Nr. 2006-077
Jaarverslag
2005
2
Jaarverslag 2005
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005
7
Jaarverslag
17
Paragrafen
19
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Weerstandsvermogen Grondexploitatie / Grondbeleid Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Programma’s
21 25 35 43 47 51 57 61
1. Afbouw van de stad 2. Sociale Cohesie 3. Veilige woon- en leefomgeving 4. Open bestuurscultuur 5. Toekomstgerichte organisatie 6. Gezonde financiën 7. Algemeen bestuur 8. Verkeer, vervoer en waterstaat 9. Economische zaken 10. Onderwijs 11. Cultuur, recreatie en sport 12. Maatschappelijk welzijn 13. Volksgezondheid en milieu 14. Ruimtelijke ordening Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Jaarrekening
63 67 75 85 91 93 95 97 105 111 117 131 139 145 155 163
Uitgangspunten financiële verslaglegging Balans per 31 december 2005 Toelichting op de balans Staat van baten en lasten per programma Incidentele baten en lasten Accountantsverklaring
165 170 173 195 197 199
Accountantsverklaring
201
Jaarverslag 2005
3
4
Jaarverslag 2005
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2005 van de gemeente Houten. Dit jaarverslag is voor de eerste keer opgesteld als ‘programmaverantwoording/-rekening’ en wijkt hierdoor sterk af van de voorgaande jaarverslagen. Bij het opstellen van het jaarverslag 2005 is, conform één van de aanbevelingen uit het rapport jaarrekening 2004 van de Rekenkamercommissie (RKC) gemeente Houten, ruim aandacht geschonken aan de kwaliteitsverbetering van de beleidsmatige verantwoording. Kanttekening hierbij is wel dat de omslag van een beheersmatige / procedurele verantwoording naar een echte beleidsverantwoording een meerjarig proces is. De basis hiervoor wordt trouwens gelegd bij het opstellen van een begroting. In de begroting moet het beleid éénduidige en transparant worden geformuleerd, zodanig dat de verantwoording hier goed op aan kan sluiten. Alleen dan is de raad is staat om te sturen op gewenste maatschappelijke effecten op basis van het gevoerde beleid. Dit jaarverslag bestaat uit vier onderdelen: Het jaarverslag. De jaarrekening. De accountantsverklaring. Bijlagen jaarverslag. Voorafgaande aan deze onderdelen is een algemene analyse opgenomen van het rekeningsaldo over 2005. Hierin wordt op hoofdlijnen een verklaring gegeven van de afwijkingen tussen de begroting 2005 en de rekening 2005. In het jaarverslag wordt gerapporteerd over de beleidsvoornemens zoals deze in de paragrafen in de begroting 2005 zijn opgenomen. Aangezien de beleidsverantwoording in de paragrafen een belangrijk hulpmiddel is voor de RKC en de Accountant bij het beoordelen van de programma’s, is extra aandacht aan de kwaliteit hiervan besteed. In de paragraaf Bedrijfsvoering is specifiek aandacht besteed aan de aanbevelingen die de RKC in haar rapport jaarrekening 2004 heeft opgenomen. Bij het jaarverslag 2005 vormen de structuur en de doelstellingen, zoals deze in de paragrafen van begroting 2005 zijn opgenomen, het uitgangspunt voor de verantwoording. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is in het jaarverslag tevens de programmaverantwoording opgenomen. Hierbij is er voor gekozen om in het jaarverslag de programmaverantwoording (beleidsmatig) te integreren met de programmarekening (financieel = jaarrekening). Per (deel)programma wordt een duidelijk beeld tussen enerzijds voorgenomen beleid en gerealiseerd beleid en anderzijds de beschikbaar gestelde en benodigde middelen weergegeven. Hierdoor wordt de samenhang tussen beleid en middelen beter inzichtelijk. Het jaarverslag wordt afgesloten met het overzicht van Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. In de jaarrekening wordt financieel rekening en (beleids)verantwoording afgelegd van hetgeen is uitgevoerd. Daar waar over begroting 2005 wordt gesproken betreft het de ramingen van de primitieve begroting 2005 met inbegrip van alle wijzigingen die daarop in de loop van 2005 zijn gedaan. Als eerste zijn de uitgangspunten, op basis waarvan deze financiële verslaglegging is gebaseerd, weergegeven. Daarna zijn de balans per ultimo 2005 inclusief een toelichting op de balans en de staat van baten en lasten per programma opgenomen. In de staat van baten en lasten per programma wordt een financiële samenvatting gegeven van de in de programmaverantwoording opgenomen (deel)programma’s, opgenomen. De jaarrekening wordt afgesloten met een overzicht van incidentele baten en lasten. De accountantsverklaring van de controlerend accountant Ernst & Young treft u als laatste in dit jaarverslag aan. In de accountantsverklaring geeft de Accountant een oordeel over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening. De controlebevindingen aangaande het jaarverslag worden separaat in een rapportage aangeboden.
Jaarverslag 2005
5
De bijlagen bij de jaarrekening zijn in een apart boekwerk gebundeld, enerzijds om de omvang van het jaarverslag te beperken, anderzijds om u de mogelijkheid te bieden de bijlagen direct naast het financiële deel van het jaarverslag te kunnen gebruiken. Het gaat er vooral om de aansluitingen die tussen de verschillende cijferopstellingen bestaan, beter te kunnen volgen. Het bijlagenboek is bij het secretariaat Middelen van de gemeente Houten op te vragen. Conform de BBV-richtlijnen sluit dit jaarverslag qua indeling aan op de door de raad op 9 november 2004 vastgestelde begroting 2005. De omvang van het jaarverslag is met 33% afgenomen. Ook al was dit geen doel op zich (kwaliteit gaat voor kwantiteit) gaan wij er wel van uit dat de leesbaarheid en toegankelijkheid van dit jaarverslag hiermee wordt vergroot. Zoals hierboven al is aangegeven, is de omslag van een beheersmatige/procedurele verantwoording naar een echte beleidsverantwoording een meerjarig proces. Wij spreken dan ook de verwachting uit hier de komende jaren verder invulling aan te kunnen geven.
Houten, 16 mei 2006 Burgemeester en wethouders van Houten De secretaris,
De burgemeester,
J. Wiegel
C.H.J. Lamers
6
Jaarverslag 2005
Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005 Algemeen Het resultaat 2005 van de gemeente Houten is positief en bedraagt € 2.300.547. Het betreft het resultaat van de algemene dienst en het resultaat op de grondexploitatie. De opbouw van het resultaat is als volgt: + € + € + €
Resultaat algemene dienst Resultaat grondexploitatie
758.845 1.541.702 2.300.547
Resultaat Grondexploitatie Voor een toelichting op het resultaat van de grondexploitatie (positief € 1.541.702) wordt verwezen naar programma 1 (Afbouw van de stad) en de paragraaf Weerstandsvermogen grondexploitatie/ Grondbeleid. Resultaat Algemene Dienst Het rekeningresultaat bedraagt positief € 758.845 (begroting positief € 1.201.843 ). In dit hoofdstuk zal een nadere analyse worden gegeven op het verschil tussen het rekeningresultaat en het begrote resultaat 2005. Hierbij zullen op hoofdlijnen de belangrijkste verschillen worden toegelicht. Het betreft een toelichting op concernniveau, waardoor een ander inzicht ontstaat dan de gedetailleerde toelichtingen per (deel)programma. 1
Overzicht afwijking begroting 2005 en jaarrekening 2005 (Algemene Dienst) Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), maken mutaties (stortingen en onttrekkingen) aan de (bestemmings)reserves onderdeel uit van de resultaatbestemming. In de jaarrekening zijn de voorgenomen mutaties dan ook nog niet verwerkt. Er vindt hierover afzonderlijke besluitvorming plaats, op grond van het (bijgevoegde) raadsvoorstel bij het jaarverslag 2005. Uitzondering hierop zijn de mutaties waar al eerder besluitvorming van de raad over is geweest. Deze mutaties zijn al wel verwerkt in het jaarverslag. In de onderstaande tabel wordt het verloop van het begrotingssaldo 2005 weergegeven en vergeleken met het jaarrekeningresultaat 2005. Bedragen x € 1
Omschrijving Primitieve begroting 2005 e 1 bestuursrapportage 2004 Nota van aanbieding e 2 bestuursrapportage 2004 e 1 bestuursrapportage 2005 e 2 bestuursrapportage 2005 Wethouderspensioen Afzonderlijke raadsbesluiten Totaal 2005
1
Begroting 2005 627.198 -418.448 -91.821 -754.729 1.124.962 742.414 -117.000 89.267 1.201.843
Jaarrekening 2005
758.845
Verschil
442.998
e
Dit saldo wijkt af van het geprognosticeerde saldo in de 2 bestuursrapportage 2005, omdat hier een tweetal afzonderlijke raadsbesluiten niet in was verwerkt.
Jaarverslag 2005
7
Zoals uit de voorgaande tabel blijkt, bedraagt de afwijking tussen het saldo van de begroting 2005 en dat van de jaarrekening 2005 € 442.998 negatief. Hierna wordt dit verschil op hoofdlijnen geanalyseerd (V = voordelig en N = nadelig). Analyse verschil op hoofdlijnen Het verschil tussen de begroting 2005 en de rekening 2005 ad € 442.998 nadelig, kan als volgt worden uitgesplitst: Bedragen x € 1
Omschrijving
Baten
Personeelslasten (inclusief inhuur kosten derden, exclusief BOOH) Kapitaallasten BTW Compensatiefonds Rente financieringsoverschot Elektriciteit/gas Rente opgenomen langlopende geldleningen Vrijval voorziening kwaliteitsverbetering scholen Overhoekenbeleid Onroerend zaak belastingen (OZB) Woonvoorzieningen gehandicapten Diversen Subtotaal
Lasten 126.041 502.942 101.634 654.029 99.865
206.695 373.000 146.300 210.178 90.151 15.189 1.041.513
Totaal
V V V V V V V
N N N N N
1.484.511 N 442.998 N
De afwijkingen op de verschillende posten wordt hierna verder toegelicht. Personeelslasten (inclusief inhuur kosten derden, exclusief BOOH) Het nadelige verschil op personeellasten bestaat uit een drietal posten, te weten: Salarissen en sociale lasten (inclusief BOOH) Correctie voor het aandeel van de BOOH Inhuur kosten derden Totaal
In de volgende tabel worden deze posten nader gespecificeerd.
8
Jaarverslag 2005
V N N N
€ € € €
2.155.626 571.502 1.710.165 126.041
Bedragen x € 1
Salarissen en sociale lasten (inclusief BOOH)
Bedrag
Begroting 2005 Rekening 2005 Verschil
22.441.201 20.285.575 2.155.626
Analyse
Nadelig
Gemeentesecretarie Salarissen en sociale lasten i.v.m. invulling vacatures Salarissen Premies sociale verzekeringen Premies pensioenfondsen Overige sociale lasten Toelagen Gratificaties Uitkeringen (voormalig) wethouders/werknemers
V
Voordelig 1.554.910
4.370.486 -948.898 -1.795.768 -70.910 224.672 2.646 251.240
Onderwijzend personeel Salarissen en sociale lasten Subtotaal
224.672
Totaal
571.502 2.380.298 -224.672 2.155.626
In de tweede bestuursrapportage 2005 hebben wij een prognose gegeven van de onderuitputting op de salariskosten. Op basis van de peildatum 1 augustus 2005 is toen het verdere verloop van de salariskosten voor het jaar berekend. Ten opzichte van de in de begroting 2005 geraamde kosten van salarissen en sociale lasten, werd een onderuitputting van € 1.053.160 geprognosticeerd (exclusief afdeling Projectontwikkeling). Dat betreft lagere uitgaven als gevolg van (nog) niet vervulde vacatures of frictieruimte die ontstaat, omdat na een ontslag meestal niet direct een nieuwe medewerker kan worden aangesteld. Ook kan onderuitputting ontstaan als gevolg van een verschil tussen het maximum van de schaal en de werkelijk kosten. De onderuitputting is ingezet als dekking van de uitgaven voor inhuur van derden. Naast de kosten van salarissen en sociale premies voor het ambtelijk personeel, heeft de gemeente ook te maken met deze kosten voor het onderwijzend personeel. Uit de jaarrekening van de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH) over 2005 blijkt dat er ten opzichte van de begroting 2005 € 571.502 minder is uitgegeven. Hier tekenen wij bij aan dat de rijksbijdrage salariskosten onderwijzend personeel die hier tegenover staat, overeenkomstig wordt aangepast. In het overzicht hierna worden de begrote en de werkelijke personeelskosten voor de gemeente naast elkaar gezet. Overzicht personeelskosten Omschrijving Salarissen en sociale lasten Toelagen Uitkering (voormalig) wethouders/werknemers Subtotaal Onderwijzend personeel: Salariskosten onderwijzend personeel Totaal generaal
Bedragen x € 1
Begroting 2005
Werkelijk 2005
Verschil
17.465.189 540.708
15.910.279 762.734
1.554.910 -/- 222.026
285.304 18.291.201
34.064 16.707.077
251.240 1.584.124
4.150.000 22.441.201
3.578.498 20.285.575
571.502 2.155.626
*)
* Tegenover dit verschil staat een overeenkomstig aangepaste rijksbijdrage van het Rijk. Zie de daar opgenomen toelichting.
Jaarverslag 2005
9
Inhuur kosten derden
Bedragen x € 1
Personeel van derden Begroting 2005 Rekening 2005 Verschil
lasten lasten
612.131 2.322.296 -1.710.165
Analyse
Nadelig
Inhuur personeel managementniveau Inhuur personeel uitvoerend niveau Inhuur personeel exploitatieprojecten Subtotaal
222.044 1.416.928 71.193 1.710.165
Totaal
1.710.165
N
Voordelig
Specificatie: In de begroting 2005 was wegens kosten inhuur derden opgenomen De kosten van inhuur derden hebben bedragen Het nadelige verschil bedraagt derhalve
€ € €
612.131 2.322.296 *) 1.710.165
* Van dit bedrag is € 260.671 via de producten doorbelast aan Projectontwikkeling. Omdat voor die kosten dus dekking aanwezig is, blijft dat bedrag buiten de analyse van de onderuitputting en de dekking van de kosten van inhuur, die voor de Algemene Dienst € 2.061.625 hebben bedragen. Algemeen Voor de inhuur van externe deskundigen onderscheiden we de volgende categorieën: Vinex en andere projecten (conform eerdere afspraken met betrekking tot piek bezetting tijdens de groei). Incidentele taken, die een eenmalige specifieke deskundigheid vragen. Inhuur personeel in verband met frictie in bezetting (vacatures, langdurig zieken en dergelijke). Specifiek Bij de tweede bestuursrapportage 2005 hebben wij de tot dan gemaakte kosten inhuur derden berekend. Vervolgens is een berekening gemaakt van de voor de rest van 2005 te verwachten kosten op basis van aangegane verplichtingen. Het totale budget voor de inhuurkosten derden, ten laste van de Algemene Dienst is bij deze tweede bestuursrapportage vastgesteld op € 1.667.462. Na het opstellen van de jaarrekening is gebleken dat in werkelijkheid voor een bedrag van € 1.943.341 (exclusief ten behoeve van specifiek projecten) is ingehuurd. Een dergelijke afwijking is niet goed te voorkomen, omdat er zich gedurende de periode tussen de peildatum van de bestuursrapportage (1 augustus 2005) en het einde van het jaar situaties kunnen onvoorziene situaties kunnen voordoen. De kosten voor de inhuur kunnen bijna volledig gedekt worden uit de drie dekkingsmiddelen, te weten: Begrote kosten inhuur externen. Onderuitputting op de salariskosten (voor nadere specificatie: zie hieronder). Ontvangen bedragen van USZO/UWV ten behoeve van ziekte en zwangerschappen.
10
Jaarverslag 2005
Inhuurkosten derden In onderstaand overzicht zijn de kosten voor inhuur van derden, voor de jaren 2004 en 2005 naast elkaar gezet. Bedragen x € 1
Omschrijving
Jaarrekening 2004
Grondexploitatie Specifieke projecten Algemene Dienst Totalen
Jaarrekening 2005
6.355.901 1.602 2.273.664 8.631.167
5.038.284 118.284 1.943.341 7.099.909
Dekking voor inhuurkosten derden Algemene Dienst In onderstaand overzicht is de dekking weergegeven voor de inhuurkosten derden Algemene Dienst. Bedragen x € 1
Omschrijving
Bedragen
Kosten inhuur derden Dekkingsmiddelen: Dekking stelpost Doorbelasting vanuit CKP naar Inv. Proj. Begrote kosten inhuur derden (exclusief ten behoeve van specifieke projecten) Onderuitputting salariskosten 2005 Vergoedingen USZO/inleen Totaal (dekkingstekort)
1.943.341 -108.000 -115.439 -455.342 -1.091.271 -125.533 47.756
Conclusies: 1. De kosten van de inhuur ten laste van de grondexploitatie zijn ten opzichte van 2004 met 20% gedaald. Voornaamste reden hiervoor is dat er in vergelijking tot 2004 minder werken binnen de projecten liepen en een aantal projectplannen zich in een afrondende fase bevond waardoor minder inhuur benodigd was op het gebied van voorbereiding, toezicht en uitvoering. Over het algemeen geldt dat het lastig is de kosten voor inhuur goed te begroten. Reden hiervoor is dat het bouwvolume op een Vinex-locatie door vele externe factoren wordt beïnvloed en zich dus moeilijk laat plannen. 2. In 2005 zijn de kosten voor specifieke projecten toegenomen ten opzichte van 2004. Tegenover deze extra kosten staan budgetten die beschikbaar zijn gesteld. Het gaat hierbij om producten zoals Vergunningen, Afval en WMO. 3. De kosten inhuur derden van de Algemene Dienst, kunnen voor circa 97,5% gedekt worden vanuit de verschillende dekkingsmiddelen. In algemene zin kan dan ook worden gesteld dat de kosten voor inhuur derden onder control zijn. Onderuitputting Onder onderuitputting verstaan we de ruimte tussen de begrote salariskosten en de werkelijk uitgegeven salarislasten. Deze onderuitputting kan ontstaan door vacatureruimte, of door een verschil tussen het maximum van de functieschaal en de werkelijke kosten. De ruimte door onderuitputting kan een afdelingshoofd gebruiken voor de inhuur van extern personeel. In het volgende overzicht is de begroting afgezet tegen de werkelijke salariskosten van 2005. Het betreft hier overigens niet alle posten; de kosten van Bestuursorganen en de toelagen vrijwillige brandweer blijven buiten beschouwing. Het gaat hier alleen om de salariskosten, niet om de totale personeelskosten. Specifieke toelagen, kosten van kinderopvang, decentrale budgetten en dergelijk worden buiten de vergelijking gehouden.
Jaarverslag 2005
11
Bedragen x € 1
Afdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting Sector Middelen Sector Samenleving Sector Ruimtelijk Beheer Sector Stadsontwikkeling Subtotaal 2 Af: SO- projectontwikkeling Onderuitputting Algemene Dienst
Begroting 2005
Salariskosten 2005
1.049.272 4.256.151 2.551.487 6.126.181 2.364.016 16.347.107
Onderuitputting 2005
968.621 3.882.211 2.422.172 5.583.176 1.944.614 14.800.794
80.651 373.940 129.315 543.005 419.402 1.546.313 455.042 1.091.271
Vanaf 2003 is door de afdeling Personeel en Organisatie frequent een doorrekening gemaakt van de ten laste van de salariskosten komende kosten van inhuur derden. Daarbij is ook gewerkt aan een combinatie van gegevens zoals ziekteverzuim en mate van overwerk, met het oog opdat de fluctuaties in de capaciteit in relatie kunnen worden gebracht met de noodzaak externe capaciteit in te huren. Op deze wijze wordt het mogelijk de uitgaven voor inhuur derden nog beter te beheersen. Daarnaast is er een instrumentarium ontwikkeld ter beheersing van formatieontwikkeling. Één van deze instrumenten is een procedure inhuur derden. Ook deze procedure zal bijdragen aan het beheersen van de uitgaven inhuur derden. Kapitaallasten Bedragen x € 1
Omschrijving
Bedragen
Begroting 2005 Rekening 2005 Subtotaal Mutaties ten laste van reserves Totaal
1.118.337
7.522.416 9.143.695 1.621.279
N
502.942
N
V
Dit nadelige verschil wordt veroorzaakt door drie posten, te weten: Het versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut. Het versneld afschrijven van investeringen in het kader van de rechtmatigheid. Het versneld afschrijven van investeringen in verband met het beëindigen van de levensduur/gebruiksduur van de investeringen. Daarnaast is er nog een klein voordelig verschil tussen de begroting 2005 en rekening 2005 van € 1.484. Versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut In het kader van de afwikkeling van de stelpost resultaat Vinex is, in de door de raad op 15 november 2005 vastgestelde begroting 2006, besloten om de investeringen met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven ten laste van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd). Hiermee worden twee dingen gerealiseerd, te weten: Het meerjarig negatieve effect op de begroting, vanwege het niet realiseren van de geraamde opbrengst (stelpost resultaat Vinex), wordt enigszins verlaagd. De kapitaallasten voor 2006 en later worden verlaagd, hetgeen een meerjarig positief effect op de begroting heeft.
2
betreft onderuitputting van de afdeling Projectontwikkeling. Deze onderuitputting wordt meegenomen in de resultaatbepaling van de grondexploitatie.
12
Jaarverslag 2005
De algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd) is in 2002 en 2003 gevormd met het doel activa versneld af te schrijven. Door de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) per 1 januari 2004 is het nog maar beperkt mogelijk om geactiveerde investeringen versneld af te schrijven. Dit is alleen mogelijk voor investeringen met een maatschappelijk nut. Het afboeken van de boekwaarde van de investeringen met een maatschappelijk nut heeft bij de jaarrekening 2005 plaatsgevonden. Het nadelig financiële effect op de kapitaallasten bedraagt hierdoor € 867.800. Doordat de extra kapitaallasten ten laste van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd) zijn gebracht, hebben deze extra lasten geen effect op het rekeningresultaat. Versneld afschrijven van investeringen in het kader van de rechtmatigheid In het kader van de rechtmatigheidcontrole op het jaarverslag is het werkprogramma “investeringen en afschrijvingen” uitgevoerd. De opbouw van een rechtmatigheiddossier heeft hierbij plaatsgevonden langs een zestal werkstappen. Hierbij is geconstateerd dat een aantal investeringen niet aan de rechtmatigheidcriteria voldeed. Het afboeken van de boekwaarde van de betreffende investeringen heeft bij de jaarrekening 2005 plaatsgevonden. Het nadelig financiële effect hiervan op de kapitaallasten bedraagt € 487.422. Een deel van deze kapitaallasten wordt echter onttrokken aan voorzieningen (€ 47.034). Hierdoor bedraagt het negatieve effect op het rekeningresultaat slechts € 440.388. Versneld afschrijven van investeringen in verband met het beëindigen van de levens-/gebruiksduur In 2005 zijn een zestal investeringen afgeschreven in verband met het beëindigen van de levensduur/gebruiksduur van deze investeringen. Het gaat hierbij om investeringen met betrekking tot noodhuisvesting onderwijs, composteerterrein, rioleringen en computerapparatuur raad. Het nadelig financiële effect hiervan op de kapitaallasten bedraagt € 267.541. Een deel van deze kapitaallasten worden echter onttrokken aan voorzieningen (€ 203.503). Hierdoor bedraagt het negatieve effect op het rekeningresultaat slechts € 64.038. BTW Compensatiefonds (€ 101.634 N) In begroting 2005 is al rekening gehouden met een bedrag van € 150.000 als gevolg van de verevening van 5%. De verevening is het bedrag aan BTW dat de gemeente in het kader van het BTW Compensatiefonds niet vergoed krijgt. In werkelijkheid is de totale nacalculatie van het BTW Compensatiefonds uitgekomen op een last van € 251.634. Dit leidt tot een extra financiële last in 2005 van € 101.634. Rente financieringssaldo (€ 654.029 N) Bij het opstellen van de begroting 2006 heeft een eerste globale beoordeling van de omvang en besteedbaarheid van de reserves en voorzieningen plaatsgevonden. Hierbij is een begin gemaakt met een gefaseerde herziening van de rentestructuur ten behoeve van de besteedbaarheid van de voorzieningen. Een juist beeld van de omvang van de besteedbaarheid van de voorzieningen is van belang, om te kunnen bepalen welk gedeelte van de voorzieningen als gratis financieringsmiddel kan worden ingezet om onze financieringsbehoefte af te dekken. In de begroting 2005 zijn de voorzieningen volledig als gratis financieringsmiddel ingezet, waardoor er sprake was van een begroot financieringsoverschot van € 14.093.000 met een bijbehorende rentebate van € 211.400. Dit financieringsoverschot is het saldo tussen de financieringsbehoefte (= boekwaarde van de vaste activa (geactiveerde investeringen) per 1 januari 2005) en de financieringsmiddelen (= de eigen financieringsmiddelen per 1 januari 2005). e In de 2 bestuursrapportage 2005 is een aanzienlijk bedrag aan kapitaallasten vrijgevallen als gevolg van investeringskredieten die niet waren afgesloten bij het opstellen van het jaarverslag 2004, omdat de betreffende investeringen nog niet waren opgeleverd. Hierdoor worden in 2005 geen kapitaallasten gegenereerd, terwijl deze bij het opstellen van de begroting 2005 wel waren voorzien. Deze nog niet opgeleverde investering zaten derhalve ook in de boekwaarde van de vaste activa per 1 januari 2005 die bij het bepalen van de financieringsbehoefte zijn meegenomen. Hierdoor neemt het begrote financieringsoverschot toe. De hierbij behorende rentebate bedroeg € 991.700.
Jaarverslag 2005
13
Hiermee komt in de begroting de totale rentebate als gevolg van het begrote financieringsoverschot op een bedrag van € 1.203.088. In werkelijkheid is er sprake van een rentebate van € 549.059 als gevolg van het financieringsoverschot. Dit wordt dus, zoals aangegeven, in belangrijke mate veroorzaakt doordat in de begroting de voorzieningen volledig als gratis financieringsmiddel zijn ingezet. Per saldo leidt het bovenstaande tot een nadelig financieel effect van € 654.029. Elektriciteit/gas (€ 99.865 N) De overschrijding op de lasten van elektriciteit/gas van € 99.865 is voor het grootste gedeelte te wijten aan de situatie waarin het schoolgebouw De Vlinder verkeert. De school ligt binnen De Vijfwal in Hofstad III en is dus voor de verwarming aangewezen op stadsverwarming. Echter de school (en gymzaal) is het enige bouwwerk in Hofstad III en is om die reden nog niet aangesloten op de stadsverwarming. De school wordt nu verwarmd door een dure mobiele warmtekrachtcentrale. Daarnaast zijn er in 2005 voor een aantal gebouwen waarin het openbaar onderwijs is gehuisvest, afrekeningen van voorgaande jaren ontvangen. Ook is de energieprijs ten opzichte van de in de begroting 2005 gebruikte indexering sterker gestegen. Rente opgenomen langlopende geldleningen (€ 206.695 V) Per saldo bedraagt het voordelige financiële effect € 206.695. Dit voordeel is opgebouwd uit de volgende componenten: De rentelasten in de begroting 2005 zijn bepaald aan de hand van het saldo van de opgenomen geldleningen per 1 januari 2005. Hierbij is echter geen rekening gehouden met het feit dat voor de meeste leningen de betaling van de rente en aflossing pas in 2006 plaatsvindt. In de realisatie wordt hiermee wel rekening gehouden door het opnemen van een transitorische rentelast. Deze transitorische rentelast staat als nog te betalen bedrag op de balans. Aangezien de last in de afgelopen jaren is gevormd, hoeft jaarlijks alleen het verschil in transitorische rentelast tussen het huidige en het voorgaande boekjaar als rentelast te worden gemuteerd. Door het niet verwerken van de transitorische rentelast in de begroting, worden de rentelasten te hoog begroot. Hierdoor ontstaat in 2005 een voordelig verschil van € 107.422. Door vervroegde aflossing van een lening met een saldo van € 1.251.052 in 2004, waarvan de financiële consequentie niet is vertaald in de begroting 2005, is een voordelig verschil ontstaan van € 97.582 op de rentelasten in 2005. Overige kleine verschillen tussen de begroting 2005 en de rekening 2005 leveren een voordeel op van € 1.691. Vrijval voorziening kwaliteitsverbetering scholen (€ 373.000 V) De voorziening kwaliteitsverbetering scholen is in 2003 gevormd ten laste van het rekeningresultaat over 2002. De voorziening dient ter dekking van een deel van de bouwkosten van een aantal scholen. e In de 2 bestuursrapportage 2005 is al geconstateerd dat een deel van de voorziening niet meer nodig e is gezien de positieve stand van de kredieten. Hierdoor is in de 2 bestuursrapportage 2005 een bedrag van € 761.450 vrijgevallen en verwerkt in het begrotingssaldo. Bij het opstellen van het jaarverslag is daarnaast geconcludeerd dat het restantbedrag van de voorziening ook niet meer gebruikt zal worden voor het aangegeven doel. Daarom is besloten ook het restantbedrag van de voorziening te laten vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat 2005. Dit levert een financieel voordeel op van € 373.000. Overhoekenbeleid (€ 146.300 V) Binnen het overhoekenbeleid worden de laatste stukjes grond verkocht en verpacht. In 2005 is hierdoor een bedrag ad € 146.300 ontvangen. Deze inkomsten worden niet begroot omdat deze activiteiten niet tot de kernactiviteiten van de gemeente behoren.
14
Jaarverslag 2005
Onroerend zaak belastingen (OZB) Bedragen x € 1
Omschrijving
Bedragen
Begroting 2005 Rekening 2005 Totaal
9.985.475 10.195.653 210.178
V
De OZB-opbrengsten liggen hiermee in lijn met de begrote opbrengsten (circa + 2%). Gezien het geringe verschil wordt dit bedrag niet verder gespecificeerd, maar wordt volstaan met het noemen van de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de groei van de OZB-opbrengsten: De toename vanwege de autonome groei is hoger uitgevallen dan begroot. Het objectenbestand is verder gecomplementeerd, waardoor van een aantal objecten de waargegevens kon worden herzien. Woonvoorzieningen gehandicapten (€ 90.151 V) In 2005 is een doeluitkering ontvangen van € 90.151 voor (grote) aanpassingen aan woningen van gehandicapten. Deze doeluitkering is niet in de begroting opgenomen, omdat het vooraf niet bekend is of er dure (> € 22.500) woonaanpassingen worden toegekend.
Jaarverslag 2005
15
16
Jaarverslag 2005
Jaarverslag
Jaarverslag 2005
17
18
Jaarverslag 2005
Paragrafen
Jaarverslag 2005
19
20
Jaarverslag 2005
Lokale heffingen Algemeen In deze paragraaf behandelen wij de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen. Wij geven inzicht in de uitgangspunten, de tarieven en de daarmee verband houdende opbrengsten, evenals de lokale lastendruk als geheel. Daarnaast wordt u geïnformeerd over de Wet Waardering Onroerendezaken (Wet WOZ). In onderstaande tabel zijn de belastingen en heffingen weergegeven die de gemeenten in algemene zin kennen. Tevens zijn de belastingen en heffingen aangegeven die in Houten worden geheven. Overzicht belastingen en heffingen Soort belasting / heffing
Wel
Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Belasting op roerende woon- en verblijfsruimten (RWBB) Baatbelasting Forensenbelasting Toeristenbelasting Parkeerbelasting Hondenbelasting Reclamebelasting Precariobelasting
x
Leges algemeen Rechten: - Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten - Rioolrechten - Lijkbezorgingsrechten - Marktgelden - Brandweerrechten - Vermakelijkhedenrechten - Scheepvaartrechten - Weg-, straat-, brug-, tol- en veergelden
x
Niet x x x x x
x x x
x x x x x x x x
Gemeentelijk beleid Uitgangspunt is dat de tarieven van de verschillende rechten op basis van kostendekkendheid worden vastgesteld en de tarieven van belastingen op basis van een trendmatige verhoging. Belangrijkste ontwikkelingen In 2005 zijn alle onroerende zaken voorzien van een nieuw vastgestelde WOZ-waarde. Afwijkend van voorgaande waardevaststellingen, zijn daarvoor in 2005 voor het eerst geen afzonderlijke beschikkingen meer verzonden. De nieuw vastgestelde WOZ-waarden zijn in 2005 met de reguliere gecombineerde belastingaanslag aan belanghebbenden bekend gemaakt. De tarieven voor de onroerendezaakbelastingen zijn rekeninghoudend met de nieuw vastgestelde economische waarde opnieuw vastgesteld. Voor het belastingjaar 2005 zijn in totaal 19.842 belastingaanslagen opgelegd. Op 28 februari 2005 was circa 90% van het totale aantal opgelegde aanslagen gedagtekend. De overige 10% van de aanslagen is later opgelegd omdat de belastingplicht in de loop van 2005 is begonnen. Met het nieuw bekend maken van de vastgestelde WOZ-waarden in 2005, ontstond voor belanghebbenden een (financiële) impuls om daartegen bezwaar te maken. In 2005 zijn 1.250 WOZbezwaarschriften ingediend, op 31 december jl. was daarvan 92 % afgewikkeld. Omdat de herwaarderingstermijn WOZ inmiddels door wetswijziging is verkort van vier naar twee jaar, is het noodzakelijk de WOZ-bezwaarafhandeling versneld af te wikkelen. De versnelde afwikkeling van de WOZbezwaarschriften heeft in 2005, in organisatorisch opzicht, van het team belastingen veel gevraagd. Op 1 januari 2007 moeten alle onroerende zaken opnieuw van een nieuw vastgestelde WOZ-waarde worden voorzien. De voorbereiding daarvoor zijn al in volle gang. Ook is in 2005 invulling gegeven aan een algemene controle op de naleving aangifteplicht hondenbelasting. Het bureau Holland Ruiter. N.V. heeft deze uitgevoerd. Deze controle heeft ruim 646 aan nieuwe aanmeldingen voor de honden-
Jaarverslag 2005
21
belasting opgeleverd. Om dit grotere aantal te continueren zal een jaarlijkse controle op de naleving van hondenbelasting noodzakelijk zijn. In de eerste helft van 2006 zal daarvoor aan het college een keuzevoorstel worden aangeboden. Overzicht inkomsten per belastingsoort In onderstaand overzicht zijn voor het jaar 2005 de opbrengsten per belastingsoort weergegeven. Bedragen x € 1
Omschrijving
Rekening 2005
Onroerende-zaakbelastingen Rioolrecht Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Lijkbezorgingsrechten Marktgelden Legesverordening
10.195.653 1.401.110 3.489.888 151.325 82.779 39.799 2.742.955
Toelichting Afvalstoffenheffing De tarieven afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op kostendekkendheid. Op basis van de ramingen worden, in overeenstemming met de geldende wetgeving, jaarlijks de tarieven vastgesteld. Afwijkingen in kosten en of baten worden pas achteraf zichtbaar in de jaarrekening en vervolgens in het tarief voor het volgende jaar verwerkt. Zo is de afrekening 2003 betrokken bij de tariefbepaling 2005. Deze systematiek wordt al jaren toegepast en geldt zowel voor jaren waarin de afvalstoffenheffing te laag bleek te zijn vastgesteld, als jaren waarin de tarieven achteraf te hoog zijn geweest. In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van het tarief voor afvalstoffenheffing weergegeven. Bedragen x € 1
2003 Soort huishouden Eenpersoonshuishoudens Meerpersoonshuishoudens
168 282
2004 Inclusief structurele effecten 169 284
2005
Inclusief incidentele teruggave 157 264
Inclusief structurele effecten 154 259
Inclusief incidentele teruggave 141 237
De totale afvalstoffenheffing wordt berekend over het aantal huishoudens per 1 januari 2005, vermeerderd met de helft van de te verwachten groei. In de loop van het jaar kunnen hierop verminderingen plaatsvinden. Bijvoorbeeld wanneer in een twee persoonshuishouden één van die twee gezinsleden komt te overlijden, wijzigt het tarief van een meerpersoonshuishouden naar dat van een éénpersoonshuishouden. De afvalstoffenheffing 2005 levert het volgende beeld op: Bedragen x € 1
Soort huishouden Eenpersoons Meerpersoons Totaal
22
Aantal 3.555 12.947
Tarief
Vermindering
141 237
Jaarverslag 2005
18.802 62.119 80.921
Totaal 482.712 3.007.176 3.489.888
Kengetallen
Omschrijving Aantal gecombineerde aanslagen Aantal waardebeschikkingen Wet WOZ Aantal verzoeken kwijtschelding Aantal aanmaningen Aantal dwangbevelen Aantal bezwaarschriften OZB Aantal bezwaarschriften hondenbelasting Aantal bezwaarschriften afvalstoffenheffing Aantal bezwaarschriften rioolrechten Aantal bezwaarschriften beschikking Wet WOZ Aantal bezwaarschriften gecombineerde aanslag Aantal verzoeken voor automatische incasso
Rekening 2004 19.424 1.394 566 1.779 640 44 6 18 32 22 56 1.050
Begroting 2005 19.000 19.000 650 1.750 625 50 15 40 40 1.700 75 1.000
Rekening 2005 19.842 17.082 689 2.009 619 44 13 27 28 1.250 31 818
Lokale lastendruk Onderstaand treft u een tabel aan waarin is opgenomen de lastendruk in Houten in de jaren 2004 en 2005 voor zowel eigenaar-gebruikers als huurders. Zoals gebruikelijk in woonlastenoverzichten worden hierbij de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten betrokken. Verder is een meerpersoonshuishouden als uitgangspunt genomen. Voor de berekening van de onroerende-zaakbelastingen is hierbij uitgegaan van een woning met een WOZ-waarde van € 210.000 (2004: € 150.000). Als peildatum voor de WOZ-waarde geldt 1 januari 2003 en deze waarde is van toepassing voor de belastingjaren 2005 en 2006. De geldende tarieven zijn afgerond op hele euro’s naar beneden. Bedragen x € 1
Omschrijving
Rekening 2004
Begroting 2005
Rekening 2005
OZB-eigenaar OZB-gebruiker Afvalstoffenheffing Rioolrechten Totaal
218,00 175,00 264,00 90,00 747,00
221,00 178,00 236,00 91,33 726,33
227,00 182,00 237,00 91,20 737,20
Huurder 175,00 264,00 90,00 529,00
Huurder 178,00 236,00 91,33 505,33
Huurder 182,00 237,00 91,20 510,20
De verschillen tussen de begrote en werkelijke OZB-tarieven ontstaan omdat met ingang van 1 januari 2005 nieuwe WOZ-waarden zijn vastgesteld. Met de begroting 2005 is van een gemiddeld geschatte WOZ-waarde uitgegaan. Door de gemiddelde WOZ-waarde bij te stellen is daarmee aangesloten bij de werkelijkheid. Hierdoor laat de tabel echter wel een afwijking zien ten opzichte van de begroting. Jaarlijks brengt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de lagere Overheden (Coelo) een e atlas van de lokale lasten uit. In het jaar 2005 staat de gemeente Houten op de 287 plaats (2004: e 332 plaats) op de ranglijst van duurste gemeenten (plaats nummer 497 is de hoogste plaats en daarmee de duurste, de eerste plaats wordt ingenomen door de goedkoopste gemeente). Kwijtscheldingsbeleid Bij de kwijtschelding van belasting wordt de 100% norm van de relevante bijstandsnorm gehanteerd. Voor de overige regels wordt het Rijksbeleid gevolgd. Op grond van de belastingverordeningen wordt enkel kwijtschelding verleend voor de afvalstoffenheffing, hondenbelasting (alleen de eerste hond), rioolrecht en de onroerende-zaakbelastingen (alleen gebruikersdeel). Voor de overige belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend. Het totaalbedrag aan verleende kwijtschelding over de afgelopen jaren neemt toe. Dat is onder andere het gevolg van de autonome groei, de jaarlijkse stijging van de tarieven en door de veranderde economische situatie (meer mensen komen in aanmerking voor kwijtschelding).
Jaarverslag 2005
23
Overzicht van het totaalbedrag aan verleende kwijtschelding: Bedragen x € 1
Heffingsjaar
Bedrag
2001 2002 2003 2004 2005
120.000 165.600 186.000 233.650 236.891
Voor het heffingsjaar 2005 is de kwijtschelding per belastingverordening als volgt: Bedragen x € 1
Belastingverordening Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Onroerende-zaakbelastingen Rioolrecht Totaal
24
Bedrag 109.657 3.662 87.217 36.356 236.892
Jaarverslag 2005
Weerstandsvermogen Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de weerstandscapaciteit, op basis van de jaarrekening 2005 en de situatie die is toegelicht bij de begroting 2005 en volgende jaren. Daarnaast komen de financiële risico’s, de risico's op eigendommen en de risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering aan bod. Het volgen van de ontwikkeling van het weerstandsvermogen is belangrijk omdat met deze financiële buffer en de inzet daarvan, kan worden voorkomen dat een financiële tegenvaller dwingt tot directe bezuinigingen of maatregelen. Vooral bij de begrotingsvaststelling speelt dit aspect een belangrijke rol. De mate waarin de uitgesproken verwachtingen zijn uitgekomen en het weerstandsvermogen zich in het exploitatiejaar heeft ontwikkeld, zijn bij uitstek onderwerpen voor de jaarrekening. Het weerstandsvermogen wordt weergegeven door de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de te kwantificeren risico’s, waarvan het financiële risico (nog) niet is afgedekt in de begroting. Het gaat daarbij om risico's die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie. Dit komt vooral bij de begroting aan de orde, maar mogelijk zijn er op grond van de jaarrekening ontwikkelingen te signaleren, die hierop van incidentele of structurele invloed zijn. Bij de vaststelling van de begroting 2005 is door de raad de behoefte geuit aan een nadere kwantificering van de risico's, als onderdeel van de paragraaf weerstandsvermogen. Bij de begroting 2006 is daaraan gevolg gegeven. Een uitgebreide inventarisatie van de risico's en een kwantificering van de omvang zijn in het najaar van 2005 vertaald naar de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit en gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit. In het vervolg van deze paragraaf worden de risico's die in de begroting 2005 zijn genoemd, aangevuld met de risico's die in het vervolg van 2005 zijn geïnventariseerd. Als er in 2005 ontwikkelingen zijn geweest, zowel qua aard als qua omvang, dan worden die toegelicht. Weerstandscapaciteit Algemeen De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Onderdelen daarvan zijn bijvoorbeeld het vrij besteedbare deel van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves. De weerstandscapaciteit kan worden onderscheiden naar incidentele en structurele beschikbaarheid. Met het eerste wordt gedoeld op het vermogen om incidentele, éénmalige tegenvallers op te vangen. Het tweede duidt op die middelen die permanent kunnen worden ingezet om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Omvang weerstandscapaciteit In onderstaande tabel is de omvang van de weerstandscapaciteit weergegeven, waarbij is gerekend met het vrije deel van de algemene reserve.
Bedragen x € 1.000
Weerstandscapaciteit Vrij deel algemene reserve Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Totaal
2005 2.301 0 p.m. 2.301
2006 4.439 0 p.m. 4.439
2007 4.439 0 p.m. 4.439
2008 4.439 0 p.m. 4.439
2009 4.439 0 p.m. 4.439
De stijging van het vrije deel van de Algemene reserve in 2006 komt voort uit de besluitvorming over de begroting 2006. Daarbij is de Voorziening onderhoud HIS-werken volledig (€ 199.355) en zijn de Voorziening WWB en de bestemmingsreserve Rente-egalisatiefonds gedeeltelijk (€ 500.000 respectievelijk € 1.150.000) overgeheveld naar dit vrije deel van de Algemene reserve met het oog op het begrote incidentele tekort in 2007. De onderdelen van de weerstandscapaciteit worden hierna van een toelichting voorzien.
Jaarverslag 2005
25
Vrij besteedbaar deel van de algemene reserve Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve bedraagt per ultimo 2005 € 2.301.000. In de Nota Reserves en voorzieningen wordt voor de algemene reserve de provinciale minimum norm van € 45,38 per inwoner als ondergrens gehanteerd. Die norm is inmiddels bijgesteld tot € 50 per inwoner. Voor dynamische gemeenten geldt een hogere norm. Omdat de groei van Houten is afgezwakt en de dynamiek vooral nog bij de grondexploitatie aanwezig is, waarvoor binnen de grondexploitatie eigen weerstandscapaciteit wordt aangehouden (zie paragraaf Weerstandsvermogen Grondexploitatie/Grondbeleid) , is het gerechtvaardigd voor Houten het bedrag van € 50 per inwoner aan te houden. Dit betekent dat het vrij besteedbare deel van de algemene reserve per 31 december 2005 minimaal € 2.230.000 zou moeten bedragen. Deze algemene normstelling is in bepaalde zin arbitrair te noemen, omdat er geen directe relatie wordt gelegd met de werkelijke risico's die de gemeente loopt. Bij de zoekopdrachten die volgden op de bespreking van de Perspectiefnota 2006 en waren gericht op verbetering van het meerjarenbeeld, is in de zomer van 2005 ook naar de reserves en voorzieningen gekeken. Met het niveau van de vrije Algemene reserve en de verwachte begrotingssaldi lag een daling tot onder het normniveau in het verschiet en die ontwikkeling was ongewenst. De besluitvorming heeft opgeleverd dat de vrije Algemene Reserve substantieel wordt versterkt door daar bedragen van een tweetal voorzieningen en een bestemmingsreserve aan toe te voegen. De omvang van de vrije Algemene reserve bedraagt na die toevoegingen € 4.439.000 en dat is met het oog op de verwachtingen een verantwoord en acceptabel niveau. Dit zijn mutaties die in het begrotingsjaar 2006 plaatsvinden, op grond van besluiten die in 2005 zijn genomen. Onbenutte belastingcapaciteit Zoals bij de begroting 2005 al werd aangegeven, is er bij leges en heffingen die kostendekkendheid als uitgangspunt hebben, geen sprake van financiële ruimte. Afgezien van de invoering van nieuwe belastingen en/of heffingen, resteren dan slechts de hondenbelasting en de onroerende zaakbelastingen (OZB), waarvan de eerste zich niet leent voor het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit. Voor de OZB ligt dat mogelijk anders, waarbij het wel nodig is een norm te kiezen, waarmee de tarieven kunnen worden vergeleken. De Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO) van het Ministerie van BZK verstrekt ieder jaar een referentiekader voor de financiële positie van gemeenten. Voor de grootteklasse (inwonertal) waarin Houten valt, bedroeg de gemiddelde OZB opbrengst in 2005 € 186 per inwoner. IFLO presenteert ook gegevens op basis van sociale structuur en centrumfunctie, waarbij Houten wordt aangemerkt als een gemeente met een goede sociale structuur en een redelijke centrumfunctie. In 2004 werd die centrumfunctie overigens nog als 'weinig' gekarakteriseerd. De gemiddelde OZBopbrengst van de 12 vergelijkbare gemeenten binnen de groep bedroeg in 2005 € 160 per inwoner. Ter illustratie: voor de groep gemeenten waar Houten in 2004 nog onder viel, bedroeg het gemiddelde tarief in 2005 € 215 per inwoner. Ook voor de Algemene Uitkering is een landelijk gemiddelde bepaald. Voor 2005 was dat € 184 per inwoner. In Houten lag dat gemiddelde bedrag bijna een kwart hoger, namelijk op € 229 per inwoner. Dat is dus ook hoger dan de gemiddelden die IFLO hanteert. Ook de artikel 12-norm geeft een indicatie voor de vrije belastingcapaciteit van een gemeente. Die norm is het tarief dat een gemeente aan haar inwoners moet vragen in geval een beroep op extra steun op grond van artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet wordt gedaan en was in 2005 van toepassing op de vijf gemeenten die een artikelaanvraag indienden. Het OZB-tarief mag in die gemeenten niet lager zijn dan € 5,90 per € 2.268 waarde. Aan deze artikel 12-status zijn meerdere aanvullende begrotingseisen gesteld, op grond waarvan deze norm als weinig objectief en bruikbaar wordt beschouwd. Een laatste indicatie van de onbenutte belastingcapaciteit is de negatieve maatstaf OZB-capaciteit, als onderdeel van de algemene uitkering. Voor 2005 is die gebaseerd op een tarief van € 4,01 per € 2.268 waarde. In Houten waren de tarieven voor 2005 respectievelijk € 4,45 voor woningen en € 6,97 voor niet-woningen. Dat de tarieven in Houten hoger liggen dan de maatstaf, impliceert dat er ook in deze vergelijking geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit op het gebied van de OZB. De bij de begroting 2005 getrokken conclusie dat er geen reële onbenutte belastingcapaciteit aanwezig is, blijft ook na afloop van het jaar 2005 overeind. De besluitvorming over de afschaffing van het gebruikersdeel OZB in 2005 en de maximering van de OZB-tarieven versterken die conclusie zelfs.
26
Jaarverslag 2005
Stille reserves Van stille reserves is sprake als er een verschil bestaat tussen de boekwaarde van activa en de feitelijk (hogere) waarde van die activa als ze te gelde zouden worden gemaakt. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebouwen, grond, obligaties en deelnemingen. Er is in 2005 geen aanleiding geweest het hierover bij de begroting ingenomen standpunt te wijzigen, op grond waarvan wordt volstaan we met de aanduiding van de aard van mogelijke stille reserves. De commissie BBV heeft het standpunt ingenomen dat het niet verstandig is om gebouwen die voor het normaal functioneren van de gemeente nodig zijn, te betrekken bij de paragraaf weerstandsvermogen. Slechts in het geval activa met economisch nut snel te verkopen zijn, zonder dat de bedrijfsvoering daaronder lijdt, of daarvoor expliciet al een besluit tot verkoop is genomen, kan een stille reserve als zodanig worden vermeld. Wij conformeren ons aan het standpunt van de commissie en volstaan daarom met de aanduiding van de aard van stille reserves. Eigen vermogen Op basis van de balans kan het eigen vermogen worden bepaald door de som te nemen van de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het nog te bestemmen resultaat van de jaarrekening. In de afgelopen jaren heeft het eigen vermogen zich, uitgedrukt in een percentage van de totale uitgaven, als volgt ontwikkeld: Eigen vermogen als percentage van totale uitgaven
100%
90%
80%
70%
70%
60%
58%
57%
54% 51%
50%
48%
49%
43%
40%
38% 36%
31%
30%
20%
10%
0% Eigen vermogen
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Gemiddeld
54%
38%
51%
31%
36%
43%
71%
58%
57%
48%
49%
Uit de grafiek blijkt dat de omvang van het eigen vermogen per eind 2005 48% bedraagt van de totale uitgaven in 2005 (in 2004 was die omvang 57%). De belangrijkste oorzaak voor de daling van dit percentage is de eerdergenoemde verschuiving van de Algemene reserve weerstandsvermogen grondexploitatie naar de voorzieningen grondexploitatie. Omdat reserves tot het eigen vermogen behoren en voorzieningen niet, is dit van invloed op de omvang van het eigen vermogen en de verhouding met de totale uitgaven. Zonder de genoemde verschuiving zou het percentage over 2005 zijn uitgekomen op 57. Met inachtneming van de verschuiving, duidt dat op een bestendig beeld over de afgelopen jaren.
Jaarverslag 2005
27
Stelposten Bij het vaststellen van de begroting 2005 is in een aantal stelposten financiële ruimte vastgelegd voor gewijzigd of voorgenomen beleid, met de bedoeling die ruimte aan te spreken als sprake is van uitvoering of implementatie van dat beleid. Stelposten zijn geoormerkte bedragen, waarvan de aanspraken dus kunnen afwijken, afhankelijk van de wijze en het moment van realisatie. Met de belangrijkste stelposten is in 2005 het volgende gebeurd. Onvoorzien Voor onvoorziene uitgaven was in de begroting een bedrag van € 52.510 opgenomen (€ 1,17 per inwoner). In 2005 is een tweetal bedragen ten laste van deze stelpost gekomen. In de eerste plaats is dat de bijdrage aan de actie voor Soedan (€ 2.269) en in de tweede plaats de kosten van het schikkingsvoorstel voor een plaatselijke ondernemer voor een bedrag van € 20.000. Meerjaren Investerings Programma (MIP) Met de stelpost MIP wordt de raming van de noodzakelijke investeringen, zoals opgenomen in het MIP vertaald in een beslag op de budgettaire ruimte. Van de geraamde stelpost (€ 524.829) is het overgrote deel in 2005 ingezet, voornamelijk als uitwerking van de besluitvorming over de cultuurcluster. Vinex Een gevolg van de uitbreiding van Houten door Vinex, is de voortdurende vergroting van de openbare ruimte. De toename van de kosten van het onderhoud van deze openbare ruimte wordt in de begroting verwerkt door middel van stelposten, waarmee de financiële ruimte is vastgelegd. Deze ruimte komt beschikbaar op het moment dat overdracht van areaal vanuit Vinex naar de reguliere exploitatie plaats vindt. Voor een groot aantal onderdelen van de openbare ruimte zijn beheerplannen vastgesteld. In die plannen zijn in meerjarig perspectief het onderhoudsbeleid en het daarmee samenhangende financiele beslag vastgelegd. De stelposten Vinex zijn bij de Eerste bestuursrapportage 2005 betrokken in de dekking van de kosten van de beheerplannen en op grond daarvan afgeraamd tot nihil. Herob In het kader van Herob is voor meerdere jaren een groot aantal bezuinigingsvoorstellen gedaan. Voor een deel moesten die nog nader worden gepreciseerd via een verwerking op de producten in de exploitatie. Op grond van de doorwerking van de Tweede Bestuursrapportage 2004 en de besluitvorming bij de Eerste Bestuursrapportage 2005 zijn vrijwel al de opgenomen Herob-stelposten op de producten verwerkt. De realisatie van de taakstellingen wordt zo via de exploitatie zichtbaar. Overige stelposten Naast de voorgaande stelposten zijn er voor diverse andere verwachte lasten ramingen in de begroting opgenomen. Onder de noemer bedrijfsvoering zijn bijvoorbeeld middelen vastgelegd voor de voorziene uitbreiding van de formatie en de daarmee samenhangende kosten. Ook de uitbreiding van de werkplekken is hierin voorzien. Om te waarborgen dat vervanging van de activa ook in de toekomst mogelijk is, waren ook hiervoor lasten geraamd op de stelpost vervangingsinvesteringen. Ook om financieel technische redenen was een aantal stelposten opgenomen, bijvoorbeeld voor het verschil tussen de doorberekende en de werkelijke kapitaallasten, de nog in te vullen ruimte voor nieuw beleid en de bijdrage van het grondbedrijf voor werkzaamheden die binnen de algemene dienst plaats vinden. Gedurende het jaar zijn deze stelposten in belangrijke mate ingezet, altijd op grond van besluitvorming daarover door de raad.
