NULMETING WIJK IN BEDRIJF WESTFLANK
ii
Nulmeting Wijk in Bedrijf Westflank
Harry van den Tillaart Erna Bruin Fatih Canak
November 2003
ITS
Stichting Annifer
iv
Inhoud
0 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
1
1 Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.1 Inleiding 1.2 Achtergrond en doel van de Stichting Wijk in Bedrijf Westflank 1.3 De nulmeting: kader en probleemstelling 1.4 Onderzoeksaanpak en onderzoeksopzet
Deel A 2 Schets van de ondernemers en hun bedrijven 2.1 Inleiding 2.2 Schets van de ondernemers 2.3 Schets van de bedrijven 2.4 Zelfstandig ondernemerschap versus groot 3 Ontwikkelingen in bedrijvigheid in de periode 1993-2002 3.1 Inleiding 3.2 Ontwikkeling van het aantal starters en van het totaal aantal bedrijven 3.3 Onderwijskansen van starters 4 Bedrijvigheid naar etniciteit 4.1 Inleiding 4.2 Bepaling van etniciteit 4.3 etniciteit van de zelfstandig ondernemers 4.4 Eerste en tweede generatie allochtone ondernemers 4.5 Aantal autochtone en aantal allochtone bedrijven 4.6 Branche-verdeling 5 Ontwikkelingen in autochtone en in allochtone bedrijven 5.1 Inleiding 5.2 Ontwikkeling van het aantal bedrijven 5.3 Overlevingskansen 5.4 Ontwikkelingen in bedrijvigheid
v
vi
0 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Stichting Wijk in Bedrijf Westflank 1. De missie van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank is om de komende jaren een duurzame bijdrage te leveren aan het wegwerken van de sociaal-economische achterstand in (delen van) de wijken Noordwest, Overvecht en Zuidwest. De stichting werkt resultaatgericht aan de opbouw van de wijkeconomieën, aan de hand van de volgende doelen: . Stimuleren van starters en ondersteunen van bestaand (allochtoon en autochtoon) ondernemerschap. . Verbeteren organisatiegraad van ondernemers en stimuleren van ondernemersnetwerken. . Activeren van betrokken organisaties in de wijkeconomie door middel van het signaleren van knelpunten en het aandragen van oplossingen. 2. In het Bedrijfsplan (Berenschot, 2002) is een eerste uitwerking gemaakt van de product-marktcombinaties van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. Als doelgroepen – markten – zijn benoemd: startende (autochtone en allochtone) ondernemers, bestaande ondernemers, gemeente (bestuurders en ambtenaren) en intermediaire organisaties. Als hoofdproducten zijn benoemd: voorlichting, scholing, advisering, coaching, versterken organisatiegraad/belangenbehartiging, kennisoverdracht, beleidsadvisering en doorverwijzing. In het Bedrijfsplan heeft een eerste uitwerking van deze product-marktcombinaties plaatsgevonden. Hierbij is aangegeven dat een verdere detaillering van deze product-marktcombinaties, alsmede een verder uitwerking in concrete activiteiten en de precieze op maat afstemming op de desbetreffende wijken nog moeten plaatsvinden, mede op basis van de uitkomsten van onderzoek in de vorm van een nulmeting. Onderzoek in de vorm van een nulmeting Doelstelling van de nulmeting 3. De nulmeting heeft een tweeledige doelstelling: a. Het in kaart brengen van de huidige stand én gang van zaken binnen het gebied Wijk in Bedrijf Westflank, opdat over enkele jaren bepaald kan worden welke veranderingen zijn gerealiseerd. 1
b. Het inventariseren van de behoeften en wensen van relevante actoren in het gebied van WiB-Westflank, waarbij het met name om starters en bestaande ondernemers gaat. Analyse gegevens Handelsregister 4. Om de huidige stand én gang van zaken in het gebied van WiB-Westflank in kaart te brengen is een analyse gemaakt van de gegevens die voorhanden zijn in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van Utrecht. In deze analyse stond uiteraard het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank centraal. Om de situatie én de ontwikkelingen in dit gebied goed te kunnen beoordelen zijn deze steeds bekeken tegen de achtergrond van de stand en gang van zaken in de totale gemeente Utrecht. Centrale vragen in de analyse zijn: a. Hoeveel (allochtone en autochtone) bedrijven zijn er op dit moment en hoe heeft dit aantal zich ontwikkeld in de afgelopen 10 jaar? b. Welke verschuivingen doen zich voor in de periode 1993-2002 wat betreft de spreiding van de bedrijven naar etniciteit, branche en (sub)wijk? c. Hoe ontwikkelt zich het aantal starters in de periode 1993-2002 en welke verschillen tekenen zich hierbij af naar etniciteit, branche en (sub)wijk? d. Welke ontwikkelingen doen zich voor in de overlevingskansen van starters? Is op dit punt sprake van een ontwikkeling in positieve richting en, zo ja, is dit een algemene trend of doet zich deze ontwikkeling uitsluitend voor in bepaalde etnische groepen, branches of (sub)wijken? Enquête onder ondernemers, gevolgd door diepte-interviews 5. Daarnaast is nieuw onderzoek uitgevoerd onder de ondernemers in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank. Alle ondernemers in dit gebied hebben een schriftelijke enquête ontvangen. Op deze manier is elke ondernemer de kans geboden om zijn of haar problemen kenbaar te maken en tevens om aan te geven of zij bij het zoeken van oplossingen een ondersteunende rol voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank zien weggelegd. Uiteindelijk zijn de enquêtevragen beantwoord door 292 ondernemers, van wie er 74 van allochtone herkomst zijn. Vervolgens zijn bijna 40 aanvullende diepte-interviews met ondernemers gehouden waarin nauwkeuriger in beeld is gebracht hoe de ondersteunende rol van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank er volgens de ondernemers uit zou kunnen of moeten zien.
2
Uitkomsten van de analyse van het Handelsregister In gemeente Utrecht is sprake van 15.228 economisch actieve bedrijven, waarvan er 2.325 in gebied Wijk in Bedrijf Westflank zitten 6. In de analyse hebben we ons beperkt tot de economisch actieve bedrijven, dus tot de bedrijven die tegen betaling producten en/of diensten leveren aan particulieren of bedrijven. Bedrijven die dit niet doen zoals pensioen bv’s en houdstermaatschappijen zijn, voorzover ze als zodanig herkenbaar zijn, uit de analyse verwijderd. Medio 2003 blijken er in de gemeente Utrecht 15.228 economisch actieve bedrijven te zijn, waarvan er 2.325 in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank zitten. Van de 2.325 bedrijven in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank zit meer dan de helft in de wijken Overvecht en Ondiep. De precieze aantallen bedrijven per subwijk zijn weergegeven in tabel 1.
Tabel 1 – Aantal economisch actieve bedrijven in WiB-Westflank, alsmede het aantal dat meegedaan heeft aan de enquête
WiB-Westflank* 1. Zuilen 2. Pijlsweerd 3. Ondiep 4. Overvecht Dreven 5. Overvecht Bedrijfsgebied 6. Kanaleneiland Zuid 7. Kanaleneiland Noord totaal
Totaal aantal bedrijven
Respons op enquête
aantal
%
aantal
385 303 548 472 290 143 184 2.325
17 13 24 20 12 6 8 100
42 44 64 57 45 ** 33** 285***
% 15 15 22 20 16 12 100
*
Zuilen (= CBS-buurt: 16, 17, 20, 22 en 23) Pijlsweerd (= CBS-buurt: 11 en 12) Ondiep (= CBS-buurt: 13, 14, 15 en 24) Overvecht Dreven (= CBS-buurt: 25 t/m 28 en 30) Overvecht Bedrijvengebied (= CBS-buurt: 32) Kanaleneiland Zuid (= CBS-buurt: 70) Kanaleneiland Noord (= CBS-buurt: 71) ** In Kanaleneiland Noord en Kanaleneiland Zuid hebben tezamen in totaal 33 bedrijven aan de enquête meegedaan. Bij de analyse van de enquêtegegevens is vanwege de geringe aantallen geen onderscheid meer gemaakt tussen Kanaleneiland Noord en Kanaleneiland Zuid. *** Bij 7 van de 292 geënquêteerde ondernemers is de wijk van vestiging niet bekend.
3
Ruim driekwart van de bedrijven is in handen van zelfstandig ondernemers 7. Van de 2.325 bedrijven in het gebied van WiB-Westflank gaat bij 1.627 bedrijven (70%) op dat in het Handelsregister een of meer eigenaren staan geregistreerd. Het gaat hierbij om personen die het bedrijf voor eigen rekening en risico voeren en dus als zelfstandig ondernemer aangemerkt kunnen worden. Bij 193 van de 2.325 bedrijven (8%) wordt een of meer bestuurders vermeld. Het kan hierbij gaan om zelfstandig ondernemers die hun bedrijf de juridische vorm hebben gegeven van een besloten vennootschap waarvan zij zelf (groot)aandeelhouder zijn. Het kan echter ook gaan om personen die als directeur functioneren van besloten vennootschappen waarvan zij zelf geen eigenaar zijn. De bedrijfsnamen van de desbetreffende 193 bedrijven indiceren dat vooral van de eerste situatie sprake is en daarom hebben we deze 193 bedrijven tot de categorie (bedrijven van) zelfstandig ondernemers gerekend. Van de bedrijven in WiB-Westflank is dus 78 procent in handen van zelfstandige ondernemers. Overigens gaat dit ook op voor de totale gemeente Utrecht (zie verder punt 9). Van de zelfstandig ondernemers in WiB-Westflank is 22 procent vrouw 8. Van de 2.325 economisch actieve bedrijven in het gebied van WiB-Westflank worden er dus 1.820 (78%) gerund door zelfstandig ondernemers. Het Handelsregister vermeldt bij deze 1.820 bedrijven in totaal 2.337 ondernemers. Van deze ondernemers is 78 procent man en 22 procent vrouw. De 2.337 ondernemers zijn gemiddeld 41 jaar oud en zij zijn gemiddeld op 35-jarige leeftijd met dit bedrijf gestart. Afwijkingen van totaalbeeld in gemeente Utrecht hebben te maken met etniciteit 9. Van de 15.228 bedrijven in de gemeente Utrecht zijn er 11.945 (78%) in handen van zelfstandig ondernemers. In totaal is in deze 11.945 bedrijven sprake van 15.380 ondernemers. Van hen is 74 procent man en 26 procent vrouw. De gemiddelde leeftijd van de ondernemers is 43 jaar en men is gemiddeld op 37-jarige leeftijd van start gegaan. Het aandeel vrouwelijke ondernemers wijkt in de gemeente Utrecht met 26% niet veel af van het gemiddelde voor heel Nederland (27%). De gemiddelde leeftijd van de ondernemers ligt in Utrecht met 43 jaar wel lager dan voor Nederland in zijn totaliteit (46 jaar). 10. Onder de zelfstandig ondernemers in het gebied van WiB-Westflank bevinden zich dus relatief minder vrouwen (22%) dan voor de gehele gemeente Utrecht opgaat (26%) en verder blijkt de gemiddelde (start)leeftijd hier wat lager te liggen. Deze verschillen worden vooral veroorzaakt doordat het aandeel niet-westers allochtone ondernemers – zie toelichting bij tabel 2 – in het gebied van WiBWestflank met 23 procent duidelijk hoger ligt dan het geval is in de totale gemeen4
te Utrecht (12%). Onder de 542 niet-westers allochtone ondernemers in het gebied van WiB-Westflank bevinden zich overigens 354 (65%) Turken en Marokkanen. Met name in deze twee groepen zitten weinig vrouwen – in beide groepen hebben zij een aandeel van 15 procent – en bovendien starten deze ondernemers op vrij jonge leeftijd: de gemiddelde startleeftijd bij de Turkse ondernemers is 31 jaar en bij de Marokkaanse ondernemers 32 jaar. Bijna een kwart van de 2.325 bedrijven is niet in handen van zelfstandig ondernemers 11. Bij 1.820 van de 2.325 bedrijven in het gebied van WiB-Westflank wordt in het Handelsregister een of meer eigenaren of bestuurders – in dit onderzoek ingedeeld in de categorie: zelfstandig ondernemers - vermeld. Bij de overige 505 bedrijven is dit niet het geval. In 35 van deze 505 bedrijven wordt in het Handelsregister wel een of meer functionarissen genoemd, maar niet iemand in de hoedanigheid van eigenaar of bestuurder. In de andere 470 gevallen staat geen enkele functionaris vermeld. Bij deze 505 bedrijven gaat het vooral om vestigingen van het groot(winkel)bedrijf 12. Deze 505 bedrijven wijken op enkele punten duidelijk af van de 1.820 door zelfstandig ondernemers gerunde bedrijven. Deze 505 bedrijven hebben veel vaker dan de 1.820 zelfstandigen: . de rechtsvorm van een besloten vennootschap (80% versus 16%) . 5 of meer werkzame personen (40% versus 9%) . de vorm van een nevenvestiging of filiaal (60% versus 0%) . een groot- of detailhandelsfunctie (46% versus 24%). Deze opsomming maakt duidelijk dat het bij deze 505 bedrijven voor een belangrijk deel gaat om filialen en vestigingen van het groot(winkel)bedrijf. Loopt men door de lijst met namen van deze 505 bedrijven dan komt men onder andere de volgende namen meer dan eens tegen: Albert Heijn, Aldi-Markt, Bart Smit, Blokker, D-Reizen Vakantie Winkels, Hema, Nationale Nederlanden, Zeeman Textiel Supers, etc. In WiB-Westflank relatief meer allochtone bedrijven en relatief meer winkels, garages en aannemers 13. Het aandeel bedrijven gerund door zelfstandig ondernemers is in het gebied van WiB-Westflank hetzelfde als in de totale gemeente Utrecht, namelijk 78 procent. Binnen de categorie zelfstandige bedrijven zijn er echter verschillen in etniciteit van de bedrijven tussen het gebied van WiB-Westflank en de totale gemeente Utrecht. Het aandeel westers allochtone bedrijven is bijna hetzelfde, maar het aandeel niet-westers allochtone bedrijven is in WiB-Westflank duidelijk groter dan het geval is in de totale gemeente Utrecht. Met name het aandeel Turkse en Ma5
rokkaanse bedrijven is in het gebied van WiB-Westflank duidelijk groter (zie ook tabel 2). 14. Een ander verschil tussen de bedrijven in het gebied van WiB-Westflank in vergelijking met de situatie in de totale gemeente Utrecht is de branchespreiding van de bedrijven. Het aandeel zakelijke dienstverlening is in WiB-Westflank kleiner (29%) dan in de totale gemeente Utrecht (39%). In het gebied van WiB-Westflank zitten daarentegen relatief meer bouwbedrijven (10 versus 7%), garages (5 versus 2%) en detailhandelsbedrijven (20 versus 15%). Tabel 2 – Aantal bedrijven in de gemeente Utrecht en in het gebied van WiBWestflank, naar etniciteit totaal gemeente Utrecht abs A: Niet-westers allochtoon* 1. Turkije 2. Marokko 3. Suriname 4. Ned. Antillen/Aruba 5. overig niet-westers (subtotaal niet-westers allochtoon) B: Westers allochtoon* 6. doelgroepen integratiebeleid 7. Oost Europa 8. Indonesië 9. overig westers (subtotaal westers allochtoon) C: Autochtoon 10. Nederland totaal
%
waarvan in gebied WiB-Westflank abs
%
398 352 255 71 440 (1.516)
3 3 2 1 4 (13)
163 131 65 7 88 (454)
9 7 4 0 5 (25)
170 84 423 751 (1.428)
1 1 4 6 (12)
31 17 36 89 (173)
2 1 2 5 (10)
8.998
75
11.942**
100
1.191 1.818**
66 100
* Deze indeling is conform de standaarddefinitie en standaardindeling van allochtonen van het CBS. Volgens deze definitie worden tot de allochtonen gerekend: . Zij die zelf in het buitenland zijn geboren en van wie ten minste één ouder eveneens in het buitenland is geboren (eerste generatie); . Zij die in Nederland zijn geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren (tweede generatie). Het CBS maakt verder een onderscheid in westers en niet-westers allochtonen. Tot de westerse landen worden in dit verband gerekend alle landen in Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië (met inbegrip van voormalig Nederlands-Indië). De niet-westerse landen bestaan uit Turkije en alle landen in Afrika, LatijnsAmerika en Azië (met uitzondering van Japan en Indonesië). ** Het totaal aantal is kleiner dan 15.228, respectievelijk 2.325 omdat de bedrijfsetniciteit alleen bepaald is voor de bedrijven gerund door zelfstandig ondernemers. De vestigingen van het groot(winkel)bedrijf zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten.
6
Voor de rest wijkt bedrijfsprofiel in WiB-Westflank niet af van totaalbeeld in gemeente Utrecht 15. Zowel in het gebied van WiB-Westflank als in de totale gemeente Utrecht gaat het meestal om: . Bedrijven met de juridische status van een eenmanszaak of een besloten vennootschap (steeds 83 à 84%). . Bedrijven gerund door een zelfstandig ondernemer (steeds 78%). . Bedrijven met hooguit 4 werkzame personen (steeds 73 à 74%). . Hoofdvestigingen (steeds circa 90%). . Bedrijven die in 2000 of eerder gestart zijn (steeds 70 à 75%). Wel verschillen in bedrijfsprofiel tussen subwijken van WiB-Westflank 16. Tussen de subwijken van het gebied van WiB-Westflank bestaan duidelijke verschillen ten aanzien van: . De rechtsvorm van de bedrijven. . Het aandeel bedrijven dat gerund wordt door zelfstandig ondernemers versus het aandeel filialen/vestigingen van het groot(winkel)bedrijf. . De gemiddelde bestaansduur van de huidige bedrijven. . De branchering. . Het aandeel allochtone bedrijven. 17. Vooral de bedrijven in Bedrijvengebied Overvecht vertonen een profiel dat afwijkt van dat in de andere subwijken van WiB-Westflank. In deze subwijk gaat het vaak om wat grotere industriële, auto- of groothandelsbedrijven. Overigens bestaan er ten aanzien van de branchering ook aanzienlijke verschillen tussen de andere subwijken. Zo varieert het aandeel detailhandel van nauwelijks meer dan 10 procent in Zuilen en Pijlsweerd tot ruim 40 in Kanaleneiland Noord. Verder valt op dat 77 procent van de bedrijven in Overvecht Bedrijvengebied de juridische status van een besloten vennootschap heeft, iets wat bij de bedrijven in de andere subwijken veel minder voorkomt. Daar varieert dit namelijk van 32 procent in Kanaleneiland Noord tot 16 procent in Zuilen. Bovendien gaat voor bijna de helft van de bedrijven in Overvecht Bedrijvengebied op dat zij een filiaal of nevenvestiging van een ander bedrijf zijn. In de andere subwijken varieert dit van 35 procent in Kanaleneiland Noord tot 7 procent in Zuilen. Allochtone ondernemers komen in de subwijk Overvecht Bedrijvengebied betrekkelijk weinig voor. Niet-westers allochtone bedrijven hebben hier een aandeel dat nauwelijks groter is dan 10 procent, terwijl dit aandeel in Kanaleneiland Zuid 40 procent bedraagt en in Kanaleneiland Noord zelfs 57 procent.
7
In WiB-Westflank in afgelopen 10 jaar relatief grotere toename van starters dan gemiddeld in de gemeente Utrecht 18. Met starters bedoelen we in dit rapport steeds: nieuwe bedrijven. In 1993 waren er in het gebied van WiB-Westflank 162 starters. In 2002 waren dit er 326. In de periode 1993-2002 is in dit gebied sprake van een trapsgewijze groei van het aantal starters: het aantal starters is steeds ongeveer gelijk aan of groter dan het aantal starters in het jaar daarvoor (zie tabel 3). Tabel 3 – Ontwikkeling van het aantal starters en van het totaal aantal bedrijven in de gemeente Utrecht en in het gebied WiB-Westflank, absolute aantallen totaal gemeente Utrecht
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 index 1993-2002 (1993=100)
waarvan in: WiB-Westflank
zelfstandige starters in WiB-Westflank**
aantal starters
aantal bedrijven
aantal starters
995 1.098 1.174 1.254 1.278 1.278 1.528 1.899 1.740 1.631
8.132 9.034 9.563 10.232 10.885 11.596 12.407 13.575 14.593 15.357*
162 223 224 238 220 217 240 339 335 326
1.265 1.448 1.522 1.622 1.694 1.791 1.876 2.054 2.255 2.395
92 135 104 112 120 126 139 195 169 152
28 45 61 51 49 48 50 83 103 100
201
189
165
357
171
189
aantal aantal aantal nietbedrijven autochtone westerse starters allochtone starters
* Eerder is vermeld dat er op het moment van meting – medio 2003 – in de gemeente Utrecht sprake is van 15.228 bestaande, economisch actieve bedrijven. Het in de tabel voor 2002 genoemde aantal bedrijven ligt met 15.357 wat hoger. Dit komt omdat het aantal van 15.228 gebaseerd is op een momentopname, terwijl de aantallen in tabel 3 gebaseerd zijn op cohortanalyses. Bij deze cohortanalyses worden alle bedrijven meegeteld, ook de bedrijven die in het desbetreffende jaar maar een gedeelte van dat jaar hebben bestaan. Voorbeeld: een bedrijf dat in februari 2002 is gestart en in mei 2002 weer is opgeheven, is in de momentopname van medio 2003 niet meegeteld. In de cohortanalyse is dit bedrijf echter wél meegeteld in het cohort 2002-bedrijven. ** De niet-zelfstandige bedrijven – veelal filialen/vestigingen van het groot(winkel)bedrijf – zijn hier buiten beschouwing gelaten. Vanwege de vrij geringe aantallen starters in deze categorie zijn ook de westers allochtone starters in deze tabel buiten beschouwing gelaten. Dit is de reden dat de cijfers in de 2 laatste kolommen niet optellen tot het totaal van kolom 3 (alle starters in WiB-Westflank).
8
19. In de totale gemeente Utrecht is in de periode 1993-2002 eveneens sprake van een duidelijke toename van het aantal starters, maar deze stijging is naar verhouding kleiner dan het geval is in het gebied van WiB-Westflank. Vooral in de periode 1993-2000 stijgt het aantal starters in de gemeente Utrecht (zie tabel 3). In 2001 en 2002 neemt het aantal starters echter weer af, een bekend verschijnsel bij een neergaande conjunctuur. Relatief grotere starterstoename in gebied WiB-Westflank komt vrijwel volledig op conto van niet-westers allochtone starters 20. In het gebied van WiB-Westflank is het aantal starters in de afgelopen 10 jaar dus sneller gestegen dan gemiddeld in de gemeente Utrecht (zie indexcijfers in tabel 3). De relatief grotere starterstoename in het gebied van WiB-Westflank wordt vrijwel volledig veroorzaakt doordat steeds meer allochtonen en dan met name niet-westers allochtonen de weg naar het ondernemerschap ontdekken. De toename van het aantal autochtone starters in het gebied van WiB-Westflank is namelijk maar weinig groter dan in de rest van de gemeente Utrecht het geval is. Naar verhouding is het aantal niet-westers allochtone starters in het gebied van WiB-Westflank veel sterker gestegen dan in de rest van de gemeente Utrecht. In 1993 was 1 op de 6 starters in WiB-Westflank een niet-westers allochtoon. Vorig jaar – 2002 – ging dit op voor 1 op de 3 starters in het gebied van WiB-Westflank. Ook in de rest van de gemeente Utrecht hebben de niet-westers allochtone starters hun aandeel in de periode 1993-2002 uitgebreid, namelijk van 1 op de 9 starters in 1993 naar 1 op de 7 in 2002. Naar verhouding is deze toename echter beduidend geringer dan die in het gebied van WiB-Westflank. Niet-westers allochtonen laten zich minder remmen door conjunctuur 21. Niet-westers allochtonen laten hun ondernemingszin minder remmen door conjuncturele tegenwind dan autochtonen. Onder de autochtonen in het gebied WiBWestflank neemt het aantal starters in 2001 en 2002 af, terwijl dit bij de nietwesters allochtonen niet of nauwelijks het geval is (zie ook tabel 3). Lagere drempels om te starten spelen ongetwijfeld een rol 22. Waarom nu die extra grote toename van het aantal niet-westers allochtone starters in het gebied van WiB-Westflank? Eén belangrijke oorzaak is ongetwijfeld dat in dit gebied de drempels om te starten lager zijn, vooral omdat hier meer winkel- en bedrijfspanden beschikbaar zijn tegen lagere (huur)prijzen dan gemiddeld in de gemeente Utrecht het geval is. De conjunctuur speelt hierbij mogelijk ook nog in die zin een rol dat allochtone starters de laatste jaren minder concurrentie om de 9
beschikbare vestigingsplaatsen ondervinden, omdat autochtone starters – bij een verslechterende conjunctuur – eerder geneigd zijn hun plannen (voorlopig) op te geven. Ondiep, Overvecht en Zuilen leveren meeste starters, maar in Kanaleneiland Noord en Pijlsweerd is relatieve toename van starters het grootste 23. Met name Ondiep, Overvecht Dreven en Zuilen leveren een groot deel van de starters. Voor elk van de jaren 1993-2002 gaat op dat deze 3 subwijken goed zijn voor circa tweederde deel van de starters in het gebied van WiB-Westflank. Tegelijkertijd gaat echter op dat Kanaleneiland Noord en Pijlsweerd de gebieden zijn waar in relatieve zin het aantal starters in de periode 1993-2002 het sterkste is toegenomen. Sterkere toename van starters in het gebied van WiB-Westflank wordt niet verzilverd in een evenredige groei van het aantal bedrijven 24. Het aantal bedrijven neemt van jaar op jaar toe en dat is zowel het geval in de gemeente Utrecht in zijn totaliteit als in het gebied van WiB-Westflank (zie ook tabel 3). Opmerkelijk is echter dat de toename van het aantal bedrijven in het gebied van WiB-Westflank naar verhouding niet groter is dan in de gehele gemeente Utrecht. Gezien de snellere toename van het aantal starters in het gebied van WiBWestflank zou dit namelijk wél voor de hand liggen. Overlevingskansen van starters in het gebied van WiB-Westflank minder gunstig dan gemiddeld in de gemeente Utrecht 25. Door beschouwing van de jaarlijkse uitval onder starters kan worden vastgesteld in welke mate ondernemers erin slagen om een levensvatbaar bedrijf neer te zetten. Tot uitval rekenen we alleen bedrijfsopheffingen, al dan niet als gevolg van faillissement. Veranderingen van vestigingspunt, etc. worden dus niet tot uitval gerekend. Een eerste conclusie is dat starters in het gebied van WiB-Westflank steeds, dus ongeacht het specifieke jaar dat men bekijkt, een lagere kans hebben om het eerste jaar te overleven dan de starters elders in Utrecht. Van de 162 1993-starters in het gebied van WiB-Westflank slaagt 22 procent er niet in het eerste jaar te overleven, terwijl dit cijfer voor de rest van de gemeente Utrecht 11 procent is. Ook in de jaren daarna is er steeds een verschil in overlevingsfracties tussen de starters in het gebied van WiB-Westflank en de overige Utrecht-starters, waarbij het verschil steeds in het nadeel van WiB-Westflank is
10
Dit geldt zowel voor autochtone als voor allochtone starters 26. De kansen van starters om het eerste jaar te overleven zijn in het gebied van WiBWestflank dus ongunstiger dan gemiddeld opgaat voor de gemeente Utrecht. Dit geldt zowel voor allochtone als voor autochtone starters. Voor beide categorieën geldt dat de kans op overleving bij een start in het gebied van WiB-Westflank kleiner is dan bij een start elders in de gemeente Utrecht. Maar overlevingskansen van niet-westers allochtone starters zijn systematisch kleiner dan die van westers allochtone starters en autochtone starters 27. Tegelijkertijd gaat op dat de kansen van starters om het eerste jaar te overleven bij niet-westers allochtonen kleiner zijn dan bij westers allochtonen en autochtonen (tussen beide laatste groepen bestaan op dit punt nauwelijks verschillen). Dit gaat zowel op voor het gebied van WiB-Westflank als voor de rest van de gemeente Utrecht. Wel zijn binnen het gebied van WiB-Westflank de verschillen in overlevingskansen tussen niet-westers allochtone starters enerzijds en westers allochtone starters en autochtone starters anderzijds vrijwel elk jaar groter dan in de rest van de gemeente Utrecht. Eerder – zie punt 20, 21 en 22 – is aangegeven dat met name niet-westers allochtone starters gebruik maken van de vrij lage startdrempels in dit gebied. Het ligt voor de hand dat de concurrentiedruk hierdoor toeneemt, zeker wanneer de grote starterstoename vooral bestaat uit meer van hetzelfde (kopieergedrag) in plaats van vooral uit nieuwe en goed doordachte bedrijfstypen en bedrijfsconcepten. Het Handelsregister bevat geen informatie over concurrentiedruk. In de telefonische enquête onder ondernemers, die gevestigd zijn in het gebied Wijk in Bedrijf Westflank, hebben we hierover wel informatie verzameld. Zo is aan de desbetreffende ondernemers gevraagd hoeveel bedrijven met een zelfde soort product of dienst er in hun omgeving zitten. Bijna een op de vijf (19%) van de ondervraagde ondernemers geeft te kennen dat het om drie of meer soortgelijke bedrijven gaat, maar dit varieert als volgt: . autochtone ondernemers 14% met 3 of meer concurrenten . Turkse ondernemers 39% . Marokkaanse ondernemers 32% . overig allochtone ondernemers 24% Met name Turkse en Marokkaanse ondernemers hebben dus met (vrij) veel concurrentie in de omgeving te maken. Ook binnen de categorie niet-westers allochtone starters nog verschillen in overlevingskansen 28. Ook binnen de categorie niet-westers allochtonen zijn er echter nog verschillen in overlevingskansen tussen Turkse, Marokkaanse en Surinaamse starters. Surinaam11
se starters slagen er vaker in het eerste jaar te overleven dan Turkse en Marokkaanse starters, Kijken we niet alleen naar het eerste jaar na de start, maar volgen we de starters langer in de tijd dan blijken de Turkse starters op den duur niet onder te doen voor de Surinaamse starters. Op basis van deze uitkomsten kan gesteld worden dat de Surinaamse starters het beste scoren wat betreft overlevingskans en de Marokkaanse het minst goed, terwijl de Turkse starters een tussenpositie innemen. Geen tendens richting verbetering of verslechtering 29. Wat betreft de overlevingskansen van starters doen zich in de periode 1993-2002 wel verschuivingen voor, maar er is geen evidente tendens richting verbetering of verslechtering bespeurbaar. Deze conclusie geldt zowel voor starters in het gebied van WiB-Westflank als voor starters elders in de gemeente Utrecht en eveneens zowel voor autochtone als voor allochtone starters. Samenhang tussen overlevingskans van starters en branchekeuze geldt vooral algemeen 30. De branche waarin men van start gaat, blijkt een rol te spelen bij de overlevingskansen. Met name van de starters in de groothandel valt een relatief groot deel al in het eerste jaar uit. Dit geldt zowel voor het gebied van WiB-Westflank als voor de rest van de gemeente Utrecht. De kansen voor starters om het eerste jaar te overleven zijn relatief gunstig in zowel de zakelijke als de persoonlijke dienstverlening. Ook dit geldt niet alleen voor het gebied van WiB-Westflank, maar eveneens voor de rest van de gemeente Utrecht. Het ligt voor de hand dat hierbij onder andere de aanvangsinvesteringen een rol spelen. In sommige branches zijn bij de start aanzienlijke investeringen in bedrijfspand, voorraad, inventaris, etc. nodig, terwijl men in andere branches ‘van huis uit’ kan starten, terwijl ook anderszins de aanloopkosten (vrij) beperkt gehouden kunnen worden. Perspectief voor starters in vervoersbedrijf en garagebedrijf in gebied WiB-Westflank zeker niet slechter dan elders in gemeente Utrecht 31. De kansen van starters om het eerste jaar te overleven liggen in het gebied van WiB-Westflank systematisch lager dan in de rest van de gemeente Utrecht. Dit patroon herhaalt zich min of meer in de verschillende economische sectoren. Er lijkt echter sprake te zijn van enkele uitzonderingen. Dit gaat op voor de vervoersbranche, maar duidelijker nog voor de branche van de garagebedrijven. Starters in deze branche blijken in het gebied van WiB-Westflank zeker zo vaak het eerste jaar te overleven dan het geval is bij starters in deze branche elders in de gemeente Utrecht. 12
Binnen WiB-Westflank verschillen de overlevingskansen per subwijk en de variatie in etnische achtergrond van de starters vormt een deel van de verklaring 32. De starters uit Bedrijvengebied Overvecht behalen de beste score op het punt van overlevingskansen, gevolgd door de starters uit Zuilen en Pijlsweerd. De meest ongunstige score is van toepassing op Kanaleneiland Zuid. Eerder is vermeld dat de overlevingskansen van niet-westers allochtone starters kleiner zijn dan die van autochtone en westers allochtone starters. Het ligt voor de hand dat dit gegeven een van de verklaringen voor de uiteenlopende overlevingskansen in de subwijken van WiB-Westflank is. Dit speelt inderdaad een rol. Bedrijvengebied Overvecht heeft de meest gunstige score voor overlevingskansen van starters en tevens het kleinste aandeel niet-westers allochtone bedrijven. Kanaleneiland heeft de minst gunstige score en tevens het grootste aandeel niet-westers allochtone bedrijven.
Tabel 4 – Overlevingskansen van starters in de periode 1993-2002 in de diverse subwijken van WiB-Westflank Zuilen
1. Rangorde score overlevingskansen in periode 1993-2002* 2. Etniciteit ondernemers . autochtoon . westers allochtoon . niet-westers allochtoon totaal (abs=100%)
Pijlsweerd
Ondiep
Over- Bedrijfsg Kanalen Kanalen vecht ebied eiland eiland Dreven OverZuid Noord vecht
2
3
4
6
1
7
71% 8% 21% 357
72% 11% 17% 255
67% 8% 25% 448
63% 11% 26% 347
81% 8% 11% 168
45% 15% 40% 124
totaal
5
34% 66% 9% 10% 57% 25% 119 1.818
* Hoe lager de score des te groter de overlevingskansen.
33. Tegelijkertijd komt in de analyse naar voren dat het aandeel niet-westers allochtone bedrijven niet de alles bepalende factor is. Kanaleneiland Noord heeft namelijk een beduidend hoger aandeel niet-westers allochtone bedrijven dan Overvecht Dreven, terwijl de score voor overlevingskansen van starters in Kanaleneiland Noord toch iets gunstiger is dan die in Overvecht Dreven. Alleen kwantitatieve of ook kwalitatieve veranderingen in bedrijvigheid? 34. Eerder is vermeld dat er zowel in het gebied van WiB-Westflank als in de totale gemeente Utrecht in de periode 1993-2002 een forse groei is opgetreden van het
13
aantal bedrijven. Is er nu ook sprake van kwalitatieve veranderingen en zo ja gelden die alleen voor het gebied van WiB-Westflank of ook voor de rest van de gemeente Utrecht? Groeiend aandeel dienstverlening is algemene trend 35. Het is bekend dat de bedrijvigheid en de werkgelegenheid verschuift naar de dienstverlenende sector. Dit gaat ook op in de gemeente Utrecht. De zakelijke en persoonlijke dienstverlening heeft het aandeel in de bedrijvigheid zien stijgen van 37 procent in 1993 naar 52 procent in 2002. In het gebied van WiB-Westflank zijn deze cijfers respectievelijk 27 en 40 procent. Handel – vooral detailhandel – en horeca hebben terrein verloren in deze periode. Trend naar meer allochtone bedrijven sterker in gebied WiB-Westflank 36. Het aandeel niet-westers allochtone bedrijven is in het gebied WiB-Westflank in de periode 1993-2002 bijna verdubbeld. Op dit moment is bijna één op de vijf bedrijven in dit gebied in handen van niet-westers allochtonen. De relatieve toename van niet-westers allochtone bedrijven in de totale gemeente Utrecht is minder groot. Hier gaat op dat één op de tien bedrijven in handen is van een niet-westers allochtoon. Verdeling van bedrijven over (sub)wijken vooral stabiel 37. De verdeling van de bedrijven over de diverse hoofdwijken van de gemeente Utrecht, respectievelijk over de diverse subwijken van het gebied WiB-Westflank verandert in de periode 1993-2002 nauwelijks. Kijken we naar de totale gemeente dan zien we dat Stadscentrum wat terrein verloren heeft, vooral aan Leidsche Rijn en Vleuten/De Meern. Binnen het gebied WiB-Westflank heeft Overvecht Bedrijvengebied wat terrein verloren, vooral ten opzichte van Kanaleneiland Noord. Handelsregister geeft vooral aantallen en in mindere mate verklaringen 38. Het Handelsregister biedt vooral cijfers op grond waarvan ontwikkelingen en de stand van zaken geschetst kunnen worden. Dit levert op zich veel inzicht op. Zo is op basis van deze cijfers het aantal bedrijven in het gebied WiB-Westflank in kaart gebracht, alsmede de ontwikkelingen in het aantal starters en hun overlevingskansen. Bovendien zijn de cijfers voor het gebied van WiB-Westflank steeds geanalyseerd tegen de achtergrond van de cijfers voor de gehele gemeente Utrecht. Zodoende werd duidelijk dat in het gebied van WiB-Westflank in de afgelopen periode van 10 jaar een snellere toename van het aantal starters is opgetreden dan gemiddeld in de gemeente Utrecht. Tegelijkertijd kwam naar voren dat deze grotere 14
startersgroei niet in evenredige mate heeft geleid tot een grotere toename van de bedrijvigheid, vooral omdat de overlevingskansen van starters in het gebied van WiB-Westflank minder gunstig zijn dan gemiddeld in de gemeente Utrecht. Waarom dit zo is wordt echter niet goed duidelijk, al komt in de analyse wel naar voren dat hierbij een rol speelt dat zich in het gebied van WiB-Westflank onder de starters relatief veel niet-westers allochtonen bevinden. En deze categorie starters heeft een geringere overlevingskans dan autochtone starters. Hiermee is echter zeker niet het hele verhaal verteld. In de analyse kwam immers eveneens duidelijk naar voren dat ook de autochtone starters hier – in het gebied van WiB-Westflank – een kleinere overlevingskans hebben dan de autochtonen die elders in de gemeente Utrecht de stap naar het ondernemerschap zetten. Aanbevelingen Op basis van de resultaten van de op het Handelsregisterbestand uitgevoerde analyses kunnen de volgende aanbevelingen geformuleerd worden: a. Een van de doelstellingen van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank is ‘Het stimuleren van starters en ondersteunen van bestaand ondernemerschap’. Een belangrijke conclusie in de uitgevoerde analyses is echter dat er in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank al sprake is van een grote animo om een bedrijf te starten. Het probleem in dit gebied zit dan ook niet zozeer in een gebrek aan starters, maar veel meer in het feit dat vrij veel starters het maar betrekkelijk korte tijd volhouden als ondernemer. Een eerste aanbeveling is dan ook om niet veel energie te steken in het stimuleren van mensen om ondernemer te worden, maar wél veel in het coachen, begeleiden en trainen van pas gestarte ondernemers én personen met ondernemersaspiraties (préstarters) ten einde op deze manier de relatief grote uitval in de beginjaren van het ondernemerschap terug te dringen. b. In de analyse komt naar voren dat in het gebied van WiB-Westflank nietwesters allochtonen een steeds groter deel van de starters vormen. Tegelijkertijd blijkt dat hun overlevingskansen (nog) ongunstiger zijn dan die van autochtone starters. Een tweede aanbeveling is daarom bij het coachen, begeleiden en trainen van starters en personen met ondernemersaspiraties extra aandacht te besteden aan allochtonen. Hoewel er in de analyse geen hard bewijs voor aan te dragen is – het Handelsregister bevat hieromtrent geen informatie – lijkt het erop dat de relatief lage startdrempels in het gebied van WiB-Westflank met name bij de niet-westers allochtone starters nogal eens ten koste gaan van een grondige voorbereiding. Dit vergroot het risico dat de grotere bedrijvigheid vooral bestaat uit meer van hetzelfde, met als gevolg (nog) meer concurrentie en afname van de overlevingskansen. Hier ligt een belangrijk aangrijpingspunt voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank.
15
Uitkomsten enquête onder ondernemers 39. Om meer zicht te krijgen op de problemen waarmee de ondernemers in het gebied van WiB-Westflank worstelen en om te achterhalen op welke punten en op welke manier zij daarbij ondersteund zouden willen worden, hebben we een enquête onder de ondernemers uitgevoerd. In totaal zijn 292 ondernemers uit het gebied WiB-Westflank geënquêteerd. Een belangrijke vraag is uiteraard in hoeverre deze groep van 292 representatief is voor alle ondernemers in het gebied. Voorzover we dit hebben kunnen nagaan lijkt dit in orde. Wat betreft de verdeling over de 7 subwijken vormen de 292 ondernemers een vrij getrouwe afspiegeling van de totale populatie (zie tabel 1). Ook op andere punten zoals de getalsmatige verhouding tussen mannen en vrouwen, eigenaren en niet-eigenaren, de gemiddelde leeftijd en de gemiddelde startleeftijd is er nauwelijks verschil tussen de geënquêteerde groep van 292 ondernemers en de totale ondernemerspopulatie in het gebied van WiB-Westflank. Meerderheid ondernemers vindt dat collectieve belangenbehartiging voor verbetering vatbaar is 40. Tweederde deel van de geënquêteerde ondernemers vindt dat de ondernemers in hun wijk onvoldoende opkomen voor hun gemeenschappelijke belangen. Per subwijk is vrijwel steeds 65 tot 80 procent van de ondernemers deze mening toegedaan. Alleen in Overvecht Bedrijvengebied ligt dit met 47 procent duidelijk lager, maar gaat het altijd nog op voor bijna de helft van de ondernemers. Naar etniciteit bestaan geen grote verschillen: zowel van de autochtone als van de allochtone ondernemers vindt een ruime meerderheid dat de ondernemers in hun wijk onvoldoende voor hun gemeenschappelijke belangen opkomen. 41. Vooralsnog is er ook nauwelijks een basis voor een dergelijke gemeenschappelijke belangenbehartiging. Praktisch de helft van de ondernemers heeft geen contact met collega’s in de wijk. De rest heeft af en toe (33%) of regelmatig (18%) contact met de collega’s. Dit laatste is in Overvecht Dreven en Bedrijfsgebied Overvecht wat vaker het geval dan in de andere subwijken. In de twee genoemde subwijken hebben deze contacten tevens wat vaker plaats in georganiseerd verband dan in de andere subwijken, maar ook hier is dit eerder uitzondering dan regel. Verder gaat op dat voorzover autochtone ondernemers contact hebben deze meestal (74%) beperkt blijven tot andere autochtone ondernemers. De rest heeft vrijwel steeds ook contact met allochtone ondernemers. Van de allochtone ondernemers met contacten heeft 43% vooral contact met allochtone collega’s, 39 procent heeft contact met zowel allochtone als autochtone ondernemers en de rest (18%) heeft vooral contact met autochtone ondernemers. 16
42. Ruim de helft van de ondernemers (53%) geeft aan ideeën te hebben over de manier waarop de stichting Wijk in Bedrijf Westflank de situatie terzake zou kunnen verbeteren, maar dit loopt in de verschillende subwijken nogal uiteen. In Ondiep zegt driekwart van de ondernemers over ideeën te beschikken en in Zuilen gaat dit op voor weinig meer dan eenderde deel. De andere subwijken zitten hier ergens tussenin. Aansluitend op de telefonische enquête zijn met een 40-tal ondernemers aanvullende diepte-interviews gehouden. Vooruitlopend op de uitkomsten van deze gesprekken – zie verderop in deze samenvatting – kunnen we hier overigens al wel melden dat de desbetreffende ondernemers meestal beter in staat waren de problemen helder te schetsen dan concrete oplossingsrichtingen te formuleren. Meest genoemde problemen hebben met externe ontwikkelingen te maken 43. In de enquête is de ondernemers gevraagd wat hun belangrijkste problemen zijn. Zij konden hierbij zelf de problemen noemen die hen het meest hinderen, met een maximum van drie per ondernemer. In totaal noemen 170 van de 292 ondernemers een of meer van dergelijke problemen. In totaal noemen deze 170 ondernemers 286 problemen, als volgt: . veiligheid, criminaliteit, overlast (90 keer genoemd) . teruglopende economie (61 keer genoemd) . verpaupering van de wijk (32 keer genoemd) . parkeerproblemen (26 keer genoemd) . bereikbaarheid bedrijf (19 keer genoemd) . overheidsoptreden (17 keer genoemd) . samenstelling bevolking van wijk c.q. ontwikkelingen hierin (12 keer genoemd) . huisvesting (huurprijs, ruimte) (12 keer genoemd) . problemen ten aanzien van krijgen van goed personeel (12 keer genoemd) . samenstelling winkel-/bedrijvenbestand (5 keer genoemd) 44. Aansluitend op deze open vraag is de ondernemer vervolgens een aantal mogelijke problemen voorgelegd en gevraagd of hij hier (over-)last van ondervindt. Tevens is gevraagd of hij een rol voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank ziet bij het oplossen of verminderen van de problemen. Een en ander leidt tot de volgende conclusies: . Er is een grote mate van overeenkomst tussen de antwoorden op de ‘open’ vraag naar problemen en de ‘voorgestructureerde’ vraag: veiligheid, uitstraling van de wijk en parkeerproblemen vormen de top-3 problemen die de ondernemers in WiB-Westflank in hun wijk ervaren.
