Een positieve bloedtest En nu? Dr. N.J.T. Arends Kinderarts, fellow Allergologie Erasmus MC / Kinderhaven Rotterdam
Prevalentie voedselallergieën Voedselallergie 2-7 % Eggesbo, Allergy 2001 Sampson, C rev A CI 2004
Voedselallergie Nederland 2.6% Schrander, E J Ped, 1993
Onbekend – onderrapportage paraberk Advies cie gezondheidsraad, 2007
Vermeende voedselallergie 12 - 25 % Eggesbo, PAI 1999 Sloan, JACI 1986 Le TM, Europrevall 2008
Hygiene hypothese De toename van allergieen in de Westerse wereld wordt ( mede) veroorzaakt door een onnodige, overdreven hygiene op jonge leeftijd, vooral in de eerste levensjaren
Hygiene hypothese Westerselanden
Ontwikkelingsgebieden
kleine familieomvang
grote families
rijke stadswoningen
platteland, contact met vee
stabiele darmflora
transiënte variabele darmflora
hoog antibioticumgebruik
laag antibioticumgebruik
geen parasitaire infecties
frequente parasitaire infecties
goede hygiëne
slechte hygiëne
lage fecale besmettingsgraad
hoge fecale besmettingsgraad
allergische ziekten
geen allergie
Erfelijke factoren Kans op allergie bij kind Ouders geen allergie
10-20 %
Een van de ouders allergie
30 %
Ouders beide allergie
50 %
“Allergische mars”
Symptomen voedselallergie Maagdarmkanaal: “Oral allergy” (jeuk en/of zwelling van lippen, mond, gehemelte, glottis) Misselijk, buikpijn, braken, diarree
Huid: Urticaria (netelroos) en /of angioedeem Verergering eczeem
Bovenste en onderste luchtwegen: Loopneus, verstopte neus, jeuk neus Benauwd, piepen, hoesten, stridor, heesheid
Symptomen voedselallergie Algemene symptomen: Algehele malaise Bij kinderen: Huilen, hangerig, verandering gedrag (stiller worden), voedselweigering.
Ernstige reactie: Anafylaxie Acute, in principe levensbedreigende reactie Reactie treed binnen 1 uur op
Meestal meerdere orgaansystemen betrokken
Voedselallergenen Kinderen Koemelk Kippenei Pinda
Volwassenen Noten (hazelnoot) Pinda Pitvruchten (appel, perzik, kiwi) Vis
Noten (hazelnoot, walnoot, cashewnoot)
Vis Kiwi Sesamzaad
Schaal- en schelpdieren
Welke factoren zijn van invloed op sensibilisatie? Contact met allergeen in utero via borstvoeding voeding (sporen) inhalatie via de huid: direct of in crèmes
Diagnostiek Voedselallergie RAST
Skin Prick Test
Voordelen:
Nadelen:
Een bloedafname (1 x prikken)
Per allergeen 1 prik
Verdere diagnostiek naar specifieke allergenen
Kleine kans op allergische reactie
Geen kans op allergische reactie
Niet geschikt voor alle huidtypen
Geen antihistaminca gebruiken
Medicatie geen effect Nadelen:
Voordelen:
Uitslag duurt week
Resultaat direct zichtbaar
Lagere gevoeligheid
Hogere gevoeligheid
Diagnostiek Voedselallergie Double Blind Placebo Controlled Food Chalenge = DBPCFC Voordeel Nauwkeurig Gouden standaard Nadeel Arbeidsintensief Tijdrovend voor patiënt Duur
Casus 1 Jongen 6 jaar Anamnese Al vanaf babyleeftijd eczeem, laatste jaar eczeem stuk verbeterd. Sinds leeftijd 5 jaar af en toe wat piepen en hoesten bij verkoudheid waarvoor hij pulmicort en ventolin kreeg. Verstopte neus en niezen in winterperiode en in de maanden mei en juni. Huisarts verricht bloedonderzoek: RAST
Casus 1 RAST Inhalatie:
Voeding:
Huisstofmijt 4+
Kippenei 2+
Graspollen 6+
Koemelk 2+
Boompollen 6+
Pinda 5+
Kat 4+
Soja 4+
Hond 3+
Tarwe 3+
Wat is u advies: A. Pinda, soja, tarwe uit dieet B. Alle bovengenoemde voedingsstoffen uit dieet C. Anders, nl…………….
Casus 1 Op leeftijd 10 jaar: Dieet vrij van fruit, pinda, soja en noten sinds de RAST 5 jaar geleden. Koemelk, kippenei, citrusvruchten gaan goed
Pinda’s: at tot leeftijd van 5 jaar pindakaas, n.a.v. positieve RAST gestopt. Noten: recent at hij een boterham met chocopasta: jeuk in de mond Diagnostiek herhalen? A. Ja B. Nee
Casus 1 Skin Prick Test (HEP index > 0.21 is positief) Inhalatie: HSM 2.85, berkenpollen 0.98, graspollen 1.62 Voeding: pinda 1.78, hazelnoot 1.30, perzik 2.9, peer 0.12
RAST (> 0.35 E/ml is positief) Pinda 16.0, Ara h2 0.19, Ara h8 87.9 Hazelnoot > 100, Cor a8 0.13 Pinda-allergie? Hazelnoot allergie?
