Leeg, en nu? Een huis vol verhalen
Research paper over de herbestemming van het stadhuis van Bolsward Feikje Hylkema Master interieur architectuur Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht
2
Voorwoord Wat doe je met een rijksmonument dat na 400 jaar bestuurlijke functie leeg komt te staan? Een nieuwe publieke functie geven als bibliotheek en museum. Dat was het besluit van de gemeente Súdwest Fryslân in de winter van 2012 voor het stadhuis van Bolsward. Dit besluit was het vertrekpunt voor mijn afstudeeropgave. Op welke manier kan een publiek monumentaal pand tijdens een functie verandering zowel programmatisch als functioneel klaar gemaakt worden voor haar nieuwe publieke functie nu en in de toekomst? De opgave is meerledig het draait om het samenbrengen van partijen, het inschatten van de behoeften uit de omgeving. Met als doel het vormen van een uitnodigend concept , een ontwerp met verschillende belevingslagen, een plek waar omwonenden zich welkom voelen. De gemeente Súdwest Fryslân en in het bijzonder de betrokkenheid van dhr. S. La Roi hebben er toe bijgedragen dat ik een goed beeld kon vormen over de context en complexiteit van het project daar ben ik hun zeer dankbaar voor. Het was een snel maar vooral begeesterend traject om te doorlopen en maakt me elke dag enthousiaster over de mogelijkheden die er liggen.
3
4
Inhoudsopgave Ontwerp opgave 1. 1.1 Fascinatie
9
1.2 Onderzoeksvraag
11
1.3 Probleemgebied
13
1.4 Opdrachtgever
15
1.5 Briefing
17
Context analyse Gebruikersonderzoek 2. 2.1 Betrokken partijen
21
2.2 Programma van eisen
23
2.2.1
Programma van eisen vanuit de bibliotheek
2.2.2
Programma van eisen vanuit de musea
25
2.3 Co design
27
2.4 Observaties
31
2.5 Kapferer
33
Context analyse 3. 3.1 Bolsward
37
3.2 Stadhuis
39
3.3 Heeft Bolsward ook last van krimp?
41
3.4 Combinatie bibliotheek met musea
43
3.5 Veranderend cultuur beleid
45
3.6 Hoe wordt het concept financieel ingestoken?
47
3.7 Voorbeelden van monumentale verbouwingen
49
3.8 Hoe ga ik om met het monument en de ingrepen hierop?
51
3.9 Hoe zorg ik voor laagdrempeligheid in een cultuur complex?
55
Concept 4. 4.1 Debriefing
59
4.2 Rol en nieuwe functie in stad
61
4.3 Welke functies worden ondergebracht in het stadhuis?
63
4.4 De bindende factor
67
4.5 Uitgangspunten voor het ontwerp
69
5
Ontwerp 5. 5.1 Gebouw analyse
73
5.2 Overzicht
77
5.3 Entree
81
5.4 Toegankelijkheid
85
5.5 Vlekkenplan
87
5.6 Ontwerp
89
Bronnen
91
6
Ontwerp opgave 1.
7
8
1.1 Fascinatie Mijn fascinatie voor het herbestemmen van monumentale gebouwen komt voort uit de fascinatie voor de gebouwen zelf. De gebouwen hebben een rijke historie en zijn vaak zo betekenisvol voor hun omgeving dat de functie verandering vaak een grote impact heeft op de omgeving, maar ook voor het ontwerp is het vaak een zoektocht voordat je tot de juiste aanknopingspunten komt. Een herbestemmingsopgave zorgt voor de noodzaak te zoeken naar betekenis en begrip voor het geen wat is en was, en voor het geen wat je tot stand wilt brengen. De gelaagdheid die met de jaren ontstaat en het zoeken naar een manier waarbij zowel de nieuwe functie als de eigenheid van het gebouw tot hun recht komen. Wat ik erg mooi vind aan het herbestemmingsvraagstuk voor het stadhuis, is het kader waarin de opgave zich afspeelt. De maatschappelijke context, de historische lading, de betekenis en behoeften vanuit de bevolking, het inspireren van de betrokken partijen en toewerken naar een inspirerend en aansprekend concept.
9
10
De onde rzo e k s vr a a g :
Op welke manier kan een publiek
monumentaal pand tijdens een functie verandering zowel programmatisch als functioneel klaar gemaakt worden voor haar nieuwe publieke functie nu en in de toekomst?
11
12
1.3 Probleemgebied De gemeente Súdwest Fryslân heeft bij de fusering van de vijf gemeenten in de zuidwest hoek van Friesland besloten op zoek te gaan naar een nieuwe invulling van het stadhuis van Bolsward. Het stadhuis is een gebouw dat dateert uit 1617 en heeft een dermate belangrijke monumentale en publieke waarde dat men met zorg onderzoek gedaan heeft naar een passende invulling. Besloten is om de bibliotheek en de drie kleine musea, het Titus Brandsma museum, de Oudheid kamer en het Gysbert Japicx hûs gezamenlijk in het gebouw onder te brengen. Verder moet het gebouw geschikt blijven als trouw locatie en moet gekeken worden of er mogelijkheden zijn om het gemeenteloket in het stadhuis onder te brengen. De drie musea hebben nog niet eerder samengewerkt. Allereerst moet dan ook onderzocht worden op welke manier zij samen, als één gezamenlijke organisatie verder willen. Vervolgens moet de samenwerking met de bibliotheek verder worden onderzocht. Ook moet hierbij gekeken worden wat de vraag vanuit de omgeving is, en wat hiervoor een passend concept kan zijn. Het gebouw is heel karakteristiek en monumentaal, maar ook erg gesloten en onoverzichtelijk. Er moet gezocht worden naar een ingreep waarbij zowel inzichtelijkheid wordt gegeven in de gebouwstructuur als wel laagdrempeligheid en openheid voor een uitnodigende uitstraling en een welkom gevoel.
13
14
1.4 Opdrachtgever De opdrachtgever van dit project is de Gemeente Súdwest Fryslân, die tevens de eigenaar van het gebouw is. De gemeente hecht veel waarde aan het gebouw en vind het van belang dat deze weer een publieke functie krijgt. De projectmanager is dhr. S. La Roi die verantwoordelijk is voor het de totstandkoming, planning en uitvoering van het project. Daarnaast hebben de partijen die in het gebouw gesitueerd gaan worden ook een bepalende rol. De bibliotheek, die de afgelopen jaren hard gewerkt heeft aan een toekomstgerichte visie en concept. Het Titus Brandsma museum, met Titus Brandsma als thema die onderwerpen als rassenhaat, evangelie, onderwijs, journalistiek en de zaligverklaring als thema’s meedraagt. Het Gysbert Japicx museum dat gaat over de schrijver en dichter Gysbert Japicx die zijn werkende leven als schoolmeester doorbracht. De man die de Friese taal op schrift stelde en een bekende 17 eeuwse schrijver was die zowel nationaal al internationaal bekend was. Als laatste partij die e
meedingt als opdrachtgever is daar nog de oudheidkamer, een museum die tot stand is gekomen door het verzamelen van objecten die belangrijk zijn in de geschiedenis van Bolsward. De oudheid kamer zit gevestigd in het stadhuis, en zij presenteert haar objecten nog op traditionele wijze in vitrines. Wat je merkt bij de betrokken museum partijen, is dat deze veel hart hebben voor het geen wat ze tot stand brengen. Maar dat ze te veel op de traditionele manier het museum presenteren en niet aantrekkelijk genoeg zijn, waardoor ze te weinig bezoekers trekken.
15
16
1.5 Briefing Vanuit de gemeente Súdwest Fryslân was de briefing te onderzoeken op welke manier de bibliotheek en het museum samen in het gebouw ondergebracht kunnen worden. Hierbij werd gesproken over de toegankelijkheid die verbeterd moet worden om aan de eisen voor een museum te kunnen voldoen. Er werd gesproken over het zoeken naar de overeenkomsten waarin de bibliotheek en het stadhuis elkaar konden ondersteunen. En op welke wijze het gebouw aan haar nieuwe functie kon worden aangepast.
17
18
Context analyse 2. Gebruikers onderzoek
19
20
2.1 Betrokken partijen De opgave ging in eerste instantie om het tot stand brengen van een samenwerking tussen de bibliotheek en het museum. Op welke wijze kunnen deze samenwerken en elkaar versterken? Ook ging het hierbij sterk om het raakvlak tussen beide functies. Kan ik met het ontwerp een manier vinden waarbij het museum en de bibliotheek op één of andere wijze niet strikt gescheiden van elkaar zijn maar juist meer in elkaar overgaan. Tijdens de bijeenkomsten die georganiseerd zijn door de gemeente kwam naar voren dat de musea eerst zelf een slag te slaan hebben. voordat er gekeken kan worden de wijze van samenwerking tussen de bibliotheek en het museum, moet er eerst duidelijkheid zijn over de manier waarop het nieuwe museum de elementen vanuit de oude musea vertegenwoordigd. Bij het tot stand brengen van het museum concept zie je dat de musea hier ondersteuning bij nodig hebben. De vorming van het concept gaat teveel over de praktische invulling en minder over de grote lijnen en visie op de manier van presenteren en identiteit van het nieuwe stadhuis. Bij de conceptvorming wordt hier verder op ingegaan.
