G R A N D
T O U R
E R V E N C O N S U L E N T 28 november 2013
Boerenerven en landschap zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het erf vertelt het verhaal van het landschap en de ontwikkeling in de tijd. Het Utrechts landschap kent een rijke en gewaardeerde diversiteit die met de huidige ontwikkelingen, zoals schaalvergroting en herbestemming, onder druk staat. Ruimtelijke kwaliteit staat binnen de Provincie Utrecht hoog op de agenda. Binnen het Ruimtelijk Actie Programma (RAP) van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie is het ‘landelijk gebied met kwaliteit’ als één van de drie pijlers benoemd. In het kader van RAP2 heeft Landschap Erfgoed Utrecht (LEU) de opdracht gekregen om in samenwerking met Welstand en Monumenten Midden Nederland (WELMON) het ervenconsulentschap provincie-breed op te zetten. De ervenconsulent adviseert initiatiefnemer (particulier, adviseur of instelling) en gemeente bij ontwikkelingen in het landelijk gebied. Met als doel de ontwikkelingen samen te laten gaan met een kwaliteitsimpuls voor het landelijk gebied.
Studiemiddag ‘Grand Tour’
In juni 2013 is het ervenconsulentschap van start gegaan. De opgaven zijn divers en dát vraagt om advies op maat. Tijdens het keukentafelgesprek wordt het landschap en de opgave vanuit meerdere perspektieven bekeken. De ervenconsulent streeft naar een harmonie tussen toen, nu en de toekomst, waarbij de ruimtelijke kwaliteit centraal staat.
Om u kennis te laten maken met de werkwijze en de veelzijdigheid van de ervenconsulent is op 28 november een ‘Grand Tour’ door het Utrechtse landschap georganiseerd. Van oudsher is een Grand Tour een ultieme ontdekkingsreis voor creatieve ontwikkeling en persoonlijke groei. Deze Utrechtse tour leidt u door de vele landschappen die Utrecht rijk is en brengen actuele thema’s in het landelijk gebied in beeld.
IN H O UD
ER VENCONS UL E N TS C H A P 2
Aanleiding
Ervenconsulentschap Inhoud Verslag opening VERSLAG blok I VERSLAG blok II VERSLAG blok II Samenvatting Grand Tour Colofon
2 3 4 14 22 24 26 28
Met een zorgvuldig samengestelde gezelschap van boeren, bestuurders, beleidsmakers, adviseurs, landschapscoordinatoren en initiatiefnemers worden de thema’s ‘verruimen van het agrarisch bouwblok’ en ‘Ruimte-voor-Ruimte Regeling’ vanuit een ander perspectief benadert waardoor kennis en ervaringen worden uitgewisseld met gezamenlijk doel te bouwen aan de ruimtelijke kwaliteit. Terwijl de oldtimer dubbeldekkerbus zich door het Utrechtse landschap manovreerde werden er korte presentaties gegeven en in kleine groepjes aan de opdrachten gewerkt. Tussen gemeenten onderling werd er veel gedisuceerd en informatie uitgewisseld. Door de aanwezigheid van collagaervenconsulenten van de buurprovincies had deze middag ook een landelijk kennisuitwisseling. Deze rapportage verbeeldt de weergave van de middag.
