van afkortingen.
a.b BaO (BAO) CC (coco) CD Cfi CVI fte OAB i.b. i.b-er i.c.l. j.r.k. l.z. NT2 pab PCL REC SBO SO WEC WPO REC4 REC3 VDZ LADZ OKE
Schoolplan 2011-2015
ambulante begeleiding basisonderwijs collegiale consultatie centrale dienst Centrale financiële instellingen Commissie van Indicatiestelling formatie-tijd-eenheid (1 fte is een volledige baan) onderwijsachterstandenbeleid interne begeleiding interne begeleider interne coördinatie leerlingenzorg jonge risicokind leerlingenzorg nederlands als tweede taal preventieve ambulante begeleiding permanente commissie leerlingenzorg Regionale Expertise Centra speciale school voor basisonderwijs speciaal onderwijs wet op de expertise-centra wet op het primair onderwijs regionaal expertise centrum m.b.t. gedrag regionaal expertise centrum m.b.t. zeer moeilijk lerend vast deel van de zorg leerling afhankelijk deel van de zorg Onderwijs Kansen en Educatie
OBS de Speurneus
64
BIJLAGE 4: Zorgprofiel school, opgesteld door de AVS n.a.v. de studiedag van 09-11-2010
Algemene Vereniging Schoolleiders in het basis, voortgezet en speciaal onderwijs Managementrapport Naam school: Openbare basisschool “ De Speurneus” Naam bestuur: Stichting Movare Datum studiedag: 09-11-2010 Rapportage 'Kind op de Gang! Naam school: OBS de Speurneus Datum: 10 november 2010 Naam adviseur: Hans van den Berg Inleiding De simulatietool Kind op de Gang! (in het vervolg KOG) is ontwikkeld om in eerste instantie op schoolniveau het volgende resultaat te bereiken. Op basis van de schooleigen kenmerken wordt door middel van de simulatietool 'Kind op de Gang! de volgende opbrengsten geleverd: - actueel zorgprofiel binnen de school: hoe kunnen we nu omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen? (gezien door de bril van het schoolteam); - plan van aanpak voor de ontwikkeling van nieuwe expertise in het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen. Door bottom-up ontwikkeling binnen het team werden diverse aspecten van Passend Onderwijs, actuele schooleigen visie op leerlingen met specifieke zorgvragen, randvoorwaarden en ontwikkelingsvragen onderkend. De opbrengst van de studiedag is een bewustwording van bekwaamheden en de positionering van de school met het oog op Passend Onderwijs. Daarnaast wordt een aanzet gemaakt tot beleidsontwikkeling rond adaptief onderwijs en zorgplicht.
Met andere woorden: U heeft draagvlak voor Passend Onderwijs U heeft inzicht in de bestaande en gewenste competenties van uw team(s) U heeft inzicht in de bestaande en gewenste randvoorwaarden (door uw team) Daarnaast heeft u de mogelijkheid om strategische keuzes te maken op schoolniveau, schooloverstijgend niveau en samenwerkingsverband niveau, al dan niet in samenhang met het meerjarenbeleid op andere terreinen. De basis voor antwoorden op bovengenoemde zaken is gelegd tijdens de studiedag met het team van OBS De Speurneus op 09-11-2010. In het nagesprek met de directie zijn verdere accenten gezet in aanvulling op de opbrengst van de dag. Het intakegesprek, de dag met het team en het nagesprek met de directie leveren de input voor de managementrapportage. Deze is samengesteld door de trainer die de studiedag heeft verzorgd, in dit geval Jan Raemaekers. Inhoud In deze managementrapportage vindt u achtereenvolgens:
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
65
Deel 1: Het profiel van de school 1. wat kunnen wij zelf binnen de bestaande context 2. wat kunnen wij niet (ook niet in een veranderende context) 3. wat willen we kunnen 4. hoe komen we daar 5. hoe ziet de sociale kaart van de school er uit Deel 2: De achtergronden 1. het proces tijdens de dag (sfeer, interactie etc.) 2. de verschillen tussen de subgroepen 3. de relevante algemene opmerkingen uit het team 4. wie heeft welke rol in het vervolg 5. wat zijn de verwachtingen vanuit de "sociale kaart" Deel 3: Samenvatting voor verdere discussie 1. het zorgprofiel en ambities 2. verwachtingen van anderen Beschrijving categorieën Bij de volgende vragen wordt een indeling gemaakt in diverse hoofdcategorieën. Deze categorieën worden hieronder toegelicht: Rubriek A: Kinderen met beperking op het gebied van informatieverwerving (zintuiglijk, motorisch, somatisch gebied, verminderde instructiegevoeligheid, belemmeringen op paramedisch gebied, zelfredzaamheid, belemmering bij Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen) Rubriek B: Kinderen die zich uitzonderlijk ontwikkelen m.b.t. informatieverwerking (cognitieve beperkingen, of juist cognitief uitzonderlijke mogelijkheden), of problemen op grond van doorzettingsvermogen, belangstelling, werkhouding, passiviteit, aandacht, leerstijl en leerstrategie Rubriek C: Kinderen met problemen in het sociaal-emotioneel functioneren (problemen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling (internaliserend, of externaliserend probleemgedrag), functioneren in de groep, prestatie- en motivatieproblemen, emotionele instabiliteit Rubriek D: Kinderen met gedragsproblemen (agressief gedrag, onvoldoende sociale vaardigheden (manipuleren, onderhandelen, pesten), faalangst, aandachtvragen, tics, onrust etc. Deel 1: Het profiel van de school 1.1: Wat kunnen wij zelf binnen de bestaande context? Vraag 1: Aan welke kinderen met speciale onderwijsbehoeften kan de school zelf in de klassensituatie een passend zorgarrangement bieden? Kinderen uit rubriek: Rubriek A (informatieverwerving), namelijk: Leerlingen met onrust en concentratieproblemen. Leerlingen met leerproblemen, astma. Leerlingen met non-verbale leerstoornis. Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: Leerlingen met leerproblemen, astma. Leerlingen met dyslexie. Leerlingen met lees- en taalproblemen. Hoogbegaafde leerlingen. Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
66
Rubriek C (sociaal emotioneel), namelijk: Leerlingen met onrust en concentratieproblemen. Rubriek D (gedrag), namelijk: Leerlingen met PDD-nos. Vraag 2: Onder welke voorwaarden is het team in staat dit zorgarrangement te bieden? Waarom kunnen ze dat goed? Het team kan structuur aanbrengen voor deze leerlingen. Ze beschikken over een goed pedagogisch klimaat (o.a. met coöperatief leren). School beschikt over een goede zorgstructuur, een rijke en uitdagende leeromgeving en sluiten aan / volgen nieuwe kennis en onderwijsontwikkelingen (o.a. MI). Verder is de school / team laagdrempelig in oudercontacten. Het team kan goed omgaan met enkelvoudige problematieken en heeft een flexibele houding. Het team kan maatwerk leveren op didactische gebied (o.a. differentiatie). Het team kan reflecteren op eigen handelen. Het team kan kinderen opvangen vanuit de zijinstroom. Vanuit de intake is nog aangegeven dat verschillende leerkrachten (werkgroep, veranderteam?) het voortouw nemen bij boeiend onderwijs, handelingsgericht werken, weektaken, etc. De zorg vindt zoveel als mogelijk plaats in de groepen. Bij rekenen zijn er leerlijnen buiten de groep voor de groepen 6/7/8. Hier is nog niet sprake van een individueel ontwikkelingsperspectief. De nog aanwezige RT is te vinden op maandagochtend in groep 4 en is gericht op lezen en op woensdag / donderdag en vrijdag in groep 3 o.a. interventies vanuit het protocol. Deze RT vindt plaats buiten de groep. Drie keer per jaar is er een groepsbespreking. Daarnaast is er een intern en een extern spreekuur een keer per maand. Het extern spreekuur is met Rene Bucken van O & O van Movare. Verder is er een keer in de zes tot acht weken een bijeenkomst met het Zorg Advies Team (ZAT). 1.2: Wat kunnen wij niet? (ook niet in een veranderende context) Vraag 3: Aan welke kinderen kan de school geen zorg bieden? Kinderen uit rubriek: Rubriek A (informatieverwerving), namelijk: Leerlingen die blind zijn. Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: Leerlingen met een verstandelijke handicap. Leerlingen met het syndroom van Down. Rubriek C (sociaal emotioneel), namelijk: Niet van toepassing. Rubriek D (gedrag), namelijk: Leerlingen met angst, faalangst.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
67
Vraag 4: Wanneer zijn ook de grenzen voor een bepaald onderwijszorg arrangement bereikt? (onderbouwingpunten van verwijzing). Het team geeft aan dat wanneer er sprake is van meervoudige problematiek dat dan een grens is bereikt. Ook kan de groepssamenstelling een grens vormen als er meerdere problematieken (leerlingen met rugzakje) in een groep zitten of komen te zitten. Een te grote ontwikkelingsachterstand (gerelateerd aan IQ) kan eveneens een grens zijn. Als de veiligheid en geborgenheid van leerling(en) en leerkrachten in gevaar komt. Als één op één begeleiding nodig is voor een leerling, dat is niet haalbaar voor ons. Als er sprake is van heftige psychologische problematiek is eveneens een grens bereikt. 1.3: Wat willen we kunnen? Vraag 5: Aan welke kinderen kan het team "met hulp" op school een passend zorgarrangement bieden? Kinderen uit rubriek: Rubriek A (informatieverwerving), namelijk: Zeer slecht ziende leerlingen, albinisme. Slechthorende leerlingen. Slechthorende leerlingen met een spraaktaalprobleem. Leerlingen met epilepsie. Leerlingen met een lichamelijke handicap. Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: Leerlingen met epilepsie. Hoogbegaafde leerlingen. Hoogbegaafde leerlingen met gedragsproblemen. Rubriek C (sociaal emotioneel), namelijk: Leerlingen met een post traumatisch stress syndroom, dissociatie. Rubriek D (gedrag), namelijk: Leerlingen met een reactieven hechtingsstoornis. Leerlingen met ADHD. Leerlingen met Gilles de la Tourette. Hoogbegaafde leerlingen met gedragsproblemen. Vraag 6: Welke hulp heeft het team nodig bij het bieden van een passend zorgarrangement in de zorgcategorieën? 1. Begeleiding en coaching, namelijk: het team geeft aan dat ze eerst graag externe scholing willen ontvangen op de verschillende onderwerpen en later gevolgd door interne scholing en ondersteuning. Ook het hospiteren van andere scholen wordt genoemd door het team bij beleidsvoornemens rondom hoogbegaafdheid. Directie en MT geven aan dat interne coaching op het gebied van boeiend onderwijs nodig is. Bij het verbeteren van het pedagogisch klimaat en de didactiek kan gebruik worden gemaakt van School Video Interactie Begeleiding (SVIB). De gesprekkencyclus. Klassenconsultaties. 2. Inzet van ZAT, namelijk: Directie en MT geven wijzen hier op het verstrekken van info aan ouders en leerkrachten.
