John Bijl
!
Ik heb een mening! En nu? !
Effectief optreden in het politieke debat !
Debatteren
1 van 28
! ! ! ! ! Kennis hebben zonder het vermogen je duidelijk uit te drukken, is net zo erg als helemaal geen kennis hebben Perikles
Debatteren
2 van 28
Ik heb een mening.
En nu? Effectief optreden in het politieke debat
Deze syllabus hoort bij de training Spreken in het openbaar van het Periklesinstituut.
! Tweede druk , januari 2014 Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur(s) en het Periklesinstituut geen aansprakelijkheid. © Periklesinstituut
! www.periklesinstituut.nl
Debatteren
3 van 28
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
4
Het belang van het debat
6
Wanneer is iets een debat?
7
Het verloop van het debat
10
Wat moet je kunnen om goed te debatteren?
12
Ethos: het voorkomen van de spreker
13
Pathos: rekening houden met het gevoel
16
Logos: gestructureerd gesproken
19
Reactief reageren
21
Maak van een probleem een probleem
23
Het debat als bestuursinstrument
26
Over het Periklesinstituut
27
Debatteren
4 van 28
!
Debatteren
5 van 28
Het belang van het debat In iedere gemeente wordt gedebatteerd. Met het debat neemt de volksvertegenwoordiging belangrijke besluiten over wat er in de gemeente moet gebeuren. Met het debat stelt de raad kader, formuleert een opdracht aan het college en controleert met elkaar of ze tevreden zijn over de resultaten van het beleid. Hert debat is echter niet alleen belangrijk voor de gemeente. Ook voor een politieke fractie en voor de individuele fractie is het debat een voornaam instrument. In het debat kan een volksvertegenwoordiger zijn invloed doen gelden, het beleid veranderen én zijn kiezers laten zien dat hij namen hen de gemeente mee-bestuurt. In deze lesbundel lees je over het debat. We behandelen hoe het debat werkt en hoe je met je raadsbijdragen invloed krijgt op de besluitvorming. Je leest hoe je je betoog voorbereid, hoe je haar zo overtuigend mogelijk brengt en hoe je omgaat met weerwoord en repliek.
!
Debatteren
6 van 28
Wanneer is iets een debat? Over wat een debat is, bestaat veel misverstand. Een gesprek met regels of met een meningsverschil wordt al gauw een debat genoemd. Toch heeft het debat een specifiek kenmerk wat haar anders maakt dan andere gespreksvormen. Natuurlijk zijn er een paar dingen absoluut noodzakelijk voor een goed debat. In de eerste plaats is dat een duidelijk meningsverschil. Pas wanneer duidelijk waarover men van mening verschilt, kan een echt debat plaats vinden. Een tweede voorwaarde is dat de opponenten bereid zijn hun mening te onderbouwen en om naar elkaar te luisteren. De sprekers moeten accepteren dat in het debat gelijke kansen zijn tot spreken, vragen stellen en op elkaars standpunten in te gaan. De sprekers zijn gelijkwaardig. Toch is er met deze twee voorwaarden niet direct sprake van een debat. Een meningsverschil en twee sprekers zou ook betekenen dat er sprake is van bijvoorbeeld een discussie of een onderhandeling. Het derde en misschien wel belangrijkste kenmerk van een debat, is dat er ook altijd een derde groep aanwezig is: de twijfelaar. De twijfelaar heeft als taak de debaters aan te horen en zijn oordeel te vormen. De
Debatteren
7 van 28
