Nummer 1 - 2014
Rondje langs de directies: AFEP In deze knipselkrant vind je drie afleveringen van onze nieuwe rubriek ‘Rondje langs de directies’. Dit is de eerste.
In deze editie
De directie Algemene Financiële en Economische Politiek (AFEP) is een van de vijf beleidsdirecties die onderdeel zijn van het SG-cluster. Het werkterrein van de relatief kleine afdeling met ongeveer twintig economen, strekt zich uit tot elk beleidsterrein van Financiën. 'De combinatie van een groot sociaal-economisch belang en grote budgettaire uitgaven bepalen of iets tot ons werkgebied hoort', vertelt Clement van de Coevering, coördinator bij de directie. Beleidsinitiatieven De medewerkers van de directie AFEP, ook wel de 'denktank van Financiën' genoemd, volgen met een helikopterview nauwlettend de economische en sociale ontwikkelingen. Ze spelen daarop snel in met nieuwe beleidsinitiatieven. Tijdens de beleidsvorming, adviseert AFEP beleidsmakers vanuit een economische expertise. Hierbij wordt veel samengewerkt met andere directies binnen Financiën. Tot slot ondersteunt de directie de bewindspersonen in hun politiek inhoudelijke optreden. 'Als AFEPmedewerker moet je in staat zijn om adviezen van een hoge kwaliteit op zeer korte termijn aan te leveren. Stel dat het CPB de economische groeicijfers voor het derde kwartaal presenteert, dan zorgen wij dat de minister binnen een uur beschikt over een notitie om hierop te kunnen reageren als dat hem wordt gevraagd', licht Clement toe. 'Wij doen alvast het denkwerk voor hem en verzorgen een mening namens het ministerie.'. Miljoenennota Piekmoment voor AFEP is, net als bij veel andere directies, de Miljoenennota. Clement: 'We houden ons intensief bezig met de lastenkant van de begroting en de gevolgen van beleidsmaatregelen voor de koopkracht. Elk jaar ramen we de belastingen'. Ook verzorgen de directiemedewerkers het economische hoofdstuk, de onderbouwing van het beleid. 'Wij geven antwoord op de vraag: hoe gaat dit pakket aan maatregelen het land goed helpen? Dit is de mening van de minister, AFEP schrijft die voor hem.
1 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
Rondje langs de directies: AFEP Personeelsbeleid 50+ Rondje langs de directies: DGBel Alles in één contract Rondje langs de directies: BFB Klaas Knot slaat eerste herdenkingsmunt DNB Toename gebruik vooraf ingevulde belastingaangifte Minister geeft achtste groepers gastles OLM: 'Je bent zo oud als je je voelt' Hans Vijlbrief voorzitter noodfonds EFSF
De nieuwsberichten en achtergrondartikelen in deze knipselkrant zijn verschenen op Rijksportaal Financiën en in het ezine Wij van Financiën. Vragen, opmerkingen, tips? Mail ze naar
[email protected] Postadres: Ministerie van Financiën T.a.v. Directie Communicatie, Redactie Rijksportaal Postbus 20201 2500 EE Den Haag.