3
VE RS L A G O P E N IN G 4
12.00 uur 12.20 uur 12.30 uur 12.45 uur 13.00 uur 13.15 uur 13.45 uur 14.20 uur 14.50 uur 15.00 uur 15.30 uur 17.00 uur 17.30 uur 18.00 uur
Ontvangst met koffie en een broodje
Welkom door Arien Heering, senior adviseur landgoederen en erven LEU Opening van de middag door Frans ter Maten, directeur LEU Uitreiking van de eerste brochure van het ervenconsulentschap aan Bart Krol, gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling en Landelijk Gebied provincie Utrecht
Introductie door de dagvoorzitter Onno van Eijk, senior projectleider Natuur en Milieu Blok I in de bus; verruiming agrarisch bouwblok Toelichting door Kees de Leeuw tijdens rondrit De Utrechtse Waarden Presentatie Pieter Veen, Vista Blok II Ruimte voor Ruimte Pauze met soep in de Watertoren Werkhoven
Toelichting door Walter Jaaltink tijdens rondrit Kromme Rijngebied
Met Ingeborg Thoral nemen we de dag door en nemen we een doorkijk naar de toekomst
adviseur ruimtelijke kwaliteit provincie Utrecht, Afronden met een borrel
Einde van het programma
Welkom door Arien Heering
De deelnemers worden hartelijk welkom geheten door Arien Heering, senior adviseur landgoederen en erven bij Landschap Erfgoed Utrecht (LEU). Heering is vanuit LEU betrokken geweest bij de totstandkoming van het ervenconsulentschap in de Provincie Utrecht. Binnen het Ruimtelijk Actie Programma (RAP) is het oprichten van het ervenconsulentschap één van de projecten. Door te spreken met partijen zoals Het Oversticht en het Gelders Genootschap, pilots te doorlopen in onder meer de Kromme Rijnstreek en Lopik is uiteindelijk gekomen tot de oprichting van het ervenconsulentschap in de zomer van 2013. De provincie Utrecht heeft opdracht gegeven om het ervenconsulentschap invulling te geven. Leu is een samenwerkingsverband met Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) aangegaan, die al enige tijd ervaringen had met een consulentschap in de gemeente Lopik. Het ervenconsulentschap levert niet alleen een product af, maar staat ook voor een werkwijze en proces. Dat willen we jullie graag vandaag presenteren. Heering introduceert de beide ervenconsulenten die samen het rode en groene onderdeel van de erven omvatten. Jolanda van Looij als landschapsarchitecte en Rob Hendriks als architect.
5
Opening van de middag door Frans ter Maten
De middag wordt kort doorgesproken door Frans ter Maten, directeur van Landschap Erfgoed Utrecht. ‘U gaat straks op pad om ter plaatse te bespreken wat het ervenconsulentschap (kan) betekenen’, aldus Ter Maten, ‘waarbij de harmonie wordt gezocht tussen toen, nu en de toekomst.’ Bij de deelnemers is ook veel kennis en ervaring aanwezig en Ter Maten hoopt dat deze ook zal bijdragen aan de middag. Ter Maten bedankt, voordat hij de brochure aan Bart Krol overhandigd, Fenna van Tol, Provincie Utrecht, voor haar rol als initiator voor het ervenconsulentschap. Bart Krol wordt door Ter Maten stimulator genoemd van het veranderingsproces waarin de overheid de burgers meer faciliteert in haar eigen keuzen en om eigen initiatieven te verwezenlijken. Het ervenconsulentschap is één van deze faciliteiten, waarbij de burger wordt aangezet van consument naar producten van zijn leefomgeving. Vervolgens krijgt Bart Krol de brochure overhandigd door Ter Maten.
6
Uitreiking eerste brochure aan Bart Krol
Na het aannemen van de brochure neemt Bart Krol kort het woord. Met een zelfbenoemd chauvinistische blik omschrijft Krol de Provincie Utrecht als prachtig en door om je heen te kijken mag je als inwoner van de provincie jezelf gelukkig prijzen. ‘Waar je ook uit het raam kijkt, zie je hoe onze landschappen erbij liggen en hoe deze de moeite waard zijn. Vergelijk je dit met andere plekken, dan bedenk je wat ruimtelijke kwaliteit is’, volgens Krol. Wel verandert de landbouw, het gebruik veranderd en hoe gaan we hiermee om? Nu krijgt de burger veel vrijheden en de werkwijze door de overheid vanuit de ivoren toren is echt voorbij. Krol gaat verder met ‘De opdracht die nu bij jullie [de deelnemers van de dag, red.] ligt, is om de inwoners te helpen en te faciliteren om deze ruimtelijke kwaliteit te verrijken’. Krol verwijst naar voorbeelden waarbij de regels worden opgerekt om nieuwe plannen wel te doen slagen. LEU is volgens Krol de uitgelezen partner om dit proces te begeleiden, want LEU is onafhankelijk omdat ze geen provinciale of gemeentelijke overheid zijn én geen andere partij dan LEU bezit zoveel kennis en ervaring in dit veld. Krol wenst de deelnemers een inspirerende middag toe.