21
22
2.2 Programma van eisen Het Programma van eisen van de verschillende partijen staat niet los van het gebouw of de samenwerking.
2.2.1Programma van eisen vanuit de bibliotheek: Functie:
optimale m2
Entree en hal
30
Uitleencentrum
15
Digitaal eiland
20
Informatie afdeling balie
20
Uitleenruimte
250
Inlichtingen balie
-
Muziek afdeling
-
Tentoonstellingen
-
Ontvangstruimte
-
Publiekstoiletten
25
Personeelsruimte
70
Directie ruimten
75
Magazijn
48
Diverse overige ruimten
30
Totaal
583
23
24
2.2.2 Programma van eisen vanuit de musea: (de musea geven geen vierkante meters aan) Rolstoeltoegankelijkheid alle expositie ruimten Entree via waag Toegang en kaart verkoop TIP ruimte Museum winkel Taal winkel Balie met telefoon en toezicht Museum café Wissel expositie bij voorkeur aan einde route Expositie ruimten efficiënt en flexibel Depot en werkruimte Kantoor en vergader ruimte Bezoekersstromen scheiden bij museum functie Het gebouw moet zichtbaar en herkenbaar zijn Het gebouw moet uitnodigen naar binnen te gaan Omliggende buitenruimte benutten en betrekken Vrije toegang vanaf plein naar lift t.b.v. transport De ruimten dienen te voldoen aan de gestelde constructieve en klimaat eisen.
25
26
2.3 Co design De Co-design sessie is een sessie waarbij je in groepen concepten gaat bedenken. Deze ideeën mogen ‘out of the box’ zijn, de ideeën mogen verre van realistisch lijken. Doordat je niet begrensd wordt door onmogelijkheden kom je tot nieuwe ideeën en vaak verrassende inzichten en aanknopingspunten. De Co-design sessie heb ik tweemaal uitgevoerd. De eerste keer heb ik de sessie gehouden met de betrokken partijen tijdens één van de vergaderingen. De tweede keer heb ik de sessie gehouden met een jonger gemêleerd gezelschap om zo input te krijgen van een breder publiek. De Co design sessie leidde tot onderdelen voor het programma van eisen, en tot onderdelen voor een compleet aanbod aan programma in het gebouw. Het was goed te zien hoe veel onderdelen bij beide sessies naar voren kwamen. En ook goed om het verschil te zien tussen de toegespitste focus van de groep betrokkenen en de wijdere en kritischere blik van het gemêleerde gezelschap. De sessie leidde niet alleen tot inzicht in de programma onderdelen en het concept. Het leidde ook tot inzicht in de context, verschillende invalshoeken en de omliggende problematiek. Zo kwam naar voren dat er mensen waren die er op tegen waren dat er commerciële horeca in het pand werd geplaatst, waar anderen dit juist een pre vonden. Ook werd er verschillend gesproken over de musea en bibliotheek, door de één beschouwd als suf en stoffig, waar anderen kansen zagen voor een nieuwe invalshoek voor deze instanties. Ook werd duidelijk aangegeven dat de kansen en sfeer van het gebouw benut moet worden en dat er breder moet worden ingezet dan alleen bibliotheek en museum, er moet bijvoorbeeld ook gedacht worden aan presentaties, voorstellingen, concerten en filmavonden. Door te zoeken naar een totaal concept, ben ik op zoek naar een programma dat een breed publiek aantrekt, een concept waar veel mensen zich prettig in voelen. Het moet van stadhuis veranderen naar het huis van de stad.
27
28
Uitgangspunten die vanuit de co design sessie naar voren kwamen:
Horeca
Laagdrempelig en open
Ontmoeten en gezelligheid
Opvallend
Inspireren en beleven
Eén verhaal of een gezamenlijk thema
Lezingen en discussie
Culturele activiteiten
Statig en stijlvol
Actief en interactief
Kinderactiviteiten
Kennis en informeren
Werken, vergaderen en studeren
Scholen betrekken en aanbieden leskisten
Digitalisering en socialmedia benutten
Wisselende thema’s en exposities
Sterk merk en logo
29
30
2.4 Observaties Om goed inzicht te krijgen in de rol en positie van het stadhuis in het centrum van Bolsward, heb ik observaties gedaan. Tijdens observaties merk ik vaak dat ik vooral een focus heb op sociale invloeden en de positie van het gebouw ten opzichte van verschillende elementen. Wat me opviel aan sociale aspecten was de ontspannen sfeer die in het centrum hing. De sociale interactie die er plaatsvind tussen de mensen die aan het winkelen zijn. Wanneer men elkaar passeert wordt er gegroet, Daarnaast zie je dat veel mensen bekenden tegenkomen en met elkaar in gesprek gaan. Het tempo van bewegen lijkt minder hoog te liggen. Daarnaast valt de leeftijd op van de mensen die in de stad rondlopen. Dit kan heel goed komen door het tijdstip waarop de observatie werd gehouden, namelijk rond twee uur ’s middags. Er waren vooral mensen vanaf vijftig plus en tieners van rond de zestien. Ook zie je dat er een beperkt aanbod aan horeca en winkels zijn. Er is weinig horeca, en er zijn minder franchise of grote ketens dan in andere woonplaatsen. Dit geeft het centrum een lokale sfeer en indruk. Wanneer we kijken naar het Stadhuis, dan zien we dat deze een prominente rol speelt in het centrum. Het karakteristieke en monumentale gebouw draagt bij aan de karakteristieke sfeer van het elf steden stadje. Het maakt deel uit van het achtergrond decor van het centrum. Het centrum kent een duidelijke noord en zuid zijde. Het stadhuis staat aan de zuidzijde. Vanaf het centrum kijk je op de waag en raadzaal zijde van het gebouw uit. Het stadhuis staat erg dicht op de straat. Het verkeer raast op nog geen drie meter aan het gebouw voorbij. De belijning van het centrum lijkt te leiden naar het stadhuis. De gracht en de hoofdwegen lopen in zichtlijnen allemaal uit op het Stadhuis. Het stadhuis heeft een vrij gesloten uitstraling. Op de begane grond kun je nergens het gebouw binnenkijken. Ook straalt het gebouw door haar imposante versieringen en monumentaliteit afstand uit. Wanneer er gezocht wordt naar een nieuwe publieke functie lijkt het goed te zoeken naar een oplossing die meer openheid en laagdrempeligheid biedt.
31
32
2.5 Kapferer Om het stadhuis in een gedegen en sterk concept te kunnen gieten vind ik het van belang te onderzoeken welke uitstraling en eigenschappen het stadhuis in de toekomst moet hebben. Om dit inzichtelijk te maken heb ik het Kapferer model gebruikt. In dit model bekijk je de Fysieke verschijningsvorm van het “product” En wat is je hoofdfunctie? Waar denken mensen onmiddellijk aan als ze iets over jou moeten zeggen. Wat is de persoonlijkheid van het merk? Wat straal je al merk persoonlijk uit? De Cultuur, zijn de normen en waarden van het concept. Op welke manier straal je jezelf naar de omgeving uit? Het zelfbeeld gaat over wat wil de consument bereiken door gebruik te maken van het concept? De reflectie omschrijft de doelgroep en de relatie gaat over de immateriële uitwisseling tussen het concept en de gebruiker. Wat bindt hen?