3. Samenwerkingsverbanden, namelijk: Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
68
Niet van toepassing. 4. (Preventieve) Ambulante begeleiding, namelijk: Directie en MT vermelden hier ambulante begeleiding m.b.t. gedragsproblematiek (rec. 4) en spraaktaalproblematiek, visuele beperking (rec. 1), gehoor (rec. 2). 5. Interne voorwaarden, namelijk: Directie en MT: Materialen Kennis en vaardigheden Professionalisering individueel en op teamniveau 6. Anders, namelijk: Directie en MT vermelden de expertise van mevrouw Rene Bucken van O & O (Movare). 1.4: Hoe komen we daar? Vraag 7: Welke 3-5 kindprofielen zijn door het team gesteld met betrekking tot de geformuleerde ambities (in welke richting wil de school zich ontwikkelen)?: Hoogbegaafde leerlingen. Slechthorende leerlingen. Hoogbegaafde leerlingen met gedragsproblemen. Slechthorende leerlingen met spraak - taal problemen. Leerlingen met ADHD. Vraag 8a: Welke deskundigheid verwacht het team van de groepsleerkrachten, van de interne begeleider en van de schoolleider (didactische, pedagogische en organisatorische competenties)? 1) de groepsleerkrachten Externe scholing, gevolgd door interne scholing, coaching, netwerken (externen?), en een brede draagkracht. 2) de interne begeleiders De IB-er is belangrijk voor het houden van overzicht (expertise en uitvoering) en het uitzoeken van materialen. 3) de schoolleider De directie is van belang bij overzicht uitvoering, faciliteren (verantwoording naar team), en geld vrijmaken voor materiaal. Vraag 8b: Welke deskundigheid verwacht de directeur van de groepsleerkrachten, van de interne begeleiders en van zichzelf (didactische, pedagogische en organisatorische competenties)? 1) de groepsleerkrachten Directie en MT geven aan dat het belangrijk is de deskundigheid van de leerkrachten te bevorderen, het vergroten van kennis en vaardigheden. 2) de interne begeleiders Directie en MT geven aan dat het belangrijk is: - de kennis en vaardigheden van de interne begeleiders te vergroten; - aansluiten coaching; - inzicht te krijgen in de kwaliteiten en ontwikkeling van de leerkrachten. Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
69
3) de schoolleider Directie en MT geven aan dat het belangrijk is zicht te krijgen op de kwaliteiten en ontwikkeling van onze organisatie (personeelsbeleid). Vraag 9: Welke ondersteuning en begeleiding verwacht het team voor de groei in didactische, pedagogische en organisatorische competenties van de betrokkenen? Als het gaat over hoogbegaafdheid dan willen de leerkrachten vooral deskundigheidsbevordering (zie ook externe ondersteuning) en materialen (zie ook randvoorwaarden). Vanuit het perspectief van het kind geven de leerkrachten aan dat hoogbegaafde leerlingen graag zo nu en dan iemand nodig hebben die af en toe tijd voor ze heeft. Ook is het belangrijk hoogbegaafde leerlingen mee te laten denken over het eigen leerproces. Waarschijnlijk zullen deze leerlingen meer afwisseling willen en willen samenwerken met een ander kind. De uitwerking van de slechthorende problematiek is beperkt en geeft niet aan welke specifieke competentieontwikkelingen de leerkrachten op het oog hebben. Vraag 10: Welke externe ondersteuning zou bij het realiseren van de ambities nodig zijn? Vanuit de verschillende mixgroepen geven de leerkrachten aan dat m.b.t. hoogbegaafde leerlingen met en zonder gedragsproblemen ze graag trainingen of studiedagen willen ontvangen. In eerste instantie van externen, later gevolgd door internen. Dit moet leiden tot eigen specialisten. Verder wordt aangegeven dat ze graag andere scholen willen bezoeken om te kijken hoe ze daar omgaan met hoogbegaafde leerlingen. Vraag 11: Welke andere randvoorwaarden zijn nodig binnen de gestelde prioriteiten (anders dan scholing en externe hulp)? Bij de uitwerking van hoogbegaafdheid komt in ieder geval nadrukkelijk de wens naar voren om materialen o.a. verrijkingsmaterialen voor groep 1 tot en met 8. Vanuit het perspectief van het kind denken de leerkrachten dat het vooral meer zelfsturend materiaal moet zijn en meer uitdagende materialen (zie ook competentie ontwikkeling). Mogelijk moet er iemand in het team vrij geroosterd worden om het proces m.b.t. hoogbegaafdheid te begeleiden, te organiseren en te implementeren. Verder is er tijd nodig om een en ander te realiseren. Voor slechthorendheid met of zonder spraak-/taalprobleem wordt alleen aangegeven dat het team daar nascholing en tijd voor nodig heeft. Vraag 12: Wat valt op te merken over het voorziene tijdspad van de realisering van ambities? Het voorgestelde tijdpad loopt erg uit een. Voor hoogbegaafdheid had een van de groepen al vorig jaar willen starten. Een andere groep geeft aan dat het goed zou zijn een werkgroep in het leven te groepen in 2010 - 2011. Vervolgens proeftuintjes op te starten in 2011 - 2012 en implementeren in 2012 - 2013. Voor hoogbegaafdheid met gedragsproblemen geeft een groep aan dat dit gerealiseerd moet zijn in het jaar 2014. Voor de problematiek van de slechthorendheid wordt het jaar 2015 genoemd. Vraag 13: Bekendheid met deskundigheid andere scholen? Niet ingevuld. Vraag 14: Bekendheid met deskundigheid en rol SBO en REC? SBO De Wissel REC 2 is de Monsigneur Hanssenschool te Hoensbroek. REC 4 is De Zonnewijzer Wij krijgen ambulante begeleiding vanuit rec 2 en rec 4.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
70
Vraag 15: Bekendheid met deskundigheden en rol bovenschools en SWV? Niet ingevuld. Vraag 16: Bekendheid met (rol) andere instanties? Onderstaande hulpverleners of -instanties spelen een rol / worden genoemd: - Extern adviseur de heer Pierre Wolters o.a. voor opbrengstgericht werken - Logopedie - Lionarions (ppl) - Bureau Jeugd Zorg (Mondriaan) - Welsun - o2-onderwijsadvies (logopedie) - Vacare - Virenze - RID - Adelante - Schoolarts Vraag 17: Overige opmerkingen? Niet van toepassing
Deel 2: De achtergronden 2.1 Het proces tijdens de dag (sfeer, interactie etc) Vraag 18: Hoe verliep de dag (het proces) en hoe was de sfeer in de groep (inclusief eventuele weerstanden)? Een lekker vlot tempo, intensief, gestructureerd, respectvol, positief, op het eind wel heel snel van ambitie naar eerste aanpak. 2.2 De verschillen tussen de subgroepen Vraag 19: Zijn er eventuele verschillen (zoals ambities) tussen de subgroepen (bouwen) die voor de uitkomsten relevant zijn? In de middenbouw veel casussen naar anderen (te weten 8) in vergelijking met de andere bouwen (te weten 2 en 4) en het MT (3). Door plenair en individueel te starten, daarna in bouwen en tot slot in gemixte groepen krijgt iedereen kans voor inbreng. 2.3 De relevante algemene opmerkingen uit het team Vraag 20: Welke relevante opmerkingen zijn door het team gemaakt met betrekking tot de inhoud van de dag en het vervolgproces? Het is heel belangrijk voor dit team om mee te mogen denken en mee te mogen beslissen. Vroeger waren er heel veel en lange discussies zonder resultaat. Iets op papier zetten was vroeger een probleem. Directiewisseling: nu een lekker prettig tempo en zaken direct vastleggen op papier.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
71