Initiëren Een belangrijke kracht van de directie is het initiëren van economische en sociale hervormingen. De medewerkers praten bijvoorbeeld mee over het nieuwe zorgstelsel en de toekomst van sociale zekerheid. Clement: 'Soms doen we een voorstel, maar is de politiek of samenleving er nog niet klaar voor. Zo zijn wij al jaren een van de voorstanders om de woningmarkt aan te pakken. Bij het vorige kabinet werd er voorzichtig gesproken over het gevoelige onderwerp hypotheekrenteaftrek. Verder ging het niet. Gelukkig bij dit kabinet wel.' Vierhoek AFEP is betrokken bij de Vierhoek, een overleg tussen de minister-president en de drie ministers van Financiën, Sociale Zaken & Werkgelegenheid en Economische Zaken. De directie zorgt voor de input van onderwerpen vanuit Financiën. Clement: 'De Vierhoek is een voorbespreking van de ministerraad. Door onze rol hierin blijft AFEP goed geïnformeerd over economische en sociale beleidsonderwerpen die spelen bij deze ministeries. Met andere departementen, zoals Defensie, Justitie & Veiligheid en Binnenlandse Zaken, hebben we minder raakvlakken.' AFEP organiseert ook zogenoemde M- staven voor de minister om hem op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen. Voor deze bijeenkomsten worden sprekers uitgenodigd om hun ervaringen of visie te delen over een bepaald thema. Binnenkort komt bijvoorbeeld de Amerikaanse Sheila Bair (voormalig hoofd van de Federal Deposit Insurance Corporation) praten over haar ondervindingen met het redden en failliet laten gaan van banken. Die ervaringen kunnen waardevol zijn voor de Europese bankenunie, waarin dit gezamenlijk moet worden geregeld. Op de stapel Het heeft een flinke tijd geduurd voordat iets werd gedaan met de plannen voor het hervormen van de woningmarkt. Op de vraag of er nu nog zaken op de stapel liggen waarvan Clement graag zou zien dat ze op een niet al te lange termijn worden opgepakt, antwoordt hij veilig met 'vast wel'. 'Eerst moet het kabinet de huidige kabinetsplannen doorvoeren. In een relatief korte tijd zijn er veel hervormingen, aanzienlijk meer dan afgelopen jaren.' Hij hoopt dat de voorstellen uit de kabinetsplannen zoveel mogelijk in hun huidige vorm worden overgenomen. 'Dit is niet eenvoudig voor een kabinet dat geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Het kan betekenen dat zijn plannen niet of langzamer moeten worden doorgevoerd.'
2 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
Personeelsbeleid 50+ Binnen de beleidsdg’s van Financiën zijn enkele activiteiten in gang gezet om de duurzame inzetbaarheid van 50-plussers een impuls te geven. Personeelsmanagementadviseur Eric Verheijen: ‘Belangrijk is hoe deze groep oudere werknemers hier zelf over denkt.’ De vergrijzing van de beroepsbevolking wordt steeds zichtbaarder in organisaties. Het aandeel jongere werknemers neemt af en die in de leeftijdsgroep van 50 jaar en ouder gestaag toe. Zo ook bij het kerndepartement van Financiën. Eric Verheijen, personeelsmanagementadviseur voor de directoraten-generaal Rijksbegroting en de Generale Thesaurie: ‘We hebben uitgezocht hoe het personeelsbestand bij deze twee beleidsdg’s en DGFZ er momenteel en over tien jaar uitziet. Daarbij zijn we uitgegaan van een minimaal verloop in de leeftijdsgroep van 45 jaar en ouder, gebaseerd op recente uitstroomcijfers. En ook van gelijkblijvende formatieaantallen. Uit het onderzoek komt naar voren dat het aantal 60-plussers bij de drie organisatieonderdelen meer dan verdubbelt en de 50-plussers bij de GT en DGRB met een derde toeneemt. Kortom, het personeelsbestand wordt significant ouder.’ Enquête Op basis van de onderzoekcijfers en tegen de achtergrond van de huidige geringe mobiliteit plus een verhoging van de AOW leeftijd, hebben de drie beleidsdg’s besloten zich meer te richten op een duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers. Oftewel hoe deze groep collega’s op een competente en productieve manier werkzaam kan zijn en blijven. ‘Belangrijk daarbij is hoe zij zelf denken hieraan te kunnen bijdragen’, vervolgt Eric. ‘Daarom hebben we een enquête uitgezet onder de 50plussers bij de drie beleidsdg’s. Dit om activiteiten met draagvlak in gang te kunnen zetten die duurzame inzetbaarheid bevorderen.’ Jarenlange arbeidservaring Uit de enquête blijkt onder meer dat een derde van de deelnemers ervaart dat persoonlijke ontwikkeling