twijfelaar bepaalt wie er het best heeft gedebatteerd of wie er het meest gelijk heeft. Bij wedstrijddebatten is zo’n jury altijd aanwezig om een oordeel te geven over de debatprestaties van de deelnemers. Een ander goed voorbeeld van een debat volgens deze opzet, is een rechtzaak. De debaters zijn respectievelijk de openbare aanklager en de advocaat van de Voorwaarden voor debat verdachte. De rechter is uiteindelijk degene die bepaalt wie er gelijk 1. Meningsverschil heeft. Hij beoordeelt het debat. We 2. Gelijkwaardigheid noemen dit het tripartiete van het 3. Twijfelaar debat. Het gevolg van de aanwezigheid van die derde persoon is, dat de debaters niet elkaar maar juist de jury, rechter of twijfelaar moeten overtuigen. Alle woorden, argumenten en betogen zijn dus ook het meest effectief waneer ze worden gericht naar die twijfelaar. Zo is het verkiezingsdebat ook een goed voorbeeld van een tripartiet gesprek. Ook hier zijn er debaters (de kandidaten) en een derde groep die uiteindelijk bepaald wie er het debat heeft gewonnen. In dit geval is dat de kiezer. Die bepaalt uiteindelijk in het stemhokje wie er het best heeft gedebatteerd en het meest overtuigend is geweest. Ook in de gemeenteraad ben je het meest effectief wanneer je je woorden richt tot de twijfelaar. Toch wordt er veel gemeenteraden niet voor de twijfelaar gesproken. Sprekers in de raad richten hun betogen naar bijvoorbeeld de wethouder of degene die het meest tegen een ingediende motie is. In beide gevallen zijn de woorden niet naar de juiste
Debatteren
8 van 28
persoon gericht. De wethouder heeft geen stemrecht in de raadszaal en hoeft dus niet te worden overtuigd. Ook tot je grootste tegenstander – degene waarvan je weet dat hij nooit voor jouw motie zal stemmen – hief je het woord niet te richten. Beter is om je woorden te richten tot de twijfelaar: de fractie die met een paar steekhoudende punten wel met je mee wil stemmen. Je standpunten, onderbouwing en voorbeelden zijn in het debat voor hen bestemd.Een goed debat zorgt er voor dat de twijfelaar een weloverwogen beslissing kan nemen. De debaters zorgen ervoor dat zijn hun standpunten weloverwogen en inzichtelijk formuleren en hun argumenten. Dat vraagt overtuigingskracht van de sprekers — de voor- en tegenstanders. Met hun spreek- en debatvaardigheden geven zij hun argumenten gewicht. In hun reacties op elkaar laten zien waar de keuze uit moet worden gemaakt, zodat de twijfelaar uiteindelijk, de argumenten gehoord hebbende, een weloverwogen afweging kan maken.
! !
Debatteren
9 van 28
Het verloop van het debat Goede debatten verlopen altijd volgens het stramien van meningen, reacties en eventueel afrondende woorden, of om het in termen van de retorica te stellen: de opzetfase, de verweerfase en de conclusiefase. Door deze fasering te hanteren, maken de sprekers het de toehoorders – de twijfelaars die overtuigd moeten worden – mogelijk hun mening te vormen over het onderwerp. De fasering zorgt ervoor dat het debat ordentelijk en overzichtelijk verloopt. Opzetfase
Verweerfase
Conclusiefase
De sprekers leggen gestructureerd uit welk standpunt ze innemen en met welke argumenten ze dat onderbouwen. De sprekers reageren op het standpunt en de argumentatie van de anderen en leggen uit met wie ze het oneens zijn, waarom ze het oneens zijn en welke argumenten ze hebben om het standpunt van de opponent te ontkrachten. De sprekers houden een afwegend betoog. Ze zetten de argumenten van de opponent tegen de eigen argumenten en maken de balans – in hun voordeel – op.
Niet iedere gemeente hanteert hetzelfde model voor de indeling van de fasen. In de ene gemeente is het gebruikelijk dat in een commissievergadering fracties al een (voorlopig) standpunt innemen en zit de opzetfase in de commissievergadering. In andere gemeente is de opzetfase pas in de raad en is de commissievergadering zuiver informatief en bedoeld om gegevens te verzamelen zodat u en uw fractie een standpunt kunnen innemen.