28
Jaarverslag 2005
Kwantitatieve beoordeling omvang weerstandsvermogen Bij de begroting 2005 hebben wij geconstateerd dat voor het antwoord op de vraag of het weerstandsvermogen toereikend is, een brede risico-inventarisatie nodig is, waarbij niet alleen de risico’s op zich, maar ook de kans dat ze tot daadwerkelijke effecten leiden, wordt meegenomen. Bij de opstelling van de paragraaf Weerstandsvermogen voor de begroting 2006 is het antwoord op die vraag uitgewerkt. Die stap is niet voor het jaar 2005 gezet. Achteraf is dat ook niet heel zinvol. Wel van belang is dat de ontwikkelingen uit 2005, zowel qua aard als omvang van de risico's, worden vertaald naar consequenties voor het oordeel over de mate van toereikendheid van het weerstandsvermogen. In dat licht komen de risico's hierna opeenvolgend aan bod. Risico’s Inleiding In de risicoparagraaf van de begroting zijn alleen risico’s opgenomen die niet zijn afgedekt of ondervangen. Risico’s waarvoor een verzekering is afgesloten of waarvoor een voorziening is gevormd zijn niet opgenomen. Voor de indeling van risico’s bij gemeenten worden doorgaans drie risicocategorieën onderscheiden: financiële risico’s, risico’s op eigendommen en risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering. Aan de hand van deze indeling gaan we nader in op de ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Financiële risico’s Ontwikkeling van de economie en de rijksfinanciën De conjuncturele ontwikkeling van de economie heeft zowel invloed op de ontwikkeling van de rijksfinanciën en het daarvan afgeleide Gemeentefonds, als op de ontwikkeling van de baten en lasten binnen de gemeentelijke financiële huishouding. Al sinds het jaar 2002 is de gesignaleerde druk van de stagnerende economie merkbaar. Het kabinet Balkenende-II heeft de afgelopen jaren tot meerdere majeure bezuinigingsoperaties besloten. Die zijn van forse negatieve invloed geweest op de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds en de gevolgen daarvan zijn zichtbaar geworden via de meerjarenbegroting. Begin 2005 heeft het Centraal Plan Bureau (CPB)de voorspelling gedaan dat er in 2006 weer groei te verwachten is. Daarmee lijkt een einde te komen aan de economische recessie, waarvan in 2004 nog sprake was. In de loop van 2005 is het signaal van de verbeterende economie versterkt door de verwachting dat het overheidstekort sterk zal dalen en de wereldhandel zal herstellen. Van dat laatste profiteert ook de Nederlandse economie Het EMU-tekort blijft naar verwachting ruim onder de 3%norm van het Stabiliteits- en Groeipact. Het CPB verwacht dat het begrotingstekort in 2006 een pas op de plaats maakt. Kortom, meerdere signalen die wijzen op licht aan het eind van de tunnel. De ervaring heeft ons geleerd dat de rijksfinanciën en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds vertraagd op dergelijke ontwikkelingen reageren. Voor de komende jaren is op dat gebied daarom nog geen herstel te verwachten. Het beeld van de Algemene Uitkering in de beide bestuursrapportages 2005 bevestigt dat. Wel is de verwachting gerechtvaardigd dat de neerwaartse lijn die de Algemene Uitkering de afgelopen jaren heeft gevolgd, de komende jaren omgebogen gaat worden. BTW-compensatiefonds Sinds 1 januari 2003 zijn gemeenten verzekerd van een zogenoemde minimumuitkering uit het BTWCompensatiefonds, die wordt berekend aan de hand van een korting op het gemeentefonds. Deze minimumuitkering wordt gefinancierd door gemeenten geen 100%, maar slechts 95% van de compensabele BTW terug te geven. Het was de bedoeling deze minimumuitkering 3 jaar te laten bestaan, om vervolgens te bepalen of verlenging noodzakelijk is. In 2005 is een evaluatie van het BTW- Compensatiefonds opgestart, waarvan de uitkomsten pas in 2006 beschikbaar komen. Daarom is besloten de minimumuitkering in ieder geval in 2006 nog te handhaven. In de meicirculaire 2005 wordt opgemerkt dat de minimumuitkering en het vereveningspercentage van 95 voor gemeenten gehandhaafd blijven. In de septembercirculaire 2005 staat dat het onderzoek naar de vaststelling van de definitieve uitname uit het gemeentefonds nog niet is afgerond, maar dat het niet ondenkbaar is dat deze uitname hoger gaat uitvallen dan het bedrag dat in 2004 op voorcalculatiebasis werd uitgenomen. Dat betekent dat de korting op de Algemene Uitkering achteraf mogelijk hoger vastgesteld wordt. Op dit risico hebben
Jaarverslag 2005
29
wij al een aantal malen gewezen, zonder een kwantificering van de omvang te kunnen geven. Ook nu is dat nog niet mogelijk omdat die afhankelijk is van de besluitvorming over de percentages en de uitname. Bij de Tweede Bestuursrapportage 2005 hebben wij de verwachting uitgesproken ook in 2005 voordeelgemeente te zijn, gebaseerd op het beeld uit het eerste halfjaar 2005, dat in lijn lag met dat van het eerste halfjaar 2004.In het tweede halfjaar van 2005 heeft die lijn zich inderdaad volgens verwachting doorgezet en over geheel 2005 zijn wij opnieuw voordeelgemeente geweest. Financieel risicobeheer Medio 2005 heeft BNG Consultancy Services (BCS) in onze opdracht het rapport 'Analyse kredietrisico Gemeente Houten' uitgebracht, als uitwerking van onze behoefte aan verbetering van het zicht op de kredietrisico's. De opmerkingen van de Rekenkamercommissie bij het jaarverslag 2003 waren een extra stimulans voor het laten uitvoeren van deze analyse. Naast een aantal aanbevelingen heeft BCS ook een uitspraak gedaan over de weerstandscapaciteit die nodig is om het risico van garanties en verstrekte geldleningen op te vangen. Die capaciteit is afhankelijk van de kans dat zich betalingsproblemen zullen voordoen en de omvang van de schade die dan ontstaat. Gegeven de specifieke aard van de tegenpartijen, voornamelijk woningstichtingen en sportverenigingen, is het schatten van de kans op wanbetaling complex. Er zijn daarvoor geen bruikbare ervaringsgegevens beschikbaar en daarom heeft BCS voor de bepaling van de omvang gebruik gemaakt van de methodiek die ook door financiële instellingen wordt gehanteerd. Op grond van een totaal openstaand bedrag van € 17,6 miljoen en een gewogen inschatting van de risico's, is het maximaal benodigde weerstandsvermogen berekend op € 790.000. Dat maximum is overigens gebaseerd op de veronderstelling dat alle instellingen tegelijkertijd in vergelijkbare problemen komen te verkeren; een situatie die zich in de praktijk niet zal voordoen. Aan de hand van de aanbevelingen uit het rapport wordt een aanzienlijke beperking van het risico nagestreefd. Vooral door het regelen van achtervang via waarborgen en een sterke monitoring van de financiële positie van de betreffende partijen is het mogelijk de noodzakelijke vinger aan de pols te houden. Voor nieuw te verstrekken leningen geldt al langer dat de gemeente Houten een hypothecaire zekerheid bedingt. De ervaringen uit het BCS-onderzoek komen in een volgend stadium van pas, bij een nadere analyse van de overige gemeentelijke risico's, bijvoorbeeld de risico's die verbonden partijen met zich meebrengen. Zeker waar organisaties niet of nauwelijks over eigen weerstandsvermogen beschikken, komen risico's per saldo voor rekening van de deelnemers. Voor dergelijke situaties moet de gemeente zelf weerstandsvermogen aanhouden. Veelal heeft de gemeente als deelnemer aan het bestuur een stem in het beleid van de organisatie en kan vanuit die positie worden gewezen op het belang van risicomanagement. Die organisaties dienen daarvoor de belangrijkste risico's op structurele basis in beeld te brengen. Omdat het analyseren en beheersen van (krediet)risico's voor de gemeente geen kernactiviteit is, wordt afhankelijk van de vervolgconclusies bij het rapport, ook voor dit vervolg in 2006 de inzet van externe deskundigheid overwogen. Gemiddelde woningbezetting Het CBS en het ministerie van VROM voorspellen een aanhoudende daling van de gemiddelde woningbezetting in Nederland. Voor Houten werd een daling van de gemiddelde woningbezetting verwacht van 2,75 in 2005 naar 2,69 in 2010. Bij de begroting 2005 zijn de basisgegevens die hieraan ten grondslag liggen als kerngegeven gehanteerd, ook voor de meerjarenprognoses. Medio 2005 was de gemiddelde woningbezetting 2,7 personen, terwijl de verwachting voor 2010 al was bijgesteld naar 2,65. Hoewel dit nog ruim boven het landelijke gemiddelde van 2,3 ligt, zijn er wel consequenties voor de algemene uitkering. Het aantal inwoners en het aantal woningen behoren immers tot de belangrijkste paramaters voor de algemene uitkering, De invloed van de gemeente op dit verhoudingsgetal is zeer beperkt en reikt nauwelijks verder dan het aantal gerealiseerde woningen en het bieden van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Daarop waren de activiteiten in 2005 dan ook gericht. Woningbouwproductie In de begroting werd uitgegaan van een fasering van de woningbouwproductie, zoals opgenomen in de planvorming. Elke wijziging in de fasering van de woningbouwproductie vormt een financieel risico voor de algemene dienst en komt tot uiting in de algemene uitkering van het gemeentefonds (mede gebaseerd op het aantal woningen). Afwijkingen in de realisatie van de nieuwbouw zijn van invloed op
30
Jaarverslag 2005
die inkomsten. De Maatstaf Omvangrijke Opgave Woningbouw is door het Ministerie van Financiën afgekocht, waarmee het absolute bedrag dat Houten toekwam is veiliggesteld. Afwijkingen in de realisatie van de bouwplanning werken bovendien door in de belastinginkomsten. Het is belangrijk het inkomsten- en uitgavenniveau gelijke tred met elkaar te laten houden. Bij de uitwerking van de Perspectiefnota 2006, ter voorbereiding op de Begroting 2006, heeft dit onderwerp terecht veel aandacht gekregen. Vanwege het inzicht dat de afbouw van Houten niet in 2007 is gerealiseerd, zijn ook de groeigerelateerde ramingen aangepast. De beheersing van de aan woningbouwproductie gerelateerde budgetten, zowel inkomsten als uitgaven, is even lastig als noodzakelijk. Wijzigingen in de fasering van de woningbouwproductie worden nauwlettend gevolgd en budgettair vertaald, om de risico's voor de Algemene Dienst zoveel mogelijk te beperken. Bouwleges In 2005 is de discussienota “ontwikkeling bouwleges” opgesteld. Op basis daarvan is in de begroting 2006 een grove bijstelling gemaakt van baten en lasten die verband houden met bouwleges. Om dit beeld verder uit werken is een onderzoek naar de integrale kostendekkendheid van leges opgestart. Dit onderzoek wordt in de eerste helft van 2006 afgerond. Onroerend-zaakbelasting In het regeerakkoord heeft het kabinet Balkenende II vastgelegd dat het gebruikersdeel van de OZB voor woningen per 1 januari 2006 wordt afgeschaft. Bij de begroting 2005 werd dit nog als risico opgenomen, omdat de financiële gevolgen niet duidelijk waren. Sinds de meicirculaire 2005 zijn die wel bekend en het besluit tot afschaffing is in 2005 genomen. In overeenstemming daarmee zijn de consequenties vertaald in de begroting 2006 en de meerjarenbegroting 2007-2010. Als risico is de afschaffing van de OZB daarom niet meer aanwezig. Ruimen explosieven Inundatiekanaal In 2004 heeft het Hoogheemraadschap gemeld dat zij het Inundatiekanaal in de polder Blokhoven willen baggeren, maar vernomen hadden dat in dit kanaal munitie zou liggen. Omdat het Hoogheemraadschap de wettelijke taak te baggeren, is het achterwege laten daarvan geen optie. De aanwezigheid van munitie in het te baggeren gedeelte is in 2005 zeer waarschijnlijk gebleken. De baggerwerkzaamheden liggen daarom stil en het Hoogheemraadschap is in overleg gegaan met de gemeente, vanwege haar verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid. In de laatste maanden van 2005 is nadere afstemming gezocht met het Hoogheemraadschap over de te zetten stappen en de te verwachten kosten, ook met het oog op subsidieverstrekking door het Rijk. In de loop van 2006 komt er meer duidelijkheid over de kosten en de mogelijkheden voor subsidie. Volgens afspraak wordt daarover in de bestuursrapportages 2006 gerapporteerd. Regionalisering Streekarchief In opdracht van de provincie wordt, zowel in de regio zuidoost (huidig streekarchief!) als in de regio zuidwest (Lekstroomgemeenten), onderzoek verricht naar de vorming van regionaal historische centra (RHC). Deze onderzoeken en de besluitvorming zijn eind 2005 in een afrondend stadium gekomen. Als gevolg van een aanpassing van de verdeelsleutel en het voldoen aan de wettelijke verplichtingen, moet voor de toekomst rekening worden gehouden met een aanzienlijk hogere bijdrage. De besluitvorming, zowel door de archiefcommissie van het streekarchief als binnen iedere individuele gemeente afzonderlijk, vindt in 2006 plaats. Volgens afspraak wordt daarop in 2006 terug gekomen, ofwel in een afzonderlijk raadsvoorstel, ofwel bij een van de bestuursrapportages. Controle omzetbelasting 1998-2004 Met de invoering van het BCF is het besluit BTW 28 per 31 december 2002 komen te vervallen. De gemeente heeft de keuze gehad de nog in exploitatie zijnde bestemmingsplannen al dan niet per 31 december 2002 af te rekenen en in 2003 besloten wel tot die afrekening over te gaan. De belastingdienst is in 2005 begonnen met een controle omzetbelasting voor de jaren 1998 tot en met 2004, waarin deze afrekening onderwerp van controle is. De belastingdienst heeft een aantal controlepunten aangegeven en het onderzoek is rond de jaarwisseling 2005-2006 afgerond. Het onderzoeksrapport was begin 2006 nog niet beschikbaar. In dat rapport zijn de controlebevindingen vastgelegd. Na afstemming daarover volgt een beschikking, waaruit duidelijk wordt met welke eventuele correcties op de aangiften omzetbelasting voor de jaren 1998 t/m 2004 rekening moet worden gehouden.
Jaarverslag 2005
31
Instandhouding Zwembad Met de exploitant van zwembad en sporthal De Wetering is in 2005 intensief onderhandeld om tot nieuwe overeenkomsten te komen, waarin de huidige situatie inclusief de uitbreiding van het zwembad en de realisering van de sporthal goed zijn vastgelegd. De verwachting is dat dit tot een hogere exploitatiesubsidie leidt, op grond waarvan ook naar een alternatieve bezuiniging moet worden gezocht voor de Herob-taakstelling die hieraan is gekoppeld. De onderhandelingen konden niet in 2005 worden afgerond. Leerlingenvervoer De regeling leerlingenvervoer is een openeinde regeling. In 2005 zijn de kosten gereduceerd door een nieuwe aanbesteding. De regeling is vraagafhankelijk, waardoor de jaarlijkse kosten voor de subsidiering van het leerlingenvervoer moeilijk zijn in te schatten. Zoveel mogelijk wordt getracht de kosten te beheersen. De invloed van de gemeente beperkt zich tot de mate waarin binnen de regeling ruimte voor vergoeding wordt gecreëerd. Ten opzichte van 2004 zijn de kosten van het leerlingenvervoer met 20% gedaald en ruimschoots onder het begrote bedrag gebleven. Invoering wet Werk en Bijstand (WWB) Sinds 2004 is de WWB in werking. Het accent van die wet ligt op de uitstroom van burgers naar regulier werk. De bedrijfsprocessen en de deskundigheid zijn daar grotendeels op gericht. De gemeente Houten hanteert de methodiek van workfirst als leidend principe. Op basis van de kredietbewaking voor het I-deel van het WWB-budget is het financiële risico gering te noemen. Voor het W-deel van het WWB-budget is in de loop van 2005 voorgesteld tot een gedeeltelijke aframing van het budget over te gaan. Het restant is bestemd voor de bekostiging van gesubsidieerde banen, waarvoor de rijksfinanciering sinds 1 januari 2004 is beëindigd. Zowel voor het I-deel als voor het W-deel is een voorziening gevormd, waarmee schommelingen in het bestand financieel kunnen worden opgevangen. Het budgetrisico is daarmee in sterke mate onder controle. Landelijk communicatie netwerk C-2000 C-2000 is een nieuw landelijk dekkend communicatiesysteem voor alle hulpverleningsdiensten. De invoering van dit systeem stond oorspronkelijk gepland voor het voorjaar van 2004, maar is een aantal keren uitgesteld. Op 13 juni 2005 is de brandweer Houten overgeschakeld van het analoge naar het nieuwe digitale C-2000 systeem. Vanwege ernstige storingen is naderhand weer teruggeschakeld, vooral nadat bleek dat operationeel verantwoord werken via C-2000 niet mogelijk was. De leverancier van C-2000 heeft aangegeven dat het systeem niet voor 1 april 2006 opnieuw operationeel zal zijn. De Brandweer Regio Utrechts Land wilde in 2005 overstappen. Dat is ook uitgesteld tot 2006. De oude communicatieapparatuur blijft door dit uitstel nog zeker tot de herfst van 2006 in gebruik. De kosten voor het werkend houden en soms nog vervangen van de oude apparatuur blijven daardoor langen doorlopen dan de bedoeling was. Risico’s op eigendommen Beheerplannen Openbare Ruimte (BOR) Op grond van eerdere besluitvorming over de voorziening BOR en de huidige inzichten zal de voorziening in 2010 zijn uitgeput. Voor de periode na 2010 zijn de structurele lasten gekoppeld aan de instandhouding en beheer van de openbare ruimte en infrastructuur geraamd aan de hand van de planning van de op te leveren deelplannen in Houten-Vinex. Daarnaast is gestart met het vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van de BOR systematiek op langere termijn. De planhorizon zal worden verlengd naar 2040, de ontwikkeling van de gehanteerde normen voor jaarlijks beheer, het groot onderhoud en de vervanging zullen daarbij nader worden beschouwd. Dit inzicht is noodzakelijk om de juiste afwegingen te kunnen maken over de structurele voeding van de voorziening BOR. Vervangingsinvesteringen Zoals al in de Eerste Bestuursrapportage 2005 is toegelicht, heeft de aangekondigde actualisatie van de vervangingsinvesteringen plaatsgevonden en zijn de financiële consequenties verwerkt. Het risico waarvan bij de begroting 2005 werd gesproken, is niet meer aanwezig.
32
Jaarverslag 2005
Kastanjes In de tweede bestuursrapportage 2005 zijn de aangetaste kastanjes besproken. Waar wij er in 2004 nog van uitgingen dat circa 50% van onze kastanjes (Houten telt circa 2.600 kastanjebomen) in meer of mindere mate was aangetast door de bloedingziekte, is in 2005 duidelijk geworden dat al 75% van de bomen is aangetast. 15% is zelfs zwaar aangetast. Ook is in 2005 het vermoeden ontstaan dat de ziekte zich lijkt te verspreiden naar andere boomsoorten. De werkgroep Aesculaap doet nog steeds actief onderzoek naar de oorzaak van deze onbekende ziekte, waardoor de afgelopen jaren veel kastanjebomen in Nederland zijn aangetast. Houten speelt een grote rol in deze werkgroep. Het onderzoek wordt in 2006 voortgezet, te meer omdat er nog steeds geen maatregelen bekend zijn waarmee de ziekte kan worden bestreden. Risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering Formatieontwikkeling op lange termijn In 2005 is duidelijk geworden dat de groeitaak na 2007/2008 niet zal zijn beëindigd. Dit heeft gevolgen voor de bezuinigingsdoelstellingen, waartoe in 2003 is besloten. De consequenties daarvan worden nog nader onderzocht, in samenhang met de staf/lijndiscussie. Begin 2006 worden de resultaten duidelijk, waarna een helderder afbakening tussen alle stafafdelingen kan worden gerealiseerd. Aan het in kaart brengen van de belangrijkste processen wordt vanaf 2006 een tweejaarlijkse externe audit toegevoegd, om de kwaliteit van de staf en de ondersteunende afdelingen te meten en monitoren. Arbeidsvoorwaardenoverleg Na intensive en langdurige onderhandelingen is op 1 september 2005 een onderhandelingsakkoord bereikt. De afgesproken CAO loopt van 1 april 2004 tot 1 december 2005. De salarissen zijn per 1 juni 2005 structureel met 1% verhoogd. In de begroting 2005 was daarmee in voldoende mate rekening gehouden. Effecten op de benodigde weerstandscapaciteit voor opvang gekwantificeerde risico's In de begroting 2006 is op basis van de beschreven risico's een kwantitatieve indicatie van de benodigde weerstandscapaciteit gegeven. De ontwikkelingen in de laatste maanden van 2005, na het opstellen van de begroting 2006, geven geen aanleiding tot aanpassing van de berekeningen. Het merendeel van de hiervoor genoemde risico's heeft een incidenteel karakter en bovendien is de kans zeer klein dat alle risico's ontstaan en ook nog binnen een beperkt tijdsbestek tot kosten leiden. Bovendien is een aantal risico's beïnvloedbaar door beleidskeuzes.
Jaarverslag 2005
33
34
Jaarverslag 2005
Weerstandsvermogen Grondexploitatie / Grondbeleid De ontwikkeling van de Vinex-locatie Algemeen De presentatie van de resultaatontwikkeling en het weerstandsvermogen is sinds 2004 gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. De argumenten om de prestatievorm te wijzigen waren: Besluitvorming van de gemeenteraad over de projecten NZR (Nieuwe Zuidelijke Rondweg), Koppeling, Masterplan Centrum en Castellum (samen het Programma afbouw van de stad). Verbeteren van het inzicht in de inzet van de positieve resultaten van de afgewikkelde/nog af te wikkelen deelplannen Vinex ten behoeve het programma afbouw van de stad. Aansluiten bij de voorschriften die voortkomen uit Besluit Begroting en Verantwoording 2004. Geconstateerd is dat de presentatie van de berekening van het grondexploitatieresultaat verder verbeterd kan worden. Daaraan ligt ten grondslag een integratie van boekwaarden, grondexploitatie gerelateerde voorzieningen en reserves. In voorgaande jaren werden deze onderdelen afzonderlijk gepresenteerd en herberekend. Hierbij werden per onderdeel afzonderlijke uitgangspunten gehanteerd. Deze systematiek is verlaten en zijn alle onderdelen geïntegreerd en in een eenduidige berekeningsmethodiek opgenomen. Daarnaast is in de berekeningen uitgegaan van een rentetoerekening van 3% in plaats van de concernbrede rekenrente van 5%. In voorgaande jaren werd de 5% gehanteerd en werd extracomptabel een inschatting gemaakt van het effect van toepassing van 3%. Deze aangepaste rekenmethodiek maakt dat er een saldo wordt bepaald op basis van de gerealiseerde resultaten en de nog te verwachten ontwikkelingen in de lopende deelplannen. Hierbij wordt feitelijk een periode van 5 jaar in ogenschouw genomen (eindwaarde 31-12-2011). Ieder wijziging ten opzichte van de nu in berekeningen verwerkte programma, normen, faseringen is van invloed op het berekende eindresultaat. De Vinex-grondexploitatie Het Vinexgebied wordt als één exploitatie beschouwd, waarvan de deelplannen en de fondsen bovenwijks en bovenstedelijk de samenhangende onderdelen vormen. Vanaf het begin wordt per complex gewerkt met het opstellen van een gedetailleerde berekening voor de grondexploitatie. De hieronder opgenomen cijfers van de woningbouwproductie vormen de grondslag voor de gerealiseerde resultatendeelplannen en de prognose van de overige gebieden
Jaarverslag 2005
35
Tabel 1: stand van zaken uitvoering woningbouw deelplannen Vinex Deelplan
Leebrug I Leebrug I Leebrug II Leebrug II De Hoon I De Hoon II De Hoon III A (Mega) De Hoon III B De Hoon III B De Hoon III B De Hoon IV A De Hoon IV B Schonauwen I Schonauwen II Schonauwen II Schonauwen III Schonauwen III Schonauwen III Castellum west Loerik I Loerik II Loerik III Loerik IV Loerik V Overdam I Overdam II Hofstad I Hofstad II Hofstad III Hofstad IV Kniphoek Castellum oost
Totaal
Fasering
zuid fase 1 fase 2
fase 1 fase 2 fase 3
fase 1 fase 2 fase 1 fase 2 fase 3
Woningen
562 39 138 70 168 344 56 103 105 160 210 0 319 220 275 104 100 266 400 463 176 312 40 304 527 200 538 335 300 444 29 315 7622
Nog te In ontwikkeontwikkelen ling
Bouw
Oplevering
70 4
55
26 103 50
160 210 0 68
24
15 36 205
198
106
400
24 300 12 9 315
Aantal opgeleverde woningen 562 39 138 0 168 340
562 39 138 0 168 340
30 0 0 0 0 0 319 152 275 89 64 37 0 463 176 312 40 0 527 200 514 335 0 432 20 0
30 103 105 160 0 0 319 152 275 89 64 37 400 463 176 312 40 198 527 200 514 335 300 432 20 315
1.125
370
277
618
5.232
6.813
15%
5%
4%
8%
68%
89%
Fondsen Bovenwijkse Voorzieningen en Stedelijke Voorzieningen Vinex Algemeen Het fonds Bovenwijkse Voorzieningen betreft deelplan overstijgende voorzieningen, die redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan de deelplannen die gebaat worden door deze investeringen. Het betreft: De hoofdinfrastructurele werken. De hoofdfietsroutes. De parken. De bruggen.
36
Woningen geen verkooprisico
Jaarverslag 2005
Het fonds Stedelijke Voorzieningen betreft deelplan overstijgende voorzieningen/investeringen die redelijkerwijs niet alleen aan de Vinex deelplannen kunnen worden toegerekend maar ten goede komen aan de gehele gemeente. Het betreft: De rondweg. De vijfwal. De recreatieplas. Voor beide fondsen geldt dat de kosten worden gedekt door bijdragen uit alle Vinex-deelplannen, er moet dan overigens wel sprake zijn van uitgeefbare meters. Dekking De investeringen worden gedekt door middel van een bijdrage per m². De bijdragen per m² zijn: Bovenwijkse voorzieningen Stedelijke voorzieningen (danwel het bedrag dat contractueel is overeengekomen)
€ 38,29 € 80,44
Deze bedragen zijn in 2000 voorcalculatorisch bepaald en worden niet meer aangepast. Hierdoor blijft het mogelijk om ook voor de resterende deelplannen per deelplan een resultaatvergelijking te maken met de oorspronkelijke uitgangspunten. Door prijsmutaties en aanvullende investeringen kunnen de kosten hoger/lager zijn dan oorspronkelijk geraamd of dat door minder uitgeefbaar terrein in de deelplannen er minder dekking is voor de fondsen. Het resultaat van afzonderlijke onderdelen (bovenwijks en stedelijk) kan dus een negatief en positief resultaat zijn. Dit resultaat van de fondsen moet dan ook bezien worden in het licht van het integrale resultaat van de Vinex-grondexploitatie. Resultaten Voor de fondsen worden exploitatiebegrotingen opgesteld conform de kaders en uitgangspunten zoals die eveneens van toepassing zijn op de overige (Vinex)grondexploitaties( deelplannen). Uitgaande van de parameters voor rente en inflatie en de thans geldende fasering van uitgaven en inkomsten is het resultaat op eindwaarde: Bovenwijkse Voorzieningen sluit met een positief saldo van € 1,6 miljoen. Stedelijke Voorzieningen sluit met een nadelig saldo van € 3,6 miljoen. De saldi van de genoemde fondsen maken onderdeel uit van de integrale Vinex-exploitatie. Integraal overzicht grondexploitatie Houten-Vinex De hierna gepresenteerde resultaten en prognoses zijn ten opzichte van voorgaande jaren substantieel verbeterd. De hoofdoorzaken daarvan zijn: De positieve ontwikkeling (omvang en fasering uitgifte van gronden) in de deelplannen Meerpaal en De Koppeling; dit compenseert de stagnatie in de uitgifte van de bedrijfslocaties van de afgelopen jaren. De contractvorming Castellum; hierdoor zijn de onzekerheden met betrekking tot het Castellum gereduceerd tot het realiseren van dit deelplan. De integratie van resultaten, boekwaarden, voorzieningen en reserves. De exacte toerekening van de nieuwe rente. Bij de herziening van de grondexploitaties wordt ook ieder jaar het financiële resultaat van de grondexploitatie van de Vinex bouwopgave berekend tegen eindwaarde. Het uiteindelijke resultaat per 31-12-2011 is de som van de op basis van uitgangspunten en normen geprognosticeerde resultaten en de gerealiseerde resultaten van de tussentijds afgesloten deelplannen
Jaarverslag 2005
37
Bedragen x € 1.000.000
2005 Verwacht resultaat Vinex Verwacht resultaat Meerpaal Totaal verwacht resultaat Vinex Extracomptabele correctie Berekend resultaat Vinex Masterplan Centrum Totaal resultaat grondexploitatie
2006 9,1 3,1 12,2 7,0 19,2 -20,1 -0,9
13,9 10,1 24,2 3,0 27,2 -/-17,8 -9,4
verwacht
Extracomptabele correctie Dit heeft betrekking op de nog toe te voegen plancapaciteit met een positief resultaat van € 3,0 miljoen voor de vrije capaciteit (westzijde) in het plangebied. De kostprijscalculaties van deze plancapaciteit is tegen een waarde van nul opgenomen in de huidige grondexploitatie. De grondexploitatie van de niet-Vinex-locaties Behalve de ontwikkeling van de Vinex-locatie wordt binnen de gemeente Houten een aantal andere locaties ( = complexen) ontwikkeld. Ook van deze complexen (Oude Dorp, Stationserf en parklandgoed Wulven) is een grondexploitatieberekening opgesteld. Dit jaar zijn geen complexen niet-Vinex afgesloten: Het resultaat van de niet-Vinex-locaties Het totaaloverzicht laat het volgende beeld per 31 december 2005 zien: Bedragen x € 1.000.000
Reeds gerealiseerde resultaten Jaarrekening 2000 Jaarrekening 2001 Jaarrekening 2002 Jaarrekening 2003 Jaarrekening 2004 Jaarrekening 2005
9,82 4,78 0,36 2,36 -/-0,03 0,81 1,54
Verwacht resultaat Niet-Vinex Voorziening negatief exploitatieresultaat
-/- 0,85 0,85
Verwacht totaal resultaat Niet-Vinex
9,82
Afdracht aan de algemene dienst: Afdracht 2000 Afdracht 2001 Afdracht 2002 Afdracht 2003 Afdracht 2004 Afdracht 2005
9,75 4,78 0,36 2,36 0,00 0,71 1,54
In de rapportage ‘Zorgen voor Overmorgen’ (2001) is aangegeven dat de positieve resultaten van de Niet-Vinex locaties worden overgedragen aan de Algemene Dienst. Het maximale beslag op het verwachte resultaat Niet-Vinex bedroeg € 8,21 miljoen. In 2004 heeft de laatste afdracht conform de toezegging plaatsgevonden en is aan deze verplichting voldaan. Ook het huidige resultaat van € 1,54 miljoen zal bij de resultaatbestemming van 2005 echter worden afgedragen aan de algemene dienst.
38
Jaarverslag 2005
De financiële positie van het grondbedrijf De reservepositie van de grondexploitatie De financiële resultaten van de Vinex bouwopgave en de ontwikkeling van de overige locaties enerzijds en de huidige stand van zaken met betrekking tot de reserves en voorzieningen van de grondexploitatie anderzijds zijn bepalend voor de huidige financiële positie van de grondexploitatie. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen reserves en/of voorzieningen die zijn opgenomen op de balans en die zijn opgenomen in de grondexploitatie. Daarbij moet aangetekend worden dat voor sommige reserves en/of voorzieningen ook al verplichtingen staan, de zogenaamde beklemde reserves of voorzieningen. In 2005 zijn in overleg met de accountant de algemene reserve weerstandsvermogen, voorlopige resultaten Houten-Vinex en de regionale garantieverplichting samengevoegd tot één nieuwe voorziening “Voorziening grondexploitatie”. De onderstaande voorzieningen en reserve zijn per 31-12-2005 geadministreerd bij het grondbedrijf. Voorzieningen: Voorziening grondexploitatie (balans). Fonds Stedelijke Voorzieningen ( grondexploitatie). Fonds Bovenwijks ( grondexploitatie). Onderhoudsfondsen ( van zowel GBH als Vinex) ( balans). Fonds Nutsvoorzieningen (balans). Fonds Volkshuisvesting (balans). Fonds Afgewikkelde complexen (balans). Aanvullend fonds infrastructuur (grondexploitatie). Voorziening negatieve exploitatieresultaten Niet-Vinex (balans). Reserve: Herwaarderingsreserve (balans). Aanvullend fonds infrastructuur De stand van het van het infrafonds per 01-01-06 bedraagt € 4,47 miljoen. Op dit restantbedrag ligt nog een beslag van € 0,18 miljoen voor de uitvoering van de besluiten inzake het aanvullende ov-plan en verkeersmodel regio Utrecht. In 2003 er een besluit genomen (raadsbesluit 2003-176) om in te stemmen met de realisatie van de fietstunnel Rondweg inclusief de bijbehorende bushalte en de fietstunnel De Staart. De fietstunnel onder De Staart wordt pas gerealiseerd na afgifte van de beschikking van de BRU. Binnen het infrastructuurfonds is rekening gehouden met de aanvullende gemeentelijke bijdrage van € 2,8 miljoen voor de aanleg van deze fietstunnels. Hiervan is na aanbesteding een bedrag van € 0,64 miljoen afgeraamd betreffende het gemeentelijke aandeel op dit bestek. Een bedrag van € 2,16 miljoen resteert nu nog als aanvullende gemeentelijke bijdrage. Op de resterende middelen van € 2,13 miljoen ligt nog geen beslag. De risicoanalyse van de grondexploitatie Algemeen Bij het opstellen van de diverse grondexploitatieberekeningen en financiële analyses is onderzocht welke risico’s aanwezig zijn in het desbetreffende project dan wel in algemene zin. Deze risico’s kunnen leiden tot een financieel nadeel, waarvoor op basis van het huidige ambitieniveau zoals vermeld in de vorige paragraaf middelen beschikbaar zijn binnen het grondbedrijf tot een maximum van € 9,4 miljoen. Gezien de aard, omvang en complexiteit van de projecten die in de komende periode gerealiseerd worden in het kader van de afbouw van de stad en de volledige verwerking van de marktrente, moet dit bedrag beschouwd worden als de risicobuffer. Het is van belang dat adequaat op risico’s kan worden gereageerd. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is zicht op de aard, omvang en effect van mogelijke veranderende omstandigheden. Hieronder wordt op de onderkende risico’s ingegaan. Hierbij is telkens het risico benoemd, de mogelijke financiële effecten en een inschatting van de kans het risico zich voordoet.
Jaarverslag 2005
39
Omschrijving risico
Financiële vertaling
Stagnatie verkoop woningbouw
Nog te realiseren verkoop daalt met 5%
€ 1,7 miljoen
Laag
Gemiddeld 1 jaar vertraging
€ 1,0 miljoen
Laag
Nog te realiseren verkoop daalt met 5%
€ 4,3 miljoen
Midden
Gemiddeld 1 jaar vertraging
€ 2,6 miljoen
Midden
Stijging met 1%
€ 1,0 miljoen
Midden
Vertraging fasering uitgifte woningbouw Stagnatie verkoop bedrijfs- en kantoorlocaties Vertraging fasering uitgifte bedrijfs- en kantoorlocaties Wijziging marktrente (stijging)
Financieel effect
Kans voordoen
Stagnatie verkoop woningbouw Per april 2006 dient nominaal nog € 34,8 miljoen aan verkoop gerealiseerd te worden. Indien 5% niet gerealiseerd wordt leidt dit tot een verwachte afname het projectresultaat van € 1,7 miljoen. De kans dat dit risico zich voordoet is laag te noemen. De ontwikkeling en realisatie van de woningbouw in het Vinexgebied is nu zo ver gevorderd dat veel risico’s niet meer of bijna niet meer van toepassing zijn. Uit Tabel 1 - stand van zaken uitvoering deelplannen” blijkt dat: 68 % van alle te bouwen woningen is opgeleverd. 8% van de woningen in de loop van 2006 zal worden opgeleverd. 4% van de woningen in aanbouw. 5% van de woning in ontwikkeling is genomen. 15% van de woning nog in ontwikkeling moet worden genomen. Er voor 89% van het totale aantal te realiseren woningen geen verkooprisico meer is. Vertraging fasering uitgifte woningbouw Bij een gemiddelde vertraging van uitgifte op basis van de nog uit te geven gronden leidt dit omgerekend naar ultimo 2006 tot een bijstelling van het resultaat ad € 1,0 miljoen negatief. Kans dat risico zich voordoet wordt laag geschat vanwege het vergevorderde stadium van de betreffende deelprojecten. Lagere verkoopopbrengst bedrijfs- en kantoorlocaties Per april 2006 dient nominaal nog € 85,2 miljoen aan grondverkopen gerealiseerd te worden. Indien 5% niet gerealiseerd wordt leidt dit tot een verwachte afname van het projectresultaat van € 4,3 miljoen. Er is een reële kans dat een beperkt deel van de nu in de plannen opgenomen kantoorlocaties zal worden herontwikkeld. Dit wordt als een gemiddeld risico ingeschat. Om een dergelijke negatief effect op te vangen is binnen de grondexploitatie Vinex de stelpost verkooprisico inzetbaar. Vertraging fasering uitgifte bedrijfs- en kantoorlocaties Bij een gemiddelde vertraging van uitgifte op basis van de nog uit te geven gronden leidt dit omgerekend naar ultimo 2006 tot een bijstelling van het resultaat ad € 2,6 miljoen negatief. De kans dat risico zich voordoet is gemiddeld. De ontwikkeling/uitgifte van bedrijfs- en kantoorlocaties in het Vinexgebied is ten opzichte van vorig jaar licht verbeterd. Gevolg is dat de uitgiftetermijnen van die gebieden ongewijzigd. Ter beperking van dit risico wordt voor een tweetal gebieden onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van invulling met andere functies (herontwikkeling). Voor de overige gebieden wordt een stabiel prijsniveau met onderhandelingsmarge gehanteerd. Tevens is het onderdeel optieverlening uit de verkoopprocedure in gunstige zin voor ondernemers aangepast.
40
Jaarverslag 2005
Hogere rentelast dan geraamd Wanneer de marktrente voor kort geld boven de 3% komt als gevolg van een rentestijging van 1% zal het totaalresultaat van de grondexploitatie dalen met € 1,0 miljoen. De kans dat dit risico zich voordoet is gemiddeld. De rentemarkt is afhankelijk van tal van omstandigheden op zowel nationaal als internationaal niveau waar weinig tot geen invloed op is uit te oefenen. De ontwikkeling van de rente laat zich moeilijk voorspellen. Op basis van de afgelopen jaren is geconstateerd dat de renteontwikkeling voor kort geld niet exorbitant is gestegen. Prijsontwikkelingen Het risico van prijsontwikkelingen betreft de kosten die gemaakt worden om de gronden bouwrijp en woonrijp te maken. Om dit risico op te vangen worden jaarlijks de kosten, als daar aanleiding toe is, aangepast aan de BDB index. Dit is een opsomming van kengetallen voor werkzaamheden om gronden bouw- dan wel woonrijp te maken. Ook wordt de op basis van de Macro Economische Verkenning gekeken naar het inflatiecijfer. Voor 2006 is geen kostenstijging opgenomen. In meerjarenperspectief is rekening gehouden met een jaarlijkse kostenstijging van 1,5%. Subsidies Subsidies zijn een risico in de zin dat als niet voldaan is aan de voorwaarde, de toegezegde subsidie niet wordt uitgekeerd of dat de al uitgekeerde subsidie moet worden terugbetaald. Op dit moment zijn vrijwel alle subsidies voor het Vinexgebied ontvangen. De subsidie van de provincie Utrecht van € 4,54 miljoen betreffende de aanleg van de rondweg is in 2004 ontvangen. De uitkering van het restantsubsidiebedrag van de BRU ten behoeve van de rondweg van € 0,9 miljoen vindt plaats na afronding van het totale project. Deze stand van zaken is een gevolg van de vergevorderde staat waarin de werkzaamheden verkeren en waarvoor de subsidies zijn ontvangen. Op dit moment is het inzicht dat voldaan wordt aan alle voorwaarden die gesteld zijn bij de diverse subsidietoezeggingen en dat er geen sprake zal zijn van restitutie. Daarom wordt er voor dit risico op dit moment geen financiële voorziening binnen de grondexploitatie getroffen. Masterplan Centrum Beschikking spoorverdubbeling De realisatie van het Masterplan Centrum is in belangrijke mate afhankelijk van het tijdig doorgaan van het project spoorverdubbeling. De aanpassingen van de hoofdinfrastructurele voorzieningen in het centrumplan ( extra spoorkruisingen, een verhoging van de spoorbanen, de verhoging van het Onderdoor, de realisatie van het fietstransferium en busknooppunt) zijn inhoudelijk en financieel gerelateerd aan het spoorproject. De voor dit project noodzakelijke beschikking van de minister van verkeer en waterstaat is op 2 juli 2004 afgegeven. In 2004-2005 is met ProRail een gewijzigde uitvoering binnen nagenoeg gelijke financiële kaders in het gebied van het Masterplan Centrum overeengekomen. De gemeenteraad heeft in maart 2005 ingestemd met deze aanpak. ProRail is aansluitend gestart met het proces van aanbesteding en gunning, zodanig dat uitvoering van viersporigheid begin 2007 kan starten. De bijbestellingen van de gemeente worden hierin meegenomen op basis van vaste financiële afspraken tussen de gemeente en ProRail. In de marge worden detailafspraken gemaakt over overdracht van projectinhoud en taken, al naar gelang de meest efficiente afstemming in ontwerp en uitvoering op de raakvlakken tussen spoorse en gemeentelijke projecten.
Jaarverslag 2005
41
Voorfinanciering Project spoorverdubbeling Het ontbreken van tijdige financiering van het Project Randstadspoor binnen de rijksmiddelen is er de oorzaak van dat op provinciaal, regionaal en lokaal niveau aangeboden is om delen van de werkzaamheden te willen voorfinancieren. Het aanbod van Houten in dit traject bedroeg € 16,5 miljoen. Op basis van de aanvullende afspraken met ProRail over de gewijzigde uitvoering in het Masterplan Centrum en de onderdoorgang in het Castellum is algemene voorfinanciering door Houten niet meer aan de orde. Dit risico op basis van de eerdere raadsbesluiten is daarmee komen te vervallen. Met ProRail zullen nadere afspraken worden gemaakt over de invulling van de eerdere afspraken over de gespreide betaling van de overeengekomen gemeentelijke bijbestellingen. Beheer en toezicht gebied tijdens de bouwperiode In afwijking van het bouwen in uitleggebieden is hier en op latere termijn bij de realisatie van het Castellum sprake van grootschalig binnenstedelijk bouwen. Daarbij zullen grootschalige maatregelen moeten worden getroffen om tijdens de bouwperiode van minimaal 5 jaar de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid in het centrumgebied te garanderen. In de loop van 2006 zal duidelijk worden op welke wijze en met inzet van welke middelen hieraan wordt tegemoet gekomen. In eerste instantie zal worden ingezet op: Afspraken met initiatiefnemers en bouwers ten aanzien van de door hen veroorzaakte ‘verstoring’ in het centrumgebied. De gebundelde inzet van de bestaande capaciteit binnen de gemeentelijke organisatie voor het beheer van het centrumgebied. Een zo kort mogelijke bouw(=overlast)periode door middel van gestroomlijnde procedures ten aanzien van vergunningverlening ca. Hiervoor is een bedrag opgenomen van in totaal € 0,75 miljoen. Subsidies Ten aanzien van het Masterplan Centrum zijn subsidies toegekend voor het zogenaamde Fietstransferium door het Bestuur Regio Utrecht. Inmiddels zijn andere subsidiebronnen aangeboord om subsidies t.b.v. aanvullende geluidwerende voorzieningen te verkrijgen. Uiteraard is bij het opstellen van de grondexploitatieberekeningen alleen met de toegekende subsidie rekening gehouden. Voor het busstation bestaat bereidheid bij het BRU om binnen het programma 2006 tot 2009 subsidie te verstrekken.
42
Jaarverslag 2005
Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De gemeente heeft openbare ruimte in beheer in de vorm van onder meer gebouwen, groen, spelen, wegen, verkeersregelinstallaties en civieltechnische kunstwerken. Deze kapitaalgoederen moeten worden onderhouden en vervangen om de kwaliteit ervan op niveau te houden. Dit is belangrijk voor het voorzieningenniveau en voor het ‘aangezicht’ van de gemeente. Het doel van deze paragraaf is inzicht te geven in het te voeren beleid, de status van het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen en de financiële consequenties. De belangrijkste beleidsuitgangspunten voor de hieronder beschreven gemeentelijke kapitaalgoederen zijn vastgelegd in: Meerjarenonderhoudsplannen Welzijns- en sportaccommodaties. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Houten 2004-2008. Beheerplan Openbare Ruimte 2004-2010. Gebouwen Welzijns-, sport- en onderwijsaccommodaties Beleidskader Op het beleidsterrein Welzijn heeft de gemeente het beheer over accommodaties op het gebied van: Sociaal cultureel werk. Sport. Onderwijs. Het groot onderhoud van deze accommodaties wordt betaald uit een voorziening waaraan jaarlijks een bedrag wordt gedoteerd. De omvang van de dotatie tot en met 2005 is bepaald aan de hand van een onderhoudsplanning, die enkele jaren geleden voor een periode van 40 jaar is opgesteld. De gemeente ontwikkelt zich van een groei- naar een beheergemeente. De afgelopen jaren lag de nadruk op de bouw en ontwikkeling van diverse accommodaties. De aandacht verschuift de komende jaren meer naar het beheer van de accommodaties. Belangrijkste ontwikkelingen De gemeenteraad heeft op 20 december 2005 het meerjaren onderhoudsplannen voor de welzijns- en sportaccommodaties voor de periode 2006-2035 vastgesteld uitgaande van de basisvariant. Hiermee is een meerjarig beleidskader gecreëerd voor het groot onderhoud van alle welzijns- en sportaccommodaties. Met deze plannen wordt duidelijkheid geschapen voor zowel de gemeente als voor de betrokken verenigingen. Conform het raadsvoorstel is de voorziening groot onderhoud welzijns- en sportaccommodaties ultimo 2009 leeg. Uitgaande van de keuze voor de basisvariant is een extra toevoeging, met ingang van 2010, van € 354.000 aan de voorziening noodzakelijk om de totale kosten tot 2020 te kunnen dekken. Voor de onderwijsgebouwen is al enkele jaren geleden een meerjarenonderhoudsplan vastgesteld. De toevoegingen en onttrekking aan deze voorziening vinden plaats op basis van het bestedingsplan dat aan dit meerjaren onderhoudsplan ten grondslag ligt. Financiële consequenties Bedragen x € 1
Type accommodatie
Begroting 2005
Onderwijsaccommodaties Welzijnsaccommodaties Sportaccommodaties Totaal
250.879 62.632 24.651 338.162
Rekening 2005 222.973 65.719 90.795 379.487
Eventuele verschillenanalyses zijn opgenomen bij de betreffende programma’s in het jaarrekeninggedeelte van dit jaarverslag.
Jaarverslag 2005
43
Onderhoud gemeentehuis Beleidskader Het gemeentehuis omvat een drietal panden: Het Kant 2, Kantstede en Het Kant 3. In afwachting van de besluitvorming over de definitieve huisvesting van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie, is in de afgelopen jaren een terughoudend beleid gevoerd ten aanzien van het onderhoud van het gemeentehuis. Alleen voor groot onderhoud dat hoogst noodzakelijk was en waarin de renovatieplannen niet voorzien, zijn maatregelen getroffen. Belangrijkste ontwikkelingen Dit beleid is ook in 2005 gecontinueerd. In 2005 is ten aanzien van de renovatie het definitieve ontwerp en het bestek afgerond. Op basis daarvan heeft een succesvolle aanbesteding plaatsgevonden. In december 2005 is gestart met de eerste werkzaamheden. Het grootste deel van de werkzaamheden zal plaatsvinden in 2006 en de definitieve oplevering van het gerenoveerde gemeentehuis staat gepland in 2007. De renovatie van de raadzaal zal nadat het cultuurcentrum is opgeleverd eveneens ter hand worden genomen. Financiële consequenties Bedragen x € 1
Type accommodatie
Begroting 2005
Niet planmatig onderhoud gebouw Planmatig onderhoud binnenschilderwerk Planmatig onderhoud buitenschilderwerk Planmatig onderhoud installaties Niet planmatig onderhoud installaties Overig onderhoud Totaal
60.512 16.842 16.842 43.361 10.287 2.009 149.853
Rekening 2005 52.369
51.563 10.204 114.136
Eventuele verschillenanalyses zijn opgenomen bij de betreffende beleidsvelden in het jaarrekeninggedeelte van dit jaarverslag. Beheer en onderhoud openbare ruimte Beleidskader Op 16 november 2004 heeft de raad kennisgenomen van het Beheerplan Openbare Ruimte (BOR) 2004-2010. Dit beheerplan bestaat uit vijf deelplannen. Dat zijn Groen, Spelen, Wegen, Verkeersregelinstallaties en Civieltechnische kunstwerken. In de verschillende deelplannen wordt ingegaan op de aanleiding, het doel, het resultaat, de uitgangssituatie, de uitgangspunten voor het toekomstige beleid en het basisscenario van het betreffende beheerplan. Het BOR is een samenhangend stelsel van beheermaatregelen en middelen dat naar een evenwicht moet groeien. Per jaarschijf wordt door de raad een financieel kader vastgesteld. Dit financiële kader bepaalt de omvang van de uit te voeren werkzaamheden. Het beheer en onderhoud van de riolering is vastgelegd in het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP). In oktober 2005 heeft de raad een nieuw GRP 2006-2009 vastgesteld. Belangrijkste ontwikkelingen BOR Op grond van de eerdere besluitvorming over de voorziening BOR en de huidige inzichten zal deze voorziening in 2010 zijn uitgeput. Voor de periode na 2010 zijn de structurele lasten gekoppeld aan de instandhouding en beheer van de openbare ruimte en infrastructuur geraamd aan de hand van de planning van de op te leveren deelplannen in Houten-Vinex. Daarnaast is gestart met een vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van de BOR systematiek op langere termijn. De planhorizon zal worden verlegd naar 2040, de ontwikkeling van de gehanteerde normen voor jaarlijks beheer, het groot on-
44
Jaarverslag 2005
derhoud en de vervanging zullen daarbij nader worden beschouwd. Dit inzicht is noodzakelijk om de juiste afwegingen te kunnen maken over de structurele voeding van de voorziening BOR. De oorzaak hiervan is gelegen in de bijzondere situatie van Houten als gevolg van de realisatie van twee groeitaken en de daaraan gekoppelde problematiek van groot onderhoud en vervanging/reconstructie van de aangelegde wegen, rioleringen, kunstwerken et cetera. GRP In het vorige GRP 2002-2005 is voor het bepalen van het tarief van de rioolheffing een toekomstige periode van 40 jaar in beschouwing genomen. Uitgangspunt was dat er binnen deze periode één vast (gemiddeld) tarief zou worden gehanteerd (exclusief de jaarlijkse prijscompensatie). Op deze wijze werd er middels een tariefegalisatiereserve gespaard voor jaren met relatief hoge uitgaven. Door de inwerkingtreding van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) in 2004 is deze wijze van financiering echter niet meer toegestaan. Een gemeente mag geen tariefegalisatiereserve uit het rioolrecht vormen. Tariefegalisatie over langere periodes blijft overigens wel mogelijk maar dient gefinancierd te worden uit de algemene middelen van een gemeente. In het kader van het BBV 2004 is de reserve omgevormd tot een voorziening Rioolonderhoud. Voortaan worden de jaarlijkse tarieven direct afgeleid van de kosten in het betreffende jaar. Om onverwachte tekorten en overschotten in de 4-jarige planperiode op te vangen wordt de genoemde voorziening Rioolonderhoud aangehouden. Op basis van een inschatting van de mogelijke risico’s wordt uitgegaan van een omvang van circa € 1,5 miljoen. De stand (en optimale grootte) van de voorziening (en de rioolheffing) worden bij de vierjaarlijkse herziening van het GRP beoordeeld. Financiële consequenties BOR Op grond van de eerste signalen van het vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van de BOR systematiek op langere termijn en vanwege het inzicht dat de voorziening BOR in 2010 zal zijn uitgeput is vanaf 2011 een extra storting van circa € 200.000 in de voorziening BOR nodig. GRP Als gevolg van de gewijzigde meerjarige lastenontwikkeling met betrekking tot de rioleringszorg zal er meer dynamiek ontstaan in het tarief voor het Rioolrecht. Op basis van de huidige inschattingen blijft het tarief de komende jaren stabiel. Het tarief gaat echter na circa 45 jaar (als gevolg van de dan benodigde vervangingsinvesteringen) aanzienlijk stijgen tot ongeveer een verdubbeling in 2055 en tot nog meer dan een verdubbeling in 2070 ten opzichte van het huidige tarief (bovenop de jaarlijkse prijscompensatie). Op dit moment wordt het nog niet nodig en opportuun geacht, om ten laste van de algemene middelen financiële voorbereidingen te treffen voor deze toekomstige hogere uitgaven. Deze afweging zal elke planperiode opnieuw gemaakt worden.
Jaarverslag 2005
45
46
Jaarverslag 2005
Financiering Inleiding In aansluiting op 2004 heeft het jaar 2005 in het teken gestaan van verdere uitbouw van de treasuryfunctie. Daar waar de werkzaamheden zich voorheen beperkten tot het beheersen van het daggeld is er in 2005 een duidelijke verbreding in het aandachtsgebied tot stand gebracht. Hierdoor wordt het treasuryinstrument steeds meer een adequaat hulpmiddel voor het sturen en beheersen van de financiering van de gemeente Houten. Daarmee wordt in toenemende mate de mogelijkheid tot verantwoording over en toezicht op de treasuryfunctie geboden. Uitvoering van de treasuryfunctie De uitvoering van de treasury bij de gemeente Houten is gebaseerd op het treasurystatuut. Daarnaast wordt er zoveel mogelijk gewerkt naar de richtlijnen die zijn vastgelegd in de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden). Conform het bepaalde in het treasurystatuut, is de treasurer verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid. In 2005 is in het kader van de rechtmatigheid verder vormgegeven aan de inrichting van het treasuryproces. Uit het rapport van bevindingen bij de jaarrekening 2004 bleek dat bij de uitvoering van de treasury werkzaamheden in 2004 rechtmatig is gehandeld. In 2005 is het rechtmatigheidaspect meer onderdeel uit gaan maken van de reguliere werkzaamheden. Rentevisie Begin 2005 bedroeg de gemiddelde rente over langlopende leningen 4,09%. Ultimo 2005 bedroeg de rente op langlopende leningen 3,43%. In 2005 is door de Europese Centrale Bank het officiële rentetarief een keer gewijzigd. Dit sluit aan bij de verwachting van een beperkte renteverhoging in 2005 die bij de begroting 2005 werd uitgesproken. Op basis van deze renteverwachting is er gedurende 2005 geen lange financiering aangetrokken. Om te voorzien in de financieringsbehoefte is uitsluitend gewerkt met korte financiering (kasgeld). Om in de financieringsbehoefte te voorzien, is in 2005 gekozen voor optimale benutting van de ontheffing van de kasgeldlimiet. Voor 2005 is de gemeente een ontheffing verleend tot een bedrag van € 18,0 miljoen. Met het frequent aantrekken van kasgeldleningen is optimaal gebruik gemaakt van de historisch lage rente. Hier tegenover staat dat de gemeente geen lange termijn financiering heeft aangetrokken terwijl ook de lange rente erg laag is. Wat dit betreft is ook de omvang van de financieringsbehoefte van belang geweest. Er was immers gedurende de eerste helft van 2005 geen moment waarop het grensbedrag van € 18,0 miljoen aan financieringsbehoefte werd overschreden. In de komende periode zal worden bezien of er in bepaalde situaties toch niet een specifieke vorm van lange termijn financiering aan de orde kan zijn. Daarbij kan gedacht worden aan de financiering van grote projecten. Als bijvoorbeeld gekozen wordt voor een lange termijn financiering van een project tegen 3,5% levert dit op rekeningbasis een voordeel op ten opzichte van de begroting waarin op basis van 5% wordt geraamd. Als dit voordeel opweegt tegen de voordelen van de thans gehanteerde methodiek (kort financieren) dient de lange termijn financiering serieus overwogen te worden. Volledigheidshalve wordt vermeld dat ook de BNG bij deze afweging zal worden betrokken. Liquiditeitenprognose De komende jaren vallen er aanzienlijke bedragen vrij vanuit Vinex-locaties die de liquiditeitspositie sterk beïnvloeden en daarmee dus de kasgeldlimiet (zie hierna) raken. Dit versterkt de noodzaak tot een goed inzicht in de liquiditeitenstroom. Daarom worden er zowel een liquiditeitsplanning voor de korte als voor de lange termijn opgesteld en regelmatig geactualiseerd. De korte termijn liquiditeitsplanning vertoonde in 2005 een grillig beeld met uitschieters naar boven en naar beneden. De liquiditeitenstroom is in 2005 (net zoals in de voorgaande jaren) sterk beïnvloed door grote transacties uit hoofde van de Vinex-locaties. De lange termijn liquiditeitsplanning is gebaseerd op de begroting 2005, het meerjareninvesteringsprogramma 2006 en de grondexploitatie.
Jaarverslag 2005
47
Uit de lange termijn liquiditeitsplanning blijkt dat de gemeente de komende jaren met een negatieve geldstroom wordt geconfronteerd. Op basis van dit inzicht gecombineerd met het historisch lage renteniveau zal er begin 2006 lange termijn financiering worden aangetrokken. Leningenportefeuille Op 1 januari 2005 bedroeg het totaal van de leningenportefeuille € 59,0 miljoen (waarvan doorverstrekkingen € 27,0 miljoen). De totale leningenportefeuille kende op 31 december 2005 een omvang van € 44,9 miljoen (waarvan doorverstrekkingen € 20,3 miljoen). De totale schuld van de gemeente is in de loop van 2005 verminderd met € 14,4 miljoen. Dit als gevolg van de reguliere aflossing van in belangrijke mate leningen ten behoeve van de Algemene Dienst van de gemeente € 7,3 miljoen en doorverstrekkingen € 7,1 miljoen. Met betrekking tot de leningenportefeuille wordt hierna een tweetal onderwerpen behandeld. Het gaat daarbij om de renteherzieningen en het renterisico (kasgeldlimiet en renterisiconorm). Renteherzieningen Bij een renteherziening gaat het om een contractueel aangegane verplichting om het rentepercentage van een bestaande lening op een bepaald moment te herzien. In 2005 zijn er twee leningen geweest waarvan de rentevastperiode is komen te vervallen (zie hierna). Vanuit risicoperspectief zijn deze leningen ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hierdoor loopt de gemeente een veel beperkter risico dan voorheen het geval was. Overzicht renteherzieningen 2005 Geldgever BNG
Huidig %
RA datum
Einddatum
40.70400 40.70401
7,375 7,390
01-05-2005 01-05-2005
01-05-2025 01-05-2035
2005 € 1.895.163 € 4.884.524
Renterisico De gevoeligheid voor de rente openbaart zich op momenten dat leningen dienen te worden aangetrokken en op momenten dat leningen een renteherziening ondergaan. De wet FIDO geeft twee concrete richtlijnen voor het beheersen van de renterisico’s. Het gaat daarbij om de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Renterisiconorm Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de gemeente Houten. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. De renterisiconorm stelt dat per jaar maximaal 20% van de vaste schuld in aanmerking mag komen voor herfinanciering en/of renteherziening, met een minimum van € 2.500.000. Eenmaal per jaar dient met betrekking tot het voorafgaande jaar over het renterisico op de vaste schuld te worden gerapporteerd aan de toezichthouder. De renterisiconorm is/wordt gedurende de horizon van dit rapport niet overschreden en geeft weer dat er voldoende ruimte is voordat de norm wordt overschreden.
48
Jaarverslag 2005
Overzicht renterisiconorm 2005
Bedragen x € 1.000
2005
2006
2007
2008
2009
1a 1b 2 3a 3b 4 5 6 7
Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) Nieuw verstrekte vaste schuld (u/g) Nette nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2+6)
6.780 6.780 0 0 0 0 14.363 0 0
0 0 0 0 0 0 7.626 0 0
0 0 0 0 0 0 17.670 0 0
0 0 0 0 0 0 350 0 0
0 0 0 0 0 0 367 0 0
8 9 10
Stand van de vaste schuld per 1 januari Bij ministeriële regeling vastgesteld percentage Renterisiconorm Ruimte (+) / Overschrijding (-) (10-7)
59.331 20% 11.866 11.866
44.968 20% 8.994 8.994
37.342 20% 7.468 7.468
19.672 20% 3.934 3.934
19.323 20% 3.865 3.865
Kasgeldlimiet Eenmaal per kwartaal wordt een opgaaf van de liquiditeitspositie van de gemeente naar de toezichthouder gezonden. Deze opgaaf dient vooral om de toezichthouder te informeren over eventuele overschrijdingen van de kasgeldlimiet. In december 2004 is de toezichthouder verzocht voor 2005 ontheffing te verlenen van de kasgeldlimiet tot een bedrag van € 18,0 miljoen. Ter onderbouwing van dit verzoek zijn de liquiditeitsprognoses aan de toezichthouder overlegd. Deze ontheffing is voor het gehele jaar 2005 verleend met een mogelijke verlenging voor 2006. Deze verlenging zou afhangen van de soliditeit van de in december 2004 aan de toezichthouder verstrekte liquiditeitsprognoses. Overzicht kasgeldlimiet 2005 Bedragen x € 1
Periode e
1 kwartaal 2005 e 2 kwartaal 2005 e 3 kwartaal 2005 e 4 kwartaal 2005
Kasgeldlimiet 5.306.000 5.306.000 5.306.000 5.306.000
Korte termijn financiering 6.653.000 1.342.000 3.481.000 6.966.000
Overschrijding
Onderschrijding
1.347.000 3.964.000 1.825.000 1.660.000
Uit het overzicht “kasgeldlimiet” blijkt dat de kasgeldlimiet in 2005 tweemaal is overschreden. Deze overschrijdingen waren al voorzien en hebben, vanwege de tijdig aangevraagde en verstrekte ontheffing van de kasgeldlimiet, niet tot problemen geleid. Kasbeheer De doelstelling van het kasbeheer, is het beheren van financiële posities tot een looptijd van een jaar tegen zo laag mogelijke kosten. Om van de huidige lage rentestructuur te profiteren, benut de gemeente Houten zo veel mogelijk de ruimte tot aan de kasgeldlimiet of (zoals in 2005) tot aan het bedrag waarvoor ontheffing door de toezichthouder is verleend. De korte financieringsrente is immers lager dan de rente die voor lange termijn financieringen wordt gerekend. Daarnaast wordt de financiering met daggeld vermeden en wordt er naar gestreefd zo veel mogelijk met kasgeld te financieren. Met ingang van 1 november 2004 is bij het kasgeldbeheer steeds nauwgezet bepaald, of en tot welk bedrag er in plaats van daggeld kasgeldleningen bij de BNG konden worden aangetrokken. Tot deze datum werd er voornamelijk met daggeld in de financieringsbehoefte voorzien. Aangezien daggeld een hoger rentepercentage kent dan kasgeld heeft dit beleid ertoe geleid dat er in de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005 een directe besparing op de rentekosten is gerealiseerd van € 24.200 op jaarbasis.
Jaarverslag 2005
49
In totaal zijn er in het jaar 2005 81 kasgeldleningen en 6 deposito’s afgesloten. Uit het onderstaande overzicht blijken de per 31 december 2005 uitstaande kasgeldleningen. Tevens zijn ter vergelijking het kasgeldpercentage en het daggeldpercentage weergegeven. Overzicht kasgeldleningen opgenomen per 31-12-2005 Looptijd kasgeldlening 09-12-2005 t/m 06-01-2006 13-12-2005 t/m 10-01-2006 14-12-2005 t/m 17-01-2006 16-12-2005 t/m 24-01-2006 21-12-2005 t/m 31-01-2006 22-12-2005 t/m 31-01-2006 22-12-2005 t/m 07-02-2006 27-12-2005 t/m 14-02-2006 28-12-2005 t/m 21-02-2006 30-12-2005 t/m 28-02-2006 Totaal
50
Rentepercentage kasgeldlening 2,45% 2,45% 2,45% 2,46% 2,48% 2,475% 2,48% 2,49% 2,49% 2,48%
Rentepercentage daggeld 2,86% 2,86% 2,86% 2,87% 2,90% 2,90% 2,90% 2,90% 2,90% 2,93%
Jaarverslag 2005
Hoofdsom € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000 € 2.000.000 € 1.000.000 € 2.000.000 € 2.800.000 € 13.800.000
Bedrijfsvoering Inleiding De bedrijfsvoering van de gemeente Houten omvat een breed spectrum aan onderwerpen, zoals personeel en organisatie, informatisering en automatisering, financieel beheer en facilitaire dienstverlening. In deze paragraaf wordt ingegaan op de voortgang van de belangrijkste beleidsvoornemens over deze onderwerpen. Daarnaast wordt ingegaan op de doelmatigheidsonderzoeken in het verslagjaar. Deze paragraaf begint echter met een rapportage over de aanbevelingen uit het Rapport jaarrekening 2004 van de Rekenkamercommissie (RKC) gemeente Houten. Aanbevelingen jaarrekening 2004 van de RKC gemeente Houten De RKC heeft in haar rapport jaarrekening 2004 een zestal aanbevelingen gedaan. Hieronder wordt over de voortgang gerapporteerd. 1. Transformatieproces van beleidsbegroting naar programmabegroting. In 2005 is in het project ‘beleidscyclus in duaal bestel’ gewerkt aan een nieuw model voor beleidsplanning en verantwoording, aansluitend bij de duale werkwijze. Doel van het project is (onder het motto ‘meer sturen met minder nota’s’) de beleidssturing te verbeteren door meer integraal te werken en samenhangend beleid te bundelen. In 2005 is op meerdere bijeenkomsten hierover met de raad van gedachte gewisseld. In februari 2006 zijn de voorlopige eindresultaten aan de raad verstuurd. 2. Aandacht voor beleidsmatige verantwoording. De begroting 2005 vormt het kader voor de beleidsmatige verantwoording in het jaarverslag 2005. Om tot een transparante beleidsverantwoording te komen zijn de, in de begroting 2005 geformuleerde, belangrijkste doelstellingen omgezet tot kernachtige vragen. Zo ontstaat per (deel)programma een duidelijk beeld tussen voorgenomen beleid (‘wat waren de belangrijkste doelstellingen’?) en gerealiseerd beleid (‘wat hebben we bereikt’?). De verschillenanalyses zijn ook per deelprogramma opgesteld. Hierdoor wordt ook de samenhang tussen beleid en middelen beter inzichtelijk. 3. A. Eenduidige verwerking van de reserves. Conform de BBV-richtlijnen worden, evenals in de begroting 2006, in deze jaarrekening de mutaties op de reserves per programma weergegeven. Door deze wijze van verwerking ontstaat een beter inzicht in het resultaat per programma. B. Verbeteren kengetallen De overgang van een beleidsbegroting naar een programmabegroting betekend ook dat op een andere wijze is gekeken naar de te benoemen kengetallen op de programma’s. Centraal hierbij stond de vraag ‘met welke kengetallen kunnen wij de gewenste maatschappelijke effecten meten?’. In de begroting 2005 is te zien dat deze vraag nog niet zo eenvoudig te beantwoorden was. Voor een aantal programma’s zijn zelfs geen kengetallen benoemd. In de door de raad, in november 2005, vastgestelde begroting 2006 is een duidelijke verbeterslag gemaakt ten aanzien van het benoemen van kengetallen op de programma’s. Voor elk programma zijn kengetallen benoemd. Ter vergelijking is ook, daar waar mogelijk, de raming 2005 en de realisatie 2004 opgenomen. Op grond hiervan is het mogelijk in de komende jaren een langere historische reeks op te bouwen. Gezien de bovenstaande ontwikkeling is er bij het opstellen van de kengetallen, ten behoeve van het jaarverslag 2005, voor gekozen om de begroting 2006 in plaats van de begroting 2005 als referentiekader te hanteren. Hierdoor heeft de raad een beter inzicht in de mate waarin benoemde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. 4. Grondbeleid. Zoals al eerder door het college aan u bekend gemaakt, worden beslissingen over het grondbeleid niet meer via het jaarverslag aan u voorgelegd.
