Pedagogisch werkplan BSO de Knot
BSO de Knot Mecklenburglaan 3/5 3581 NV Utrecht 06 43 79 60 05 Email:
[email protected]
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Ludens 1.2. Cluster Oostpark
3 3 3
2. De pedagogische uitgangspunten 2.1. Het kind staat centraal 2.2. Werken volgens de Gordon-methode 2.3. Vreedzaam en duurzaam 2.4. Wat dit betekent voor ons pedagogisch handelen
4 4 4 4 5
3. Pedagogisch handelen in de praktijk 3.1. Lichamelijke behoeften en de verzorging van de kinderen 3.2. Het bieden van emotionele veiligheid 3.3. De ontwikkeling van persoonlijke competentie 3.4. De ontwikkeling van sociale competentie 3.5. Het overdragen van waarden en normen
6 6 7 8 9 12
Bijlage 1: Dagindeling BSO de Knot Bijlage 2: Rituelen en feesten Bijlage 3: Ouderbeleid Bijlage 4: Ondersteuning beroepskrachten Bijlage 5: Omgaan met gebeurtenissen
13 14 15 16 17
2 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
1. Inleiding Dit is het pedagogisch beleidsplan van buitenschoolse opvang de Knot. Het dient als uitgangspunt voor de manier waarop wij met kinderen omgaan. Wij willen u met dit plan informeren over onze werkwijze, uitgangspunten en doelstellingen. Het pedagogisch beleidsplan is een levend dokument. Ieder jaar wordt het geëvalueerd en bijgesteld. Zo blijft het pedagogisch beleid altijd in ontwikkeling, net zoals de kinderen van onze BSO. Dit beleidsplan is opgesteld door een werkgroep. Hierin zitten de leidinggevende en de pedagogisch medewerkers (pm-ers) van BSO de Knot. De stukken ter voorbereiding en de verslagen van de werkgroepbijeenkomsten zijn naar de oudercommissie verstuurd, ter advisering. Tijdens de bijeenkomsten zijn telkens verschillende pedagogische onderwerpen besproken. De werkgroep heeft zich laten inspireren door enkele bekende pedagogen: Solter, Gordon, Pikler, Korzcak en de pedagogen van Reggio Emilia. Daarnaast heeft ook de eigen opvoeding, werk- en levenservaring een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van het uiteindelijke pedagogisch beleidsplan.
1.1. Ludens Ludens is met ruim 50 locaties geworteld in de Utrechtse samenleving. Wij werken wijkgericht, en leveren maatwerk. Er zijn samenwerkingsverbanden met basisscholen, sportverenigingen, welzijnsinstellingen, het Utrechts Centrum voor de Kunsten, Circus Diedom en ROC Midden Nederland. Wij vinden dat goede kinderopvang iets toevoegt aan de kwaliteit van het leven van kinderen. Wij willen partner zijn in de opvoedtaak die ouders en scholen hebben. Ludens gaat in op de wensen van kinderen en hun ouders, en biedt hoge kwaliteit op een laagdrempelige wijze. Een integraal aanbod van voorzieningen, toegankelijk voor alle ouders en kinderen, biedt een meerwaarde aan de maatschappij: ‘It takes a village to raise a child’.
1.2. Cluster Oostpark Ludens werkt met drie regio’s, Noord, Midden en Zuid, verdeeld in 14 wijkgebonden clusters. Cluster Oostpark maakt deel uit van regio Zuid. Wij verzorgen buitenschoolse opvang (BSO) voor de kinderen van de Kohnstammschool, de Notenboom en de Utrechtse Schoolvereniging. De kinderen van de Utrechtse Schoolvereniging gaan naar BSO de Knot. Voor de leerlingen van 8-12 jaar is er ook een natuurlocatie: BSO het Fort. Tijdens de schoolvakanties werken de BSO’s samen. Kinderdagverblijf ‘t Klavertje maakt ook deel uit van Cluster Oostpark. BSO de Knot BSO de Knot bestaat sinds mei 2008 en is gevestigd in het gebouw van Stichting de Wilg. De BSO is bestemd voor kinderen van de USV school aan de Frans Halsstraat. De kinderen hebben een eigen huiskamer/keuken en daarnaast mogen zij gebruik maken van een tekenlokaal en een gymzaal. Buiten spelen kan op het plein van de Wilg of in het zeer dichtbij gelegen Wilhelminapark. Er is plaats voor 20 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Er werkt één pedagogisch medewerker per 10 kinderen. Door zoveel als mogelijk te werken met vaste medewerkers bieden wij structuur aan kinderen en hun ouders. Wanneer een medewerker alleen op de groep staat gaan wij daar als volgt mee om: er is altijd iemand anders in het pand van Stichting te Wilg, dus de medewerker is nooit alleen in het pand. Daarnaast hebben wij een achterwachtregeling: BSO Dino is achterwacht, op vijf minuten loopafstand. Zij kunnen altijd gebeld worden in geval van nood.