33
34
Context analyse 3. Context
35
36
3.1 Bolsward De stad Bolsward is een plaats met 10 000 inwoners gelegen in de zuid west hoek van Friesland. Bolsward is één van de Friese elf steden en maakt onderdeel uit van de Elfstedentocht. De jaarlijkse fiets en step Elfstedentocht starten en eindigen in Bolsward. Bolsward heeft een historische uitstraling en maakt onderdeel uit van het Hanze verbond, in 1455 kreeg Bolsward stadsrechten. Bolsward is altijd het middelpunt van de gemeente Bolsward geweest. Het was een stad waar het gemeentelijk bestuur dicht bij de bevolking stond en het bestuur onderdeel uitmaakte van het centrum van de stad. Door de fusering van de verschillende gemeenten tot gemeente Súdwest Fryslân is de rol van de stad ten opzichte van het gemeentelijk bestuur veranderd. De afstand is vergroot en je merkt dat de stad moet wennen aan haar nieuwe rol. Bolsward is in de nieuwe gemeente aangewezen als cluster gemeente samen met woonplaatsen als Witmarsum, Arum, Makkum, Workum, Koudum, Heeg en Sneek. De cluster gemeenschappen hebben een ondersteunende functie voor hun omliggende gebied. De clusters zijn de plaatsen waar gemeenschappelijke voorzieningen worden ondergebracht. Voorbeelden van functies die Bolsward voor haar omgeving vervult zijn te vinden op het gebied van winkelen, uitgaan, sport, zorg (m.u.v. ziekenhuis), scholen (basis en voortgezet geen gymnasium en geen speciaal onderwijs) en werkgelegenheid. Gegevens Inwoners aantal: 10 000 Woning aantal: 4388 Oppervlakte:9,05 km2 Taal: Nederlands en Fries Kenmerk: Hanzestad Stadsrechten sinds:1455 Bereikbaarheid: A7 en N359
“Bolsward is zoekende, de stad is van middelpunt van de gemeente Bolsward, veranderd naar één van de cluster plaatsen in de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân. Je merkt dat Bolsward zich moet herpositioneren en haar identiteit moet herontdekken” (Bronnen: Factsheet regio Zuidwest, Conferentie Demografische Verandering 20 april. Bron: Provincie Fryslân, 20-04-2010)
37
38
3.2 Stadhuis Het stadhuis van Bolsward neemt een prominente rol in het centrum van de stad in. Het gebouw heeft veel karakter en straalt historie uit. Het gebouw geeft het centrum haar karakter en ondersteund het historische gevoel. Naast haar verschijningsvorm hecht men ook veel waarde aan de historie van het gebouw. Van 1617 tot 2011 had het stadhuis een centrale bestuurlijke functie. En was altijd het centrale punt in de stad. Dit zie je ook aan alle hoofdroutes in de stad die vrijwel allemaal uitkomen bij het stadhuis. Vroeger diende het gebouw naast gemeentehuis ook als waag, politie bureau, onderkomen voor het stadsbestuur en werd er recht gesproken in de vierschaar. Het gebouw bestaat uit drie bouwdelen, waarvan het oudste deel stamt uit 1617 en is gebouwd in het maniërisme een vervolgstijl op de hoog renaissance. Dit bouwdeel heeft ook een rijks monumentale status. In de 19 eeuw is het bouwdeel aan de noordzijde van het stadhuis e
aangebouwd en de 20 eeuw de oostelijke vleugel. De later bijgebouwde bouwdelen hebben e
geen monumentale status. Tot op de dag van vandaag is de historische sfeer in het oude bouwdeel te voelen. Een groot gedeelte van het huidige meubilair is origineel of replica van het originele meubilair. De verschillende niveaus de donkere trappenhuizen en de kruipdoor sluipdoor routes maken dit gebouw spannend en eigen. De lichtinval, hoogtes en rijke versiering maken het gebouw zowel aan de binnen als aan de buitenzijde imposant en karakteristiek. Het noordelijke bouwdeel uit de 19 eeuw is een sober pand het gebouw verkeert in een slechte e
bouwkundige staat en moet zowel constructief als esthetisch worden aangepakt. Het gebouw heeft een eenvoudige indeling en kan hierdoor met vrijheid opnieuw ingedeeld worden. Bijzonder is dat op de eerste verdieping aan de oostzijde van het gebouw een bedstede in geplaatst is uit een oud grachtenpand op de dijlakker die tijdens een verbouwing gesloopt zou worden. dit element geeft het gebouw een grappige eigenheid. Het Oostelijke bouwdeel uit de 20 eeuw is gebouwd met een vrij strenge architectuur stijl die te e
vatten valt onder het rationalisme. Het gebouw kent een duidelijk ritme en verdeling. En er is veel baksteen in het gebouw te herkennen. De gangen zijn gedecoreerd met geglazuurde bakstenen. De vensters zijn hoog en hebben een gelijke verdeling. Ze zijn met stalen kozijnen ingevuld. (bron: Het stadhuis van Bolsward, uitgave gemeente Bolsward)
39
40
3.3 Heeft Bolsward ook last van krimp? De stad Bolsward valt onder het A7 gebied wat door haar goede verbindingen met zowel de grotere woon en werk clusters in Friesland als wel een goede verbinding naar Noord Holland, Groningen en de Polder naar verwachting tot 2030 vrijwel geen last zal hebben van krimp. Sterker nog op dit moment wordt in de Friese zone langs de A7 nog volop gebouwd. Wel zie je dat Bolsward in de verdere toekomst rekening moet houden met haar groter wordende rol als cluster stad. Functies in de dorpen rondom de stad zullen steeds minder worden. Denk bijvoorbeeld aan het scholen beleid dat mogelijk veranderd. Wanneer de scholen minimaal honderd leerlingen moeten hebben zullen vele scholen gesloten worden. De omwonenden zullen hiervoor dan meer aangewezen zijn op grotere dorpen en steden zoals Bolsward. Ook zie je dat er kritisch gekeken wordt naar nieuwbouwplannen, zijn deze werkelijk noodzakelijk en zorgen deze projecten in de toekomst niet voor leegstand elders? De woningbouwverenigingen werken mede hierdoor ook steeds nauwer samen. Wat ik goed vind aan de dreigende krimp in de regio is de noodzaak van een kritische blik. Gebieden moeten zich heroriënteren, wat zijn de kwaliteiten van het gebied? Hoe moet je je als gebied profileren? Waar liggen kansen, en waar moet je loslaten? Naar mijn idee is het stadhuis van Bolsward een project waarmee Bolsward zich kan profileren. Wanneer het gebouw een plek wordt waar mensen graag komen, niet alleen voor een bibliotheek of museum bezoek, maar ook voor ontmoeting, activiteiten als lezingen, workshops, studie en werkplekken etc. Dan brengt het stadhuis een voorziening in de stad die er nog niet in deze vorm is. Het stadhuis kan inspringen op de veranderende rol van de Bolswarder scholen en hen mogelijk aanvullen. Het stad kan een meer maatschappelijke rol vervullen naast haar kerntaak als museum en bibliotheek. (bronnen: Sociaal rapport Fryslân 2007, Factsheet regio Zuidwest, Conferentie Demografische Verandering 20 april. Bron: Provincie Fryslân, 20-04-2010, •
Rijksdienst voor het cultureel
erfgoed: Cultuurhistorische verkenning, Krimp in de beschermde dorpsgezichten van Dongeradeel. Leeuwarder courant: Krimpend Friesland nét geen rollator gebied. Noorderbreedte dossier: Krimp.)
41
42
3.4 Combinatie bibliotheek met de musea Om tot een goede samenwerking te komen willen de bibliotheek en musea onderzoeken waar ze raakvlakken met elkaar hebben, waar ze elkaar kunnen ondersteunen en versterken, en waar juist het verschil en de accenten liggen. Wanneer de organisaties van dichterbij bekeken worden dan zie je dat de organisaties allereerst in de doelgroep en qua organisatie veel op elkaar lijken. Het zijn beide organisaties die de maatschappij dienen en beide kennis overdracht als basis hebben. Doordat beide organisaties er zijn voor de maatschappij hebben ze beide de noodzaak zich te blijven ontwikkelen en richten op veranderende behoeften vanuit de gebruikers. Doordat de organisaties afhankelijk zijn van publieke gelden, zijn efficiëntie in gebruik en manbaarheid van groot belang. Voor beide partijen is het noodzakelijk te zoeken naar creatieve financiële oplossingen, en mogelijk zou het hiervoor goed zijn relaties aan te gaan met derden. Kansen voor de samenwerking liggen onder andere in het samen aantrekken van publiek, bijvoorbeeld door het faciliteren van een aansprekend programma aan activiteiten. Door de samenwerking en verbreding kan er een uitwisseling van publiek ontstaan, mensen die in eerste instantie voor de bibliotheek komen worden aangetrokken om een kijkje te nemen in het museum. De bibliotheek en musea kunnen gezamenlijk aan thema’s werken. Zo kunnen exposities aansluiten op thema boeken collecties, en kunnen in samenwerking presentaties of lezingen hier rond georganiseerd worden. In het ontwerp kan gezocht worden om de functie meer geleidelijk in elkaar over te laten gaan. Door routing op elkaar aan te sluiten en “tussenzones” te creëren ontstaan omgevingen waarin het museum en de bibliotheek mengen. Op dit moment zijn er nog verschillen in visie en professionaliteit van de verschillende organisaties. De Bibliotheek heeft al heel duidelijk een toekomst en klant gerichte visie, daar waar de musea nog erg zoekende zijn naar de manier waarop ze zichzelf interessant kunnen maken voor de toekomst en wat hun richting en toekomst visie moet zijn. Hierin lijkt het dat de musea ondersteuning en verjonging nodig hebben om hun bestaansrecht te blijven houden. Ze moeten duidelijk hun verhaal pakkender en helderder vertellen. De verhalen moeten een link naar deze tijd krijgen om ook aansluiting te vinden bij een jonger publiek. (bronnen: Academic Library/museum, Collaboration: I’m OK, you’re OK, Review of the Arts Council’s strategic: framework: an introduction (arts council England), International Federation of Library Associations and Institutions: Public Libraries, Archives and, Museums: Trends in Collaboration and Cooperation., Institute of museum and library services: The Future of Museums and Libraries: A Discussion Guide.) 43
44
3.5 Veranderend cultuurbeleid De rol van de overheid op de financiële balans van culturele instellingen is te groot geworden. De instellingen moet weer meer een ondernemende insteek krijgen, waarbij de financiële rol van de overheid in verhouding staat met de eigen verworven inkomsten. Voor een subsidie aanvraag zijn dan ook de vijf volgende criteria opgesteld. De vijf criteria waar een subsidie aanvraag aan moet voldoen:
publiek: de instelling trekt voldoende bezoekers
ondernemerschap: eigen inkomsten staan in verhouding tot de subsidie
participatie en educatie: instelling is toegankelijk voor kinderen en jongeren
de instelling beheert een rijkscollectie van (inter)nationale betekenis of biedt aanbod van (inter)nationale betekenis aan
focus op hoogwaardige geografische kernpunten in het land.
