nr 01
jaargang 16, februari 2015, prijs losse nummers € 2,75
nvo bulletin
‘Religie is een positieve kracht’ Rouwhulp 8 / Vlaamse Kinderombudsman 9 / NVO Thesisprijs 10 / Petra overwint make-up-dwangstoornis 12 / Marokkaanse jongeren: integratievraag voorbij 15
Ongemak Somehow, I don’t feel comfortable Een reusachtig opblaaskonijn, gevangen tussen vloer en plafond. Kunstenaar Momoyo Torimitsu gaf het de titel Somehow, I don’t feel comfortable. Het is een protest tegen de schattigheidcultus in haar moederland Japan. Denk aan het beeldmerk Hello Kitty, een schattig poesachtig meisje met een roze strik in het haar. Ooit begonnen als Japans speelgoedmerk is Hello Kitty inmiddels wereldwijd verbonden aan miljoenen producten, ook voor volwassenen. Mobieltjes, dekbedovertrekken, zijden lingerie en manchetknopen. Torimitsu bespeurt dit schattigheidsyndroom niet alleen in talloze producten, maar ook in het gedrag van volwassen Japanse vrouwen. Daar voelt ze zich ergens niet gemakkelijk bij. Petra van zestien voelt zich niet op haar gemak bij leeftijdgenoten. Vinden ze haar wel leuk? Vinden ze haar wel mooi? Ze zoekt zekerheid in make-up... als die maar perfect zit. Daar blijft ze in hangen en Petra is uiteindelijk dertien uur per dag bezig met opmaken. Geen tijd meer voor school en vriendinnen. Orthopedagoog Linda Korrel vertelt in dit nummer hoe Petra haar ochtendritueel onder controle kreeg en meer zelfvertrouwen. En een vriendje. Ongemak ervaren islamitische cliënten bij de reguliere ggz, en vice versa. Dat is de ervaring van orthopedagoog en psycholoog Latifa Tawfik. Voor de professionals die er werken is het onderwerp religie taboe. Voor de cliënten essentieel onderdeel van hun bestaan. Dat botst. In het omslagartikel vertelt Tawfik dat cliënten hun geloof, als het toch ter sprake komt, soms zelfs moeten uitleggen of verdedigen in de spreekkamer. Zonde van de tijd, vond zij, en richtte haar eigen praktijk op.
Annemiek Haalboom Hoofdredacteur NVO-bulletin a.i.
2
‘Vinden ze haar wel leuk?’ NVO bulletin
inhoud
nvo bulletin 4
Latifa Tawfik: ‘Religie is een positieve kracht’
8
Rouwhulp voor kinderen 4
9
Vlaamse Kinderombudsman Bruno Vanobbergen 7
10 Thesisprijzen: digitale kinderboeken & Dysregulatie Profiel bij kleuters
12 Petra maakt zich niet meer dertien uur op;
9
een individueel afgestemde behandeling
15 Marokkaanse jongeren zijn de integratievraag voorbij
16 Informatieplicht tegenover gezinsvoogd
17 Pas verschenen: nieuwe boeken 15 18 Ledennieuws 17 19 Bestuursberichten
Fotografie cover en pagina 4 Rianne den Balvert, cartoon pagina 7 Jan Dirk Barreveld
NVO bulletin
3
interview
4
NVO bulletin
‘Religie is een positieve kracht’ Taboe op religie
‘Jammer, want religie is een positieve
Misschien zijn er naast IPeP nog één of twee andere islamitische praktijken, denkt ze, maar veel zijn er niet. Zijzelf bieden onder meer psychologische behandelingen voor alle leeftijden, opvoedondersteuning, relatie- en systeemtherapie. De cliënten komen uit alle windstreken – van Bengaals en Duits tot Turks en Indonesisch – en zijn niet eens allemaal moslim. Maar de meeste wel. “Binnen de reguliere ggz vallen ze uit de boot”, zegt Latifa Tawfik. “Daar heerst een taboe op alles wat met religie te maken heeft. Toen ik daar zelf werkte en er verandering in probeerde te brengen, stuitte ik op veel weerstand. Afkeuring zelfs. Hier voelen cliënten zich thuis en stuiten ze niet op onbegrip of een oordeel van een behandelaar. Hier hoeven ze niet een half uur van de spreektijd uitleg te geven over hun geloof. Bovendien zien wij religie als een belangrijke beschermende factor, een effectieve manier van coping. Bij mensen die dit wensen, kan het betrekken van religie hele mooie behandelresultaten bieden. Dat is uit talloze wetenschappelijke onderzoeken in b innenen buitenland gebleken.”