3 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
2. De pedagogische uitgangspunten 2.1. Het kind staat centraal Uitgangspunt van ons pedagogisch handelen is dat kinderen uniek zijn en competent. Elk kind verdient een bijzondere, individuele aandacht. Kinderen zijn krachtig en creatief en hebben een eigen persoonlijkheid. Wij gaan uit van wie een kind is en wat het kan, vol potenties en rijk aan verschillende capaciteiten. Kinderen zijn de bouwers van hun eigen ontwikkeling en identiteit. De buitenschoolse opvang biedt hen een stimulerende omgeving om die ontwikkeling verder uit te bouwen. De pedagogisch medewerkers zijn begeleiders in dit ontwikkelingsproces. Zij volgen de kinderen in hun spel en activiteiten. Wij bieden het kind de mogelijkheid om de wereld zelf te ontdekken. Op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Wij zijn er voorstander van dat kinderen zich niet altijd hoeven aan te passen aan de eisen, de wensen en de verwachtingen van anderen. Wij geven ze liever de kans om zelf naar de wereld te kijken, hierover na te denken en tot oplossingen te komen voor problemen die zich kunnen voordoen. Kinderen krijgen de ruimte om hun beleving en fantasie te uiten. Zo bieden wij de mogelijkheid aan de kinderen om zichzelf te zijn. Om dit te verwezenlijken, zorgen wij voor een veilige omgeving waar: Kinderen zich emotioneel veilig kunnen voelen. Iedereen de moeite waard is. Plaats is voor het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties. Kinderen aan hun zelfstandigheid kunnen werken. Kinderen kunnen bouwen aan hun zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. We normen en waarden overdragen aan elkaar. Kinderen een eigen mening hebben en leren die van de ander te respecteren.
2.2. Werken volgens de Gordon-methode Bij BSO de Knot werken we volgens de methode van de Amerikaanse pedagoog Thomas Gordon. Om een goede communicatie tot stand te brengen, is een deskundig oog vereist. Hierdoor is het mogelijk om zowel de behoeften van het kind als van de pm-er te onderzoeken en te vertalen naar de praktijk. Een goed contact tussen kinderen, ouders en collega's vraagt namelijk om concrete communicatievaardigheden, zoals actief luisteren en duidelijk zijn. Alle pm-ers krijgen een cursus over deze methode. Er worden inzichten en voorbeelden aangereikt. Praktijkvoorbeelden worden met elkaar besproken. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van meer zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Bij de Gordon methode gaat het enerzijds om het bevorderen van plezier en evenwicht in de relaties. Anderzijds worden problemen zoveel als mogelijk opgelost door het creëren van win-win situaties.
2.3. Vreedzaam en duurzaam Ook hebben de pm-ers een training gevolgd volgens de methode “Vreedzame wijk”. In de vreedzame wijk krijgen kinderen een stem, mogen ze meedenken over allerlei zaken en krijgen ze verantwoordelijkheden. De doelen van de vreedzame wijk zijn: Kinderen leren op een positieve manier met elkaar omgaan. Kinderen leren conflicten constructief op te lossen. Kinderen krijgen meer verantwoordelijkheid in de wijk (de BSO). De wijk wordt beschouwd als een (democratische) leefgemeenschap waarbij iedereen zich betrokken dient te voelen. Door het behaalde succes vanuit de scholen (hoewel de USV niet met de vreedzame methode werkt) willen we de vaardigheden die kinderen hebben verworven, doortrekken naar de wijk. Denk behalve de BSO aan jeugd- en kinderwerkers, sportverenigingen, speeltuinen. Om zo een eenduidige pedagogische aanpak in te voeren in alle organisaties die met dezelfde doelgroep werken: gebruik van dezelfde begrippen, inspelen op geleerde vaardigheden, zelfde wijze van omgaan met conflicten. Duurzaam Wij vinden het ook belangrijk om kinderen te leren zich bewust te zijn van de verantwoordelijkheid voor het behouden en verzorgen van onze Aarde. Zo scheiden we op BSO de Knot het papier en het plastic en gebruiken we restmateriaal om mee te knutselen.
4 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
2.4. Wat dit betekent voor ons pedagogisch handelen Wij behandelen elkaar zoals we ook zelf behandeld willen worden. We luisteren naar elkaar en we accepteren elkaar zoals we zijn. We houden rekening met elkaars behoefte en mening. Wij benaderen de kinderen individueel. We noemen iedereen bij de eigen naam: “hoi Peter, hoi Inge”, en proberen elkaar zo weinig mogelijk, in het algemeen, aan te spreken met: “hoi allemaal”. Wij spreken zoveel mogelijk op ooghoogte. Wij delen het gevoel van gemeenschappelijke en individuele verantwoordelijkheid. De kinderen leren dat ook zij verantwoordelijk zijn voor hun eigen BSO.
