JAARVERSLAG 2012
NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERS RSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV N M JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAA VERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERS RSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV N M JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAA VERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERS RSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV N M JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAA VERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERS RSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV N M JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAA VERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERS RSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV N M JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAA VERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERS
Verslag over het achtendertigste boekjaar 1 januari 2012 t/m 31 december 2012 N.V. NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland • www.nom.nl
Inhoudsopgave
Personalia 4 1.
Verslag van de Raad van Commissarissen
5
2. Verslag van de directie 2.1 Ontwikkelingen in 2012 2.2 Resultaten op hoofdlijnen 2.3 Topsectoren 2.4 NOM Finance 2.5 NOM InvesteringsBevordering 2.6 NOM Ontwikkeling & Innovatie 2.7 Financiële positie van de NOM 2.8 Interne bedrijfsvoering
8 8 9 10 15 22 26 29 31
3. Organisatieprofiel 3.1 Algemeen 3.2 Bestuursstructuur 3.3 Organisatiestructuur 4. Jaarrekening
33 33 34 36
5.
80
Overige gegevens
6. Duurzaamheidverslag 6.1 Inleiding 6.2 Strategie en beleid 6.3 Organisatie van MVO 6.4 Betrokkenheid belanghebbenden 6.5 Resultaten 6.6 Verslaggevingsbeleid
37
82 82 83 85 87 89 94
Bijlagen 99 Bijlage 1 Participaties en leningen 100 Bijlage 2 GRI tabel 114 Bijlage 3 Management Benadering 119 Bijlage 4 Profielschets van de leden van de Raad van Commissarissen per 26 april 2013 120 Bijlage 5 Profielschets van de directie per 26 april 2013 122
3
Personalia
Raad van Commissarissen
R.P. Prins (voorzitter) Mr. H. Bosma A.M.J. Vogd J.E. de Vries R. Rabbinge
Managementteam
Drs. S. Jansen, directeur Mr. G. Buiter, plv. directeur, manager NOM Finance Ir. E.J. Luitjens, manager Ontwikkeling & Innovatie Ir. S. Oosterhof, manager InvesteringsBevordering Drs. Y. Dijkshoorn RA, directiesecretaris, hoofd Algemene Zaken en Financiën
Medewerkers
4
Gemiddeld bedroeg het aantal medewerkers in 2012: 50 (2011: 55)
1.
Verslag van de Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen is verheugd over het positieve resultaat van € 4,2 miljoen, waarmee 2012 is afgesloten. Het financieringsbedrijf heeft een goed resultaat geboekt, met name door ontvangen dividenden en de resultaten op verkopen en het Ontwikkelbedrijf is opnieuw in staat gebleken haar kosten te verlagen. De Raad maakt zich wel zorgen over de lage investeringsbereidheid van bedrijven en de impact daarvan op de regionale economische ontwikkeling. Voor de NOM heeft dit het effect gehad, dat zij haar doelstellingen niet heeft kunnen realiseren. Er zijn minder financieringen verstrekt, er zijn minder investeringen in de regio gedaan door bedrijven die uitbreiden of zich hier willen vestigen, waardoor er minder arbeidsplaatsen zijn gecreëerd en behouden en er zijn minder ontwikkelprojecten tot stand gekomen. De medewerkers van de NOM hebben zich voor dit resultaat maximaal moeten inzetten, omdat bedrijven nu meer zekerheid zoeken en meer informatie vragen voordat ze een beslissing nemen. Het heeft dus niet tot minder werk geleid. Het afgelopen jaar is een complex jaar geweest voor de NOM. Als gevolg van de gefaseerde afbouw van de subsidie heeft de directie zich sterk gefocust op de toekomst van de NOM. Hierbij is de Raad van Commissarissen, als adviseur, geraadpleegd. Er zijn opnieuw diverse gesprekken met de aandeelhouders geweest over de financiering van met name de Ontwikkeltaken van de NOM. Dit heeft er mede toe geleid dat je zou kunnen zeggen dat de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen zijn herontdekt door het ministerie en de provincies. De Raad van Commissarissen is hier blij mee en vindt het een positieve ontwikkeling dat er gewerkt wordt aan een rol voor Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen in de Noord- en Zuidvleugel. Daarmee kan landsdekkend aan de ontwikkeling van de economie worden gewerkt. Helaas heeft de afbouw van de subsidie tot gevolg gehad dat de NOM banen heeft moeten schrappen. Het is niet mogelijk gebleken dit met natuurlijk verloop op te vangen, waardoor de NOM eind 2012 medewerkers heeft moeten laten afvloeien op basis van een sociaal plan. De Raad van Commissarissen heeft dit proces nauwlettend gevolgd. Deze situatie heeft duidelijk impact gehad op de mensen in de organisatie, maar desondanks hebben zij zich sterk ingezet om de doelstellingen te behalen. De Raad van Commissarissen is vol vertrouwen over de toekomst van de NOM. Er is binnen de organisatie in de loop der jaren veel kennis en kunde opgebouwd, die ook door het Ministerie van Economische Zaken en de provincies wordt herkend. In 2013 zal de NOM zich sterk inzetten voor onder andere het nieuwe cluster Agri&Food/BBE en het project Flinc NXT, de opvolger van het succesvolle project Flinc, waarin innovatieve starters die hun bedrijf sneller van de grond willen krijgen worden begeleid. Maar ook ten aanzien van de topsectoren is er voor het noorden nog genoeg te doen en te ontwikkelen, waar de NOM een waardevolle bijdrage aan kan leveren.
5
Tijdens de evaluatie door de Raad van Commissarissen is opnieuw vastgesteld dat het gezien de aard van de onderneming belangrijk is dat de leden van de Raad verschillende expertises hebben, waardoor kennis aanwezig is van alle facetten van de NOM. De huidige samenstelling van de Raad van Commissarissen voldoet hier goed aan, de leden vullen elkaar goed aan. Hierdoor kan de Raad van Commissarissen ook in 2013 haar rol goed invullen. R.P. Prins, voorzitter Raad van Commissarissen
Een kort overzicht van de activiteiten van de Raad van Commissarissen in 2012:
• • • • • • • • • • •
6
De Raad vergaderde tien maal in de aanwezigheid van de directie. Zes financieringen werden goedgekeurd. Drie verkopen werden goedgekeurd. Er werd kennisgenomen van vijf verstrekkingen van stimuleringskredieten,waarvoor geen toestemming van de Raad is vereist. Maandelijks werd de Raad geïnformeerd over mutaties in de portefeuille. Tweemaal werden de gehele portefeuille en de daaraan verbonden risico’s besproken. Aan de hand van de kwartaalrapportages werd de financiële performance van de portefeuille besproken. De Raad is geïnformeerd over ontwikkelprojecten en de daaraan verbonden risico’s. De Raad heeft eenmaal overleg gehad met de OR, waarbij de interne organisatieveranderingen aan de orde zijn geweest. De raad heeft regelmatig contact gehad met de aandeelhouders De Raad heeft eenmaal buiten de aanwezigheid van de directie haar eigen functioneren en het functioneren van de directie geëvalueerd.
De directie heeft het jaarverslag en de jaarrekening over het boekjaar 2012 opgesteld. De Raad van Commissarissen heeft op 26 april 2013 kennis genomen van goedkeurende verklaring van PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. met betrekking tot de jaarrekening. De Raad heeft de jaarrekening volgens deze rapportage goedgekeurd en voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). Preadvies
Preadvies Wij stellen de AvA voor de balans, winst en verliesrekening en de toelichting vast te stellen. Inzake het resultaat stellen wij voor de winst van € 4.154.467 toe te voegen aan de overige reserves. Groningen, 26 april 2013 Raad van Commissarissen R.P. Prins (voorzitter) Mr. H. Bosma A.M.J. Vogd J.E. de Vries R. Rabbinge
7
2.
2.1 Ontwikkelingen in 2012
Verslag van de directie
Tot en met mei 2011 was de stemming in het regionale bedrijfsleven goed te noemen, er was vertrouwen in de toekomst. Dat uitte zich met name in positieve signalen met betrekking tot de investeringsbereidheid. Daarna diende zich een dip aan. Vooral tegen het einde van 2011 liep het sentiment behoorlijk terug. Dit sentiment heeft zich in 2012 niet hersteld. Ondanks het sentiment sluit de NOM het jaar af met een positief resultaat van € 4,2 miljoen, met name als gevolg van ontvangen dividend en resultaten op verkopen participaties. Een mooi resultaat, in opnieuw een lastig jaar. De economisch zware tijden hebben er echter toe geleid dat we onze doelstellingen niet hebben kunnen realiseren. Het investeringsvolume is blijven steken op € 2,9 miljoen. Als redenen zien wij de kwaliteit en haalbaarheid van de businessplannen, maar ook de moeizame marktsituatie ten aanzien van financieringen, waardoor het realiseren van cofinanciering moeilijk is. Het aantal door NOM Ontwikkeling & Innovatie opgetuigde projecten met bedrijven en de door NOM InvesteringsBevordering gerealiseerde of behouden arbeidsplaatsen blijven eveneens achter bij de door ons vooraf met onze subsidiënten / opdrachtgevers afgesproken doelstellingen. Hoewel dit in een zwak economisch tij een realistisch beeld is, is het wel teleurstellend voor de organisatie dat meer effort zich niet uit in de realisatie van doelstellingen. Subsidierelatie Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2011 aangekondigd de subsidierelatie met de NOM gefaseerd te gaan afbouwen. Voor 2012 heeft dit tot gevolg gehad dat de NOM € 0,6 miljoen minder subsidie heeft ontvangen, wat opgevangen is door te snijden in de kosten van facilitaire zaken, waaronder de huisvesting, catering en secretariële ondersteuning. In 2013 zal opnieuw € 0,6 miljoen minder aan subsidie worden ontvangen. Om deze verlaging op te kunnen vangen heeft er in 2012 een reorganisatie plaatsgevonden, waarbij 7 banen zijn vervallen. Het is niet gelukt dit volledig door natuurlijk verloop te realiseren en er hebben derhalve gedwongen ontslagen plaatsgevonden. Toekomst Hoewel de toekomst onzeker is, blijft de NOM vanwege de sterke steun uit de regio en de belangrijke functie uiteraard gewoon bestaan. Dit wordt benadrukt nu het ministerie van Economische Zaken heeft uitgesproken dat zij de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen als een beleidsinstrument zien, welke landsdekkend ingezet zou moeten worden. Om dit te realiseren is inmiddels in de Zuidvleugel een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij opgericht en vinden de eerste bestuurlijke gesprekken daartoe in de Noordvleugel plaats. In dit licht wordt gesproken over een financiering van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen door het Ministerie van Economische Zaken vergelijkbaar met de financiering voor 2013. Dit is een positieve ontwikkeling die nog niet is afgerond, maar goede hoop geeft voor de toekomst. De NOM is daarnaast met de provincies in gesprek over haar ontwikkeltaken. De provincies onderkennen het belang van projectontwikkeling, maar zijn op zoek naar een directere aansturing hiervan en daarmee naar een andere vorm van financiering. Een mogelijke vorm zal zijn dat projectontwikkeling op projectbasis zal worden gefinancierd. Een voorbeeld is het in 2012
8
opgestelde projectplan Agri&Food/BBE, dat voor financiering is voorgelegd aan de provincies. In de loop van 2013 zullen de ontwikkelingen verder gestalte krijgen. Omdat er nog geen zekerheden zijn zal de NOM de komende periode vooralsnog een terughoudend beleid voeren wat betreft het aangaan van arbeidscontracten, contracten met leveranciers en investeringen in haar eigen organisatie. Het financieringsbedrijf blijft zich in 2013 volop inzetten om te investeren in ondernemingen. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Economische ontwikkeling kan in de huidige tijd niet zonder verduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoewel de NOM daarvoor geen code of richtlijnen volgt, vloeit uit haar visie, ‘Een economische toekomstbestendig Noord-Nederland’, het bijpassende gedrag voort. Dit blijkt uit diverse voorbeelden van projecten die in dit jaarverslag zijn opgenomen. 2.2 Resultaten op hoofdlijnen
Voor het jaar 2012 zijn met de subsidieverstrekkers gekwantificeerde afspraken gemaakt op het gebied van InvesteringsBevordering en Ontwikkeling & Innovatie die gerelateerd zijn aan het Topsectorenbeleid, zodat de prestaties van de NOM beter kunnen worden beoordeeld. Daarnaast was de interne doelstelling, dat met behulp van het beschikbaar gestelde kapitaal in 2012 € 10 - € 12 miljoen zou worden uitgezet, waarvan een substantieel deel in startende en/ of technologie gedreven, innovatieve bedrijven. Voor de aandeelhouders geldt als randvoorwaarde dat het eigen vermogen op de langere termijn, gecorrigeerd voor inflatie, op peil blijft, zodat voldoende middelen beschikbaar blijven om opnieuw in het noordelijke bedrijfsleven te kunnen investeren. Dit is afgesproken tegen de achtergrond van het doel van de NOM de werkgelegenheid in Noord-Nederland te bestendigen en te ontwikkelen door het stimuleren van duurzaam winstgevende economische activiteiten.
Tabel 1
Bijdrage aan de doelstellingen in 2012 Indicator
Realisatie 2011
Doel 2012
Realisatie 2012
IB: investeringen IB: arbeidsplaatsen (incl. behoud en CID) O&I: innovatie impuls (financierbare projecten) F: uitzettingen
€ 35 mln 446 € 12,8 mln € 10,8 mln
€ 200 mln 450 € 15 mln € 10 - 12 mln
€ 124mln 306 € 4 mln € 2,9 mln
Zowel de investeringen als het aantal arbeidsplaatsen dat is gecreëerd of behouden blijven achter bij de doelstelling. De oorzaak daarvan moet worden gezocht in het feit dat de doorlooptijd van investeringsprojecten langer is dan in het verleden. Dat is ook te zien aan het relatief hoge aantal factfinding trips (FFT) die we het afgelopen jaar hebben gehad. Bedrijven komen vaker kijken en verzamelen meer informatie voor zij een investeringsbeslissing nemen. Dit jaar is opnieuw een groot aantal nieuwe leads gegenereerd.
9
De geplande innovatieimpuls is in 2012 niet gehaald, omdat er sprake is van een lagere investeringsbereidheid van ondernemingen, die toch een groot deel van de investering in innovatie voor hun rekening moeten nemen. De doelstelling met betrekking tot de uitzettingen in aandelenparticipaties en achtergestelde leningen is niet behaald. Dit wordt veroorzaakt door de economische situatie enerzijds en het bewust blijven inzetten op de kwaliteit en de rendementsvooruitzichten van nieuwe investeringen anderzijds. 2.3 Topsectoren
Met het Topsectorenbeleid slaat het Kabinet vanaf begin 2011 een nieuwe weg in voor het stimuleren van innovatieve bedrijvigheid ter bevordering van de kenniseconomie. Uitgangspunt is een wisselwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheid. In totaal zijn negen sectoren als ‘Topsector’ gekwalificeerd. Deze sectoren zullen de komende jaren extra steun en aandacht krijgen. Het beleid definieert een topsector als een sector die kennisintensief is, internationaal georiënteerd en bijdraagt aan de oplossing van belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Van de negen door het Kabinet vastgestelde Topsectoren hebben er zes een speciale betekenis voor Noord-Nederland: Energie, Water, Chemie, Agri&Food, Life Sciences en High Tech. Deze zes innovatieve sectoren hebben bij uitstek de potentie om het noorden aan te laten sluiten bij de nationale thema’s en daarmee de regionale economische kansen te stimuleren. Gebaseerd op de kennis en ervaring uit het verleden, maar ook op de kansen en het talent van de toekomst. De NOM streeft ernaar om vooral op deze Topsectoren tot een maximale inzet te komen vanuit de verschillende disciplines die de organisatie in huis heeft: financiering, acquisitie en ontwikkeling. De toegevoegde waarde van de NOM ligt niet alleen in het opzetten van op specifieke Topsectoren gerichte clusters, maar vooral in het bij elkaar brengen van bedrijven en kennisinstellingen die op het snijvlak van meerdere Topsectoren opereren. Een voorbeeld daarvan is het project Woodspirit (zie kader), dat zich afspeelt op het grensvlak van Energie en Agri&Food. Naast een sterke focus op genoemde Topsectoren heeft de NOM zich in 2012 tevens op productiviteitsverbetering in het MKB gericht middels het project NPAL. Energie Noord-Nederland is in de loop der jaren uitgegroeid tot een energieregio van internationale allure. De regio bevindt zich in het centrum van het Europese gas- en elektriciteitsnetwerk, met een sterke energiesector, goed bereikbare havens en een strategische ligging voor offshore windparken. Momenteel zijn er, ondersteund door een stevig kennisfundament, in het noorden zo’n 32.500 mensen in de energiesector werkzaam in ruim 400 bedrijven. Concentraties bevinden zich in de regio Emmen en Coevorden, rond de gasvelden van de NAM en in Leeuwarden en Groningen. De NOM wil de regionale energiesector nog verder vooruit helpen. Dankzij ons uitgebreide netwerk kunnen wij ondernemers in contact brengen met potentiële partners en kennisinstituten. Om zo gezamenlijk te komen tot verdere ontwikkelingen, innovaties en bedrijvigheid op het terrein van schone, betrouwbare en innovatieve energie, met speciale aandacht voor smart ‘grids’ en offshore wind. Samen met onder meer Energy Valley vertalen we deze ontwikkelingen richting een gunstig business- en vestigingsklimaat.
10
NNOW In 2020 moet in Nederland 20% van de energieopwekking duurzaam zijn. In de productie van duurzame energie gaat offshore wind naar verwachting een rol van betekenis spelen. Dat biedt kansen voor de circa 150 bedrijven die in ons land actief zijn met offshore wind, waarvan een belangrijk deel is gevestigd in het noorden. In combinatie met de logistieke mogelijkheden in de Eemshaven en de haven van Harlingen beschikt de regio daarmee over een uitstekende uitgangspositie. Vandaar dat de NOM in 2011, in samenwerking met Energy Valley en Syntens, het initiatief nam voor het opzetten van Northern Netherlands Offshore Wind, kortweg NNOW. NNOW is een cluster van bedrijven dat we ondersteunen bij een sterke positionering in de wereld van offshore wind. Het netwerk stelt zich open voor alle organisaties die in de regio actief zijn in offshore wind of dat willen worden. Naast kennisuitwisseling en het gezamenlijk uitvoeren van promotie- en acquisitieactiviteiten is er binnen het cluster alle ruimte voor onderzoek en ontwikkeling en het opleiden van gekwalificeerd personeel. NNOW is sinds begin 2012 aan het ‘professionaliseren’ door deelnemers om te zetten in betalende leden en producten en diensten aan te bieden aan de markt van offshore wind stakeholders. De doelstelling van 30 betalende bedrijfsleden eind 2012 is met 31 leden gerealiseerd. Daarnaast hebben de provincie Groningen, provincie Fryslân en Ontwikkelingsbedrijf Noord Holland Noord een meerjarig financieel commitment voor de organisatie van NNOW afgegeven. Woodspirit, omvangrijk en innovatief project dat miljoenen steun ontvangt Woodspirit is een samenwerkingsverband tussen BioMCN, het Duitse Siemens, aannemer VolkerWessels en Linde, fabrikant van industriële gassen. Gezamenlijk werken zij aan een innovatief project voor hernieuwbare energie: de bouw van een nieuwe installatie die de capaciteit van ‘s werelds grootste bio-methanolfabriek in Delfzijl verdubbelt. Bio-methanol ontstaat uit de vergassing van hout onder invloed van natuurlijke bacteriën. De nieuwe fabriek van Woodspirit moet vanaf 2016 miljoenen liters bio-methanol produceren die hun weg zullen vinden naar benzinepompen en ook naar industrieën, zoals die van kunststofproducenten en cosmeticafabrikanten. Die kunnen dan met recht zeggen dat ze natuurlijke grondstoffen in hun producten verwerken. De nieuwe fabriek gebruikt namelijk houtsnippers, een restproduct uit de bosbouw, wat het eindproduct een groen karakter geeft. Voor deze tweede generatie biobrandstof worden dus geen bossen gekapt. De samenwerkende partijen zagen allemaal mogelijkheden in het project. Het project raakte echter in een stroomversnelling toen de NOM de initiatiefnemer van Woodspirit wees op het bestaan van het NER300-programma van de EU. Dat is een subsidieprogramma voor duurzame energieprojecten. Het project is als een van de drie Nederlandse projecten in Brussel op tafel gekomen, mede dankzij de gecombineerde inspanningen vanuit het Woodspirit consortium en onder meer de NOM, de provincie Groningen en Energy Valley Met de toekenning van een subsidie van bijna 200 miljoen euro vanuit Brussel aan het plan Woodspirit kan de fabriek worden gebouwd. Het is een van de omvangrijkste investeringen in duurzame energieprojecten in Nederland. Het levert de regio honderden banen op en de komst van de fabriek draagt ook nog eens bij aan verduurzaming van de samenleving.
11
Smart Grids De energiemarkt staat voor een complexe uitdaging. De wereld stelt steeds andere eisen aan de belasting en inrichting van energienetten. Anders geformuleerd: er ontstaat een groeiende behoefte aan slimmere en efficiëntere energienetten: smart grids. Zelfdenkende, zelfherstellende netten die optimaal gebruik maken van beschikbare energie, verspilling en inefficiency voorkomen en extra services, waarde en comfort toevoegen voor de consument. Maar ook bieden ze belangrijke optimalisatie- en beheerinstrumenten voor netbeheerders, energieleveranciers en apparatenbouwers. Om deze ontwikkelingen een extra impuls te geven is de NOM in 2011 gestart met het creëren van experimenteergebieden. Proeftuinen waar bedrijven technologieën voor een slimmere energiehuishouding kunnen ontwikkelen, proberen en demonstreren. Living Lab Energie van de Veenkoloniën is hier een voorbeeld van (zie hoofdstuk 2.6). Water Water staat hoog op de maatschappelijke agenda. Water is tenslotte van vitaal belang voor bijna alle aspecten van ons leven. Voor onze veiligheid, voor voedselproductie, energie, recreatie, natuur en transport. De klimaatverandering heeft echter grote gevolgen voor de manier waarop we met water omgaan. Mondiaal is er een alsmaar toenemende vraag naar vernieuwende watertechnologieën en producten. Bovendien is er door de groeiende wereldbevolking steeds meer water nodig. Niet alleen voor drinkwater, maar vooral ook voor landbouw en industrie. Voor de Noord-Nederlandse watersector biedt dit uitstekende perspectieven. De sector is innovatief en ambitieus en krijgt steeds meer naam als Europese verbindingsschakel voor watertechnologie. Deze belangrijke status hangt nauw samen met het Topinstituut voor Watertechnologie Wetsus in Leeuwarden, dat model staat voor de grote kennisconcentratie en het innovatief vermogen in de regio. Momenteel telt Noord-Nederland circa 110 technologische, watergerelateerde bedrijven, met een gezamenlijke omzet van enkele honderden miljoenen euro’s. Er zijn 3.500 banen mee gemoeid, waarvan 1.500 HBO-plus. Naar verwachting zal dit aantal de komende tien jaar verdubbelen. Waterhub De NOM zet in op het internationaal aantrekken van ondernemingen die op nieuwe kennis gebaseerd zijn. Onderzoek en investeringen moeten elkaar aanjagen. De aanwezige kennis in de regio, de onderzoeksgebieden en de researchprojecten die op stapel staan, maken het noorden tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor buitenlandse investeerders. De NOM faciliteert die bedrijven om hier te innoveren. In de loop der jaren is er een hoogwaardige innovatieketen ontstaan, van ideeën via laboratoria en demonstratiesites tot en met de productie. Voor buitenlandse investeerders vanzelfsprekend een voornaam argument om naar NoordNederland te komen. De regio moet binnen afzienbare tijd voldoende kritische massa krijgen om uit te groeien tot dé Europese waterhub. De ambitie is om in 2020 in het noorden 2.000 kenniswerkers in de watertechnologie aan het werk te hebben. Om dit te realiseren heeft de NOM een plan geschreven om internationale marktvragen op te sporen via het internationale netwerk van Noord-Nederland, zodat de marktvragen door Noord-Nederland kunnen worden
12
beantwoord. In de tweede helft van 2012 heeft een verkenningsmissie naar Moskou plaatsgevonden, die geleid heeft tot concrete marktvragen. In 2013 zullen Nederlandse leveranciers worden gezocht om samen met Russische partners invulling te geven aan deze marktvraag. Water Alliance Naast het aantrekken van buitenlandse ondernemingen brengt de NOM alle regionale waterpartners bijeen om ook de bestaande bedrijven te ondersteunen en te voorzien van extra groeimogelijkheden. De partijen zijn gebundeld in de Water Alliance, gevestigd in Leeuwarden. De Water Alliance brengt duurzame economische ontwikkeling tot stand in watergerelateerde toepassingen met maatschappelijk rendement. De focus ligt op innovatieve, duurzame processen in de waterbehandeling die wereldwijd toepasbaar zijn. Chemie Noord-Nederland heeft een uitstekend klimaat voor de chemie. In de regio zijn grondstoffen en energie volop verkrijgbaar en is dankzij de zeehavens, spoor- en autosnelwegen heel Europa binnen bereik. Niet zomaar is in het noorden 10% van de Nederlandse chemische industrie gevestigd. De chemische bedrijven zijn voornamelijk gevestigd in twee clusters. Het cluster in Delfzijl is gericht op chloor en specialty chemicals en het cluster in Emmen richt zich vooral op polymeren. De belangrijkste doelstellingen van de chemische sector in Noord-Nederland zijn groei en vergroening. De NOM vervult de rol van katalysator in dit proces. Allereerst versterkt zij de clusters door het werven van nieuwe bedrijven en het stimuleren van de ontsluiting van kennis. Daarnaast draagt de NOM actief bij aan het uitbouwen van de faciliteiten, met als belangrijkste speerpunt het ondersteunen van de ontwikkeling van de buisleidingenstraat tussen de Eemshaven en Chemiepark Delfzijl. AgrI&Food De Agri&Food-sector is een belangrijke pijler van de Noord-Nederlandse economie. De regio telt duizenden landbouwbedrijven en honderden ondernemingen die zich bezighouden met de verwerking van land- en tuinbouwproducten. Daarnaast telt het noorden een reeks internationaal toonaangevende ondernemingen in de zuivel-, suiker- en zetmeelindustrie. De uitdaging voor de Agri&Food-sector in Noord-Nederland is om enerzijds met behulp van o.a. sensortechnologie preciezer in het veld te produceren en anderzijds om meer waarde te genereren uit haar melk, zetmeelaardappelen, suikerbieten en granen. Nu Agri&Food een topsector is geworden hebben we het tij mee om die processen te versoepelen en te versnellen. De NOM kan zo nog beter invulling geven aan de ambitie om de agrarische sector en de voedingsmiddelenindustrie hand in hand verder te ontwikkelen en ook een stuwende rol te vervullen in de ontwikkeling van de BioBasedEconomy, waarvoor Noord Nederland uitstekend is gepositioneerd. IJkakker IJkakker is een uniek multidisciplinair samenwerkingsproject op het snijvlak van Agri&Food en High Tech. Het is een samenwerking tussen leveranciers van sensoren, ontwikkelaars van
13
adviesdiensten, kennis instellingen en de agro-industrie. Het doel van een IJkakker is om naast een echte akker een virtuele te creëren, waar gegevens over bijvoorbeeld de bodem, het water, het gewas en het product worden gebundeld. De verzamelde kennis kan worden gebruikt om betrouwbare en doelgerichte adviespunten te ontwikkelen. Het gaat daarbij om adviezen over beregenen, bemesten en gewasbescherming, ten behoeve van de akkerbouwer. Nieuwe sensortechnieken bieden tenslotte kansen om antwoorden te vinden op vragen vanuit de akkerbouw naar goede opbrengsten, duurzame productie en de borging van kwaliteit. Life Sciences Life Sciences is het speelveld van bedrijven in de farmacie en moderne biotechnologie. In deze sector wordt bestudeerd of en hoe allerlei vormen van organisch leven toegepast kunnen worden in producten en productieprocessen. De ontwikkelingen in de Life Sciences zijn van grote maatschappelijke en economische betekenis. De gezondheidszorg kan verbeteren door meer effectieve bestrijding en preventie van ziektes. Voeding kan gezonder, veiliger en beter houdbaar worden. Productieprocessen kunnen duurzamer worden. De Life Sciences sector in Noord-Nederland staat bol van innovatie en marktpotentie. De regio draagt alles in zich om uit te groeien tot een toonaangevende regio voor innovatie, waardecreatie en baanbrekend onderzoek op het terrein van gezond leven en gezond ouder worden. Zo is er dankzij RUG, UMCG en Hanzehogeschool hoogwaardige kennis aanwezig, maar ook het bedrijfsleven scoort uitstekend. De cijfers zeggen voldoende: het noorden is goed voor 22% van de nationale omzet in Life Sciences. Binnen Life Sciences en tussen Life Sciences en Chemie, Agri&Food, Energie en Water stimuleert de NOM het gezamenlijk ontwikkelen van ideeën, producten en markten. En dat is nodig, want hoewel de basis breed is, ontbreekt het aan een duidelijke profilering. Er wordt op meerdere plaatsen in de regio goed werk geleverd, maar er is nog te weinig verband tussen deze activiteiten. Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN) Door het snel toenemende aantal ouderen klinkt de roep om nieuwe en slimme oplossingen om de kwaliteit van het leven te verbeteren steeds luider. Er ontstaan geweldige kansen en uitdagingen voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Zeker in Noord-Nederland! Biomedische bedrijven, maar ook Agri&Food, ICT en sensortechnologie kunnen bijdragen aan de versterking van de regionale concurrentiekracht en de reductie van de nadelen van vergrijzing. Tal van bedrijven en organisaties uit het noorden, waaronder de NOM, hebben daarom het initiatief genomen tot een integraal actieplan voor de stimulering van onderzoek en productontwikkeling op het gebied van gezond leven en ouder worden. Het initiatief draagt de naam Healthy Ageing Network Noord-Nederland, kortweg HANNN. Het HANNN is een kennis- en ontwikkelingscluster dat innovaties en fundamentele doorbraken wil realiseren die de condities voor gezond ouder worden structureel verbeteren en langs die weg economische activiteiten in Noord-Nederland stimuleren.