! Debatteren
10 van 28
Hoe ze zich ook manifesteren, de fasen zijn er altijd. In de eerste plaats omdat mensen nu eenmaal op deze manier een beslissing nemen. Informatie verzamelen, afwegen van criteria en dan pas een beslissing. Of u nu een zorgverzekeraar of een nieuwe tv uitzoekt of in de raad over de inrichting van het stadsplein besluit, de manier van besluiten is hetzelfde. Overigens geldt bij het uitzoeken van die zorgverzekeraar en de tv ook dat hoe beter de producenten hun unique selling points presenteren, hoe makkelijker u de keuze tot in de essentie terug kan brengen. En de juiste maakt. Als raadslid heeft u precies dezelfde verantwoordelijkheid. U standpunt en uw argumenten zo goed mogelijk te presenteren. Door uw betoog te onderbouwen met voor u essentiële punten maakt u namelijk ook duidelijk wat u belangrijk vindt voor de gemeente en de inwoners. Hoe u het wilt hebben. U schept met uw verhaal de voorwaarden voor goed bestuur. En door daar stevig het debat over te voeren, houdt u de besluitvorming in het politieke en gebruikt u het debat waar het voor is bedoeld: alle relevante argumenten op tafel krijgen waardoor het beste besluit door afweging ervan kan worden genomen.
!
Debatteren
11 van 28
Wat moet je kunnen om goed te debatteren? Debatteren is een persoonlijke prestatie. Goede debaters overtuigen in woord én daad. Niet alleen hun betogen zijn fraai en invoelbaar, ook de manier waarop ze worden gebracht, imponeert. Debatteren is een vorm van spreken in het openbaar. Wanneer je je een betoog houdt in een debat, geef je eigenlijk een soort mini-presentatie of speech. Spreken in het openbaar – zoals presenteren, speechen en debatteren – is een bijzondere vorm van communiceren. Ze anders dan de manier van communicatie die normaal gebruiken. Onze normale manier van in gesprek zijn met anderen – converseren – is meestal een gesprek van allen met allen. Er is géén structuur en géén gespreksleider. Bij spreken in het openbaar is dat anders. Daar is één iemand in gesprek met een hele groep. Dat betekent dat je als debater er zélf en als enige er verantwoordelijk voor bent of je betoog overzichtelijk is en aansluit bij wat de toehoorder wil weten. De verantwoordelijkheid om het gesprek te leiden vraagt andere vaardigheden dan de dagelijkse communicatie van ons vraagt.
• êthos, ofwel de manier waarop je jezelf presenteert • pathos, ofwel de manier waarop je ervoor zorgt dat je publiek zich aan kan sluiten bij het verhaal
• logos, ofwel de manier waarop je ervoor zorgt dat je publiek je verhaal begrijpt.
! Debatteren
12 van 28
Ethos: het voorkomen van de spreker Toehoorders hebben soms al een idee van wat ze van je vinden nog vóór dat je een eerste woord hebt gezegd. Dat heeft alles te maken met je lichaamstaal en je uitstraling. Je kunt zelf beïnvloeden hoe je overkomt, door op deze vijf punten te letten. 1. Houding 2. Handen 3. Oogcontact 4. Mimiek 5. Stem Houding Voor je houding is het van belang dat je zelfverzekerd staat. Dat betekent: • Ga staan op een plek waar je publiek je goed kan zien. • Sta recht; schouders naar achter en borst vooruit. • Hou je benen stevig op de grond. Vaak zakken mensen letterlijk in wanneer ze voor een groep staan. Dat staat comfortabeler, maar je komt als presentator minder sterk over. Voor een goede houding geldt ook dat je rustig blijft staan. Sommige sprekers lopen nog wel eens druk van voor naar achter wanneer ze een groep toespreken. Dat komt onrustig en daardoor minder overtuigend over. Ook wanneer je zit, is een goede houding van belang. Een rechte rug en rechte schouders komen zelfverzekerder over dan wanneer je gebogen over je bureau dicht in de microfoon praat. Daarbij, wanneer je je zo in de microfoon propt, is het geluid vaak ook slechter.
!