Jaarverslag 2005
51
5. Staat van baten en lasten. In de staat van baten en lasten zijn zowel de cijfers van de algemene dienst als de grondexploitatie opgenomen. 6. Rapportage over de uitvoering van deze aanbevelingen. In de tweede bestuursrapportage 2005 is op hoofdlijnen gerapporteerd over de voortgang van deze aanbevelingen. Personeel en Organisatie Dienstverleningsconcept Eind 2004 werd de projectopdracht ‘Werk aan de Winkel’ besproken tijdens een gemeenschappelijke bijeenkomst van managementteam en college. De uitkomsten zijn samen met de resultaten van een project startup in een projectplan verwerkt. Dit plan is door het college vastgesteld op 25 januari 2005. Het project is opgesplitst in deelprojecten. Dit zijn deelprojecten voor de verschillende loketten, organisatorisch en procesmatig ingericht op vraagpatronen van burgers (Receptie en Algemene Informatie, Bouwen en Wonen, Leefomgeving, Belastingen en Heffingen, Burgerzaken, Werk en Inkomen). En er zijn deelprojecten met een meer ondersteunend karakter (ICT, Producten en Processen, Telefonisch Informatiecentrum, Communicatie, Organisatievorm front-office). Veel zorg wordt besteed aan leren van anderen en van elkaar. Hiervoor worden diverse werkvormen en media gebruikt, excursies uitgevoerd en in samenwerking met het NMKG themabijeenkomsten georganiseerd. Binnenkort zullen keuzen gemaakt gaan worden op het gebied van organisatorische vorm, klantbegeleiding, werkprocesmanagement, openingstijden en op de afstemming met een eventueel informatiecentrum voor het centrumplan, wijkgericht samenwerken en regiogemeenten (Sociale Zaken). Organisatieontwikkeling In het voorjaar 2005 heeft het college een collegevisie uitgebracht onder de naam: ”Op weg naar integraliteit”. Een collegevisie die mede is voortgekomen uit de discussie die het college heeft gevoerd nadat een ambtelijk voorstel om over te gaan van een sectoren- naar een directiemodel eind september 2004 is aangehouden. Met integraliteit als vorm van sturing wordt beoogd als gemeente een beter antwoord te kunnen geven op de toegenomen complexiteit van de vraagstukken waar de gemeente mee wordt geconfronteerd. Integraliteit heeft betrekking op beleid, uitvoering en management. Voor beleid geldt daarbij dat sprake dient te zijn van een goede doorvertaling en bewaking van het beleid op alle niveaus in de gemeentelijke organisatie. Integrale uitvoering heeft betrekking op de verschuiving van het aanbieden van monodisciplinaire producten naar meer multidisciplinaire dienstverlening. Integraal management is een voorwaarde om de integrale beleids- en uitvoeringstaken goed aan te sturen. Om de visie te implementeren heeft het college in oktober 2005 twee directeuren benoemd die samen met een nog te benoemen gemeentesecretaris/algemeen directeur leiding gaan geven aan de ambtelijke organisatie. De vacature voor gemeentesecretaris/ algemeen directeur is in het voorjaar 2006 ingevuld. Naast de bemensing van de directie is in het najaar 2005 de aandacht ook uitgegaan naar een staf/lijn onderzoek. Dit onderzoekt is eind december 2005 afgerond en is na afstemming met de afdelingshoofden begin 2006 aangeboden aan het college. Uit het rapport volgen zowel aanbevelingen die cultuur en aansturing betreffen als ook aanbevelingen die betrekking hebben op de structuur. In het organisatie-ontwikkeltraject wordt nauw samengewerkt met een externe verandermanager die het college adviseert en ondersteunt en als tijdelijk extra lid onderdeel uitmaakt van het directieteam. Formatieontwikkeling Een projectgroep heeft in het kader van de vervolg-Herob-opdracht meerjarenformatieplanning een instrumentarium ontwikkeld ter beheersing van de formatieontwikkeling. De in dat kader ontwikkelde procedures namelijk beheersing formatieontwikkeling en inhuur derden zijn per 2005 in werking getreden. Beide procedures hebben een bijdrage geleverd aan het beter beheersen van de formatie en de daarbij behorende gelden. Één en ander is nodig voor de realisering van de taakstelling in het kader van Herob en de structuurveranderingen ten gevolge van organisatieontwikkeling.
52
Jaarverslag 2005
Informatisering en automatisering Uitvoering ICT Beleidsplan Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van de afronding van enkele laatste projecten van het ICT-beleidsplan. Vrijwel alle ICT-infrastructuur is vervangen. Houten beschikt nu over een modern en stabiel platform waarin onze informatiesystemen kunnen draaien. Behalve de vervanging van werkstations en dergelijke is er ook een nieuw terminal/serverconcept (Citrix) geïntroduceerd. Komend jaar wordt het merendeel van de applicaties in dit concept opgenomen. Het ICT-beleidsplan bevatte daarnaast een project voor het professionaliseren van het ICT-beheer. De professionalisering van het beheer op basis van het kwaliteitsysteem ITIL is gedeeltelijk ontwikkeld met de introductie van een helpdesk management systeem. Verder is ervaring opgedaan met uitbesteden van ICT-diensten. In 2005 is een Bestuurlijk Informatiesysteem (BIS) bij een externe provider gerealiseerd. Ook het digitale loket voor toegang tot WOZ-beschikkingen is uitbesteed. Vastgoedinformatie In 2003 is het Vastgoedbeleidsplan vastgesteld. Dit plan biedt het kader voor de vastgoedontwikkelingen in de periode 2004–2007. Het plan bevat een aantal projecten dat in de komende jaren zullen worden gerealiseerd. De gemeentebrede ontsluiting van de vastgoedinformatie (project 1) heeft in het afgelopen jaar vorm gekregen in de keuze van een GIS-Viewer. Deze GIS-Viewer is begin 2006 aan de organisatie beschikbaar gesteld. De invoering van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (project 10) is met 2 jaar uitgesteld. Daarom is in het afgelopen jaar aan dit project geen aandacht besteed. De opzet van de beheerorganisatie Vastgoedinformatie (project 14) is in het afgelopen jaar voorbereid. Begin 2006 zal de rapportage in besluitvorming komen. Voor de ontwikkeling van Digitale Bestemmingsplannen (project 7) is een projectplan voorbereid. Het project zal vanaf 2006 in uitvoering komen. Daarnaast zijn er in 2005 nieuwe luchtfoto’s vervaardigd. Deze foto’s zijn beschikbaar via de nieuwe GIS-Viewer. Tenslotte is een nieuwe versie van de stadsplattegrond uitgegeven en zijn de kaartbeelden in de plattegrondkasten geactualiseerd. Informatiebeleid In het afgelopen jaar is een nota informatiebeleid ontwikkeld. Naar verwachting zal in 2006 besluitvorming kunnen plaatsvinden. In deze nota wordt de strategische visie voor de toekomstige ontwikkeling van onze informatiserings- en automatiseringsvoorzieningen neergelegd. Om tegemoet te komen aan de eisen van ons nieuwe dienstverleningsconcept in het project “Werk aan de Winkel” is de introductie van een procesbegeleidingsysteem voorzien, waarvan ook de systemen voor documentmanagement (DMS/DIS) en relatiebeheer deel zullen gaan uitmaken. Ook de functionaliteit van het Internet en Intranet zal verder worden uitgebreid. Het Intranet wordt de omlijsting van de horizontale functies voor procesbegeleiding, kantoorautomatisering, documentmanagement, relatiebeheer en toegang tot de vastgoed informatie gegevens in de GIS-viewer, die begin 2006 beschikbaar is gekomen. Financieel beheer Planning prioriteiten financiële agenda De overgang naar een nieuwe raads- en collegeperiode brengt extra werkzaamheden voor de organisatie met zich mee. Om een goed inzicht te hebben in de “financiële agenda 2006” is eind 2005 het overzicht “planning prioriteiten financiële agenda” opgesteld. In dit overzicht wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere planning en control cyclus producten en ontwikkelingen gericht op 2007. Door dit planningsoverzicht ontstaat een duidelijk beeld in de samenhang tussen de verschillende activiteiten en wordt helder op welke momenten deze activiteiten in 2006 moeten worden uitgevoerd.
Jaarverslag 2005
53
Rechtmatigheid In het verslag van bevindingen dat de accountant heeft uitgebracht naar aanleiding van de jaarrekeningcontrole 2004 is een paragraaf gewijd aan de naleving van Europese aanbestedingsregels. De accountant concludeert in deze passage dat in 2004 een bedrag van € 5,4 miljoen aan opdrachtverleningen onrechtmatig is geweest. Het grootste gedeelte van dit bedrag heeft betrekking op de opdrachtverlening voor de inhuur van externen (€ 5,1 miljoen) voor de ontwikkeling en realisatie van Houten-Vinex. Bij de ontwikkeling van Houten-Vinex worden vier adviesbureaus ingezet. De gemeenteraad heeft destijds besloten om Vinex met deze adviesbureaus te ontwikkelen. De door de accountant gemaakte opmerkingen hebben deels betrekking op het ontbreken van een Europese aanbesteding bij het inzetten van die adviesbureaus. Er is nader onderzoek uitgevoerd naar de aard van de opdrachtverlening, en de relatie met de adviesbureaus. Daaruit is geconcludeerd, dat de relatie met de vaste adviseurs als duurovereenkomst voor bepaalde tijd is te beschouwen. Als gevolg hiervan heeft de accountant aangegeven terug te komen op de eerder gemaakte opmerkingen met betrekking tot opdrachtverlening voor de inhuur van externen. Omdat het einde van de Vinex groeitaak in zicht komt, zal de vaste relatie met de adviesbureaus afgebouwd worden. Naar verwachting is de voorbereiding van het merendeel van de Vinex projecten half / eind 2008 gereed. Voor de adviesbureaus ligt beëindiging van het leeuwendeel van de Vinex advisering rond dat tijdstip. Alleen voor Grontmij VTU loopt het werk nog langer door. Nieuwe opdrachten zullen daarna conform het gemeentelijke aanbestedingsbeleid worden aanbesteed. De opmerkingen van de accountant bij de jaarrekening 2004 vormden de aanleiding voor het opstellen en vaststellen van gemeentebrede aanbestedingsregels met relatief lage drempelbedragen. Daarnaast is de implementatie van het rechtmatigheidvraagstuk binnen de gemeentelijke organisatie als prioriteit voor 2005 en volgende jaren aangemerkt. In dat kader is een integraal controleplan Rechtmatigheid 2005 opgesteld. Dit controleplan bestaat uit 11 werkprogramma's variërend van het werkprogramma Inkopen (inclusief aanbesteding) tot en met het werkprogramma verstrekte subsidies. De werkprogramma's samen behelzen circa 80% a 90% van de totale baten, lasten en balansmutaties van de gemeente Houten (begrotingsbasis 2005). De gedachte achter deze opzet is dat indien de rechtmatigheid van deze werkprogramma's wordt vastgesteld, er geen materiële onderdelen buiten beschouwing zijn gelaten die voor het oordeel van de accountant bepalend kunnen zijn. Voor 2005 is achteraf vastgesteld of er met betrekking tot deze werkprogramma's rechtmatig is gehandeld. Verantwoording programmabegroting Onder de titel ‘beleidscyclus in duaal bestel’ wordt, in samenspraak met de raad, gewerkt aan een verbeterslag die na de gemeenteraadverkiezingen van maart 2006 op de begroting 2007 kan worden toegepast. De voorlopige resultaten zijn in een beleidsmatrix opgenomen en op 13 december 2005, tijdens een workshop, besproken met het seniorenconvent, het college, de raadsgriffier en de bestuurlijke en ambtelijke projectgroepen. De uitkomsten van deze workshop zijn meegenomen in de verdere ontwikkeling van de structuur voor de begroting 2007. AO/IC In het najaar 2005 heeft op basis van de geldende verordeningen een inventarisatie van financiële beheershandelingen plaatsgevonden. Per verordening is een omschrijving opgesteld van de financiële beheershandelingen. Daarnaast is naar de materialiteit en relevantie gekeken. Dit vormt voor de accountant een normenkader dat bij de rechtmatigheidcontrole als toetsingskader wordt gehanteerd. In maart 2005 verscheen het rapport 'Besteden of aanbesteden?' van de Rekenkamercommissie. Daarin is een aantal conclusies opgenomen dat is gebruikt bij de vormgeving en uitwerking van het aanbestedingsbeleid binnen de gemeente Houten. Dat beleid is op 8 november 2005 door de raad vastgesteld. De vastgestelde nota bevat de doelstellingen, randvoorwaarden en de beleidsregels voor het aanbestedingsbeleid. Aangezien het formuleren en vaststellen van beleid niet genoeg is, is in december 2005 gestart met een implementatietraject. Op grond van diverse ontwikkelingen, zowel binnen de gemeente Houten als binnen de Lekstroomgemeenten, dient een aanzet te worden gegeven aan de professionalisering van de inkoopfunctie. Ook hierbij worden de bevindingen uit het rapport van de rekenkamercommissie meegenomen.
54
Jaarverslag 2005
In een aantal overleggen is de conclusie getrokken dat het logisch is de ontwikkeling van het inkoopbeleid te koppelen aan de al in gang gezette implementatie van het aanbestedingsbeleid. Facilitaire dienstverlening Renovatie gemeentehuis Naast de standaard activiteiten gericht op de facilitaire dienstverlening is gedurende 2005 veel tijd en energie besteed aan de voorbereiding van de renovatie van het gemeentehuis. Het definitieve ontwerp, het bestek en de aanbesteding zijn in 2005 afgerond. In december is daadwerkelijk gestart met de eerste uitvoeringswerkzaamheden en is de tijdelijke dislocatie aan de Randhoeve in gebruik genomen. Het zwaartepunt van de renovatie zal liggen in 2006. Vervanging telefooncentrale Mede met het oog op de renovatie van het gemeentehuis en het aantal daarbij noodzakelijke verhuisbewegingen is de telefooncentrale medio 2005 vervangen. De nieuwe centrale werkt onder VOIP (Voice over IP) waardoor het aantal patch-handelingen tijdens de diverse verhuisbewegingen aanzienlijk kan worden gereduceerd. (Regionaal) gecoördineerde inkoop In regioverband (Lekstroomgemeenten) zijn gedurende 2005 afspraken gemaakt ten aanzien van het gemeentelijke aanbestedings- en inkoopbeleid. Gezamenlijk is de intentie uitgesproken op termijn te komen tot regionaal gecoördineerde inkoop. Gezien echter de grote verschillen tussen de deelnemende gemeenten qua ontwikkelingen is afgesproken dat eerst binnen iedere gemeente afzonderlijk dit beleid en de uitvoeringsorganisatie ter hand zou worden genomen. Qua aanbestedingsbeleid zijn daarvoor in 2005 de eerste stappen gezet. Momenteel wordt in projectgroep verband de voorbereidingen getroffen om de gemeentelijke inkooporganisatie te professionaliseren. Dit beleid zal gedurende 2006 verder worden ontwikkeld en geëffectueerd. Digitalisering informatievoorziening In 2005 zijn de eerste voorbereidingen gestart om te komen tot een verdergaande vorm van digitale informatievoorziening. In samenspraak met de werkgroep ICT wordt in het kader van het project Werk aan de Winkel een en ander voorbereid en uitgewerkt. Doelmatigheid Eind 2004 heeft het college het onderzoeksplan 2005 aan de raad voorgelegd. De voorgenomen onderzoeken betroffen een doelmatigheidsonderzoek naar de verbonden partijen en naar de gemeentelijke dienstverlening bij de verstrekking van bouwaanvragen. Het eerstgenoemde onderzoek heeft niet plaatsgevonden in de oorspronkelijk opzet. Wel is opdracht verstrekt aan BNG Consultancy Services, om onderzoek te doen naar de kredietrisico’s die met verboden partijen gemoeid zijn. De resultaten daarvan zijn verwerkt is de paragraaf Weerstandsvermogen en de risicoanalyse in de begroting 2006. Het onderzoek naar de gemeentelijke dienstverlening bij bouwaanvragen is tegen het eind van 2005 gestart. De resultaten daarvan worden in de loop van 2006 verwacht. In november 2005 heeft de raad kennis genomen van het onderzoeksplan 2006. Hierin zijn drie doelmatigheidsonderzoeken opgenomen. De juridische kwaliteitszorg, de telefonische bereikbaarheid van de gemeente en de kwaliteit van uitgaande brieven zijn onderwerp van onderzoek.
Jaarverslag 2005
55
56
Jaarverslag 2005
Verbonden partijen Algemeen Verbonden partijen zijn die partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft én waarin zij een financieel belang heeft (zie art. 1 BBV). Het gaat dus om derde partijen waarin de gemeente zeggenschap heeft door vertegenwoordiging in het bestuur en/of stemrecht en waaraan een financieel risico is verbonden, als die partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. Het ontstaan van verbonden partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. De verbonden partijen voeren beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan doen, maar dat gemandateerd is aan de verbonden partij. Het is daarom voor de raad van belang dat de relatie tussen de verbonden partij en het publieke belang, zoals geconcretiseerd in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Daaruit moet blijken dat de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en dat de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden of kunnen worden. Ook de kosten (het budgettaire beslag) en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partij loopt, met de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen moeten voor de raad inzichtelijk zijn. Specifiek voor de gemeente Houten De aan de gemeente Houten verbonden partijen worden onderverdeeld in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en overige verbonden partijen. Per verbonden partij wordt hieronder in het kort ingegaan op de in 2005 gerealiseerde taken en doelstellingen in relatie tot de geformuleerde doelstellingen in de begroting 2005. Bestuur Regio Utrecht (BRU) (programma 4: Open Bestuurscultuur) Taken en doelstellingen Het BRU behartigt de belangen met een regionaal karakter, met als doel een evenwichtige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. Tot de beleidsvelden worden gerekend: ruimtelijke ordening, grondbeleid, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, economische zaken en arbeidsmarkt, milieu, onderwijs en educatie, archiefzorg. Belangrijkste ontwikkelingen In het najaar heeft de Eerste kamer de nieuwe wet gemeenschappelijke regelingen-plus vastgesteld. Deze nieuwe wet in op 1 januari 2006 in werking getreden en vormt de wettelijke basis van het BRU. In het kader van deze wetsontwikkeling heeft Houten begin 2005 een visie geformuleerd op de kerntaken van het BRU. Deze visie is op hoofdlijnen door het BRU ook overgenomen en verwoord in een discussienotitie “De kern van de zaak”. Op beleidsinhoudelijk niveau is de belangrijkste ontwikkeling in 2005 de vaststelling van het RSP (Regionaal Structuurplan) 2005-2015 door het Algemeen Bestuur BRU. Dit plan geeft een visie op de ruimtelijke ontwikkeling in de gehele regio en is daarbij een belangrijk kader voor het BRU bij ontwikkelingen rondom ruimtelijke ordening in de komende tien jaren. Naast het RSP is in 2005 ook het Regionale Verkeers- en vervoerplan 2005-2015 vastgesteld. Het plan richt zich op de selectieve bereikbaarheid. Prioriteit wordt gegeven aan een betere benutting van het bestaande net en verschuiving van verkeersdruk naar perioden buiten de spits en bereikbaarheid van kerngebieden. Brandweer Regio Utrechts Land (BRUL) (programma 3: Veilige woon- en leefomgeving) Taken en doelstellingen De BRUL is op grond van de Brandweerwet artikel 3, lid 2 onder meer belast met de voorbereiding van de coördinatie bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen. Daarnaast zorgt zij voor het instellen en in stand houden van een regionale brandweeralarmcentrale. Aan de gemeenschappelijke regeling BRUL wordt deelgenomen door alle Utrechtse gemeenten.
Jaarverslag 2005
57
Belangrijkste ontwikkelingen Onder invloed van het Kabinetsstandpunt Veiligheidsregio’s zijn in 2005 stappen gezet om de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) op te richten. De VRU is formeel met ingang van 11 januari 2006 van start gegaan. In de VRU zijn ondergebracht de regionale brandweer (BRUL), de GHOR, het bureau gemeentelijke crisisbeheersing en het veiligheidsbureau. Met ingang van deze datum zijn de gemeenschappelijke regelingen van BRUL en GHOR/CPA opgeheven. Naast de uitvoering van de wettelijke taken van de regionale brandweer en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, is de VRU belast met de multidisciplinaire taakuitoefening van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. In de VRU werken de operationele diensten brandweer, geneeskundige hulpdiensten en politie samen met de 29 Utrechtse gemeenten. De VRU heeft ten doel de samenwerking tussen deze partners op het terrein van de crisisbeheersing, rampenbestrijding en noodhulpverlening zo effectief en efficiënt mogelijk plaats te laten vinden. De VRU is gebaseerd op de Gemeenschappelijke regeling VRU en wordt bestuurd door een Algemeen Bestuur waarin alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten zijn vertegenwoordigd. De financiering van de VRU vindt plaats op basis van een inwonerbijdrage. Jaarlijks wordt een programma begroting en productenboek samengesteld. De ambtelijke leiding ligt in handen van de Directeur VRU. GGD Midden-Nederland (programma 13: Volksgezondheid en Milieu) Taken en doelstellingen De GGD Midden-Nederland is belast met de uitvoering van de openbare Gezondheidszorg, volgens de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Belangrijkste ontwikkelingen
Er is periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg geweest in de regio GGD MN. Aandacht is onder andere besteed aan de consequenties van de nieuwe wet Kinderopvang op de GGD taken met betrekking tot het toezicht houden en controleren van kindercentra, OGGZ/bemoeizorg, huiselijk geweld, voorbereiding op de ontwikkeling van schoolprofielen (schoolgezondheidsbeleid) en de voorbereiding op een digitale gezondheidsatlas van Midden Nederland. De resultaten van het volwassenenonderzoek 2004 zijn lokaal beschreven en gepresenteerd. Er is een GGD productengids 2006 op lokaal niveau ontwikkeld en uitgegeven.
Recreatieschap de Stichtse Groenlanden (programma 11: Cultuur, recreatie en sport) Taken en doelstellingen Het recreatieschap de Stichtse Groenlanden is belast met het ontwikkelen, het beheer en het onderhoud van de diverse dagrecreatieterreinen (basisvoorzieningen). Daarnaast houdt het recreatieschap zich bezig met allerlei vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en kanovaren (infrastructuur). Belangrijkste ontwikkelingen In 2005 is het bestemmingsplan voor het aanleggen van de recreatieplas bij de Lek goedgekeurd. Tegen de goedkeuring is beroep ingesteld. Voor de inrichting van de recreatieplassen van Laagraven is een voorlopig ontwerp gemaakt. Dit voorlopig ontwerp zal met belanghebbende instanties en burgers worden besproken. Aanbesteding en uitvoering van het project zal starten in 2006. De jaarrekening 2005 van het recreatieschap bevat een overschot van € 64.974,85. Dit overschot zal worden aangewend voor het treffen van een voorziening voor noodzakelijk groot onderhoud. Doordat het recreatieschap niet tijdig de rekening 2004 (voor 15 juli 2005) en de begroting 2006 heeft ingediend bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, moet de begroting voor het dienstjaar 2006 en eventuele wijzigingen goedgekeurd worden door de minister (preventief toezicht). In 2005 heeft ook besluitvorming plaatsgevonden over de budgetfinanciering, deze zal met ingang van 2006 worden ingevoerd.
58
Jaarverslag 2005
Over organisatieveranderingen heeft de commissie Koersvast geadviseerd binnen de FDUR en uiteenlopende mogelijkheden om de activiteiten en objecten van het recreatieschap met meer ondernemingszin en commercie op te pakken om daarmee (extra) middelen vrij te maken voor de kerntaken van het schap. Over de organisatieveranderingen heeft de FDUR in december 2005 beslissingen genomen. Over het tweede onderdeel zal in de komende jaren binnen het schap gesproken en beslist gaan worden. Provinciale Utrechtse Welstandscommissie (PUWC) (programma 14: Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting) Taken en doelstellingen De PUWC adviseert over de zorg voor de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon waaronder de monumentenzorg, evenals de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit. Belangrijkste ontwikkelingen In 2005 is de Welstandsnota op zijn praktische toepassing getoetst. Momenteel worden alle aanvragen om bouwvergunning aan de Welstandscommissie voorgelegd. Voor de aanvragen om lichte bouwvergunning is dat een knelpunt. De termijn waarbinnen deze vergunningen moeten worden afgegeven is krap. In de praktijk blijkt dat consultatie van de Welstandscommissie, gevolgd door overleg met de aanvrager, niet of nauwelijks in een periode van 6 weken kan worden gerealiseerd. Hierdoor schiet de communicatie met de aanvrager er bij in, wat leidt tot nodeloze bezwaarschriftenprocedures. Aangezien de Welstandsnota juist voor de afgifte van lichte bouwvergunningen regels geeft zal bij de wijziging van de bouwverordening, die 2006 aan de gemeenteraad wordt aangeboden, voorgesteld worden de welstandstoets voor lichte bouwvergunningen voortaan ambtelijk af te doen. Streekarchivariaat Kromme Rijngebied-Utrechtse Heuvelrug (alle programma’s) Taken en doelstellingen
Het beheren van de naar de archiefbewaarplaats overgebrachte statische archiefbescheiden van de gemeenten. Het toezien op het beheer van de nog niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte dynamische en semi-statische archiefbescheiden van de gemeenten. Het op verzoek van de gemeenten verrichten van werkzaamheden met betrekking tot hun dynamische en semi-statische archiefbescheiden. Het verwerven en beheren van andere archieven en verzamelingen die van belang zijn voor de kennis van de plaatselijke samenleving. Het bevorderen van de lokale en regionale geschiedbeoefening.
Belangrijkste ontwikkelingen
Bij de raadstukken van september 2005 is een raadsmededeling gevoegd met betrekking tot de afhandeling en schaderisico van de waterschade bij het streekarchief. Rekening houdend met de al uitgekeerde bedragen bedraagt de schade voor de gemeente Houten maximaal circa € 60.000. Door de deelnemers aan het streekarchivariaat zal worden getracht de volledige schade te verhalen op de aannemer dan wel de verzekering. De betreffende procedures daarvoor lopen nog. In de perspectiefnota 2006 is melding gemaakt van het feit dat er zowel in de regio zuidoost (huidig streekarchief!) als in de regio zuidwest (Lekstroomgemeenten) in opdracht van de provincie onderzoek wordt verricht naar de vorming van regionaal historische centra (RHC). De onderzoeken hebben ertoe geleid dat Houten deel blijft nemen aan het streekarchief zuidoost. Om in ieder geval minimaal te voldoen aan de wettelijke verplichtingen én als gevolg van een herverdeling van de verdeelsleutel dient ongeacht de verder nog te maken keuzes rekening te worden gehouden met een aanzienlijk hogere bijdrage (mogelijk zelfs met circa € 80.000 op jaarbasis), waarbij wel een overgangstermijn in acht zal worden genomen.
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) (programma 13: Volksgezondheid en Milieu) Taken en doelstellingen De AVU werkt samen met en in opdracht van de provincie Utrecht en de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu, tegen zo laag mogelijke kosten. Namens en in samenwerking met de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden
Jaarverslag 2005
59
huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van het afval. Belangrijkste ontwikkelingen De AVU sluit raamcontracten af voor de verwerking van restafval, GFT, papier en glas. Door het hoge gecombineerde volume kunnen scherpe prijzen worden bedongen. De AVU heeft daarnaast een adviserende rol naar de diverse gemeenten voor wat betreft nationale en internationale ontwikkelingen die zich op afvalgebied voordoen. De AVU laat jaarlijks sorteeranalyses uitvoeren om zo inzicht te krijgen in de gemiddelde samenstelling van het restafval. De AVU kent geen winstdoelstelling; alle kosten worden doorberekend aan de deelnemende gemeenten. Een ontwikkeling die enige aandacht verdient is het Besluit beheer verpakkingen. Volgens dit Besluit zijn producenten en importeurs van verpakte producten vanaf 1 januari 2006 verplicht om te betalen voor de inzameling en recycling van verpakkingsafval. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de manier van inzamelen van bijvoorbeeld glas en papier. Hierover worden onderhandelingen gevoerd door het VNG en SVM-Pact. Medio 2006 wordt hierover meer duidelijkheid verwacht. Politie Regio Utrecht (PRU) (programma 3: Veilige woon- en leefomgeving) Taken en doelstellingen De missie van de Politie Regio Utrecht is: “het leveren van een bijdrage aan het verhogen van de (gevoelens van) veiligheid van de inwoners van de regio Utrecht, door te zorgen voor de handhaving van de openbare orde, de opsporing van strafbare feiten en het bieden van hulpverlening die daarmee samenhangt”. De politie maakt daarbij onderscheid tussen kerntaken en niet-kerntaken. De nietkerntaken is zij aan het afstoten. Belangrijkste ontwikkelingen Over de uitwerking van en communicatie over het afstoten van niet-kerntaken is veel overleg geweest. Per 1 januari 2006 zijn de eerste taken over gegaan. Ten opzichte van 2002 is het aantal aangiften met 23% afgenomen. Het streven is 40% in 2006. Hulpverlening is over het algemeen tijdig (binnen de daarvoor geldende maatstaven) geboden. Het convenant met de Veiligheidsregio Utrecht die per 1 januari 2006 bestaat is in 2005 voorbereid. Er is discussie over de relatie Integraal Veiligheidsplan 2003-2006 en capaciteitstoedeling ontstaan. Verbonden partijen in de begroting en jaarrekening Bedragen x € 1
Verbonden partij Bestuur Regio Utrecht Brandweer Regio Utrechts Land GGD Midden-Nederland Geneeskundige hulp bij ongeval en ramp/Centrale Post Ambulancevervoer Recreatieschap De Stichtse Groenlanden Provinciale Utrechtse Welstandscommissie (regulier) Provinciale Utrechtse Welstandscommissie (Vinex) Streekarchivariaat Kromme Rijngebied – Utrechtse Heuvelrug Afval Verwijdering Utrecht Politie Regio Utrecht
Begroting 2005 150.233 201.761 476.406
Rekening 2005 139.238 195.341 454.797
7.162 131.721
131.721
30.558
21.213
22.016
9.368
42.879
21.074
1.470.691 116.640
1.444.745 146.687
Eventuele verschillenanalyses zijn opgenomen bij de betreffende programma’s in het jaarrekeninggedeelte van dit jaarverslag.
60
Jaarverslag 2005
Programma’s en Algemene Dekkingsmiddelen en onvoorzien
Jaarverslag 2005
61
62
Jaarverslag 2005
1.
Afbouw van de stad
Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Ruimtelijke Ordening / Milieu en centrumontwikkeling Stadsontwikkeling
Omschrijving programma In zowel het Coalitieprogramma 2002-2006 als in het Raadsprogramma 2002-2006 heeft een goede afronding van de tweede bouwtaak een prominente plek gekregen. Het gaat hierbij om de afronding van het structuurmodel Houten-Vinex, de ontsluiting Houten via het rijkswegennet, de realisatie van het Masterplan Centrum en de realisatie van de spoorverdubbeling. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Voltooiing van de groei van Houten: het realiseren van een complete en bereikbare gemeente met een voorzieningenpakket dat is afgestemd op de behoefte van de burgers. Wat hebben we bereikt? Woningbouw c.a.
De Hoon IIIa. In 2005 is het merendeel van de woningen in De Hoon IIIa in aanbouw genomen. Omdat de woningen niet in één bouwstroom worden gebouwd, is de definitieve inrichting van de openbare ruimte (bestrating, speelterreinen) nog niet overal aangebracht. Wel zijn tijdelijke voorzieningen getroffen om ervoor te zorgen dat bewoners wel hun woningen kunnen bereiken.
De Hoon III. Het deelplan De Hoon III is in 2005 bouwrijp gemaakt. In juni 2005 is de eerste verkoopfase van start gegaan; met de bouw van deze woningen is begin 2006 gestart. Het bouwplan voor het markante en hoge appartementengebouw aan de zuidzijde van De Hoon III (de vuurtoren) is niet verder uitgewerkt. Op deze locatie wordt een nieuw, eveneens hoog appartementengebouw ontwikkeld, in een andere prijscategorie.
De Hoon IV. In december 2005 zijn voor het noordelijke en oostelijke deel van De Hoon IV de woningontwerpen en de definitieve verkaveling vastgesteld. Het resterende deel van De Hoon IV (De Hoon IVa).
Leebrug II, fase 2. Met de verkaveling voor dit deelplan is even een pas op de plaats gemaakt, onder andere omdat het Ontwikkelingsverband Houten (OVH) in dit deelplan niet langer meer de ontwikkelende partij is. Als gevolg van een verhoging van het woningaantal in Castellum kan de bouwclaim van het e OVH ook zonder Leebrug II, 2 fase worden bereikt. De afgelopen tijd is duidelijk geworden dat het inpassen van het binnen het deelgebied aanwezige bouwbedrijf tot de mogelijkheden behoort.
De Kniphoek. In december 2005 zijn de eerste woningen van De Kniphoek opgeleverd en is gestart met de inrichting van het openbare gebied. In combinatie met dit werk is ook een aanvang genomen met de Kniphoekbrug over de recreatieplas. Rond 1 juni zal de woonomgeving zijn definitieve vorm hebben bereikt (met uitzondering van de aanplant van bomen en hagen).
Beusichemseweg (gedeeltelijk). De ontwikkeling van de geplande appartemententorens aan de Beusichemseweg (tussen de waterplassen) is gestaakt vanwege het ontbreken van maatschappelijk en politiek draagvlak.
Jaarverslag 2005
63
Loerik V. De planontwikkeling van Loerik V is met uitzondering van het appartementengebouw aan de zuidwestzijde van het gebied geheel afgerond. De eerste fase van Loerik V (noordelijke deel) is bouwrijp gemaakt en voor het grootste deel ook in aanbouw genomen.
Hofstad III. De planontwikkeling van dit deelplan dient nog geheel ter hand genomen te worden. Bij de contractvorming rondom het Castellum is duidelijk geworden dat Hofstad III niet langer een zelfrealisatieproject van Rotij Projecten en Mega Projecten gezamenlijk zal zijn, maar alleen door Mega Projecten zal worden ontwikkeld. Binnen Hofstad III is een plek aangewezen voor een aantal schoolwoningen. Het is nog niet gelukt om over de ontwikkeling daarvan concrete afspraken met Mega Projecten te maken.
Voorzieningen c.a.
Weteringhoek. De Weteringhoek is bouwrijp gemaakt en is ook grotendeels woonrijp. Afhankelijk van het tijdstip van de laatste gronduitgiftes zal het woonrijp maken volledig worden afgerond. Meer dan de helft van de Weteringhoek is uitgegeven en bebouwd. Momenteel is er een bedrijf in aanbouw dat in mei a.s. wordt opgeleverd. Daarnaast zijn er 4 kavels in planvoorbereiding. De geplande oplevering van het gehele terrein is in 2008. Omdat de Weteringhoek door meer auto’s wordt bezocht dan oorspronkelijk aangenomen, worden er ca. 160 extra parkeerplaatsen aangelegd en zijn er voorzieningen getroffen om de verkeersafwikkeling te verbeteren.
Kruisboog. De Kruisboog-Zuid is grotendeels bouwrijp en woonrijp gemaakt. De kavels in dit gedeelte zijn op één na allemaal uitgegeven en er zijn diverse functies gerealiseerd. Het afgelopen jaar zijn vijf bouwplannen ontwikkeld, waaronder een grote sporthal. Momenteel zijn er nog drie plannen in planvoorbereiding. Ook ligt er in het middengebied van de Kruisboog een reservering voor een groot scholencomplex. Een deel van de nog uit te geven kavels wordt gebruikt voor tijdelijke noodschoollokalen. Voor de invulling van het noordelijke gedeelte van de Kruisboog zijn momenteel geen gegadigden. Dit deel wordt beschouwd als strategische reserve. Vorig jaar is geconstateerd dat in het zuidelijke gedeelte van de Kruisboog de huidige infrastructuur niet meer voldoet waardoor er onveilige verkeerssituaties ontstaan. Er bezoeken veel meer auto’s de Kruisboog dan oorspronkelijk in 1998 is aangenomen. De bestaande infrastructuur en de parkeercapaciteit zijn vooral in de avonden en zaterdagmiddagen onder druk komen te staan. Om een verkeersveilige situatie te creëren worden er binnenkort 136 extra parkeerplaatsen, 5 busparkeerplaatsen en een vrij liggend fietspad aangelegd. De verwachting is dat dit werk in het e 4 kwartaal van 2006 wordt opgeleverd.
Werkgelegenheid
Middengebied en Hofstad IV. De beide locaties zijn opgenomen in het Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex als werklocaties. Gezien de ontwikkeling van de kantorenmarkt en de behoefte aan woningen heeft een heroverweging van de functie plaatsgevonden voor deze locaties. Besloten is om voor Hofstad IV de ontwikkelrichting woningbouw en voor het Middengebied de ontwikkelrichting kantoren aan te houden. Voor Hofstad IV geldt dat er, samen met de R.O.B., een onderzoek moet plaatsvinden naar de wijze waarop moet worden omgegaan met het archeologische monument in relatie tot de gewenste woningbouw.
Kantorenstroken west- en oostzijde spoor. Er hebben zich nauwelijks ontwikkelingen voorgedaan in deze kantorenstroken. De bouwplannen liggen momenteel allemaal stil vanwege de recessie in de kantorenmarkt.
De Meerpaal. De eerste en tweede fase van het bedrijventerrein De Meerpaal zijn bouwrijp opgeleverd. Voor de derde en vierde fase is momenteel de voorbelasting en het bouwrijp maken in voorbereiding. Voorwaarde hiervoor is dat het archeologisch onderzoek en het kleitransport zijn afgerond. De projectverkaveling voor de fasen drie en vier is vastgesteld. Vanaf 2002 zijn er in de eerste twee
64
Jaarverslag 2005
fasen ca. 15 bedrijven gebouwd en in gebruik genomen. Op dit moment zijn er ca. 9 bedrijven in aanbouw waaronder het entreegebouw van De Meerpaal met discotheek. Daarnaast zijn er in beide fasen nog eens circa 18 bouwplannen in planvoorbereiding. Voor de derde en vierde fase is de verwachting dat in medio 2007 de grond bouwrijp wordt opgeleverd en dat gestart kan worden met gronduitgifte. De laatste oplevering op De Meerpaal is gepland in 2012. Daarnaast is na moeizame grondonderhandelingen en planwijzigingen vorig jaar gestart met de aanleg van de ontsluitingsweg van De Meerpaal en (deels) Houten-Vinex. Behalve met de aanleg van deze weg (De Rede) is ook gestart met de aanleg van een fietstunnel ter plaatse van de kruising Veerwagenweg/De Rede. Naar verwachting zal De Rede en de fietstunnel in de derde week van april 2006 worden opgeleverd. Aan de inrichting en invulling van de ecologische zone ten zuiden van De Meerpaal wordt op dit moment niet gewerkt. Wel is er sprake van planvorming voor 3 windturbines aan de zuidelijke rand nabij het Amsterdam-Rijnkanaal.
Koppeling/De Schaft. Binnen dit gebied zijn twee proefverkavelingen vastgesteld. Dit zijn de proefverkaveling Wozoco / Kerk van Sion en de proefverkaveling Koppeling / De Schaft. Voor de kerk van Sion is een bouwaanvraag in behandeling. Voor het te realiseren Wozoco zal het ontwerpproces binnenkort worden opgestart. Ten behoeve van het gebied Koppeling/De Schaft is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding, waarbij de herzonering van het bedrijventerrein De Schaft in het kader van de Wet geluidhinder en de luchtproblematiek een belangrijke rol speelt. Voor het nieuwe kantoor van Getronics is een afzonderlijke planologische procedure doorlopen. Inmiddels wordt deze locatie bouwrijp gemaakt. Ook wordt gewerkt aan de herinrichting van het bestaande bedrijventerrein De Schaft. Hiervoor is door het ministerie van EZ en de provincie Utrecht in het kader van de TIPP subsidie verleend. De herinrichting moet in 2008 zijn afgerond.
Castellum Eind 2005 is de proefverkaveling voor het Castellum gereed gekomen. Het daarbij behorende programma omvat een wijkwinkelcentrum van ca. 8.500 m² bvo (winkels, baliefuncties en horeca), ca. 14.600 m² kantoorruimte (met de mogelijkheid deze ruimte om te zetten in woningen), ca. 700 woningen en de hiervoor benodigde parkeervoorzieningen (deels onderkelderd en deels op maaiveld). In februari 2006 de bestuurlijke besluitvorming afgerond. Masterplan Centrum
Spil/Stellingmolen en de Slinger: van planvoorbereiding naar planuitvoering. Plan voor herinrichting openbare ruimte is vastgesteld.
Spoorverdubbeling
Planvorming afgerond, aanbesteding afgerond, is uitvoeringsgereed. Kansrijk voorschot genomen op realisering fietstransferium. Definitieve inpassing van de spoorverdubbeling in de plannen van Centrum en Castellum, hetgeen ten goede komt aan de ruimtelijke kwaliteit. Er is een aanvullende projectovereenkomst gesloten. Bijbestellingen zijn vastgelegd. Versnelde ontwikkeling cultuurcluster is tot stand gekomen, plan staat op punt van vergunnen. Inzet voorfinanciering ten behoeve van planversnelling ProRail is niet nodig gebleken. Ten behoeve van tijdelijke maatregelen is een overlegstructuur en BLVC kader ontwikkeld en geoperationaliseerd, dat tot nu toe zeer succesvol blijkt.
e
2 aansluiting rijkswegennet
Voorlopig ontwerp en kostenraming wegtracé naar A12 zijn vervaardigd. Aansluitvorm op A12 en verkeersstructuur Bunnik zijn bepaald. Reserveringen financiële bijdrage door overheden zijn gemaakt. Bestuurlijk commitment om verder te werken aan planuitwerking, gericht op een bestuursovereenkomst medio 2006.
Jaarverslag 2005
65
Rekening
Deelprogramma's
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
11 Grondexploitatie
41.318.648,00
2.361.249,00
2.361.249,00
58.058.486,65
55.697.237,65-
Totaal lasten
41.318.648,00
2.361.249,00
2.361.249,00
58.058.486,65
55.697.237,65-
11 Grondexploitatie
42.445.545,00
2.361.249,00
2.361.249,00
59.600.189,05
57.238.940,05
Totaal baten
42.445.545,00
2.361.249,00
2.361.249,00
59.600.189,05
57.238.940,05
1.541.702,40
1.541.702,40
Saldo
1.126.897,00
-
-
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Zoals ook in de tweede bestuursrapportage 2005 is aangegeven, wordt het resultaat uit de grondexploitatie budgetneutraal in de begroting opgenomen en wordt het eventuele resultaat in de jaarrekening verantwoord. Met ingang van 2004 geldt de nieuwe presentatie- en verantwoordingsvorm die aansluit bij de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten 2004. Eén van de onderdelen is het afzien van het nemen van tussentijdse voorlopige resultaten (winstneming) van de nog lopende, individuele deelplannen Vinex. Het hierboven gepresenteerde resultaat grondexploitatie betreft alleen resultaten van al eerder afgewikkelde deelcomplexen Niet-Vinex. Het resultaat grondexploitatie 2005 bedraagt positief € 1.541.702. Het wordt veroorzaakt door de verkoop van de laatste kavel op Het Rondeel. Omdat dit project al in 2000 was afgesloten, vallen deze opbrengsten vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2005. Kengetallen Voor dit programma zijn in de begroting geen kengetallen benoemd.
66
Jaarverslag 2005
2.
Sociale Cohesie
Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Samenleving Samenleving
Omschrijving programma De belangrijkste uitgangspunten voor het werken aan sociale cohesie zijn: Het grote belang van het min of meer samenvallen en elkaar aanvullen van activiteiten van het individu, van wat er allemaal in informele kring en in verenigingsverband met en voor elkaar gedaan wordt en hetgeen vanuit professionele maatschappelijke instellingen en de overheid aan diensten wordt verleend. Het effect van al die activiteiten en diensten moet er op de eerste plaats toe leiden dat individuele burgers hun competenties zoveel mogelijk benutten (zowel ten gunste van hun eigen privébestaan als ten gunste van de lokale gemeenschap) en mag niet tot gevolg hebben dat mensen zich van de samenleving vervreemden. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Lokaal sociaal beleid - deelprogramma 21 De ontwikkeling van een front-office, een helder financieel beleid, gerichte kennisvergaring en afstemming in het welzijnswerk. Wijkgericht samenwerken - deelprogramma 22 Het bevorderen van de territoriale integratie, aandacht voor burencontacten, informele steun en woongedrag. Jeugd - deelprogramma 23 Het bevorderen van de persoonlijke, culturele en territoriale integratie van jeugd van 0–23 jaar in Houten. Zelfstandig wonen - deelprogramma 24 Een laagdrempelig zorgaanbod op maat. Stimuleren sociaal cultureel werk - deelprogramma 25 Laagdrempelig sociaal cultureel werk. Vrijwilligerswerk - deelprogramma 26 Betere benutting van het potentieel aanwezige sociaal kapitaal van burgers en verenigingen. Wat hebben we bereikt? Lokaal sociaal beleid - deelprogramma 21 Er is onderzoek verricht door het bureau Hordijk en Hordijk naar de subsidieverlening door de gemeente Houten. Op basis van het evaluatierapport is gestart met de uitvoering van een plan van aanpak om te komen tot verzakelijking van de subsidieverlening. Ook de twee grote welzijnsinstellingen (de Stichting Enter en de Stichting Welzijn Ouderen Houten) worden financieel doorgelicht door het bureau met de bedoeling met aanbevelingen te komen over de bedrijfsvoering en de doelmatigheid. Hierbij wordt betrokken de kwaliteit, kwantiteit, capaciteit van de instellingen en de financiële verhouding gemeente-instellingen.
Jaarverslag 2005
67
De ontwikkeling van een front-office wordt betrokken bij het gemeentelijke proces rond “Werk aan de winkel” en ontwikkelingen rond de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Bij wensen nieuw beleid 2006 is een bedrag van € 50.000 structureel gereserveerd voor de professionaliseringsslag bij de grote welzijnsinstellingen. Mede aan de hand van de rapportages die zullen worden uitgebracht zal worden bezien hoe wij dan aan een en ander verder invulling geven. In juni 2005 is besloten te komen tot een verdeling van de taken tussen de stichting Enter en de SWOH. De Stichting Enter gaat zich verder ontwikkelen als een instelling die zich richt op het verzorgen van welzijnswerk voor de groep 0-23 jaar. De SWOH wordt een brede welzijnsstichting die zich richt op het verzorgen van welzijnswerk voor de groep 23 jaar en ouder. Het opbouwwerk wordt ook bij de nieuwe SWOH ondergebracht. Wijkgericht samenwerken - deelprogramma 22 Het project “Keet in de Wijk” is geëvalueerd en als resultaat daarvan is besloten tot de structurele inzet van opbouwwerk voor heel Houten. Tevens is voor 2006 een activiteitenbudget beschikbaar gesteld van € 10.000 voor het opbouwwerk. De projectgroep waarin de gemeente en de maatschappelijke partners (Stichting Enter, de SWOH, de beide Woningstichtingen, Vitras, het Onderwijs en de Politie) participeerden is opgeheven na de afronding van het project “Keet in de Wijk”. De partners hebben besloten de samenwerking voort te zetten in het netwerk “de Wijk voor elkaar!”. Hiertoe is op 19 december 2005 een convenant ondertekend. In augustus 2005 is gestart met het project “de Wijk voor elkaar!”. Dit project dat met provinciale steun wordt uitgevoerd richt zich op het versterken van burencontacten en informele steunsystemen. Het project is gekoppeld aan de ontwikkeling van de pilot in “De Vuurtoren” om een wijkcentrum te ontwikkelen in Houten Zuidoost. Jeugd - deelprogramma 23 Met de invoering van de wet op de Jeugdzorg zijn gemeenten per 1 januari 2005 verantwoordelijk voor 5 functies op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning (informatie en advies, signalering, toeleiding naar zorg, licht pedagogische hulp en zorgcoördinatie). Voor de overgang van de oude naar de nieuwe situatie heeft de provincie een speciaal stimuleringsprogramma geformuleerd, de Samenhang op Scherp (SOS) 2005-2007. In dit kader is op 27 april 2005 een bestuurlijk akkoord gesloten tussen de gemeente Houten en de provincie Utrecht. Met dit akkoord wordt beoogd een sluitende keten te ontwikkelen van informatie en advies, signaleren, beoordelen en interventie zodat alle gezinnen met opvoed- en opgroeiproblemen de juiste hulp op het juiste moment krijgen. In het najaar van 2005 zijn twee projectplannen opgesteld met betrekking tot de opbouw en versterking van de keten van zorg en de opbouw van de licht pedagogische hulp in Houten. Beide projecten zijn in het kader van het SOS programma door de provincie gehonoreerd. Gekoppeld aan de voortgangsrapportage sociale cohesie is in samenwerking met de Stichting Enter een visie ontwikkeld op de uitbreiding van het ambulante jongerenwerk. Verder is een onderzoek gestart naar ruimtebeslag en ruimtebehoefte van de Stichting Enter met het oog op de toename van de activiteiten van de stichting en de in de kadernotitie jeugdbeleid benoemde voornemens. Naar aanleiding van besluitvorming in de raad over het uitwerkingsplan inkleuring is vervolgens een scenario uitgewerkt voor ontwikkeling van wijkgerichte tieneractiviteiten. In het najaar van 2005 is het skatepark aan de Kruisboog geopend. Dit complex bestaat uit verschillende skateobjecten, een breakdancevloer en een voetbal/basketbalkooi. Het ontwerp is tot stand gekomen in samenspraak met een klankbordgroep van jongeren uit Houten.
68
Jaarverslag 2005
Zelfstandig wonen - deelprogramma 24 De samenwerking tussen de WZW-partners (wonen, zorg en welzijn) krijgt steeds meer gestalte. De partners weten elkaar steeds beter te vinden bij het opzetten van projecten. Het laatste grote project is de realisatie van een WZW-loket in de Loericker Stee. Ook overleggen we met de partners over hun concrete bijdragen aan de negen prestatievelden van de WMO. De beëindiging van de subsidierelatie met het RIO Vecht en Lekstreek zal naar verwachting medio 2006 worden afgerond. Er is in 2005 gesproken over de vragen wie de bouw van een verzorging- en verpleeghuis in de Koppeling I voor haar rekening zal nemen, welke partijen zullen samenwerken, de omvang van het complex en de inhoud. Die discussies naderen nu hun einde. De realisatie van een wijksteunpunt in Het Haltna Huis zal door de Stichting Zorgspectrum worden meegenomen bij de aanstaande verbouwing van dat complex. Het nieuwe dorpshuis in Schalkwijk wordt naar alle waarschijnlijkheid gebouwd zonder wijksteunpunt. Dit steunpunt komt naar verwachting bij de huisarts, die in het voormalige Vitrasgebouw naast de kerk is gevestigd. Het WZW-loket VIA Houten is op 5 oktober 2005 officieel geopend. Twaalf partners hebben verantwoordelijkheid genomen voor de oprichting en instandhouding van dit loket. Het loket is een WMOloket en kent een zelfstandig operend bestuur. VIA Houten is gehuisvest in De Loericker Stee. Het convenant wonen, zorg en welzijn gemeente Houten heeft inmiddels 13 partners. Er worden diverse projecten opgezet en uitgevoerd door de partners. Het laatste project behandelt de vraag waaraan een zorgvriendelijke wijk moet voldoen (“de visie-elementen voor een zorgvriendelijke wijk”). Ook is in gezamenlijk overleg gekeken naar de kwaliteitseisen van zorgwoningen en andere woonvormen voor bijzondere doelgroepen in Castellum. Hierbij gaat het om 80 zorgwoningen, beschermde woonvormen, groepswonen, een ontmoetingspunt en mindervalidenwoningen. In 2005 hebben wij nieuwe budgetafspraken met de SWOH gemaakt. Hierbij hebben wij voor het eerst de methodiek van beleidsgestuurde contractfinanciering toegepast, waarbij de bijdragen van een instelling aan de gemeentelijke beleidsdoelen in beeld worden gebracht. De samenwerking met het zorgkantoor houdt in dat jaarlijks overlegd wordt over onderwerpen, die zowel de gemeente als het zorgkantoor aangaan, zoals het zorgcomplex in de Koppeling I en de WMO (aanbod huishoudelijke verzorging). Stimuleren sociaal cultureel werk - deelprogramma 25 In de “De Vuurtoren” (het nieuwe sociaal cultureel centrum in Houten Zuidoost) wordt een pilot gehouden om te bezien of door middel van de inzet van een gecombineerde functie beheerder/gastheer van dit centrum een wijkcentrum kan worden gemaakt. De bedoeling is dat het centrum het middelpunt van de wijk wordt waar wijkbewoners activiteiten kunnen organiseren en waarin laagdrempelige inloopactiviteiten georganiseerd worden voor wijkbewoners. De pilot is gestart in augustus 2005 en loopt tot 1 januari 2008. Vrijwilligerswerk - deelprogramma 26 In de voortgangsrapportage “Werken aan sociale cohesie” die in juni 2005 door de raad is vastgesteld wordt een aantal mogelijkheden voor de uitbreiding van de taken van de vrijwilligerscentrale geschetst. Bij de behandeling van de begroting 2006 heeft de raad besloten om de vrijwilligerscentrale uit te breiden en hiervoor structureel een budget van € 40.000 beschikbaar te stellen.
Jaarverslag 2005
69
Rekening
Deelprogramma's 21 22 23 24 25 26
21 22 23 24 25 26
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Lokaal sociaal beleid Wijkgericht samenwerken Jeugd Zelfstandig wonen Stimuleren sociaal cultureel werk Vrijwilligerswerk
100.592,00 32.705,00 1.219.010,00 1.542.531,00 21.688,00 112.599,00
39.739,00 43.992,00 870.907,00 1.464.915,00 88.335,00 180.971,00
174.615,00 48.992,00 1.081.707,00 1.361.986,00 133.651,00 179.778,00
190.580,52 20.670,26 952.330,79 1.402.017,10 62.565,81 101.665,46
15.965,5228.321,74 129.376,21 40.031,1071.085,19 78.112,54
Totaal lasten
3.029.125,00
2.688.859,00
2.980.729,00
2.729.829,94
250.899,06
Lokaal sociaal beleid Wijkgericht samenwerken Jeugd Zelfstandig wonen Stimuleren sociaal cultureel werk Vrijwilligerswerk
386.057,00 566.237,00 18.994,00
55.554,00 549.144,00 -
5.000,00 75.554,00 567.691,00 1.700,00
96.187,70 632.556,68 -
5.000,0020.633,70 64.865,68 1.700,00-
Totaal baten
971.288,00
604.698,00
649.945,00
728.744,38
78.799,38
2.057.837,00-
2.084.161,00-
2.330.784,00-
2.001.085,56-
329.698,44
Saldo
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Daarnaast wordt ook een verklaring gegeven op de afwijking van deelprogramma 21 Lokaal sociaal beleid, omdat dit voor de samenhang van de verschillenanalyses van belang is. Lasten Lokaal sociaal beleid - deelprogramma 21 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Lokaal sociaal beleid € 16.000 N Lokaal sociaal beleid Het budget op het product Lokaal sociaal beleid heeft vooral betrekking op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en het project Werken aan sociale cohesie. Het nadeel op het product Lokaal sociaal beleid wordt veroorzaakt door twee aspecten, te weten: 1. Een overschrijding op de lasten van € 70.780 als gevolg van meer bestede uren aan het product Lokaal sociaal beleid. In 2005 is er binnen de afdeling Welzijn veel nadruk gelegd op de invoering van de WMO en het project Werken aan sociale cohesie. Hierdoor zijn er door de medewerkers van de afdeling Welzijn veel meer uren besteed aan deze projecten dan was begroot, wat een overschrijding van € 70.780 op de lasten van het product Lokaal sociaal beleid tot gevolg heeft. De bestede uren aan het product Lokaal sociaal beleid zijn echter ten koste gegaan van de uren die besteed zijn aan andere producten van de afdeling Welzijn. Dit leidt tot onderschrijding op de volgende producten:
70
Jaarverslag 2005
o Wijkverenigingen € 19.036 - zie deelprogramma 22. o Stimulering sociaal cultureel werk € 58.539 - zie deelprogramma 25. o Vrijwilligerswerk € 51.486 - zie deelprogramma 26. De verschuiving in bestede uren tussen de verschillende producten levert daardoor een onderschrijding op van € 58.281. Deze onderschrijding is in het bijzonder het gevolg van het feit dat de uren die door de administratie van Welzijn zijn ingezet voor uitvoering van de subsidieregelingen niet op de producten Wijkverenigingen, Stimulering sociaal cultureel werk en Vrijwilligerswerk zijn verantwoord, maar als indirect productieve uren ten behoeve van administratieve ondersteuning. 2. Een onderschrijding op de kosten van werkzaamheden door derden en bijdragen aan derden van € 54.815, doordat de invoering van de WMO is uitgesteld. Hierdoor zijn diverse kosten naar 2006 doorgeschoven. Wijkgericht samenwerken - deelprogramma 22 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Wijkverenigingen € 28.300 V Wijkverenigingen Het voordeel op het product Wijkverenigingen wordt voornamelijk verklaard doordat de uren die waren begroot op dit product in werkelijkheid zijn besteed aan het product Lokaal sociaal beleid (zie toelichting bij deelprogramma 21). Dit leidt tot een onderschrijding op het product Wijkverenigingen van € 19.036. Daarnaast zijn er in 2005 minder subsidies verstrekt voor straat- en buurtfeesten dan was begroot. In de begroting was rekening gehouden met 20 gesubsidieerde straat- en buurtfeesten. In werkelijk zijn er in 2005 slechts 13 gesubsidieerde straat- en buurtfeesten geweest. Dit leidt tot een onderschrijding op de subsidiekosten van € 7.929. Jeugd - deelprogramma 23 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Jeugd- en jongerenbeleidsadviezen € 15.300 V Stichting Enter € 33.400 N Jeugd- en jongerenverenigingen € 13.300 V Kinderopvang € 90.700 V Peuterspeelzalen € 18.400 V Kinderopvang: sociaal medische indicatie € 12.200 V Overig € 12.900 V Totaal € 129.400 V Jeugd- en jongerenbeleidsadviezen De regionalisering van de RMC-registratie (RMC = Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten) die per 2005 zou ingaan, is door vertraging in het regionale proces uitgesteld naar 2006. Hierdoor zijn diverse bijdragen en subsidies ook verschoven naar 2006, wat leidt tot een onderschrijding op de lasten van € 15.290 in 2005. Stichting Enter Het nadeel van € 33.400 op het product Stichting Enter wordt veroorzaakt doordat er in 2005 meer uren zijn besteed aan dit product dan was begroot. Dit is het gevolg van het professionaliseringsproces van Stichting Enter, dat naar aanleiding van de voortgangsrapportage “Werken aan sociale cohesie” in gang is gezet. Jeugd- en jongerenverenigingen Doordat in 2005 Woodrock niet is doorgegaan, is er een voordeel van € 13.300 ontstaan op het product Jeugd- en jongerenverenigingen. Met de omvang van deze begrotingspost is ingespeeld op de groei van Houten, die voor wat de jeugdactiviteiten betreft in 2005 achtergebleven is bij de verwachtingen, maar nog niet voltooid is. Voor 2006 wordt bijvoorbeeld nog een verdere groei van Fladderen verwacht (binnen de ruimte van deze post).
