NVB-Examinering Basis BHV 1-1-2013
Postbus 34 7240 AA Lochem T: 0573-256570
INHOUDSOPGAVE 1. 2.
Begrippenlijst ................................................................................................................. 4 Wettelijke basis voor Bedrijfshulpverlening .................................................................... 6 2.1 Risico-inventarisatie en -evaluatie .......................................................................... 6 2.2 Maatgevende factoren ........................................................................................... 6 2.3 Maatgevende scenario’s ........................................................................................ 7 2.4 BHV-plan ............................................................................................................... 7 2.5 BHV-organisatie ..................................................................................................... 7 2.6 Taken bedrijfshulpverleners ................................................................................... 7 2.7 Aantal bedrijfshulpverleners ................................................................................... 7 2.8 Opleiding en certificering........................................................................................ 8 3. Certificatietraject ............................................................................................................ 9 3.1 Algemeen............................................................................................................... 9 3.2 Aanvragen ............................................................................................................. 9 3.3 Examenvoorzitter ................................................................................................... 9 3.4 Beoordeling praktische competenties..................................................................... 9 3.5 Itembank ................................................................................................................ 9 3.6 Multiple Choice Examenvragen.............................................................................10 3.7 Kwalificatie Examinator Basis-BHV .......................................................................10 3.8 Toekenning van het certificaat ..............................................................................10 3.8.1 Certificatie-eisen Basis-BHV .........................................................................11 3.8.2 Geldigheidstermijn ........................................................................................11 3.9 Hercertificatie ........................................................................................................11 3.9.1 Eisen met betrekking tot hercertificatie ..........................................................11 3.9.1 Geldigheidstermijn.........................................................................................11 3.10 Uitzonderingen ......................................................................................................11 3.11 Externe examenorganisatie ..................................................................................12 3.11.1 Controle van examenorganisatie ...................................................................12 3.11.2 Erkenning examinatoren ...............................................................................12 3.11.3 Kwalificatie-eisen examinatoren ....................................................................12 3.11.4 Uitzondering ..................................................................................................12 3.11.5 Eisen Examenreglement van de examenorganisatie .....................................12 3.11.6 Itembank .......................................................................................................13 3.12 Uivoering van de examens ....................................................................................13 3.12.1 Melding planning examens ............................................................................13 3.12.2 Veiligheid tijdens de examens .......................................................................13 3.12.3 Proces-verbaal examens ...............................................................................14 3.13 Correctie en uitslag examens ................................................................................14 3.14 Controle op oefening/training m.b.t. hercertificatie ................................................15 3.15 Controle op hercertificatie .....................................................................................15 3.16 Uitvoering certificaat dan wel pasje .......................................................................15 3.17 Eindtermen profiel Basis-BHV ...............................................................................16 4. Borging Itembank .........................................................................................................17 4.1 Verzamelen van foutief beantwoorde vragen ........................................................17 4.2 Projectgroep Examens ..........................................................................................17
2
Inleiding Opleidingsinstituten kunnen gebruik maken van de NVB-examinering als afsluiting van de opleiding BHV-basis. BHV-basis is een combinatie van Levenreddende Eerste Handelingen en Brand, Evacuatie en Communicatie. De examinering bestaat uit twee onderdelen: Beoordeling van de competenties van de cursist Beantwoording van een multiple choice vragenlijst. De beoordeling van de competenties wordt tijdens de opleiding gedaan door de docent, de multiple choice vragenlijst wordt verstrekt door het kantoor van de NVB en is voor elk examen specifiek.