14
High Tech De Topsector High Tech bestaat uit een aantal nauw met elkaar verweven maakindustrieën. Denk aan de machine- en systeemindustrie, automotive en de lucht- en ruimtevaart. High Tech is een belangrijke motor en aanjager voor de Nederlandse economie. Het is een kennisintensieve sector met een hoogwaardig palet aan activiteiten en producten, variërend van het ontwerpen en duurzaam produceren van componenten, besturingen, apparaten en machines tot complexe productiesystemen voor massafabricage. Een groot deel van de High Tech sector concentreert zich rondom Eindhoven. Maar ook Noord-Nederland draagt alles in zich om een voorname speler te worden. Met name op het gebied van sensortechnologie is hoogwaardige kennis aanwezig. De kennis is nu nog geconcentreerd bij een aantal kleine bedrijven. De NOM richt zich vooral op het toepassen in industriële productieprocessen om de kwaliteit te verhogen. Dit is benoemd als het thema Smart Factory. De NOM wil de kennis verbreden door geïnteresseerde ondernemers bij elkaar te brengen rondom een competence centre op dit terrein. Daarnaast wil de NOM nieuwe bedrijven werven om de sector te versterken. 2.4 NOM Finance
NOM Finance voorziet het bedrijfsleven in Noord-Nederland van risicodragend kapitaal. De afdeling verstrekt financiering, in de vorm van aandelenkapitaal en/of een achtergestelde lening, aan kansrijke ondernemingen in het regionale MKB. Aan zowel reeds gevestigde bedrijven, als aan ondernemingen die zich willen vestigen of hier willen starten. Een aanzienlijk deel van de doelgroep wordt gevormd door starters, technologie gedreven en innovatieve bedrijven. Daarnaast is ook het bestaande bedrijfsleven, groeiende bedrijven en ondernemingen waar een overname of bedrijfsopvolging aan de orde is, een belangrijk deel van de doelgroep van NOM Finance. NOM Finance onderscheidt zich van andere participatiemaatschappijen door haar focus op de langere termijn en het aangaan van een duurzame samenwerkingsrelatie met de ondernemingen waarmee zij een financieringsrelatie heeft. Snelle winst is geen doel, een actieve participatie en een bedrijfsspecifieke aanpak met daaruit voortvloeiend een positief rendement op termijn daarentegen wel. De participaties en leningen liggen in een segment met hogere risico’s. Het gaat echter wel om in de kern gezonde bedrijven en businesscases met goede rendementsperspectieven, zodat het fonds revolverend kan worden gehouden en aan de rendementseisen van de aandeelhouders kan worden voldaan. Het doel waarmee NOM Finance investeert is omzetgroei, winst en duurzame werkgelegenheid voor de bedrijven in Noord Nederland waarin we investeren. De basis om dit te bereiken is het aangaan van langdurige relaties, waarde creëren en continuïteit opbouwen. Naast het benodigde kapitaal stelt NOM Finance zich op als een actieve aandeelhouder en denkt zij actief mee met de ondernemer in het realiseren van zijn of haar plannen. Daarnaast biedt NOM Finance advies en begeleiding, mede aangedragen vanuit de andere afdelingen van de NOM dan wel via door de NOM voorgedragen derde- deskundigen.
15
Resultaten NOM Finance heeft in 2012 een positief bedrijfsresultaat van € 5,1 miljoen behaald als gevolg van rentebaten, uitgekeerde dividenden en resultaat uit verkopen van participaties. Ondanks de moeizame economische situatie, die ook merkbaar is binnen de portefeuille van NOM Finance, kunnen we vaststellen dat een aantal bedrijven uitstekend gepresteerd heeft. Dit uit zich in genoemde dividendopbrengsten en in de vaststelling dat een exit naar een strategische marktpartij ook in de huidige tijd tot de mogelijkheden behoort (voorbeelden hiervan zijn de Indugroep te Oirschot en Ter Apel en Capilix te Leeuwarden). Tabel 2
Het financiële resultaat van het Financieringsbedrijf (in € miljoen) Inkomsten Dividend, rente, provisies, commissariaten Resultaat bij verkoop participaties Bijdrage EU Programma Secretariaat - EZ/KOMPAS Bijdrage Provincie Drenthe Resultaat Ontwikkelingsfinanciering Resultaat PSC Totaal Inkomsten
2009 6,2 0,4 0,2 0,7 -0,5 7,0
2010 5,8 22,5 1,8 -0,1 -0,5 29,5
2011 10,1 1,3 0,1 -0,6 -0,3 10,6
2012 9,2 3,8 0,2 0,5 13,7
Kosten Financieringsbedrijf Voorzieningen Totaal kosten Resultaat Financieringsbedrijf
3,5 9,5 13,0 -6,0
3,1 14,0 17,1 12,4
3,0 7,5 10,5 0,1
2,6 6,0 8,6 5,1
Investeringsniveau 2012 is voor NOM Finance ten aanzien van de investeringen een teleurstellend jaar geworden. Uiteindelijk is het gerealiseerde investeringsniveau op € 2,9 miljoen blijven steken. Dit getal kan niet verklaard worden uit een teruglopend aantal aanvragen, daar was in 2012 geen sprake van met 258 leads. Niet alle leads worden geconverteerd naar een definitieve aanvraag, onder meer vanwege het feit dat de onderneming niet tot de doelgroep van NOM Finance behoort. Van de leads die wel geconverteerd zijn naar aanvragen waarbij het inhoudelijke onderzoek is opgestart voldeed het overgrote deel helaas niet aan de minimale vereisten van NOM Finance. Redenen daarvoor liggen in de kwaliteit en haalbaarheid van de businessplannen, maar ook in de moeizame marktsituatie ten aanzien van financieringen in het algemeen. NOM Finance is bij alle aanvragen, los van de eigen beoordeling, afhankelijk van de cofinanciering door andere (markt)partijen. Het is geen nieuws dat deze medefinanciering in de huidige tijd en binnen het risicoprofiel waarbinnen NOM Finance opereert moeizaam te realiseren is. Dit heeft al met al geleid tot een laag investeringsniveau en lange doorlooptijden van financiering. Dit laatste heeft onder andere geresulteerd in committeringen vanuit de NOM ten bedrage van € 2,1 miljoen in 2012, die in 2013 nog moeten leiden tot investeringen, nadat de trajecten bij medefinanciers en/of andere partijen afgerond zijn. Daarnaast heeft de economische situatie vanzelfsprekend effect op de bestaande portefeuille en is relatief veel tijd aan beheer van de bestaande portefeuille en herfinancieringen besteed.
16
Toekomst Voor 2013 zijn wij gematigd positief. Het aantal aanvragen eind 2012 en begin 2013 liggen op niveau. Vastgesteld dient ook te worden dat vanwege het revolverende karakter van het investeringsfonds en de minimale rendementseisen van aandeelhouders, die daarmee gepaard gaan, NOM Finance in 2012 bewust is blijven inzetten op de kwaliteit van nieuwe investeringen. Deze lijn zullen we ook in 2013 vasthouden. Tabel 3
Uitzettingen 2011 en 2012 Aantal 2011 2012 Nieuwe bedrijven NOM POG DPM Subtotaal Uitbreidingen NOM DPM Subtotaal PSC faciliteit Totaal
Figuur 1
Bedrag (x € 1.000) 2011 2012
11 1 3 15
4 2 6
4.965 25 525 5.515
1.360 300 1.660
16 2 18 33
6 1 7 13
4.922 313 5.235 10.750
1.170 25 1.195 2.855
Uitgezette bedragen in 2008 t/m 2012 25 25 25 20 20 20
Streefwaarde Streefwaarde Streefwaarde
€ mln mln €
15 15 15
Uitgezet Uitgezet Uitgezetbedrag bedrag bedrag
10 10 10 555 000
2008 2008 2008
2009 2009 2009
2010 2010 2010
2011 2011 2011
2012 2012 2012
17
Tabel 4
Verloop van de portefeuille (excl. persoonlijke leningen)
Aantal bedrijven 01-01-‘12 138
2 > € 200.000 4 ≤ € 200.000 15 > € 200.000 22 ≤ € 200.000
Bij: Af:
Aantal bedrijven 31-12-‘12 107
In 2012 werden in totaal werden 6 bedrijven aan de portefeuille toegevoegd. Van 37 bedrijven werd afscheid genomen, waarvan 24 ten gevolge van faillissement of oninbaarheid en 13 wegens aflossing of beëindiging van de participatie (exit). Topsectoren Met ingang van 2011 worden de nieuwe uitzettingen en uitbreidingen, in aansluiting bij het Topsectorenbeleid ingedeeld naar de 9 gedefinieerde Topsectoren. De investeringen in nieuwe bedrijven en de uitbreidingen kunnen overeenkomstig onderstaande tabel worden ingedeeld. Tabel 5
Aantal nieuwe uitzettingen en uitbreidingen in de Topsectoren in 2012 Nieuw in 2012 Topsector High Techmaterialen en systemen Energie Water Life Sciences Chemie Agri&Food Tuinbouw en uitgangsmaterialen Logistiek Creatieve industrie Overig Totaal
Uitbreiding in 2012
Totaal vanaf 2011
Aantal
€ x 1.000
Aantal
€ x 1.000
Aantal
€ x 1.000
0
0
1
250
12
2.603
0 1 0 0 4
0 710 0 0 750
0 1 1 1 0
0 205 400 50 0
3 2 4 2 6
773 915 2.265 150 3.050
0
0
1
225
2
725
0 0 1 6
0 0 200 1.660
0 0 2 7
0 0 65 1.195
1 0 14 46
65 0 3.059 13.605
Van de totale uitzettingen in 2012 in euro is 91% uitgezet in de Topsectoren, van de nieuwe uitzettingen is dit 88% en van de uitbreidingen 95%. Van de totale uitzettingen vanaf 2011 is 78% uitgezet in de Topsectoren.
18
NOM gelooft in groeipotentie Kalsbeek Kalsbeek BV, opgericht in 1948, en gevestigd te Tynaarlo, is specialist op het gebied van water en lucht. De werkzaamheden zijn onderverdeeld in drie kernactiviteiten: Waterbehandeling, Legionella en Veiligheid, Gezondheid en milieu (VGM). De organisatie kende de afgelopen jaren een sterke groei en telt inmiddels meer dan 65 medewerkers. Al sinds de oprichting in 1948 is Kalsbeek een pionier in water en waterveiligheid. Vooral na de legionella-uitbraak op de Westfriese Flora in Bovenkarspel in 1999 brak voor het bedrijf een periode van onstuimige groei aan. Kalsbeek werd in 2004 overgenomen door de huidige directeur Arjen Kempen. Hoewel de overname goed uitpakte was Kempen op zoek naar meer financiële ruimte. ‘Door zo’n snelle groei gaat de financiële schoen wringen’, vertelt hij. ‘Ik was eigenlijk alleen maar aan het investeren, met name in personeel. Er bleven onvoldoende financiële middelen over om de overnamefinanciering af te lossen en krachtige stappen vooruit te maken. En dat terwijl de potentie van Kalsbeek, zeker gezien de steeds strengere wet- en regelgeving op het terrein van waterveiligheid, alsmaar groter wordt.’ De NOM ziet Kalsbeek als een solide onderneming en heeft vertrouwen in een goede toekomst. Daarnaast waren de aandacht voor watertechnologie (water is één van de Topsectoren waar de regio zich op richt) en de aantrekkelijke groeimogelijkheden van Kalsbeek belangrijke factoren om tot het investeringsbesluit te komen.
Omvang van de verstrekkingen in 2012
aantal
Figuur 2
7 6 5 4 3 2 1 0
tot 100.000
100.000 - 300.000
300.000 - 1 mln.
1 mln. en meer
omvang in €
Uit bovenstaande figuur blijkt dat in 2012 minder grote bedragen geïnvesteerd zijn. Er zijn geen bedragen boven de € 1,0 miljoen geïnvesteerd.
19
Figuur 3
Duur van participaties en leningen boven € 200.000 16
< 1 jaar 1-3 jaar
12
5-7 jaar
10
9-11 jaar 11-13 jaar
aantal
3-5 jaar 7-9 jaar
10
8 5
6
13-17 jaar
4
17-19 jaar
2
> of gelijk aan 20 jaar
14
14
2
4
4
3 1
4
1
0
De gemiddelde duur van participaties en leningen bedraagt ruim 7,6 jaar. Het gemiddelde voor 2012 is een jaar langer dan het gemiddelde van vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt doordat er in de laatste 2 jaren relatief weinig is geïnvesteerd en er wel exits plaats hebben gevonden binnen 8 jaar na investeren. De stijging van het gemiddelde is het gevolg van het afnemen van het aantal participaties met een investeringsduur van minder dan 8 jaar en niet het gevolg van een toename van het aantal participaties met een langere investeringsduur.
MXR Mobile X-Ray Service & Equipment V.o.F. te Haren (MXR) is een jong bedrijf dat zich bezig houdt met het ontwikkelen, produceren en verkopen van innovatieve hulpmiddelen voor het maken van röntgenfoto’s voor dieren (voornamelijk paarden), waarmee de dierenarts sneller, veiliger en goedkoper kan werken. MXR, dat werd opgericht door Nico Gorter en Alex Berends, kenmerkt zich door flexibiliteit en innovatie. Zo heeft het momenteel wereldwijd succes met Podoblock™, een lijn röntgen accessoires die het werk van paardendierenartsen een stuk gemakkelijker maken. “In 2008 waren we nog voornamelijk in de regio Groningen actief. Nu leveren we aan meer dan dertig landen wereldwijd”, zo zegt mede-oprichter Nico Gorter. “Dankzij de zowel financiële als adviserende steun van de NOM kunnen we die snelle groei nu goed opvangen.” In 2012 heeft de NOM een achtergestelde lening verstrekt ter financiering van de verdere ontwikkeling en groei van de onderneming. MXR werkt veel samen met partners uit Noord Nederland en biedt werkgelegenheid aan 3 fte. De verwachting is dat men langzaam verder zal groeien. MXR heeft een groei in zowel omzet als resultaat laten zien in 2012 ten opzichte van de jaren daarvoor. De NOM ziet in MXR een jong en zich goed ontwikkelend Noord Nederlands bedrijf dat in een lastige niche met verrassende oplossingen weet te komen.
20
Het streven blijft de duur van de participaties in de tijd te beperken. Behoudens de participaties die een goed dividend rendement opleveren, is het veelal niet in het belang van het rendement voor NOM, en derhalve voor het revolverend karakter van het fonds, om meer dan 8 jaar betrokken te zijn bij participaties. Daarnaast is er een klein aantal participaties die door de NOM als strategisch worden aangemerkt. Een voorbeeld van een dergelijke strategische participatie is Nedmag Industries BV te Veendam. Management By-Out/Buy-In en bedrijfsovernames Naast een actieve marktbenadering van bedrijven die actief zijn in een van de Topsectoren is ook in 2012 ingezet op Management By-Out/Buy-In (MBO/MBI) en bedrijfsovernames binnen het bestaande MKB in Noord-Nederland. De NOM is hiervoor in het noorden de aangewezen partner, voor zowel kopende als verkopende partijen. De NOM wil gezonde bedrijven voor de regio behouden. In geval van opvolgingstrajecten, wil de NOM de opvolging mede in goede banen leiden, waardoor de continuïteit gewaarborgd blijft. Daarnaast krijgen deze trajecten extra aandacht, omdat hiermee een goed rendement behaald kan worden. Bij veel bedrijven in de Topsectoren zijn de technologieën nog in ontwikkeling. De investeringen dragen dan een hoog risicoprofiel met zich mee, waardoor het reëel is af en toe ook verliezen op de investeringen te incasseren. Met de rendementen van MBO’s/MBI’s en bedrijfsovernames kan dat gecompenseerd worden. Op basis van deze strategie creëert NOM Finance een uitgebalanceerde portefeuille van startende, jonge en ook bestaande (groeiende) bedrijven. Tabel 6
Nieuwe participaties en leningen in 2012 naar doelgroep Nieuw in 2012 Topsector (Door)starter Expansie MBO / MBI Turnaround Totaal
Totale portefeuille
Aantal
%
Aantal
%
1 4 1 0 6
17 % 66 % 17 % 0% 100 %
57 34 12 4 107
53 % 32 % 11 % 4% 100 %
Laagdrempelig, betrouwbaar, gedegen en positief-kritisch NOM Finance heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een bedrijfsonderdeel met een grote naamsbekendheid. Vooral het laagdrempelige, betrouwbare en gedegen karakter van de dienstverlening wordt alom gewaardeerd. Daarnaast stelt NOM Finance zich in de beoordeling van financieringsaanvragen positief kritisch op naar zowel de ondernemer als zijn of haar plannen. Ondanks de moeizame economische situatie heeft NOM Finance haar kritische beoordeling niet laten varen. Het is een gegeven dat dit effect heeft gehad op het uiteindelijke investeringsniveau in 2012. In 2012 heeft de NOM gewerkt aan het in stand houden/uitbreiden van haar naamsbekend-
21
heid/laagdrempeligheid. Dit blijkt onder andere uit de aanpassingen aan de website, waarbij de financieringscheck als voorbeeld genoemd moet worden. In 2012 hebben veel bedrijven zich bij de NOM gemeld met een verzoek om financiering. Verwacht wordt dat dit ook in 2013 zo zal zijn. Nu de financierbaarheid van startende en groeiende bedrijven moeizaam zal blijven is er uitdrukkelijk een rol voor de NOM als risicofinancier van in de kern gezonde bedrijven. NOM Finance blijft de partij die bereid is stevige risico’s te lopen, echter niet alleen. Er zijn en blijven partijen als banken en andere medefinanciers nodig om de totale financieringsvraag van een onderneming te realiseren. Prestarters Het (pre-)starters begeleidingsproject Flinc in combinatie met de NOM Pre Seed Capital (PSC) faciliteit is per 1 april 2011, wegens het aflopen van de financiering, afgerond. In de periode 2008 tot en met 2011 heeft het project veel voor de Noord-Nederlandse (pre-)starters kunnen betekenen. Flinc richtte zich op het beter toegankelijk maken van het aanbod van risicofinanciering voor nieuwe ondernemingsinitiatieven en fungeerde als onafhankelijk ‘loket’ voor risicokapitaal. PSC verstrekte vanuit het revolving fund van de NOM vroege fase financiering, (pre) seed capital, om de activiteiten tot en met de eerste marktintroductie mogelijk te maken. De doelgroep van Flinc-PSC was ondernemers/ondernemingen met een behoefte aan risicofinanciering. Deze ondernemers/ondernemingen: 1. bevonden zich in de (pre-)starters fase; 2. hadden een nieuw innovatief idee, project, product of dienst; 3. waren in potentie regio-overstijgend; 4. hadden een gezonde groeiambitie. Uit de praktijk is gebleken dat bij een grotere financieringsbehoefte bijna altijd de mogelijkheid bestaat tot consortiumfinanciering. Hierbij hebben de medewerkers van Flinc-PSC nauw samengewerkt met andere (risico)kapitaalverstrekkers. Tabel 7
Verloop portefeuille Flinc-PSC in 2012 Aantal Financieringen PSC-Flinc 1/1 Af: aflossing - beëindiging Af: faillissement - oninbaar Aantal Financieringen PSC-Flinc 31/12
2011 48 2 3 43
2012 43 3 6 34
Wegens het beëindigen van de projectperiode per 1 april 2011, worden er geen investeringen meer gedaan vanuit dit fonds. 2.5 NOM InvesteringsBevordering
22
De kerntaak van NOM InvesteringsBevordering (NOM IB) is het acquireren van (buitenlandse) bedrijven. Daarnaast is het natuurlijk ook van belang de hier gevestigde bedrijven voor de regio te behouden. Om één van de voornaamste taken uit te voeren, namelijk om nieuwe investeerders naar het noorden te halen, bezoeken de medewerkers jaarlijks tal van onderne-
mers en ondernemingen in de regio. De gesprekken gaan met name over hun succesfactoren, hun rol in de supply chain, hun toekomstvisie en de obstakels die ze onderweg tegenkomen. Op deze manier creëert de NOM een zo volledig mogelijk beeld van het vestigingsklimaat in Noord-Nederland. De NOM brengt de finesses helder in kaart en deelt die vervolgens met investeerders die daarvan kunnen profiteren. Tabel 8
Overzicht projecten NOM InvesteringsBevordering
Aantal externe leads Aantal projecten Investeringen (x € 1 miljoen) Aantal arbeidsplaatsen
2011 realisatie 82 9 35 446
2012 realisatie 69 8 124 306
2012 doel 60 8 200 450
verschil +9 0 -76 -144
In 2012 werd met inspanning van NOM InvesteringsBevordering voor 124 miljoen euro door bedrijven in Noord-Nederland geïnvesteerd waarmee 306 arbeidsplaatsen werden gecreëerd of behouden. Dat was het resultaat van een achttal succesvolle projecten. Het aantal arbeidsplaatsen en het investeringsniveau was lager dan vooraf verwacht. Belangrijkste oorzaak daarvan is dat bedrijven op dit moment een langere doorlooptijd hebben voor hun investeringsprojecten. Dit blijkt ook uit het feit dat het aantal zogenaamde factfinding trips hard is gestegen, van 16 in 2011 naar 37 in 2012. Investeerders bekijken meer locaties, vragen meer informatie en stellen beslissingen vaker uit dan in de jaren voor 2009. Ook dit jaar is er weer een hoog aantal nieuwe leads gegenereerd, alhoewel lager dan in 2011. Dat het aantal hoog is heeft te maken met de actieve en sectorgerichte manier waarop de acquisitie wordt uitgevoerd. Dat het lager is dan in 2011 komt omdat dat het eerste jaar was dat de actieve acquisitie in de watertechnologie werd uitgerold waardoor veel bedrijven interesse toonden. De hoeveelheid leads in die sector loopt iets terug maar de kwaliteit wordt beter. Aansprekend succes: Bucon Industries Bucon is een nieuw opgericht innovatief bedrijf in de watertechnologie sector. Het bedrijf is bijzonder in Nederland, omdat het als een van de weinige, applicaties ontwikkelt voor zowel afvalwaterzuivering, als drink- en proceswaterzuivering. Andere MKB bedrijven in de watertechnologie sector richten zich op een specifiek segment. Bucon kan een totaal oplossing bieden van opslagsystemen (innovatieve tankbouw), complete afvalwaterzuiveringen tot drinkwateroplossingen. Vanuit de visie van het bedrijf, PURE L’EAU, ontwikkelt het bedrijf de verschillende applicaties, wat tot vernieuwende producten heeft geleid, waarbij de problematiek vanuit een andere richting wordt benaderd. Een voorbeeld hiervan is de waterboot. Vanuit één, goed onderhouden, mobiele installatie op een boot kunnen diverse locaties aan het water in derde wereld landen van schoon en veilig drinkwater worden voorzien. NOM InvesteringsBevordering heeft het bedrijf ondersteund in het vinden van een locatie voor de sales organisatie, Dutch Water Partners, en geïntroduceerd in haar netwerk zodat samenwerkingsverbanden met andere partijen konden worden opgezet.