17
. Tussen de subwijken zijn er wel accentverschillen. Veiligheid wordt vooral in Kanaleneiland en Overvecht Dreven als verbeterpunt geprioriteerd. Het verbeteren van de uitstraling van de wijk wordt vooral als actiepunt benoemd in Overvecht Dreven en in Ondiep. Parkeerproblemen en bereikbaarheid worden vooral door ondernemers uit Overvecht Bedrijvengebied als actiepunten benoemd. Leegstand van panden wordt betrekkelijk weinig als verbeterpunt geventileerd, maar het meest nog in Zuilen. Afstemming van openingstijden wordt vooral als probleem genoemd door de ondernemers in Kanaleneiland, Overvecht Dreven en Ondiep. . De subwijken waar de ondernemers prioriteit willen geven aan het verbeteren van veiligheid en uitstraling zijn tevens de subwijken waar de overlevingskansen van starters het meest ongunstig zijn. De subwijken waar de ondernemers minder prioriteit aan deze zaken geven, zijn juist de wijken waar de overlevingskansen van starters gunstig zijn. . Een meerderheid van de ondernemers (60%) zou graag zien dat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank actie onderneemt om de geventileerde problemen op te (laten) lossen. Meeste ondernemers zijn zich bewust dat zij zelf rol kunnen en moeten spelen 45. De meeste ondernemers zijn zich bewust dat zij het oplossen van de problemen met betrekking tot veiligheid en uitstraling van de wijk niet volledig kunnen externaliseren, maar dat zij daarbij ook zelf een rol hebben. Een duidelijke meerderheid van zowel de autochtone als de allochtone ondernemers geeft namelijk te kennen dat men binnen de eigen wijk meer zou moeten samenwerken om problemen rond criminaliteit, veiligheid en uitstraling van de wijk effectief aan te pakken. Benodigde samenwerking is echter nog verre van aanwezig 46. Op dit punt moet echter nog veel gebeuren. Nauwelijks meer dan een kwart van de ondernemers is lid van een plaatselijke ondernemersvereniging. Dit gaat zowel op voor autochtone als voor allochtone ondernemers. De mate waarin ondernemers aangesloten zijn bij plaatselijke ondernemingsverenigingen varieert wél sterk per subwijk. In Pijlsweerd is dit cijfer met 7% het laagste en in Overvecht Dreven is het met 48% het hoogste. Plaatselijke ondernemersverenigingen vallen bovendien niet steeds samen met wijkindelingen. In feite blijkt weliswaar iets meer dan eenderde deel van de ondernemers met andere ondernemers samen te werken, maar in amper de helft van deze gevallen heeft deze samenwerking ook of vooral betrekking op wijkniveau.
18
47. Bijna tweederde deel van de ondernemers is van mening dat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank dergelijke samenwerking zou moeten bevorderen en dit varieert van 85% in Kanaleneiland tot 42% in Overvecht Bedrijvengebied. 48. Overigens dient dit meer in te houden dan alleen het werven van nieuwe leden voor ondernemersverenigingen. Van belang is tevens dat de desbetreffende verenigingen voldoende actief zijn en daarbij adequaat opereren. Op de vraag aan de geënquêteerde ondernemers of zij tevreden zijn over de hulp/ondersteuning door ondernemersverenigingen antwoordt bijna tweederde deel dat dit in hun geval niet van toepassing is omdat zij geen beroep op een dergelijke vereniging hebben gedaan. Van de ondernemers die dit wel gedaan hebben zijn er bijna evenveel ontevreden als tevreden over de verkregen hulp/ondersteuning (zie tabel 5). Vooral boekhouder/accountant en Kamer van Koophandel zijn belangrijke aanspreekpunten 49. Op de vraag of de ondernemer een persoon of instantie kan noemen waaraan hij de afgelopen 1 à 2 jaar veel heeft gehad, antwoordt de helft bevestigend. Hierbij worden door de ondernemers vooral hun boekhouder/accountant en de Kamer van Koophandel genoemd. Van de ondernemers heeft 30% geen beroep op de Kamer van Koophandel gedaan. De rest heeft dit wel gedaan en meestal is men tevreden over de ondersteuning die men van die kant gehad heeft. Dit geldt overigens in beduidend sterkere mate voor autochtone dan voor Turkse en Marokkaanse ondernemers. Voor zoverre deze allochtone ondernemers een beroep hebben gedaan op de Kamer van Koophandel – circa tweederde deel heeft dit gedaan – zijn de meningen verdeeld over de mate adequaatheid van de verkregen ondersteuning. Ook voor de hulp/ondersteuning door de gemeente zijn de Turkse en Marokkaanse ondernemers veel vaker niet dan wel tevreden. Tegenover elke ondernemer die tevreden is staan er bij de Turken twee en bij de Marokkanen zelfs drie die niet tevreden zijn over de dienstverlening door de gemeente.
19
Tabel 5 – Tevredenheid ondernemers over hulp/ondersteuning door respectievelijk Kamer van Koophandel, Gemeente Utrecht en ondernemersvereniging, naar subwijk Zuilen
Pijls- Ondiep Over- Bedrijfs Kanaweerd vecht gebied lenDreven Over- eiland vecht
totaal
% ondernemers dat tevreden is over hulp/ondersteuning van: a. Kamer van Koophandel . tevreden . niet tevreden . n.v.t. totaal (abs = 100%)
49 22 30 (37)
65 21 14 (43)
48 21 31 (62)
51 9 40 (55)
51 16 33 (45)
55 19 26 (31)
53 17 30 (273)
b. Gemeente . tevreden . niet tevreden . n.v.t. totaal (abs = 100%)
22 31 47 (36)
21 35 44 (43)
21 39 40 (62)
30 30 41 (54)
20 36 44 (45)
31 34 34 (32)
24 34 42 (272)
c. Ondernemersvereniging . tevreden . niet tevreden . n.v.t. totaal (abs = 100%)
8 16 76 (38)
10 10 81 (42)
23 18 59 (61)
20 22 58 (55)
27 22 51 (45)
39 16 45 (31)
21 18 62 (272)
Bij Turkse en Marokkaanse ondernemers méér informatielacunes 50. Tijdens de enquête is de ondernemers een aantal zaken voorgelegd waarbij steeds de vraag is gesteld of zij hierover meer informatie zouden willen krijgen. In de analyse komt naar voren dat hierbij zowel de subwijk van vestiging als de etniciteit van de ondernemer een rol speelt. De etniciteit van de ondernemers is hierbij echter veel bepalender dan de subwijk waarin ze gevestigd zijn. Met name bij de Turkse en de Marokkaanse ondernemers blijkt een brede vraag naar informatie te bestaan (zie ook tabel 6).
20
Tabel 6 – Informatiebehoefte naar etniciteit van de ondernemer
% ondernemers dat meer informatie zou willen over: . ruimtelijke ordening/bestemmingsplan . afnemersmarkt/klanten . samenwerking . promotie/reclame . belastingen . bedrijfshuisvesting . sociale zekerheid . vergunningen . administratie . inkoop/leveranciers . gebruik computer . personeelsbeleid . internationale contacten . overige
autochtoon
Turk
Marokkaan
overig totaal allochtoon (N=21) (N=292)
(N=218)
(N=33)
(N=20)
35
42
35
52
37
32 29 28 25 23 20 22 15 11 8 11 11 6
45 42 48 52 52 58 39 58 58 55 39 42 15
70 30 40 45 25 50 45 45 50 55 35 35 0
29 43 24 33 38 24 29 14 29 10 24 24 5
36 32 31 30 28 26 26 22 21 17 17 17 6
In Ondiep en Overvecht Dreven willen ondernemers informatie over bestemmingsplan 51. Bekijkt men de informatiebehoefte van de ondernemers naar subwijk dan komen eveneens grote verschillen naar voren. Deze verschillen hebben echter praktisch steeds te maken met de verschillende samenstelling van de ondernemerspopulatie wat betreft etniciteit. Er is echter één uitzondering op deze regel, namelijk de informatiebehoefte ten aanzien van ruimtelijke ordening/bestemmingsplan. In totaal heeft 37% van de ondernemers behoefte aan meer informatie op dit punt, maar dit varieert als volgt per subwijk: . Zuilen 24% . Pijlsweerd 34% . Ondiep 47% . Overvecht Dreven 50% . Bedrijfsgebied Overvecht 33% . Kanaleneiland 29% In Ondiep en Overvecht Dreven hebben dus duidelijk meer ondernemers behoefte aan informatie over het bestemmingsplan dan in de andere subwijken van WiBWestflank het geval is en dit staat los van de etniciteit van de ondernemers.
21
Communicatie met overheid moet beter 52. De communicatie tussen overheid en ondernemers verloopt volgens de ondernemers niet in alle gevallen goed. Bijna een kwart van zowel de autochtone als de allochtone ondernemers meldt dat zij in de afgelopen 1 à 2 jaar problemen hebben gehad met overheidszaken/regelgeving. Inhoudelijk gaat het dan meestal over ruimtelijke ordeningszaken, vergunningen, bouwverordeningen en belastingen. Daarnaast is 40 procent van de ondernemers – maar dit varieert van weinig meer dan eenderde bij de autochtone ondernemers tot bijna de helft bij de Marokkaanse en zelfs tweederde deel bij de Turkse ondernemers – van mening dat zij onvoldoende informatie krijgen over overheidszaken/regelgeving die hun onderneming of hun wijk aangaat. Het gaat hier in de ogen van de ondernemers om een belangrijk punt. Voor zoverre de ondervraagde ondernemers een beroep gedaan hebben op de gemeente – dit is in 58 procent van de ondervraagde ondernemers het geval – overheerst onvrede over de manier waarop de gemeente op dit verzoek heeft gereageerd (24% is tevreden en 34% is ontevreden; zie ook tabel 5). Eerder – zie onder punt 49 – is vermeld dat met name de Turkse en Marokkaanse ondernemers ontevreden zijn over de dienstverlening door de gemeente. 53. Op de vraag hoe men meestal noemen de ondernemers: . via op naam gestelde brief . via ongeadresseerde brief . via krant . via brochure . via internet . via radio/tv . via themabijeenkomst . via persoonlijk gesprek
informatie krijgt over overheidszaken/regelgeving, (39%) (25%) (24%) (17%) (11%) (9%) (6%) (5%)
54. Op de vraag hoe men deze informatie het liefst zou krijgen scoren bij de autochtone en de westers allochtone ondernemers vooral drie methoden, namelijk via op naam gestelde brief, via ongeadresseerde brief en via internet. In de ogen van deze ondernemers zou internet dus meer gebruikt moeten worden en vooral in de plaats moeten komen van informatieverstrekking via kranten en radio/tv. Bij de Turkse en Marokkaanse ondernemers ligt dit voor een deel anders. Zij hebben met de autochtone en de westers allochtone ondernemers gemeen dat zij kranten en radio/tv geen goede media vinden voor informatie-overdracht aan ondernemers. In de voorkeuren die zij uitspreken wijken zij echter duidelijk af van de autochtone en de westers allochtone ondernemers. Gevraagd naar hun voorkeur noemen Turken en Marokkanen vooral informatie-overdracht via brochures. Daarnaast bestaat met name bij de Turkse ondernemers een voorkeur voor mondelinge informatie22
overdracht. Dat Turken en Marokkanen duidelijk minder een voorkeur uitspreken voor informatie-overdracht via internet heeft ongetwijfeld als achtergrond dat zij meestal nog niet vertrouwd zijn met computers (zie ook onder punt 50). In elke subwijk ziet meerderheid ondernemers hier rol voor stichting Wijk in Bedrijf Westflank 55. Een meerderheid van de ondernemers (61%) zou graag zien dat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank activiteiten gaat ontplooien om de communicatie tussen overheid en ondernemers te verbeteren. In elke subwijk van het gebied WiB-Westflank is een meerderheid van de ondernemers er vóór dat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank deze rol op zich neemt. Aanbevelingen Op basis van de resultaten van de enquête onder de ondernemers in het gebied van WiB-Westflank kunnen de volgende aanbevelingen geformuleerd worden: c. Een van de doelstellingen van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank is ‘Het verbeteren van de organisatiegraad van ondernemers en stimuleren van ondernemersnetwerken’. Uit de enquête blijkt: . Dat ondernemers het belang van collectief opkomen voor gemeenschappelijke belangen onderkennen, en . Dat hiervoor vooralsnog de basis ontbreekt. Dit onderstreept het belang van de hierboven geformuleerde doelstelling. Tegelijkertijd zijn veel ondernemers niet tevreden over de aanwezige ondernemersverenigingen. Bij het realiseren van bovengenoemde doelstelling zal daarom het devies moeten zijn dat het organiseren, dat wil zeggen het lid maken van ondernemers, alleen zin heeft wanneer de desbetreffende verenigingen en netwerken voldoende (snel) concrete en aansprekende resultaten c.q. veranderingen weten te realiseren. d. Hier lijken ook voldoende mogelijkheden voor aanwezig te zijn. Voor elke subwijk geldt dat veel problemen worden geventileerd met betrekking tot de buurt (veiligheid, criminaliteit, overlast, bereikbaarheid, etc.). In alle wijken worden dergelijke problemen geventileerd, maar er worden hierbij wel steeds, dus in elke wijk, een of enkele van deze problemen extra vaak genoemd (zie onder punt 44). Per wijk is dus sprake van bepaalde ‘voorzetten’ en het is zaak voor de desbetreffende verenigingen om deze (goede) scoringsmogelijkheden te benutten.
23
e. Een andere doelstelling van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank is ‘Het activeren van betrokken organisaties in de wijkeconomie door middel van het signaleren van knelpunten en het aandragen van oplossingen’. Veel ondernemers laten horen dat zij zeker niet tevreden zijn over deze organisaties. Hier zien de ondernemers ook een duidelijke taak weggelegd voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. De vraag is hoe de stichting hier (snel) het beste resultaat kan boeken. Via een meer algemene aanpak, waarbij de stichting informatie doorgeeft aan de betrokken organisaties over de problemen en knelpunten in de (wijk)economie of via een aanpak waarin men eerst prioriteiten stelt en vervolgens per probleem aan het werk gaat. Deze laatste aanpak verdient de voorkeur indien die gecombineerd kan worden met de ‘voorzetten’ en ‘scoringskansen’ die hiervoor aangeduid zijn. f. In de enquête komt naar voren dat veel ondernemers in het gebied van WiBWestflank sterk gefocust zijn op de conjuncturele tegenwind van de laatste tijd en op allerlei problemen waarmee ze in hun omgeving te maken hebben. Problemen in en rond de bedrijfsvoering lijken hierdoor wat naar de achtergrond verdrongen te worden. Wanneer hier echter expliciet naar gevraagd wordt dan komt naar voren dat ondernemers op een breed terrein ondersteuning kunnen gebruiken. De enquête – zie onder punt 50 – maakt duidelijk op welke punten vooral ondersteuning gewenst wordt en levert daarmee bouwstenen voor het vormgeven en invullen van de eerste doelstelling van de stichting, namelijk het ondersteunen van bestaand ondernemerschap. g. Eerder is gepleit om bij de invulling van deze doelstelling extra aandacht te besteden aan allochtone ondernemers. In de enquête – zie onder punt 50 – wordt bevestigd dat dit nodig is en tevens wordt duidelijk welke punten dan bij voorrang aangepakt dienen te worden.
Uitkomsten van de diepte-interviews De rol van Wijk in Bedrijf Westflank is verder uitgewerkt in diepte-interviews 56. Aan de hand van diepte-interviews met ondernemers is getracht meer inzicht te krijgen in de ondersteunende rollen die Wijk in Bedrijf Westflank in de ogen van ondernemers zou kunnen vervullen. De mogelijke rollen zijn in de diepteinterviews gekoppeld en bevraagd aan de hand van de doelstellingen van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank.
24
Doelstelling 1: Stimuleren van starters en ondersteunen van bestaand ondernemerschap 57. De geïnterviewden is gevraagd naar tips of suggesties voor Wijk in Bedrijf Westflank om mensen te stimuleren voor zichzelf te beginnen. Hierbij is de ondernemers gevraagd vanuit hun eigen ervaring te reageren. Niet iedereen komt met tips of suggesties. Er zijn diverse ondernemers die aangeven het sowieso dapper te vinden als mensen het aandurven in deze tijd en in een van de wijken in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank een nieuw bedrijf te starten. Het “bezint eer ge begint” klinkt in diverse reacties door. 58. Uit de gesprekken kwam verder naar voren dat er naar de mening van de autochtone ondernemers al veel partijen actief zijn op het terrein van startende ondernemers. Bij veel ondernemers roept dit de vraag op welke toegevoegde waarde de stichting Wijk in Bedrijf Westflank hier zou kunnen hebben. Deze vraag wordt wel opgeroepen, maar niet helder beantwoord. Wél worden door de ondernemers tips en ideeën geventileerd. Tips of suggesties voor Wijk in Bedrijf Westflank richting startende ondernemers 59. De autochtone ondernemers doen de volgende suggesties voor Wijk in Bedrijf Westflank ten aanzien van startende, maar ook bestaande ondernemers: . Het in kaart brengen van de diverse instanties waar ondernemers een beroep op kunnen doen en het wegwijs maken van de ondernemers in dit aanbod. Het liefst zou men één loket voor ondernemers en zeker voor starters zien. . Checklisten met relevante aandachtspunten voor starters ontwikkelen. . Een website maken met ervaringsverhalen van startende ondernemers. . Zorg dragen voor een korte introductie van de wijk, speciaal voor startende ondernemers. . Via moderne communicatiekanalen als internet informatie beschikbaar maken, bijvoorbeeld over personeelsbeleid, regelgeving en actualiteiten. . Mensen die willen starten in een bepaalde sector met elkaar en bestaande ondernemers in contact brengen om bijvoorbeeld te brainstormen over de voors en tegens van het eigen bedrijf. . Bevorderen van vestigingsmogelijkheden voor kleine zelfstandige in de grotere winkelcentra of panden speciaal voor starters. Bedrijfsgebouwen zijn niet voor alle ondernemers geschikt. Voor verzorgende beroepen als kappers, schoonheidsspecialisten en dergelijke zijn deze gebouwen bijvoorbeeld te onpersoonlijk. . Het winkelaanbod in wijken in kaart brengen. Sterkte-zwakte analyse hiervan maken. Voorstellen doen om het winkelbestand aantrekkelijker te maken. . Aansluitend bij het voorgaande punt: adviezen geven richting keuze van branche en locatie voor startende ondernemers. 25
60. Tips en suggesties van de allochtone ondernemers gaan voor een deel in dezelfde richting. Ook Turkse en Marokkaanse ondernemers vinden het zinvol om starters informatie en advies te geven over branchekeuze en bedrijfslocatie. Uit deze informatie moet vooral een waarschuwing uitgaan om kopieergedrag te voorkomen. Wijk in Bedrijf Westflank moet ook volgens de allochtone ondernemers aandacht besteden aan het “bezint eer ge begint” principe. Uit de gesprekken klinkt door dat allochtonen de moeilijkheidsgraad van het (startend) ondernemerschap soms onderschatten. Het moet duidelijk zijn – en anders zonodig duidelijk gemaakt worden - wat er allemaal komt kijken bij het starten en succesvol runnen van een bedrijf. Men heeft er onder andere een hoge motivatie, veel doorzettingsvermogen én kennis/vaardigheden voor nodig. Afwijkend in vergelijking met autochtone ondernemers wordt door allochtone ondernemers meer basale ondersteuning gevraagd, zoals informatie en advies over financiering, fiscale verplichtingen, deugdelijke administratiekantoren of accountants enzovoorts. Meer nog dan autochtone ondernemers ‘leunen’ ze op hun boekhouder/accountant. 61. Uit het voorgaande komen voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank in ieder geval de rollen naar voren van: informatieverstrekker, coach, en adviseur. Het gaat om het ontsluiten van informatie, om ondernemers wegwijs te maken in de veelheid aan mogelijke partijen voor starters, en om interventies bij de keuze van branche en locatie op een zodanige manier dat in ieder geval de starter zelf maar zo mogelijk ook de wijk er baat bij heeft. Meer dan autochtone ondernemers wijzen Turkse en Marokkaanse ondernemers op een mogelijke rol voor Wijk in Bedrijf Westflank bij de ondersteuning van aspirant ondernemers om te komen tot een weloverwogen keuze voor het ondernemerschap en bij ondersteuning bij de bedrijfsvoering. Ondersteuning van bestaand ondernemerschap 62. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat de meeste autochtone ondernemers vaste contacten hebben voor informatie en advies. Ze hebben hun weg gevonden naar partijen waar ze goed mee uit de voeten kunnen: een boekhouder of accountant, brancheverenigingen, hoofdkantoren in geval van bedrijfsleiders of filiaalhouders. Bij allochtone ondernemers ligt dat anders. Hier bestaat vaak wél een duidelijke behoefte aan ondersteuning, bijvoorbeeld bij het leren benutten van de administratie en het analyseren van de jaarrekening.
26
Doelstelling 2: Het verbeteren van de organisatiegraad van ondernemers en het stimuleren van ondernemersnetwerken 63. In de doelstellingen van Wijk in Bedrijf Westflank wordt onderscheid gemaakt in startend en bestaand ondernemerschap en in autochtoon en allochtoon ondernemerschap. Tijdens de diepte-interviews bleken nog twee factoren mede bepalend te zijn voor de ondersteuningsbehoeften van ondernemers en de rollen die zij op dit punt zien voor Wijk in Bedrijf Westflank, namelijk: . Het wel of niet zelfstandig ondernemer zijn. Het gaat hierbij om het onderscheid tussen een zelfstandig ondernemer versus een bedrijfsleider of filiaalhouder bij een winkelketen of concern. . Het wel of niet buurtgebonden zijn. Hiermee wordt bedoeld dat sommige ondernemers zich richten op klanten uit de wijk terwijl bij andere ondernemers de klanten en opdrachtgevers ver(der) weg zitten. 64. Met name de (zelfstandige) buurtgebonden ondernemers hebben belang bij een sterke wijkeconomie en zijn gebaat bij een mogelijke versterking hiervan door de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. Dat wil echter nog niet zeggen dat deze ondernemers helder kunnen aangeven welke rol(len) de stichting hierbij zou kunnen of moeten spelen. Filiaalleiders van het grootwinkelbedrijf worden soms sterk in beslag genomen door hun eigen loopbaan, waardoor zij meer georiënteerd zijn op de overstap naar een meer perspectief biedend filiaal in een betere buurt dan op het creëren van meer perspectieven in en voor de buurt waarin ze nu zitten. 65. Ten aanzien van het verbeteren van de organisatiegraad van ondernemers en het stimuleren van ondernemersnetwerken is gesproken over ondernemersnetwerken op lokaal niveau in de vorm van lokale ondernemers- of winkeliersverenigingen en over ondernemersnetwerken in de vorm van brancheorganisaties. Overigens is dit onderscheid voor allochtone ondernemers lang niet altijd duidelijk. Op brancheniveau: hooguit een bescheiden rol voor Wijk in Bedrijf Westflank 66. De redenen die werden aangedragen om geen lid te zijn van brancheorganisaties zijn in veel gevallen terug te brengen op een gebrek aan tijd en geld in relatie tot wat men er aan heeft. Bij sommige ondernemers is deze balans positief en die zijn goed te spreken over hun brancheorganisatie. Andere ondernemers hebben geen behoefte (meer) aan het lidmaatschap van een brancheorganisatie. Ondernemers vinden meestal niet dat het lidmaatschap van brancheorganisaties gestimuleerd zou moeten worden en zien op dit punt hooguit een bescheiden rol voor Wijk in Bedrijf Westflank. Verder dan het onder de aandacht brengen van het bestaan van 27
brancheorganisaties, met name bij starters, zou de rol van Wijk in Bedrijf Westflank volgens de geïnterviewde autochtone ondernemers niet moeten gaan. Allochtone ondernemers zijn minder uitgesproken op dit punt. Als Wijk in Bedrijf Westflank zelf vindt dat het lidmaatschap van brancheorganisaties gestimuleerd moet worden, dan moet in ieder geval duidelijk gemaakt kunnen worden welk ondernemersbelang ermee gediend is. Dit moet gecommuniceerd worden via persoonlijk contact en het liefst in de eigen taal, bijvoorbeeld door ondernemers die zelf al lid zijn. Op lokaal niveau: een meer uitgesproken rol voor Wijk in Bedrijf Westflank 67. Veel ondernemers vinden dat het lidmaatschap van de lokale ondernemersvereniging in het kader van de gezamenlijke belangenbehartiging gestimuleerd zou moeten worden. Ondernemers zien in deze verenigingen vooral een mogelijkheid om problemen in de wijk aan te pakken. Echter het stimuleren van het lidmaatschap is wel verbonden aan de voorwaarde dat de lokale ondernemers- of winkeliersverenigingen goed functioneren – concrete zaken/problemen aanpakken en concrete oplossingen/verbeteringen realiseren – en juist daar is een rol weggelegd voor Wijk in Bedrijf Westflank. Er werden de volgende suggesties gedaan: . Kennis en vaardigheden inbrengen hoe een winkeliersvereniging zaken aan kan pakken. Alternatieven aandragen. . Motiveren en enthousiasmeren van bestuursleden. Een peptalk is bij tijd en wijle hard nodig. . Er werd gepleit voor bezoldigde bestuurders, teneinde nu bestaande problemen in de vorm van tijdsgebrek en gebrek aan professionaliteit op te lossen. . Voorstel om aan te sturen op een wijziging van het aantal stemmen binnen de winkeliersvereniging. Geen stemrecht naar winkeloppervlak zoals nu het geval is, maar één stem per zaak of winkel. Kleine ondernemers hebben dan evenzeer een stem als grote. . Wijk in Bedrijf Westflank zou hulp kunnen bieden bij het versturen van mailings met een aanbod van ondernemersverenigingen richting ondernemers. Dit aanbod moet namelijk concreet, praktisch en vraaggericht zijn. De stichting zou daar een bijdrage aan kunnen leveren. . Ondersteunen van het promoten van winkelcentra en winkelstraten. . Onderzoeken van het draagvlak voor (nieuwe) ondernemersverenigingen. . Bij alles wat Wijk in Bedrijf Westflank richting lokale ondernemersverenigingen doet moet het zorgen voor onafhankelijkheid. Wijk in Bedrijf moet een onafhankelijke partij blijven. Het zijn met name suggesties in de richting van het professionaliseren en motiveren van bestuursleden en daarmee de lokale ondernemersverenigingen of winkeliersverenigingen als geheel.
28
Allochtone ondernemers zijn minder bekend en vertrouwd met (lokale) ondernemersverenigingen. Het zal daarom niet makkelijk zijn om allochtone ondernemers te laten participeren in de lokale ondernemersverenigingen. Ook hier zijn voorwaarden om allochtone ondernemers over de drempel te krijgen: een persoonlijke benadering, het liefst in de eigen taal, waarbij de voordelen van het lidmaatschap goed duidelijk gemaakt moeten worden. Doelstelling 3: Activeren van betrokken organisaties in de wijkeconomie 68. Als het punt van de gezamenlijke belangenvertegenwoordiging wordt aangesneden bij ondernemers, gaan hun gedachten onmiddellijk in de richting van gezamenlijke aanpak van ervaren knelpunten of problemen in de wijk. Met name problemen met veiligheid, criminaliteit en overlast voeren dan direct de boventoon. Rond deze problematiek zien ondernemers ook goede aanknopingsmogelijkheden om tot samenwerking te komen. Ondernemers zien met name een rol voor Wijk in Bedrijf Westflank in het signaleren en aankaarten van problemen bij de juiste partijen. Immers Wijk in Bedrijf Westflank heeft een betere toegang tot gemeente en dergelijke dan ondernemers zelf, heeft hier in de ogen van ondernemers meer tijd voor, weet beter de weg, enz. Knelpunten en problemen 69. Zoals gezegd spelen problemen op het gebied van veiligheid, criminaliteit en overlast, samen met verpaupering van de wijk en de verschraling van het winkelaanbod voor bijna alle geïnterviewde ondernemers en ze lopen als een rode draad door de diepte-interviews. Deze punten hangen niet alleen met elkaar samen, maar ook met de samenstelling van de bevolking in de wijken. Ondernemers zoeken partijen om de problemen in de wijk aan te pakken. Ondersteuning van Wijk in Bedrijf Westflank is hierbij zeer welkom. 70. Ondernemers zien hier voor Wijk in Bedrijf Westflank vooral een rol als bruggenbouwer, als intermediair tussen ondernemers en verantwoordelijke partijen, bijvoorbeeld gemeente en politie. Wijk in Bedrijf Westflank kan de problemen signaleren, aankaarten bij de juiste partij en adviseren. Met name ook het bewaken van de (continuïteit van) gemaakte afspraken is een punt van zorg en een mogelijke rol voor Wijk in Bedrijf Westflank. 71. Wijk in Bedrijf Westflank wordt door ondernemers niet zozeer gezien als een extra stem van ondernemers en winkeliersverenigingen richting andere partijen, maar juist veel meer als een mogelijkheid om hun stem in de richting van deze andere partijen te versterken. De gemeente en politie krijgen veel kritiek als het gaat om de aanpak van problemen. Andere partijen die door Wijk in Bedrijf Westflank, 29
namens de ondernemers, aangesproken zouden moeten worden om verbeteringen in de wijken te realiseren zijn: eigenaren/verenigingen van eigenaren van panden. Het gaat dan om zaken als beter onderhoud, minder leegstand en een gevarieerd aanbod van winkels. Met name bij dit laatste zien de ondernemers ook graag een meer initiërende rol voor Wijk in Bedrijf Westflank. Aanbevelingen Op basis van de resultaten van de diepte-interviews met zowel autochtone als allochtone ondernemers kunnen de volgende aanbevelingen worden geformuleerd: h. Bij het uitwerken van de diepte-interviews bleek een aantal factoren van invloed te zijn op de ondersteuningsbehoeften van ondernemers en daarmee de mogelijke rolinvulling van Wijk in Bedrijf Westflank. Zelf maakt Wijk in Bedrijf Westflank al onderscheid in: 1. Startende of bestaand ondernemerschap en 2. Autochtoon of allochtoon ondernemerschap. Daarnaast spelen ook nog een rol; 3. Het wel- of niet-buurtgebonden zijn van ondernemers en; 4. Het zelfstandig ondernemer-zijn versus het bedrijfsleider of filiaalhouder- zijn. Deze factoren worden hier nogmaals naar voren gebracht, omdat ze pleiten voor een meersporenaanpak van Wijk in Bedrijf Westflank bij het stimuleren van de wijkeconomie. Autochtone en allochtone ondernemers vormen aparte doelgroepen die ten dele een verschillende benadering en ondersteuning vragen. De ondersteuningsbehoeften is vervolgens ook weer afhankelijk van de andere factoren zoals het wel of niet buurtgebonden zijn van een betreffende ondernemer. Het grootwinkelbedrijf vereist eveneens aparte aandacht. Mogelijk zullen eerst de desbetreffende hoofdkantoren ‘bewerkt’ moeten worden om de lokale filiaalleiders een grotere rol te kunnen laten spelen in het verbeteren van de wijkeconomie. i. Knelpunten en problemen in de wijk kunnen bindende elementen zijn. Veel ondernemers geven aan op deze punten tot samenwerking bereid te zijn. Wijk in Bedrijf Westflank kan een belangrijke rol spelen bij het omzetten van deze bereidheid in concrete acties. De stichting kan stimuleren, faciliteren en intermediëren naar verschillende verantwoordelijke organisaties. j. Een belangrijk punt is uiteraard dat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank een tijdelijk initiatief is. Wil de inzet ook op langere termijn beklijven dan is het niet zozeer zaak dat de stichting verantwoordelijkheden overneemt, maar vooral dat zij structuren creëert of toerust om zelf deze rol te (gaan) vervullen. Goed functionerende lokale ondernemersverenigingen en winkeliersverenigingen zijn een goed platform om zaken op gemeentelijk niveau aan te kaarten en om over oplossingen na te denken. Het creëren, motiveren en professionaliseren van lokale 30
na te denken. Het creëren, motiveren en professionaliseren van lokale ondernemersverenigingen of winkeliersverenigingen is daarmee een belangrijke opgave van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. k. Tot slot nog het volgende, in de meeste wijken van Wijk in Bedrijf Westflank zit een aanzienlijk en vaak ook snel groeiend deel allochtone ondernemers. Hiervoor is gezegd dat autochtone en allochtone ondernemers aparte doelgroepen voor Wijk in Bedrijf Westflank vormen. Dit wil niet zeggen dat deze groepen altijd apart van elkaar gezien moeten worden. Een dominant geluid in de diepte-interviews is dat een belangrijke voorwaarde om verbeteringen in de wijkeconomie te realiseren is: dat er meer en betere communicatie en samenwerking tussen allochtone en autochtone ondernemers tot stand wordt gebracht. Wijk in Bedrijf Westflank zou hier een belangrijk actiepunt van moeten maken.
31
32
1 Opzet en uitvoering van het onderzoek
1.1 Inleiding In dit hoofdstuk zullen we de inhoud en de opzet van het uitgevoerde onderzoek toelichten. Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van de Stichting Wijk in Bedrijf Westflank. In paragraaf 1.2 zal kort ingegaan worden op de achtergrond en het doel van deze stichting. Vervolgens wordt in paragraaf 1.3 het kader en de probleemstelling van dit onderzoek uiteengezet, gevolgd door een beschrijving van de onderzoeksaanpak en onderzoeksopzet (paragraaf 1.4).
1.2 Achtergrond en doel van de Stichting Wijk in Bedrijf Westflank In de afgelopen jaren heeft de gemeente Utrecht in enkele wijken projecten uitgevoerd met als doel de sociaal-economische structuur te versterken en ondernemerschap te stimuleren. Op basis van deze ervaringen en de behoefte die bestaan in de Westflank hebben de gemeente Utrecht en de Kamer van Koophandel Utrecht e.o. besloten nieuwe projecten te starten in drie wijken: . Wijk in Bedrijf Kanaleneiland (nieuw project) . Wijk in Bedrijf Overvecht (nieuw project) . Zaak Noodwest (vervolg op eerder project). Besloten is de uitvoering van deze projecten onder te brengen bij een zelfstandige stichting, die zich exclusief richt op deze projecten. Met deze intentie is eind 2002 in Utrecht de Stichting Wijk in Bedrijf Westflank opgericht. De missie van WiB-Westflank is om in de komende 3 à 4 jaar een duurzame bijdrage te leveren aan het wegwerken van de sociaal-economische achterstand in (delen van) de wijken Noordwest, Overvecht en Zuidwest (D2-gebied). De stichting werkt resultaatgericht aan de opbouw van de wijkeconomieën. Het centrale doel van de stichting WiB is: Het duurzaam stimuleren van de economische bedrijvigheid in wijken met een sociaal-economische en stedenbouwkundige achterstand.
33
Subdoelen zijn: . Stimuleren van starters en ondersteunen van bestaand (allochtoon en autochtoon) ondernemerschap. . Verbeteren organisatiegraad van ondernemers en stimuleren van ondernemersnetwerken. . Activeren van betrokken organisaties in de wijkeconomie door middel van het signaleren van knelpunten en het aandragen van oplossingen. De stichting zal een duurzaam effect nastreven. In het bedrijfsplan, opgesteld door Berenschot, is aangegeven dat dit betekent dat de organisatie zichzelf uiteindelijk overbodig maakt omdat verdere stimulering geen bijzondere noodzaak meer is of – wat meer voor de hand ligt – omdat de desbetreffende activiteiten door andere bestaande organisaties zoals de gemeente en de Kamer van Koophandel zijn overgenomen en worden voortgezet. Dit laatste betekent dat bij deze partijen expertise moet worden opgebouwd met betrekking tot de structuur en ontwikkelingskansen van wijkeconomieën. Dit was mede aanleiding om het project Wijk in Bedrijf Westflank niet uit te besteden aan een extern bureau – met als risico dat kennis, ervaring en netwerken die in het project ontwikkeld worden na afloop niet of slechts in beperkte mate behouden blijven – maar onder te brengen bij een zelfstandige stichting.
1.3 De nulmeting: kader en probleemstelling In het Bedrijfsplan (Berenschot, 2002) is een eerste uitwerking gemaakt van de product-marktcombinaties van de stichting. Als doelgroepen – markten – zijn benoemd: startende (autochtone en allochtone) ondernemers, bestaande (autochtone en allochtone) ondernemers, gemeente (bestuurders en ambtenaren) en intermediaire organisaties. Als hoofdproducten zijn benoemd: voorlichting, scholing, advisering, coaching, versterken organisatiegraad/belangenbehartiging, kennisoverdracht, beleidsadvisering en doorverwijzing. In het Bedrijfsplan heeft een eerste uitwerking van deze product-marktcombinaties plaatsgevonden. Hierbij is aangegeven dat een verdere detaillering van deze productmarktcombinaties, alsmede een verdere uitwerking in concrete activiteiten en de precieze op maat afstemming op de desbetreffende wijken nog moeten plaatsvinden, mede op basis van de uitkomsten van onderzoek in de vorm van een nulmeting. Tweeledige doelstelling nulmeting Het bovenstaande maakt duidelijk dat deze nulmeting meer diende te omvatten dan hetgeen in de onderzoeksliteratuur gewoonlijk hieronder wordt begrepen. De nulmeting heeft namelijk een tweeledige doelstelling: 34
1. Het in kaart brengen van de huidige stand én gang van zaken binnen het gebied van de stichting aan de hand van een aantal relevante indicatoren (kwantitatief en kwalitatief), opdat over 3 à 4 jaar bepaald kan worden welke veranderingen zijn gerealiseerd. 2. Het inventariseren van de behoeften en wensen van de relevante actoren in het gebied van de stichting, waarbij het met name om starters en bestaande ondernemers gaat.
1.4 Onderzoeksaanpak en onderzoeksopzet Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen. De belangrijkste onderdelen zijn: . Analyse van beschikbaar materiaal. Het gaat hierbij vooral om secundaire analyse van databestanden van de Kamer van Koophandel Utrecht e.o. en van de gemeente Utrecht. . Nieuwe dataverzameling. Dit onderdeel heeft betrekking op autochtone en allochtone starters en al langer bestaande ondernemers in het gebied van WiB-Westflank. Analyse van beschikbaar materiaal De hoofdmoot van dit onderzoeksdeel bestaat uit een analyse van de gegevens die bij de Kamer van Koophandel Utrecht e.o. aanwezig zijn over ondernemers en bedrijven. In de analyse gaat het om alle ondernemers/bedrijven uit de desbetreffende (sub)wijken, dus zowel de autochtone als de allochtone ondernemers/bedrijven. Bij de allochtone ondernemers/bedrijven gaat het niet alleen om de eerste generatie, maar uitdrukkelijk ook om de tweede generatie. In het Handelsregister is alleen informatie voorhanden over het geboorteland van de ingeschreven ondernemers zelf. Dit betekent dat op basis van de gegevens uit het Handelsregister alleen de eerste generatie allochtone ondernemers als zodanig herkenbaar is. Om tevens omvang en aard van de tweede generatie ondernemers in beeld te krijgen is informatie nodig over het geboorteland van de vader/moeder van de in het Handelsregister ingeschreven ondernemers. Deze informatie is aanwezig in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Vandaar dat een koppeling tot stand is gebracht van het Handelsregisterbestand met de Gemeentelijke Basisadministratie. Schets van de ondernemers en hun bedrijf per (sub)wijk In de analyse is een schets gemaakt van de ondernemers (kenmerken: etniciteit, geslacht, leeftijd, startleeftijd) en hun bedrijven (kenmerken: etniciteit, branche, rechtsvorm, klasse werkzame personen, bestaansduur). Deze schets is niet alleen gemaakt 35
voor het totale gebied van WiB-Westflank, maar ook voorzien van uitsplitsingen naar de 7 subwijken binnen dit gebied. Ontwikkeling van het ondernemerschap in de periode 1993-2002 Deze analyse resulteert in een vrij gedetailleerd inzicht in aantal en aard van de ondernemers/bedrijven in de diverse (sub)wijken. Een relevante vraag is uiteraard hoe deze situatie – de beginsituatie van WiB-Westflank – zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, met andere woorden welke tendensen zich voordoen. Om hier zicht op te krijgen is niet alleen nagegaan hoe het aantal ondernemers en bedrijven zich heeft ontwikkeld in de afgelopen 10 jaar, maar is bovendien geanalyseerd of en welke verschuivingen zich in deze periode hebben voorgedaan wat betreft samenstelling/spreiding van de bedrijven over etniciteit, branche en (sub)wijk. In deze analyse is met name ook aandacht besteed aan de ontwikkelingen in aard en aantal starters, alsmede aan de ontwikkeling van hun overlevingskansen. In dit deel van het onderzoek staan dus vooral de volgende vragen centraal: . Hoe heeft zich het aantal allochtone en autochtone ondernemers/bedrijven ontwikkeld in de afgelopen 10 jaar? . Welke verschuivingen doen zich voor in de periode 1993-2002 wat betreft de spreiding over etniciteit, branche en (sub)wijk? . Hoe ontwikkelt zich het aantal starters in de periode 1993-2002 en welke verschillen tekenen zich hierbij af naar etniciteit, branche en (sub)wijk? . Welke ontwikkeling doet zich voor in de overlevingskansen van starters? Is op dit punt sprake van een ontwikkeling in positieve richting en zo ja is dit een algemene trend of doet zich deze ontwikkeling uitsluitend voor in bepaalde etnische groepen/branches/(sub)wijken? Analyse van de ontwikkelingen op deze punten levert niet alleen indicaties op voor de waarschijnlijke ontwikkeling van de bedrijvigheid en perspectieven voor ondernemers in het gebied van WiB-Westflank in de komende jaren, maar levert bovendien aanknopingspunten voor de activiteiten waarop de stichting de komende jaren zou kunnen sturen. Zo biedt, bijvoorbeeld, een (sub)wijk met veel ‘oude’ ondernemers goede perspectieven voor nieuwe ondernemers via bedrijfsopvolging. Het is zaak dat dergelijke kansen (tijdig) benut worden en WiB-Westflank kan dit gericht proberen te stimuleren. Gemeente Utrecht als kader In de uitgevoerde analyses staat de stand én de gang van zaken in het gebied van WiB-Westflank centraal. Om de situatie in het gebied van WiB-Westflank goed te kunnen beoordelen is echter een kader of referentiepunt nodig. Als kader of referentiepunt hebben we daarom de stand en gang van zaken in de totale gemeente Utrecht 36
gehanteerd. De situatie en de ontwikkelingen in het gebied van WiB-Westflank zijn dus steeds geanalyseerd tegen de achtergrond van de situatie en de ontwikkelingen in de totale gemeente Utrecht. In gemeente Utrecht 15.228 bedrijven actief, waarvan 2.325 in gebied WiB-Westflank Medio 2003 blijken er in de gemeente Utrecht 15.228 bedrijven te bestaan die economische actief zijn, waarvan er 2.325 in het gebied van WiB-Westflank zitten (zie ook tabel 1.1). In ruim driekwart van deze gevallen – dit geldt zowel voor de gehele gemeente Utrecht als voor het gebied van WiB-Westflank – gaat het om bedrijven die gerund worden door zelfstandige ondernemers, dat wil zeggen om personen die het bedrijf voor eigen rekening én risico exploiteren. In het gebied van WiB-Westflank gaat het daarbij relatief vaker om personen die zelf buiten Nederland zijn geboren (eerste generatie allochtonen), respectievelijk van wie een of beide ouders buiten Nederland zijn geboren (tweede generatie allochtonen) dan het geval is in de totale gemeente Utrecht (zie tabel 1.1).