7
Introductie dagvoorzitter Onno van Eijk
Van Eijk introduceert zichzelf als de man met waarschijnlijk het minste verstand van landschappelijke of ruimtelijke kwaliteit. Hij is gevraagd om deze dag te begeleiden, omdat het hier over en-en gaat. Het aan elkaar koppelen van verschillende belangen om vooruit te komen. Het werkveld van Van Eijk is het Nieuwe Veehouden, waarbij deze en-en benadering centraal staat. Bij het begin van plannen voor nieuwbouw, verbouw, renovatie, enzovoort al nadenken over welke belangen er spelen die je moet meenemen in je planvorming. Van Eijk omschrijft de middag als een werkreis. En toer waarin wij samen praten, kennis delen en de omgeving bekijken en beleven. Hij geeft de deelnemers mee om opzoek te gaan naar wat en - en kan opleveren voor de ruimtelijke kwaliteit en de andere belangen. Ook is zijn wens dat iedere deelnemer minimaal vier nieuwe mensen ontmoet en hun bijdrage leert kennen. Na een dynamische kennismaking gaan alle deelnemers richting de bus.
8
9
GRAND T O U R
langzaam
Na het officiële gedeelte in de Hofstede de Nieuwe Ham te Haarzuilens vertrekt de dubbeldekker bus vanaf de parkeerplaats aan de Thematerweg richting de Blindenweg in gemeente Montfoort. Na een kleine omweg wordt via de M.A. Reinaldaweg (N204) het ontginningslint Blokland ingeslagen. Hier stappen nog twee deelnemers in de bus om de toelichting van lanschapscoördinator Kees te Leeuw (i.s.m. landschapscoordinator KlaasHemke van Meekeren) bij te wonen. Na de toelichting van Kees is terug op de N-weg het spanningsveld tussen het verruimen van het agrarisch bouwblok en de wijdsheid van de Utrechtse Waarden herkenbaar. Gedurende de reis via het lint naar Lopikerkapel richting de Kromme Rijnstreek geeft Pieter Veen een presentatie over de Windstreekstal en Kwatrijnstal. Na het sluis bij wordt het blok II over der geïntroduceerd. Hierin staat uitwisseling en discussie over de Ruimte-voor-Ruimte Regeling centraal. Na de korte stop bij de Watertoren Werkhoven geeft landschapscoordinator Walter Jaarlink een toelichting op de ontwikkelingen in rondje via Watertorenweg en de Hollendewagenweg. Het is een dynamisch gebied waar alle type ontwikkelingen samen komen. Na deze toelichting keert de bus via een Odijk weer terug naar de Hofstede Nieuwe Ham aan de Joostenlaan. Terwijl de avond valt, worden de discussie en uitwisselingsopdrachten in de bus voort gezet.
even stilstaan bij boerderij
niet te snel
he
za
ng
la el
am
en
rijd
PAUZE, daarna langzaam het rondje maken
k
flin
langzaam
10
n
de
rrij
o do
flin
kd
oo
rrij
de
n
11
Blok 1: Uitbreiding agrarisch Bouwblok A: Welke belangen breng je op tafel ? Belangen van de Boer
Belangen van de burger Belangen van het landschap
Belangen van het milieu
De ervenconsulent ziet de ruimtelijke kwaliteit niet als tegenhanger, maar als verbindende factor van de ontwikkeling. De meerwaarde van de ervenconsulent is dat deze juist in de beginfase van het planproces de uitgangspunten formuleert, in plaats van achteraf het plan beoordeeld en toetst. Omdat landschap, cultuurhistorie, architectuur en welstand integraal in het advies worden opgenomen, dan het vervolgtraject kan hierdoor gestroomlijnd verlopen.
B: Welke voorbeelden van en-‐en-‐en oplossingen neem je mee uit de voorbeelden?
In het onafhankelijke advies van de ervenconsulent is het belang van de ruimtelijke kwaliteit leidend, in plaats van het belang van de gemeente of het belang van de initatiefnemer. Hierdoor er een plan kan ontstaan dat het belang van de gemeente EN van de initiatiefnemer behartigt EN de kwaliteitsimpuls voor het landschap waarborgt.
