O U D E R E N Z O R G
DOSSI E R
9
Een hapje voor oma
10
ltekst: Ellen Colle
beeldkeuze: Luc Loosveldl
dr. Dimitri Beeckman
Loszittende kledij, een armband die plots afzakt of het horlogebandje dat strakker moet … naast gewichtsverlies kunnen dit signalen zijn die wijzen op ondervoeding. Een groot deel van de ouderen en de zorgverleners zijn zich nog te weinig bewust van dit probleem. Het wordt dan ook vaak onderschat. Maar er zijn oplossingen. Prof. dr. Dimitri Beeckman van UGent geeft tekst en uitleg.
Uiteenlopende cijfers “In België zijn er studies die aangeven dat tot 60 % van bewoners in een woon-zorgcentrum een risico op ondervoeding heeft of al ondervoed is” vertelt prof. Beeckman, “als we kijken naar de nog thuiswonende bejaarden, dan zitten we op een gemiddelde van 34 tot 40 %. Ondervoeding is absoluut een problematiek, zeker in de woon-zorginstellingen.” Maar er circuleren uiteenlopende cijfers. Dit komt vooral omdat er geen eenduidige
Het is beter om de evolutie van het gewichtsverlies op te volgen bijvoorbeeld over enkele maanden. Als dit gewichtsverlies zich voordoet zonder aanwijsbare oorzaak zoals ziekte, dan kan dit erop wijzen dat de bejaarde in een fase van ondervoeding komt.”
“Er zijn studies die louter kijken naar de BMI (het gewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte in meter)”, verduidelijkt prof. Beeckman, “als de BMI lager is dan 18,5 dan is de bejaarde ondervoed. Maar dat klopt vaak niet.
Gevolgen en oorzaken De gevolgen van ondervoeding zijn wel eenduidig. Het verzwakt een persoon, leidt tot een daling van weerstand, een afname van de conditie en een verminderde harten longcapaciteit. Door het verlies aan spierkracht stijgt het risico om te vallen en om minder mobiel te worden. Alles samen zorgt dat voor een hoger sterfterisico.
Want ook wie een te hoge BMI heeft, kan ondervoed zijn. De BMI als maatstaf is dus te weinig sensitief.
© Eveline Renaud
© Prof.
definitie bestaat. Zowel nationaal als internationaal wordt ondervoeding op verschillende manieren beschreven. Afhankelijk van de definitie die de onderzoeker gebruikt, krijg je dus andere cijfers.
“De oorzaak van ondervoeding is niet altijd gemakkelijk te achterhalen”, gaat prof. Beeckman verder, “je hebt bejaarden die omwille van een acute of chronische ziekte nood hebben aan een hogere inname van voedingsstoffen zoals eiwitten, vitaminen en vetten. Diegenen die hier niet aan tegemoetkomen, lopen een hoger risico op ondervoeding. Er zijn ook bejaarden die thuis wonen en die gewoonweg de financiële middelen ontbreken om (kwaliteitsvolle) voeding te kopen. Anderen zijn dan weer fysiek niet meer in
O U D E R E N Z O R G staat om boodschappen te doen, te koken of zelfstandig te eten. Als deze bejaarden geen hulp krijgen, dan eten ze vaak te weinig of te monotoon, wat tot tekorten kan leiden. Heel vaak spelen psychische factoren ook een rol. Wie depressief is, is niet meer geïnteresseerd in eten. En mensen met dementie weten soms niet meer dat ze moeten eten of ze merken het verschil niet meer tussen voedsel en andere zaken. Bepaalde medicatie zoals antibiotica kan ondervoeding ook in de hand werken. Deze medicatie beïnvloedt de smaak- en geursensatie waardoor maaltijden minder appetijtelijk worden. Daarenboven vermindert het honger- en dorstgevoel naarmate je ouder wordt. Je lichaam heeft wel nood aan drank en voeding, maar je voelt het minder. Met ouder worden gaat je reukvermogen ook achteruit. Maar liefst 80 % van je smaakervaring registreer je via de neus. Het is dus geen verrassing dat ouderen hun maaltijd als smakeloos ervaren. Al deze elementen versterken elkaar natuurlijk. Je hebt geen hongergevoel, geen eetlust, je eten smaakt minder, je hebt moeilijkheden bij slikken, dan eet je gewoon minder en wordt de kans op ondervoeding groter.”