Tabel 1.1 – Aantal en aard van de bedrijven in respectievelijk de gemeente Utrecht en het gebied van WiB-Westflank totale gemeente Utrecht
waarvan in gebied WiB-Westflank
1. Aantal bestaande, economisch actieve bedrijven* Waarvan: 1a. in handen van zelfstandige ondernemers* 1b. onderdeel van ander bedrijf
15.228 (100%)
2.325 (100%)
11.945 (100%) 3.283 (22%)
1.820 (78%) 505 (22%)
2. Aantal bestaande, economische actieve bedrijven die in handen zijn van zelfstandige ondernemers Waarvan: 2a. etniciteit bedrijf is onbekend 2b. autochtoon bedrijf** 2c. westers allochtoon bedrijf** 2d. niet-westers allochtoon bedrijf**
11.945 (100%)
1.820 (100%)
3 (0%) 8.998 (75%) 1.428 (12%) 1.516 (13%)
2 (1%) 1.191 (65%) 173 (10%) 454 (25%)
* Voor een omschrijving wat onder bestaande, economisch actieve bedrijven, respectievelijk bedrijven in handen van zelfstandige ondernemers is verstaan: zie bijlage 1 en hoofdstuk 2. ** Voor een omschrijving van wat onder autochtoon, westers allochtoon en niet-westers allochtoon is verstaan: zie bijlage 1 en hoofdstuk 4
Nieuw onderzoek onder ondernemers Met name voor de tweede doelstelling – zie paragraaf 1.3 - is nieuw onderzoek onder starters en al langer bestaande ondernemers nodig. Tegelijkertijd kunnen starters en al 37
langer bestaande ondernemers relevante informatie verschaffen over de huidige stand en gang van zaken in hun wijk in het algemeen en over de ondersteuning die zij in de afgelopen jaren gezocht en – al dan niet op een adequate wijze – ontvangen hebben in het bijzonder. In dit onderzoeksdeel komen dus beide doelstellingen van de nulmeting aan de orde. Om dit op een adequate manier te kunnen doen, is voor dit onderzoeksdeel gekozen voor een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Kwantitatieve component: schriftelijke/telefonische enquête onder ondernemers Deze enquête heeft als doel een representatief beeld te schetsen van: . De aard en omvang van de problemen waarmee ondernemers in het werkingsgebied van WiB-Westflank te kampen hebben. . De punten waarop zij graag een inbreng/rol van WiB-Westflank zouden willen zien. . Hun economisch geografische marktdomein, de aard van hun klanten (particulieren en/of bedrijven, eigen etnische groep of ruimer, etc.), en hun differentiatiestrategie. . In welke mate en op welke manier werken ze samen met andere ondernemers. . Hun oordeel over een aantal aspecten van de wijk waarin zij gevestigd zijn (aantrekkelijkheid van hun vestigingsgebied en bereikbaarheid voor klanten; uitbreidingsmogelijkheden; samenwerking tussen ondernemers, etc.). . Hun oordeel over de ondersteuning die zij vanuit de gemeente, Kamer van Koophandel en ondernemersverenigingen gekregen hebben. Deze vraagpunten zijn verder uitgewerkt in een enquête, die aan alle ondernemers in het gebied van WiB-Westflank is toegestuurd, met een begeleidende brief waarin aangegeven was dat zij deze enquête ingevuld konden retourneren aan het ITS of een telefoontje van het ITS konden afwachten voor een telefonisch interview. Op deze manier is elke ondernemer de kans geboden om problemen en oplossingssuggesties kenbaar te maken. De allochtone ondernemers zijn, voor zover mogelijk, allemaal telefonisch benaderd. Dit heeft geresulteerd in 74 interviews: 33 met Turkse ondernemers, 20 met Marokkaanse en 21 met overige allochtone ondernemers. Van de benaderde allochtone ondernemers heeft circa een derde deel meegedaan aan het onderzoek. Van de autochtone ondernemers zijn er 576 telefonisch benaderd, van wie 218 (38%) aan het onderzoek hebben meegewerkt. De belangrijkste redenen voor de non-respons was dat ondernemers niet bereikbaar bleken of geen belangstelling voor het onderzoek hadden. Kwalitatieve component: 40 diepte-interviews De telefonische enquête levert een globaal beeld op van de problemen waarmee starters en al langere bestaande ondernemers/bedrijven kampen, alsmede van de punten waar de ondernemers graag een ondersteunende rol van WiB-Westflank zouden zien. In 40 aanvullende diepte-interviews met ondernemers is vervolgens eerst 38
nauwkeurig in beeld gebracht wat de ernst en de achtergrond van deze problemen is. en welke rol (vorm en inhoud) WiB-Westflank zou kunnen spelen bij het oplossen van deze problemen. Van deze interviews zijn er 25 gehouden met autochtone en 15 met allochtone ondernemers.
39
40
Deel A Beschrijving van de bedrijvigheid in het gebied van WiB-Westflank, alsmede van de ontwikkelingen in bedrijvigheid die zich de afgelopen 10 jaar hebben voorgedaan. Analyse op basis van gegevens uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel
41
42
2 Schets van de ondernemers en hun bedrijven
2.1 Inleiding Medio 2003 staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in de gemeente Utrecht 15.228 economisch actieve bedrijven geregistreerd, waarvan er 2.325 in het gebied van WiB-Westflank zitten (zie ook tabel 2.1). Bij economisch actieve bedrijven gaat het om bedrijven die tegen betaling producten en/of diensten verlenen aan particulieren of aan bedrijven. Bedrijven die dit niet doen zoals pensioen bv’s, houdstermaatschappijen, etc. zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten. In dit hoofdstuk zullen we een beeld schetsen van de economisch actieve bedrijven aan de hand van enkele kenmerken zoals de aard van de producten en/of diensten die deze bedrijven leveren, hun rechtsvorm, etc. Allereerst zullen we echter een korte schets geven van de ondernemers zelf. Om hoeveel mannen respectievelijk vrouwen gaat het? Hoe oud zijn ze nu en op welke leeftijd zijn ze gestart? Deze analyse is vooral gemaakt om inzicht te geven in het aantal en de soort bedrijven in het gebied van WiB-Westflank. Het ligt voor de hand dat het dit inzicht ten goede komt wanneer in de analyse een kader of referentiepunt wordt gehanteerd om de situatie in het gebied van WiB-Westflank mee te vergelijken. Vandaar dat in dit hoofdstuk het gebied van WiB-Westflank centraal staat, maar de situatie in dit gebied steeds geanalyseerd wordt tegen de achtergrond van de situatie in de gehele gemeente Utrecht.
2.2 Schets van de ondernemers Schets heeft alleen betrekking op zelfstandig ondernemers Deze analyse heeft betrekking op 15.228 economisch, actieve bedrijven. Het Handelsregister vermeldt voor deze groep bedrijven in totaal 19.316 functionarissen (zie ook tabel 2.1). Deze cijfers wekken de suggestie dat er steeds sprake is van één of meer in het Handelsregister ingeschreven functionarissen per bedrijf. Dit is echter niet het geval. Voor 2.995 van deze 15.228 bedrijven staat geen enkele functionaris vermeld. Het gaat hierbij om bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar, dus om bedrijven die juridisch onderdeel uitmaken van een ander bedrijf. Vaak gaat het dan om 43
filialen en vestigingen van het groot(winkel)bedrijf zoals filialen van Albert Heijn bv, vestigingen van ABN/AMRO, etc. Voor nog eens 288 bedrijven worden in het Handelsregister wel een of meer functionarissen vermeld, maar geen functionarissen in de hoedanigheid van eigenaar of bestuurder. Vrijwel steeds gaat het bij de voor deze 288 bedrijven ingeschreven functionarissen om procuratiehouders. Voor 3.283 van de 15.228 bestaande, economisch actieve bedrijven in de gemeente Utrecht gaat dus op dat in het Handelsregister geen eigenaar of bestuurder staat vermeld.
Tabel 2.1 – Typering van de 19.316 functionarissen die ingeschreven staan in de 15.228 bedrijven die economisch actief zijn in de gemeente Utrecht bedrijven bedrijven waarvoor in waarvoor ieder geval geen eigeeigenaar in naar, maar HR vermeld wel bestuurder in HR staat vermeld staat A. Totale gemeente Utrecht 1. aantal bedrijven 2. aantal ingeschreven functionarissen . eigenaren* . bestuurders . overige functionarissen** totaal aantal functionarissen B. WiB-Westflank 1. aantal bedrijven 2. aantal ingeschreven functionarissen . eigenaren . bestuurders . overige functionarissen totaal aantal functionarissen
bedrijven, bedrijven waarvoor in waarvoor in HR wel HR geen functionaris functionaris vermeld vermeld staat, maar staat geen eigenaar of bestuurder
totaal
9.991
1.954
288
2.99
15.288
12.071 87 433 12.591
0 3.230 2.702 5.932
0 0 793 793
0 0 0 0
12.071 3.317 3.928 19.316
1.627
193
35
470
2.325
2.007 15 81 2.103
0 315 227 542
0 0 62 62
0 0 0 0
2.007 330 370 2.707
* Zie voor verdere toelichting: bijlage 1 ** Bij deze overige 3.928 functionarissen gaat het vooral om procuratiehouders (2.877), commissarissen (749) en gemachtigden (219).
Voor de overige 11.945 (15.228-3.283) bedrijven staan in totaal 18.523 (19.316-793) functionarissen in het Handelsregister vermeld. Onder deze 18.523 functionarissen bevinden zich 15.388 eigenaren en bestuurders (zie tabel 2.1). Bestuurders zijn niet per definitie ook (mede)eigenaar van het bedrijf. De namen van de desbetreffende bedrijven indiceren echter dat het vaker wel dan niet om (mede)eigenaren gaat. Van44
daar dat we besloten hebben zowel de personen die volgens het Handelsregister de functie van eigenaar vervullen als de personen die volgens het Handelsregister de functie van bestuurder vervullen aan te merken als zelfstandig ondernemers, dat wil zeggen personen die hun bedrijf voor eigen rekening en risico voeren. In het gebied van WiB-Westflank gaat het om 2.325 bestaande, economisch actieve bedrijven. Het Handelsregister vermeldt voor deze 2.325 bedrijven in totaal 2.707 functionarissen: 2.337 eigenaren en bestuurders en 370 ‘overige’ functionarissen (vooral procuratiehouders). Conclusie: onder de 19.316 ingeschreven functionarissen bevinden zich 15.388 eigenaren en bestuurders, waarvan er 2.337 actief zijn in het gebied van WiBWestflank. Eigenaren en bestuurders worden in deze analyse tot de categorie zelfstandig ondernemers gerekend. Van de zelfstandig ondernemers in WiB-Westflank is 22 procent vrouw In het Handelsregister is geen informatie voorhanden over het geslacht van de ingeschreven ondernemers. In de Gemeentelijke basisadministratie (GBA) wordt dit kenmerk wel geregistreerd. Ten behoeve van dit project hebben we een koppeling gemaakt tussen beide bestanden, dus tussen Handelsregister en GBA. Niet in alle gevallen is deze koppeling gelukt, maar voor circa tweederde deel van de 15.338 zelfstandig ondernemers is dit wél het geval. Van de zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht is 26 procent vrouw. In heel Nederland ligt het aandeel vrouwelijke ondernemers op 27% (VVK, 2003). In het gebied van WiB-Westflank is het aandeel vrouwen wat kleiner, namelijk 22 procent (zie tabel 2.2). Ondernemers in WiB-Westflank starten gemiddeld op jongere leeftijd De gemiddelde leeftijd van de zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht is 43 jaar en de gemiddelde startleeftijd is 37 jaar. In het gebied van WiB-Westflank ligt de gemiddelde leeftijd met 41 jaar wat lager en ook de gemiddelde startleeftijd ligt hier lager (35 jaar).
45
Tabel 2.2 – Kenmerken van de zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht WiBWestflank
overig Westflank
overig Utrecht
abs.
%
abs.
%
Geslacht . man . vrouw onbekend totaal (abs.=100%)
1.189 342 806 2.337
51 15 34 100
246 50 941 1.237
20 5845 4 2221 76 3748 100 1.1814
49 7.280 19 2.613 32 5.495 100 15.388
47 17 36 100
Geslacht man vrouw totaal (abs.=100%)
1.189 342 1531*
78 22 100
246 50 296
83 17 100
72 28 100
7.280 2.613 9.893*
74 26 100
Leeftijd jonger dan 25 25 t/m 30 31 t/m 35 36 t/m 40 41 t/m 45 46 t/m 50 ouder dan 50 totaal (abs.=100%)
186 265 427 362 274 245 571 2.330*
8 11 18 16 12 11 25 100
16 33 121 190 225 169 482 1.236
4 661 9 1316 16 2400 17 2544 16 2370 13 1960 26 4114 100 15.365*
4 9 16 17 15 13 27 100
Gemiddelde leeftijd in jaren Startleeftijd 20 jaar en jonger 21 t/m 25 26 t/m 30 31 t/m 35 36 t/m 40 41 t/m 45 ouder dan 45 totaal (abs.=100%) Gemiddelde startleeftijd (in jaren)
47 jaar
41 jaar 90 295 464 455 364 266 403 2.337 35 jaar
4 13 20 19 16 11 17 100
11 51 111 235 240 221 368 1.237 41 jaar
abs.
5.845 2.221 8.066
1 459 3 1.018 10 1.852 15 1.992 18 1.871 14 1.546 39 3.061 100 11.799
%
totaal Utrecht abs.
43 jaar 1 218 4 1.023 9 2.135 19 2.546 19 2.149 18 1.527 30 2.216 100 11.814
%
43 jaar 2 319 9 1.369 18 2.710 22 3.236 18 2.753 13 2.014 19 2.987 100 15.388
37 jaar
2 9 18 21 18 13 19 100
37 jaar
* Niet van alle 2.337 respectievelijk 15.388 personen is de leeftijd en/of het geslacht bekend.
Binnen de diverse subwijken van WiB-Westflank varieert het aandeel vrouwen onder de zelfstandig ondernemers van 16 procent in Kanaleneiland Noord tot 24 procent in Pijlsweerd en Ondiep (zie tabel 2.3). Ook zijn er verschillen tussen de subwijken wat betreft de gemiddelde (start)leeftijd van de zelfstandig ondernemers. Met name Bedrijvengebied Overvecht wijkt op deze punten af van de andere subwijken. De zelfstandig ondernemers in Bedrijvengebied Overvecht zijn gemiddeld ouder dan in de
46
andere wijken van WiB-Westflank het geval is en zij starten gemiddeld ook op een hogere leeftijd.
Tabel 2.3 – Kenmerken van de zelfstandige ondernemers in het gebied van WiBWestflank, naar subwijk* Over- Bedrijfs- Kanalen- Kanaleneiland eiland gebied vecht Noord Zuid OverDreven vecht
Zuilen
Pijlsweerd
Ondiep
Geslacht man vrouw onbekend totaal (abs.=100%)
55 16 29 438
56 18 26 330
55 17 28 565
51 15 34 443
24 6 70 247
54 11 34 157
53 10 37 157
51 15 34 2.337
Geslacht man vrouw totaal (abs.=100%)
77 23 310
76 24 245
76 24 408
77 23 292
81 19 74
83 17 103
84 16 99
78 22 1.531
Leeftijd jonger dan 25 25 tm 30 31 tm 35 36 tm 40 41 tm 45 46 tm 50 ouder dan 50 totaal (abs.=100%)
9 9 21 14 13 10 24 437
7 14 22 16 11 11 18 329
7 15 19 16 13 9 21 565
9 10 17 12 11 12 28 441
2 4 9 22 10 14 40 244
11 12 20 13 8 11 24 157
13 18 20 17 11 3 18 157
8 11 18 16 12 11 25 2.330
41
40
40
42
47
40
38
41
4 13 19 21 14 12 17 438
4 12 27 18 17 10 12 330
3 14 21 18 18 11 15 565
6 12 19 17 12 10 23 443
4 4 9 24 19 17 23 247
1 18 19 17 15 12 17 157
6 13 24 22 13 9 13 157
4 13 20 19 16 11 17 2.337
35
34
35
36
39
35
33
35
Gemiddelde leeftijd in jaren Startleeftijd 20 jaar en jonger 21 tm 25 26 tm 30 31 tm 35 36 tm 40 41 tm 45 ouder dan 45 totaal (abs.=100%) Gemiddeldestartleeftijd in jaren
totaal WiBWestflank
* Tabel 1 in bijlage 2 geeft dezelfde informatie, maar dan uitgesplitst naar de 10 hoofdwijken van de gemeente Utrecht
47
2.3 Schets van de bedrijven Overwegend kleine bedrijven in de vorm van eenmanszaken en vennootschappen onder firma In totaal is er in de gemeente Utrecht sprake van 15.228 bestaande, economisch actieve bedrijven. Van deze 15.228 bedrijven zitten er 2.325 in het gebied van WiBWestflank. Ruim tweederde deel (68%) van deze 2.325 bedrijven heeft de juridische status van een eenmanszaak of een vennootschap onder firma (vof). Bij de rest van de bedrijven gaat het vooral om besloten vennootschappen (bv). Verder laat tabel 2.4 zien dat het in meer dan de helft (56%) om hele kleine bedrijven gaat, waarin één persoon werkzaam is. Bedrijven met 10 of meer werkzame personen maken 8% van het bedrijvenbestand uit. De helft van de 2.325 bedrijven is in 1999 of eerder van start gegaan. Bijna eenderde deel (30%) is in of na 2001 gevestigd. Het gaat overwegend (88%) om hoofdvestigingen en de meest voorkomende economische activiteiten hebben betrekking op bouw, handel ( vooral detailhandel) en dienstverlening (vooral zakelijke dienstverlening).
48
Tabel 2.4 - Kenmerken van de bestaande, economisch actieve bedrijven in de gemeente Utrecht, aantallen en percentages WiBWestflank abs. %
overig Westflank
overig Utrecht
totaal gemeente Utrecht
abs.
%
abs.
%
abs.
%
Rechtsvorm . eenmanszaak . VOF . CV . BV . NV . overig totaal
1.229 348 17 696 12 23 2.325
53 15 1 30 1 1 100
212 93 23 1.026 28 33 1.415
15 7 2 73 2 2 100
5.863 1554 105 3.700 143 123 11.488
51 14 1 32 1 1 100
7.304 1.995 145 5.422 183 179 15.228
48 13 1 36 1 1 100
Bedrijfsomvang . hooguit 1 fulltime .2-4 .5-9 . 10 of meer totaal
1.306 647 193 178 2.324*
56 28 8 8 100
434 331 205 445 1.415
31 23 14 31 100
6.873 3.010 815 788 11.486
60 26 7 7 100
8.613 3.988 1.213 1.411 15.225*
57 26 8 9 100
Hoofd- of nevenvestiging . hoofdvestiging . nevenvestiging totaal
2.039 286 2.325
88 12 100
1.237 178 1.415
87 13 100
10.546 942 11.488
92 8 100
13.822 1.406 15.228
91 9 100
Branche . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, reparatie in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonlijke dienstverlening totaal
7 113 234 105 203 463 131 128 660 269 2.313*
0 5 10 5 9 20 6 6 29 12 100
3 110 120 82 267 110 19 85 520 96 1.412
0 8 8 6 19 8 1 6 37 7 100
81 510 708 186 799 1.635 740 384 4.778 1.620 11.441
1 4 6 2 7 14 6 3 42 14 100
91 733 1.062 373 1.269 2.208 890 597 5.958 1.985 15.166*
1 5 7 2 8 15 6 4 39 13 100
Vestigingsjaar . 1992 en eerder . 1993 tm. 1997 . 1998, 1999 . 2000 . 2001 . 2002 . 2003 totaal
691 465 253 206 238 268 183 2.304*
30 20 11 9 10 12 8 100
627 306 160 96 85 88 41 1.403
45 22 11 7 6 6 3 100
3.698 2.274 1.490 1.077 1.086 1.084 693 11.402
32 20 13 9 10 10 6 100
5.016 3.045 1.903 1.379 1.409 1.440 917 15.109*
33 20 13 9 9 10 6 100
1.627 193
70 8
339 502
24 35
8.025 1.259
70 11
9.991 1.954
66 13
505
22
574
41
2.204
19
3.283
22
2.325
100
1.415
100
11.488
100
15.228
100
Soort bedrijf . zelfstandig eigenaar bedrijf bestuurder bedrijf . niet-zelfstandig bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar totaal
* De aantallen zijn soms kleiner dan 2.325 respectievelijk 15.288 omdat bepaalde gegevens niet voor alle 2.325 respectievelijk 15.288 bedrijven voorhanden zijn.
49
Ruim driekwart van de bedrijven wordt gerund door zelfstandig ondernemers Eerder is vermeld dat we een onderscheid maken tussen bedrijven die gerund worden door zelfstandig ondernemers, dat wil zeggen door personen die hun bedrijf voeren voor eigen rekening en risico, en bedrijven waarbij bedrijfsleiding en bezit van het bedrijf gescheiden zijn. Dit onderscheid is niet in alle situaties met volledige zekerheid te maken. Dit geldt namelijk voor de bedrijven waarin het Handelsregister sprake is van een of meer bestuurders. Het kan hierbij gaan om zelfstandig ondernemers die hun bedrijf de juridische vorm hebben gegeven van een besloten vennootschap, waarvan ze zelf (de) aandelen in handen hebben. Het kan echter ook gaan om personen die leiding geven aan dergelijke bedrijven zonder dat zij aandeelhouder zijn. Omdat bij deze categorie bedrijven niet volstrekt zeker is of het om bedrijven gaat, die gerund worden door zelfstandig ondernemers, hebben we in de analyse het onderscheid tussen eigenaarbedrijven (met zekerheid zelfstandig ondernemer) en bestuurdersbedrijven (niet volstrekt zeker) gehandhaafd (zie tabel 2.4 en 2.5). Bedrijfsprofiel in gebied van WiB-Westflank niet wezenlijk anders dan in totale gemeente Utrecht Wanneer we dit bedrijfsprofiel in het gebied van WiB-Westflank vergelijken met dat van de gehele gemeente Utrecht dan zien we duidelijk meer overeenkomsten dan verschillen. Zowel in het gebied van WiB-Westflank als in de rest van Utrecht gaat het meestal om: . bedrijven met de juridische status van een eenmanszaak of een besloten vennootschap . bedrijven gerund door zelfstandig ondernemers . bedrijven met hooguit 4 werkzame personen . hoofdvestigingen . bedrijven die in 2000 of eerder gestart zijn. Wel verschillen naar economische activiteit (branche) Op één punt is er echter wél verschil, namelijk wat betreft de economische activiteiten. Tabel 2.4 laat zien dat in het gebied van WiB-Westflank naar verhouding minder bedrijven zitten in de sfeer van de zakelijke dienstverlening dan in de rest van de gemeente Utrecht. Detailhandel, auto- en bouwbedrijven zijn in het gebied van WiBWestflank daarentegen naar verhouding sterker aanwezig dan in de rest van de gemeente. De verschillen op het punt van de branchering zijn overigens duidelijk groter dan tabel 2.4 laat zien. Ook binnen de 10 branches – zie tabel 2.4 - bestaan namelijk nog aanzienlijke verschillen in meest of veel voorkomende typen of soorten bedrijven
50
binnen het gebied van WiB-Westflank enerzijds en de rest van de gemeente Utrecht anderzijds. Verderop zullen we hier nader op ingaan. Bedrijfsprofiel in Bedrijvengebied Overvecht onderscheidt zich van andere subwijken Wanneer we het bedrijfsprofiel bekijken binnen de diverse subwijken van het gebied van WiB-Westflank dan komen er duidelijke verschillen naar voren (zie ook tabel 2.5). Vooral de 290 bedrijven in het Bedrijvengebied Overvecht hebben een ander profiel. In deze subwijk gaat het vaak om wat grotere industriële, auto- of groothandelsbedrijven. Verder valt op dat deze 290 bedrijven meestal (77%) de juridische status van een besloten vennootschap hebben, iets wat bij de bedrijven in de andere subwijken veel minder voorkomt. Bovendien gaat voor bijna de helft (42%) van deze 290 bedrijven op dat zij juridisch onderdeel uitmaken van een grotere onderneming. Tenslotte blijkt ruim de helft van deze 290 bedrijven al langer dan 10 jaar gevestigd te zijn, terwijl dat in de andere subwijken steeds opgaat voor een kwart tot een derde deel van de bedrijven. Daarmee vertoont het bedrijfsprofiel in deze subwijk een sterke gelijkenis met overig Westflank, dus de gebieden van Westflank die niet tot het gebied van Wijk in bedrijf Westflank horen. Bij de desbetreffende gebieden gaat het eveneens overwegend om industrieterreinen.
51
Tabel 2.5 - Kenmerken van bestaande economisch actieve bedrijven in de subwijken van het gebied van WiB-Westflank, percentages*
aantal bedrijven.
Zuilen Pij ls- Ondiep Overv. Bedr Kanaal- Kanaal- totaal weerd Dreven geb eiland eiland WiBOverv. Zuid Noord Westflank 385 303 548 472 290 143 184 2.325
overig overig totaal West Utrecht geflank meente Utrecht 1.415 11.488 15.228
Rechtsvorm . eenmanszaak . VOF . BV . overig totaal
68 16 16 0 100
57 17 24 2 100
62 16 21 1 100
53 15 29 3 100
12 9 77 2 100
57 17 20 5 100
49 16 32 3 100
53 15 30 2 100
15 7 73 4 100
51 14 32 3 100
48 13 36 3 100
Bedrijfsomvang . hooguit 1 fulltime .2–4 .5–9 . 10 of meer totaal
66 26 5 2 100
68 23 5 5 100
62 28 6 4 100
54 32 8 6 100
24 28 19 29 100
62 21 6 10 100
51 33 11 5 100
56 28 8 8 100
31 23 14 31 100
60 26 7 7 100
57 26 8 9 100
Hoofd- of nevenvestiging . hoofdvestiging . nevenvestiging totaal
97 3 100
93 7 100
90 10 100
80 20 100
87 13 100
92 8 100
70 30 100
88 12 100
87 13 100
92 8 100
91 9 100
0 6 15 3
0 6 8 2
0 2 10 2
0 2 10 3
1 10 11 20
0 5 6 1
0 5 8 2
0 5 10 5
0 8 8 6
1 4 6 2
1 5 7 2
Branche . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonl. dienstverl. totaal
6 14 4 8 32
8 13 6 4 36
8 21 8 8 28
7 30 6 5 24
25 6 1 2 21
4 16 7 5 41
2 42 7 4 23
9 20 6 6 29
19 8 1 6 37
7 14 6 3 42
8 15 6 4 39
12 100
17 100
13 100
13 100
3 100
15 100
6 100
12 100
7 100
14 100
13 100
Vestigingsjaar . 1992 en eerder . 1993 tm. 1997 . 1998, 1999 . 2000, 2001 . 2002, 2003 totaal
25 20 14 21 20 100
28 20 10 19 23 100
26 19 14 22 19 100
30 22 10 21 17 100
52 20 6 10 12 100
29 14 12 22 23 100
25 23 7 15 29 100
30 20 11 19 20 100
45 22 11 13 9 100
32 20 13 19 16 100
33 20 13 18 16 100
78 7
78 3
68 6
27 31
76 10
61 3
70 8
24 35
70 11
66 13
16
18
26
42
13
35
22
41
19
22
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
Soort bedrijf . zelfstandig eigenaar bedrijf 89 bestuurder bedrijf 4 . niet-zelfstandig bedrijven zonder nat. 7 persoon als eigenaar totaal 100
* In bijlage 2, tabel 2 is dezelfde informatie opgenomen voor de 10 hoofdwijken van Utrecht.
52
Tussen de andere subwijken zien we veel minder verschillen in bedrijfsprofiel, althans met uitzondering van de economische activiteiten. Wat vooral opvalt is het grotere aandeel detailhandel in Overvecht Dreven en in Kanaleneiland Noord. Gemiddeld is dit aandeel in het gebied van WiB-Westflank 20%, maar in Overvecht Dreven is het 30% en in Kanaleneiland Noord zelfs 42%. Verder valt het relatief grote aantal bouwbedrijven in Zuilen op, alsmede het relatief grote aandeel zakelijke dienstverlening in Kanaleneiland Zuid.
Tabel 2.6 – Voorkomen van bepaalde bedrijfstypen in de subwijken van het gebied van WiB-Westflank (aantallen bestaande, economisch actieve bedrijven) Zuilen Pijls- Ondiep Overv. Bedr Kana- Kana- totaal overig totaal weerd Dreven geb lenei- lenei- WiB Utrecht gemeente Utrecht land WestOverv. land Zuid Noord flank aantal bedrijven a. detailhandel in nieuwe auto’s b. supermarkten c. detailhandel in bloemen d. detailhandel in vlees en vleeswaren e. detailhandel in bovenkleding f. detailhandel in schoeisel g. detailhandel in bedden h. detailhandel in optische artikelen i. markthandel in kleding j. Chinees-indische restaurants k. cafetaria’s l. cafés m. catering n. klussenbedrijven o. schildersbedrijven p. taxibedrijven q. organisatie adviesbureaus r. reclamebureaus s. uitzendbureaus t. schoonmaakbedrijven u. rijschool v. productie (video) films
385
303
548
472
290
143
184
2.325 12.903 15.228
0
0
0
0
11
0
0
11
31
42
5 2 3
5 0 0
3 5 7
7 6 4
1 0 0
0 0 1
3 2 3
24 15 18
56 52 41
80 67 59
0
1
5
13
1
1
9
30
148
178
1 0 0
0 4 0
0 5 2
6 0 5
0 0 0
0 0 0
3 0 3
10 9 10
48 13 23
58 22 33
6 0
1 0
3 2
4 6
0 0
1 1
5 0
20 9
20 40
40 49
6 2 0 13 10 17 17
3 7 2 4 4 4 17
9 9 5 18 9 20 15
3 5 2 18 7 8 10
1 1 1 1 5 0 4
2 1 1 2 3 4 7
7 0 1 6 2 3 6
31 25 12 62 40 56 76
98 180 62 241 102 98 1.017
129 205 74 303 142 154 1.093
12 5 14 4 3
9 4 1 1 8
11 17 12 5 5
9 5 8 7 2
2 1 4 1 1
1 3 9 7 0
1 9 8 1 2
45 44 56 26 21
414 142 99 73 113
459 186 155 99 134
53
We zien dus wel verschillen in branchering tussen de diverse subwijken van het gebied WiB-Westflank. Bij deze branchering zijn we bovendien uitgegaan van een vrij ruwe 10-deling (zie tabel 2.5). Wanneer we een meer gedetailleerde indeling naar branches of soorten bedrijven hanteren dan vinden we veel meer verschillen. Tabel 2.6 biedt hiervan een aantal illustraties. Zo laat deze tabel zien dat er in de gemeente Utrecht sprake is van 42 autodealerbedrijven. Hiervan zitten er 11 in het gebied van WiB-Westflank en deze 11 zitten allemaal in Bedrijvengebied Overvecht. Een ander voorbeeld: in de gemeente Utrecht staan 154 taxibedrijven geregistreerd. Hiervan zitten er 56 in het gebied van WiB-Westflank. Er zitten met name veel taxibedrijven in Zuilen (17) en in Ondiep (20), terwijl dit bedrijfstype in Pijlsweerd veel minder voorkomt en in Bedrijvengebied Overvecht zelfs helemaal niet aanwezig is.
2.4 Zelfstandig ondernemerschap versus groot(winkel)bedrijf Voor 1.627 van de 2.325 bedrijven in het gebied van WiB-Westflank gaat op dat in het Handelsregister een of meer personen als eigenaar wordt genoemd. Het gaat hierbij dus om zelfstandig ondernemers die het bedrijf voor eigen rekening en risico voeren. In 193 van de 2.325 bedrijven wordt een bestuurder met naam genoemd. Vaak gaat het hierbij eveneens om zelfstandig ondernemers die het eigen bedrijf de juridische status van een besloten vennootschap hebben gegeven. In ruim driekwart van de bedrijven in het gebied van WiB-Westflank gaat het dus om bedrijven gerund door zelfstandig ondernemers. In de andere 505 bedrijven wordt in het Handelsregister geen natuurlijk persoon als eigenaar vermeld en meestal gaat het dan om filialen of vestigingen van het groot(winkel)bedrijf. Tabel 2.7 illustreert dat er duidelijke verschillen bestaan tussen de 1.627 bedrijven die gerund worden door zelfstandig ondernemers enerzijds en de 505 bedrijven zonder een natuurlijk persoon als eigenaar anderzijds. De eerste categorie van 1.627 bedrijven heeft de volgende kenmerken: . Het gaat vooral om eenmanszaken of vennootschappen onder firma. . Meestal is er hooguit 1 fulltimer werkzaam. . Het gaat altijd om hoofdvestigingen. . Meestal zijn ze in 1998 of later van start gegaan. De 505 bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar vertonen een duidelijk ander profiel. Deze bedrijven hebben: . Vooral de juridische status van een bv. . Meestal 2 of meer fulltimers. . Het gaat vrij vaak om nevenvestigingen. . Ze zijn meestal in 1997 of eerder van start gegaan. 54
Tabel 2.7 – Kenmerken van bestaande economisch actieve bedrijven in gebied WiB-Westflank, aantallen en percentages naar soort bedrijf eigenaar bedrijf
Rechtsvorm . eenmanszaak . VOF . CV . BV . overig totaal Bedrijfsomvang . hooguit 1 fulltime .2–4 .5–9 . 10 of meer totaal Hoofd- of nevenvestiging . hoofdvestiging . nevenvestiging totaal Branche . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, reparatie in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonlijke dienstverlening totaal Vestigingsjaar . 1992 . 1993 t/m 1997 . 1998/1999 . 2000 . 2001 . 2002 . 2003 totaal
bestuurder bedrijf
zonder natuurlijk persoon als eigenaar
abs.
%
abs.
%
abs.
%
1.188 313 8 118 0 1.627
73 19 0 7 0 100
0 0 0 175 18 193
0 0 0 91 10 100
41 35 9 403 16 505
1.154 396 60 17 1.627
71 24 4 1 100
42 59 29 63 193
22 31 15 33 100
1.627 0 1.627
100 0 100
193 0 193
6 74 195 55 108 275 108 105 464 231 1.621
0 5 12 3 7 17 7 6 29 14 100
392 301 208 159 183 216 159 1.618
24 19 13 10 11 13 10 100
totaal WiBWestflank abs.
%
8 7 2 80 3 100
1.229 348 17 696 35 2.325
53 15 1 30 2 100
110 192 104 98 504
22 38 21 19 100
1.306 647 193 178 2.324
56 28 8 8 100
100 0 100
219 286 505
43 57 100
2.039 186 2.325
88 12 100
0 14 20 13 34 16 7 3 71 13 191
0 7 10 7 18 8 4 2 37 7 100
1 25 19 37 61 172 16 20 125 25 501
0 5 4 7 12 34 3 4 25 5 100
7 113 234 105 103 463 131 128 660 269 2.313
0 5 10 5 9 20 6 6 29 12 100
121 25 7 11 13 11 4 192
63 13 4 6 7 6 2 100
178 139 38 36 42 41 20 494
35 28 8 7 8 8 4 100
691 465 253 206 238 268 183 2.304
30 20 11 9 10 12 8 100
* In bijlage 2 tabel 3 is dezelfde informatie opgenomen voor de totale gemeente Utrecht.
55
56
3 Ontwikkelingen in bedrijvigheid in de periode 1993-2002
3.1 Inleiding In hoofdstuk 2 is een beeld geschetst van het aantal en de soort bedrijven in de gemeente Utrecht, waarbij steeds specifiek is ingezoomd op het gebied van WiBWestflank. Daarmee is in hoofdstuk 2 een recente momentopname gemaakt van de bedrijvigheid in de gemeente Utrecht in het algemeen en de situatie terzake in het gebied van WiB-Westflank in het bijzonder. Een belangrijk punt is uiteraard welke ontwikkelingen in de afgelopen jaren tot het huidige niveau van bedrijvigheid hebben geleid. Het gaat hierbij in wezen om de volgende twee vragen: . Hoe heeft het aantal starters zich in het gebied WiB-Westflank de afgelopen 10 jaar ontwikkeld? . Hoe zit het met de overlevingskansen van deze starters? Deze vragen staan in dit hoofdstuk centraal. Ook in dit hoofdstuk zullen we de ontwikkelingen op deze punten analyseren tegen de achtergrond van de ontwikkelingen ter zake in de gehele gemeente Utrecht.
3.2 Ontwikkeling van het aantal starters en van het totaal aantal bedrijven In het kader van deze analyse kijken we 10 jaar terug, dat wil zeggen dat we kijken hoe het aantal bedrijven en het aantal starters – met starters bedoelen we in dit rapport steeds: nieuwe bedrijven – zich ontwikkeld hebben in de periode 1993-2002. Alleen in gebied van WiB-Westflank is sprake van trapsgewijze groei van het aantal starters We beginnen met het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank. Tabel 3.1 brengt in beeld dat er in dit gebied in 1993 162 starters waren. In 2002 waren dit er 326.
57
Tabel 3.1– Ontwikkeling van het aantal starters en van het totaal aantal bedrijven in respectievelijk gebied WiB-Westflank, overig Westflank en overig Utrecht, absolute aantallen WiB-Westflank aantal aantal starters bedrijven
overig Westflank aantal starters
aantal bedrijven
overig Utrecht
totaal Utrecht
aantal starters
aantal bedrijven
aantal starters
aantal bedrijven 8.132 9.034 9.563 10.232 10.885 11.596 12.407 13.575 14.593 15.357*
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
162 223 224 238 220 217 240 339 335 326
1.265 1.448 1.522 1.622 1.694 1.791 1.876 2.054 2.255 2.395
67 69 94 88 88 77 108 109 98 95
824 876 937 996 1.057 1.109 1.193 1.272 1.349 1.408
726 806 856 928 970 984 1.180 1.451 1.307 1.210
6.043 6.710 7.104 7.614 8.134 8.696 9.338 10.249 10.989 11.554
995 1.098 1.174 1.254 1.278 1.278 1.528 1.899 1.740 1.631
index 1993-2002 (1993=100)
201
189
142
171
167
191
171
189
* Eerder is vermeld dat er op dit moment – medio 2003 – in de gemeente Utrecht sprake is van 15.228 bestaande, economisch actieve bedrijven. Het in de tabel voor 2002 genoemde aantal bedrijven ligt met 15.357 wat hoger. Dit komt omdat het aantal van 15.228 gebaseerd is op een momentopname, terwijl de aantallen in tabel 3.1 gebaseerd zijn op cohortanalyses. Bij deze cohortanalyses worden alle bedrijven meegeteld, ook de bedrijven die in het desbetreffende jaar maar een gedeelte van dat jaar hebben bestaan. Voorbeeld: een bedrijf dat in februari 2002 is gestart en na 2 maanden – dus in april 2002 – weer is opgeheven, wordt in de momentopname van medio 2002 niet meegeteld. In de cohortanalyse is dit bedrijf echter wél meegeteld in het cohort 2002-bedrijven.
Tegelijk laat tabel 3.1 zien dat er van een trapsgewijze toename van het aantal starters in het gebied WiB-Westflank sprake is: in 1993 zijn er 162 starters, gevolgd door circa 230 starters in elk van de jaren 1994 tot en met 1999, waarna het aantal starters in elk van de jaren 2000-2002 ongeveer 330 bedraagt. Over de hele periode 19932002 gezien is het aantal starters in het gebied van WiB-Westflank dus iets meer dan verdubbeld (de index voor deze periode is 201). De starterstoename in overig Westflank is duidelijk geringer. Hier stijgt het aantal starters van 67 in 1993 naar 95 in 2002, waarbij bovendien minder sprake is van een trapsgewijze groei. In overig Utrecht stijgt het aantal starters van 726 in 1993 naar 1.210 in 2002. In feite stijgt het aantal starters eerst van 726 in 1993 naar 1.451 in 2000 om daarna weer af te nemen naar 1.210 in 2002. Alleen in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank zien we dus een trapsgewijze toename van het aantal starters: het aantal starters is in elk jaar (ongeveer) gelijk aan of groter dan het aantal in het jaar daarvoor.
58
Surplus aan starters wordt echter niet verzilverd Kijken we naar de ontwikkeling van het totaal aantal bedrijven in deze gebieden dan zien we overal een continue groei van het aantal bedrijven in de periode 1993-2002. Het aantal bedrijven neemt van jaar op jaar toe en dat is zowel het geval in het gebied van WiB-Westflank als in overig Westflank, respectievelijk overig Utrecht. Opmerkelijk is echter wel dat relatief gezien de bedrijventoename in overig Utrecht even groot is als die in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank, terwijl de startersgroei in overig Utrecht, relatief gezien althans, toch duidelijk geringer is geweest in de periode 1993-2002 dan in het gebied van WiB-Westflank. Dit indiceert dat de overlevingskansen van starters in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank geringer zijn dan in de rest van Utrecht. In paragraaf 3.3 zulllen we nader ingaan op deze overlevingskansen. Ondiep, Overvecht en Zuilen leveren meeste starters Tabel 3.2 brengt voor elk van de jaren 1993-2002 de aantallen starters in beeld in de diverse subwijken binnen het gebied van WiB-Westflank. Met name Ondiep, Overvecht Dreven en Zuilen leveren een groot deel van de starters. Voor elk van de jaren 1993-2002 gaat op dat deze 3 subwijken goed zijn voor circa twee derde deel van de starters in het gebied van WiB-Westflank.