23
Tabel 9
Resultaten naar Topsectoren Topsector Chemie Water Life Sciences Agri&Food Overig Totaal
Tabel 10
a.p. nieuw 17 44 15 140 19 235
a.p. behoud 0 0 0 0 71 71
Investering (in € x1.000) 35.000 5.627 0 78.000 5.100 123.727
a.p. nieuw 191 19 8 17 235
a.p. behoud 0 71 0 0 71
Investering (in € x1.000) 83.127 5.100 500 35.000 123.727
Resultaten naar soort project Soort project Nieuw Behoud Joint Venture Uitbreiding Totaal
Leads NOM InvesteringsBevordering geeft nieuwe investeerders advies over vestigingslocaties, legt contacten met andere dienstverleners en leveranciers en biedt hulp bij het aanvragen en verkrijgen van subsidies en vergunningen. Essentiële onderdelen van een acquisitietraject. De met acquisitie vergaarde kennis is tevens een belangrijke bron van leads voor NOM Finance en de programma’s van NOM Ontwikkeling & Innovatie, de twee andere hoofdonderdelen van de NOM. Het aantal interne leads ligt lager dan de interne doelstelling. Belangrijkste oorzaak waar het gaat om leads die richting NOM Finance gaan is, dat NOM InvesteringBevordering een betere inschatting maakt van de financierbaarheid van een onderneming. Waar het gaat om leads voor NOM Ontwikkeling & Innovatie speelt dat de beide afdelingen dichter bij elkaar zijn komen te staan en het daardoor meestal niet wordt geregistreerd als er een lead wordt doorgespeeld. Een voorbeeld is de watersector, waar NOM InvesteringsBevordering en NOM Ontwikkeling & Innovatie in de meeste gevallen als team opereren en een lead gezamenlijk wordt gegenereerd. Omdat Subsidieadvies is afgebouwd is de leadgeneratie daarvoor niet geregistreerd. Actieve acquisitie In 2012 is de NOM verder gegaan met de in 2011 ingezette focus op internationale acquisitie (Foreign Direct Investment, FDI) langs de sectorlijnen. De NOM richt zich nu nadrukkelijk op de sectoren Water, Energie, Chemie en Agri&Food en Life Sciences (Healthy Ageing), zodat de sterke positie van deze sectoren in Noord Nederland verder uitgebouwd kan worden. Voor elke sector is één verantwoordelijke medewerker aangewezen.
24
Deze specialistische aanpak sluit aan bij het Topsectorenbeleid dat het Ministerie van Economische Zaken voor heel Nederland heeft vastgesteld. Bovendien leidt deze aanpak ertoe dat de NOM tot in detail begrijpt hoe het vestigingsklimaat er in Noord-Nederland uitziet. Naast de relevante topsectoren blijven we Noord-Nederland ook profileren als vestigingsplaats voor datacenters. Watertechnologie cluster Eén van de doelstellingen voor 2012 was het verder opbouwen van het (internationale) NOM netwerk in de watertechnologie en, daaraan gerelateerd, het stimuleren van leadgeneration. De NOM staat actiever in de markt, wat met name op het gebied van watertechnologie zijn vruchten heeft afgeworpen. Deze aanpak in 2012 3 nieuwe vestigingen en 1 joint venture opgeleverd en dat leidt tot 44 nieuwe arbeidsplaatsen in de komende 3 jaar. Stand van zaken overige clusters Ook in de andere clusters loopt de actieve acquisitie en dat leidt ook tot nieuwe leads. Momenteel wordt gewerkt aan een opzet samen met het Healthy Ageing cluster om daar ook de business development en de acquisitie gestructureerd aan te pakken. Tabel 11
Current Investor Development 2012 Soort Strategische planvorming
Omschrijving De onderneming beraadt zich over de toekomst. Gedacht kan worden aan een exit door de moeder, herpositionering, mogelijke sluiting en nieuwe product markt combinaties
Aantal 10
Netwerkprogramma
De onderneming wil graag deelnemen aan door de NOM ontwikkelde netwerkprogramma’s, bijvoorbeeld op het gebied van lean manufacturing
5
Uitbreiding
De onderneming plant of is bezig met uitbreiding of uitbreidingsinvesteringen
6
Behoud
De onderneming wordt door de moeder gesloten of gaat failliet
0
Geen Totaal
Er spelen geen issues waarin de NOM een rol kan spelen
27 48
Het overzicht van de door NOM InvesteringsBevordering uitgevoerde CID bezoeken laat zien dat bij 21 van de 48 bezochte bedrijven zaken spelen waar de NOM toegevoegde waarde kan leveren.
Verankering CID Momenteel is in Noord-Nederland een groot aantal buitenlandse bedrijven of bedrijven met een buitenlandse moeder gevestigd. Deze leveren een buitengewoon grote bijdrage aan de economische structuur van het Noorden, naast een grote hoeveelheid werkgelegenheid. Daarom is het naast acquisitie minstens zo belangrijk dat de contacten met reeds gevestigde investeerders worden versterkt en verder ontwikkeld. Daartoe is ooit vanuit het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) een Current Investor Development (CID) programma
25
ontwikkeld. De mensen van NFIA, een belangrijke partner van NOM InvesteringsBevordering, hebben waardevolle contacten met het internationale bedrijfsleven. Ze leveren leads waar NOM InvesteringsBevordering actief werk van maakt. Door mee te denken met bedrijven, slimme oplossingen te bieden en samen te werken met gemeenten, zorgt de NOM er voor dat bedrijven die plannen hebben om een vestiging te sluiten of de activiteiten te verplaatsen naar vestigingen buiten de regio, toch in de regio blijven. Dat heet verankering. De NOM richt zich met CID overigens niet uitsluitend op buitenlandse bedrijven. Ook Nederlandse bedrijven moeten de komende jaren middels het programma in de regio worden verankerd. 2.6 NOM Ontwikkeling & Innovatie
NOM Ontwikkeling & Innovatie ontwikkelt innovatieve projecten in Noord-Nederland. De medewerkers zijn voortdurend in gesprek met ondernemingen, kennisinstellingen en stakeholders en zorgen ervoor op de hoogte te blijven van technologische stand van zaken. Hierdoor zijn de mensen van NOM Ontwikkeling & Innovatie in staat een vertaling te maken van (technologische) ontwikkelingen naar ideeën voor innovatie in Noord Nederland. Om een idee naar een product of technologie die marktrijp is te vertalen is in het algemeen onderzoek en ontwikkeling nodig. NOM Ontwikkeling & Innovatie speelt daarin een belangrijke rol door bij het initiatief bedrijven uit het netwerk aan te laten sluiten die hierin een rol kunnen spelen. Daarnaast moet de financiering worden geregeld, vaak grotendeels door de betrokken bedrijven zelf en aangevuld met diensten van bijvoorbeeld kennisinstellingen en subsidies. Tenslotte ook door iedere keer binnen het project de vraag te blijven stellen of de ontwikkeling nog steeds relevant is en waar nodig bij te sturen.
IJkdijk Nederland zal de komende jaren fors moeten investeren om de kans op overstromingen te verkleinen, ingegeven door klimaatveranderingen, bodemdaling en de daaruit voortkomende strengere veiligheidseisen. Vandaar dat enige jaren geleden de Stichting IJkdijk is opgericht, waarvan de NOM één van de initiatiefnemers is. Het programma, dat loopt tot 2014, is gericht op het ontwikkelen, testen en valideren van sensorsystemen die onze dijken slimmer moeten maken. In 2011 is financiering gevonden om het project door te ontwikkelen naar een zogeheten Dijk Data Service Centre, waar data over de sterkte en de toestand van de dijk wordt verzameld en geanalyseerd. Inmiddels wordt het Dijk Data Service Centre gebouwd. De provincie Groningen heeft een bijdrage toegezegd voor het bijbehorende R&D spoor. Gerelateerd hieraan wordt - in samenspraak met TNO, Target en het HIT - gewerkt aan het tot stand komen van een kenniscluster dijk data in NoordNederland.
De projecten die door NOM Ontwikkeling & Innovatie worden ontwikkeld hebben alle het karakter dat zij op termijn moeten leiden tot toegevoegde waarde voor de Noordelijke economie. Bij deze projecten zijn ca. 200 bedrijven betrokken, voor welke de toegevoegde waarde
26
verschilt. Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van een aantal voorbeelden. Het Smart Factory project leidt voor Fokker tot lagere faalkosten en besparing op energie en grondstoffen. Landustrie daarentegen vergroot haar omzet op basis van de binnen het project IJkdijk ontwikkelde producten. Behalve de directe effecten, in de vorm van omzet en/of lagere kosten voor bedrijven is er een afgeleide component die zichtbaar wordt in besparing op materialen, minder uitstoot door efficiënter energiegebruik of toepassing van reststoffen. De gevolgen voor arbeidsplaatsen zijn divers, variërend van groei van de werkgelegenheid tot behoud doordat de concurrentiepositie van het betreffende bedrijf verbeterd. Tabel 12
Realisatie innovatie impuls 2012 (in € miljoen) Energie Agri&Food MKB High Tech Totaal
2011 6,0 3,3 1,0 2,5 12,8
2012 2,7 1,3 4,0
De geplande innovatieimpuls is in 2012 niet gehaald, omdat de investeringsbereidheid van ondernemingen momenteel lager is, waardoor ook de tijd nodig voor de ontwikkeling van een project toeneemt. In 2012 zijn wij in alle sectoren actief geweest in het agenderen van voor Noord-Nederland relevante onderwerpen op de agenda’s van de diverse nationale Topsectoren met bijbehorende projectvoorstellen. Agri&Food en Biobased Economy (BBE) De afdeling Ontwikeling & Innovatie heeft de ambitie om de biobased economy een impuls te geven. De biobased economy gaat over de overgang van een economie die draait op fossiele grondstoffen naar een economie die draait op biomassa als grondstof. En dus wordt er een nauwere samenwerking tussen de agrarische en chemische sector, traditioneel goed in de regio vertegenwoordigd, gevraagd om marktkansen te benutten. Dat de ‘groene’ economie in Noord-Nederland leeft, lieten de ontwikkelingen in 2012 overduidelijk zien. Er is een snel groeiende belangstelling voor de biobased economy te zien. Steeds meer ondernemers en ondernemingen beseffen dat Noord-Nederland met zijn grote agrarische industrie en coöperaties, de sterke chemie, de goed gelegen havens en de aanwezige kennisinstellingen flink kan profiteren van nieuwe groene ontwikkelingen. In 2012 is het strategieplan Agri&Food en BBE aangeboden aan de provincies. Hierin zijn een aantal inhoudelijke programmalijnen en een organisatie model voorgesteld voor de clusterorganisatie Agri&Food en netwerkorganisatie BBE. Dit is vervolgens verder uitgewerkt in een projectplan. Het project vraagt in de periode 2013-2016 een inzet van 2 tot 3 ontwikkelaars. De eerste concrete acties zijn het ontwikkelen van een aantal nieuwe groene routes naar
27
biopolymeren. Naast productvernieuwing is het maatschappelijke effect daarvan een betere benutting van grond- en reststoffen. De NOM was bovendien partner in de organisatie van de BBE-3-daagse in Emmen op 28, 29 en 30 november, waarvoor 300 belangstellenden waren. Living lab Energie van de Veenkoloniën De zeven kernpartners Eneco, Enexis, Energy Art, NOM, RuG, TNO en Coöperatie De Veenkoloniën werken samen aan een living lab waarin continu nieuwe vraagstukken, producten en diensten op energiegebied kunnen worden ontwikkeld en/of getest in een levende, onvoorspelbare omgeving, onder de naam Living lab Energie van de Veenkoloniën. Daarnaast hebben zij drie innovatieprojecten gedefinieerd: • Grootschalige monitoring van energie gerelateerd gedrag onder 150-250 huishoudens • Uitrol Home Energy Management System • Koppelen van decentrale, duurzame opwekking van energie, ten behoeve van vergroening en netbelasting De NOM ambieert om projectmanagement en business development in dit project uit te voeren in de periode 2013 tot en met 2016. Het project is ingediend voor subsidie in het kader van de topsector Energie. Helaas is eind 2012 duidelijk geworden dat het project geen subsidie krijgt toegewezen. De kernpartners hebben echter vertrouwen in het concept. Getracht zal worden om andere financieringsbronnen voor het project aan te boren. Dutch Drying Institute Een belangrijk succes is de totstandkoming van het Dutch Drying Institute waarbij een 25-tal bedrijven van verschillende grootte, een samenwerking is aangegaan op het terrein van onderzoek naar droogtechnieken. Dit instituut wordt deels ondergebracht bij Wetsus in Leeuwarden en beoogt in de komende jaren nieuwe energiebesparende droogtechnieken te ontwikkelen. Naast nieuwe producten, is er een hoge verwachting ten aanzien van de maatschappelijke opbrengst, omdat er sprake zal zijn van een aanzienlijk lager energieverbruik en dus een lagere CO2 uitstoot. Verder leiden de activiteiten van Dutch Drying Institute tot verbetering van de concurrentiekracht van bedrijven en uiteindelijk tot te vermarkten en exporteerbare kennis. Ecostructuur Philips in Noord-Nederland De NOM heeft in 2011 samen met Philips Consumer Lifestyle in Drachten, met afstand de grootste private R&D organisatie van Noord-Nederland, het programma Ecostructuur Philips in Noord-Nederland ontwikkeld. Het programma, waarin ook de Provincie Fryslân, gemeente Smallingerland, de noordelijke hogescholen en de RUG participeren, is bedoeld om minimaal vijf nieuwe innovatieprojecten te starten die Philips nog steviger in de regio moeten verankeren. Het heeft in 2011 al geresulteerd in veelbelovende projectinitiatieven tussen Philips en een tiental noordelijke bedrijven en kennisinstellingen. Onder meer op het gebied van Healthy Ageing, recycling en biomaterialen, smart grids, dermatologie en ‘zero defect manufacturing’. In 2012 hebben de NOM en Philips, in het kader van de Samenwerkingsagenda Philips en Noord-Nederland, zeven innovatieprogramma’s uitgewerkt, die inmiddels zijn geaccepteerd en in de komende jaren moeten worden gerealiseerd. De innovatieprogramma’s leiden tot
28
samenwerking van Philips met de regio op meerder fronten, waardoor Philips verankerd blijft in het Noorden en verder kan groeien. Belangrijk resultaat is het initiatief tot de totstandkoming van het Smart Factory Competence Center, waar enerzijds bedrijven hun technieken en producten kunnen laten zien en anderszijds bedrijven de kennis en know-how kunnen vinden om hun eigen productieprocessen te optimaliseren. De maatschappelijke effecten laten zich, naast omzet en concurrentiepositie voor de verschillende ondernemingen, vertalen in beter gebruik van grond- en reststoffen, maar ook van energie. Zo beoogd één van de projecten om alle kunststof afval in Noord-Nederland zodanig te bewerken dat het in enkele nieuwe producten kan worden hergebruikt. NPAL Hoe kan Noord-Nederland in een snel veranderende wereld competitief blijven en haar concurrentiepositie versterken? Om hierop een adequaat antwoord te vinden bestaat sinds 2009 NPAL, de Noordelijke ProductiviteitsAlliantie. NPAL is een noordelijk totaalconcept, een initiatief van de NOM, dat zich richt op industriële en industriegerelateerde bedrijven die hun productiviteit willen verbeteren. In 2011 hebben met de noordelijke industrie diverse gesprekken, inventarisaties en discussies plaatsgevonden, wat heeft geleid tot het opstellen van een NPAL Agenda 2012-2017. In 2012 is met drie projecten van deze agenda gestart. Vanaf 1 januari 2013 zal NPAL verder verzelfstandigen en aansluiten bij het Ondernemersplein Noord-Nederland. De NOM blijft als strategische partner verbonden aan NPAL, evenals de Kamer van Koophandel Noord-Nederland. Hiermee is de verankering van NPAL in de noordelijke intermediaire structuur gewaarborgd. 2.7 Financiële positie van de NOM
De NOM bestendigt en ontwikkelt de werkgelegenheid in Noord-Nederland door het tijdelijk verstrekken van risicodragend kapitaal, investeringsbevordering en ontwikkeling & innovatie. Hierbij is sprake van 2 financieringsvormen. Financieringsactiviteiten Het Financieringsbedrijf moet haar activiteiten financieren door middel van de opbrengsten van de financieringsactiviteiten. Om risicodragend kapitaal te kunnen verstrekken is door de aandeelhouders kapitaal ingebracht. De aandeelhouders stellen als eis aan het financieringsbedrijf dat de koopkracht van het door hen beschikbaar gestelde vermogen in stand blijft. Dat wil zeggen dat het financieringsbedrijf na aftrek van haar kosten in meerjarig perspectief, te weten 5 jaar, een rendement boekt dat tenminste gelijk is aan het inflatiepercentage. Het beschikbaar gestelde vermogen verhoogd met de inflatiecorrectie wordt aangemerkt als doelvermogen. De 5-jaarsperiode loopt van 1 januari 2011 tot en met december 2015. Het kapitaal was bij aanvang van de periode € 85,2 miljoen. Ultimo 2012 is het doelvermogen gecorrigeerd voor de kosten van de reorganisatie. Investeringsbevordering en ontwikkeling & innovatie Voor de activiteiten van NOM InvesteringsBevordering en NOM Ontwikkeling & Innovatie (Ontwikkelingsbedrijf ) ontving de NOM van het Ministerie van Economische Zaken en de drie
29
noordelijke provincies in 2012 een subsidie van € 2,7 miljoen. Daarnaast ontving het Ontwikkelingsbedrijf in beperkte mate opbrengsten door diensten aan derden, met name publieke partijen. De NOM opereert als één bedrijf. Financiering en ontwikkeling versterken elkaar op tal van manieren. Zo profiteert het Financieringsbedrijf van de externe acquisitiefunctie die het Ontwikkelingsbedrijf uitvoert en van de kennis van subsidies die door het Ontwikkelingsbedrijf wordt ingebracht. Resultaatontwikkeling De renteopbrengsten, dividenden en resultaten uit hoofde verkopen hebben geleid tot een positief resultaat voor het boekjaar 2012. Figuur 4
Resultaat NOM (in € miljoen) 15 10 5 0 -‐5 -‐10
Figuur 5
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
resultaat F
4
3,5
2,3
-6,0
12,4
0,1
5,2
resultaat O
-1,3
-1,8
-2,1
-1,5
-1,2
-1,4
-1,0
resultaat NOM
2,7
1,7
0,2
-7,5
11,2
-1,3
4,2
Vermogensontwikkeling (in € miljoen) 89 88 87 86 85 84 83
30
2010
2011
2012
vermogen
85,2
83,9
88,0
doelvermogen
85,2
87,2
88,1
Vermogensontwikkeling Ondanks het positieve resultaat over 2012 is het eigen vermogen op 31 december 2012 lager dan het doelvermogen. Dit wordt veroorzaakt door het negatieve resultaat van 2011. Liquiditeitsontwikkeling De liquiditeitspositie is sterk toegenomen als resultante van de verkopen van participaties, dividenduitkeringen en aflossingen. Figuur 6
Liquiditeit
80 60 40 20 0
aangegane verplichtingen beschikbaar voor financieringen
2.8 Interne bedrijfsvoering
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
8,1
13,7
17,5
13,7
8,6
7,3
5,1
36,3
26,6
14,5
14,4
43,4
43,8
63,8
De NOM heeft haar interne bedrijfsvoering ingericht op basis van een voor de organisatie van toepassing zijnde risicoanalyse. De belangrijkste risico’s kunnen worden onderscheiden met betrekking tot de volgende aspecten: Strategisch • politieke risico’s • wet- en regelgeving • concurrentie • imago
Financieel • waardering participaties • liquiditeit • fiscaal
Operationeel • operationele doelstellingen • interne procedures • personeel • afbouw subsidie
Interne organisatie • ICT beheer • archivering • integriteit • calamiteiten
31
Ten aanzien van deze aspecten zijn de risico’s geïnventariseerd en de mogelijke gevolgen ingeschat, waarbij gekeken is naar de kans dat het zich voordoet en de impact indien het zich voordoet. Op basis van deze analyse zijn beheersmaatregelen gedefinieerd als onderdeel van de bedrijfsprocessen. In 2012 was opnieuw de afbouw van de subsidierelatie het belangrijkste risico voor de NOM. Dit risico komt niet voort uit een discussie over het nut van de ontwikkeltaken, maar uit een discussie over de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het regionaal economisch beleid. Het Ministerie van Economische Zaken was van mening dat de verantwoordelijkheden voor het regionaal economisch beleid overgedragen moeten worden aan de provincies. Nieuwe inzichten hebben er toe geleid dat er regionale ontwikkelingsmaatschappijen worden opgericht voor Noord- en Zuid-Holland, waardoor een landelijke dekking door regionale ontwikkelingsmaatschappijen wordt gerealiseerd. Gesproken wordt over een bijbehorend financieringsmodel. Naast een mogelijke nieuwe financiering door het Ministerie van Economische Zaken, gaat de directie voort met de nieuw ingezette werkwijze om ontwikkeling op projectbasis te financieren. De eerste projectvoorstellen zijn inmiddels goedgekeurd door de huidige subsidiegevers. In het personeelsbeleid wordt geanticipeerd op deze ontwikkelingen door toe te groeien naar een beperkte vaste personeelsbezetting met een flexibele, projectgerelateerde schil. In 2012 heeft dit geleid tot natuurlijke en gedwongen afvloeiing van personeel. Het aannemen van personeel in vaste dienst vindt vooralsnog alleen in de noodzakelijke gevallen plaats. De systemen, die tot doel hebben de geïnventariseerde significante risico’s waaraan de onderneming is blootgesteld optimaal te beheersen, zijn op orde. Zij kunnen echter geen absolute zekerheid bieden tegen het niet realiseren van ondernemingsdoelstellingen, noch kunnen zij alle onjuistheden, verlies, fraude en overtredingen van wetten of regels geheel voorkomen. Het geheel van werkzaamheden inzake de risicobeheersing is besproken met de Raad van Commissarissen. Groningen, 26 april 2013 Drs. S. Jansen directeur
32
3.
3.1 Algemeen
Organisatieprofiel
Missie De N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM) heeft als missie om de permanente katalysator van economische ontwikkeling in Noord-Nederland te zijn. Visie Een economisch toekomstbestendig Noord-Nederland. Strategie De NOM wil haar doel bereiken door het tijdelijk verstrekken van risicodragend kapitaal, investeringsbevordering en ontwikkeling & innovatie. Daarbij realiseren we ons dat investeringen steeds minder een direct effect hebben op werkgelegenheid. Door toelevering en outsourcing wordt buiten het investerende bedrijf soms meer werkgelegenheid gecreëerd dan er binnen. De NOM is georganiseerd naar de aard van haar activiteiten en kent de afdelingen NOM Finance, NOM InvesteringsBevordering en NOM Ontwikkeling & Innovatie. Voor breder inzicht in de producten en diensten van de afdelingen, alsmede de markten waarin de NOM opereert, wordt verwezen naar hoofdstuk 2 (paragrafen per afdeling). De NOM verricht haar werkzaamheden in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe en/of gemeentes in de drie noordelijke provincies. De werkzaamheden zijn gericht op de versterking van de private sector van Noord-Nederland. Met de aandeelhouders/subsidieverstrekkers is in de loop van 2012 het beeld met betrekking tot de lange termijn ontwikkeling binnen Noord-Nederland gedeeld. De speerpunten daarin vallen samen met de in paragraaf 2.3 genoemde Topsectoren. Als afgeleide daarvan heeft de NOM doelen uitgezet tot en met 2016, die jaarlijks terug vertaald worden naar concrete doelen in het werkplan. Operationele structuur De NOM heeft een viertal 100% dochterondernemingen, te weten Venture Kapitaalfonds II B.V., Venture Kapitaalfonds III B.V., B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. die, evenals de NOM, voorzien in risicodragend kapitaal. De beide Venture Kapitaalfondsen zijn mede gefinancierd door Europese gelden en daarmee gebonden aan Europese regelgeving. De investeringen van B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. zijn provinciegebonden. De dochterondernemingen hebben geen personeel in dienst. Eigendomsstructuur De organisatie is een naamloze vennootschap, waarvan de f voor 99,97% in het bezit zijn van het Ministerie van Economische Zaken en voor 0,03% in het gelijke bezit van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. De vennootschap wordt aangestuurd door de directie en heeft een Raad van Commissarissen, die toezicht houdt. De NOM is gevestigd in Groningen.