Jaarverslag 2005
71
Kinderopvang Dit product heeft betrekking op de regelingen KOA (Kinderopvang Alleenstaande Ouders) en de subsidie voor Minderdraagkrachtigen. Deze regelingen zijn vervallen met de komst van de nieuwe Wet Kinderopvang, die in 2005 van kracht is gegaan. De uitvoeringstaak is op 1 januari 2005 overgedragen van de afdeling Welzijn naar de afdeling Burger- en Sociale Zaken. In 2005 is het product Kinderopvang voor de oude regelingen in stand gehouden. Dit om naar aanleiding van de gemaakte financieringsafspraken met de kinderdagverblijven de afrekeningen met de betreffende kinderdagverblijven op te stellen. Daarnaast zijn op dit product de uren verantwoord die besteed zijn aan het opstellen van de verantwoording aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de beide regelingen en de uitgevoerde accountantscontrole over deze verantwoordingen. De kosten die gemoeid waren met deze financiële afwikkeling waren lager dan verwacht, wat geresulteerd heeft in een onderschrijding op de lasten van € 90.650. Peuterspeelzalen Het voordeel op het product Peuterspeelzalen wordt grotendeels verklaard door een lagere doorbelasting van kosten voor de tijdelijke huisvesting van Het Loerikje. Doordat de peuterspeelzaal in 2005 in de definitieve accommodatie is gehuisvest, is in 2005 geen gebruik meer gemaakt van de tijdelijke huisvesting. Dit heeft een onderschrijding op de lasten van € 10.910 tot gevolg. Daarnaast blijven de subsidie-uitgaven € 9.452 achter bij de begroting. Deze subsidie-uitgaven aan de verschillende besturen van de peuterspeelzalen zijn afhankelijk van het aantal groepen. Dit aantal is bij het opstellen van de begroting niet precies bekend. Kinderopvang: sociaal medische indicatie (SMI) Op 1 januari 2005 is de Wet Kinderopvang van kracht gegaan. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid gekregen voor de financiering van de kinderopvang voor ouders uit de wettelijk toegewezen doelgroepen. In de “Verordening Wet Kinderopvang Houten 2005” staan deze doelgroepen omschreven. De vergoeding voor (een deel van) de kosten van kinderopvang aan de zogenaamde “doelgroepouders” betreft een zogeheten openeinderegeling waardoor alle aanvragen gehonoreerd moeten worden. Bovendien is in de verordening vastgelegd dat de zogenaamde “sociaal- medisch- geïndiceerden” (SMI) aanspraak kunnen maken op een vergoeding. Het budget voor de kinderopvang van sociaal medisch geïndiceerde en andere doelgroepen is beschikbaar gesteld via de Algemene Uitkering. Dit houdt in dat er geen sprake is van outputfinanciering en dat er dus ook geen verantwoording en afrekening hierover met het Rijk hoeft plaats te vinden. In totaal zijn voor de gehele regeling 34 aanvragen binnengekomen, wat een onderschrijding op de lasten van € 12.200 tot gevolg heeft. Stimulering sociaal cultureel werk - deelprogramma 25 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Stimulering sociaal en cultureel werk € 67.700 V Overig € 3.400 V Totaal € 71.100 V Stimulering sociaal en cultureel werk Het voordeel op het product Stimulering sociaal en cultureel werk wordt vooral verklaard doordat de uren die waren begroot op dit product in werkelijkheid zijn besteed aan het product Lokaal sociaal beleid (zie toelichting bij deelprogramma 21). Dit leidt tot een onderschrijding op het product Stimulering sociaal en cultureel werk van € 58.539. Daarnaast is er voor € 6.907 minder aan subsidies uitgegeven.
72
Jaarverslag 2005
Vrijwilligerswerk - deelprogramma 26 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Vrijwilligerswerk € 75.100 V Overig € 3.000 V Totaal € 78.100 V Vrijwilligerswerk Het voordeel op het product Vrijwilligerswerk wordt voornamelijk verklaard doordat de uren die waren begroot op dit product in werkelijkheid zijn besteed aan het product Lokaal sociaal beleid (zie toelichting bij deelprogramma 21). Dit leidt tot een onderschrijding op het product Vrijwilligerswerk van € 51.486. Daarnaast is het aantal aanvragen voor subsidie voor scholing/opleidingen en verzekeringen (wettelijke aansprakelijkheid en bestuurlijke aansprakelijkheid) van de organisaties achterbleven bij de begroting. Hierdoor zijn de subsidiekosten met € 22.721 onderschreden. Baten Zelfstandig wonen - deelprogramma 24 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Ouderenzorg € 59.800 V Overig € 5.100 V Totaal € 64.900 V Ouderenzorg De overschrijding op de baten wordt voornamelijk verklaard doordat van de provincie Utrecht voor het project “De Wijk voor elkaar!” een bedrag van € 52.500 is ontvangen. Dit bedrag is doorgestort aan de uitvoerder van het project, de SWOH. Per saldo (lasten minus baten) is er dus geen sprake van een over- of onderschrijding. Kengetallen Omschrijving Aantal in de wijk georganiseerde Bewonersavonden Aantal gesubsidieerde straat- en buurtfeesten Aantal uren openstelling sociaal culturele centra voor laagdrempelige activiteiten
Realisatie* 2004 20 45
Begroting 2005 20 20
n.b.
30%
Realisatie 2005 8 13 n.b
* Bron: Leefbaarheids- en veiligheidsmonitor 2002 en 2004
Jaarverslag 2005
73
74
Jaarverslag 2005
3.
Veilige woon- en leefomgeving
Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Bestuur en Veiligheid Bestuursondersteuning en Voorlichting / Ruimtelijk Beheer
Omschrijving programma Het vergroten van de veiligheid van de woon- en leefomgeving van de inwoners van Houten. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Veiligheid - deelprogramma 31 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Vermindering van fietsendiefstallen in Houten Centrum. Vermindering van diefstallen af en uit auto’s. Terugdringen van jongerenoverlast. Vermindering van vernielingen en inbraken bij scholen. Terugdringen van overlast brommers en scooters. Vergroten van de veiligheid van bedrijventerreinen.
Handhaving - deelprogramma 32 7. 8. 9. 10. 11.
Uitoefenen van toezicht. Verhogen van het % naleving van de regels. Gelijke aanpak in alle afdelingen. Inzicht in en terugdringen van het aantal gedoogsituaties. Aantoonbare communicatie.
Rampenbestrijding - deelprogramma 33 12. Een adequaat voorbereide (gemeentelijke) crisisbeheersingsorganisatie. Brandweerzorg - deelprogramma 34 13. Zorgdragen dat de brandveiligheidszorg op het overeengekomen niveau wordt gerealiseerd. Wat hebben we bereikt? Veiligheid - deelprogramma 31 1. In 2005 is het beleid gericht op het tegengaan van fietsendiefstal verder voortgezet. Er is een publiekscampagne gehouden (‘Fiets in het rek, is nog niet zo gek’), met als doel om het parkeren van (brom)fietsen in het centrum te verbeteren en daarmee de diefstal te verminderen. 2. Op diverse plaatsen in Houten zijn bordjes “Niets erin, niets eruit” geplaatst, om diefstal uit auto’s te voorkomen. Verder heeft de politie zoals gebruikelijk op de hotspots gesurveilleerd. 3. Het overleg tussen de diverse partners die bij jongerenoverlast betrokken zijn, is in 2005 voortgezet. Het plan van aanpak gericht op tegengaan jongerenoverlast in verder uitgevoerd. 4. Medio 2005 is besloten dit speerpunt te verruimen naar ‘alle vernielingen’ in Houten. Als projectgebied is de locatie Oude Dorp / De Lobben / Den Oord gekozen. Hier is gestart met de zogenaamde ‘Rinkeldekinkellijn’, een netwerk van inwoners die eventuele onveilige situaties melden bij de politie. Verder is de politie in 2005 gestart met het bike-team: inzet van politie per fiets om snel en flexibel op te kunnen treden. 5. De controles op scooters en brommers is in 2005 voortgezet. Uit de leefbaarheidmonitor 2004 blijkt dat het aantal respondenten dat klaagt over brommer- en scooteroverlast, niet is afgenomen. 6. Aan dit punt is in 2005 geen aandacht besteed, omdat het geen speerpunt van beleid meer is.
Jaarverslag 2005
75
Naast bovenstaande speerpunten waren er in 2005 de volgende ontwikkelingen: Veiligheidsprijs Houten. In 2005 is de Veiligheidsprijs Houten in het leven geroepen en voor de eerste keer uitgereikt aan Bewonersvereniging Schonauwen II. Deze prijs heeft als doel om burgers te betrekken bij een veilige leefomgeving. Daarnaast zijn er twee aanmoedigingsprijzen uitgereikt. Explosieven in het inundatiekanaal. In 2005 is besluitvorming geweest over het projectplan gericht op opruiming van deze explosieven. Nieuw speerpunt Veiligheid Winkelcentrum. In 2005 is dit nieuwe speerpunt ingevoerd. Met de winkeliers uit het centrum en het Oude Dorp zijn diverse gesprekken geweest. Cameratoezicht. Er is een nieuwe notitie cameratoezicht opgesteld in 2005. Het standpunt van het college dat er gezien de objectieve en subjectieve veiligheidscijfers nu geen aanleiding is om cameratoezicht in Houten in te voeren, met uitzondering van een paar locaties: de nieuwe discotheek en het stationsgebied. Cameratoezicht op andere locaties wordt voor de toekomst echter niet uitgesloten. Bevordering integriteitbeoordeling door het openbaar bestuur (BIBOP). In 2005 heeft de raad een beleidskader BIBOB vastgesteld. De implementatie op het gebied van drank en horeca, bouwen en aanbesteding heeft in 2005 grotendeels plaatsgevonden. Twee aanvragen hebben geleid tot een adviesaanvraag bij Bureau BIBOP van het Ministerie van Justitie. Handhaving - deelprogramma 32 7. De risicomatrix is gehanteerd als basis voor toezicht. Er is een jaarplan integrale handhaving opgesteld. Er zijn enkele afwijkingen ten opzichte van het jaarplan geweest. In algemene zin is in 2005 voor het eerst structureel toezicht uitgevoerd binnen alle afdelingen van de sector Ruimtelijk Beheer. 8. Het naleefpercentage in 2005 is voor de afdeling Milieu verhoogd van 36 % in 2004 naar 42 % in 2005. Dat betekent dat bij 58 % van de gecontroleerde objecten een overtreding is geconstateerd. Ten opzichte van 2004 is het naleefpercentage sterk toegenomen. De combinatie van frequent controleren en doorpakken bij overtredingen lijkt in dit opzicht vruchten af te werpen. Ook voor andere afdelingen zijn naleefpercentages vastgesteld op basis van objectcontroles. 9. Gelijke aanpak in alle afdelingen: hier is aan gewerkt via het project Integrale Handhaving. Het 3stappenplan wordt steeds meer gemeengoed binnen de gehele sector Ruimtelijk Beheer. Dit heeft meer tijd gekost dan aanvankelijk was verwacht, omdat elke afdeling vanuit andere wetgeving net iets anders het handhavingtraject insteekt. Via een regulier overleg worden ervaringen op dit gebied uitgewisseld op dossierniveau. 10. Er is nog steeds weinig inzicht in bestaande gedoogsituaties. Probleem hierbij is dat gedoogsituaties meestal in een handhavingtraject terecht komen. Als er eenmaal een ontvankelijke aanvraag ligt, kost een vergunning niet veel meer tijd dan een gedoogbeschikking. In 2006 wordt integraal een project opgestart, om beter in kaart te brengen in welke situaties wij expliciet moeten gedogen. 11. Via een uitgebreid verslag van elk bezoek wordt sterk ingezet op communicatie. Er is veel aandacht voor de leesbaarheid en kwaliteit van deze brieven. Daarnaast is een jaarverslag integrale handhaving opgesteld, dat wordt samengevoegd met het jaarplan 2006. Rampenbestrijding - deelprogramma 33 12. In 2005 is de uitvoering van het Verbeterplan Crisisbeheersing verder doorgezet. Dit heeft onder meer geresulteerd in een nieuwe Crisisbeheersingsplan 2005 – 2009. Alle draaiboeken van de gemeentelijke processen zijn geactualiseerd en er zijn diverse voorzieningen getroffen (bereikbaarheidregelingen, informatievoorzieningen, faciliteiten, et cetera). Er is een stevige basis gelegd waar in de komende jaren op voortgebouwd zal worden. Hiervoor zijn binnen de bestaande begroting middelen vrijgemaakt om de verbeterslag te kunnen uitvoeren. In de nota Organisatie Crisisbeheersing Houten zijn de organisatorische en beleidsmatige randvoorwaarden omschreven zodat crisisbeheersing qua beleidsvoering en bedrijfsvoering ingebed zijn. Tenslotte is eind 2005 de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) tot stand gebracht. In het verband van de VRU werken de 29 Utrechtse gemeenten en de operationele diensten samen op het gebied van de rampenbestrijding, crisisbeheersing en noodhulpverlening.
76
Jaarverslag 2005
Brandweerzorg - deelprogramma 34 13. De brandweer voert de regie over de veiligheidsketen en wil de balans daarin versterken. Dat betekent in de praktijk dat het accent gelegd wordt op de preventie en voorbereidingstaken. Daarnaast is het belangrijk te blijven investeren in het vakmanschap en de professionaliteit van het brandweer optreden. De afdeling is er in geslaagd om de inhaalslag gebruikvergunningen in 2005 zoals afgesproken af te ronden. Er is sprake van ongeveer 200 afgegeven vergunningen. Tevens zijn vrijwel alle verstrekte vergunningen in 2005 gecontroleerd. In het kader van de brandpreventieweek is in het najaar een intensieve voorlichtingscampagne voor inwoners van de gemeente Houten gehouden. De voorbereiding op de operationele taakuitoefening is kwalitatief verbeterd. Het oefenen en trainen van brandweervrijwilligers is verder geprofessionaliseerd en geïntensiveerd. Daarnaast is in 2005 gestart met het vervaardigen van diverse planfiguren ten behoeve van het operationele optreden. De maatregelen om de opkomsttijden te verbeteren hebben enig effect gesorteerd. De stijgende trend van de afgelopen jaren laat in 2005 een (kleine) daling zien. Rekening
Deelprogramma's 31 32 33 34 35
31 32 33 34 35
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Veiligheid Handhaving Rampenbestrijding Brandweerzorg Risicobeleid
3.527.901,00 623.469,00 171.281,00 541.624,00 12.971,00
1.408.853,00 491.343,00 102.929,00 1.566.221,00 -
1.664.780,00 501.877,00 285.433,00 1.470.401,00 -
2.453.353,11 278.291,68 119.848,70 1.802.432,21 -
788.573,11223.585,32 165.584,30 332.031,21-
Totaal lasten
4.877.246,00
3.569.346,00
3.922.491,00
4.653.925,70
731.434,70-
Veiligheid Handhaving Rampenbestrijding Brandweerzorg Risicobeleid
152.285,00 43.877,00 1.614,00 -
122.921,00 80.236,00 -
126.906,00 3.250,00 49.676,00 -
539.708,50 34.719,53 47.246,19 -
412.802,50 31.469,53 2.429,81-
Totaal baten
197.776,00
203.157,00
179.832,00
621.674,22
441.842,22
4.679.470,00-
3.366.189,00-
3.742.659,00-
4.032.251,48-
289.592,48-
Saldo
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven.
Jaarverslag 2005
77
Lasten Veiligheid - deelprogramma 31 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Wijkcoördinatie € 204.600 N Juridisch € 45.400 N Openbare orde € 22.600 V Veiligheid € 65.300 N Vergunningen APV € 78.800 N Straatverlichting € 322.700 N Straatmeubilair € 38.500 N Gladheidbestrijding € 61.600 N Overig € 5.700 V Totaal € 788.600 N Wijkcoördinatie Op dit product zijn circa 3.000 uren meer geschreven dan begroot, wat leidt tot een hogere doorbelasting van kosten van € 204.187. De oorzaak hiervan is tweeledig, te weten: 1. Bij de urenbesteding van de medewerkers van de afdeling Openbare Werken heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen drie producten. Aan het product Wijkcoördinatie zijn veel meer uren besteed dan begroot, wat een overschrijding van € 155.176 op de lasten van dit product tot gevolg heeft. De bestede uren aan het product Wijkcoördinatie zijn echter ten koste gegaan van de uren die besteed zijn aan andere producten van de afdeling Openbare Werken. Dit leidt tot een onderschrijding op de lasten van de volgende producten: o Groenbeheerplan € 70.176 zie deelprogramma 111 o Plantsoenen (wijkbeheer) € 85.000 zie deelprogramma 111 Per saldo is er daarom geen sprake van over- of onderschrijdingen. 2. In 2005 is circa 700 uur meer besteed aan het servicegericht werken in het kader van wijkgericht samenwerken, wat leidt tot een overschrijding aan doorbelaste kosten van circa € 46.000 op het product Wijkcoördinatie. Reden hiervoor is dat steeds meer bewoners vragen hebben aan en contact zoeken met medewerkers in de wijkteams over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het afhandelen van deze vragen en de organisatie rondom de wijkinstrumenten (zoals wijkonderhoudsdagen, wijkspreekuren, wijkschouwen en dergelijke) heeft meer tijd gevergd Juridisch In 2005 is aan verschillende juridische beleidsprojecten circa 686 uur besteed. Dit betrof voornamelijk het opstellen en vaststellen van het Vent- en standplaatsenbeleid en bijdragen aan het project Loket Leefomgeving (realisatie Gemeentewinkel). Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden, hetgeen tot een overschrijding van € 44.900 aan doorbelaste kosten leidt. Openbare orde Het voordeel op het product Openbare orde kan vooral worden verklaard door een onderschrijding op de lasten van de post “overige werkzaamheden door derden”. Deze post heeft betrekking op de stelpost voor de uitvoering van de verschillende actiepunten en projecten uit het Integraal veiligheids Plan (IVP). Het budget is vooral besteed aan de kosten van de actie ‘Fiets in het Rek, is nog niet zo gek!’ dat onderdeel uitmaakte van het project Fietsendiefstal. Tevens zijn kosten gemaakt voor het secretariaat Jeugd Overleg Lekstroom en inhuur van Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten in verband met de invoering van de wet BIBOB in de gemeente Houten. Veiligheid Het negatieve saldo op het product Veiligheid wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de bijdrage die de gemeente aan de politie moet betalen voor de politiesurveillanten. Door nieuwe contractvorming met hogere tarieven zijn deze kosten voor de surveillanten € 30.047 hoger dan begroot. Daarnaast is er een overschrijding op de doorbelaste kosten vanuit de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting van € 45.298. De verklaring hiervoor is dat de beleidsmedewerker veiligheid,
78
Jaarverslag 2005
die eerst ook belast was met crisisbeheersing, door omstandigheden dit jaar volledig ten laste is gekomen van veiligheidsbeleid. Dit leidt op het product Veiligheid tot een overschrijding van € 45.298 en op het product Crisisbeheersing (zie deelprogramma 33 Rampenbestrijding) tot een onderschrijding voor hetzelfde bedrag. Per saldo is er geen sprake van een over- of onderschrijding. Tegenover deze hogere lasten, staat een voordeel van € 10.000 op de verstrekte bijdragen. Dit betreft enerzijds het Buren-bel-project (€ 5.000) en anderzijds de Wijkveiligheidsprijs (€ 5.000) uit de stelpost nieuw beleid 2005 waarvoor in de begroting 2005 middelen beschikbaar zijn gesteld. Rondom het Buren-bel-project zijn gesprekken gaande met zowel de belangenvereniging Het Rond als de winkeliers in het Oude Dorp, waardoor de bijdrage nog niet is verstrekt. Verder is de opzet van de wijkveiligheidsprijs in 2005 door het college vastgesteld, maar de feitelijke uitreiking ervan is doorgeschoven naar de nieuwjaarsreceptie in januari 2006. Vergunningen APV Het nadeel op het product Vergunningen APV wordt grotendeels verklaard doordat er in 2005 meer uren (circa 700 uur) aan dit product zijn besteed dan was begroot. Redenen hiervoor zijn de stijging van het aantal aangevraagde vergunningen met 20% (van 500 in 2004 naar 600 in 2005), de introductie van een nieuwe APV-vergunning voor grote sloop- en bouwprojecten, de toename in handhaving die heeft plaatsgevonden en de inzet van een derde jurist op uitzendbasis. Hierdoor is een overschrijding op de lasten ontstaan van € 55.762. Daarnaast is er sprake van een overschrijding van € 8.473 op de publicatiekosten. Enerzijds is dit het gevolg van het feit dat het aantal aangevraagde vergunningen is gestegen met 20%. Anderzijds wordt de overschrijding verklaard doordat in 2005 alle publicaties in het Houtens Nieuws van de afdeling Openbare Werken verantwoord zijn op het product Vergunningen APV. Naast publicaties ten behoeve van vergunningen betreft dit publicaties van de unit Beleid (rioleringsplan, hondenbeleid e.d.) en van de units Stadsbeheer (wegreconstructies De Staart, Rondweg, De Hoeven e.d.) en Wijkbeheer (Wijkonderhoudsdagen, Fiets in het Rek e.d.). Ook de post overige werkzaamheden door derden laat een overschrijding zien. Dit is onder meer ontstaan door de aanleg van water en elektriciteit ten behoeve van het terrein naast de brandweerkazerne in Schalkwijk. Het aanleggen van deze voorzieningen heeft € 6.160 gekost, maar was niet voorzien. Straatverlichting In 2005 is de verlichting van de noordelijke Rondweg vervangen. Dit heeft in 2005 tot circa € 340.000 aan kosten geleidt. Deze kosten zijn tevens geraamd. Er heeft echter een verschuiving plaatsgevonden tussen het product Straatverlichting en het product Meerjarenonderhoudsplan wegen onder deelprogramma 81 Wegen (zie programma 8). Hierdoor ontstaat een overschrijding op de lasten op het product Straatverlichting en een onderschrijding op de lasten van het product Meerjarenonderhoudsplan wegen op deelprogramma 81 Wegen (zie programma 8). Per saldo is er geen sprake van een over- of onderschrijding. Daarnaast is er in 2005 € 13.577 uitgegeven aan het herstel van schade. Straatmeubilair Het nadeel op het product Straatmeubilair wordt grotendeels verklaard doordat in 2005 € 25.911 is uitgegeven aan het herstel van in totaal 80 ruitbreuken (in 2004 waren dit er 20). Daarnaast zijn er, als gevolg van een snellere uitvoering van het hondenbeleid, afvalbakken en houten palen met bordjes aangeschaft. Dit leidt tot een overschrijding op de lasten van € 10.000. Gladheidbestrijding In het seizoen 2004/2005 en 2005/2006 zijn er meer uitrukken in het kader van de gladheidbestrijding zijn geweest dan begroot. Begroot zijn 40 uitrukken per jaar en in werkelijkheid zijn er 52 uitrukken geweest. Hierdoor zijn er meer uren aan het product Gladheidbestrijding besteed en is er meer strooizand en -zout gebruikt. Dit leidt per saldo tot een overschrijding op de lasten van € 44.011.
Jaarverslag 2005
79
Handhaving - deelprogramma 32 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Toezicht en handhaving € 278.300 V Bestuursdwang € 16.000 V Toezicht € 42.300 N Beleid € 29.200 N Overig € 800 V Totaal € 223.600 V Toezicht en handhaving In 2005 heeft een verschuiving plaatsgevonden tussen twee producten, te weten het product Toezicht en handhaving en het product Integrale handhaving op deelprogramma 132 Milieuzorg (zie programma 13). Hierdoor zijn er op het product Toezicht en handhaving geen uren geschreven door de medewerkers van de afdeling Milieu, terwijl dit wel begroot was. Dit resulteert in een onderschrijding van € 278.799 op de lasten van het product Toezicht en handhaving. Hiertegenover staat echter een overschrijding van € 204.502 op de lasten van het product Integrale handhaving op deelprogramma 132 (zie programma 13), aangezien de uren die de medewerkers van de afdeling Milieu hebben besteed aan handhaving op dit product zijn geschreven. Per saldo resteert er een onderschrijding van € 74.297 (= circa 780 uur). De bestede uren aan handhaving hebben betrekking op de implementatie van de nota integrale handhaving. In 2004 heeft de raad voor 2005 budget beschikbaar gesteld om de implementatie van deze nota te stimuleren. De in 2005 bestede uren zijn voor de helft door de coördinator integrale handhaving gemaakt, de andere helft is geproduceerd door ingehuurde medewerkers op diverse afdelingen, om uitvoering van het stappenplan kracht bij te zetten. De betrokken afdelingen zijn nog grotendeels in de opbouwfase. In verband daarmee kunnen de beschikbare uren nog niet volledig benut worden, hetgeen de onderschrijding in uren verklaart. Bestuursdwang In 2005 zijn er geen kosten noodzakelijk geweest voor de toepassing van bestuursdwang. Dit heeft een voordeel van € 16.035 tot gevolg. Toezicht In 2005 zijn er voor toezichthoudende activiteiten 50% meer uren gemaakt dan was begroot. Binnen de afdeling Bouwzaken is vanaf 1 januari 2005 het cluster Buitentoezicht en Handhaving operationeel. Vanaf dat moment worden alle verleende bouwvergunningen op de bouwplaats minimaal een maal gecontroleerd. Voor de grote infrastructurele projecten geldt dat zij getoetst worden aan de hand van een landelijk toezichtprotocol voor buitentoezicht. Dit leidt er toe dat er meer uren zijn besteed aan toezicht, wat leidt tot een overschrijding op de lasten van het product Toezicht van € 42.328. De extra inspanning was mogelijk door tijdelijke uitbreiding van de formatie van de afdeling Bouwzaken. Deze tijdelijke uitbreiding is gedurende 2005 verwerkt in het budget op de kostenplaats van de afdeling Bouwzaken en daarmee op begrotingsbasis verwerkt in het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). Op realisatiebasis zijn de lasten op de kostenplaatsen echter volledig verdeeld over de verschillende producten van de afdeling Bouwzaken. Deze verwerkingswijze leidt ertoe dat er in 2005 een nadeel is ontstaan op het product Toezicht en een voordeel voor hetzelfde bedrag op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). Per saldo is er dus geen sprake van een over- of onderschrijding. Beleid In 2005 zijn er meer uren besteed aan beleid in verband met het opstellen van de programmering voor toezicht en handhaving. Daarnaast is begonnen met het projectmatig afdoen van handhavingzaken, waarvoor toetsingskaders ontworpen moeten worden. Hierdoor is er een overschrijding op de lasten ontstaan van € 29.152. De extra inspanning was mogelijk door tijdelijke uitbreiding van de formatie van de afdeling Bouwzaken (zie ook toelichting bij het product Toezicht).
80
Jaarverslag 2005
Rampenbestrijding - deelprogramma 33 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Crisisbeheersing € 165.600 V Crisisbeheersing Het voordeel op het product crisisbeheersing wordt vooral verklaard door een nadeel van € 36.536 op de doorbelaste uren van diverse afdelingen en door een voordeel van € 185.446 op de doorbelaste kosten van materieel. Het nadeel op de doorbelaste uren van diverse afdelingen ad € 36.536 is het gevolg van het feit dat in 2005 het verbeterplan crisisbeheersing nog volop in ontwikkeling en nog niet volledig organisatorisch ingebed was. Hierdoor hebben er diverse verschuivingen plaatsgevonden in de besteding van uren door de diverse afdelingen. Op het product Crisisbeheersing heeft dit de volgend effecten:
Een onderschrijding op de doorbelaste kosten vanuit de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting van € 45.298. De verklaring hiervoor is dat de beleidsmedewerker veiligheid, die eerst ook belast was met crisisbeheersing, door omstandigheden dit jaar volledig ten laste is gekomen van het veiligheidsbeleid. Dit leidt op het product Crisisbeheersing tot de aangegeven onderschrijding en op het product Veiligheid tot een overschrijding voor hetzelfde bedrag (zie deelprogramma 31 Veiligheid). Per saldo is er geen sprake van een over- of onderschrijding. Een overschrijding op de doorbelaste kosten vanuit de afdeling Brandweer van € 108.857. Doordat er vanuit de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting geen uren zijn besteed aan het product Crisisbeheersing (zie a), heeft de afdeling Brandweer zelf 1.178 uur besteed aan dit product. Dit om de werkzaamheden in het kader van het verbeterplan crisisbeheersing door te laten gaan. De extra inspanning was mogelijk doordat vanaf mei extra capaciteit beschikbaar is gekomen vanwege formatie uitbreiding. Deze uitbreiding is gedurende 2005 verwerkt in het budget op de kostenplaats van de afdeling Brandweer en daarmee op begrotingsbasis verwerkt in het product Saldo van de kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). Op realisatiebasis zijn de lasten op de kostenplaatsen echter volledig verdeeld over de verschillende producten van de afdeling Brandweer. Deze verwerkingswijze leidt ertoe dat er in 2005 een nadeel is ontstaan op het product Crisisbeheersing en een voordeel voor hetzelfde bedrag op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). Per saldo is er geen sprake van een over- of onderschrijding. Een onderschrijding op de doorbelaste kosten vanuit de afdeling Burger en Sociale Zaken van € 27.023. Dit komt doordat vanuit de afdeling Burger en Sociale Zaken in het kader van de uitvoering van het verbeterplan crisisbeheersing wel activiteiten zijn opgestart, maar dat de uren die hiermee gemoeid zijn nog veel in de indirecte sfeer terecht zijn gekomen en dus niet zijn toegeschreven aan het product Crisisbeheersing. Dit betekent dat er in plaats van de begrote 366 uur (=€ 31.166), in werkelijkheid slechts 52 uur (= € 4.143) op het product terecht zijn gekomen.
Het voordeel van € 185.446 op de doorbelaste kosten van materieel heeft te maken met een verschuiving van de begrote en werkelijke lasten tussen het product Crisisbeheersing en het product Operationeel optreden (zie deelprogramma 34 Brandweerzorg). Hierdoor ontstaat op het product Crisisbeheersing een voordeel van € 185.446 en op het product Operationeel optreden een nadeel van € 173.527. Per saldo is er slechts sprake van een voordeel van € 11.919, ontstaan door lagere brandstofkosten en lagere telefoonkosten. Brandweerzorg - deelprogramma 34 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Openbare veiligheid brandweer € 41.000 N Operationeel optreden € 291.000 N Totaal € 332.000 N Openbare Veiligheid Brandweer In 2005 zijn alle 100 gebruiksvergunningen en 70 evenementenvergunningen gecontroleerd. Dit waren extra werkzaamheden naast de al geplande werkzaamheden. Hierdoor zijn meer uren besteed aan het product Openbare veiligheid brandweer, wat tot het aangegeven nadeel leidt. De extra inspanning was mogelijk doordat vanaf mei extra preventiecapaciteit beschikbaar is gekomen vanwege
Jaarverslag 2005
81
formatie uitbreiding. Deze uitbreiding is gedurende 2005 verwerkt in het budget op de kostenplaats van de afdeling Brandweer en daarmee op begrotingsbasis verwerkt in het product Saldo van de kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). Op realisatiebasis zijn de lasten op de kostenplaatsen echter volledig verdeeld over de verschillende producten van de afdeling Brandweer. Deze verwerkingswijze leidt ertoe dat er in 2005 een nadeel is ontstaan op het product Openbare veiligheid brandweer en een voordeel voor hetzelfde bedrag op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). Per saldo is er dus geen sprake van een over- of onderschrijding. Operationeel Optreden Het nadeel van € 291.000 op het product Operationeel optreden wordt onder andere veroorzaakt door een nadeel van € 173.527 op de doorbelaste kosten van materieel. Dit heeft te maken met een verschuiving van de begrote en werkelijke lasten tussen het product Operationeel optreden en het product Crisisbeheersing (zie toelichting bij deelprogramma 33 Rampenbestrijding). Daarnaast is er een nadeel van € 195.944 op de lasten van de vrijwillige brandweer. Dit wordt vere klaard doordat in de 2 bestuursrapportage de variabele vergoedingen van de vrijwilligers op de kostenplaats zijn bijgeraamd en daarmee op begrotingsbasis een negatief effect heeft op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). In werkelijkheid zijn alle lasten vanuit de kostenplaats verdeeld naar de diverse producten. In het geval van de variabele vergoedingen leidt dit derhalve tot een negatief effect op het product Operationeel optreden en een positief effect op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). Per saldo is er geen sprake van een voor- of nadeel. Tevens zijn er door de afdeling Bouwzaken in 2005 minder kosten doorberekend voor het onderhoud van gebouwen. Dit resulteert op het product Operationeel optreden tot een voordeel van € 23.312. Tenslotte is een voordeel van € 43.704 op de doorbelaste kosten vanuit de afdeling Brandweer ontstaan. Dit is het directe gevolg van het gedaalde uurtarief van de afdeling Brandweer met circa 20% als gevolg van de formatie-uitbreiding halverwege het jaar met twee medewerkers Preventie. Deze extra capaciteit is onder andere ingezet bij de producten Crisisbeheersing (deelprogramma 33 Rampenbestrijding) en Openbare veiligheid (deelprogramma 34 Brandweerzorg). Baten Veiligheid - deelprogramma 31 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Straatverlichting € 417.000 V Overig € 4.200 N Totaal € 412.800 V Straatverlichting In 2005 zijn inkomsten verantwoord ad € 417.047 als gevolg van de overdracht van de openbare verlichting van de noordelijke Rondweg aan Citytec. Deze inkomsten zijn tevens geraamd. Er heeft echter een verschuiving plaatsgevonden tussen het product Straatverlichting en het product Meerjarenonderhoudsplan wegen (zie programma 8 Verkeer, vervoer en Waterstaat, deelprogramma 81 Wegen). Hierdoor ontstaat een overschrijding op de baten op het product Straatverlichting en een onderschrijding op de baten van het product Meerjarenonderhoudsplan wegen. Per saldo is er geen sprake van een over- of onderschrijding. Handhaving - deelprogramma 32 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Graffitibestrijding € 10.300 V Dwangsom € 16.800 V Overig € 4.400 V Totaal € 31.500 V
82
Jaarverslag 2005
Graffitibestrijding In 2005 zijn ten behoeve van de bestrijding van graffiti bijdragen van in totaal € 10.334 ontvangen. Deze bijdragen waren niet begroot. Dwangsom In 2005 is er twee keer een dwangsom van € 10.000 opgelegd. In de begroting was slechts rekening gehouden met een bedrag van € 3.250 aan opbrengsten uit dwangbevelen. Kengetallen
Omschrijving
Realisatie 2004
Fietsdiefstallen Diefstallen van/uit auto Aantal gevallen buit in auto Aantal aangiftes vernieling Percentage respondenten dat overlast brommers/ scooters noemt Aantal bedrijfsinbraken Aantal spreekuren in de wijken: Collegespreekuren (2 collegeleden op tournee door alle 5 de wijken, maandelijks) Wijkspreekuren (door wijkopzichter, per wijk) (wijken binnen rondweg 2-wekelijks, kerkdorpen buitengebied 3- wekelijks) Wijkschouwen Integrale handhaving: Percentage controle risico-objecten milieu Percentage naleefgedrag na eerste controle (milieu) Percentage voornemens dwangsom (milieu) Percentage dwangsom (milieu)
Jaarverslag 2005
Begroting 2005
Realisatie 2005
391 336 167 620
268 491 150 550
393 319 n.b. 452
30% 223
25% 200
30% 141
n.b.
10
18
n.b. n.b.
473 4
559 9
20% 36% 9% 1%
21% 31% 9% 1%
17% 42% 20% 10%
83
84
Jaarverslag 2005
4.
Open bestuurscultuur
Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Bestuur en Veiligheid Bestuursondersteuning en Voorlichting
Omschrijving programma Binnen dit programma gaat het hoofdzakelijk om twee zaken: De relatie tussen burger en bestuur. De relatie tussen raad en college. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Raad - deelprogramma 41 1. Een goed functionerende (duale) democratie. 2. Meer betrekken van burgers bij het beleid. College - deelprogramma 42 3. Een goed functionerende (duale) democratie waarin burgers worden betrokken bij het beleid. 4. Kwalitatief goede dienstverlening. 5. Toekomstgerichte organisatie. Regionaal beleid - deelprogramma 43 6. 7. 8. 9.
Houten positioneren als een zelfbewuste partner. In de regionale besluitvorming de belangen van Houten zo goed mogelijk behartigen. Door regionale samenwerking de effectiviteit en efficiency bevorderen. Goede relaties met buurgemeenten en gemeenten in het Kromme Rijn gebied.
Juridische Zaken - deelprogramma 44 10. Waarborgen van de rechtsbescherming van de burger. 11. Zoveel mogelijk beperken van juridische risico’s voor de gemeentelijke organisatie bij de uitvoering van haar taken. Communicatie en Voorlichting - deelprogramma 45 12. De betrokkenheid van inwoners bij het gemeentelijke beleid bevorderen. 13. Goede informatieverstrekking over het gemeentelijke beleid. Wat hebben we bereikt? Raad - deelprogramma 41 1. De raad heeft begin 2005 haar eigen functioneren besproken. Dit heeft geleid tot een andere opzet van de beleidscyclus. Per jaar zijn er nu 8 beleidscycli, die bestaan uit: een raadsinformatieavond, 3 commissievergaderingen, een thema-avond, werkbezoek en/of hoorzitting en de raadsvergadering. De rekenkamercommissie (RKC) is in 2005 gestart met een externe voorzitter en secretaris. De RKC heeft de jaarrekening gecontroleerd en heeft daarnaast onderzoek gedaan naar het aanbestedingsbeleid van de gemeente Houten. 2. Sinds september heeft de raad een eigen raadsrubriek in een plaatselijke krant: ‘Berichten uit de raad’. Hiermee wil de raad zichtbaar en aanspreekbaar zijn voor de Houtense bevolking. In deze rubriek staan onder andere de raadsbesluiten (in begrijpelijke taal). Ook publiceren we de agenda’s voor de commissievergaderingen in de krant.
Jaarverslag 2005
85
Contacten met de burgers kregen in 2005 steeds meer vorm. Bijna dagelijks benaderden bewoners de griffie met brieven, vragen via de mail of per telefoon. Ook maakten veel Houtenaren gebruik van het inspreekrecht. Insprekers kregen ook in tweede termijn de kans om een reactie te geven. De raad heeft eind 2005 een motie aanvaard waarin het aantal handtekeningen dat nodig is voor het indienen van een burgerinitiatief verlaagd wordt van 75 naar 25. Er zijn in 2005 geen burgerinitiatieven ingediend. College - deelprogramma 42 3. Ook in 2005 zijn er weer wijkschouwen gehouden. De wekelijkse collegespreekuren op het gemeentehuis zijn goed bezocht. Ook is elke maand een collegespreekuur gehouden in één van de wijkclusters. Verder zijn in 2005 voor het eerst avondspreekuren georganiseerd, om de bewoners ook de kans te geven buiten werktijden collegeleden te spreken. Deze zijn echter nauwelijks bezocht. Het college heeft in 2005 een werkbezoek gebracht aan het wijkcluster Noord West én aan Tull en ’t Waal. Hier zijn diverse bedrijven bezocht en is met bewoners gesproken. Het burgerjaarverslag 2004 is in een populaire versie uitgebracht als speciale uitgave bij het Houtens Nieuws. In 2005 zijn verschillende onderzoeken gedaan onder de bewoners. De resultaten daarvan zijn waar mogelijk verwerkt in het gemeentelijke beleid. Zo is een aantal resultaten van een klanttevredenheidsonderzoek onder U-pasgebruikers, meegenomen in de nieuwe afspraken met de U-pasorganisatie. Ook zijn diverse uitkomsten van de leefbaarheidmonitor 2004, én van het onderzoek onder (niet) hondenbezitters in 2005 verwerkt in het gemeentelijke beleid. De effecten van het gemeentelijke re-integratiebeleid zijn geëvalueerd en er is onderzocht hoe de cliënten van Sociale Zaken dit beleid ervaren. Uit een onderzoek naar ervaringen van klanten met de Houtense bezwarencommissie is gebleken dat men over het algemeen (zeer) tevreden is over deze commissie. 4. Eind 2005 is onderzoek gestart naar de ervaringen van (400) burgers met de gemeentelijke dienstverlening bij de verstrekking van bouwaanvragen. Om de dienstverlening aan de bewoners verder te optimaliseren, zijn in 2005 verdere voorbereidingen getroffen voor het openen van de gemeentewinkel eind 2006. Het streven is hier een samenhangend pakket van gemeentelijke diensten aan te bieden. 5. Er zijn diverse veranderingen doorgevoerd binnen de gemeentelijke organisatie, om beter in te kunnen spelen op toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen. Zo is een directieteam (DT) geformeerd, een staf-lijn onderzoek gedaan en zijn competentieprofielen voor DT leden en afdelingshoofden opgesteld. Regionaal beleid - deelprogramma 43 6-7. In januari 2005 heeft het college aan het BRU een brief geschreven over de visie van Houten op de toekomstige kerntaken van het BRU. Het dagelijks bestuur van het BRU heeft deze visie meegenomen in een eigen kerntakenvisie. Het concept resultaat is eind 2005 aan de deelnemende gemeenten gepresenteerd en komt grotendeels sterk overeen met de Houtense visie. 8-9.In Lekstroomverband heeft Houten zich sterk gemaakt voor een tussentijdse evaluatie van de samenwerking tot nu toe. Eerder zijn al met de Lekstroomgemeenten (IJsselstein, Vianen, Nieuwegein en Houten) afspraken gemaakt over samenwerking op een aantal beleidsthema’s. In 2005 zijn die samenwerkingsmogelijkheden nader onderzocht. Daarnaast wordt in Lekstroomverband overigens al samengewerkt bij de bedrijfsvoering, zoals: gezamenlijke inkoop en aanbesteding, uitwisseling van kennis en ervaringen. Juridische Zaken - deelprogramma 44 10. In 2005 is de frequentie van de zittingen van de bezwaarschriftencommissie verhoogd naar gemiddeld één keer per twee weken. Dit moet ertoe bijdragen dat de afhandeling van bezwaarschriften voortaan sneller gaat en het aantal overschrijdingen van de wettelijke termijnen afneemt. In juni 2005 is het rapport over het onderzoek naar de Houtense bezwarencommissie gepresenteerd. Hoofdconclusie is dat het oordeel van de bezwaarmakers (Houtense burgers) over het functioneren van de commissie op de meeste onderdelen positief is. Er zijn enkele aandachtspunten,
86
Jaarverslag 2005
waaronder de presentatie tijdens de zitting en de (hierboven al genoemde) lange afdoeningtermijnen. 11. In 2005 zijn voorbereidingen getroffen voor de verdere uitbouw van de juridische kwaliteitszorg. Voor de startnotitie zijn diverse gesprekken met afdelingshoofden gevoerd. Communicatie en Voorlichting - deelprogramma 45 12. Via intensieve communicatie over grote projecten, houden we de inwoners betrokken en leren we van ze. Zo zijn er allerlei informatiebijeenkomsten geweest met diverse doelgroepen over de deelprojecten van het Masterplan Centrum: het Cultuurcentrum, uitbreiding De Heemlanden, renovatie gemeentehuis, de Spil, verkeer op het Rond. Ook zijn er voorlichtingsbijeenkomsten geweest over de ontwikkelingen bij Castellum, uitwerking van de verkaveling in Vinex, invulling van De Koppeling, nieuwe invullingen op De Meerpaal en de windturbines aan de Meerpaal. Daarnaast zijn voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) met allerlei groepen gesprekken gevoerd over de invulling van deze wet in de gemeente. 13. Naast de inzet van de gebruikelijke schriftelijke instrumenten (folders, gemeentegids, gemeenterubriek) en mondelinge en digitale instrumenten, is in 2005 ook weer een activiteitenmarkt gehouden. Hierbij konden nieuwe inwoners kennis maken met het verenigingsleven in Houten. Ruim 100 maatschappelijke organisaties namen deel aan de markt die goed bezocht werd. De website is verder uitgebreid (er zijn bijvoorbeeld meer formulieren te downloaden) en ook de kwaliteit van de gemeentelijke website is verder verbeterd. Sinds half 2005 is op de website het Bestuurlijk Informatiesysteem operationeel, zodat iedereen voortaan toegang heeft tot allerlei digitale documenten (raadsstukken, collegestukken et cetera). Er zijn vier uitgaven verschenen van de gemeentekrant Bouwen aan Houten, over ontwikkelingen op ruimtelijk en sociaal terrein. Deze uitgaven zijn in Vinex huis aan huis verspreid. Er zijn twee speciale edities verschenen over het centrum en het burgerjaarverslag 2004. In 2005 is een populaire uitgave verschenen van de ruimtelijke visie Houten. Rekening
Deelprogramma's 41 42 43 44 45
41 42 43 44 45
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Raad College Regionaal beleid Juridische zaken Communicatie en voorlichting
660.436,00 1.319.599,00 143.727,00 292.822,00 770.478,00
680.909,00 1.532.828,00 162.228,00 333.478,00 857.472,00
698.416,00 1.531.966,00 163.195,00 338.704,00 833.626,00
689.672,85 1.314.603,25 147.079,89 284.528,92 824.891,89
8.743,15 217.362,75 16.115,11 54.175,08 8.734,11
Totaal lasten
3.187.062,00
3.566.915,00
3.565.907,00
3.260.776,80
305.130,20
Raad College Regionaal beleid Juridische zaken Communicatie en voorlichting
1.310,00 60.748,00
88.520,00
88.520,00
882,50 3.397,77 28.068,69
882,50 3.397,77 60.451,31-
Totaal baten
62.058,00
88.520,00
88.520,00
32.348,96
56.171,04-
Saldo
3.125.004,00-
3.478.395,00-
3.477.387,00-
3.228.427,84-
248.959,16
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel.
Jaarverslag 2005
87
Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Lasten College - deelprogramma 42 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: College € 58.700 V Voormalig bestuur € 104.600 V Ondersteuning college € 78.600 V Ondersteuning gemeentesecretaris € 24.500 N Totaal € 217.400 V College Bij de berekening van de salarissen en sociale lasten voor het college zijn voor de begroting 2005 verkeerde uitgangspunten gehanteerd. Hierdoor zijn verschillende componenten, die het totaal begrote bedrag aan salarissen en sociale lasten vormen, te hoog voorgesteld. Dit leidt tot een onderschrijding van circa € 70.000. Daarnaast zijn de representatiekosten met bijna € 9.000 overschreden. Dit wordt veroorzaakt door de revisie van de ambtsketen van de burgemeester, het diner ter gelegenheid van het ambtsjubileum van de burgemeester, het diner voor het dagelijks bestuur van de VNG waarvoor Houten gastgemeente was en door het nieuwe ontwerp van de felicitatiekaart die in 2005 is gemaakt. Voormalig bestuur Het voordeel op het product Voormalig bestuur wordt verklaard doordat: Er in 2005 een verschuiving heeft plaatsgevonden tussen het product Voormalig bestuur en de concernkostenplaats MID-P&O concernbrede kosten. Hierdoor zijn de loonkosten van een voormalige wethouder verantwoord op de concernkostenplaats MID-P&O concernbrede kosten (wat tot een overschrijding op de lasten leidt), terwijl het budget is verantwoord op het product Voormalig bestuur (met een onderschrijding op de lasten tot gevolg). Per saldo is er geen sprake van een over- of onderschrijding. Gedurende het jaar het aantal uitkeringsgerechtigde wethouders is gedaald. In het begin van het jaar waren er vijf ex-wethouders die aanspraak maakten op de wachtgeldregeling; aan het einde van 2005 waren er al twee ex-wethouders die hierop geen aanspraak meer hoefden te maken. Ondersteuning college De onderschrijding op het product Ondersteuning college wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er minder uren door de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting aan dit product zijn toegerekend dan begroot. Dit komt doordat de functie van beleidscoördinator in 2005 lange tijd vacant is geweest. Ondersteuning gemeentesecretaris In 2005 zijn er door de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting meer uren besteed aan de ondersteuning van de gemeentesecretaris dan oorspronkelijk was geraamd. Dit komt doordat het organisatieontwikkel-traject vooral in de tweede helft van 2005 veel extra ondersteuning heeft gevergd (aanstelling directieteam, komst verandermanager, onderzoek staf-lijn, interim-gemeentesecretaris).
88
Jaarverslag 2005
Juridische zaken - deelprogramma 44 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Juridische adviezen € 54.200 V Juridische adviezen De onderschrijding op de lasten van het product Juridische adviezen wordt veroorzaakt door: Een onderschrijding op de advieskosten van € 20.680. Dit betreft de kosten van de ombudsman. De daadwerkelijke kosten die ten laste van het begrotingsjaar worden gebracht zijn afhankelijk van het aantal klachten dat de ombudsman krijgt over de gemeente Houten. Het aantal klachten was in 2005 zeer laag. Een lagere doorbelasting van kosten vanuit de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting van € 35.664, doordat er in 2005 minder uren aan het product Juridische adviezen zijn besteed dan was begroot. De oorzaak hiervan is langdurige ziekte van een medewerker. Baten Communicatie en voorlichting - deelprogramma 45 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Communicatie en voorlichting € 60.500 N Communicatie en voorlichting De baten die onder deze post genoemd staan, betreffen de bijdragen van de projectontwikkelaars die hun te bouwen woningen in het Wooninformatiecentrum (WIC) exposeren. De aantallen woningen, die de inkomsten genereren, zijn gebaseerd op de indicatieve woningbouwplanning Houten-Vinex van 1 maart 2004 van de afdeling Projectontwikkeling. Deze planning gaat uit van 888 woningen. In 2005 zijn deze aantallen echter niet gehaald. Dit komt doordat 200 woningen in het deelplan Loerik V en 68 woningen in het woonzorgcomplex in Schonauwen II niet in 2005 zijn opgeleverd, maar pas in 2006 worden opgeleverd. Daarnaast zijn door aangepaste faseringen de opleveringen van 100 woningen in het deelplan Schonauwen III fase 2 en de helft (25 woningen) van de woningen in De Hoon IIIa doorgeschoven naar 2006. Kengetallen Omschrijving
Realisatie 2004
Raad Vergaderingen raad Vergaderingen commissies Raadsbesluiten Werkbezoeken commissies, themabijeenkomsten en hoorzittingen College Vergaderingen college Afhandeling bezwaar en beroep Percentage gegronde bezwaarschriften t.o.v. totaal aantal ingediende bezwaarschriften Vergaderingen bezwarencommissie Klachten bij gemeente Percentage gegronde klachten t.o.v. totaal aantal ingediende klachten Klachten bij ombudsman Afdoening bezwaarschriften binnen 14 weken (normtijd) langer dan 14 weken ingetrokken / nog niet afgerond
Jaarverslag 2005
Begroting 2005
Realisatie 2005
8 27 87
8 32 120
9 27 90
n.b.
8
18
50
50
51
7% 17 43
15% 18 30
10% 20 32
20% 9
25% 10
39% 5
20% 44% 36%
50% 15% 35%
22% 37% 41%
89
90
Jaarverslag 2005
5.
Toekomstgerichte organisatie
Conform de begroting 2005 is dit programma nu opgenomen als een onderdeel van het programma 4 Open bestuurscultuur. In de paragraaf Bedrijfsvoering komt eveneens een aantal aspecten van dit onderwerp aan bod.
Jaarverslag 2005
91
92
Jaarverslag 2005
6.
Gezonde financiën
Het programma Gezonde financiën is in de begroting 2006 niet meer opgenomen. De verantwoording onder een specifiek programma, die op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten 2004 ook niet op deze manier behoort plaats te vinden, komt daarmee te vervallen. Deze gedragslijn is, ook al was in de begroting 2005 het programma Gezonde financiën ingevuld, ook voor het jaarverslag 2005 toegepast. De onderwerpen die bij dit programma behoren, komen nu terug bij het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.
Jaarverslag 2005
93
94
Jaarverslag 2005
7.
Algemeen bestuur
Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Bestuur en Veiligheid Samenleving
Omschrijving programma Het programma Algemeen Bestuur kent een sterke samenhang met het programma Open Bestuurscultuur. De accenten liggen zodanig dat in dit deelprogramma Burgerzaken aan de orde komt. De werkzaamheden in het kader van Burgerzaken zijn over het algemeen het meest herkenbaar voor onze inwoners. Het bevat hoofdzakelijk de verstrekking van overheidsdocumenten en de bevolkingsadministratie. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Burgerzaken - deelprogramma 71 1. Het verstrekken van juiste informatie aan geautoriseerde instanties en burgers tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. 2. De burger moet onze dienstverlening als ruim voldoende ervaren. Wat hebben we bereikt? Burgerzaken - deelprogramma 71 1. Al jaren is de trend dat de schriftelijke informatievoorziening steeds minder wordt. Daarentegen laat het elektronisch verstrekken van informatie een grote toename zien. Dit heeft als bijkomend voordeel dat in de vertrekking van inlichtingen/gegevens minder menselijke fouten kunnen voorkomen. 2. In 2005 heeft geen klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Maar gelet op het resultaat van het in 2004 gehouden onderzoek en de onveranderde werkwijze is er geen reden om aan te nemen dat de waardering van de dienstverlening door Burgerzaken gewijzigd is. Rekening
Deelprogramma's
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
71 Burgerzaken
1.004.787,00
1.278.584,00
1.300.499,00
1.255.681,30
44.817,70
Totaal lasten
1.004.787,00
1.278.584,00
1.300.499,00
1.255.681,30
44.817,70
71 Burgerzaken
410.493,00
604.229,00
556.229,00
600.458,56
44.229,56
Totaal baten
410.493,00
604.229,00
556.229,00
600.458,56
44.229,56
Saldo
594.294,00-
674.355,00-
744.270,00-
655.222,74-
89.047,26
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel.
Jaarverslag 2005
95
Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de afwijking tussen de begroting na wijziging en de rekening bij zowel de lasten als de baten kleiner is dan 10%. Daarom volgt geen nadere toelichting op dit programma. Kengetallen Omschrijving
Realisatie 2004
Huwelijksaangiften Huwelijken/partnerschapsregistraties Akten burgerlijke stand Naturalisaties Rijbewijzen Reisdocumenten Afgegeven documenten (overig) Aantal inlichtingen Verwerkte berichten, via netwerk ontvangen Verwerkte berichten, via netwerk verzonden Verwerkte berichten, via overige media
96
195 106 854 15 2.189 7.915 7.820 21.535 58.435 137.332 123.410
Jaarverslag 2005
Begroting 2005 210 84 760 30 1.900 7.455 8.105 19.000 65.000 140.000 100.000
Realisatie 2005 224 121 865 24 2.044 8.150 7.726 16.673 86.147 162.554 242.025
8.
Verkeer, vervoer en waterstaat
Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Economische Zaken en Financiën / Ruimtelijke Ordening Ruimtelijk Beheer / Stadsontwikkeling
Omschrijving programma Het programma Verkeer, vervoer en waterstaat is gericht op de aanzienlijke infrastructurele opgave die de groei van Houten naar 50.000 inwoners met zich meebrengt. De ontwikkeling van Houten-zuid gaat gepaard met de aanleg van de nieuwe Rondweg (voltooid in 2003), De Meerpaalweg (voltooid in 2005), herprofilering van De Koppeling en de ontsluiting op buurt- en wijkniveau. Dat is echter niet e e genoeg. Een 2 en mogelijk 3 aansluiting op het Rijkswegennet is noodzakelijk. De groei van Houten leidt tevens tot een forse stijging van het trein- en busgebruik. Naast de realisatie van nieuwe infrastructuur zijn het handhaven en verbeteren van de functionaliteit en kwaliteit van de bestaande infrastructuur van belang. De verkeersveiligheid is daarbij essentieel. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Wijkgericht samenwerken - fysieke component - deelprogramma’s 81-86 1. Het vergroten van inzicht bij bewoners in wat de gemeente doet in de wijk op het gebied van onderhoud van de woon- en leefomgeving en wat de ruimte is voor invloed van bewoners. 2. Een duurzamere relatie met bewoners. 3. Vaker de vraag ophalen uit de wijk om maatwerk te kunnen leveren. Verkeersveiligheid - deelprogramma 87 4. Het handhaven en waar mogelijk verbeteren van de veiligheid van de wegen en fietspaden in de gemeente. Openbaar vervoer - deelprogramma 88 5. De hogere treinfrequentie die ontstaat, opvangen met passende maatregelen op het gebied van stations en aansluitend openbaar vervoer. 6. Verbeteren van de afwikkeling van het verkeer op de kruisingen van de Utrechtseweg met de Essenkade en de Rondweg. Bereikbaarheid - deelprogramma 89 7. De bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven moet, ook tijdens de groei, worden gegarandeerd. 8. Aan het eind van de Vinex-periode moet de congestie op het huidige lokale wegennet (in het bijzonder op de Rondweg en De Staart) tot het verleden behoren. Fietsen - deelprogramma 90 9. Mogelijkheden voor ‘werk-met-werk’ realiseren en de situatie voor fietsers verder verbeteren.
Jaarverslag 2005
97
Wat hebben we bereikt? Wijkgericht samenwerken - fysieke component - deelprogramma’s 81-86 1-3. Er is een grote stap gezet in de ontwikkeling van Wijkonderhoudsplannen. De Wijkonderhoudsplannen en Wijkonderhoudsdagen worden ingezet met als doel om: o inzicht en overzicht te geven in al het beheer en onderhoud dat zich in de wijken afspeelt om bewoners meer te betrekken bij de buitenruimte en inzicht te geven in de inspanningen van de gemeente. o waar mogelijk als gemeente input te verkrijgen voor eventuele beleidsbijstellingen in het beheer en onderhoud. o ervaring op te doen met deze vorm van wijkgerichte dialoog met bewoners. In 2005 zijn twee Wijkonderhoudsdagen georganiseerd in wijkcluster Noord-West. De manifestaties hadden een feestelijk en gezellig karakter en hebben een groot aantal bewoners van Noordwest getrokken. De wijkinstrumenten zijn verder ontwikkeld. Wijkspreekuren, wijkschouwen, collegebezoeken en collegespreekuren werden het hele jaar door in meer of mindere mate bezocht. Voor het eerst heeft het college ook avondspreekuren gehouden en is er een collegebezoek in wijkcluster Noordwest georganiseerd. In het kader van de organisatie, bijvoorbeeld van wijkschouwen, is er veelvuldig contact geweest met bewonersgroepen en wijkverenigingen. Deze organisaties worden ook betrokken bij de grote(re) beheerprojecten, zoals reconstructies, die in de wijk worden uitgevoerd. Incidenteel ontstaan er tijdens deze reconstructies kleine bewonersgroepen die de belangen van hun straat vertegenwoordigen. Deze bewonersgroepen verdwijnen meestal als de beheerprojecten zijn afgelopen. Verkeersveiligheid - deelprogramma 87 4. In april 2005 is de “Verkeersveiligheidsrapportage (VVR) 2000-2003” vastgesteld waarin 21 aandachtspunten zijn geformuleerd. Op basis van de VVR is een nieuw Verkeerveiligheidsplan voor de periode 2006-2010 ambtelijk voorbereid. Naast onderzoek/registratie, educatie/gedragsbeïnvloeding en handhaving krijgen vooral infrastructurele aanpassingen (waaronder fietsroutes en fietsoversteekplaatsen) de aanleg van en bromfietsmaatregelen veel aandacht in het plan. Ook in 2005 hebben de diverse verkeersveiligheidsacties op het gebied van voorlichting en educatie weer aandacht gekregen. Om filevorming op de afrit van de A27 tegen te gaan is de oostelijke rotonde van de Staart in 2005 omgevormd tot een turborotonde en is een extra bypass aangelegd. Voor het verbeteren van de doorstroming en verkeersveiligheid op de Noordelijke Rondweg heeft hier in 2005 grootonderhoud plaatsgevonden waarbij nieuwe VRI’s, openbare verlichting en aangepaste inprikkers zijn aangelegd. Naar aanleiding van onderzoek naar meerdere ongevallen op de Zuidoostelijke Rondweg is de asfaltlaag van dit weggedeelte vernieuwd. Eind 2005 is een plan van aanpak vastgesteld voor de aanpassing, vervanging of verwijdering van punaises in Houten-Zuid. Openbaar vervoer - deelprogramma 88 5. Voor het Centrum en Castellum is verder gewerkt aan de verdere planontwikkeling. Om ruimte te kunnen maken voor de werkzaamheden in het centrum, is in overleg met ProRail, NS en Connexxion de hoofdbushalte verplaatst. 6. Als onderdeel van de werkzaamheden op de Rondweg is de doorstroming voor het Openbaar Vervoer verbeterd. Bereikbaarheid - deelprogramma 89 7. Door het gereedkomen van de fietstunnel onder de Rondweg bij De Staart is de capaciteit van deze kruising verder vergroot. Om de Rondweg nog beter te benutten hebben in 2005 omvangrijke werkzaamheden met aanzienlijke overlast plaatsgevonden. Voor het Centrum is een dynamisch logistiek draaiboek opgesteld en een vergunningensysteem voor bouwers en ontwikkelaars opgesteld om de bereikbaarheid te waarborgen.