5 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
3. Pedagogisch handelen in de praktijk 3.1. Lichamelijke behoeften en de verzorging van de kinderen Eten en drinken Wij volgen het voedingsbeleid van Ludens door gevarieerd te eten. De kinderen kunnen voedingsproducten vragen die ze graag op tafel willen. Deze worden, in overleg, door de pmers ingekocht. Hierbij wordt in ieder geval gelet op de hoeveelheid vetten en suikers die de producten bevatten. Bij het eten worden verschillende soorten drinken aangeboden. We houden rekening met allergieën en diëten. De tafel wordt op een aantrekkelijke manier gedekt. Aan tafel leren wij de gangbare tafelmanieren. De kinderen smeren zelf hun brood of cracker of ze krijgen gelegenheid om dat te leren. We maken afspraken over wanneer we van tafel gaan. Zindelijkheid De kinderen gaan zelf naar de wc. Kleuters herinneren we eraan om naar de wc te gaan, wanneer dat nodig is. Een ongelukje kan iedereen overkomen, daar maken we geen probleem van. We ondersteunen kinderen zodra ze een ongelukje hebben, zodat ze zich op een rustige plek kunnen omkleden. Kinderen met zindelijkheidsproblemen worden individueel begeleid. Toen één van onze BSO-kinderen moeilijkheden had met de zindelijkheid, hebben we in overleg met de ouder van dit kind een plan opgesteld om ongelukjes zoveel mogelijk te voorkomen. Één pm-er heeft dagelijks het kind begeleid. Een aantal keren per dag is het kind naar het toilet gestuurd en is erop toegezien dat het daadwerkelijk zijn behoefte deed. Hygiëne Bij de BSO besteden we vooral aandacht aan het handen wassen. Dit doen we na het wc bezoek, voor een maaltijd, tijdens het eten bereiden, bij snotneuzen, na het spelen buiten. De handdoeken worden dagelijks soms twee keer per dag verschoond. Wij volgen de richtlijnen van de GG&GD bij ziektes. We voeren het protocol Hygiëne uit ons handboek actief uit. De BSO locatie wordt dagelijks schoongemaakt door een professioneel werkend schoonmaakbedrijf. Bewegen Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich vrij kunnen bewegen. Binnen kunnen de kinderen lekker rennen en spelen in de gymzaal. In de gymzaal worden ook sport-, spel-, en dansactiviteiten aangeboden. Wij stimuleren de kinderen om buiten te spelen. Er is een plein om te voetballen en te basketballen. De buitenruimte biedt gelegenheid om te spelen, te rennen, te duikelen of te verstoppen. Bij mooi weer worden er vaak uitstapjes gemaakt naar het Wilhelminapark. Lichaamsbesef Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn bezig hun omgeving te ontdekken en grenzen te verkennen, ook op het gebied van lichaamsbesef. Seksuele voorlichting krijgen kinderen thuis en op school Dit is geen taak van de BSO. Toch zullen de kinderen ons ook vragen stellen. De pm-ers zijn op de hoogte van de normale seksuele ontwikkeling van kinderen. Kinderen van nul tot zes jaar zijn bezig met het ontdekken van het eigen lichaam, de geslachtsorganen en de verschillen tussen jongens en meisjes. Wij vinden het belangrijk dat pm-ers het verschil tussen jongens en meisjes kunnen benoemen, wanneer we merken dat kinderen daar aandacht voor hebben. We gaan behoedzaam en open met het lichaamsbesef van de kinderen om. De pm-er ondersteunt het kind met de kennis van het eigen lichaam. Zodra kinderen elkaar aanraken, leren we hen de behoefte aan privacy van een ander op te merken en te respecteren. We leren de kinderen ja of nee te zeggen wanneer ze door een ander kind worden aangeraakt. We helpen kinderen met het stellen van grenzen aan elkaar. In de leeftijd van zes tot en met twaalf jaar kunnen kinderen de eerste verliefdheden ervaren. Kinderen tonen interesse in de technische aspecten van seks en zijn nieuwsgierig naar het lichaam van de ander. Op deze leeftijd zullen ook veranderingen in het lichaam van de jongen en het meisje plaats beginnen te vinden. Rond deze leeftijd is er vaak sprake van een beginnende preutsheid. Wanneer we een signaal opvangen, waarover wij ons zorgen maken, gaan de pm-ers hierover in gesprek met de ouders. Daarbij houden wij rekening met cultuurverschillen en verschillen in
6 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
normen en waarden van ouders en pm-ers.
3.2. Het bieden van emotionele veiligheid Ingaan op emoties van het kind Het begeleiden van kinderen is ons vak. Wij begeleiden met aandacht, humor, respect en creativiteit. Wij kijken naar het kind en luisteren actief naar de behoeften. Wij troosten kinderen als zij dat nodig hebben. Ook geven wij grenzen aan. We vertellen waarom bepaald gedrag wel wordt geaccepteerd en waarom ander gedrag niet. Daarbij vertellen wij zoveel mogelijk waarom iets wel of niet mag. Wij reageren op de emoties die het kind laat zien en nemen deze serieus. Kinderen mogen bij ons bang, boos, blij en bedroefd zijn, huilen mag. Wij gaan na waarom een kind huilt en begeleiden het bij het vinden van een mogelijke oplossing. Wij laten kinderen niet aan hun lot over. Wij laten merken dat wij er voor hen zijn en dat ze hun emoties mogen uiten. Wij staan niet alles zomaar toe. Wij wijzen ongewenst gedrag af, maar niet het kind zelf. “Als jij op de bank