C: Welke en-‐en-‐en oplossingen verbinden de belangen die jullie hebben samengebracht: • • •
Schema regulier planproces uit het excursieboek
Schema werkwijze ervenconsulent uit het excursieboek
Ruimtelijke kwaliteit staat hoog in het vaandel bij de provincie en gemeente. Bij de boer is dit echter het laatste waar hij aan denkt. Het is de sluitpost in het proces, van iets wat ook nog moet. Daardoor is het lastig om de boer achteraf te motiveren voor om zijn plannen aan te passen ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit, begrijpelijk. Door de ruimtelijk kwaliteit in de beginfase van de planvorming in te zetten, wordt
12
Welke technische oplossingen? Welke landschappelijke oplossingen? Welke procesoplossingen?
figuur opgaven blok I uit het excursieboek
de ruimtelijke kwaliteit de verbindende factor in plaats van ‘een sausje achteraf’. Door te kijken vanuit verschillende perspectieven en de belangen en waarden te inventariseren voor de boer, burger, dier en landschap, voordat de ontwerpfase begint kan er naar integrale oplossingen gezocht worden waarin het landschap en het boerenbedrij weer duidelijk ruimtelijke relatie met elkaar hebben.
13
VE RS L A G B L O K I 14
In de bus: verruiming agrarisch bouwblok
Tijdens de busrit worden verschillende thema’s besproken. Als inleiding op het thema ‘Verruiming agrarisch bouwblok’ interviewt Van Eijk Jolanda van Looij, een van de twee ervenconsulenten. gedurende het gesprek haakt ook Rob Hendriks aan, de tweede ervenconsulent. In dit interview wordt duidelijk dat het verruimen van het agrarisch bouwblok een actueel thema is. Om economisch perspectief te bieden aan agrariërs kunnen ze groeien tot een bouwperceel van maximaal anderhalf hectare. Wil je meer grond bebouwen, dan moet je iets extra terugdoen voor de landschappelijke kwaliteit. Hendriks benoemt de huidige situatie waarbij de boer al een eindconcept op tafel of zijn netvlies heeft, waarna vele regels en plichten nog moeten worden ingepast (zie schema regulier planproces uit het excursieboek). Pas aan het einde komt de ruimtelijke kwaliteit. ‘Met een ervenconsulent wordt juist bewerkstelligt dat alle kaders en belangen eerst in beeld worden gebracht, om vervolgens met de planvorming te beginnen’, vult Van Looij aan. Oftewel, eerst de belangen en dan de plannen (zie schema werkwijze ervenconsulent uit excursieboek) Van Eijk geeft de deelnemers de opdracht om gezamenlijk alle belangen te benoemen die moeten worden meegenomen bij het begin van dit ontwikkelproces (zie figuur opgaven blok I uit het excursieboek).
Toelichting door Kees de Leeuw tijdens rondrit De Utrechtse Waarden
De bustoer leidt door het gebied Blokland nabij Montfoort. Hier bespreekt Kees de Leeuw (Gemeente Lopik) de problematiek die hij en zijn collega Klaas-Hemke van Meekeren (gemeente Montfoort) tegenkomt als landschapscoördinator. Blokland is representatief voor de Utrechtse Waarden, waarbij de van oorsprong agrarische lintbebouwing is aangevuld met toevoegingen van burgerlijke aard [woonhuizen, red.]. De functie van landschapscoördinator is door LEU geïnitieerd om bij de burger en boer aandacht voor het landschap te laten groeien. Gedurende de rit door Blokland laat De Leeuw voorbeelden zien, waarbij nieuwbouw aan de linkerzijde van de weg mogelijk is geworden door afbraak aan de rechterzijde van de weg. Ook komen we bij voorbeelden langs waarbij een landschappelijke verrijking is toegevoegd ter compensatie van extra bouwblokken.