Wegen is weten
met een verhoogd risico worden best wekelijks gewogen. Zo kan er op tijd ingegrepen worden. Bij bejaarden die nog thuis wonen kan de verpleegkundige aan huis of de huisarts de weegschaal erbij nemen. Of in de koelkast kijken. Is die leeg, dan weet je dat er een probleem is en kan je actie ondernemen. ”
DO S S I E R
zet fruitschalen op de afdeling. Zo kunnen de bejaarden zelf iets pakken als ze er zin in hebben. Eten is een sociaal gebeuren. Samen eten en praten wordt door de meeste bewoners geapprecieerd. Zien eten doet ook vaak eten. Vraag daarom aan de bewoners of ze graag in de eetzaal willen eten. Laat hen vrij in die keuze. En zorg dat de bejaarde zich niet geïsoleerd voelt of geraakt. Ergotherapeuten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.”
Huiselijke sfeer en variatie Met een aantal kleine aanpassingen kan ondervoeding bestreden worden. “Het hoeft ook niet zo veel geld of energie te kosten”, gaat prof. Beeckman verder, “probeer rekening te houden met de persoonlijkheid van de bejaarden: geef hen inspraak in de porties, geef diegenen die graag vlees eten meer vlees dan groeten, pureer de maaltijden niet op voorhand maar vlak voor het opdienen, kruid voldoende zodat het eten ook met hun verminderd geurvermogen nog smaakt, gebruik indien dit medisch mag, wat meer zout als hij graag zout eet. Ga voor smaken en geuren van vroeger, die brengen vaak prettige herinneringen mee en helpen om de oudere aan te zetten tot eten en zo ondervoeding terug te dringen.
Het oog wil ook wat “De presentatie van maaltijden werkt ondervoeding vaak ook in de hand.
Als je een bord krijgt waarbij alles gemixt is tot een bruine brij, dan zal dit uiteraard de eetlust niet bevorderen”, zegt prof. Beeckman, “terwijl je evengoed het vlees, de groenten en aardappelen apart kan mixen. Zo help je de mensen met slikproblemen, maar blijven het drie aparte componenten. Bejaarden die op hun kamer eten en die tijdens het eten bijvoorbeeld de bedpan zien liggen, zullen ook niet gestimuleerd worden om verder te eten. Die bedpan uit het zicht leggen is niet veel werk voor een hulpverlener. Maar vaak is het gebrek aan inleving of aandacht de reden dat dit niet gebeurt.”
Probeer om ook in de woon-zorgcentra een huiselijke sfeer te creëren . Geef geen individuele porties fruit mee op de dienbladen. Het meeste fruit gaat toch onaangeroerd terug naar de keuken. Maar
In de eerste plaats moet (het risico op) ondervoeding tijdig ontdekt en aangepakt worden. Dat geldt zowel voor ouderen die nog thuis wonen als voor hen die in een woon-zorgcentrum wonen.
Aandacht en actie “De eerste belangrijke stap bij het bestrijden van ondervoeding is aandacht”, zegt prof. Beeckman, “zowel in een woonzorgcentrum als in een thuissituatie moeten hulpverleners en familie alert zijn voor gewichtsverlies, loszittende kledij, borden die niet leeg gegeten worden. Maar de registratie van die signalen is niet voldoende. De link moet gelegd worden met ondervoeding en er moet actie volgen. Door meer aandacht te schenken aan de bereiding, temperatuur, presentatie van de maaltijden en de eetomgeving. Binnen een woon-zorgcentrum kan ook een verbetertraject opgestart worden waarbij de koks, ergotherapeuten, verpleegkundigen, diëtisten en familie van bewoners worden betrokken bij de voeding. Dit vergroot hun betrokkenheid en kan resulteren in een beter voedingsbeleid.”
“Hoe logisch het ook lijkt, een ‘weegbeleid’ bestaat er vaak niet”,
gaat prof. Beeckman verder, “bij bejaarden in een thuissituatie zal de huisarts standaard de bloeddruk en de hartslag nakijken. Hoeveel zijn patiënt weegt, wordt niet bevraagd. In het beste geval vraagt de arts hoe het is met de eetlust. Ook in een woon-zorgcentrum worden de bewoners niet regelmatig gewogen. Omwille van verminderde mobiliteit van deze bejaarden, vraagt het wegen vaak wat meer tijd dan bij jonge mensen.