2.4 Wie heeft welke rol in het vervolg Vraag 21: Zijn er concrete rollen en eventuele specialisaties toegewezen aan personen ten aanzien van het realiseren van ambities? Het hele MT heeft een rol in het vervolg. Wij pakken veel samen op o.a. het schoolplan en het zorgplan. 2.5 Wat zijn de verwachtingen vanuit de "sociale kaart" Vraag 22: Zijn er verwachtingen vanuit de sociale kaart (en/of welke acties zijn vastgesteld)? Geen specifieke acties beschreven anders dan de reeds eerder genoemde. Deel 3: Samenvatting voor verdere discussie - in het proces dat het schoolniveau overstijgt- 3.1 Het zorgprofiel Vraag 23: Wat is voor categorie A (informatieverwerving) het bestaande en het gewenste profiel? Op dit moment kan het team omgaan met leerlingen met onrust en concentratieproblemen. Dit is ook van toepassing voor leerlingen met leerproblemen, astma en kinderen met een non-verbale leerstoornis. In het toekomstige profiel van de school passen ook zeer slecht ziende leerlingen, slechthorende leerlingen met een spraaktaalprobleem, leerlingen met epilepsie en leerlingen met een lichamelijke handicap. Slechthorende leerlingen met of zonder spraak- / taalproblemen zien we ook terug in de top 5 van de ambities van het team. Vraag 24: Wat is voor categorie B (informatieverwerking) het bestaande en het gewenste profiel? Op dit moment kan het team omgaan met leerlingen met leerproblemen, astma, maar ook met leerlingen die dyslexie hebben en leerlingen met lees- en taalproblemen. Ook hoogbegaafde leerlingen geeft het team van aan dit nu al zelf te kunnen. In de toekomst en met enige hulp passen ook leerlingen met epilepsie en hoogbegaafde leerlingen met of zonder gedragsproblemen op deze school. Hoogbegaafdheid met en zonder gedragsproblemen maakt deel uit van de ambitie top 5 van het team. Vraag 25: Wat is voor categorie C (sociaal emotioneel functioneren) het bestaande en het gewenste profiel? Op dit moment kan het team omgaan met leerlingen met onrust en concentratieproblemen. In het toekomstige profiel van de school passen ook leerlingen met een post traumatisch stress syndroom, dissociatie. Vraag 26: Wat is voor categorie D (gedrag) het bestaande en het gewenste profiel? Op dit moment kan het team omgaan met leerlingen met PDD-nos. In het toekomstige profiel van de school passen ook leerlingen met een reactieve hechtingsstoornis, met ADHD, met Gilles de la Tourette en hoogbegaafde leerlingen met gedragsproblemen. Vraag 27: Wat is het gewenste tempo van ontwikkeling? Voor hoogbegaafdheid met en zonder gedragsproblemen lopen de adviezen uit de drie mix-groepen qua tempo uiteen van vorig jaar (2009) tot 2014. Verder wordt opgemerkt dat het goed is een werkgroep in het leven te roepen en te starten met proeftuintjes in 2011 - 2012. Voor slechthorende leerlingen wordt in een van de mixgroepen het jaar 2015 genoemd. 3.2 Verwachtingen t.a.v. anderen
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
72
Vraag 28: Wat verwacht de school van het bestuur? Ruimte geven om dingen te doen. Dit is vaak een kwestie van geld, maar toch. De directeur geeft aan het belangrijk te vinden dat het bestuur haar verantwoording neemt als het nodig is. Verder is het prettig het bestuur te hebben als gesprekspartner, sparringpartner. Vraag 29: Wat verwacht de school van het samenwerkingsverband? SWV moet goed op de hoogte zijn van alle afzonderlijke zorgprofielen van alle scholen. Verder moet iedereen goed samenwerken. Het bestuur en / of het samenwerkingsverband moet alle scholen op de hoogte brengen van elkaars zorgprofielen. Vraag 30: Wat verwacht de school van het SBO? Geen echte verwachting richting SBO. Vraag 31: Wat verwacht de school van de REC's? We willen van de PAB-ers ondersteuning van de leerkrachten i.p.v. een uur te gaan werken met het kind. Vraag 32: Wat verwacht de school van anderen die niet genoemd zijn? Geen bezuinigingen op de logopedie (gemeente en bestuur). Dat onze regering geen verdere bezuinigingen gaat doorvoeren. Pierre Wolters kan ons ondersteunen vanuit de analyses die komen uit de school zelfevaluatie.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
73
BIJLAGE 5: Rugzakleerlingen Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Wij gebruiken het volgende stappenplan bij de aanmelding van een “rugzakleerling”: Fase 1: Aanmelding aanmelding door de ouders bij de directie van de school: gesprek met de ouders, verwachtingen van ouders toelichting visie van de school, welke mogelijkheden heeft de school toelichting procedure schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen Fase 2: Informatie verzamelen gegevens opvragen bij, bezoek brengen aan bv.: huidige school, onderwijsbegeleidingsdienst, zorgcircuit, medisch circuit Fase 3: Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens bestuderen en bespreken met directie, intern begeleider van de school, leerkrachten, zorgplatform en eventueel de PCL. Eventueel kan worden besloten om het kind te observeren binnen zijn huidige school (voorschoolse opvang). Fase 4: Inventarisatie Van het kind wordt het volgende in beeld gebracht: Aandachtspunte n Met andere woorden: ‘wat vraagt het kind’
Mogelijkheden van de school
Wat kan extern worden Onmogelijkhede gehaald. n van de school Mogelijke oplossingen
Pedagogisch Didactisch Kennis en vaardigheden van de leerkracht Organisatie school en klas
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
74
Gebouwen/ Materieel Medeleerlingen Ouders Fase 5: Overwegingen De school onderzoekt op basis van het bovenstaande schema welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie: gebouwen (gemeente) OLP (speciaal onderwijs) aanvullende formatie (circulaire) vervoer (gemeente) ondersteuning qua expertise (speciaal onderwijs, de zorginstellingen, e.d.) Fase 6: Besluitvorming De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te realiseren. Fase 7: Advies Gesprek met de ouders waarin het besluit van de school van de school wordt besproken: Plaatsing: opstellen van een "contract" handelingsplan met daarbij een overzicht van inzet van middelen, ondersteuning door SO of derden, inzet aanvullende formatie, OLP/ aanpassingen aan het gebouw e.d. Dit contract moet binnen een maand na inschrijving worden afgesloten. Voorlopige plaatsing: alleen wanneer er sprake van een observatieperiode als niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol kan zijn. Deze overeenkomst wordt door school en ouders ondertekend. Bij Afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. Deze afwijzing wordt schriftelijk beargumenteerd en aan ouders en inspectie overhandigd.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
75
Bijlage 6: observatielijsten, consultaties
Naam:
Groep:
Datum:
Waar letten wij op tijdens de begeleiding? a. Het functioneren als leraar 1. Lesvoorbereiding - Is er over de les nagedacht? doelen
2. Hanteren van werkvormen en hulpmiddelen - Is er voldoende afwisseling in de les?
3. Kennis en toepassing van materialen - Zijn de gebruiksmogelijkheden van ontwikkelingsmaterialen enz. bekend? 4. Variatie en afwisseling in dagprogramma met handhaving van de bestaande structuur - Differentiatie, verrijking en herhaling: 5. Creativiteit - Tijdens de lessen - In de omgang 6. Opdrachten en instructies - Is het concreet? - Begrijpen de leerlingen de opdrachten? - Controleert hij/zij de opdrachten? 7. Stem- en taalgebruik - Variatie in stem - Volume
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
76
a. Het functioneren als leraar - Woordgebruik
8. Organisatie in de klas - Indeling in de klas - Opgeruimd - Alles op een vaste plaats 9. Signaleren en bespreken van gedragsproblemen 10. Bijhouden van klassenmap en dossiers 11. - Welke werkvormen van boeiend onderwijs worden toegepast? - Met welk doel wordt deze werkvorm gebruikt?
12. - Worden er mogelijkheden gecreëerd dat kinderen met en van elkaar kunnen leren?