In de toekomst zal meer gekeken worden naar de onmisbaarheid van een museum, trekt deze voldoende bezoekers? Is ze relevant genoeg om op publiek geld te rekenen? Ook wordt er gezocht naar andere financiële input, er moet bij de particulier meer een culture of giving ontstaan en bij de instellingen en culture of asking. Naar mijn idee liggen ook bij het project kansen op dit gebied. Vooral wanneer het programma verbreed wordt en mensen zich meer betrokken voelen bij de instelling. De overheid vind culturele educatie van groot belang, vooral bij basisschool en middelbare school leerlingen. Het is belangrijk om alle kinderen actief in aanraking te brengen met cultuur. Hier ligt een kans voor het stadhuis om dit uit te nutten. Bolsward krijgt door veranderend beleid op minimum aantal leerlingen op basisscholen een grotere educatieve rol waarin het stadhuis zou kunnen ondersteunen. Het is belangrijk voor het stadhuis te begrijpen dat ze niet deel uit maken van de rijkscollectie en dat ze niet van nationaal of internationaal belang zijn. De kracht van het stadhuis ligt naar mijn idee vooral in de lokale impact en kwaliteit. Het stadhuis zal Bolsward in haar historisch en cultureel karakter ondersteunen . Een onderdeel waar het stadhuis wel geld vanuit de rijksoverheid kan verwachten is de rijks monumentale status van het pand de overheid hecht veel waarde aan het hergebruik van monumenten en dat deze bewaard en toegankelijk blijft. Voor het stadhuis is het van belang een duidelijk en realistisch plan op poten te zetten. Het is van belang na te denken over de wijze van verkrijgen van particuliere gelden. Op welke manier kan het stadhuis mensen aan hun organisatie binden? Hoe spreken ze hun publiek persoonlijk aan? En hoe groot kan deze bijdrage dan werkelijk zijn? (Bronnen: brief Halbe Zijlstra aan de kamer) 45
46
3.6 Hoe wordt het concept voor het stadhuis financieel ingestoken? De noodzaak voor het aanscherpen van het concept, het trekken van voldoende publiek en de bestaansnoodzaak van het bibliotheek en museum concept scherp krijgen is van essentieel belang voor de aanpak van het project. Het stadhuis concept blijft inkomens krijgen vanuit het rijk of de gemeente. De bibliotheek en musea hebben beide hun eigen financiële middelen. Deze budgeten zullen tijdens de bezuinigingen versobert worden waardoor er gekeken moet worden naar andere financiële middelen. In het concept komen een aantal punten voor financiële haalbaarheid en bestaansnoodzaak naar voren:
Het zou wenselijk zijn om het stadhuis meer publiek eigendom te laten zijn waarbij omwonenden de noodzaak voelen de instelling financieel te ondersteunen hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een plek in het gebouw waar sponsoren een ereplaats krijgen.
Meer instanties bij het gebouw betrekken waardoor een gezamenlijk ownership ontstaat op deze wijze word het gebouw optimaal benut, zeven dagen per week, gedurende de dag en avond. Ook wordt het gebouw op deze wijze door een breder publiek gebruikt, waar de gebruiker in contact wordt gebracht met naastgelegen functies.
De horeca wordt op zo’n manier ingericht dat deze verhuurd kan worden aan een horeca ondernemer die hierin binnen de gestelde kaders haar inbreng kan geven.
Moet er in het museum wel een entreeprijs betaald worden? volgens mij niet! Het museum moet laagdrempelig zijn! op dit moment hebben ze te weinig bezoekers om hun bestaansrecht te behouden. Waarom geen vrije entree waarbij je achteraf kunt betalen wat je het waard vond? Dit werkt het gevoel van huis van de stad en grenzeloosheid in de hand.
Het gebouw krijgt verhuurbare ruimten voor het organiseren van voorstellingen, presentaties, vergaderingen, filmavonden etc. De raadzaal, vierschaar, waag en centrale plein zijn te huren voor verschillende gelegenheden.
De musea hebben de noodzaak te werken naar een scherpe en aansprekende verhaallijn. Op dit moment zijn de musea onuitgesproken, gedateerd en niet op de bezoeker gericht, de thema’s moeten naar het nu getrokken worden.
47
48
3.7 Voorbeelden van monumentale verbouwingen Om een visie te ontwikkelen op de omgang met de verbouwing van dit monumentale gebouw ben ik op zoek gegaan naar verschillende voorbeelden. Hoe zijn ze op deze plekken omgegaan met de rijksmonumenten om deze aan te passen aan hun nieuwe functie? Gebouwen die ik vooral belangrijk vond om bij stil te staan zijn de musea geopend in Amsterdam, architecten als David Chipperfield en Zumthor, en dichterbij Braaksma en Roos waren van belang bij het zoeken naar oplossingen. Belangrijk bij het bekijken van projecten vind ik dat ze omgang geven aan zelfde vraagstukken als waar ik mee worstel. De vraagstukken die bij mij tijdens het proces speelden waren:
Hoe ga ik om met het monument en ingrepen hierop? Hoe zorg ik voor laagdrempeligheid in een cultuurcomplex?
49
50
3.8 Hoe ga ik om met het monument en ingrepen hierop? Wat je bij het zoeken naar voorbeelden van verbouwingen van monumentale panden eigenlijk altijd ziet, is dat er in de ontwerp keuze vaak een tweedeling is in projecten. Er word vaak gekozen voor een ontwerp inslag van contrasteren of respecteren. Voorbeelden dichtbij huis hiervoor zijn bijvoorbeeld het verschil tussen de aanpak in het rijksmuseum en het scheepvaart museum of de benadering van de verbouwing zoals je deze terug ziet bij het conservatorium hotel en het stedelijk museum. Hiervoor vond ik goede voorbeelden bij het Neues museum in Berlijn, hier is David Chipperfield als een chirurg te werk gegaan, hij heeft als uitgangspunt de beredenering gehad alle bestaande elementen te behouden en deze waar nodig te repareren. Daarbij op geweldige wijze de interpretatie van ritme en materiaalgebruik doorgezet in weg gebombardeerde stukken. De aanhechtingen en nieuwe delen aan het bouwwerk zijn met respect voor het bestaande vorm gegeven zonder deze na te maken. Overeenkomend vind ik de benadering van Cruz en Ortiz in hun omgang met de verbouwing van het rijksmuseum. De verbouwing die grotendeels draaide om het herstellen van de oorspronkelijke structuur en het nederig zijn in de behandeling van zo’n monumentaal gebouw. Fantastisch hoe Cuypers in ere is hersteld en aansluitend en helder in programma is ondersteund met ingrepen die dienstbaar zijn aan het gebouw, maar helder en met beide benen in deze tijd staan. Een goed voorbeeld van een architect die gezocht heeft naar een manier dat er geen concurrentie ontstaat tussen oud en nieuw is de manier waarop Benthem en Crouwel zijn omgegaan met het stedelijk museum. Doordat hier zo’n helder contrast is gezocht tussen bestaande bouw en nieuwbouw ontstaat er geen gevecht in rangorde tussen de beide bouwdelen. Wanneer je het gebouw betreed hebben beide bouwdelen overduidelijk hun eigen identiteit waardoor in plaats van competitie, helderheid en interessante overgangen ontstaan. In mijn ontwerp ben ik op zoek gegaan naar een ingreep die de bestaande bouwdelen in al hun glorie neerzetten als wel doorzicht en helderheid creëert. Doordat de locatie zo nauw ingesloten is tussen de omliggende stedenbouwkundige structuur is de oplossing hiervoor in de tussenliggende buitenruimte gezocht. Doordat de bestaande architectuur al zo divers en rijkelijk versierd is vind ik het belangrijk dat de overkapping van dit tussenliggende gebied neutraal en helder is. De ingreep zal in materiaal en vormentaal een heel heldere en ingetogen uitstraling krijgen. Het tussen gebied moet als een “tussen ruimte” of buitenruimte ervaren worden. Belangrijk bij de omgang met de bouwdelen vind ik dat er duidelijk een prioritering wordt gelegd tussen monumentaliteit en functie. Hiervoor is het van belang dat het bouwdeel uit 1617 met haar zeer bijzondere architectuur en historische interieur elementen het pronkstuk van het complex wordt. Dit gebouw blaast haar historie en karakter tot in haar poriën uit. De twee naast 51
52
gelegen bouwdelen moeten vooral functioneel gemaakt worden voor de nieuwe functies. Om er voor te zorgen dat er een helderheid ontstaat. In deze bouwdelen moeten haar karakter eigenschappen naar voren komen, waarbij de nieuwe functie ook op een goede manier ingevuld kunnen worden.