springt, dan wordt de bank vies.” in plaats van: “Jij bent stout!” Wij maken zoveel mogelijk positieve opmerkingen naar de kinderen toe. Dit vinden wij belangrijk voor het vormen van een positief zelfbeeld. Wij benadrukken wat de kinderen goed doen en laten de kinderen zelf de dingen doen waarvan wij weten dat ze het goed kunnen. Structuur van de stamgroep Een nieuw kind, pm-er of invalkracht stellen wij altijd aan de groep voor. De kinderen worden van school opgehaald door de eigen pm-er. Daarna eten zij gezamenlijk in de ruimte van de groep. Wij volgen een vast dagritme, zowel tijdens schoolweken, als tijdens vakantieweken (zie bijlage 1). De pm-er observeert de kinderen uit de groep en bespreekt deze observatie met de ouder(s). Zo kunnen de pm-ers een band opbouwen met de kinderen en hun ouders. Op de Knot hangt een lijst met daarop het dagritme. Hier staat bv op wanneer we gaan eten en wat de activiteit van de dag is. Welbevinden Ieder kind wordt één keer per jaar geobserveerd met behulp van een vragenlijst over het welbevinden. De pm-er volgt het kind tijdens de opvang en bespreekt de resultaten met de andere pm-ers in een kind-groepsbespreking. Vervolgens maakt de pm-er een afspraak voor een oudergesprek. In dit gesprek bespreekt de pm-er het welbevinden van het kind met de ouders. Als een kind zich niet prettig voelt, wordt dit door het observeren vroegtijdig opgemerkt. Wanneer het wenselijk wordt bevonden, wordt er een meer specifieke vervolgobservatie gehouden. Wij geven de grenzen aan van onze deskundigheid en verwijzen door naar de pedagoog van Ludens als dat nodig is. Dit doen wij alleen in overleg met de ouders. De pedagogisch medewerkers De pm-ers beschikken over een relevante opleiding of zijn studerende daarvoor. Op elke locatie kan de pedagogisch medewerker in haar werkzaamheden ondersteund worden door pm-ers in opleiding. Wij streven ernaar, om bij afwezigheid van de vaste pm-ers de inval te laten verzorgen door pm-ers die bekend zijn met BSO de Knot. Ludens heeft een eigen invalpoule. Alle medewerkers van Ludens en Invalwerk beschikken over een kwalificatie volgens de CAO. Ze zijn in het bezit van een "Verklaring Omtrent Gedrag" voor het werken met jonge kinderen. Alle medewerkers van Ludens worden opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Onderdeel hiervan is de deelkwalificatie EHBO aan kinderen. De pm-ers zijn in staat om bij ongevallen eerste hulp te bieden. Mocht deze hulp niet toereikend zijn, dan wordt professionele hulp ingeschakeld. Bij incidenten nemen wij altijd contact op met de ouders. Veilige omgeving Naast emotionele veiligheid bieden wij ook een fysiek veilige omgeving. De medewerkers letten dagelijks op de veiligheid van de kinderen. Daarbij voldoet BSO de Knot aan de eisen van veiligheid en hygiëne. De GG&GD controleert dit jaarlijks en brengt hierover een openbare rapportage uit, te vinden op de website van het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). In het kader van de Wet Kinderopvang is Ludens zelf verantwoordelijk voor de controle op hygiëne en veiligheid. Jaarlijks voeren wij daarom een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) uit. Ons gebouw is, in overleg met de Brandweer, zo brandveilig mogelijk gemaakt. De pm-ers houden
7 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
tweemaal per jaar een week lang ontruimingsoefeningen samen met de kinderen, zodat elk kind het een keer heeft meegemaakt. De bevindingen van deze oefeningen worden vastgelegd in een verslag. Ludens heeft het HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) certificaat. De kwaliteit wordt getoetst door een extern auditbureau. Wenbeleid Wanneer een kind voor het eerst komt, nodigen we de ouders uit om mee te lopen van school naar de BSO. De ouder mag een gedeelte van de middag aanwezig zijn op de groep. Op deze manier kunnen ouders een beeld vormen van een middagje op de BSO. De kinderen krijgen de gelegenheid om hun plekje op de BSO te ontdekken, terwijl zij zich nog even in de vertrouwdheid van hun ouder(s) bevinden. Hierna gaat de ouder gedurende een bepaalde periode weg. Zo kan het kind wennen aan het idee dat het de volgende keer zonder ouder op de opvang zal zijn. Wij bieden twee gelegenheden aan om te komen wennen. Daarna besluiten de pm-ers en de ouders gezamenlijk of het kind voldoende is gewend of dat er verdere begeleiding nodig is. Tijdens het plaatsingsgesprek maken we hierover afspraken. Dan is er ruimte om vragen te stellen aan de pm-ers. Ook biedt het een mooie gelegenheid om samen naar het spelende kind te kijken. Ouderbeleid Wij vinden het belangrijk dat kinderen en ouders zich welkom en vertrouwd voelen op onze BSO. De opvang is een aanvulling op de opvoeding thuis, op school en op de sportvereniging/ clubs. Wanneer ouders en medewerkers elkaar informeren, kan het pedagogisch handelen geëvalueerd worden en bijgesteld, waar nodig. De contacten tussen ouders en pm-ers vinden voornamelijk plaats tijdens de haal- en brengmomenten. Natuurlijk kunnen ouders altijd een gesprek aanvragen met de pm-ers over hun kind of de dagelijkse gang van zaken bij de BSO (zie bijlage 3).