© Alamy
Toch is het aangeraden om residenten één keer in de maand te wegen. Mensen
11
NA
Een huis waar je je veilig en comfortabel voelt, voor
is belangrijk in elke levensfase. Als je wat ouder wordt, is de woning vaak een probleem. Badkamer, toilet of de trap zijn plots grote obstakels. Het komt erop aan om de woning aan te passen aan je noden. De Woonbalans biedt hierop een antwoord.
12
Langer thuis blijven wonen ltekst: Brigitte Stevens
“Een optimale zelfredzaamheid en veiligheid beogen in de eigen woning is belangrijk, vooral bij oudere mensen”, zegt Marleen De Vos van de CM-dienst Thuiszorg, “soms moeten er toch wel drastische ingrepen gebeuren. Daar wringt vaak het schoentje. Mensen weten niet hoe er aan te beginnen, wie de werken kan uitvoeren en hoe ze dit gaan betalen. De Woonbalans steunt hen in al deze aspecten.”
Advies en begeleiding Een ergotherapeut adviseert mensen over hulpmiddelen of aanpassingen aan de woning die maken dat ze langer thuis kunnen blijven wonen. “Vaak komt het ergotherapeutisch advies er op vraag van een maatschappelijk werker, ziekenhuis of stappen mensen gewoon rechtstreeks naar ons. De ergotherapeut bekijkt wat de knelpuntenzones zijn. Het meest voorkomend probleem is de badkamer. Mensen
beeldkeuze: Luc Loosveldl
kunnen niet meer of moeilijk over het opstapje van de douche en in bad zitten lukt al helemaal niet meer”, gaat Marleen verder,
op basis van onze ervaring kunnen we de beperkingen inschatten en een oplossing bieden.” “
Aan elke woningaanpassing gaat een grondige voorbereiding en screening vooraf. Daarbij wordt rekening gehouden met de individuele situatie van de zorgbehoevende of oudere, met de beschikbare hulpmiddelen en met de bouwkundige mogelijkheden van de woning.
Inloopdouche in de wasplaats Yvonne uit Vrasene stapte naar CM. Haar man Willy kon ondanks de thuisverpleging zichzelf niet meer wassen in hun bad of douchecabine. “De thuisverpleging waste Willy al een tijdje aan de lavabo. Maar ik wilde dit niet. Een mens moet zich toch deftig kunnen wassen. Persoonlijke hygiëne is zeer belangrijk. De thuisverpleging vertelde me dat een inloopdouche met een stoel op wielen ideaal zou zijn om hem volledig en comfortabel te wassen. Ergotherapeut Ilse heeft me raad gegeven over hoe we dit konden realiseren.” Ilse: “Het was al snel duidelijk dat de huidige badkamer geen oplossing bood om de inloopdouche te plaatsen. Er was een wasplaats beschikbaar waar we deze ingreep konden doorvoeren. Door alleen al de wasmachine en droogkast op elkaar te plaatsen kregen we meer ruimte. De voorkeur gaat steeds uit naar een zo groot mogelijke douche. Dat is heel belangrijk omdat de zorgbehoevende zichzelf vaak niet meer kan wassen en er dus hulp moet zijn in de ruimte. Er moet ook een stoel kunnen geplaatst worden. Vaak is dat er één op wielen, vandaar dat we ook rekening moeten houden met de ‘draaicirkel’. Bovendien is het bij een inloop-
O U D E R E N Z O R G
DO S S I E R
13
Seniorvriendelijke aannemers gezocht douche heel belangrijk dat alles vlak is en een beetje afhellend naar een gootje, zodat het water weg kan.” “Ik ben zeer blij met het resultaat”, gaat Yvonne verder, “het was zeker niet evident. Maar dankzij de raad van Ilse en de goede samenwerking met de vaklui, zijn we tot een mooie en zeer praktische oplossing gekomen. Het is een verademing voor mij, de thuisverpleging, maar vooral voor mijn man. Willy geniet nu dagelijks van zijn douche, het ontspant hem volledig. Het was geen gemakkelijke klus en het was ook zoeken om de kosten zo laag mogelijk te houden. Maar het weegt niet op tegen het comfort dat we nu hebben.”
weten waar ze moeten op letten en geven een faire prijs. Bij deze aannemers staan wij een beetje borg dat de werken correct zullen uitgevoerd worden. Onze portfolio bevat aannemers uit heel de regio Waas en Dender. Want het is belangrijk voor onze leden dat zij iemand uit de buurt over de vloer krijgen. Onze portfolio mag zeker nog uitgebreid worden, daarom zijn we vragende partij voor nog meer contacten met aannemers. Wij kunnen hen de nodig kennis geven om seniorvriendelijk te verbouwen.”