Leeswijzer Dit protocol is een handleiding voor ieder die betrokken is bij de NVB-examinering. De taken en verantwoordelijkheden zijn hierin vastgelegd alsmede de kwaliteitsborging van de examens en examenvragen. Begrippenlijst Verklaring van termen en definities Hoofdstuk 2 Wettelijke basis van de Bedrijfshulpverlening Hoofdstuk 3 Certificatietraject Basis BHV Hoofdstuk 4 Borging itembank
3
1. Begrippenlijst Audit: De NVB audit steekproefsgewijs de examens. De opdrachtgever is verplicht de auditer toegang te verlenen tot de examen- dan wel leslocatie en de door hem gewenste gegevens met betrekking tot het examen te overleggen. BHV-pas, geldigheid en verlenging: De NVB neemt zo snel mogelijk een certificatiebeslissing aan de hand van de teruggestuurde formulieren. Deelnemers die zijn geslaagd ontvangen via de opleider een BHV-pas van de NVB. Op de pas kan desgewenst het logo van het opleidingsinstituut mede worden aangebracht. De pas heeft een geldigheid van drie jaar en kan telkens met drie jaar verlengd worden als middels een oefen/presentielijst door de opleider aangetoond wordt dat de kandidaat voldoet aan de geldende compententies. Blended learning: BHV-opleiding die bestaat uit een online gedeelte en een praktijkmodule. Certificaat: In plaats van een BHV-pas kan aan een geslaagde kandidaat een certificaat worden toegekend. Geldigheid en verlenging zijn identiek aan de BHV-pas. Certificatieschema: Een document waarin examenprocedures en exameneisen vermeld staan. Certificering: NVB certificeert haar cursisten als zij geslaagd zijn voor het examen Basis BHV. De opleider kan zijn logo op het certificaat af laten drukken. NVB neemt de certificatiebeslissing. Cursist: Een natuurlijk persoon die zich heeft aangemeld bij een opleidingsinstituut. Exameninstituut: NVB functioneert als exameninstituut voor NVB Basis-BHV examens. Erkenning als examinator: Procedure waarbij docenten of andere deskundigen worden aangesteld als examinator van modules uit de Basis BHV opleiding. Itembank: Database waarin de examenvragen per categorie opgeslagen zij. De categorieën worden benoemd in het certificatieschema. Klachtenprocedure: Kandidaten kunnen schriftelijk reclamaties indienen over het verloop van het praktische en schriftelijke examen bij het bestuur van de NVB in Lochem. Kwaliteitsborging: De NVB voert regelmatig kwaliteitscontroles uit middels een intern en extern auditsysteem teneinde de kwaliteit van de examens op niveau te houden. Opleidingsinstutuut: Een instelling die tot doel heeft het opleiden van Bedrijfshulpverleners. Opleidingsmodule: Een opleiding wordt verdeeld in onderdelen. Voor Basis BHV is dat de module Brand, Evacuatie en Communicatie en de module Levensreddende Eerste Handelingen. Rechtsgrond: De aanvraag van een examen middels het “Aanvraagformulier BHVExamens”, dat als bijlage aan dit protocol is toegevoegd, geldt als overeenkomst waarop Nederlands Recht van toepassing is. Opdrachtgever vrijwaart de NVB van enige aansprakelijkheid van materiële dan wel persoonlijke schade, die kandidaten of bedrijven
4
tijdens een examen kan overkomen voortvloeiend uit handelingen en verrichtingen, die tijdens een examen uitgevoerd worden. Uitwisselbaarheid certificaten: BHV-ers, met een NIBHV certificaat kunnen het certificaat laten vervangen in een NVB certificaat na een herhalingstraining. Website: NVB heeft haar certificatieschema’s geplaatst op de website www.nvb-bhv.nl /examen-buro/nvb-examen.
5
2. Wettelijke basis voor Bedrijfshulpverlening Bedrijfshulpverlening (BHV) is de hulp die wordt verleend bij ongewenste gebeurtenissen en calamiteiten in een organisatie, waarbij de veiligheid en/of gezondheid van de werknemers en andere aanwezigen bedreigd wordt (zoals brand en ongevallen). In de Richtlijn 89/391/EEG, van 12 juni 1989, van de Raad van de Europese Gemeenschappen, betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk, zijn verplichtingen vastgelegd voor werkgevers en werknemers over veiligheid en gezondheid op het werk. Alle landen van de Europese Unie hebben deze richtlijn verwerkt tot nationale wetgeving en in Nederland is dit terug te vinden in de Arbeidsomstandighedenwet. In deze wet wordt onder andere gesproken van het verlenen van deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening. Werknemers die deze deskundige bijstand binnen een bedrijf of instelling verlenen, worden bedrijfshulpverleners (BHV'ers) genoemd. Alle bedrijfshulpverleners van een organisatie vormen samen de BHV-organisatie. Sinds 1994 is bedrijfshulpverlening in organisaties verplicht.
2.1
Risico-inventarisatie en -evaluatie
Iedere organisatie die de veiligheid en gezondheid van werknemers en andere aanwezigen wil garanderen, dient te beginnen met een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Als basis voor het te voeren arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever hierin schriftelijk vast welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich mee brengt. Een plan van aanpak, waarin is beschreven welke maatregelen zullen worden genomen om die risico's te bestrijden, wordt opgemaakt aan de hand van de in de RI&E beschreven risico’s. In dit plan van aanpak wordt opgenomen binnen welke maatregelen zullen worden genomen en met welke prioriteit. Er zullen altijd een aantal risico's overblijven. Dit worden restrisico's genoemd. Voorbeelden van restrisico's zijn brand, ongeval, blikseminslag, wateroverlast en alle andere risico's die van tevoren niet zijn uit te sluiten. De examentermen voor het examen Basis-BHV zijn gestandaardiseerd voor alle BHV’ers. In de vervolgopleiding komen de specifieke risico’s uit de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) van de organisatie van de houder van het certificaat aan de orde.