Debatteren
13 van 28
Handen Heel vaak leiden presentatoren hun publiek af met hun handen. Ze frummelen aan haar, spelen met een pen of met een papiertje of stoppen ze in hun zak. Hou je handen rustig op navelhoogte voor je. Je zult merken dat je je niet in de weg zitten en dat je ze makkelijker gebruik om je verhaal nonverbaal kracht bij te zetten. Daarnaast kun je je handen ook functioneel inzetten. • Je kunt je tekst organiseren door met je vingers je argumenten op te sommen: ‘één, twee, drie..’. • Je kunt belangrijke zinnen markeren door met een opgeheven hand of vinger er extra aandacht voor te vragen. • Je kunt met handgebaren en symbolen als ‘oké’, een duim omhoog of een ‘stop-teken’ je tekst ondersteunen. Oogcontact Door goed oogcontact te maken met de groep maak je duidelijk dat je vindt dat je met de groep in gesprek bent. Wanneer je te veel (en dat is al snel) naar je aantekeningen, uit het raam of naar het plafond kijkt, raakt het publiek snel afgeleid. Veel sprekers vinden goed oogcontact houden het moeilijkste van presenteren. Toch is het ‘t belangrijkste waarmee je kunt laten zien dat je graag wil dat je publiek luistert. Mimiek Ook je gelaatsuitdrukking is van belang bij het debatteren. Sommige sprekers kijken door zenuwen of andere emoties soms angstig of te serieus. Zo’n gezichtsuitdrukking kan afleiden omdat ze niet past bij het betoog. Wees je daarom bij het debatteren er bewust van hoe je kijkt. Een vriendelijk gelaat is prettiger om naar te kijken dan een boze, strenge blik.
! Debatteren
14 van 28
Stem Goed gebruik van je stem wil zeggen dat je stem afwisselend klinkt. Dat wil zeggen dat je afwisselt met: 1. de toonhoogte, ofwel de melodie; 2. het volume door afwisselend harder en zachter te spreken; 3. het tempo, door bijvoorbeeld een belangrijke passage langzamer uit te spreken. Bij het goed gebruik van je stem, hoort ook het goed gebruik van stiltes. Met stiltes kun je veel bereiken: • Je kunt door een gepaste stilte je worden meer impact geven. • Het is na een stilte duidelijker dat je een nieuw onderdeel aansnijdt. • Een stilte is een goed alternatief voor ‘uuuhhhh’. Een publiek vind een korte stilte van twee tellen helemaal niet erg.
! !
Debatteren
15 van 28
Pathos: rekening houden met het gevoel Mensen zijn geen computers. Wanneer we een keuze maken, gebruiken we niet alleen ons verstand maar ook ons gevoel. Dat geldt ook voor je publiek in het debat: je collega-raadsleden maar zeker ook de publieke opinie. Bij het politieke debat dien je rekening te houden met het gevoel van je publiek. Je toehoorders zullen bij wat je zegt hoe dan ook een gevoelswaarde hebben; als mensen kunnen ze niet anders. Je kunt ze wel helpen door het gevoel wat jij hebt bij een bepaald standpunt of argument zelf over te brengen. Door met de keuze van je woorden duidelijk te maken wat jij voelt bij je betoog en door slim gebruik te maken van voorbeelden of vergelijkingen, kun je nog overtuigender zijn. Kiezen van woorden Woorden kunnen een grote invloed hebben op iemands mening. De meeste woorden, zo niet alle, hebben een bepaalde lading. Neem bijvoorbeeld het woord asielzoeker. In een betoog of een debat kun je dat uitleggen als ‘vluchteling’ of als ‘gelukszoeker’. Door voor het eerste woord te kiezen, geef je een meer positief beeld van het begrip ‘asielzoeker’ dan wanneer je het tweede zou gebruiken. Zorg er voor dat je bewust kiest welke woorden je gebruikt in je betoog! Let er ook op welke termen je opponent gebruikt. Wanneer hij een negatief geladen term gebruikt voor iets wat jij juist in een positief daglicht wil stellen, zorg je er voor dat je een positieve term gebruikt.