Kredietverstrekking via de Woonbalans
Verbouwen kost geld en soms is dat geld niet zo maar beschikbaar. “Veel mensen Seniorvriendelijk verbouwen zien de noodzaak van de verbouwing wel in, maar haken af omdat zij dit niet kunnen Bij Yvonne en Willy gebeurden de noodzakebetalen. De Woonbalans kan hierbij helpen Mevrouw De Smet lijke aanpassingen aan hun woning om hun (74 jaar) getuigt. met een kredietverstrekking. Mensen kunleven draaglijker te maken. Vele ouderen Vorig jaar kreeg ik toch wat nen tot 10 000 euro lenen aan een voordelige problemen om de trap op en stellen dit uit. af te gaan. Ook de kinderen rente. Het is eigenlijk net als een lening bij vonden het niet meer veilig. Spijtig genoeg was er beneden niet genoeg plaats Met dat verschil dat ouderen bij de bank. “ Meer informatie om een bed te plaatsen. En een grote verbouwing, daar had niemand zin in. de bank geen lening meer krijgen omdat CVBA-soze DE WOONBALANS Ondernemingsnummer: BE0849242621 De ergotherapeut stelde dan voor om een traplift te een kwetsbare groep zijn. Bij ons kunnen ze plaatsen. Dat leek ons inderdaad een goede oplosde Castrodreef 3 9100 Sint-Niklaas sing. Maar hoe begin je daaraan? ‘De Woonbalans’ terugbetalen over een beperkte periode. Op tel. 03 760 93 14 hielp ons met raad en daad. Ze kwamen ter plaatse dieIk kreeg manier kunnen ze de
[email protected] kosten spreiden”, kijken welke mogelijkheden er waren. hulp om de offertes te vragen. Toen de voorstellen Bovendien is een aannemer Marleen verder, “het is een zeer goede binnen waren, bekeken we samen gaat wat ‘de beste koop’ was. vaak niet op de hoogte van de specifieke oplossing om het noodzakelijke comfort te 7 500 euro zou alles aangepast en afgewerkt vereisten die nodig zijn voor eenVoor seniorkunnen kunnen worden, zodat ik weer veilig boven zou realiseren. Alleen zijn veel ouderen geraken. Alleen … ik had echt geen zin om mijn vriendelijke verbouwing”, gaat Marleen nog laatste spaarcent daaraan te besteden. heel terughoudend want ‘lenen’ op hun verder, “naast ons ergotherapeutisch advies leeftijd schrikt enorm af. Nochtans is dit En de kinderen wilde ik er liever niet mee lastigvallen. aangelegd Toen kwam er dus het voorstel van de Woonhebben wij intussen een portfolio geen lening, maar een afbetaling. Het maakt balans voor een voordelig krediet. Snel daarna werd de Op lift geïnstalleerd. In het begin kreeg ik wat met ‘seniorvriendelijke aannemers’. basis het leven van de ouderen zoveel comfortaEen project dat ondersteund wordt door het hulp, want het is toch wat wennen. innovatiefonds van de Christelijke Mutualiteit. En nu? Ik ben blij dat ik weer op eigen kracht naar van onze contacten kunnen wij een aantal beler zodat ze langer thuis kunnen blijven de slaapkamer kan op een veilige manier. vaklui aanbevelen die volgens ons notie wonen. Geef toe, wie wil zich nu dagelijks Elke maand betaal ik 136,25 euro, gedurende 5 jaar. Dat kanZe nog wel net van mijn pensioentje af. hebben van aangepast verbouwen. zijn wassen aan een kleine lavabo terwijl de niet per se goedkoper dan de rest, maar ze oplossing dicht bij de hand ligt?”
Ben je als aannemer geïnteresseerd in seniorvriendelijk werken? Stuur dan je gegevens naar
[email protected]. Wij nemen dan contact met je op. CM kan instaan voor de kennis over aangepast wonen.
Meer informatie Wie meer informatie wil over de Woonbalans kan contact opnemen met de dienst thuiszorg op tel. 03 760 93 14 of
[email protected].