Slotopmerkingen over functioneren als leraar:
b. Omgang met kinderen 1. Belangstelling en begrip voor kinderen - Kan hij/zij zich inleven in de wereld van kinderen? - Reageert hij/zij daar adequaat op? 2. Contact en relatie met kinderen - Ie er warmte en genegenheid voor de kinderen? - Heeft hij/zij humor, kan hij/zij lachen, spelen enz.? - Kan hij/zij een vertrouwensrelatie opbouwen met kinderen? 3. Leidinggeven (motiveren, activeren en stimuleren) - Kan hij/zij de leerlingen enthousiast maken?
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
77
a. Het functioneren als leraar - Heeft hij/zij een positieve uitstraling naar de leerlingen? 4. Orde - Kan hij/zij de leerlingen aan? - Hoe wordt er omgegaan met probleemleerlingen? - Vraagt hij/zij hierbij hulp? (coaching) - Is hij/zij consequent? 5. Benaderingswijze, aandachtsverdeling - Benadert hij/zij de leerlingen vriendelijk? - Staat hij/zij open voor alle leerlingen? - Houdt hij/zij de totale klas in de gaten? 6. Sfeer in de klas - Is het gezellig in de klas? - Wordt er tijd ingeruimd voor een lach in de klas? - Wordt er aandacht besteed aan speciale gebeurtenissen (bijvoorbeeld Thema, feest enz) 7. Verantwoordelijkheidsgevoel t.a.v. de veiligheid van kinderen - Doet hij/zij voldoende een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van kinderen?
d. Algemene indruk
Ingevuld door: Datum: Aandachtspunten vanuit de directie:
Handtekening Directie: Handtekening leerkracht voor gezien:
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
78
Kijkwijzer bij effectief instructiegedrag
OBS de Speurneus
Leerkracht:
Datum:
1. Terugblik
Het voorgaande werk wordt besproken Voorkennis wordt opgehaald en samengevat Activeren van voorkennis in groepjes Voorkennis opnieuw aan de orde indien nodig
-- - -/+ + ++ O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O O
2. Oriëntatie
Onderwerp wordt gepresenteerd De les wordt gerelateerd aan voorgaande en komende lessen De les wordt gerelateerd aan betekenisvolle situaties Belang lesstof wordt besproken Lesoverzicht wordt gegeven Leerdoelen worden gesteld
O O O O O O
O O O O O O
O O O O O O
O O O O O O
O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
3. Uitleg
Uitleggen verloopt in kleine stappen Gebruik van heldere taal Concrete voorbeelden worden gebruikt Leerlingen bedenken voorbeelden Materialen en stappenplannen worden gebruikt Vaardigheid wordt hardop denkend voorgedaan Vragen van kinderen worden teruggespeeld naar de groep Er wordt nagegaan of kinderen de stof begrijpen Uitweidingen worden vermeden De moeilijkheidsgraad wordt stapsgewijs vergroot Aan het einde van de uitlegfase volgt een samenvatting
4. Begeleide inoefening
Leerlingen kunnen onder begeleiding oefenen Opdrachten zijn kort en duidelijk Er worden veel vragen gesteld Er wordt gevraagd hoe ze aan hun antwoord gekomen zijn Alle leerlingen zijn betrokken Er wordt geoefend totdat kinderen de stof beheersen Kinderen worden gestimuleerd om zelf oplossingen te zoeken Er wordt gebruik gemaakt van materialen en stappenplannen Er is een geleidelijke toename van de moeilijkheidsgraad De ondersteuning wordt geleidelijk verminderd Leerlingen kunnen in tweetallen of groepjes oefenen
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
79
5. Zelfstandige verwerking
Leerlingen kunnen onmiddellijk beginnen Inhoud is gelijk aan de voorafgaande lesfase Leerlingen wordt verteld dat het werk nagekeken wordt Kinderen worden gestimuleerd om zelf oplossingen te zoeken Toepassingsmogelijkheden worden vergroot Leerlingen kunnen in tweetallen of groepjes oefenen Goed presterende kinderen krijgen extra verwerkingsstof Zwak presterende kinderen krijgen extra verwerkingsstof
O O O O O O O O
O O O O O O O O
O O O O O O O O
O O O O O O O O
O O O O O O O O
6. Evaluatie Leerlingen brengen onder woorden wat goed/fout ging en wat ze anders gaan doen Er wordt gecontroleerd of het lesdoel is bereikt Leerlingen evalueren leerproces in groepjes/tweetallen
O O O O O O O O O O O O O O O
7. Terug- en vooruitblik Les wordt geplaatst in context van lessenreeks Er wordt aangegeven waar volgende les over gaat
O O O O O O O O O O
1 t/m 7. Feedback
De leerkracht geeft regelmatig feedback Fouten worden onmiddellijk gecorrigeerd De leerkracht geeft procesfeedback De leerkracht geeft veel aanmoediging
O O O O
O O O O
O O O O
O O O O
O O O O
Opmerkingen
Leerkracht
Groep
Ontwikkelingsgebied
Tijd
Observant
Datum
structuur activeren / cooperatieve werkvorm differentiëren
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
80
Bijlage 7: ICT beleidsplan OBS de Speurneus
ICT leerlijn obs de SpeurneusLandgraaf De ICT leerlijn binnen onze school is opgedeeld in de volgende hoofdstukken: - Computer bedienen - Besturingssysteem gebruiken - Applicatiesoftware gebruiken - Informatie zoeken en verwerken - Communiceren - Attitudes Hieronder zijn de leerlijnen uitgewerkt per groep: Een geel blokje duidt aan dat een kind van die groep kennis heeft gemaakt met activiteiten gericht o p dat doel. De leerkracht dient aanzetten te geven. Voor de termen uit de lijst kunnen leerkrachten tijdelijk een of ander geschikte omschrijving of een hulpterm gebruiken. Een rood blokje duidt aan dat het kind het doel verworven moet hebben in dat leerja ar. Aan die doelen dient systematisch te worden gewerkt. Ze krijgen een bijzondere klemtoon in dat leerjaar. Termen uit de lijst moeten de kinderen kennen en kunnen gebruiken vanaf de opgegeven leeftijdsgroep of het opgegeven leerjaar. Een blauw blokje duidt aan dat het kind de verworven kennis, inzichten, en vaardigheden verder integreert, verdiept en/of verbreedt. De kinderen moeten de termen uit de lijst vlot en correct kunnen gebruiken. Een groen blokje duidt aan dat het kind voor die doelen zijn kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes over verschillende leerjaren opbouwt. Daarom zullen leerkrachten die doelen voortdurend meenemen als aandachtspunten in hun onderwijsactiviteiten.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
81
Hoofdstukken
1/2 3
1. De computer bedienen 1.1
De begrippen beeldscherm, muis toetsenbord, printer en hoofdtelefoon actief gebruiken.
1.2
Met de startknop de computer aanzetten.
1.3
De muispijl gericht bewegen over het scherm en aanwijzen.
1.4
Selectief aanklikken met de muis.
1.5
Dubbelklikken.
1.6
Slepen met de muis, selecteren en verplaatsen door de muisknop ingedrukt te houden.
1.7
Weten dat de muiscursor verschillende vormen kan aannemen en die vormen kunnen verbinden met de handeling die kan worden uitgevoerd.
1.8
Het numeriek blok gebruiken.
1.9
Het alfanumerieke blok hanteren.
1.10 Toetsen die gebruikt worden voor invoer van specifieke tekens hanteren zoals de shift, Alt, AltGr. 1.11 Escapetoets, invoertoets (Enter), terugkeertoets (Back) en wistoets (Delete) hanteren. 1.12 Pijltjestoetsen en andere hulpmiddelen (zoals schuifbalken) die gebruikt worden om snel te navigeren door een document of om een toepassing te hanteren. 1.13 Weten dat sommige toetsen (bijv functietoetsen, pijltjestoetsen, Tab-toets, Escapetoets ...) en de rechtermuisknop een verschillende functie kunnen hebben naargelang van de toepassing.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
82
4 56 78
1.14 USB en cd-romschijf hanteren, plaatsen en uitnemen. 1.15 De computer op de juiste manier aanmelden/afmelden. Deelgebied
1/2 3
4 56 78
1/2 3
4 56 78
2. Het besturingssysteem gebruiken 2.1
Een programma of document starten/openen door klikken van een snelkoppeling op het bureaublad.
2.2
Navigeren door het startmenu met de muis om een programma of document op te starten.
2.3
Een programma of document kunnen opzoeken in de mappenstructuur.
2.4
Bestanden kunnen overzetten van USB naar harde schijf en omgekeerd.
2.5
Het snelmenu hanteren (door rechts klikken).
2.6
Een venster vergroten, verkleinen, sluiten, verplaatsen...
2.7
De klembord functie kennen en hanteren.
2.8
Het besturingssysteem correct afsluiten.
Deelgebied 3. Applicatiesoftware gebruiken 3.1
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met openen, doorbladeren en sluiten van een toepassing.
3.2
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met het intikken en verbeteren van getallen, woorden, eenvoudige zinnen.