59
Tabel 3.2 – Ontwikkeling van het aantal starters in de periode 1993-2002, naar (sub)wijk Jaar
Index
1993 1994 1. WiB-Westflank . Zuilen . Pijlsweerd . Ondiep . Overvecht Dreven . Overvecht bedr.gebied . Kanaleneiland Zuid . Kanaleneiland Noord totaal WiB-Westflank
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
(1993 =100)
24 15 42 32 20 20 9 162
42 31 53 48 26 13 10 223
45 22 42 63 15 22 15 224
32 30 62 57 13 12 32 238
41 28 62 50 9 13 17 220
41 29 58 51 15 14 9 217
47 39 67 35 13 19 20 240
61 50 95 60 21 27 25 339
56 37 80 81 14 39 28 335
50 47 71 70 21 30 37 326
208 313 169 219 105 150 411 201
67
69
94
88
88
77
108
109
98
95
142
3. overig Utrecht
726
806
856
928
970
984 1.180 1.451 1.307 1.210
167
4. gemeente Utrecht . West . Noordwest . Overvecht . Noordoost . Oost . Binnenstad . Zuid . Zuid west . Leidsche Rijn . Vleuten/De Meern totaal gemeente Utrecht
117 149 154 172 189 167 200 221 233 215 120 149 151 170 175 179 216 265 248 239 76 105 109 100 96 85 87 131 126 132 118 132 144 185 163 177 226 253 195 184 114 137 128 128 173 176 174 223 185 159 187 183 196 180 195 191 230 283 240 250 45 72 73 77 65 70 103 114 119 109 97 87 120 132 125 111 147 217 195 165 14 17 24 33 23 32 41 45 57 43 67 67 75 77 74 90 104 147 142 135 955 1.098 1.174 1.254 1.278 1.278 1.528 1.899 1.740 1.631
184 199 174 156 139 134 242 170 307 201 171
2. overig Westflank
Maar Kanaleneiland Noord en Pijlsweerd realiseren, relatief gezien, grootste starters-toename Tegelijkertijd gaat echter op dat Kanaleneiland Noord en Pijlsweerd de gebieden zijn waar het aantal starters in de periode 1993-2002 het sterkste is toegenomen. In deze twee subwijken blijkt zich in de periode 1993-2002 ook de sterkste toename van het aantal bedrijven te hebben voorgedaan. In Kanaleneiland Noord is het aantal bedrijven toegenomen van 78 in 1993 naar 180 in 2002. In Pijlsweerd is een toename opgetreden van 154 in 1993 naar 318 in 2002( zie tabel 3.3). Overigens is in alle subwijken van het gebied WiB-Westflank sprake van een continue toename van het aantal bedrijven in de periode 1993-2002. In Bedrijfsgebied Overvecht is die toename het geringst (zie tabel 3.3), en dat geldt ook voor het aantal starters. Vrijwel voor alle jaren in de periode 1993-2002 gaat op dat er in deze subwijk sprake is van 10 tot 20 starters. Relatief gezien heeft Bedrijfsgebied Overvecht in de periode 1993-2002 terrein verloren: in 1993 zat 15% van de economisch actieve bedrijven binnen het 60
gebied van WiB-Westflank in Bedrijfsgebied Overvecht, maar in 2002 is dit aandeel gedaald naar 12%. Kanaleneiland Noord heeft het aandeel in deze periode vergroot van 6 naar 8% (zie tabel 1 in bijlage 3).
Tabel 3.3 – Ontwikkeling van het aantal bedrijven in de periode 1993-2002, naar (sub)wijk Jaar
Index
1993 1994
1995
1996
1. WiB-Westflank . Zuilen 195 232 253 263 . Pijlsweerd 154 183 181 197 . Ondiep 296 336 343 368 . Overvecht Dreven 257 297 328 349 . Overvecht bedr.gebied 193 216 219 224 . Kanaleneiland Zuid 92 101 112 109 . Kanaleneiland Noord 78 83 86 112 totaal WiB-Westflank 1.265 1.448 1.522 1.622
1997
1998
1999
2000
2001
2002
(1993 =100)
278 208 389 360 227 112 120 1.694
294 230 416 376 237 116 122 1.791
310 248 444 373 247 125 129 1.876
342 284 486 402 261 135 144 2.054
378 296 531 462 271 157 160 2.255
392 318 564 493 284 164 180 2.395
201 206 191 192 147 178 231 189
996
1.057
1.109
1.193
1.272
1.349
1.408
171
3. overig Utrecht
6.043 6.710 7.104 7.614
8.134
8.696
9.338
10.249 10.989 11.554
191
4. gemeente Utrecht . West . Noordwest . Overvecht . Noordoost . Oost . Binnenstad . Zuid . Zuidwest . Leidsche Rijn . Vleuten/De Meern
1.135 885 605 852 1.039 1.656 391 794 150 625
1.565 1.196 808 1.200 1.364 2.042 514 1.041 238 917
1.657 1.289 830 1.310 1.474 2.124 549 1.095 261 1.007
1.752 1.379 853 1.424 1.565 2.247 600 1.180 296 1.111
1.891 1.519 924 1.581 1.685 2.403 656 1.323 335 12.58
189 197 178 205 176 160 197 190 272 236
totaal Utrecht
8.132 9.034 9.563 10.232 10.885 11.596 12.407 13.575 14.593 15.357
2. overig Westflank
824
876
1261 1.003 693 953 1.160 1.801 447 859 165 692
937
1.356 1.041 740 1.021 1.199 1.880 459 913 187 767
1.445 1.122 776 1.138 1.259 1.946 492 993 218 843
2.036 1.648 1.006 1.680 1.771 2.519 715 1.443 382 1.393
2.148 1.745 1.075 1.744 1.826 2.657 771 1.509 408 1.474
189
Kijken we niet alleen naar het gebied van WiB-Westflank, maar naar de gehele gemeente Utrecht dan blijken Leidsche Rijn en Vleuten/De Meern de grootste groeiers in bedrijvigheid te zijn. Hier is zowel de procentuele stijging van het aantal starters als van het aantal bedrijven groter dan in de andere hoofdwijken van Utrecht. De laagste scores worden gerealiseerd door Binnenstad. Het aantal starters in deze wijk is toegenomen van 187 in 1993 naar 250 in 2002 en het totaal aantal bedrijven is in deze periode toegenomen van 1.656 naar 2.657. Binnenstad heeft relatief gezien positie verloren. Het aandeel in de bedrijvigheid is hier terug gelopen van 20% in 1993 naar 61
17% in 2002. Leid-sche Rijn en Vleuten/De Meern hebben hun gezamenlijk aandeel in deze periode vergroot van 10 naar 13 procent (zie bijlage 3, tabel 2). Voor elk van de subwijken in het gebied van WiB-Westflank gaat op dat de indexscores voor startersgroei corresponderen met de indexscores voor bedrijvengroei. Een hoge score op de ene index gaat gepaard met een hoge score op de andere index ( vergelijk de laatste kolom van tabel 3.2 met de laatste kolom van tabel 3.3). Hetzelfde gaat op voor de hoofdwijken van de gemeente Utrecht, althans met één uitzondering: Noordoost. De index voor bedrijvengroei is hier de op twee na hoogste, maar de index voor startersgroei is de op twee na laagste. De overlevingskansen van de starters zijn hier blijkbaar gunstig. Dit kan te maken hebben met kenmerken van de wijk, maar ook met kenmerken van de starters. Vooral in bouw, vervoer en zakelijke dienstverlening stijging van aantal starters De relatief sterkste startersgroei en bedrijvengroei heeft zich in de periode 1993-2002 voorgedaan in de bouwnijverheid, het vervoer en de (zakelijke) dienstverlening. Dit gaat zowel op voor het gebied WiB-Westflank als voor de rest van de gemeente Utrecht (zie tabel 3.4). In de industrie en in de detailhandel is het aantal starters in 2002 nauwelijks groter dan in 1993. In één sector is in 2002 sprake van minder starters dan in 1993, namelijk in de groothandel.
Tabel 3.4 – Ontwikkeling van het aantal starters en het totaal aantal ondernemingen in diverse sectoren in de periode 1993-2002, gespecificeerd per gebied (indexcijfers 1993-2002, waarbij 1993=100) WiB-Westflank
overig Westflank
overig Utrecht
totaal gemeente Utrecht
index index index index index index index index starters- bedrijven- starters- bedrijven- starters- bedrijven- starters- bedrijvengroei groei groei groei groei groei groei groei . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke diensverl. . persoonl. dienstverl. totaal
-* 110 293 150 71 134 107 650 350 186 202
80 126 226 140 144 133 137 400 299 234 189
100 83 175 125 144 142
200 121 156 137 131 193 106 179 218 306 171
50 103 307 140 79 116 179 267 209 198 168
193 148 237 135 144 113 131 219 276 235 191
56 106 311 136 78 122 188 309 217 203 171
173 140 222 137 141 120 131 236 272 238 189
* Wanneer er in 1993 hooguit 3 starters waren zijn er geen indexcijfers berekend. Het precieze aantal starters naar jaar (1993-2002) en naar (sub)wijk is te zien in bijlage 3, tabel 3. Het precieze totaal aantal bedrijven in elk van de jaren 1993-2002 in de diverse (sub)wijken is te zien in bijlage 3, tabel 4.
62
Ook dit gaat op zowel in het gebied WiB-Westflank als in de rest van de gemeente Utrecht en het heeft waarschijnlijk onder andere te maken met zowel de versoepeling van de Vestigingswet (waardoor detailhandelsbedrijven zich niet langer als groothandel laten registreren) als met het streven van andere bedrijven in de keten om de tussenhandel zo veel mogelijk uit te schakelen. (Zakelijke) dienstverlening vergroot aandeel het meest Van alle bestaande, economisch actieve bedrijven die er in 1993 in de gemeente Utrecht waren, zat 27 procent in de zakelijke dienstverlening. In 2002 is het aandeel van de zakelijke dienstverl3ening gestegen naar 39 procent. Het aandeel detailhandelsbedrijven in de gemeente Utrecht is in de periode 1993-2002 gedaald van 23 naar 14 procent (zie bijlage 3, tabel 5). Ook in het gebied WiB-Westflank heeft de detailhandel in de afgelopen 10 jaar terrein verloren, maar in mindere mate dan in de totale gemeente Utrecht. In het gebied van WiB-Westflank is het aandeel detailhandel gezakt van 28 procent in 1993 naar 20 procent in 2002. Het aandeel zakelijke dienstverlening is ook in het gebied van WiB-Westflank sterk gestegen, namelijk van 18 procent in 1993 naar 29 procent in 2002 (zie verder bijlage 3, tabel 6). Het aantal bedrijven in Utrecht is in de periode 1993-2002 toegenomen van 8.132 in 1993 naar 15.357 in 2002. Tabel 3.5 laat zien dat de sterkste toename is opgetreden bij de categorie ‘eigenaarbedrijven’, namelijk van 4.983 bedrijven in 1993 naar 10.158 bedrijven in 2002; meer dan een verdubbeling dus in 10 jaar tijd (indexcijfer 204). Het aantal ‘bestuurdersbedrijven’ is in deze periode eveneens toegenomen, maar naar verhouding duidelijk minder snel of veel. Deze categorie is gegroeid van 1.374 bedrijven in 1993 naar 1.951 bedrijven in 2002 (indexcijfer is 142). De categorie ‘bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar’ neemt met een indexcijfer van 183 een tussenpositie in wat betreft bedrijventoename. In feite betekent dit dat de ‘eigenaarbedrijven’ in de afgelopen 10 jaar een groter aandeel zijn gaan uitmaken van het totaal aantal economisch actieve bedrijven in de gemeente Utrecht. In 1993 was hun aandeel 61 procent en in 2002 is dit gestegen tot 66 procent. Het aandeel ‘bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar’ schommelt deze hele periode rond de 21-22 procent. Het aandeel ‘bestuurdersbedrijven’ neemt af van 17 procent in 1993 tot 14 procent in 2002 (zie tabel 7 in bijlage 3). Binnen het gebied van WiB-Westflank is sprake van identieke ontwikkelingen (zie bijlage 3, tabel 8). Kijken we naar de ontwikkeling van het aantal starters in de periode 1993-2002 dan zien we hetzelfde beeld. Deze toename is het grootste bij de ‘eigenaarbedrijven’ en het minst groot bij de ‘bestuurdersbedrijven’. Kijken we echter naar de verhouding tussen beide indexcijfer – het indexcijfer voor de ontwikkeling van het aantal starters en het indexcijfer voor de ontwikkeling van het aantal bedrijven – dan is die het meest
63
gunstig voor de categorie ‘bestuurdersbedrijven’ en het minst gunstig voor de categorie ‘eigenaarbedrijven’.
Tabel 3.5 – Ontwikkeling van het aantal starters en van het aantal bedrijven in de periode 1993-2002, voor 3 categorieën bedrijven eigenaar bedrijf
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002 (1993=100)
aantal starters
aantal bedrijven
708 851 864 953 960 1.020 1.187 1.488 1.366 1.307 185
bestuurder bedrijf
zonder natuurlijk persoon als eigenaar
totaal gemeente Utrecht
aantal starters
aantal bedrijven
aantal starters
aantal bedrijven
aantal starters
aantal bedrijven
4.983 5.669 5.996 6.458 6.873 7.421 7.999 8.852 9.589 10.158
83 76 107 98 87 80 90 126 90 65
1.374 1.436 1.506 1.577 1.634 1.692 1.750 1.850 1.920 1.951
164 171 203 203 231 178 251 285 284 259
1.775 1.929 2.061 2.197 2.378 2.483 2.658 2.873 3.084 3.248
955 1.098 1.174 1.254 1.278 1.278 1.528 1.899 1.740 1.631
8.132 9.034 9.563 10.232 10.885 11.596 12.407 13.575 14.593 15.357
204
78
142
158
183
171
189
3.3 Overlevingskansen van starters in gebied in WiB-Westflank kleiner Door beschouwing van de jaarlijkse ‘uitval’ onder starters kan worden vastgesteld in welke mate ondernemers erin slagen om een levensvatbaar bedrijf neer te zetten. Tabel 3.6 brengt de overlevingsfracties in beeld voor de diverse jaargroepen starters, waarbij we steeds een onderscheid maken tussen starters in het gebied van WiBWestflank en de starters elders in de gemeente Utrecht. Uit deze tabel blijkt dat starters in het gebied van WiB-Westflank steeds een lagere kans hebben om het eerste jaar te overleven dan de starters elders in Utrecht. Zo slaagt ‘slechts’ 78 procent van de 162 1993-starters in het gebied van WiB-Westflank erin het eerste jaar te overleven, terwijl dit cijfer voor de rest van de gemeente Utrecht 89 procent is. Ook in de jaren na 1993 zien we steeds een verschil tussen starters in het gebied van WiB-Westflank en de overige Utrecht-starters, waarbij het verschil steeds in het nadeel van de WiB-Westflank is. Tabel 3.6 laat verder zien dat ook jaren na de start er nog steeds een verschil is tussen starters in het gebied van WiB-
64
Westflank en starters elders in Utrecht. Het percentage bedrijven dat nog bestaat is in het gebied van WiB-Westflank steeds (iets) lager dan in de rest van Utrecht. In de analyse komt naar voren dat ook de branche waarin men van start gaat nog een rol speelt bij de overlevingskansen. Met name van de starters in de groothandel valt een relatief groot deel al in het eerste jaar uit (zie tabel 3 in bijlage 3). Dit geldt zowel voor het gebied van WiB-westflank als voor de rest van de gemeente Utrecht. De kansen voor starters om het eerste jaar te overleven zijn zo te zien relatief gunstig in zowel de zakelijke als de persoonlijke dienstverlening. Ook dit geldt niet alleen voor het gebied van WiB-westflank, maar eveneens voor de rest van de gemeente Utrecht. In tabel 3.6 komt naar voren dat de kansen van starters om het eerste jaar te overleven in het gebied WiB-Westflank systematisch lager liggen dan in de rest van de gemeente Utrecht. Tabel 3 in bijlage 3 laat zien dat dit patroon zich min of meer herhaald in de verschillende economische sectoren, maar dat er tevens sprake is van enkele uitzonderingen. Dit gaat op voor de vervoersector, maar veel duidelijker nog voor de garagebedrijven (handel in en reparatie van auto’s). Starters in deze sector blijken in het gebied van WiB-Westflank zeker zo vaak het eerste jaar na de start te overleven dan het geval is bij de starters die elders in Utrecht een dergelijk bedrijf beginnen (zie tabel 9 in bijlage 3).
65
Tabel 3.6 - Overlevingsfracties van de starters in de periode 1993-2002 % over na aantal 1 jaar starters (=100%) 1993 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1994 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1995 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1996 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1997 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1998 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1999 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 2000 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 2001 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 2002 starters . WiB-Westflank . overig Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht
66
2 jaar
3 jaar 4 jaar
5 jaar
6 jaar
7 jaar 8 jaar
9 jaar 10 jaar
162 67 726 955
78 93 89 87
69 87 77 76
61 84 68 68
51 76 63 62
49 75 60 59
46 69 56 55
42 67 53 52
39 66 50 49
36 66 48 47
223 69 806 1.098
77 91 85 84
64 83 74 73
57 80 69 67
52 75 64 62
48 75 59 58
42 75 55 54
38 74 53 52
37 72 51 49
36 70 49 48
224 94 856 1.174
77 96 88 87
66 91 78 77
61 88 72 71
56 85 65 65
51 82 61 60
50 81 58 58
49 78 54 55
47 76 53 53
238 88 928 1.254
85 93 89 89
75 90 80 80
65 89 72 72
59 84 66 66
56 84 62 62
52 81 59 59
50 78 57 57
220 88 970 1.278
81 100 89 88
67 98 76 76
61 92 69 69
55 90 64 64
52 86 61 62
49 85 59 59
217 77 984 1.278
79 96 90 89
67 91 82 80
59 86 76 74
54 83 69 68
52 81 66 64
240 108 1.180 1.528
86 97 91 91
74 93 83 83
64 92 77 76
60 91 72 71
339 109 1.451 1.899
86 97 90 90
71 94 81 80
62 89 75 74
335 98 1.307 1.740
79 91 90 88
72 87 84 82
326 95 1.210 1.631
86 93 90 90
36 66 47 46
Eigenaar bedrijven hebben geringere overlevingskans Eerder zagen we dat het aantal starters in de categorie eigenaarbedrijven sterker is gegroeid dan bij de andere categorieën bedrijven (respectievelijk de bestuurdersbedrijven en de bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar). Ook het aantal eigenaarbedrijven is in de periode 1993-2002 sterk toegenomen. Tegelijkertijd kwam naar voren dat de verhouding tussen starterstoename en bedrijventoename voor de categorie eigenaarbedrijven minder gunstig is dan bij de andere twee categorieën bedrijven. Dit duidt erop dat starters in de categorie eigenaarbedrijven een lagere overlevingskans hebben dan starters in de andere twee categorieën bedrijven. Tabel 3.7 laat zien dat dit inderdaad het geval is. Al in het eerste jaar na de start worden er verschillen in overlevingskans zichtbaar. Vijf jaar na de start is van de starters in de categorie eigenaarbedrijven nog circa 50 à 55 procent over. Bij de starters in de andere twee categorieën is deze score met 80 à 90 procent duidelijk beter.
67
Tabel 3.7 - Overlevingsfracties van de starters in de periode 1993-2002 % over na aantal 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar starters (=100%) 1993 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 1994 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 1995 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 1996 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 1997 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . geen eigen./bestr. . totaal Utrecht 1998 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 1999 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 2000 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 2001 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht 2002 starters . eigenaar bedrijven . bestuurder bedrijven . overige . totaal Utrecht
708 83 164 955
85 96 94 87
71 95 88 76
61 92 86 68
55 90 78 62
51 88 77 59
47 88 74 55
43 87 73 52
40 87 70 49
38 83 68 47
851 76 171 1.098
80 99 95 84
68 95 88 73
61 92 87 67
56 87 83 62
51 83 82 58
46 78 82 54
44 72 78 52
42 68 77 49
41 67 74 48
864 107 203 1.174
83 97 97 87
70 95 95 77
64 93 93 71
56 90 88 65
51 86 86 60
49 83 83 58
46 80 81 55
44 80 80 53
953 98 203 1.254
86 99 98 89
76 97 92 80
66 94 88 72
59 92 84 66
55 91 82 62
52 89 80 59
50 86 79 57
960 87 231 1.278
86 98 94 88
72 95 88 76
63 93 85 69
58 92 80 64
55 91 77 62
52 90 74 59
1.020 80 178 1.278
86 100 98 89
76 96 96 80
69 95 91 74
63 93 84 68
59 93 80 64
1.187 90 251 1.528
89 98 98 91
79 96 94 83
72 93 91 76
66 92 88 71
1.488 126 285 1.899
88 99 97 90
76 96 94 80
68 96 90 74
1.366 90 284 1.740
86 99 96 88
78 99 93 82
1.307 65 259 1.631
88 98 96 90
* Overige = bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar.
68
37 82 67 46
4 Bedrijvigheid naar etniciteit
4.1 Inleiding In hoofdstuk 1 is vermeld dat in het Handelsregister voor de gemeente Utrecht in totaal 19.316 functionarissen ingeschreven staan in bestaande, economisch actieve bedrijven. Bij deze 19.316 functionarissen gaat het in 12.071 gevallen (62%) om personen die ingeschreven staan als eigenaar. Bij 3.317 (17%) van de 19.316 functionarissen gaat het om bestuurders. Bij de resterende 3.928 functionarissen gaat het om personen die geen eigenaar of mede-eigenaar van de desbetreffende bedrijven zijn. Het gaat in deze categorie overwegend om procuratiehouders en commissarissen. De etniciteit van een bedrijf staat niet als zodanig geregistreerd in het Handelsregister. In feite kan alleen iets gezegd worden over de etniciteit van bedrijven aan de hand van de in het Handelsregister ingeschreven functionarissen. In het Handelsregister is namelijk informatie opgenomen over het geboorteland van de ingeschreven functionarissen. Aan de hand van dit gegeven hebben we de etniciteit van de 12.071 eigenaren/vennoten en de 3.317 bestuurders vastgesteld. In paragraaf 4.2 tot en met paragraaf 4.4 zullen we niet alleen een overzicht bieden van de etniciteit van deze 15.388 personen, maar tevens andere kenmerken de revue laten passeren. In een aantal gevallen is sprake van meer dan een eigenaar per bedrijf. In totaal runnen de 15.388 personen 11.945 bedrijven. In paragraaf 4.5 en verder staan deze 11.945 bedrijven centraal. Belangrijke vragen die hierbij aan de orde komen zijn: . Om hoeveel autochtone en om hoeveel allochtone bedrijven gaat het hierbij? . Hoe is deze samenstelling binnen het werkgebied van WiB-Westflank en is er sprake van verschillen in deze samenstelling tussen de diverse subwijken? . Is er verschil in branchekeuze tussen autochtone en allochtone ondernemers?
4.2 Bepaling van etniciteit Etniciteit alleen vastgesteld voor zelfstandig ondernemers In de inleiding hebben we aangegeven dat de etniciteit van bedrijven alleen afgeleid kan worden aan de hand van de etniciteit van de eigenaar, namelijk aan de hand van zijn of haar geboorteland. Dit impliceert dat we alleen de etniciteit kunnen vaststellen van bedrijven waarvan in het Handelsregister is aangegeven wie de eigenaar is. In hoofdstuk 2 hebben we aangegeven dat voor 11.945 van de 15.288 bestaande econo69
misch actieve bedrijven in de gemeente Utrecht in het Handelsregister wordt aangegeven wie de eigenaar of bestuurder is. In het laatste geval – de bestuurders – gaat het vaak om personen die een bedrijf runnen in de vorm van een besloten vennootschap, waarvan zijzelf aandeelhouder zijn. In feite gaat ook voor de meeste bestuurders op dat zij het bedrijf voor eigen rekening voeren. Vandaar dat we zowel de eigenaren als de bestuurders tot de categorie zelfstandig ondernemers hebben gerekend. Alleen voor deze categorie hebben we de etniciteit vastgesteld. Aan de hand van de etniciteit van deze eigenaren en bestuurders hebben we namelijk de etniciteit van de desbetreffende bedrijven vastgesteld en het heeft immers geen enkele zin om de etniciteit van bedrijven af te leiden aan de hand van personen die geen eigenaar van het bedrijf zijn zoals procuratiehouders, commissarissen, etc. Voor zoverre voor bedrijven in het Handelsregister een of meer functionarissen worden vermeld gaat het overigens bijna altijd ook om een of meer eigenaren of bestuurders (zie tabel 4.1).
Tabel 4.1 – Bedrijven waarvoor in het Handelsregister wel of niet functionarissen worden vermeld, alsmede de aard van de ingeschreven functionarissen WiB-Westflank
, bedrijven waarvoor in Handelsregister geen functionarissen worden vermeld . bedrijven waarvoor in Handelsregister wel een of meer functionarissen worden vermeld, namelijk . bedrijven waarvoor eigenaar wordt vermeld . bedrijven waarvoor bestuurder wordt vermeld . bedrijven waarvoor alleen ander functionaris wordt vermeld totaal
Gemeente Utrecht in totaliteit
abs
%
abs
%
470
20%
2.995
20%
1.627 193 35
70% 8% 2%
9.991 1.954 2788
66% 13% 2%
2.325
100%
15.228
100%
Tegelijkertijd brengt tabel. 4.1 in beeld dat er een aanzienlijke groep bedrijven (20%) is waarvoor in het Handelsregister geen natuurlijk persoon als eigenaar wordt vermeld. Deze bedrijven vormen onderdeel van een ander Nederlands of buitenlands bedrijf. We beschikken hieromtrent echter niet over nadere gegevens en daarom worden deze bedrijven in de verdere analyse buiten beschouwing gelaten, evenals de 288 bedrijven waarvoor in het Handelsregister wel functionarissen vermeld staan, maar niemand in de hoedanigheid van eigenaar of bestuurder. In de verdere analyse op bedrijfsniveau gaat het om 15.388 zelfstandig ondernemers van wie er 2.337 in het gebied van WiB-Westflank zitten. Tezamen exploiteren deze 70
zelfstandig ondernemers 11.945 bedrijven waarvan er 1.820 in het gebied van WiBWestflank zitten. Onderscheid in autochtone en (niet-)westers allochtone ondernemers conform CBSdefinitie Bij de indeling van ondernemers in autochtoon, westers allochtoon en niet-westers allochtoon hebben we de standaarddefinitie en de standaardindeling van het CBS gevolgd (zie verder onder tabel 4.1).
4.3 Etniciteit van de zelfstandig ondernemers Ruim driekwart autochtoon en bijna een kwart allochtoon Onder de 15.388 in het Handelsregister ingeschreven zelfstandige ondernemers bevinden zich 11.806 (77%) autochtone ondernemers en bijna 3.600 allochtone ondernemers (zie tabel 4.2). Bij deze allochtone ondernemers gaat het iets vaker (12%) om niet-westers dan om westers allochtonen (11%). Het aandeel niet-westers allochtone ondernemers varieert van 5% in Oost en in Vleuten/De Meern tot 20% in Overvecht (zie bijlage 4, tabel 2). De indeling naar etniciteit Binnen de categorie niet-westers en de categorie westers allochtone ondernemers gaat het steeds om een groot aantal etniciteiten. Er is in Nederland tot nog toe geen sprake van één standaardindeling naar etniciteit. Veel gebruikte indelingen zijn de indeling van het CBS en de indeling in het kader van het integratiebeleid etnische minderheden. Wij hebben gekozen voor een mengvorm van beide indelingen. De hoofdindeling in niet-westers allochtonen, westers allochtonen en autochtonen is conform het CBS. Bij de verdere weergave binnen deze 3 categorieën hebben we een vrij grove aanpak gecombineerd met een veel fijnere. De grove indeling – zie tabel 4.2 – bestaat uit 10 afzonderlijke groepen en de fijne – zie bijlage 4, tabel 1 – uit 39. Onder de 1.848 niet-westers allochtone ondernemers in Utrecht bevinden zich 519 Turken, 432 Marokkanen, 287 Surinamers en 73 Antillianen/Arubanen. Onder de categorie ‘overige niet-westers allochtonen’ bevinden zich vrij veel ondernemers die afkomstig zijn uit China en Hongkong (zie bijlage 4, tabel 1). Onder de westers allochtone ondernemers in Utrecht bevinden zich vooral veel Indische Nederlanders (zie tabel 4.2), Duitsers, Engelsen en Belgen (zie bijlage 4, tabel 1).
71
Tabel 4.2 – Aantal zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht, naar etniciteit* overig Westflank
WiBWestflank
Eniciteit ondernemers A: Niet-westers allochtoon 1. Turkije 2. Marokko 3. Suriname 4. Ned. Antillen/Aruba 5. overig niet-westers** subtotaal niet-westers allochtoon B: Westers allochtoon 6. doelgroepen integratiebeleid** 7. Oost Europa 9. Indonesië 9. overig Westers** subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon 10. Nederland totaal (abs.=100%)
abs.
%
1 1 1 1 2 5
305 265 205 58 406 1.239
16
1
1 2 5 9
3 15 150 184
68 100
986 1.237
%
202 152 74 8 106 542
9 7 3 0 5 23
12 15 8 7 25 67
40
2
19 41 110 210
%
totaal gemeente Utrecht
abs.
abs.
1.582 2.334***
overig Utrecht
abs.
%
3 2 2 0 3 10
519 432 287 73 537 1.848
3 3 2 0 3 12
153
1
209
1
0 1 12 15
67 401 711 1.332
1 3 6 11
89 457 971 1.726
1 3 6 11
80 100
9238 11.809
78 100
11.806 15.380***
77 100
*
De indeling in autochtoon, westers allochtoon en niet-westers allochtoon is conform de standaarddefinitie en de standaardindeling van het CBS. Volgens deze definitie worden tot de allochtonen gerekend: . Zij die zelf in het buitenland zijn geboren en van wie ten minste één ouder eveneens in het buitenland is geboren (eerste generatie); . Zij die in Nederland zijn geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren (tweede generatie). ** Een nadere aanduiding van de diverse etniciteiten, die onder deze categorieën vallen, is opgenomen in tabel 2 van bijlage 4. *** Niet van alle 15.388 personen is het geboorteland en/of de leeftijd bekend.
In gebied WiB-Westflank bijna eenderde deel allochtone ondernemers In het gebied van WiB-Westflank staan 2.337 zelfstandig ondernemers in het Handelsregister vermeld. Hieronder bevinden zich 1.582 (68%) autochtonen, 542 (23%) niet-westers allochtonen en 210 (9%) westers allochtonen. Het aandeel niet-westers allochtone ondernemers is in het gebied van WiB-Westflank dus dubbel zo groot als in de rest van Utrecht (zie tabel 4.2). Met name het aandeel Turkse en Marokkaanse ondernemers is in het werkgebied van WiB-Westflank duidelijk groter (16%) dan in de rest van Utrecht (5%). Ook binnen de diverse subwijken in het gebied WiB-Westflank bestaan echter grote verschillen. Het aandeel niet-westers allochtone ondernemers varieert van 9% in Bedrijfsgebied Overvecht tot 51% in Kanaleneiland Noord. Met name in Kanaleneiland Zuid en Kanaleneiland Noord zitten relatief veel Turkse en Marokkaanse onder72
nemers. Autochtone ondernemers zijn in deze twee subwijken in de minderheid (zie tabel 4.3).
Tabel 4.3 – Etniciteit van de zelfstandig ondernemers in het gebied van WiBWestflank, naar subwijk Wijk*
Eniciteit ondernemers A: Niet-westers Allochtoon Turkije Marokko Suriname Ned. Antillen/Aruba overig niet-Westers subtotaal niet-westers allocht. B: Westers Allochtoon doelgroepen integratiebeleid Oost Europa Indonesië overig Westers subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon Nederland totaal (abs.=100%)
1
2
3
4
5
6
7
6 5 3 1 3 19
5 2 5 1 4 16
12 5 2 0 4 24
4 7 4 1 9 25
2 1 2 3 7
3 0 2 6 12
2 1 2 4 8
74 438
72 329
68 564
totaal WiBWestflank
4 1 2 0 1 9
14 15 1 0 8 39
23 21 3 0 4 51
9 7 3 0 5 23
2 2 2 4 9
0 0 1 8 9
1 1 3 8 13
1 1 2 3 7
2 1 2 5 9
66 443
82 246
48 157
42 157
68 2.334**
* 1 = Zuilen 5 = Bedrijfsgebied Overvecht 2 = Pijlsweerd 6 = Kanaleneiland Zuid 3 = Ondiep 7 = Kanaleneiland Noord 4 = Overvecht Dreven ** Het totaal is kleiner dan 2.337 omdat van 3 zelfstandig ondernemers het geboorteland niet bekend is.
Aandeel vrouwen vooral bij Turken en Marokkanen laag In hoofdstuk 2 zagen we dat van de zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht 26% vrouw is en 74% man. In het gebied WiB-Westlfank bleek het aandeel vrouwen onder de zelfstandig ondernemers met 22% wat lager te zijn dan in de rest van Utrecht. Tabel 3 in bijlage 4 laat zien dat het aandeel vrouwen onder de autochtone ondernemers 26% is. In de categorie westers allochtone ondernemers is het 33% en in de categorie niet-westers allochtone ondernemers is het 21%. Binnen beide laatstgenoemde categorieën is echter sprake van grote verschillen. Binnen de categorie nietwesters allochtone ondernemers is het aandeel vrouwen bij de Turken en Marokkanen – in beide gevallen 15% – duidelijk lager dan bij de Surinamers (26%) en bij de Antillianen/Arubanen (38%). Opmerkelijk is de situatie bij de Oost-Europeanen. Bij deze categorie zelfstandig ondernemers is het aandeel vrouwen 51%. 73
Turken en Marokkanen starten op jonge leeftijd De gemiddelde leeftijd van de zelfstandig ondernemers in Utrecht is 43 jaar en de gemiddelde startleeftijd is 37 jaar. De Turkse en Marokkaanse ondernemers zijn met gemiddeld 34 jaar duidelijk jonger dan de rest van de ondernemers. Zij blijken ook op jongere leeftijd voor het ondernemerschap te kiezen. De gemiddelde startleeftijd bij de Turken is namelijk 31 jaar en bij de Marokkanen 32 jaar.
4.4 Eerste en tweede generatie allochtone ondernemers Voor onderscheid is informatie uit GBA nodig Tot nog toe hebben we een onderscheid gemaakt tussen autochtone ondernemers, westers allochtone ondernemers en niet-westers allochtone ondernemers. Binnen de westers en niet-westers allochtone ondernemers kan nog een verder onderscheid worden gemaakt tussen eerste en tweede generatie allochtone ondernemers. Kenmerkend voor de eerste generatie is dat ze zelf niet in Nederland zijn geboren en dat tevens minimaal één van hun ouders niet in Nederland is geboren. Kenmerkend voor de tweede generatie is dat ze zelf weliswaar in Nederland zijn geboren, maar dat een of beide ouders elders zijn geboren. Het Handelsregister alléén volstaat niet om dit onderscheid te maken. Daarin is namelijk alleen informatie opgenomen over het geboorteland van de ingeschreven personen zelf. Informatie over de ouders ontbreekt in het Handelsregister. Deze informatie is wél aanwezig in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Vandaar dat we een koppeling hebben laten maken tussen Handelsregister en GBA. Door deze koppeling is overigens meer informatie beschikbaar gekomen dan alleen over het geboorteland van de ouders. Tevens hebben we op deze manier informatie gekregen over het geslacht van de ondernemers en – voor zoverre ze niet in Nederland zijn geboren – op welke leeftijd ze naar Nederland zijn gekomen. Bij dit laatste gaat het om relevante informatie. Vaak wordt namelijk een pragmatisch onderscheid gemaakt tussen eerste en tweede generatie allochtone ondernemers aan de hand van het criterium geboorteland. De sociale betekenis van het criterium geboorteland is echter vrij gering. Van veel meer belang is waar personen hun formatieve jaren doorbrengen. Een kind dat in het buitenland geboren is, maar zijn gehele schooltijd in Nederland heeft doorgebracht, heeft een betere entree tot de Nederlandse samenleving dan een eveneens in het buitenland geboren kind dat pas op latere leeftijd naar Nederland is gekomen. Op basis van dergelijke argumenten zijn andere definities c.q. onderscheidingen mogelijk, bijvoorbeeld om óók personen die welis74
waar elders geboren zijn, maar hun opleiding volledig in Nederland hebben genoten, tot de tweede generatie te rekenen. Bij de analyse van de beschikbare data hebben wij overigens geen keuze hoeven te maken. Wij hebben er namelijk voor gekozen de leeftijd waarop elders geboren ondernemers naar Nederland zijn gekomen als variabele in de analyse te hanteren (zie bijvoorbeeld tabel 4.4). Hiervoor hebben we al aangegeven dat het alleen zinvol is om de etniciteit te bepalen van functionarissen in de hoedanigheid van eigenaren of bestuurders van bedrijven. Dit betekent dat alleen voor de 15.388 eigenaren en bestuurders van economisch actieve bedrijven in de gemeente Utrecht een koppeling is gemaakt tussen Handelsregister en GBA. In 5.489 situaties is dit echter niet gelukt. Meestal (3.886 situaties) omdat de desbetreffende personen wel een bedrijf in de gemeente Utrecht exploiteren, maar er zelf niet wonen (en dus niet ingeschreven staan in het GBA van de gemeente Utrecht). In de andere 1.603 situaties is het überhaupt niet gelukt om een koppeling van Handelsregister en GBA tot stand te brengen. Leeftijd waarop allochtone ondernemers in Nederland zijn gekomen Van de 15.378 zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht is het in ruim eenderde deel (35%) niet gelukt om gegevens uit het GBA te verkrijgen (zie tabel 4.4). Verder laat deze tabel zien dat het bij 49% van deze 15.378 ondernemers om autochtone Nederlanders gaat en in 14% om allochtone ondernemers. Tenslotte blijkt dat het bij deze allochtone ondernemers hoofdzakelijk om tweede generatie allochtone ondernemers gaat (6%) – dus om hier geboren personen met minimaal één elders geboren ouder – én om eerste generatie allochtone ondernemers die bij hun komst naar Nederland 18 jaar of ouder waren (5%). Van de 2.334 zelfstandig ondernemers in het gebied van WiB-Westflank is in 34% geen koppeling tot stand gekomen tussen Handelsregister en GBA, in 42% van de gevallen gaat het om autochtone personen en in 23% om allochtone personen. Naar verhouding zitten in dit gebied betrekkelijk weinig allochtone ondernemers die hier boren zijn, dus tweede generatie allochtone ondernemers.
75
Tabel 4.4 – Resultaten van de koppeling Handelsregister en GBA Wijk in Bedrijf Westflank abs. . niet koppelbaar, geen koppelingsnummer . niet koppelbaar, omdat persoon niet in Utrecht woont . autochtoon . tweede generatie allochtoon (in Nederland geboren) e . voor 5 naar Nederland . tussen 6-11 naar Nederland . tussen 12-17 naar Nederland . 18 of ouder bij komst . leeftijd bij komst onbekend totaal
%
overig Westflank abs.
overig Utrecht
totaal gemeente Utrecht
%
abs.
%
abs.
%
242
10
227
18
1.134
10
1.603
10
561
24
714
58
2.611
22
3.886
25
986 144
42 6
250 15
20 1
6.292 774
53 7
7.528 933
49 6
36 2 57 2 72 3 236 10 2.334 100
2 6 4 19 1.237
0 0 0 2 100
130 132 146 588 11.807
1 1 1 5 100
168 1 195 1 222 1 843 5 15.378* 100
* Van 10 ondernemers ontbreekt informatie over het geboorteland
Van de 752 allochtone ondernemers in het gebied van WiB-Westflank zijn er 144 in Nederland geboren In totaal is het bij 5.489 zelfstandig ondernemers niet gelukt een koppeling tot stand te brengen tussen Handelsregister en GBA. Op basis van het Handelsregister is echter bekend dat van deze 5.489 personen er 1.211 buiten Nederland zijn geboren. In deze gevallen gaat het dus zonder meer om allochtone ondernemers, alleen weten we niet op welke leeftijd zij naar Nederland zijn gekomen. Van de andere 4.278 personen weten we dat zij in Nederland zijn geboren. Het is echter mogelijk dat zich hieronder tweede generatie allochtone ondernemers bevinden. Doordat in deze gevallen geen koppeling is ontstaan met het GBA hebben we dit niet kunnen checken. In de analyse zijn deze 4.278 ondernemers ingedeeld in de categorie: autochtone ondernemers. Eerder – zie tabel 4.3 – is een overzicht gegeven van de diverse subwijken in het gebied van WiB-Westflank wat betreft de etnische herkomst van de economisch actieve ondernemers. In tabel 4.5 wordt binnen deze subwijken opnieuw een onderscheid gemaakt tussen autochtone en allochtone ondernemers. Bij de allochtone ondernemers wordt nu echter aangegeven of zij hier in Nederland geboren zijn – de tweede generatie – c.q. op welke leeftijd zij naar Nederland zijn gekomen.
76
Tabel 4.5 – Leeftijd waarop de allochtone ondernemers naar Nederland zijn gekomen, naar subwijken van het gebied WiB-Westflank Wijk:* 1 1. autochtone ondernemers 74 2. allochtone ondernemers . hier geboren (tweede 6 generatie) e . voor 5 jaar naar Nederland 0 . tussen 6-11 naar Nederland 3 . tussen 12-17 naar Nederland 3 . bij komst 18 jaar of ouder 8 . leeftijd bij komst onbekend 7 totaal (abs = 100%) (438)
2
3
4
5
6
7
72
68
66
82
48
42
68
7
7
5
2
7
11
6
1 2 2 9 8 (329)
2 3 3 9 8 (564)
2 1 3 14 9 (443)
0 1 1 2 11 (246)
1 6 8 15 15 (157)
3 6 6 21 10 (157)
totaal WiBWestflank**
2 2 3 10 9 (2.334)
* 1 = Zuilen 5 = Bedrijfsgebied Overvecht 2 = Pijlsweerd 6 = Kanaleneiland Zuid 3 = Ondiep 7 = Kanaleneiland Noord 4 = Overvecht Dreven ** In bijlage 4, tabel 4 is dezelfde informatie opgenomen voor de 10 hoofdwijken van de gemeente Utrecht.
Vertalen we de cijfers uit tabel 4.5 in absolute aantallen dan komt naar voren dat er onder de 2.334 zelfstandig ondernemers in het gebied van WiB-Westflank 752 allochtone ondernemers zijn en dat van deze 752 er 144 hier in Neerland geboren zijn. Van de allochtone ondernemers in dit gebied valt in ieder geval dus ruim 19% in de categorie tweede generatie. Rekenen we ook de 36 ondernemers die voor hun vijfde jaar naar Nederland zijn gekomen tot deze categorie dan is het aandeel van de tweede generatie een kwart (24%). Dit aandeel varieert als volgt in de diverse etnische groepen: . Turkije 25% . Marokko 17% . Suriname 25% . Antillen/Aruba 33% . Indonesië 79% In tabel 4.6 zijn enkele kenmerken van de ondernemers weergegeven tegen hun achtergrond (wel/niet allochtoon en leeftijd waarop allochtone ondernemers naar Nederland zijn gekomen). Opvallend is dat onder de allochtone ondernemers, die voor hun achttiende naar Nederland zijn gekomen, vrij weinig vrouwen zitten. Dit geldt vooral voor het gebied van WiB-Westflank. Verder valt op dat allochtone ondernemers die hier geboren zijn of voor hun achttiende naar Nederland zijn gekomen, vaak op jonge
77
leeftijd met een eigen bedrijf starten. Dit gaat niet alleen op voor het gebied WiBWestflank maar ook voor de gehele gemeente Utrecht.