98
Jaarverslag 2005
8. Voor de lange termijn wordt in regionaal verband samengewerkt in het project A12 SALTO, dat in de eerste fase (2010) tot een ontsluiting van Houten (en Bunnik) op de A12 moet leiden (BORproject). De besluitvorming met veel regionale spelers blijft een complexe aangelegenheid die veel tijd vraagt. Fietsen - deelprogramma 90 9. Noodzakelijk technisch onderhoud aan de Lekdijk is gecombineerd met maatregelen om de veiligheid voor de fietser te verbeteren. Besluitvorming over de spoorwegovergang Fortweg in de fietsroute naar Utrecht is afgerond. Rekening
Deelprogramma's 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Wegen Civiel-technische kunstwerken Verkeerregelinstallaties Straatmeubilair Straat- en kolkenreiniging Verkeerregelinstallaties Verkeersveiligheidsplan Openbaar vervoer Bereikbaarheid Fietsen
4.259.845,00 286.762,00 145.740,00 53.282,00 515.681,00 244.693,00 93.360,00 63.883,00 72.381,00 11.757,00
1.501.003,00 233.117,00 154.323,00 26.089,00 458.393,00 156.291,00 73.596,00 72.815,00 69.883,00 14.764,00
6.704.631,00 312.259,00 136.705,00 30.372,00 642.946,00 183.128,00 1.023.385,00 67.815,00 69.883,00 14.764,00
7.074.502,79 451.786,39 1.071.853,10 73.666,16 782.996,22 381.304,09 249.538,41 54.568,41 88.181,04 13.124,34
369.871,79139.527,39935.148,1043.294,16140.050,22198.176,09773.846,59 13.246,59 18.298,041.639,66
Totaal lasten
5.747.384,00
2.760.274,00
9.185.888,00
10.241.520,95
1.055.632,95-
Wegen Civiel-technische kunstwerken Verkeerregelinstallaties Straatmeubilair Straat- en kolkenreiniging Verkeerregelinstallaties Verkeersveiligheidsplan Openbaar vervoer Bereikbaarheid Fietsen
1.350.321,00 200,00 151.674,00 2.517,00 1.924,00 280,00 11,00 -
74.158,00 32.087,00 50,00 -
3.686.408,00 32.087,00 772.250,00 170.000,00 50,00 -
2.879.788,44 117.819,02 908.555,03 311,00 172.800,00 2.503,00 801,74 563,50 11,34 -
806.619,5685.732,02 136.305,03 311,00 2.800,00 2.453,00 801,74 563,50 11,34 -
Totaal baten
1.506.927,00
106.295,00
4.660.795,00
4.083.153,07
577.641,93-
Saldo
4.240.457,00-
2.653.979,00-
4.525.093,00-
6.158.367,88-
1.633.274,88-
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven.
Jaarverslag 2005
99
Lasten Civieltechnische kunstwerken - deelprogramma 82 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Civieltechnische kunstwerken € 140.000 N Overig € 500 V Totaal € 139.500 N Civieltechnische Kunstwerken Het programma groot onderhoud 2005, waarbij onder andere de voegovergangen in de noordelijke Rondwegtunnel zijn vervangen, is volgens plan uitgevoerd. Dit uitbestede, projectmatige groot onderhoud heeft in 2005 geleid tot een overschrijding op de lasten van € 213.260. Door de aandacht voor dit groot onderhoud is het reguliere onderhoud deels blijven liggen, wat resulteert in een onderschrijding van de onderhoudslasten van circa € 99.690 en een onderschrijding als gevolg van mindere bestede uren van € 29.850. In totaal is er sprake van een nadeel van € 83.720. Binnen het Beheerplan Openbare Ruimte worden de lasten van groot onderhoud en eventuele afwijkingen in de onderhoudsfeer gedekt via de voorziening Beheer Openbare Ruimte (zie ook verklaring aan de batenzijde). Per saldo is er derhalve geen sprake van een voor- of nadeel. Daarnaast zijn op het product Civieltechnische kunstwerken de kapitaallasten met € 50.546 overschreden. Dit is het directe gevolg van het versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut. In het kader van de afwikkeling van de stelpost resultaat Vinex is, in de door de raad op 15 november 2005 vastgestelde begroting 2006, besloten om de investeringen met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven ten laste van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd). Hierdoor worden de hogere kapitaallasten op het product Civieltechnische kunstwerken gedekt door een onttrekking aan de reserves. Voor een nadere verklaring hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005. Verkeersregelinstallaties - deelprogramma 83 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Verkeersregelinstallaties € 935.100 N Verkeersregelinstallaties Op het product Verkeersregelinstallaties (VRI’s) is in 2005 voor € 933.132 aan lasten verantwoord ten behoeve van het plaatsen en vervangen van verkeersregelinstallaties. Deze lasten zijn ook in de begroting 2005 opgenomen voor een bedrag van € 947.250. Er heeft echter een verschuiving plaatsgevonden tussen het product Verkeersregelinstallaties en het product Verkeersveiligheidsplan (zie deelprogramma 87). Hierdoor ontstaat op het product Verkeersregelinstallaties een overschrijding op de lasten van € 933.132 en op het product Verkeersveiligheidsplan (zie deelprogramma 87) een onderschrijding op de lasten van € 947.250. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 14.118. Straatmeubilair - deelprogramma 84 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Straatmeubilair € 43.300 N Straatmeubilair Het nadeel op het product Straatmeubilair is ontstaan doordat er meer uren aan dit product zijn besteed dan was begroot. Reden hiervoor is dat er regelmatig straatmeubilair wordt vernield en daardoor moet worden vervangen. De extra uren die zijn besteed aan het product Straatmeubilair zijn ten koste gegaan van de bestede uren aan andere producten van de afdeling Openbare Werken. Hierdoor ontstaan verschillende over- en onderschrijdingen op diverse deelprogramma’s.
100
Jaarverslag 2005
Straat- en kolkenreiniging - deelprogramma 85 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Straatreiniging (stadsbeheer) € 53.400 N Straatreiniging (wijkbeheer) € 92.600 N Overig € 5.900 V Totaal € 140.100 N Straatreiniging Aan het product Straatreiniging (stadsbeheer en wijkbeheer) zijn meer uren besteed dan was begroot, wat tot een nadeel leidt van € 179.031. De reden hiervoor is dat in de primitieve begroting geen rekee ning was gehouden met de ondersteuning door Stadsuitvoering. Dit is in de 2 bestuursrapportage hersteld door op de kostenplaats Openbare werken uren en budget bij te ramen. Dit heeft geresulteerd in een negatief effect op begrotingsbasis op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). In werkelijkheid zijn alle kosten op de kostenplaats van Openbare werken doorverdeeld naar de diverse producten, waardoor er geen saldo op de kostenplaats ontstaat. Door deze verwerkingswijze is er in 2005 een nadeel ontstaan van € 179.031 op het product Straatreiniging en een voordeel op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen) voor hetzelfde bedrag. Per saldo is er derhalve geen sprake van een voor- of nadeel als gevolg van meer bestede uren. Daarnaast is op het product Straatreiniging (wijkbeheer) een voordeel van € 32.851 ontstaan op uitbestede werkzaamheden. Dit is het directe gevolg van het feit dat er in 2005 meer in eigen beheer is gedaan en efficiënter is gewerkt. Verkeer - deelprogramma 86 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Bewegwijzering en verkeersborden € 82.600 N Verkeersmaatregelen € 122.800 N Overig € 7.200 V Totaal € 198.200 N Bewegwijzering en verkeersborden Het nadeel op het product Bewegwijzering en verkeersborden is ontstaan doordat er meer uren aan dit product zijn besteed dan was begroot. Reden hiervoor is dat er regelmatig verkeersborden worden vernield of worden verwijderd en daardoor vervangen moeten worden. De extra uren die zijn besteed aan het product Bewegwijzering en verkeersborden zijn ten koste gegaan van de bestede uren aan andere producten van de afdeling Openbare Werken. Hierdoor ontstaan verschillende over- en onderschrijdingen op diverse deelprogramma’s. Verkeersmaatregelen Op het product Verkeersmaatregelen zijn de kapitaallasten met € 132.589 overschreden. Dit is het directe gevolg van het versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut. In het kader van de afwikkeling van de stelpost resultaat Vinex is, in de door de raad op 15 november 2005 vastgestelde begroting 2006, besloten om de investeringen met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven ten laste van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd). Hierdoor worden de hogere kapitaallasten op het product Verkeersmaatregelen gedekt door een onttrekking aan de reserves. Voor een nadere verklaring hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005. Daarnaast zijn er aan het product Verkeersmaatregelen minder uren besteed dan was begroot, wat resulteert in een voordeel van € 5.960.
Jaarverslag 2005
101
Verkeersveiligheidsplan - deelprogramma 87 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Verkeersveiligheidsplan € 773.900 V Verkeersveiligheidsplan In 2005 is er een budget beschikbaar gesteld van € 947.250 ten behoeve van het plaatsen en vervangen van verkeersregelinstallaties. In werkelijkheid zijn hiervoor € 933.132 aan lasten verantwoord. Er heeft echter een verschuiving plaatsgevonden tussen het product Verkeersveiligheidsplan en het product Verkeersregelinstallaties (zie deelprogramma 83). Hierdoor ontstaat op het product Verkeersveiligheidsplan een onderschrijding op de lasten van € 947.250 en op het product Verkeersregelinstallaties (zie deelprogramma 83) een overschrijding op de lasten van € 933.132. Per saldo is er derhalve sprake van een voordeel van € 14.118. Tevens is er op het product Verkeersveiligheidsplan een eindafrekening klein onderhoud verantwoord voor een bedrag van € 120.278. Deze kosten zijn tevens begroot. Er heeft echter een verschuiving plaatsgevonden tussen het product Verkeersveiligheidsplan en het product Wegen (zie deelprogramma 81 Wegen). Hierdoor ontstaat een overschrijding op de lasten op het product Verkeersveiligheidsplan en een onderschrijding op de lasten op het product Wegen (zie deelprogramma 81 Wegen). Per saldo is er derhalve geen sprake van een over- of onderschrijding. Ook zijn de advieskosten met € 12.212 overschreden als gevolg van extra uitgaven voor verkeerseducatie. Tegenover deze overschrijding wordt in 2006 een bijdrage van de BRU verwacht. Daarnaast hebben de medewerkers van de afdeling Openbare Werken meer tijd aan dit product besteed, wat tot een overschrijding op de lasten leidt van € 29.340. Baten Wegen - deelprogramma 81 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Meerjarenonderhoudsplan wegen € 913.200 N Wegen € 126.000 V Overig € 19.400 N Totaal € 806.600 N Meerjarenonderhoudsplan wegen Op het product Meerjarenonderhoudsplan wegen zijn o.a. subsidies van Citytec met betrekking tot de openbare verlichting van de noordelijke Rondweg (€ 365.000) en het BRU ten behoeve van verkeersregelinstallaties (€ 200.000) geraamd. Deze inkomsten zijn ook daadwerkelijk verantwoord. Er heeft echter een verschuiving plaatsgevonden tussen het product Meerjarenonderhoudsplan wegen, het product Straatverlichting (zie programma 3 Veilige woon- en leefomgeving, deelprogramma 31 Veiligheid) en het product Verkeersregelinstallaties (zie deelprogramma 83). Hierdoor ontstaat op het product Meerjarenonderhoudsplan wegen een nadeel van € 565.000. Daartegenover ontstaan voordelen op de volgende producten: Straatverlichting € 417.047 zie deelprogramma 31 Verkeersregelinstallaties € 200.000 zie deelprogramma 83 Per saldo is er sprake van een overschrijding op de baten van € 52.047. Dit is het gevolg van het feit dat een lagere bijdrage van Citytec was geraamd voor het vervangen van de openbare verlichting van de noordelijke Rondweg. Daarnaast heeft er een lagere onttrekking aan de voorziening Beheerplan Openbare Ruimte plaatsgevonden als gevolg van lagere onderhoudskosten. Hierdoor is een onderschrijding op de baten van € 310.276 ontstaan.
102
Jaarverslag 2005
Wegen In 2005 zijn er vanuit de afdeling Projectontwikkeling onderhoudsfondsen overgedragen aan de afdeling Openbare werken in verband met de overdracht van gebieden uit Vinex. Hierdoor is een bate ontstaan op het product Wegen van € 123.964. Deze ontvangst is echter direct gestort in de voorziening initieel onderhoud, wat een extra last op het product Wegen voor hetzelfde bedrag tot gevolg heeft. Per saldo is er geen sprake van een voor- of nadeel. Civieltechnische kunstwerken - deelprogramma 82 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Civieltechnische kunstwerken € 85.700 V Civieltechnische Kunstwerken Het voordeel op het product Civieltechnische kunstwerken is ontstaan door een onttrekking aan de voorziening Beheer Openbare Ruimte. Deze onttrekking is gedaan om de hogere lasten in verband met het uitgevoerde groot onderhoud te dekken (zie ook verklaring aan de lastenzijde). Deze werkwijze is conform hetgeen is gesteld in het Beheerplan Openbare Ruimte. Verkeersregelinstallaties - deelprogramma 83 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Verkeersregelinstallaties € 136.300 V Verkeersregelinstallaties De onderschrijding op de baten is gevolg van een verschuiving tussen het product Verkeersregelinstallaties en het product Meerjarenonderhoudsplan wegen (zie deelprogramma 81 Wegen) Hierdoor ontstaat op het product Verkeersregelinstallaties een onderschrijding op de baten van € 200.000, terwijl op het product Meerjarenonderhoudsplan wegen (zie deelprogramma 81 Wegen) een overschrijding op de baten ontstaat voor hetzelfde bedrag. Per saldo is er derhalve geen sprake van een overof onderschrijding op de baten. Daarnaast is er, conform hetgeen is gesteld in het Beheerplan Openbare Ruimte, een onttrekking aan de voorziening Beheer Openbare Ruimte gedaan van € 708.555. Dit is € 63.695 lager als waarmee bij het opstellen van de begroting 2005 rekening was gehouden. Kengetallen Omschrijving
Realisatie 2004
Wijkgericht samenwerken Aantal spreekuren in de wijken: Collegespreekuren (collegeleden op tournee door alle 5 de wijken, maandelijks) Wijkspreekuren (door wijkopzichter, per wijk) (wijken binnen rondweg 2x per week, kerkdorpen buitengebied 3- wekelijks) Wijkschouwen Reiniging Straatvegen door derden (keren per jaar) Straatvegen door derden (totaal km) Straatvegen eigen dienst (keren per jaar) Transport veegvuil (aantal uren) Reiniging veegvuil (aantal ton) Kunstwerken Aantal bruggen Aantal tunnels Aantal duikers Aantal steigers Aantal keermuren Aantal stuwen
Jaarverslag 2005
Begroting 2005
Realisatie 2005
n.b.
17
18
n.b. n.b.
472 10
559 9
6,5 1.755 6,5 99 870
6 1.720 6,5 115 1.035
6 1.842 6 135 867
160 20 135 17 10 12
170 23 135 19 11 15
170 23 135 19 11 15
103
104
Jaarverslag 2005
9.
Economische zaken
Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Economische Zaken en Financiën Stadsontwikkeling
Omschrijving programma Het programma Economische Zaken is gericht op het stimuleren van de economische ontwikkeling van Houten. Hoofddoel is dat Houten een economisch gezonde gemeente blijft, waarbij de economische groei en ontwikkeling in de pas blijft lopen met de bevolkingsgroei en –ontwikkeling. We richten ons hierbij op de sectoren waarin Houten traditioneel sterk is, namelijk zakelijke dienstverlening, zelfstandige professionals en schone bedrijven in diverse sectoren, zoals grafische diensten, uitgeverijen en groothandel. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Detailhandel - deelprogramma 91 1. Een evenwichtige detailhandelstructuur creëren die aansluit op de behoeften van de inwoners van Houten, die tevens afgestemd is binnen de Utrechtse regio voor wat betreft de grootschalige perifere detailhandel. Vestigingsmilieu - deelprogramma 92 2. Het op peil houden van een evenwichtige woon-werkbalans. 3. Het bieden van een goed vestigingsmilieu en een goed ondernemersklimaat. Markten - deelprogramma 93 4. Het in stand houden van een duurzaam gezonde marktvoorziening als aanvulling op het winkelaanbod. 5. Het in stand houden van de mogelijkheden voor standplaatshouders om op verschillende plaatsen producten aan te bieden en voor venters om hun producten aan de deur aan te bieden. Overige economische zaken - deelprogramma 94 6. Handhaven en uitbreiden van een goed voorzieningenniveau. 7. Behartiging van de Houtense belangen bij de deelname in nutsbedrijven. 8. Ontwikkeling van reclamebeleid. Wat hebben we bereikt? Detailhandel - deelprogramma 91 1. Voor het Centrumplan is een branche- en selectiecommissie ingesteld ten behoeve van de invulling van de nieuwbouw. Inmiddels is 70 % van de totale winkelruimte verhuurd via deze commissie. De kandidaten voor De Spil zijn vanuit Economische Zaken getoetst op de economische aspecten en de doelstellingen voor de opwaardering van de winkelfunctie in het centrum. Verder is er overleg geweest met bioscoopexploitanten en is het contract met een exploitant voor de nieuwbouw van een bioscoop annex grand-café in het plan De Spil rond. Energie is gestoken in overleg met en voorlichting aan de belangenvereniging winkelcentrum Het Rond. De economische effecten van de verkeersknip en de tijdelijke maatregelen bij de realisatie van het Centrumplan zijn de belangrijkste punten geweest in dit overleg. Voor Castellum is geadviseerd over de toekomstige winkelbranchering. Een brancheselectiecommissie is in voorbereiding. Wat betreft de grootschalige detailhandel hebben er diverse ontwikkelingen plaatsgevonden. Op De Meerpaal is in 2005 een detailhandelscentrum verrezen, waarin Gamma, Bever zwerfsport,
Jaarverslag 2005
105
Frans de Witte, De Tuinkamer en Intersport hun intrek hebben genomen. Daarnaast is er gebouwd aan de nieuwe vestiging van de Steehoudergroep (Praxis, Otak) langs de Koppeling. Vestigingsmilieu - deelprogramma 92 2. In 2005 hebben belangrijke bedrijven gekozen voor vestiging in Houten. Dat zal in volgende jaren een positief effect hebben op de ontwikkeling van de werkgelegenheid, die de afgelopen twee jaar al een stijgende trend liet zien. De werkgelegenheid is tussen april 2004 en april 2005 met ruim 2,5% gestegen tot ongeveer 17.600 arbeidsplaatsen. Het aantal bedrijven is in een jaar tijd met 8% gegroeid tot ruim 2200. In 2005 is gewerkt aan een nieuwe opzet voor de werkgelegenheidsrapportage, waarin allerlei informatie over de Houtense arbeidsmarkt overzichtelijk weergegeven zal worden. Begin 2006 zal de nieuwe versie het licht zien. Er zijn voor De Meerpaal vele gesprekken met kandidaat-vestigers gevoerd, bedrijven zijn bezocht et cetera. Inmiddels zijn ongeveer 12 bedrijfspanden opgeleverd, worden er diverse gebouwd en zijn meerdere kavels in optie. De uitgifte in 2005 ligt beduidend hoger dan in de twee voorgaande jaren. Begin volgend jaar zal gestart worden met de realisatie van het hotel. De laatste bedrijfskavel op het Rondeel is verkocht, ten behoeve van een autoshowroom. De oplevering van het bedrijfspand zal eind 2005 plaatsvinden. Verder is er geadviseerd bij diverse huisvestings- en andere vraagstukken op het terrein. Er zit nog steeds aarzeling in de markt voor nieuwe kantoorruimte mede omdat er nog veel bestaande kantoorruimte uit de markt wordt genomen. Het leegstandsniveau van bestaande kantoorruimte in de regio vertoont duidelijk een dalende tendens. Het zal de komende jaren extra inspanning vergen om de geplande afzet te realiseren. De kantorenlocatie De Koppeling is sinds medio 2005 beschikbaar gekomen om uit te geven. De marketing en uitgifte van deze kantorenlocatie is gestart. Inmiddels zijn er ook al gesprekken met kandidaten voor deze locatie. De eerste grote vestiging zal zoals het er nu naar uit ziet, het hoofdkantoor van PinkRoccade/Getronics met een vestiging van bijna 30.000 m2 vloeroppervlakte. Naar verwachting heeft deze vestiging een stevige impuls aan deze locatie en in het algemeen aan het vestigingsklimaat in Houten. Houten is daarmee weer ‘a place to be’. In de regio vindt discussie plaats over de verdeling van het totale kantoorprogramma over de deelnemende gemeenten in het kader van de uitvoeringsafspraken Regionaal Structuur Plan (RSP) voor de periode 2005 tot 2015. Op dit moment is nog niet duidelijk welk programma Houten krijgt toebedeeld voor dat tijdvak. De locatie Hofstad IV zal als woningbouwlocatie ontwikkeld gaan worden als uitvloeisel van de Ruimtelijke Visie Houten 2015 en valt verder buiten het programma voor werkgelegenheidsterreinen. Voor het Middengebied is er nog geen afgeronde verkaveling beschikbaar en kan daarmee nog niet worden uitgegeven. 3. Er zijn contacten onderhouden met het Houtense bedrijfsleven op reguliere basis (bij de uitgiftegesprekken et cetera), maar ook door het bezoeken van ondernemersbijeenkomsten, recepties et cetera. Daarnaast zijn er door de wethouder economische zaken en de medewerker economische zaken (regelmatig samen met de burgemeester) diverse bedrijfsbezoeken in de gemeente Houten afgelegd. Het afgelopen jaar is geadviseerd bij de gebiedsvisie voor het gebied De Schaft/De Koppeling en de proefverkaveling voor Castellum. Voor het centrumgebied is betrokkenheid van Economische Zaken in de totstandkoming van het bestemmingsplan. In regionaal verband is er actief ingezet bij de planvorming rond het streekplan en het nieuwe RSP. Verder is er geadviseerd in de projectgroepen De Meerpaal, de Weteringhoek en De Kruisboog Aandacht wordt gegeven aan regionaal overleg en afstemming in de regio en provincie. Dit vanuit de noodzakelijke samenhang gezien het stadium van planvorming voor bedrijfs- en kantoorterreinen. Er is gewerkt aan een nieuw marketingplan, gericht op het bedrijfsleven in brede zin. Dit marketingplan is begin 2005 gereed gekomen, en dient als leidraad voor onder andere alle promotieactiviteiten voor De Meerpaal. Op basis van het marketingplan zijn er in 2005 diverse activiteiten ontplooid. Zo zijn er advertenties geplaatst (bijvoorbeeld in Utrecht Business en Bedrijfshuisvesting) en er is gewerkt aan diverse vormen van free publicity via gerichte persberichten. Verder is de website van De Meerpaal in Houten.nl verder uitgebreid en verbeterd. Daarnaast is er een digitaal ondernemersloket ontwikkeld, waarop ondernemers terecht kunnen voor allerlei informatie.
106
Jaarverslag 2005
In samenwerking met een ontwerpbureau is een reclamebord voor De Meerpaal ontwikkeld, dat begin 2005 is geplaatst. Hetzelfde bureau zal in samenwerking met de gemeente een nieuw ontwerp voor een advertentie en een brochure voor De Meerpaal gaan ontwikkelen. In 2005 zijn hiervoor de voorbereidingen gestart. Markten - deelprogramma 93 4. Afgelopen jaar is verder invulling gegeven aan het in 2004 vastgestelde nieuwe marktbeleid. Er was ondanks het tegenzittend economisch tij een bezettingsgraad van bijna 100% gedurende het gehele jaar. Aan het eind van het jaar was er ruimte voor twee nieuwe kramen. De verwachte verhuizing van de weekmarkt heeft in 2005 niet plaatsgevonden, wat het directe gevolg is van de vertraging van het project De Spil. Het aantal branches op de weekmarkt is in 2005 verder toegenomen, er is nog meer diversiteit. 5. Het nieuwe standplaatsen- en ventvergunningenbeleid is in december 2005 vastgesteld en op 1 januari 2006 van kracht geworden. De ondernemers die een standplaats innemen, c.q. venten hebben op grond van het grondig herziene beleid meer mogelijkheden met het aan de man brengen van hun producten. Er mogen meer standplaatshouders op de centrumlocaties plaats nemen. Op grond van een langere looptijd van vergunningen en huurovereenkomsten wordt er minder beslag gelegd op ambtelijke capaciteit en heeft de ondernemer zekerheid voor een langere periode met betrekking tot het verkopen van zijn producten in de gemeente Houten. De kostprijs van een standplaats- of ventvergunning is verlaagd en er bestaat nu een mogelijkheid voor de ondernemer om de jaarlijkse huur van de grond in twee termijnen te betalen. Overige economische zaken - deelprogramma 94 6. Er zijn gesprekken gevoerd met marktpartijen voor de ontwikkeling en exploitatie van voorzieningen, waaronder een poolcentrum. Op De Kruisboog is een commercieel paramedisch centrum op De Kruisboog opgeleverd. Voor een fitnesscentrum op de Weteringhoek is in 2005 de eerste paal geslagen. Voor de discotheek is een exploitant vastgelegd. Deze heeft een overeenkomst met de verhuurder over de huurvoorwaarden. De bouw van de discotheek is in 2005 gestart. Er hebben in 2005 diverse overleggen met marktpartijen plaatsgevonden over horecaontwikkelingen in Houten. Voor het horecapaviljoen op het Rond is een kandidaat geworven die het opgestelde concept wil gaan verwezenlijken. De werkgroep horeca heeft geadviseerd ten aanzien van bouwplannen voor horeca en het terrassenbeleid. Op basis van de vastgestelde gebiedsvisie voor het Parklandgoed Wulven zijn de afspraken met van Wulven B.V. in een contract vastgelegd en is gestart met de uitvoering van de actiepunten uit de overeenkomst. 7. Advisering heeft, waar nodig, plaatsgevonden. De definitieve afrekening betreffende de verkoop van de aandelen van de REMU vergt nog enige inzet. 8. In 2005 is de beleidsnota buitenreclame door de gemeenteraad vastgesteld.
Jaarverslag 2005
107
Rekening
Deelprogramma's 91 92 93 94
91 92 93 94
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Detailhandel Vestigingsmilieu Markten Overige economische zaken
18.887,00 136.078,00 101.920,00 18.786,00
16.070,00 140.202,00 54.727,00 2.990,00-
16.070,00 141.202,00 56.489,00 8.010,00
20.996,96 155.174,30 69.483,85 10.875,64
4.926,9613.972,3012.994,852.865,64-
Totaal lasten
275.671,00
208.009,00
221.771,00
256.530,75
34.759,75-
Detailhandel Vestigingsmilieu Markten Overige economische zaken
161.380,00 70.310,00 700.385,00
160.720,00 73.071,00 48.894,00
160.720,00 69.193,00 365.894,00
136.587,62 72.657,34 308.493,95
24.132,383.464,34 57.400,05-
Totaal baten
932.075,00
282.685,00
595.807,00
517.738,91
78.068,09-
Saldo
656.404,00
74.676,00
374.036,00
261.208,16
112.827,84-
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Baten Overige economische zaken - deelprogramma 94 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Nutsbedrijven € 15.700 N Reclame € 41.800 N Overige € 100 V Totaal € 57.400 N Nutsbedrijven In 2005 is van Hydron dividend ontvangen over het boekjaar 2004. De op dit dividend ingehouden dividendbelasting ad € 15.000 kan worden teruggevorderd bij de Belastingdienst. Hiermee was in de begroting 2005 al rekening gehouden. De terugvordering heeft in 2005 echter nog niet plaatsgevonden, maar zal in 2006 worden geëffectueerd. Reclame Door onduidelijkheden rondom de nota’s aan de exploitant van de reclame-uitingen (onder andere langs de Rondweg) zijn de reclame-inkomsten in 2005 achter gebleven bij de begroting. Deze achtergebleven inkomsten zullen in 2006 worden verrekend met de nota’s over 2006.
108
Jaarverslag 2005
Kengetallen Omschrijving
Realisatie 2004
Tevredenheid burger met markt (veilig) Tevredenheid burger met markt (openingstijden) Tevredenheid burger met markt (gezellig) Tevredenheid van marktkoopman met markt (faciliteiten toiletvoorziening) Tevredenheid van marktkoopman met markt (stroom) Toename aantal arbeidsplaatsen Aantal bedrijfsbezoeken
Begroting 2005
Realisatie 2005
n.b. n.b. n.b.
97% 57% 74%
n.b.* n.b.* n.b.*
n.b.
50%
n.b.*
n.b. n.b. n.b.
56% 100 24
n.b.* 500 20
*) De kengetallen uit de begroting 2005 komen voort uit de enquête die in 2004 in het kader van het opschonen van het marktbeleid is gehouden. Er is geen afspraak gemaakt dat er in 2005 gemonitord zou worden. De gegevens zijn onbekend.
Jaarverslag 2005
109
110
Jaarverslag 2005
10. Onderwijs Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Samenleving Samenleving
Omschrijving programma De primaire onderwijstaken worden door de scholen zelf uitgevoerd, terwijl verschillende randvoorwaardelijke taken naar de lokale overheid zijn gedecentraliseerd. De gemeente heeft ook een regierol in het lokale onderwijsbeleid. Deze regierol heeft zowel betrekking op de versterking van het voorzieningenniveau binnen het onderwijs zelf, als op vergroting van de synergie die ontstaat uit de afstemming en samenwerking tussen het onderwijsveld en andere beleidsterreinen. Ontwikkelingen Conform de vastgestelde begroting 2005 sluit de beleidsverantwoording, van de bij dit programma behorende deelprogramma’s, niet aan op de structuur van de vastgestelde deelprogramma’s. Hierdoor wordt hieronder bij de belangrijkste doelstellingen geen verwijzing naar het deelprogramma aangegeven. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Openbaar onderwijs 1. Het in stand houden van voldoende voorzieningen voor openbaar onderwijs. Onderwijshuisvesting 2. Het realiseren en in stand houden van de huisvesting en de inrichting daarvan voor het primair en het voortgezet onderwijs. Leerplicht 3. Het zorgdragen dat leerplichtige leerlingen een voor hen geëigende onderwijsvorm volgen. 4. Het bevorderen dat leerlingen niet zonder diploma (startkwalificatie) de school verlaten. Leerlingenvervoer 5. Het organiseren van het leerlingenvervoer. Lokaal onderwijsbeleid 6. Het verbeteren van de door-, in- en uitstroom in het onderwijs. Educatie 7. Het doen verzorgen van onderwijs op het gebied van Volwassen Algemeen Voortgezet Onderwijs (VAVO), maatschappelijke oriëntatie Nederlands als tweede taal I en II en sociale zelfredzaamheid. Wat hebben we bereikt? Openbaar onderwijs 1. In overleg met het bestuur van het openbaar onderwijs is de Verordening op de bestuurscommissie openbaar onderwijs aangepast en door de gemeenteraad vastgesteld.
Jaarverslag 2005
111
Onderwijshuisvesting 2. In de wijk Schonauwen III is een begin gemaakt met de bouw van de nieuwe permanente huisvesting voor de speciale school voor basisonderwijs De Wissel. In Hofstad II is gestart met de bouw van 4 schoolwoningen die na de oplevering huisvesting bieden aan leerlingen in de pieksituatie. Door de schoolbesturen is voorts voortvarend invulling gegeven aan het Integraal Huisvestingplan Onderwijs. Diverse gebouwen van basisscholen zijn aangepast en/of uitgebreid, waardoor deze voldoen aan de laatste onderwijskundige vernieuwingen en voldoende capaciteit bieden voor de toekomst. Binnen het brede kader van de centrumontwikkelingen is gestart met de uitbreiding van college De Heemlanden. Leerplicht 3-4. Vanaf schooljaar 2005-2006 is het voor Houten weer mogelijk om dreigende schoolverlaters te plaatsen in de Tijdelijke Opvang Voortijdig schoolverlaters in Utrecht. Dit is een time out project gericht op terugkeer naar het reguliere onderwijs. De kosten hiervan (€ 7.000) worden gedekt uit het budget voor wensen nieuw beleid 2005 ’eerste aanzet jeugdhulp’ dat beschikbaar is gesteld voor aan onderwijs gerelateerde voorzieningen. De regionalisering van de RMC-registratie (RMC is Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten) die per 2005 zou ingaan is door vertraging in het regionale proces uitgesteld naar 2006. Om een beeld te krijgen van de omvang van de RMC-doelgroep heeft de unit leerplicht in 2005 alle 17 tot en met 23-jarigen aangeschreven, van wie niet bekend was of ze stonden ingeschreven op een school of dat ze een startkwalificatie hadden. Naar aanleiding hiervan zullen in 2006 de 18- en 19-jarigen extra aandacht krijgen. Leerlingenvervoer 5. In 2005 is door het college een notitie leerlingenvervoer vastgesteld waarin de uitvoering van de verordening nader is geconcretiseerd. De positieve financiële aspecten van de in 2004 gehouden aanbesteding zijn in 2005 goed zichtbaar geworden. Ook het aantal klachten van ouders over de kwaliteit van het leerlingenvervoer is na de aanbesteding in 2004 sterk verminderd. Lokaal onderwijsbeleid 6. In 2005 is de notitie lokaal onderwijsbeleid 2006-2010 opgesteld in samenspraak met het onderwijsveld. In deze notitie wordt onder andere aandacht besteed aan de veranderende verhouding tussen scholen en gemeente. Ook wordt in de notitie een aantal activiteiten genoemd, dat zal worden voortgezet of ontwikkeld. Het gaat om de volgende activiteiten: o Vormgeven van sociale vaardigheidscursussen voor leerlingen tussen de 8 en 12 jaar binnen de zorgstructuur van de scholen. o Uitwerken van een voorstel voor het introduceren van School Maatschappelijk Werk. o Afspraken maken met Vitras/JGZ 0 tot 4 jaar om het bezoek aan de peuterspeelzaal te stimuleren. o Uitwerken van een voorstel voor een PeuterPlus project waarbij de nadruk op taalontwikkeling ligt. o Logopedische screening nieuwe stijl voorlopig continueren. Eventueel beleid aanpassen op basis van de evaluatie na afloop van het schooljaar 2006-2007. o Prestatieafspraken maken met de schoolbesturen over leerling-zorg. o activiteiten gericht op voortijdig schoolverlaten waar mogelijk in RMC verband oppakken. Educatie 7. De gevraagde onderwijsvormen zijn vastgelegd in de productovereenkomst educatie en inburgering 2005. De productovereenkomst 2005 is op 26 april 2005 ondertekend. Het VAVO-convenant is op 17 februari 2005 voor akkoord getekend. Het ROC Midden Nederland voert beide overeenkomsten uit. De rijksbijdrage educatie is ook gebruikt voor de bekostiging van inburgeringtrajecten
112
Jaarverslag 2005
van nieuwkomers. De wet staat dit toe. Vanaf 1 januari 2005 verstrekt het ROC Midden-Nederland een offerte per cursist. Rekening
Deelprogramma's 101 102 103 104 105
Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal onderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Lokaal onderwijs Openbaar onderwijs
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
1.416.487,00 270.967,00 445.001,00 2.714.012,00 6.307.801,00
2.231.895,00 226.169,00 384.146,00 2.031.012,00 6.256.401,00
2.174.386,00 224.932,00 435.494,00 2.573.209,00 6.245.955,00
2.033.539,99 351.737,48 426.852,30 2.489.768,55 6.110.739,05
140.846,01 126.805,488.641,70 83.440,45 135.215,95
11.154.268,00
11.129.623,00
11.653.976,00
11.412.637,37
241.338,63
Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal onderwijs Bijzonder voortgezet onderwijs Lokaal onderwijs Openbaar onderwijs
611.576,00 5.440.975,00
28.861,00 1.800,00 14.402,00 5.364.131,00
580.449,00 181.000,00 510.768,00 5.350.000,00
953.450,00 181.000,00 627.044,40 5.387.945,00
373.001,00 116.276,40 37.945,00
Totaal baten
6.052.551,00
5.409.194,00
6.622.217,00
7.149.439,40
527.222,40
Saldo
5.101.717,00-
5.720.429,00-
5.031.759,00-
4.263.197,97-
768.561,03
Totaal lasten 101 102 103 104 105
Rekening 2004
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Lasten Bijzonder speciaal onderwijs - deelprogramma 102 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Voorzieningen in de huisvesting € 139.000 N Ov. voorzieningen bijz. speciaal onderwijs € 11.000 V Overig € 1.200 V Totaal € 126.800 N Voorzieningen in de huisvesting / Overige voorzieningen bijzonder speciaal onderwijs Het nadeel van € 128.000 vloeit voort uit de hoge lasten voor het gebruik van de noodlocatie in de Weteringhoek door de sbo-school De Wissel. De school is verhuisd naar een grotere noodlocatie in afwachting van de oplevering van haar nieuwe schoolgebouw (medio 2006). Vanwege het gebruik van de grotere noodlocatie worden ook hogere lasten doorbelast naar het deelprogramma Bijzonder speciaal onderwijs.
Jaarverslag 2005
113
Baten Bijzonder basisonderwijs - deelprogramma 101 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Voorzieningen in de huisvesting € 373.000 V Voorzieningen in de huisvesting Het voordeel van € 373.000 wordt veroorzaakt door de vrijval van de voorziening kwaliteitsverbetering scholen. Deze voorziening is in 2003 gevormd ten laste van het rekeningresultaat over 2002. De voore ziening dient ter dekking van een deel van de bouwkosten van een aantal scholen. In de 2 bestuursrapportage 2005 is al geconstateerd dat een deel van de voorziening niet meer nodig is gezien de e positieve stand van de kredieten. Hierdoor is in de 2 bestuursrapportage 2005 een bedrag van € 761.450 vrijgevallen en verwerkt in het begrotingssaldo. Bij het opstellen van het jaarverslag is daarnaast geconcludeerd dat het restantbedrag van de voorziening ook niet meer gebruikt zal worden voor het aangegeven doel. Daarom is besloten ook het restantbedrag van de voorziening te laten vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat 2005. Dit levert op het deelprogramma Bijzonder basisonderwijs een financieel voordeel op van € 373.000. Lokaal onderwijs - deelprogramma 104 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Uitvoering leerplichtwet € 7.800 V Schoolbegeleiding € 93.900 V Volwasseneneducatie € 13.400 V Overig € 1.200 V Totaal € 116.300 V Uitvoering leerplichtwet In 2005 is een bedrag van € 7.800 van de RMC (Regionale Meld en Coördinatiefunctie) in het kader van het voortijdig schoolverlaten ontvangen. Dit veroorzaakt de overschrijding op de baten. Voor dit bedrag is echter een uitzendkracht ingehuurd die de voortijdig schoolverlaters in de RMC-module van het registratieprogramma LLA4all heeft opgenomen. Per saldo (baten minus lasten) is er geen sprake van een overschrijding. Schoolbegeleiding Per 1 augustus 2005 zou het stelsel met betrekking tot schoolbegeleiding worden herzien. In de begroting 2005 is daarom slechts rekening gehouden met de eerste helft van het jaar 2005. In de loop van 2005 werd duidelijk dat de herziening per 1 augustus 2005 niet gerealiseerd kon worden. Pas in december 2005 heeft het Ministerie ons op de hoogte gebracht van het definitieve bedrag rijksbijdrage schoolbegeleiding over het gehele jaar 2005. Hierdoor is een overschrijding op de baten van € 93.914 ontstaan. Volwasseneneducatie De overschrijding op de baten is het gevolg van het feit dat in 2005 de doeluitkering van het Rijk met betrekking tot volwasseneneducatie is verhoogd van € 397.345 naar € 410.742. Deze doeluitkering wordt rechtstreeks ingezet ten behoeve van het ROC, waardoor de overschrijding op de baten ook een overschrijding op de lasten tot gevolg heeft. Per saldo (baten minus lasten) is er geen sprake van een overschrijding.
114
Jaarverslag 2005
Kengetallen Realisatie 2003-2004
Omschrijving Logopedische screening - aantal leerlingen logopedische screening - verwijzing voor behandeling n.a.v. de screening Aantal deelnemende leerlingen kunstzinnige vorming Aantal scholen openbaar basisonderwijs Aantal leerlingen openbaar basisonderwijs Aantal scholen bijzonder basisonderwijs Aantal leerlingen bijzonder basisonderwijs Aantal scholen speciaal basisonderwijs Aantal leerlingen speciaal basisonderwijs Aantal scholen voor voortgezet onderwijs Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Leerlingenvervoer - aantal aanvragen - afgewezen / ingetrokken - aangepast vervoer - vergoeding voor vervoer
Jaarverslag 2005
Begroting 2004-2005
Realisatie 2004-2005
665 15% 5.172 6 1.296 18 3.805 1 175 1 1.418
680 15% 5.200 6 1.235 18 3.866 1 181 1 1.548
693 11% 5.062 6 1.218 18 3.911 1 176 1 1.620
239 2 198 39
260 10 200 50
238 0 200 38
115
116
Jaarverslag 2005
11. Cultuur, recreatie en sport Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Samenleving / Economische Zaken en Financiën / Milieu en Centrumontwikkeling / Ruimtelijke Ordening Samenleving / Ruimtelijk Beheer / Stadsontwikkeling
Omschrijving programma Onder cultuur verstaan we niet alleen het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed, zoals monumenten en archeologische vondsten, maar ook andere cultuuruitingen zoals muziek, theater en de bibliotheek. Voor het onderdeel recreatie zijn het openbaar groen, speelvoorzieningen en het landschapsbeleid van belang. Het onderdeel sportvoorzieningen tenslotte geeft invulling aan sport. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Groen - deelprogramma 111 1. Het groenbeheer moet éénduidig en inzichtelijk worden en recht doen aan de groenstructuur. 2. Balans zoeken tussen het beperken van de overlast van hondenpoep voor gebruikers van de openbare ruimte en het tegemoet komen aan de behoeften van honden en hun eigenaren. Speelvoorzieningen - deelprogramma 112 3. Het aanbieden van voldoende goede speelruimte. Water - deelprogramma 113 4. Droge voeten, een goede waterkwaliteit en minimale milieubelasting, tegen een zo laag mogelijk tarief. 5. De watergangen en vijvers moeten schoon en veilig zijn, tegen zo laag mogelijke kosten. Landschapsbeleid - deelprogramma 114 6. Het behouden en vergroten van de aantrekkelijkheid van het landschap. 7. Verstreken van de recreatieve gebruikswaarde van het gebied. Monumenten, archeologie en cultuurhistorisch erfgoed - deelprogramma’s 115-117 8. Behoud van archeologische en cultuurhistorisch waardevolle objecten en structuren. 9. Goede archivering van monumentale en archeologische waarden. 10. Creëren van interesse en draagvlak voor monumentenzorg en archeologie. Sportvoorzieningen - deelprogramma 118 11. Het bevorderen van de sportdeelname in georganiseerd en ongeorganiseerd verband. Kunst, cultuur en Oudheidkunde - deelprogramma 119 12. Het realiseren van een cultuurcentrum als onderdeel van een multifunctionele accommodatie. 13. Het realiseren van een bibliotheekvoorziening die is afgestemd op het toenemende aantal gebruikers en op de wensen van deze tijd. 14. Het minimaal handhaven van het huidige niveau aan sociaal culturele activiteiten en waar mogelijk omvorming van enkele van de bestaande sociaal culturele centra tot buurthuizen.
Jaarverslag 2005
117
Recreatie - deelprogramma 120 15. Het versterken van de recreatieve waarde van ons buitengebeid en daar waar mogelijk recreatieve elementen aan toevoegen. Wat hebben we bereikt? Groen - deelprogramma 111 1. Het in het Beheerplan Openbare Ruimte (BOR) vastgestelde basisniveau voor groenbeheer is in de bestekken doorgevoerd. Hiermee wordt het groenbeheer éénduidiger. Het groenonderhoud in de wijk Zuidoost is dit jaar voor het eerst in besteksvorm uitbesteed. De bestaande bestekken voor de wijken Noordwest, Noordoost en buitengebied zijn verbeterd door leerpunten uit 2004 door te voeren. Tijdens twee wijkonderhoudsdagen in de wijk Noordwest hebben bewoners meer inzicht gekregen in onder andere het groenbeheer in hun wijk. Tijdens de begrotingsraad is het krediet voor de verbouwing van wijkpost de Aalsloot beschikbaar gesteld. De bestekken voor deze wijkpost en de nieuwe wijkpost aan De Grund zijn gemaakt. Naar de ziekte bij de kastanjes is veel onderzoek gedaan. 75% van de bomen blijkt aangetast, 15% ernstig. 2. In juni is het integraal hondenbeleid vastgesteld. In december zijn de bijbehorende APVwijzigingen formeel door de raad bekrachtigd. In deze maand is ook het inspraaktraject voor de losloopgebieden gehouden. Speelvoorzieningen - deelprogramma 112 3. Het reguliere beheer is volgens het vastgestelde beheerplan openbare ruimte (BOR) uitgevoerd. De veiligheid van de speelvoorzieningen is gewaarborgd. Er is met bewoners gecommuniceerd over afgeschreven speeltoestellen die vervangen moeten worden of komen te vervallen. Water - deelprogramma 113 4. In samenwerking met het Hoogheemraadschap en de Provincie is een stedelijk Waterplan opgesteld met aandacht voor de opgave op het gebied van het waterbeheer. 5. Omdat de gemeente nog niet kan beschikken over een permanent doorgangsdepot voor bagger of een vervangend tijdelijk depot zijn de voor 2005 geplande baggerwerkzaamheden uit het baggerplan in het stedelijke gebied van Houten verschoven naar 2006 wanneer er naar verwachting wel gebruik kan worden gemaakt van een tijdelijk depot. Dit heeft geen noemenswaardige financiele consequenties en leidt ook niet tot beheerproblemen. In 2005 zijn de geplande baggerwerkzaamheden in het buitengebied wel uitgevoerd. De uitkomende bagger is daarbij op de aanliggende grond verwerkt of moest worden afgevoerd naar een depot voor verontreinigde baggerspecie. Er is in 2005 verder gewerkt aan de realisatie van een permanent gemeentelijk doorgangsdepot voor bagger. Door de langdurige noodzakelijke procedures zal het depot echter geen functie meer kunnen vervullen voor de baggerwerkzaamheden binnen het baggerplan 2004-2008. Zoals aangegeven komt er naar verwachting in 2006 een tijdelijk depot beschikbaar. De komende jaren kan hiervan dan gebruik worden gemaakt. Landschapsbeleid - deelprogramma 114 6. Hiervoor is een bijdrage geleverd aan vier ontwikkelingstrajecten: o Parklandgoed Wulven. o Linielandschap. o Ruimtelijke Visie Houten 2015 / Eiland van Schalkwijk. o Spoorverdubbeling Houten Noord / Centrum.
118
Jaarverslag 2005
Er is ook een aantal landschappelijke en/of recreatieve initiatieven ontwikkeld: o Er wordt gewerkt aan het project Wandelen in historie op landgoed Wickenburgh. o Begeleiden van de inrichting van de kasteeltuin Schalkwijk. o Aanschaf van 34 steenuilkasten die in het Houtense buitengebied zijn geplaatst. o Aanplant van 360 knotbomen Rietdijk. o Er is een projectvoorstel gemaakt om de mogelijkheden voor introductie van ecologisch bermbeheer te onderzoeken. o Er is een subsidieregeling ingesteld voor streekeigen windkeringen om boomgaarden. o Er zijn 6 broeihopen voor ringslangen ten noorden van Houten aangelegd. o Er zijn voorbereidingen getroffen voor de productie van een vogelrouteboekje. 7. Hiervoor zijn de volgende initiatieven ontplooid in 2005: o Cofinanciering en advisering voor Stap-op-stap-af-route, door Stichting terecht Anders. o Ontwikkeling en realisatie ‘Natuurpad ’t Goy’, markeringen en wandelgids. o Openstelling en inrichting wandelverbinding Kanaaldijk-Noord (4,5 km). o Adviseren en faciliteren wandelproject ‘Utrecht te Voet’. o Met subsidie van de provincie, zijn 10 rustbankjes in het buitengebied geplaatst. o Op de website www.houten.nl/wandelenenfietsen is een overzicht geplaatst van alle wandelen fietsroutes in en door Houten. o Voorbereidingen voor openstelling Kromme laantje Wickenburgh. o Voorbereidingen voor Natuurpad Schalkwijk. o Voorbereidingen voor Meimaand-fietsmaand. o Wandelknelpunteninventarisatie provincie beoordeeld en knelpunten en prioriteiten vanuit gemeente toegevoegd. Monumenten, archeologie en cultuurhistorisch erfgoed - deelprogramma’s 115-117 8.
Uitvoering nota ‘Gekoesterd Erfgoed” (2004) In 2005 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een archeologische waarden- en verwachtingenkaart en daaraan gekoppeld een nieuw archeologiebeleid. Daarmee samenhangend worden de ontwikkelingen op het gebied van de implementatie van het ‘Verdrag van Malta’ nauwlettend gevolgd. De verwachting is dat het archeologiebeleid in de loop van 2006 van kracht zal zijn. Het streven is om beleidsinhoudelijk samen te werken met de buurgemeenten Bunnik en Wijk bij Duurstede. Meerdere malen heeft overleg plaatsgevonden met amateur archeologen en instellingen, waarbij goede afspraken zijn gemaakt. De Monumentenverordening is in 2005 aangepast en herzien, evenals de Subsidieverordening Monumenten. Een nieuwe verordening is opgesteld voor de Monumentencommissie. Voor verschillende ruimtelijke projecten en bestemmingsplannen heeft cultuurhistorische inbreng plaatsgevonden. Zo is bouwkundige, historisch-geografische en archeologische input geleverd voor de bestemmingsplannen Tiellandt en Molenzoom. Nieuwe Hollandse Waterlinie In 2005 hebben we veel energie gestopt in de uitwerking van de projectenveloppen “Rijnauwen en Vechten” en “Linieland”, die in het kader van het “Panorama Krayenhoff II, Linieperspectief” ontwikkeld worden. Gemeente Houten is trekker van Linieland. Voor de beide projectenveloppen is een Plan van Aanpak vastgesteld door de betreffende enveloppencommissies. Belangrijk element in de aanpak is de versnelde uitvoering van de zogeheten Quick-wins, waarvoor substantiële bijdragen vanuit verschillende rijks- en provinciale budgetten beschikbaar zijn. Houten heeft onder andere de noodrestauratie fort Honswijk, uitbaggeren van het inundatiekanaal, herstel van de Gedekte Gemeenschapsweg en het doortrekken van de Kaaidijk voor subsidie aangedragen. Hierop is in beginsel positief op gereageerd. Oude Stationsgebouw De verplaatsing van het oude stationsgebouw is een stuk dichterbij gebracht, nu de raad in december heeft ingestemd met de proefverkaveling voor het gebied Stationserf. De daadwerkelijke verplaatsing wordt in overleg met ProRail voorbereid; de noodzakelijke procedures daarvoor zijn gestart. Parallel hieraan loopt bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg het verzoek (gedaan door de Stichting tot Behoud van Industrieel Erfgoed) tot aanwijzing van het Oude Stationsgebouw
Jaarverslag 2005
119
tot rijksmonument. Daarnaast wordt overlegd met de diverse partners over de invulling en het toekomstige gebruik, beheer en exploitatie. Archeologische advisering Voor een twintigtal projecten heeft interne archeologische advisering plaatsgevonden, onder andere met als doel het verkrijgen van een aanlegvergunning. Voor twee op archeologische gronden beschermde rijksmonumenten, kasteelterrein Schonauwen en het Loerikse Park, zijn vier procedures in het kader van de Monumentenwet gevoerd. Voor acht terreinen is professioneel archeologisch onderzoek georganiseerd. Deels werden door de gemeente hiervoor de onderzoeksvoorstellen geschreven, de openbare aanbesteding gedaan, directie gevoerd en de rapportages beoordeeld. De amateur-archeologen hebben meerdere archeologische onderzoeken en bouwbegeleidingen uitgevoerd, onder andere bij kasteel Heemstede en bij Wijkpost De Grund. 9. In 2005 is de geactualiseerde gemeentelijke monumentenlijst vastgesteld. De lijst bevat twee nieuwe objecten (de eendenkooi en een gevangenisgebouwtje). In dit kader hebben drie hoorzittingen plaatsgevonden. De inwerkingtreding van Wet Puberr is uitgesteld. In 2005 heeft wel overleg hierover plaatsgevonden, maar er is geen informatiesysteem ontwikkeld (zoals voorzien). In 2006 zal het digitaal archiveren van monumentale en archeologische waarden verder worden uitgewerkt en geconcretiseerd, een en ander in samenhang met de mogelijkheden die de nieuwe viewer biedt. Alle (gebouwde) monumenten in Houten zijn ingetekend op de Monumentenkaart. Verder is in 2005 gewerkt aan de verdere operationalisering van het Monumenten Cultuurfonds Utrecht. 10. In 2005 is het Toeristisch Recreatief Archeologisch Project (TRAP) voortgezet. Het project beoogt cultuurhistorie en archeologie zichtbaar en beleefbaar te maken voor inwoners van de gemeente Houten en recreanten. In juni 2005 zijn drie kunstwerken - van de reeks kunstwerken langs de TRAP route - in ‘t Goy op feestelijke wijze onthuld. Ontwerpen van de volgende zes objecten zijn in voorbereiding. Het plan voor archeologisch monument terrein 14, één van de vijf grote herinrichtingprojecten, is in 2005 verder uitgewerkt. Een artikel 19 lid 1 procedure is hiervoor opgestart. In dit kader is in december een informatieavond voor omwonenden georganiseerd. Het TRAP boekje is herzien en in een tweede druk verschenen. De website www.archeologienet.nl/houten is in 2005 geactualiseerd en uitgebreid. In september heeft wederom een succesvolle Open Monumentendag plaatsgevonden. Dit jaar was het thema “Religieus erfgoed; geloven in monumenten”. Voor de organisatie is in 2005 een Comité Open Monumentendag opgericht. Sportvoorzieningen - deelprogramma 118 11. De volgende vernieuwingen/vervangingen met betrekking tot de sportaccommodaties hebben in 2005 plaatsgevonden: o Sportpark Oud Wulven: vervanging van een gewoon grasveld in kunstgras. o Sportpark Stenen Poort: aanpassing van het honk- en softbalcomplex in verband met veiligheid en efficiënter gebruik van de velden. o Sportpark Blokhoven: vervanging jeugdveld. Sportbeleid o In de zomer van 2005 is een start gemaakt met de uitvoering van de eerste projecten in het kader van de breedtesportimpuls en in het bijzonder het project ‘ Sport in de wijk’. In samenwerking met de sportverenigingen is gestart met de voorbereiding van de projecten Verenigingsondersteuning en de Jeugdsportpas (sportzappkaart). o In 2005 is het Platform Sport Houten opgericht. De drie bijeenkomsten zijn bezocht door een groot aantal bestuurders van sportverenigingen. o De aangekondigde sportnotitie is gesplitst in twee deelnotities, te weten ‘Benchmark Tarieven Sportaccommodaties’ en ‘Meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) welzijns- en sportaccommodaties’. De notitie met betrekking met betrekking tot de MOP’s is door de raad vastgesteld. De notitie over de tarieven van de sportaccommodaties is door de Commissie Samenleving in een opiniërende discussie besproken. Nadere uitwerking hiervan vindt in 2006 plaats.