2.2
Maatgevende factoren
Maatgevende factoren zijn factoren waarmee rekening gehouden moet worden bij de opzet van de bedrijfshulpverlening. De belangrijkste maatgevende factoren zijn:
de aard, grootte en ligging van de organisatie; de in de organisatie aanwezige gevaren (ook gevaren vanuit de omgeving) en de voor de organisatie maatgevende brandscenario's; het aantal aanwezige werknemers en anderen (inclusief de tijdstippen waarop zij aanwezig zijn); het aantal niet zelfredzame personen (zij die zichzelf in een noodgeval niet zelfstandig in veiligheid kunnen brengen); de opkomsttijd van de professionele hulpverleningsdiensten; de aanwezigheid van een infrastructuur op het gebied van arbeidsomstandigheden; de samenwerkingsmogelijkheden met andere organisaties; de aantoonbare aanwezige deskundigheid; de bekendheid van werknemers en anderen met de ontruimingsprocedure.
6
2.3
Maatgevende scenario’s
In scenario’s worden de mogelijke situaties beschreven die zich in een organisatie voor kunnen doen zoals: brand, ongeval, ontruiming, enzovoort. Vervolgens wordt beschreven wat er moet gebeuren om snel en effectief in te kunnen grijpen. Op basis van de meest relevante scenario’s wordt bepaald hoe de BHV moet worden georganiseerd.
2.4
BHV-plan
Het BHV-plan wordt opgesteld op basis van de maatgevende scenario’s en de maatgevende factoren. Het BHV-plan wordt schriftelijk vastgelegd en periodiek herzien. In het BHV-plan staat beschreven welke maatregelen en voorzieningen het bedrijf heeft genomen om na een ongeval of incident tijdig en op de juiste wijze te kunnen reageren.
2.5
BHV-organisatie
Een BHV-organisatie omvat alle personen die ten aanzien van de bedrijfshulpverlening taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden hebben. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de BHV-organisatie zijn schriftelijk vastgelegd en de leden van de BHV-organisatie worden schriftelijk aangesteld. De werkgever kan zelf de BHV-taken op zich nemen, maar moet wel ten minste één werknemer aanwijzen die hem vervangt bij zijn afwezigheid. Binnen de BHV-organisatie zijn bedrijfshulpverleners aangesteld die zijn belast met minimaal de hieronder vermelde taken.
2.6
Taken bedrijfshulpverleners
De taken van bedrijfshulpverleners zijn in ieder geval: het verlenen van eerste hulp bij ongevallen; het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen; het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever dat doeltreffende verbindingen worden onderhouden met externe hulpverleningsorganisaties, zoals de brandweer en de ambulance. Dit is van belang voor noodsituaties waarin de deskundigheid en hulpmiddelen van de bedrijfshulpverleners niet toereikend zijn, zoals bij een grote brand of een reanimatie.
2.7
Aantal bedrijfshulpverleners
Op basis van de risicoscenario's en naar aanleiding van het aantal personen dat nodig is om alle maatregelen die beschreven zijn in het BHV-plan adequaat te kunnen uitvoeren, wordt het benodigde aantal bedrijfshulpverleners vastgesteld. De maatgevende scenario’s en de maatgevende factoren die voor de organisatie gelden, spelen hierbij een grote rol. Tevens wordt bij de bepaling van het aantal hulpverleners rekening gehouden met hun afwezigheid, bijvoorbeeld ten gevolge van ziekte, verlof, etc. Steeds moet worden gegarandeerd dat alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de BHV-organisatie adequaat en doelmatig worden vervuld. Zo kan het noodzakelijk zijn dat in een organisatie waar zich veel niet-zelfredzame personen bevinden (zoals kinderen, senioren, patiënten of gehandicapten), alle werknemers worden opgeleid op de (deel)taken van bedrijfshulpverlening, omdat al deze werknemers nodig zijn voor een adequate uitvoering van de in het BHV-plan beschreven maatregelen. Naast de medewerkers die ‘dedicated’ BHV’er zijn, worden de overige medewerkers dan bijvoorbeeld opgeleid op de onderdelen communicatie of ontruiming.
7
2.8
Opleiding en certificering
In Nederland is het volgen van een opleiding voor iedere bedrijfshulpverlener door de Arbeidsomstandighedenwet verplicht gesteld. Onafhankelijk waar een opleiding is gevolgd, is het voor een bedrijfshulpverlener mogelijk een vakbekwaamheidscertificaat te halen om aan te kunnen tonen dat de benodigde kennis en vaardigheden worden beheerst en de vereiste competentie is bereikt.
8
3. Certificatietraject 3.1 Algemeen Opleiders kunnen examens aanvragen via de Nederlandse Vereniging Bedrijfshulpverlening (verder te noemen NVB). NVB kan organisaties als externe exameninstelling benoemen. De examens bestaan uit een praktisch examen met competentieproeven en een schriftelijk multiple choice examen De schriftelijke examens moeten worden afgenomen door een onafhankelijke voorzitter. Dit wil onder andere zeggen dat diegene, die het examen afneemt, niet als docent tijdens de cursus de lessen heeft verzorgd. De praktische competenties waaraan een BHV’er moet voldoen worden tijdens de cursus door de docent beoordeeld.