Tabel 4.6 – Enkele kenmerken van autochtone ondernemers en van diverse categorieen allochtone ondernemers autoch- allochtone ondernemers: tone hier voor vijfde tussen 6- tussen 12- bij komst leeftijd bij onderne- geboren 17 naar 18 jaar of komst 11 naar naar mers Nederland Nederland Nederland ouder Nederland onbekend
totaal
A. Gemeente Utrecht 1. Geslacht . % man . % vrouw totaal
74 26 100
72 28 100
75 25 100
75 25 100
79 21 100
73 27 100
niet bekend
74 26 100
2. Gemiddelde leeftijd in jaren
44
38
35
36
37
42
44
43
3. Gemiddelde startleeftijd (in jaren)
37
33
31
32
33
37
39
37
76 24 100
76 24 100
92 8 100
88 12 100
88 13 100
80 20 100
niet bekend
78 22 100
2. Gemiddelde leeftijd in jaren
43
34
30
33
37
41
40
41
3. Gemiddelde startleeftijd (in jaren)
36
30
27
30
33
36
36
35
B. WiB-Westflank 1. Geslacht . % man . % vrouw totaal
4.5 Aantal autochtone en aantal allochtone bedrijven in gemeente Utrecht In totaal runnen de 15.388 zelfstandige ondernemers 11.942 bedrijven. Voor de meeste zelfstandige bedrijven, namelijk voor 9.307 van de 11.942 bedrijven, gaat op dat er sprake is van één ondernemer. In totaal doet zich in 147 van de 11.942 bedrijven de situatie voor dat er sprake is van meer dan een allochtone etniciteit bij de ondernemers. Wanneer dit het geval is dan is de meest voorkomende etniciteit onder deze ondernemers bepalend voor de etniciteit van het bedrijf. Wanneer twee of meer etnici-
78
teiten in gelijke mate voorkomen dan is de etniciteit volgens een randomprocedure – dus een procedure op basis van toeval – toegekend. Een kwart allochtone bedrijven in gemeente Utrecht Van de 11.942 zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht zijn er 8.998 (75%) autochtoon en 2.944 (25%) allochtoon. Bij iets meer dan de helft van deze 2.944 bedrijven gaat het om niet-westers allochtone bedrijven en bij iets minder dan de helft om westers allochtone bedrijven (zie tabel 4.7). Bij de 1.516 niet-westers allochtone bedrijven gaat het vooral om de volgende categorie:en . 398 Turkse bedrijven . 352 Marokkaanse bedrijven . 255 Surinaamse bedrijven . 120 Chinese bedrijven, inclusief Hongkong (zie tabel 5 in bijlage 4) . 71 Antilliaanse/Arubaanse bedrijven. In totaal zijn deze 5 categorieën goed voor 79% van de 1.516 niet-westers bedrijven in de gemeente Utrecht. Tabel 4.7 – Aantal zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht, naar etniciteit WiBWestflank abs A: Niet-westers allochtoon 1. Turkije 2. Marokko 3. Suriname 4. Ned. Antillen/Aruba 5. overig niet-westers* subtotaal niet-westers allochtoon B: Westers allochtoon 6. doelgroepen integratiebeleid* 7. Oost Europa* 8. Indonesië* 9. overig Westers* subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon 10. Nederland totaal
%
overig Westflank abs
%
overig Utrecht
totaal Utrecht
abs
%
abs
%
163 131 65 7 88 454
9 7 4 0 5 25
8 11 8 7 21 55
1 1 1 1 2 7
227 210 182 57 331 1.007
2 2 2 1 4 11
398 352 255 71 440 1.516
3 3 2 1 4 13
31 17 36 89 173
2 1 2 5 10
12 3 14 92 121
1 0 2 11 14
127 64 373 570 1.134
1 1 4 6 12
170 84 423 751 1.428
1 1 4 6 12
1.191
66
665
79
7.142
77
8.998
75
1.818
100
841
100
9.283
100
11.942
100
* Meer informatie over deze categorieën is opgenomen in bijlage 4, tabel 5.
79
Bij de en: . 423 . 290 . 122 . 100
1.428 westers allochtone bedrijven gaat het vooral om de volgende categorieIndonesische bedrijven Duitse bedrijven (zie tabel 5 in bijlage 4) Engelse bedrijven (zie tabel 5 in bijlage 4) Belgische bedrijven (zie tabel 5 in bijlage 4).
In WiB-Westflank eenderde deel van de zelfstandige bedrijven allochtoon In het gebied van WiB-Westflank gaat het in totaal om 1.818 zelfstandige bedrijven. Hiervan worden er 627 (34%) gerund door allochtone ondernemers. Het aandeel westers allochtone bedrijven is in het gebied WiB-Westflank wat kleiner dan het geval is in de gemeente Utrecht in haar geheel. Het aandeel niet-westers allochtone bedrijven is in het gebied van WiB-Westflank echter beduidend groter dan het geval is in de rest van de gemeente Utrecht. Vooral het aandeel Turkse, Marokkaanse en Surinaamse bedrijven is in het gebied WiB-Westflank duidelijk groter (20%) dan in de rest van de gemeente Utrecht (6%). We kunnen dit ook op een wat andere manier illustreren. Van het totaal aantal van 11.942 zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht zitten er 1.818 (15%) in het gebied WiB-Westflank. Van de 398 zelfstandige Turkse bedrijven in de gemeente Utrecht zitten er 163 (41%) in het gebied van WiB-Westflank. Van de 352 zelfstandige Marokkaanse bedrijven in de gemeente Utrecht zitten er 131 (37%) in het gebied WiB-Westflank. Van de 255 zelfstandige Surinaamse bedrijven in de gemeente Utrecht zitten er 65 (25%) in het gebied van WiB-Westflank. In alle hoofdwijken van Utrecht meer autochtone dan allochtone bedrijven Zoals gezegd heeft een meerderheid (75%) van de zelfstandige bedrijven in Utrecht een autochtone Nederlander als eigenaar. In de 10 hoofdwijken van Utrecht varieert dit van 67% in Zuidwest tot 85% in Vleuten/De Meern (zie tabel 4.8). Het totaal aandeel westers allochtone bedrijven bedraagt in de gemeente Utrecht 12% en dit aandeel varieert van 9% in Vleuten/De Meern tot 14% in de Binnenstad. Veel meer variatie is er bij de categorie niet-westers allochtone bedrijven. Het aandeel van deze categorie in de gemeente Utrecht bedraagt 13% maar dit varieert van 6% in Oost tot 21% in Zuidwest en in Overvecht.
80
Tabel 4.8 – Zelfstandige bedrijven in de gemeente utrecht naar wijk en naar etniciteit totaal gemeente Utrecht
Wijk*
1 A: Niet-westers allochtoon 1. Turkije 2. Marokko 3. Suriname 4. Ned. Antillen/Aruba 5. overig niet-westers subtotaal niet-westers allocht. B: Westers allochtoon 6. doelgroepen integratiebeleid 7. Oost Europa 8. Indonesië 9. overig Westers subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon 10. Nederland totaal (abs.=100%)**
2
3
4
5
6
7
8
9
10
6 5 2 0 3 16
8 5 3 0 4 20
6 6 4 1 6 21
1 1 2 1 2 7
0 1 1 1 3 6
2 1 2 1 5 10
2 4 3 1 6 15
6 7 2 1 5 21
3 3 3 1 2 12
1 0 2 1 2 5
3 3 2 1 4 13
2 0 3 7 12
2 1 2 5 10
1 1 2 6 11
1 0 5 6 13
1 1 5 8 14
2 1 5 6 14
1 1 3 5 11
1 1 3 7 12
1 0 4 6 11
1 1 2 5 9
1 1 4 6 12
72
71
68
80
80
76
74
67
76
85
75
1.578 1.477
771 1.551 1.440 1.836
702 1.044
345 1.198 11.942
* 1 = West 6 = Binnenstad 2 = Noordwest 7 = Zuid 3 = Overvecht 8 = Zuidwest 4 = Noordoost 9 = Leidsche Rijn 5 = Oost 10 = Vleuten/De Meern ** In bijlage 4 is eenzelfde tabel (tabel 6) opgenomen, maar met een meer gedetailleerde weergave naar etniciteit. In bijlage 4, tabel 7 zijn de absolute aantallen bedrijven opgenomen.
Kijken we – zie ook tabel 7 in bijlage 4 - echter naar de absolute aantallen bedrijven dan treffen we binnen de gemeente Utrecht de grootste aantallen autochtone bedrijven aan in: . Binnenstad 1.391 autochtone bedrijven . Noordoost 1.240 autochtone bedrijven . Oost 1.148 autochtone bedrijven Kijken we waar de grootste aantallen niet-westers allochtone bedrijven zitten dan gaat het vooral om andere wijken, namelijk: . Noordwest 291 niet-westers allochtone bedrijven . West 249 niet-westers allochtone bedrijven . Zuidwest 215 niet-westers allochtone bedrijven.
81
Binnen WiB-Westflank in enkele subwijken meer allochtone dan autochtone bedrijven In het werkingsgebied van WiB-Westflank is 66% van de zelfstandige bedrijven in handen van autochtone Nederlanders. De variatie in de 7 subwijken is echter groot, namelijk van 81% in Bedrijfsgebied Overvecht tot 34% in Kanaleneiland Noord. Overigens geldt ook voor Kanaleneiland Zuid dat er meer allochtone dan autochtone bedrijven zijn. Alleen voor Kanaleneiland Noord gaat op dat de niet-westers allochtone bedrijven meer dan de helft van alle zelfstandige bedrijven uitmaken. Turken, Marokkanen en Surinamers hebben in deze subwijk een krappe meerderheid van 51% van de bedrijven in handen (zie tabel 4.9).
Tabel 4.9 – Zelfstandige bedrijven in het gebied van WiB-Westflank, naar subwijk en naar etniciteit
A: Niet-westers Allochtoon 1. Turkije 2. Marokko 3. Suriname 4. Ned. Antillen/Aruba 5. overig niet-westers subtotaal niet-westers allocht. B: Westers Allochtoon 6. doelgroepen integratiebeleid 7. Oost Europa 8. Indonesië 9. overig Westers subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon 10. Nederland totaal (abs.=100%)
Zuilen
Pijlsweerd
Ondiep
Over- Bedrijfs- Kanalen- Kanalen vecht gebied eiland eiland Dreven OverZuid Noord vecht
totaal WiB Westflank
7 6 4 1 3 21
4 3 5 1 4 17
13 6 3 0 3 25
4 8 5 1 9 26
5 2 3 0 1 11
15 14 2 0 10 40
24 24 3 0 5 57
9 7 4 0 5 25
2
2
2
2
0
1
2
2
1 2 3 8
0 2 6 11
1 2 4 8
2 2 5 11
0 1 7 8
2 3 10 15
2 3 3 9
1 2 5 10
71
72
67
63
81
45
34
66
357
255
448
347
168
124
119
1.818
* Voor meer informatie over etniciteit: zie tabel 8 in bijlage 4. Voor de absolute aantallen: zie tabel 9 en 10 in bijlage 4.
82
4.6 Branche-verdeling Ruim de helft van de zelfstandige bedrijven zit in dienstverlening In totaal is voor 11.890 van de 11.942 zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht bekend om welke economische activiteiten het gaat. Tabel 4.10 biedt een overzicht.
Tabel 4.10 – Economische activiteiten naar subwijk WiB overig totaal West- Utrecht gemeenflank te totaal Utrecht
Wijk:*
Branche . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, reparatie auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonlijke dienstverlening abs.=100% * 1 2 3 4
= Zuilen = Pijlsweerd = Ondiep = Overvecht Dreven
1
2
3
4
5
6
7
0 6 15 3 6 13 4 8 32
0 7 9 2 7 12 6 5 34
0 2 11 1 8 18 9 8 28
0 2 13 3 8 19 6 5 27
1 13 13 18 19 7 2 2 23
0 3 6 1 4 16 7 6 41
0 5 12 3 1 32 11 4 25
0 5 12 4 8 16 6 6 30
1 5 7 2 8 11 6 3 42
1 5 8 2 8 12 6 4 40
12
19
15
17
2
15
8
13
15
15
354
254
447
346
168
124
117
1.810 10.080 11.890
5 = Bedrijfsgebied Overvecht 6 = Kanaleneiland Zuid 7 = Kanaleneiland Noord
Meer dan de helft van de zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht houdt zich bezig met activiteiten in de sfeer van zakelijke dienstverlening (40%) of persoonlijke dienstverlening (15%). Een vijfde deel van de 11.890 bedrijven houdt zich bezig met groothandel (12%) of detailhandel (8%). De rest van de bedrijven zit vooral in de bouw (8%), de horeca (6%) en de industrie (5%).
83
In gebied WiB-Westflank wat minder zakelijke dienstverlening en wat meer ambacht/ detailhandel In het gebied WiB-Westflank is het aandeel zakelijke dienstverlening met 30 procent wat geringer dan in de rest van de gemeente Utrecht (43%). Daarentegen zitten in het gebied WiB-Westflank relatief meer bouwbedrijven, garagebedrijven en vervoersbedrijven dan in de rest van de gemeente Utrecht. Zowel binnen de gemeente Utrecht als binnen gebied WiB-Westflank aanzienlijke verschillen naar (sub)wijk Kijken we naar de hoofdwijken van Utrecht dan valt op dat in Noordoost en Oost de helft van de zelfstandige bedrijven zich bezighoudt met zakelijke dienstverlening, terwijl dat in Overvecht opgaat voor weinig meer dan een kwart van de zelfstandige bedrijven. In deze wijk zitten daarentegen veel bouwbedrijven en autobedrijven. In de Binnenstad zitten zoals bekend veel detailhandels- en horecabedrijven (zie tabel 4.11).
Tabel 4.11 – Zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht naar wijk en etniciteit totaal gemeente Utrecht
Wijk:*
Branche . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonlijke dienstverl.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
0 6 8 3 13 9 4 5 39 14
0 4 12 3 8 15 6 7 31 14
1 5 13 7 11 14 4 4 28 13
0 4 6 1 4 8 5 2 50 20
1 5 5 1 5 8 4 2 52 17
0 4 2 0 5 20 13 2 38 15
1 4 12 2 7 9 4 4 40 18
0 4 8 3 7 13 6 5 40 13
2 8 10 3 13 6 2 6 36 14
3 5 12 2 11 8 3 4 41 11
totaal (abs.=100%)
1.573 1.470 769
* 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10
84
= West = Noordwest = Overvecht = Noordoost = Oost
1.543 1433
= Binnenstad = Zuid = Zuidwest = Leidsche Rijn = Vleuten/De Meern
1.830 695
1.040 344
1 5 8 2 8 12 6 4 40 15
1.193 1.1890
Binnen het gebied van WiB-Westflank springt vooral Bedrijfsgebied Overvecht er uit. In deze subwijk treffen we relatief meer dan in de andere subwijken bedrijven aan in de sectoren industrie, autohandel/autoreparatie en groothandel. In Kanaleneiland Noord treffen we relatief veel detailhandel en horeca aan (zie tabel 4.10). Beperkt verschil tussen autochtone en westers allochtone bedrijven De 1.418 westers allochtone bedrijven wijken wat betreft de economische activiteiten niet zo heel veel af van die van de 8.965 autochtone bedrijven. De eerste categorie zit wel wat vaker in de detailhandel (zie tabel 4.12).
Tabel 4.12 – Economische activiteiten van de zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht, naar etniciteit totaal (abs.=100%)
Branche*
A: Niet-westers Allochtoon 1. Turkije 2. Marokko 3. Suriname 4. Ned. Antillen/Aruba 5. overig niet-Westers subtotaal niet-westers allocht. B: Westers Allochtoon 6. doelgroepen integratiebeleid 7. Oost Europa 8. Indonesië 9. overig Westers subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon 10. Nederland totaal * branche: 1 = Landbouw/bosbouw 2 = Industrie 3 = Bouwnijverheid 4 = Handel, reparatie auto’s 5 = Groothandel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
0 0 0 0 0 0
6 2 4 8 3 4
7 4 7 7 2 5
5 6 3 0 1 4
7 9 7 7 13 9
18 26 9 8 16 17
14 16 10 8 27 18
13 9 4 1 2 7
22 19 33 37 26 25
8 11 23 23 10 12
396 352 251 71 437 1.507
0 0 0 0 0
3 5 5 5 5
7 10 4 6 6
1 2 0 1 1
11 8 8 17 13
12 6 8 7 8
33 4 5 2 7
4 5 3 2 3
21 45 48 46 44
9 15 18 13 14
168 84 419 747 1.418
1
5
9
2
7
11
4
3
42
16
8.965
1
5
8
2
8
12
6
4
40
15
11.890
6 7 8 9 10
= Detailhandel = Horeca = Vervoer = Zakelijke dienstverlening = Persoonlijke dienstverlening
85
Niet-westers allochtone bedrijven wijken meer af De 1.507 niet-westers allochtone bedrijven wijken wat betreft het brancheprofiel duidelijk meer af. Met name het aandeel horecabedrijven is hier aanzienlijk groter, namelijk 18% tegenover 4% bij de autochtone bedrijven. Daarentegen is het aandeel zakelijke dienstverlening en het aandeel bouwbedrijven bij de niet-westers allochtone bedrijven duidelijk lager dan bij de autochtone bedrijven. De hier beschreven verschillen tussen niet-westers allochtone bedrijven en autochtone bedrijven vinden we zowel terug in het gebied van WiB-Westflank als in de rest van de gemeente Utrecht (zie bijlage 4, tabel 11 en 12). Allochtone ondernemers kiezen zoals gezegd vaker voor een horecabedrijf dan autochtone ondernemers. Voor bepaalde etniciteiten gaat zelfs op dat meer dan de helft van de bedrijven in de horeca zit (zie ook bijlage 4, tabel 4.13). Dit gaat namelijk op voor de Chinezen, de Grieken en de Egyptenaren.
86
5 Ontwikkelingen in autochtone en in allochtone bedrijven
5.1 Inleiding In hoofdstuk 3 is aangegeven dat er voor de gemeente Utrecht in het Handelsregister in totaal 15.228 bedrijven als economisch actief vermeld staan, waarvan 2.325 in het gebied van WiB-Westflank. Voor een deel gaat het hierbij om bedrijven die onderdeel uitmaken van andere bedrijven, bijvoorbeeld om onderdelen van internationaal opererende concerns of om filialen van het grootwinkelbedrijf. In hoofdstuk 2 en 3 is een vergelijking gemaakt van deze categorie bedrijven met ‘eigenaarbedrijven’ en met ‘bestuurdersbedrijven’. Kenmerkend voor deze laatste twee categorieën bedrijven is dat er wél een of meer natuurlijke personen in het Handelsregister staan vermeld als eigenaar of als bestuurder. Vrijwel steeds gaat het hierbij om zelfstandige ondernemers, die het bedrijf voor eigen rekening en risico voeren. In totaal blijkt het in de gemeente Utrecht te gaan om 11.942 van deze zelfstandige bedrijven, waarvan 1.818 in het gebied van WiB-Westflank zitten. In hoofdstuk 4 zijn deze 11.942 zelfstandige bedrijven op basis van het geboorteland van de in het Handelsregister ingeschreven eigenaren en bestuurders ingedeeld in de volgende drie categorieën: . 8.998 autochtone bedrijven, waarvan 1.191 in WiB-Westflank . 1.428 westers allochtone bedrijven, waarvan 173 in WiB-Westflank . 1.516 niet-westers allochtone bedrijven, waarvan 464 in WiB-Westflank Vervolgens is een beeld geschetst, zowel van de ondernemers als van hun bedrijven. Het gaat daarbij om een momentopname. In dit hoofdstuk zullen we beschrijven welke ontwikkelingen in de afgelopen 10 jaar tot de huidige situatie geleid hebben. Daarbij gaan we in op de ontwikkeling van het aantal starters en van het totaal aantal bedrijven in de diverse etnische groepen. Vervolgens komen de overlevingskansen van starters in de diverse etnische groepen aan bod. Tenslotte zullen we beschrijven welke verschuivingen in branchekeuze in de laatste 10 jaar in de diverse etnische groepen zichtbaar worden.
87
5.2 Ontwikkeling van het aantal bedrijven Aantal zelfstandige bedrijven in Utrecht in periode 1993-2002 bijna verdubbeld Het aantal personen dat een eigen bedrijf start is in de gemeente Utrecht in de periode 1993-2002 gestegen van 791 naar 1.372. In de periode 1993-2000 is het aantal starters zelfs meer dan verdubbeld, namelijk van 791 in 1993 naar 1.612 in 2002. Daarna daalt het aantal starters weer naar 1.455 in 2001 en 1.372 in 2002 (zie tabel 5.1).
Tabel 5.1 – Ontwikkeling van het aantal starters en van het aantal bedrijven in de gemeente Utrecht in de periode 1993-2002 Aantal starters WiB- overig West- Westflank flank
overig totaal Utrecht Utrecht
Aantal bedrijven WiBoverig WestWestflank flank
overig Utrecht
totaal Utrecht
Jaar: 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
131 187 183 182 183 188 212 298 291 283
48 40 49 62 48 50 63 63 53 50
612 700 738 807 816 862 1.002 1.251 1.111 1.039
791 927 970 1.051 1.047 1.100 1.277 1.612 1.455 1.372
992 1.141 1.190 1.247 1.294 1.373 1.449 1.600 1.771 1.891
537 562 585 626 655 685 729 768 812 839
4.828 5.402 5.726 6.161 6.557 7.054 7.570 8.331 8.922 9.376
6.357 7.105 7.501 8.034 8.506 9.112 9.748 10.699 11.505 12.106
Index 1993-2002
216
104
170
173
191
156
194
190
Het totaal aantal zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht is in de periode 19932002 van jaar op jaar toegenomen, namelijk van 6.357 in 1993 naar 12.106 in 2002. Dit is een stijging van 190%. In gebied WiB-Westflank sterkere toename van starters In het gebied WiB-Westflank is het aantal personen dat een eigen bedrijf start in de periode 1993-2002 meer dan verdubbeld, namelijk van 131 in 1993 naar 283 in 2002 (stijging van 216%). Ook in WiB-Westflank zien we na 2000 een terugval in het aantal starters, maar die is in dit gebied duidelijk geringer dan in de rest van Utrecht.
88
Maar niet van het totale aantal bedrijven Het aantal zelfstandige bedrijven in het gebied van WiB-Westflank is in de periode 1993-2002 gestegen van 992 naar 1.891 (stijging van 191%). De bedrijfstoename in het gebied van WiB-Westflank is dus niet groter dan in de rest van de gemeente Utrecht, ondanks een duidelijke grotere aanwas van starters. Allochtonen leveren grotere bijdrage aan toename van bedrijvigheid dan autochtonen Het aantal autochtonen dat in de gemeente Utrecht een eigen bedrijf is begonnen, is in de periode 1993-2002 54% gestegen (zie tabel 5.2), namelijk van 590 in 1993 naar 907 in 2002 (zie tabel 1 in bijlage 5). Het aantal westers allochtone starters in de gemeente is in deze periode gestegen met 114% en het aantal niet-westers allochtone starters zelfs met 144%. Bij de toename van het totaal aantal bedrijven komt hetzelfde beeld naar voren: in de periode 1993-2002 is in de gemeente Utrecht het aantal allochtone bedrijven sterker toegenomen dan het aantal autochtone bedrijven (zie tabel 5.2 en bijlage 5, tabel 1). Tabel 5.2 – Ontwikkeling van het aantal zelfstandige starters en van het totaal aantal zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht in periode 1993-2002, gespecificeerd voor autochtonen, westers allochtonen en niet-westers allochtonen Toename starters
Indexcijfers 1993-2002 (1993=100) 1. autochtonen 2. westers allochtonen 3. niet-westers allochtonen totaal voor 3 groepen samen
Toename totaal aantal bedrijven
WiBWestflank
overig Westflank
overig Utrecht
totaal Utrecht
WiBWestflank
overig Westflank
overig Utrecht
totaal Utrecht
165 282 357 216
106 63 175 104
155 222 209 170
154 214 244 173
167 208 294 191
155 147 207 156
184 243 240 194
179 225 252 190
Dit gaat in versterkte mate op voor het gebied WiB-Westflank De hiervoor beschreven tendensen voor de totale gemeente Utrecht doen zich in nog sterkere mate voor in het gebied van WiB-Westflank. Binnen dit gebied is het aantal allochtone starters in de periode 1993-2002 toegenomen met 65%. Bij de westers allochtonen is dit 182% en bij de niet-westers allochtonen 257%. Bij het totaal aantal bedrijven zien we hetzelfde. Binnen het gebied van WiB-Westflank is het aantal autochtone bedrijven in de periode 1993-2002 gestegen met 67%. Bij de westers allochtonen is dit 108% en bij de niet-westers allochtonen 194%. 89
Maar verhouding tussen starterstoename en bedrijfstoename in gebied WiB-Westflank systematisch minder gunstig dan in rest van gemeente Utrecht De cijfers in tabel 5.2 indiceren echter nog een andere tendens, namelijk dat de winst die het gebied WiB-Westflank realiseert in de vorm van een hogere starterstoename slechts ten dele verzilverd wordt. De relatieve toename van het bedrijvenbestand is in het gebied van WiB-Westflank namelijk niet groter dan in de rest van de gemeente Utrecht. Dit gaat op voor zowel autochtonen als (niet-)westers allochtonen. Marokkaanse en Turkse bedrijvigheid groeit, vooral vanaf 1997, sneller dan Surinaamse Het aantal niet-westers allochtone bedrijven in de gemeente Utrecht is toegenomen van 604 bedrijven in 1993 naar 1.523 bedrijven in 2002. Tabel 5.3 laat zien dat de Turken en de Marokkanen hier een grotere bijdrage aan geleverd hebben dan de Surinamers. Opmerkelijk is dat in de periode 1993-1997 zowel de aantallen bedrijven als de toename hiervan elkaar in de 3 etnische groepen nauwelijks ontlopen. In de periode 1998-2002 blijft de ontwikkeling van de bedrijvigheid bij de Surinamers echter duidelijk achter bij de Marokkanen en de Turken.
Tabel 5.3 – Ontwikkeling van het aantal Turkse, Marokkaanse en Surinaamse bedrijven in de gemeente Utrecht in de periode 1993-2002; absolute aantallen Turken WiBWestflank Jaar: 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002 (1993 = 100)
overig Utrecht
Marokkanen totaal Utrecht
WiBWestflank
overig Utrecht
Surinamers totaal Utrecht
overig Utrecht
totaal Utrecht
42 56 58 67 66 71 84 106 124 148
72 83 103 127 129 140 147 166 202 216
114 139 161 194 195 211 231 272 326 364
27 31 48 59 66 75 80 100 132 143
83 102 105 112 117 120 141 164 190 215
110 133 153 171 183 195 221 264 322 358
38 49 51 52 57 56 56 56 65 69
88 101 112 127 131 132 138 148 170 194
126 150 163 179 188 188 194 204 235 263
352
300
319
530
259
325
182
220
209
* In bijlage 5, tabel 2, zijn de aantallen starters in deze periode opgenomen.
90
WiBWestflank
In het gebied WiB-Westflank houdt de bedrijvigheid van Surinamers tot in 1995 gelijke tred met die van Turken en Marokkanen. Daarna neemt het aantal bedrijven in de Turkse en Marokkaanse groep duidelijk sneller toe dan in de Surinaamse groep. Verder laat tabel 5.3 zien dat het tempo in bedrijvengroei voor de Turken en de Marokkanen in het gebied WiB-Westflank hoger is dan in de rest van Utrecht. Voor de Surinamers geldt echter het omgekeerde. Relatief grote groei van autochtone én allochtone bedrijvigheid in Leidsche Rijn en Vleuten/De Meern Het aantal zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht is in de periode 1993-2002 verdubbeld. In Vleuten/De Meern is het aantal bedrijven in deze periode bijna met een factor 2.5 toegenomen en in Leidsche Rijn zelfs met bijna een factor 3. Voor beide wijken gaat op dat zowel de autochtone als de allochtone bedrijvigheid er relatief sterk toegenomen is in de afgelopen 10 jaar (zie tabel 5.4). Tabel 5.4 – Groei-indices van bedrijvigheid onder autochtonen, westers allochtonen en niet-westers allochtonen naar (sub)wijken van de gemeente Utrecht* autochtoon
westers allochtoon
niet-westers allochtoon
totaal
A. Hoofdwijken Utrecht* . West . Noordwest . Overvecht . Noordoost . Oost . Binnenstad . Zuid . Zuidwest . Leidsche Rijn . Vleuten/De Meern totaal Utrecht
178 182 145 194 166 152 197 176 271 230 179
194 245 234 306 204 198 309 203 264 252 225
239 295 369 258 171 161 250 278 500 440 252
188 202 174 207 171 158 212 193 284 238 190
B. WiB-Westflank** . Zuilen . Pijlsweerd . Ondiep . Overvecht Dreven . Bedrijfsgebied Overvecht . Kanalengebied Zuid . Kanalengebied Noord totaal WiB-Westflank
188 225 163 161 116 171 145 167
311 158 238 260 144 164 180 208
279 188 314 306 400 238 486 294
207 208 190 192 127 191 248 191
* Voor meer informatie, onder andere over de absolute aantallen bedrijven waarop de indices berekend zijn, zie bijlage 5, tabel 3 en 4. ** Voor meer informatie: zie tabel 5 en 6 in bijlage 5.
91
In Overvecht uiteenlopende ontwikkeling In Overvecht is sprake van een duidelijk andere situatie. De groei van de autochtone bedrijvigheid is relatief bescheiden. De groei-index van de autochtone bedrijvigheid is hier met 145 lager dan in de 9 andere hoofdwijken. Kijken we echter naar de groei van de bedrijvigheid van niet-westers allochtonen dan scoort Overvecht mee van het hoogste. Ook binnen het gebied WiB-Westflank duidelijke verschillen Kijken we binnen de subwijken van het gebied van WiB-Westflank dan valt op dat de subwijken waarin sprake is van een relatief grote groei van de allochtone bedrijvigheid – vooral Kanaleneiland Noord, Bedrijfsgebied Overvecht (NB: het gaat hier absoluut gezien om vrij geringe aantallen bedrijven) en Ondiep – tevens de subwijken zijn waar sprake is van een relatief geringe groei van de autochtone bedrijvigheid. Omgekeerd gaat op dat de subwijken met een relatief grote groei van de autochtone bedrijvigheid juist een relatief bescheiden groei kennen van de allochtone bedrijvigheid.
5.3 Overlevingskansen Eerder zagen we dat de starterstoename in het gebied van WiB-Westflank groter is dan in de rest van Utrecht, maar dat dit niet gepaard gaat met een evenredige toename van de totale bedrijvigheid. Deze toename is in het gebied van WiB-Westflank namelijk niet groter dan in de rest van de gemeente Utrecht. Dit duidt erop dat de overlevingskansen van de starters in het gebied van WiB-Westflank minder gunstig zijn dan in de rest van Utrecht. In tabel 5.5 hebben we de overlevingskansen van de diverse jaargangen starters in de periode 1993-2002 weergegeven, waarbij we de cijfers niet alleen uitgesplitst hebben naar het gebied van WiB-Westflank en de rest van de gemeente Utrecht maar deze bovendien specificeren naar de etniciteit van de starters.
92
Tabel 5.5 - Overlevingsfracties na 1 jaar van de diverse cohorten (jaargangen) starters in de periode 1993-2002 % dat eerste jaar na de start overleeft WiB 1993 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 1994 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 1995 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 1996 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 1997 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 1998 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 1999 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 2000 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 2001 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon 2002 starters . niet-westers allochtoon . westers allochtoon . autochtoon
overig Utrecht
totaal Utrecht
57% 91% 76%
87% 90% 89%
69% 71% 77%
aantal starters (=100%) WiB
overig Utrecht
totaal Utrecht
79% 90% 87%
28 11 92
89 73 498
117 84 590
78% 87% 84%
75% 86% 83%
45 7 135
83 106 551
128 113 686
61% 78% 80%
78% 88% 89%
71% 87% 87%
61 18 104
99 94 594
160 112 698
75% 89% 81%
80% 90% 89%
78% 90% 88%
51 19 112
119 84 666
170 103 778
71% 79% 84%
81% 89% 90%
78% 88% 89%
49 14 120
85 112 667
134 126 787
83% 93% 73%
77% 93% 91%
79% 93% 88%
48 14 126
99 94 719
147 108 845
74% 87% 87%
83% 94% 91%
81% 93% 91%
50 23 139
127 126 812
177 149 951
75% 85% 88%
85% 93% 90%
81% 92% 90%
83 20 195
149 148 1017
232 168 1212
64% 79% 85%
84% 93% 90%
77% 91% 89%
103 19 169
187 135 842
290 154 1011
82% 90% 84%
84% 90% 91%
83% 90% 90%
100 31 152
185 149 755
285 180 907
Leeswijzer: Van de 28 niet-westers allochtone 1993-starters in het gebied van WiB-Westflank bestaat in 57 procent van de gevallen het bedrijf één jaar na de start nog.
93
De cijfers met betrekking tot de overlevingskansen van starters in tabel 5.5 maken vier dingen duidelijk: a. De kansen van starters om het eerste jaar te overleven zijn in het gebied WiBWestflank ongunstiger dan in de rest van de gemeente Utrecht. Praktisch voor elk jaar in de periode 1993-2002 gaat op dat in het gebied van WiB-Westflank minder starters – en dat geldt zowel voor allochtone als voor autochtone starters – erin slagen het eerste jaar na de start te overleven dan het geval is in de rest van de gemeente Utrecht. b. De kansen van starters om het eerste jaar te overleven zijn bij niet-westers allochtonen kleiner dan bij autochtonen. Dit gaat zowel op voor het gebied van WiBWestflank als voor de rest van de gemeente Utrecht. Binnen het gebied van WiBWestflank zijn de verschillen in overlevingskansen tussen niet-westers allochtone starters en autochtone starters vrijwel elk jaar groter dan in de rest van de gemeente Utrecht. c. De westers allochtone starters doen wat betreft overlevingskansen niet onder voor autochtone starters. d. Wat betreft de overlevingskansen van starters doen zich in de periode 1993-2002 wel verschuivingen voor, maar er is geen evidente tendens van verslechtering of verbetering bespeurbaar. Deze conclusie geldt zowel voor het in deze analyse gemaakte geografische onderscheid tussen WiB-Westflank versus de rest van de gemeente Utrecht als voor het etnische onderscheid in allochtonen versus autochtonen. Tabel 5.5 geeft alleen weer welk deel van de starters het eerste jaar overleeft. De kansen om het eerste jaar te overleven blijken in het gebied van WiB-Westflank kleiner te zijn dan in de rest van de gemeente Utrecht. Tevens blijken de kansen van niet-westers allochtone starters om goed door het eerste jaar te komen kleiner dan bij autochtone starters. In de analyse hebben we tevens bekeken of starters in het gebied van WiB-Westflank hun minder goede score in het eerste jaar op een later moment ‘goedmaken’. Voor de autochtone starters gaat dit zeker niet op. De verschillen in overlevingskans tussen het gebied van WiB-Westflank en de rest van de gemeente Utrecht nemen na het eerste jaar eerder verder toe dan af (zie bijlage 5, tabel 7). Bij de niet-westers allochtone starters is dit in mindere mate het geval. Het verschil in procentpunten tussen WiBWestflank en de rest van de gemeente Utrecht, wordt in deze categorie vaker kleiner dan groter naarmate de start meer jaren terug ligt. Zo is van de 28 1993-starters in WiB-Westflank na een jaar nog 57 procent over tegenover 87 procent van de 89 1993-starters in overig Utrecht (verschil is 30 procentpunten). Na 10 jaar is respectievelijk 21 en 37 procent van deze twee groepen 1993-starters nog over (verschil is 16 procent punten). Naar verhouding is het verschil tussen 21 en 37 procent overblijvers na 10 jaar echter zeker zo groot als het verschil tussen 57 en 87 procent overblijvers na een jaar. 94
Tabel 5.6 - Overlevingsfracties van de starters in de periode 1993-2002 Aantal % over na starters 1 jaar 2 jaar (=100%) 1993 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 1994 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 1995 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 1996 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 1997 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 1998 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 1999 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 2000 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 2001 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers 2002 starters . Turks . Marokkaans . Surinaams . overig niet-westers
3 jaar 4 jaar 5 jaar
6 jaar 7 jaar 8 jaar
9 jaar 10 jaar
20 27 27 43
80 78 93 72
80 67 70 53
75 63 67 40
75 56 52 37
75 52 52 37
65 52 48 30
65 48 41 28
60 41 41 28
55 33 33 28
27 30 26 45
70 77 73 78
67 53 54 53
56 47 50 47
52 33 42 42
48 33 42 38
44 30 31 31
44 27 31 31
44 27 31 31
44 23 31 24
41 36 35 48
68 64 77 75
49 58 66 67
44 50 63 56
37 42 54 50
37 36 49 48
34 33 49 48
34 33 49 40
34 33 46 35
45 38 36 51
64 79 89 82
60 71 58 65
58 66 47 57
53 53 42 53
53 53 42 51
53 42 42 49
51 42 42 47
30 30 30 44
77 80 80 75
60 63 67 59
50 53 60 55
43 37 53 52
37 37 47 50
37 33 47 50
45 30 20 52
82 67 75 85
73 57 55 67
67 57 40 56
60 50 40 54
56 47 40 46
40 47 29 61
78 74 90 84
63 66 86 69
63 60 76 59
58 57 72 52
57 78 30 67
70 81 100 84
65 67 93 66
60 60 77 58
80 80 43 87
74 76 84 77
66 69 84 64
75 78 39 93
92 79 74 83
55 26 33 28
95
Ook verschillen binnen niet-westers allochtonen De categorie niet-westers allochtone starters heeft, zoals gezegd, geringere overlevingskansen dan de categorie autochtone starters. Binnen de categorie niet-westers allochtone starters zijn er echter nog verschillen tussen Turkse, Marokkaanse en Surinaamse starters. Tabel 5.6 laat zien dat de Surinaamse starters een grotere kans hebben om het eerste jaar te overleven dan de Turkse en Marokkaanse starters (zie tabel 5.6). Volgen we deze starters niet alleen het eerste jaar maar ook nog verder dan zien we dat het verschil in overlevingskansen tussen Surinaamse starters enerzijds en Turkse anderzijds verdwijnt. Voor sommige jaren (1993, 1994, 1996, 1998) zijn Turkse starters op den duur succesvoller – dat wil zeggen de overlevingskans is groter – dan Surinaamse starters . Voor andere jaren (1995, 1997, 1999, 2000 en 2001) zijn Surinaamse starters succesvoller dan Turkse. Alles overziend scoren de Surinaamse starters het beste wat betreft overlevingskansen en de Marokkaanse het minst goed. Over de totale gemeente Utrecht is deze tendens vrij duidelijk te zien. Maken we dezelfde analyse apart voor het gebied van WiB-Westflank en apart voor de rest van de gemeente Utrecht (zie tabel 8 in bijlage 5) dan is deze tendens minder duidelijk te zien. Zeker voor het gebied van WiB-Westflank gaat echter ook op dat het aantal Turkse, Marokkaanse en Surinaamse starters in elk van de jaren 1993 tot en met 2002 meestal vrij gering is hetgeen gepaard kan gaan met veel toevalsfluctuaties.
5.4 Ontwikkelingen in bedrijvigheid Tot nu toe zijn we vooral ingegaan op de ontwikkelingen die zich in de periode 19932002 in de gemeente Utrecht, respectievelijk binnen het gebied WiB-Westflank hebben voorgedaan wat betreft: . het aantal starters . het aantal bedrijven . de overlevingskansen van starters. Ter afsluiting van dit hoofdstuk willen we ingaan op de ontwikkelingen die zich in de periode 1993-2002 hebben voorgedaan ten aanzien van de branchekeuze. Hoe was in 1993 de spreiding van de zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht over de diverse economische sectoren en hoe is dit 10 jaar later, dus in 2002? Een andere vraag die in deze paragraaf aan de orde komt is of de ontwikkelingen terzake in het gebied WiB-Westflank afwijken van die in de rest van de gemeente Utrecht, respectievelijk of de etniciteit van de bedrijven hierbij een rol speelt.
96
Tabel 5.7 – Ontwikkelingen in branchesamenstelling bij de zelfstandige bedrijven in de periode 1993-2002
aantal bedrijven A. Gemeente Utrecht 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
6.323 7.058 7.449 7.971 8.447 9.054 9.691 10.643 11.453 12.063
B. WiBWestflank 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
992 1.139 1.187 1.241 1.288 1.367 1.443 1.594 1.765 1.887
* 1 2 3 4 5
Branche* 1 2
3
4
5
6
7
8
9
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
7 7 7 7 7 7 7 8 8 8
3 3 3 3 3 3 2 2 2 2
11 11 11 11 10 10 9 9 8 8
20 19 18 17 16 15 14 13 12 12
9 8 8 8 7 7 7 6 6 6
3 3 3 3 3 3 3 4 4 4
28 30 31 32 33 35 37 38 40 40
11 12 12 13 13 14 14 14 14 15
3 3 3 3 3 4 5 6 6 7
19 20 23 23 24 24 25 28 30 30
10 10 10 11 12 13 14 13 13 13
7 7 6 6 6 6 6 5 5 5
1 1 1 0 0 0 0 0 0 0
= landbouw/bosbouw = industrie = bouwnijverheid = handel/reparatie auto’s = groothancel
8 7 7 6 6 5 6 5 5 5 6 7 8 9 10
9 10 10 10 11 10 10 11 11 12
5 5 4 4 3 4 4 3 3 4
10 11 11 11 10 10 9 8 8 8
25 24 23 23 22 20 19 18 16 16
9 9 9 8 8 8 8 8 7 6
10 totaal
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
= detailhandel = horeca = vervoer = zakelijke dienstverlening = persoonlijke dienstverlening
Meer dienstverlening en minder handel en horeca In tabel 5.7 is te zien dat van 6.323 zelfstandige bedrijven die er in 1993 in de gemeente Utrecht gevestigd waren 39 procent in de zakelijke en persoonlijke dienstverlening zat en 40 procent in de handel en de horeca. Tien jaar later is niet alleen het aantal zelfstandige bedrijven bijna verdubbeld, maar liggen ook deze verhoudingen duidelijk anders: het aandeel handel/horeca is gedaald naar 26 procent en het aandeel dienstverlening is gestegen naar 55 procent.