De Woonbalans Langer thuis blijven wonen
Ze weten vaak niet bij wie ze terecht kunnen om de werken uit te voeren.
Van a tot z: advies, begeleiding van werkzaamheden en kredietverstrekking
Verantw. uitg.: Kris Beeckman, de Castrodreef 1, 9100 Sint-Niklaas 201403114
201403114 Thuiszorg WOONBALANS folder.indd 1
09-04-2014 10:22:17
Leonard Cohen viert zijn 80ste verjaardag met een nieuw album, de 85-jarige Belgische atlete Rachel Hanssens breekt vier wereldrecords … De ouderen van vandaag zijn niet meer de ouderen van vijftig jaar geleden. Ze zijn actief en ondernemend. Velen passen dan ook niet in het negatieve stereotype beeld dat van hen wordt geschetst. Oude mensen zijn niet allemaal traag, ouderwets, eenzaam of hulpbehoevend. En aan de andere kant zitten ze er niet allemaal warmpjes in.
© elpedro.fr
Over en ou(t)d? ltekst: Ellen Colle
14
Professor Baldwin Van Gorp, Instituut voor Mediastudies KULeuven, bracht in opdracht van de Koning Boudewijnstichting de beeldvorming over het ouder worden in kaart. Hij onderwierp uiteenlopende mediaproducten zoals krantenartikels, reclamecampagnes en websites aan een framinganalyse.
Methode van ‘framing’-onderzoek “In de journalistiek bestaat de idee dat het mogelijk is om een objectieve weergave van de werkelijkheid te geven”, vertelt prof. Van Gorp, “dat er maar één juiste manier is om onderwerpen te brengen, namelijk de objectieve. Bij framing gaat men ervan uit dat dit gewoonweg niet kan. Want elk onderwerp kan je vanuit verschillende perspectieven of frames bekijken. Het frame is de bril waarmee je naar iets kijkt. Vanuit welk perspectief je een persoon of een gebeurtenis benadert, gebeurt meestal subtiel of onbewust. Maar het zorgt er wel voor dat er een ongenuanceerd beeld ontstaat. Sommige aspecten blijven onderbelicht en andere worden extra benadrukt. Een frame kan dus negatief of positief zijn. Framinganalyse is een manier om stereotyperingen bloot te leggen.”
Meer informatie Wens je meer te weten over de beeldvorming en communicatie over het ouder worden? Surf dan naar www.kbs-frb.be, je kan er de studie van professor Baldwin Van Gorp, Van ‘over en oud’ tot het ‘zilveren goud’, gratis downloaden.
beeldkeuze: Luc Loosveldl
Ouder worden: wat is het probleem? “In de media heeft men de neiging om de dingen te problematiseren. Onderwerpen worden als een ‘probleem’ gedefinieerd om er aandacht voor te krijgen”, gaat prof. Van Gorp verder, “zo ook wordt ‘dé oudere’ of ‘hét ouder worden’ voorgesteld en beschreven als een probleem. Je kan vijf problematiserende frames onderscheiden: afnemend nut, het onschuldige slachtoffer, generatieconflict, ouderdom als ongeneeslijke ziekte en als laatste frame angst voor verlies aan autonomie en aftakeling. Maar tegenover elk problematiserend frame staat een counterframe. Dit zijn de perspectieven die ouder worden op hun beurt deproblematiseren of positiever benaderen. Je hebt het zilveren goud, de held/de reddende engel, solidariteit, ouderdom als natuurlijk proces, eeuwige jeugd en tenslotte persoonlijke ontplooiing. Op die manier kom je tot 11 verschillende manieren om over ouderen te praten. De boodschap is om de verschillende invalshoeken te combineren. Waardoor je een breder, realistischer, genuanceerder beeld krijgt van ‘ouder worden’ of de ‘oudere’.”