33
Tabel 14
Omvang van de organisatie Opbrengsten Financieringsbedrijf (in € x 1.000) Opbrengsten Ontwikkelingsbedrijf (in € x 1.000) Totale opbrengsten (in € x 1.000)
2012 13.712 2.778 16.490
2011 10.617 3.450 14.067
Omvang portefeuille (in € x 1.000) Omvang overige activa (in € x 1.000) Omvang totale activa (in € x 1.000)
21.487 71.005 92.492
35.953 53.047 89.000
43,9
48,5
Gemiddeld aantal FTE
Significante wijzigingen De significante wijzigingen worden in het directieverslag besproken en hebben betrekking op de afbouw van de subsidierelatie (paragraaf 2.1) Klachtenregeling De NOM kent als privaat bedrijf geen externe klachtenregeling. Klantvriendelijkheid dient wel als uitgangspunt voor ons handelen. Daar waar stakeholders klachten hebben over het functioneren van de NOM wordt per individueel geval gereageerd. In het afgelopen jaar is door de directeur met een vijftal klagers rechtstreeks gesproken. 3.2 Bestuursstructuur
De directie en Raad van Commissarissen van de NOM laten zich, hoewel de NOM in formele zin geen structuurvennootschap is, in het algemeen in de verhoudingen tussen bestuur, raad van commissarissen en (algemene vergadering van) aandeelhouders leiden door de Nederlandse Corporate Governance code zoals die in 2009 is herzien door de commissie Frijns. Het bestuur Het bestuur van de NOM wordt statutair uitgeoefend door de directeur die de vennootschap in de rechte vertegenwoordigt. De directeur conformeert zich volledig aan het principe ter zake van zijn verantwoordelijkheid met inbegrip voor zijn verantwoordelijkheid en zijn verantwoordingsplicht voor het naleven van wet- en regelgeving en het beheersen van risico’s. Aan de daarop betrekking hebbende best practice bepalingen wordt voldaan. Voor de wijze van risicobeheersing wordt verwezen naar paragraaf 2.8 van het jaarverslag. De nevenfuncties van de directeur en van diens plaatsvervanger worden vermeld in bijlage 4. De bezoldiging van de directeur is vermeld op pagina 63 van de jaarrekening. De bezoldiging past binnen de grenzen, die de minister van Economische Zaken bij zijn aanstelling heeft gesteld. De directeur ontvangt geen beloning in de vorm van aandelen of opties. Er zijn geen aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen opgenomen in de beloningsstructuur. De Raad van Commissarissen bewaakt mogelijke tegenstrijdige belangen. In 2012 hebben zich geen gevallen voorgedaan waarin sprake was van mogelijke tegenstrijdige belangen.
34
Omdat het bestuur uit één directeur bestaat, wordt niet voldaan aan de vereiste van een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen in het bestuur. Bij de huidige omvang zal ook niet aan de vereiste voldaan kunnen worden. Raad van Commissarissen De principes op het gebied van toezicht, raad, belang van de vennootschap, maatschappelijke aspecten en kwaliteit van eigen functioneren worden door de Raad onderschreven. De commissarissen zijn en handelen volledig onafhankelijk; zowel ten opzichte van de voordragende aandeelhouder, als ten opzichte van de bestuurder, alsook ten opzichte van elkaar. De commissarissen ontvangen rechtstreeks noch indirect persoonlijke financiële vergoedingen voor verrichte werkzaamheden voor de NOM, anders dan de vaste vergoeding in hun rol van commissaris en de aan die werkzaamheden verbonden reis- en verblijfskosten. De vergoeding is vastgesteld door de AvA. De vergoeding is niet afhankelijk van de behaalde resultaten. De Raad is zodanig samengesteld dat op alle terreinen die de NOM bestrijkt voldoende deskundigheid aanwezig is om de taken van de Raad te kunnen vervullen. Er is echter geen sprake van een evenwichtige verdeling van de zetels tussen mannen en vrouwen. Het profiel van de leden van de Raad is vermeld in bijlage 3. Bij mutaties in de samenstelling en bij herbenoemingen wordt aan het aspect deskundigheid en de evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen aandacht besteed. Na het aftreden van de heer Weggemans op 29 april 2011 is expliciet gezocht naar een vrouwelijke commissaris. Er waren echter geen vrouwelijke kandidaten met de gewenste deskundigheid beschikbaar. Aan de benoemingstermijnen wordt de hand gehouden. De code schrijft voor dat de Raad drie kerncommissies in het leven roept. De Raad heeft deze bepaling als volgt ingevuld: Er is één gecombineerde selectie- en benoemingscommissie en remuneratiecommissie. De Raad acht de betrokkenheid van alle commissarissen bij de taken van een auditcommissie zo essentieel dat, mede gezien de betrekkelijk geringe omvang van de Raad, alle leden geacht worden deel uit te maken van de auditcommissie, waardoor de instelling van deze commissie overbodig is. Dit betekent dat aan de bepaling dat de voorzitter van de auditcommissie niet tevens voorzitter is van de Raad van Commissarissen, niet wordt voldaan. De bepalingen met betrekking tot een one-tier bestuursstructuur zijn niet van toepassing aangezien de NOM geen one-tier bestuursstructuur kent. De directeur en de Raad van Commissarissen achten dat ook niet wenselijk. De AvA De AvA maakt volledig gebruik van haar bevoegdheden zoals die in de code wordt omschreven. De statuten van de vennootschap zijn in lijn met de code. De AvA wordt qua informatievoorziening vanuit de directie naar beste weten in staat gesteld om van haar bevoegdheden gebruik te maken. De stelregel is daarbij dat de AvA geen informatie ontvangt die door indivi-
35
duele ondernemingen vertrouwelijk aan de NOM ter hand is gesteld. De directie en Raad van Commissarissen streven een optimaal overleg met de aandeelhouders na. Overleg met de directie vindt met enige regelmaat plaats, ook buiten de formele AvA. Audit Het jaarverslag en de jaarrekening worden opgesteld onder de directe verantwoordelijkheid van de directeur. De Raad van Commissarissen ziet er op toe dat de directeur deze verantwoordelijkheid naar behoren vervult. De door de AvA benoemde onafhankelijke accountant brengt verslag uit aan de Raad van Commissarissen. Dit verslag wordt in aanwezigheid van de accountant besproken met de voltallige Raad van Commissarissen. De externe accountant is aanwezig bij de jaarlijkse AvA zodat deze door de aandeelhouders rechtstreeks kan worden bevraagd. Er is geen interne auditor. De controller heeft rechtstreeks toegang tot de externe accountant en tot de voorzitter van de Raad van Commissarissen. 3.3 Organisatie structuur
Figuur 7
De NOM bestaat uit de afdelingen NOM Finance, NOM InvesteringsBevordering en NOM Ontwikkeling & Innovatie. Voor inzicht in de taken van de afdelingen wordt verwezen naar de paragrafen 2.4, 2.5 en 2.6. De organisatie kan schematisch als volgt worden weergegeven:
Organisatieschema Algemeen directeur
Manager Algemene Zaken & Financiën Afdeling Algemene Zaken & Financiën
Manager Finance, plv. directeur
Manager IB
Manager O&I
Afdeling Finance
Afdeling IB
Afdeling O&I
De 100% dochterondernemingen van de NOM hebben geen personeel in dienst. De vennootschappen vallen onder de afdeling NOM Finance.
36
JAARREKENING
V NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREKENING NV N RVERSLAG 2012 JAARREKENING NV NOM JAARV 2012 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 20 REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREK V NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREKENING NV N RVERSLAG 2012 JAARREKENING NV NOM JAARV 2012 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 20 REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREK V NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREKENING NV N RVERSLAG 2012 JAARREKENING NV NOM JAARV 2012 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 20 REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREK V NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREKENING NV N RVERSLAG 2012 JAARREKENING NV NOM JAARV 2012 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 20 REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREK V NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREKENING NV N RVERSLAG 2012 JAARREKENING NV NOM JAARV 2012 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 20 REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREK V NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREKENING NV N RVERSLAG 2012 JAARREKENING NV NOM JAARV 2012 JAARREKENING NV NOM JAARVERSLAG 20 REKENING NV NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREK V NOM JAARVERSLAG 2012 JAARREKENING NV N RVERSLAG 2012 JAARREKENING NV NOM JAARV
Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (x €1000,-) (voor resultaat bestemmming)
2012
Activa
2011
Financiële vaste activa Participaties 1
12.000
16.359
Vorderingen op participaties 2
4.553
6.758
Overige leningen u/g 3
3.201
11.443
Stimulerings- en innovatiekredieten 4
1.009
860
724
533
Pre Seed Capital Faciliteit 5
21.487
35.953
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 6 Liquide middelen 7
Passiva
2.115
1.948
68.890
51.099 71.005
53.047
Totaal activa
92.492
89.000
Groepsvermogen 8
88.060
83.906
77
88
Voorzieningen 9 Langlopende schulden Lening Provincie Drenthe (TAFF) 10
Kortlopende schulden 11 Totaal passiva
38
1.500
1.500 1.500
1.500
2.855
3.506
92.492
89.000
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2012 (x €1000,-)
2012
2011
Opbrengsten Financieringsbedrijf
Rente- en provisiebaten 12
3.916
5.884
Ontvangen dividenden 13
5.280
4.209
58
70
3.780
1.299
-
50
Resultaat Stimuleringskredieten en Innovatie- en Ontwikkelingskredieten 17
197
-559
Resultaat Pre Seed Capital Faciliteit 18
481
-336
Opbrengst commissariaten 14 Resultaat verkopen participaties 15 Bijdrage Provincie Drenthe 16
13.712
10.617
Kosten Personeelskosten 22 Overige kosten 23 Saldo van dotaties aan de voorziening voor financiële vaste activa 24
1. 688
1.834
949
1.224
5.942
7.497 8.579
Resultaat Financieringsbedrijf
10.555 5.133
62
Opbrengsten / vergoedingen
Ontwikkelingsbedrijf
Ministerie van Economische Zaken 19
1.789
2.421
Bijdrage Provincies 20
550
555
Bijdrage Provincies inzake Regionale Netwerken 20
348
442
Bijdrage acquisitie Gemeenten 20 Diensten aan derden 21
91 -
32 2.778
3.450
Kosten Personeelskosten 22
2.739
2.931
Overige kosten 23
1.018
1.906 3.757
4.837
Resultaat Ontwikkelingsbedrijf
-979
-1.387
Resultaat voor en na belasting
4.154
-1.325
39
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 (x €1000,-)
2012
2011
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
4.154
-1.325
Aanpassingen voor: Mutatie voorzieningen
-11
-10
-7.305
-3.634
Mutatie vorderingen
-167
-702
Mutatie kortlopende schulden
-651
76
Mutatie voorzieningen waardering financiële vaste activa Verandering in werkkapitaal:
-8.134 Kasstroom uit bedrijfsoperaties
-4.270 -3.980
-5.595
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in participaties
-6.083
-18.019
27.854
24.906
Mutatie effecten Ontvangsten inzake de verkoop van participaties en aflossing leningen
21.771
6.887 21.771
1.292
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
40
Mutatie I-IF faciliteit
-
-1.444
Mutatie lening TAFF
-
500 -
-944
Netto kasstroom
17.791
348
Saldo liquide middelen begin boekjaar
51.099
50.751
Saldo liquide middelen einde boekjaar
68.890
51.099
Mutatie liquide middelen
17.791
348
Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2012
Algemeen
De onderneming, gevestigd te Groningen aan de Paterswoldseweg 810, is een naamloze vennootschap, waarvan de aandelen voor 99,97% in het bezit zijn van de Staat der Nederlanden. De resterende 0,03% is in het bezit van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. Uitgangspunt bij participatie door de N.V. NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (statutair gevestigd te Groningen) in ondernemingen, is het in principe tijdelijk verstrekken van risicodragend kapitaal met als doel nieuwe activiteiten op te starten of bestaande activiteiten te versterken. Behoudens bijzondere omstandigheden wordt daarbij gestreefd naar minderheidsbelangen.
Verslagleggingsperiode Toegepaste standaarden
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van Titel 9 Boek 2 BW. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening is opgesteld met inachtneming van art. 2:402 BW. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Vergelijking met voorgaand jaar Continuïteit Grondslagen voor waardering
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
41
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten uit verkoop van participaties worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de participaties zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van de grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Grondslagen voor consolidatie
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de onderneming en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de onderneming een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleids bepalende invloed kan worden uitgeoefend worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Participaties die worden aangehouden om te vervreemden worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de Groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht. Voor een overzicht van de deelnemingen wordt verwezen naar de toelichting op de vennootschappelijke balans.
42
Inzake de geconsolideerde deelnemingen is een 403-verklaring afgegeven. Grondslagen voor omrekening vreemde valuta
Transacties in vreemde valuta Transacties luidend in vreemde valuta worden in de betreffende functionele valuta van de groepsmaatschappijen omgerekend tegen de geldende wisselkoers per de transactiedatum. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta’s die tegen historische kostprijs worden opgenomen, worden naar euro’s omgerekend tegen de geldende wisselkoersen per transactiedatum. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Grondslagen voor waardering
Financiële vaste activa Aandelenparticipaties worden gewaardeerd tegen kostprijs, onder aftrek van voorzieningen die worden gevormd als de situatie bij de betrokken ondernemingen daartoe aanleiding geeft. Deze waardering tegen kostprijs heeft tot gevolg dat waardestijgingen van participaties niet in de cijfers tot uitdrukking komen. Om een nader inzicht te geven in de verandering van de waarde van de participatieportefeuille wordt in de toelichting op de balans de benaderde actuele waarde vermeld. De leningen betreffen zowel leningen aan participaties als leningen aan ondernemingen waarin de NOM niet participeert. Het betreft hier, behoudens uitzonderingsgevallen, (converteerbare) achtergestelde leningen. De leningen zijn opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van eventueel noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid. Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de onderneming gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de onderneming garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Effecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Voorzieningen financiële vaste activa Voorziening participaties, leningen aan participaties en overige leningen Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waarde verminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdien mogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald op basis van een beoordeling van de resultaten in het verleden, de te verwachten toekomstige resultaten, het management, de organisatie, de uniekheid van het product en/of de productontwikkeling, de marktpositie en de ontwikkelingen in deze.
43
Wanneer de boekwaarde van een actief naar verwachting niet terugverdiend kan worden, zal er een voorziening worden gevormd voor het verschil tussen de boekwaarde en de te verwachten realiseerbare waarde. Voorziening deelnemingen De voorziening deelnemingen wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de onderneming ten behoeve van deze deelneming. Vlottende activa Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en (direct opeisbare) deposito’s met een looptijd korter dan één jaar. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd tegen hetzij de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen, hetzij de contante waarde van die uitgaven. Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: • een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en • waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en • het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening als interestlast verwerkt. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
44
Pensioenen Toegekende pensioenaanspraken zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer, onder aftrek van een AOW-franchise, rekening houdend met de leeftijd van een werknemer. Jaarlijks wordt geindexeerd op basis van de consumentenprijsindex, met een maximum van 1,5%. Toegekende pensioenaanspraken worden door middel van periodieke premiebetaling aan de pensioenverzekeraar afgefinancierd. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenverzekeraar verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de verzekeraar of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van de verzekeraar en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met de verzekeraar, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenverzekeraar wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Leasing Verplichtingen uit hoofde van leasing worden op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract. Grondslagen voor resultaatbepaling
Opbrengstverantwoording Opbrengsten worden alleen verantwoord als er een redelijke zekerheid bestaat dat toekomstige voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en dat deze voordelen betrouwbaar kunnen worden geschat. Rente- en provisiebaten Rentebaten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa.
45
Dividenden Dividenden van niet op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen, worden verantwoord in het jaar van ontvangst. Verkoop van participaties Opbrengsten uit de verkoop participaties worden opgenomen in de opbrengsten tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van de boekwaarde van de participatie. Opbrengsten uit de verkoop van participaties worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer de belangrijke risico’s en voordelen van eigendom aan de koper zijn overgedragen, de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is, de hiermee verband houdende kosten betrouwbaar kunnen worden ingeschat en er geen sprake is van aanhoudende managementbetrokkenheid bij de participaties. De overdracht van risico’s en voordelen varieert naargelang de voorwaarden van de betref fende verkoopovereenkomst. Diensten Opbrengsten van verleende diensten worden in de winst- en verliesrekening als netto-omzet opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. De opbrengsten van diensten worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn verricht. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat zal worden voldaan aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst- en verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Resultaat deelneming De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten, worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de Groep. Kosten Personele en overige kosten De kosten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben. De kosten van het Ontwikkelingsbedrijf worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben dan wel wanneer de externe verplichting is aangegaan.
46
Saldo dotaties aan de voorziening voor financiële vaste activa Verliezen bij afstoting van participaties of bij oninbaarheid van leningen worden afgeboekt op de daarvoor gevormde voorziening. Toevoegingen aan deze voorziening komen ten laste van het resultaat van het Financieringsbedrijf. Rentelasten Rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Belastingen Omdat alleen publiekrechtelijke organisaties aandeelhouder van de N.V. NOM kunnen zijn en de N.V. NOM geen bedrijf uitoefent als bedoeld in het 3e lid van artikel 2 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 is de N.V. NOM, evenals Venture Kapitaal Fonds II B.V., Venture Kapitaal Fonds III B.V., B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest en ontvangen dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Bepaling actuele waarde Een aantal grondslagen en de toelichtingen in de jaarrekening vereisen de bepaling van de actuele waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Ten behoeve van waardering en informatieverschaffing is de actuele waarde op basis van de volgende methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de actuele waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is. Financiële activa De actuele waarde van financiële activa wordt bepaald op basis van de rentabiliteitswaarde of de waarde op basis van de methode van de European Private Equity & Venture Capital Association .
47
Toelichting op de geconsolideerde balans (x €1000,-) Activa Financiële vaste activa
1.
Participaties Het verloop van de participaties was als volgt:
Verkrijgingswaarde per 1 januari Bij:
Nieuwe participaties Uitbreidingen / conversies
2012
2011
53.148
52.173
670
1.820
1.598
5.929 2.268
Af:
Faillissementen / liquidaties
6.218
Afgestoten participaties
3.734
7.749 3.963 2.811
9.952 -7.684
975
45.464
53.148
4.541
6.541
Saldo per 31 december
40.923
46.607
Voorziening na aanpassing i.v.m. inzicht
28.923
30.248
12.000
16.359
Nominaal bedrag per 31 december Af: Af:
6.774
Aanpassing i.v.m. inzicht *
De actuele waarde van de participaties bedroeg ultimo 2012 circa € 30 miljoen (2011: € 35 miljoen)
48
Het verloop van de voorziening op de participaties was als volgt:
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2012
2011
36.789
35.980
3.241
6.949 3.241
Af:
Vrijval door desinvestering / afboekingen / faillissementen
6.949
6.566
6.140 6.566
Voorziening per 31 december Af:
Aanpassing i.v.m. inzicht * Saldo per 31 december
6.140 -3.325
809
33.464
36.789
4.541
6.541
28.923
30.248
* Ten einde het inzicht te vergroten zijn de saldi aangepast voor een aantal participaties waaruit op geen enkele wijze opbrengsten meer gerealiseerd kunnen worden.
49
2.
Vorderingen op participaties Dit betreffen converteerbare achtergestelde leningen verstrekt in combinatie met een participatie in het aandelenkapitaal. 2012 Nominaal bedrag per 1 januari
Bij:
2011
23.823
27.452
Nieuwe leningen
840
3.450
Uitbreiding leningen
862
1.333
Bijgeschreven rente
494
1.677 2.196
Af:
6.460
Aflossingen
2.689
2.735
Conversie
1.182
1.904
Afboekingen / faillissementen
4.134
5.450 8.005
Nominaal bedrag per 31 december Af:
Aanpassing i.v.m. inzicht * Saldo per 31 december
Af:
50
Voorziening na aanpassing i.v.m. inzicht
10.089 -5.809
-3.629
18.014
23.823
5.146
5.146
12.868
18.677
8.315
11.919
4.553
6.758
Het verloop van de voorziening op de vorderingen op participaties was als volgt:
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2012
2011
17.065
21.924
530
693 530
Af:
Vrijval door desinvestering / afboekingen / faillissementen
693
4.134
5.552 4.134 -3.604
-4.859
13.461
17.065
Aanpassing i.v.m. inzicht *
5.146
5.146
Saldo per 31 december
8.315
11.919
Voorziening per 31 december Af:
5.552
* Ten einde het inzicht te vergroten zijn de saldi aangepast voor een aantal participaties waaruit op geen enkele wijze opbrengsten meer gerealiseerd kunnen worden.
51
3.
Overige leningen u/g Dit betreft (achtergestelde) leningen aan bedrijven waarin de NOM niet participeert in het aandelenkapitaal 2012 Nominaal bedrag per 1 januari
Bij:
Nieuwe leningen
2011
19.752
23.731
300
425
Uitbreiding leningen
25
1.130
Bijgeschreven rente
896
1.102 1.221
Af:
Aflossingen
2.657
7.342
3.700
Conversie Afboekingen / faillissementen
2.100 214
836 7.556
Af:
6.636 -6.335
-3.979
Saldo per 31 december
13.417
19.752
Voorziening
10.216
8.309
3.201
11.443
Het verloop van de voorziening op de overige leningen u/g was als volgt: 2012
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2011
8.310 2.120
8.201 244
2.120 Af:
Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen
244
214
136 214
Saldo per 31 december
52
136 1.906
108
10.216
8.309
4.
Stimulering- en innovatiekredieten Dit betreffen achtergestelde leningen aan bedrijven met een maximum van € 200.000,2012 Nominaal bedrag per 1 januari
Bij:
Nieuwe leningen
2011
2.835 250
3.015 515
Uitbreiding leningen
50
150
Bijgeschreven rente
81
191 381
Af:
Aflossingen Afboekingen / faillissementen
856
219
213
1.309
823 1.528
Saldo per 31 december Af:
Voorziening
1.036 -1.147
-180
1.688
2.835
679
1.975
1.009
860
Het verloop van de voorziening op de stimulerings- en innovatiekredieten was als volgt: 2012
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2011
1.975 12
1.918 890
12 Af:
Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen
890
1.308
833 1.308
Saldo per 31 december
833 1.296
57
679
1.975
De dotatie aan de voorzieningen is in de winst- en verliesrekening verwerkt als onderdeel van het resultaat Stimulerings- en innovatiekredieten.
53
5.
Pre Seed Capital Faciliteit (PSC) Dit betreffen financieringen aan innovatieve starters middels participaties, leningen aan bedrijven en persoonlijke leningen 2012
2011
PSC Participaties
245
97
PSC Leningen
479
436
Totaal Pre Seed Faciliteit
724
533
PSC Participaties Het verloop van deze post was in het verslagjaar als volgt: 2012 Nominaal bedrag per 1 januari Bij:
Nieuwe participaties
2011
474
467 7
-
Af:
Afboekingen/ Faillissementen
7
207
207
Saldo per 31 december Af:
Voorziening
207
7
267
474
22
377
245
97
Het verloop van deze voorziening op de PSC participaties was als volgt: 2012
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
377 -355
344 33
-355 Saldo per 31 december
2011
33 -355
33
22
377
De dotatie aan de voorzieningen is in de winst- en verliesrekening verwerkt als onderdeel van het resultaat Pre Seed Capital Faciliteit.
54
PSC Leningen Het verloop van deze post was in het verslagjaar als volgt: 2012 Nominaal bedrag per 1 januari Bij:
2011
1.787
1.868
Nieuwe leningen
-
205
Uitbreidingen leningen
-
50
17
35
Bijgeschreven rente
17 Af:
Aflossingen
183
Afboekingen / faillissementen
422
290 142 229
605 Saldo per 31 december Af:
Voorziening
371 -588
-81
1.199
1.787
720
1.351
479
436
Het verloop van de voorziening op de PSC lening was als volgt: 2012
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2011
1.351 -209
1.133 447
-209 Af:
Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen
447
422
229 422
Saldo per 31 december
229 631
218
720
1.351
De dotatie aan de voorziening is in de winst- en verliesrekening verwerkt als onderdeel van het resultaat Pre Seed Capital Faciliteit. Een overzicht van de participaties en leningen u/g per 31 december 2012 is vermeld in de bijlagen.
55
Vlottende activa
6.
Vorderingen en overlopende activa 2012
2011
Te vorderen subsidie inzake apparaatskosten
102
29
Debiteuren
617
239
Projecten
636
694
Te ontvangen interest op liquide middelen
582
613
Overige vorderingen
178
373 2.115
1.948
Debiteuren Nominale waarde uitstaande vorderingen Af:
Voorziening oninbaarheid
686
297
69
58
Stand per 31 december
617
239
Projecten Investment Readiness Scheme
-
327
69
-
AOP
337
-
European Regions for Innovative Productivity
146
200
75
-
Integraal Samenwerken
-
-
Overige projecten
9
167
Food Future
NSSC
Stand per 31 december
636
694
In de overige vorderingen is een bedrag van € 435.822 inbegrepen, welke betrekking heeft op een periode langer dan één jaar (2011: € 756.030).
56
7.
Liquide middelen Voor een verklaring van de mutatie van het saldo liquide middelen wordt verwezen naar het geconsolideerd kasstroomoverzicht. In de liquide middelen zijn de volgende deposito’s begrepen: Looptijd tot 2 januari 2012 12 maart 2012 16 januari 2013 16 februari 2013 8 september 2014
2012 € 4,0 miljoen € 4,0 miljoen € 4,0 miljoen € 5,0 miljoen € 17,0 miljoen
2011 € 10,0 miljoen € 5,0 miljoen € 4,0 miljoen € 4,0 miljoen € 5,0 miljoen € 28,0 miljoen
De laatste drie deposito’s zijn direct opeisbaar, evenals de liquide middelen. Er is een kredietfaciliteit van € 1 miljoen bij de Friesland Bank. Het gemiddelde rendement op de liquide middelen bedraagt 2,5% (2011: 2,3%). 8.
Groepsvermogen Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de vennootschappelijke balans.
Voorzieningen
9.