3.3
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met het positioneren van de cursor in een tekst en het selecteren van tekstgedeelten.
3.4
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met het hanteren van een menusysteem en van dialoogvensters.
3.5
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met verplaatsen, opmaken van objecten (figuren, foto’s).
3.6
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaringen opdoen met het vragen van hulp aan de computer.
3.7
Enkele voorbeelden van software pakketten (tekstverwerkingspakket, tekenprogramma, bladerprogramma) opsommen en hun doel kennen.
3.8
Basishandelingen betreffende bestanden: nieuw, openen, opslaan, afdrukken.
3.9
Basishandelingen bewerken van elementen uit een document: knippen, kopiëren en plakken, zoeken en vervangen.
3.10 Tekstgedeelten (woord, zin, alinea) opmaken: vet, onderstreept, cursief. 3.11 Tekstgedeelten uitlijnen: linksuitvullen, centreren, rechtsuitvulllen. 3.12 Basishandelingen i.v.m. figuren: invoegen, selecteren, verplaatsen, vergroten, afdrukken.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
83
3.13 Basishandelingen i.v.m. tabellen: invoegen, navigeren, opmaken. 3.14 Een hyperlink (bijv. naar internet) invoegen in een tekstdocument. 3.15 Weten dat er in elke applicatie een help-functie is ingebouwd waarmee men zelfstandig een aantal problemen kan oplossen. 3.16 Creatief combineren van beeld en geluid. Deelgebied
1/2 3
4 56 78
1/2 3
4 56 78
1/2 3
4 56 78
4. Informatie zoeken en verwerken 4.1
Navigeren en zoeken binnen een toepassing (bijv. een educatieve cd-romschijf) via grafische elementen.
4.2
Navigeren en zoeken via teksthyperlinks (bijv. in een informatieve cd-romschijf, in een website).
4.3
Navigeren en zoeken via alfabetisch register.
4.4. Navigeren en zoeken vanuit tijdslijn/kaart. 4.5
Navigeren en zoeken binnen een website.
4.6
Navigeren op het internet: een website-adres (URL) invoeren.
4.7
Navigeren op het internet: bestaande adressen in de map Favorieten gebruiken.
4.8
Webadres opnemen in een persoonlijke favorietenmap.
4.9
Zoeken op het internet via zoekrobot.
4.10 Enkelvoudige zoekopdracht opstellen en uitvoeren (+;-; ;" "). 4.11 Informatie ongewijzigd overnemen/afdrukken. 4.12 Informatie selectief overnemen/afdrukken. 4.13 Informatie ordenen, rubriceren, classificeren ... 4.14 Een digitaal naslagwerk (o.a. encyclopedie) raadplegen. Deelgebied 5.Communiceren 5.1
Een elektronische brief (e-mail) lezen.
5.2
Een e-mail opstellen, versturen, beantwoorden.
5.3
Een foto, tekening als bijlage met een e-mail versturen.
5.4
Een e-mail adres noteren.
5.5
Een adresboek opmaken en beheren.
Deelgebied
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
84
6. Attitudes
6.1
Beseffen dat Informatie- en Communicatie Technologie (ICT) mogelijkheden en beperkingen heeft.
6.2
Apparatuur en programmatuur met zorg hanteren. De bedienings- en veiligheidsvoorschriften respecteren.
6.3
Aandacht voor ergonomische aspecten (zithouding, afstand tot het scherm ...).
6.4
Nadenken over taalgebruik.
6.5
Respect voor het intellectuele eigendom en privacy van anderen.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
85
Bijlage 1 Hieronder worden de leerdoelen uit de bovenstaande leerlijn verduidelijkt met praktische tips en aanvullende voorbeelden. Deelgebied 1. De computer bedienen 1.1
De begrippen beeldscherm, muis toetsenbord, printer en hoofdtelefoon actief gebruiken.
De apparatuur (hardware) wordt met de correcte term benoemd, en omgekeerd wordt de passende hardware aan een term verbonden. Bijvoorbeeld beeldscherm, toetsenbord, pc-kast, printer, ...
1.2
Met de startknop de computer aanzetten.
De passende knop indrukken om de computer op te starten.
1.3
De muispijl gericht bewegen over het scherm en aanwijzen.
De muis in alle richtingen bewegen en gelijktijdig die beweging op het beeldscherm mee volgen. Een pictogram, tekening etc. aanwijzen.
1.4
Selectief aanklikken met de muis.
Door aanwijzen en vervolgens aanklikken met de linker muisknop selecteert men een actie of object (figuur, venster ...). Enkele voorbeelden: navigeren door een document of toepassing b.v. door aanklikken van een pictogram; kiezen tussen een aantal antwoordmogelijkheden;
een vorm (rechthoek, cirkel.. ) inkleuren; een hyperlink activeren; de cursor positioneren in een tekst. 1.5
Dubbelklikken.
In één beweging twee keer klikken op de linker muisknop. Wordt gebruikt om in één beweging te selecteren en te activeren. bijv; door dubbelkikken op een snelkoppeling op het bureaublad: selecteer je een programma en start je het op.
1.6
Slepen met de muis, selecteren en verplaatsen door de muisknop ingedrukt te houden.
Slepen met de muis wordt gebruikt om: figuren en vensters te verplaatsen: de figuur aanklikken en vervolgens de muisknop ingedrukt houden terwijl men de cursor verplaatst naar de gewenste locatie; tekstgedeelten te selecteren; Met de muis voor een letter/woord/alinea gaan staan. De linker muisknop ingedrukt houden tot de plaats waar je de selectie wil beëindigen. Dan de muisknop loslaten; figuren en vensters te vergroten of te verkleinen: Een figuur selecteren. Met de muis naar de rand gaan. De cursor verandert in een pijltje. Nu aanklikken. De muisknop ingedrukt houden en door verplaatsen van de cursor de gewenste vergroting, verkleining realiseren.
1.7
Weten dat de muiscursor verschillende vormen kan aannemen en die vormen kunnen verbinden met de handeling die kan worden uitgevoerd.
Enkel voorbeelden: zandloper: even geduld; verticaal streepje: duidt aan waar de ingetikte tekst zal verschijnen; handje: duidt een hyperlink aan;
potlood, penseel, verfbus: om te tekenen en te kleuren
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
86
geeft aan dat je grootte van een object kan veranderen door te slepen. 1.8
Het numeriek blok gebruiken.
Het numeriek blok wordt veelal gebruikt om met cijfermatige gegevens om te gaan. Er dient wel rekening mee gehouden te worden dat er andere symbolen worden gebruik voor het maal- en deelteken en het decimaal teken. Het is zinvol kinderen deze internationale symbolen aan te leren.
1.9
Het alfanumeriek klavier hanteren.
Wordt gebruikt om lettertekens in te voeren. Naargelang van de stand van de vergrendeltoets (shift-lock) verschijnt na indrukken van een lettertoets een kleine of grote letter. Afzonderlijk intikken van een hoofdletter gebeurt door gelijktijdig indrukken van de wisseltoets (shift) én een lettertoets.
1.10 Toetsen die gebruikt worden voor invoer van specifieke tekens hanteren zoals de shift, Alt, AltGr.
Bij de toetsen waarop twee tekens staan afgebeeld kan men door ingedrukt houden van de wisseltoets het bovenste teken afdrukken. Bij de invoering van deeltekens dient men daarna de letter in te tikken die onder het deelteken komt. AltGr: wordt gebruikt om het derde teken dat op sommige toesten (onderaan rechts) staat afgebeeld in te voeren. Zo vormt men @ door gelijktijdig indrukken van AltGr en de 2-toets. Bij oudere toetsenborden vormt men € door gelijktijdig indrukken van AltGr en de E-toets.
1.11 Escapetoets, invoertoets (Enter), terugkeertoets (Back) Escapetoets: vaak gebruikt om een stap terug te zetten. en wistoets (Delete) hanteren. Invoertoets (Enter): vaak gebruikt om een handeling te bevestigen. De terugkeertoets fungeert als een corrector, je kunt er fouten mee corrigeren. De wistoets (delete) wordt gebruikt om geselecteerde objecten (een snelkoppeling, een figuur, een tekstgedeelte ...) te verwijderen (de nodige voorzichtigheid is geboden). 1.12 Toetsen zoals Begin (home), Eind (end), vorige pagina (page up), volgende pagina (page down), pijltjestoetsen en andere hulpmiddelen (zoals schuifbalken) die gebruikt worden om snel te navigeren door een document of om een toepassing te hanteren.
Het effect van het indrukken van deze toetsen kan enigszins verschillen naargelang de toepassing. Home: de cursor springt naar het begin van een document of het begin van de lijn. End: de cursor springt naar het einde van een document of het einde van de lijn. Page up: de cursor springt één scherm omhoog.