Kruisreactiviteit IgE antistoffen gericht primair tegen bijvoorbeeld inhalatieallergenen, die ten gevolge van botanische verwantschap (homologe componenten) , secundair reageren met voedselallergenen. Deze “cross-sensitization” hoeft niet klinisch relevant te zijn. Indien deze wel relevant is, zijn de klachten meestal niet ernstig.
Allergenen PR 10 related: thermo labiel, klinisch relevant, milde symptomen Pollen / groente / fruit CR allergie syndroom. OAS, Voorbeeld appel: tijdens het koken verlies van eiwitten LTP (lipid transfer protein): thermo stabiel,zuid Europa; ernstige klachten voorbeeld: rijst, granen, perzik, hazelnoot Profilin: meestal klinisch niet relevant; in vitro vals positieve resultaten Pan allergeen, komt voor in plant gerelateerde voedingsmiddelen en div. pollen. Geeft in enkele gevallen klachten: meloen, banaan, tomaat 2S, albumins (opl. In lage conc. Zout buffers) : CR food allergens; klinisch relevant pinda: Ara h 2, walnoot: Jug r 1, Cashew Ana o 2 7S globulins; viciline (opl. in hoge conc. Zout buffers): CR food allergens klinisch relevant pinda Ara h 1, soyaboon, walnoot Jug r 2 CCDs crossreactive carbohydrate determinant: niet klinisch relevant in vitro vals positieve resultaten, suikergroepen in dierlijke en plantaardige eiwitten: Gras pollen, pinda’s
Specifieke antigenen
Nomenclatuur:
- Eerste 3 letters van de geslachtnaam
- Eerste letter van de soortnaam
- Getal ( volgorde waarin de diverse componenten ontdekt zijn)
Voorbeeld:
Berkpollen = Betula verrucosa
Bet v 1: PR-10 protein Pathogenese Related protein (verantwoordelijk voor afweer tegen infectie door schimmels, bacteriën en virussen.
Bet v 2: Profilin (regulatie van polymerisatie en signaaltransductie
Bet v 3, 4: Calcium binding protein (Polcalcins: pollen calcium binding proteins)
Kruisreactiviteit
Voorbeeld hazelnoot = Corylus avellana
Cor a 1: PR-10 eiwit, Bet v1 homoloog eiwit
Cor a 2: Profiline (polimerisatie en transductie)
Cor a 8: nsLTP non specific Lipid Transfer Protein (transport van lipiden en phosfolipiden door het celmembraan)
Cor a 9: 11S globulin (opslageiwit)
Cor a 11: 7S globulin (opslag eiwit)
Cor a 12, Cor a 13: Oleosine isoforms (vetten in noten)
Kruisreactiviteit
Voorbeeld pinda = Arachis hypogaea
Ara h1, h2, h6, h7: opslageiwitten
Ara h5: Profiline
Ara h 8: PR-10 eiwit, Bet v1 homoloog eiwit
Ara h 9: Lipotransfer proteine
Ara h10: Oleosine
CCD: Cross-reactive Carbohydrate determinant
Berkenpollen ⇔ perzik 3D struktuur; PR 10 eiwitten
⇔
Berk allergeen: Bet v 1
Perzik allergeen: Pru p 1
Van Lab naar Spreekkamer
Thermo labiel perzik (pru p 1) kers (pru av 1) appel (Mal d 1)
milde reactie perzik rauw kers rauw apple rauw
geen reactie perzik jam kersenjam appelmoes
Thermo stabiel: Perzik: (pru p 3) reactie na perzik en ook na perzikjam
Casus 1 Skin Prick Test (HEP index > 0.21 is positief) Inhalatie: HSM 2.85, berkenpollen 0.98, graspollen 1.62 Voeding: pinda 1.78
RAST (> 0.35 E/ml is positief) Pinda 16.0, Ara h2 0.19, Ara h8 87.9 Pinda-allergie? Hoe verder?
Casus 1 Double Blind Placebo-Controlled Food Challenge = DBPCFC pinda 1e test: geen klachten 2e test: geen klachten
Conclusie: negatief Pinda introductie
Casus 2 Meisje 5 jaar Anamnese: Sinds babyleeftijd eczeem
Pinda altijd vermeden i.v.m. positieve RAST in verleden, vermijd tevens vis en noten o.b.v. eerder bloedonderzoek. Nooit ernstige reactie na eten van voeding gehad Milde rhinoconjunctivitisklachten Geen astma
Casus 2 Skin Prick test Inhalatie: HSM negatief, BP 0.59, GP 0.51 Voeding: pinda 1.84
Verdere diagnostiek? A. Ja, RAST B. Ja, DBPCFC C. Nee, pinda vermijden D. Nee, mag pinda eten
Casus 2 DBPCFC pinda met infuus: 1e test: Gedurende de test geen klachten. Na 60 minuten bij uithalen infuus (na afnemen bloed) huilen, slijm, hoesten en spugen. 2e test: gedurende test geen klachten. Geen klachten bij uithalen infuus. Conclusie? A. Positief B. Negatief
Casus 2
Uitslagen RAST: Pinda: > 100 Ara h2: > 100 Ara h 8: 0.11
Wat stelt u voor?