3.2 Aanvragen Een examen wordt door middel van het “Aanvraagformulier Examens” 15 werkdagen van te voren aangevraagd bij het kantoor van de NVB. Bij de aanvraag worden de data/tijd en aangegeven waarop de kandidaten hun verrichtingen voor het praktisch examen uitvoeren en de datum/tijd van het schriftelijk examen. De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van de namen van de docenten van de BHV-cursus. Formulieren zijn op het kantoor van de NVB en /of de website NVB (http://www.nvb-bhv.nl) te verkrijgen.
3.3 Examenvoorzitter Opdrachtgevers die een relatie met de NVB hebben kunnen zelf een examenvoorzitter voordragen. De examenvragen voor het theorie-examen en de multiple choice invullijsten worden aan de examenvoorzitter toegestuurd. De examenvoorzitter gaat confidentieel om met deze documenten. Direct na afloop van het examen worden de examenvragen en antwoordformulieren opgestuurd naar de NVB in Lochem. De examenstaat blijft op het kantoor van de NVB te Lochem.
3.4 Beoordeling praktische competenties De docent beoordeelt tijdens de cursus of de kandidaat de competenties voldoende beheerst om, na het slagen voor de schriftelijke toets, een certificaat te mogen ontvangen. De onderdelen waarop een cursist een voldoende moet behalen staan op het praktijkformulier. Mocht een kandidaat niet voldoen aan de praktische vaardigheden, dan moet dat door de docent op het praktijkformulier worden ingevuld. De kandidaat krijgt gelegenheid een herexamen te doen.
3.5 Itembank De itembank is de verzameling toetsvragen vanuit de eindtermen. Elke vraag dient van een antwoord (bij meerkeuze en/of openvragen), of een beoogde uitvoeringswijze met voldoende toetsingspunten (bij praktijk vragen c.q. opdrachten), te worden voorzien. Daar waar meerdere antwoorden worden gevraagd dient een eenduidig gestelde verdeelsleutel te worden vermeld. Meerkeuzevragen mogen hierbij steeds maar één juist antwoord bevatten. De itembank wordt door de Projectgroep Examens van NVB op kwalitatieve en kwantitatieve aspecten beoordeeld op basis van de gestelde eindtermen. Aan elke vraag dient een eenduidige antwoordsleutel te worden gekoppeld. De NVB houdt registraties bij van vragen, antwoorden, datum eerste opstelling, wijzigingen, toetsing (datum en naam toetser) en auteurs. Op de itembank is auteursrecht van toepassing, waarvan de rechten berusten bij de opsteller van de vragen. Een externe examenorganisatie kan de auteursrechten van deze vragen 9
overnemen. NVB legt in het contract met de examenorganisatie schriftelijk vast dat zij de auteursrechten respecteren en geheimhouding beschermen. De Projectgroep Examens dient jaarlijks minimaal 10% van de vragen in de itembank te beoordelen met als doel deze te vernieuwen of te wijzigen. Vragen en antwoorden dienen hierbij steeds aan geldende techniek en kennis te worden aangepast.
3.6 Multiple Choice Examenvragen De multiple choice vragen worden samengesteld uit de voorraad vragen in itembank. De clustering van onderwerpen en het aantal vragen per onderwerp staan aangegeven in de examentermen uit het certificatieschema Basis BHV. In de itembank zijn meerdere vragen van eenzelfde onderwerp opgenomen. Een multiple choice examen bestaat uit een willekeurige greep uit dit bestand. Elk examen is op deze wijze uniek.
3.7 Kwalificatie Examinator Basis-BHV Hiervoor moet de docent kunnen aantonen tenminste aan de onderstaande kwalificatie-eisen te voldoen. Een kopie van deze kwalificatie moet ter goedkeuring opgestuurd worden naar het kantoor van de NVB te Lochem. Opleiding Ervaring Een der volgende disciplines: Docent Brand, Evacuatie, Communicatie Minimaal 3 jaar ervaring binnen BHV MVK of onderbrandmeester met Instructeurbevoegdheid Instructeur BHV of Coördinator BHV of Hoofd BHV met Kiwa certificaat Andere gelijkwaardige opleiding door NVB goedgekeurd Docent Eerste Hulpverlening Minimaal 3 jaar ervaring binnen BHV Oranje Kruis Instructeur Eerste Hulp Andere gelijkwaardige opleiding door NVB goedgekeurd
Docenten, die aan de gestelde eisen voldoen, krijgen een aanstelling voor 3 jaar om als docent Basis bedrijfshulpverlenerexamens af te nemen. Dit kan telkens met periodes van drie jaar verlengd worden. De NVB zal voor het verstrijken van de periode van 3 jaar een uitnodiging tot verlenging richten aan de docent of de organisatie namens welke de docent optreedt. Verlenging vervalt als de docent niet meer voldoet aan de kwalificaties. Bij aanmelding of tussentijdse hercertificatie van zijn competenties stuurt de docent of organisatie een kopie daarvan aan de NVB ter completering van zijn geregistreerde gegevens.