120
Jaarverslag 2005
Kunst, cultuur en oudheidkunde - deelprogramma 119 12. Het afgelopen jaar is gewerkt aan de voorbereiding van het te realiseren cultuurcentrum. De gemeenteraad heeft het benodigde krediet beschikbaar gesteld. Ook heeft de aanbesteding plaatsgevonden, waarna opdracht voor de bouw kan worden gegeven. In het cultuurcentrum komt een theaterzaal met 300 stoelen, lokalen voor het Houtens Muziek Collectief en lokalen die ook door College De Heemlanden zullen worden gebruikt in het kader van de culturele vorming. Het afgelopen jaar zijn ook belangrijke stappen gezet om te komen tot een beheersorganisatie voor het cultuurcentrum. 13. De openbare bibliotheek is gerevitaliseerd door een ingrijpende verbouwing. De bibliotheek heeft een eigentijdse uitstraling gekregen. Knelpunten zijn opgelost. De personele formatie is op orde. In de periode 2001-2005 is jaarlijks 0.5 fte toegevoegd. Met deze formatie is tevens vooruitgelopen op de mogelijke voorziening in Houten-Zuid. Het organisatieontwerp regiobibliotheek Lek & IJssel is door de gemeentebesturen van Lopik, IJsselstein, Vianen en Houten vastgesteld. Hiermee is in de bibliotheekvernieuwing in 2005 een grote stap gezet. De kadernota cultuurbeleid is eind 2005 door de raad vastgesteld. In de nota wordt een voorkeur uitgesproken voor een hoger ambitieniveau en intensivering van het cultuurbeleid op onderdelen. Het cultuurbeleid kan hierdoor een bijdrage leveren aan de Strategische Visie 2015. De nota verschaft burgers en culturele organisaties duidelijkheid wat de taakopvatting van de gemeente is en waar wij de komende jaren in willen investeren. 14. In juni 2005 heeft de gemeenteraad het Uitwerkingsplan inkleuring sociaal-culturele centra vastgesteld. Medio dit jaar is het wijkcentrum De Vuurtoren in de wijk Hofstad in gebruik genomen. Dit is het eerste sociaal-cultureel centrum dat de functie buurthuis krijgt. De exploitatie en het beheer zijn overgedragen aan de Stichting Welzijn Ouderen Houten (SWOH). In dit centrum wordt een pilot gehouden om te bezien of met een gecombineerde functie van beheerder/gastheer een voldoende aanbod van activiteiten kan worden geïnitieerd en gefaciliteerd. Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereiding van het opstellen van een programma van eisen voor het sociaalcultureel centrum Schoneveld. Dit centrum krijgt ook naar analogie van De Vuurtoren een wijkfunctie. Ook wordt er aan gedacht van dit centrum een zogenaamd cultuurhuis te maken, waarin onder meer een bescheiden bibliotheekvoorziening en lokalen van het Houten Muziek Collectief zullen worden ondergebracht. Ook is verder gewerkt aan de voorbereiding van een dorpshuis in Schalkwijk. Recreatie - deelprogramma 120 15. In maart heeft u de ‘Stand van zaken beleidsveld recreatie’ besproken in de commissie Samenleving. Hierin staan de verschillende trajecten waarin Recreatie wordt ingebracht. Dit heeft o.a. geleid tot de ontwikkeling van een projectvoorstel voor de aanleg van een fiets- en wandelverbinding van uit de woonwijk De Hagen via het bos Nieuw Wulven naar fort bij Vechten. Voor dit project is subsidie aangevraagd bij 3 verschillende fondsen, waarvan recent uit 2 fondsen geld beschikbaar is gesteld. De haalbaarheid van dit project is daardoor zo dichtbij gekomen, dat de uitvoering inmiddels wordt voorbereid. Daarnaast is er subsidie verworven voor de aanleg van 2 recreatieve/ educatieve wandelroutes, waarvan er een is gerealiseerd (t Goy) en de ander in het voorjaar van 2006 zal worden geopend
Jaarverslag 2005
121
Rekening
Deelprogramma's 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120
111 112 113 114 115 116 117 118 119 120
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Groen Speelvoorzieningen Water Landschapsbeleid Monumenten Archeologie Cultuur historische erfgoed Sportvoorzieningen Kunst, cultuur en oudheidkunde Recreatie
2.933.144,00 398.148,00 230.231,00 182.423,00 286.257,00 39.572,00 23.626,00 2.926.764,00 1.688.991,00 188.905,00
3.312.359,00 374.475,00 204.990,00 126.116,00 256.507,00 30.520,00 49.213,00 2.986.470,00 1.844.701,00 187.628,00
3.426.452,00 390.259,00 711.840,00 140.139,00 273.756,00 65.520,00 49.213,00 3.013.788,00 2.398.858,00 193.795,00
3.880.073,28 325.444,26 843.280,16 182.883,81 333.606,10 107.573,12 55.701,30 3.051.670,58 2.118.732,75 223.595,81
453.621,2864.814,74 131.440,1642.744,8159.850,1042.053,126.488,3037.882,58280.125,25 29.800,81-
Totaal lasten
8.898.061,00
9.372.979,00
10.663.620,00
11.122.561,17
458.941,17-
Groen Speelvoorzieningen Water Landschapsbeleid Monumenten Archeologie Cultuur historische erfgoed Sportvoorzieningen Kunst, cultuur en oudheidkunde Recreatie
6.955,00 7.858,00 24.000,00 323.323,00 121.000,00 34.097,00
48.269,00 7.825,00 456.210,00 12.157,00
88.769,00 1.760.425,00 14.576,00 471.210,00 188.823,00 12.157,00
519.161,38 1.759.725,72 89.520,88 7.719,96 39.395,60 2.002,50 366.331,91 32.439,85 12.055,78
430.392,38 699,2889.520,88 7.719,96 24.819,60 2.002,50 104.878,09156.383,15101,22-
Totaal baten
517.233,00
524.461,00
2.535.960,00
2.828.353,58
292.393,58
8.380.828,00-
8.848.518,00-
8.127.660,00-
8.294.207,59-
166.547,59-
Saldo
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Lasten Groen - deelprogramma 111 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Groenbeheerplan € 66.700 V Bomen € 91.100 N Plantsoenen (wijkbeheer) € 309.000 N Bermen € 19.600 N Onkruidborstelen € 34.900 N Reconstructie plantsoenen € 67.500 N Overig € 1.800 V Totaal € 453.600 N
122
Jaarverslag 2005
Groenbeheerplan Het voordeel op het product Groenbeheerplan wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er aan dit product minder uren zijn besteed dan was begroot. Dit heeft te maken met een verschuiving van de bestede uren tussen een drietal producten. Hierdoor is er op het product Groenbeheerplan een onderschrijding op de lasten ontstaan van € 70.176. Daartegenover staan echter een overschrijding op de lasten van het product Wijkcoördinatie (zie programma 3 Veilige woon- en leefomgeving, deelprogramma 31 Veiligheid) van € 155.176 en een onderschrijding op de lasten van het product Plantsoenen wijkbeheer (zie vervolg deelprogramma 111) van € 85.000. Per saldo is er dus geen sprake van over- of onderschrijdingen. Bomen Het nadeel op het product Bomen wordt deels verklaard doordat in 2005 bij een aantal bomen de kastanjeziekte is geconstateerd. Hierdoor zijn er diverse kosten gemaakt ten behoeve van onderzoek en het toepassen van proefoplossingen. Dit resulteert in een overschrijding op de lasten van € 39.264. Daarnaast zijn er aan het product Bomen meer uren besteed dan was begroot. Reden hiervoor is het feit dat begin 2005 een inventarisatie heeft plaatsgevonden van achterstallig onderhoud aan bomen en daardoor in de tweede helft van 2005 een inhaalslag is gemaakt met dit onderhoud. Hierdoor is een overschrijding op de lasten ontstaan van circa € 52.000 (= circa 800 uur). Plantsoenen (wijkbeheer) Het nadeel op het product Plantsoenen (wijkbeheer) wordt grotendeels verklaard door een overschrijding op de lasten van € 380.104 als gevolg van door derden uitgevoerde werkzaamheden. Deze overschrijding wordt enerzijds veroorzaakt doordat extra werkzaamheden zijn uitgevoerd die niet in het jaarplan 2005 waren opgenomen. Dit resulteert in een nadeel van € 263.008. Dit nadeel wordt gedekt door een onttrekking uit de voorziening Beheer Openbare Ruimte (zie ook de verklaring aan de batenzijde). Anderzijds is er een overschrijding van € 117.096 ontstaan doordat er mensen zijn ingehuurd om de reguliere werkzaamheden met betrekking tot plantsoenen (wijkbeheer) te vervullen. Dit komt voort uit een afspraak die is gemaakt met de afdeling Projectontwikkeling. Deze afspraak houdt in dat wijkteammedewerkers van de afdeling Openbare Werken worden ingezet voor plantwerkzaamheden voor de aanleg van openbaar groen in Vinex. De uren die door deze medewerkers aan Vinex besteedt worden, worden gecompenseerd door het inhuren van externe medewerkers voor de uitvoering van de reguliere taken. De extra lasten van € 117.096 die als gevolg hiervan in 2005 zijn gemaakt, worden gedekt vanuit de grondexploitatie (zie ook de verklaring aan de batenzijde). Daarnaast heeft er een aantal verschuivingen van bestede uren plaatsgevonden tussen de verschillende producten van de afdeling Openbare Werken. Dit leidt in totaal tot een voordeel van € 83.925 op het product Plantsoenen (wijkbeheer). Dit voordeel kan als volgt worden gespecificeerd: Een voordeel van € 85.000 als gevolg van een verschuiving van uren met het product Groenbeheerplan (zie deelprogramma 111) en het product Wijkcoördinatie (zie programma 3, deelprogramma 31). Ook wordt verwezen naar de toelichting bij het product Groenbeheerplan. Een nadeel van € 76.075 als gevolg van een verschuiving van uren met het product Begraafplaatsen (zie programma 13 Volksgezondheid en Milieu, deelprogramma 133 Begraven). Een voordeel van circa € 75.000 als gevolg van minder bestede uren (circa 1.150 uur) die aan diverse andere producten van de afdeling Openbare Werken zijn besteed. Bermen Aan het product Bermen is in 2005 door de medewerkers van de afdeling Openbare Werken circa 300 uur meer besteed dan was begroot. Onkruidborstelen Aan het product Onkruidborstelen is in 2005 door de medewerkers van de afdeling Openbare Werken circa 500 uur meer besteed dan was begroot. Deze overschrijding was al aangegeven in het Jaarplan BOR 2005. Gezien de diverse verschuivingen in bestede uren tussen de verschillende producten van de afdeling Openbare Werken is dit in 2005 niet tussentijds aangepast.
Jaarverslag 2005
123
Reconstructie plantsoenen In 2005 zijn er veel meer reconstructiewerkzaamheden uitgevoerd dan was voorzien. Dit heeft voor een groot deel te maken met de reconstructie van de beplanting op de geluidswallen en de aanpassing van bomen bij het project De Gaarden en De Hoeven. Dit heeft geresulteerd in een overschrijding op de lasten van € 58.825. Deze extra lasten in het kader van de reconstructie zijn in 2005, conform afspraken in het Beheerplan Openbare Ruimte, gedekt door een onttrekking aan de voorziening Beheer Openbare Ruimte (zie ook verklaring aan de batenzijde). Per saldo is er daardoor geen sprake van een overschrijding. Daarnaast is er een bedrag van € 11.540 uitgegeven aan het herstel van de schade aan het hekwerk van het complex Tiellandt. Speelvoorzieningen - deelprogramma 112 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Speelvoorzieningen € 68.400 V Overig € 3.600 N Totaal € 64.800 V Speelvoorzieningen In 2005 zijn aan het product Speelvoorzieningen circa 990 uren minder besteed dan was begroot. De reden hiervoor is dat tot mei 2005 nagenoeg geen werkvoorbereiding heeft plaatsgevonden in verband met afwezigheid van personeel. Deze werkzaamheden zijn in mei 2005 pas weer opgepakt door twee werkvoorbereiders. Water - deelprogramma 113 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Vijvers en watergangen (stadsbeheer) € 85.900 N Vijvers en watergangen (wijkbeheer) € 45.500 N Totaal € 131.400 N Vijvers en Watergangen (stadsbeheer) De gemeente is penvoerder van de subsidieaanvraag die door de gemeente en het Waterschap is ingediend bij NOVEM voor de uitvoering van baggerwerkzaamheden in het stedelijke gebied. De aard en omvang van subsidiebetaling hangt af van bevindingen van het Novem ten aanzien van welk deel van de werkzaamheden wel of niet subsidiabel is. Ook is niet altijd uitsluitsel te geven over het moment van subsidiebetaling. Aangezien de ontvangen subsidie rechtstreeks wordt doorbetaald aan het Waterschap, en het dus een budgetneutrale transactie betreft, is er voor gekozen om de transactie niet in de begroting 2005 te verwerken. In 2005 is voor € 89.521 aan subsidievoorschotten ontvangen over subsidieaanvragen uit 2004. Deze voorschotten zijn direct doorbetaald aan het Waterschap (zie ook verklaring baten). Per saldo is er geen sprake van een overschrijding. Daarnaast is er in 2005 een onderschrijding op de lasten van groot onderhoud ontstaan van € 284.303. Dit komt doordat de geplande baggerwerkzaamheden vroegtijdig tot stilstand zijn gekomen, omdat de afweging is gemaakt om voortaan gebruik te maken van een tussentijds baggerdepot. De niet uitgevoerde werkzaamheden worden in het najaar van 2006 alsnog uitgevoerd. Conform het Beheerplan Openbare Ruimte zijn de niet bestede onderhoudslasten gestort in de voorziening Beheer Openbare Ruimte (zie ook verklaring batenzijde). Per saldo is er dus geen sprake van een overschrijding op de lasten. Vijvers en watergangen (wijkbeheer) Het onderhoud van de vijvers en watergangen wordt uitbesteed via bestekken die op de markt worden gebracht. Bij het opstellen van de begroting was er rekening mee gehouden dat het afval dat vrijkomt bij het werk door aannemers zelf en voor eigen kosten zou worden afgevoerd. In praktijk blijkt echter dat aannemers deze kosten in rekening brengen bij de gemeente. Daarnaast blijkt dat het budget onvoldoende is om al het afval dat in de wijken vrijkomt (bij werken in plantsoenen en in vijvers en watergangen) ook werkelijk af te kunnen voeren. Hierdoor zijn in 2005 de onderhoudskosten met € 16.572 en de kosten van afvalverwerking met € 30.758 overschreden. Opgemerkt dient te worden dat in voorgaande jaren het composteren van afval plaatsvond in eigen beheer. Met de opheffing van het composteerterrein per 1 januari 2005 worden deze werkzaamheden
124
Jaarverslag 2005
met ingang van 2005 uitbesteed. Hierdoor was het in de begroting 2005 moeilijk om een inschatting van de kosten te maken. Landschapsbeleid - deelprogramma 114 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Landschapsbeleidsplan € 42.700 N Landschapsbeleidsplan De overschrijding op de lasten van het product Landschapsbeleidsplan van € 42.745 komt voort uit: Een overschrijding van € 11.495 aan overige werkzaamheden door derden. Dit wordt veroorzaakt doordat niet alle componenten van het budget voor het landschapsbeleidsplan structureel in de begroting 2005 zijn verwerkt. Bij het vaststellen van het landschapsbeleidsplan in de raad van november 2002 is € 30.158 beschikbaar gesteld voor uitvoering van het landschapsbeleidsplan. Dit budget was opgebouwd uit de componenten voorlichting (€ 4.000), onderhoud (€ 9.661) en initiatiefprojecten (€ 16.497). De componenten voorlichting en onderhoud zijn echter niet structureel in de begroting verwerkt, waardoor er in 2005 geen budget voor deze werkzaamheden was. In 2005 is er echter wel € 4.000 aan voorlichting en € 7.177 aan onderhoud uitgegeven, waardoor een overschrijding op de lasten van € 11.177 is ontstaan. Feitelijk is er echter geen sprake van een overschrijding. Bij de eerste bestuursrapportage 2006 wordt de begroting hierop aangepast. Een overschrijding van € 30.675 op de doorbelasting van kosten vanuit de afdeling Milieu. Dit wordt veroorzaakt doordat de landschapscoördinator meer productieve uren heeft gemaakt dan was begroot. In de begroting 2005 is voor een fulltime formatieplaats rekening gehouden met 1.300 productieve uren. In werkelijkheid heeft de landschapscoördinator echter 1.594 productieve uren gemaakt, wat resulteert in een overschrijding van € 30.675 op het product Landschapsbeleidsplan. Het landschapsbeleidsplan is hierdoor nog voortvarender ter hand genomen, wat heeft geleid tot meer huisbezoeken en meer tijd voor initiatiefprojecten. Monumentenzorg - deelprogramma 115 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Monumentenzorg € 74.600 N Overig € 14.700 V Totaal € 59.900 N Monumentenzorg In 2005 zijn voor een bedrag van € 26.170 subsidies aan eigenaren van gemeentelijke monumenten uitgekeerd, die al in 2004 waren toegekend. In 2004 is hiervoor een storting gedaan in de voorziening Monumentensubsidies. De extra subsidielasten worden dan ook gedekt door een onttrekking aan deze voorziening (zie toelichting aan de batenzijde). Echter doordat het saldo van de voorziening niet toereikend was, is slechts € 24.819 onttrokken. Daarnaast zijn er door de afdeling Bouwzaken meer uren en door de afdeling Ruimtelijk Beleid minder uren besteed aan het toezicht op gemeentelijke monumenten dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Hierdoor is per saldo een overschrijding op de lasten van het product Monumentenzorg ontstaan van € 53.811. Archeologie - deelprogramma 116 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Archeologie € 42.100 N Archeologie Het nadeel op het product Archeologie wordt veroorzaakt doordat er in 2005 meer uren zijn besteed aan dit product dan was begroot. In 2005 is de nota Gekoesterd Erfgoed vastgesteld, waarin onder andere de formatie van de afdeling Ruimtelijk Beleid is uitgebreid met 0,5 fte voor een archeoloog. Deze archeoloog is medio april 2005 gestart. Op de kostenplaats van de afdeling Ruimtelijk Beleid is deze wijziging doorgevoerd op het salarisbudget en daarmee op begrotingsbasis ten laste van het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen) gebracht. Op realisatiebasis zijn de kosten op de kostenplaats echter volledig doorverdeeld naar de diverse producten van de afdeling
Jaarverslag 2005
125
Ruimtelijk Beleid, waardoor er geen saldo op de kostenplaatsen ontstaat. Door deze verwerkingswijze is er in 2005 een overschrijding op het product Archeologie en een onderschrijding op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen) ontstaan voor hetzelfde bedrag. Per saldo is er derhalve geen sprake van een overschrijding op het product Archeologie. Kunst, cultuur & Oudheidkunde - deelprogramma 119 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Muziekcollectief € 34.200 V Beeldende kunst en cultuur € 194.000 V Gem. oudheidkundige verzameling € 23.100 N Theater de Kring € 74.100 N Sociaal culturele centra € 152.600 V Overig € 3.500 N Totaal € 280.100 V Muziekcollectief Het voordeel op het product Muziekcollectief wordt veroorzaakt doordat er in 2005 minder uren op dit product zijn verantwoord dan was begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de uren die door de administratie van Welzijn zijn besteed aan de uitvoering van de subsidieregeling en de verhuur van accommodaties niet op het product Muziekcollectief zijn verantwoord, maar als indirect productieve uren. Beeldende kunst en cultuur Op het product Beeldende kunst en cultuur is onder andere het budget opgenomen voor het kunstproject Saudade op de Vijfwal in Houten-Zuid. Voor dit project is in 2005 een budget van € 188.823 beschikbaar gesteld. De uitgaven voor dit project worden gedekt uit een bijdrage die wordt ontvangen van de afdeling Projectontwikkeling. Het project is in 2005 van start gegaan, maar heeft in 2005 nog maar tot € 29.600 aan uitgaven geleid. Het restantbudget van € 159.223 zal in 2006 worden besteed. Hierdoor zijn er in 2005 ook minder uren aan het product Beeldende kunst en cultuur besteed dan was begroot, wat resulteert in een onderschrijding op de lasten van € 23.366. Deze niet bestede uren zijn in 2005 ingezet ten behoeve van het product Gemeentelijke oudheidkundige verzameling (zie toelichting hieronder). Gemeentelijk oudheidkundige verzameling Het nadeel op het product Gemeentelijke oudheidkundige verzameling wordt veroorzaakt doordat er in 2005 meer uren aan dit product zijn besteed dan was begroot (zie ook toelichting op product Beeldende kunst en cultuur). Theater de Kring Op het product Theater de Kring zijn de kapitaallasten met € 91.246 overschreden. Dit is het directe gevolg van het versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut. In het kader van de afwikkeling van de stelpost resultaat Vinex is, in de door de raad op 15 november 2005 vastgestelde begroting 2006, besloten om de investeringen met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven ten laste van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd). Hierdoor worden de hogere kapitaallasten op het product Theater de Kring gedekt door een onttrekking aan de reserves. Voor een nadere verklaring hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005. Daarnaast zijn er aan dit product minder uren besteed dan was begroot. Hierdoor is een onderschrijding op de lasten van € 17.180 ontstaan. Sociaal-culturele centra De vertraagde oplevering van de sociaal-culturele centra in Hofstad en Schoneveld, leidt ertoe dat de kapitaallasten met betrekking tot deze investeringsprojecten een jaar later ontstaan dan waarmee bij e het opstellen van de primitieve begroting 2005 rekening was gehouden. In de 2 bestuursrapportage zijn deze kapitaallasten op de kostenplaats Welzijnsaccommodaties afgeraamd en daarmee op begrotingsbasis als voordeel terecht gekomen op het product Saldo kostenplaatsen (zie algemene dekkingsmiddelen). In de realisatie worden alle kosten op de kostenplaatsen echter doorverdeeld naar de
126
Jaarverslag 2005
diverse producten. Door deze verwerkingswijze is een onderschrijding op de lasten van het product Sociaal-culturele centra en een overschrijding op het product Saldo kostenplaatsen voor hetzelfde bedrag ontstaan. Per saldo is er derhalve geen sprake van een overschrijding op het product Sociaalculturele centra. Recreatie - deelprogramma 120 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Manifestatie- en festiviteitenterreinen € 40.600 N Deelname in recreatieschappen € 10.000 V Overig € 800 V Totaal € 29.800 N Manifestatie- en festiviteitenterrein Op het product Manifestatie- en festiviteitenterrein zijn de kapitaallasten met € 35.165 overschreden. Dit is het directe gevolg van het versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut. In het kader van de afwikkeling van de stelpost resultaat Vinex is, in de door de raad op 15 november 2005 vastgestelde begroting 2006, besloten om de investeringen met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven ten laste van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd). Hierdoor worden de hogere kapitaallasten op het product Manifestatie- en festiviteitenterrein gedekt door een onttrekking aan de reserves. Voor een nadere verklaring hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005. Daarnaast zijn er door de afdeling Openbare Werken meer uren aan dit product besteed dan was begroot, wat resulteert in een overschrijding op de lasten van € 8.166. Deelname in recreatieschappen Op het product Deelname in recreatieschappen worden onder andere de uren verantwoord die door de afdeling Ruimtelijk Beleid worden besteed aan het recreatiebeleid. In 2005 zijn hieraan minder uren besteed dan was begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de bespreking van de notitie stand van zaken recreatie in maart 2005 in de commissie Samenleving niet heeft geleid tot een besluit over de toekenning van budget voor uitvoering van recreatieve projecten. Pas bij de behandeling van de begroting 2006 is een incidenteel budget toegekend voor recreatie. Tot op dat moment is er geen inspanning meer verricht voor het verder ontwikkelen van het recreatiebeleid, hetgeen tot het aangegeven voordeel leidt. Baten Groen - deelprogramma 111 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Plantsoenen (wijkbeheer) € 380.100 V Reconstructie plantsoenen € 63.900 V Overig € 13.600 N Totaal € 430.400 V Plantsoenen (wijkbeheer) De overschrijding op de baten is ontstaan door een onttrekking aan de voorziening Beheer Openbare Ruimte van € 263.008 en een bijdrage vanuit de grondexploitatie van € 117.096. Deze baten zijn het gevolg van een overschrijding van de lasten (zie toelichting aan de lastenzijde). Reconstructie plantsoenen De overschrijding op de baten wordt voornamelijk veroorzaakt door een onttrekking aan de voorziening Beheer Openbare Ruimte van € 58.825 in verband met hogere reconstructielasten (zie verklaring aan de lastenzijde). Daarnaast is er in 2005 een niet voorziene bijdrage van € 5.106 ontvangen voor uitgevoerd tuinonderhoud.
Jaarverslag 2005
127
Water - deelprogramma 113 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Vijvers en watergangen € 89.500 V Vijvers en Watergangen In 2005 is voor € 89.521 aan subsidievoorschotten ontvangen over subsidieaanvragen uit 2004 voor de uitvoering van baggerwerkzaamheden. Deze ontvangen subsidies zijn rechtstreeks doorbetaald aan het Waterschap. Per saldo is er derhalve geen sprake van een voordeel op het product Vijvers en watergangen (zie ook verklaring aan de lastenzijde). Sportvoorzieningen - deelprogramma 118 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Instandhouding zwembad € 63.800 N Sportbeleidsadviezen € 67.100 N Breedtesportimpuls 2005-2008 € 26.000 V Totaal € 104.900 N Instandhouding zwembad Met de exploitant van het zwembad wordt al geruime tijd onderhandeld om te komen tot nieuwe overeenkomsten waarin de huidige situatie met betrekking tot de uitbreiding van het zwembad en de realisering van de sporthal goed is vastgelegd. Sportbeleidsadviezen In 2005 is er aan Taurus geen huurcompensatie betaald. Hierdoor is de begrote onttrekking aan de voorziening flankerend beleid niet gerealiseerd, wat resulteert in een onderschrijding op de inkomsten van € 15.000. Daarnaast is er in 2005 nog geen rente en aflossing ontvangen op de verstrekte hypothecaire geldleningen aan FC Delta Sports ’95 en tennisclub Atalanta, omdat deze leningen nog niet zijn gepasseerd bij de notaris. Hierdoor is op de baten een onderschrijding van € 51.278 ontstaan. Breedtesportimpuls 2005-2008 In 2005 is een niet voorziene bijdrage van het ministerie van VWS ontvangen van € 25.000 in het kader van de breedtesportimpuls. Kunst, cultuur & Oudheidkunde - deelprogramma 119 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Beeldende kunst en cultuur € 156.400 N Beeldende kunst en cultuur Het nadeel op het product Beeldende kunst en cultuur wordt veroorzaakt door een lagere bijdrage van de afdeling Projectontwikkeling. Dit komt doordat er in 2005 slecht een klein deel van het budget voor het kunstproject Saudade is uitgegeven (zie ook verklaring aan de lastenzijde).
128
Jaarverslag 2005
Kengetallen Omschrijving
Realisatie 2004
Groen Oppervlakte (in hectare) groenvoorziening (totaal Houten) Positie hondenoverlast in ergernissen top 5 Aantal nieuwsbrieven Landschapsbeleid Speelvoorzieningen Aantal speelplekken Aantal speeltoestellen (inclusief Houten-Zuid) Water Aantal m2 waterbodems Lengte scheiding sloten (in meters) Lengte hele sloten (in meters) Lengte ruimen maaisel (in meters) Oppervlakte watergangen (in m2 binnen de Rondweg)
Jaarverslag 2005
Begroting 2005
Realisatie 2005
288 n.b. n.b.
302 2 1
286 3 1
n.b. 735
275 746
278 748
34.622 17.150 18.123 246.205
539.000 35.222 17.216 19.934 246.205
539.000 35.222 17.216 19.934 291.407
129
130
Jaarverslag 2005
12. Maatschappelijk welzijn Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Samenleving / Milieu en Centrumontwikkeling Samenleving
Omschrijving programma Dit programma richt zich op doelgroepen binnen de Houtense samenleving, die niet zonder hulp in staat zijn zich een volwaardige positie in de maatschappij te verwerven en te behouden. De gemeente voert de Wet Werk en Bijstand uit, geeft invulling aan het minimabeleid, voert de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) uit, draagt zorg voor een goede inburgering van nieuwkomers en ondersteunt de sociale infrastructuur met betrekking tot wonen, zorg en welzijn. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Uitstroom en sociale activering, Minimabeleid en Gehandicapten - deelprogramma 121 1. Met de ketenpartners UWV en CWI willen we sluitende afspraken maken over hun rol bij de methodiek van Workfirst. 2. Met het UWV willen we afspraken maken over de samenloopklanten en over de klanten, die hun einde WW bereiken. 3. Met het CWI willen we bindende afspraken over hun inspanningen ten aanzien van klanten (Astroom), die direct op de arbeidsmarkt plaatsbaar zijn. Voor de overige klanten (B-stroom) geldt het Workfirst-principe en worden alleen bij uitzondering nog langdurige trajecten gestart. 4. De gemiddelde uitkeringsduur beperken. 5. Het optimaliseren van de sturing van de budgetten. 6. Het inzetten van alle denkbare en beschikbare communicatiemiddelen om burgers in Houten te informeren over de bijzondere bijstand en het minimabeleid. 7. Actuele budgetbewaking op basis van het prestatiecontract met het RIO VL. Minimabeleid - deelprogramma 122 8. Bevorderen dat ook de minder financieel draagkrachtigen in de Houtense samenleving deel uit blijven maken van die samenleving. 9. De bijzondere bijstand en de langdurigheidtoeslag vormen hierbij belangrijke instrumenten. Gehandicapten - deelprogramma 123 10. Het voorzieningenniveau dat in Houten via de WVG beschikbaar is willen we zo veel mogelijk handhaven. 11. Door een kostenluwe uitvoering en een adequaat adviseringsprotocol willen we de groei van het klantenbestand opvangen door een doelmatige uitvoering van de WVG. Minderheden - deelprogramma 124 12. Het bevorderen van de integratie van minderheden, in het bijzonder van nieuwkomers en oudkomers, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande voorzieningen in Houten. Vluchtelingenwerk - deelprogramma 125 13. Een optimale opvang van nieuwkomers en goede begeleiding van oudkomers. Zorgservice Vitras - deelprogramma 126 14. Het in stand houden, integreren en toezicht houden op een adequaat aanbod van algemeen maatschappelijk werk door Vitras.
Jaarverslag 2005
131
Slachtofferhulp - deelprogramma 127 15. De schade voor slachtoffers van misdrijven en verkeersongelukken zoveel mogelijk beperken of verhelpen. Mondiaal beleid - deelprogramma 128 16. Een beperkte bijdrage leveren aan de sociaal-economische ontwikkeling van landen in Centraal en Oost Europa en in de derde wereld Wat hebben we bereikt? Uitstroom en sociale activering, Minimabeleid en Gehandicapten - deelprogramma 121 1. In 2005 is in de vorm van een werkconferentie de “Ketenspiegel” uitgevoerd. Het resultaat van deze “Ketenspiegel” is een werkplan, dat gezamenlijk de komende jaren wordt uitgewerkt en uitgevoerd. 2. Met het UWV zijn regionaal afspraken gemaakt over de kostenverdeling van klanten, die zowel een UWV- als WWB-uitkering ontvangen. Ook zijn er afspraken over de re-integratieactiviteiten voor deze groep vastgelegd. 3. Met het CWI zijn bindende afspraken gemaakt over hun inspanningen voor de A-stroom klanten (vroegere fase 1/2). Voor de B-stroom (vroegere fase 2/3/4) zorgt de gemeente voor de uitkeringsintake en het re-integratietraject. Deze afspraken verhogen de snelheid in de processen van uitkering en arbeidstoeleiding. 4. De effecten van bovenstaande afspraken en de inzet op toeleiding tot de arbeidsmarkt leiden tot een gemiddeld lagere uitkeringsduur. Het aantal beëindigingen is in 2005 hoger geweest dan in het voorgaande jaar. Dit vertaalt zich in een positief saldo op het I-budget. 5. De financiële administratie voor de WWB en de WVG is zodanig ingericht dat directe bewaking van de budgetten plaatsvindt. Maandelijks worden de kerncijfers gepubliceerd en wordt zonodig direct actie ondernomen. 6. Eind 2005 is alle informatie, rechten en plichten, mogelijkheden en beperkingen van de WWB en verwante wet- en regelgeving vastgelegd in een klantmap. Daarnaast zijn zowel door publicaties in het Houtens Nieuws als in het trefpunt en via de gemeentelijke website de burgers gewezen op de mogelijkheden van de bijzondere bijstand en het minimabeleid. 7. Het prestatiecontract met het CIZ (Rechtsopvolger van het RIO-VL)heeft geleid tot een beter budgetbeheer binnen de WVG en tot een verdere besparing op de indicatiekosten. Minimabeleid -deelprogramma 122 8. In Houten worden de mogelijkheden van de bijzondere bijstand en het minimabeleid optimaal benut. Via publicaties en door gebruik te maken van gerichte mailing wordt getracht de verschillende regelingen extra onder de aandacht van de doelgroep te brengen. In 2005 is de éénmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten herhaald. Ook de U-pas laat een stijgend aantal deelnemers zien. 9. De budgetten bijzondere bijstand en minimabeleid zijn in 2005 volledig benut en ingezet voor de doelgroep. Gehandicapten -deelprogramma 123 10. In 2005 is een klanttevredenheidsonderzoek voor de WVG uitgevoerd. De rapportage is over de hele linie positief. De werkprocessen worden alle binnen de daarvoor gestelde termijnen uitgevoerd. 11. In 2005 is het proces van kostenbesparing op oneigenlijk gebruik van WVG-voorzieningen voortgezet. Deze laatste fase in de opschoningactie heeft opnieuw tot besparingen geleid.
132
Jaarverslag 2005
Minderheden - deelprogramma 124 12. Ten aanzien van het minderhedenbeleid hebben de onderstaande activiteiten plaatsgevonden. o De samenwerking tussen Vluchtelingenwerk Houten en de gemeente Houten wordt voortgezet tot het einde van de budgetsubsidie en het bijbehorende contract. Beide eindigen op 31 december 2006. In 2006 wordt nader met Vluchtelingenwerk Houten gesproken over (de inhoud van) een contract per 1 januari 2007. Wanneer de Wet Inburgering Nederland daadwerkelijk per 1 juli 2006 in werking treedt, zullen wij in overleg treden met Vluchtelingenwerk Houten over de taakverdeling. o In voorbereiding is een plan van aanpak voor het nieuwe inburgeringstelsel. o De taakstelling om 80 oudkomers in te burgeren (Regeling oudkomers) is volledig en naar tevredenheid van de cursisten uitgevoerd. De hulp van Vluchtelingenwerk was daarbij van cruciaal belang. De verantwoording aan het rijk heeft plaatsgevonden. o De productovereenkomst inburgering en educatie 2005 is aangegaan met het ROC MiddenNederland. Een keuze tussen de verschillende aanbieders van taal en arbeid heeft niet plaatsgevonden, omdat de gemeente nog steeds verplicht is een overeenkomst aan te gaan met een toegelaten instelling, zoals het ROC Midden-Nederland. o De voorgestane regionale en onafhankelijke intake van nieuw- en oudkomers heeft niet plaatsgevonden. Vluchtelingenwerk kan bij het maken van een dergelijk bureau een rol spelen. Vluchtelingenwerk - deelprogramma 125 13. De vaststelling budgetsubsidie 2004 en de verlening 2005 hebben plaatsgevonden. Om de financiële tekorten van Vluchtelingenwerk Houten te dekken hebben wij voor de periode 2003 t/m 2006 een bedrag van circa € 51.000 ten laste van de egalisatiereserve nieuwkomers gebracht onder voorwaarde dat Vluchtelingenwerk zelf oplossingen moet zoeken voor eventuele personele gevolgen en de daaruit voortvloeiende lasten na 2006. Vluchtelingenwerk heeft volledig en naar volle tevredenheid de uitvoering van het oudkomersproject (de taakstelling was 80 oudkomers inburgeren) ter hand genomen. De verantwoording naar het rijk heeft plaatsgevonden. Dit project was een succes. Zorgservice Vitras - deelprogramma 126 14. Lokaal is overleg gevoerd over de invulling van de rol van het Vitras AMW in het kader van de nieuwe wet op de jeugdzorg/SOS programma. Daarnaast zijn de resultaten van 2004 en de verwachtingen en ontwikkelingen in 2005 besproken en zijn er afspraken gemaakt over de lokale inspanningen op het gebied van jeugd en ouderen in 2006. Regionaal is (ambtelijk en bestuurlijk) gesproken over de resultaten van de ingezette organisatieveranderingen binnen Vitras en over de voortzetting van de samenwerking met Vitras AMW in 2006-2008. De bestaande samenwerkingsafspraken worden voor het jaar 2006 gecontinueerd en vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst die gebaseerd is op de verleningsbeschikking. Verder is regionaal overleg gevoerd over de mogelijke rol van Vitras AMW op het gebied van OGGZ en huiselijk geweld. Slachtofferhulp -deelprogramma 127 15. Slachtofferhulp heeft volgens afspraak een structurele bijdrage per inwoner ontvangen . Mondiaal beleid - deelprogramma 128 16. In 2005 is het totaal beschikbare subsidiebedrag in de begroting van € 6.700 uitgegeven aan mondiale projecten van Houtense instellingen. Deze projecten worden voornamelijk uitgevoerd in voormalig Oost-Europa en Afrika. Voortvloeiende uit de beleidsregel “gemeentelijke bijdrage aan rampen” uit december 2000 heeft de gemeente Houten in 2005, aan de Samenwerkende Hulporganisaties, een tweetal bedragen overgemaakt. Dit heeft plaatsgevonden in het kader van de tsunami en de aardbeving in Pakistan.
Jaarverslag 2005
133
Rekening
Deelprogramma's 121 122 123 124 125 126 127 128
121 122 123 124 125 126 127 128
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Uitstroom en sociale activering Minimabeleid Gehandicapten Minderheden Vluchtelingenwerk Zorgservice Vitras Slachtofferhulp Mondiaal beleid
1.042.064,00 6.218.902,00 1.773.366,00 481.273,00 450.299,00 7.242,00 9.040,00
1.374.508,00 6.204.203,00 1.822.859,00 188.781,00 12.549,00 464.566,00 6.732,00 37.679,00
1.517.162,00 6.175.720,00 1.822.859,00 235.068,00 464.566,00 134.566,00
1.322.214,50 6.567.599,87 1.864.168,13 316.522,48 474.559,32 94.792,62
194.947,50 391.879,8741.309,1381.454,489.993,3239.773,38
Totaal lasten
9.982.186,00
10.111.877,00
10.349.941,00
10.639.856,92
289.915,92-
Uitstroom en sociale activering Minimabeleid Gehandicapten Minderheden Vluchtelingenwerk Zorgservice Vitras Slachtofferhulp Mondiaal beleid
724.221,00 4.281.754,00 231.987,00 434.066,00 27.154,00 -
1.252.813,00 3.845.096,00 5.224,00 200.000,00 -
880.121,00 4.602.660,00 5.224,00 232.388,00 -
866.356,69 4.512.499,33 310.060,57 282.924,42 -
13.764,3190.160,67304.836,57 50.536,42 -
Totaal baten
5.699.182,00
5.303.133,00
5.720.393,00
5.971.841,01
251.448,01
Saldo
4.283.004,00-
4.808.744,00-
4.629.548,00-
4.668.015,91-
38.467,91-
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Lasten Uitstroom en sociale activering - deelprogramma 121 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: WIW-detacheringen & werkervaringspl. € 46.200 N ITB-trajecten € 301.800 V In- en doorstroombanen € 334.600 N Regiefunctie: activering en controle € 198.600 V Uitvoeren doelmatigheidsonderzoeken € 69.600 N Re-integratie nieuwe doelgroepen € 39.700 V Totaal Wet Werk en Bijstand (WWB) € 89.700 V Uitvoering wet sociale werkvoorziening € 95.500 V Overig € 9.700 V Totaal € 194.900 V
134
Jaarverslag 2005
Wet Werk en Bijstand (WWB) Met de komst van de Wet Werk en bijstand (WWB) per 1 januari 2004, liepen de bestaande regelingen voor ID-banen, WIW- en ITB-trajecten wettelijk af per 31 december 2003. De gemeenteraad van Houten heeft echter besloten deze gesubsidieerde banen nog twee jaar in stand te houden tot 1 januari 2006. Hierdoor zijn in de begroting 2005 de budgetten van de oude regelingen in stand gehouden. Samen vormen deze posten het werkdeel van de Wet Werk en Bijstand. De uitgaven van re-integratie in het kader van werk worden voornamelijk gedekt uit de subsidie WWB-werkdeel dat van het ministerie van SZW wordt ontvangen. Het gemeentelijke deel van het budget is ingezet voor de financiering van de gesubsidieerde arbeid die de raad twee jaar langer in stand wil houden. In de begroting 2006 zijn deze posten vervallen. Per saldo is er op het product Wet Werk en Bijstand een voordeel ontstaan van € 89.700. Dit voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door: Een niet begrote dotatie van € 90.890 (= nadeel) aan de voorziening scholing en activering. Dit betreft het overschot van het werkdeel van het WWB-budget, dat conform de budgetregels van het werkdeel in de voorziening wordt gestort. Met de voorziening scholing en activering worden verschillen in budgetinkomsten en –uitgaven opgevangen. Een onderschrijding op de lasten van € 25.555 (=voordeel). Dit heef betrekking op de vereffening van de Stichting Raamwerk. In de begroting 2005 is rekening gehouden met een betaling van € 25.555. De vereffening heeft echter geresulteerd in een ontvangst van € 5.851, welke verantwoord is aan de batenzijde van het product. Een onderschrijding op de lasten van € 141.200 (= voordeel) doordat er in 2005 minder uren op het product Wet Werk en Bijstand zijn verantwoord dan was begroot. Dit is te verklaren door het niet synchroon lopen van de begrotingsposten met de veranderingen als gevolg van de invoering van de WWB in 2004. Hierdoor zijn de bestede uren slechts verantwoord op een beperkt aantal producten, waardoor in 2005 grote verschuivingen zijn opgetreden in de verantwoording van bestede uren tussen de verschillende producten van de afdeling Burger- en Sociale Zaken. Uitvoering wet sociale werkvoorziening Het budget voor het product Uitvoering wet sociale werkvoorziening is gebaseerd op de 19 plaatsen die door het ministerie aan de gemeente Houten zijn toegewezen (ook wel aangeduid met standaard eenheden = SE). Op 31 december 2005 waren 15,6 SE bezet. Hiervoor wordt een vast bedrag ontvangen van het ministerie, dat wordt doorbetaald aan het WSW-bedrijf. Per saldo levert deze constructie geen over- of onderschrijdingen op. Daarnaast verleent de gemeente een bijdrage in de exploitatiekosten van de WSW-bedrijven. Conform de financieringssystematiek wordt deze bijdrage afgerekend per geplaatste SE. Doordat het werkelijke aantal geplaatste SE in 2005 lager is dan het begrote aantal SE, is er een onderschrijding op de bijdrage ontstaan van € 57.700. Daarnaast is de indicatiestelling in april 2005 overgedragen aan het CWI. Hierdoor is een onderschrijding op de advieskosten van € 40.180 ontstaan. Minderheden - deelprogramma 124 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Minderheden € 81.500 N Minderheden Het nadeel op het product Minderheden wordt in het bijzonder veroorzaakt doordat in 2005 € 74.146 meer is uitgegeven aan opleidings- en reiskosten voor nieuwkomers. Deze kosten zijn op voorhand moeilijk in te schatten, omdat niet bekend is hoeveel nieuwkomers er in een jaar zijn die een opleiding gaan volgen. De hogere lasten worden echter gedekt door de subsidie die van het ministerie wordt ontvangen. Per saldo is er daardoor geen sprake van een nadeel. Daarnaast is er in 2005 een aantal niet voorziene en niet subsidiabele uitgaven geweest, wat heeft geresulteerd in een overschrijding op de lasten van € 7.308.
Jaarverslag 2005
135
Mondiaal beleid - deelprogramma 128 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Mondiale beleidsadvisering € 39.800 V Mondiale beleidsadvisering Aan het product Mondiale beleidsadvisering zijn door de medewerkers van de afdeling Welzijn in 2005 fors minder uren besteed dan was begroot. Hierdoor is een onderschrijding op de lasten ontstaan van € 35.103. Dit wordt verklaard door het feit dat er in 2005 een beleidswijziging heeft plaatsgevonden, waardoor er veel minder tijd aan mondiale beleidsadvisering wordt besteed. In plaats daarvan zijn die uren in 2005 vooral besteed aan het product Ouderenzorg (zie programma 2 Sociale cohesie, deelprogramma 24 Zelfstandig wonen). Per saldo is er dus geen sprake van een onderschrijding op de lasten, maar van een verschuiving in lasten tussen twee producten. Baten Gehandicapten - deelprogramma 123 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Vervoersvoorzieningen € 31.900 V Woonvoorzieningen gehandicapten € 266.400 V Overig € 6.500 V Totaal € 304.800 V Vervoersvoorzieningen Op het product Vervoersvoorzieningen worden onder andere de baten verantwoord die worden ontvangen als gevolg van terugontvangen voorzieningen, die vanuit het regionale depot door andere gemeenten worden aangekocht. In 2005 is hiervoor € 15.772 ontvangen. Omdat deze baten incidenteel van aard zijn, zijn zij op voorhand niet in te schatten. Daarnaast is in 2005 een voordeel van € 15.676 ontstaan door een ontvangst van het ministerie van VWS met betrekking tot een woonvoorziening. Ook deze ontvangst is een incidentele opbrengst. Woonvoorzieningen gehandicapten Het voordeel op het product Woonvoorzieningen gehandicapten wordt veroorzaakt door: Een incidentele bijdrage van € 91.151 voor woningaanpassingen boven de € 22.500. Deze doeluitkering is moeilijk te ramen, omdat op voorhand niet bekend is of er dure (> € 22.500) woningaanpassingen worden toegekend. Ontvangen subsidies van het ministerie van VROM ter grootte van € 175.250. Deze subsidies zijn in 2005 ontvangen als gevolg van de overschrijding op de lasten. Met betrekking tot woningaanpassingen van gehandicapten fungeert de gemeente als doorgeefluik. Dat houdt in dat uitgaven in dit kader door het ministerie worden vergoed. Per saldo is er daardoor geen sprake van een overof onderschrijding. Minderheden - deelprogramma 124 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door het volgende product: Minderheden € 50.500 V Minderheden Tegenover de hogere opleidings- en reiskosten voor nieuwkomers in 2005 staat een hogere subsidieinkomst vanuit het ministerie van € 74.146 (zie ook verklaring aan de lastenzijde). Ook is er in 2005 een subsidie ontvangen van € 5.607 als gevolg van een afrekening over het jaar 2003. Daarnaast is er een onderschrijding op de subsidie-inkomsten ontstaan van € 29.281 doordat de lasten in verband met de bestede uren van de afdeling Welzijn in de begroting 2005 als subsidiabele lasten zijn meegenomen.
136
Jaarverslag 2005
Kengetallen Realisatie 2004
Omschrijving Uitstroom en sociale activering/Uitkeringen en minimabeleid Aantal uitkeringsgerechtigden Aantal aanvragen Aantal beëindigingen/mutaties Aantal uitstroom Aantal onderzoeken sociale recherche Aantal bezwaarschriften Aantal beroepschriften Aantal WSW-plaatsingen Aantal plaatsingen i.h.k.v. sociale activering Gehandicapten Aantal aanvragen woonvoorzieningen Aantal aanvragen rolstoelen Aantal aanvragen vervoersvoorzieningen
Jaarverslag 2005
Begroting 2005
Realisatie 2005
347 809 158 79 3 41 3 10 44
340 850 135 80 5 35 3 12 50
348 805 119 108 4 36 6 15 30
157 138 177
175 130 150
156 169 44
137
138
Jaarverslag 2005
13. Volksgezondheid en milieu Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Samenleving / Economische Zaken en Financiën / Milieu en Centrumontwikkeling Samenleving / Ruimtelijk Beheer
Omschrijving programma Dit programma omvat twee aspecten. Volksgezondheid richt zich op het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de Houtense inwoners, door middel van preventieve maatregelen en het bijdragen aan een kwalitatief goed, sluitend en voor iedere bewoner bereikbaar stelsel van zorgvoorzieningen. Het uitvoeren van wettelijk opgedragen taken en het behartigen van de gemeentelijke belangen bij de uitvoering van de wet zijn hier deel van. Kaderstellend voor de deelprogramma’s Afval en Milieuzorg is het Milieubeleidsplan. Daarin wordt aangegeven wat de strategische beleidskeuzes zijn, welke doelen we nastreven en hoe we die gaan bereiken. Het uiteindelijke doel is het behalen van milieuwinst of het beheersen van milieueffecten, door de uitvoering van wettelijke taken, het benoemen van prioriteiten en het benutten van kansen die zich jaarlijks voordoen. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Afval en riolering - deelprogramma 131 en 134 1. Handhaven van het huidige percentage afval dat gescheiden wordt ingezameld (56%). 2. Een doelmatige inzameling en afvoer van afvalwater (riolering). 3. Op een verantwoorde manier omgaan met afvalwater (niet langer toestaan van ongesaneerde lozingen en betere scheiding van afvalwater en schoon water). Milieuzorg - deelprogramma 132 4. Het behalen van milieuwinst en/of het beheersen van milieueffecten. Begraven - deelprogramma 133 5. Het optimaal benutten van de mogelijkheden van de oude begraafplaats aan de Prinses Ireneweg. GGD en Gezondheidszorg - deelprogramma 135 en 136 6. Het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de inwoners van Houten, met name via preventie en het bijdragen aan een kwalitatief goed, sluitend en bereikbaar stelsel van zorgvoorzieningen. Wat hebben we bereikt? Afval en riolering - deelprogramma 131 en 134 1. Het percentage gescheiden ingezameld afval is gestegen van 55% naar 58%. Dit is vooral te danken aan de invoering van de papierkliko. Volgens de rijksoverheid zou een gemeente als Houten moeten streven naar 56% gescheiden inzameling in 2006. De gemeenteraad heeft daar bij de behandeling van het milieubeleidsplan nog een schepje bovenop gedaan: in Houten proberen wij een scheidingspercentage van 60% te halen. 2. Het gemeentelijke rioolsysteem voldoet geheel aan de wettelijke eisen. Het aansluitingspercentage van woningen en bedrijven bedraagt thans 99,95%. In 2005 is een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld voor de periode 2006-2009. Op basis van onderzoek zijn in dit GRP voorstellen opgenomen voor het uitvoeren van pilotprojecten voor het afkoppelen van verharde oppervlakken in het bestaand stedelijke gebied van de gemeente Houten. In 2005 is het rioolbeheersysteem met een grote hoeveelheid data verder opgebouwd.
Jaarverslag 2005
139
3. De aanleg van drukriolering in het buitengebied is in 2005 geheel afgerond. In het kader van regulier onderhoud is 20 km vrijvervalriolering gereinigd en geïnspecteerd en zijn 70 huisaansluitingen herlegd. In overleg met het Hoogheemraadschap is afgesproken dat de eerder voor 2005 geplande hernieuwing van de aansluitvergunningen in 2006 plaatsvindt. Milieuzorg - deelprogramma 132 4. De zorg voor het milieu in algemene zin omvat bijna alle diensten en producten die de gemeente Houten levert op het gebied van milieubescherming. Die diensten en producten staan beschreven in het milieubeleidsplan. Ons doel is het behalen van milieuwinst en het beheersen en verminderen van milieueffecten (geluidsoverlast, luchtverontreiniging en degelijke). Enkele in het oog springende behaalde resultaten die milieuwinst (gaan) opleveren zijn: De procedures zijn gestart om het bestemmingsplan te wijzigen en om de bouw- en milieuvergunning te verkrijgen voor het windmolenpark aan de Veerwagenweg. Dit is een belangrijk project om de doelstelling van 11 % duurzame energie te behalen. Daarnaast is op een aantal locaties dynamische openbare verlichting geïnstalleerd. Dat leverde bijna 50% energiebesparing op vergeleken met normale straatverlichting. En wij hebben wij een nieuw contract met een energieleverancier afgesloten waarmee voor alle gemeentelijke voorzieningen groene stroom wordt ingekocht. Twee derde van alle basisscholen maakt op dit moment gebruik van lespakketten op het gebied van milieueducatie. Daarnaast maken ook veel scholen gebruik van de mogelijkheid om de boswerf in Zeist te bezoeken. Bovendien wordt bijna elke maand een educatieve activiteit georganiseerd op de kinderboerderij. Er heeft een regionaal onderzoek plaatsgevonden naar de noodzaak en wenselijkheid van een specifiek extern veiligheidsbeleid voor de gemeente Houten. Dit lijkt voor Houten niet nuttig of nodig, gezien de geringe omvang van de externe- veiligheidsrisico’s. Er zijn drie bodemsaneringen afgerond waardoor de bodem in Houten schoner werd Om de geluidsoverlast als gevolg van de spoorverdubbeling zoveel te voorkomen, is er in 2005 een maatregelenpakket opgesteld, dat voorziet in zijschermen van verschillende hoogtes gecombineerd met een middenscherm en raildempers op de buitenste sporen. Het station wordt uitgevoerd met een perronkap. Het maatregelenpakket zal er voor zorgen dat de woningen in Houten minder geluidsoverlast van het treinverkeer zullen ondervinden dan in de huidige situatie, ondanks dat het spoor verdubbeld wordt en er dus meer treinen gaan rijden. Begraven - deelprogramma 133 5. In februari 2005 is begraafplaats Oud Wulven in gebruik genomen. Hier zijn in de loop van het jaar diverse verbeteringen doorgevoerd zoals de aanleg van een keerlus en de verbreding van de paden. De voorbereiding van de ruiming van verlopen graven op begraafplaats Prinses Ireneweg is gestart. In 2006 krijgt dit zijn beslag in de uitvoering. GGD en Gezondheidszorg - deelprogramma 135 en 136 6. Ter bevordering en bescherming van de gezondheid van de inwoners van Houten, vooral via preventie en het bijdragen aan een kwalitatief goed, sluitend en bereikbaar stelsel van zorgvoorzieningen zijn de volgende beleidsvoornemens gerealiseerd: Deelname aan gemeenschappelijke regelingen GGD Midden-Nederland en CPA/GHOR. o Er is periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg geweest in de regio GGD MiddenNederland. Aandacht is onder andere besteed aan de consequenties van de nieuwe wet Kinderopvang op de GGD taken met betrekking tot het toezicht houden en controleren van kindercentra, OGGZ/bemoeizorg, huiselijk geweld, voorbereiding op de ontwikkeling van schoolprofielen (schoolgezondheidsbeleid) en de voorbereiding op een digitale gezondheidsatlas van Midden- Nederland. o De resultaten van het volwassenenonderzoek 2004 zijn lokaal beschreven en gepresenteerd. o Er is een GGD productengids 2006 op lokaal niveau ontwikkeld en uitgegeven. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek naar genotmiddelen onder jeugdigen heeft de raad de beleidsvoornemens uit de notitie ‘lokaal preventiebeleid genotmiddelen 2005-2009’ vastgesteld. Vervolgens is gestart met het opstellen van een actieprogramma waarvan onder-
140
Jaarverslag 2005
delen in de loop van 2005 zijn uitgewerkt, zoals een aanbod van preventielessen op basisscholen. In het kader van de wettelijke taak van gemeenten op het gebied van OGGZ/bemoeizorg heeft de raad besloten met ingang van 2006 deel te nemen aan het Vangnet en Advies Lekstroom (meldpunt voor verwaarlozing en overlast). In de regio is overleg gevoerd tussen regiogemeenten en centrumgemeenten over de invulling van een regionaal meldpunt voor Huiselijk Geweld dat in 2007 operationeel moet zijn. Uitvoering Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar (consultatiebureau 0-4 jaar, GGD/schoolarts: 4-19 jaar): dit betrof contactmomenten, screeningen en vaccinaties en zorg op indicatie en zorg op maat (in Houten videohometrainingen, extra huisbezoeken en deelname in jeugdnetwerken). In de regio is gewerkt aan het opstellen van een regionaal actieplan in het kader van een ononderbroken keten in de jeugdgezondheidszorg. Aan de hand van het ontwikkelde visiedocument van de Stichting Huisartsen Houten is overleg gevoerd over de toekomst van de huisartsenzorg in Houten. Er is gesproken over mogelijke locaties voor EMC’s (eerstelijns medisch centrum) in Houten en er is een geschikte locatie voor een nieuwe HOED praktijk gevonden (Molenzoom 83) voor vestiging van zes bestaande huisartsen/vier praktijken. Verder is er contact geweest met diverse eerstelijnszorg aanbieders zoals tandartsen, fysiotherapeuten, verloskundigen en eerstelijnspsychologen met betrekking tot het zoeken van praktijkruimte in Houten en samenwerking met andere eerstelijnszorgaanbieders. In 2005 zijn twee legionella-controles uitgevoerd (douches in kleedkamers van gym- en sportzalen) en hebben diverse lijkschouwingen plaatsgevonden in geval van sterfgevallen met onnatuurlijke doodsoorzaak.
Rekening
Deelprogramma's 131 132 133 134 135 136
131 132 133 134 135 136
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Afval Milieuzorg Begraven Riolering GGD Gezondheidszorg
4.212.152,00 833.631,00 200.778,00 1.663.845,00 12.220,00 629.875,00
3.204.250,00 1.229.366,00 129.960,00 1.486.645,00 6.275,00 595.911,00
3.670.119,00 1.316.049,00 138.394,00 1.512.225,00 691.629,00
3.863.449,97 1.414.749,08 83.674,50 1.417.162,89 670.232,81
193.330,9798.700,0854.719,50 95.062,11 21.396,19
Totaal lasten
7.552.501,00
6.652.407,00
7.328.416,00
7.449.269,25
120.853,25-
Afval Milieuzorg Begraven Riolering GGD Gezondheidszorg
4.212.155,00 24.493,00 39.921,00 1.663.847,00 2.865,00
3.204.250,00 83.933,00 1.486.645,00 -
3.670.159,00 61.465,00 83.933,00 1.486.645,00 2.800,00
3.863.449,97 20.551,78 83.674,50 1.417.162,89 -
193.290,97 40.913,22258,5069.482,112.800,00-
Totaal baten
5.943.281,00
4.774.828,00
5.305.002,00
5.384.839,14
79.837,14
Saldo
1.609.220,00-
1.877.579,00-
2.023.414,00-
2.064.430,11-
41.016,11-
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Daarnaast is een verschillenanalyse voor het deelprogramma Afval opgenomen.
Jaarverslag 2005
141
Lasten Afval - deelprogramma 131 Het deelprogramma Afval sluit weliswaar op € 0, maar dat komt omdat verschillen worden verrekend via de voorziening egalisatie tarieven afvalstoffenheffing. Deze voorziening is ingesteld om er zorg voor te dragen dat de kosten voor inzameling van huishoudelijk afval 100% dekkend zijn en dat er geen extra inkomsten voor de algemene dienst uit voortvloeien. 2005 laat per saldo een overschot van circa € 160.000 zien over de geheven afvalstoffenheffing. Dit overschot wordt via de afvalstoffenheffing over het jaar 2007 teruggegeven aan de burger. Het positieve eindresultaat komt voort uit: € 31.000 minder lasten aan doorbelasting vanuit de afdeling Milieu. € 48.000 meer inkomsten afvalstoffenheffing. € 21.000 minder kapitaallasten omdat een laatste investering voor het afvalscheidingstation nog niet geactiveerd kan worden in verband met vertraagde oplevering. € 23.000 extra inkomsten op papierinzameling doordat de papierprijs in 2005 heel gunstig was. € 80.000 minder aan doorbelaste kosten in verband met de BTW-compensatie. € 34.200 hogere uitgaven dan begroot, te weten € 16.200 aan kwijtscheldingen en € 18.000 aan het legen van grijze kliko’s. Begraven - deelprogramma 133 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Begraafplaatsen € 56.200 V Overig € 1.500 N Totaal € 54.700 V Begraafplaatsen Naar aanleiding van de raadvergadering van 27 september 2005 heeft het college de opdracht gekregen de paden op de nieuwe begraafplaats te verbreden en een keerlus op het voorterrein aan te leggen. Hiervoor was slechts beperkt budget beschikbaar. In totaal hebben de werkzaamheden circa € 20.000 gekost, waardoor een budgetoverschrijding van circa € 15.500 is ontstaan. Daarnaast zijn er op het product Begraafplaatsen minder uren geschreven dan was begroot voor het onderhoud van de begraafplaats. Hierdoor is een onderschrijding op de lasten ontstaan van € 76.075. Dit is het gevolg van een verschuiving tussen het product Begraafplaatsen en het product Plantsoenen (zie programma 11 Cultuur, recreatie en sport, deelprogramma 111 Groen). Hierdoor ontstaat een onderschrijding op de lasten bij het product Begraafplaatsen en een overschrijding op de lasten op het product Plantsoenen voor hetzelfde bedrag. Per saldo is er geen sprake van een over- of onderschrijding. Baten Milieuzorg - deelprogramma 132 Het verschil op de baten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Korte projecten milieuzorg € 41.600 N Overig € 700 V Totaal € 40.900 N Korte projecten milieuzorg In de begroting 2005 is rekening gehouden met baten als gevolg van subsidie voor het uitvoeren van het gemeentelijke klimaatbeleid voor een bedrag van € 43.465. In 2005 is deze subsidie ook daadwerkelijk ontvangen voor een bedrag van € 37.670. Omdat het uitvoeren van het gemeentelijke klimaatbeleid meerdere jaren in beslag neemt, is de ontvangen subsidie gestort in de voorziening subsidie milieuzorg. Hierdoor wordt voorkomen dat de niet gebruikte subsidie-inkomsten in het jaar 2005 vrijvallen in het rekeningresultaat 2005. Per saldo is er derhalve geen sprake van een onderschrijding op de baten.
142
Jaarverslag 2005
Kengetallen Realisatie 2004
Omschrijving Afval Aantal publicaties afval % gescheiden afval Bedrag afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden Milieuzorg Aantal milieuprocedures Aantal toetsen geluidsbelasting bouwplannen Beoordeling bodemonderzoeken Aantal milieuklachten Aantal meldingen i.h.k.v. Wet Milieubeheer Percentage adequaat niveau vergunningen Percentage duurzame energie Begraven Aantal begravingen Aantal vergunningen grafmonumenten Aantal aangepakte verwaarloosde grafbedekkingen Aantal nog beschikbare graven Pr. Ireneweg Riolering Lengte riolering in kilometers Aantal gemalen
Jaarverslag 2005
Begroting 2005
Realisatie 2005
11 55 % € 264
8 56 % € 236
6 58,2% € 236
25 n.b. 34 n.b. n.b. n.b. n.b.
30 30 30 40 65 90 % 0%
26 n.b. 37 41 104 85% 0%
48 36 n.b. n.b.
64 31 5 23
52 21 0 23
253 346
265 350
254 359
143
144
Jaarverslag 2005
14. Ruimtelijke ordening Portefeuillehouder: Organisatieonderdeel:
Ruimtelijke Ordening / Milieu en Centrumontwikkeling Stadsontwikkeling / Ruimtelijk Beheer
Omschrijving programma Het programma Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting heeft veel raakvlakken met andere programma’s. In het programma “Afbouw van de stad” is al stilgestaan bij de projecten Vinex, Centrum, e spoorverdubbeling en de 2 aansluiting op het rijkswegennet. De programma’s Verkeer, vervoer en waterstaat en Economische zaken bevatten eveneens componenten uit de ruimtelijke ordening. In dit programma staat de ruimtelijke ontwikkeling van Houten tot 2015 centraal. Wat waren de belangrijkste doelstellingen? Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling - deelprogramma 141 Het streven naar een duurzame en evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van Houten op het gebied van wonen, werken, recreëren, verkeer, natuur en milieu. Goede woon- en leefomgeving - deelprogramma 142 Een consequente toepassing van de ontwerpfilosofie ten aanzien van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in Houten. Gedifferentieerd woonaanbod - deelprogramma 143 Het aanbieden van een goed en gedifferentieerd woningaanbod, dat voorziet in de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van de verschillende doelgroepen. Bouw- en woningtoezicht - deelprogramma 144 Een goed beheer van de openbare ruimte en het behalen van ruimtelijke ordeningdoelstellingen. Wat hebben we bereikt? Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling - deelprogramma 141 Hieronder wordt de stand van zaken van projecten beschreven die invulling geven aan de Duurzame Ruimtelijk Ontwikkeling. Regionaal structuurplan (RSP) In december 2005 heeft het Algemeen Bestuur Regio Utrecht het RSP2 vastgesteld. Daarmee is nu een ruimtelijk kader voor de regio Utrecht (9 gemeenten) voorhanden voor een periode van tien jaar. Halverwege het jaar lag het ontwerp-RSP ter inzage. Wij hebben een formele reactie gestuurd. Kern van de reactie is dat wij vinden dat het landelijk gebied en het groen er in het RSP veel te bekaaid vanaf komen. Ook zijn we het, ondanks het feit dat we blij zijn dat wij geen bouwtaak hebben, niet eens met het verstedelijkingsbeeld dat in onze ogen éénzijdig op het westen van de regio ligt. Hierdoor is de verdeling van het kantorenprogramma ook onevenwichtig. In 2005 is een start gemaakt met de besprekingen over de uitvoeringsafspraken RSP2. Dit is een moeilijke, maar belangrijke klus voor de regio: voldoende sociale woningbouw, evenwichtige verdeling kantoren, voldoende groen, financiering A2-overkapping, wat is legitieme restcapaciteit…zie er maar uit te komen. Wij hebben een inzet gepresenteerd die gebaseerd is op de ruimtelijke visie en op onze visie op de restcapaciteit. Halverwege het jaar begon de discussie over de NV Utrecht (verstedelijkingsbeeld van de regio na 2015) haar stempel ook te drukken op het RSP en de uitvoering ervan.