Page down: de cursor springt één scherm omlaag Pijltjestoetsen: de cursor verschuift één teken (rij) naar links/rechts (onder/boven). Schuifbalken worden gebruikt om het zichtbare gedeelte van een venster te wijzigen (= scrollen). Ze kunnen op drie manieren bediend worden: door aanklikken op de pijltjes boven of onder / links of rechts worden weergegeven; door slepen van de balk zelf;
door klikken boven of onder (links of rechts van) de balk (deze handelingen komen overeen met home, end, page up en page down). Bij het scrollen verplaatst de muiscursor zich niet mee. Door aanklikken kan hij dan snel op de gewenste plaats gepositioneerd worden. 1.13 Weten dat sommige toetsen (bijv functietoetsen, pijltjestoetsen, Tab-toets, Escapetoets ...) en de rechtermuisknop een verschillende functie kunnen hebben naargelang van de toepassing.
Zo wordt de Entertoets in lopende tekst gebruikt om een nieuwe alinea te beginnen. In de meeste andere toepassingen wordt hij gebruikt om aan te geven dat men wil doorgaan (O.K.) of om een invoer af te sluiten. Het is zeker niet de bedoeling dat de leerlingen alle mogelijke functies van de hier opgenoemde toetsen kunnen gebruiken. Wel is het noodzakelijk dat ze inzien dat bij een
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
87
computer, anders dan bij een videorecorder, schrijfmachine ... eenzelfde toets verschillende functies kan hebben. De rechtermuisknop wordt vaak gebruikt om de normale vooruitgang van het programma te onderbreken of om een snelmenu te activeren. 1.14 Diskette en cd-romschijf hanteren, plaatsen en uitnemen.
Een diskette en cd-romschijfje op de passende manier in het toestel leggen en er terug uithalen.
1.15 De computer reglementair afsluiten.
De verschillende stappen om de computer af te sluiten in de correcte volgorde uitvoeren.
Deelgebied 2. Het besturingssysteem gebruiken
2.1
Inloggen met de groepsnaam.
Na het opstarten eerst inloggen d.m.v. de groepsnaam. Op het bureaublad (openingsscherm) met de muis navigeren via het startmenu naar het gewenste programma.
2.2 Navigeren door het startmenu met de muis om een programma of document op te starten.
Links onderaan het scherm het blokje “Start” aanklikken. Zo kom je in het startmenu. Met de muis navigeren tot aan “documenten” of “programma’s”. Dat aanklikken en op het overzicht dat verschijnt het beoogde programma aanklikken. Zo open je het gewenste programma.
2.3
Windows Verkenner moet je openen via het startmenu. In het linkergedeelte vind je de aanwezige mappen met onder meer de programma’s. Wanneer je je keuze aanklikt vind je in het rechtergedeelte een overzicht van de inhoud: mappen en/of bestanden. Daar zoek je het beoogde programma of document.
Een programma of document kunnen opzoeken in de mappenstructuur.
2.4 Bestanden kunnen overzetten van diskette naar harde schijf en omgekeerd.
Om bestanden te kunnen overzetten van diskette naar harde schijf en omgekeerd zijn verscheidene procedures mogelijk. In de Windows Verkenner of op het bureaublad de “3,5 inch diskette (A)” aanklikken, In het venster dat verschijnt het gezochte bestand enkel aanklikken of markeren. Het pictogram “kopiëren” aanklikken. Dan ga je via “Deze computer” of in de Windows verkenner naar de map waarin je het gekopieerde bestand wil plaatsen. Dan het pictogram “plakken” aanklikken. (procedure kan ook omgekeerd) Bij een andere procedure dien je twee vensters te openen op je scherm: de “3,5 inch diskette (A)” en de betreffende map op je harde schijf (via “mijn documenten” of “deze computer”). Dan kun je met behulp van de linkermuisknop (ingedrukt laten) het bestand van het ene venster naar het andere slepen. Het bestand is dan gekopieerd.
2.5
Het snelmenu hanteren (door rechts klikken).
2.6
Een venster vergroten, verkleinen, sluiten, verplaatsen... Het formaat van een ‘actief ‘venster kan je wijzigen door op het middelste knopje bovenaan rechts te klikken (pictogram met één of twee vierkantjes). Voorts kun je het formaat van het venster aanpassen door met je linkermuisknop de rand van het venster naar binnen of naar buiten te slepen. Een venster (niet op maximumgrootte) kun je verplaatsen door de titelbalk (balk bovenaan met naam van het bestand) te verslepen.
2.7
De klembord functie kennen en hanteren.
Het klembord is een aparte zone in het geheugen waar tekst of tekeningen (via aanklikken van “knippen” of “kopiëren”) tijdelijk worden bewaard tot zij op naar een nieuwe plaats zijn verplaatst of gekopieerd (via het aanklikken van “plakken”).
2.8
Het besturingssysteem correct afsluiten.
Vooraleer Windows af te sluiten sla je eerst de documenten op en sluit je de programma’s af waarin je werkte. Dan klik je in het startmenu (pictogram “Start” links op de balk onderaan) op afsluiten en daarna op “De computer uitschakelen”. Dan wacht
Schoolplan 2011-2015
Door met de rechtermuisknop te klikken kom je in het snelmenu. Zo kun je in een bestand bijvoorbeeld knippen en plakken zonder de pictogrammen bovenaan het scherm te gebruiken. In Windows Verkenner of in Deze Computer kan je via het snelmenu bijvoorbeeld ook bestanden verwijderen.
OBS de Speurneus
88
je tot je op het scherm leest “Je mag de computer nu afsluiten” tot je de “power”-knop van je computer uitzet. Je mag de computer nooit uitschakelen zonder eerst Windows correct af te sluiten. (Het kan ook dat de pc automatisch afsluit. Dit is afhankelijk van het moederbord.)
Deelgebied 3. Applicatiesoftware gebruiken 3.1
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met openen, doorbladeren en sluiten van een toepassing.
Door het plaatsen van snelkoppelingen naar educatieve programma’s in het startmenu kan men kinderen vertrouwd maken met het starten van een toepassing. Moderne educatieve software werkt met een grafische interface waarbij leerlingen door aanklikken van pictogrammen of intikken van cijfer- en andere toetsen zelfstandig door de toepassing kunnen navigeren, het werken kunnen onderbreken en de toepassing kunnen afsluiten.
3.2
3.3
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met het intikken en verbeteren van getallen, woorden, eenvoudige zinnen.
Getallen kun je het makkelijkst invoeren via het numeriek blok. Bij het werken met rekensoftware kunnen leerlingen deze vaardigheid inoefenen. Daarbij leren ze ook de Entertoets en de terugkeertoets gebruik om een getal geheel of gedeeltelijk te wissen. Bij het gebruiken van softwarepakketten rond taal (bijv. inoefenprogramma voor woordpakketten) leren ze woorden en eventueel korte zinnetjes intikken en verbeteren. Het positioneren van de cursor in een tekst gebeurt door het plaatsen van de cursor
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met het positioneren van de cursor in een tekst tussen twee letters/woorden en vervolgens aanklikken. De cursor verschijnt onder de en het selecteren van tekstgedeelten. vorm van een streepje. Deze vaardigheid kan o.m. geoefend worden bij het werken met softwarepakketten rond taal en wiskunde (zie 3.2). Selecteren van tekstgedeelten: zie 1.6. Navigeren door een document gebeurt door gebruik van de verticale schuifbalk. Ook kan men gebruik maken van de knoppen home, end, PgUp en PgDn (zie 1.12). Een ander vorm van navigeren die kinderen kunnen leren kennen bij het gebruik van educatieve cd-romschijfjes is het gebruik van hyperlinks (zie 4.2). Indien mogelijk kan ook worden gebruik gemaakt van een scroll-wiel.
3.4
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met het hanteren van een menusysteem en van dialoogvensters.
Bij heel wat educatieve softwarepakketten kunnen de leerlingen zelfstandig een optie kiezen door aanklikken van één of meer pictogrammen of items in een keuzemenu. Bij het instellen van parameters en ook tijdens het oefenen zelf worden ze geconfronteerd met dialoogvensters. Bijv. geeft de computer aan waarom een antwoord fout is en wacht tot de leerling op ‘OK’ klikt om door te gaan.
3.5
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaring opdoen met verplaatsen, opmaken van objecten (figuren, foto’s).
Bij sommige educatieve programma’s moeten leerlingen figuren (b.v. een rechthoek) inkleuren, verplaatsen, vergroten. Ze ervaren daarbij dat ze eerst de figuur moeten selecteren en pas daarna de gewenste handeling (verplaatsen, inkleuren, vergroten ...) kunnen uitvoeren. Bij het vergroten ... van figuren leren ze ook de sleeppijltjes die verschijnen aan de rand van de geselecteerde figuur gebruiken om de afmetingen van de figuur te wijzigen (in- en uitzoomen,vervormen...).
3.6
Tijdens het gebruik van educatieve software ervaringen opdoen met het vragen van hulp aan de computer.