Voorzieningen Het verloop van de voorziening dienstjubilea in het verslagjaar was als volgt: 2012
Stand per 1 januari Bij: Af:
Dotatie ten laste van winsten verliesrekening Jubileumuitkeringen Stand per 31 december
2011
87 -3
98 13
7
23 10
-10
77
88
De voorziening dienstjubilea is gevormd ten behoeve van toekomstige uitkeringen inzake 10- en 20-jarige dienstjubilea. De voorziening is opgenomen voor de personeelsleden, welke voor de pensioendatum het jubileum kunnen halen. Daarbij is op basis van de leeftijd van de werknemers rekening gehouden met de kans dat het dienstverband voor het bereiken van 10- en 20 jarige jubileum wordt beëindigd. De voorziening is opgenomen voor het aan de verstreken dienstjaren toe te rekenen verplichting. Van de voorziening is een bedrag van € 2.832 als kortlopend (korter dan 1 jaar) aan te merken.
57
10.
Lening Provincie Drenthe (TAFF) De provincie Drenthe heeft een lening verstrekt aan de B.V. Drentse Participatie Maatschappij van maximaal € 4,0 miljoen, op te vragen in tranches van € 500.000 tot uiterlijk 31 december 2010. In 2011 is de tranche ontvangen, die eind 2010 is aangevraagd. De lening is verstrekt voor de uitvoering van het projectplan tijdelijke additionele financieringsfaciliteit. De rente bedraagt 4% en de aflossing zal uiterlijk in een keer op 31 december 2015 worden voldaan. Het verloop in het verslagjaar was als volgt: 2012
Bij:
Stand per 1 januari
1.500
1.000
Ontvangen lening
-
500
Stand per 31 december 11.
2011
1.500
1.500
Kortlopende schulden 2012
2011
Belastingen en sociale verzekeringen
351
297
Reservering vakantietoeslag
105
128
Reservering vakantiedagen
95
126
1.255
1.536
Projecten
660
669
Crediteuren
Nog te betalen kosten
150
383
Te betalen rente Friesland Bank N.V.
-
-
Pensioenen
8
8
170
170
Vooruit ontvangen subsidie Provincie Drenthe Overige schulden
61
189 2.855
3.506
In de kortlopende schulden is een bedrag van € 660.000 (2011: € 669.000) begrepen, zijnde de projecten welke mogelijk een looptijd langer dan 1 jaar hebben.
58
Financiële instrumenten
Algemeen
De NOM maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De NOM handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet-nakomen door een tegenpartij van aan de NOM verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de waarde van de desbetreffende posten.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van leningen zijn niet in overwegende mate geconcentreerd bij één of enkele participaties en overige ondernemingen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De onderneming heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.
Renterisico
Marktwaarde
Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. De marktwaarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder leningen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Claims
Tegen de onderneming en/of groepsmaatschappijen is een claim ingediend die door haar/hen worden betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt – mede op grond van ingewonnen juridisch advies – aangenomen dat deze geen nadelige invloed van betekenis zal hebben op de geconsolideerde financiële positie, anders dan waarvoor een voorziening is gevormd.
Optierechten
Bij een aantal participaties heeft de NOM aan medeaandeelhouders het recht van aankoop op de door de NOM gehouden aandelen verleend (call optie). Tevens heeft de NOM in sommige gevallen het recht bedongen haar aandelen aan medeaandeelhouders te kunnen verkopen (put optie). Het totaalbedrag van deze opties bedraagt ca. € 8,9 miljoen (2011: € 9,0 miljoen). De NOM heeft in 2012 geen verplichtingen bij verkoop van aandelen (2011: geen verplichtingen).
Garanties
Er zijn ultimo 2012 geen openstaande garanties meer.
Lease
Ultimo 2012 zijn voor 19 personenauto’s leasecontracten afgesloten. De restantverplichting op balansdatum betreft € 0,23 miljoen en daarvan heeft € 0,15 miljoen betrekking op het volgende boekjaar.
Huur
Voor het kantoorpand aan de Paterswoldseweg 810 te Groningen is per 1 november 2011 een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van 3 jaar. De restantverplichting op balansdatum bedraagt ca. € 0,5 miljoen. De looptijd hiervan is korter dan 5 jaar, waarvan € 0,2 miljoen betrekking heeft op het volgende boekjaar.
59
(x €1000,-)
Opbrengsten
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening
12.
Rente- en provisiebaten 2012
2011
Rente leningen u/g
2.613
4.639
Rente op liquide middelen
1.147
1.183
156
62
Provisies
3.916
5.884
13.
Ontvangen dividenden Gedurende het verslagjaar is € 5.280.621 aan dividenduitkering ontvangen (2011: 4.209.000).
14.
Opbrengst commissariaten In 2012 had de NOM bij 8 participaties een zetel in de Raad van Commissarissen waarvoor een vergoeding in rekening is gebracht (2011: 15).
15.
Resultaat verkopen participaties 2012
Af:
Bij:
16.
60
2011
Gerealiseerde opbrengst verkopen participaties
7.118
1.484
Aanschafwaarde participaties
3.734
2.811
Vrijval voorziening
3.384
-1.327
396
2.626
3.780
1.299
Bijdrage Provincie Drenthe Dit betreft de aan het boekjaar toegerekende bijdrage van de Provincie Drenthe inzake ‘Risicofinanciering midden- en kleinbedrijf’ ten behoeve van B.V. Drentse Participatie Maatschappij.
17.
Resultaat Stimuleringskredieten en Innovatie- en Ontwikkelingskredieten Dit betreft het saldo van de rente- en provisiebaten en de dotatie aan de voorziening van Stimuleringskredieten en Innovatie- en Ontwikkelingskredieten. De specificatie van deze post luidt als volgt: 2012 Ontvangen rente- en provisiebaten
210
Dotatie voorziening nieuwe kredieten
-13
2011
331 -890 197
18.
-559
Resultaat Pre Seed Capital Faciliteit Dit betreft het saldo van de rente- en provisiebaten en de dotatie aan de voorziening van financieringen uit hoofde van de Pre Seed Capital Faciliteit. De specificatie van deze post luidt als volgt: 2012
2011
Ontvangen aflossing en rente- en provisiebaten
114
143
Opbrengst verkopen PSC
10
-
357
-479
Dotatie voorziening nieuwe kredieten
481
-336
19.
Ministerie van Economische Zaken De bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken is een bijdrage in de exploitatie van het Ontwikkelingsbedrijf en bedraagt maximaal € 1.788.750 in 2012.
20.
Bijdrage Provincies en Gemeenten De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe dragen in totaal € 550.860 bij in de exploitatie van het Ontwikkelingsbedrijf. Daarnaast dragen de provincies en gemeenten € 439.000 bij in de kosten van de regionale netwerken Groninger Bedrijfslocaties, Drentse Bedrijfslocaties en Netwerk Fryslân.
21.
Diensten aan derden De diensten aan derden bestaan voornamelijk uit verricht projectmanagement voor derden.
61
Kosten
22.
Personeelskosten In 2012 waren gemiddeld 43,9 FTE in dienst van de NOM, in 2011 waren dat gemiddeld 48,5 FTE. Alle personeelsleden waren werkzaam in Nederland. De personeelsomvang is als volgt te verdelen over de afdelingen: 2012
2011
Finance
10,3
11,2
Ontwikkelbedrijf
19,7
22,9
Subsidieprojecten
2,4
1,3
11,5
13,1
43,9
48,5
Overhead (incl. administratie en Infocom)
De personeelskosten zijn als volgt te specificeren: 2012
Salarissen
3.915
4.032
-821
-730
Sociale lasten
463
413
Pensioenlasten
606
686
Doorbelaste personeelskosten
Uitzendkrachten
26
59
Vergoeding woon-werk
25
24
213
281
Overige personeelskosten
4.427
62
2011
4.765
Bezoldiging bestuurder en Raad van Commissarissen Bezoldiging bestuurder In onderstaande tabel is de bezoldiging (in €) van de bestuurder weergegeven:
In dienst per Directeur
01-03-2007
Belastbaar loon, incl. sociale premies 170.963
Pensioen bijdrage 42.331
Totaal 2012 213.294
Totaal 2011 205.731
De pensioenregeling betreft een middelloonregeling, uitgaande van pensionering op de 65-jarige leeftijd. Er is geen systeem van prestatiebonussen van kracht. Bezoldiging commissarissen De bezoldiging van de commissarissen bedroeg in 2012 € 61.285 (2011: € 53.816). Ultimo 2012 waren 5 commissarissen aan de vennootschap verbonden (2011: 4).
23.
Overige kosten 2012
Algemene kosten
2011
1.337
1.198
Projectkosten
576
1.710
Overige kosten
54
222 1.967
3.130
63
(v
Onder de algemene kosten worden onder meer de kosten van huisvesting, automatisering en public relations verantwoord. De projectkosten bestaan uit de onderzoeks- en beheerkosten van het Financieringsbedrijf, de acquisitiekosten van Investeringsbevordering en de kosten van Ontwikkeling & Innovatie. De overige kosten bestaan voornamelijk uit kosten voor VKF II en VKF III. 24.
Saldo van dotaties aan de voorziening voor financiële vaste activa 2012
2011
Dotatie aan voorziening voor participaties
3.289
6.949
Vrijval voorziening voor participaties I-IF faciliteit i.v.m. realisatie
-
-395
Dotatie aan voorziening voor vorderingen op participaties
530
693
2.120
244
Dotatie aan voorziening voor overige vorderingen Dotatie voorziening dubieuze debiteuren m.b.t. participaties
3
6 5.942
7.497
Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de onderneming, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag.
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting op de kasstromen Het saldo liquide middelen van de NOM steeg gedurende het boekjaar 2012 met € 17,8 miljoen tot € 68,9 miljoen met name als gevolg van het lagere uitzettingsniveau en het volledig aflossen van leningen door enkele debiteuren. Daarnaast hebben we voor € 5,2 miljoen aan dividenden ontvangen en hebben we een resultaat van € 3,8 miljoen op de verkopen participaties behaald. De operationele activiteiten laten een positieve kasstroom zien van € 5,5 miljoen.
64
Vennootschappelijke balans per 31 december 2012 (x €1000,-) (voor resultaat bestemmming)
2012
Activa
2011
Financiële vaste activa 11.468
15.647
Vorderingen op participaties 26
Participaties 25
4.508
6.479
Overige leningen u/g 27
2.288
10.234
Stimulerings- en innovatiekredieten 28
1.009
860
724
533
32.549
31.522
709
669
Pre Seed Capital Faciliteit 29 Deelnemingen 30 Vorderingen op deelnemingen 31
53.255
65.944
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 32 Liquide middelen 33
2.135
2.030
52.358
35.745
Totaal activa Passiva
54.493
37.775
107.748
103.719
Eigen Vermogen Gestort en opgevraagd kapitaal 34 Bestemmingsreserve Europese gelden 35 Overige reserves 36 Onverdeelde winst 37
51.899
51.899
-
19.387
32.007
13.945
4.154
-1.325 88.060
83.906
77
88
19.611
19.725
107.748
103.719
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen 38 Kortlopende schulden 39 Totaal passiva
65
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2012 (x €1000,-)
2012
Resultaat uit deelnemingen
1.027
Overige baten en lasten
3.127
Resultaat voor en na belasting
2011
-381 -944 4.154
-1.325
Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2012 Algemeen
De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2012 van de onderneming. Ten aanzien van de enkelvoudige winst- en verliesrekening van de onderneming is gebruik gemaakt van de vrijstelling ingevolge artikel 2:402 BW. Voor zover posten uit de enkelvoudige balans en enkelvoudige winst- en verliesrekening hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening.
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering, van resultaatbepaling en van presentatie zijn ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar, zoals opgenomen in de toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening.
Grondslagen voor de waardering
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening, met uitzondering van het volgende:
Grondslagen voor de waardering
Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de onderneming in de resultaten van deze deelnemingen.
66
Toelichting op de vennootschappelijke balans (x €1000,-)
Activa
Financiële vaste activa
25.
Participaties Het verloop van de participaties was als volgt:
Verkrijgingswaarde per 1 januari Bij:
Nieuwe participaties Uitbreidingen / conversies
2012
2011
50.708
49.164
670
1.820
1.400
5.667 2.070
Af:
Faillissementen / afboekingen
5.702
Vervreemde participaties
3.549
7.487 3.963 1.980
9.251 -7.181
1.544
43.527
50.708
4.541
6.541
Saldo per 31 december
38.986
44.167
Voorziening na aanpassing i.v.m. inzicht
27.518
28.520
11.468
15.647
Nominaal bedrag per 31 december Af: Af:
5.943
Aanpassing i.v.m. inzicht *
67
Het verloop van de voorziening op de participaties was als volgt:
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2012
2011
35.061
34.509
2.955
5.891 2.955
Af:
Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen
5.891
5.957
5.339 5.957
Voorziening per 31 december Af:
Aanpassing i.v.m. inzicht * Saldo per 31 december
5.339 -3.002
552
32.059
35.061
4.541
6.541
27.518
28.520
* Ten einde het inzicht te vergroten zijn de saldi aangepast voor een aantal participaties waaruit op geen enkele wijze opbrengsten meer gerealiseerd kunnen worden.
68
26.
Vorderingen op participaties Dit betreffen converteerbare achtergestelde leningen verstrekt in combinatie met een participatie in het aandelenkapitaal. Het verloop van deze post was in het verslagjaar als volgt: 2012 Nominaal bedrag per 1 januari
Bij:
2011
23.086
26.468
Nieuwe leningen
840
3.450
Uitbreiding leningen
862
1.333
Bijgeschreven rente
499
1.633 2.201
Af:
Aflossingen Doorplaatsing / conversie Afboekingen / faillissementen
6.416
2.355
2.444
184
1.904
4.801
5.450 7.340
Nominaal bedrag per 31 december Af:
Aanpassing i.v.m. inzicht * Saldo per 31 december
Af:
Voorziening na aanpassing i.v.m. inzicht
9.798 -5.139
-3.382
17.947
23.086
5.146
5.146
12.801
17.940
8.293
11.461
4.508
6.479
69
Het verloop van de voorziening op de vorderingen was als volgt:
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2012
2011
16.607
21.254
835
800 835
Af:
Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen
800
4.003
5.447 4.003
Voorziening per 31 december Af:
5.447 -3.168
-4.647
13.439
16.607
Aanpassing i.v.m. inzicht *
5.146
5.146
Saldo per 31 december
8.293
11.461
* Ten einde het inzicht te vergroten zijn de saldi aangepast voor een aantal participaties waaruit op geen enkele wijze opbrengsten meer gerealiseerd kunnen worden.
70
27.
Overige leningen u/g Dit betreft achtergestelde leningen aan bedrijven waarin de NOM niet participeert in het aandelenkapitaal. Het verloop van de participaties was als volgt: 2012 Nominaal bedrag per 1 januari
Bij:
17.289
Nieuwe leningen
21.526 -
Uitbreiding leningen Bijgeschreven rente
2011
850 859
1.077 859
Af:
Aflossingen Afboekingen / faillisementen
1.927
6.891
3.392
-
2.772 6.891
Saldo per 31 december Af:
Voorziening
6.164 -6.032
-4.237
11.257
17.289
8.969
7.055
2.288
10.234
Het verloop van de voorziening op de overige leningen u/g was als volgt: 2012
Voorziening per 1 januari Bij:
Dotatie t.l.v. resultaat i.v.m. waardeveranderingen
2011
7.055 1.914
7.215 -85
1.914 Af:
Vrijval door desinvesteringen / afboekingen / faillissementen
-85
-
75 -
Saldo per 31 december
75 1.914
-160
8.969
7.055
Een overzicht van de participaties en leningen u/g per 31 december 2012 is vermeld in de bijlagen.
71
28.
Stimulerings- en innovatiekredieten Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.
29.
Pre Seed Capital Faciliteit Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.
30.
Deelnemingen De deelnemingen in Venture Kapitaal Fonds II B.V., Venture Kapitaal Fonds III B.V., B.V. Drentse Participatie Maatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V. worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde. Het verloop gedurende het boekjaar was als volgt: 2012
Stand per 1 januari Bij:
Resultaat deelnemingen Saldo per 31 december
2011
31.522
31.903
1.027
-381 32.549
31.522
Geconsolideerde deelnemingen Geconsolideerde deelnemingen
%
Plaats
Venture Kapitaal Fonds II B.V.
100 %
Groningen
Venture Kapitaal Fonds III B.V.
100 %
Groningen
B.V. Drentse Participatie Maatschappij
100 %
Groningen
Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
100 %
Groningen
Overige deelnemingen De volgende meerderheidsbelangen worden, gezien de geringe omvang van deze deelnemingen, niet geconsolideerd: Overige deelnemingen
%
Plaats
NOM Daq B.V.
100 %
Groningen
NOM Fin B.V.
100 %
Groningen
Noordelijke Scheepvaart I B.V.
100 %
Groningen
Rozenborg B.V.
100 %
Groningen
De volgende meerderheidsbelangen worden, omdat er geen sprake is van een duurzaam karakter, niet geconsolideerd:
72
Antheus Magnesium B.V.
62,6 %
Delfzijl
Prins Holding B.V.
79,2 %
Dokkum
31.
Vorderingen op deelnemingen Dit betreft een lening verstrekt aan Venture Kapitaal Fonds N-O Nederland B.V., welke medio 2007 door VKF II is overgenomen. De rente bedraagt 6% per jaar en zal worden bijgeschreven. Het verloop gedurende het verslagjaar was als volgt: 2012
Stand per 1 januari Bij:
669
32.
631
40
Rente Saldo per 31 december
Vlottende activa
2011
38 40
38
709
669
Vorderingen en overlopende activa 2012 Vorderingen op groepsmaatschappijen Venture Kapitaal Fonds III B.V.
287
2011
287 287
287
Te vorderen van subsidiënten inzake apparaatskosten
102
29
Debiteuren
617
239
Projecten
636
694
Te ontvangen interest op liquide middelen
315
475
Overige vorderingen
178
306 1.848
1.743 2.135
2.030
73
33.
Liquide middelen Voor een verklaring van de mutatie van het saldo liquide middelen wordt verwezen naar het geconsolideerd kasstroomoverzicht. In de liquide middelen zijn de volgende deposito’s begrepen: Looptijd tot 2 januari 2012 12 maart 2012 16 januari 2013 16 februari 2013 8 september 2014
2012 € 4,0 miljoen € 4,0 miljoen € 4,0 miljoen € 5,0 miljoen € 17,0 miljoen
2011 € 10,0 miljoen € 5,0 miljoen € 4,0 miljoen € 4,0 miljoen € 5,0 miljoen € 28,0 miljoen
De laatste drie deposito’s zijn direct opeisbaar evenals de overige liquide middelen. Er is een kredietfaciliteit van € 1 miljoen bij de Friesland Bank. Het gemiddelde rendement op de liquide middelen bedraagt 2,5% (2011: 2,3%). Passiva
Eigen vermogen
34.
Gestort en opgevraagd kapitaal Aandelen A nominaal € 453,78
39.941
Preferente aandelen B nominaal € 453,78
11.958 51.899
De verdeling van het aandelenkapitaal per 31 december 2012 is als volgt:
Staat der Nederlanden
99,97 %
Provincie Groningen
0,01 %
Provincie Fryslân
0,01 %
Provincie Drenthe
0,01 % 100,00 %
Op de preferente aandelen wordt dividend uitgekeerd ter grootte van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde over het boekjaar waarover de winst is vastgesteld berekende gemiddelde effectieve rendement van staatsleningen met een ge middelde resterende looptijd van 5 tot 8 jaar over het gestorte deel van het nominaal bedrag, voor zover de winst dit toelaat.
74
35.
Bestemmingsreserve Europese gelden In de periode 1999 tot en met 2007 zijn Europese gelden ontvangen voor de projecten Venture Kapitaal Fonds N-O Nederland, Venture Kapitaal Fonds Fonds N-O Nederland II en Venture Kapitaal Fonds Fonds N-O Nederland III. Deze gelden zijn aangewend voor het verstrekken van aandelenkapitaal en/of achtergestelde leningen aan met name startende en technologisch innovatieve ondernemingen, met als doel groei van deze ondernemingen mogelijk te maken. De Europese gelden zijn verstrekt onder de voorwaarden dat de terugkerende middelen opnieuw worden ingezet voor dezelfde doeleinden. Voor de uitvoering van deze projecten zijn de dochtervennootschappen Venture Kapitaal Fonds B.V., Venture Kapitaal Fonds II B.V. en Venture Kapitaal Fonds III B.V. opgericht. Het eerste project is volledig afgerond en de terugkerende middelen zijn ingebracht in Venture Kapitaal Fonds II B.V.. Ter hoogte van de terugkerende middelen, die opnieuw moeten worden ingezet binnen de Venture Kapitaal Fondsen is een bestemmingsreserve gevormd, die voorzichtigheidshalve tot vijf jaar na afloop van de projectperiode wordt aangehouden. Na afloop van deze periode zullen de middelen door de NOM revolverend worden ingezet voor het verstrekken van risicokapitaal. Op 31 december 2012 valt de bestemmingsreserve derhalve vrij ten gunste van de overige reserves. Het verloop in het verslagjaar is als volgt:
Saldo begin boekjaar Bij:
Wettelijke toevoeging bestemmingsreserve n.a.v. terugkerende middelen
2012
2011
19.387
19.314
447
158 447
Af:
Beheerkosten
158
17
85 17
Bij:
85 430
73
Saldo per 31 december
19.817
19.387
Vrijval t.g.v. overige reserves
19.817
-
0
19.387
75
36.
Overige reserves Het verloop in het verslagjaar is als volgt:
2012
Saldo begin boekjaar Bij:
Winstbestemming: resultaat voorgaand jaar Winstbestemming: bestemmingsreserve I-IF n.a.v. realisatie
2011
13.945
599
-1.325
11.263
-
2.156 -1.325
Af:
Wettelijke toevoeging bestemmingsreserve Europese gelden n.a.v. terugkerende middelen Saldo per 31 december
Bij:
76
Vrijval bestemmingsreserve Europese gelden n.a.v. terugkerende middelen
430
13.419
73 430
73
12.190
13.945
19.817
-
32.007
13.945
37.
Onverdeelde winst Het verloop in het verslagjaar is als volgt:
Stand per 1 januari Af:
Winstbestemming
-1.325
Bij:
Resultaat boekjaar
4.154
Saldo per 31 december Voorzieningen
2012
2011
-1.325
11.263 11.263 -1.325
5.479
-12.588
4.154
-1.325
38.
Personeelsvoorzieningen Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.
39.
Kortlopende schulden 2012
2011
Belastingen en sociale verzekeringen
352
297
Reservering vakantietoeslag
105
128
Reservering vakantiedagen
95
126
Nog te betalen kosten
1.255
1.536
Projecten
661
669
Crediteuren
115
225
48
149
8
8
Overige schulden Pensioenen Rekening courant VKF II
16.972
16.587 19.611
19.725
77
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Claims
Optierechten
Garanties
78
Tegen de onderneming is een claim ingediend die door haar wordt betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt – mede op grond van ingewonnen juridisch advies – aangenomen dat deze geen nadelige invloed van betekenis zal hebben op de geconsolideerde financiële positie. Bij een aantal participaties heeft de NOM aan medeaandeelhouders het recht van aankoop op de door de NOM gehouden aandelen verleend (call optie). Tevens heeft de NOM in sommige gevallen het recht bedongen haar aandelen aan medeaandeelhouders te kunnen verkopen (put optie). Het totaalbedrag van deze opties bedraagt ca. € 8,8 miljoen (2011: € 8,9 miljoen). Er zijn ultimo 2012 geen openstaande garanties meer.
Lease
Ultimo 2012 zijn voor 19 personenauto’s leasecontracten afgesloten. De restantverplichting op balansdatum betreft € 0,23 miljoen en daarvan heeft € 0,15 miljoen betrekking op het volgende boekjaar.
Huur
Voor het kantoorpand aan de Paterswoldseweg 810 te Groningen is per 1 november 2011 een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van 3 jaar. De restantverplichting op balansdatum bedraagt ca. € 0,5 miljoen. De looptijd hiervan is korter dan 5 jaar, waarvan € 0,2 miljoen betrekking heeft op het volgende boekjaar.
Toelichting op de vennootschappelijke winst- en verliesrekening
Het resultaat uit deelnemingen betreft het saldo van de resultaten van Venture Kapitaal Fonds II B.V., Venture Kapitaal Fonds III B.V., B.V. Drentse ParticipatieMaatschappij en Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.. Baten en lasten uit verhoudingen met groepsmaatschappijen In de vennootschappelijke jaarrekening is een rentebate van € 40.000 (2011 € 38.000) opgenomen uit hoofde van de lening aan Venture Kapitaal Fonds III B.V..
Groningen, 26 april 2013 Directie Raad van Commissarissen Drs. S. Jansen R.P. Prins (voorzitter) Mr. H. Bosma A.M.J. Vogd J.E. de Vries R. Rabbinge
79
5.
Overige gegevens
Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland Controle verklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 37 tot en met 79 opgenomen jaarrekening 2012 van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2012 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2012 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de onafhankelijke accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de onafhankelijke accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is
80
om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Groningen, 26 april 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Drs. H.J. Kruisman RA
Statutaire winstbestemmingsregeling en winstbestemming 2012
De directie stelt voor om, in overeenstemming met de winstbestemmingsregeling opgenomen in artikel 24 van de statuten, de winst van 2012 ad € 4.154.467 toe te voegen aan de overige reserves.
81
6.