Jaarverslag 2005
145
Ruimtelijke Visie Houten 2015 Na een interactief traject van ongeveer twee jaar heeft de raad op 26 april 2005 de Ruimtelijke Visie Houten 2015, ‘Leven-de Ruimte’ vastgesteld, inclusief bijbehorend uitvoeringsprogramma. Hiermee heeft de raad een belangrijk kader voor de ruimtelijke ontwikkelingen in onze gemeente voor het komende decennium vastgelegd. Dit is ook belangrijk naar andere overheden en instanties toe. Kern van de ruimtelijke visie is het vormgeven aan een leefbare stad en een vitaal platteland. In de ruimtelijke visie kiest Houten nadrukkelijk voor: Het afbouwen van de stad, geen nieuwe bouwtaak, een inbreidingsopgave van circa 1.000 woningen ter afronding van de stad (programma stedelijk gebied). Leefbare kleine kernen met een eigen programma, een deel van de 1.000 woningen kan naar de kleine kernen - indien gewenst - (programma kleine kernen). Het ontwikkelen van het landelijk gebied tot een aantrekkelijk groen en open gebied, waarin ruimte is voor meerdere functies: landbouw, natuur, water, recreatie, Nieuwe Hollandse Waterlinie (programma landelijk gebied). In het uitvoeringsprogramma staat omschreven hoe en wanneer we de ambities uit de ruimtelijke visie daadwerkelijk willen realiseren. Eiland van Schalkwijk Op 20 december 2005 heeft de raad het startdocument gebiedsgerichte ontwikkeling Eiland van Schalkwijk vastgesteld. Dit document is de eerste stap van het project Visie Eiland van Schalkwijk uit de ruimtelijke visie. In het document is aangegeven wat de agenda voor het Eiland is: multifunctionele inrichting en duurzame landschapsontwikkeling. Dit onderwerp is een verdere bevestiging en verdieping van de ruimtelijke visie. Verder is aangegeven hoe dit te bereiken: Ontwikkeling van een robuuste groene, blauwe en recreatieve structuur, met ruimte voor landbouw en hoogwaardig rood. Samenwerking met andere partijen, die variëren van andere overheden tot de markt tot de inwoners van het gebied. Last but not least een actieve regierol van de gemeente. Het project moet na deze eerste stap uitgewerkt worden. Hiertoe is een marsroute aan gegeven. Focus op de Kromme Rijn In 2005 is het document ‘Focus op de Kromme Rijn’ opgesteld door provincie Utrecht, gemeenten Houten, Bunnik en Wijk bij Duurstede en de Plaatselijke Groep Leader-+. Partijen hebben de handen ineengeslagen met als doel het gebied van de Kromme Rijn op de kaart te zetten als aantrekkelijk en groen gebied. Hoewel het document nog niet overal een formele status heeft gekregen, heeft het wel tot een stimulerend samenwerkingsproces geleid. Bedoeling is dat door middel van het uitvoeren van een viertal concrete projecten, die allen gaan over vitaal platteland, een gebiedsgerichte ontwikkeling voor het gebied tot stand komt. Het Kromme Rijngebied wordt op deze wijze voorbereid op het volwaardig meedraaien in de ILG- en Europese programma’s en er zal een structurele organisatie op poten gezet moeten worden. Het landelijke project gebiedsvoorlopers dat draait om andere vormen van plattelandsdemocratie, waarin het gebied pilot is geworden, kan hierbij (financieel) tot steun zijn. Goede woon- en leefomgeving - deelprogramma 142 Dit deelprogramma bevat de activiteiten om de hoge kwaliteit van onze woon- en leefomgeving te borgen. Dat doen we onder andere met een passend planologisch kader. Vaststelling van bestemmings- en uitwerkingsplannen De volgende bestemmings- en/of uitwerkingsplannen zijn dit jaar vastgesteld: Bestemmingsplan Winturbines Veerwagenweg (27 september 2005). e 1 Partiële herziening Bestemmingsplan Rijsbrug (22 maart 2005). Uitwerkingsplan Onderdoorgang Castellum (6 december 2005). Tevens zijn het bestemmingsplan Oudwulverbroek en het bestemmingsplan Recreatieplas ’t Waal (beiden vastgesteld in 2004) in 2005 goedgekeurd door de Provincie.
146
Jaarverslag 2005
Maken van wijzigingsplannen en postzegelbestemmingsplannen op aanvraag De volgende wijzigingsplannen zijn (op aanvraag) gemaakt en vastgesteld: e 1 Plan van wijziging Laagraven, Heemsteedseweg 28 (22 maart 2005). e 2 Plan van wijziging Laagraven, Waijensedijk 9 (5 april 2004). e 1 Plan van wijziging Oudwulverbroek, Oudwulfseweg 22 (29 november 2005). Starten van diverse bestemmings-, uitwerkings- en wijzigingsplannen Het voorontwerpbestemmingsplan Houten Centrum is in mei 2005 in procedure gebracht. Naar aanleiding van de binnengekomen reacties is het plan beperkt aangepast. Het voorlopige ontwerpplan is op 3 november 2005 in de PPC behandeld. Gestart is met de procedure voor het voorontwerp Paraplubestemmingsplan Prostitutie. Daarnaast is de procedure voor diverse Uitwerkingsplannen (De Hoon 1, Schonauwen 1, Leebrug 1 en Leebrug 2 e (1 fase)) doorlopen. Conform planning is gestart met het maken van nieuwe, te actualiseren bestemmingsplannen: Koppeling- de Schaft, Molenzoom en Technische Herziening Bestemmingsplan Buitengebied. Er treden helaas ook vertragingen op, onder andere voor de bestemmingsplannen Rondogebied (Parklandgoed Wulven) en Tiellandt en Uitwerkingsplan voor de Meerpaal. Dit is onder andere het gevolg van de nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit. Inmiddels is onderzoek gedaan (voor heel Houten), maar het onderzoek is nog niet afgerond. Woonschepen Aan het traject ten behoeve van de woonschepenproblematiek nabij Tull en ‘t Waal is verder invulling gegeven in 2005. Naast het verdere onderzoek voor een definitieve planologische regeling, is ook invulling gegeven aan een handhavingtraject onder leiding van de Provincie. Ten behoeve van een toekomstige planologische oplossing is een aantal inrichtingsschetsen gemaakt. Implementatie waterbeleid in bestemmingsplannen In de loop van 2004 zijn ten aanzien van de gemeentelijke waterparagrafen, wateradviezen van het hoogheemraadschap gevraagd voor een groot aantal uitwerkingsplannen en bestemmingsplannen. Dit om inhoud te kunnen geven aan de verplichte watertoets. Met ingang van 2005 is dit een standaard onderdeel van ruimtelijke plannen geworden. Om ook in de toekomst goed inhoud te kunnen blijven geven aan de waterparagrafen is dit jaar in samenwerking met het Hoogheemraadschap gewerkt aan een gemeentelijk Waterplan. Hierin zijn de waterambities voor de komende jaren met uitvoeringsprogramma neergelegd. Digitale bestemmingsplannen In 2005 is gewerkt aan een Handboek Digitale Bestemmingsplannen, om alle digitale bestemmingsplannen op dezelfde leest te schoeien. De Provincie heeft ook een (concept) handboek opgesteld voor alle gemeenten binnen haar grenzen. We gaan met de Provincie in gesprek over beide producten. Eind 2005 is de projectopdracht ‘digitale bestemmingsplannen’ opgesteld. Dit project vormt onderdeel van het beleidsplan Vastgoedinformatie en zal worden uitgevoerd in 2006. Het project heeft tot doel alle vigerende bestemmings-, uitwerkings- en wijzigingsplannen via intranet en internet te ontsluiten. In dit kader is tevens deelgenomen aan het project voor de gemeentebrede Viewer. Deze viewer is inmiddels aangeschaft. Gedifferentieerd woonaanbod - deelprogramma 143 Voor de jaarrekening 2004 hebben wij voor dit deelprogramma een uitgebreide structuur ontwikkeld: de “proeftuin duale begroting: een gedifferentieerd woningaanbod”. Analoog aan de Nota Wonen Houten 2015 (vastgesteld door de raad in 2004) is dit gedaan voor de periode tot 2015. Volgens dezelfde systematiek geven we nu de ontwikkelingen in 2005 aan.
Jaarverslag 2005
147
Deels voorzien in woningbehoefte Maatregelen: Realiseren van (indicatief) 1.000 woningen (exclusief afbouw Houten-Zuid) in periode t/m 2015. Particulier opdrachtgeverschap en meer zeggenschap voor de burger nastreven. Inmiddels zijn er, ondanks dat in Houten-Zuid hiervoor weinig bouwgrond beschikbaar is, verschillende projecten ontwikkeld of in ontwikkeling: een project afbouwwoningen, een project voor ouderen uit voormalig Nederlands Indië, Miva-woningen en een woongroep voor ouderen. Nadere afspraken opnemen in nieuwe prestatieafspraken met de woningstichtingen en in afspraken over inbreidingslocaties. Wat is er gebeurd: Prestatieafspraken voor 2006-2010 zijn vrijwel gereed voor besluitvorming; woongroep voor ouderen zit in planning Leebrug II fase 2, verkennende besprekingen met initiatiefnemers in restgebieden van Houten-Zuid. Besluitvorming in het kader van Centrumontwikkeling (waaronder overeenstemming over De Spil 168 woningen). Voorbereiding met contractpartners over intensivering Castellum. Voorbereiding omzetting Hofstad IV naar wonen. Voorzien in urgente woningbehoefte (Doel: conform de huisvestingsverordening het bij voorrang huisvesten van de categorie woningzoekenden met urgentiestatus) Maatregelen: Behandeling van urgentieaanvragen in de urgentiecommissie (en daaropvolgende huisvesting van urgenten binnen 6 maanden). Monitoring via jaarverslag van de urgentiecommissie. Wat is er gebeurd: De urgentieaanvragen zijn in de urgentiecommissie behandeld. Jaarverslag 2005 wordt vastgesteld in 2006. Verhouding tussen eigen woningbezit en huurwoningen (Doel 1: voor de korte termijn voldoen aan de specifieke woningbehoefte; Doel 2: voor de langere termijn voldoen aan de wens van eigen woningbezit) Maatregelen: Monitoren (voor de lange termijn: 2020-2030) op een verhouding koop/huur van 70/30. Voor de korte termijn (2004-2008) een onderzoek doen naar de haalbaarheid van een hoger percentage huurwoningen (Nota bene: wat betreft het bouwprogramma van (indicatief) 1.000 woningen tot 2015), bijvoorbeeld 40%, met de lange termijn strategie voor ogen (d.w.z. inclusief afspraken over verkoop op termijn). Wat is er gebeurd: Wordt periodiek gedaan; bij inbreidingsplannen wordt dit aspect consequent ingebracht en op regionaal niveau wordt dit nauwlettend gevolgd. Bij het Centrumplan, De Spil, het Oude Stationsgebouw en de Rabobank-locatie is dit aspect (meer dan 30% sociale huurwoningen) gehaald; over het Castellum zijn afspraken gemaakt over 30% in de sociale sector. Jongeren (Doel 1: binding van jongeren aan Houten versterken; Doel 2: deels voldoen aan woningbehoefte van doelgroep; Doel 3: versterking van een gedifferentieerd woningaanbod; Doel 4: instroom van jongeren op de woningmarkt mogelijk maken) Maatregelen: Toevoegen van 375 woningen in een mix van 2-kamerwoningen (gelabeld voor 18-23 jarigen) en vooral 3-kamerwoningen (gelabeld voor 23-30 jarigen).
148
Jaarverslag 2005
Zodanige toedeling van bestaande sociale huurwoningen nastreven dat ongeveer 225 woningen gericht worden toegewezen aan jongeren. Nadere afspraken opnemen in nieuwe prestatieafspraken met de woningstichtingen. Realisatie van een aantal woningen in de goedkoopste huurklasse. Nadere afspraken opnemen in nieuwe prestatieafspraken met de woningstichtingen.
Wat is er gebeurd: Is opgenomen in (concept)prestatieafspraken 2006-2010 met de woningcorporaties. Vanwege aanpassing van Regionale huisvestingsverordening kunnen vanaf 1 januari 2006 via zogeheten Lokaal Maatwerk afspraken worden gemaakt over toewijzing van vrijkomende sociale huurwoningen aan specifieke doelgroepen binnen de gemeente. Deze afspraken zijn in ontwikkeling. Is opgenomen in de (concept) prestatieafspraken 2006-2010. Onderzoek naar onzelfstandige wooneenheden staat op stapel. Startende kopers (Doel 1: deels voldoen aan woningbehoefte van doelgroep; Doel 2: versterking van gedifferentieerd woonklimaat; Doel 3: doorstroming op de woningmarkt bevorderen) Maatregelen: Doorstroming vanuit huur naar eerste koopwoning verbeteren door voldoende goedkopere koopwoningen te realiseren (goedkopere bouwconcepten en constructies van maatschappelijk gebonden eigendom). Nadere afspraken opnemen in nieuwe prestatieafspraken met de woningstichtingen. Particulier opdrachtgeverschap en meer zeggenschap voor de burger nastreven (opnemen in nieuwe prestatieafspraken met de woningstichtingen en in afspraken over inbreidingslocaties). Wat is er gebeurd: Besprekingen zijn gevoerd met aanbieders van concepten van goedkopere woonvormen. De inzet is gericht op realisatie in resterende mogelijkheden in Houten-Zuid. Contact wordt onderhouden met de realisator van afbouwwoningen in Hofstad IV. Indien mogelijkheid aanwezig kan een soortgelijk project herhaald worden. In het Castellum zijn afspraken gemaakt over omzetting van kantoren naar betaalbare koopwoningen van indicatief € 190.000. Daarnaast zullen in Castellum en in andere resterende deelplannen meer mogelijkheden komen voor startende kopers. Ouderen (Doel 1: deels voldoen aan de woningbehoefte van de doelgroep; Doel 2: doorstroming op de woningmarkt bevorderen Maatregelen: Voorzien in de woningbehoefte van ouderen door in de periode tot 2015 voor deze doelgroep 900 zelfstandige woningen te bestemmen. Dit kan door nieuwe woningen toe te voegen en door bestaande woningen via aanpassingen geschikt te maken. Verhouding hiertussen bepalen en opnemen in nieuwe afspraken met corporaties. Zodanige toedeling van bestaande sociale huurwoningen nastreven dat voldoende woningen gericht worden toegewezen aan ouderen (met en zonder zorgindicatie). Nadere afspraken opnemen in nieuwe prestatieafspraken met de woningstichtingen. Toevoeging in periode tot 2015 van 85 intramurale verzorgingshuisplaatsen. Toevoeging in periode tot 2015 van 100 intramurale verpleeghuisbedden. Wat is er gebeurd: Maakt onderdeel uit van (concept) prestatieafspraken 2006-2010; advisering over programma van eisen voor zorgwoningen in Castellum. Dit aspect wordt meegenomen bij de uitwerking van Lokaal Maatwerk (toewijzing van vrijkomende sociale huurwoningen aan specifieke doelgroepen). Vanwege rijksbeleid waardoor subsidiëring van intramurale verzorgingshuisplaatsen wegvalt, is de aandacht verlegd naar de realisatie van zelfstandig wonen via zorgwoningen. Vooral in Castellum, maar ook in Hofstad IV (voormalig werkgelegenheid) is dit een aandachtspunt. Betrokkenheid bij uitbreidingsplan Houtens Erf en tevens het optoppen van het Haltna Huis.
Jaarverslag 2005
149
Omlabeling van seniorenwoningen aan de Randhoeve tot aanleunwoningen. Project voor Indische ouderen (Parelgras) is opgeleverd in 2005.
Bijzondere groepen in een begeleid wonen setting (bijvoorbeeld lichamelijk en verstandelijk gehandcapten, cliënten met een psychiatrische achtergrond, ex-gedetineerden en jongeren) (Doel 1: deels voldoen aan woningbehoefte van doelgroep; Doel 2: versterking van gedifferentieerd woonklimaat; Doel 3: versterking van sociale cohesie) Maatregel: Actief ondersteunen van initiatieven om dergelijke woonvormen (extra op bestaand aanbod) te realiseren, in bestaande of nieuwe woningen (opnemen in nieuwe prestatieafspraken met de woningstichtingen). Wat is er gebeurd: (Tijdelijke) startvoorziening voor SBWU is gerealiseerd in afwachting van definitieve voorziening; Fokusproject in Schonauwen II is opgeleverd in 2005; regierol ten aanzien van vestiging van bijzondere doelgroepen is krachtig vormgegeven (in relatie tot in verkoop komende kavels en in relatie tot doorstroommogelijkheden waar meerdere instellingen bij betrokken kunnen zijn); maakt tevens onderdeel uit van nieuwe (concept) prestatieafspraken met corporaties. Woonwagenbewoners (Doel: voldoen aan woningbehoefte van doelgroep) Maatregelen: Het huidige beleid voortzetten (woningbehoefte accommoderen in woningen), geen nieuwe standplaatsen toevoegen. Verkoop van 6 standplaatsen (2003: eigendom gemeente) aan een beherende instelling. Streefdatum: 2008. Uit onderhandeling met beherende instelling zal duidelijk worden of een voorziening moet worden getroffen. Wat is er gebeurd: Het huidige beleid is in 2005 gecontinueerd en er zijn geen nieuwe standplaatsen toegevoegd. De streefdatum is 2008. Woningzoekenden met exclusievere woningbehoefte (Doel 1: deels voldoen aan woningbehoefte van doelgroep; Doel 2: versterking van gedifferentieerd woonklimaat; Doel 3: doorstroming op de woningmarkt bevorderen) Maatregelen: Huisvesting van comfortzoekende ouderen (50+) nastreven, vooral op locaties nabij voorzieningen (appartementen). Particulier opdrachtgeverschap en meer zeggenschap voor de burger nastreven. Diversiteit in het woningaanbod versterken door in het topsegment extra kwaliteit toe te voegen (landgoederen, ééngezinswoningen). Realisatie van huurwoningen met een aanvangshuur vanaf € 600 (prijspeil 2003). Onderzoek naar omzetting van dure koop naar dure huur, in nog niet gerealiseerde Vinexdeelplannen, met een maximum van 5%. Wat is er gebeurd: Verkennende besprekingen met initiatiefnemers in restgebieden van Houten-Zuid. Aan de oostkant in Houten-Zuid worden verschillende projecten met uitstraling gerealiseerd. Verschillende projecten voldoen aan de op zich beperkte vraag. Hiermee wordt doorstroming bereikt Heeft onderdeel uitgemaakt van verkenning voor Castellum. Mogelijkheden in Castellum en in Houten-Centrum worden onderzocht. Dit onderzoek is in 2005 niet uitgevoerd.
150
Jaarverslag 2005
Leefbaarheid kleine kernen (Doel 1: voldoen aan woningbehoefte van woningzoekenden uit de kleine kernen; Doel 2: voldoen aan gedifferentieerde woningvoorraad; Doel 3: versterking van sociale cohesie; Doel 4: versterking van demografische opbouw van de kernen) Maatregelen: Zodanige toedeling van bestaande sociale huurwoningen in de kernen nastreven dat deze woningen bij voorrang worden toegewezen aan woningzoekenden met binding aan de betreffende kleine kernen. Ontwikkelingsruimte in de kleine kernen en het landelijk gebied benutten. Voorzieningenstructuur versterken (bijvoorbeeld: school, postkantoor, dorpshuis, bus, rijdende bibliotheek et cetera, maar ook investeringen in groen en blauw). Wat is er gebeurd: Is sinds medio 2004 mogelijk door de door de provincie geaccepteerde mogelijkheid van kernbinding. Bemoeienis met inbreidingsplannen in Schalkwijk en Tull en ’t Waal. Bemoeienis met project Eiland van Schalkwijk en Hollandse Waterlinie. Bouw- en woningtoezicht - deelprogramma 144 De onderstaande onderwerpen zijn van belang ten aanzien van een goed beheer van de openbare ruimte en het behalen van ruimtelijke ordeningdoelstellingen. De Welstandsnota In 2005 is de Welstandsnota op zijn praktische toepassing getoetst. Momenteel worden alle aanvragen om bouwvergunning aan de Welstandscommissie voorgelegd. Voor de aanvragen om lichte bouwvergunning is dat een knelpunt. De termijn waarbinnen deze vergunningen moeten worden afgegeven is krap. In de praktijk blijkt dat consultatie van de Welstandscommissie, gevolgd door overleg met de aanvrager, niet of nauwelijks in een periode van 6 weken kan worden gerealiseerd. Hierdoor schiet de communicatie met de aanvrager er bij in, wat tot nodeloze bezwaarschriftenprocedures leidt. Aangezien de Welstandsnota juist voor de afgifte van lichte bouwvergunningen regels geeft zal bij de wijziging van de bouwverordening, die 2006 aan de gemeenteraad wordt aangeboden, voorgesteld worden de welstandstoets voor lichte bouwvergunningen voortaan ambtelijk af te doen. Vergunningverlening in het Centrum In 2005 zijn de eerste aanvragen om bouwvergunning voor de “verbouwing” van het Centrum ingediend. De ervaring leert dat vergunningverlening in de bebouwde omgeving – wanneer het gaat om grote infrastructurele projecten – veel interne en externe afstemming vraagt. Vandaar dat voor een efficiënte vergunning verlening tijdelijk een accountmanager vergunningen voor alle centrumplannen is aangesteld. Toezicht (controles naar aanleiding van verleende vergunningen) Vanaf 1 januari 2005 functioneert binnen de afdeling Bouwzaken het cluster buitentoezicht en handhaving als een zelfstandige entiteit. Gevolg hiervan is dat naar aanleiding van de vergunningverlening, alle bouwwerken minimaal éénmaal gecontroleerd worden. De meest grote infra structurele projecten worden getoetst aan de hand van het landelijk geldende toezichtprotocol van de Nederlandse Vereniging voor Bouw en Woningtoezicht. In dit toezichtprotocol wordt aan de hand van objectieve criteria aangegeven hoe de bouw gecontroleerd moet worden en worden de resultaten van de controles traceerbaar vastgelegd. Handhaving In 2005 is begonnen met de projectmatige aanpak van handhavingzaken. Voor het eerste thema “dakterrassen” zijn in 2005 de aanschrijvingsbrieven de deur uitgegaan. Tevens is een aanzet gemaakt voor een toetsingskader voor het onderwerp paardenbakken.
Jaarverslag 2005
151
Inhuur van medewerkers In verband met de grote hoeveelheid aanvragen – die overigens ook leidt tot meeropbrengsten bouwleges – is besloten voor het laatste kwartaal van 2005 een aantal medewerkers in te huren. Het daarmee gemoeide bedrag wordt volledig gedekt door de meeropbrengsten bouwleges. Rekening
Deelprogramma's 141 142 143 144
141 142 143 144
Rekening 2004
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Goede woon- en leefomgeving Gedifferentieerd woningaanbod Bouw- en woningtoezicht
2.534.848,00 441.184,00 125.117,00 1.791.776,00
2.483.317,00 428.053,00 169.069,00 1.938.993,00
2.192.269,00 488.553,00 162.994,00 1.956.015,00
2.396.453,42 524.047,67 132.051,82 2.013.275,75
204.184,4235.494,6730.942,18 57.260,75-
Totaal lasten
4.892.925,00
5.019.432,00
4.799.831,00
5.065.828,66
265.997,66-
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Goede woon- en leefomgeving Gedifferentieerd woningaanbod Bouw- en woningtoezicht
1.831.301,00 12.773,00 26.271,00 2.151.055,00
1.906.777,00 42.049,00 1.817.482,00
1.622.913,00 25.000,00 24.000,00 2.133.832,00
1.710.496,56 29.533,35 13.093,91 2.251.619,42
87.583,56 4.533,35 10.906,09117.787,42
Totaal baten
4.021.400,00
3.766.308,00
3.805.745,00
4.004.743,24
198.998,24
Saldo
871.525,00-
1.253.124,00-
994.086,00-
1.061.085,42-
66.999,42-
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten per deelprogramma dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Lasten Gedifferentieerd woningaanbod - deelprogramma 143 Het verschil op de lasten van dit deelprogramma wordt verklaard door de volgende producten: Adviezen urgentieverlening € 12.300 N Woonruimteverdeling € 43.200 V Totaal € 30.900 V Adviezen urgentieverlening In 2005 heeft er een verschuiving plaatsgevonden in de besteding van uren van medewerkers van de afdeling Ruimtelijk Beleid tussen een drietal producten. Hierdoor zijn aan het product Adviezen urgentieverlening meer uren besteed dan was begroot, wat resulteert in een nadeel van € 18.712. De aan het product Adviezen urgentieverlening bestede extra uren zijn echter ten koste gegaan van de bestede uren aan twee andere producten. Op deze producten ontstaan de volgende voordelen: Welstandbeleid € 9.843 zie deelprogramma 142 Woonruimteverdeling € 5.867 zie deelprogramma 143 Per saldo is er slechts sprake van een nadeel van € 3.001 als gevolg van bestede uren. Dit komt neer op circa 30 uur.
152
Jaarverslag 2005
Daarnaast zijn er door de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting minder uren aan het product Adviezen urgentieverlening besteed als gevolg van ziekte van een medewerker. Hierdoor ontstaat een onderschrijding op de lasten van € 6.457. Woonruimteverdeling In 2005 heeft er een verschuiving plaatsgevonden in de besteding van uren van medewerkers van de afdeling Ruimtelijk Beleid tussen een drietal producten (zie toelichting hierboven bij het product Adviezen urgentieverlening). Hierdoor is op het product Woonruimteverdeling een voordeel ontstaan van € 9.843. Tevens zijn er door de stafafdeling Bestuursondersteuning en Voorlichting minder uren aan het product Woonruimteverdeling besteed als gevolg van ziekte van een medewerker. Hierdoor ontstaat een onderschrijding op de lasten van € 8.718. Daarnaast is er een voordeel op de automatiserings- en advieskosten van in totaal € 28.612. Ten tijde e van het opstellen van de 2 bestuursrapportage 2005 was de afrekening met betrekking tot deze posten nog niet gemaakt en waren de ontwikkelingen nog niet helder in beeld. Hierdoor is besloten de raming niet naar beneden bij te stellen. Tegenover deze onderschrijding op de lasten staat echter ook een onderschrijding op de baten van € 13.153 als gevolg van het achterblijven van de vergoeding voor diezelfde advies- en automatiseringskosten. Per saldo is er daardoor slechts sprake van een voordeel van € 16.459. Kengetallen Omschrijving
Realisatie 2004
Vrijstellingen Vaststelling bestemmingsplannen Aanlegvergunningen Licht vergunningplichtige aanvragen Reguliere bouwaanvragen Sloopaanvragen Aanvragen wijziging gebruik Principeverzoeken Technische handhavingszaken Juridische handhavingzaken Vooraanschrijvingen Aanschrijvingen Bouwstilleggingen Monumentenvergunningen Bouwcontroles
Begroting 2005 190 10 6 209 136 43 11 68 n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.
Jaarverslag 2005
260 5 15 200 225 45 36 70 160 70 20 20 25 20 1.500
Realisatie 2005 231 7 10 236 184 45 52 68 406 100 25 15 15 8 817
153
154
Jaarverslag 2005
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemeen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven dat in de begroting en het jaarverslag een overzicht van algemene dekkingsmiddelen wordt opgenomen. Daarnaast dient in de begroting een bedrag voor onvoorzien opgenomen te worden. In het jaarverslag dient vervolgens inzicht te worden gegeven in het gebruik van het geraamde bedrag voor onvoorzien. In de begroting 2005 zijn de algemene dekkingsmiddelen en de post onvoorzien opgenomen in het programma “Gezonde financiën” (programma 6). Verantwoording onder een specifiek programma is echter in strijd met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Daarom is ervoor gekozen in het jaarverslag 2005 deze onderdelen in een apart hoofdstuk weer te geven. Deze gedragslijn is ook in de begroting 2006 toegepast. De algemene dekkingsmiddelen en de post onvoorzien dienen als dekkingsmiddel voor de realisatie van de vastgestelde programma’s. De baten en lasten van de programma’s en het overzicht algemene dekkingsmiddelen inclusief onvoorzien vormen samen het resultaat op begrotings- c.q. rekeningbasis.
Jaarverslag 2005
155
Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Rekening 2004 Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Wet WOZ Onroerende zaakbelastingen Hondenbelasting Zalmsnip Overige belastingen Algemene Uitkering Overige algemene dekkingsmiddelen Mutaties reserves Subtotaal Onvoorzien Totaal lasten Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Wet WOZ Onroerende zaakbelastingen Hondenbelasting Zalmsnip Overige belastingen Algemene Uitkering Overige algemene dekkingsmiddelen Mutaties reserves Subtotaal Onvoorzien
Begroting voor wijziging 2005
Begroting na wijziging 2005
Bedragen x € 1 Verschil begroting na wijziging vs Rekening rekening 2005 2005
489.598,72 16.768,50 127,86624.186,39 615.863,42 4.147.403,00 5.893.692,17
830.560,24 700.563,18 582.416,40 1.121.412,07 822.913,92 4.057.865,81
669.579,00 538.990,00 1.963.685,00 482.853,00 3.655.107,00
659.079,00 461.680,00 1.506.378,00 4.059.485,00 6.686.622,00
50.636,00
52.510,00
52.510,00
52.510,00
4.108.501,81
3.707.617,00
6.739.132,00
5.946.202,17
792.929,83
146.275,37 8.688.843,54 118.153,68 25.328.876,13 2.758.941,99 590.605,42 37.631.696,13
140.000,00 9.285.475,00 114.147,00 24.907.917,00 4.252.073,00 326.000,00 39.025.612,00
160.000,00 9.985.475,00 156.147,00 25.050.177,00 5.804.876,00 2.036.924,00 43.193.599,00
159.165,93 10.188.562,71 151.325,47 25.244.649,96 4.221.914,86 2.904.512,43 42.870.131,36
834,07203.087,71 4.821,53194.472,96 1.582.961,14867.588,43 323.467,64-
-
-
-
169.480,28 16.768,50127,86 162.506,39890.514,58 87.918,00792.929,83 -
-
-
Totaal baten
37.631.696,13
39.025.612,00
43.193.599,00
42.870.131,36
323.467,64-
Saldo
33.523.194,32
35.317.995,00
36.454.467,00
36.923.929,19
469.462,19
NB: Een negatief bedrag wijst op een nadeel, een positief bedrag wijst op een voordeel. Verschillenanalyse Afwijkingen op lasten en baten dienen toegelicht te worden als de afwijking van de werkelijke lasten of baten (rekening) ten opzichte van de begroting na wijziging groter is dan 10% met een minimum van € 25.000. Hierbij mogen de lasten en baten niet gesaldeerd worden. In de laatste kolom van bovenstaande tabel zijn de afwijkingen die op grond van deze richtlijn toegelicht dienen te worden gearceerd weergegeven. Tevens zal een toelichting op het verschil in mutaties reserves en het gebruik van de post onvoorzien worden gegeven.
156
Jaarverslag 2005
Lasten Lokale heffingen - Wet WOZ Het verschil op de lasten van de post Wet WOZ wordt veroorzaakt door: Taxatiekosten € 33.800 Doorbelasting van lasten vanuit de afdeling Belastingen € 145.800 Overig € 10.100 Totaal € 169.500
V V N V
Taxatiekosten Naast een vast jaarbedrag voor taxaties vinden gedurende het jaar ook extra taxatiewerkzaamheden plaats. Deze aanvullende taxatiewerkzaamheden zijn in 2005 minder geweest als waar rekening mee was gehouden. De onderschrijding op de taxatiekosten is hier het gevolg van. Doorbelasting van lasten vanuit de afdeling Belastingen De onderschrijding op de doorbelasting van kosten vanuit de afdeling Belastingen wordt veroorzaakt door een verschuiving van uren die worden besteed aan het product Wet WOZ en het product Heffings- en invorderingslasten gemeentelijke belastingen. Bij de verwerking van WOZ-bezwaarschriften worden er zowel uren besteed aan het product Wet WOZ als aan het product Heffings- en invorderingslasten gemeentelijke belastingen. In de begroting worden deze uren volledig toegerekend aan het product Wet WOZ. De werkelijk bestede uren worden echter over de twee producten verdeeld. Hierdoor ontstaat er een onderschrijding op de lasten op het product Wet WOZ en een overschrijding op het product Heffings- en invorderingslasten gemeentelijke belastingen. Daardoor is er per saldo geen sprake van over- of onderschrijdingen. Daarnaast heeft verificatie opgeleverd dat voor één medewerker een onjuiste urendoorbelasting heeft plaatsgevonden naar de concernkostenplaats Financiële Administratie. De uren van deze medewerker waren echter wel op het product Wet WOZ geraamd, waardoor op dit product een onderschrijding ontstaat. Lokale heffingen - Overige belastingen Het verschil op de lasten van de post Overige belastingen wordt veroorzaakt door: Kwijtscheldingen € 52.400 N Doorbelasting van lasten vanuit de afdeling Belastingen € 104.400 N Overig € 5.700 N Totaal € 162.500 N Kwijtscheldingen De overschrijding op de kwijtscheldingslasten is te verklaren doordat in de begroting uitsluitend rekening is gehouden met de jaarlijks standaard/automatisch verleende kwijtscheldingen. De individuele verzoeken (achteraf) zijn daarbij ten onrechte niet meegenomen. In werkelijkheid is het verleende bedrag aan kwijtschelding van de belastingen, door achteraf ingediende verzoeken, hoger. Het aantal te verlenen kwijtscheldingen is in vergelijking tot 2004 licht toegenomen. Doorbelasting van lasten vanuit de afdeling Belastingen De hogere doorbelasting van lasten vanuit de afdeling Belastingen heeft enerzijds te maken met de verschuiving van uren tussen het product Wet WOZ en het product Heffings- en invorderingslasten gemeentelijke belastingen (zie toelichting hierboven). Anderzijds zijn er uren geschreven op het product Kwijtscheldingen waardoor lasten vanuit de afdeling Belastingen zijn doorbelast naar dit product. Hier is in de begroting 2005 geen rekening mee gehouden. Vanaf 2006 is wel een raming voor de urenbesteding in de begroting opgenomen.
Jaarverslag 2005
157
Overige algemene dekkingsmiddelen Het verschil op de lasten van de post Overige algemene dekkingsmiddelen wordt veroorzaakt door: Exploitatieposten AD door GB € 28.500 V Algemene baten en lasten € 1.748.000 V Saldo van kostenplaatsen € 755.100 N Project organisatieontwikkeling € 131.000 N Overig € 100 V Totaal € 890.500 V Exploitatieposten AD door GB De onderschrijding op de lasten van dit product wordt veroorzaakt doordat er minder uren vanuit de afdeling Projectontwikkeling zijn doorbelast. In de begroting was uitgegaan van 1.050 uur, gerealiseerd op dit product zijn 644 uren. In werkelijkheid zijn er wel meer uren door de afdeling Projectontwikkeling gemaakt voor de Algemene dienst, maar die zijn voor een deel ook op andere producten terecht gekomen. Algemene baten en lasten De onderschrijding op de algemene lasten wordt verklaard door: Een onderschrijding op de stelposten van € 194.700 (voordeel). De realisatie van een deel van deze stelposten is via de deelprogramma’s verantwoord (€ 107.135). Een ander deel van de geraamde stelposten op het product algemene baten en lasten is niet gerealiseerd (€ 87.565). Nacalculatie met betrekking tot het BTW Compensatiefonds. In de begroting 2005 was al rekening gehouden met een bedrag van € 150.000 als gevolg van de verevening van 5%. In werkelijkheid is de totale nacalculatie uitgekomen op een last van € 251.700. Dit leidt tot een overschrijding van € 101.700 op de algemene baten en lasten (nadeel). Een niet geëffectueerde storting in de voorziening groot onderhoud bestaande investeringen. In de begroting 2005 is uitgegaan van een storting in deze voorziening van € 176.700 ten laste van het product Algemene baten en lasten. In 2005 is deze voorziening in het kader van het beheerplan openbare ruimte, samen met een aantal andere voorzieningen, samengevoegd in een nieuwe voorziening beheer openbare ruimte. De storting in deze voorziening is op realisatiebasis verantwoord via de diverse producten die betrekking hebben op het beheerplan openbare ruimte. Hierdoor is een onderschrijding op het product Algemene baten en lasten ontstaan (voordeel). De doorbelasting van het saldo van de hulpkostenplaats Financiering. Deze doorbelasting is op realisatiebasis € 1.465.000 lager dan op begrotingsbasis (voordeel). Deze lagere doorbelasting wordt in het bijzonder veroorzaakt door: o Lagere rentelasten op opgenomen langlopende geldleningen (€ 206.700 voordeel). De rentelasten in de begroting 2005 zijn bepaald aan de hand van het saldo van de opgenomen geldleningen per 1 januari 2005. Hierbij is echter geen rekening gehouden met het feit dat voor de meeste leningen de betaling van de rente en aflossing pas in 2006 plaatsvindt. In de realisatie wordt hiermee wel rekening gehouden door het opnemen van een transitorische rentelast. Deze transitorische rentelast staat als nog te betalen bedrag op de balans. Aangezien de last in de afgelopen jaren is gevormd, hoeft jaarlijks alleen het verschil in transitorische rentelast tussen het huidige en het voorgaande boekjaar als rentelast te worden gemuteerd. Door het niet verwerken van de transitorische rentelast in de begroting, worden de rentelasten te hoog begroot. Hierdoor ontstaat in 2005 een voordelig verschil van € 107.400. Daarnaast is door vervroegde aflossing van een lening met een saldo van € 1.251.052 in 2004, waarvan de financiële consequentie niet is vertaald in de begroting 2005, een voordelig verschil ontstaan van € 97.600 op de rentelasten in 2005. Tevens vallen de werkelijke rentelasten € 1.700 voordeliger uit dan begroot. o Hogere rentelasten als gevolg van het financieringstekort (€ 654.000 nadeel).Bij het opstellen van de begroting 2006 heeft een eerste globale beoordeling van de omvang en besteedbaarheid van de reserves en voorzieningen plaatsgevonden. Hierbij is een begin gemaakt met een gefaseerde herziening van de rentestructuur ten behoeve van de besteedbaarheid van de voorzieningen. Een juist beeld van de omvang van de besteedbaarheid van de voorzieningen is van belang om te bepalen welk gedeelte van de voorzieningen als gratis financieringsmiddel kan worden ingezet om onze financieringsbehoefte te dekken. In de begroting 2005 zijn de voorzieningen volledig als gratis financieringsmiddel ingezet, waardoor er sprake was van een
158
Jaarverslag 2005
o
begroot financieringsoverschot van € 14.093.000 met een bijbehorende rentebate van € 211.400. Dit financieringsoverschot is het saldo tussen de financieringsbehoefte (= boekwaarde van de vaste activa (geactiveerde investeringen) per 1 januari 2005) en de financiee ringsmiddelen (= de eigen financieringsmiddelen per 1 januari 2005). In de 2 bestuursrapportage 2005 is een aanzienlijk bedrag aan kapitaallasten vrijgevallen als gevolg van investeringskredieten die niet waren afgesloten bij het opstellen van het jaarverslag 2004, omdat de betreffende investeringen nog niet waren opgeleverd. Hierdoor worden in 2005 geen kapitaallasten gegenereerd, terwijl deze bij het opstellen van de begroting 2005 wel waren voorzien. Deze nog niet opgeleverde investeringen waren ook onderdeel van de boekwaarde van de vaste activa per 1 januari 2005, die bij het bepalen van de financieringsbehoefte is meegenomen. Hierdoor neemt het begrote financieringsoverschot toe. De hierbij behorende rentebate bedroeg € 991.700. Hiermee komt in de begroting de totale rentebate als gevolg van het begrote financieringsoverschot op een bedrag van € 1.203.088. In werkelijkheid is er sprake van een rentebate van € 549.100 als gevolg van het financieringsoverschot. Dit wordt dus, zoals hiervoor aangegeven, in belangrijke mate veroorzaakt doordat in de begroting de voorzieningen volledig als gratis financieringsmiddel zijn ingezet. Een onderschrijding op de post bespaarde rente (€ 1.899.100 voordeel). Op de post algemene baten en lasten wordt onder andere de bespaarde rente verantwoord. Dit is de rente die wordt berekend voor de inzet van eigen financieringsmiddelen. In de begroting is deze bespaarde rente berekend over alle reserves en voorzieningen. Vrije algemene reserves, bestemmingsreserves en voorzieningen behoren echter niet tot de financieringsmiddelen die in de berekening van de bespaarde rente meegenomen dienen te worden. In werkelijkheid is de bespaarde rente daarom alleen over de reserves met een inkomensfunctie berekend. Dit leidt tot een onderschrijding op de lasten van € 1.899.100. Hiertegenover staat echter ook een onderschrijding op de baten van € 1.899.100, zodat deze post op concernniveau budgetneutraal verloopt.
Saldo van kostenplaatsen De op de kostenplaatsen geraamde baten en lasten worden alleen bij het opstellen van de primitieve begroting doorbelast naar de producten. Begrotingswijzigingen gedurende het jaar die betrekking hebben op kostenplaatsen worden wel op de betreffende kostenplaatsen bij- of afgeraamd. Het saldo van deze begrotingswijzigingen wordt doorbelast naar het product Saldo van kostenplaatsen (en dus niet doorbelast naar de diverse producten op de (deel)programma’s). Bij de kostenverdeling die wordt uitgevoerd bij het opstellen van het jaarverslag worden wel alle op de kostenplaatsen verantwoorde baten en lasten doorbelast naar de producten op de (deel)programma’s en wordt er in principe niets doorbelast naar het product Saldo van kostenplaatsen. Deze systematiek leidt ertoe dat er, in geval van een bijraming van kosten op de kostenplaats, een onderschrijding op het product Saldo van kostenplaatsen ontstaat en een overschrijding op producten binnen de verschillende deelprogramma’s (bij een aframing van kosten op de kostenplaats is het effect tegengesteld). (NB: In 2005 is er ook op realisatiebasis een saldo ontstaan op het product Saldo van kostenplaatsen doordat er na het uitvoeren van de kostenverdeling ten behoeve van het jaarverslag nog een aanvullende boeking op de kostenplaatsen is gedaan). Project organisatieontwikkeling In 2005 is er € 181.000 aan advieskosten uitgegeven. Deze kosten worden gedeeltelijk gedekt door een onttrekking van € 50.000 aan de voorziening Organisatie Ontwikkeling. Hierdoor ontstaat op het product Project organisatieontwikkeling een overschrijding van € 131.000. Deze overschrijding wordt gedeeltelijk (€ 101.000) gedekt door budgetonderschrijdingen op een aantal posten binnen de kostenplaats concernbrede kosten personeel en organisatie. Het ongedekte gedeelte van € 30.000 komt tenslotte ten laste van het jaarrekeningresultaat 2005. Mutaties reserves Het verschil op de lasten van de post Mutaties reserves wordt veroorzaakt door: Actie slachtoffers Azië € 43.500 N Actie slachtoffers Pakistan € 44.400 N Totaal € 87.900 N
Jaarverslag 2005
159
Op begrotingsbasis zijn deze bijdragen als negatieve mutatie aan de lastenzijde van de post Mutatie reserves verantwoord. Op realisatiebasis zijn de bijdragen verantwoord in de exploitatie. Hierdoor lopen de bijdragen mee in het bepalen van het rekeningresultaat en zullen ze via de winstbestemming worden gemuteerd in de reserves. Baten Overige algemene dekkingsmiddelen Het verschil op de baten van de post Overige algemene dekkingsmiddelen wordt veroorzaakt door: Exploitatieposten AD door GB € 146.300 V Algemene baten en lasten € 1.740.400 N Overig € 11.100 V Totaal € 1.583.000 N Exploitatieposten AD door GB De overschrijding op de baten wordt veroorzaakt door inkomsten van de gemeente naar aanleiding van het “overhoekenbeleid”, waarbij de laatste stukjes grond worden verkocht en verpacht. Deze inkomsten worden niet begroot omdat deze activiteiten niet tot de kernactiviteiten van de gemeente behoren. Algemene baten en lasten De onderschrijding op de baten wordt grotendeels veroorzaakt door de post bespaarde rente (€ 1.899.100). (Zie toelichting bij de lasten). Daarnaast zijn op de algemene baten de afwikkelingsverschillen verantwoord van de voorboekingen die bij het opstellen van het jaarverslag 2004 zijn gedaan. Dit resulteert in een voordelig afwikkelingsverschil van € 125.700. Mutaties reserves Het verschil op de baten van de post Mutaties reserves wordt veroorzaakt door: Onttrekking aan algemene middelenreserve (beklemd) uit voorlopige resultaten Vinex € 867.800 V Vrijval bestemmingsreserve cultuurcluster € 7.600 V Vrijval bestemmingsreserve BCF € 7.800 N Totaal € 867.600 V Onttrekking aan algemene middelenreserve (beklemd) uit voorlopige resultaten Vinex Deze onttrekking heeft te maken met het versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut ten lasten van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd). Deze reserve is in 2002 en 2003 gevormd met het doel activa versneld af te schrijven, waardoor de kapitaallasten in latere jaren omlaag gebracht kunnen worden. Door de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) per 1 januari 2004 is het nog maar beperkt mogelijk om geactiveerde investeringen versneld af te schrijven. Dit is alleen mogelijk voor investeringen met een maatschappelijk nut. In 2005 is er daarom voor gekozen om alle investeringen met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven, wat een positief effect op de kapitaallasten vanaf 2006 tot gevolg heeft. Dit besluit is door de Raad bekrachtigd bij het vaststellen van de begroting 2006. Vrijval bestemmingsreserve cultuurcluster en BCF De vrijval van genoemde bestemmingsreserves wordt op realisatiebasis bepaald. De voordelige c.q. nadelige vrijval van de bestemmingsreserve is te wijten aan de verschillen tussen begroting en realisatie.
160
Jaarverslag 2005
Onvoorzien In de begroting 2005 is de post onvoorzien opgenomen voor een bedrag van € 52.510. Deze post is in 2005 als volgt ingezet: Bedragen x € 1
Omschrijving Primitieve begroting 2005 Schikkingsvoorstel restaurant La Bella Actie Soedan Aframen stelposten (2e berap) Totaal 2005
Bedrag 52.510 -20.000 -2.269 -30.241 0
Jaarverslag 2005
161
162
Jaarverslag 2005
Jaarrekening
Jaarverslag 2005
163
164
Jaarverslag 2005
Uitgangspunten financiële verslaglegging Wettelijke bepalingen De jaarrekening is samengesteld met inachtneming van de betreffende bepalingen in de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Waarderingsgrondslagen balans Algemeen Bij het samenstellen van de balans is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Vaste activa Het beleid ten aanzien van vaste activa is vastgelegd in de Nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Genoemde nota is in de raad van 3 februari 2004 vastgesteld. Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiele en de financiële vaste activa. Alle activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschafkosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en overige kosten, die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt voorts een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Daarnaast wordt een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden afgeschreven op basis van de verwachte nuttigheidsduur met een maximale afschrijvingstermijn van 5 jaar. Per 31 december 2005 zijn er bij de gemeente Houten geen immateriële vaste activa meer aanwezig. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gesplitst in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Tevens vallen onder de materiele vaste activa de in erfpacht uitgegeven gronden. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. Op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de investeringen met een economisch nut worden bijdragen van derden die in directe relatie staan tot de investering in mindering gebracht. De toegepaste (lineaire of annuïtaire) afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden in principe geactiveerd. Mocht de exploitatie het toelaten dan kan besloten worden deze investeringen niet te activeren en ten laste van de exploitatie te brengen. Deze beslissing wordt per situatie of per investering genomen. De toegepaste (lineaire of annuïtaire) afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. Extra afschrijvingen kunnen worden toegepast, mits de exploitatie dit toelaat. Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs.
Jaarverslag 2005
165
Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de ontvangen aflossingen. De kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Onderhanden werk aangaande investeringen De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de Nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar het volgende boekjaar. Na oplevering van de investering zal feitelijke activering plaatsvinden en zal een aanvang worden genomen met het afschrijven conform de richtlijnen. De onderhanden werk aangaande investeringen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en opgenomen onder de activaposten, zoals hierboven genoemd. Vlottende activa Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, de liquide middelen en de overlopende activa. Voorraden De verschillende voorraadcomponenten zijn als volgt gewaardeerd: De verspreide percelen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten. Indien deze waarde hoger is dan de intern getaxeerde waarde, wordt voor het verschil een voorziening gevormd. De gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings/vervaardigingsprijs, vermeerderd met rente en exploitatiekosten. De onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings-/vervaardigingsprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen. Indien wordt verwacht dat de geactiveerde kosten niet door verkopen van grond kunnen worden terugverdiend, is ter grootte van het geraamde tekort een voorziening gevormd. De voorraad brandstof is gewaardeerd tegen de gemiddelde inkoopprijs. De voorraad burgerzaken zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijs. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde verrekend. De voorzieningen wegens oninbaarheid betreffen: Algemene debiteuren. De vorderingen met betrekking tot algemene debiteuren tot en met 2001 worden voor 100% opgenomen in de voorziening. De vorderingen vanaf 2002 worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Debiteuren op het gebied van gemeentelijke belastingen. De vorderingen tot en met 2003 worden voor 100% opgenomen in de voorziening; de vorderingen 2004 voor 10%. De vorderingen 2005 worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Vorderingen bijstandsverlening. De vorderingen bijstandsverlening worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
166
Jaarverslag 2005
Vaste passiva Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen (reserves en het rekeningresultaat), de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De vaste passiva, met uitzondering van de voorzieningen, worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde. Reserves en Voorzieningen Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de Nota Reserves en Voorzieningen 2004. Genoemde nota is in de raad van 3 februari 2004 vastgesteld. Reserves Reserves zijn het eigen vermogen van de organisatie en dienen om tegenvallers in de exploitatie op te vangen en om investeringen te kunnen financieren. Algemene reserves en bestemmingsreserves vormen samen met het saldo van de exploitatierekening het eigen vermogen. De algemene reserves (niet zijnde bestemmingsreserves) zijn bestemd voor opvang van tekorten, als buffer voor risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen en voor onvoorziene, onuitstelbare en onvermijdbare (drie O’s) uitgaven. Bestemmingsreserves zijn van de algemene reserves afgezonderde bestanddelen waaraan de politiek een bepaalde bestemming heeft gegeven of door een geldgever bijzondere voorwaarden zijn gesteld (geoormerkt). Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: De in de begroting vastgestelde bedragen. De bij de jaarrekening 2004 vastgestelde resultaatbestemming 2004. Aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daardoor deel uit van de resultaatbepaling. Voorzieningen Voorzieningen worden gerekend tot het vreemde vermogen en worden gevormd wegens: Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten. Op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Kosten die in het volgende boekjaar worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Dotaties en onttrekking aan voorzieningen vinden plaats op basis van: De in de begroting vastgestelde bedragen. De bij de jaarrekening 2004 vastgestelde resultaatbestemming 2004. Verkregen subsidiegelden. Aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde dotaties en onttrekkingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daardoor deel uit van de resultaatbepaling. Vlottende passiva Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar en de overlopende passiva.
Jaarverslag 2005
167
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Waarderingsgrondslagen baten en lasten Lasten en baten De lasten en baten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Bij het bepalen van het resultaat is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Als bedrijfsresultaat van de grondexploitatie wordt aangemerkt de resultaten van de afgewikkelde complexen niet-Vinex. Voordelen op financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex worden niet als winst verantwoord. Eventuele voordelen worden ingezet om tekorten van andere deelcomplexen binnen Vinex te dekken. De baten en lasten die betrekking hebben op de verspreide percelen, de nog niet in exploitatie genomen gronden en de onderhanden werken, worden verrekend met de boekwaarde van deze gronden. Afschrijvingen Het afschrijven op een investering vangt aan per 1 januari van het verslagjaar volgend op het jaar waarin de investering is opgeleverd. Investeringen worden lineair afgeschreven, met uitzondering van investeringen waarvan de kapitaallasten gedekt worden uit de afvalstoffenheffing of rioolrecht. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar (met uitzondering van specifieke besluiten ten aanzien van investeringen met een maatschappelijk nut). Op gronden wordt niet afgeschreven. Daarnaast wordt ook niet afgeschreven op de investering met betrekking tot het politiebureau. Dit is conform de met de Rijksgebouwendienst overeengekomen financieringswijze. Rente De rentelasten betreffen het saldo van: Aan geldverstrekkers werkelijk betaalde rente. Werkelijk ontvangen rente op uitgezette gelden. Aan de grondexploitatie en de vaste activa toegerekende rente. De rentelasten worden door middel van een omslagpercentage over de rekening van baten en lasten verdeeld Kostenplaatsen De op de kostenplaatsen verantwoorde lasten en baten zijn in 2005 conform de in de begroting 2005 opgenomen sleutels verdeeld. Er is uitgegaan van een totale doorverdeling (dus geen saldi op kostenplaatsen), wat impliceert dat nacalculatorische tarieven zijn gehanteerd. Door de gehanteerde werkwijze is het resultaat op de kostenplaatsen na verdeling nihil en zijn alle kosten verdeeld over de deelprogramma’s en investeringen.
168
Jaarverslag 2005
Jaarverslag 2005
169
Balans per 31 december 2005 31-12-2005
ACTIVA
31-12-2004
Vaste activa Immateriële vaste activa - kosten van onderzoek en ontwikkeling - bijdragen aan activa in eigendom van derden - overige immateriële vaste activa - onderhanden werk kosten van onderzoek en ontwikkeling
Materiële vaste activa - investeringen met een economisch nut - investeringen met een maatschappelijk nut - onderhanden werk investeringen met een economisch nut - onderhanden werk investeringen met een maatschappelijk nut - erfpachtsgronden
Financiële vaste activa - leningen aan woningbouwcorporaties - overige langlopende leningen - kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen - leningen aan deelnemingen
€ €
-
€ €
91.246 864.041 955.287
€ €
71.317.094 1.132.650 8.366.248 80.815.992
€ €
51.473.850 908.202 22.643.695 96.136 75.121.883
€ €
20.321.296 9.435.209 18.323 29.774.828
€ €
27.402.055 10.201.794 18.323 11.472 37.633.644
€ 110.590.820
Totaal vaste activa
€ 113.710.814
Vlottende activa Voorraden - grond- en hulpstoffen: verspreide percelen € - grond- en hulpstoffen: niet in exploitatie genomen bouwgronden - onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie - onderhanden werk: financieel afgewikkelde deelcomplexen - gereed product en handelsgoederen €
5.046.921 5.476.369 22.703.468 14.765.03225.926 18.487.652
€ €
4.986.748 8.613.822 37.355.581 32.422 50.988.574
€ €
4.898.643 2.584.332 7.482.975
€ €
2.437.499 2.437.499
Liquide middelen
-
1.614.692
-
2.688.883
Overlopende activa
-
5.230.939
-
6.866.447
Totaal vlottende activa
€
32.816.258
€
62.981.403
Totaal generaal
€ 143.407.078
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar - vorderingen op openbare lichamen - overige vorderingen
170
Jaarverslag 2005
€ 176.692.216
31-12-2005
PASSIVA
31-12-2004
Vaste passiva Eigen vermogen - algemene reserves - bestemmingsreserves - nog te bestemmen resultaat jaarrekening
Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar - onderhandse leningen van binnenlandse banken - waarborgsommen
€ € €
39.624.314 6.925.748 46.550.062 2.300.547 48.850.609
€ € €
48.820.714 13.806.861 62.627.575 363.139 62.990.714
€
20.872.095
€
28.111.115
€ €
44.967.946 4.824 44.972.770
€ €
59.331.149 4.824 59.335.973
€ 114.695.474
€ 150.437.802
€ €
13.800.000 9.648.030 23.448.030
€ €
12.100.000 9.412.050 21.512.050
Overlopende passiva
€
5.263.574
€
4.742.364
Totaal vlottende passiva
€
28.711.604
€
26.254.414
Totaal generaal
€ 143.407.078
€ 176.692.216
Gewaarborgde geldleningen
€ 253.689.136
€ 244.413.864
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar - kasgeldleningen - overige schulden
Jaarverslag 2005
171
172
Jaarverslag 2005
Toelichting op de balans
ACTIVA VASTE ACTIVA 31-12-2005
Immateriële vaste activa
31-12-2004
Onderhanden werk
€ € -
- € - - - € - -
91.246 91.246 864.041
Totaal
€
- €
955.287
Kosten van onderzoek en ontwikkeling Bijdragen aan activa in eigendom van derden Overige immateriële vaste activa
Het verloopoverzicht van de immateriële vaste activa over 2005 ziet er als volgt uit: Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Kosten van onderzoek en ontwikkeling Boekwaarde per 31-12-2004 Correctie i.v.m. wisseling activasoort Boekwaarde per 01-01-2005 Investeringen Afschrijvingen: - normale afschrijving - inhaalafschrijving Bijdragen van derden Boekwaarde per 31-12-2005
Overige immateriële vaste activa
Totaal
€ € €
91.246 € - 91.246 € - 91.246 €
- € - - € - - €
- € - - € - - €
91.246 91.246 91.246
€
91.246-
- - - - €
- - - - €
91.246-
€
Kosten van onderzoek en ontwikkeling Onder de kosten van onderzoek en ontwikkeling stonden per 31-12-2004 voorbereidingskosten geactiveerd die te maken hadden met de voorbereiding op het cultuurcentrum. Met het genomen raadsbesluit in 2005 ten aanzien van het cultuurcentrum zijn de plannen en daarmee het krediet definitief geworden. Aangezien de reeds geactiveerde kosten betrekking hadden op eerdere onderzoeken/planvorming is besloten de reeds geactiveerde voorbereidingskosten in 2005 ineens af te schrijven. Onderhanden werk De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar 2006 (zie ook het overzicht restantkredieten dat in de bijlagen bij dit jaarverslag is opgenomen). Na oplevering van de investtering zal feitelijke activering plaatsvinden en zal een aanvang worden genomen met het afschrijven conform de richtlijnen. Per 31-12-2004 waren in de post onderhanden werk de voorbereidingskredieten voor het cultuurcentrum en de aanbouw van De Heemlanden opgenomen. Met het genomen raadsbesluit in 2005 ten aanzien van deze investeringen zijn de voorbereidingskredieten opgenomen in de definitieve kredieten. Deze kredieten zijn opgenomen onder de materiële vaste activa.
Jaarverslag 2005
173
Afschrijvingsmethoden Voor de waarderingsgrondslagen en de methoden van afschrijven wordt verwezen naar het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging".
31-12-2005
Materiële vaste activa
31-12-2004
Onderhanden werk met een economisch nut Onderhanden werk met een maatschappelijk nut
€ 71.317.094 € 51.473.850 1.132.650 908.202 - € 72.449.744 € 52.382.052 8.366.248 - 22.643.695 - 96.136
Totaal
€ 80.815.992 € 75.121.883
Investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut Erfpachtgronden
De investeringen in materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld in de verschillende categorieën: 31-12-2005
Categorie
31-12-2004
Onderhanden werk
€ 13.671.026 € - 45.574.325 5.620.519 274.452 1.375.003 5.934.419 - € 72.449.744 € 8.366.248 -
Totaal
€ 80.815.992 € 75.121.883
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Erfpachtgronden
11.087.026 29.039.321 5.899.068 344.345 954.778 5.057.513 52.382.051 22.739.832
Het verloopoverzicht van de materiële vaste activa over 2005 ziet er als volgt uit:
Gronden en terreinen
Boekwaarde per 31-12-2004 Correctie i.v.m. wisseling activasoort Boekwaarde per 01-01-2005 Investeringen Afschrijvingen: - normale afschrijving - inhaalafschrijving Bijdragen van derden Boekwaarde per 31-12-2005
174
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen
€ € €
11.087.026 € - 11.087.026 € 2.739.511 13.826.537 €
29.039.321 € - 29.039.321 € 18.561.531 47.600.852 €
5.899.068 € - 5.899.068 € 844.043 6.743.111 €
344.345 344.345 344.345
€
103.55835.16516.78813.671.026
1.633.232393.29645.574.325
216.567906.0255.620.519
69.893274.452
€
Jaarverslag 2005
€
€
Machines, apparaten en installaties Boekwaarde per 31-12-2004 Correctie i.v.m. wisseling activasoort Boekwaarde per 01-01-2005 Investeringen Afschrijvingen: - normale afschrijving - inhaalafschrijving Bijdragen van derden Boekwaarde per 31-12-2005
Overige materiële vaste activa
Erfpachtgronden
€ € €
954.778 € - 954.778 € 554.512 1.509.290 €
5.057.513 € - 5.057.513 € 1.984.697 7.042.210 €
€
127.7046.5831.375.003
918.481189.3105.934.419
€
€
Totaal - € - - € - - € - - - - €
52.382.051 52.382.051 24.684.294 77.066.345 3.069.4351.530.37816.78872.449.744
Gronden en terreinen De investeringen in de gronden en terreinen bestaan uit: Bedrag - Openbare basisschool De Plantage: grond - RK basisschool De Stek: grond - PC basisschool De Zonnewijzer: grond - RK basisschool De Vlinder: grond - Sporthal Weteringhoek: grond - Gymlokaal De Plantage: grond - Gymlokaal De Vlinder: grond - Plantsoenpost De Plantage: grond - Plantsoenpost De Vlinder: grond - Kunstgrasveld Oud Wulven - Jongerenhangplekken: aanneemsom Totaal
€ €
400.352 498.630 530.840 462.136 295.231 51.774 64.080 14.384 18.064 372.121 31.899 2.739.511
Afschrijvingstermijn n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 20 jaar lineair m.i.v. 2006 20 jaar lineair m.i.v. 2006
De inhaalafschrijving heeft betrekking op het versneld afschrijven van investeringen met een maatschappelijk nut. In het kader van de afwikkeling van de stelpost Vinex is, in de door de raad op 15 november 2005 vastgestelde begroting 2006, besloten om de investeringen met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven ten laste van de algemene middelenreserve uit voorlopige resultaten Vinex (beklemd). Voor een nadere verklaring hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005. De bijdragen van derden heeft betrekking op de bijdrage die tennisclub SET heeft gedaan ten aanzien van de investeringen in de ombouw van gravelbanen bij de tennisvereniging.