53
54
3.9 Hoe zorg ik voor laagdrempeligheid in een cultuurcomplex? Pleinen, pleinen, pleinen, binnenruimte wordt buitenruimte, Een gebouw krijgt meerdere functies, musea en bibliotheken worden publiek eigendom. Allemaal eigenschappen die je terug ziet komen bij vele hedendaagse publieke gebouwen. Denk aan het Tate museum of modern art in Londen, het Eye in Amsterdam, het scheepvaart en het stedelijk. Maar ook een gebouw als het OBA in Amsterdam is een voorbeeld van gecombineerde functies in een publiek gebied. Een goed voorbeeld van laagdrempeligheid vind ik het Eye museum dat naast haar functie als museum ook een plek is waar mensen elkaar graag ontmoeten. Je kunt er naar de film of een borrel drinken met uitzicht over het IJ. Dit gebouw maakt een museum bezoek heel laagdrempelig. Je kunt al vaak het Eye museum hebben bezocht voordat je werkelijk de stap maakt om een rondgang door het museum te maken. Dit voorbeeld vind ik samen met het OBA in Amsterdam voorbeelden die erg sprekend zijn voor de manier waarop het Stadhuis in Bolsward zou kunnen functioneren. De verschillende functies, de ongedwongen overgang hier tussen. De vrijheid in beweging door het gebouw. Je kunt de afzonderlijke functies bezoeken maar ondertussen wordt je wel uitgenodigd de aangelegen functie te komen bekijken. Het is een plek waarbij door het diverse programma het gebouw voor een brede doelgroep interessant wordt. Het centrale midden plein wordt een plek waar je in het hart van het gebouw bent. Hier krijg je overzicht op de in het gebouw aanwezige functies. Dit is de plek waar je al een tipje van de sluier krijgt over de verhalen die in het museum verteld worden. Door open zichtlijnen door het gebouw naar het plein en de bibliotheek kan men van buiten de binnen gelegen functies goed zien liggen. De glazen box is in de nacht één grote lichtbak die als etalage voor de rest van het gebouw dient. In de waag kun je de mensen van de horeca zien genieten en buiten op het terras zitten mensen heerlijk in de zon hun drankje te drinken. Wanneer je door de bieb loopt wordt je nieuwsgierig het museum te bekijken en eigenlijk wil je ’s avonds wel eens bekijken hoe de theater voorstellingen zijn georganiseerd. (Bronnen:
55
56
Context analyse 4. concept
57
58
4.1 Debriefing Gaande weg het project word duidelijk dat voor het komen tot een goed geheel het belangrijk is te onderzoeken wat voor plek het stadhuis gaat worden. Op welke manier kunnen de musea en bibliotheek elkaar versterken? Hoe kan het stadhuis het huis van de stad worden? Welke functies, activiteiten of mogelijkheden zouden het concept en de bruikbaarheid kunnen versterken? Hierbij is het belangrijk dat het gebouw gebruikt gaat worden. Het moet een bruisende plek worden waar de Bolswarder en ook de toerist graag komt. Niet alleen het programmatische maar ook het functionele aspect moet aan bod komen. Op welke wijze kan het concept vertaald worden naar een sprekend en overzichtelijk ontwerp? Hoe kan de oplossing voor de toegankelijkheid bijdragen aan de inzichtelijkheid van het gebouw? Het is een tweeledige opgave, enerzijds programmatisch en anderzijds functioneel architectonisch. “De opgave is meerledig het draait om het samenbrengen van partijen, het inschatten van de behoeften vanuit de omgeving, het vormen van een aansluitend en uitdagend concept en het zorgen voor synergie tussen de verschillende functies tot een ontwerp voor het gebouw”
59
60
4.2 Rol en nieuwe functie in stad Het stadhuis behoud haar centrale rol in de stad. Maar nu een veel meer publieke en openbare rol. Waar het stadhuis eerst een bestuurlijke functie had waarbij je via de achterdeur het complex binnenkwam, zul je nu aan de straatzijde meteen uitgenodigd worden om het huis van de stad te betreden. Het programma dat in het stadhuis aangeboden wordt draait om ontmoeting, culturele activiteiten, educatie, de verhalen van de stad en van het stadhuis. Het is een plek waar je in de horeca kunt genieten van een kop koffie of een lunch en waar je de nieuwste computer spellen kunt uitproberen. Heb je de nieuwste tijdschriften al gelezen? Nee? Dan ga je toch lekker in een luie stoel zitten en neem je de nieuwste tijdschriften door. ’s Avonds worden er theater voorstellingen, muziek optredens, kamerconcerten en lezingen georganiseerd. Deze kunnen zowel op het binnenplein, in het waag café, de raadzaal of vierschaar gehouden worden. allemaal omgevingen met hun eigen karakter en sfeer. Op dit moment zijn de culturele instanties uit de omgeving erg verspreid door de stad, wat deze moeilijk zichtbaar maakt en voor de omgeving onduidelijk maakt wat er aan activiteiten georganiseerd worden. Het stadhuis kan deze organisaties een podium geven. Hierdoor krijgt het stadhuis een centrale culturele rol in de stad. Wanneer men naar een bijeenkomst wil, kijkt men op één centrale agenda welke activiteiten er wanneer georganiseerd zijn. Er moet een cultuur omslag plaatsvinden bij de betrokken partijen. De bibliotheek denkt al in een breder concept, dat zal in het museum ook moeten ontstaan. Voor het slagen van het concept is het belangrijk dat het gebouw gedragen wordt door de bevolking. En dat de verschillende instanties niet op hun eigen eilandjes blijven zitten, niet alleen de bibliotheek en het museum, maar ook het filmhuis de theatergroep en muziek verenigingen moeten bij het project betrokken worden. Het moet gemakkelijk zijn om dingen te organiseren en samen te werken. In de toekomst zal het initiatief steeds meer bij de particulier komen te liggen. En zij moet de kans worden gegeven om hun ideeën vorm te geven. Als de betrokken partijen open staan om deze partijen gebruik te laten maken van hun faciliteiten of bijvoorbeeld te verhuren voor een gereduceerde prijs, kan het stadhuis op de doordeweekse dag haar kerntaken voorzien en in de avonden en zondags dienen als ontmoetingsplaats en cultureel kwartier, ook zou dit extra inkomsten kunnen brengen voor de financiering van het geheel. Wanneer het stadhuis een breder publiek aanspreekt wordt het stadhuis ook voor veel meer mensen aantrekkelijk, hierdoor kan het stadhuis van bibliotheek en museum veranderen naar een bruisend middelpunt als Huis van de stad. Een plek waar de omgeving zich betrokken bij voelt, en de mogelijkheid voelt hier activiteiten te organiseren. 61
62
4.3 Welke functies worden ondergebracht in het stadhuis? Als startpunt voor deze opdracht heb ik gekeken naar het inpassen van het museum en de bibliotheek in het stadhuis. Naar mijn idee zijn deze twee functies erg geschikt om samen te voegen op deze plek. Deze twee functies kunnen elkaar ondersteunen, kunnen de betekenis van de plek versterken en kunnen sterke pijlers vormen als dagelijkse invulling voor een culturele ontmoetingsplek. Gedurende mijn onderzoek naar referentie projecten merkte ik dat de functie van een museum en bibliotheek onderhevig is aan verandering. Zij veranderen van een educatieve plek naar een meer publieke ruimte. Voorbeelden als de OBA in Amsterdam geven aan dat een bibliotheek meer is dan een plek om boeken op te halen hier kun je studeren en werken. Je kunt er zitten in een luie stoel en op je gemak je nieuwe vondst bekijken. Nieuwe films en games kun je al testen en bekijken alvorens je de deur uitgaat. Naast deze functies zijn er ook filmzalen, worden er theater voorstellingen georganiseerd en kun je in het bibliotheek cafetaria lunchen, koffie drinken of je avondeten nuttigen. Ook musea krijgen een andere rol. Om in deze tijd voldoende aan te sluiten op het publiek zullen musea meer moeten nadenken over de beleving die de bezoeker zal hebben tijdens haar bezoek. Ook moet het museum meer publiek eigendom worden. Wat je op dit moment heel veel ziet is dat musea naast de traditionele functies ook semi openbare ruimtes creëren, vaak hebben deze ruimten een uitstraling als openbaar plein waar men zich vrij kan bewegen. Zie bijvoorbeeld het Tate in London of Amsterdamse musea als het Scheepvaartmuseum, het Rijksmuseum, het Eye en stedelijk. Wat je hierbij ook vaak ziet is dat deze publieke ruimten geschikt zijn voor speciale gelegenheden. Zo kan het scheepvaart museum bijvoorbeeld worden afgehuurd voor feesten en partijen. Verder zie je op meer lokaal gebied dat er veel cultuur clusters in ontwikkeling zijn. Gemeente huizen waar een bibliotheek bij gehuisvest is, combinaties met bibliotheek, archief en museum. Allerlei vormen van samenwerkingen en compacte huisvesting meestal met efficiëntie als startpunt. Het project in Bolsward komt erg overeen met de concepten die zijn opgezet als cultuurclusters. Kijkend naar deze voorbeelden, is het voor mij van belang dat je wanneer je het gebouw binnenstapt niet steeds een voordeur van verschillende instellingen binnenloopt. Maar dat je juist overgangen creëert en dat de samenkomst van functies juist de kracht van het gebouw is. In het bijzonder voor het stadhuis van Bolsward is het van belang te bedenken dat de functies elkaar kunnen versterken. Het stadhuis is al het huis van de stad. Alleen ben je er als bewoner nog niet welkom. Het gebouw draagt al de verhalen en geschiedenis. De onderwerpen die in de musea behandeld worden zijn al betekenis gevend voor de woonplaats en de bibliotheek 63
64
brengt al generaties samen. Door deze functies te versterken met het zo missende culturele programma en de functie als huis van de stad zal het stadhuis een centrum rol geven in haar culturele omgeving. De functies die aansluitend op het museum en de bibliotheek worden toegevoegd zijn functies die het stadhuis het hart van de stad laten voelen. Er moet ruimte zijn voor theater, muziek, discussie en ongedwongen samen zijn. Waar overdag de nadruk ligt op educatie en historie in de bieb en het museum zullen s’ avonds de aanvullende functies meer aan bod komen. Organisaties die mogelijk aansluiting kunnen vinden op de Bolswarder bibliotheek en musea zijn Ons gebouw, stichting Bolstjurrich, het Heamiel comité, de elfsteden organisatie, de muziekschool, korpsen en stichting boog.