97
In WiB-Westflank dezelfde tendensen Tabel 5.8 – Ontwikkelingen in branchesamenstelling naar etniciteit Aantal bedrijven
Branche* 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal
A. Nietwesters allochtone bedrijven 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
600 707 777 865 903 964 1.037 1.163 1.357 1.518
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
6 6 5 5 4 4 4 4 4 4
1 1 1 1 2 2 3 4 4 5
2 2 3 3 3 3 3 3 3 4
13 15 14 13 12 12 11 11 10 9
18 18 19 18 18 17 16 16 16 16
33 29 28 26 26 26 25 22 20 18
2 3 3 3 4 4 5 7 7 7
14 14 16 18 18 20 22 23 24 25
12 12 12 13 12 12 12 11 11 12
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
B. Westers allochtone bedrijven 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
628 726 798 855 925 989 1.076 1.189 1.297 1.419
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
7 7 7 6 6 5 5 5 5 5
3 4 4 4 4 4 4 5 5 6
2 2 2 1 2 2 2 1 1 1
20 21 19 18 17 16 15 14 13 13
11 10 10 10 10 9 9 8 8 8
12 11 11 11 9 9 8 8 8 7
1 2 2 2 2 2 2 3 3 3
33 34 36 37 39 40 41 42 43 42
10 10 10 11 12 13 14 13 14 15
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
c. Autochtone bedrijven 1993 5.095 1994 5.625 1995 5.874 1996 6.251 1997 6.619 1998 7.101 1999 7.578 2000 8.291 2001 8.799 2002 9.126
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
7 7 7 6 6 6 6 6 5 5
8 8 8 8 8 8 8 9 9 9
3 3 3 3 3 3 2 2 2 2
10 10 10 10 9 9 8 7 7 7
22 20 19 18 17 15 14 13 12 11
5 5 5 5 4 4 4 4 4 3
3 3 3 3 3 3 4 4 4 4
29 31 32 34 35 36 38 40 42 43
12 12 12 13 14 14 15 15 15 15
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
* 1 2 3 4 5
98
= landbouw/bosbouw = industrie = bouwnijverheid = handel/reparatie auto’s = groothancel
6 7 8 9 10
= detailhandel = horeca = vervoer = zakelijke dienstverlening = persoonlijke dienstverlening
In het gebied WiB-Westflank zien we dezelfde tendensen. Het aandeel dienstverlening is hier in de periode 1993-2002 toegenomen van 29 naar 43 procent, terwijl het aandeel handel/horeca in dezelfde periode is gedaald van 44 procent naar 30 procent. Tabel 5.9 – Ontwikkelingen in branchesamenstelling bij Turken, Marokkanen en Surinamers Branche*
Aantal bedrijven
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal
Turken 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
112 137 159 193 194 210 230 271 325 363
2 1 0 0 0 0 0 0 0 0
4 4 4 5 3 3 3 4 5 5
1 1 1 1 2 2 4 6 6 8
0 2 2 3 4 5 5 3 4 5
12 12 12 13 13 13 11 10 7 7
21 23 25 23 24 21 18 17 18 17
33 28 25 23 24 24 23 21 19 17
6 6 6 7 7 6 8 13 13 12
11 12 13 15 14 15 19 18 20 22
10 10 11 10 10 10 9 8 8 7
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Marokkanen 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
110 133 153 171 183 195 220 263 321 358
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
4 5 3 2 3 2 2 3 3 2
0 0 0 0 0 1 1 2 4 4
5 4 4 3 3 3 4 5 5 6
11 11 12 13 12 13 11 10 9 8
30 30 33 32 33 32 29 25 24 24
25 22 20 23 23 21 22 20 18 16
1 3 3 3 5 7 8 10 11 11
9 11 9 11 11 12 12 17 18 19
15 15 15 13 11 10 10 8 8 9
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Surinamers 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
125 148 162 178 187 187 193 203 232 261
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
7 7 6 6 5 5 5 5 4 5
2 1 2 3 4 4 4 6 8 8
4 3 4 4 5 4 4 3 3 4
14 17 15 13 12 10 10 10 9 8
14 12 10 10 10 9 9 9 9 9
13 14 14 12 12 13 13 11 11 10
2 3 2 4 4 5 5 5 5 6
23 22 25 26 26 27 27 29 29 30
21 22 21 21 21 23 22 21 22 21
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
* 1 2 3 4 5
= landbouw/bosbouw = industrie = bouwnijverheid = handel/reparatie auto’s = groothancel
6 7 8 9 10
= detailhandel = horeca = vervoer = zakelijke dienstverlening = persoonlijke dienstverlening
99
Daarnaast valt op dat het aandeel vervoersbedrijven in het gebied van WiB-Westflank in de afgelopen 10 jaar is gestegen van 3 naar 7 procent, terwijl het aandeel autobedrijven is gestegen van 9 naar 12 procent. Beide sectoren vertonen in het gebied van WiB-Westflank een duidelijk sterkere groei dan in de rest van de gemeente Utrecht Bij niet-westers allochtone bedrijven vooral afname horeca-aandeel Bij de niet-westers allochtone bedrijven is het horeca-aandeel de afgelopen 10 jaar gedaald van 33 naar 18 procent. Het aandeel zakelijke dienstverlening is in deze periode bij deze groep gestegen van 14 naar 25 procent. Ook de sectoren bouw, vervoer en autoreparatie laten een duidelijke groei zien. De handel - en dan vooral de detailhandel – levert iets in en het aandeel persoonlijke dienstverlening is stabiel. Bij de westers allochtone bedrijven is het aandeel persoonlijke dienstverlening in de periode 1993-2002 gestegen van 10 naar 15 procent. Ook bij de autochtone bedrijven doet zich een stijging in deze sector voor. Overigens geldt in het algemeen dat de ontwikkelingen in economische activiteiten bij westers allochtone bedrijven en bij autochtone bedrijven vrij parallel aan elkaar verlopen. Alleen bij de handel gaat het bij de westers allochtone bedrijven meer om groothandel dan om detailhandel en bij de autochtone bedrijven meer om detailhandel dan om groothandel. Voor zowel westers allochtone bedrijven als voor autochtone bedrijven geldt echter dat het aandeel handel in de afgelopen 10 jaar is gedaald van circa 30 naar circa 20 procent. Turken, Marokkanen en Surinamers steeds vaker in bouw, vervoer en zakelijke dienstverlening Tabel 5.9 brengt in beeld dat met name de Turken en Surinamers steeds vaker in de bouwnijverheid te vinden zijn. Ook kiezen steeds meer personen uit de drie grote etnische groepen in Nederland voor een bedrijf in de vervoerssector en deze stijging is met name bij de Marokkanen spectaculair. Verder is het opvallend dat de sector van de persoonlijke dienstverlening bij de Turken en Marokkanen in relatief opzicht terrein verliest, terwijl bij de Surinamers dit aandeel stabiel is en daarmee een fors deel van de Surinaamse bedrijvigheid uit blijft maken. Tenslotte laat tabel 5.9 zien dat bij alle drie groepen de handel en horeca aandeel verliest, al zijn er bij deze groepen nog wel verschillen. Bij de Turken verliest bijvoorbeeld vooral de horeca terrein, terwijl dit bij de Surinamers vooral opgaat voor de handel
100
Deel B Beschrijving van de uitkomsten van de telefonische enquête onder 292 ondernemers en de 40 diepte-interviews met ondernemers
101
102
6 Uitkomsten van de schriftelijke/telefonische enquête
Inleiding In de zomer van 2003 is een schriftelijke/telefonische enquête gehouden onder de ondernemers in het gebied WiB-Westflank. Deze enquête heeft als doel een representatief beeld te schetsen van: . De aard en omvang van de problemen waarmee ondernemers in het werkingsgebied van WiB-Westflank te kampen hebben. . De punten waarop zij graag een inbreng/rol van WiB-Westflank zouden willen zien. . Hun economisch geografische marktdomein, de aard van hun klanten (particulieren en/of bedrijven, eigen etnische groep of ruimer, etc.), en hun differentiatiestrategie. . In welke mate en op welke manier werken ze samen met andere ondernemers. . Hun oordeel over een aantal aspecten van de wijk waarin zij gevestigd zijn (aantrekkelijkheid van hun vestigingsgebied en bereikbaarheid voor klanten; uitbreidingsmogelijkheden; samenwerking tussen ondernemers, etc.). . Hun oordeel over de ondersteuning die zij vanuit de gemeente, Kamer van Koophandel en ondernemersverenigingen gekregen hebben. Deze vraagpunten zijn verder uitgewerkt in een enquête, die aan alle ondernemers in het gebied van WiB-Westflank is toegestuurd, met een begeleidende brief waarin aangegeven was dat zij deze enquête ingevuld konden retourneren aan het ITS of een telefoontje van het ITS konden afwachten voor een telefonisch interview. Op deze manier is elke ondernemer de kans geboden om problemen en oplossingssuggesties kenbaar te maken. De allochtone ondernemers zijn, voor zover mogelijk, allemaal telefonisch benaderd. Dit heeft geresulteerd in 74 interviews: 33 met Turkse ondernemers, 20 met Marokkaanse en 21 met overige allochtone ondernemers. Van de benaderde allochtone ondernemers heeft circa een derde deel meegedaan aan het onderzoek. Van de autochtone ondernemers zijn er 576 telefonisch benaderd, van wie 218 (38%) aan het onderzoek hebben meegewerkt. De belangrijkste redenen voor de non-respons was dat ondernemers niet bereikbaar bleken of geen belangstelling voor het onderzoek hadden. In totaal zijn dus 292 ondernemers uit het gebied WiB-Westflank geënquêteerd. Een belangrijke vraag is uiteraard in hoeverre deze groep van 292 representatief is voor alle ondernemers in het gebied. Voorzover we dit hebben kunnen nagaan lijkt dit in orde. Wat betreft de verdeling over de 7 subwijken vormen de 292 ondernemers een vrij getrouwe afspiegeling van de totale populatie (zie tabel 6.1). Ook op andere punten zoals de getalsmatige verhouding tussen mannen en vrouwen, eigenaren en 103
niet-eigenaren, de gemiddelde leeftijd en de gemiddelde startleeftijd is er nauwelijks verschil tussen de geënquêteerde groep van 292 ondernemers en de totale ondernemerspopulatie in het gebied van WiB-Westflank. In de enquête onder de 292 ondernemers worden bovendien de verschillen, die we vastgesteld hebben in de analyse van het Handelsregisterbestand – vooral de verschillen tussen Bedrijvengebied Overvecht en de andere subwijken van het gebied WIB-Westflank –vrij nauwkeurig weerspiegeld.
Tabel 6.1 – Aantal economisch actieve bedrijven in WiB-Westflank, alsmede het aantal dat meegedaan heeft aan de enquête
WiB-Westflank* 1. Zuilen 2. Pijlsweerd 3. Ondiep 4. Overvecht Dreven 5. Overvecht Bedrijfsgebied 6. Kanaleneiland Zuid 7. Kanaleneiland Noord totaal
Totaal aantal bedrijven
Respons op enquête
aantal
%
aantal
385 303 548 472 290 143 184 2.325
17 13 24 20 12 6 8 100
42 44 64 57 45 ** 33** 285***
% 15 15 22 20 16 12 100
*
Zuilen (= CBS-buurt: 16, 17, 20, 22 en 23) Pijlsweerd (= CBS-buurt: 11 en 12) Ondiep (= CBS-buurt: 13, 14, 15 en 24) Overvecht Dreven (= CBS-buurt: 25 t/m 28 en 30) Overvecht Bedrijvengebied (= CBS-buurt: 32) Kanaleneiland Zuid (= CBS-buurt: 70) Kanaleneiland Noord (= CBS-buurt: 71) ** In Kanaleneiland Noord en Kanaleneiland Zuid hebben tezamen in totaal 33 bedrijven aan de enquête meegedaan. Bij de analyse van de enquêtegegevens is vanwege de geringe aantallen geen onderscheid meer gemaakt tussen Kanaleneiland Noord en Kanaleneiland Zuid. *** Bij 7 van de 292 geënquêteerde ondernemers is de wijk van vestiging niet bekend.
Kenmerken van de geënquêteerde ondernemers en hun bedrijven Op basis van deze enquête kunnen we bovendien laten zien dat er duidelijke verschillen bestaan tussen de subwijken ten aanzien van de markten en doelgroepen waarop de bedrijven zich richten.
104
Tabel 6.2 – Kenmerken van de geënquêteerde bedrijven, naar subwijk (percentages) Zuilen
Pijlsweerd
Ondiep
Overvecht Dreven
Overvecht Bedrijvengebied
Kanalen- totaal eiland
1. Bedrijfsomvang . 1 persoon . 2-4 . 5-9 . 10 of meer totaal (abs = 100%)
48 38 10 5 (42)
50 34 7 9 (44)
45 25 14 16 (64)
31 26 29 14 (58)
22 16 24 38 (45)
53 18 15 15 (34)
41 26 17 16 (287)
2. Rechtsvorm . eenmanszaak . vennootschap onder firma . besloten vennootschap . anders totaal (abs = 100%)
50 24 26 0 (42)
51 28 16 5 (43)
63 13 20 5 (64)
47 19 32 2 (57)
9 9 77 4 (44)
56 13 22 9 (32)
47 17 32 4 (282)
3. Hoe lang bestaat bedrijf . korter dan 5 jaar . 5 jaar of langer totaal (abs = 100%)
52 48 (42)
55 45 (44)
48 52 (63)
33 67 (57)
14 86 (44)
42 58 (33)
40 60 (283)
4. Positie respondent . eigenaar . mede-eigenaar . geen (mede-)eigenaar totaal (abs = 100%)
33 46 21 (39)
31 42 28 (36)
33 49 18 (49)
28 35 37 (43)
17 40 43 (30)
30 39 30 (23)
29 42 29 (220)
. vooral autochtone klanten . vooral allochtone klanten . beide ongeveer evenzeer totaal (abs = 100%)
49 5 46 (37)
78 2 20 (41)
55 11 34 (62)
56 0 44 (55)
80 0 20 (35)
41 25 34 (32)
60 7 34 (262)
. vooral op particulieren . vooral op bedrijven . beide ongeveer evenzeer totaal (abs = 100%)
41 32 27 (41)
25 48 27 (44)
51 29 21 (63)
71 17 12 (58)
2 68 29 (41)
53 31 16 (32)
43 36 22 (279)
22 33
5 33
26 31
52 17
15 15
47 30
28 26
44 (36)
63 (40)
43 (58)
31 (54)
70 (40)
23 (30)
46 (258)
5. Markt en klanten
. vooral klanten uit deze wijk . vooral uit andere wijken Utrecht . vooral van buiten Utrecht totaal (abs = 100%)
105
Ruim de helft – 60% - van de ondernemers geeft aan vooral autochtone klanten te hebben. In Overvecht Bedrijvengebied en in Pijlsweerd is dit duidelijk vaker het geval en in Kanaleneiland en Zuilen is dit minder vaak het geval. Het aandeel bedrijven dat vooral allochtone klanten heeft is met 7% vrij gering. Uiteraard heeft dit te maken met de etniciteit van de ondernemer. Van de autochtone ondernemers heeft 71% vooral autochtone klanten en 3% vooral allochtone klanten. Van de allochtone ondernemers heeft 26% vooral autochtone klanten en 19% vooral allochtone klanten. Ruim de helft (56%) heeft in ongeveer gelijke mate klanten uit beide groepen. Ook op andere punten blijkt dat de bedrijven uit Overvecht Bedrijvengebied en uit Pijlsweerd op andere markten opereren. Zo hebben zij vaker dan de bedrijven uit de andere subwijken klanten die van buiten Utrecht komen en bij deze klanten gaat het bovendien vaak om bedrijven (zie tabel 6.2). Meerderheid vindt dat collectieve belangenbehartiging voor verbetering vatbaar is Tweederde deel van de geënquêteerde ondernemers vindt dat de ondernemers in hun wijk onvoldoende opkomen voor hun gemeenschappelijke belangen. Per subwijk is vrijwel steeds 65 tot 80 procent van de ondernemers deze mening toegedaan. Alleen in Overvecht Bedrijvengebied ligt dit met 47 procent duidelijk lager. Vooralsnog is er ook nauwelijks of geen basis voor een dergelijke gemeenschappelijke belangenbehartiging. Praktisch de helft (49%) van de ondernemers heeft geen contact met collega’s in de wijk. De rest heeft af en toe (33%) of regelmatig (18%) contact met de collega’s. Dit laatste is in Overvecht Dreven en Bedrijfsgebied Overvecht wat vaker het geval dan in de andere subwijken. In de twee genoemde subwijken hebben deze contacten tevens wat vaker plaats in georganiseerd verband dan in de andere subwijken, maar ook hier is dit eerder uitzondering dan regel. Verder gaat op dat voorzover autochtone ondernemers contact hebben deze meestal (74%) beperkt blijven tot andere autochtone ondernemers. De rest heeft vrijwel steeds ook contact met allochtone ondernemers. Van de allochtone ondernemers met contacten heeft 43% vooral contact met allochtone collega’s, 39 procent heeft contact met zowel allochtone als autochtone ondernemers en de rest (18%) heeft vooral contact met autochtone ondernemers. Ruim de helft van de ondernemers (53%) geeft aan ideeën te hebben over de manier waarop WiB-Westflank de situatie terzake zou kunnen verbeteren, maar dit loopt in de verschillende subwijken nogal uiteen. In Ondiep zegt 73 procent van de ondernemers over ideeën te beschikken en in Zuilen gaat dit op voor 38 procent. De andere subwijken zitten hier ergens tussenin.
106
Meest genoemde problemen In de enquête is de ondernemers gevraagd wat hun belangrijkste problemen zijn. Zij konden hierbij zelf de problemen noemen die hen het meest hinderen, met een maximum van drie per ondernemer. In totaal noemen 170 van de 292 ondernemers een of meer van dergelijke problemen. In totaal noemen deze 170 ondernemers 286 problemen, als volgt: . veiligheid, criminaliteit, overlast (90 keer genoemd) . teruglopende economie (61 keer genoemd) . verpaupering van de wijk (32 keer genoemd) . parkeerproblemen (26 keer genoemd) . bereikbaarheid bedrijf (19 keer genoemd) . overheidsoptreden (17 keer genoemd) . samenstelling bevolking van wijk c.q. ontwikkelingen hierin (12 keer genoemd) . huisvesting (huurprijs, ruimte) (12 keer genoemd) . problemen ten aanzien van krijgen van goed personeel (12 keer genoemd) . samenstelling winkel-/bedrijvenbestand (5 keer genoemd) Aansluitend op deze open vraag is de ondernemer vervolgens een aantal mogelijke problemen voorgelegd en gevraagd of hij hier (over-)last van ondervindt. Tabel 6.3 geeft de antwoorden en op basis hiervan kunnen we de volgende conclusies trekken: . Er is een grote mate van overeenkomst tussen de antwoorden op de ‘open’ vraag naar problemen en de ‘voorgestructureerde’ vraag: veiligheid, uitstraling van de wijk en parkeerproblemen vormen de top-3 problemen die de ondernemers in WiBWestflank in hun wijk ervaren. . Tussen de subwijken zijn er wel accentverschillen. Veiligheid wordt vooral in Kanaleneiland en Overvecht Dreven als verbeterpunt geprioriteerd. Het verbeteren van de uitstraling van de wijk wordt vooral als actiepunt benoemd in Overvecht Dreven en in Ondiep. Parkeerproblemen en bereikbaarheid worden vooral door ondernemers uit Overvecht Bedrijvengebied als actiepunten benoemd. Leegstand van panden wordt betrekkelijk weinig als verbeterpunt geventileerd, maar het meest nog in Zuilen. . De subwijken waar de ondernemers prioriteit willen geven aan het verbeteren van veiligheid en uitstraling zijn tevens de subwijken waar de overlevingskansen van starters het meest ongunstig zijn (zie ook hoofdstuk 5). De subwijken waar de ondernemers minder prioriteit aan deze zaken geven, zijn juist de wijken waar de overlevingskansen van starters gunstiger zijn. . Een meerderheid van de ondernemers (60%) zou graag zien dat WiB-Westflank actie onderneemt om de genoemde problemen op te (laten) lossen.
107
Tabel 6.3 – Prioritering van verbeterpunten, naar subwijk (percentages) Zuilen
Pijlsweerd
Ondiep Over- BeKanalen- totaal vecht drijfsge- eiland Dreven bied Overvecht
1. Zijn er punten in de wijk waar ondernemers (over)last van heeft en die hij graag verbeterd zou zien? . nee . ja, veiligheid in wijk . ja, uitstraling wijk . ja, parkeermogelijkheden/kosten . ja, bereikbaarheid bedrijven . ja, samenstelling bevolking . ja, leegstand panden . ja, ander punt
36 21 17 12 10 5 10 19
41 14 16 14 11 2 0 18
33 28 23 13 8 6 3 19
33 40 24 5 3 9 3 24
31 16 9 22 16 0 0 13
26 44 18 9 6 6 0 6
33 27 18 12 9 5 3 17
2. Zou men graag zien dat WiBWestflank actie onderneemt om deze problemen op te (laten) lossen . ja . nee totaal (abs=100%)
63 37 (35)
58 42 (38)
60 40 (58)
62 38 (53)
52 48 (42)
66 34 (32)
60 40 (258)
Meeste ondernemers zijn zich bewust dat zij zelf rol kunnen en moeten spelen De meeste ondernemers zijn zich bewust dat zij het oplossen van de problemen met betrekking tot veiligheid en uitstraling van de wijk niet volledig kunnen externaliseren, maar dat zij daarbij ook zelf een rol hebben. Een duidelijke meerderheid van de ondernemers geeft namelijk te kennen dat men binnen de eigen wijk meer zou moeten samenwerken om problemen rond criminaliteit, veiligheid en uitstraling van de wijk effectief aan te pakken (zie tabel 6.4).
108
Tabel 6.4 – Bewustzijn van samenwerkingsnoodzaak om problemen in de directe omgeving aan te pakken, naar subwijk (percentages) Zuilen
Pijlsweerd
Ondiep Over- BeKanalen totaal vecht drijfsge- Eiland Dreven bied Overvecht
55 33
64 59
66 56
69 66
58 71
74 50
64 57
1. % ondernemers dat vindt dat men in de wijk meer zou moeten samenwerken op terrein van: a. overlast, criminaliteit, veiligheid b. onderhoud/schoonmaak omgeving c. aankleding en inrichting van de wijk d. afstemming openingstijden e. inkoop, verkoop, reclame totaal (abs = 100%)
31
57
45
59
62
53
51
19 29 (42)
18 23 (44)
41 23 (64)
47 31 (58)
13 24 (45)
59 35 (34)
33 27 (287)
2. Zou WiB-Westflank dergelijke samenwerking moeten bevorderen: . ja . nee totaal (abs = 100%)
62 38 (42)
64 36 (44)
63 37 (64)
72 28 (58)
42 58 (45)
85 15 (34)
64 36 (287)
Benodigde samenwerking is echter nog verre van aanwezig Op dit punt moet echter nog veel gebeuren. Nauwelijks meer dan een kwart van de ondernemers is lid van een plaatselijke ondernemersvereniging. Overigens varieert dit sterk per subwijk. In Pijlsweerd is dit cijfer met 7% het laagste en in Overvecht Dreven is het met 48% het hoogste. Plaatselijke ondernemersverenigingen vallen bovendien niet steeds samen met wijkindelingen. In feite blijkt weliswaar iets meer dan eenderde deel van de ondernemers (36%) met andere ondernemers samen te werken, maar in amper de helft van deze gevallen heeft deze samenwerking ook of vooral betrekking op wijkniveau. Bijna tweederde deel van de ondernemers is van mening dat WiB-Westflank dergelijke samenwerking zou moeten bevorderen en dit varieert van 85% in Kanaleneiland tot 42% in Overvecht Bedrijvengebied (zie tabel 6.4). Overigens dient dit meer in te houden dan alleen het werven van nieuwe leden voor ondernemersverenigingen. Van belang is tevens dat de desbetreffende verenigingen voldoende actief zijn en daarbij adequaat opereren. Op de vraag aan de geënquêteerde ondernemers of zij tevreden zijn over de hulp/ondersteuning door ondernemersvere109
nigingen antwoordt bijna tweederde deel dat dit in hun geval niet van toepassing is omdat zij geen beroep op een dergelijke vereniging hebben gedaan. Van de ondernemers die dit wel gedaan hebben zijn er bijna evenveel ontevreden als tevreden over de verkregen hulp/ondersteuning (zie tabel 6.5). Vooral boekhouder/accountant en Kamer van Koophandel zijn belangrijke aanspreekpunten Op de vraag of de ondernemer een persoon of instantie kan noemen waaraan hij de afgelopen 1 à 2 jaar veel heeft gehad, antwoordt 52% bevestigend. Hierbij worden door de ondernemers vooral hun boekhouder/accountant en de Kamer van Koophandel genoemd. Van de ondernemers heeft 30% geen beroep op de Kamer van Koophandel gedaan. De rest heeft dit wel gedaan en meestal is men tevreden over de ondersteuning die men van die kant gehad heeft (zie tabel 6.5).
Tabel 6.5 – Tevredenheid ondernemers over hulp/ondersteuning door respectievelijk Kamer van Koophandel, Gemeente Utrecht en ondernemersvereniging, naar subwijk Zuilen
Pijlsweerd
49 22 30 (37)
65 21 14 (43)
48 21 31 (62)
51 9 40 (55)
51 16 33 (45)
55 19 26 (31)
53 18 30 (273)
b. Gemeente . tevreden . niet tevreden . n.v.t. totaal (abs = 100%)
22 31 47 (36)
21 35 44 (43)
21 39 40 (62)
30 30 41 (54)
20 36 44 (45)
31 34 34 (32)
24 34 42 (272)
c. Ondernemersvereniging . tevreden . niet tevreden . n.v.t. totaal (abs = 100%)
8 16 76 (38)
10 10 81 (42)
23 18 59 (61)
20 22 58 (55)
27 22 51 (45)
39 16 45 (31)
21 18 62 (272)
% tevreden ondernemers hulp/ondersteuning van: a. Kamer van Koophandel . tevreden . niet tevreden . n.v.t. totaal (abs = 100%)
110
Ondiep Over- BeKanalen totaal vecht drijfsge- Eiland Dreven bied Overvecht
over
Bij Turkse en Marokkaanse ondernemers méér informatielacunes Tijdens de enquête is de ondernemers een aantal zaken voorgelegd waarbij steeds de vraag is gesteld of zij hierover meer informatie zouden willen krijgen. In de analyse komt naar voren dat hierbij zowel de subwijk van vestiging als de etniciteit van de ondernemer een rol speelt. Meestal is de etniciteit van meer belang dan de subwijk van vestiging. Vandaar dat we in tabel 6.6 de antwoorden van de ondernemers specificeren naar hun etniciteit.
Tabel 6.6 – Informatiebehoefte naar etniciteit
% ondernemers dat meer informatie zou willen over: . ruimtelijke ordening/bestemmingsplan . afnemersmarkt/klanten . samenwerking . promotie/reclame . belastingen . bedrijfshuisvesting . sociale zekerheid . vergunningen . administratie . inkoop/leveranciers . gebruik computer . personeelsbeleid . internationale contacten . overige
autochtoon
Turk
Marokkaan
(N=218)
(N=33)
(N=20)
42 45 42 48 52 52 58 39 58 58 55 39 42 15
35 70 30 40 45 25 50 45 45 50 55 35 35 0
35 32 29 28 25 23 20 22 15 11 8 11 11 6
overig totaal allochtoon (N=21) (N=292)
52 29 43 24 33 38 24 29 14 29 10 24 24 5
37 36 32 31 30 28 26 26 22 21 17 17 17 6
Met name bij de Turkse en de Marokkaanse ondernemers blijkt een brede vraag naar informatie te bestaan. In Ondiep en Overvecht Dreven willen ondernemers informatie over bestemmingsplan Op deze punten komen ook wel verschillen naar voren tussen de subwijken. Deze verschillen hebben echter praktisch steeds te maken met verschillen in etniciteit van de ondervraagde ondernemers. Maar er is één uitzondering op deze regel, namelijk de informatiebehoefte ten aanzien van ruimtelijke ordening/bestemmingsplan. In totaal heeft 37% van de ondernemers behoefte aan meer informatie op dit punt, maar dit varieert als volgt per subwijk: 111
. Zuilen 24% . Pijlsweerd 34% . Ondiep 47% . Overvecht Dreven 50% . Bedrijfsgebied Overvecht 33% . Kanaleneiland 29% In Ondiep en Overvecht Dreven hebben dus duidelijk meer ondernemers behoefte aan informatie over het bestemmingsplan dan in de andere subwijken van WiB-Westflank het geval is en dit staat los van de etniciteit van de ondernemers. Communicatie met overheid kan beter De communicatie tussen overheid en ondernemers verloopt volgens de ondernemers niet in alle gevallen goed. Bijna een kwart van de ondernemers meldt dat zij in de afgelopen 1 à 2 jaar problemen hebben gehad met overheidszaken/regelgeving. Inhoudelijk gaat het dan meestal over ruimtelijke ordeningszaken en over belastingen. Daarnaast is 40% van de ondernemers van mening dat zij onvoldoende informatie krijgen over overheidszaken/regelgeving die hun onderneming of hun wijk aangaat. Het gaat hier in de ogen van de ondernemers om een belangrijk punt. Voor zoverre de ondervraagde ondernemers een beroep gedaan hebben op de gemeente – dit is in 58% van de ondervraagde ondernemers het geval – overheerst onvrede over de manier waarop de gemeente op dit verzoek heeft gereageerd (24% is tevreden en 34% is ontevreden; zie tabel 6.5). In elke subwijk ziet meerderheid ondernemers hier rol voor WiB-Westflank Een meerderheid van de ondernemers (60%) zou graag zien dat WiB-Westflank activiteiten gaat ontplooien om de communicatie tussen overheid en ondernemers te verbeteren. In elke subwijk van het gebied WiB-Westflank is een meerderheid van de ondernemers er vóór dat WiB-Westflank deze rol op zich neemt. Op de vraag hoe men meestal informatie krijgt over overheidszaken/regelgeving, noemen de ondernemers: . via op naam gestelde brief (39%) . via ongeadresseerde brief (25%) . via krant (24%) . via brochure (17%) . via internet (11%) . via radio/tv (9%) . via themabijeenkomst (6%) . via persoonlijk gesprek (5%)
112
Op de vraag hoe men deze informatie het liefst zou krijgen scoren vooral 3 methoden, namelijk via op naam gestelde brief, via ongeadresseerde brief en via internet. In de ogen van de ondernemers zou internet dus meer bewust moeten worden en vooral in de plaats moeten komen van informatieverstrekking via kranten en brochures. Het betreft hier overigens vooral autochtone ondernemers. Om dit medium ook voor allochtone ondernemers op brede schaal te kunnen inzetten, moeten deze ondernemers eerst meer vertrouwd raken met de computer en de bedrijfsmatige gebruiksmogelijkheden. Allochtone ondernemers spreken op dit punt vaak een behoefte uit (zie tabel 6.6).
113
114
7 De diepte-interviews
7.1 Inleiding De rol van Wijk in Bedrijf Westflank is verder uitgewerkt in diepte-interviews Aan de hand van diepte-interviews met ondernemers is getracht inzicht te krijgen in de ondersteunenden rollen die Wijk in Bedrijf Westflank in de ogen van ondernemers zou kunnen vervullen. De mogelijke rollen zijn in de diepte-interviews gekoppeld en bevraagd aan de hand van de doelstellingen van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. De diepte-interviews bestonden daarom uit drie gedeelten. In het eerste deel is ingegaan op de start van de ondernemers en de huidige stand van zaken ten aanzien van ondersteuning. In deel twee stonden de organisatiegraad en de netwerken van ondernemers centraal. In deel drie is gefocust op de problemen en knelpunten die ondernemers ervaren in de wijk. Selectie van ondernemers voor de diepte-interviews De selectie van ondernemers voor de diepte-interviews is allereerst gedaan op grond van eigen aanmelding. De ondernemers die hebben meegedaan aan de telefonische enquête konden aangegeven nogmaals voor het onderzoek beschikbaar te zijn. Daarnaast is gekeken naar de antwoorden uit de telefonische enquête en zijn die ondernemers geselecteerd die vonden dat er op een aantal punten zoals samenwerking en gezamenlijke belangenbehartiging, verbeteringen gerealiseerd moesten worden waar Wijk in Bedrijf Westflank een rol bij zou kunnen spelen. Ook is zoveel mogelijk rekening gehouden met een zekere spreiding naar wijk. Medewerking aan de diepte-interviews De ondernemers zijn vervolgens opgebeld met het verzoek nogmaals over het onderzoek door te praten in een diepte-interview bij de ondernemers ter plekke. Een deel van de ondernemers meldde in verband met drukke werkzaamheden toch niet beschikbaar te zijn voor een diepte-interview. Anderen gaven aan weinig bemoeienis te hebben met de wijk en/of ten aanzien van de mogelijkheden voor Wijk in Bedrijf Westflank niet zo veel extra aanvullende informatie aan te kunnen dragen om daarvoor een diepte-interview aan te gaan. De extra informatie is telefonisch doorgegeven.
115
Het aantal daadwerkelijk afgenomen diepte-interviews Met circa 40 ondernemers zijn afspraken gemaakt voor een diepte-interview. Vanwege tussenkomende werkzaamheden kon een aantal ondernemers de afspraak niet nakomen. Uiteindelijk zijn er 37 diepte-interviews afgenomen: 21 bij Nederlandse ondernemers en 16 bij Turkse en Marokkaanse ondernemers. Daarnaast is ook de telefonisch vrijgekomen informatie van ondernemers die afzagen van het diepteinterview meegenomen in het onderzoek. Hieronder volgen de resultaten van de gevoerde gesprekken met zowel de autochtone als allochtone ondernemers. Hier en daar worden de uitspraken van de ondernemers geciteerd. Dit is in het rapport aangegeven met een cursieve tekst tussen aanhalingstekens. 7.2 Resultaten van de diepte-interviews Grote verscheidenheid aan ondernemers en bedrijvigheid bij de diepte-interviews Het eerste wat opviel bij de diepte-interviews is de grote verscheidenheid van ondernemers en bedrijvigheid. De personen die zijn opgenomen in het onderzoek stonden of staan allemaal ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Echter de diversiteit, ook aan bedrijfsactiviteiten, is groot. Er zijn mensen die van huis uit werken en niet meer nodig hebben dan ICT-apparatuur. Met een werkplek thuis opgetuigd met een computer en telefoon kunnen ze hun bedrijf vormgeven. Hierbij was aan de buitenkant van hun werk- c.q. thuisadres geen vermoeden van enige bedrijvigheid. Deze personen waren voor hun werkzaamheden niet afhankelijk van hun buurt of wijk. Ze zouden in principe vanuit elke locatie kunnen werken. Aan de andere kant zijn er mensen geïnterviewd die eigenaar zijn van een eenmanszaak die zich met hun winkel volledig op de wijk richten. De factor wel of niet buurtgebonden zijn bleek van invloed op de bereidheid om mee te doen aan het onderzoek, maar ook bij het meedenken met wat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank zou kunnen betekenen voor ondernemers in de wijk. Een andere factor die duidelijk van invloed was op het verloop van de diepteinterviews, was het wel of niet zelfstandig ondernemer zijn. Het gaat hierbij om het onderscheid tussen een zelfstandig ondernemer versus een bedrijfsleider of filiaalhouder bij een groot(winkel)bedrijf. Twee andere factoren die nog niet aan bod zijn gekomen maar die ook van invloed zijn op de ondersteuningsbehoeften en de bereidheid tot netwerkvorming (lidmaatschap van verenigingen) en samenwerking e.d. zijn: - Het feit of een ondernemer het bedrijf zelf heeft opgericht en vormgegeven of dat het is overgenomen van ouders of anderen. 116
Bij de niet-oprichters zijn de mogelijke startperikelen al door een voorganger overwonnen. De huidige ondernemers kwamen zoals een van hen het zelf zei: “In een gespreid bedje.” Een aparte categorie van starters zijn de ondernemers die weliswaar zelf een eigen bedrijf hebben opgericht, maar dit hebben gedaan “met een vliegende start”. Na een reorganisatie of anderszins zijn deze mensen bij een werkgever vertrokken en de “oude” werkgever gaf zekere garanties, bijvoorbeeld rond opdrachten, voor de nieuw te starten onderneming. - De leeftijd en daarmee veelal grotere ervaring van de ondernemers speelt een rol. Ook ondernemers die “niet veel tijd meer te gaan hadden”, hebben hun vaste contacten en manier van doen waar Wijk in Bedrijf Westflank weinig aan toe kan voegen. Bovenstaande twee factoren vertonen een overlap met het onderscheid dat Wijk in Bedrijf Westflank zelf al maakt in de doelstellingen, namelijk dat van: . startend of bestaand ondernemerschap. Een laatste factor die niet achterwege gelaten kan worden en die door alle voorgaande factoren heen loopt, is etniciteit. Ook het onderscheid tussen allochtone en autochtone ondernemers wordt door Wijk in Bedrijf Westflank reeds gemaakt. Turkse en Marokkaanse ondernemers vormen elk met hun eigen achtergrond een aparte, zo niet twee aparte doelgroepen voor Wijk in Bedrijf Westflank. De bovenstaande factoren bleken bij de diepte-interviews relevant te zijn voor de ondersteuningsbehoeften van ondernemers en de mogelijke rol die ze zien voor een nieuwe partij zoals Wijk in Bedrijf Westflank. Met name de (zelfstandige) buurtgebonden ondernemers hebben belang bij een sterke wijkeconomie en zijn gebaat bij een mogelijke versterking hiervan door de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. Dat wil echter nog niet zeggen dat deze ondernemers helder kunnen aangeven welke rol(len) de stichting hierbij zou kunnen of moeten spelen. Doelstelling 1: Stimuleren van starters en ondersteunen van bestaand ondernemerschap Het eerste deel van de diepte-interviews was gekoppeld aan de eerste doelstelling van Wijk in Bedrijf Westflank, namelijk het stimuleren van starters en het ondersteunen van bestaand ondernemerschap. Bij aanvang van de interviews is daarom allereerst teruggeblikt op de start van of in het bedrijf. Hoe was dat destijds gegaan? Wisten de ondernemers welke voorbereidingen getroffen moesten worden en welke ondersteuning hebben ze gemist? Voor sommige was de start van vrij recente datum. Anderen moesten wat dieper in hun geheugen terug om het een en ander weer scherp op het 117
netvlies te krijgen. Op dit punt kwam direct het onderscheid naar voren tussen zelfstandig ondernemers/eigenaren en bedrijfsleiders/filiaalhouders. Het ging bij de laatstgenoemde personen meestal niet om de start van een onderneming, maar om het op zich nemen van de leiding van een reeds bestaand bedrijf. Ook in het geval van een bedrijfsovername gaat het om de intrede in een bestaand bedrijf. Ongeveer de helft van de geïnterviewde autochtone ondernemers geeft aan een specifieke vakopleiding te hebben gevolgd die past bij het huidige ondernemerschap. Ruim de helft geeft aan een of meer cursussen te hebben gevolgd. Soms gaat het echter alleen om een cursus sociale hygiëne, omdat alleen dat verplicht was voor het huidige werk. Het inwinnen van advies, het doen van marktonderzoek, het schrijven van een ondernemingsplan of het bezoek van starterbijeenkomsten komen minder frequent voor. Niet elke startende zelfstandig ondernemer “doet” aan een van de bovengenoemde voorbereidingen. Een enkeling zegt de zaak te hebben overgenomen en dat hij “gewoon is begonnen”. Bij de voorbereiding van de allochtone ondernemers lag er bij de start wat meer accent op het inwinnen van advies en het doen van marktonderzoek dan bij de autochtone ondernemers. Het gaat echter veelal om een zelf uitgevoerd marktonderzoek meer in de richting van een globale marktverkenning om een inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid werk die in het verschiet ligt. Het inwinnen van advies gebeurt vooral binnen de eigen kring van familie en vrienden met ervaring in het ondernemerschap. Over het algemeen is men zelf tevreden over de eigen voorbereiding. Een enkeling zou het achteraf gezien anders hebben gedaan. Één ondernemer noemt bijvoorbeeld dat hij eigenlijk te rustig van start is gegaan. Hij had meteen meer risico moeten nemen, is te voorzichtig geweest. Daartegenover staat een andere zelfstandig ondernemer die achteraf gezien juist meer tijd uit had moeten trekken voor de start van de eigen zaak. Door de snelle start werden fouten gemaakt die vervolgens hersteld moesten worden. De geïnterviewden is vanuit de eigen ervaring gevraagd naar tips of suggesties voor Wijk in Bedrijf Westflank om mensen te stimuleren voor zichzelf te beginnen. Niet iedereen komt met tips of suggesties. Er zijn diverse ondernemers die aangeven het sowieso dapper te vinden als mensen het aandurven in deze tijd en in een van de wijken in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank een nieuw bedrijf te starten. Het “bezint eer ge begint” klinkt in diverse reacties door. Uit de gesprekken kwam naar voren dat er naar mening van de autochtone ondernemers al veel partijen actief zijn op het terrein van startende ondernemers. Een ondernemer zei hierover: “Ga naar de belastingdienst en de Kamer van Koophandel en je 118
weet alles”. Aan de andere kant zijn de ervaringen met deze partijen niet onverdeeld positief. Met name over de Kamer van Koophandel is niet iedereen positief. Een aantal ondernemers vindt dat de Kamer van Koophandel een grote organisatie is die veraf staat van de kleine zelfstandige ondernemer en “het gevaar bestaat dat je bij de Kamer van Koophandel door een juniormedewerker aan het loket te woord wordt gestaan.” Tips of suggesties voor Wijk in Bedrijf Westflank richting (startende) ondernemers De autochtone ondernemers doen de volgende suggesties voor Wijk in Bedrijf Westflank ten aanzien van startende, maar ook bestaande ondernemers: . Het in kaart brengen van de diverse instanties waar ondernemers een beroep op kunnen doen en het wegwijs maken van de ondernemers in dit aanbod. Het liefst zou men één loket voor ondernemers en zeker voor starters zien. . Checklisten met relevante aandachtspunten voor starters ontwikkelen. . Een website maken met ervaringsverhalen van startende ondernemers. . Zorg dragen voor een korte introductie van de wijk, speciaal voor startende ondernemers. . Via moderne communicatiekanalen als internet informatie beschikbaar maken, bijvoorbeeld over personeelsbeleid, regelgeving en actualiteiten. . Mensen die willen starten in een bepaalde sector met elkaar en bestaande ondernemers in contact brengen om bijvoorbeeld te brainstormen over de voors en tegens van het eigen bedrijf. . Bevorderen van vestigingsmogelijkheden voor kleine zelfstandige in de grotere winkelcentra of panden speciaal voor starters. Bedrijfsgebouwen zijn niet voor alle ondernemers geschikt. Voor verzorgende beroepen als kappers, schoonheidsspecialisten en dergelijke zijn deze gebouwen bijvoorbeeld te onpersoonlijk. . Het winkelaanbod in wijken in kaart brengen. Sterktezwakte analyse hiervan maken. Voorstellen doen om het winkelbestand aantrekkelijker te maken. . Aansluitend bij het voorgaande punt: adviezen geven richting keuze van branche en locatie voor startende ondernemers. Tips en suggesties van de allochtone ondernemers gaan voor een deel in dezelfde richting. Ook Turkse en Marokkaanse ondernemers vinden het zinnig om starters informatie en advies te geven over branchekeuzes en bedrijfslocaties. Uit deze informatie moet vooral een waarschuwing uitgaan om kopieergedrag te voorkomen. Wijk in Bedrijf Westflank moet ook volgens de allochtone ondernemers aandacht besteden aan het “bezint eer ge begint” principe. Uit de gesprekken klinkt door dat allochtonen de moeilijkheidsgraad van het (startend) ondernemerschap soms onderschatten. Het moet duidelijk zijn wat er allemaal bij komt kijken om ondernemer te zijn. Men heeft er onder andere een hoge motivatie en veel doorzettingsvermogen voor nodig. Één
119
respondent zegt hierover: “Het is niet zo dat ondernemen zo makkelijk is, zoals het van buitenaf wordt gezien door de meeste jongeren of landgenoten van ons.” In tegenstelling tot autochtone ondernemers wordt door allochtone ondernemers meer basale ondersteuning gevraagd, zoals informatie en advies over financiering, fiscale verplichtingen, deugdelijke administratiekantoren of accountants enzovoorts. Uit het voorgaande komt een aantal mogelijke rollen voor Wijk in Bedrijf Westflank richting startende ondernemers naar voren. Het zijn rollen als: informatieverstrekker, coach, en adviseur. Het gaat om het ontsluiten van informatie, om ondernemers wegwijs te maken in de veelheid aan mogelijke partijen voor starters, en om interventies bij de keuze van branche en locatie op een zodanige manier dat in ieder geval de starter zelf maar zo mogelijk ook de wijk er baat bij heeft. Meer dan autochtone ondernemers wijzen Turkse en Marokkaanse ondernemers op een mogelijke rol voor Wijk in Bedrijf Westflank bij de ondersteuning van aspirant allochtoon ondernemers om te komen tot een weloverwogen keuze voor het ondernemerschap en bij ondersteuning bij de bedrijfsvoering. Ten aanzien van de vraag of Wijk in Bedrijf Westflank hier een uitgesproken rol moet spelen, lopen de meningen uiteen. Ondersteuning van bestaand ondernemerschap In de diepte-interviews is wat de ondersteuning van ondernemers betreft, gevraagd bij welke partijen advies en informatie wordt ingewonnen en of ondernemers tot nu toe ondersteuning missen. Uit de gesprekken blijkt dat de meeste autochtone ondernemers vaste contacten hebben voor informatie en advies. Ze hebben hun weg gevonden naar partijen waar ze goed mee uit de voeten kunnen: een boekhouder of accountant, brancheverenigingen, hoofdkantoren in geval van bedrijfsleiders of filiaalhouders. Bij allochtone ondernemers ligt dat anders. Hier bestaat vaak wèl een duidelijke behoefte aan ondersteuning, bijvoorbeeld bij het leren benutten van de administratie en het analyseren van de jaarrekening. Doelstelling 2: Het verbeteren van de organisatiegraad van ondernemers en het stimuleren van ondernemersnetwerken Het tweede deel van de diepte-interviews had betrekking op het verbeteren van de organisatiegraad van ondernemers en het stimuleren van ondernemersnetwerken. Er is gesproken over ondernemersnetwerken op lokaal niveau in de vorm van lokale ondernemers- of winkeliersverenigingen en over ondernemersnetwerken in de vorm van brancheverenigingen. Uit de telefonische enquête bleken veel ondernemers geen lid te zijn van een lokale ondernemersvereniging of branchevereniging. Op dit punt is doorgevraagd naar de redenen hiervan, of ondernemers van mening waren dat het lidmaatschap van dergelijke verenigingen gestimuleerd zou moeten worden en welke 120
rol men in deze zag weggelegd voor Wijk in Bedrijf Westflank. Om te beginnen was het onderscheid tussen plaatselijke ondernemersverenigingen en brancheorganisaties bij allochtone ondernemers niet voor iedereen duidelijk. De bekendheid van dergelijke verenigingen of organisaties is binnen deze groep kleiner dan onder autochtone ondernemers. Op brancheniveau: hooguit een bescheiden rol voor Wijk in Bedrijf Westflank De redenen die werden aangedragen om geen lid te zijn van brancheorganisaties zijn in veel gevallen terug te brengen op een gebrek aan tijd en geld in relatie tot het nut. Bij sommige ondernemers is deze balans positief en die zijn goed te spreken over hun brancheorganisatie. Andere ondernemers hebben geen behoefte (meer) aan het lidmaatschap van een brancheorganisatie. Autochtone ondernemers vinden meestal niet dat het lidmaatschap van brancheorganisaties gestimuleerd zou moeten worden en zien op dit punt hooguit een bescheiden rol voor Wijk in Bedrijf Westflank. Verder dan het onder de aandacht brengen van het bestaan van brancheorganisaties, met name bij starters, zou de rol van Wijk in Bedrijf Westflank volgens de geïnterviewde ondernemers niet moeten gaan. Allochtone ondernemers zijn minder uitgesproken op dit punt. Als Wijk in Bedrijf Westflank zelf vindt dat het lidmaatschap van brancheorganisaties gestimuleerd moet worden, dan moet in ieder geval duidelijk gemaakt kunnen worden welk ondernemersbelang ermee gediend is. Dit moet gecommuniceerd worden via persoonlijk contact en het liefst in de eigen taal, bijvoorbeeld door ondernemers die zelf al lid zijn. Op lokaal niveau: een meer uitgesproken rol voor Wijk in Bedrijf Westflank Veel autochtone ondernemers vinden dat het lidmaatschap van de lokale ondernemersvereniging in het kader van de gezamenlijke belangenbehartiging gestimuleerd zou moeten worden. Ondernemers zien in deze verenigingen vooral een mogelijkheid om problemen in de wijk aan te pakken. Echter het stimuleren van het lidmaatschap is wel verbonden aan de voorwaarde dat de lokale ondernemers- of winkeliersverenigingen goed functioneren – concrete zaken/problemen aanpakken en concrete oplossingen/verbeteringen realiseren – en juist daar is een rol weggelegd voor Wijk in Bedrijf Westflank. Uit de telefonische enquête kwam naar voren dat slechts een minderheid van de ondernemers in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank is aangesloten bij een plaatselijke ondernemers- of winkeliersvereniging. Uit de diepte-interviews bleek dat er winkeliersverenigingen zijn die op papier bestaan, maar in praktijk al jaren niet meer functioneren. Aan de andere kant zijn er winkeliersverenigingen van met name winkelcentra waar het lidmaatschap verplicht is. Dit laatste is overigens niet bepalend 121
voor het wel of niet goed functioneren. De meest gehoorde reden om geen lid te zijn van dergelijke verenigingen is evenals bij de brancheverenigingen dat er wel aanzienlijke kosten mee gemoeid zijn zonder dat duidelijk is wat er voor terug komt. Een voorwaarde voor lidmaatschap is dat men er als ondernemer wat aan heeft of zoals werd gezegd “het gaat om waar voor je geld”, waaraan het volgens de ondernemers nogal eens ontbreekt. Ondernemersverenigingen moeten zowel voor de allochtone als voor de autochtone ondernemers een duidelijk doel hebben en resultaten moeten goed over het voetlicht worden gebracht. Autochtone ondernemers zien in plaatselijke ondernemersverenigingen vooral een mogelijkheid voor gezamenlijke belangenbehartiging in de zin van het aanpakken van problemen in de wijk. Een andere mogelijkheid als klantenbinding komt minder naar voren, maar is ook niet voor alle ondernemers van toepassing. Ten aan zien van het functioneren van lokale ondernemers-of winkeliersverenigingen zien autochtone ondernemers zeker een rol voor Wijk in Bedrijf Westflank Een duidelijk knelpunt komt naar voren bij het functioneren van lokale ondernemerof winkeliersverenigingen. Deze verenigingen functioneren volgens de geïnterviewde ondernemers bij de gratie van een aantal voortrekkers, die er hun tijd en energie in willen steken. “Dat zijn er heden ten dage niet veel.” Te meer omdat ondernemers hun tijd hard nodig hebben voor hun eigen bedrijf. Collectieve belangen komen veelal pas voor het voetlicht als zich dringende zaken aandienen die op individueel niveau niet aan te pakken zijn. Maar dan nog, wie wil er zijn tijd en energie insteken? Veel lokale winkeliersverenigingen functioneren volgens de ondernemers slechts tijdelijk goed. “Als het probleem is aangepakt, ligt de boel weer op z’n gat”. Op dit punt komt Wijk in Bedrijf Westflank in beeld. Juist omdat eigenlijk veel ondernemers toch vinden dat het lidmaatschap van de lokale ondernemersvereniging in het kader van de gezamenlijke belangenbehartiging gestimuleerd zou moeten worden. Echter het stimuleren van het lidmaatschap op zich is onvoldoende. De lokale ondernemersverenigingen moeten goed functioneren en juist daar is een rol weggelegd voor Wijk in Bedrijf Westflank. Ondernemers deden de volgende suggesties: - Kennis en vaardigheden inbrengen hoe je als winkeliersvereniging zaken aan kunt pakken. Alternatieven aandragen. - Het motiveren en enthousiasmeren van bestuursleden. Een peptalk is bij tijd en wijle hard nodig. - Het idee werd geopperd te pleiten voor bezoldigde bestuurders er vanuit gaande dat hiermee de animo om zitting te nemen in het bestuur van lokale ondernemersverenigingen toe zou nemen. - Het voorstel werd gedaan aan te sturen op een wijziging van het aantal stemmen binnen de winkeliersvereniging. Geen stemrecht naar winkeloppervlak zoals nu het geval is, maar een stem per zaak of winkel. Kleine ondernemers hebben dan evenveel in te brengen als grote. 122
- Wijk in Bedrijf Westflank zou hulp kunnen bieden bij het versturen van mailings met een aanbod van ondernemersverenigingen richting ondernemers. Het aanbod moet wel concreet, praktisch en vraaggericht zijn. - Ondersteuning bieden bij het verzorgen van een gezamenlijke advertentie in een krant. - Ideeën aandragen en het ondersteunen van het promoten van winkelcentra en winkelstraten. - Het enquêteren van ondernemers over een ondernemersvereniging. - Bij alles wat Wijk in Bedrijf Westflank richting lokale ondernemersverenigingen doet, moet het zorgen voor onafhankelijkheid. Wijk in Bedrijf moet een onafhankelijke partij blijven. Het zijn met name suggesties in de richting van het professionaliseren en motiveren van bestuursleden en daarmee de lokale ondernemersverenigingen of winkeliersverenigingen in z’n geheel. Ook op dit punt waren allochtone ondernemers minder uitgesproken. Ondernemerverenigingen zijn zoals gezegd minder bekend. Een Marokkaanse ondernemer zei in dit verband:“Allochtone ondernemers zitten in een gesloten gemeenschap.” Een Nederlandse respondent die al verschillende keren tevergeefs had geprobeerd problemen in de buurt gemeenschappelijk met allochtone ondernemers aan te pakken, verwoordde dit als volgt: “Met allochtone ondernemers valt moeilijk gezamenlijk iets te organiseren. Ze regelen alles informeel onderling.” Het zal daarom niet makkelijk zijn om allochtone ondernemers te laten participeren in de lokale ondernemersverenigingen. Ook hier zijn voorwaarden om allochtone ondernemers over de drempel te krijgen: een persoonlijke benadering, het liefst in de eigen taal, waarbij de voordelen van het lidmaatschap goed duidelijk gemaakt moeten worden zonder dat daar veel kosten aan verbonden zijn. Doelstelling 3: Activeren van betrokken organisaties in de wijkeconomie Als het punt van de gezamenlijke belangenvertegenwoordiging wordt aangesneden bij ondernemers, gaan hun gedachten onmiddellijk in de richting van gezamenlijke aanpak van ervaren knelpunten of problemen in de wijk. Met name problemen met veiligheid, criminaliteit en overlast voeren dan direct de boventoon. Rond deze problematiek zien ondernemers ook goede aanknopingsmogelijkheden om tot samenwerking te komen. Ondernemers zien echter geen uitvoerende rol voor wijk in Bedrijf Westflank. Er worden momenteel al allerlei initiatieven genomen op het punt van veiligheid, criminaliteit en overlast. Te denken valt aan het project: Veilig ondernemen, in het Groot Winkelcentrum Overvecht of het project Jongeren op Straat (JOS) eveneens in Overvecht. In deze projecten proberen meerdere partijen gezamenlijk te werken aan het verminderen van de problemen. Ondernemers zien wél een rol voor Wijk in Bedrijf Westflank in het signaleren en aankaarten van problemen bij de juiste 123
partijen. Immers Wijk in Bedrijf Westflank heeft een betere toegang tot gemeente en dergelijke dan ondernemers zelf, heeft hier in de ogen van ondernemers meer tijd voor, weet beter de weg, enz. Knelpunten en problemen Het laatste deel van de diepte-interviews was gericht op het derde (sub)doel van Wijk in Bedrijf Westflank, namelijk het activeren van betrokken organisaties in de wijkeconomie door middel van het signaleren van knelpunten en aandragen van oplossingen. Op grond van de telefonische enquête kon de volgende lijst van ervaren knelpunten en problemen worden voorgelegd: 1. Veiligheid, criminaliteit, overlast 2. Verpaupering van de buurt/wijk 3. Onderhoud/verzorging openbare ruimte/groen 4. Bereikbaarheid van bedrijven 5. Verschraling winkelaanbod 6. Samenstelling bevolking 7. Huisvesting Deze knelpunten en problemen waren voor veel ondernemers voelbaar en liepen als een rode draad door de diepte-interviews. Zoals gezegd worden met name op het gebied van veiligheid, criminaliteit en overlast veel problemen ervaren, samen met de verpaupering van de wijk en de verschraling van het winkelaanbod. Deze punten hangen met elkaar en met de samenstelling van de bevolking in de wijken samen. Ondernemers zoeken partijen om de problemen in de wijk aan te pakken. Ondersteuning van Wijk in Bedrijf Westflank is hierbij zeer welkom. Ondernemers zien voor Wijk in Bedrijf Westflank vooral een rol als brug, als intermediair tussen ondernemers en verantwoordelijke partijen als gemeente en politie. Wijk in Bedrijf kan de problemen signaleren, aankaarten bij de juiste partij en adviseren. Op het punt van veiligheid, criminaliteit en overlast moet de aard en met name omvang van de problemen worden aangekaart bij de gemeente en politie. Uit de gesprekken bleek dat veel ondernemers bijv. geen aangifte meer doen van diefstal, omdat dit (te) veel tijd in beslag neemt. Een van de oplossingen die hiervoor al is bedacht is de mogelijkheid om schriftelijk aangifte te doen. Ook is plaatselijk extra toezicht van de kant van de politie afgesproken. Een aantal keren gaat dit goed, daarna verslapt de aandacht weer. Kortom ook het bewaken van de (continuïteit) van gemaakte afspraken is een punt van zorg en mogelijk een rol voor Wijk in Bedrijf Westflank. Wijk in Bedrijf Westflank wordt door ondernemers gezien als een extra stem van ondernemers en winkeliersverenigingen richting andere partijen waarbij in veel geval-
124
len de gemeente wordt bedoeld. Ook als het gaat om de verpaupering van de wijk of de verschraling van het winkelaanbod. Er is kritiek op de afgifte van vergunningen en op het ontbreken van controle op “louche” zaken. Bij problemen rond de verschraling van het winkelaanbod moeten ook eigenaren en verenigingen van eigenaren van panden worden aangesproken. Er wordt gepleit voor: - Een gevarieerd winkelaanbod in de wijk en in winkelcentra, bijvoorbeeld niet te veel belwinkels en koffieshops. - Een zo kort mogelijke leegstand van panden. Eigenaren moeten worden aangespoord nieuwe huurders te vinden, waarmee geen vliegende winkels worden bedoeld. - Goed onderhoud van de panden. Met name hier zien ondernemers ook een meer initiërende rol voor Wijk in Bedrijf Westflank.