3.8 Toekenning van het certificaat Aan de hand van de ingestuurde formulieren waarop de docent de competenties van de kandidaat heeft beoordeeld en de ingevulde multiple choice lijsten, neemt NVB een certificatiebeslissing. Afgifte van een certificaat geeft uitsluitend borging van een bepaald kennis en vaardighedenniveau. Er worden eisen gesteld aan de initiële training/opleiding en ook aan de competentie van de certificaathouder die door training en oefening op peil gehouden en verhoogd dient te worden. De geldigheid van het certificaat bedraagt 3 jaar en eindigt op de datum van uitgifte + 3 jaar. Er zal tot verlening van de persoonscertificatie worden overgegaan als de kandidaat, met goed gevolg herhalingslessen op basis van de in de bijlagen genoemde eindtermen heeft gevolgd bij een door NVB geaccepteerd opleidingsinstituut.
10
3.8.1 Certificatie-eisen Basis-BHV Fysiek in staat zijn om de taken, kennis en vaardigheden zoals genoemd in deze richtlijn uit te kunnen voeren. Aantoonbaar voldoen aan de exameneisen, afgenomen door een door NVB geaccepteerde exameninstelling.
3.8.2
Geldigheidstermijn
De geldigheid van het certificaat 3 jaar en eindigt op de datum van uitgifte + 3 jaar. Indien het examen uit meerdere modulen of uit theorie en praktijk examen bestaat blijven de met goed gevolg behaalde onderdelen (deelexamens) maximaal 1 jaar geldig.
3.9 Hercertificatie 3.9.1
Eisen met betrekking tot hercertificatie
Fysiek in staat zijn om de taken, kennis en vaardigheden zoals genoemd in deze richtlijn uit te kunnen voeren. Voldoen aan de gestelde kerntaken rekening houdend met de hierbij behorende gedragsniveaus . Aantoonbaar voldoen aan de competentievoorwaarden door deelname aan (jaarlijkse) oefening(en) en trainingen. Voldoen aan de hieronder gestelde termijnen voor aanvraag van hercertificatie. Hercertificatie dient uiterlijk binnen 3 maanden na verstrijken van de geldigheidstermijn bij NVB te worden aangevraagd. Bij gebruikmaking van het hercertificatie praktijkexamen (uitzondering d) dient het praktijkexamen binnen de termijn van 6 maanden na verstrijken van de geldigheid met goed gevolg te worden afgelegd. Certificaten die niet binnen de hierboven gestelde tijdslimieten voor hercertificatie worden aangevraagd vervallen en zijn niet meer hercertificeerbaar.
3.9.1
Geldigheidstermijn
De geldigheidstermijn wordt verhoogd met 3 jaar vanaf de datum van uitgifte overgenomen van het bestaande certificaat, ook indien hercertificatie wordt verleend na de verloopdatum.
3.10 Uitzonderingen De aanvrager die ten tijde van de aanvraag in het bezit is van een geldig diploma Eerste Hulp, uitgegeven door Het Oranje Kruis met een tenminste resterende geldigheidstermijn van 6 maanden, krijgt een vrijstelling voor de kerntaken eerste hulp. Een kopie van dit diploma EHBO dient bij de aanvraag gevoegd te worden. Het is toegestaan om één maal per certificatieperiode van 3 jaar één jaarlijkse oefening/ trainingseis naar een volgende oefening & training periode te verplaatsen. Deze verplaatsing kan niet buiten de geldigheidstermijn van het certificaat vallen, noch kan deze een volgende termijn vervangen. In bijzondere gevallen kan door NVB worden afgeweken van genoemde termijn met een maximum overschrijding van 9 maanden. Aanvraag voor deze bijzondere verlening dient hierbij steeds voor het verstrijken van het certificaat plus 3 maanden bij NVB
11
te worden aangevraagd. De aanvraag voor bijzondere verlening kan alleen worden gehonoreerd als de oorzaken van de overschrijding in de persoonlijke sfeer van de te certificeren persoon liggen waarbij het aannemelijk is dat hij niet binnen de daarvoor gestelde tijd aan één of meerdere hercertificatie-eisen kan voldoen.
3.11 Externe examenorganisatie De door NVB goedgekeurde en bevoegde examenorganisatie dient aan de eisen vastgelegd in het NVB beoordelingsdocument “externe examenorganisaties” te voldoen. Aanvullend op bovengenoemd document zijn de volgende eisen ten aanzien van dit schema van toepassing.
3.11.1
Controle van examenorganisatie
Kwaliteit en procesbewaking, klachtenbehandeling en periodieke evaluaties van toetstermen en toetsvragen dienen opgenomen te worden in het examenreglement van de examenorganisatie.