65
66
4.4 De bindende factor Erg belangrijk voor het slagen van het gevoel van laagdrempeligheid en betrokkenheid bij het gebouw vind ik dat de functies naadloos in elkaar overgaan. Het is belangrijk dat er eenheid ontstaat in plaats van een verzamelgebouw. De functies hebben elk hun eigen plaats in het gebouw gekregen, maar hebben wel overgangszones. Zo start het museum al in de bibliotheek doordat op de begane grond de exposities beginnen. En stopt de route van het museum in de afdeling met boeken over de thema’s uit het museum. Ook kun je vanuit de bibliotheek de museum zalen inkijken om uitgenodigd te worden een kijkje te gaan nemen. Naast een naadloze overgang in de plattegrond vind ik het belangrijk dat er een verhaallijn in het gebouw ontstaat die de functies met elkaar verbind. Op deze wijze geef je betekenis en gelijkwaardigheid. Aan de functies. Daarvoor had ik een dragend concept nodig. Het dragende thema kwam voort uit de gelijkenis uit de functies en het gebouw. Namelijk de verhalen die overal in terug komen. De verhalen die in de bibliotheek verteld worden, de verhalen van het gebouw, de verhalen van de hoofdpersonen in het museum, de verhalen van de objecten in de oudheid kamer en de verhalen die aan elkaar verteld worden bij de culturele activiteiten en in de horeca. De drager voor het totaal concept is “een huis vol verhalen” waarbij je door het hele gebouw de verhalen ervaart. En als museum route maak je kennis met de verschillende verhalen die in het gebouw verteld worden. Je wordt als een kralensnoer langs de verhalen geleid. En ervaart zo de betekenis van de plek en de historie van de omgeving.
67
68
4.5 Uitganspunten voor het ontwerp Vanuit het vooronderzoek kwamen een aantal uitganspunten naar voren die van belang zijn voor het slagen van het concept. Eigenschappen die het gebouw moet hebben zijn:
Openheid en laagdrempigheid
uitnodigend
Overzicht en orientatie
Overgang tussen functies, geen strikte grenzen
Het gebouw is zoals het nu is, erg gesloten en het is naast de hoofdentree (wat niet het entree is) moeilijk te ontdekken waar je het gebouw binnen moet. Voorheen moest je zoeken naar de ingang voor het gemeenteloket en moest je wanneer je niet bekend was met het gebouw aan verschillende deurklinken trekken voordat je de entree gevonden had. Het huis vol verhalen heeft een uitnodigend en duidelijke entree nodig. Er zal in het ontwerp dan ook gezocht moeten worden naar een manier voor het positioneren van de nieuwe entree. Deze moet aandacht trekken en overzicht en openheid geven op wat er zich achter de ingang afspeelt. Ook moet je vanaf de straatzijde meer zicht op het binnen gebied van het gebouw krijgen. Op dit moment is de plint eigenlijk geheel gesloten, dit zal omgeturnd moeten worden. Het gebouw bestaat uit drie bouwdelen die met elkaar verbonden zijn. Het gebouw heeft vele verschillende niveaus en wanneer je door het gebouw loopt heb je vaak geen idee waar je je in het gebouw bevind. Om overzicht te krijgen waar je je in het gebouw bevind. Hoe het gebouw in elkaar zit. Moet er een ingreep gedaan worden waardoor de gebouwstructuur weer helder wordt en waardoor je vanaf verschillende plekken in het gebouw kunt oriënteren door te bepalen waar je je ten opzichte van het plein bevindt. Bij de plaatsing van de functies in het gebouw moet een logisch verloop van functies ontstaan. Er moet op een natuurlijke manier een overgang ontstaan tussen publiek gebied, bibliotheek en museum. Door naar een integrale entree te zoeken ontstaat een sterkere wisselwerking tussen de verschillende functies.
69
70
ontwerp 5.
71
OVERZICHT VAN DE DRIE BOUWDELEN
72
5.1 Gebouw analyse Het monumentale stadhuis van Bolsward bestaat uit drie bouwdelen. Het oudste bouwdeel stamt uit een 17 eeuw deze is in de loop der jaren uitgebreid met twee aangrenzende e
gebouwen. Het gebouw aan de noordzijde van het monumentale gebouw komt uit de 19 eeuw e
en het oostelijke naastgelegen bouwdeel is gebouwd in de 20 eeuw. e
Het gebouw dat een rijks monumentale status heeft verkregen is het gebouw uit de 17 eeuw. e
Het gebouw stamt uit 1617 en kent een zeer rijke geschiedenis. Het gebouw kende meerdere functies. De functies waren, waag, vierschaar voor de rechtspraak, het stadsbestuur was er gevestigd, en ook het politiebureau. Waardering ruimten: Begane grond 17 eeuwse bouwdeel: e
Op de begane grond van het gebouw is het belangrijk dat de hoofdstructuur van het gebouw in takt blijft. Daarmee wordt geduid op de hoofdraagstructuur en de buitengevels. Dit deel van het gebouw wordt gekenmerkt door haar grote boogvormige buitendeuren en haar robuuste constructie. Los van deze elementen is ook het achter gelegen trappenhuis van belangrijke monumentale waarde. Binnen deze gestelde kaders is vrijheid, de indeling kan worden aangepast zolang rekening wordt gehouden met de sfeer en functie vanuit het verleden. Eerste verdieping 17 eeuws bouwdeel: e
Wanneer gekeken wordt naar de eerste verdieping dan valt op dat hier veel karakteristieke elementen nog aanwezig zijn. De Raadzaal heeft vooral veel monumentale elementen, bijzonder is de houten wand bij binnenkomst, deze heeft veel houtsnijwerk en is gemaakt door de vader van Gysbert Japicx. De balkendragers zijn gemaakt van steenhouw werk en hebben allemaal hun eigen beeltenis. Ook de schouw, de beglazing en het meubilair hebben een monumentaal karakter. De raadzaal zie ik dan ook als de belangrijkste ruimte monumentaal gezien. Deze ruimte zal vooral gerestaureerd moeten worden en haar sfeer en karakter versterkt. Op subtiele wijze moet gezocht worden naar het vertellen van haar verhaal. De vierschaar is een vrij sobere ruimte en is historisch gezien, door haar functie, van grote waarde. Deze ruimte is vooral de structuur zoals deze nu is van waarde. De trap en de doorgang naar de verschillende achterliggende ruimten geven de ruimte karakter. De trap in deze ruimte is later veranderd en heeft daardoor een minder monumentale waarde. Echter de twee spiltrappen hebben wel een Rijks monumentale waarde. Deze ruimte mag beter laten zien wat haar vroegere functie was. Haar karakter en robuustheid mogen benadrukt worden.