niet (meer) of te weinig aan bod komt in gesprekken met de leidinggevende. ‘De betrokkenheid van managers is wat meer taakgericht, terwijl er bij de oudere werknemers ook behoefte is aan meedenken over bijvoorbeeld ander werk’, licht Eric toe. ‘Om hierop in te spelen hebben vijftien jongere managers een training gevolgd waarin het in gesprek komen met de oudere werknemers centraal stond. De wens meer flexibel te kunnen worden ingezet leeft binnen deze groep bij een aanzienlijk deel. Net als de wens om een opleiding of trainingen te volgen. Waarbij de medewerkers zelf aangeven dat die wel moeten aansluiten op de doelgroep en de jarenlange arbeidservaring.’ Drempels Wat betreft de meer flexibele inzet gaat het in eerste instantie om het met enige regelmaat wisselen van taakpakket of van rol binnen de eigen directie. De medewerker is immers daar in dienst waardoor er geen formele drempels zijn om dit te kunnen regelen. Eric: ‘Daarnaast willen we de degenen begeleiden die openstaan voor een functie bij een andere dg of een ander departement. Een enkeling heeft aangegeven wel te willen overstappen naar het bedrijfsleven, maar dan onder bepaalde garanties. Bijvoorbeeld een proeftijd die je overbrugt met een detachering en terugkeergaranties.’ Een deel van de 50-plussers – medewerkers van 60 jaar en ouder zijn minder enthousiast – voelt wel voor loopbaancoaching. Om zo weer de persoonlijke kwaliteiten, drijfveren en ervaring in kaart te brengen en inzicht te krijgen in de inzetbaarheid. Eventueel buiten het departement. Carrousel Rijksbreed zijn er uitgangspunten geformuleerd voor duurzame inzetbaarheid. De departementen kunnen daaraan zelf een specifieke inkleuring geven. ‘We zijn bij de beleidsdg’s gestart met een kleine groep medewerkers die daadwerkelijk in beweging willen komen’, zegt Eric. ‘Enkelen zijn gedetacheerd en met de Raad van State praten we over een tijdelijke ruil van twee medewerkers. Een andere mogelijkheid is de jaarlijkse carrousel tussen de FEZ-directies van alle ministeries. Medewerkers kunnen zich aanmelden voor een ruil met een collega van een ander departement. Vorig jaar hebben elf collega’s hieraan succesvol deelgenomen.’
3 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
Rondje langs de directies: DGBel DGBel is de stafafdeling van de directeurgeneraal, het Dagelijks Bestuur en het Managementteam van de Belastingdienst en houdt zich vooral bezig met de organisatiestrategie en beleidsontwikkeling. Het cluster Uitvoeringsbeleid, waar tactisch adviseur Serife Güveç werkt, ondersteunt de ambtelijke en politieke leiding bij alle vraagstukken over de dienst. ''Wat betekent dit voor de Belastingdienst?' is voor ons de hamvraag', legt Serife kort uit. Concreet checkt het cluster bijvoorbeeld of kabinetsplannen, beleidsvoornemens en wetsvoorstellen waarmee de Belastingdienst te maken krijgt, ook uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. 'We hebben een aanjagende en coördinerende functie bij uitvoeringstoetsen. Bij een wetsaanpassing controleren we wat de extra uitvoeringskosten zijn of bij een beoogde vereenvoudiging de besparingen voor de Belastingdienst. De resultaten eindigen als uitvoeringsparagraaf in de toelichting bij het wetsvoorstel.' Waarom heeft de Belastingdienst zo’n aparte stafafdeling nodig? 'Dat komt door de grootte. De dienst is met circa 30.000 medewerkers het grootste onderdeel van het ministerie van Financiën.' Intermediair 'We zijn een intermediair tussen de Belastingdienst en de buitenwereld', vervolgt Serife. Het cluster onderhoudt contacten over het takenpakket van de Belastingdienst met andere directies binnen Financiën en met andere departementen. Ook zoekt het cluster de samenwerking op met bijvoorbeeld buitenlandse overheden en internationale organisaties. Serife heeft veel verschillende dossiers op haar bordje, zoals toeslagen maar ook fiscale onderwerpen zoals formeel recht en vennootschapsbelasting. 'Voor een onderwerp als de zorgtoeslag heb ik veel contact met collega's van het ministerie van VWS en standaard één keer per maand een afstemmingsoverleg.' Voorliefde voor cijfers Serife heeft fiscaal recht gestudeerd in Rotterdam. 'Daarin kon ik als echte bèta ook mijn voorliefde voor cijfers kwijt.' Vervolgens ging ze aan de slag bij de afdeling lokale belastingen van het ministerie van BZK. Na vijf jaar was het mooi geweest: 'Het is heel specialistisch werk.' Op het juiste moment kwam een vacature voor 'generalist' bij DGBel voorbij, waar ze nu alweer zeven jaar zit. Het blijft aantrekkelijk vindt ze: 'Het is heel dynamisch en ik vind het mooi hoe we hier werken op het snijvlak van beleid,