125
126
Bijlage 2, tabel 1 – Kenmerken van de zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht, naar hoofdwijken wijk* 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal
Geslacht man vrouw onbekend totaal (abs.=100%)
39 55 46 55 43 42 12 17 13 22 17 17 49 28 42 23 40 41 2.101 1.866 1.000 1.865 1.886 2.457
54 41 22 13 24 46 837 1.405
52 56 47 19 20 17 29 24 36 427 1.544 15.388
Geslacht man vrouw totaal (abs.=100%)
77 77 23 23 1.076 1.341
78 71 71 71 22 29 29 29 583 1.438 1.124 1.458
72 28 636
76 24 764
74 73 74 26 27 26 302 1.171 9.893
Leeftijd jonger dan 25 25 tm 30 31 tm 35 36 tm 40 41 tm 45 46 tm 50 ouder dan 50 totaal (abs.=100%)
4 8 8 13 14 20 17 16 15 12 11 11 29 20 2.100 1.863
6 3 3 3 9 8 7 9 16 16 12 16 15 19 15 15 11 19 17 14 12 13 15 13 32 22 31 30 995 1.862 1.881 2.455
6 6 11 9 17 16 16 17 15 14 13 12 22 26 836 1.404
3 2 4 9 4 9 20 14 16 16 18 17 16 19 15 13 14 13 23 30 27 427 1.542 15.365
Startleeftijd 20 jaar en jonger 21 tm 25 26 tm 30 31 tm 35 36 tm 40 41 tm 45 ouder dan 45 totaal (abs.=100%)
2 3 4 2 2 1 8 14 10 8 6 9 17 22 16 17 14 20 21 20 20 25 20 20 17 16 14 21 19 18 13 12 13 13 15 12 21 14 22 15 23 21 2.101 1.866 1.000 1.865 1.886 2.457
2 2 12 9 18 17 20 21 19 18 12 13 17 20 837 1.405
2 2 2 10 6 9 18 15 18 24 21 21 15 20 18 11 15 13 22 21 19 427 1.544 15.388
1 2 3 4 5
= West = Noordwest = Overvecht = Noordoost = Oost
6 7 8 9 10
= Binnenstad = Zuid = Zuidwest = Leidsche Rijn = Vleuten/De Meern
127
Bijlage 2, tabel 2 - Kenmerken van bestaande economisch actieve bedrijven in de gemeente Utrecht, percentages naar wijk* 1
7
8
9
2.105 1.708 1.053 1.747 1.833 2.634
770
1.483
419
totaal Utrecht 1.476 15.228
. eenmanszaak . VOF . BV . overig totaal Bedrijfsomvang . hooguit 1 fulltime . 2-4 . 5-9 . 10 of meer totaal Hoofd- of nevenvestiging . hoofdvestiging . nevenvestiging totaal Branche . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonlijke dienstverl totaal Vestigingsjaar . 1992 en eerder . 1993 tm. 1997 . 1998, 1999 . 2000 . 2001 . 2002 . 2003 totaal Soort bedrijf . zelfstandig eigenaar bedrijf bestuurder bedrijf . niet-zelfstandig bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar totaal
40 11 46 3 100
62 16 20 1 100
43 13 41 3 100
62 13 24 2 100
45 11 38 7 100
40 16 41 3 100
69 14 16 1 100
42 12 41 5 100
49 11 38 2 100
43 13 42 2 100
48 13 36 3 100
50 24 9 18 100
64 27 6 4 100
49 29 11 12 100
71 22 4 3 100
59 26 7 8 100
47 33 11 10 100
74 19 3 4 100
52 26 10 12 100
58 23 6 12 100
56 26 9 9 100
57 26 8 9 100
92 8 100
93 7 100
86 14 100
97 3 100
92 8 100
83 17 100
95 5 100
86 14 100
96 4 100
96 4 100
91 9 100
0 6 8 4 14 8 4 5 38 12 100
0 5 11 3 8 17 6 6 31 13 100
1 5 10 8 12 19 3 4 26 11 100
0 4 5 1 5 9 5 2 50 18 100
0 5 4 1 5 9 4 3 54 15 100
0 4 2 0 5 28 13 3 34 12 100
1 4 11 2 7 11 4 4 38 17 100
0 4 7 3 8 18 6 4 39 11 100
2 9 9 3 15 7 2 6 35 12 100
3 5 11 2 12 9 3 4 41 10 100
1 5 7 2 8 15 6 4 39 13 100
36 21 13 8 9 9 5 100
26 20 13 10 11 12 9 100
36 20 10 8 9 10 6 100
26 21 16 11 10 9 7 100
36 20 13 9 9 8 6 100
39 20 11 8 8 9 5 100
27 16 13 11 11 12 9 100
32 20 12 11 10 10 6 100
28 19 16 10 11 10 7 100
36 22 12 8 8 9 5 100
33 20 13 9 9 10 6 100
53 22
81 6
59 14
82 6
64 14
58 12
85 6
55 15
67 15
65 16
66 13
25
13
27
11
21
30
9
30
18
19
22
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
1 2 3 4 5
= Binnenstad = Zuid = Zuidwest = Leidsche Rijn = Vleuten/De Meern
aantal bedrijven
2
3
4
5
6
10
Rechtsvorm
= West = Noordwest = Overvecht = Noordoost = Oost
128
6 7 8 9 10
Bijlage 2, tabel 3 - Kenmerken van bestaande economisch actieve bedrijven in gemeente Utrecht, aantallen en percentages naar soort bedrijf eigenaar bedrijf
Rechtsvorm . eenmanszaak . VOF . CV . BV . NV . overig totaal Bedrijfsomvang . hooguit 1 fulltime .2–4 .5–9 . 10 of meer totaal Hoofd- of nevenvestiging . hoofdvestiging . nevenvestiging totaal Branche . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, reparatie in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonlijke dienstverlening totaal Vestigingsjaar . 1992 en eerder . 1993 t/m 1997 . 1998, 1999 . 2000 . 2001 . 2002 . 2003 totaal
bestuurder bedrijf
zonder natuurlijk totaal gemeente Utrecht persoon als eigenaar
abs.
%
abs.
%
abs.
%
abs.
%
7.100 1.760 62 1.068 0 1 9.991
71 18 1 11 0 0 100
0 0 0 1.715 104 135 1.954
0 0 0 88 5 7 100
204 235 83 2.639 79 43 3.283
6 7 3 80 2 1 100
7.304 1.995 145 5.422 183 179 15.228
48 13 1 36 1 1 100
7.218 2.327 344 101 9.990
72 23 3 1 100
521 545 320 567 1.953
27 28 16 29 100
874 1.116 549 743 3.282
27 34 17 23 100
8.613 3.988 1.213 1.411 15.225
57 26 8 9 100
9.984 7 9.991
100 0 100
1.952 2 1.954
100 0 100
1.886 1.397 3.283
57 43 100
13.822 1.406 15.228
91 9 100
74 448 844 197 584 1.268 605 384 3.888 1.661 9.953
1 5 8 2 6 13 6 4 39 17 100
10 132 105 52 339 127 73 62 917 123 1.940
1 7 5 3 17 7 4 3 47 6 100
7 153 113 124 346 813 212 151 1.153 201 3.273
0 5 3 4 11 25 6 5 35 6 100
91 733 1.062 373 1.269 2.208 890 597 5.958 1.985 15.166
1 5 7 2 8 15 6 4 39 13 100
2.644 1.951 1.385 1.001 1.055 1.129 787 9.952
27 20 14 10 11 11 8 100
1.115 367 157 121 89 64 22 1.935
58 19 8 6 5 3 1 100
1.257 727 361 257 265 247 108 3.222
39 23 11 8 8 8 3 100
5.016 3.045 1.903 1.379 1.409 1440 917 15.109
33 20 13 9 9 10 6 100
129
Bijlage 3, tabel 1 - Procentuele spreiding van de bestaande, economisch actieve bedrijven in de periode 1993-2002, naar subwijken in het gebied van WiB-Westflank aantal bedrijven
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
1.265 1.448 1.522 1.622 1.694 1.791 1.876 2.054 2.255 2.395
* 1 = Zuilen 2 = Pijlsweerd 3 = Ondiep 4 = Overvecht Dreven
130
wijk 1
2
3
4
5
6
7
totaal
15 16 17 16 16 16 17 17 17 16
12 13 12 12 12 13 13 14 13 13
23 23 23 23 23 23 24 24 24 24
20 21 22 22 21 21 20 20 20 21
15 15 14 14 13 13 13 13 12 12
7 7 7 7 7 6 7 7 7 7
6 6 6 7 7 7 7 7 7 8
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
5 = Bedrijfsgebied Overvecht 6 = Kanaleneiland Zuid 7 = Kanaleneiland Noord
Bijlage 3, tabel 2 - Procentuele spreiding van de bestaande, economisch actieve bedrijven in de periode 1993-2002, naar subwijken in het gebied van WiB-Westflank aantal wijk bedrijven
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
8.132 9.034 9.563 10.232 10.885 11.596 12.407 13.575 14.593 15.357
* 1 = West 2 = Noordwest 3 = Overvecht 4 = Noordoorst 5 = Oost
1
2
14 14 14 14 14 14 14 14 14 14
11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
3 7 8 8 8 7 7 7 7 7 7 6 = 7 = 8 = 9 = 10=
4
5
6
10 11 11 11 11 11 11 12 12 11
13 13 13 12 13 13 13 12 12 12
20 20 20 19 19 18 18 18 17 17
7 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
8 10 10 10 10 10 9 10 10 10 10
9 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3
10
totaal
8 8 8 8 8 9 9 9 10 10
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Binnenstad Zuid Zuidwest Leidsche Rijn Vleuten/De Meern
131
Bijlage 3, tabel 3 - Aantallen starters in de periode 1993-2002, naar (sub)wijk Jaar 1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
WiB-Westflank . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonl. dienstverlening subtotaal WiB-Westflank
1 10 15 10 31 35 14 4 30 21 161
1 8 29 10 32 38 15 6 60 19 218
1 8 14 5 33 59 14 7 64 18 223
0 8 14 6 39 63 13 12 55 25 235
0 7 29 3 21 45 20 9 53 32 219
0 8 20 8 21 25 15 14 65 39 215
2 9 22 8 16 31 19 21 80 31 239
0 14 43 7 27 40 12 32 134 26 335
0 10 43 7 21 47 13 33 124 37 335
1 11 44 15 22 47 15 26 105 39 325
100 110 293 150 71 134 375 650 350 186 202
overig Westflank . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonl. dienstverlening subtotaal overig Westflank
0 3 1 5 18 4 3 4 27 2 67
0 6 7 3 16 3 0 4 24 6 69
0 2 6 5 18 6 3 4 44 6 94
0 6 6 2 10 9 1 2 39 13 88
0 5 10 3 17 6 1 5 33 8 88
1 3 3 3 9 10 1 6 33 8 77
0 6 4 4 15 6 1 8 60 4 108
1 3 13 4 6 12 3 13 43 11 109
1 3 8 5 16 8 1 4 44 8 98
0 4 7 5 15 7 1 5 39 12 95
. 133 700 100 83 175 33 125 144 600 142
overig Utrecht . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonl. dienstverlening subtotaal overig Utrecht
8 37 28 10 107 119 34 15 264 96 718
5 38 46 14 109 91 43 17 315 116 794
3 48 39 18 103 116 38 33 331 118 847
5 39 70 17 89 101 50 29 391 120 911
8 40 56 17 84 95 50 35 432 146 963
6 6 14 7 4 31 49 49 32 38 74 70 108 115 86 11 12 11 14 14 67 72 88 70 85 91 90 119 127 138 44 57 60 59 61 27 53 100 60 40 468 596 714 597 553 162 169 180 223 190 981 1.174 1.443 1.304 1.209
50 103 307 140 79 116 179 267 209 198 168
totaal Utrecht . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonl. dienstverlening totaal Utrecht
9 6 4 5 8 7 8 15 8 5 50 52 58 53 52 42 64 66 45 53 44 82 59 90 95 97 96 164 166 137 25 27 28 25 23 22 24 22 26 34 156 157 154 138 122 97 103 121 107 122 158 132 181 173 146 126 127 171 182 192 41 58 55 64 71 60 77 75 73 77 23 27 44 43 49 47 82 145 97 71 321 399 439 485 518 566 736 891 765 697 119 141 142 158 186 209 204 217 268 241 946 1.081 1.164 1.234 1.270 1.273 1.521 1.887 1.737 1.629
56 106 311 136 78 122 188 309 217 203 171
132
Index 2002 (1993 =100)
Bijlage 3, tabel 4 - Aantallen bedrijven in de periode 1993-2002, naar (sub)wijk en branche Jaar
Index
1993 1994 1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002 (1993 =100)
WiB-Westflank . landbouw/bosbouw 10 11 10 7 7 7 8 8 7 8 . industrie 93 99 97 96 92 93 101 110 113 117 . bouwnijverheid 112 139 140 141 160 165 170 202 229 253 . handel, repar. in auto’s 73 81 75 75 73 81 87 86 89 102 . groothandel 142 163 175 190 188 191 186 191 198 204 . detailhandel 353 381 397 427 432 433 426 434 453 470 . horeca 102 115 116 115 124 130 134 135 140 140 . vervoer 36 42 43 53 55 68 82 106 132 144 . zakelijke dienstverlening 230 283 325 355 376 411 457 549 638 687 . persoonl. dienstverlening 112 127 137 153 177 202 215 220 243 262 subtotaal WiB-Westflank 1.263 1.441 1.515 1.612 1.684 1.781 1.866 2.041 2.242 2.387
80 126 226 140 144 133 137 400 299 234 189
overig Westflank . landbouw/bosbouw . industrie . bouwnijverheid . handel, repar. in auto’s . groothandel . detailhandel . horeca . vervoer . zakelijke dienstverlening . persoonl. dienstverlening subtotaal overig Westflank
200 121 156 137 131 193 106 179 218 306 171
2 91 79 59 200 55 18 48 238 31 821
2 94 85 61 209 58 17 52 259 36 873
2 94 89 62 217 62 19 55 293 42 935
2 2 3 3 4 5 4 98 101 102 105 105 106 110 93 101 102 101 113 120 123 62 65 68 72 74 79 81 217 230 230 241 241 253 262 68 69 78 83 95 101 106 18 16 17 18 20 20 19 57 59 64 70 81 83 86 326 352 376 428 458 495 520 53 60 67 70 79 85 95 994 1.055 1.107 1.191 1.270 1.347 1.406
overig Utrecht . landbouw/bosbouw 43 48 49 54 61 67 70 . industrie 353 384 411 423 440 451 476 . bouwnijverheid 310 350 366 414 442 495 536 . handel, repar. in auto’s 143 151 161 169 180 185 183 . groothandel 556 644 676 706 715 741 728 . detailhandel 1.427 1.486 1.496 1.517 1.520 1.517 1.522 . horeca 570 600 602 627 643 651 679 . vervoer 185 200 218 233 260 273 310 . zakelijke dienstverlening 1.740 2.015 2.226 2.484 2.785 3.112 3.534 . persoonl. dienstverlening 680 784 848 927 1.031 1.147 1.244 subtotaal overig Utrecht 6.007 6.662 7.053 7.554 8.077 8.639 9.282
82 497 616 182 767 1.557 698 390 4.051 1.353 10.193
83 506 693 185 776 1.595 719 407 4.477 1.495 10.936
83 523 736 193 802 1.619 745 405 4.806 1.598 11.510
193 148 237 135 144 113 131 219 276 235 191
totaal Utrecht . landbouw/bosbouw 55 61 61 63 . industrie 537 577 602 617 . bouwnijverheid 501 574 595 648 . handel, repar. in auto’s 275 293 298 306 . groothandel 898 1.016 1.068 1.113 . detailhandel 1.835 1.925 1.955 2.012 . horeca 690 732 737 760 . vervoer 269 294 316 343 . zakelijke dienstverlening 2.208 2.557 2.844 3.165 . persoonl. dienstverlening 823 947 1.027 1.133 totaal Utrecht 8091 8976 9.503 10.160
94 712 931 342 1.199 2.086 853 577 5.058 1.652 13.504
95 725 1.042 353 1.227 2.149 879 622 5.610 1.823 14.525
95 750 1.112 376 1.268 2.195 904 635 6.013 1.955 15.303
173 140 222 137 141 120 131 236 272 238 189
70 633 703 318 1.133 2.021 783 374 3.513 1.268 10.816
77 646 762 334 1.162 2.028 798 405 3.899 1.416 11.527
81 682 807 342 1.155 2.031 831 462 4.419 1.529 12.339
133
Bijlage 3, tabel 5 – Procentuele spreiding van de economisch actieve bedrijven over de verschillende branches in de periode 1993-2002 in de gemeente Utrecht aantal bedrijven
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 * 1 2 3 4 5
134
8.091 8.976 9.503 10.160 10.816 11.527 12.339 13.504 14.525 15.303
branche*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
7 6 6 6 6 6 6 5 5 5
6 6 6 6 6 7 7 7 7 7
3 3 3 3 3 3 3 3 2 2
11 11 11 11 10 10 9 9 8 8
23 21 21 20 19 18 16 15 15 14
9 8 8 7 7 7 7 6 6 6
3 3 3 3 3 4 4 4 4 4
27 28 30 31 32 34 36 37 39 39
10 11 11 11 12 12 12 12 13 13
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
= landbouw/bosbouw = industrie = bouwnijverheid = handel/reparatie auto’s = groothancel
6 7 8 9 10
= detailhandel = horeca = vervoer = zakelijke dienstverlening = persoonlijke dienstverlening
Bijlage 3, tabel 6 – Procentuele spreiding van de economisch actieve bedrijven over de verschillende branches in de periode 1993-2002 in het gebied WiB-Westflank aantal bedrijven
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 * 1 2 3 4 5
1.263 1.441 1.515 1.612 1.684 1.781 1.866 2.041 2.242 2.387
branche*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal
1 1 1 0 0 0 0 0 0 0
7 7 6 6 5 5 5 5 5 5
9 10 9 9 10 9 9 10 10 11
6 6 5 5 4 5 5 4 4 4
11 11 12 12 11 11 10 9 9 9
28 26 26 26 26 24 23 21 20 20
8 8 8 7 7 7 7 7 6 6
3 3 3 3 3 4 4 5 6 6
18 20 21 22 22 23 24 27 28 29
9 9 9 9 11 11 12 11 11 11
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
= landbouw/bosbouw = industrie = bouwnijverheid = handel/reparatie auto’s = groothancel
6 7 8 9 10
= detailhandel = horeca = vervoer = zakelijke dienstverlening = persoonlijke dienstverlening
135
Bijlage 3, tabel 7 – Aandeel ‘eigenaarbedrijven’, ‘bestuurdersbedrijven’ en ‘bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar’ in de periode 1993-2002 in de gemeente Utrecht aantal bedrijven eigenaar bedrijf
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
136
8.132 9.034 9.563 10.232 10.885 11.596 12.407 13.575 14.593 15.357
61 63 63 63 63 64 64 65 66 66
bestuurder bedrijf
bedrijf zinder natuurlijk persoon als eigenaar
totaal
17 16 16 15 15 15 14 14 13 13
22 21 22 21 22 21 21 21 21 21
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
Bijlage 3, tabel 8 – Aandeel ‘eigenaarbedrijven’, ‘bestuurdersbedrijven’ en ‘bedrijven zonder natuurlijk persoon als eigenaar’ in de periode 1993-2002 in de het gebied WiB-Westflank
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
aantal bedrijven
eigenaar bedrijf
bestuurder bedrijf
bedrijf zinder natuurlijk persoon als eigenaar
totaal
1.265 1.448 1.522 1.622 1.694 1.791 1.876 2.054 2.255 2.395
67 68 68 67 67 67 68 70 70 71
11 10 10 10 10 9 9 8 8 8
22 21 22 23 24 23 23 22 21 21
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
137
Bijlage 3, tabel 9 – % starters over na 1 jaar naar branche en naar WiB-Westflank versus overig Utrecht branche*
1993 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1994 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1995 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1996 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1997 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1998 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 1999 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 2000 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 2001 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht 2002 starters . WiB-Westflank . overig Utrecht . totaal Utrecht
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal
0 88 78
90 86 88
93 93 93
70 90 84
77 83 83
63 88 82
75 82 80
100 80 87
80 92 92
86 91 90
78 89 87
100 100 100
75 82 81
79 87 85
60 57 56
63 82 79
89 88 89
73 79 78
33 76 70
80 86 86
84 91 91
77 85 84
0 100 75
63 83 81
86 82 85
80 89 86
64 83 80
78 85 83
79 87 84
71 91 86
83 90 90
89 95 94
78 88 87
. 100 100
63 90 87
100 91 93
83 76 80
69 78 76
87 84 85
85 88 86
92 86 88
89 92 92
92 94 94
85 89 89
. 100 100
100 93 94
76 82 82
100 82 87
81 79 82
87 87 88
55 88 79
89 83 86
81 92 92
84 91 90
81 89 88
. 100 100
88 84 86
90 89 90
88 82 86
67 75 74
80 85 85
80 91 88
64 93 85
86 93 92
74 96 92
80 90 89
100 100 100
78 88 88
68 89 84
75 92 88
81 89 87
90 89 90
89 88 87
86 77 82
89 94 94
90 93 93
86 92 91
. 79 80
100 90 92
86 85 87
100 82 91
78 86 84
78 88 87
75 85 81
81 89 88
86 93 92
100 93 94
85 91 90
. 86 75
80 94 91
86 84 84
100 93 96
71 84 83
70 85 82
92 86 88
85 78 80
77 93 91
81 94 92
79 90 88
0 100 80
91 92 91
80 87 85
93 71 82
95 84 86
85 88 88
80 90 88
58 78 70
90 93 93
92 93 93
86 90 90
* 1 = landbouw/bosbouw 2 = industrie 3 = bouwnijverheid 4 = handel, reparaties in auto’s 5 = groothandel
138
6 = detailhandel 7 = horeca 8 =vervoer 9. = zakelijke dienstverlening 10 = persoonlijke dienstverlening
Bijlage 4, tabel 1 – Aantal zelfstandig ondernemers in de gemeente Utrecht, naar etniciteit overig Westflank abs %
WiBWestflank abs % A: Niet-westers Allochtoon Turkije Marokko Suriname Ned Antillen/Aruba Overig niet-westers allochtoon Egypte overig Afrika China Hongkong Irak Iran Afghanistan India overig Azië Brazilië overig Zuid Amerika subtotaal overig niet-west. allochtoon B: Westers Allochtoon Doelgroepen Integratiebeleid Italië Spanje/Portugal ex-Joegoslavië Griekenland subtotaal doelgr. integratiebeleid Oost Europa ex-Sowjet Unie Polen Tsjechoslowakijë Hongarijë overig Oost Europa subtotaal Oost Europa Indonesië Indonesië Ned. Oost-Indië Ned. nw-Guinea subtotaal Indonesië Overig westers allochtoon USA Canada Oceanië Engeland Duitsland België Frankrijk Denemarken Oostenrijk Zwitserland overig Europa/Japan subtotaal overig westers allochtoon C: Autochtoon Nederland totaal
overig Utrecht abs %
totaal Utrecht abs %
202 152 74 8
9 7 3 0
12 15 8 7
1 1 1 1
305 265 205 58
3 2 2 0
519 432 287 73
3 3 2 0
6 20 22 9 3 3 15 6 13 4 5 106
0 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 5
0 9 8 1 0 0 0 0 3 0 4 25
0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 2
12 72 103 30 25 20 13 31 62 9 29 406
0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 3
18 101 133 40 28 23 28 37 78 13 38 537
0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 3
2 5 8 25 40
0 0 0 1 2
11 3 0 2 16
1 0 0 0 1
50 18 24 61 153
0 0 0 1 1
63 26 32 88 209
0 0 0 1 1
5 3 5 1 5 19
0 0 0 0 0 1
0 1 1 0 1 3
0 0 0 0 0 0
19 16 10 11 11 67
0 0 0 0 0 1
24 20 16 12 17 89
0 0 0 0 0 1
5 34 2 41
0 1 0 2
4 10 1 15
0 1 0 1
58 327 16 401
0 3 0 3
67 371 19 457
0 2 0 3
7 2 9 26 43 7 2 8 4 0 2 110
0 0 0 1 2 0 0 0 0 0 0 5
31 2 1 22 16 35 14 0 2 4 23 150
3 0 0 2 1 3 1 0 0 0 2 12
70 11 18 122 262 113 40 13 10 20 32 711
1 0 0 1 2 1 0 0 0 0 0 6
108 15 28 170 321 155 56 21 16 24 57 971
1 0 0 1 2 1 0 0 0 0 0 6
1.582
68
986
80
9.238
78
11.806
77
2.334
100
1.237
100
11.809
100
15.380
100
139
Bijlage 4, tabel 2 – Etniciteit van de zelfstandig ondernemers, naar wijk Wijk:* 1
2
Eniciteit ondernemers A: Niet-westers Allochtoon Turkije 6 8 Marokko 5 4 Suriname 2 3 Ned. Antillen/Aruba 0 0 overig niet-Westers 3 3 16 19 subtotaal niet-westers allocht. B: Westers Allochtoon doelgroepen integratiebeleid 2 2 Oost Europa 0 1 Indonesië 2 2 overig Westers 8 5 12 9 subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon Nederland 72 72 totaal (abs.=100%) 2.101 1.865 1 2 3 4 5
= West 6 = Noordwest = Overvecht = Noordoost = Oost
140
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal gemeente Utrecht
6 5 3 1 6 20
1 2 2 1 2 7
0 1 1 0 3 5
2 1 2 0 5 9
2 4 3 1 6 14
6 6 1 1 5 19
4 4 3 0 2 12
1 0 1 0 2 5
3 3 2 0 3 12
1 1 2 6 10
1 0 4 6 12
1 1 4 9 15
2 0 4 5 12
1 1 3 5 10
1 0 2 8 11
1 0 4 5 10
1 1 2 5 8
1 1 3 6 11
70 81 80 79 999 1.865 1.886 2.454
= Binnenstad 7 = Zuid 8 = Zuidwest 9 = Leidsche Rijn 10 = Vleuten/De Meern
76 70 837 1.404
78 87 77 427 1.542 15.380
Bijlage 4, tabel 3 – Geslacht, leeftijd en startleeftijd van de zelfstandig ondernemers, naar etniciteit Etniciteit* 1
2
3
Geslacht man vrouw onbekend totaal (abs.=100%)
67 12 21 519
61 11 28 432
52 18 30 287
Geslacht man vrouw totaal (abs.=100%)
85 15 410
85 15 312
Leeftijd jonger dan 25 25 tm 30 31 tm 35 36 tm 40 41 tm 45 46 tm 50 ouder dan 50 totaal (abs.=100%)
17 16 30 18 12 5 3 519
gemiddelde leeftijd in jaren Startleeftijd 20 jaar en jonger 21 tm 25 26 tm 30 31 tm 35 36 tm 40 41 tm 45 ouder dan 45 totaal (abs.=100%) gemiddelde startleeftijd
4
5
6
7
45 27 27 73
39 17 45 537
54 15 31 1.48
54 21 25 209
38 40 21 89
60 27 12 457
32 43 47 47 16 21 17 17 52 37 36 36 971 1.72611.806 15.380
74 26 201
62 38 53
70 79 30 21 297 1.273
72 28 156
49 51 70
69 31 400
67 67 74 74 33 33 26 26 464 1.090 7.528 9.891
15 21 24 19 11 3 6 432
5 8 19 18 15 15 20 287
4 12 21 7 23 15 18 73
7 11 11 14 17 23 18 18 15 14 18 10 15 10 537 1.848
6 11 19 19 13 12 19 209
10 18 15 13 10 12 21 89
2 6 15 19 18 16 25 457
2 3 3 4 5 7 8 9 12 13 15 16 16 17 16 17 16 16 16 15 15 15 13 13 34 29 29 27 971 1.72611.785 15.359
34
34
41
41
37
41
40
44
8 16 24 26 16 7 4 519
5 19 25 25 14 7 5 432
3 7 18 25 17 14 16 287
0 11 21 15 22 14 18 73
3 5 10 13 17 21 19 23 19 17 16 11 15 10 537 1.848
3 11 19 22 18 13 15 209
6 12 17 22 15 11 17 89
0 6 19 18 25 14 17 457
31
32
36
36
36
35
37
40
36
34
8
9
10
46
11
44
12
44
totaal
43
1 1 2 2 5 6 9 9 11 14 18 18 18 18 21 21 19 20 18 18 16 15 13 13 31 25 20 19 971 1.72611.806 15.380 41
39
37
37
* A: Niet-westers allochtoon 1 = Turkije 2 = Marokko 3 = Suriname 4 = Ned. Antillen/Aruba 5 = overig niet-westers 6 = subtotaal niet-westers allochtoon B: Westers allochtoon 7 = doelgroepen integratiebeleid 8 = Oost Europa 9 = Indonesië 10 = overig Westers 11 =subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon 12 = Nederland
141
Bijlage 4, tabel 4 – Leeftijd waarop de allochtone ondernemers naar Nederland zijn gekomen, naar hoofdwijken van de gemeente Utrecht Wijk:* 1
2
1. autochtone 72 72 ondernemers 2. allochtone ondernemers . hier geboren 5 7 (tweede generatie) e 1 2 . voor 5 jaar naar Nederland . tussen 6-11 naar 2 2 Nederland . tussen 12-17 naar 2 2 Nederland . bij komst 18 jaar of 5 8 ouder . leeftijd bij komst 13 8 onbekend totaal (abs = 100%) (2.101) (1.865) 1 2 3 4 5
= West 6 = Noordwest = Overvecht = Noordoost = Oost
142
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal gemeente Utrecht
70
81
80
79
76
70
78
87
77
5
8
6
7
6
6
5
5
6
1
1
1
1
1
1
3
1
1
2
1
0
1
1
2
2
1
1
3
1
0
0
1
2
2
1
1
10
4
3
5
9
7
5
2
5
10
4
9
7
5
11
6
4
8
(999) (1.864) (1.886) (2.453)
= Binnenstad 7 = Zuid 8 = Zuidwest 9 = Leidsche Rijn 10 = Vleuten/De Meern
(837) (1.404)
(427) (1.542) (15.378)
Bijlage 4, tabel 5 – Aantal zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht, naar etniciteit overig Westflank
WiBWestflank abs % A: Niet-westers Allochtoon Turkije Marokko Suriname Ned Antillen/Aruba Overig niet-westers allochtoon Egypte overig Afrika China Hongkong Irak Iran Afghanistan India overig Azië Brazilië overig Zuid Amerika subtotaal overig niet-west. all. B: Westers Allochtoon Doelgroepen Integratiebeleid Italië Spanje/Portugal ex-Joegoslavië Griekenland subtotaal doelgr. integratiebel. Oost Europa ex-Sowjet Unie Polen Tsjechoslowakijë Hongarijë overig Oost Europa subtotaal Oost Europa Indonesië Indonesië Ned. Oost-Indië Ned. nw-Guinea subtotaal Indonesië Overig westers allochtoon USA Canada Oceanië Engeland Duitsland België Frankrijk Denemarken Oostenrijk Zwitserland overig Europa/Japan subtotaal overig westers all. C: Autochtoon Nederland totaal
abs
overig Utrecht
%
abs
totaal Utrecht %
abs
%
163 131 65 7
9 7 4 0
8 11 8 7
1 1 1 1
227 210 182 57
2 2 2 1
398 352 255 71
3 3 2 1
5 20 16 6 3 2 14 5 9 4 4 88
0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 5
0 9 6 1 0 0 0 0 1 0 4 21
0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 2
11 67 69 22 21 19 10 24 51 9 28 331
0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 4
16 96 91 29 24 21 24 29 61 13 36 440
0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 4
2 5 8 16 31
0 0 0 1 2
8 3 0 1 12
1 0 0 0 1
42 17 24 44 127
0 0 0 0 1
52 25 32 61 170
0 0 0 1 1
4 3 4 1 5 17
0 0 0 0 0 1
0 1 1 0 1 3
0 0 0 0 0 0
17 15 10 11 11 64
0 0 0 0 0 1
21 19 15 12 17 84
0 0 0 0 0 1
4 31 1 36
0 2 0 2
4 9 1 14
0 1 0 2
50 309 14 373
1 3 0 4
58 349 16 423
0 3 0 4
6 2 8 19 39 4 2 4 4 0 1 89
0 0 0 1 2 0 0 0 0 0 0 5
17 2 1 13 11 22 10 0 0 4 12 92
2 0 0 2 1 3 1 0 0 0 1 11
47 9 14 90 240 74 32 10 10 18 26 570
1 0 0 1 3 1 0 0 0 0 0 6
70 13 23 122 290 100 44 14 14 22 39 751
1 0 0 1 2 1 0 0 0 0 0 6
1.191
66
665
79
7.142
77
8.998
75
1.818
100
841
100
9.283
100
11.942
100
143
Bijlage 4, tabel 6 – Zelfstandige bedrijven in gemeente Utrecht, naar etniciteit en naar wijk totaal Utrecht
Wijk* 1 A: Niet-westers Allochtoon Turkije Marokko Suriname Ned Antillen/Aruba Overig niet-westers allochtoon Egypte overig Afrika China Hongkong Irak Iran Afghanistan India overig Azië Brazilië overig Zuid Amerika subtotaal overig niet-west. all. B: Westers Allochtoon Doelgroepen Integratiebeleid Italië Spanje/Portugal ex-Joegoslavië Griekenland subtotaal doelgr. integratiebel. Oost Europa ex-Sowjet Unie Polen Tsjechoslowakijë Hongarijë overig Oost Europa subtotaal Oost Europa Indonesië Indonesië Ned. Oost-Indië Ned. nw-Guinea subtotaal Indonesië Overig westers allochtoon USA Canada Oceanië Engeland Duitsland België Frankrijk Denemarken Oostenrijk Zwitserland overig Europa/Japan subtotaal overig westers all. C: Autochtoon Nederland abs.=100% * Zie tabel 2 in bijlage 4
144
2
3
4
5
6
7
8
9
10
6 5 2 0
8 5 3 0
6 6 4 1
1 1 2 1
0 1 1 1
2 1 2 1
2 4 3 1
6 7 2 1
3 3 3 1
1 0 2 1
3 3 2 1
0 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 3
0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 4
0 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 6
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2
0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 3
0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 5
0 2 1 0 0 1 0 0 1 0 0 6
0 1 1 0 1 0 0 0 1 0 0 5
0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 2
0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 2
0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 4
1 0 0 1 2
0 0 1 1 2
0 1 0 1 1
0 0 0 0 1
0 0 0 0 1
1 0 0 1 2
0 0 0 1 1
0 0 0 0 1
0 0 1 0 1
0 0 0 0 1
0 0 0 1 1
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1
0 0 1 0 0 1
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 1
1 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 1
1 2 0 3
0 2 0 2
0 2 0 2
0 4 0 5
1 3 0 5
0 4 0 5
1 2 0 3
0 3 0 3
1 3 0 4
0 2 0 2
0 3 0 4
1 0 0 1 1 2 1 0 0 0 1 7
0 0 0 1 3 0 0 0 0 0 0 5
1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 6
0 0 0 1 3 0 0 0 0 0 0 6
0 0 0 1 3 1 0 0 0 0 0 8
0 0 0 1 3 1 0 0 0 0 1 6
0 0 0 1 2 1 0 0 0 0 0 5
1 0 1 1 2 1 0 0 0 0 0 7
1 0 0 2 2 1 0 0 0 0 1 6
1 0 0 1 3 1 0 0 0 0 0 5
1 0 0 1 2 1 0 0 0 0 0 6
72
71
68
80
80
76
74
67
76
85
75
1.578 1.477
771 1.551 1.440 1.836
702 1.044
345 11.98 11.942
Bijlage 4, tabel 7 – Aantal zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht, naar etniciteit en naar wijk totaal Utrecht
Wijk* 1
2
A: Niet-westers Allochtoon Turkijë 87 116 Marokko 75 71 Suriname 34 46 Ned. Antillen/Aruba 6 6 overig niet-Westers 47 52 249 291 subtotaal niet-westers allocht. B: Westers Allochtoon doelgroepen integratiebeleid 29 27 Oost Europa 3 10 Indonesië 42 36 overig Westers 117 68 subtotaal westers allochtoon 191 141 C: Autochtoon Nederland 1138 1045 totaal 1 2 3 4 5
= West 6 = Noordwest = Overvecht = Noordoost = Oost
1578 1477
3
4
5
6
7
8
9
10
44 43 28 5 43 163
15 21 27 12 37 112
5 12 17 9 41 84
30 19 33 11 94 187
13 27 21 6 41 108
66 68 19 8 54 215
12 11 11 2 7 43
10 5 19 6 24 64
398 352 255 71 440 1516
11 10 16 44 81
13 7 80 99 199
17 15 66 110 208
43 11 87 117 258
8 10 21 36 75
11 7 31 76 125
3 1 15 20 39
8 10 29 64 111
170 84 423 751 1428
527 1240 1148 1391
519
704
771 1551 1440 1836
702 1044
263 1023 8998 345 1198 11942
= Binnenstad 7 = Zuid 8 = Zuidwest 9 = Leidsche Rijn 10 = Vleuten/De Meern
145
Bijlage 4, tabel 8 – Zelfstandige bedrijven in gebied WiB-Westflank, naar etniciteit en naar wijk WiBWestflank totaal
Wijk* 1 A: Niet-westers Allochtoon Turkije Marokko Suriname Ned Antillen/Aruba Overig niet-westers allochtoon Egypte overig Afrika China Hongkong Irak Iran Afghanistan India overig Azië Brazilië overig Zuid Amerika subtotaal overig niet-west. all. B: Westers Allochtoon Doelgroepen Integratiebeleid Italië Spanje/Portugal ex-Joegoslavië Griekenland subtotaal doelgr. integratiebel. Oost Europa ex-Sowjet Unie Polen Tsjechoslowakijë Hongarijë overig Oost Europa subtotaal Oost Europa Indonesië Indonesië Ned. Oost-Indië Ned. nw-Guinea subtotaal Indonesië Overig westers allochtoon USA Canada Oceanië Engeland Duitsland België Frankrijk Denemarken Oostenrijk Zwitserland overig Europa/Japan subtotaal overig westers allochtonen C: Autochtoon Nederland abs.=100% * Zie onder tabel 9 in deze bijlage
146
2
3
4
5
6
7