73
74
De burgemeesterskamer heeft een imposant entree, een enorm hoge deur met glas in lood daar boven. De kamer zelf is vrij sober. De ramen en het plafond geven vooral karakter aan de ruimte. Een deel van het meubilair in deze ruimte is van historische waarde. Zoals de kast. In deze kamer mag haar functie en verhalen sterker worden uitgedrukt de ruimte mag meer spreken, wel zal de indeling en elementen in takt moeten worden gelaten. Elementen waar ik veel waarde aan hecht zijn de huidige structuur de historische elementen, het historische meubilair en schilderijen, deuren, kozijnen, plafonds en houtsnijwerk. Duidelijk is dat het monument aangescherpt en opgefrist moet worden. in de raadzaal vallen de kleuren tegen elkaar weg. Op een aantal plaatsen moeten vloer afwerkingen vervangen worden. zo liggen er versleten tapijten en zijn er op enkele plaatsen slechte afwerkingen gebruikt. Tweede verdieping zolder en toren 17 eeuwse bouwdeel: e
Bij de bovenliggende verdiepingen is het van belang dat de karakteristieke sfeer en monumentaliteit behouden blijft. Zo zijn de constructieve onderdelen, deuren en kozijnen van belang in de bepaling van sfeer. Deze moeten in hun nieuwe functie gerespecteerd worden. Ik kan me voorstellen dat de zolder de plek is waar je kunt rond klauteren op de trap naar de toren en waar je vroegere objecten kun bekijken en hun context begrijpt. 19 eeuwse bouwdeel. e
Dit bouwdeel heeft geen monumentale status. Dit gebouw vind ik het belangrijk de voorgevel en het volume in tact te laten. Belangrijk is dat de gevel opener wordt. De bedstede wand die op de eerste verdieping is ingezet vind ik ook een belangrijk element. Het verhaal en de wand zijn zeker de moeite waard, en geven betekenis aan het bouwdeel. Verder zal dit gebouw vooral helderheid moeten bieden in doorzicht en structuur en op een praktische manier ingevuld worden om haar nieuwe functie te herbergen. 20 eeuwse bouwdeel e
Het 20 eeuwse bouwdeel is karakteristiek door haar baksteen architectuur, strenge ritme en e
haar hoge plafonds en kozijnen. De hallen geven een monumentaal gevoel door het gebruik van geglazuurde bakstenen. De bode woning heeft een uitzonderlijke beton constructie die tijdens de oorlog door gebrek aan hout op deze manier is uitgevoerd. Dit is een bijzonder element in het gebouw. In dit bouwdeel vind ik het vooral belangrijk dat het ritme en de structuur vanuit de gevel voelbaar blijft. Het gebouw heeft een bijna schoolse sfeer die extra versterkt mag worden. De functie staat in dit bouwdeel voor de bestaande structuur. Er moet helderheid komen en functionaliteit om de nieuwe bestemming te kunnen herbergen.
75
P LATTEGROND HUIDIGE SITUATIE (VERKLEEFD )
P LATTEGROND NIEUWE SITUATIE BOUWDELEN LOS
76
5.2 Overzicht Wanneer je in de bestaande toestand door het stadhuis loopt kun je vaak moeilijk begrijpen waar je je in het gebouw bevind. Dit komt door de vele niveau verschillen, de onoverzichtelijke trappen en de verkleving van de drie bouwdelen. De eerste ingreep die ik heb gedaan om weer helderheid in de gebouw structuur te creëren is het benadrukken van de individuele bouwdelen. Dit heb ik gedaan door de bouwdelen los van elkaar te halen zoals je kunt zien in de afbeeldingen hiernaast. Op deze manier kun je letterlijk de overgang tussen de verschillende bouwdelen zien doordat je overdekt van het ene bouwdeel oversteekt naar het andere. Doordat de bouwdelen weer duidelijk zelf herkenbaar zijn. Vervolgens heb ik voor oriëntatie gezorgd door vanuit elk bouwdeel zicht op het overdekte plein te geven. Dit plein vormt het centrale punt in het gebouw. En is geschikt voor voorstellingen theater, dient als etalage voor tentoonstellingen en thema’s en is de plek om je boeken terug te brengen of mee te nemen. Door dit plein centraal te leggen en zicht hierop te geven begrijp je vanuit elk bouwdeel op welke plaats je je ten opzichte van het plein bevindt. De afbeeldingen op de volgende pagina’s Door de bouwdelen los te halen en doorbraken te maken ontstaat er ook zicht en doorzicht vanaf de straatzijde. Dit zorgt ervoor dat de begane grond wordt geopend in de plint niet alleen gaan de zware deuren open in de waag en het 19 eeuwse bouwdeel, maar je kunt ook in e
zichtlijnen door kijken naar achter gelegen functies.
77
1 RESTERENDE RUIMTE OP HET PLEIN WORDT OVERKAPT
2 VANUIT DE BOUWDELEN KUN JE DANKZIJ HET CENTRALE PLEIN ORIËNTEREN
78
H ET CENTRALE BINNENPLEIN VERBIND DE BOUWDELEN
D OOR HET DOORBREKEN VAN BOUWVOLUMES ONTSTAAN ZICHTLIJNEN NAAR BINNEN
79
80
5.3 Entree Er is grote discussie bij de betrokken partijen over waar de entree zou moeten komen te liggen. Het museum wil een aantrekkelijke en zichtbare entree, waar de bibliotheek het parkeren van fietsen en auto’s ook erg belangrijk mee te nemen in de overweging voor de entree. Eigenlijk moeten er dus twee ingangen gesitueerd worden. Vanuit de bieb ligt vast dat een ingang vanaf het plein wordt gesitueerd (aan de noordzijde). De discussie gaat vooral over de situering van de hoofdentree. Er wordt veel gesproken over de optie waarbij de entree in de waag komt te liggen. Wanneer gekeken wordt naar oriëntatie en zichtlijnen vanuit het stadscentrum, dan lijkt dat de entree aan de waagzijde een logische situering is. Op deze wijze kun je vanuit het centrum zichtbaarheid creëren. Nadeel van deze situering van het entree is dat je aan de zijkant een gebouw binnen komt. Op deze wijze moet de routing meer geforceerd door het gebouw gelegd worden. Ook wordt de zonnige zuidzijde van het gebouw door deze situering een verkeersgebied waar je deze eigenlijk liever een verblijfszone zou maken. Idealiter zou je zowel achter ingang als hoofdingang gelijkwaardig uit laten komen op een centrale hal, dit vanuit veiligheid overwegingen, personeelsinzet (gastvrouw), en helderheid. In deze optie lijkt dit logistiek lastiger.
81
Een andere optie voor de situering van het entree was de bestaande ingang rechtsvoor in het 17 eeuwse bouwdeel als hoofdentree te benoemen. Op deze wijze kom je centraal in het e
midden van de drie bouwdelen binnen en kun je een directe doorsteek maken naar het achter gelegen plein. Zo kun je op heldere wijze vanaf voor en achterzijde op één entree uitkomen. Een entree waar je ontvangen wordt en van waar je je orientatie hebt. Het nadeel van de situering van de entree op deze plaats is dat je door een vrij kleine entree naar binnen zult moeten gaan. Dit omdat de entree in het 17 eeuwse bouwdeel ligt en je hier weinig tot geen ingrepen kunt e
doen.
82
Om toch aan de voorzijde van het gebouw de Hoofdentree te situeren en tegelijkertijd centraal binnen te komen heb ik besloten een doorbraak te maken tussen de twee bouwdelen aan de straatzijde. Op deze wijze onstaat er de helderheid tussen de bouwdelen, krijg je vanaf de straatzijde doorzicht naar de achterliggende functies in het bouwdeel en kan er een impossant en duidelijke entree gesitueerd worden die zichtbaar is vanaf de straatzijde en centraal op het binnenplein uitkomt.
83
S CHEMATISCHE WEERGAVE OPLOSSING TOEGANKELIJKHEID
84
5.4 Toegankelijkheid Belangrijk voor een openbaar gebouw is dat het voor iedereen toegankelijk is. Ook voor mensen met mobiliteitsbeperkingen. Om de bezoekers in ieder geval de mogelijkheid te geven zich vrij door de publieke ruimten van het gebouw te bewegen waren er bouwkundige ingrepen nodig. Namelijk de begane grond bestaat uit verschillende niveaus, vele daarvan kunnen in de vloeren worden opgelost. Maar het grootste niveau verschil van een meter zal met een hefplateau moeten worden geregeld. Naast de niveau verschillen op de begane grond. Is het vooral lastig om op de eerste verdieping alle niveaus rolstoeltoegankelijk te maken. Hiervoor was het plaatsen van een lift, extra doorgangen en een hellingbaan nodig. Hiervoor heb ik onderstaand schema gemaakt. De verschillende kleuren blauw geven de drie niveaus aan. De hellingbaan maakt het mogelijk om het niveau verschil van één meter te overbruggen. Het donkerblauwe vlak wordt niet rolstoel toegankelijk, maar in deze ruimte kun je vanaf het bordes toch aanwezig zijn. Onderstaand zie je het overzicht waarin de ingrepen zichtbaar zijn. Voor de plaatsing van de lift was het belangrijk te bedenken dat deze vooral voor bezoekers dienend moest zijn. en zoveel mogelijk niveaus in één klap toegankelijk moest maken. Om deze reden heb ik de liftschacht langs de achtergevel van het 17 eeuwse bouwdeel geplaatst. Een e
plek waar alle museum niveaus bereikt worden. de zolder van het 19 eeuwse bouwdeel wordt e
de plek voor opslag en werkplekken voor het museum de zware objecten kunnen op deze wijze ook met de lift verplaatst worden. De zolder van het 20 eeuwse bouwdeel die geschikt wordt gemaakt voor flexwerkplekken en e
kantoor ruimte voor de bibliotheek krijgt een trap toegang via de bestaande trap in de museum zaal en zou eventueel rolstoel toegankelijk gemaakt kunnen worden via de verdieping in het 17 eeuwse bouwdeel met een helingbaan door het kantoorgebied.