wetgeving, uitvoering en politiek. Alles komt hier bij elkaar.' Over de korte lijntjes op de afdeling is ze ook te spreken: 'Ik kan zo binnenlopen bij de DG, waardoor we heel snel kunnen schakelen als dat nodig is.' Toeslagenfraude Het werk is - ook hier - hectisch en ad hoc. Er komen vragen van de media of de staatssecretaris moet Kamervragen beantwoorden. 'Dan zit iedereen meteen in de actiestand.' Als voorbeeld noemt ze het Toeslagendebat van vorig jaar, over de Bulgaarse toeslagenfraude. 'Het was de vrije dag na Hemelvaart, het gebouw was dicht en we zaten hier met het team keihard te werken aan Q&A's en het dossier en Kamerbrieven te schrijven om de staatssecretaris en de Tweede Kamer zo goed mogelijk voor te bereiden.' Door deze hectiek is het wel lastig de balans tussen werk en privé te houden maar voordelen zijn er ook: 'Het schept een band met je collega's.' Serifes drie kleine kinderen (4, 6 en 8) helpen bij het in de gaten houden van die balans. 'Ik regel het zo dat ik vroeg weg kan om ze op te halen bij school. De houding is hier: 'Als je werk maar goed is' en dat bevalt mij prima.'
Alles in één contract Aan het begin van deze eeuw voldeden de gevels, inrichting en installaties van het ministerie van Financiën niet meer aan de geldende eisen en onderging het pand aan het Korte Voorhout 7 een grote metamorfose. De renovatie vond plaats in opdracht van de Rijksgebouwendienst via een publiek-private samenwerking (pps). Daarbij werd gekozen voor een DBFMOcontract. De meest uitgebreide vorm van pps, waarbij de private partijen – verenigd in het consortium Safire – niet alleen het ontwerp (design), de bouw (build) en de financiering (finance) op zich namen, maar voor een periode van 25 jaar ook tekenden
4 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
voor het onderhoud (maintain) en de exploitatie (operate) van het gebouw. Bij een pps verplicht de opdrachtgever zich om voor de contractduur gebruik te maken van het gebouw en de diensten en de daarvoor overeengekomen vergoeding te betalen. De vergoeding is prestatie gerelateerd: er wordt uitsluitend betaald voor daadwerkelijke leveringen en diensten. Naast de gebouw gebonden diensten, zoals onderhoud en schoonmaak, kunnen dat ook organisatie gebonden diensten zijn. Bijvoorbeeld post- en logistieke diensten en catering. Binnen het contract is Financiën als hoofdgebruiker verantwoordelijk voor de behoeftestelling en het consortium Safire voor de invulling van die behoefte binnen de kaders van het contract, inclusief het kwaliteitsmanagement. Erik Jan Snik, specialist publiek private investeringen bij de afdeling Publiek Private Investeringen: ‘Vijftien jaar geleden heeft Financiën pps geïntroduceerd binnen het Rijk en zijn we gestart met enkele projecten, waaronder de renovatie van het pand aan het Korte Voorhout. Inmiddels heeft deze manier van aanbesteden zijn meerwaarde bewezen.’ Consortium Safire ‘Anders dan bij een traditioneel openbare aanbesteding bijvoorbeeld, waarbij de opdrachtgever de eisen voor de uitvoering gedetailleerd vastlegt, krijgen de private partijen bij een pps alle ruimte’, vervolgt Erik Jan. ‘Zij denken mee, worden betaald voor een integraal product en komen hierdoor met efficiënte, innovatieve en daarmee kostenbesparende en vaak kwalitatief betere oplossingen. De ervaring leert dat de projecten op tijd, binnen het budget en overeenkomsti g de prestatieeisen worden opgeleverd. Er is ook een kostenvoordee l geboekt van tussen de tien en vijftien procent.’ ‘Het consortium Safire is voor alle onderdelen van het contract verantwoordelijk’, vult Jeffrey Kwisthout, senior contractmanager bij Financiën, aan. ‘De risico’s worden gelegd bij de partij die ze het beste kan beheersen. In die zin is het gunnen van de klus aan één opdrachtnemer ook kostendrukkend. En je gaat een relatie aan met een partij die al heeft nagedacht over de mogelijkheden om later aanpassingen te kunnen doen. Daarvoor hoef je als opdrachtgever dus niet met een nieuwe partij in zee te gaan.’