! Debatteren
16 van 28
Illusteren van je argumenten Net zo goed als dat mensen nooit rationeel zijn, zullen ze je woorden ook nooit letterlijk nemen. Immers, mensen denken niet in woorden maar vooral in beelden. Wanneer je je betoog onderbouwt hou je hier rekening mee door vooral je argumenten te ‘illustreren’ met een voorbeeld, een anekdote of een vergelijking. Mensen willen immer niet alleen de koude informatie, ze willen ook het belang van een argument kunnen voelen. “People want to know how much you care, before they care how much y o u k n o w, ” z e i Ro n a l d Reagan. Wil een argument begrepen worden, zorg er dan voor dat dit argument uit drie delen bestaat state, explain, illustrate. Of in het Nederlands: • Noem het argument (state) • Leg het argument uit (explain) • Geef een voorbeeld (illustrate) Elke keer wanneer je een argument noemt, zorg je ervoor dat je goed uitlegt wat je ermee bedoeld. En door steeds na je argument, de uitleg een voorbeeld zoals een feit, een statistiek, een analogie of een (wetenschappelijke) theorie te geven, zorg je dat je publiek zich goed kan inleven bij wat je bedoeld. Neem bijvoorbeeld het argument bij de stelling: de Beatrixlaan moet een snel-busbaan krijgen. In dit voorbeeld is één van de argumenten dat de aanleg van een snel-busbaan goed is voor de volksgezondheid.
Debatteren
17 van 28
! state
“Het aanleggen van de busbaan is goed voor volksgezondheid.”
explain
“Door de snellere busbaan, zullen meer mensen met de bus gaan reizen, waar ze anders naast de baan in hun eigen auto in de file hadden gestaan. Dat betekent minder auto’s op de Beatrixlaan. En minder auto’s betekent minder uitlaatgassen.”
illustrate
“Toen ze in de gemeente Hoevendrecht een vergelijkbare baan aanlegde, daalde het fijnstofpercentage met 30%.”
Door je argument SEXI te maken, hou je je aan de regels waarop mensen graag hun mening vormen. Door je argument uit te leggen, zorg je ervoor dat iedereen snapt wat je bedoelt en waarom het belangrijk is. Door ook een voorbeeld te noemen, maak je argument ’levendig’.
!
Debatteren
18 van 28
! Logos: gestructureerd gesproken De belangrijkste taak van het debat is de twijfelende meerderheid van de raad argumenten mee te geven om een eigen mening te vormen over een voor u als spreker belangrijk onderwerp. Maar natuurlijk wilt u ook dat die toehoorder uw argumenten niet alleen goed beluisterd, maar ook dat hij uiteindelijk in het voordeel van uw standpunt besluit. Het is een open deur, maar het houden van een goed en overtuigend betoog is niet hetzelfde als het innemen van een standpunt. Toch bestaat de verleiding om tijdens het spreken iets te formuleren zoals je het zelf zou willen horen of zoals je het tegen jezelf zegt. Maar dat is niet waarom je debatteert. Je debatteert niet om gehoord te worden, maar omdat je anderen wilt overtuigen! Dan is het belangrijk om je verhaal niet te formuleren zoals je het wilt zeggen, maar op een manier die de toehoorder wil horen. Een goed betoog heeft – net al elk ander goed verhaal – een kop, een romp en een staart. Zorg ervoor dat voordat je aan je uitleg begint iedereen waarover je het gaat hebben door ze nieuwsgierig en aandachtig te maken met een aandachttrekker, duidelijk en krachtig uit te leggen wat je standpunt is en een helder overzicht te geven van je argumentatie alvorens het in de romp uit te werken. Na die uitwerking rond u uw verhaal af door de argumenten nog eens te noemen, door ze in een
Debatteren
19 van 28
krachtig woord aan te halen. Herhaal je standpunt en sluit uw verhaal af met een oproep aan de twijfelaar (“en daarom vraag ik u voor deze motie te stemmen”) of door met een relevant citaat of spreekwoord aan te geven dat uw betoog af is. Voor de uitwerking van je argumenten, gebruik je het ezelsbruggetje SEXI. In een schematisch overzicht ziet je betoog er dan als volgt uit. Betoogstructuur Aandachttrekker
Maak je publiek ierig nieuwsg
Kernboodschap
Argument 1
Argument 2
Argument 3
Argument 1
Argument 2
Argument 3
Uitwerking
Uitwerking
Uitwerking
Voorbeeld of Illustratie
Voorbeeld of Illustratie
Voorbeeld of Illustratie
Argument 1
Argument 2
Argument 3
Ma argumak je ent SEXI en
Kernboodschap
Kortom,...
In de bibliotheek van het Periklesinstituut vind je een formulier van dit betoog. Je kunt het formulier gebruiken om je betoog tijdens het debat gestructureerd te houden. Je vind de bibliotheek via deze link: www.periklesinstituut.nl/bibliotheek/.