6.1 Inleiding
Duurzaamheidsverslag
Duurzaam ondernemen blijkt uit de missie van de NOM: een permanente katalysator van economische ontwikkeling in Noord-Nederland en ligt diep verankerd in de kerntaken van de NOM. Dat blijkt niet zozeer uit de interne organisatie van de NOM, maar vooral uit onze doelstellingen met betrekking tot stimulering van de economie in Noord-Nederland, het creëren en behouden van arbeidsplaatsen en uit de projecten die we ontwikkelen en waar we aan meewerken. In het merendeel van die projecten voeren het vergroenen en verduurzamen van de samenleving de boventoon. Onder andere de projecten waaraan we werken op het gebied van watertechnologie en offshore wind. Met veel activiteiten richt de NOM zich nadrukkelijk op proces- en productinnovatie. In het geval van productinnovatie wordt gekeken hoe een product zo efficiënt mogelijk geproduceerd kan worden. Tal van bedrijven hebben de achterliggende periode aan dergelijke projecten meegedaan. Dit heeft geleid tot materiaalbesparing en besparing van personele kosten. Naast het financieel voordeel, zorgt dat er tevens voor dat er zuiniger met grondstoffen wordt omgegaan. In 2012 heeft de NOM een projectplan Agri&Food/Biobased Economy geschreven, zodat Noord-Nederland een rol gaat spelen in de komende biobased economy en de regio zich in Europa een toonaangevende positie verwerft in duurzaam gebruik van groene grondstoffen en hergebruik van groene rest- en nevenproducten. Om dat te realiseren is het bovendien van wezenlijk belang om een verdere verbinding tussen de Chemie en de Agri&Food-sector tot stand te brengen. Dat is voor de NOM één van de belangrijkste speerpunten voor de komende jaren. De uitvoering van het werkplan vanaf 2013 zal hier richting aan geven.
82
Tabel 14
Samenvatting belangrijkste duurzaamheidsresultaten Indicatoren
2011
2012
IB: Investeringen
€ 35,0 mln
€ 124 mln
O&I: Innovatieimpuls (financierbare projecten)
€ 12,8 mln
€ 4,0 mln
F: Uitzettingen
€ 10,8 mln
€ 2,9 mln
IB: Aantal gecreërde en behouden arbeidsplaatsen
446
306
O&I: Aantal arbeidsplaatsen in Ontwikkelprojecten
36
20
2.974
2.205
91
57
Tijdsbesteding aan opleiding en scholing in uren
840
1.160
Ziekteverzuim
2%
4%
Drukwerk (aantal pagina’s)
160.000
225.000
Papierverbruik (aantal kopieën; kleur en zwart/wit)
696.389
167.984
7.360
8.540
173.570
180.797
34.966
30.613
1.025.113
835.494
165.376
132.891
Economie
Sociaal
F: Aantal arbeidsplaatsen bij NOM-deelnemingen Opleidingsuitgaven in € 1.000
Milieu
Tonerverbruik (gram; kleur en zwart) Elektriciteitsverbruik (kWh) Gasverbruik (m ) 3
Gereden door wagenpark (km) CO2 uitstoot wagenpark (kg) S. Jansen, directeur
6.2 Strategie en beleid
MVO voor de NOM De NOM gelooft in de kracht van Noord-Nederland en vindt dat zij de plicht heeft om een bijdrage te leveren aan een gezond en duurzaam Noord-Nederland voor ons en onze kinderen. Voor de NOM betekent maatschappelijk verantwoord ondernemen het op de juiste wijze stimuleren van de Noord-Nederlandse economie. De juiste wijze is bijvoorbeeld door het stimuleren van product- en procesinnovatie, wat leidt tot een lager grondstoffen gebruik, het ontwikkelen van projecten, die leiden tot verduurzaming van energie en het creëren en behouden van arbeidsplaatsen. De impact van de NOM op mens, milieu en samenleving De NOM heeft als organisatie zowel een positieve als een negatieve impact op haar omgeving. De negatieve impact is met name het verbruik van energie en materialen. Gezien de aard van de onderneming is deze impact zeer beperkt. De positieve impact van de NOM vloeit voort uit haar missie en is een bijdrage aan duurzame economie door te investeren in bedrijven, kennis ten dele pro bono te delen, innovatie te stimuleren en werkgelegenheid te creëren en te behouden. Het stimuleren van innovatie doen we onder andere door projecten te ontwikkelen waarmee energie efficiënter kan worden ingezet.
83
MVO in relatie tot bedrijfsstrategie Het maatschappelijke doel waarvoor de NOM is opgericht, namelijk de werkgelegenheid in Noord-Nederland te bestendigen en te ontwikkelen door het stimuleren van duurzaam winstgevende economische activiteiten, vraagt om maatschappelijk verantwoord ondernemen. De strategie van de NOM ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen is daarmee in de basis gelijk aan de strategie om haar doel te bereiken: het tijdelijk verstrekken van risicodragend kapitaal, investeringsbevordering en ontwikkeling & innovatie. Voor de korte termijn heeft het ontwikkelen van een cluster voor biobased economy prioriteit. In aanvulling op de algemene strategie, heeft het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen wel tot het aanscherpen van investeringsbeslissingen geleid. Hoewel de NOM nog geen expliciete eisen heeft gesteld aan het MVO-beleid van participaties waarin wordt geïnvesteerd, beoordeelt zij wel de activiteiten van de participaties. De NOM gaat bijvoorbeeld geen participaties aan in bedrijven waarvan bekend is dat zij de mensenrechten schenden, wet- en regelgeving niet naleven of grote milieurisico’s aangaan. De NOM onderschrijft de ILO en OESO richtlijnen voor MVO. Daarnaast heeft het thema invloed op beslissingen met betrekking tot innovatieprojecten. De projecten hebben namelijk vaker betrekking op duurzame thema’s, zoals het beperken van de belasting van het milieu, onder andere door verduurzaming van energie, door waterbesparende technologieën en het ontwikkelen van een biobased economy. MVO in breder perspectief In de periode 2006 tot en met 2010 gaf het Ministerie van Economische Zaken, als aandeelhouder en subsidieverstrekker, met de regeling Pieken in de Delta mede richting aan het beleid van de NOM om het Noord-Nederlandse ondernemers- en vestigingsklimaat te versterken. Vanaf 2011 heeft het Kabinet, mede als gevolg van de wens van de rijksoverheid om het regionaal economisch beleid te decentraliseren, het Topsectorenbeleid geïntroduceerd. Dit beleid heeft tot doel het stimuleren van innovatieve bedrijvigheid ter bevordering van de kenniseconomie, waarbij de wisselwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheid centraal staat. Er zijn negen sectoren als ‘Topsector’ gekwalificeerd en deze zullen de komende jaren extra steun en aandacht krijgen. Zes van de negen sectoren, zijnde Energie, Water, Chemie, Agri&Food, High Tech en Life Sciences bieden veel kansen voor Noord-Nederland. De NOM wil zich in deze sectoren maximaal inzetten vanuit haar kerntaken, waarbij de NOM er van overtuigd is dat de toegevoegde waarde van de NOM ligt in het bij elkaar brengen van bedrijven en kennisinstellingen die op het snijvlak van meerdere Topsectoren opereren. De strategische prioriteit van de NOM blijft liggen op het sociale vlak, namelijk het creëren en behouden van arbeidsplaatsen in de regio, waarbij het uitgangspunt van de NOM is dat het creëren en behouden van arbeidsplaatsen wordt gerealiseerd door het stimuleren van de economie door het doen van investeringen in bedrijven, acquisitie- en ontwikkelprojecten. Behalve de sociale aspecten van duurzaamheid, zijn derhalve ook de financieel economische
84
aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen van belang. Het Topsectorenbeleid leidt er overigens toe dat het duurzaamheidsaspect milieu belangrijker wordt. Dit beïnvloedt de beslissingen met betrekking tot de ontwikkeling van innovatieprojecten. Het Topsectorenbeleid heeft onder andere geleid tot een focus op verduurzaming van energie en een biobased economie. Dit wordt overigens niet alleen veroorzaakt door het beleid van de overheid, maar ook door de vraag van projectpartners in innovatieprojecten. Hoewel het Topsectorenbeleid zich toespitst op een negental sectoren, vragen de regionale overheden en bedrijven ook om generiek beleid voor MKB. In samenwerking met het MKB geeft de NOM hier invulling aan met het project NPAL, waarbij vooral gewerkt wordt aan procesinnovatie en sociale innovatie, wat onder andere invloed heeft op het effectiever inzetten van mensen, energie en materialen. Behalve het nieuwe economisch beleid heeft ook het economisch klimaat invloed op onze resultaten. Een effect van het economisch klimaat is onder andere dat banken minder snel bereid zijn tot het verstrekken van leningen. Als gevolg hiervan kan verwacht worden dat het aantal aanvragen voor financiering bij de NOM toeneemt. Het aantal aanvragen is echter op een vergelijkbaar niveau als voorgaande jaren gebleven. Er bevinden zich nog steeds relatief veel ondernemingen in slecht weer, wat zijn impact heeft op de bestaande portefeuille van de NOM in de vorm van faillissementen en ertoe leidt dat de NOM kritisch moet zijn ten aanzien van de beoordeling van nieuwe investeringen. 6.3 Organisatie van MVO
Ten einde het realiseren van de doelstellingen van de NOM te waarborgen, heeft de organisatie een managementbeheerssysteem ingericht met betrekking tot haar kernprocessen. Omdat de NOM maatschappelijk verantwoord ondernemen definieert als het realiseren van haar basisdoelstellingen, kan ten aanzien van het monitoren van maatschappelijk verantwoord ondernemen gesteund worden op het algemene managementbeheerssysteem van de NOM. Het managementbeheerssysteem van de NOM is ingericht op basis van een risico-analyse, waarvoor wordt verwezen naar paragraaf 2.8. De NOM als ketenpartner De keten waar de NOM onderdeel van uitmaakt, loopt vanaf het MKB waar de NOM inkoopt tot en met het MKB, waarin de NOM investeert, aan adviseert en mee samenwerkt in acquisitie- en innovatieprojecten. De inkopen van de NOM betreffen diensten, leaseauto’s en kantoorartikelen en hebben derhalve een beperkte impact op de maatschappij. De NOM speelt in relatie tot de inkopen geen actieve rol als ketenpartner. De impact van de inkopen hebben beperkte invloed op economische, milieu en sociale aspecten. Uiteraard probeert de NOM bij de inkoop van producten en diensten de principes van duurzaam inkopen maximaal toe te passen. De invloed op de milieuaspecten die de NOM kan meten is opgenomen onder de resultaten. De ketenverantwoordelijkheid van de NOM ligt veel meer in de regio, door investeringen in bedrijven, door samenwerkingsverbanden ten aanzien van acquisitie en ontwikkeling en door contacten in en buiten de regio. De impact van de NOM op de regio heeft op alle drie de aspecten van duurzaamheid betrekking. Hierbij is soms sprake van tegengestelde
85
belangen van belanghebbenden in de regio. Te denken valt aan meerdere stakeholders die graag creatie van werkgelegenheid zien ten opzichte van milieuorganisaties die de milieuaspecten belangrijker vinden. De NOM weegt de belangen van alle stakeholders mee, maar kan niet altijd aan alle belangen tegemoet komen.
Dilemma In het afgelopen jaar heeft de NOM een aantal financieringsaanvragen ontvangen van ondernemingen uit het oogpunt van behoud van werkgelegenheid, waarbij de financiële continuïteit van de onderneming op langere termijn onzeker was, de toegevoegde waarde en stuwende werkgelegenheid onvoldoende helder was of mogelijk sprake was van oneigenlijke concurrentie door staatsteun. Deze financieringsaanvragen hebben de NOM voor een dilemma geplaatst. Vanuit het oogpunt van de arbeidsmarkt waren de financieringsaanvragen logisch, maar niet vanuit economisch perspectief. De gesprekken die daarover gevoerd zijn met stakeholders hebben in deze gevallen tot wederzijds begrip van standpunten geleid, waarbij de verantwoordelijkheid voor de besluitvorming bij de NOM gelaten is. Het is onmogelijk om expliciet namen van bedrijven te noemen, maar zeker een vijftal aanvragen brachten onze financiers in dilemma.
Gezien de beperkte rol als ketenpartner in het geval van inkopen heeft de NOM nog geen MVO-beleid geformuleerd met betrekking tot toeleveranciers. In het inkoopproces zijn geen waarborgen ingebouwd om toeleveranciers met een verhoogd risicoprofiel te identificeren en er is niet vastgesteld hoe te handelen indien toeleveranciers zich niet houden aan interne of externe codes. De NOM neemt haar verantwoordelijkheid als ketenpartner met betrekking tot investeringen in bedrijven en deelname aan acquisitie- en innovatieprojecten voor zover zij zelf invloed heeft op het beleid. Dit betekent dat de NOM keuzes maakt of zij wel of niet investeert in een bedrijf of deelneemt in een project, maar dat zij geen verantwoordelijkheid neemt voor het MVO beleid van de participaties of deelnemers in een project. De NOM stelt hierdoor slechts beperkte voorwaarden aan het MVO beleid van partners bij investeringen en ontwikkelingsprojecten. Indien het de NOM bekend is dat bij potentiële deelnemingen of partners in projecten sprake is van bijvoorbeeld schending van de mensenrechten, omkoping en corruptie, niet naleven van wet- en regelgeving of grote milieurisico’s, heeft dat tot gevolg dat de NOM niet zal investeren of zal samenwerken in een project. De NOM is niet betrokken bij externe controle op ketenbeheer. De rollen en verantwoordelijkheden voor MVO bij de NOM Omdat de NOM het goed uitvoeren van de kerntaken beschouwt als maatschappelijk verantwoord ondernemen, ligt deze verantwoordelijkheid logischerwijs bij managers van de afdelin-
86
gen, ingericht naar de kerntaken, met de eindverantwoordelijkheid bij de directeur. De Raad van Commissarissen vervult een toezichthoudende rol. Voor de bestuursstructuur, de uitvoering van audits en andere monitoringsactiviteiten wordt verwezen naar paragraaf 3.2. De NOM conformeert zich in dit kader aan de Nederlandse Corporate Governance code zoals die in 2009 is herzien door de commissie Frijns. Aansluiting bij GRI De prestatie-indicatoren van de NOM, die zijn overeengekomen met de aandeelhouders/ subsidieverstrekkers, geven inzicht in het maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals de NOM dit ziet. De prestatie-indicatoren geven vooral inzicht in de resultaten in de regio. Om inzicht te geven in de interne resultaten van de NOM wordt voor prestatie-indicatoren aansluiting gezocht bij de indicatoren gedefinieerd door GRI. De resultaten met betrekking tot de externe en interne prestatie indicatoren, worden in paragraaf 6.5 uiteengezet. Ambities en doelstellingen De NOM heeft als doel bij te dragen aan de regionale ontwikkeling. Om dit te kunnen realiseren heeft de NOM als ambitie die diensten aan te bieden die hieraan bijdragen. In 2012 is daartoe een projectplan geschreven om de rol die Noord-Nederland zou moeten spelen in een biobased economy in te kunnen vullen, aangezien de regio denkt dat zij een belangrijke rol kan spelen in duurzaam gebruik van groene grondstoffen en hergebruik van groene resten nevenproducten. Het belangrijkste doel voor de NOM is uit dien hoofde om een verdere verbinding tussen de Chemie en de Agri&Food-sector te realiseren. 6.4 Betrokkenheid belanghebbenden
Tabel 15
Een belangrijke taak van de NOM is het aan elkaar verbinden van onze stakeholders. Onderstaande tabel geeft inzicht in de partijen die als belanghebbenden van de NOM aangemerkt kunnen worden. De selectie van de partijen die als belanghebbenden worden aangemerkt is gemaakt op basis van de relatie die de NOM met deze partijen heeft. Belanghebbenden Verwachtingen
Stakeholder
Contactmomenten
Ondernemingen in de regio
- Bijeenkomsten
- De NOM als financier
- Eén op één afspraken
- De NOM als
stakeholder
kennispartner - De NOM als schakel tussen instellingen
Ambitie NOM
- Financieren stuwende bedrijven - Kennisbank zijn voor ondernemingen - Schakel tussen bedrijven - Schakel tussen de regio en het buitenland
87
Verwachtingen
Stakeholder
Contactmomenten
Aandeelhouder /
- AvA
- Revolverendheid fonds
subsidieverstrekker
- tussentijdse formele
- Aansluiting rijksbeleid
en informele overleggen
stakeholder
- Uitvoering regionaal beleid
- Periodieke
Ambitie NOM - Het fonds in stand houden - Doelen NOM behalen, gemeten in prestatie-indicatoren
verslaglegging Lokale overheden
- Individuele en gezamenlijke overleggen met Gedeputeerden en/of wethouders - Overleggen met ambtenaren
Werknemers
- Bijeenkomsten gehele organisatie - Afdelingsoverleggen
- Financieren van stuwende bedrijven - Uitvoering regionaal beleid - Bedrijven begeleiden bij vestiging in de regio - Gezonde inspirerende werkomgeving - Als NOM, maar zeker
- Financieren stuwende bedrijven - Werkgelegenheid creëren/behouden in de regio - Bedrijven naar de regio halen - Een goede werkgever zijn - Bijdragen aan de
- Bilaterale overleggen
ook als werknemer een
persoonlijke
- Beoordelingscyclus
bijdrage leveren aan
ontwikkeling van
- Overleggen met OR
Noord-Nederland
werknemers
- Directe onderlinge contacten Leveranciers
- Eén op één contacten
- De NOM als klant
- Inkopen voor goede prijs/kwaliteit verhouding
Kennisinstellingen
- Overleggen in het
- Gezamenlijk projecten
kader van ontwikkelen
ontwikkelen en/of
innovatie door
of uitvoeren van
uitvoeren
verbinden van kennis
projecten Niet-Gouvernementele Organisaties
- Realiseren van
- Bijeenkomsten met
en bedrijfsleven - Aandacht voor duur-
- Optimale afweging
belanghebbenden in
zaamheid en andere
van de belangen van
projecten
onderdelen van MVO
verschillende belanghebbenden
Burgers in de regio
- Geen
- Werkgelegenheid
- Creëren en behouden van directe en indirecte werkgelegenheid
Door middel van het jaarverslag legt de NOM verantwoording af over de uitvoering van haar kerntaken. Dit betekent dat verslag wordt gedaan ten aanzien van de verwachtingen van
88
stakeholders in relatie tot de kerntaken. Wanneer de verwachtingen van de stakeholder ten aanzien van de kerntaken wijzigen, komt dit tot uiting in het verslag. Het gewijzigde beleid leidt tot aanpassing van de werkzaamheden van de NOM, zoals uit het directieverslag blijkt en daarmee in de verantwoording. Bij de selectie van de onderwerpen waarover verslag wordt gedaan is in eerste instantie gekeken naar de onderwerpen met een nauwe relatie tussen de verwachtingen van de belanghebbenden en de kerntaken van de NOM. Verslaglegging over deze onderwerpen vindt de NOM het belangrijkst. Deze resultaten raken de keten en hebben derhalve invloed op de afbakening van het verslag. Naar aanleiding van de dialoog met de aandeelhouders is in hoofdstuk 2 uitdrukkelijker aandacht besteed aan het maatschappelijke belang van de ontwikkelprojecten van de NOM. Vanuit het ministerie van Financiën bestaat de behoefte om het duurzaamheidsverslag extern te laten verifiëren. Er zal eerst meer energie worden gestoken in het meetbaar maken van de resultaten, alvorens deze te laten beoordelen door externe deskundigen. De werknemers zijn de belangrijkste belanghebbenden in relatie tot de interne organisatie van de NOM. Bij bepaling van de aspecten uit de door de GRI vastgestelde lijst, zijn de indicatoren met betrekking tot het personeel als meest relevant aangemerkt. 6.5 Resultaten
De duurzaamheidsverslaglegging door de NOM gaat in op de 3 categorieën aspecten die het GRI onderkent, te weten economische, sociale en milieu aspecten. Voor alle drie de aspecten geldt dat de interne organisatie van belang is, maar dat we het grootste effect ten aanzien van duurzaamheid realiseren door de impact op de regio. De nadruk zal bij de resultaten derhalve ook worden gelegd op de externe indicatoren. Economisch Het beleid van de NOM met betrekking tot de economische effecten, is gebaseerd op het nationale Topsectoren beleid en het regionaal economisch beleid zoals bepaald door de provincies. Effecten in de regio De effecten in de regio van het beleid van de NOM kunnen in de volgende tabel worden samengevat. Voor een uitgebreidere toelichting op deze resultaten wordt verwezen naar paragraaf 2.3 tot en met paragraaf 2.6.
Tabel 16
Effecten in de regio Indicator
Realisatie 2011
Doel 2012
Realisatie 2012
IB: investeringen IB: arbeidsplaatsen (incl. behoud en CID) O&I: innovatie impuls (financierbare projecten) F: uitzettingen
€ 769 mln 861 € 35,0 mln € 9,2 mln
€ 200 mln 450 € 15 mln € 10 - 12 mln
€ 124 mln 306 € 4,0 mln € 2,9 mln
89
Eigen economische prestaties Voor de directe economische waarden die de NOM heeft gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten, personeelsvergoedingen, overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden wordt verwezen naar de jaarrekening. De investeringen die de NOM doet, dienen alle de maatschappelijke doelen, die in de missie van de NOM besloten liggen. Significante financiële steun van een overheid De aandeelhouders van de NOM zijn het Ministerie van Economische Zaken en de drie noordelijke Provincies. De aandeelhouders hebben ten behoeve van de financieringsactiviteiten kapitaal ingebracht. Dit moet door middel van de resultaten van de NOM qua koopkracht in stand gehouden worden. Daarnaast ontvangt de NOM jaarlijks een significante exploitatiesubsidie ten behoeve van de uitvoering van de kerntaken investeringsbevordering en ontwikkeling en innovatie. De afbouw van de subsidierelatie door het Ministerie van Economische Zaken is een bedreiging voor de NOM. In het directieverslag worden de effecten hiervan beschreven (paragraaf 2.1) Omdat de NOM een exploitatiesubsidie ontvangt, acht zij het niet verantwoord om donaties te doen. Risico’s en kansen als gevolg van klimaatverandering De NOM ziet vooral kansen voor innovatie als gevolg van de klimaatverandering. De klimaatverandering leidt onder andere tot het ontwikkelen van projecten met betrekking tot offshore wind, biobased economy, smart grids, besturings- en watertechnologie. Voor verdere informatie over de projecten zie paragraaf 2.3 en paragraaf 2.6. Sociaal Ten aanzien van de sociale aspecten van duurzaamheid wordt door de NOM onderscheid gemaakt tussen de impact die de NOM op de regio maakt en de omstandigheden in eigen huis. NOM hecht belang aan de inrichting van de organisatie voor de eigen werknemers, omdat hun welzijn van invloed is op de uitvoering van hun werk. Als de werknemers tevreden zijn, zal dit positieve gevolgen hebben voor de uitvoering van hun werk en betekent dit een grotere impact op de regio. Werkgelegenheid in de regio Door middel van investeringsbevordering creëert en behoudt de NOM arbeidsplaatsen in Noord-Nederland. De doelstelling voor 2012 ten aanzien van behouden en/of gecreëerde arbeidsplaatsen door middel van investeringsbevordering bedraagt 450. Daarnaast is de NOM actief betrokken bij een groot aantal bedrijven in de regio door middel van financieringen en ontwikkelprojecten. Deze financieringen en projecten leiden niet alleen tot instandhouding van werkgelegenheid, maar ook tot groei. De NOM heeft ten aanzien van arbeidsplaatsen bij
90
gefinancierde bedrijven en ontwikkelprojecten geen doelen gesteld. De tabel bevat alleen de directe arbeidsplaatsen. Dat wil zeggen de arbeidsplaatsen bij de bedrijven waar sprake is van een samenwerkingsverband. Het indirecte effect van onze inspanningen kan niet door de NOM worden aangegeven, omdat we niet inzichtelijk kunnen maken welke doorwerking het versterken van de positie van stuwende bedrijven heeft op de omgeving. Tabel 17
Werkgelegenheid uit NOM activiteiten 2012 306 2.205 20
Aantal gecreërde en behouden arbeidsplaatsen door IB Aantal arbeidsplaatsen bij NOM-deelnemingen Aantal arbeidsplaatsen in Ontwikkelprojecten
2011 446 2.974 36
Personeel Het aantal medewerkers bedroeg in 2012 gemiddeld 50 (43,9 FTE), waarvan 32% minder dan 36 uur per week werkte (2011: 36%). Alle medewerkers verrichtten hun werkzaamheden vanuit het kantoor in Groningen. Tabel 18
Personeelsbestand 2012 Gemiddeld aantal medewerkers Gemiddeld aantal fte’s % vrouwen (in fte’s) % indirect (in fte’s)
50 43,9 35% 36%
2011 55 48,5 40% 40%
De NOM streeft naar een beter evenwicht in de verhouding man/vrouw op totaal niveau en in hogere functies. Het totaal aantal vrouwen daalde van 40% naar 35% als gevolg van de uitstroom van personeel. Arbeidsvoorwaarden Met de medewerkers zijn individuele arbeidsovereenkomsten aangegaan. Op alle medewerkers, inclusief de directeur zijn algemene, in overleg met de OR geharmoniseerde, arbeidsvoorwaarden van toepassing. Er is geen sprake van een collectieve arbeidsovereenkomst. De gehanteerde opzegtermijnen zijn overeenkomstig de geldende wetgeving. Bij contracten van bepaalde tijd geldt een opzegtermijn, die conform wetgeving voor de werkgever het dubbele bedraagt van die van de werknemer. De minimale opzegtermijn voor de werkgever bij een vast contract bedraagt bij een arbeidsduur van:
• • • •
Korter dan 5 jaar: 5 -10 jaar: 10 - 15 jaar: Meer dan 15 jaar:
1 maand 2 maanden 3 maanden 4 maanden
91
Deze opzegtermijnen zijn eveneens van toepassing bij beëindiging van arbeidscontracten als gevolg van organisatiewijzigingen. Aan de contractbeëindiging zal een periode van onderling overleg vooraf gaan. Bij belangrijke organisatiewijzigingen heeft de OR adviesrecht. De periode voorafgaand aan het ontslag is niet aan een termijn gebonden. De NOM heeft in 2012 vijfmaal een contract voor onbepaalde duur opgezegd op basis van het reorganisatieplan, waarover de OR positief heeft geadviseerd. Bij de beëindiging is rekening gehouden met de opgestelde sociale regeling en met de wettelijke termijnen. De pensioenverplichtingen van de NOM zijn volledig gedekt door het afsluiten van een verzekering bij Avero/Achmea. Personeelsverloop In totaal traden er 3 nieuwe medewerkers in dienst en hebben 5 medewerkers de NOM verlaten. Tabel 19
Personeelsverloop
Instroom Totaal instroom Uitstroom
Totaal uitstroom
Leeftijdscategorie
Aantal m
Aantal v
20-35 36-45
1 1 2 0 2 0 2 4
1 0 1 0 0 1 0 1
20-35 36-45 46-60 >60
Loopbaanontwikkeling De beoordelingscyclus van de NOM bestaat sinds 2010 uit een ontwikkelgesprek aan het begin van het jaar, een functioneringsgesprek halverwege het jaar en een beoordelingsgesprek aan het einde van het jaar. Deze cyclus is ontwikkeld om bewust te werken aan het ontwikkelen van de competenties die de medewerker nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken. In het ontwikkelgesprek worden afspraken gemaakt over te ontwikkelen competenties, te leveren prestaties en randvoorwaarden hiervoor, zoals begeleiding ‘on the job’ of het volgen van trainingen, cursussen of opleidingen. Het functioneringsgesprek heeft tot doel om halverwege het jaar vast te stellen hoe het gaat en indien nodig bij te sturen. Tot slot wordt de medewerker aan het einde van het jaar beoordeeld. Aan deze beoordeling is de beloning op een voor de medewerker inzichtelijke manier gekoppeld. De beoordelingscyclus is voor alle medewerkers van toepassing. Opleiding en scholing Hoewel een vergelijkbaar aantal werknemers een opleiding hebben gevolgd, zijn de kosten
92
in 2012 lager dan in 2011. Het budget was voor beide jaren 4% van de loonsom. In 2012 werd door 20 medewerkers een opleiding of cursus gevolgd (2011: 21). In 2012 werd, evenals in 2011 geen in house training georganiseerd. Tabel 20
Opleiding- en scholingsuitgaven 2012 57
Uitgaven in € x 1.000
2011 93
2010 86
2009 55
2008 47
De gerealiseerde opleidingskosten bedroegen 1,8% van de loonsom (2011: 2,8%). De opleidingskosten waren in 2012 gemiddeld per medewerker € 1.140 (2011: € 1.690). Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de werknemerscategorieën. De tijdsbesteding aan opleiding en scholing wordt als volgt ingeschat: Tabel 21
Tijdsbesteding opleiding en scholing (in uren) 2011
Externe opleidingen
aantal mw 21
aantal uren 40
2012 totaal 840
aantal mw 20
aantal uren 58
totaal 1.160
Levensfasebewust personeelsbeleid In het kader van het levensfasebewust personeelsbeleid, maakte één medewerker gebruik van de geboden mogelijkheid om in de periode van drie jaar voorafgaand aan het pensioen in deeltijd te gaan werken met behoud van pensioenopbouw. Tabel 22
Ziekteverzuim Het percentage is ten opzichte van het vorig jaar opgelopen. Dit wordt veroorzaakt door langdurig ziekteverzuim. 2009 2010 2011 2012 Ziekteverzuim % 2,6 1,1 2,3 4,0 CBS landelijk gemiddelde * 4,1 4,2 4,2 4,0 * Het gemiddelde van 2012 heeft betrekking op de eerste 3 kwartalen van het jaar Milieu De NOM maakt impact op het gebied van milieu, door innovatieprojecten in relatie tot dit onderwerp te ontwikkelen. Dit meet de NOM middels de indicator innovatieimpuls. De NOM heeft zich voor 2012 een innovatieimpuls van € 15 miljoen ten doel gesteld. De interne milieuaspecten van de NOM zijn beperkt. De NOM heeft zich op dit moment derhalve nog geen doelen gesteld met betrekking tot interne milieuaspecten. In de regio De innovatieprojecten waarin de NOM deelneemt zijn beschreven in paragraaf 2.3 en 2.6.