3.3. De ontwikkeling van persoonlijke competentie Activiteiten Binnen onze BSO worden iedere dag, in samenspraak met de kinderen, activiteiten aangeboden. Dat doen we op een speelse en aantrekkelijke manier, zodat een kind zich niet gedwongen voelt. Tijdens de schoolvakanties is de opvang op de locatie van BSO Dino. We bieden groepsactiviteiten aan in de vorm van themaweken. Wanneer kinderen ervoor kiezen om niet mee te doen, vragen wij hen wat ze dan wél gaan doen. We zien graag dat ze een gerichte activiteit uit gaan voeren. Tijdens de week van het laboratorium hebben we een groepsruimte ingericht met verschillende tafels en een zwembad. Hier konden de kinderen proefjes doen die waren voorbereid door de pm-ers. Na de uitvoering was er uitgebreid tijd om eigen experimenten uit te voeren. De aandacht van de kinderen werd geprikkeld door het laboratorium af te sluiten met een touw en een bord ‘verboden toegang’. De kinderen konden nauwelijks wachten tot het tijd was voor de activiteit. Kinderen mogen zich vervelen bij onze BSO. Het is niet aan het team om dit direct op te lossen. We vragen wel of onze bevinding klopt en of het kind iets nodig heeft. We geven in ieder geval tijd en gelegenheid aan het kind om tot een activiteit te komen. Ruimte en inrichting We hebben momenteel één stamgroep met daarin een leeshoek, bouwhoek, knutselhoek, zodat de kinderen zich, deels, terug kunnen trekken in hun eigen spel. Ook maken wij gebruik van de gymzaal en de buitenruimte. De spelletjes, boeken en het knutselmateriaal kunnen de kinderen zelf pakken. Ze staan zoveel mogelijk in open kasten. We nodigen de kinderen uit om hiermee aan de slag te gaan. Het speelmateriaal is afwisselend en uitdagend. Het team verzamelt ook minder voor de hand liggende speelmaterialen om de kinderen kennis mee te laten maken. Zelfstandigheid Wij stimuleren de eigen initiatieven van kinderen en dragen niet meteen een oplossing aan als iets niet lukt. Wij vinden het belangrijk dat een kind de grenzen van zijn mogelijkheden leert
8 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
kennen en om hulp kan vragen. Voorwaarden voor de groei naar zelfstandigheid zijn: een sfeer waarin een kind fouten durft te maken, zijn gevoelens kan uiten en met vragen bij iemand terecht kan. Het is natuurlijk wel belangrijk dat het kind zichzelf en zijn omgeving niet in gevaar brengt. Uiteraard houden wij rekening met de ontwikkelingsfase van elk kind. Een kind komt met een uitgestoken voet bij een pm-er. Deze gaat niet direct door de knieën om de veter te strikken, maar vraagt aan het kind om het eerst zelf te proberen en anders te vrágen of de pm-er het voor hem/haar wil doen. Wanneer de kinderen, geheel zelfstandig, buiten de BSO mogen zijn, nemen de ouders hiervoor de verantwoordelijkheid. Dit kan alleen wanneer ouder, kind en pm-er alledrie het zelfstandigheidscontract hebben ondertekend. Hierin regelen zij welke activiteiten het kind geheel zelfstandig mag uitvoeren. Inspraak Kinderen hebben inspraak bij beslissingen die voor de BSO genomen worden. Het team luistert actief naar de wensen die leven onder de kinderen. Wij betrekken hen bij de aanschaf van spelmateriaal, voeding, het activiteitenaanbod en bij het opstellen van (huis)regels. De pm-ers hebben een open houding voor de mening en de ideeën van de kinderen. Kinderinspraak kan verschillende positieve gevolgen hebben, zoals het bevorderen van zelfstandigheid en het toenemen van zelfvertrouwen. Kinderen kunnen zich meer serieus genomen voelen als ze actief mogen meedenken. Ze leren om met elkaar in gesprek te gaan, te luisteren en om meningen uit te wisselen. Door gezamenlijk te beslissen, worden kinderen steeds meer betrokken bij de invulling van hun BSO.
9 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
3.4. De ontwikkeling van sociale competentie Sociale vaardigheden Bij BSO de Knot leren kinderen samen spelen, anderen te helpen en op elkaar te wachten. Het kind leert dat gezamenlijke activiteiten positief kunnen zijn. Verschillen in gedrag, uiterlijk, interesses, waarden en normen zien we als een verrijking. We letten erop dat kinderen geen negatieve opmerkingen over elkaar maken en we willen voorkomen dat kinderen gepest worden. Wij proberen om het kind, dat een ander kind pest, te leren wat dit gedrag voor de ander betekent. En dat het kind dat gepest wordt, leert om weerbaar te worden. Wanneer teveel kinderen tegelijkertijd op dezelfde plek willen spelen, dan stellen we in een tijdschema vast wanneer iemand aan de beurt is. Dit schema hangen we op bij de speelplek die gedeeld moet worden. De pm-ers kunnen dit doen, maar de kinderen kunnen het in veel gevallen ook zelf leren. Omgaan met conflicten Wanneer er een conflictsituatie ontstaat, gebruiken we de overlegmethode om tot een oplossing te komen. De methode is ontwikkeld door Thomas Gordon. Er is sprake van verschillende behoeften en wensen. Er ontstaat een zogenaamd behoefteconflict. Dat is voor beide partijen onacceptabel. De kern van de overlegmethode is de intentie om conflicten zo op te lossen, dat aan ieders behoeften tegemoet wordt gekomen. Zonder gebruik van macht. De methode wordt aangeboden aan de kinderen. Maar hij wordt ook toegepast bij een conflict tussen kinderen en pm-ers. Binnen de methode worden aantal fases doorlopen: Eerst worden de emoties gespuid en behoeften vastgesteld. Daarna worden