! Debatteren
20 van 28
Reactief reageren Bij een goed debat is het ook belangrijk dat de debaters op elkaar in gaan. De toehoorder moet uiteindelijk een afweging maken en dat kan alleen als hij een weloverwogen keuze kan maken tussen de genoemde argumenten. Je helpt de toehoorder door duidelijk te maken waarom jouw argumenten zwaarder wegen dan die van je opponent. Dat betekent ook dat je goed aanhaalt wat er al in het debat door je tegenstanders is gezegd — en het onderuithaalt. Goede, professionele sprekers zoals congres-sprekers, professionele politici en journalisten leren technieken om elke opmerking van een ander goed te begrijpen en de kern van wat er gezegd is er uit te halen. En toch kunnen ook de beste luisteraars nog wel iets leren met één heel praktische tip: luister, en luister vooral reactief. Want zelfs wanneer je een vraag uit het publiek, een tegenwerping op je voorstel of een tegengestelde mening goed hebt begrepen, kun je niet zomaar beginnen met je eigen betoog waarin je uitlegt dat je het er niet mee eens bent. Je zult je publiek ook uit moeten leggen waarmee je het niet eens bent. Anders zullen ze al heel snel je opmerking los van het standpunt van je gesprekspartner zien. Dat wat jij in je hoofd hebt, kan bij een ander al weer zijn weggezakt. Hou daarom bij elke reactie die je geeft deze eenvoudige regel in de gaten: 1. leg uit waar je op reageert 2. leg uit waarom je het er niet mee eens bent 3. leg uit wat je eigen standpunt is
!
Debatteren
21 van 28
Stel nu eens dat je in de raad pleit voor een investering in de ontwikkeling van een multifunctioneel centrum met horeca, een arthousebioscoop, zalen enzovoorts. Niet iedereen is direct enthousiast en je krijgt in de raad tegengeworpen dat er geen publieke middelen moeten worden geïnvesteerd in iets wat privaat geëxploiteerd gaat worden. Je kunt roepen dat het er toch moet komen. Je kunt ook aanwijsbaar reageren op het standpunt van je opponent in de raad Wat ik hoor zeggen is dat we niet met publiek geld moeten bij dragen in dit project. Daar ben ik het niet mee eens want dit centrum heeft - hoe het ook geëxploiteerd wordt - een publieke functie. Het maakt de buurt beter en de stad aantrekkelijker. En daarom vind ik dat we hier in moeten investeren. Wanneer we dat doen, maken met publiek geld een publieke functie mogelijk. Is dat niet precies waar publieke middelen voor bedoeld zijn? Op deze manier help je je toehoorders overzicht te bewaren in een uitwisseling van argumenten en standpunten. En daarbij maak je het voor hen makkelijker om te besluiten met wie ze het ‘t meeste eens zijn.
!
Debatteren
22 van 28
Maak van een probleem een probleem Niet alle debatten gaan over de zaken waar ze over zouden moeten gaan. Vaak wordt er in een debat over arbeidsmigratie gerept over de onuitvoerbaarheid van gezamenlijke Europese-grenscontroles, weidt een debat over een eventueel Koran-verbod uit over hoe dat dan te controleren is en wordt in een debat over spreiding van leerlingen in Amsterdam navraag gedaan over hoe dit effect heeft op de wachtlijsten van categoriale gymnasia. Deze debatten gaan over bijzaken — en niet over de hoofdzaak. Ze verliezen dan ook al snel de aandacht en interesse van het publiek. In de jaren ’70 werd er door onderzoekers in de Verenigde Staten grootschalig onderzoek gedaan naar waar debatten over gingen. De in de VS veelvuldige gehouden debatwedstrijden op en tussen universiteiten werden op de achtergrond van de argumentatie onder loep genomen. Het leidde tot een handige opsomming van waar debatten over gaan, de stock issues of standaard geschilpunten genoemd. De volgorde is in zekere zin hiërarchisch. Een debater staat nu eenmaal sterker wanneer hij aan kan tonen dat er een groot probleem is, sterker dan wanneer hij slechts kan aantonen dat de stelling uitvoerbaar is. De stock issues zijn daarom ook een goede checklist die helpt bij het formuleren van de argumenten die een debat kunnen worden gebruikt. Hoe groter het geformuleerde probleem hoe sterker de debater staat. De argumenten krijgen bijna letterlijk ‘meer gewicht’. Een voorbeeld: toen de George W. Bush de wereld er van wilde overtuigen dat het noodzakelijk was dat er militair werd ingegrepen in Iraq. En ondanks dat de schending van mensenrechten in het land zelf of het niet uitvoeren van UN-resoluties argumenten op hadden kunnen leveren, koos Bush om te benadrukken dat de wereld in gevaar was.