93
Tabel 23
Intern verbruik Indicatoren
Eenheid
2011
2012
Gebruikte materialen Drukwerk
aantal
pagina’s
160.000
160.000
Papierverbruik
aantal
zwart / wit kopieën
543.500
95.607
aantal
kleuren kopieën
153.889
72.377
gram
zwart
1.840
2.135
gram
kleur
5.520
6.405
Tonerverbruik Energieverbruik Elektriciteit
kWh
173.570
180.797
Gasverbruik
m
3
34.966
30.613
Gereden door wagenpark
km
1.025.113
835.494
CO2 uitstoot wagenpark
kg
165.376
132.891
Milieugevolgen transport
De afgenomen energie betreft grijsstroom, hetgeen betekent dat de stroom niet volledig uit duurzame bronnen wordt onttrokken. De NOM neemt de energie af van een energieleverancier en heeft geen verdere gegevens met betrekking tot de energie van de energieleverancier. Doelgroep Het verslag wordt opgesteld ten behoeve van de belanghebbenden van de NOM, te weten de aandeelhouders/subsidieverstrekkers, lokale overheden, de ondernemingen in de regio, werknemers, leveranciers, kennisinstellingen, niet gouvernementele organisaties en burgers in de regio. Bepalen inhoud De NOM heeft samen met haar aandeelhouders en subsidiegevers de prestatie-indicatoren vastgesteld, waaruit de realisatie van de doelen, die met de kernprocessen moet worden behaald, kan worden afgeleid. Afgesproken is hoe deze indicatoren meetbaar kunnen worden gemaakt. Deze indicatoren komen niet uit de door de GRI vastgestelde lijst. De externe prestatie-indicatoren zijn: • Uitzettingen • Gecreëerde/behouden arbeidsplaatsen • Investeringen in de regio • Innovatie-impuls 6.6 Verslaggevingsbeleid
94
Voor de interne organisatie is aan de hand van de door de GRI vastgestelde lijst van aspecten en daarmee verbonden indicatoren vastgesteld over welke onderwerpen meetbaar en controleerbaar kan worden gerapporteerd door de NOM. Daarvoor hebben de volgende criteria gegolden: relevantie (wel of niet van toepassing), substantie, beïnvloedbaarheid, beschikbaarheid en verifieerbaarheid. De daaruit voortgekomen selectie is door het voltallige Managementteam beoordeeld en vervolgens vastgesteld. In het kader van de dialoog met de stake-
holders is de keuze voorgelegd aan de aandeelhouders en subsidiegevers, die met de keuze konden instemmen. De belangrijkste interne prestatie indicatoren hebben betrekking op het monitoren van het personeelsbeleid. Verslagleggingsperiode Het duurzaamheidsverslag wordt, overeenkomstig het totale jaarverslag, jaarlijks opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Het vorige verslag d.d. 27 april 2012 had betrekking op het kalenderjaar 2011. Voor nadere informatie over het jaarverslag kunt u contact opnemen via
[email protected]. De NOM stelt feedback op het jaarverslag op prijs. Toegepaste standaarden Het duurzaamheidsverslag van de NOM is opgesteld aan de hand van de GRI 3.1 richtlijnen op toepassingsniveau B. Het toepassingsniveau is vastgesteld op basis van eigen beoordeling van het verslag ten opzichte van de criteria behorende bij de GRI-toepassingsniveaus. Het GRI verslaggevingsraamwerk is voor en door bedrijven gemaakt en is daarmee een algemeen aanvaard systeem voor verslaggeving over economische, milieugerelateerde en sociale prestaties van een organisatie. Dit raamwerk is te vinden op de GRI website (www.globalreporting.org). Afbakening Het verslag heeft betrekking op de NOM en haar 100% dochterondernemingen als geheel. Het verslag heeft geen betrekking op de duurzaamheidsaspecten van haar participaties, omdat dit minderheidsbelangen betreffen en de NOM beperkt invloed heeft op hun duurzaamheidsbeleid. Het verslag gaat in op de resultaten in de keten met betrekking tot uitzettingen, arbeidsplaatsen, investeringen en innovatie impuls in de regio, voor zover de NOM heeft bijgedragen aan de realisatie hiervan. Reikwijdte In het verlengde van het doel van de NOM, gaat het verslag vooral in op economische en sociale onderwerpen en indicatoren binnen de organisatie en met betrekking tot Noord-Nederland. Milieugerelateerde onderwerpen komen vooral tot uiting in de innovatie projecten. Het toepassingsniveau is B, hetgeen inhoud dat het verslag tenminste de volgende punten bevat: • Organisatieprofiel • Managementbenadering • Toelichting • Minimaal 20 prestatie indicatoren, waarbij tenminste 1 in elk van de categorieën (economisch, arbeidsomstandigheden, mensenrechten, maatschappij, productverantwoordelijkheid en milieu).
95
De NOM streeft naar het verbeteren van haar verslaggeving, passend bij de aard, risico’s, en kansen van de organisatie. Om deze reden stelt de NOM zich geen doel ten aanzien van het realiseren van een volledig duurzaamheidsverslag. Het Ministerie van Economische Zaken beoordeelt de transparantie over maatschappelijke prestaties van ondernemingen door middel van de transparantiebenchmark. Met het jaarverslag 2012 heeft de NOM 131 van de 200 punten behaald. Vergelijking met voorgaand jaar De toegepaste standaarden en afbakening zijn niet gewijzigd ten opzicht van voorgaand jaar. De reikwijdte is wel gewijzigd. De NOM rapporteert met ingang van 2012 aan de hand van de GRI 3.1 richtlijnen op toepassingsniveau B. Vorig jaar werd gerapporteerd op toepassingsniveau C. Er is geen sprake van herformuleringen van eerder verstrekte informatie Effect wijzigingen in de organisatie De afbouw van de subsidierelatie met het Ministerie van Economische Zaken heeft in 2012 tot inkrimping van het personeelsbestand geleid en brengt bovendien onzekerheden mee voor de toekomstige personele ontwikkelingen binnen de NOM. De inkrimping van het personeelsbestand komt tot uiting in gehanteerde indicatoren. De grootste impact is echter wat deze onzekerheid met onze mensen doet. Dit komt niet tot uiting in indicatoren. Onze mensen zetten zich enerzijds in voor de toekomst van Noord-Nederland en maken zich tegelijkertijd zorgen over de toekomst van de NOM en die van hen zelf. Consolidatiegrondslagen Voor het duurzaamheidsverslag gelden dezelfde consolidatiegrondslagen als voor de jaarrekening. Voor de grondslagen wordt derhalve verwezen naar pagina 41 van het jaarverslag. De gegevens voor het verslag worden centraal verzameld en geconsolideerd. Technieken en Berekeningsgrondslagen De hoogte van de prestatie-indicator uitzettingen wordt bepaald op basis van de feitelijke uitstroom van middelen. De prestatie-indicatoren investeringen en gecreëerde/behouden arbeidsplaatsen in de regio worden bepaald aan de hand van confirmation letters van de betreffende ondernemingen, die onder andere door samenwerking met de NOM in de regio hebben geïnvesteerd en/of arbeidsplaatsen hebben gecreëerd of behouden. Bij de verantwoording van de gecreëerde arbeidsplaatsen wordt uitgegaan van een tijdspanne van 3 jaar. De prestatie-indicator innovatie-impuls geeft inzicht in de totale projectkosten van financierbare projecten en is gebaseerd op projectvoorstellen, subsidiebeschikkingen en/of confirmation letters van betrokken partijen.
96
Schattingen Voor zover sprake is van schattingen door de directie is dit toegelicht bij het geschatte resultaat. GRI tabel Bijlage 2 van het jaarverslag geeft de GRI tabel weer, waarin staat waar in het verslag de standaard onderdelen van de informatievoorziening te vinden zijn. Assurance De accountant keurt de jaarrekening goed en stelt vast of het directieverslag niet in tegenspraak is met de jaarrekening. De maatschappelijke resultaten zijn vooralsnog geen onderdeel van externe verificatie. De NOM heeft zich nog geen doel gesteld om het duurzaamheidsverslag te laten beoordelen door een externe deskundige.
97
98
BIJLAGEN
NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM RSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2 AGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV ARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSL 2 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAG OM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAAR G 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM RSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2 AGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV ARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSL 2 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAG OM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAAR G 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM RSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2 AGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV ARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSL 2 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAG OM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAAR G 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM RSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2 AGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV ARVERSLAG 2012 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSL 2 BIJLAGEN NV NOM JAARVERSLAG 2012 BIJLAG
Bijlage 1 Participaties en leningen Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
100
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
Aantal werknemers
2009
1
&Talent B.V., Groningen Achtergestelde lening
Het aanbieden van producten en diensten voor talentontwikkeling www.entalent.nl
2004
2
ABS Beheer B.V., Veendam Aandelen Achtergestelde lening
Leverancier van hydraulische componenten, productie en revisie van hydraulische cylinders en aggregaten www.abshydro.nl
2007
3
Alu-Bouw Fryslân B.V., Franeker Achtergestelde lening
Productie en verkoop van aluminiumdelen op grote luxe pleziervaartuigen www.alubouwfryslan.nl
2009
4
Anome B.V., Haren Aandelen
Het valoriseren van het octrooi dat gebruikt wordt bij elementen voor bijvoorbeeld dijkaanleg en -verzwaring www.anome.nl
6,0%
1
2009
5
Anome Projects B.V., Haren Aandelen Achtergestelde lening
Het engineeren van, en de handel in elementen die gebruikt worden bij dijkaanleg en -verzwaring. Deze zogenaamde Ground Consolidator elementen worden ingezet bij het uitvoeren van innovatieve projecten in deze sector www.anomeprojects.nl
6,0%
1
2001
6
Antheus Magnesium B.V., Groningen Aandelen
Haalbaarheidsonderzoek naar de ontwikkeling van industriële activiteiten op het gebied van magnesiummetaal www.antheusmagnesium.nl
62,6%
1
2010
7
Applied Polymer Innovations Emmen B.V., Emmen Achtergestelde lening
Onderzoeksinstituut gespecialiseerd in toegepast onderzoek naar polymeren www.api-institute.com
8
44,4%
41
15
15
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
Aantal werknemers
2008
8
AS Pol B.V., Bruntinge Achtergestelde lening
Handelsmaatschappij die zich hoofdzakelijk bezig houdt met import en export van containtersystemen en logistieke oplossingen www.polbv.nl
2009
9
Autotrust Europe B.V., Assen Aandelen Achtergestelde lening
Verstrekker van garanties op gebruikte auto’s www.autotrust.nl
2007
10
Avesis B.V., Groningen Achtergestelde lening
Specialist voor innovatieve systemen op het gebied van beeld-, geluid- en geïntegreerde multimediasystemen voor zakelijk, cultureel, educatief en recreatief gebruik www.avesis.nl
2008
11
Baron-de Boer Beheer B.V., Marum Aandelen Achtergestelde lening
Teelt en verkoop van champignons
35,0%
80
2010
12
Benaulim B.V., Assen Aandelen
Online catalogus waarin verzamelaars en handelaren hun objecten kunnen bijhouden en verhandelen. Veilingplatform voor verzamelobjecten www.catawiki.com
18,0%
23
2004
13
Bioclear Holding B.V., Groningen Achtergestelde lening
Adviesbureau op het gebied van milieu en duurzame bio technologie dat technologisch advies combineert met implementatie en advies www.bioclear.nl
2006
14
BioMethanol Chemie Holding B.V., Farmsum Aandelen Achtergestelde lening
Productie van en handel in biomethanol www.biomcn.eu
2008
15
Bitter & Zoet Veenhuizen B.V., Veenhuizen Achtergestelde lening
Hotel en restaurant www. bitterenzoetveenhuizen.nl
1
30,0%
12
12
35
24,9%
97
28
101
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
2011
16
Bright Vision Entertainment Holding B.V., Leeuwarden Achtergestelde lening
Uitgeven van diverse dvd/blueray titels en series (muziek- en beelddragers) www. brightvisionentertainment.nl
6
2008
17
Caesar Marketing B.V., Groningen Achtergestelde lening
Het aanbieden van online marketing en online concepten www.scheltemeinsma.nl
2
2009
18
Conoship International B.V., Groningen Aandelen
Ingenieursbureau voor scheepsontwerpen en -aanpassingen. Broker voor reders en werven www.conoship.com
2010
19
DairyTuner B.V., Coevorden Achtergestelde lening
Het leveren van meetsystemen t.b.v. het meten en verwerken van data van aan- en afvoer van voer en andere stromen in de dierhouderij www.dairytuner.com
2004
20
Data B. Mailservice Holding B.V., Leek Aandelen
Printen, couverteren en verzenden van mailingen i.c.m. dienst-verlening op het gebied van digitale databewerking en
15,0%
Aantal werknemers
18
2
31,0%
64
-beheer www.datab.nl
102
2008
21
Datacenter Fryslân B.V., Leeuwarden Achtergestelde lening
Datacenter www.dcf.nl
10
2011
22
Drenthe Tours Holding B.V., Assen Achtergestelde lening
(Bemiddeling bij) verhuur van autobussen en touringcars en georganiseerde reizen www.drenthetours.nl
46
2009
23
Dutch Theatre Systems & Services B.V., Groningen Aandelen Achtergestelde lening
Het ontwikkelen, leveren, installeren, inspecteren en onderhouden van machines, constructies en besturingssystemen voor podia en theatertoepassingen www.dts-2.com
45,0%
16
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
2011
24
Dynaplak Adhesive and Starches B.V., Veendam Achtergestelde lening
Ontwikkeling en productie van kleefstoffen en zetmeelderivaten voor industriële toepassingen www.dynaplak.nl
5
2011
25
Eagle Ship Supply B.V., Groningen Achtergestelde lening
Het bevoorraden van schepen en tevens een zeilmakerij www.eagleshipsupply.nl
5
2011
26
Embrace SBS B.V., Groningen Achtergestelde lening
Ontwikkelen en leveren van Social Business Software en het begeleiden van bedrijven die m.b.v. deze software de transitie willen maken naar een eigentijdse vorm van samenwerking www.embracesbs.com
9
1993
27
Emslandermeer B.V., Vlagtwedde Aandelen Lening
Bungalowpark in de zuidoostpunt van Groningen. Beschikt over bungalows die aan het water of bosrand staan en een 9-holes golfbaan www.emslandermeer.nl
2010
28
Energy Developments Holding B.V., Groningen Achtergestelde lening
EnerGQ is een systeem dat in staat is om, op basis van realtime analyse het teveel aan energieverbruik in de bedrijfsvoering te signaleren en te communiceren www.energq.com
5
2007
29
F. Bosma Beheer B.V., Nijehaske Achtergestelde lening
Specialist op het gebied van transport, op- en overslag van gevaarlijke stoffen www.bosma-logistiek.nl
21
2010
30
Focasys B.V., Joure Achtergestelde lening
Het ontwikkelen en produceren van lichtgewicht containers en pallets voor de luchtvaartindustrie
1
2010
31
G.H. Welles Holding B.V., Appelscha Achtergestelde lening
De productie en verkoop van hout en houtproducten www.welleshout.nl
1
33,8%
Aantal werknemers
40
103
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
104
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
Aantal werknemers
2011
32
Geo Plus Holding B.V., Scheemda Aandelen
Bureau voor geodesie, hydrografie en verhuur van surveyschepen (zeebodemonderzoek) www.geoplus.nl
37,5%
33
2005
33
Global Environmental Solutions B.V., Joure Aandelen Achtergestelde lening
Ingenieursbureau en projectrealisatie van biogas- water- en luchtreinigingssystemen www.dirksemilieutechniek.com
25,0%
31
2008
34
Grendel Games V.o.F., Leeuwarden Achtergestelde lening
Ontwikkelstudio voor entertainment en serious games www.grendel-games.com
1989
35
Groningen Airpark Eelde B.V., Eelde Aandelen
Bedrijvenpark
2002
36
2010
9
22,2%
1
GVZ Europark Coevorden-Em- Ontwikkeling en exploitatie lichheim GmbH, Coevorden van het grensoverschrijdend Aandelen bedrijventerrein Europark Coevorden-Emlichheim www.gvz-europark.eu
41,3%
1
37
Harlinger Kalkzandsteenfabriek Holding B.V., Rotterdam Aandelen
Het produceren en verkopen van kalkzandsteen en het ontwikkelen van technologie terzake
4,7%
1
2008
38
Hennepverwerkingsbedrijf Dun Agro B.V., Oude Pekela Aandelen
Verwerking van hennepstro tot natuurvezels en hennephout waarbij gebruik wordt gemaakt van een nieuwe generatie scheidingstechnieken
9,0%
6
2012
39
HomeMade Holding B.V., Roden Aandelen
Ontwikkeling, productie en verkoop van thuisbakmixen www.homemade-bakmixen.nl
25%
18
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Visual relevance
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
2007
40
Inlicence B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening
Innovatief engineeringbureau dat zich onder andere richt op het ontwikkelen van oplossingen op transportgebied. Daarnaast biedt Inlicence B.V. diensten aan voor het implementeren van SAP business one voor het engineering-to-order proces www.inlicence.nl
4
2008
41
Intelligent Lectern Systems B.V., Assen Achtergestelde lening
Ontwikkeling, verkoop en distributie van intelligente lessenaars en bijbehorende software intelligentlecterns.com
6
2005
42
Interwell Holding B.V., Assen Aandelen Achtergestelde lening
Technische dienstverlening op het terrein van aardolie- en gaswinning www.interwell.eu
2009
43
Iwebination Group B.V., Groningen Achtergestelde lening
Het faciliteren van een digitale leeromgeving voor onderwijs en bedrijfsleven www.iwebination.nl
2009
44
Jorritsma Holding B.V., Giethoorn Achtergestelde lening
Franchise organisatie welke advies geeft en begeleidt bij de aanleg en exploitatie van Pitch&Putt Golf vestigingen www.pitch-putt.nl
2009
45
Jouwstraat.nl, Zuidbroek Achtergestelde lening
Het ontwikkelen, in stand houden en exploiteren van een website waarop buren, straat- en wijkgenoten contact met elkaar kunnen leggen en onderhouden www.jouwstraat.nl
2007
46
Kalooga B.V., Groningen Aandelen Achtergestelde lening
Technologieleverancier voor het ontsluiten van databases met afbeeldingen voor nieuws websites en het doorzoeken van internet voor specifieke doeleinden. www.kalooga.nl
45,9%
Aantal werknemers
1
4
10
4
35,5%
14
105
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
106
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
2004
47
Kiadis Pharma B.V., Groningen Een pharmaceutisch productAandelen ontwikkelingsbedrijf met een focus op kanker die een brede productportfolio heeft met producten in verschillende fasen van klinische ontwikkeling. Het hoofdproduct van Kiadis Pharma is in ontwikkeling om het uitvoeren van ‘mismatched’ beenmergtransplantaties mogelijk te maken voor bloedkankerpatiënten www.kiadis.com
2008
48
Kisuma Euro B.V., Veendam Achtergestelde lening
Producent, verwerker, distributeur, exporteur en importeur van industriële chemicaliën www.kisuma.com
82
2010
49
KLS Netherlands B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening
Ontwikkeling, productie en verkoop van medicijn uitleverautomaten www.klsnetherlands.nl
26
2010
50
Km-Engineering / Liquid Filtration Systems V.o.F., Klazienaveen Achtergestelde lening
Ontwikkeling, productie en verkoop van filters en filterapparatuur voor industriële toepassingen www.lfs-kme.com
11
2010
51
KWIC Holding B.V., Zuidbroek Achtergestelde lening
Verbeteren kwaliteit van de zorg m.b.v. ICT, gericht op patiëntveiligheid gecombineerd met sensortechnologie www.kwic.nl
2007
52
Living Foods B.V., Leeuwarden Innovatie en unieke producten Achtergestelde lening op het vlak van nutriënten en teelt- en verbouwmethoden www.livingfoods.nl
1
2012
53
Longbloom B.V., Zuidlaren Achtergestelde lening
9
Ontwikkeling, productie en verhuur van boeketten van gestabiliseerde bloemen www.longbloom.com
% 4,3%
Aantal werknemers 22
2
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
Aantal werknemers
2010
54
LukasDesign B.V., Tynaarlo Achtergestelde lening
Productontwikkeling, productie en vermarkting van een innovatief ophangsysteem www.lukasdesign.nl
2011
55
Metaalbewerkingsbedrijf Knijnenburg B.V., Coevorden Achtergestelde lening
Geavanceerd bedrijf dat (fijn) mechanische producten vervaardigd voor diverse takken van industrie www.kpt-bv.com
2011
56
Metsens B.V., Assen Achtergestelde lening
Eenvoudig en goedkoop energie monitoring systeem voor vastgoedbeheerders, woningcorporaties en het bedrijfsleven, waarmee een ‘slimme meterkast’ wordt gecreëerd www.metsens.nl
2004
57
Miedema Holding B.V., Winsum (FR) Aandelen
Het ontwikkelen, produceren en verkopen van machines gericht op het planten, het transport en het inschuren van aardappels www.miedema.com
40,0%
118
2007
58
Mucosis B.V., Groningen Aandelen Achtergestelde lening
Ontwikkeling van een nieuwe technologie om vaccins mucosaal (via de neus of de mond) toe te dienen www.mucosis.com
22,8%
19
2012
59
MXR V.o.F., Midlaren Achtergestelde lening
Ontwikkeling productie en verkoop van vernieuwde en geavanceerde lijn röntgenaccessoires voor paardendierenartsen; het Podoblock www.mxr.nl
1994
60
Nedmag Industries Mining and Manufacturing Holding B.V., Veendam Aandelen
Productie van dead burned magnesia en andere producten op basis van magnesiumhoudend zout www.nedmag.nl
50,0%
149
2007
61
No Noises Holding B.V., Sneek Aandelen Achtergestelde lening
Producent van akoestische materialen www.cellisolatie.nl
20,0%
1
2
23
8
3
107
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
108
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
Aantal werknemers
2012
62
Nomadis B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening
Ontwikkelen, produceren en verkopen van schaftwagens, specials, polyester aanhangwagens en het fungeren als toeleverancier van polyester halffabricaten www.nomadis.nl
37
2010
63
NovaTrade B.V., Groningen Achtergestelde lening
Inkoop, productie en verkoop van insectenwering www.novatrade.nl
7
2008
64
Orteq Ltd., Londen Aandelen
Ontwikkeling, productie en vermarkting van bioafbreekbaar meniscusmateriaal, dat zowel stevig als poreus is www.orteq.com
4,5%
1
2011
65
Paragon Products Holding B.V., Veendam Aandelen Achtergestelde lening
Productie en verkoop van hondensnacks www.paragondogchews.com
25,0%
29
2011
66
Pipe Proteq B.V., Emmen Achtergestelde lening
Pipe Proteq heeft de Threadprotector ontwikkeld, waarmee de schroefdraad van boorpijpen wordt beschermd tijdens transport en opslag. Met de Threadprotector kan het bevestigen en ontkoppelen sneller en milieuvriendelijker gebeuren pipeproteq.nl
2000
67
Polyganics Holding B.V., Groningen Aandelen
Onderzoek naar en ontwikkelen en vervaardigen van handel in (bio)medische applicaties en (bio)materialen op basis van bioresorbeerbare synthetische polymeren www.polyganics.nl
23,2%
37
1976
68
Prins Holding N.V., Dokkum Aandelen Achtergestelde lening
Beheersmaatschappij
79,2%
1
2
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
Aantal werknemers
2008
69
Professionele Distributiegroep B.V., Leeuwarden Achtergestelde lening
Het ontwikkelen en leveren van computersoftware www.prodist.nl
22
2009
70
Proflex Containermeten B.V., Groningen Achtergestelde lening
Het gasmeten en gasvrij maken van import zeecontainers www.containermeten.nl
3
2010
71
Punt Licenties B.V., Dokkum Achtergestelde lening
Dwaaldetectie- en monitorsysteem op basis van actieve RFID waar tevens verschillende bodysensoren in zijn verwerkt www.repoint.nl