verschillende oplossingen voor het probleem bedacht. Meestal doen de kinderen dit zelf. De kinderen kiezen één van de mogelijkheden en voeren die uit. We kijken altijd terug om te beoordelen of de oplossing heeft gewerkt. Uiteraard zijn fysiek en verbaal geweld niet acceptabel. We leren dat boos zijn mag en leggen uit dat het ook weer overgaat. Soms wil een kind na een conflict niet praten, maar alleen zijn. Dan bieden wij het kind de gelegenheid tot zichzelf te komen. Op een later tijdstip benaderen wij het kind nogmaals om te vragen of er behoefte bestaat aan een gesprek of dat het inmiddels weer goed gaat met het kind. Ook hebben we op de Knot een ”boosheids thermometer”. Hierop kunnen de kinderen aangeven waar ze “zitten” met hun boosheid. Door middel van plaatjes kunnen ze zien of het wenselijk is om eerst even af te koelen. Vriendschap Wij willen dat kinderen het naar hun zin hebben op de BSO en geven hen de gelegenheid om vriendschappen te sluiten. Ook mogen er vriendjes uitgenodigd worden die niet op de BSO zitten. Dan moet er wel een plek open zijn op dat moment. De kinderen kunnen, in overleg met de ouders, ook kiezen om bij een vriendje thuis te spelen in plaats van mee te gaan naar de BSO. We vinden het belangrijk dat het sociale leven van de kinderen doorgaat op de middagen dat zij naar onze BSO komen. Gezamenlijke momenten De BSO is eigenlijk één grote familie. Met elkaar beleven we de dag, we hebben gezamenlijke momenten als we aan tafel zitten, we spelen samen en we ruimen met elkaar op. Ondertussen vertellen we aan elkaar wat we zien of wat we voelen. We wisselen onze wetenswaardigheden uit. We kijken gezamenlijk naar de televisie en voeren samen activiteiten uit, die we ook samen hebben bedacht. Alle gezamenlijke activiteiten zijn een gelegenheid voor gezelligheid. Wij ondersteunen kinderen die vaak alleen spelen en stimuleren hen om ook eens samen te spelen. Wij maken de kinderen attent op elkaar. Kinderen die bijvoorbeeld net op de BSO zitten, worden aan een kind gekoppeld uit de klas of van dezelfde leeftijd om samen mee te spelen. Maar de kinderen mogen natuurlijk zelf kiezen met wie zij spelen. Uitstapjes We maken elkaar bewust van de wereld om ons heen en verkennen die. We gaan samen op stap. Naar het museum of naar de speeltuin en het park. We bezoeken gelegenheden in de buurt, waar de kinderen hun schoolkameraadjes kunnen ontmoeten die niet op de BSO zitten. Als groep lopen we, fietsen we of rijden mee met de bus of de trein. We hebben een protocol
10 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
voor uitstapjes. Actieve houding met kinderen Om de overlegmethode te laten werken, is het nodig om ‘actief luisteren’ toe te passen. Daarmee krijgen we een zo goed mogelijk beeld van de wederzijdse behoeften. Een actieve houding van de pm-ers is ook van groot belang wanneer kinderen niet komen vertellen wat hen dwarszit. Dan benaderen we het kind om te vragen of de signalen die de pm-er oppikt, kloppen en wachten niet tot een kind uit zichzelf bij ons komt.
11 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
3.5. Het overdragen van waarden en normen Moreel gedrag Op de BSO leren wij over moreel gedrag. Hieronder verstaan wij wederzijds respect: voor jezelf, voor anderen, voor alle vormen van leven en voor de omgeving. Wij begeleiden kinderen bij het verwoorden van hun ervaringen: wat vind je leuk, wat vind je spannend, wat vind je vervelend. We spreken af dat we rekening houden met elkaar. Daarnaast geven we de kinderen verantwoordelijkheden die ze aankunnen. We spreken elkaar aan op het naleven van onze huisregels. Bij conflicten worden reële eisen gesteld. Als er nieuwe kinderen komen op de BSO, dan helpen de andere kinderen vaak vanzelf om de regels aan te leren. Wij accepteren dat kinderen ook pm-ers erop aanspreken wanneer de regels worden overtreden. Omgangsvormen leren We bespreken met de kinderen ook de verschillende normen en waarden. Die van thuis, die van de school en die van de BSO. Wij blijven zo dicht mogelijk bij de praktijk. We vragen naar wat wel mag en wat niet mag, thuis en op school. Vervolgens bespreken we wat de regels zijn bij onze BSO. Het benoemen en waarderen van onderlinge verschillen Door verschillen te benoemen, leren kinderen van elkaar. Wij benoemen verschillen in cultuur, leeftijd, achtergrond, enzovoorts, wanneer dit ter sprake wordt gebracht. Wij proberen een vraag van een kind altijd te beantwoorden in begrijpelijke taal, met passende voorbeelden. Huisregels We stellen samen met de kinderen huisregels vast en hangen die op. De regels geven de kinderen houvast. Als het nodig is, worden de huisregels aangepast. Regels zijn er om structuur aan te brengen, niet om het werk voor de pm-ers makkelijker te maken. De kinderen hoeven niet direct alles te weten of alles goed te doen. Iedereen maakt wel eens een fout, daar kun je van leren. Voorbeeldfunctie Een positieve benadering naar kinderen, ouders en pm-ers bevordert de goede sfeer. We hebben vertrouwen in elkaar. Als pm-er zul je ook niet altijd alles goed doen, dat geven we dan ook toe aan de kinderen. Wij streven ernaar om een eerlijk beeld te geven aan iedereen om ons heen. De pm-ers zijn zich ervan bewust dat zij een voorbeeld zijn voor de kinderen. Niet alleen in gedrag, maar ook wanneer zij meespelen met de kinderen. Op de BSO zijn we allemaal een voorbeeld voor elkaar.