3.11.2
Erkenning examinatoren
De examenorganisatie dient de examinator aan te melden voor kwalificatie door NVB en opname in het register examinatoren BHV. Bij de aanvraag moet het hiervoor bedoelde aanvraagdocument vergezeld van kopieën van aangegeven documenten aan NVB opgestuurd te worden. De examenorganisatie ontvangt na goedkeuring een verklaring van geen bezwaar als toestemmingvoor opname in het register. De examenorganisatie beheert een geactualiseerd dossier van de examinator en op verzoek van NVB ter inzage te geven. Bij het niet (meer) voldoen aan de gestelde eisen dient de examenorganisatie t.a.v. de desbetreffende examinator direct adequate maatregelen te nemen en NVB te informeren. Gedurende deze tijd kan de examenorganisatie deze examinator niet inzetten. Het examenbureau draagt er zorg voor dat de persoon voldoet aan de competenties die vereist zijn om een examen in de praktijk af te kunnen nemen.
3.11.3
Kwalificatie-eisen examinatoren
Zie schema paragraaf 3.5 van deze regeling.
3.11.4
Uitzondering
Bij uitsluitend schriftelijke examens hoeft de examinator(en) geen inhoudelijke kennis van de inhoud van het examen te bezitten. Hij dient echter wel aantoonbare kennis te bezitten t.a.v. van deze Persoonscertificatieregeling en het betreffende examenreglement.
3.11.5
Eisen Examenreglement van de examenorganisatie
Elke examenorganisatie dient een door NVB getoetst en goedgekeurd examenreglement te bezitten. De eisen t.a.v. dit examenreglement zijn verwoord in het beoordelingsdocument “externe examenorganisaties”, evenals de hieronder genoemde aspecten. Afwijzing- & bezwaarregeling voor niet geschikt geachte kandidaten welke niet aan de gestelde eisen kunnen voldoen. De examenorganisatie ontvangt een verklaring van geen bezwaar met vermelding van het examenreglement. Dit is onderdeel van een contract tussen NVB en de examenorganisatie. Wijzigingen van het examenreglement dienen vooraf aan 12
NVB kenbaar worden gemaakt en treden pas na goedkeuring door NVB in werking. Een geldig examenreglement dient tijdens elk examen ter inzage te liggen voor examinatoren, deelnemers en controle door NVB.
3.11.6
Itembank
De itembank is de verzameling toetstermen en toetsvragen vanuit de eindtermen. Evenals alle wijzigingen hierop, dienen deze toetstermen en toetsvragen door de examenorganisatie ter goedkeuring aan NVB te worden voorgelegd. Vóór aanvraag tot goedkeuring dienen alle vragen door de eigen examenorganisatie getoetst te worden. Elke vraag dient van een antwoord (bij meerkeuze en/of openvragen), of een beoogde uitvoeringswijze met voldoende toetsingspunten (bij praktijk vragen c.q. opdrachten), te worden voorzien. Daar waar meerdere antwoorden worden gevraagd dient een eenduidig gestelde verdeelsleutel te worden vermeld. Meerkeuzevragen mogen hierbij steeds maar één juist antwoord bevatten. De itembank wordt door NVB op kwalitatieve en kwantitatieve aspecten beoordeeld op basis van de gestelde eindtermen. Aan elke vraag dient een eenduidige antwoordsleutel te worden gekoppeld. De exameninstelling dient registraties bij te houden van vragen, antwoorden, datum eerste opstelling, wijzigingen, toetsing (datum en naam toetser) en auteurs. Op de itembank is auteursrecht van toepassing, waarvan de rechten berusten bij de opsteller van de vragen. De examenorganisatie kan de auteursrechten van deze vragen overnemen. NVB legt in het contract met de examenorganisatie schriftelijk vast dat zij de auteursrechten respecteren en geheimhouding beschermen. De examenorganisatie dient jaarlijks minimaal 10% van de vragen in de itembank te beoordelen met als doel deze te vernieuwen of te wijzigen. Vragen en antwoorden dienen hierbij steeds aan geldende techniek en kennis te worden aangepast.
3.12 Uivoering van de examens 3.12.1 Melding planning examens De examenorganisatie dient elk examen tenminste 5 werkdagen vooraf te melden aan NVB via een standaard formulier c.q. via een door NVB aangegeven meldpunt. NVB kan op basis van aangedragen hardheidsargumenten van de termijn van 5 werkdagen afwijken. NVB zal de examenorganisatie in kennis stellen van de afwijzing. Niet gemelde examens alsmede aangemelde examen met een afwijzing worden niet-geldig verklaard.