Erik Jan: ‘Tot nu toe hebben we ons bij pps logischerwijs gericht op de aanbesteding, het op de markt brengen van projecten en de zorg dat de bouw van panden of aanleg van wegen goed verloopt. Bij enkele van deze projecten is de bouwfase afgerond en doen we nu ervaringen op in de volgende fase: het management van de exploitatie bij een pps. Voor zowel de overheid als de private sector betekent dit uitdagingen.’ Ook bij Financiën, het eerste ppsgebouw, zijn sommige zaken onderschat, aldus Erik Jan. ‘Destijds heeft men daar niet bij stilgestaan simpelweg omdat er nog geen ervaring was met ppspanden. Financiën is dan ook de eerste jaren aan het pionieren geweest om het wiel zelf uit te vinden. Dat is goed gelukt en daarmee zijn we een goede leerschool voor andere DBFMO-contracten. Er wordt dan ook gretig gebruik gemaakt van onze expertise.’ Jeffrey: ‘Zo meten we de kwaliteit van de door het consortium Safire geleverde dienstverlening aan de hand van het gebouwbeheerssystemen en periodieke testen. Ook de medewerkers zijn kwaliteitspijler. Klachten, wensen, informatieverzoeken of storingen kunnen worden gemeld bij het Facilitair Servicepunt. Deze zet deze zogenoemde KWIS-meldingen door naar de voor de desbetreffende dienstverlening verantwoordelijke organisatie. In negentig procent van de gevallen gaat het om diensten die Safire levert. Het is de bedoeling dat het consortium de meldingen gebruikt voor kwaliteitsmanagement. Wij beschouwen het ook als een prikkel, een stimulans, om het beter te gaan doen.’ Samenwerken Van belang is dat we samenwerken. We zijn immers allemaal gebaat bij een optimale kwaliteit van de dienstverlening’, geeft Marriëlle Freeke, hoofd van de eenheid Facilitair, Huisvesting, Inkoop en Financiën van de directie Bedrijfsvoering, aan. ‘Hiervoor hebben we de gebruiker nodig. Zij zijn de voelsprieten van de organisatie. Oproep aan de medewerkers is daarom om ideeën, klachten, informatieverzoe ken of wensen over de dienstverlening te mailen naar het Facilitair Servicepunt. Bellen of even langslopen bij de balie kan natuurlijk ook. Signalen voor verbetering komen op deze manier bij Safire terecht.’ 5 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
Rondje langs de directies: BFB De financieel-economische relaties tussen Nederland en het buitenland behoren tot het werkterrein van de directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen (BFB). Met ongeveer 50 medewerkers, hoofdzakelijk economen en juristen, is dit organisatieonderdeel een van de vijf beleidsdirecties die onder de Generale Thesaurie vallen. Beleidsmedewerker Loes van Driel werkt bij de directieafdeling IEFI (Internationale Economie en Financiële Instellingen), verantwoordelijk voor de contacten met instellingen als het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Investeringsbank, en voor internationaal beleid. Vooruitkijken Eén van de taken van de afdeling is het maken van analyses over internationale financieel-economische ontwikkelingen. 'Wij bereiden onder meer vergaderingen voor de ambtelijke top en de minister voor. Onze analyses dienen als informatievoorzienin g waarin we een bepaalde strategie uitzetten', vertelt Loes. 'We proberen ook vooruit te kijken, en na te denken over toekomstige actuele thema's. Zo hadden we, voordat het onderwerp concreet op de Europese agenda kwam, al analyse gedaan naar een bankenunie. Dit hielp Nederland om hierin een prominente rol te nemen.' 'IEFI houdt de situatie van landen buiten de EU ook in de gaten', vervolgt Loes. 'Zo brengen we de economische en financiële ontwikkelingen in Japan, China en andere belangrijke opkomende economieën in kaart. De minister bezoekt momenteel Azië. Wij zorgen dat hij goed geïnformeerd op reis gaat en weet over welke onderwerpen hij het kan hebben. Strategisch De directie BFB, en in het bijzonder de afdeling EU, draagt verder bij aan gezonde en stabiele monetaire en budgettaire ontwikkelingen binnen de Europese Unie. De afgelopen jaren heeft de directie zich intensief beziggehouden met de aanpak van de crisis. De crisismaatregelen waren in eerste instantie