Casus 2 Open provocatie pinda 0.1 gr pinda 1 gr pinda 10 gr pinda Na stap 2: prikkend gevoel oren en tong, iets hangerig. Na 60 minuten klachten minder Nogmaals stap 2: binnen 30 minuten braken Conclusie: pinda vermijden
Casus 3 Jongen 5 jaar Voorgeschiedenis: Eczeem Rhinoconjunctivitisklachten hele jaar door Geen astma
Anamnese: Vorig jaar heftige reactie gehad na eten van baklava. Na eerste hep direct braken, gezwollen gelaat, moeite met ademen. 112 gebeld en adrenaline (Epipen) gekregen. Altijd pinda en noten vermeden i.v.m. eerdere testen. Eet wel dagelijks hazelnootpasta op brood en heeft mogelijk in verleden een keer marsepein gegeten zonder reactie.
Casus 3 Diagnostiek
Skin Prick Test Inhalatie: HSM 1.0, BP en GP negatief Voeding: Pinda, hazelnoot, amandel, walnoot negatief Cashew 2.5, Pistache 1.7 Nog aanvullende diagnostiek? A. Ja, RAST
B. Ja, DBPCFC pistache / cashew C. Nee, cashew en pistache vermijden
voeding <-> voeding Planten families botanisch verwant
Van Lab naar Spreekkamer
Rozenfamilie:
Cashew noot is zaad van de cashew appel
Rosaceae: appel, abrikoos, amandel, kers, perzik Nachtschade familie: Solanaceae: aardappel, tomaten, aubergine Schermbloemigen: Umbelliferae: wortel, selderij, koriander, venkel Mango vrucht
Komkommer familie:
Cucurbitaceae: augurk, courgette, komkommer, meloen, pompoen, cassave Pruikenboom familie: Anacardiaceae: cashewnoot, mango, pistache
Laurierfamilie: Lauraceae: avovado, kaneel, laurier.
Pistache
Drie soorten “noten”
Peulvruchten
Noten “I”
Noten “II”
Pinda
Hazelnoot
Cashewnoot
Doperwt, specieboon
Boompollen, vers fruit
Pistachenoot
(< 5 %)
(> 50 %)
(> 75 %)
Lupinemeel, soja
Amandel, walnoot
(< 1 %)
(> 75 %)
Anafylaxie
Meestal OAS
sensibilisatie
soms anafylaxie
Anafylaxie
Casus 4 Meisje 11 jaar Voorgeschiedenis: Eczeem: babyleeftijd, inmiddels niet meer Geen astma
Milde rhinoconjunctivitis periode maart – augustus
Anamnese: Voeding: dieet vrij van kippenei, tarwe, soja, pinda, noten.
Dieet van alternatieve arts die ze bezocht vanwege buikpijnklachten. Hazelnoot: urticaria, benauwd gevoel, braken, vanzelf over Pinda: urticaria, benauwd gevoel, braken, vanzelf over Tarwe: meer buikpijn Perzik en kiwi: jeuk in de mond
Casus 4 Skin Prick Test Inhalatie: HSM negatief, BP 1.0, GP 1.2 Voeding: kippenei, kiwi, tarwe, soja negatief; pinda 1.48, cashew 1.23, amandel 1.29, hazelnoot 4.13 RAST: Pinda 1.05, Ara h2< 0.10, Ara h8 5.42
Hazelnoot > 100, Cor a 8< 0.10 Cashew 7.17; Amandel 7.25; Walnoot 14.7 Vraag:
Advies betreffende kippenei, kiwi, tarwe en soja? Advies betreffende pinda en noten?
Casus 4 DBPCFC pinda: negatief DBPCFC amandel: negatief DBPCFC cashew: negatief DBPCFC hazelnoot: positief Buikpijn, gevoel dichte keel, misselijk, Zeer uitgebreide urticaria over hele lichaam Medicatie: Epipen, tavegil en prednison
CONCLUSIE Sensibilisatie is niet gelijk aan allergie Niet alle sensibilisaties klinisch relevant Anamnese is erg belangrijk Denk aan kruissensibilisatie
inhalatie <-> voeding Boompollen
Graspollen
hazelnoot, walnoot,
tomaat, tarwe,
appel, perzik, kiwi, druif, kers
pinda, aardappel, meloen, peulvruchten
Huisstofmijt
(spinnen, geleedpotigen)
1. spiereiwit tropomyosine
Garnalen
Slakken
krab