12
2005
72
R&G Beveiliging B.V., Wolvega Achtergestelde lening
Verkopen van elektronische beveiligingsapparatuur en -systemen aan bedrijven en particulieren, alsmede onderhoud daarvan en serviceverlening www.rengbeveiliging.nl
1
2012
73
Refona Holding B.V., Westerbork Achtergestelde lening
Ontwikkelen en leveren van roofmijt als biologische bestrijder van bloedmijt www.refona.nl
4
2009
74
Resato Industries Holding B.V., Roden Aandelen Achtergestelde lening
Ontwikkeling, productie en levering van technische producten, met name waterstraal snijmachines, meet- en regelapparatuur, controle- en testinstallaties www.resato.nl
2007
75
Ritinimara B.V., Zuidlaren Achtergestelde lening
Exploitatie van hotels / restourants www.hethotel.nl
31
2007
76
Rovecom Holding B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening
Rovecom ICT stelt zich ten doel om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de bedrijfsresultaten van haar relaties. Rovecom ondersteunt die relaties met advies, begeleiding en een breed pakket aan automatiseringsdiensten. www.rovecom.nl
51
15,0%
54
109
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
110
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
2008
77
Ryfkogel B.V., Groningen Aandelen
Import van, alsmede groothandel in, huishoudelijke apparaten, speciaal het vermarkten van een compleet exclusief haarconcept www.ryfkogel.nl
2006
78
S. Hoekstra Warten B.V. (h.o. DATC), Grou Achtergestelde lening
Ontwikkeling, productie en verkoop van roestvaststalen producten voor de jacht- en scheepsbouw www.datc.nl
1
2009
79
SenzAir B.V., Groningen Achtergestelde lening
Vervaardiging van producten en hulpmiddelen voor het meten van uitgeademde gassen alsmede het geven van adviezen op dat gebied www.senzair.nl
6
2010
80
Smart Dutch B.V., Groningen Aandelen
Ontwikkeling, productie en verkoop van systemen voor het op afstand uitlezen van meters voor onder meer gas, water en electra www.smartdutch.nl
20,0%
3
2002
81
Smit Sappemeer Beheer B.V., Sappemeer Aandelen Achtergestelde lening
Het kweken, veredelen en verhandelen van sierteeltproducten www.smitkwekerijen.nl
40,3%
258
2006
82
Solenne B.V., Groningen Aandelen
Een chemie-gebaseerd bedrijf, dat zich richt op de ontwikkeling, productie en verkoop van een familie moleculen die hun toepassing vinden als semi conductor in plastic zonnecellen en andere plastic elektronica toepassingen en als antioxidant in huidverzorgingsproducten www.solennebv.com
9,7%
4
2009
83
Stabi Alert B.V., Groningen Achtergestelde lening
Ontwikkelen en vermarkten van hoekmeting en trilllings apparatuur www.stabialert.nl
2,5%
Aantal werknemers 1
8
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
1995
84
Strating Beheer B.V., Oude Pekela Achtergestelde lening
Producent van gebakken strengperssteen in diverse kleurnuanceringen www.strating.nl
23
2009
85
Supermailservice V.o.f., Hoogeveen Achtergestelde lening
Verzorgen van post- en pakketbezorging, aangevuld met optimale dienstverlening tegen een gunstige prijs/ kwaliteit verhouding www.supermailservice.nl
5
2010
86
Syntri B.V., Hoogeveen Achtergestelde lening
Leverancier van MKB-bedrijfssoftware en webapplicaties www.syntri.nl
10
2007
87
TCN SIG Telehousing B.V., Groningen Achtergestelde lening
Datacenters Eemshaven en Zernike www.tcndatahotels.com
10
2010
88
Technologies88 B.V., Haarlem Aandelen
Het onderzoeken, ontwikkelen en produceren van draadloze en draagbare producten met bewegingssensoren www.technologies88.com
2010
89
Terra Leisure Group Holding B.V., Sumar Achtergestelde lening
Ontwikkelen, produceren en vermarkten van lucht- en schuimgevulde producten. www.terraleisuregroup.com
2008
90
Thazza B.V., Haulerwijk Aandelen
Het aanbieden van oplossingen voor de verkrijging van tickets en andere producten en diensten voor mobiele telefoons www.thazza.mobi
45,0%
1
2007
91
Thin Film Factory B.V., Leeuwarden Aandelen
Productie en verkoop van zonnecellen www.agroup-corp.com
21,6%
1
2008
92
Timer B.V., Sneek Aandelen
Het exploiteren van gebruiksmiddelen voor de zorgsector, bekender onder de naam Beeldhorloge www.beeldhorloge.nl
5,0%
4
40,3%
Aantal werknemers
1
7
111
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
112
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Aard van het bedrijf
%
1994
93
Tjaarda Oranjewoud B.V., Oranjewoud Aandelen
4-sterren hotel/restaurant met vergader- en congresfaciliteit www.tjaarda.nl
2007
94
TPI Power B.V., Joure Achtergestelde lening
Begeleiden van grote technische projecten, ombouw en uitbreiding van bestaande centrales www.trilobespower.com
2010
95
Students Media B.V. (h.o. TTA World), Groningen Achtergestelde lening
Aanbieder van tools aan organisaties om tijdig en aansprekend met talentvolle en passende studenten in contact te komen www.tta-world.com
2010
96
Uitgenodigd.nl, Groningen Aandelen
Uitgenodigd.nl biedt consumenten en bedrijven een nieuwe manier van ‘feestelijk’ uitnodigen en koppelt daar een aantal extra services aan www.uitgenodigd.nl
2011
97
VCN B.V., Leek Achtergestelde lening
Het verspanen van soorten staal, roestvast staal, aluminium, koper en messing, gespecialiseerd in complexere delen met nauwe toleranties www.vcnbv.nl
1992
98
Vergnes Holding B.V., Leeuwarden Aandelen
Houdstermaatschappij
2009
99
VIA Drupsteen B.V., Sneek Achtergestelde lening
Ondersteunen van ruimtelijke ontwikkelingsprocessen door middel van visualisaties www.viadrupsteen.nl
20
2010 100 Vleems Holding B.V., Emmen Achtergestelde lening
Exploitatie van een bakkerij en de productie en handel van gemaksvoedingsproducten www.vleemsfood.nl
109
2001 101 Volharding Shipyards Holding B.V., Westerbroek Aandelen Achtergestelde lening
Zeescheepsnieuwbouw (1500 dwt - 20.000 dwt), scheepsassemblage en reparatie www.volharding.nl
39,1%
Aantal werknemers 75
7
15
21,8%
1
35
25,0%
23,4%
1
1
Participaties NOM
NOM Pre Seed Capital
Participaties Venture Kapitaal Fonds III B.V.
Participaties Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen B.V.
Sinds
#
Naam en vestigingsplaats
Participaties B.V. Drentse Participatie Maatschappij
Aard van het bedrijf
%
Aantal werknemers
2010 102 Web-Based Entertainment Media B.V., Groningen Aandelen
De website Songa maakt gebruik van een techniek die het mogelijk maakt om bepaalde onderdelen binnen de webpagina van content te veranderen, terwijl andere delen actief blijven www.songa.nl
23,1%
3
2005 103 Wireless Value Beheer B.V., Emmen Aandelen
Het ontwikkelen en produceren van draadloze sensorsystemen in RF netwerken met centrale data bewerking en ontsluiting op afstand www.wirelessvalue.nl
15,0%
8
2010 104 WorkCity B.V., Sneek Aandelen
Het ontwikkelen, onderhouden en exploiteren van een website op het gebied van werving en selectie www.workcity.nl
30,0%
1
2012 105 WS Kalsbeek B.V., Tynaarlo Aandelen Achtergestelde lening
Dienstverlener op het gebied van water en lucht, onder te verdelen in drie kernactiviteiten: Waterbehandeling, Legionella en VGM (Veiligheid, Gezondheid en Milieu). www.kalsbeek.net
49,1%
51
1992 106 Zernike Seed Fund B.V., Groningen Achtergestelde lening
Deelnemen in, directie voeren over en het financieren van hoogtechnologische ondernemingen
1
2011 107 Zorg Office Nederland B.V., Stadskanaal Achtergestelde lening
ZON heeft kennis van en ervaring met administratieve processen in de zorgsector en wil zorgaanbieders maximaal ondersteunen in deze processen www.zorgofficenederland.nl
5
Het aantal persoonlijke leningen per 31 december 2012 bedraagt: 15
113
Bijlage 2 GRI tabel
Tabel 24
GRI tabel 1 Strategie en analyse
1.1 Verklaring directie /rvc over de rele- H 6.1, p. 82-83 vantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie
V
1.2 Beschrijving belangrijke gevolgen, H 6.2, p. 83-85 risico’s en mogelijkheden
V
2 Organisatieprofiel
H3
2.1 Naam organisatie
(Binnenzijde) voorpagina
V
2.2 Producten en diensten
H 3.1 p. 33 => H 2.3 t/m H2.6, p. 10-29
V
2.3 Operationele structuur
H 3.1, p. 33
V
2.4 Locatie hoofdkantoor
H 3.1, p. 33
V
2.5 Landen waarin actief
De NOM is enkel actief in Nederland en meer specifiek in Noord-Nederland (provincies Groningen, Fryslân en Drenthe). In het kader van investeringsbevordering zijn er intensieve contacten met andere landen zoals China, de VS en Noord-Europa, p. 22-26
V
2.6 Eigendomsstructuur en rechtsvorm
H 3.1, p. 33 (en p. 74)
V
2.7 Afzetmarkten
De NOM richt zich primair voor wat betreft haar dienstverlening op de publieke en private sector in Noord-Nederland (provincies Groningen, Fryslân en Drenthe)
V
2.8 Omvang organisatie
H 3.1, tabel 14, p. 34
V
2.9 Significante organisatorische wijzigingen
H 3.1, p. 34 => H 2.1, p. 8-9
V
2.10 Onderscheidingen
Geen
V
3 Reikwijdte en afbakening verslag
114
H6
H 6.6
3.1 Verslagleggingsperiode
H 6.6, p. 95
V
3.2 Datum voorgaande verslag
H 6.6, p. 95
V
3.3 Verslaggevingscyclus
H 6.6, p. 95
V
3.4 Contactgegevens
Achterkant
V
3.5 Proces bepaling inhoud verslag
H 6.6, p. 95
V
3.6 Afbakening van het jaarverslag
H 6.6, p. 95
V
3.7 Specifieke beperkingen reikwijdte jaarverslag
H 6.6, p. 95
V
3.8 Basis verslaggeving dochters/sa- H 6.6, p. 96 menwerkingsverbanden
V
3.9 Grondslagen, waaronder schattingen en technieken t.a.v. samenstelling indicatoren en overige informatie in het verslag
H 6.6, p. 96; p. 41
V
3.10 Gevolgen herformuleringen
H 6.6, p. 96
V
H 6.6, p. 96 3.11 Significante wijzigingen t.a.v. reikwijdte en afbakening t.o.v. vorige verslagperiodes
V
3.12 GRI tabel
H 6.6, p.97 / bijlage 2, p. 114-116
V
3.13 Beleid en huidige praktijk m.b.t. externe Assurance
H 6.6, p. 97
V
4 Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid 4.1 Bestuursstructuur
H 3.2, p. 34-35
V
4.2 Voorzitter hoogste bestuursorgaan/onafhankelijkheid
H 3.2, p. 34-35
V
4.3 Onafhankelijkheid leden enkelvoudig bestuur
Bijlage 4-5, p.120-122
V
4.4 Mechanismen voor aandeelhouders en personeel
H 3.2. p. 34-35
4.5 Koppeling tussen vergoeding hoogste bestuursorgaan en prestaties onderneming
H 3.2. p. 34-35
V
4.6 Processen waarmee het hoogste H 3.2. p. 34-35 bestuursorgaan waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden
V
4.7 Proces voor het bepalen van de H 3.2. p. 34-35 kwalificaties en expertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam
V
4.8 Intern ontwikkelde missie- of be- H 6.2, p. 83-85 ginselverklaringen, gedragscodes en uitgangspunten die van belang zijn voor de economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
V
4.9 Procedures van het hoogste be- H 6.3, p. 85-87 stuurslichaam voor het overzien van de inventarisatie en het beheer door de organisatie van economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
V
4.10 Processen voor het evalueren van H 6.3, p. 85-87 de eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam, in het bijzonder betreffende economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
V
115
4.11 Toelichting over de toepassing H 6.2, p. 83-85 van het voorzorgsprincipe door de verslaggevende organisatie.
V
4.12 Extern ontwikkelde economische, H 6.2, p. 83-85 milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of andere initiatieven die de organisatie onderschrijft.
V
4.13 Lidmaatschap van verenigingen EURADA, Noorderlink, American (zoals brancheverenigingen) en/of na- Chamber of Commerce, ECSPP, tionale/internationale belangenorgani- AWVN, Biofarmind, NVP saties
V
4.14 Lijst van betrokken belangheb- H 6.4, p. 87-88 benden
V
4.15 Selectie van belanghebbenden
H 6.4, p. 87-89
V
4.16 Benadering van belanghebbenden
H 6.4, p. 87-89
V
4.17 Onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe de organisatie daarop heeft gereageerd
H 6.4, p. 87-89
V
EC1 Economische Waarden die gegenereerd en gedistribueerd zijn
H 6.5, p. 89-90
V
EC2 Risico’s en kansen als gevolg van klimaatverandering
H 6.5, p. 90
V
EC3 Dekking pensioenverplichting
H 6.5, p. 92
V
EC4 Significante financiële steun van een overheid
H 6.5, p. 90
V
EC9 Significante indirecte economische invloed
H 2.2-2.6,p 9-29 H 6.2, p. 82-84
V
LA1 Totale personeelsbestand
H 6.5, p. 91
V
LA2 Personeelsverloop
H 6.5, p. 92
V
LA4 Percentage medewerkers dat onder CAO valt
H 6.5, p. 92
V
V = volledig aan voldaan D = deels aan voldaan Tabel 25
Resultaten Economisch
Arbeidsomstandigheden
116
LA5 Opzegtermijnen
H 6.5, p. 91
V
LA7 Letsel, beroepsziekten, uitvaldagen en verzuimcijfers
H 6.5, p. 93
V
LA10 Gemiddeld aantal uren dat een medewerker besteed aan opleidingen
H 6.5, p. 93
V
LA12 Percentage medewerkers dat wordt H 6.5, p. 92 ingelicht omtrent prestatie- en Loopbaanontwikkeling
V
LA13 Samenstelling van bestuurslicha- H 6.5, p. 91, men en onderverdeling medewerkers per Bijlage 4-5, categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, p. 120-122 het horen tot een bepaalde maatschappelijke minderheid.
V
Mensenrechten HR4 Totaal aantal gevallen van discriminatie binnen de organisatie en getroffen maatregelen
Er zijn geen gevallen van discriminatie gemeld.
D
SO5 Standpunt betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen
De NOM is een uitvoeringsorganisatie van het regionaal economisch beleid van het Ministerie van Economische Zaken en de drie noordelijke provincies. De NOM verstrekt op basis van de uitvoering van haar taken informatie aan de beleidsmakers, maar neemt niet actief deel in de ontwikkeling ervan. Lobbyen behoort niet tot de kerntaken van de NOM.
V
SO6 Totale waarde van financiële en innatura-bijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen per land
Geen
V
SO8 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en -regelgeving
Geen
V
Maatschappij
Productverantwoordelijkheid PR5 Beleid ten aanzien van klanttevreDe NOM houdt één keer in de drie jaar denheid, met inbegrip van resultaten een klanttevreden-heidsonderzoek. van onderzoeken naar klanttevredenheid Het laatste onderzoek heeft in 2010 plaatsgevonden.
D
117
PR9 Monetaire waarde van significante Geen boetes wegens het niet naleven van met- en –regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten.
V
Milieu EN1 Gebruik materialen
H 6.5, p. 94
V
EN3 Direct energieverbruik door primaire H 6.5, p. 94 energiebron
V
EN4 Indirect energieverbruik door primaire bron
H 6.5, p. 94
V
EN17 Andere directe en indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht (CO2 wagenpark)
H 6.5, p. 94
V
EN28 Monetaire waarde van significante boetes en niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet- en -regelgeving
Geen
V
V = volledig aan voldaan D = deels aan voldaan
118
Bijlage 3 Management Benadering
Tabel 26
Management benadering Economisch De NOM heeft als primaire functie het versterken van de economische groei- en innovatiekracht van Noord-Nederland. Namens de aandeelhouders (het Ministerie van Economische Zaken en de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân) heeft de NOM de afgelopen decennia deze taak uitgevoerd. Door in te zetten op financieringen, investeringsbevordering en ontwikkeling en innovatie probeert de NOM haar functie zo effectief mogelijk uit te voeren. Zie ook H 2.1 en H 2.1. Arbeidsomstandigheden De impact die de NOM heeft op arbeidsomstandigheden en werkgelegenheid is met name terug te voeren op de uitvoering van de kernprocessen. Zo is één van de primaire taken van de NOM om arbeidsplaatsen te creëren of behouden in de regio. Zie hiervoor H 2.1 en H 2.2. De interne bedrijfsvoering is terug te vinden in H 6.5. Mensenrechten Als westerse onderneming actief in Noord-Nederland is bij de NOM het onderwerp mensenrechten minder relevant. Activiteiten om discriminatie tegen te gaan zijn wel geïmplementeerd. Zie hiervoor H 6.3 en H 6.5. Maatschappij De impact die de NOM heeft op de maatschappij is met name terug te voeren op de uitvoering van de kernprocessen. Door het uitvoeren van de primaire taken wordt een positieve maatschappelijke impact nagestreefd voor de regio. Zie hiervoor H 2.1 en H 2.2. Productverantwoordelijkheid De NOM heeft als primaire functie het versterken van de economische groei- en innovatiekracht van Noord-Nederland. Namens de aandeelhouders (het Ministerie van Economische Zaken en de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân) heeft de NOM de afgelopen decennia deze taak uitgevoerd. Door in te zetten op financieringen, investeringsbevordering en ontwikkeling en innovatie probeert de NOM haar functie zo effectief mogelijk uit te voeren. De productverantwoordelijkheid van de NOM is met name terug te voeren op de uitvoering van de kernprocessen. Zie hiervoor H 2.1 en H 2.2. Milieu De milieu-impact van de bedrijfsvoering van de NOM is minimaal. De positieve impact die de NOM heeft middels de uitvoering van haar kernprocessen is vele malen groter. Om deze rede is besloten om in te zetten op een aantal duurzame thema’s waaronder ‘biobased economy’. Daarnaast is er ook een aantal maatregelen genomen die gericht zijn op de interne bedrijfsvoering. Zie ook H 6.5.
119
Bijlage 4 Profielschets van de leden van de Raad van Commissarissen per 26 april 2013
Vastgesteld op 18 november 2005 Het publiekprivate werkterrein van de NOM dient tot uitdrukking te komen in de samenstelling van de Raad van Commissarissen. De Raad moet bestaan uit personen die voldoende ervaring en kennis hebben om de kwaliteit van de directie in alle opzichten te kunnen beoordelen. De Raad opereert als team waarbij elk van de leden zich laat leiden door de belangen van de onderneming. De Raad dient te bestaan uit personen met waardering voor disciplines anders dan de hunne. In de Raad dient ten minste expertise en ervaring in de volgende deelterreinen vertegenwoordigd te zijn: • Algemeen management • Financieel-economisch management • Sociaal beleid • Commercie en marketing • De regionale gemeenschap en het regionale bedrijfsleven • De publieke sector op nationaal niveau • De publieke sector op regionaal niveau • Inzicht in de positie van Staatsdeelnemingen • Inzicht in (relevante) juridische aangelegenheden. De samenstelling van de Raad wordt in eerste instantie bepaald op basis van benodigde expertise en ervaring. Daarbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de zetels tussen mannen en vrouwen in de Raad (minimaal 30% van de zetels bezet door mannen en minimaal 30% bezet door vrouwen). Leden per 27 april 2013
120
R.P. Prins (1950)
Voorzitter. Benoemd in 2005 op voordracht van het Ministerie van Economische Zaken Herbenoeming: april 2010 Einde termijn: april 2014 Bestuur/Adviescollege: Voorzitter RvT ROC De Leijgraaf, Lid RvT Rijnstate, Lid RvC Brabant Wonen, Voorzitter RvC BioConnection
Mr. H. Bosma (1943)
Benoemd in 2005 op voordracht van het Ministerie van Economische Zaken Herbenoeming: april 2011 Einde termijn: april 2015 Bestuur/Adviescollege: Lid Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Voorzitter Bestuur Nictiz, President Commissaris PI Investments, Lid RvA Sociale Verze keringsbank
A.M.J. Vogd (1946)
Benoemd in 2006 op aanbeveling van de provincie Groningen. Herbenoeming: april 2011 Einde termijn: april 2015 Functie : Algemeen directeur VESTA Meubelgroep B.V. Bestuur/Adviescollege: Honorair Consul voor de Bondsrepubliek Duitsland in de provincies Groningen en Drenthe, Voorzitter stichting Meubelboulevard Groningen, Voorzitter Vereniging Meubelboulevards Nederland, Voorzitter RvT Topform, Lid instellingsadviesraad Alfa-College , Lid RvT ZINN, Lid RvA Stichting Oude Groninger Kerken, Voorzitter RvA Ondernemersfonds gemeente Groningen
J.E. de Vries (1956)
Benoemd in 2007 op aanbeveling van de provincie Fryslân. Herbenoeming: april 2016 Einde termijn: april 2016 Functie : Directeur Schansborgh Investeringsmaatschappij Bestuur/Adviescollege: Lid RvC Koninklijke Dekker Hout Groep, Lid RvC Oosterhof Holman Infra en Milieu, Voorzitter RvC Itho Daalderop, Lid RvC TBI Holdings.
R. Rabbinge (1946)
Benoemd in 2012 op aanbeveling van de provincie Drenthe. Einde termijn: april 2016 Bestuur/Adviescollege: Plv. voorzitter Commissie voor de Milieu Effect Rapportage, Voorzitter Raad Aard- en Levenswetenschappen KNAW, Emeritus Universiteitshoogleraar Duurzame Ontwikkeling en Voedsel zekerheid en adviseur RvB, Adviseur Samenwerkende Noord Nederlandse provincies voor Agribusiness, Voorzitter Bestuur “Towards Bio Solar Cells”, Lid CvT Samenwerkingsverband Noord Nederland, Lid Stuurgroep Operationeel Programma Noord Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) 2007-2013, Voorzitter Bestuur van Wim Luijkx Innovatiefonds, Lid Stuurgroep Operationeel Programma - Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) 2007-2013 regio Oost-Nederland, Voorzitter Bestuur Carbohydrate Competence Center, Lid Netherlands Academy of Technology and Innovation, Voorzitter Stuurgroep Dutch Biorefinery Cluster, Voorzitter Commissie voor de Veen koloniën. Benoemings- en remuneratiecommissie, Leden: Mr. H. Bosma (voorzitter), R.P. Prins Alle commissarissen hebben de Nederlandse nationaliteit.
121
Bijlage 5 Profielschets van de directie
Drs. S. Jansen (1957)
Mr. G. Buiter (1962)
122
Functie: Herbenoeming: Bestuursfuncties:
Algemeen Directeur (per 1 maart 2007) per 1 maart 2011 Voorzitter RvC Rabobank N.O. Friesland, Voorzitter Stichting Stadsschouwburg de Harmonie, Voorzitter RVT LIMIS, Voorzitter RVT Zienn
Functie: Plaatsvervangend directeur, Manager Financieringen (per 1 september 2009) Bestuursfuncties: Lid Raad van Toezicht Stichting BMD Advies Noord-Nederland Leek, Lid RvC Miedema Holding B.V. Winsum, Voorzitter stichting Assagioli Haren
NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAA SCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM IN STERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ V R NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- E ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-N ERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKEL GSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV OM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSC PPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVEST INGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR ORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN ON WIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDE AND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELING AATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NO INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAP VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERIN EN ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOOR NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIK ELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAN NV NOM INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSMAA SCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV NOM IN STERINGSONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ V N.V. NOMEN Investeringsen Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland Bezoekadres Paterswoldseweg 810, 9728 BM Groningen R NOORD-NEDERLAND NV NOM INVESTERINGS- E Postadres Postbus 424, 9700 AK Groningen ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-N 521 44NOM 44 F (050) 521 44 00 E
[email protected] I www.nom.nl EN ONTWIKKEL ERLANDT (050) NV INVESTERINGSGSMAATSCHAPPIJ VOOR NOORD-NEDERLAND NV