kracht van mensen. Een goede vorm van
Twee culturen
Latifa Tawfik (26) is oprichter van de Islamitische Pedagogen- en Psychologenpraktijk, IPeP, in Amsterdam. In de reguliere zorg miste ze aandacht voor religie en cultuur. En van binnenuit veranderen, dat duurde haar te lang.
coping.’ Haar praktijk, in een winkelstraat in Slotervaart, bestaat twee jaar. Ahlan wa sahlan staat er in het Arabisch op de deurmat: welkom. Orthopedagoog en psycholoog Latifa Tawfik startte IPeP met steun van haar man, theoloog en geestelijk verzorger. Al snel kwam er een team freelancers bij: psychologen, pedagogen, orthopedagogen, kinder- en jeugdpsychologen en coaches.
Ouders kloppen vooral met de gewone opvoedproblemen aan. Gedrags- en leerproblemen van hun kinderen, of ouders die zelf psychische problemen hebben en toch goede opvoeders willen zijn. Er komen ook veel ouders die worstelen met het opvoeden tussen twee culturen. Zeker nu. Latifa Tawfik: “Hoe voed ik een kind op in een maatschappij die steeds a-religieuzer en islamofobischer wordt? Hoe kan ik mijn kind beschermen, zowel mentaal als fysiek? Want het blijft niet bij uitschelden alleen. Zeker niet na de aanslagen in Parijs. Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind daar geen angst voor heeft, maar de nodige tools krijgt om met moslimhaat om te gaan?” >>
NVO bulletin
5
interview
Ouders die zich zorgen maken omdat hun kind radicaliseert, heeft ze niet over de vloer gehad. “Zo enorm is dat probleem ook niet. Maar ouders komen wel met vragen als: hoe kan ik mijn kinderen een islamitische opvoeding geven en zorgen dat zij de middenweg bewandelen en niet omslaan. Die zorg leeft wel.”
Labeltjes plakken Bij IPeP maken ze ouders ervan bewust dat zij meer moeten doen dan de doorsnee ouders in Nederland. “Moslimouders hebben een extra uitdaging. Zo moet hun kind meer dan gemiddeld z’n best doen om te slagen in deze maatschappij. Daar moeten ze rekening mee houden in de opvoeding en het niet aan het toeval overlaten. Weerbaar maken en positief bekrachtigen is extra belangrijk voor een kind dat tegen vooroordelen moet opboksen.” Rekening houden met de context waarin een kind opgroeit, doen ze ook bij IPeP. “In de psychodiagnostiek zijn we sowieso niet snel met labeltjes plakken”, zegt Latifa Tawfik. “Maar als een kind bijvoorbeeld heel druk is en uit een groot Turks of Marokkaans gezin komt, met een collectivistische cultuur, zullen we niet snel zeggen: deze drukte is te wijten aan gedragsproblemen. Die drukte is misschien wel heel gewoon in een groot gezin waar je boven je broertjes en zusjes uit moet zien te komen.”
‘Hier stuiten cliënten niet op onbegrip van een behandelaar’
Bos en Lommer Ze is geboren en getogen in het Amsterdamse Bos en Lommer. Een buurt met veel culturen. Haar beste vriendinnen waren Nederlands en Indonesisch. “Ik heb kennis mogen maken met allerlei gewoontes en tradities, zelfs normen en waarden. Dat heeft me heel open minded gemaakt. Mijn ouders komen allebei uit Marokko. Mijn vader heeft veel fabriekswerk gedaan en in de kassen gewerkt. Daar heeft hij zijn knieën versleten en hij werd al snel afgekeurd. Als één na jongste ken ik hem vooral als huisvader, die alle tijd voor me had. Ik heb een jonger zusje, een oudere zus en drie oudere broers. Dus er was altijd hulp bij m’n huiswerk of iemand die eventjes een pestkop de les ging lezen.” Haar ouders - vader Ayad en moeder Tamimount zijn haar rolmodellen. Allebei actief als vrijwilliger in de moskee en in de buurt. “Ze hebben ons opgevoed met het idee: pak alle kansen, maar vergeet niet waar
6
je vandaan komt. Dat heb ik gedaan en dat heeft me gemaakt tot wie ik ben: een persoon die probeert overal het positieve te zien in plaats van het negatieve of klagend langs de zijlijn toe te kijken.” Vanuit de islam heeft ze geleerd om al haar zegeningen - opgroeien in een warm nest, in welvaart en met een goede opleiding - niet als vanzelfsprekend te beschouwen, maar in te zetten voor het goede, voor anderen. Latifa Tawfik: “Naast school heb ik van jongs af andere activiteiten gedaan. Zoals het opzetten van het Kinderfonds, dat feesten organiseerde voor Amsterdamse kinderen die in armoede leven, en het geven van Arabische les.”