Van afnemend nut tot zilveren goud “In het frame ‘afnemend nut’ wordt er in typische economische kosten-baten gedacht”, verduidelijkt prof. Van Gorp, “een oudere zorgt in de samenleving enkel nog voor extra kosten, er zijn geen baten. De doemscenario’s over de vergrijzing en de betaalbaarheid van de pensioenen horen in dit perspectief thuis. Maar ‘zilveren goud’ draait dit beeld om en bekijkt senioren net als een bron van kennis en ervaring. Een bekend stereotype dat hierbij hoort, is dat van de oude, wijze man. In een bedrijfscontext kunnen de
O U D E R E N Z O R G
oudere werknemers fungeren als coach voor de jongere. Ander voorbeeld voor dit ‘zilveren goud’ zijn de oma’s en opa’s die op de kleinkinderen passen, zodat de ouders actief kunnen zijn en niet deeltijds hoeven te gaan werken. Een ander frame dat senioren in de samenleving problematiseert, is ‘het onschuldige slachtoffer’: senioren zijn naïef, zwak, verstrooid en daarom moeten we hen betuttelen. Door hun gebrek aan mentale en fysieke scherpte zijn ze gemakkelijke slachtoffers voor mensen met slechte bedoelingen. De ‘held’ vormt het valabele alternatief voor het slachtoffer. Een ander alternatief beeld is de ‘reddende engel’. Bij dit frame kan de nadruk liggen op de bijzondere prestaties van ouderen. Zo heb je de bejaarde van 80 jaar die de buurvrouw gezelschap houdt of de oma die strijkt voor de kinderen.
Gevolgen van negatieve beeldvorming
Dit ongenuanceerde beeld van ouderen heeft wel degelijk negatieve gevolgen. “In de eerste plaats ligt het aan de basis van leeftijdsdiscriminatie”, vertelt prof.
Van Gorp, “bij racisme en seksisme is er maatschappelijk een groter bewustzijn. Deze vormen van discriminatie kunnen rekenen op publieke afkeuring. Bij leeftijdsdiscriminatie is de publieke afkeuring minder groot of zelfs afwezig. Dit heeft tot gevolg dat in de meeste gevallen discriminerende stereotypen ten aanzien van ouderen gewoon openlijk geuit worden.” Bijkomend gevolg is dat het gedrag ten aanzien van senioren zo ook beïnvloed wordt. Studies tonen aan dat de manier waarop ouderen behandeld worden op automatismen berust die aangestuurd worden vanuit stereotiepe denkbeelden. Denk maar aan de professionele hulpverleners die ouderen vaak als slachtoffer benaderen. ‘Hildaake je moet je pilletje nog nemen’ of ‘Zorg dat je boterhammetjes op zijn hé als ik terugkom’. “De ongunstige beeldvorming staat nog iets in de weg”, besluit prof. Van Gorp, “namelijk het tijdig bespreekbaar maken van thema’s die met ouder worden verband houden. De dominante beeldvorming werkt stigma’s rond ouder worden in de hand. Bepaalde thema’s zoals de dood worden taboeonderwerpen. Toch kan je pas gelukkig ouder worden als je alles wat erbij komt kijken, zowel in negatieve zin als in positieve zin, bespreekbaar maakt.”
Prof. Baldwin Van Gorp
DOSSIER
Maar, wie zijn nu die de ouderen? Het is niet eenvoudig om het begrip ‘ouderen’ te definiëren. Er is dan ook geen afgelijnde definitie. Want vanaf welke leeftijd ben je oud? Sommige mensen zijn oud op de leeftijd van 30, andere zijn levenslustig en productief op 75-jarige leeftijd.
In zekere zin is zelfs de leeftijd een stereotiep kenmerk van ouderen.
“
Want bijna een kwart van de bevolking wordt immers onder de noemer ‘ouderen’ geschaard”, vertelt prof. Van Gorp, “een man van 60 jaar die in zijn beroepsleven nog vijf jaar voor de boeg heeft, valt in dezelfde maatschappelijke categorie als zijn moeder van 82. De groep ouderen vormt met andere woorden een zodanig heterogeen samengestelde bevolkingsgroep dat ze geen enkel kenmerk gemeenschappelijk hebben en het dus bijna onzinnig is om over ‘de ouderen’ te spreken. De meeste 56-jarigen zullen zichzelf niet tot de groep ouderen rekenen. Het zijn de buitenstaanders die hen in die categorie duwen. Wil je een genuanceerd beeld brengen dan moet je ‘de oudere’ zelf aan het woord laten elk met hun eigen kenmerken en bekommernissen.”
15
DOSSIER
O U D E R E N Z O R G
Kommer en kwel, dat is het beeld dat vaak in de media verschijnt als over ouderdom gaat. Maar dat beeld komt helemaal niet overeen met de werkelijkheid. Integendeel, oudere mensen voelen zich net het gelukkigst van alle leeftijdscategorieën. Nadenken hoe je deze latere levensjaren wil organiseren is de boodschap. Zo zorg je zelf voor een positieve invulling van je laatste levensjaren.