Debatteren
23 van 28
“Saddam Hoessein heeft binnen 45 minuten een massavernietingingswapen op elke plek ter Aarde. Weapons of mass destruction, in the hands of a madman.” Het voorbeeld toont ook aan dat het sterkste argument niet eens waar hoeft te zijn wanneer de oppositie niet verder komt dan uitleg vragen op de uitvoerbaarheid of schuldverwijzingen aan het adres van de Verenigde Staten door het buitenlands beleid. Goede debatten gaan over het echte probleem. Het punt wat mensen raakt, waar ze zich zorgen over maken, wat ze voelen in hun portemonnee. Toch is het begrijpelijk dat debatten soms afdwalen naar de voor- en nadelen van een oplossing over slechts gaan over of iets ‘kan’. Deze punten zijn voor de dossiervoerders vaker meer ‘tastbaar’ en hebben minder inlevingsvermogen nodig. Niet voor de toehoorders en de rest van de raad. Die willen niet horen of het kan, die willen geraakt worden door of uw voorstel een probleem oplost. Pim Fortuyn ging hier handig mee om. Bij kritiek op de haalbaarheid van zijn onderwijsplannen, wuifde hij die gewoon weg met “voor zo’n groot probleem, is er altijd geld.” In uw betoog zoekt uw ook naar de problemen die u voor de mensen in de gemeente wilt oplossen. U wilt een speeltuin? Vertel over het belang van spelen en niet over de exploiteerbaarheid. U wilt meer geld naar stadswachten? Vertel over de ernst van kleine overlast en niet over procedures van de bestuurlijke boete. Hoe beter u formuleert welke problemen u voor de gemeente wil oplossen, hoe meer uw voorstel uw collega’s in de raad én de burgers raakt. Overigens zijn de standaardgeschilpunten niet alleen bijzonder bruikbaar bij het formuleren van uw argumenten. U gebruikt ze net zo goed bij het
Debatteren
24 van 28
luisteren naar de zwakheden in het betoog van de ander. Want welke problemen wenst uw opponent op te lossen? Zijn die problemen ernstig? Of structureel? U zou niet de eerste zijn die een plan van een wethouder moeiteloos onderuit haalt door de vragen ‘Waarom dan? Wat lossen we precies op?’ te stellen. En als er dan al een oplossing is, werkt die wel? Is ze effectief? En als ze dan al effectief is, mag u de vraag stellen of het wel kan worden uitgevoerd. Zo nee, kunt u immers mooi en adequaat dan uw eigen plan presenteren.
!
Debatteren
25 van 28
Het debat als bestuursinstrument Anders dan bij bijvoorbeeld het wedstrijddebat, debatteer je in de gemeenteraad niet voor jezelf. Uiteindelijk gaat het er om, dat je met elkaar de gemeente te bestuurd. Het debat gebruik je om de raad samen te laten formuleren wat ze belangrijk vind en waar het college op wordt beoordeeld wanneer ze haar beleid presenteert. In de gemeenteraad bespreek je in elke raadsvergadering een aantal grote en minder grote heikele kwesties. Het zijn zonder uitzondering zaken waarover een politieke beslissing moet worden genomen en waar meningsverschil over bestaat. Hoe duidelijker fracties onder woorden brengen wat voor hen belangrijk is, hoe beter de besluitvorming. Met goed gearticuleerde meningen, kan de raad gezamenlijk een afweging maken. Bij dat besluit is zo ook duidelijk waar de raad voor heeft gekozen. Bijvoorbeeld: tijdens een debat blijkt dat de argumenten voor de ‘economie’ zwaarwegender zijn dan de argumenten voor ‘milieu’. Ook wanneer je het niet eens bent bent met het uiteindelijke besluit, is wel duidelijk hoe het is genomen. Een goed debat draagt zo bij aan een vesterking van de zichtbaarheid van de democratie. Zo’n debat begint met sprekers die een standpunt duidelijk innemen en hun betoog met passie en invoelbaarheid brengen. Door met deze lesbundel u zelf daar in te bekwamen, helpt u dus uw kiezers én de kwaliteit van de democratie. Het is een goed begin.