15
Presentatie Pieter Veen, Vista
Na De Leeuw geeft Pieter Veen een korte presentatie over twee nieuwe stalontwerpen waarbij hij vanuit Vista Landschapsarchitecten is betrokken. In het programmaboekje die de deelnemers hebben ontvangen zijn beide stalontwerpen toegelicht. Veen bespreekt twee prototypen, de windstreekstal en kwatrijnstal. Beide ontwerpen hebben tot doel om de belangen van de boer, het dier, het landschap en de verschillende wettelijke eisen samen te brengen in één ontwerp. De windstreekstal is in de conceptfase ondersteund vanuit het Ministerie van Landbouw en specifiek ontworpen voor het houden van vleeskuikens. Meer informatie vindt u op www.windstreek.org De kwatrijnstal is een melkveestal met een open karakter. Het innovatieproject is afgerond en nu wordt er gewerkt aan een eerste pilotproject waarbij de stal wordt gebouwd en gezocht wordt naar een commercieel haalbaar plan. Belangrijk in beide ontwerpen is de interactie tussen het gebouw en de natuurlijke elementen.
16
17
Van Eijk rond na het verhaal van Pieter Veen de sessie af met de vraag waar de verschillende discussietafels op zijn uitgekomen. De deelnemers waren tot de conclusie gekomen dat hier vooral het proces en de werkwijze centraal staan, dat alleen met maatwerk kan worden uitgevoerd. Waarbij de ervenconsulent als bindende factor wel als de oplossing werd gezien.
18
19
Blok 2: Ruimte voor Ruimte
In de reguliere planvorming van de ruimte-voor-ruimte is een enkelvoudig belang. De initiatiefnemer wil in ruil voor de sloop van vrijkomende agrarische bebouwing een woning bouwen. Om daarvoor in aanmerking te komen moet er aan de kwantiatieve eisen voldaan worden.
A: Hoe halen partijen meer uit “Ruimte voor Ruimte”? Welke voorbeelden spreken je aan?
B: welke belangen voeg je toe om de puzzel groter te maken ? En welke oplossingen levert dat op?
In sommige gebieden in Utrecht zijn er veel boerenerven die door hun beperkte schaalvergroting net niet voldoen aan de kwantitatieve eisen voor de ruimte-voorruimte. Hierdoor zullen de initiatieven niet achterwege blijven maar de kans op oneigenlijk gebruik in de hand werken. De energie in het landschap kan omslaan naar kwajongens kattekwaad.
C: Welke rol kunnen de verschillende partijen op deze manier spelen in het versterken van de kwaliteit van ons landschap? Wat is de bijdrage van de ervenconsulent daarin?
Door het enkelvoudig belang te koppelen aan een publiek belang kan de ruimtelijke kwaliteit een verbindende factor zijn. Door het samenbrengen van initiatieven wordt er een meervoudig belang gecreëerd en onstaan er nieuwe netwerken en structuren. Hiervan is de kettingtransplantatie een voorbeeld.
Schema planproces uit het excursieboek
20
kettingtransplantatie als voorbeeld van een meervouwdig belang uit het excursieboek
figuur opgaven blok II uit het excursieboek
21
VE RS L A G B L O K II
Kadastrale Kaart d.d. woensdag 27-11-2013
22
In de bus: Ruimte voor Ruimte
De Ruimte-voor-Ruimte Regeling houdt in dat je in ruil voor sloop van 1.000 m2 vrijkomende agrarische gebouwen er één extra woning gebouwd mag worden. Hier moet wel een ruimtelijke kwaliteit worden bereikt en voor de boer ligt de grootste uitdaging bij het vasthouden aan één erf. Van Eijk vraagt aan Maarten Buruma, provincie Utrecht, of hij tevreden is met de Ruimte voor Ruimte regeling. ‘In het verleden leidde deze regeling wel tot de gewenste hoeveelheid sloop, maar het was niet altijd een verbetering dat wat ervoor terug kwam. De regeling werd vooral kwantitatief benaderd, niet kwalitatief of esthetisch voor de landschappelijke kwaliteit.’ De wens ligt om meer gericht te werken op de ruimtelijke kwaliteit dan op het bereiken van extra bebouwing. De stimulans om gericht te werken naar landschappelijke kwaliteit ligt bij de gemeenten. Van Eijk geeft met deze zin de deelnemers de opdracht mee hoe hun gemeente de regeling heeft ingevoerd en toegepast en hoe we deze kunnen verbeteren.