Tijd om plannen te maken ltekst: Ellen Colle
“Het welzijn en de gevoelens van eigenwaarde bij ouderen nemen niet af in de loop van de jaren. Op basis van onderzoek naar het geluk van 4 500 Belgen blijkt dat de groep van 66 tot 75 jaar het meeste geluk ervaart. Daarna neemt het geluk weer wat af”, zegt prof. Van Gorp, “maar het geluksniveau ligt dan nog steeds hoger dan bij 18- tot 25-jarigen en opmerkelijk hoger dan bijvoorbeeld 46- tot 55-jarigen.
16
De verklaring is niet te zoeken in de leeftijd. Het heeft vooral te maken met hoe de beschikbare tijdshorizon ervaren wordt. Het blijkt dat mensen die hun tijdshorizon ingekort zien, bijvoorbeeld door een levensbedreigende ziekte, op dezelfde manier in het leven staan als ouderen. De prioriteiten wijzigen, men geeft de voorkeur aan het uitdiepen van bestaande relaties en men wil ervaringen opdoen op vlakken waarmee men al vertrouwd is en die de meeste voldoening schenken. Mensen die de idee hebben alle tijd van de wereld te hebben, zouden zich meer op langetermijndoelen richten, ook als daar negatieve gevoelens en stress mee gepaard gaan. Vandaar dat oudere mensen zich gelukkiger voelen.”
Vroeger nadenken over later De campagne ‘Vroeger nadenken over later’ van de Koning Boudewijnstichting heeft als doel mensen te motiveren om ‘hun oude dag’ te plannen. Door te zorgen voor een tijdige planning kan je latere problemen en frustraties voorkomen. In familieverband kan het bijvoorbeeld gaan over de stap zetten naar een rusthuis of het treffen van regelingen voor een erfenis. Op www.maakplannen.be kan je de gratis brochure ‘Tijdig plannen voor later. Concrete tips’ downloaden. De tips kunnen je helpen om na te denken over deze nieuwe fase in je leven en plannen te maken voor de jaren die gaan komen. Zes thema’s komen hierbij aan bod: huisvesting, loopbaanplanning, gezondheid, vrijetijdsbesteding, financiën en nadenken over het levenseinde. Je kan er ook een doos met thematische kaartjes bestellen. Dit is een ludieke tool die inspireert tot het stellen van de juiste vragen wanneer het gaat over het plannen van de latere levensjaren.
beeldkeuze: Luc Loosveldl
Een nieuw hoofdstuk Als grootste ouderenbeweging in Vlaanderen is OKRA ook partner in maken van plannen. In het najaar organiseert OKRA Waas en Dender een vormingstraject met vijf gratis infomomenten. Alle infomomenten vinden plaats in Sint-Niklaas, de raadzaal CM Waas en Dender, de Castrodreef 2. Iedereen is welkom. De vorming is modulair, dit wil zeggen dat je de volledige reeks kan volgen of dat je die sessie(s) kiest die je interesseert. Info en inschrijven via 03 760 38 66 of
[email protected]. Inschrijven kan uiterlijk 1 week voor het infomoment. • Thuiszorgmogelijkheden Maandag 6 oktober, 14 uur Maak kennis met de diverse diensten en voorzieningen die actief zijn in de thuiszorg. • Waarop heb ik recht? Sociale voordelen en tegemoetkomingen Donderdag 23 oktober, 19 uur De dienst maatschappelijk werk van CM geeft advies over hoe de financiële last van de thuiszorg draaglijk te maken. • Antwoorden op financiële bekommernissen Woensdag 5 november, 19 uur Verkoop je je huis of verhuur je het? Wat als je het woonzorgcentrum niet meer kan betalen? Geef je een volmacht als je niet meer in staat bent om je eigen rekening te beheren? • Wonen in een woonzorgcentrum? Wat je best weet. Maandag 17 november, 14 uur Wat zijn de rechten en plichten van een bewoner van een woon-zorgcentrum? Hoe wordt de dagprijs bepaald? • Waardig levenseinde Maandag 1 december, 19 uur Hoe geef je je wensen rond je levenseinde vorm? Wat voorziet de euthanasiewet rond het levensbeëindigen op verzoek? Meer info: www.okra.be www.maakplannen.be