12 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
Bijlage 1: Dagindeling BSO de Knot Schoolweek en vakantieweek (op BSO Dino) 8.00 uur - De kinderen komen binnen en gaan zelf aan de slag. Er is gelegenheid voor de overdracht van informatie over de kinderen. 10.00 uur - We drinken en eten gezamenlijk en bespreken welke activiteit je vandaag kunt kiezen. Hiermee gaan we dan aan de slag. We kunnen nu ook gaan buiten spelen of een uitstapje maken. 12.00 uur - Op woensdag en vrijdag worden de kinderen opgehaald van school. Op de BSO beginnen we met de broodmaaltijd. Daarna starten we met een activiteit. We eten gezamenlijk de broodmaaltijd. 13.00 uur - We gaan verder met een activiteit of buiten spelen. Het is ook een goed moment om een uitstapje te gaan maken. 15.00 uur - De kinderen worden opgehaald van school. We verzamelen op de afgesproken plaats. Kleuters worden in de klas opgehaald. Kinderen met een zelfstandigheidscontract kunnen zelf naar de BSO gaan. 15.30 uur - We eten een tussendoortje, crackers en drinken iets daarbij. Dat doen we in de eigen stamgroep. Als er een kookactiviteit is geweest, eten we het resultaat hiervan als tussendoortje. Na het eten kiezen de kinderen een activiteit om mee aan de slag te gaan. 17.00 uur - Er wordt fruit gemaakt en uitgedeeld. Alle kinderen gaan weer aan tafel in de ruimte van hun eigen stamgroep. Daarna starten we met opruimen. De kinderen worden opgehaald, er is gelegenheid voor overdragen van ervaringen tussen ouders en pm-ers. 18.00 uur - Start verlengde opvang. 18.30 uur - De BSO sluit.
13 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
Bijlage 2: Rituelen en feesten Bij rituelen en feesten kiezen we bij BSO de Knot bij voorkeur voor ontspanning, in plaats van voor inspanning. We maken gebruik van de gezamenlijke momenten uit de dagindeling. Verjaardag Wij vieren verjaardagen van kinderen in de groep. Er wordt gezongen en de jarige mag uitdelen. We geven de voorkeur aan een gezonde traktatie. We houden rekening met de diversiteit van de kinderen en passen ons programma zonodig aan. De verjaardagen van pm-ers worden ook gevierd. Zij doen dit op dezelfde manier of bereiden een activiteit voor. We geven alle jarigen een kadootje. Sinterklaas De ervaring leert dat kinderen buiten de BSO al meerdere keren het Sinterklaasfeest vieren. Daarom vieren wij het op een bescheiden manier. We spelen het Sinterklaasfeest na. Met elkaar kiezen we een kind dat Sinterklaas mag zijn. Anderen kunnen Piet worden. Zij geven de kinderen kado’s voor de gehele locatie. Op deze manier geven we de kinderen gelegenheid om wel of niet in Sinterklaas te geloven. Kerstmis, Pasen, Carnaval en Halloween Deze feesten vieren wij ook op een bescheiden manier. Wij brengen de groep gezellig in kerst- of paassfeer en kiezen voor een rustig moment in een drukke periode voor de kinderen. We hebben een kerstboom of een paastak en andere versieringen. De jaarlijkse feesten en seizoenen laten wij terugkeren in de activiteiten in het atelier. De werkstukken van de kinderen worden gedurende het seizoen tentoongesteld in het gebouw van de Knot. Nieuwjaar Elk jaar organiseert de oudercommissie een nieuwjaarsbijeenkomst voor alle kinderen en hun ouders, broertjes en zusjes. We maken hapjes en iets bijzonders om te drinken. Het is een informeel moment om elkaar te spreken en verder te leren kennen. Laatste middag op de BSO Voor kinderen die de BSO gaan verlaten, hebben we ook aandacht. We kijken terug op de periode bij de Knot en halen herinneringen op met elkaar. De kinderen krijgen een afscheidskadootje, met de ouders houden we een exitgesprek. Aan de 8+ kinderen vragen wij welke activiteit ze georganiseerd willen hebben. Dit kan bijvoorbeeld een voetbaltoernooi zijn, of een dansfeestje etcetera.