Kadastrale Kaart d.d. woensdag 27-11-2013
Toelichting Walter Jaaltink tijdens rondrit Kromme Rijngebied
8001 8001 8001 8001
WHV00F 50
8001 8001 8001 8001
WHV00F 50
WHV00F 51
WHV00F 51
WHV00F 277
WHV00F 277
WHV00F 219
WHV00F 219
666 666
6a 6a 6a 6a 6a 6a
WHV00F 275
WHV00F 275
666bbb 666bbb
WHV00F 276
WHV00F 276
Schaal ca. 1 : 1000 50m Aan deze afbeelding kunnen geen rechten worden ontleend.
Schaal ca. 1 : 1000 50m Aan deze afbeelding kunnen geen rechten worden ontleend.
De busrit leidt de deelnemers door het Kromme Rijngebied bij Werkhoven, waar Walter Jaaltink, landschapscoördinator stuurgroep Kromme Rijngebied een toelichting geeft op de toepassing van de ruimte-voor-ruimte regeling in dit gebied. De deelnemers worden gewezen op een boerderij waarbij recente plannen een nieuwe schuur voorzien, gecombineerd met de verplaatsing van het kuilgras ver van de weg af, om de landschappelijke kwaliteit te verbeteren. Ook zien de deelnemers een voorbeeld uit de periode waar nog werd gekeken naar kwantiteit boven de kwaliteit. Jaaltink adviseert de deelnemers: ‘In de toekomst moeten we ook meer op detailniveau de kwaliteit blijven bewaken. Hier zijn in de afgelopen jaren veel details verloren gegaan die juist bijdroegen aan de landschappelijke kwaliteit.’
23
VE RS L A G B L O K II
Met Ingeborg Thoral nemen we de dag door en een doorkijk naar de toekomst Van Eijk vat de bustoer kort samen, nadat de deelnemers zijn teruggekeerd bij Hofstede De Nieuwe Ham. Ook verwijst hij naar de subsidieregeling Erfscan van het Programmabureau Utrecht West. Hiermee kan een adviseur worden aangetrokken die mee zoekt naar oplossingen om ruimte te creëren op het beschikbare erf. Linda van der Weijden legt dit programma kort toe, en verwijst naar website;
http://www.utrecht-west.com/Subsidies/Regelingen/Regeling+erfscans/default.aspx
Van Eijk vraagt vervolgens aan alle deelnemers wat is opgevallen en bijgebleven bij het eerste blok, verruiming van het agrarisch bouwblok. Gezamenlijk wordt de conclusie getrokken dat als je aan tafel zit met alle partijen, er veel kan. En dat iedereen naar het verhaal van de ander moet luisteren, voordat de plannen worden gemaakt. Dan worden de bezwaren ook begrepen. Ook wordt door een deelnemer verwezen naar de barrières om gezamenlijk aan tafel te komen. Wie neemt feitelijk het initiatief om alle partijen aan de tafel uit te nodigen? Uit de zaal wordt aangegeven dat de boer wel de starter is in de planvorming, maar de gemeente het eerste loket is waar hij dan terecht komt. Waardoor het toch echt de gemeente is die dit proces in gang moet zetten. Dus het omgevingsloket als startpunt, en de ervenconsulent als vervolg stap, aldus de zaal. En mogelijk ook LTO, de organisatie waar vele boeren ook beginnen met hun plannen en ideeën. Uiteindelijk zijn deze drie partijen die vaker met dit bijltje hakken, terwijl de boer hier hoogstens twee keer in zijn leven mee te maken heeft.