!
Debatteren
26 van 28
Over het Periklesinstituut Perikles was van 461 - 429 de onbetwiste leider van Athene. Onder zijn bewind groeide de cultuur, kunst, onderwijs, filosofie en uiteraard de democratie in de stadstaat uit tot waar wij haar nu nog om roemen. Door Perikles’ charismatisch optreden en verbale daadkracht wordt de bloeitijd van Athene ook wel ‘de Gouden Eeuw van Perikles’ genoemd. Het Periklesinstituut helpt gemeenteraden en Provinciale Staten de raadsvergaderingen effectiever maken, traint politici in het volksvertegenwoordigende ambt en coacht bestuurders in spreken in het openbaar in en om de raadsvergaderingen. Het instituut begeleidt gemeenteraden in het verbeteren van het debat en het politieke proces, verzorgt trainingen voor fracties en individuele politici en coacht wethouders en andere politiek bestuurders. Onze trainers delen jarenlange ervaring in het trainen en coachen met een ruime ervaring in de politiek. Ze waren raadslid, wethouder, griffier enzovoorts. De programma's van het Periklesinstituut verbeteren samen met de leden van de volksvertegenwoordiging de meningsvorming, scherpte van de afweging en de overzichtelijkheid van de vergaderingen. Met inwerkprogramma’s voor de nieuwe raad, raadsbijeenkomsten, trainingen en workshops helpen ze de raad effectiever te vergaderen en tot betere besluitvorming te komen. Onze trainingen helpen volksvertegenwoordigers en fracties met hun debat- en presentatievaardigheden en coacht hij politiek bestuurder op het debatteren in de raad of Staten en het spreken in het openbaar. Kijk voor meer informatie op www.periklesinstitituut.nl.
Debatteren
27 van 28
Effectief in het politieke debat Als raadslid ben je vaak in debat. Sterker nog, debatteren is je vak. Van mening verschillen met andere fracties en over die kwesties het gepreek aangaan is het feitelijke werk van de gemeenteraad. Natuurlijk heeft u de taak om uiteindelijk aan het eind van het debat als raad gezamenlijk een beslissing te nemen, maar zonder goed raadsdebat mag je ook niet verwachten dat er goede beslissingen worden genomen. En de stad goed wordt bestuurd. Deze lesbundel gaat over het belang van een goed debat én welke vaardigheden ieder raadslid nodig heeft om er voor te zorgen dat een goed politiek debat aan al deze voorwaarden kan voldoen. En hij zijn eigen punten zo veel mogelijk binnen haalt. Deze lesbundel hoort bij de training Effectief in de politiek van het Periklesinstituut.
! Over de auteur John Bijl is oprichter en directeur van het Periklesinstituut. John geldt als specialist op het politieke debat. Hij begeleidt gemeenteraden en Provinciale Staten in verbeteren van het debat en de raadsvergaderingen. Hij publiceerde artikelen in wetenschappelijke tijdschriften en landelijke nieuwsmedia zoals NRC Handelsblad, de Volkskrant. Geregeld analyseert debatten en geeft hij commentaar op radio en televisie. Voor Binnenlands Bestuur schrijft hij de column ‘Mysteryburger’ over de kwaliteit van het debat in lokale politiek. Periklesinstituut Postbus 25193
3001 HD Rotterdam
! Het Periklesinstituut begeleidt gemeenteraden en Staten in het effectiever maken van het debat en het politieke proces, traint fracties en individuele politici en coacht wethouders, gedeputeerden en overige politiek bestuurders.
www.periklesinstituut.nl
Debatteren
28 van 28