Schoolplan 2011-2015
Een kwaliteitskenmerk van onderwijsondersteunende software is dat ze feedback geeft aan de gebruiker. Deze feedback kan er o.m. in bestaan dat de leerling een hint krijgt of kan vragen om een bepaalde opgave aan te pakken. Naargelang van het programma
OBS de Speurneus
89
kan die helpfunctie worden geactiveerd door aanklikken op een pictogram, indrukken van de F1-toets, kiezen in een rolmenu, ... 3.7
Enkele voorbeelden van software pakketten (tekstverwerkingspakket, tekenprogramma, bladerprogramma) opsommen en hun doel kennen.
Het is de bedoeling dat de leerlingen weten dat voor specifieke taken (b.v. foto’s bewerken, een brief schrijven, een e-mail versturen, surfen op het internet ...) specifieke software bestaat en dat ze enkele van deze softwarepakketten leren kennen en gebruiken. Daarbij bepaalt de school vrij welke toepassingen worden aangeboden. Zo kan een school beslissen om in het vierde leerjaar te werken met een tekenprogramma en pas later met een internetbrowser en/of een tekstverwerkings- of presentatiepakket. Bij het werken met het tekenprogramma leren ze reeds heel wat basisvaardigheden die dan herhaald en verfijnd worden bij het gebruik van andere softwarepakketten.
3.8
Basishandelingen betreffende bestanden: nieuw, openen, opslaan, afdrukken.
Deze handelingen kunnen op twee manieren worden uitgevoerd: door in het menu van een standaardapplicatie te klikken op Bestand en vervolgens op het passende item in het rolmenu; door te klikken op het passende pictogram in de werkbalk. Bij al deze handelingen verschijnt vervolgens een dialoogvenster waarbij de computer nadere informatie vraagt. De opties ‘openen’ en ‘opslaan’ zijn moeilijker dan ‘nieuw’ en afdrukken’ . Ze vergen immers kennis van het bestandsbeheer. ‘Opslaan als’ laat toe op een snelle manier een kopie te maken van een bestand onder een andere naam.
3.9
Basishandelingen bewerken van elementen uit een document: knippen, kopiëren en plakken, zoeken en vervangen.
Bij het knippen, kopiëren en plakken dient men eerst de tekst (of de figuur, ...) te selecteren (zie 1.6). Vervolgens kan men de gewenste handeling gemakkelijk uitvoeren aan de hand van het rolmenu dat verschijnt als men klikt op ‘Bewerken’ of door aan te klikken op een passend pictogram in de werkbalk. Bij zoeken en vervangen verschijnt een dialoogvenster.
3.10 Tekstgedeelten (woord, zin, alinea) opmaken: vet, onderstreept, cursief.
Het opmaken van tekstgedeelten gebeurt in twee stappen: selecteren van het gewenste tekstgedeelte (zie 1.6);
aanklikken van het pictogram (B= bold = vet, I = italic = schuin, U= underlined = onderlijnd) in de werkbalk. 3.11 Tekstgedeelten uitlijnen: linksuitvullen, centreren, rechtsuitvulllen.
Ook deze handelingen gebeuren in twee stappen: selecteren van het tekstgedeelte (zie 1.5);
aanklikken van de uitlijnpictogrammen in de werkbalk. 3.12 Basishandelingen i.v.m. figuren: invoegen, selecteren, verplaatsen, vergroten, afdrukken.
Invoegen van een figuur gebeurt door aanklikken van het menu-item Invoegen en kiezen voor figuur in het rolmenu. Daarna verschijnt een dialoogvenster waarbij gevraagd wordt WAAR de figuur zich bevindt. Deze werkwijze veronderstelt basiskennis van bestandsbeheer. Het is ook mogelijk figuren van de ene toepassing (document) naar de andere over te zetten door gebruik te maken van kopiëren (in de eerste toepassing) en plakken (in de tweede toepassing). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de klembord functie (zie 2.7).
3.13 Basishandelingen i.v.m. tabellen: invoegen, navigeren, opmaken.
Schoolplan 2011-2015
Invoegen van een tabel gebeurt door aanklikken van het menu-item Tabel Vervolgens verschijnt een dialoogvenster waarbij gevraagd wordt hoeveel kolommen en rijen de tabel moet bevatten. Eventueel kan men de leerlingen ook leren de tabel op te maken
OBS de Speurneus
90
(b.v. de bovenste rij en de eerste kolom ‘grijs’ inkleuren). Navigeren gebeurt door aanklikken van een cel of gebruik van de TAB- toets. 3.14 Een hyperlink (bijv. naar internet) invoegen in een tekstdocument.
Gebeurt vanuit het menu-item invoegen en vervolgens hyperlink. Een hyperlink kan verwijzen naar een andere plaats in het document (dan moet eerst een bladwijzer worden aangemaakt) of naar een website. Dat laatste veronderstelt kennis van het invoeren van een URL-adres (zie 4.6).
3.15 Weten dat er in elke applicatie een help-functie is ingebouwd waarmee men zelfstandig een aantal problemen kan oplossen.
Deze helpfunctie wordt geactiveerd door het aanklikken van ‘help’ in het menu. Meestal zijn er drie manieren om dit helpbestand te doorlopen: vanuit een aantal titels die verschijnen in de vorm van een lijst; vanuit een index (alfabetisch register);
op trefwoord. Het taalgebruik van professionele applicaties is niet altijd op kindniveau. Toch is het zinvol om kinderen bij gelegenheid die helpfunctie te laten hanteren (b.v. in een tekenprogramma: zoek eens zelf uit hoe je een boog moet tekenen). 3.16 Creatief combineren van beeld en geluid.
Sommige softwarepakketten (bijv. PowerPoint) laten toe om op een eenvoudige manier geluiden in te voegen en te koppelen aan pictogrammen, actieknoppen, enz... Het is beslist zinvol kinderen hiermee te laten experimenten bijv. bij de ontwikkeling van een eenvoudige eigen presentatie waarbij beelden en geluiden functioneel worden aangewend.
Deelgebied 4. Informatie zoeken en verwerken 4.1
Navigeren en zoeken binnen een toepassing (bijv. een educatieve cd-romschijf) via grafische elementen.
De keuzeacties worden bepaald door te klikken op knoppen, beeldjes, symbolen, ...
4.2
Navigeren en zoeken via teksthyperlinks (bijv. in een informatieve cd-romschijf, in een website).
Wanneer er geklikt wordt op een teksthyperlink, wordt de onderliggende tekstpagina geopend. Het principe van hyperlink en onderliggende webpagina, waar die zich ook bevindt, is heel belangrijk. Meestal wordt dat gesymboliseerd door een handje.
4.3
Navigeren en zoeken via alfabetisch register.
Informatieve cd-romschijfjes bevatten doorgaans een alfabetisch register van waaruit men snel een bepaalde rubriek kan opzoeken.
4.4
Navigeren en zoeken vanuit tijdslijn/kaart.
Op een tijdslijn of een kaart worden stroken aangeduid waarop men kan klikken om de onderliggende informatie op te roepen. Bij sommige informatieve cd-romschijfjes (bijv. Encarta) kan men vanuit een tijdlijn/kaart bepaalde rubrieken oproepen.
4.5
Navigeren en zoeken binnen een website.
De meeste websites bieden op de homepage (startpagina) een menusysteem met trefwoorden van waaruit men snel naar bepaalde rubrieken kan doorschakelen. Dit menusysteem bevindt zich meestal bovenaan, onderaan of links op het scherm en wordt vaak herhaald op de verschillende webpagina’s. Daarnaast vindt men in de meeste webpagina’s ook woorden die als hyperlink zijn opgemaakt en die gebruikt worden om naar specifieke onderdelen of naar een ander
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
91
website door te schakelen. 4.6
Navigeren op het internet: een website-adres (URL) invoeren.
Door in de adresbalk een adres van een webpagina in te tikken en te bevestigen met ‘enter’, wordt de webpagina onmiddellijk opgeroepen.
4.7
Navigeren op het internet: bestaande adressen in de map Favorieten gebruiken.
Door in de map Favorieten een opgeslagen titel te kiezen en aan te klikken, wordt het bestaand adres onmiddellijk in de adresbalk opgeroepen. Invoeren is niet meer nodig. Vermijd fouten bij het ingeven.
4.8
Webadres opnemen in een persoonlijke favorietenmap. De leerkracht maakt in de Favorieten de noodzakelijke mappen aan, bijv. op naam van de leerling, op naam van de vakken. De leerling zelf gaat zijn gekozen webadressen in de betreffende map verzamelen. In het achtste leerjaar maken leerlingen de mappen zelf aan. En zorgen voor een ordening.
4.9
Zoeken op het internet via zoekrobot.
Een zoekrobot is een computer die de inhoud van webpagina’s en het bijbehorend adres bijhoudt. Elk relevant woord op elke pagina wordt geïndexeerd, zodat aan de hand van zoekstrategieën de webpagina’s kunnen worden opgezocht.