7 6 4 1
4 3 5 1
13 6 3 0
4 8 5 1
5 2 3 0
15 14 2 0
24 24 3 0
9 7 4 0
0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 3
0 2 1 0 0 0 0 0 0 0 1 4
0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 3
0 1 2 1 0 1 2 1 0 1 0 9
0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1
2 3 1 0 1 0 0 1 1 2 0 10
0 1 0 1 1 0 1 0 2 0 0 5
0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 5
0 0 1 1 2
0 0 0 2 2
0 0 0 1 2
0 1 0 1 2
0 0 0 0 0
0 0 1 0 1
1 0 0 1 2
0 0 0 1 2
1 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1
0 0 1 0 1 2
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 2 2
0 1 1 0 0 2
0 0 0 0 0 1
0 2 0 2
0 2 0 2
0 2 0 2
1 1 0 2
0 1 0 1
0 3 0 3
0 3 0 3
0 2 0 2
0 0 0 1 2 0 0 0 0 0 0 3
0 0 0 3 2 0 0 0 0 0 0 6
0 0 0 1 3 0 0 0 0 0 0 4
1 0 0 1 1 1 0 0 1 0 0 5
1 0 0 1 2 0 1 2 0 0 1 7
0 0 6 0 2 0 0 1 0 0 0 10
1 0 0 1 1 0 0 0 1 0 0 3
0 0 0 1 2 0 0 0 0 0 0 5
71
72
67
63
81
45
34
66
357
255
448
347
168
124
119
1.818
Bijlage 4, tabel 9 – Aantal zelfstandige bedrijven in gebied WiB-Westflank, naar wijk en naar etniciteit WiB- overig totaal Westfl Utrecht gemeen ank te totaal Utrecht
Wijk*
1
2
3
4
5
6
7
11 7 12 2 11 43
58 25 12 0 15 110
14 28 16 2 31 91
9 3 5 0 2 19
18 17 2 0 12 49
29 29 4 0 6 68
163 235 131 221 65 190 7 64 88 352 454 1062
398 352 255 71 440 1516
A: Niet-westers Allochtoon Turkijë 24 Marokko 22 Suriname 14 Ned. Antillen/Aruba 3 overig niet-Westers 11 subtotaal niet-westers allocht. 74 B: Westers Allochtoon doelgroepen integratiebeleid 8 Oost Europa 2 Indonesië 8 overig Westers 11 29 subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon Nederland 254
6 1 5 16 28
7 3 7 19 36
7 7 7 16 37
0 0 2 11 13
1 2 4 12 19
2 2 3 4 11
31 139 17 67 36 387 89 662 173 1255
170 84 423 751 1428
184
302
219
136
56
40 1191 7807
8998
totaal
255
448
347
168
124
* 1 2 3 4
357 = Zuilen = Pijlsweerd = Ondiep = Overvecht Dreven
119 1818 10124 11942
5 = Bedrijfsgebied Overvecht 6 = Kanaleneiland Zuid 7 = Kanaleneiland Noord
147
Bijlage 4, tabel 10 – Aantal zelfstandige bedrijven in gebied van WiB-Westflank, naar wijk en naar etniciteit WiB- overig totaal Westfla Utrecht gemeen nk te totaal Utrecht
Wijk*
1
2
3
4
5
6
7
11 7 12 2
58 25 12 0
14 28 16 2
9 3 5 0
18 17 2 0
29 29 4 0
163 131 65 7
235 221 190 64
398 352 255 71
1 4 2 0 0 0 1 0 1 0 2 11
0 2 4 2 0 0 4 1 1 0 1 15
1 4 8 3 1 2 8 2 0 2 0 31
0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 2
2 4 1 0 1 0 0 1 1 2 0 12
0 1 0 1 1 0 1 0 2 0 0 6
5 20 16 6 3 2 14 5 9 4 4 88
11 76 75 23 21 19 10 24 52 9 32 352
16 96 91 29 24 21 24 29 61 13 36 440
0 1 1 4 6
1 1 1 4 7
0 3 1 3 7
0 0 0 0 0
0 0 1 0 1
1 0 0 1 2
2 5 8 16 31
50 20 24 45 139
52 25 32 61 170
0 0 0 0 1 1
1 1 1 0 0 3
1 1 2 1 2 7
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 2 2
0 1 1 0 0 2
4 3 4 1 5 17
17 16 11 11 12 67
21 19 15 12 17 84
1 4 0 5
0 7 0 7
2 4 1 7
0 2 0 2
0 4 0 4
0 3 0 3
4 31 1 36
54 318 15 387
58 349 16 423
A: Niet-westers Allochtoon Turkijë 24 Marokko 22 Suriname 14 Ned Antillen/Aruba 3 Overig niet-westers allochtoon Egypte 1 overig Afrika 4 China 1 Hongkong 0 Irak 0 Iran 0 Afghanistan 0 India 1 overig Azië 3 Brazilië 0 overig Zuid Amerika 1 subtotaal overig niet-west. all. 11 B: Westers Allochtoon Doelgroepen Integratiebeleid Italië 0 Spanje/Portugal 0 ex-Joegoslavië 4 Griekenland 4 8 subtotaal doelgr. integratiebel. Oost Europa ex-Sowjet Unie 2 Polen 0 Tsjechoslowakijë 0 Hongarijë 0 overig Oost Europa 0 2 subtotaal Oost Europa Indonesië Indonesië 1 Ned. Oost-Indië 7 Ned. nw-Guinea 0 8 subtotaal Indonesië Overig westers allochtoon USA 0 Canada 0 Oceanië 0 Engeland 2 Duitsland 8 België 0 Frankrijk 1 Denemarken 0 Oostenrijk 0 Zwitserland 0 overig Europa/Japan 0 11 subtotaal overig westers all. C: Autochtoon Nederland 254
1 1 0 7 6 1 0 0 0 0 0 16
1 1 0 3 13 0 0 0 1 0 0 19
2 0 0 4 5 3 0 0 2 0 0 16
1 0 0 2 3 0 1 3 0 0 1 11
0 0 8 0 3 0 0 1 0 0 0 12
1 0 0 1 1 0 0 0 1 0 0 4
6 2 8 19 39 4 2 4 4 0 1 89
64 11 15 103 251 96 42 10 10 22 38 662
70 13 23 122 290 100 44 14 14 22 39 751
184
302
219
136
56
40
1.191
7807
8.998
totaal
255
448
347
168
124
119
1818
10124 11942
357
* Zie onder tabel 9 in deze bijlage
148
Bijlage 4, tabel 11 – Zelfstandige bedrijven in het gebied WiB-Westflank naar branche en naar etniciteit Branche*
A: Niet-westers Allochtoon Turkijë Marokko Suriname Ned. Antillen/Aruba overig niet-Westers subtotaal niet-westers allocht. B: Westers Allochtoon doelgroepen integratiebeleid Oost Europa Indonesië overig Westers subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon Nederland totaal
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0 0 0 0 0 0
6 2 5 0 2 4
7 5 6 0 3 6
7 8 3 0 0 5
5 8 11 14 10 8
14 27 14 14 23 20
10 15 11 0 28 15
14 9 6 0 2 9
30 18 30 14 21 24
9 7 13 57 10 10
162 131 63 7 87 450
0 0 0 0 0
3 6 9 6 6
10 18 6 7 8
0 12 0 0 1
10 0 9 15 11
29 6 12 9 13
23 0 12 3 8
10 6 3 3 5
10 35 38 42 35
6 18 12 16 13
31 17 34 89 171
1
5
15
4
7
15
3
5
31
15
1.189
0
5
12
4
8
16
6
6
30
13
1.810
* branche: 1 = Landbouw/bosbouw 2 = Industrie 3 = Bouwnijverheid 4 = Handel, reparatie auto’s 5 = Groothandel
6 7 8 9 10
10
totaal (abs=100%)
= Detailhandel = Horeca = Vervoer = Zakelijke dienstverlening = Persoonlijke dienstverlening
149
Bijlage 4, tabel 12 – Zelfstandige bedrijven in de rest van Utrecht naar branches en etniciteit Branche*
A: Niet-westers Allochtoon Turkijë Marokko Suriname Ned. Antillen/Aruba overig niet-Westers subtotaal niet-westers allocht. B: Westers Allochtoon doelgroepen integratiebeleid Oost Europa Indonesië overig Westers subtotaal westers allochtoon C: Autochtoon Nederland totaal
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0 0 0 0 0 0
6 1 4 9 3 4
8 3 7 8 2 5
4 5 3 0 2 3
8 9 6 6 14 10
20 24 7 8 14 16
18 17 10 9 27 19
12 8 3 2 2 6
18 19 34 39 27 25
8 14 27 19 10 14
234 221 188 64 350 1.057
0 0 0 0 0
3 4 4 5 5
6 7 4 5 5
1 0 1 1 1
11 10 8 17 13
8 6 8 7 7
35 4 5 2 7
3 4 3 2 2
23 48 49 47 45
9 15 19 13 14
137 67 385 658 1.247
1
5
8
2
7
11
4
3
44
16
7.776
1
5
7
2
8
11
6
3
42
15
10.080
* branche: 1 = Landbouw/bosbouw 2 = Industrie 3 = Bouwnijverheid 4 = Handel, reparatie auto’s 5 = Groothandel
150
6 7 8 9 10
= Detailhandel = Horeca = Vervoer = Zakelijke dienstverlening = Persoonlijke dienstverlening
10
totaal (abs=100%)
Bijlage 4, tabel 13 – Zelfstandige bedrijven in de gemeente Utrecht, naar branche en naar etniciteit Branche:* 1 2 A: Niet-westers allochtoon Turkije Marokko Suriname Ned Antillen/Aruba Overig niet-westers allochtoon Egypte overig Afrika China Hongkong Irak Iran Afghanistan India overig Azië Brazilië overig Zuid Amerika subtotaal overig niet-west. all. B: Westers allochtoon Doelgroepen Integratiebeleid Italië Spanje/Portugal ex-Joegoslavië Griekenland subtotaal doelgr. integratiebel. Oost Europa ex-Sowjet Unie Polen Tsjechoslowakijë Hongarijë overig Oost Europa subtotaal Oost Europa Indonesië Indonesië Ned. Oost-Indië Ned. nw-Guinea subtotaal Indonesië Overig westers allochtoon USA Canada Oceanië Engeland Duitsland België Frankrijk Denemarken Oostenrijk Zwitserland overig Europa/Japan subtotaal overig westers all. C: Autochtoon Nederland totaal
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal (abs= 100%)
0 0 0 0
6 2 4 8
7 4 7 7
5 6 3 0
7 9 7 7
18 26 9 8
14 16 10 8
13 9 4 1
22 19 33 37
8 11 23 23
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
6 0 1 0 4 5 4 3 5 0 6 3
0 3 0 0 0 5 0 0 2 17 6 2
0 3 0 0 4 0 0 0 0 0 6 1
6 16 21 4 0 14 4 14 16 0 11 13
6 14 11 0 33 19 58 28 11 0 11 16
56 12 55 82 13 0 13 21 21 0 6 27
6 3 2 0 0 0 4 0 2 0 0 2
13 42 8 14 25 48 8 31 26 58 28 26
6 7 2 0 21 10 8 3 16 25 28 10
0 0 0 0 0
6 0 3 2 3
6 8 9 5 7
4 0 0 0 1
14 12 22 2 11
10 8 19 11 12
28 12 9 57 33
2 4 9 3 4
26 44 22 7 21
4 12 6 13 9
0 0 0 0 0 0
5 5 0 17 0 5
10 16 0 8 12 10
0 0 13 0 0 2
14 5 0 0 18 8
0 11 7 8 6 6
0 0 0 8 12 4
14 5 0 0 0 5
48 42 60 42 35 45
10 16 20 17 18 15
0 0 0 0
7 4 13 5
3 4 0 4
0 1 0 0
7 7 19 8
12 8 6 8
7 5 6 5
2 2 13 3
43 50 38 48
19 19 6 18
0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 5 0
11 0 0 6 5 2 2 7 0 9 8 5
3 8 4 10 8 4 0 0 0 0 0 6
0 0 0 2 1 2 2 0 0 0 0 1
29 8 9 11 13 27 18 14 0 23 23 17
3 0 4 4 11 2 2 21 21 18 5 7
1 0 4 3 1 1 5 0 0 0 10 2
4 0 0 2 2 2 2 0 0 0 8 2
40 77 61 50 43 41 57 50 64 45 36 46
9 8 17 12 16 17 11 7 14 5 5 13
1
5
9
2
7
11
4
3
42
16
1
5
8
2
8
12
6
4
40
8.965 15 11.890
396 352 251 71 16 95 91 28 24 21 24 29 61 12 36 437 50 25 32 61 168 21 19 15 12 17 84 58 345 16 419 70 13 23 121 288 99 44 14 14 22 39 747
* Zie onder tabel 9 in deze bijlage
151
Bijlage 5, tabel 1 A. Ontwikkeling autochtone starters resp. bedrijven Starters
Bedrijven
WiB gebied
overig West flank
overig totaal Utrecht Utrecht
Startjaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
92 135 104 112 120 126 139 195 169 152
36 28 37 46 39 41 43 53 39 38
462 523 557 620 628 678 769 964 803 717
index 1993-2002
165
106
155
WiB gebied
overig West flank
overig Utrecht
totaal Utrecht
590 686 698 778 787 845 951 1.212 1.011 907
752 859 872 903 933 986 1.027 1.118 1.209 1.258
425 440 463 494 520 548 573 606 638 658
3.942 4.361 4.578 4.903 5.212 5.612 6.021 6.607 6.988 7.239
5.119 5.660 5.913 6.300 6.665 7.146 7.621 8.331 8.835 9.155
154
167
155
184
179
B. Ontwikkeling westers allochtone starters resp. bedrijven Starters
Startjaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 index 1993-2002
152
Bedrijven
WiB gebied
overig West flank
overig totaal Utrecht Utrecht
11 7 18 19 14 14 23 20 19 31
8 10 7 10 6 6 12 7 6 5
65 96 87 74 106 88 114 141 129 144
282
63
222
WiB gebied
overig West flank
overig Utrecht
totaal Utrecht
84 113 112 103 126 108 149 168 154 180
84 88 101 110 112 120 135 145 155 175
85 93 93 98 102 102 113 117 122 125
465 552 613 658 721 777 838 938 1.029 1.128
634 733 807 866 935 999 1.086 1.200 1.306 1.428
214
208
147
243
225
C. Ontwikkeling niet-westers allochtone starters resp. bedrijven Starters
Bedrijven
WiB gebied
overig West flank
overig totaal Utrecht Utrecht
Startjaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
28 45 61 51 49 48 50 83 103 100
4 2 5 6 3 3 8 3 8 7
85 81 94 113 82 96 119 146 179 178
index 1993-2002
357
175
209
WiB gebied
overig West flank
overig Utrecht
totaal Utrecht
117 128 160 170 134 147 177 232 290 285
156 194 217 234 249 267 287 337 407 458
27 29 29 34 33 35 43 45 52 56
421 489 535 600 624 665 711 786 905 1.009
604 712 781 868 906 967 1.041 1.168 1.364 1.523
244
294
207
240
252
153
Bijlage 5, tabel 2 A. Ontwikkeling Turkse starters resp. bedrijven Starters
Startjaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
Bedrijven
WiB gebied
overig West flank
5 14 16 15 11 18 19 26 31 40
1 0 1 2 0 0 1 1 4 0
overig totaal Utrecht Utrecht
14 13 24 28 19 27 20 30 45 35
20 27 41 45 30 45 40 57 80 75
WiB gebied
42 56 58 67 66 71 84 106 124 148
overig West flank 5 5 5 7 4 3 4 5 9 8
overig Utrecht
67 78 98 120 125 137 143 161 193 208
totaal Utrecht
114 139 161 194 195 211 231 272 326 364
B. Ontwikkeling Marokkaanse starters resp. bedrijven Starters
Startjaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
154
Bedrijven
WiB gebied
overig West flank
7 7 20 20 16 12 14 32 42 31
0 0 1 0 0 1 1 1 3 5
overig totaal Utrecht Utrecht
20 23 15 18 14 17 32 45 35 42
27 30 36 38 30 30 47 78 80 78
WiB gebied
overig West flank
overig Utrecht
totaal Utrecht
27 31 48 59 66 75 80 100 132 143
2 2 3 3 2 3 4 5 8 12
81 100 102 109 115 117 137 159 182 203
110 133 153 171 183 195 221 264 322 358
C. Ontwikkeling Surinaamse starters resp. bedrijven Starters
WiB gebied Startjaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
7 11 11 11 11 6 6 9 13 7
Bedrijven overig West flank 1 0 0 1 0 1 2 0 0 1
overig totaal Utrecht Utrecht
19 15 24 24 19 13 21 21 30 31
27 26 35 36 30 20 29 30 43 39
WiB gebied
38 49 51 52 57 56 56 56 65 69
overig West flank 2 2 2 3 3 4 6 6 6 7
overig Utrecht
totaal Utrecht
86 99 110 124 128 128 132 142 164 187
126 150 163 179 188 188 194 204 235 263
155
Bijlage 5, tabel 3 A. Ontwikkeling totaal aantal bedrijven in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
1
2
3
4
861 957 1.023 1.097 1.190 1.264 1.321 1.420 1.538 1.615
750 861 894 961 1.017 1.101 1.184 1.317 1.428 1.513
456 520 545 561 577 591 606 661 728 794
751 848 918 1.027 1.082 1.189 1.283 1.427 1.509 1.555
188
202
174
207
5
6
844 1.184 940 1.294 966 1.346 1.013 1.392 1.084 1.445 1.177 1.511 1.252 1.601 1.336 1.712 1.402 1.779 1.445 1.871 171
158
7
8
9
10
totaal Utrecht
332 558 384 609 397 644 432 697 453 724 488 766 535 830 591 942 647 1.029 703 1.079
118 503 6.357 133 559 7.105 152 616 7.501 175 679 8.034 194 740 8.506 214 811 9.112 240 896 9.748 274 1.019 10.699 318 1.127 11.505 335 1.196 12.106
212
284
193
238
190
B. Ontwikkeling aantal autochtone bedrijven in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk 1 Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
156
2
651 594 715 666 742 679 793 724 871 763 923 827 963 889 1.044 983 1.112 1.051 1.159 1.082 178
182
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal Utrecht
376 425 435 436 442 449 454 480 510 546
645 721 766 855 890 983 1.061 1.175 1.222 1.251
692 768 791 819 879 955 1.015 1.085 1.132 1.151
935 1.012 1.047 1.082 1.124 1.173 1.242 1.323 1.375 1.422
267 304 315 337 352 378 416 456 492 527
418 448 476 514 541 574 608 688 721 735
97 109 123 143 157 176 195 218 257 263
444 492 539 597 646 708 778 879 963 1019
5.119 5.660 5.913 6.300 6.665 7.146 7.621 8.331 8.835 9.155
145
194
166
152
197
176
271
230
179
C. Ontwikkeling aantal westers allochtone bedrijven in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk 1
2
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
103 117 129 138 146 158 163 168 182 200
58 66 77 81 88 95 109 121 126 142
i
194
245
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal Utrecht
35 41 42 48 52 53 58 66 75 82
63 79 97 106 126 134 143 160 182 193
103 115 119 134 140 150 163 181 194 210
130 152 165 171 177 189 201 222 231 258
23 26 29 33 42 45 50 56 65 71
61 72 75 77 75 83 97 107 117 124
14 15 19 20 22 21 25 30 33 37
44 50 55 58 67 71 77 89 101 111
634 733 807 866 935 999 1.086 1.200 1.306 1.428
234
306
204
198
309
203
264
252
225
D. Ontwikkeling aantal niet-westers allochtone bedrijven in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk 1
2
3
4
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
107 125 152 166 173 183 195 208 244 256
98 129 138 156 166 179 186 213 251 289
45 54 68 77 83 89 94 115 143 166
43 48 55 66 66 72 79 92 105 111
Index 1993-2002
239
295
369
258
5
6
7
8
9
10
totaal Utrecht
49 57 56 60 65 72 74 70 76 84
119 130 134 139 144 149 158 167 173 191
42 54 53 62 59 65 69 79 90 105
79 89 93 106 108 109 125 147 191 220
7 9 10 12 15 17 20 26 28 35
15 17 22 24 27 32 41 51 63 66
604 712 781 868 906 967 1.041 1.168 1.364 1.523
171
161
250
278
500
440
252
157
E. Ontwikkeling aantal Turkse bedrijven in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
1
2
3
4
35 38 48 61 59 59 63 69 81 82
30 41 37 45 48 51 59 71 85 101
7 9 17 21 22 25 25 31 36 42
6 6 10 11 10 11 13 16 15 14
5
3 3 5 5 6 6 8 8 7 6
6
7
8
13 13 13 14 14 22 22 25 27 28
6 10 11 14 11 9 8 11 13 13
13 17 17 19 18 20 25 31 47 61
9
10
1 2 2 3 6 6 5 5 7 8
0 0 1 1 1 2 3 5 8 9
totaal Utrecht 114 139 161 194 195 211 231 272 326 364
F. Ontwikkeling aantal Marokkaanse bedrijven in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
158
1
2
3
4
5
6
7
8
29 37 43 42 45 50 51 56 67 76
16 20 32 39 40 46 47 58 75 78
3 3 8 9 11 12 19 24 36 46
8 8 7 11 13 12 13 15 21 21
9 12 10 9 9 10 9 8 10 11
13 14 14 15 16 12 18 17 16 17
9 12 11 11 13 14 19 22 20 22
21 25 25 32 33 33 39 52 63 73
9
10
1 1 1 1 1 2 2 6 7 9
1 1 2 2 2 4 4 6 7 5
totaal Utrecht 110 133 153 171 183 195 221 264 322 358
G. Ontwikkeling aantal Surinaamse bedrijven in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
1
2
3
4
5
6
7
8
18 22 27 28 32 30 31 29 33 33
21 28 27 32 36 37 32 35 36 44
15 18 20 20 21 18 21 23 29 30
9 11 14 18 16 17 17 21 24 27
10 12 10 10 11 15 14 12 15 18
23 23 27 29 31 27 30 31 32 34
12 13 10 12 11 14 13 15 17 22
11 14 16 16 15 15 16 14 22 25
9
1 2 3 4 4 4 6 6 6 9
10
totaal Utrecht
6 7 9 10 11 11 14 18 21 21
126 150 163 179 188 188 194 204 235 263
159
Bijlage 5, tabel 4 A. Ontwikkeling totaal aantal starters in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal Utrecht
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
99 116 115 143 153 141 155 174 195 166
106 139 136 148 153 162 195 246 220 211
57 81 84 74 73 69 75 110 106 118
104 124 139 173 151 171 200 232 173 163
100 111 109 107 134 154 145 183 159 133
139 145 145 140 145 149 177 216 173 184
41 66 72 76 63 66 96 113 111 105
78 72 92 101 94 91 117 177 152 140
11 17 21 25 20 26 32 38 52 34
56 56 57 64 61 71 85 123 114 118
791 927 970 1.051 1.047 1.100 1.277 1.612 1.455 1.372
Index 1993-2002
168
199
207
157
133
132
256
179
309
211
173
B. Ontwikkeling aantal autochtone starters in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk 1
2
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
70 78 65 94 111 96 110 131 124 105
83 96 85 101 108 119 142 177 150 125
Index 1993-2002
150
151
160
3
4
5
6
7
8
9
39 62 54 44 46 46 50 70 53 70
88 103 109 144 116 143 162 189 120 124
81 91 92 82 109 123 114 145 127 97
102 104 112 108 113 117 133 169 140 125
25 44 57 52 47 49 73 82 82 73
44 46 63 72 73 70 74 121 84 69
8 14 14 22 15 20 23 27 43 22
179
141
120
123
292
157
275
10
totaal Utrecht
50 590 48 686 47 698 59 778 49 787 62 845 70 951 101 1.212 88 1.011 97 907 194
154
C. Ontwikkeling aantal westers allochtone starters in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
1
2
3
4
5
6
7
8
8 17 17 18 15 20 15 12 19 23
8 10 17 11 16 12 22 20 14 25
7 8 5 8 7 4 7 12 11 12
12 16 19 16 26 18 21 27 29 25
10 12 12 17 14 18 21 27 22 22
14 25 19 15 19 14 24 27 15 33
5 6 6 7 10 5 10 9 12 10
13 12 8 7 8 11 19 17 15 14
288
313
171
208
220
236
200
108
9
10
totaal Utrecht
1 1 4 1 2 2 4 5 4 4
6 6 5 3 9 4 6 12 13 12
84 113 112 103 126 108 149 168 154 180
400
200
214
D. Ontwikkeling aantal niet-westers allochtone starters in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
totaal Utrecht
21 21 33 31 27 25 30 31 52 38
15 33 34 36 29 31 31 49 56 61
11 11 25 22 20 19 18 28 42 36
4 5 11 13 9 10 17 16 24 14
9 8 5 8 11 13 10 11 10 14
23 16 14 17 13 18 20 20 18 26
11 16 9 17 6 12 13 22 17 22
21 14 21 22 13 10 24 39 53 57
2 2 3 2 3 4 5 6 5 8
0 2 5 2 3 5 9 10 13 9
117 128 160 170 134 147 177 232 290 285
181
407
327
350
156
113
200
271
400
.
244
161
F. Ontwikkeling aantal Turkse starters in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
9 5 11 15 9 9 8 9 16 8
4 11 8 13 10 13 13 18 24 21
0 2 9 5 4 7 3 7 9 11
0 0 4 2 1 2 4 3 1 1
0 0 2 1 1 0 2 3 0 1
2 0 0 1 0 8 2 3 3 3
3 4 2 5 0 1 0 4 3 2
2 4 4 2 2 3 6 8 18 23
0 1 0 1 3 1 1 0 3 2
0 0 1 0 0 1 1 2 3 3
totaal Utrecht 20 27 41 45 30 45 40 57 80 75
F. Ontwikkeling aantal Marokkaanse starters in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
162
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
5 8 7 5 5 7 8 12 16 18
2 6 13 12 6 9 9 16 19 14
2 1 6 4 4 3 7 8 16 13
1 0 0 4 4 0 2 3 8 2
5 3 0 1 1 2 0 2 2 1
2 2 0 2 1 1 6 2 0 3
2 5 2 2 2 3 7 9 1 5
8 5 7 8 7 2 8 20 16 20
0 0 0 0 0 1 0 4 1 2
0 0 1 0 0 2 0 2 1 0
totaal Utrecht 27 30 36 38 30 30 47 78 80 78
G. Ontwikkeling aantal Surinaamse starters in gemeente Utrecht, naar hoofdwijk Wijk
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
6 4 7 6 7 1 5 2 6 3
4 7 4 7 6 3 2 7 4 9
4 3 5 6 5 1 4 4 7 1
3 2 4 4 2 2 1 4 5 5
0 2 0 0 3 4 2 0 3 4
3 1 6 4 4 2 5 3 1 3
2 2 1 3 1 3 2 3 4 5
4 3 4 4 1 3 3 3 9 5
1 1 2 1 0 1 2 0 1 3
0 1 2 1 1 0 3 4 3 1
totaal Utrecht 27 26 35 36 30 20 29 30 43 39
163
Bijlage 5, tabel 5 A. Ontwikkeling totaal aantal bedrijven in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
174 209 228 238 250 264 283 313 349 360
130 156 157 168 178 197 212 246 254 271
244 280 282 302 312 337 360 399 436 463
194 224 240 247 256 264 262 287 338 373
126 137 136 137 135 140 144 146 152 160
76 83 96 93 95 100 110 117 137 145
48 52 51 62 68 71 78 92 105 119
992 1.141 1.190 1.247 1.294 1.373 1.449 1.600 1.771 1.891
Index 1993-2002
207
208
190
192
127
191
248
191
Jaar
B. Ontwikkeling aantal autochtone bedrijven in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
141 168 174 182 188 198 213 238 264 265
87 106 105 111 127 143 152 175 184 196
193 214 213 226 225 240 258 281 305 315
148 171 181 181 184 188 179 191 216 239
113 124 120 118 116 118 121 123 127 131
41 45 52 52 54 57 61 66 68 70
29 31 27 33 39 42 43 44 45 42
752 859 872 903 933 986 1.027 1.118 1.209 1.258
Index 1993-2002
188
225
163
161
116
171
145
167
Jaar
164
C. Ontwikkeling aantal westers allochtone bedrijven in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
9 12 16 17 19 20 22 22 23 28
19 18 19 20 18 20 24 29 28 30
16 16 22 22 24 25 30 33 34 38
15 18 17 23 25 26 27 29 35 39
9 8 9 10 10 10 10 10 10 13
11 11 12 11 9 11 14 13 15 18
5 5 6 7 7 8 8 9 10 9
84 88 101 110 112 120 135 145 155 175
311
158
238
260
144
164
180
208
D. Ontwikkeling aantal niet-westers allochtone bedrijven in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
24 29 38 39 43 46 48 53 62 67
24 32 33 37 33 34 36 42 42 45
35 50 47 54 63 72 72 85 97 110
31 35 42 43 47 50 56 67 87 95
4 5 7 9 9 12 13 13 15 16
24 27 32 30 32 32 35 38 54 57
14 16 18 22 22 21 27 39 50 68
156 194 217 234 249 267 287 337 407 458
279
188
314
306
400
238
486
294
165
E. Ontwikkeling aantal Turkse bedrijven in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
7 8 8 11 9 8 13 14 14 18
6 7 7 7 6 7 6 10 10 9
14 21 18 21 25 28 31 39 45 53
5 5 11 10 9 10 11 15 14 14
1 2 2 4 5 5 5 4 6 7
5 5 6 6 6 7 8 12 19 18
4 8 6 8 6 6 10 12 16 29
42 56 58 67 66 71 84 106 124 148
F. Ontwikkeling aantal Marokkaanse bedrijven in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
166
4 5 12 9 11 15 13 17 23 22
4 7 9 13 9 9 11 11 12 11
6 5 7 12 14 17 16 21 25 27
2 2 4 5 8 9 12 13 26 32
0 0 0 0 0 2 2 2 2 2
7 8 9 11 13 11 12 13 17 20
4 4 7 9 11 12 14 23 27 29
27 31 48 59 66 75 80 100 132 143
G. Ontwikkeling aantal Surinaamse bedrijven in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
7 9 9 11 12 12 11 10 10 11
9 10 10 10 11 10 10 12 12 12
5 9 8 7 10 11 9 9 10 13
9 11 12 13 14 12 14 14 18 18
2 2 3 3 3 3 4 5 5 5
4 6 7 6 5 6 6 3 6 5
2 2 2 2 2 2 2 3 4 5
38 49 51 52 57 56 56 56 65 69
167
Bijlage 5, tabel 6 A. Ontwikkeling totaal aantal starters in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
23 39 41 31 37 38 46 58 55 43
13 28 20 24 26 26 35 47 30 41
36 48 35 52 50 51 56 86 69 61
24 38 48 39 43 41 33 54 71 65
10 14 9 8 2 10 7 7 7 14
19 11 20 12 12 13 18 23 35 29
6 9 10 16 13 9 17 23 24 30
131 187 183 182 183 188 212 298 291 283
187
315
169
271
140
153
500
216
B. Ontwikkeling aantal autochtone starters in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
168
16 30 21 18 22 27 32 44 39 23
11 20 11 14 23 20 25 31 24 27
31 31 24 38 33 32 40 61 47 37
16 30 29 23 26 28 20 36 35 42
8 13 6 5 1 5 4 6 5 8
9 7 11 5 7 9 9 11 12 10
1 4 2 9 8 5 9 6 7 5
92 135 104 112 120 126 139 195 169 152
144
245
119
263
100
111
500
165
C. Ontwikkeling aantal westers allochtone starters in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WIB
3 3 4 3 5 4 4 2 3 8
0 0 2 3 0 2 4 7 2 3
1 1 6 3 4 2 8 5 3 5
3 3 3 6 4 3 2 3 6 7
1 0 1 1 0 0 1 0 0 3
2 0 1 1 1 2 3 2 3 4
1 0 1 2 0 1 1 1 2 1
11 7 18 19 14 14 23 20 19 31
267
.
500
233
300
200
100
282
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
D. Ontwikkeling aantal niet-westers allochtone starters in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Index 1993-2002
Pijls weerd
Ondiep
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WIB
4 6 16 10 10 7 10 12 13 12
2 8 7 7 3 4 6 9 4 11
4 16 5 11 13 17 8 20 19 19
5 5 16 10 13 10 11 15 30 16
1 1 2 2 1 5 2 1 2 3
8 4 8 6 4 2 6 10 20 15
4 5 7 5 5 3 7 16 15 24
28 45 61 51 49 48 50 83 103 100
300
550
475
320
300
188
600
357
169
E. Ontwikkeling aantal Turkse starters in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
0 1 4 6 1 1 5 2 2 4
1 1 2 1 1 2 2 4 3 2
3 7 1 4 6 9 4 9 9 9
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
0 0 6 0 1 3 2 4 2 3
0 1 0 2 1 2 1 0 2 3
1 0 1 0 0 1 1 4 7 4
0 4 2 2 1 0 4 3 6 15
5 14 16 15 11 18 19 26 31 40
Index 1993-2002
F. Ontwikkeling Marokkaanse starters in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
1 2 8 1 3 5 3 6 7 4
0 3 2 6 0 0 3 2 1 3
0 0 2 5 2 3 1 5 5 4
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
170
1 0 3 3 4 1 3 4 16 8
0 0 0 0 0 2 0 0 0 0
3 1 1 3 3 0 1 3 8 7
2 1 4 2 4 1 3 12 5 5
7 7 20 20 16 12 14 32 42 31
G. Ontwikkeling aantal Surinaamse starters in gebied WiB-Westflank WiB Zuilen
Pijls weerd
Ondiep
2 2 1 3 2 0 0 1 0 1
1 1 2 0 1 0 0 2 0 1
1 4 1 0 3 2 1 2 3 3
Overv. Bedr geb Kanalen Kanalen Dreven Overv. Zuid Noord
totaal WiB
Jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
1 2 3 5 5 1 3 1 5 0
0 0 1 0 0 0 1 1 0 0
2 2 3 3 0 1 1 1 3 1
0 0 0 0 0 2 0 1 2 1
7 11 11 11 11 6 6 9 13 7
171
Bijlage 5, tabel 7 A. Overlevingsfracties van niet-westers allochtone starters in de periode 1993-2002 % over na N start 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 1993 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1994 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1995 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1996 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1997 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1998 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1999 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2000 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2001 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2002 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht
172
28 89 117
57 87 79
43 72 65
43 62 57
36 56 51
36 55 50
29 51 45
25 47 42
25 44 39
21 39 35
45 83 128
69 78 75
53 58 56
47 51 49
40 43 42
36 42 40
27 37 34
27 36 33
27 36 33
24 33 30
61 99 160
61 78 71
49 67 60
43 60 53
38 51 46
34 47 43
34 45 41
34 41 39
33 39 37
51 119 170
75 80 78
67 62 64
57 57 57
49 51 51
49 50 50
43 49 47
43 47 46
49 85 134
71 81 78
61 62 62
57 53 54
51 45 47
49 40 43
47 40 43
48 99 147
83 77 79
65 66 65
56 58 57
50 55 53
50 47 48
50 127 177
74 83 81
62 72 69
54 66 63
52 61 58
83 149 232
75 85 81
61 74 69
51 68 62
103 187 290
64 84 77
56 76 69
100 185 285
82 84 83
21 37 33
B. Overlevingsfracties van westers allochtone starters in de periode 1993-2002 % over na N start 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 1993 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1994 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1995 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1996 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1997 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1998 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1999 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2000 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2001 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2002 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht
11 73 84
91 90 90
73 79 79
55 70 68
36 64 61
36 63 60
36 63 60
36 58 55
36 55 52
27 55 51
7 106 113
71 87 86
43 82 80
43 75 73
43 70 68
43 66 65
14 59 57
14 58 55
14 51 49
14 51 49
18 94 112
78 88 87
61 80 77
56 77 73
56 69 67
56 65 63
56 62 61
56 59 58
50 59 57
19 84 103
89 90 90
84 77 79
68 71 71
63 65 65
47 65 62
42 63 59
42 62 58
14 112 126
79 89 88
64 72 71
64 66 66
64 61 61
57 58 58
50 58 57
14 94 108
93 93 93
79 85 84
71 81 80
71 78 77
71 77 76
23 126 149
87 94 93
70 87 85
65 82 79
65 77 75
20 148 168
85 93 92
70 85 83
65 80 78
19 135 154
79 93 91
79 90 88
31 149 180
90 90 90
27 55 51
173
C. Overlevingsfracties van autochtone starters in de periode 1993-2002 % over na N start 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 1993 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1994 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1995 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1996 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1997 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1998 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 1999 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2000 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2001 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht 2002 starters . WIB . overig Utrecht . totaal Utrecht
174
92 498 590
76 89 87
68 76 75
59 66 65
53 60 59
50 57 56
48 52 51
42 49 48
38 47 45
37 44 43
135 551 686
77 84 83
64 73 71
56 67 65
49 63 60
45 57 55
39 53 50
36 51 48
34 48 46
34 47 44
104 594 698
80 89 87
65 77 76
61 70 69
55 63 62
46 59 57
45 56 54
44 52 51
42 50 49
112 666 778
81 89 88
66 83 80
53 74 71
46 68 64
41 63 60
38 59 56
36 57 54
120 667 787
84 90 89
68 77 76
59 69 68
53 65 63
51 62 61
48 59 57
126 719 845
73 91 88
61 82 79
56 75 72
50 68 66
47 65 62
139 812 951
87 91 91
75 83 81
64 76 74
59 71 69
195 1.017 1.212
88 90 90
69 80 78
60 73 71
169 842 1.011
85 90 89
75 83 81
152 755 907
84 91 90
36 44 43