24
Van Eijk maakt de overstap naar de evaluatie van het tweede blok, ruimte voor ruimte. Hier wordt opgeroepen om de gemeenten de ruimte te geven om niet in kubieke meters te hoeven denken (kwantiteit) maar in kwaliteit van de ruimte. Geef hen meer ruimte om ontwerpen aan te passen zodat lelijke aanpassingen worden voorkomen. Van Looij vult dit aan door te wijzen op het zoeken naar een gezamenlijke oplossingen, wat voor een manieren zijn daar om dat te doen. In het beeld van de ervenconsulent is dat waar we nu staan en waar één en ander te winnen valt. In het boekje dat de deelnemers hebben ontvangen staan een aantal schema’s gericht op het verbeteren van dit werkproces (zie schema werkproces). Van Looij: ‘De ervenconsulent wil echt bouwen aan het landschap, waar iedereen een steentje aan bijdraagt.’ Vervolgens geeft Van Eijk Ingeborg Thoral, adviseur ruimtelijke kwaliteit Provincie Utrecht, het woord. Volgens Thoral moeten we ‘vasthouden aan het contrast tussen stad en platteland, dat is waar onze maatschappelijke behoefte ligt. En dat wordt bereikt door aandacht te geven aan de architectonische én landschappelijke kwaliteiten van het boerenland. Vandaag toont aan dat we gezamenlijk werken aan een nieuw type 21e-eeuws landschap’. Het ervenconsulentschap vormt hier de bindende factor voor. Bij de vraag van Van Eijk of een Grand Tour als vandaag vaker herhaalt mag worden, antwoord Thoral bevestigend. Volgens haar begint alles met kennis en het ervaren van de ruimtelijke kwaliteit. Juist de wisselwerking die optreedt op een dag als deze zorgt ervoor dat wij elkaar expertise aanvullen en verrijken. er afsluiting rond Van Looij de discussie af met een duidelijk onderscheidt in de rol van de ervenconsulent en de landschapscoördinator: de ervenconsulent werkt door hele provincie en is ook betrokken bij het begin van alle ontwikkelingen. De ervenconsulenten zijn nu vooral bezig de ruimtelijke kwaliteit te verbinden in de planontwikkelingen. Daarna komt de rol van de landschapscoördinator, die in de continuïteit een belangrijke rol kan spelen. De ervenconsulent in voortraject, de landschapscoördinator kan doorzetten. Daardoor zijn zij geen concurrenten maar hebben zij elkaar nodig hebben en vormen zij een aanvulling op elkaar.
25
SAMENVATTING GRAND TOUR
De middag werd gestart met een welkom en introductie door Arien Heering senior adviseur Landgoederen en erven bij Landschap Erfgoed Utrecht en Frans ter Maten, directeur Landschap Erfgoed Utrecht. Als onderdeel van zijn welkom, overhandigde Ter Maten de eerste brochure over het ervenconsulentschap aan Bart Krol, gedeputeerde bij de Provincie Utrecht. Krol maakt van dit moment gebruik om de aanwezigen op te roepen om de burger te faciliteren in het verrijken van de ruimtelijke kwaliteit. Volgens Krol is de periode dat de overheid vanuit een ivoren toren de ruimtelijke ordening bepaalt voorbij, en staat een meer faciliterende rol op de regionale en lokale overheden te wachten. Als dagvoorzitter neemt Onno van Eijk, senior adviseur bij Natuur en Milieu de deelnemers aan de middag mee op een Grand Tour door de provincie Utrecht. Van Eijk zet in op een en-en verhaal, waarbij alle belangen die betrekking hebben op het boerenerf, vandaag worden benoemd en meegenomen in de discussie. De deelnemers worden met een Britse dubbeldekker meegenomen in een rondrit door de Provincie Utrecht. De bus rijdt door Maarssen, Utrecht, Lopik, Werkhoven en Bunnik. Gedurende de toer worden twee casussen behandeld; verruiming van het agrarisch bouwblok en ruimte-voor-ruimte. Tijdens de eerste casus wordt gekeken naar de verschillende belangen en belangenbehartigers wanneer een agrarisch bouwblok onder handen wordt genomen.