voornamelijk gericht op het herstel van stabiliteit binnen het eurogebied. Nu de effecten van deze maatregelen zichtbaar beginnen te worden, is er meer ruimte voor vraagstukken van de langere termijn. 'Bij de landenprogramma’s, onderdeel van de crisismaatregelen, onderzoeken we bijvoorbeeld hoe de situatie in landen als Portugal en Griekenland vorm krijgt als de huidige programma's aflopen. Hoe gaat het dan verder? Wat is er dan nog nodig?' licht Loes toe. Exportkrediet De directie BFB, afdeling EKI, verstrekt kredietverzekeri ngen aan het exporterende bedrijfsleven en exportfinanciere nde banken. Het gaat dan om internationale orders waarmee vaak grote bedragen gepaard gaan. Loes: 'Je kunt denken aan de scheepvaart of landaanwinning. Het vergt enorme investeringen om zulke orders te realiseren. Daarnaast kan het land waar naar toe moet worden geëxporteerd risico's met zich meedragen. Wat als het land ontwricht raakt door oorlog of opstand en er niet meer betaald wordt? En is het buitenlandse bedrijf zelf wel kredietwaardig genoeg? Private verzekeringsmaatschappijen dekken de risico's van deze transacties vaak niet, of alleen tegen extreem hoge kosten. In dat geval kan de rijksoverheid inspringen. Wanneer betalingen door overheden uitblijven, kan de rijksoverheid bovendien haar lange adem en politieke invloed inzetten om betalingen terug te vorderen.' Samenwerken Voor de directie BFB heeft de crisis tot meer en betere samenwerking tussen de afdelingen geleid. 'Voor die periode werkten we al goed samen, maar door de crisis hebben we sneller leren schakelen en kijken we verder dan de grenzen van onze afdeling. BFB heeft een interessante dynamiek, omdat er op internationaal niveau zoveel gebeurt. Voor het thema 'bankenunie' werken we momenteel nauw samen met de directie Financiële Markten. Zij nemen het voortouw, wij ondersteunen vanuit de link met andere BFB thema's. Op deze manier gebruiken we elkaars expertise optimaal.' Inhoudelijke lijn Loes is van mening dat de functie van de minister als voorzitter van de Eurogroep het werk van de directie 6 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
BFB uitdagender maakt. 'Vanuit zijn positie is er een sterkere behoefte aan een lijn op verschillende internationale onderwerpen', vertelt ze enthousiast. 'De focus ligt meer op internationale thema's, zoals een bankenunie of Europese beleidscoördinatie. Want hoe pakken we dit gezamenlijk als EU aan? Het is ook van belang daarbij strategisch handig te opereren. Daarnaast vragen de speechschrijvers van Financiën ons om meer input. Je merkt dat minister Dijsselbloem door zijn dubbele functie vaker voor speeches en lezingen wordt gevraagd dan zijn voorgangers.' Volgens Loes heeft Nederland, als relatief klein land, de laatste jaren veel invloed kunnen uitoefenen binnen de EU. 'Daar mogen we best trots op zijn. Dat komt omdat Nederland vooruitkijkt en zich absoluut niet reactief opstelt. Maar ook goede ideeën aandraagt en snel medestanders voor standpunten weet te vinden. En daar willen wij als BFB graag aan bijdragen.'