Collegezaal Ze ging orthopedagogiek en psychologie studeren aan de VU. “Het menselijk gedrag, hoe je gevormd wordt in je jeugd, heeft me altijd gefascineerd. En het leek me een mooi vak om andere mensen te helpen, maar dan wel in alle leeftijdscategorieën. Vandaar de combinatie.” Tot haar verbazing was er nauwelijks aandacht voor culturele diversiteit in de opleiding. “Terwijl we werden opgeleid in Amsterdam, de meest cultureel diverse stad van Nederland! Dat zag je ook terug in de collegezaal, maar van die dynamiek werd nooit gebruik gemaakt. Ik ben in de opleidingscommissie gaan zitten om dat aan te kaarten. Gelukkig stonden de docenten hier heel open voor.” Uiteindelijk kwam er een bijzondere leerstoel: Opvoeden in de multi-etnische stad. “Trees Pels is daarvoor aangetrokken en ik heb aan een aantal onderzoeken van haar meegedaan. Op m’n negentiende gaf ik al een workshop aan beleidsmakers in Groningen over het interculturele perspectief. Ze waren er blij mee, ze kregen nieuwe inzichten. Met die workshops ben ik tot de dag van vandaag doorgegaan. Nu in de vorm van trainingen en advies aan zorgprofessionals.”
Islamitische studentenvereniging Aan de VU richtte ze, samen met een aantal andere studenten, de Islamitische Studentenvereniging Amsterdam op. Latifa Tawfik: “We konden ons niet vinden in wat er al was, de borrelverenigingen, zoals we die noemden. Wij dronken niet en gingen niet uit. We hebben debatten georganiseerd met andere studentenverenigingen en deden veel belangenbehartiging, zoals halalvoedsel in de kantine. Bij die studentenvereniging heb ik nu nog een adviserende rol.” De missie van haar ouders - een betere toekomst voor de kinderen - is geslaagd. “We zijn bijna allemaal hoogopgeleid, hebben carrières en zijn daarnaast maatschappelijk actief. En we zijn ons heel bewust van onze culturele en religieuze identiteit. Ik
NVO bulletin
heb grote bewondering voor het aanpassingsvermogen van alle ouders die, in een compleet andere wereld, hun kinderen zien opgroeien. Het vraagt een enorme veerkracht om de belevingswereld van je kinderen dan te begrijpen.”
Trend Zelf heeft ze “nog” geen kinderen. “Het is een trend”, zegt Latifa Tawfik. “Mijn generatie wacht veel langer met het krijgen van kinderen. Ze beseffen heel goed wat een grote stap het is. Ze investeren eerst in zichzelf, in het ontwikkelen van hun eigen identiteit, voor ze aan kinderen beginnen. Zelf heb ik er ook geen haast mee.”
NVO bulletin
Haar hele leven heeft ze verschillende ballen tegelijk in de lucht gehouden. Nu is ze vooral druk met IPeP. Latifa Tawfik: “Eerst was ik vooral druk met behandelen en het opstarten van de praktijk. Er kwam al snel vraag naar verschillende diensten, van opvoedvraagstukken tot workshops over thema’s als stressmana gement. Dat kost veel organisatorische rompslomp, dus heb ik ook andere mensen in dienst genomen. Ik merk dat ik nu meer een directeur van IPeP aan het worden ben in plaats van een behandelaar. Aan de ene kant jammer, maar iemand moet het doen.” Annemiek Haalboom
7