Gedurende de rit licht Kees de Leeuw het gebied van de Utrechtse Waarden toe. Pieter Veen presenteert twee nieuwe stalvormen, de kwatrijnstal en de windstreekstal. Tijdens het tweede blok wordt vooral gesproken over de overgang van de ruimte voor ruimte regeling van een kwantitatieve regeling naar een kwalitatieve regeling. Wanneer de bus door het Kromme Rijngebied rijdt, ligt Walter Jaaltink de toepassing van de ruimte voor ruimte regeling in deze regio toe. Na de bustoer evalueert Van Eijk met de deelnemers de gehele middag. Bij de verruiming van het agrarisch bouwblok concluderen de deelnemers dat als iedereen aan tafel zit, er meer kan en het proces sneller verloopt. De ervenconsulent kan de samenbrengende rol hier oppakken. Bij de ruimte voor ruimteregeling wordt opgemerkt dat het werkproces vooral richting kwaliteit moet verschuiven. Een proces dat ook hier door de ervenconsulent kan worden ingezet en bewaakt. Als laatste blikt Ingeborg Thoral, adviseur ruimtelijke kwaliteit Provincie Utrecht terug op de dag. Volgens Thoral moeten we ‘vasthouden aan het contrast tussen stad en platteland, dat is waar onze behoefte ligt. En dat wordt bereikt door aandacht te geven aan de architectonische én landschappelijke kwaliteiten van het boerenland. Vandaag toont aan dat we gezamenlijk werken aan een nieuw type 21e-eeuws landschap’. Het ervenconsulentschap vormt hier de bindende factor voor.
COLOFON
Ervenconsulenten
Jolanda van Looij bnt, Landschap Erfgoed Utrecht Rob Hendriks, rayonarchitect WELMON
Dagvoorzitter
Onno van Eijk, Natuur & Milieu
Verslaglegger:
Job Gerlings, JMG Gerlings
Fotograaf:
Allard Willemse, Allard Willemse fotografie
Vormgeving:
Jolanda van Looij bnt, Landschap Erfgoed Utrecht
Dit project is mogelijk gemaakt door : Provincie Utrecht Landschap Erfgoed Utrecht Welstand en Monumenten Midden Nederland
Met dank aan :
Bart Krol Carolien en Cock Smulders Fenna van der Tol Hendrik-Jan Bekedam Ingeborg Thoral Kees de Leeuw Klaas-Hemke van Meekeren Piet Verbeek Ruud Berlang Waalter Jaaltink
De Bilt, januari 2014 28
Deelnemers Allard Anneke Anthony Arien Arjen Christel Conny Fenna Gerrit Gijs Henk Houkje Hugo Ingeborg Jaco Jan Jeroen Job Jolanda Joost Jos Kees Leo Linda Lowik Maarten Marjan Martijn Onno Peter Piet Pieter Pieter Renee Rianne Rob Ruud Steven Streutker Walter Wietske
Willemsse Coops Tom Heering Buteyn Steentjes Raijmaekers Van Tol Spelt de Kruif Veldhuizen Hibma Bartelink Thoral de Jong Griffioen van Wijk Gerlings van Looij Broeke Geenen De Leeuw Hulst van der Weijden Doude van Troostwijk Buruma Marjan Tijs van Dee van Eijck van Deelen Verbeek van de Grift Veen Langedijk Rianne Pot Hendriks Berlang de Clercq Willemijn Jaaltink Dubelaar-Schippers
Allard Willemse Fotografie Het Oversticht Welstand Monumenten Midden Nederland Landschap Erfgoed Utrecht gemeente Utrechtse Heuvelrug Gelders Genootschap Provincie Utrecht Provincie utrecht Gemeente Lopik Gemeente Woudenberg LTO Utrecht Gemeente amersfoort Gemeente Rhenen Provincie Utrecht Verstoep Bouwkundigen/ AM architecten Griffioen architecten BV LTO Bunnik/houten Cultuurmarketing Landschap Erfgoed Utrecht Gemeente Lopik Programmabureau Utrecht-West Gemeente Lopik Gemeente De Ronde Venen LaMi / Programmabureau Utrecht-West BSU/Doude van Troostwijk, architectuur & landschap Provincie Utrecht Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Rhenen Natuur & Milieu Welstand Monumenten Midden Nederland buschaffeur LTO Noord Utrecht Vista Landschapsarchitecten Landschap Erfgoed Utrecht Provincie Utrecht Welstand Monumenten Midden Nederland vizUall Vechtplassencommissie Grontmij Stuurgroep kromme rijnlandschap STAMU / BPU / BSU
29
Bunnikseweg 25 3732 HV De Bilt Postbus 121 3730 AC De Bilt T 030 220 55 34 F 030 220 55 44 www.landschaperfgoedutrecht.nl
[email protected]
Het ervenconsulentschap wordt uitgevoerd door Landschap Erfgoed Utrecht in opdracht van de Provincie Utrecht