4.10 Enkelvoudige zoekopdracht opstellen en uitvoeren (+;-; ;" ").
Een zoekactie in een zoekrobot kan men op een eenvoudige manier laten uitvoeren als volgt. In de invoerbalk plaatst men het te zoeken woord voorafgegaan door een +teken, een -teken of een spatie naargelang men het woord op de pagina moet aantreffen (+teken), niet mag aantreffen (-teken), kan aantreffen (spatie). Een combinatie van de tekens is toegelaten. Voorbeelden In de invoerbalk:+tafel +stoel De zoekrobot moet zoeken naar webpagina’s waarin het woord tafel én het woord stoel moeten in voorkomen. Als resultaat ontvangt men de adressen van die pagina’s. In de invoerbalk: +tafel –stoel In de webpagina moet tafel voorkomen, maar het woord stoel mag niet op de pagina voorkomen. In de invoerbalk: +tafel stoel In de webpagina moet het woord tafel voorkomen. Het woord stoel mag maar hoeft moet niet voor te komen. Op te merken is dat het strikt genomen niet het woord zelf is dat in aanmerking wordt genomen, maar alle combinaties van woorden waarin de lettercombinatie voorkomt. Dus niet alleen tafel maar ook tafels, tafelen, stoel, preekstoel, ...
4.11 Informatie ongewijzigd overnemen/afdrukken.
Internet vanuit het browserprogramma: Meestal komt onder de knop ‘Bestand’ de opdracht ‘Afdrukken’ waardoor het werkdocument wordt afgedrukt. Op dezelfde manier kan men door de klikken op ‘Bestand’ en vervolgens ‘Opslaan als’ een volledige webpagina als bestand op de computer opslaan. Informatieve cd-romschijf: verschillend van cd-romschijf tot cd-romschijf.
4.12 Informatie selectief overnemen/afdrukken.
Internet: In een tekst wordt een gedeelte aangestreept of geselecteerd en vervolgens selectief afgedrukt. Overnemen van een tekstgedeelte gebeurt door selecteren en vervolgens kopiëren van het geselecteerde gedeelte naar het klembord. Van daaruit kan de selectie via “plakken’ in een andere toepassing (tekstverwerker) worden overgenomen. Overname van een figuur gebeurt door ‘rechts aanklikken’ en door vervolgens te kiezen voor ‘figuur opslaan als’. De figuur wordt opgeslagen als een digitaal bestand en kan
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
92
daarna in een toepassing (bijv. een tekstverwerker) worden ingevoegd. Informatieve cd-romschijfjes: verschillend van cd-romschijf tot cd4.13 Informatie ordenen, rubriceren, classificeren ...
romschijf. Men kan b.v. samen met de leerlingen een map (= subdirectory) aanmaken op de harde schijf, waar men alle digitale informatie (tekeningen, document, digitale foto’s, ...) in verband met dit onderwerp verzamelt. Sommige applicaties (een tekstverwerkingspakket, een presentatiepakket, een publicatiepakket ...) laten toe om op een eenvoudige manier informatiemapjes aan te leggen waarbij leerlingen digitale informatie (b.v. figuren en teksten afgehaald van het net) aanvullen met eigen materiaal (eigen teksten, tekeningen, foto’s ...)
4.14 Een digitaal naslagwerk (o.a. encyclopedie) raadplegen. Dit veronderstelt een combinatie van de hiervoor vermelde vaardigheden: toepassing opstarten;
navigeren vanuit het menusysteem; zoeken vanuit een alfabetisch register; informatie selecteren en eventueel overnemen. Deelgebied 5. Communiceren
5.1
Een elektronische brief (e-mail) lezen.
Het is wenselijk dat kinderen reeds vroegtijdig in contact komen met het fenomeen ‘mailen’. Later kunnen ze geleidelijk de basishandelingen leren om zelfstandig e-mail op te halen en in te lezen. Dit veronderstelt het uitvoeren van volgende handelingen: opstarten van het emailprogramma, als dit programma al niet automatisch opstart bij het aanzetten van de computer; klikken op het vak ‘Postvak In’; dubbelklikken op het gewenste bericht in de lijst met binnenkomende e-mails.
5.2
Een e-mail opstellen, versturen, beantwoorden.
Ook hier is het best te groeien van geleid naar zelfstandig opstellen en versturen. Dit veronderstelt het uitvoeren van volgende handelingen: opstarten mailprogramma, indien nodig; klikken op ‘nieuw bericht’; e-mailadres geadresseerde intikken in het vak ‘Aan’; een onderwerp vermelden; de feitelijke boodschap inschrijven; klikken op ‘verzenden’. Een e-mail beantwoorden kan het makkelijkst door, na inlezen van het bericht, te klikken op ‘beantwoorden’. Het volstaat dan het antwoord in te tikken voor de boodschap van de verzender en vervolgens te klikken op ‘verzenden’. Voor er sprake is van mailen en internetten wordt een protocol met de leerlingen besproken en ondertekend.
5.3
Een foto, tekening als bijlage met een e-mail versturen. Foto’s en tekeningen worden op de computer opgeslagen als digitale bestanden.
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
93
Meestal met als extensie .bmp .gif jpg Indien men dit bestand wil meesturen volstaat het tijdens het opstellen van de e-mail te klikken op ‘invoegen’ en vervolgens op ‘bijlage’. Er verschijnt nu een dialoogvenster waarbij het programma vraagt welk bestand bijgevoegd dient te worden. Leer de kinderen dat ze eigen bestanden opslaan in hun eigen map op de server. 5.4
Een e-mail adres noteren.
Een e-mailadres bestaat uit twee delen gescheiden door @ Het eerste deel is de naam van of een aanduiding voor de persoon Het tweede deel geeft meestal de provider aan waar de mail naartoe gestuurd wordt: dat bestaat meestal uit twee deeltjes gescheiden door een punt.
5.5
Een adresboek opmaken en beheren.
Het opmaken van een adresboek vergt volgende handelingen: aanklikken van ‘adresboek’;
klikken op ‘bestand’ en ‘nieuw’ en ‘contactpersoon’; in het dialoogvenster dat verschijnt, dienen dan een aantal gegevens ingevoerd, o.a. het e-mailadres. Bij ontvangst van een bericht van een afzender die nog niet in het adresboek staat, kan men dit adres gemakkelijk in het adresboek opnemen door aanklikken met de rechtermuisknop. Het verdient aanbeveling om per groep een eigen adresboek op te maken. Deelgebied 6. Attitudes
6.1
Beseffen dat Informatie- en Communicatie Technologie (ICT) mogelijkheden en beperkingen heeft.
De computer is een medium naast vele andere. Zo zijn er naast internet nog andere manieren om te communiceren en informatie te verzamelen. Het is belangrijk dat kinderen de media met elkaar leren vergelijken zodat ze functioneel het passende medium kiezen.
6.2 Apparatuur en programmatuur met zorg hanteren. De bedienings- en veiligheidsvoorschriften respecteren.
Toetsenbord, muis, diskettes, cd-romschijfjes op een correcte manier hanteren. Na het werken spontaan diskettes en cd-romschijfjes opbergen. Een eventueel gebruikte koptelefoon netjes ophangen.
6.3 Aandacht voor ergonomische aspecten (zithouding, afstand tot het scherm ...).
Vestig regelmatig de aandacht van de kinderen op het belang van een goede zithouding. Neem uiteraard de nodige voorzorgen dat kinderen comfortabel met de computer kunnen werken. Bijzondere aandacht is nodig bij het werken in computerklassen omdat hier vaak kinderen van verschillende leeftijd werken. Let erop dat muis en toetsenbord op een vlotte manier kunnen bediend worden. Zorg er vooral voor dat de monitor niet te hoog is opgesteld! Ideaal is op ooghoogte of iets lager.
6.4
Vooral bij het e-mailen en het zoeken van informatie op het web is het essentieel dat kinderen bewust nadenken over een aantal componenten van het communicatiemodel.
Nadenken over taalgebruik.
Bij het e-mailen kan vooral gefocust worden op de vormgeving van de boodschap (aanspreking, gebruik van u en je, ...) in functie van de relatie die ze als zender hebben met de ontvanger (een mailtje naar een vriend kan vertrouwelijker van toon dan naar een onbekende volwassene). Bij het interpreteren van informatie aangeboden op websites moeten kinderen zich leren afvragen: wie heeft deze website ontworpen, wie is de zender?
Schoolplan 2011-2015
OBS de Speurneus
94
wat is de bedoeling, verkopen, gewoon informeren,...? is de informatie betrouwbaar? Heb ik 6.5 Respect voor het intellectuele eigendom en privacy van anderen.
er iets aan? Auteursrechten: overnemen van tekst en figuren voor privé gebruik is toegestaan. Indien men echter publicaties verspreidt (schoolkrant, eigen website...) waarbij men materiaal verwerkt waarop auteursrecht rust, kan dit enkel met toestemming van de eigenaar. Privacy: kinderen moeten weten dat je niet zomaar persoonlijke gegevens over een ander in een publicatie (b.v. een klassenwebsite) kan opnemen.
Schoolplan 2011 – 2015 OBS de Speurneus