14 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
Bijlage 3: Ouderbeleid Wij vinden het belangrijk dat kinderen en ouders zich welkom en vertrouwd voelen op onze BSO. De opvang is een aanvulling op de opvoeding thuis, op school en op de sportvereniging/clubs. Wanneer ouders en medewerkers elkaar informeren, kan het pedagogisch handelen geëvalueerd worden en bijgesteld, waar nodig. Lokale oudercommissie BSO de Knot heeft tot nu toe geen eigen oudercommissie voor een meer georganiseerde vorm van contact. Ouders kunnen zich aanmelden om lid te worden. De commissie heeft een adviserende rol. Twee maal per jaar is er overleg met de leidinggevende. De ouders van Dino worden vertegenwoordigd door de lokale oudercommissie. Deze behartigt de belangen van de kinderen en ouders en adviseert op het gebied van de kwaliteit van de BSO. Dit doet de commissie via de leidinggevende aan de directie. En ook aan de centrale oudercommissie. De oudercommissie is lid van de belangenorganisatie voor ouders in de kinderopvang BOinK. De lokale oudercommissie fungeert als aanspreekpunt voor ouders. De OC komt elke zes weken bij elkaar voor intern beraad. Daarnaast is er minimaal drie keer per jaar overleg met de leidinggevende van het cluster. Hierin wordt het interne beleid van de BSO besproken. De agendapunten voor het overleg met de leidinggevende worden gezamenlijk vastgesteld. De OC is bereikbaar per email
[email protected] en via een postvak op kantoor. Centrale oudercommissie Naast de lokale oudercommissies heeft Ludens ook een centrale oudercommissie. Het doel is om de gemeenschappelijke belangen op centraal niveau te behartigen. Voor de centrale OC is een reglement opgesteld. De centrale OC is klankbord, stimulans, aanspreekpunt en signaleerder voor de directie van Ludens. Individueel contact Contacten met individuele ouders zijn erg belangrijk voor ons en wij willen zoveel mogelijk een open communicatie hebben. Dit betekent dat wij vanaf de eerste dag een goede band proberen op te bouwen met de ouders. Als de ouders zich goed voelen bij ons, zal dat zeker een positieve invloed hebben op hun kinderen. Aan het begin van de periode bij de Knot houden wij een plaatsingsgesprek. We sluiten af met een exit-gesprek. Hierin horen we graag welke ervaringen ouders hebben gehad. Deze gebruiken wij om de kwaliteit van onze opvang te kunnen verbeteren. Ouderavond Minimaal een keer per jaar vindt er een ouderavond plaats. Hiervoor worden alle ouders van de locatie uitgenodigd. De thema’s kunnen worden voorgesteld en uitgewerkt door de pm-ers, de ouders, de leidinggevenden of de kinderen.
15 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
Bijlage 4: Ondersteuning beroepskrachten Alle medewerkers van Ludens hebben een relevante opleiding afgerond of behalen het diploma binnen een vastgestelde periode. Ook heeft Ludens van alle pedagogisch medewerkers een ‘Verklaring Omtrent Gedrag’, voor het werken met jonge kinderen in het personeelsdossier. Dit geldt ook voor de medewerkers van Invalwerk. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden worden de pm-ers ondersteund door: Leidinggevende en assistent-leidinggevende voor aansturing, begeleiding en coördinatie in verband met de uitvoering van het beleid en de dagelijkse gang van zaken. Regiomanager voor aansturing en begeleiding op managementniveau. Pedagoog voor advies en ondersteuning van het pedagogisch handelen. BBL-medewerkers (in opleiding) voor ondersteuning bij de dagelijkse gang van zaken. De BBL-ers worden tijdens het groepswerk begeleid door een pm-er die is opgeleid als werkbegeleider. Praktijkopleider voor externe begeleiding van BBL-ers en hun werkbegeleiders. Medewerkers Informatie & Plaatsing voor ondersteuning van de BSO-administratie en voor de planning en plaatsing van nieuwe kinderen. Oudercommissie voor advies, controle en feedback. Facilitaire dienst voor het uitvoeren van onderhoud e.d. binnen het pand en op het buitenterrein en voor het op peil houden van de veiligheidsvoorzieningen. Schoonmaakdiensten voor het op peil houden van de hygiëne. GG&GD voor toezicht en controle op de uitvoering van wettelijke vereisten. Extern auditbureau voor controle op het kwaliteitbeleid inzake de HKZ-certificering van Ludens.
16 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014
Bijlage 5: Omgaan met gebeurtenissen Ieder kind kan in aanraking komen met gebeurtenissen die van invloed zijn op het functioneren of op de ontwikkeling van het kind. Wij vinden het belangrijk hier aandacht aan te geven. Dit kunnen leuke, vrolijke gebeurtenissen zijn zoals de geboorte van een broertje of zusje, een verjaardag, een trouwerij e.d. Helaas kan een kind ook te maken krijgen met ziekte en overlijden in zijn/haar omgeving. Er kunnen zich problemen voordoen in de gezinssituatie. Er kan sprake zijn van een stoornis of achterstand in de ontwikkeling. Het kind kan opvallend gedrag vertonen. Deze gebeurtenissen kunnen klein van aard zijn. Het kind kan dan met extra zorg en aandacht, of wat kleine aanpassingen, geholpen worden. Er komen ook situaties voor die het team en/of de ouders niet eenvoudig opmerken, of die ernstiger van aard zijn. Dan is er professionele hulp en zorg van buiten de BSO nodig. Wanneer wij dergelijke signalen opvangen, overleggen wij altijd met de ouders. Wij stellen ons op de hoogte van wat er leeft. De te ondernemen acties zijn afhankelijk van wat een kind vraagt, verbaal of non-verbaal. De pm-ers staan open voor waar een kind behoefte aan heeft. Dat laten wij ook aan het kind merken. Wij signaleren, observeren en luisteren. Indien nodig, bespreken wij bepaalde gebeurtenissen met het hele team, bijvoorbeeld in kindgroepsbesprekingen. Elke situatie verdient een specifieke aanpak. Ludens heeft beleid vastgelegd: conform de Wet BIG; voor het signaleren en begeleiden van problemen met opvallend gedrag; hoe te handelen bij vermoeden van kindermishandeling; hoe te handelen in geval van overlijden, ziekte en ongevallen. Dit beleid is terug te vinden in ons kwaliteitshandboek.
17 Pedagogisch beleidsplan BSO de Knot, versie 2014