3.12.2 Veiligheid tijdens de examens De examenorganisatie dient tijdens het verrichten van praktische toetsing de veiligheid en gezondheid te garanderen van de kandidaat alsmede van de mogelijk aanwezige derden (toeschouwers, andere aanwezigen). De risico’s van de oefeningen dienen hierbij in relatie te staan met de taakstelling en het aspect van toetsing waarbij risico’s zo veel mogelijk vermeden c.q. tot een te accepteren restrisico moeten worden teruggebracht. Indien noodzakelijk dient de examenorganisatie vooraf aanvullende eisen met betrekking tot de uitrusting en/of de fysieke gesteldheid van de kandidaat te stellen. De examenorganisatie dient er op toe te zien dat aan deze aanvullende eisen wordt voldaan. De voorzitter van het examen heeft hierbij de bevoegdheid om kandidaten welke hierin niet aantoonbaar kunnen voldoen uit te sluiten van het examen. Examenlocaties mogen geen onbeheerste risico’s voor deelnemers en examinatoren bezitten . 13
De examenorganisatie dient in het examenreglement het aspect veiligheid nader te verwoorden en minimale eisen hieraan te stellen. Examenorganisaties werken in opdracht van opleidingsinstituten c.q. opleiders. De primaire verantwoordelijkheid voor de kennis en vaardigheden van de voorgedragen kandidaten ligt bij de opleiders.
3.12.3 Proces-verbaal examens De voorzitter dient bij elke examenzitting een proces-verbaal op te maken. Hierbij kan de exameninstelling gebruik maken van het NVB -of een daaraan gelijkwaardig model, waarbij alle aspecten van het NVB model verwoord zijn. Het proces-verbaal bevat tenminste: NAW-gegevens examenorganisatie. Lijst leden examencommissie. Adres, datum en tijdstip examen. Lijst deelnemers conform NVB-model incl. geldig legitimatiebewijs met nummer vermelding. Rapportage examenlocatie. Aantal uitgevoerde examens. Aantal ingenomen examenantwoorden (bladen) en rapportage praktijkexamens. Examencode alsmede code/antwoordsleutel (bij meerkeuzevragen). Voorlopige cijferlijst deelnemers. Bijzonderheden. Klachten. De volgende documenten dienen als bijlage aan het proces-verbaal toegevoegd te worden: Antwoordbladen van de uitgevoerde schriftelijke toetsvragen per kandidaat voorzien van examencode. Rapportage van mondelinge en praktische toetsen per kandidaat Het proces-verbaal en de bijlagen dienen als kopie binnen 15 werkdagen aan NVB te worden gestuurd, de originelen dienen door de examenorganisatie bewaard te worden.
3.13 Correctie en uitslag examens De examenorganisatie dient voor elk samengesteld examen een examensleutel op te maken en dit vóór het examen aantoonbaar te controleren. Deze examensleutel en het examen dienen doelmatig gekenmerkt te worden om verwisseling tussen examen en examensleutel te vermijden. In het examenreglement dient eenduidig te worden opgenomen hoe men de examens en examensleutel (s) tegen ongeoorloofd gebruik beschermt, alsmede de correctiemethode en wijze van toepassing van de examensleutel(s). Kandidaten waarbij het rekenkundige gemiddelde van alle toetsen (schriftelijk, mondeling en praktijkoefeningen) afgerond op hele getallen voor elke toets minimaal het cijfer 6 is, en die niet zijn afgewezen op basis van het aantal ‘Beoordeelde Onvoldoendes”, worden positief beoordeeld. Kandidaten die minder dan een 6 hebben gehaald en/of zijn afgewezen op basis van het aantal “Beoordeelde Onvoldoendes”, worden negatief beoordeeld. Wijze van reclamaties dienen in het examenreglement te worden opgenomen. De examinator kan na het examen uitsluitend een voorlopige uitslag bekend maken. De examenorganisatie dient zo spoedig mogelijk het proces-verbaal en de uitslagenlijst ter beoordeling aan NVB voor te leggen als aanvraag voor certificatie bij een positief oordeel. NVB beoordeelt het examen aan de hand van het desbetreffende examenreglement,
14
deze regeling en de overige documenten. NVB neemt binnen 15 werkdagen na het examen een Certificatiebeslissing. De exameninstelling ontvangt van NVB de definitieve beoordeling van het examen c.q. aanvraag voor certificatie.
3.14 Controle op oefening/training m.b.t. hercertificatie De examenorganisatie dient aan de hand van een standaard controledocument de uitgevoerde oefeningen en trainingen conform de in de bijlagen genoemde oefen- & trainingstermen te controleren en te toetsen. Hiervoor dient de exameninstelling een dossier aan te leggen voor vastlegging en borging van alle hiervoor noodzakelijke aantoonbare stukken alsmede bewijs van vakbekwaamheid van de met de uitvoering van de oefening c.q. training betrokken persoon of organisatie, op een zodanige wijze dat de kwaliteit van de uitgevoegde oefening/training in voldoende mate is geborgd. Afwijkingen t.a.v. het controledocument dienen te worden bewaard voorzien van corrigerende en preventieve maatregelen vanuit de examenorganisatie. Afwijkingen, inclusief de hiervoor genomen maatregelen, dienen in de halfjaarlijkse rapportage aan NVB opgenomen te worden. NVB heeft op verzoek inzage in bovengenoemde dossiers. De opzet, en minimale inhoud alsmede de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de betrokken medewerkers van de exameninstelling alsmede de vakbekwaamheidseisen dienen in het examenreglement te worden opgesteld.