85
e
86
5.5 Vlekkenplan Als uitgangspunt voor de plaatsing van de functies in het gebouw heb ik gekeken naar het creëren van overgangen in plaats van eigen domeinen en grenzen. De laagdrempeligheid is vooral gericht op het uitnodigen van mensen die voor één reden in het gebouw komen, bijvoorbeeld om een boek te lenen, in contact te brengen met de andere functies zoals het café het avond programma en zicht te geven op het museum. De inrichting geeft de mogelijkheid op verschillende manieren in het gebouw te verblijven. En op deze wijze uitgenodigd te worden om hier langer te vertoeven. Logischer wijs is de museum functie op de verdieping gelegd, dit omdat het monument hier haar verhalen draagt, die in de museum route worden opgenomen. Ook is hier de monumentale bedstede wand die onderdeel uitmaakt van de museum route. Deze elementen waren doorslaggevend voor de plaatsing van de functies. Op de begane grond is de bibliotheek centraal langs het plein gelegd en kun je het museum alleen bereiken door de route door de bibliotheek te nemen naar de wenteltrap. Hier is op de begane grond in de bibliotheek de eerste expositie te bewonderen. Deze expositie is een overgang zone tussen museum en bibliotheek die vrij toegankelijk is voor elke bezoeker. Vanaf de begane grond kun je door het grote trapgat de bovenliggende museumzaal in kijken. Wanneer de route op de verdieping door het museum gelopen is, kom je op het einde uit bij de trap die je terug brengt op de begane grond en waar je de boeken ziet uitgestald die aansluiten op de thema’s die behandeld zijn in het museum. Op deze manier ontstaat er een menging in functies en krijg je geen gescheiden bezoeker stromen. Functies die niet publiek toegankelijk zijn, zijn op de zolders en in het facilitaire deel gelegd. Het centrale plein is vanuit de bibliotheek en museum zalen zichtbaar ter wille van de oriëntatie. Het centrale plein is neutraal gehouden en bijna als één buitenruimte gematerialiseerd. Het plein moet rust en overzicht scheppen tussen de drukte van de wild versierde bouwdelen. Het is een geleider in het geheel.
87
88
5.6 Ontwerp Tijdens het ontwerpen van de interieur laag heb ik gezocht naar een manier waarmee ik de identiteit van de losse bouwdelen kon versterken, en tegelijkertijd een over all gevoel kon geven. Zo zie ik het monument als een parel in het midden die vooral geconserveerd moet worden en vervolgens de identiteit steviger neergezet worden. De waag moet haar identiteit als handels doorvoer plaats behouden en een stoer en praktisch karakter behouden. Het 19 eeuwse e
bouwdeel krijgt een zachter en sierlijker karakter, zoals de sfeer van het gebouw al aangeeft. En het bouwdeel uit de 20 eeuw krijgt een schoolser en strenger karakter. e
Dit heb ik terug laten komen in het ontwerp door in de raadzaal de stoffering van het bestaande meubilair te vervangen en op te pakken, daarnaast heb ik hier het tapijt vervangen waarbij ik zowel de bestaande kleuren als de tegenhanger hiervan op pak zo zit er groen en roze in het kleed die er samen voor zorgt dat de kleuren niet tegen elkaar wegvallen, verder worden de houten wand, schoorsteenmantel en steenhouwwerk uitgelicht. De zaal blijft geschikt voor vergaderingen, presentaties, trouwerijen en bijeenkomsten. De waag krijgt een door de klinkers en betonnen bar een praktische en stoere uitstraling, het meubilair is industrieel en eigenzinnig die de praktische kant ondersteunen. Deze ruimte is geschikt als grand café, ook is er de mogelijkheid voor het houden van presentaties en lezingen doordat het losse meubilair verplaatst kan worden er een presentatie scherm is opgenomen. De bibliotheek in het 19 eeuwse bouwdeel heeft een menging van klassieke meubels en stoere e
stoelen, de tapijten zijn grafisch en geven het interieur pit en eigenzinnigheid. Langs de trap is een foto wand gemaakt door het ophangen van lijsten waarin de stad door de geschiedenis te bekijken is. De schoolsheid van het 20 eeuwse gebouw, wat je voelt in het ritme van de kozijnen, de e
baksteen architectuur en de hoogte wordt benadrukt door het ritme van de boekenkasten en de sobere maar sterke materialisering. Het plein heeft een sober uiterlijk en bijna geen aankleding. Dit is de plek waar boeken worden gescand en teruggebracht. Ook zie je hier een voorbode voor wat je in het pand zult zien. Dit is de plek waar je de mogelijkheid hebt presentaties, theater voorstellingen en events te organiseren. De trap is tevens podium.
89
90
Bronnen Documenten: Project documenten gemeente Súdwest Fryslân:
Randvoorwaarden en uitgangspunten met betrekking tot de herbestemming van het stadhuis Bolsward en mogelijke nieuwe functies.
Projectplan stadhuis Bolsward. Een monument met toekomst.
Concept visie document gemeente Súdwest Fryslân
De ontwikkelvisie gemeente Súdwest Fryslân 2011-2021
Quint Q result: ontwikkelvisie, Een onderzoek onder panelleden naar de zes pijlers van de gemeente Súdwest Fryslân.
Sociaal rapport Fryslân 2007
Factsheet regio Zuidwest, Conferentie Demografische Verandering 20 april. Bron: Provincie Fryslân, 20-04-2010
Bibliotheek Bolsward:
Herbestemming stadhuis Bolsward, programma van wensen bibliotheek, april 2013.
Positionering en merkbeeld, schatkamer van de toekomst.
Bibliotheek blad: Landelijk Retailbureau van start
Silo - scenario's huisvesting Bolsward. Stadhuis zonder financiën
voor partners Huisvesting bibliotheek Bolsward
Musea Bolsward:
Programma van eisen museum Bolsward.
Artikelen:
NRC handelsblad, Het grote verhaal. Te koop: vuurtoren vraagprijs 18.000 euro.
Ruimtevolk: Participatie, omdat het geld oplevert.
The guardian: Museum, libraries and the arts have much gain from each other.
VNG-reactie: Reactie op uitgangspunten cultuur.
Trouw: Huiswerk maken in de bieb.
Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap: Uitgangspunten cultuurbeleid
Academic Library/museum, Collaboration: I’m OK, you’re OK
Review of the Arts Council’s strategic: framework: an introduction (arts council England) 91
International Federation of Library Associations and Institutions: Public Libraries, Archives and
Museums: Trends in Collaboration and Cooperation.
Institute of museum and library services: The Future of Museums and Libraries: A Discussion Guide.
Northampton College, Northampton, U.K., en Loughborough University, Loughborough, U.K.: Links between Libraries and Museums: Investigating Museum-Library Collaboration in England and the USA.
CULTUURCLUSTERS > Museum, schouwburg, bibliotheek, poptempel en archief; in veel gemeenten kruipen ze bij elkaar. Om de meerwaarde en, wie weet, kan er ook wat worden bespaard. Maar er zo’n valkuilen, zeggen deskundigen. ’Als je te veel stapelt valt de toren om.’
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed: Cultuurhistorische verkenning, Krimp in de beschermde dorpsgezichten van Dongeradeel.
Leeuwarder courant: Krimpend Friesland nét geen rollator gebied.
Noorderbreedte dossier: Krimp.
Brochure wet en regelgeving: Wet op archeologische monumentenzorg.
Brochure wet en regelgeving: Behoud in situ.
Brochure wet en regelgeving: Archeologie en ruimtelijke ordening.
Argumentenkaart herbestemming
Programma van eisen kwaliteit monumenten
Archis: Innovatie in restauratie, Van het Nieuwe Bouwen naar Duurzaam Bouwen
Samenvatting handreiking cultuurhistorie in m.e.r. en MKBA
NEXT: Belvedere de laatste nieuwsbrief
Essay bundel: Het cultuurhistorisch argument
Belvedere.nu: Praktijkboek cultuurhistorie en ruimtelijke ontwikkeling
Rijksadviseur voor het cultureel erfgoed: De Oude Kaart van Nederland: leegstand en herbestemming
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed: Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek.
Service: Afwaarderen van vastgoed
Behind the black box and the white cube
92
Website: http://www.gemeentesudwestfryslan.nl/ www.dezeen.com www.designboom.com www.archdaily.com http://www.vpro.nl/lees/nieuws/rijksmuseum.html http://www.archined.nl/recensies/2012/juliaugustus/voort-met-cuypers-het-vernieuwderijksmuseum/ http://www.archined.nl/recensies/2012/mei/kunsthub-stedelijk-museum/ http://www.archined.nl/nieuws/2013/april/het-nieuwe-rijks-museum-de-documentaire/ http://www.villapalladio.nl/2012/09/3065/ http://www.stedelijkindestad.nl/pages/Interview http://www.archdaily.com/350843/stedelijk-museum-amsterdam-benthem-crouwel-architects/ http://www.archdaily.com/127936/neues-museum-david-chipperfield-architects-incollaboration-with-julian-harrap/ http://www.guardian.co.uk/artanddesign/2011/feb/06/david-chipperfield-turner-contemporaryhepworth-wakefield http://www.dezeen.com/2009/03/04/neues-museum-by-david-chipperfield-architects-andjulian-harrap-architects/ http://www.archdaily.com/tag/kengo-kuma-associates/page/2/ http://www.dezeen.com/2013/05/29/san-francisco-museum-of-modern-art-expansion-breaksground/
93
Bijlagen: Verslag co –design Verslag observaties en derive Ligging + karakteristiek Research manual
94