Jaarverslag 2005
175
Bedrijfsgebouwen De investeringen in de bedrijfsgebouwen bestaan uit: Bedrag - Speeltuin: beheerdersgebouw - Basisschool De Fontein - Openbare basisschool De Plantage: bouw - RK basisschool De Stek: bouw - PC basisschool De Zonnewijzer: bouw - RK basisschool De Vlinder: bouw - Cap.uitbr. & onderwijsk. vernieuwingen (IHP'04) - Noodlokalen Weteringhoek - Noodlokalen De Heemlanden: bouw - Sporthal Weteringhoek: bouw - Verpl. korfbalcomplex naar Weteringhoek: gebouw - Gymlokaal De Plantage: bouw - Gymlokaal De Vlinder: bouw - Plantsoenpost De Plantage: bouw - Plantsoenpost De Vlinder: bouw - Begraafpl. Oud Wulfseweg: gebouw + voorzieningen Totaal
€ €
37.493 450.395 2.349.380 2.903.074 3.010.380 2.001.704 2.198.701 351.392 738.620 1.940.606 190.396 858.904 862.577 270.581 275.502 121.826 18.561.531
Afschrijvingstermijn 25 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 1 jaar lineair m.i.v. 2006 2 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006
De inhaalafschrijving heeft enerzijds (€ 24.392) betrekking op het versneld afschrijven van het activum "bouw en inrichting noodlokalen De Zevensprong". Deze noodlokalen zijn medio 2005 gesloopt. Anderzijds (€ 368.904) heeft de inhaalafschrijvingen betrekking op het versneld afschrijven van activa op grond van de in 2005 uitgevoerde rechtmatigheidcontrole. Bij deze controle is geconstateerd dat een aantal investeringen niet aan de rechtmatigheidcriteria voldeden. Deze investering zijn derhalve in 2005 versneld afgeschreven. Voor een nadere verklaring hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken De investeringen in de grond-, weg- en waterbouwkundige werken bestaan uit: Bedrag - Begraafplaats Oud Wulfseweg: parkeerplaatsen - Begraafplaats Oud Wulfseweg: riolering - Ontsluiting Laaggraven - BOR Wegen 2005 Totaal
€ €
34.206 3.943 15.754 790.140 844.043
Afschrijvingstermijn 20 jaar lineair m.i.v. 2006 70 jaar lineair m.i.v. 2006 12 jaar lineair m.i.v. 2006 20 jaar lineair m.i.v. 2006
De inhaalafschrijving heeft enerzijds (€ 164.635) betrekking op het versneld afschrijven van drukrioleringen. Als gevolg van nieuw aangelegde riolering in verband met uitbreiding van het bebouwd gebied is de drukriolering Stationsweg en een groot deel van de drukriolering Houtensewetering ontmanteld. De activa die hierop betrekking hebben zijn hierdoor (gedeeltelijk) versneld afgeschreven. Anderzijds (€ 741.390) heeft de inhaalafschrijving betrekking op het versneld afschrijven van de investeringen met een maatschappelijk nut (zie toelichting bij categorie gronden en terreinen).
176
Jaarverslag 2005
Machines, apparaten en installaties De investeringen in de machines, apparaten en installaties bestaan uit: Bedrag - ICT-BP03: Kantoorautomatisering - VOIP actieve netwerkcomponenten - Verlichting Schalkwijkseweg/Beusichemseweg - BOR VRI 2005 Totaal
€ €
180.953 78.701 119.963 174.895 554.512
Afschrijvingstermijn 3 jaar lineair m.i.v. 2006 3 jaar lineair m.i.v. 2006 25 jaar lineair m.i.v. 2006 7 jaar lineair m.i.v. 2006
De inhaalafschrijvingen hebben betrekking op het versneld afschrijven van activa op grond van de in 2005 uitgevoerde rechtmatigheidcontrole (zie toelichting bij categorie bedrijfsgebouwen). Overige materiële vaste activa De investeringen in de overige materiële vaste activa bestaan uit: Bedrag - PIV4all - Aanschaf LLA4all - ICT-BP03: werkstations HW/systeemsoftware 2005 - Glasvezelkabel brandweerhuis - Aanschaf warmtebeeldcamera - Speeltuin: hekwerk & infrastructuur - Speeltuin: speelvoorzieningen - Openbare basisschool De Plantage: inventaris - Noodlokalen De Heemlanden: inrichting - Sporthal Weteringhoek: inventaris - Gymlokaal De Plantage: inventaris - Gymlokaal De Vlinder: inventaris - Begraafplaats Oud Wulfseweg: inrichting - Afronding ASS (geluidsschermen) - Aanschaf containers GFT 2004 - Papierkliko's - Vervanging groene kliko's 2005 - Vervanging blauwe kliko's 2005 - Vervanging grijze kliko's 2005 Totaal
€ €
221.682 38.629 78.714 55.085 16.050 389.972 139.075 214.637 85.478 108.357 46.601 53.019 17.579 136.200 17.876 310.569 16.073 18.282 20.819 1.984.697
Afschrijvingstermijn 5 jaar lineair m.i.v. 2006 5 jaar lineair m.i.v. 2006 5 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006 10 jaar lineair m.i.v. 2006 40 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006 15 jaar lineair m.i.v. 2006 10 jaar lineair m.i.v. 2006 20 jaar lineair m.i.v. 2006 10 jaar lineair m.i.v. 2006 10 jaar lineair m.i.v. 2006 10 jaar lineair m.i.v. 2006 10 jaar lineair m.i.v. 2006 10 jaar lineair m.i.v. 2006
De inhaalafschrijving heeft enerzijds (€ 77.736) betrekking op het versneld afschrijven van de activa die betrekking hebben op het composteerterrein. Met ingang van 1 januari 2005 wordt niet meer gecomposteerd op eigen terrein. Het composteerterrein is toegevoegd aan de gemeentewerf. De investeringen met betrekking tot het composteerterrein hadden grotendeels te maken met de investering in de waterdichte vloer die conform milieuvoorschriften nodig is voor het mogen composteren. Met het opheffen van het composteerterrein heeft deze investering zijn functie verloren, waardoor besloten is de investeringen in het composteerterrein in 2005 versneld af te schrijven. Anderzijds (€ 111.574) heeft de inhaalafschrijvingen betrekking op het versneld afschrijven van activa op grond van de in 2005 uitgevoerde rechtmatigheidcontrole (zie toelichting bij categorie bedrijfsgebouwen).
Jaarverslag 2005
177
Erfpachtgronden De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gelegen in het centrum, te weten: Erfpachter J.J. de Wit, Rumpsterweg 1-5, 3981 AK Bunnik J.J.M. ten Tusscher, Achterom 22, 3995 EC Houten
M.i.v.
Perceel
Oppervlakte
01-07-1993 01-07-1994
Achterom 20-A Achterom 22
765 m2 765 m2
Onderhanden werk De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar 2006 (zie ook het overzicht restantkredieten dat in de bijlagen bij dit jaarverslag is opgenomen). Na oplevering van de investtering zal feitelijke activering plaatsvinden en zal een aanvang worden genomen met het afschrijven conform de richtlijnen. De post onderhanden werk per 31-12-2005 is als volgt te specificeren:
- School bijz. speciaal onderwijs De Wissel: grond - School bijz. speciaal onderwijs De Wissel: bouw - Sociaal cultureel centrum Hofstad - Sociaal cultureel centrum Schoneveld: grond - Sociaal cultureel centrum Schoneveld: bouw - Sociaal cultureel centrum Schoneveld: inrichting - Vandalisme, inbraak, preventiemaatregelen (IHP'04) - Schoolwoningen De Fontein: bouw - Uitbreiding OBS Ridderspoor - Renovatie Kantstede/Het Kant 2 - Sporthal De Kruisboog: bouw - Sporthal De Kruisboog: inrichting - Sporthal De Slinger: bouw - Cultuurcentrum De Slinger: bouw - Uitbreiding De Heemlanden: bouw - Uitbreiding De Heemlanden: fietsstalling - Uitbreiding De Heemlanden: interne verbouw - Andere locatie steunpost Dorp - ICT-BP03: Citrix hardware/sw/clients - FIS4all - VGI-plan/GISviewer - Databaseserver PIV4all - VOIP telefooncomputer - Beheersmodule speelruimteplan - Invoering C2000 - GRP 2002: beheerssystemen digitalisering - Operationeel plan riolering 2004 (gemalen) - Vervangen materieel gladheidbestrijding - Skatebaan - BOR Spelen 2005 Totaal
€ €
Bedrag
Categorie
517.959 560.414 1.474.876 3.841 163.091 10.776 416.246 182.678 102.191 1.018.006 1.632.733 5.456 4.634 600.918 616.198 27.162 43.792 11.326 118.212 15.915 49.533 6.064 121.606 6.708 26.128 147.693 192.431 217.100 37.411 35.151 8.366.248
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Overige materiele vaste activa Machines, apparaten, installaties Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Overige materiele vaste activa Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen Machines, apparaten, installaties Overige materiele vaste activa Overige materiele vaste activa Overige materiele vaste activa Machines, apparaten, installaties Machines, apparaten, installaties Machines, apparaten, installaties Grond/weg/waterbouwk. werken Grond/weg/waterbouwk. werken Machines, apparaten, installaties Overige materiele vaste activa Overige materiele vaste activa
Afschrijvingsmethoden Voor de waarderingsgrondslagen en de methoden van afschrijven wordt verwezen naar het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging".
178
Jaarverslag 2005
31-12-2005
Financiële vaste activa
31-12-2004
Leningen aan woningbouwcorporaties Overige langlopende leningen Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Leningen aan deelnemingen
€ 20.321.296 € 27.402.055 9.435.209 - 10.201.794 18.323 18.323 - 11.472
Totaal
€ 29.774.827 € 37.633.644
Het verloopoverzicht van de financiële vaste activa in 2005 ziet er als volgt uit:
Leningen aan woningbouwcorporaties
Oorspronkelijk bedrag 31-12-2004 Correctie i.v.m. volledige aflossing Cumulatieve aflossingen en overige waardeverminderingen 31-12-2004 Boekwaarde per 31-12-2004 Correctie i.v.m. wisseling activasoort Boekwaarde per 01-01-2005 Investeringen Aflossingen Overige verminderingen Boekwaarde per 31-12-2005
Overige langlopende leningen
Kapitaalverstrekkingen en leningen aan deelnemingen
Totaal
€ -
38.358.162 € 2.932.917- -
11.332.105 € 32.672- -
29.795 € - -
49.720.062 2.965.589-
€ € € €
8.023.19027.402.055 27.402.055 27.402.055 7.080.75920.321.296
1.097.63910.201.794 10.201.794 130.000 10.331.794 893.1383.4479.435.209
29.795 29.795 3.447 33.241 13.7791.13918.323
9.120.83037.633.643 37.633.643 133.447 37.767.089 7.987.6764.58629.774.827
€ € € €
€ € € €
€ € € €
Leningen aan woningbouwcorporaties In 2005 zijn twee leningen van de algemene woningstichting Houten vervroegd afgelost. In het bedrag van de aflossingen zit hierdoor een bedrag van € 6.218.989 aan extra aflossing. Overige langlopende leningen In 2005 is er een hypothecaire geldlening aan korfbalvereniging Victum verstrekt van € 130.000. Victum heeft hier in 2005 naast de normale aflossing reeds een versnelde aflossing van € 8.500 op gedaan. Daarnaast zijn op 4 januari 2005 de resterende aandelen Bouwfonds geleverd aan de ABN-AMRO. Hiervoor heeft de gemeente conform het Prospectus een bedrag in contanten ad € 824.970 en cumulatief preferente aandelen Bouwfonds ter waarde van € 3.447 verkregen. Deze transactie heeft tot gevolg dat in 2005 de lening in verband met de verkoop aandelen Bouwfonds is afgelost en dat € 3.447 van de waarde van de aandelen bouwfonds zijn toegevoegd aan het financieel vast actief "cumprefs in verband met de verkoop aandelen Bouwfonds" die onder de leningen aan deelnemingen in de balans zijn opgenomen. Kapitaalverstrekkingen en leningen aan deelnemingen De investering van € 3.447 heeft betrekking op de aflossing van de lening in verband met de verkoop aandelen Bouwfonds (zie toelichting bij overige langlopende leningen). Hiermee is de totale waarde van de cumulatief preferente aandelen Bouwfonds op € 13.779 gekomen. Voor deze cumulatief preferente aandelen heeft de gemeente begin 2000 aan ABN-AMRO een call optie verstrekt. Per 1 april 2005 heeft ABN-AMRO besloten deze call optie uit te oefenen. Met het verkregen bedrag van ABN-AMRO is het betreffende financieel vast actief afgelost.
Jaarverslag 2005
179
De overige verminderingen hebben betrekking op de afwaardering van de leningen aan deelnemingen Stichting Borgstellingsfonds en Inschrijving Grootboek Nationale Schuld. Deze zijn op grond van de in 2005 uitgevoerde rechtmatigheidcontrole afgeboekt (zie toelichting bij materiële vaste activa; categorie bedrijfsgebouwen). Per saldo bestaat de boekwaarde per 31-12-2005 uit aandelen WMN (€ 2.723) en aandelen BNG (€ 15.600). Deze aandelen worden gecategoriseerd onder kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen. Financiële vaste activa zonder boekwaarde Onder de financiële vaste activa zonder boekwaarde zijn per 31-12-2005 de aandelen van de Hydron (108 stuks) opgenomen met een nominale waarde van € 227 per aandeel.
VLOTTENDE ACTIVA 31-12-2005
Voorraden Grond- en hulpstoffen - Verspreide percelen - Nog niet in exploitatie genomen gronden Onderhanden werken - Bouwgronden in exploitatie - Financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex Gereed product en handelsgoederen - Documenten burgerzaken - Voorraad brandstof
31-12-2004
€ -
5.046.921 € 5.476.369 -
4.986.748 8.613.822
-
22.703.468 14.765.032- -
37.355.581
-
22.392 3.534 -
29.178 3.244
€ 18.487.652 € 50.988.574
Totaal
Grond- en hulpstoffen: Verspreide percelen De boekwaarde van de verspreide percelen kan als volgt worden gespecificeerd: 31-12-2005 Investeringen: Gronden buiten Houten Zuid Gronden niet-Vinex Grond Schalkwijk II ( Spoorlaan)
31-12-2004
703.000 m² € 570 m² €
9.072.146 € 56.894 9.129.040 €
9.011.973 56.894 9.068.867
€
4.025.225 56.894 4.082.119 €
4.025.225 56.894 4.082.119
€
5.046.921 €
4.986.748
Af: voorziening herwaardering: Gronden buiten Houten Zuid Grond Schalkwijk II (Spoorlaan)
Per saldo
Gronden buiten Houten Zuid In het kader van de ontwikkeling van de Vinex-locatie Houten-Zuid zijn ook gronden (net) buiten het bestemmingsplan aangekocht. Voor zover deze aangekochte gronden zijn meegekocht met deels binnen het bestemmingsplan gelegen gronden, zijn de gronden gewaardeerd tegen € 4,54 per m2. Gronden direct gelegen naast grond met een hogere bestemmingswaarde, zoals bijvoorbeeld bouwgrond, is gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Gronden Schalkwijk (Spoorlaan): Het betreffende perceel is gelegen nabij de spoorlijn in Schalkwijk.
180
Jaarverslag 2005
Grond- en hulpstoffen: Nog niet in exploitatie genomen gronden De nog niet in exploitatie genomen gronden betreffen: 31-12-2005 € €
Spoorverdubbeling Gebiedsontw. oude stationsgebouw Driehoek Schalkwijk Centrum Strijpweg Tull en 't Waal Stedelijk Waterplan Visie eiland van Schalkwijk Kromme Rijngebied Totaal
31-12-2004
- € 116.906 279.517 5.035.527 7.969 28.804 2.843 4.803 5.476.369 €
766.172 33.417 188.564 7.625.669 8.613.822
Het verloop van de boekwaarde is als volgt: 31-12-2005 € € €
Boekwaarde op 1 januari 2005 Overboeking naar OHW (Spoorverdubbeling) Investeringen Af: inkomsten Boekwaarde op 31 december 2005
8.613.822 766.1722.089.755 9.937.405 4.461.036 5.476.369
31-12-2004 € € €
7.531.437 1.520.425 9.051.862 438.040 8.613.822
Onderhanden werken: bouwgrond in exploitatie De bouwgronden in exploitatie betreffen: 31-12-2005 € €
Houten-Zuid Bedrijventerrein de Meerpaal GBH Parklandgoed Wulven Totaal
4.273.672 19.780.395 938.753411.84622.703.468
31-12-2004 € €
12.677.196 26.027.823 997.717351.72137.355.581
Het verloop van de boekwaarde is als volgt: 31-12-2005 Boekwaarde per 1 januari In mindering gebrachte voorziening negatieve resultaten niet-Vinex In mindering gebrachte fondsen conform BBV Boekwaarde per 1 januari exclusief in mindering gebrachte voorzieningen Bij: investeringen en dotaties aan fondsen en voorzieningen Bij: overboeking van verspreide percelen / nog niet in exploitatie genomen Af: inkomsten Bij: resultaat afgewikkelde complexen niet-Vinex Af: voorziening negatieve resultaten niet-Vinex Af: fondsen conform BBV Boekwaarde per 31 december
Jaarverslag 2005
€ € € € € €
37.355.581 845.168 97.620.915 135.821.664 33.740.897 766.172 170.328.733 40.967.338 129.361.395 1.541.702 130.903.097 845.168 107.354.461 22.703.468
31-12-2004 € € € € € €
131.982.317 131.982.317 37.429.080 169.411.397 34.810.518 134.600.879 1.220.785 135.821.664 845.168 97.620.915 37.355.581
181
Op basis van de exploitatieberekeningen is het geprognosticeerde resultaat als volgt (-/- = positief resultaat): GBH inclusief Parklandgoed Wulven
Houten-Zuid
Boekwaarde ultimo 2005 Verplichtingen Raming nog te besteden Raming opbrengsten Rente Faseringskosten Te verrekenen met fondsen Reeds verwerkt positief resultaat Terugrekenen eindwaarde 2011 Geraamd resultaat (eindwaarde)
€ € € € € € € €
24.054.067 € 156.124.288 198.281.197 992.9033.618.936 12.171.1903.449.110 24.198.889-
€ € € € € € €
Centrum
1.350.599- €
5.035.527
€ € € €
34.722.331 20.704.467 3.305.277 871.349 23.230.017
2.443.134 1.632.808 102.086 56.259 1.676.730 1.294.802
€
- Berekend resultaat is inclusief de Koppeling, Castellum en de Nieuwe Zuidelijke Rondweg - Te verrekenen met fondsen betreffende GBH zijn de voorziening GBH, onderhoud en negatieve exploitatieresultaten niet-Vinex welke al verwerkt zijn in de boekwaarde ultimo 2005 conform voorschriften BBV. Onderhanden werken: financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex Het saldo van de financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex is opgebouwd uit de volgende componenten: € - Financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex 912.834 - 15.677.866 - Af: fondsen aangaande GREX Totaal € 14.765.032Met ingang van 2004 geldt de nieuwe presentatie- en verantwoordingsvorm die aansluit bij de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Een van de onderdelen hiervan is het afzien van het nemen van tussentijdse voorlopige resultaten (winstneming) van de nog lopende, individuele deelplannen Vinex. Hiermee wordt Vinex als een geheel gepresenteerd en verantwoord. Het hierboven gepresenteerde saldo betreft het saldo van individuele deelplannen Vinex die reeds zijn afgesloten, maar waarvan winstneming pas plaatsvindt bij het afronden van Vinex als geheel. Daarnaast zijn in 2005, in overleg met de accountant, de algemene reserve weerstandsvermogen grondexplotatie, bestemmingsreserve voorlopige resultaten Houten-Zuid Vinex en de voorziening garantieverplichting regionaal waarborgfonds samengevoegd tot een nieuwe "voorziening" grondexploitatie. Deze "voorziening" (=fonds) moet conform het BBV in mindering gebracht worden op de boekwaarde van de afgesloten complexen. Hierdoor ontstaat een grote negatieve boekwaarde aan de debetzijde van de balans.
31-12-2005
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
31-12-2004
Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen - Algemene debiteuren - Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen - Bijstandsverlening - Voorschotten
€
4.898.643 €
-
1.631.493 223.736 679.725 49.378
-
1.546.697 156.567 705.634 28.601
Totaal
€
7.482.975 €
2.437.499
182
Jaarverslag 2005
-
Vorderingen op openbare lichamen Onder de vorderingen op openbare lichamen is de vordering op de Belastingdienst opgenomen in het kader van de BTW-aangiften over de maand december 2005 en de aangifte BTW-Compensatiefonds over het vierde kwartaal 2005. Voorgaande jaren werd deze vordering of schuld op de Belastingdienst opgenomen onder de overlopende activa of de overlopende passiva. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient deze vordering echter opgenomen te worden onder de vorderingen op openbare lichamen. Ultimo maart 2006 was reeds € 965.597 (= 19,71%) van deze post afgewikkeld. Overige vorderingen: Algemene debiteuren Het saldo van de algemene debiteuren is opgebouwd uit de volgende componenten: - Algemene debiteuren volgens het financiële systeem vanaf 2002 € 1.631.903 - Algemene debiteuren volgens het financiële systeem t/m 2001 26.298 - Voorziening dubieuze algemene debiteuren 26.708Totaal € 1.631.493 Ultimo maart 2006 stond van het saldo van de algemene debiteuren nog een bedrag van € 101.922 open (= 6,15%). De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze algemene debiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen Het saldo van de debiteuren inzake gemeentelijke belastingen is opgebouwd uit de volgende componenten: - Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen volgens het financiele systeem € 238.213 - Voorziening dubieuze belastingdebiteuren 14.477Totaal € 223.736 Ultimo maart 2006 stond van het saldo van de debiteuren inzake gemeentelijke belastingen nog een bedrag van € 118.772 open (= 49,86%). De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze algemene debiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Bijstandsverlening De vorderingen in het kader van bijstandsverlening hebben met name betrekking op verhaal van onterecht verstrekte uitkeringen, verhaal alimentatie, verstrekte leenbijstand, krediethypotheek e.d. Het saldo van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening is opgebouwd uit de volgende componenten: - Totaal vorderingen bijstandsverlening € 1.023.945 - Voorziening dubieuze bijstandsvorderingen 344.220Totaal € 679.725 In de vorderingen met betrekking tot de BBZ heeft het Rijk een bijdrage verstrekt van 75%. Bij invordering zal dan ook 75% van de vordering terugbetaald moeten worden aan het Rijk. Het bedrag dat terugbetaald moet worden, is als overige schuld in de balans opgenomen onder de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1jaar. Overige vorderingen: Voorschotten De voorschotten per 31 december 2005 bestaan uit voorschotten personeel (€ 16.377) en voorschotten SOZA (€ 33.001).
Jaarverslag 2005
183
31-12-2005
Liquide Middelen
31-12-2004
Bank en giro Deposito's BOOH Voorschotkassen Geld onderweg
€ -
542.100 1.062.660 7.526 2.406
€ -
1.542.468 1.132.557 10.637 3.221
Totaal
€
1.614.692 €
2.688.883
Voorschotkassen De voorschotkassen hebben betrekking op de kassen van Burgerzaken, subkassiers en de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten (BOOH).
31-12-2005
Overlopende Activa
31-12-2004
Nog te ontvangen bedragen Nog te ontvangen bedragen grondexploitatie Vooruitbetaalde bedragen Vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie
€ -
3.882.767 745.902 592.958 9.312
€ -
3.914.623 2.274.588 677.236 -
Totaal
€
5.230.939 €
6.866.447
Nog te ontvangen bedragen De nog te ontvangen bedragen hebben betrekking op: Saldo per 31-12-2005 - Nog te ontvangen subsidies/bijdragen wegen - Nog te ontvangen behoedzaamheidreserve - Nog te ontvangen bedragen ministeries - Nog te ontvangen huur - Nog te ontvangen sociale lasten & belastingen SOZA - Nog te ontvangen bedragen BOOH - Overig Totaal
€ €
3.175.056 € 175.000 55.349 43.697 74.200 303.111 56.354 3.882.767 €
Afloop in 2006 270.000 € - 17.127 43.697 74.200 - 55.548 460.572 €
Saldo ultimo maart 2006 2.905.056 175.000 38.222 303.111 806 3.422.195
Nog te ontvangen bedragen grondexploitatie In het saldo per 31-12-2004 waren twee grote bedragen als nog te ontvangen opgenomen. Beide bedragen zijn in 2005 afgewikkeld. Met ingang van 2005 worden daarnaast, conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), de BTW-aangiften over de maand december en de aangifte BTW-Compensatiefonds over het vierde kwartaal niet meer verantwoord onder de overlopende activa. Deze vordering staat nu onder de vorderingen op openbare lichamen onder de balanspost uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar. Hierdoor is het saldo per 31-12-2005 ten opzichte van het saldo per 31-12-2004 sterk verlaagd. In het saldo per 31-12-2005 is een bedrag van € 744.693 opgenomen in verband met de verkoop van een bouwkavel aan Van der Valk. Aangezien het contract hiervoor in 2005 is gesloten, is de gehele winst met betrekking tot deze verkoop in 2005 verantwoord. Een deel van deze winst (€ 744.693) wordt echter in volgende jaren pas geëffectueerd.
184
Jaarverslag 2005
Vooruitbetaalde bedragen De vooruitbetaalde bedragen hebben betrekking op: Saldo per 31-12-2005 - Onderhoudscontracten, goederen en diensten - Verzekeringspremies - Contributies en bijdragen - Subsidies - Huren - Overig Totaal
€ €
Afloop in 2006
55.051 € 42.994 228.431 135.500 123.003 7.979 592.958 €
Saldo ultimo maart 2006
55.051 € 42.994 228.431 135.500 123.003 7.979 592.957 €
-
Vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie De vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie hebben betrekking op vooruitbetaalde advertentiekosten en kosten vergunningen.
PASSIVA EIGEN VERMOGEN 31-12-2005
Reserves
31-12-2004
Algemene reserves Bestemmingsreserves
€ 39.624.314 € 48.820.714 6.925.748 - 13.806.861
Totaal
€ 46.550.062 € 62.627.575
Het verloopoverzicht van de reserves in 2005 is als volgt: Algemene reserves Saldo per 01-01-2005 Vermeerderingen: - Bestemming rekeningresultaat 2004 - Toevoegingen Verminderingen: - Bestemming rekeningresultaat 2004 - Afschrijvingen op activa - Onttrekkingen Saldo per 31-12-2005
Bestemmingsreserves
Totaal
€
48.820.714 €
13.806.861 €
62.627.575
€
710.020 2.181.310 51.712.044 €
232.401 1.966.093 16.005.355 €
942.421 4.147.403 67.717.399
€
1.547.706 867.800 9.672.224 39.624.314 €
48.074 - 9.031.533 6.925.748 €
1.595.780 867.800 18.703.757 46.550.062
Algemeen In de bijlagen bij dit jaarverslag is een overzicht van alle reserves en voorzieningen opgenomen (bijlage 5). In deze bijlage is van elke reserve en voorziening de aard en het doel omschreven. Daarnaast is in de bijlage een overzicht opgenomen van alle vermeerderingen en verminderingen per reserve en voorziening. Voor een gedetailleerd verloopoverzicht van de reserves wordt verwezen naar deze bijlage. De onderstaande toelichting is een toelichting op hoofdlijnen, waarbij de grote mutaties die gedurende het jaar in de reserves hebben plaatsgevonden worden weergegeven.
Jaarverslag 2005
185
Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: - de in de begroting vastgestelde bedragen; - de bij de jaarrekening 2004 vastgestelde resultaatbestemming 2004; - aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken derhalve deel uit van de resultaatbepaling. Reserves grondexploitatie In 2005 heeft een hergroepering plaatsgevonden van aantal reserves en voorzieningen die betrekking hebben op de grondexploitatie. De gedachtegang hierachter is dat feitelijk alle reserves en voorzieningen van de grondexploitatie (met uitzondering van de voorziening financieel afgewikkelde complexen en de voorziening volkshuisvesting) in mindering dienen te worden gebracht op de boekwaarde van de grondexploitatie Vinex (onderhanden werk). Hierdoor is besloten de reserves en voorzieningen die betrekking hebben op de grondexploitatie over te hevelen naar de nieuw gevormde voorziening GREX. Algemene reserves Tot de algemene reserves behoren per 31 december 2005 de volgende reserves: - Algemene rentegevende reserve (beklemd) € 15.317.904 - Algemene middelenreserve (vrij) 2.301.232 - Algemene reserve Remu-gelden (beklemd) - 14.704.936 - Algemene middelenreserve (beklemd) uit voorl. resultaten Vinex 7.300.242 Totaal € 39.624.314 De mutaties in de algemene reserves in 2005 betreffen: - Toevoeging aan de algemene rentegevende reserve (beklemd) door de gedeeltelijke (50%) vrijval van de voorziening initieel onderhoud openbare ruimte (zie toelichting bij de voorzieningen) - Toevoeging aan de algemene middelenreserve (vrij) van een deel van het rekeningresultaat 2004 van de grondexploitatie als gevolg van positieve resultaten niet-Vinex locaties conform toezegging in het rapport Zorgen voor Overmorgen - Toevoeging aan de algemene middelenreserve (vrij) door het gedeeltelijk vrijvallen van de voorziening kwaliteitsverbetering scholen (zie toelichting bij de voorzieningen) - Onttrekking aan de algemene middelenreserve (vrij) van het rekeningresultaat 2004 van de Algemene Dienst - Onttrekking aan de algemene middelenreserve (vrij) ten behoeve van de vorming van de bestemmingsreserve personeel, de voorziening TRAP-project en de onder de overlopende passiva opgenomen post vooruitontvangen leges grafrechten conform de bestemming van het rekeningresultaat 2004 - Onttrekking aan de algemene middelenreserve (vrij) ten behoeve van de vorming van de bestemmingsreserve cultuurcluster - Toevoeging aan de algemene reserve Remu-gelden (beklemd) ten laste van de exploitatie - Onttrekking aan de algemene middelenreserve (beklemd) uit voorlopige resultaten Vinex als gevolg van het versneld afschrijven van de per 1 januari 2005 geactiveerde investeringen met een maatschappelijk nut en de voorbereidingskredieten voor de de bouw van de theater/uitvoeringszaal - Vrijval van de algemene reserve weerstandsvermogen grondexploitatie naar de voorziening GREX (zie toelichting hierboven onder kopje "reserves grondexploitatie")
186
Jaarverslag 2005
+
1.517.457
+
710.020
+
181.000
-/-
832.281
-/-
715.425
-/-
1.298.000
+
482.853
-/-
867.800
-/-
8.374.224
Bestemmingsreserves De belangrijkste mutaties in de bestemmingsreserves in 2005 betreffen: - Onttrekking aan de bestemmingsreserve BTW Compensatiefonds ten laste van de exploitatie - Vorming van de bestemmingsreserve cultuurcluster ten laste van de algemene middelenreserve - Toevoeging aan de bestemmingsreserve cultuurcluster ten laste van de exploitatie - Onttrekking aan de bestemmingsreserve cultuurcluster ten gunste van de exploitatie - Vorming van de bestemmingsreserve personeel ten laste van de algemene middelenreserve (vrij) (+ € 232.401) en de onttrekking aan de bestemmingsreserve personeel ten gunste van de exploitatie (-/- € 48.074) conform de bestemming van het rekeningresultaat 2004 - Vorming van de bestemmingsreserve vervangingsinvesteringen ten laste van de exploitatie - Vrijval van de bestemmingsreserve herinrichting 't Rond (€ 4.394.655) en de bestemmingsreserve voorlopige resultaten Houten Zuid Vinex (€ 3.898.166) naar de voorziening GREX (zie toelichting hierboven onder kopje "reserves grondexploitatie")
-/-
318.234
+ + -/-
1.298.000 331.924 414.478
+
184.327
+
291.169
-/-
8.292.821
31-12-2005
Nog te bestemmen resultaat jaarrekening
31-12-2004
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie
€ -
758.845 € 1.541.702 -
832.2811.195.420
Totaal
€
2.300.547 €
363.139
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst Een analyse van het resultaat is in dit jaarverslag opgenomen. Per (deel)programma zijn de uitkomsten nader geanalyseerd en toegelicht. Daarnaast is in het jaarverslag een analyse op hoofdlijnen opgenomen in het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2005 versus begroting 2005. Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie Vanaf 2004 worden tussentijds geen winsten of verliezen meer genomen op de grondexploitatie Vinex. Het positieve resultaat grondexploitatie wordt veroorzaakt door afgesloten complexen niet-Vinex.
VOORZIENINGEN 31-12-2005
Voorzieningen
31-12-2004
Voorzieningen algemene dienst Voorzieningen grondexploitatie Voorzieningen Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten
€ 17.058.808 € 21.590.488 2.438.206 5.635.914 1.375.081 884.713
Totaal
€ 20.872.095 € 28.111.115
Jaarverslag 2005
187
Het verloopoverzicht van de voorzieningen in 2005 is als volgt: Voorzieningen Voorzieningen algemene dienst grondexploitatie Saldo per 01-01-2005 Vermeerderingen: - Bestemming rekeningresultaat 2004 - Dotaties ten laste van de exploitatie - Dotaties ten laste van andere voorzieningen Verminderingen: - Aanwendingen - Vrijval Saldo per 31-12-2005
Voorzieningen BOOH
€
21.590.488 €
5.635.914 €
884.713
€
11.635 3.459.341 8.654.404 33.715.868 €
- 138.965 - 5.774.879 €
696.760 1.581.473
€
4.080.618 12.576.442 17.058.808 €
1.686.728 1.649.945 2.438.206 €
206.392 1.375.081
Algemeen In de bijlagen bij dit jaarverslag is een overzicht van alle reserves en voorzieningen opgenomen (bijlage 5). In deze bijlage is van elke reserve en voorziening de aard en het doel omschreven. Daarnaast is in de bijlage een overzicht opgenomen van alle vermeerderingen en verminderingen per reserve en voorziening. Voor een gedetailleerd verloopoverzicht van de voorzieningen word verwezen naar deze bijlage. De onderstaande toelichting is een toelichting op hoofdlijnen, waarbij de grote mutaties die gedurende het jaar in de voorzieningen hebben plaatsgevonden worden weergegeven. Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: - de in de begroting vastgestelde bedragen; - de bij de jaarrekening 2004 vastgestelde resultaatbestemming 2004; - verkregen subsidiegelden; - aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken derhalve deel uit van de resultaatbepaling. Dotaties ten laste van andere voorzieningen De dotaties ten laste van andere voorzieningen hebben betrekking op de vorming van twee nieuwe voorzieningen: - voorziening Beheer Openbare Ruimten (BOR) € 7.004.459 - voorziening Volkshuisvesting (t.b.v. bijdrage SVN) 1.649.945 Totaal € 8.654.404 Voorziening Beheer Openbare Ruimten (BOR) In 2005 is een nieuwe voorziening Beheer Openbare Ruimten (BOR) gevormd door de vrijval van een aantal reeds bestaande voorzieningen die een relatie met het Beheerplan Openbare Ruimten hebben. Het gaat hierbij om de volgende voorzieningen: - groot onderhoud bestaande (grote) investeringen € 1.268.408 - vervanging verkeersregelinstallaties 521.556 - groot onderhoud watergangen 169.254 - groot onderhoud civieltechnische kunstwerken 139.526 - onderhoud wegen 4.523.962 - speelvoorzieningen 232.753 - groen 149.000 Totaal € 7.004.459
188
Jaarverslag 2005
Voorziening Volkshuisvesting (t.b.v. bijdrage SVN) In 2005 is besloten de voorziening Volkshuisvesting gerealiseerd die in voorgaande jaren onder de voorzieningen van de grondexploitatie viel, over te hevelen naar de algemene dienst. De reden hiervoor is dat tegenover de voorzieningen een bijdrage aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland staat voor hetzelfde bedrag. Deze bijdrage is bij de algemene dienst verantwoord onder de financiële vaste activa. Van deze bijdrage zijn leningen verstrekt aan woningbouwcorporaties. Deze leningen worden in 2012 geheel afgelost, zodat in 2012 zowel de bijdrage als de voorziening komt te vervallen. Teneinde in beeld te houden dat de bijdrage en de voorziening bij elkaar horen, is ervoor gekozen de voorziening over te hevelen naar de algemene dienst. Vrijval De vrijval heeft betrekking op de vrijval van: - de voorzieningen ten behoeve van de vorming van de voorziening BOR (zie toelichting hierboven) - de voorziening kwaliteitsverbetering scholen - de voorziening initieel onderhoud openbare ruimten - de vrijval van de voorziening garantieverplichting regionaal waarborgfonds - de overheveling van de voorziening volkshuisvesting gerealiseerd (zie toelichting hierboven)
€
7.004.459
€ -
1.134.450 1.517.457 2.920.076 12.576.442 1.649.945
€
14.226.387
Voorziening kwaliteitsverbetering scholen De voorziening kwaliteitsverbetering scholen is deels vrijgevallen ten gunste van de algemene middelenreserve (vrij) (€ 181.000) en deels ten gunste van de exploitatie (€ 953.450). Deze voorziening was gevormd ter dekking van een deel van de bouwkosten van een aantal scholen. Gezien de positieve stand van de kredieten is de voorziening echter niet meer nodig. Daarom is besloten de voorziening in 2005 te laten vrijvallen. Voorziening initieel onderhoud openbare ruimten Bij de oplevering van complexen wordt vanuit de grondexploitatie 4% van de kosten van bouw- en woonrijp maken meegegeven aan de algemene dienst. Van deze "bruidschat" is de voorziening initieel onderhoud openbare ruimten gevormd. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat voor het onderhouden van de complexen slechts de helft van de "bruidschat" nodig is. In 2005 is daarom besloten de helft van de voorziening initieel onderhoud openbare ruimten over te hevelen naar de algemene rentegevende reserve. Hierdoor wordt een structurele renteopbrengst gegenereerd die kan worden ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Voorziening garantieverplichting regionaal waarborgfonds. Deze voorziening is vrijgevallen ten gunste van de voorziening GREX. Zie toelichting bij de reserves onder het kopje "reserves grondexploitatie".
Jaarverslag 2005
189
Dotaties ten laste van de exploitatie De belangrijkste dotaties aan de voorzieningen ten laste van de exploitatie in 2005 betreffen: Algemene Dienst - Dotatie aan de voorziening groot onderhoud huisvesting onderwijs volgens primitieve primitieve begroting - Dotatie aan de voorziening groot onderhoud welzijnsaccommodaties volgens primitieve begroting en de 1e bestuursrapportage - Dotatie aan de voorziening scholing en activering WIW als gevolg van een overschot op het WWB werkdeel (€ 90.890) en het WWB inkomensdeel (€ 113.724) - Dotatie aan de voorziening rioolonderhoud als gevolg het saldo op het deelprogramma riolering - Dotatie aan de voorziening initieel onderhoud openbare ruimten door overdrachten complexen - Dotatie aan de voorziening wethouderspensioenen volgens primitieve begroting (€ 262.000) en ontvangen inkomensoverdracht (€ 46.552) - Dotatie aan de voorziening onderhoud gemeentehuis volgens primitieve begroting - Vorming van de voorziening stimuleringsregeling klantenmanagement vanuit ontvangsten van het ministerie van SOZA - Dotatie aan de voorziening TRAP-project als gevolg van ontvangen subsidies - Dotatie aan de voorziening BOR op grond van de uitkomsten van het jaarplan 2005 - Vorming van de voorziening subsidie milieuzorg vanuit ontvangen subsidies op het gebied van gemeentelijk klimaatbeleid (€ 87.896) en geluidbeleid (€ 24.390) Grondexploitatie - Dotatie aan de voorziening volkshuisvesting op grond van de uitkomsten uit de grondexploitatie Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten - Dotatie aan de voorzieningen BOOH op basis van de aangeleverde jaarrekening 2005
€
452.448
-
162.041
-
204.614
-
126.402
-
123.964
-
308.552 250.000
-
199.824 55.806 1.411.694
-
112.286
-
138.965
-
696.760
€
328.450
-
71.178
-
50.000
-
36.875 48.156
-
39.396 3.145.551
-
54.426
-
86.634
-
166.748
-
1.012.865
-
673.863
-
206.392
Aanwendingen De belangrijkste aanwendingen van de voorzieningen in 2005 betreffen: Algemene Dienst - Aanwending voorziening groot onderhoud huisvesting onderwijs als gevolg van groot onderhoud - Aanwending voorziening groot onderhoud welzijnsaccommodatie als gevolg van groot onderhoud - Aanwending voorziening organisatieontwikkeling als gevolg van uitgaven project Werk Werk aan de Winkel - Aanwending voorziening huisvesting onderwijs als gevolg van het afstoten van noodhuisvesting - Aanwending voorziening onderhoud gemeentehuis als gevolg van groot onderhoud - Aanwending voorziening monumentensubsidies als gevolg van verstrekte subsidies in 2005 - Aanwending voorziening BOR op grond van de uitkomsten van het jaarplan 2005 - Aanwending voorziening subsidie milieuzorg als gevolg van uitgaven gemeentelijk klimaatbeleid - Aanwending voorziening egalisatie vluchtelingen als gevolg van het saldo op het deelprogramma minderheden - Aanwending voorziening egalisatie tarieven afvalstoffenheffing als gevolg van het saldo saldo op het deelprogramma Afval Grondexploitatie - Aanwending voorziening financieel afgewikkelde complexen op grond van de uitkomsten uit de grondexploitatie - Aanwending voorziening volkshuisvesting op grond van de uitkomsten van de grondexploitatie Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten - Aanwending voorzieningen BOOH op basis van de aangeleverde jaarrekening 2005
190
Jaarverslag 2005
VASTE SCHULDEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD >= 1 JAAR 31-12-2005
Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar
31-12-2004
Onderhandse leningen van binnenlandse banken Waarborgsommen
€ 44.967.946 € 59.331.149 4.824 4.824
Totaal
€ 44.972.770 € 59.335.973
Het verloopoverzicht van de vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar in 2005 is als volgt: Onderhandse leningen van binnenlandse banken Schuldrestant per 31-12-2004 Opgenomen bedragen Aflossingen Schuldrestant per 31-12-2005
€ € €
59.331.149 59.331.149 14.363.20344.967.946
Waarborgsommen € € €
Totaal
4.824 € - 4.824 € - 4.824 €
59.335.973 59.335.973 14.363.20344.972.770
In 2005 is de indeling van de vaste schulden met een rentetypische looptijd groter of gelijk aan 1 jaar in overeenstemming gebracht met de indeling conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Dit heeft ertoe geleidt dat de benaming van de posten die zijn opgenomen onder de vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar is aangepast ten opzichte van de jaarrekening 2004.
VLOTTENDE PASSIVA 31-12-2005
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
31-12-2004
Kas-/daggeldlening Overige schulden - Crediteuren - Latente verplichtingen - Waarborgsommen grondexploitatie
€ 13.800.000 € 12.100.000
Totaal
€ 23.448.031 € 21.512.050
-
9.232.019 44.350 371.662 -
8.726.239 96.500 589.311
Overige schulden: Crediteuren Ultimo maart 2006 stond van het saldo van de crediteuren volgens het financiële systeem nog een bedrag van € 34.877 (= 0,38%) open. Overige schulden: Latente verplichtingen Het opgenomen bedrag aan latente verplichtingen heeft betrekking op de terugbetalingsverplichting die de gemeente heeft aan het Rijk in het kader van de Wet Werk en Bijstand. Op grond van deze wet dient 75% van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening die te maken hebben met verstrekte leenbijstand ingevolge de BBZ (onder aftrek van het opgenomen bedrag in de voorziening dubieuze bijstandsvordering) opgenomen te worden als terugbetalingsverplichting aan het Rijk. (Zie ook de post overige vorderingen: bijstandsverlening die is opgenomen onder de balanspost uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar).
Jaarverslag 2005
191
Overige schulden: Waarborgsommen grondexploitatie De waarborgsommen voor grondverkopen worden verrekend bij de koop van de grond. De door de aannemers gestorte waarborgsommen zijn bedoeld om verhaal van schade welke optreedt bij bouwactiviteiten op relatief eenvoudige wijze te verhalen. Terugbetaling van deze waarborgsommen geschiedt na oplevering van het betreffende bouwwerk, waarbij eerst tot uitbetaling wordt overgegaa na controle door de projectleider. Eventuele schade wordt in mindering gebracht. Over de waarborgsommen die door aannemers worden gestort, wordt een rente tegen het wettelijke rentepercentage vergoed.
31-12-2005
Overlopende passiva
31-12-2004
Nog te betalen bedragen Nog te betalen bedragen grondexploitatie Vooruitontvangen bedragen Te verrekenen optievergoedingen grondexploitatie Overige transitoria
€ -
3.972.890 252.514 582.433 7.841 447.896
€ -
3.072.050 896.949 139.802 78.246 555.317
Totaal
€
5.263.574 €
4.742.364
Nog te betalen bedragen De nog te betalen posten per 31 december 2005 zijn als volgt te specificeren: Saldo per 31-12-2005 - Nog te betalen sociale premies 2005 - Nog te betalen naheffing/boete omzetbelasting - Nog te betalen i.v.m. uitvoering WSW - Nog te betalen i.v.m. educatie en inburgering 2005 - Nog te betalen afrekeningen wegenonderhoud 2005 - Diverse nog te betalen facturen 2005 - Nog te betalen premieheffing SOZA - Ministerie van SOZA inzake ABW, IOAW, IOAZ, WIW en NWSW. - Nog te betalen bedragen BOOH - Diverse nog te betalen bedragen Totaal
Afloop in 2006
Saldo ultimo maart 2006
€ -
781.649 € 165.074 355.651 209.576 1.011.429 557.135 85.102 -
781.156 € 650.639 397.905 85.102 -
493 165.074 355.651 209.576 360.790 159.230 -
€
347.511 406.501 53.262 3.972.890 €
22.045 1.936.847 €
347.511 406.501 31.217 2.036.043
Nog te betalen bedragen grondexploitatie De nog te betalen bedragen grondexploitatie per 31 december 2005 betreffen met name facturen die begin 2006 zijn binnengekomen en die betrekking hebben op het boekjaar 2005 (€ 243.172). Daarnaast is tevens een schuld aan de Belastingdienst opgenomen (€ 9.342) in verband met nog te betalen boete omzetbelasting 1999. Deze post wordt afgewikkeld bij het afronden van de controle omzetbelasting 1998 tot en met 2004 door de Belastingdienst in 2006. De daling van de post nog te betalen bedragen grondexploitatie per 31-12-2005 ten opzichte van de stand per 31-12-2004 heeft te maken met het feit dat de BTW-aangifte over de maand december niet meer verantwoord word onder de overlopende passiva (conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Deze post staat nu onder de vorderingen op openbare lichamen onder de balanspost uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar verantwoord.
192
Jaarverslag 2005
Vooruitontvangen bedragen De vooruitontvangen bedragen per 31 december 2005 hebben met name betrekking op de post vooruitontvangen leges grafrechten (€ 525.000). Deze post is in 2004 gevormd uit de bedragen die zijn ontvangen in verband met de afkoop van grafrechten, deels ten laste van de exploitatie 2004 (€ 53.611) en deels middels de bestemming van het rekeningresultaat 2004 (€ 471.389). Tegenover deze vooruitontvangsten heeft de gemeente een verplichting voor de komende jaren om de betreffende graven te onderhouden. Naast de vooruitontvangen leges grafrechten is een bedrag van € 57.433 opgenomen als vooruitontvangen bedragen met betrekking tot vooruitontvangen huren, marktgelden, energiekosten, abonnementkosten e.d. Overige transitoria Dit betreft de nog te betalen rente over de langlopende geldleningen. Voor de meeste leningen vindt de betaling van de rente en aflossing pas in 2006 plaats.
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Gewaarborgde geldleningen Het restantbedrag van de geldleningen per 31-12-2005 die door de gemeente zijn gewaarborgd bedraagt € 253.689.136 (per 31-12-2004 € 244.413.864). Het betreft in totaal 84 leningen. Aangegane verplichtingen Grondbedrijf Het saldo van de aangegane verplichtingen grondexploitatie per 31-12-2005 is € 6.989.114 Overige Met de eigenaar van het dienstencentrum van het verzorgingstehuis Haltna bestaat een langdurige huurovereenkomst. De huurverplichting per jaar is € 77.391 voor het dienstencentrum. De verplichtingen voor wachtgelden van non-actief personeel zijn niet in een voorziening opgenomen, maar in de meerjaren begroting als last geraamd.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM BTW-compensatiefonds (BCF) Met de invoering van het BCF is het Besluit BTW 28 per 31 december 2002 komen te vervallen. Aan de gemeente is de keuze voorgelegd om de op 31 december 2002 nog in exploitatie zijnde bestemmingsplannen "af te rekenen" op basis van het Besluit BTW 28, dan wel om de werking van het Besluit BTW 28 te continueren tot uiterlijk 31 december 2007. De gemeente houten heeft gekozen voor het afrekenen van desbetreffende bestemmingsplannen per 31-12-2002. Deloitte & Touche heeft onderzoek gedaan en vastgesteld dat de bestemmingsplannen fiscaal kostendekkend zijn. De belastingdienst neemt dit mee in de controle omzetbelasting die in 2006 afgerond zal worden.
Jaarverslag 2005
193
194
Jaarverslag 2005
Staat van baten en lasten per programma Algemeen Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient een overzicht van baten en lasten per programma opgenomen te worden. In het jaarverslag is al bij de verschillende programmaverantwoordingen een overzicht van de baten en lasten weergegeven. Tevens is een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen opgenomen. In dit hoofdstuk zal een financiële samenvatting gegeven worden van deze overzichten voor zowel de primitieve begroting 2005, de begroting na wijziging 2005 en de rekening 2005. In de overzichten is een resultaat voor bestemming en een resultaat na bestemming opgenomen. Het resultaat voor bestemming betreft het “zuivere” resultaat per programma, zoals deze ook zijn opgenomen in het jaarverslag bij de diverse programmaverantwoordingen. In het resultaat na bestemming zijn per programma de mutaties in de reserves verwerkt, op grond van de gedurende het begrotingsjaar door de raad genomen besluiten. Deze mutaties in de reserves zijn in het jaarverslag geheel opgenomen onder het overzicht van algemene dekkingsmiddelen. In de bijlagen zijn de onderstaande overzichten tevens per deelprogramma opgenomen. Overzicht baten en lasten per programma: primitieve begroting 2005 Bedragen x € 1 Programma Nr.
1 2 3 4 7 8 9 10 11 12 13 14
Deelprogramma
Afbouw van de stad Sociale cohesie Veilige woon- en leefomgeving Open bestuurscultuur Algemeen bestuur Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur, recreatie en sport Maatschappelijk welzijn Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
Primitieve begroting 2005 Lasten
Baten
Resultaat voor bestemming
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
2.361.249 2.688.859 3.569.346 3.566.915 1.278.584 2.760.274 208.009 11.129.623 9.372.979 10.111.877 6.652.407 5.019.432
2.361.249 604.698 203.157 88.520 604.229 106.295 282.685 5.409.194 524.461 5.303.133 4.774.828 3.766.308
2.084.1613.366.1893.478.395674.3552.653.97974.676 5.720.4298.848.5184.808.7441.877.5791.253.124-
-
2.084.1613.366.1893.478.395674.3552.653.97974.676 5.720.4298.848.5184.808.7441.877.5791.253.124-
58.719.554
24.028.757
34.690.797-
-
34.690.797-
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
3.172.254 52.510
38.699.612 -
35.527.358 52.510-
156.853 -
35.370.505 52.510-
Totaal algemene dekkingsmiddelen
3.224.764
38.699.612
35.474.848
156.853
35.317.995
61.944.318
62.728.369
784.051
156.853
627.198
Totaal programma's
TOTAAL
Jaarverslag 2005
195
Overzicht baten en lasten per programma: begroting na wijziging 2005 Bedragen x € 1 Programma Nr.
1 2 3 4 7 8 9 10 11 12 13 14
Deelprogramma
Afbouw van de stad Sociale cohesie Veilige woon- en leefomgeving Open bestuurscultuur Algemeen bestuur Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur, recreatie en sport Maatschappelijk welzijn Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
Begroting 2005 na wijziging Lasten
Baten
Resultaat voor bestemming
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
2.361.249 2.980.729 3.922.491 3.565.907 1.300.499 9.185.888 221.771 11.653.976 10.663.620 10.349.941 7.328.416 4.799.831
2.361.249 649.945 179.832 88.520 556.229 4.660.795 595.807 6.622.217 2.535.960 5.720.393 5.305.002 3.805.745
2.330.7843.742.6593.477.387744.2704.525.093374.036 5.031.7598.127.6604.629.5482.023.414994.086-
18.982181.000 39.000 -
2.330.7843.723.6773.477.387744.2704.525.093374.036 5.212.7598.166.6604.629.5482.023.414994.086-
68.334.318
33.081.694
35.252.624-
201.018
35.453.642-
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
2.627.137 52.510
41.156.675 -
38.529.538 52.510-
1.821.543 -
36.707.995 52.510-
Totaal algemene dekkingsmiddelen
2.679.647
41.156.675
38.477.028
1.821.543
36.655.485
71.013.965
74.238.369
3.224.404
2.022.561
1.201.843
Totaal programma's
TOTAAL
Overzicht baten en lasten per programma: rekening 2005 Bedragen x € 1 Programma Nr.
1 2 3 4 7 8 9 10 11 12 13 14
Deelprogramma
Afbouw van de stad Sociale cohesie Veilige woon- en leefomgeving Open bestuurscultuur Algemeen bestuur Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur, recreatie en sport Maatschappelijk welzijn Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
Rekening 2005 Lasten
Baten
Resultaat voor bestemming
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
58.058.487 2.729.830 4.653.926 3.260.777 1.255.681 10.241.521 256.531 11.412.637 11.122.561 10.639.857 7.449.269 5.065.829
59.600.189 728.744 621.674 32.349 600.459 4.083.153 517.739 7.149.439 2.828.354 5.971.841 5.384.839 4.004.743
1.541.702 2.001.0864.032.2513.228.428655.2236.158.368261.208 4.263.1988.294.2084.668.0162.064.4301.061.085-
18.982741.39070.598 258.220-
1.541.702 2.001.0864.013.2693.228.428655.2235.416.978261.208 4.333.7968.035.9884.668.0162.064.4301.061.085-
126.146.905
91.523.524
34.623.382-
947.993-
33.675.389-
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
1.746.289 52.510
39.965.619 -
38.219.330 52.510-
2.190.884 -
36.028.446 52.510-
Totaal algemene dekkingsmiddelen
1.798.799
39.965.619
38.166.820
2.190.884
35.975.936
127.945.705
131.489.142
3.543.438
1.242.890
2.300.547
Totaal programma's
TOTAAL
196
Jaarverslag 2005
Incidentele baten en lasten Algemeen In 2005 zijn baten en lasten verantwoord met een incidenteel karakter. In het onderstaande overzicht worden deze incidentele baten en lasten gespecificeerd. Bij het samenstellen van het overzicht zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: In het overzicht zijn alleen posten van materiële betekenis opgenomen (minimaal € 25.000). Posten worden als incidenteel aangemerkt indien er sprake is van eenmalige baten en lasten zonder structurele doorwerking en/of structureel karakter. In het overzicht zijn tevens posten meegenomen die, conform raadsbesluit, rechtstreeks in mindering zijn gebracht op de algemene middelen reserves. Overzicht incidentele baten Bedragen x € 1 Deelprogramma
Omschrijving
Bedrag
101 Bijzonder basisonderwijs
Vrijval van de voorziening kwaliteitsverbetering scholen
1.134.450
94 Overige economische zaken
Extra dividend GCN Extra dividend Hydron
Totaal
249.566 44.797 1.428.813
Overzicht incidentele lasten Bedragen x € 1 Deelprogramma
Omschrijving
Kapitaallasten (niet bij een specifiek deelprogramma onder te brengen)
Versneld afschrijven van investeringen: a. met een maatschappelijk nut b. in het kader van de rechtmatigheid c. in verband met het beeïndigen van de levensduur/gebruiksduur
128 Mondiaal beleid
Bijdrage aan Samenwerkende Hulporganisaties (Giro 555)
Totaal
Bedrag
867.800 440.388 64.038 90.091 1.462.317
Jaarverslag 2005
197
198
Jaarverslag 2005
Accountantsverklaring
Jaarverslag 2005
199
200
Jaarverslag 2005
Accountantsverklaring Inleiding op de accountantsverklaring Op grond van het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten stelt de Raad vanaf het boekjaar 2005 de goedkeuringstolerantie vast die de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole dient te hanteren. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie hebben wij in de paragraaf ‘werkzaamheden’ van de accountantsverklaring vermeld. Deze bedraagt voor tekortkomingen 1 % (€ 1,3 miljoen) en voor onzekerheden 3 % (€ 3,8 miljoen) van de totale lasten. Met ingang van de controle van de jaarrekening 2004 dient de accountant op grond van het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten in zijn verklaring naast zijn oordeel over het getrouwe beeld van de jaarrekening, ook tot uitdrukking te brengen dat de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, evenals de balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen. Aangezien het hier twee afzonderlijke accountantsuitingen betreft hebben wij de oordeelsparagraaf van de accountantsverklaring gesplitst in een gedeelte betreffende de getrouwheid van de jaarrekening en een gedeelte betreffende de rechtmatigheid van de baten, de lasten en de balansmutaties. De bij het rechtmatigheidsonderzoek door de accountant te hanteren ‘van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen’ zijn nader ingevuld door de Raad. In de toelichtende paragraaf in de accountantsverklaring wordt verwezen naar het Raadsbesluit waaruit de nadere operationalisering van het begrip rechtmatigheid is op te maken. Accountantsverklaring Wij hebben het College van Burgemeester en Wethouders van uw gemeente gemachtigd onze accountantsverklaring d.d. 19 april 2006 bij de jaarrekening 2005 van uw gemeente op te nemen. Onze oordelen in deze accountantsverklaring zijn als volgt: Oordeel over: de getrouwheid de rechtmatigheid
Strekking: Goedkeurend Goedkeurend
Dit betekent dat de jaarrekening met een redelijke mate van zekerheid geen fouten of onzekerheden – zowel met betrekking tot de getrouwheid als de rechtmatigheid - bevat die in totaliteit de voor de jaarrekeningcontrole gehanteerde goedkeuringstolerantie overschrijden. Hierbij zijn wij ervan uitgegaan dat de Raad de nu overgelegde jaarrekening ongewijzigd vaststelt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze accountantsverklaring hierbij mag worden opgenomen. Uit hoofde van onze controletaak hebben wij alleen de financiële gegevens in de jaarrekening gecontroleerd. De in de jaarrekening opgenomen kengetallen en toelichtingen daarop hebben wij niet gecontroleerd. Dit is ook als zodanig aangegeven in de ‘opdrachtparagraaf’ van onze accountantsverklaring.
Jaarverslag 2005
201
202
Jaarverslag 2005