Klaas Knot slaat eerste herdenkingsmunt DNB Onder toeziend oog van staatssecretaris Eric Wiebes en Muntmeester Maarten Brouwer verrichtte Klaas Knot – president van De Nederlandsche Bank – de Eerste Slag van de nieuwe herdenkingsmunt: het 'De Nederlandsche Bank' Vijfje. De uitgifte van dit muntstuk is onderdeel van de feestelijkheden rondom het 200-jarig bestaan van De Nederlandsche Bank. De ceremonie vond plaats bij de Koninklijke Nederlandse Munt die de munt slaat in opdracht van het ministerie van Financiën. Staatssecretaris Eric Wiebes benadrukt het blijvend belang van munten: 'In tegenstelling tot veel middelen die worden ingehaald door digitale alternatieven, blijft de munt belangrijk. Als betaalmiddel en als vertrouwd Nederlands symbool.'
Lijnenspel De munt is ontworpen door Michael Guilfoyle. De voorzijde laat een silhouetportret van koning WillemAlexander zien op een verfijnd kalligrafiepatroon. Vroeger werd dit als beveiligingskenmerk toegepast op bankbiljetten. De keerzijde toont eenzelfde soort lijnenspel waarin de waardeaanduiding centraal staat. Deze zijde is duidelijk geïnspireerd op een 100-guldenbiljet. De inscriptie '200 Jaar De Nederlandsche Bank’ staat hier langs de buitenzijde. De golflijnen op de achtergrond symboliseren het verstrijken van de tijd. Net als op bankbiljetten is hierin microtekst verwerkt, die uitsluitend met een loep leesbaar is.
uren van 31 maart was het erg druk op de site van de Belastingdienst. Het kon daarom voor komen dat mensen hun aangifte niet konden downloaden of sturen. Mensen die hierdoor hun aangifte pas op 1 of 2 april insturen, ontvangen ook voor 1 juli bericht van de fiscus.
Tastbaar aandenken
Vorig jaar ontvingen ruim 2,4 miljoen mensen vóór 1 juli al direct hun definitieve aanslag. Directeurgeneraal Belastingdienst Peter Veld: 'Ondanks de drukte op de laatste avond is de aangifteperiode goed verlopen. De vooraf ingevulde belastingaangifte is niet meer weg te denken uit de dienstverlening van de Belastingdienst.'
President DNB Klaas Knot: 'Dit is de eerste munt ooit die aan De Nederlandsche Bank is gewijd. Ik prijs mij dan ook gelukkig dat het ministerie van Financiën ons 200-jarig bestaan dit jaar als een uitgelezen gelegenheid heeft gezien om daar een speciale munt voor te laten ontwerpen en slaan. En wat is een mooier tastbaar aandenken dan een munt voor een instelling als de onze: een instelling die toeziet op een veilig en betrouwbaar betalingsverkeer. Het is voor mij dan ook een grote eer om deze eerste munt ter viering van 200 jaar DNB in ontvangst te mogen nemen.' De nieuwe herdenkingsmunten zijn verkrijgbaar via www.herdenkingsmunt.nl en vanaf 31 maart 2014 bij deelnemende PostNL-postkantoren en Primera.
Toename gebruik vooraf ingevulde belastingaangifte Particulieren maakten dit jaar veel meer gebruik van de vooraf ingevulde belastingaangifte (VIA) dan andere jaren. Uit de cijfers van de Belastingdienst blijkt dat het gebruik ten opzichte van 2013 met ruim 20% toenam tot bijna 5,5 miljoen aangiften. In totaal hebben ruim 7,7 miljoen mensen hun aangifte ingestuurd voor 1 april. Vorig jaar bleek al uit onderzoek van de Belastingdienst dat 90% van de gebruikers de VIA als (zeer) positief ervaart. Het jaarlijks stijgende aantal gebruikers bevestigt dat beeld. De laatste 7 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
Minister geeft achtste groepers gastles Minister Dijsselbloem gaf op 13 maart tijdens de Week van het geld een gastles op de Haagse basisschool De Gantel. Hij ging tijdens de les onder meer in op de inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid. De leerlingen uit groep 8 waren enthousiast en stelden veel interessante vragen aan de minister. De Week van het geld is een initiatief van Wijzer in geldzaken. In de projectweek voor het primair onderwijs zijn er in het hele land activiteiten om kinderen van 4 tot en met 12 jaar te leren omgaan met geld. Zo geven medewerkers van de overheid en professionals uit de financiële sector bijna vijfduizend gastlessen. Net als minister Dijsselbloem stonden vijftig collega's van Financiën deze week voor de klas.