3.15 Controle op hercertificatie Een examenorganisatie dient een aanvraag voor hercertificatie te controleren op juistheid en compleetheid van de vereiste bewijsstukken. Bij geconstateerde compleetheid kan de examenorganisatie de hercertificatie aanvragen. De volgende controles dient de examenorganisatie via een standaardaanvraag uit te voeren: Persoonsgegevens kandidaat. Geldigheidstermijn certificaat binnen vastgestelde grenzen. Voldoende deelgenomen trainingen en oefeningen Geschiktheid kandidaat . De examenorganisatie vraagt binnen 15 werkdagen, na het ontvangen van het verzoek van de certificaathouder, de hercertificatie aan bij NVB via het NVB hercertificatie formaat en voorzien van de hierbij horende onderbouwing. Indien niet aan de eisen voor voldoende deelname van trainingen en oefeningen is voldaan, met inachtneming van het minimum aantal moet, met goed gevolg, een praktijkexamen conform de bijlagen worden afgelegd. Bij het niet voldoen aan deze bovenstaande eisen is hercertificatie door NVB niet mogelijk. De examenorganisatie stelt NVB op de hoogte van dit hercertificatie-advies via de standaard aanvraag. NVB stelt de examenorganisatie binnen 15 werkdagen na het examen, na toetsing van de ontvangen stukken, in kennis van de certificatiebeslissing. Bij een positieve beoordeling geeft de examenorganisatie een nieuw certificaat uit.
3.16 Uitvoering certificaat dan wel pasje Nadat het toelatingsonderzoek positief is afgerond wordt deze door NVB het persoonscertificaat of pasje Basis Bedrijfshulpverlening afgegeven. Hierbij dient het model van NVB gebruikt te worden. Op dit certificaat of pasje worden tenminste de volgende gegevens vermeld: naam certificaathouder (naam en voornaam)
15
geboortedatum geboorteplaats datum uitgifte certificaat en geldigheidsduur logo NVB adresgegevens NVB logo van de examenorganisatie (indien overeengekomen met NVB)
3.17 Eindtermen profiel Basis-BHV De eindtermen van het profiel Basis-BHV worden periodiek aangepast. Op de website van NVB worden de meest actuele versies bijgehouden: http://www.nvbbhv.nl/images/stories/Examen/NVB_Bijlage_A_tm_C_%20Profiel_Bedrijfshulpverlener_Basis _en_Basis_Plus.pdf
16
4. Borging Itembank Het uitgangspunt van borging is om de kwaliteit van de vragen en antwoorden van de itembank veilig te stellen. Net zoals de verbetering van werkprocessen binnen de organisatie een cyclische beweging kent, geldt dit hier ook. Een kwaliteitssysteem dat daarbij toegepast wordt is de Demingcirkel of PDCA-cyclus.
Plan
Act
Do
Check
De vier activiteiten in de kwaliteitscirkel van Deming zijn: PLAN: Stel doelstellingen voor verbeteringen vast. DO: Voer de geplande verbetering uit. CHECK: Meet het resultaat van de verbetering, vergelijk deze met de oorspronkelijke situatie en toets deze aan de vastgestelde doelstellingen. ACT: Bijstellen als de gevonden resultaten niet voldoen aan de doelstelling.
4.1
Verzamelen van foutief beantwoorde vragen
Bij het nakijken van de multiple choice examenformulieren worden de foutief beantwoorde vragen geregistreerd. Uit de statistiek die hiervan opgemaakt wordt, moet blijken of er vragen zijn die structureel fout beantwoord worden. Deze vragen worden gesignaleerd en een keer per jaar voorgelegd aan de Projectgroep Examens.
4.2
Projectgroep Examens
De Projectgroep Examens is samengesteld uit ervaren docenten uit de vakgebieden didactiek, algemene veiligheid, brandveiligheid en Eerste Hulp. Van de vergaderingen van de projectgroep worden verslagen gemaakt. De projectgroep fungeert als college van deskundigen en bekijkt een keer per jaar de structureel fout beantwoorde examenvragen en beoordeelt de vraagstelling en de antwoorden daarop. De projectgroep kan besluiten de vraag te vervangen door een geheel nieuwe vraag of de vraag en bijbehorende antwoorden opnieuw te redigeren. Elk jaar moet de projectgroep een besluit nemen welke 10% van de vragen uit de itembank moeten worden vervangen. Dit moet zo veel mogelijk per cluster gebeuren. Het examenbureau houdt in haar kwaliteitsboek bij welke vragen vervangen zijn en wanneer.
17