OLM: 'Je bent zo oud als je je voelt' Voor De Oudere jongere of de Ervaringsdeskundige die JoFi wat is ontgroeid, bestaat sinds eind vorig jaar OLM. Het netwerk voor de 'rijpere' medewerkers. Oprichter Luc Bool (52): 'Je komt wat meer buiten je normale cirkel en dat kan heel waardevol zijn.' 'Ik liep al langer rond met het idee voor een netwerkvereniging voor collega's van Financiën die al wat verder in hun carrière zijn', vertelt Luc. Hij is initiatiefnemer, samen met collega's Hans Simons, Rita van der Vreede, Jeroen Maas en Eric Verheijen. 'Toen kwam er een enquête langs met de vraag hoe je iets meer kon doen voor 50-plussers en dat zette ons echt aan het denken.' Ervaring gebruiken Na wat brainstorms gaf SG Manon Leijten medio november vorig jaar het startsein voor de eerste bijeenkomst. 'Ze was enthousiast en gaf ons budget.' De opkomst was niet heel hoog - voor de tweede sessie eind februari was meer animo - vanwege de late aankondiging, maar Luc kreeg wel veel enthousiaste reacties. 'Na de bijeenkomst wisten we welke activiteiten de vereniging wil ontplooien en wat factoren zijn voor succes.' Zoals continuïteit: 'Daarom willen we elke laatste donderdag van de maand een bijeenkomst organiseren.' Andere punten: kennisuitwisseling, onderling maar ook met JoFi. Coachen tussen de generaties. Speeddates. 'Dat is het beste van beide werelden: onze ervaring voor een jongere collega die dat goed kan gebruiken.' Buiten je normale netwerk En de soms onverwachte contacten –namelijk niet op basis van werk, maar alleen leeftijd- kunnen ook weer helpen met initiatieven als baanroulatie. ‘Bijvoorbeeld omdat je iemand leert kennen via een soortgelijke netwerkclub bij een ander ministerie. Je komt wat meer buiten je normale cirkel en dat kan heel waardevol zijn.' OLM is nog bezig met een inventarisatie, maar heeft binnenkort een afspraak met Young at Heart van VenJ. Feesten met JoFi 'We hebben alle 50-plussers van Financiën aangeschreven en ongeveer eenderde daarvan heeft interesse.' Leeftijd is niet belangrijk voor Luc. 8 | FinanciënKnipsels nummer 1 - 2014
Lachend: 'Ik ben zo'n oudere jongere die af en toe meeging met JoFi, maar niet veel mensen van mijn leeftijd doen dat. Het is goed om verschillende netwerkverenigingen te hebben, er miste naast JoFi en de Personeelsvereniging gewoon nog eentje voor mensen in mijn levensfase.' Over OLM OLM is de nieuwe netwerkvereniging van Financiën voor de 'rijpere' medewerker. Bijeenkomsten vinden elke laatste donderdag van de maand plaats vanaf 16:00 uur bij de tentoonstellingsruimte achter het AMOR beeld.
Hans Vijlbrief voorzitter noodfonds EFSF Thesauriër-generaal Hans Vijlbrief is gekozen tot voorzitter van de raad van bestuur van het tijdelijke noodfonds voor eurolanden met financiële problemen; het EFSF. Vijlbrief volgt de Luxemburger Georges Heinrich op die voorzitter was sinds 2012. De raad van bestuur van het EFSF –het European Financial Stability Facility- bestaat uit topambtenaren uit alle landen die het fonds hebben gefinancierd. Hans Vijlbrief is betrokken bij het fonds sinds hij thesauriër-generaal werd bij Financiën, in 2011. Financieel vangnet Directeur Klaus Regling is verheugd: 'Ik weet zeker dat wij zullen profiteren van zijn ervaring en zaken die de eurozone aangaan en van zijn kennis van de Europese economie.' Het EFSF werd in 2010 opgericht als financieel vangnet voor eurolanden die zelf met hun staatsleningen niet meer terecht konden op de kapitaalmarkt. Inmiddels heeft het permanente noodfonds ESM die rol overgenomen.